Mei 2006
2
Voor de gebruikers van de methode Taalverhaal
S E R V I C E B U L L E T I N
VAN THEMATIEK NAAR VASTE STRUCTUUR
Taalverhaal groep 3 is basis voor succes
4
Kinderen ontdekken het nut van taal
6
Digitaal Taalverhaal voor groep 1 tot en met 3
7
Gerichte remediëring met Taalverhaal Spelling
8
Bestel de gratis piratenposter
Een goede beheersing van de Nederlandse taal en een uitgebreide woordenschat zijn van groot belang voor het schoolsucces van leerlingen. Met Taalverhaal worden kinderen al op jonge leeftijd uitgedaagd om zelf actief taal te gebruiken. Na de thematische aanpak in de groepen 1 en 2 vormt Taalverhaal voor groep 3 een mooie opstap naar het ‘echte werk’ vanaf groep 4. Het materiaal van Taalverhaal groep 3 heeft een brugfunctie binnen de methode. De thematische aanpak van groep 1-2 krijgt hierin een duidelijk vervolg. En tegelijkertijd wennen de kinderen aan de zelfstandige verwerking van de lesstof, een vaardigheid die ze in groep 4 goed van pas komt. Ook het grote aantal verhalen en doelwoorden en de opstart van Taalverhaal Spelling vergemakkelijken de overstap naar groep 4. Taalverhaal groep 3 richt zich met name op het vergroten van de woordenschat. Er komen 525 doelwoorden aan de orde. We gebruiken hierbij woordkaartjes als hulpmiddel bij het uitleggen. Deze kaartjes worden ook ingezet als onderdeel van de spelletjes. Bij ieder kijkwoord hoort een kaartje waarop het woord staat met een plaatje erbij. Bij de leeswoorden gaat het om meer abstracte begrippen, zoals ‘klem zitten’ of ‘de waarheid vertellen’. Deze hebben een kaartje zonder afbeelding. De kaartjes zijn opgenomen als kopieerbladen in de groepsmap.
INHOUD
Luisteren, spreken en woordenschat
Pagina 1
Over Taalverhaal Taalverhaal groep 3 is basis voor succes
Pagina 4
De praktijk Kinderen ontdekken het nut van taal
Pagina 6
Taalverhaal Interactief Digitaal Taalverhaal voor groep 1 tot en met 3
Pagina 7
Aan de slag met Taalverhaal Gerichte remediëring met Taalverhaal Spelling
Pagina 8
Korte Berichten Bestel de gratis piratenposter Maatschriften voor de taalzwakke leerling Taalverhaal en de nieuwe spelling 2006
COLOFON Servicebulletin Taalverhaal is een uitgave van ThiemeMeulenhoff.
De eerste les begint telkens met een verhaal of hoorspel. In de verhalen wordt papegaai Okko opgevoerd (uit Taalverhaal groep 1-2). Zo ontmoet tante Jet (personage uit groep 4) papegaai Okko, die vast is komen te zitten in de schoorsteen. Hierop volgt een telefonische ontmoeting met de brandweer en een briefwisseling met de vorige eigenaars van Okko. Het verhaal eindigt met een cliffhanger, zodat de kinderen al uitkijken naar het vervolg. Tijdens een gesprek over het verhaal komen de doelwoorden op een natuurlijke manier aan de orde. Vervolgens wordt de betekenis van de leesen kijkwoorden met behulp van de kaartjes nog eens helder uitgelegd. De samenwerkopdracht is het laatste onderdeel van de les. In kleine groepjes bedenken de kinderen bijvoorbeeld wat zij zouden doen als ze een vreemd geluid in de schoorsteen horen. Komt een groepje er niet uit? In de lesbeschrijving vindt u altijd suggesties om de kinderen op weg te helpen. De uitkomst van de gesprekken wordt klassikaal besproken.
Oefenen met spelletjes In de tweede les gaan de kinderen grotendeels zelfstandig en op speelse wijze aan de slag met de woorden uit les 1. In totaal is er keuze uit vijftien spellen. Voor veel spelletjes maken de kinderen zelf extra kaartjes, als creatief onderdeel van het leerproces. Sommige spelletjes kunnen zelfstandig door de leerlingen worden gespeeld, zoals Memory. Andere spellen, zoals de woordspin, zijn leerkrachtgebonden.
Hoofd- en eindredactie Taalent Tekstschrijvers Met dank aan Cornelia Spijkerman Vormgeving Crossings Communications Drukwerk ARS Grafische Producties & Communicatie Redactieadres ThiemeMeulenhoff t.a.v. Maria Noordhuizen Postbus 19240 3501 DE Utrecht
[email protected] Onze materialen zijn ook verkrijgbaar bij (school)boekhandel en schoolleverancier 2
Okko
Voorbeeldspel: De woordspin Aantal spelers: 1 tot 6 Nodig: 2-12 woordkaartjes, A4 of A3 papier, schrijfgerei Teken een spin met acht poten op een blad papier. Laat een kind een woordkaartje trekken en lees het woord voor of laat het kind het woord voorlezen. Schrijf het woord in het lijf van de spin. Samen bedenken de spelers een woord dat bij het eerste woord past. Ze leggen elkaar uit waarom dat woord erbij past. U schrijft het nieuwe woord bij een poot. Lukt het om voor elke poot een woord te bedenken?
Activiteiten in hoeken Tijdens de derde les worden activiteiten aangeboden in zogenaamde themahoeken. Hierin komt het thema van het blok in een functionele omgeving terug. Zo wordt er bij het thema Ridders en kastelen één themahoek als ridderzaal ingericht, met een mooie of versierde stoel als troon en verkleedkleren. Daar spelen de kinderen allerlei situaties na. Los van het thema zijn er vaste hoeken zoals de schrijfhoek, de lees-luisterhoek en Okko’s hoek waar de woordmachine staat die door de leerlingen zelf gemaakt is.
Maatwerk mogelijk Niet iedere klas heeft hetzelfde niveau bij aanvang van groep 3. Daarom is Taalverhaal heel flexibel opgezet. Zo worden bij iedere les standaard ‘extra woorden’ aangeboden. Voor de meeste leerlingen zijn dit bekende woorden, maar als u veel kinderen met een taalachterstand in de klas heeft, is deze aanvulling essentieel. Bestaat uw klas uit kinderen die weinig problemen hebben met woordenschat? Dan kunt u ervoor kiezen direct na les 1 door te gaan naar het 3
hoekenwerk. Ook is er in elk blok één les gereserveerd voor differentiatie. Kinderen die de doelwoorden nog niet beheersen kunnen tijdens die les nog eens oefenen met de woordkaartjes, de woordmachine en de software. Leerlingen die alle woorden onder de knie hebben, kunnen spelletjes op hun eigen niveau spelen.
Taalverhaal Spelling Grote rode strepen op een gemaakte toets. Die herinnert u zich misschien nog wel. Die rode strepen behoren nu echt tot de verleden tijd, want bij Taalverhaal Spelling hoort een positieve instelling. Benadrukken wat de leerlingen al goed kunnen stimuleert enorm. Daarom kleuren we het vakje voor een goed gespeld woord groen in plaats van een rode streep door een fout geschreven woord te zetten. Met spelletjes en muziek kunt u de leerlingen een motiverend programma voorschotelen. Heel belangrijk, want goed spellen is niet alleen een kwestie van kunnen, maar ook van willen! Tijdens de laatste veertien weken van het schooljaar wordt een begin gemaakt met spelling. Bij deze lessen hoort een overzichtelijk werkschriftje voor de kinderen. Hierin oefenen zij met de woordpakketten en spellingproblemen. Taalverhaal Spelling biedt één les van twintig minuten per week. Deze tijd gaat af van de lessen van Taal, zodat u het hele jaar evenveel tijd kunt besteden aan Taalverhaal.
DE PRAKTIJK Taalverhaal in het Friese Kollumerpomp
Kinderen ontdekken het nut van taal Als adviseur testte ze Taalverhaal groep 1-2 als een van de eersten in de praktijk. Vier jaar later is Cornelia Spijkerman, leerkracht op basisschool de Wegwijzer in Kollumerpomp, nog even enthousiast over de methode. In het Friese Kollumerpomp spreken de kinderen maar liefst drie talen. Nederlands, Fries en het plaatselijke dialect Pomps. Op basisschool de Wegwijzer wordt ook aandacht besteed aan het Fries, maar de voertaal is Nederlands. “Of het door de drie talen komt weet ik niet, maar bij ons op school zitten relatief veel taalzwakke leerlingen. De methode Taalverhaal groep 1-2 biedt gelukkig genoeg mogelijkheden om te differentiëren. Dat is extra belangrijk in de kleuterklassen, omdat je zowel de jongere als de oudere kleuters een uitdaging moet bieden. De themawoorden worden op drie niveaus aangeboden en activiteiten kunnen vaak op meerdere manieren worden uitgevoerd. Daarnaast vind je in de groepsmaphandleiding veel
handige instructies voor waar je op kunt letten en wat je kunt doen als de activiteit niet goed verloopt.”
Beginnende geletterdheid “Kleuters leren ook wel in de kring, maar het spel is ontzettend belangrijk. Taal zit op een heel speelse manier verweven in Taalverhaal. De beginnende geletterdheid wordt gestimuleerd doordat ik bijvoorbeeld van ieder thema een woordveld maak. Wat hoort er allemaal bij het thema de fotograaf? De kinderen noemen de woorden en ik schrijf ze op. Ze maken tekeningen bij de woorden zodat ze de betekenis beter onthouden. Het woordveld wordt in de schrijfhoek opgehangen en daar kunnen de kinderen de woordjes naschrijven of -stempelen. Het woordveld wordt gedurende het thema aangevuld met meer woorden. Ook in de andere hoeken ontdekken de kinderen het nut van taal. Tijdens een rollenspel bij de dokter ‘schrijft’ een kind een recept uit en een ander stuurt de zieke een ansichtkaart. Op deze manier wordt het schrijven betekenisvol en worden de kinderen gemotiveerd om deze vaardigheid onder de knie te krijgen.”
Originele thema’s Taalverhaal groep 1-2 bestaat uit tien thema’s. Sommige zouden kinderen zelf ook direct kiezen, zoals vakantie of de dokter. Maar ook minder alledaagse onderwerpen komen aan bod. “Juist de thema’s waar je zelf niet zo snel op komt, zijn heel leuk”, vertelt Cornelia. “Winter ligt erg voor de hand, maar het thema Noordpool gaat net een stapje verder. Een van de boeiendste thema’s vind ik kunst. Een abstract begrip, waar veel 4
kinderen niet mee opgroeien. Een van de activiteiten was een bezoek aan een museum. We zijn toen met de kinderen naar het Groninger Museum geweest. Geweldig vonden ze het. En door ze te laten vertellen wat ze zien en welke fantasieverhalen ze bij schilderijen kunnen maken ben je toch weer met taal bezig. Het thema ging echt leven nadat de kleuters een schilderles hadden gekregen bij een kunstenaar hier in het dorp. Ze mochten zelf schilderijen maken op echte ezels! Daarna werd de klas in een museum veranderd en alle ouders mochten de kunst bewonderen.”
Inrichting hoeken “Bij ieder nieuw thema moet het klaslokaal worden aangepast. Heel handig zijn daarbij de starttips en de eerste voorbereidingen die in de map worden genoemd. Met welke activiteit kun je het best beginnen als de kinderen nog niet zoveel van het thema weten? En wat heb je in ieder geval nodig bij de verschillende activiteiten? Een deel van de voorbereiding en inrichting van de
hoeken doe je als docent. Maar ook de kinderen leveren een bijdrage. Ze denken mee over wat we nodig hebben om bijvoorbeeld een circus na te bouwen. Nemen hoepels mee van thuis voor de leeuwen en maken dierenvoer van klei.”
Flexibel materiaal Taalverhaal heeft per thema een vaste structuur. Voor de leerlingen begint een nieuw thema in ieder geval altijd met een verhaal. Per thema worden tien activiteiten beschreven. “Deze
vaste structuur werkt goed. In de map is ook een voorbeeldschema opgenomen, een soort jaarplanning. Toch is het materiaal heel flexibel in te zetten. Je kunt een thema binnen drie weken afronden, maar wij doen er meestal wel zes weken over. Voor de kinderen is het prettig dat de hoofdpersonen Tim en Jasmina en papegaai Okko in elk thema terugkomen. De papegaai Okko hebben we ook als handpop besteld en dat is een groot succes. In de kring zit Okko er altijd bij en vraagt
de kinderen wat ze hebben gedaan.” Ook bij het zelfstandig werken wordt Okko ingezet. “Soms werk ik met een klein groepje even apart. Dan zet ik een eierwekker en tot het belletje gaat, kunnen de kinderen niets aan de juf vragen. Okko zit dan wel te kijken op de kast en moeten de kinderen naar de wc, dan vragen ze dit aan hem. Ook laten ze tekeningen die ze hebben gemaakt zien en vragen of Okko het wel mooi vindt. Hij is echt het vriendje van de klas geworden.”
Kent u het lesmateriaal van Taalverhaal voor groep 1-2 en 3 nog niet? Vraag dan de zichtzending voor dit materiaal aan via de antwoordkaart. U heeft dan drie maanden de gelegenheid het materiaal te bestuderen en in uw lessen uit te proberen.
5
TAALVERHAAL INTERACTIEF Okko wijst de weg
Digitaal Taalverhaal voor groep 1 tot en met 3 Als leerkracht op de basisschool bent u gelukkig niet te vervangen door een computer. Toch mag u tijdens de lessen Taalverhaal af en toe eens toekijken. In de software van Taalverhaal voor de groepen 1 tot en met 3 wijst de vrolijke papegaai Okko uw leerlingen de weg. Kunnen kleuters echt zelfstandig werken met de computer? Wel met de software van Taalverhaal die speciaal gericht is op deze leeftijdsgroep. Met per thema een eenmalige voorbereiding van uw kant beleven de kinderen veel plezier aan de spelletjes, verhalen en liedjes, waarvan ze ook nog eens veel opsteken. Hebben de leerlingen toch vragen? Dan krijgen ze uitleg van de vrolijke papegaai Okko, die ze kennen van de activiteiten uit de groepsmappen. Doordat er veel met auditieve ondersteuning gewerkt wordt, hoeven de kinderen nog niet te kunnen lezen om met de computer aan de slag te gaan.
een beloning in de vorm van een grappige animatie die met het thema te maken heeft. Zo is bij het thema ‘Weg in eigen land’ Okko te zien, die met een lekke band op het platteland staat. Na elk goed antwoord pompt hij zijn band iets verder op en tijdens de eindanimatie fietst hij vrolijk verder.
Ongemerkt doelwoorden consolideren De kinderen kunnen nog eens luisteren naar een verkorte versie van het verhaal uit de groepsmap. Op een speelse manier wordt er geoefend met de doelwoorden.
Leerlingvolgsysteem
Bijvoorbeeld in de vertelplaat die met animaties tot leven komt, met themaliedjes, het memoryspel en (alleen in groep 3) de woordmachine. Elk spel duurt ongeveer vijf tot tien minuten. Op deze speelse wijze worden de doelwoorden uit de groepsmap ongemerkt geconsolideerd.
Spelling Het spellingspel wordt aangeboden vanaf groep 3 in de blokken 4 en 5. Alle woorden uit de woordpakketten komen aan bod. De letters van een woord moeten worden aangevuld tot het woord compleet en juist is. Is het niet goed? Dan geeft Okko feedback. Bij positief resultaat volgt
6
Voordat de kinderen beginnen met de spelletjes moeten ze inloggen in het systeem. Ze klikken hiervoor op hun naam, met bijbehorend plaatje. Makkelijk herkenbaar, ook voor de leerlingen die nog niet kunnen lezen. Vervolgens wordt automatisch bijgehouden welke spellen een leerling gespeeld heeft. Zo kunt u ervoor zorgen dat alle kinderen aan bod komen en niet steeds dezelfde leerlingen voor de computers kiezen. Het beste is om elk kind minstens drie keer per thema op de computer te laten oefenen. Dan worden alle spellen doorlopen en alle doelwoorden herhaald.
Wilt u het digitale Taalverhaal eens proberen? Vraag dan de demo’s aan via de antwoordkaart.
AAN DE SLAG MET TAALVERHAAL Groep 4 tot en met 8
Gerichte remediëring met Taalverhaal Spelling Een klas met alleen maar gemiddelde leerlingen heeft u vast nog nooit gehad. Daarom biedt Taalverhaal Spelling leerkrachten op structurele wijze handvatten voor de begeleiding van leerlingen die moeite hebben met spellen.
Preventief te werk Elk leerjaar begint met een instapdictee om het startniveau van de groep te bepalen. In dit dictee staat de leerstof van het vorige jaar centraal. Scoort een leerling onvoldoende? Ga dan preventief te werk en geef de leerling de kans om de achterstand in te halen. U kunt de schrijfaanwijzingen aan de hand van het schema achter in het werkschrift herhalen, het (remediërings)materiaal van de voorgaande groep inzetten of de leerling spelletjes in het oefenboek Spelen met spellen laten maken met de woordpakketten van de vorige groep.
Gepland bijsturen Taalverhaal Spelling is per jaargroep opgebouwd uit vijf blokken van zeven weken. Alle blokken zijn volgens een vaste structuur opgezet, waarin standaard tijd is gereserveerd voor de zwakkere leerlingen. Tips voor
effectieve ondersteuning van deze groep zijn in de groepsmap opgenomen bij de derde en zesde en zevende week van elk blok, waarin ook een dictee wordt afgenomen. Per leerling kunt u heel eenvoudig een foutenanalyse maken met het formulier Registratie Remediëring. Hierop kunt u per woordcategorie aangeven of een leerling achterblijft, zodat u gericht kunt remediëren. In de les na het signaleringsdictee kunt u de spellingzwakke leerlingen extra begeleiden. De kopieerbladen zijn hier speciaal voor ontwikkeld. Bovendien vindt u bij elk kopieerblad uitgebreide aanwijzingen voor gerichte remediëring en het herhaald aanbieden van de woorden. Per leerling kruist u bijvoorbeeld aan welke opdrachten gemaakt moeten worden. Of u verdeelt de klas in groepjes van leerlingen met vergelijkbare spellingproblemen. Na een korte herhaling van de stof die problemen opleverde, gaan de leerlingen zelfstandig aan het werk met de opdrachten.
Oefenboek Spelen met spellen groep 4-5-6
Ze krijgen hierbij veel ondersteuning in de vorm van herkenbare pictogrammen en uitleg in kaders.
Spelenderwijs oefenen Naast de kopieerbladen zijn de spellen op de software en in het oefenboek Spelen met spellen een ideaal middel om de leerlingen spelenderwijs nog eens te laten oefenen met de woordpakketten en de werkwoordsvormen. De spelletjes in de software kunt u op de computer laten spelen, maar veel van het materiaal is ook eenvoudig te printen. Er is een oefenboek voor groep 4 tot en met 6 en een voor groep 7 en 8. Sommige spelletjes kunnen met alle woordpakketten worden gespeeld, andere zijn speciaal voor bepaalde pakketten gemaakt. Zo kunt u het oefenboek heel gericht inzetten. Leuk en leerzaam!
Gebruikt u Taalverhaal Spelling nog niet? Vraag dan de zichtzending aan via de antwoordkaart.
Kopieerblad en Groepsmap Taalverhaal Spelling
7
KORTE BERICHTEN Taalverhaal en de nieuwe spelling 2006 Zoals u ongetwijfeld weet, wordt in augustus 2006 een nieuwe spelling ingevoerd. Er is in de media veel ophef geweest over deze spelling. Voor Taalverhaal heeft de nieuwe spelling niet veel gevolgen; de veranderingen betreffen vooral woorden en regels die te ver gaan voor het basisonderwijs.
Veranderde woorden
Schip ahoy, schip ahoy…
Bestel de gratis piratenposter Het piratenthema spreekt nog meer tot de verbeelding als u kapitein Donderwolk een plekje geeft in de klas. Waar zou hij naar toe gaan? Is er al land in zicht? Genoeg om over te fantaseren. Dus bestel snel de poster via de antwoordkaart, want op = op!
Ondersteunend materiaal groep 4 t/m 8
Maatschriften voor de taalzwakke leerling Kent u de Maatschriften bij Taalverhaal al? Maatschriften zijn speciale werkschriften voor de lees- en taalzwakke leerlingen in uw groep. Deze leerlingen kunnen het gemiddelde niveau van de zelfstandige les vaak niet bijbenen. Het Maatschrift biedt hen de stof aan op hun eigen niveau. De Maatschriften zijn volledig geïntegreerd in de methode. Terwijl het grootste gedeelte van de leerlingen in de werkschriften werkt, gaan de taalen leeszwakke leerlingen aan de slag in hun eigen Maatschriften. Er zijn Maatschriften Taalverhaal Taal voor groep 4 t/m 8. Wilt u ze eens uitproberen? Vraag dan de zichtzending aan via de antwoordkaart.
ThiemeMeulenhoff Postbus 19240 3501 DE Utrecht F (030) 239 22 93 E
[email protected] I www.thiememeulenhoff.nl I www.taalverhaal.nl 11 112 3279 2 - 2159
Dit betekent niet dat er helemaal geen wijzigingen zijn. In de boeken en werkschriften van Taalverhaal Taal en Spelling zitten enkele woorden die nu anders gespeld worden. Bijvoorbeeld: • tekkel wordt teckel • alledrie wordt alle drie • vliegezwam wordt vliegenzwam • paddestoel wordt paddenstoel
Wat betekent dit voor u? Voor de leerlingenboeken, werkschriften en het oefenboek spelling 7/8 van Taalverhaal ontvangt u in juni stickervellen. Hiermee kunt u het lesmateriaal aanpassen aan de nieuwe spelling. Bij deze stickervellen ontvangt u ook vervangende pagina’s voor de groepsmappen en errata voor de handleidingen, met uitleg over de veranderingen. Zo bent u in het nieuwe schooljaar helemaal klaar voor de nieuwe spelling! Gedetailleerde informatie over de spellingwijziging kunt u vinden in het leerkrachtgedeelte van de methodewebsite.