taalkunde >> faculteit letteren en wijsbegeerte >> masteropleiding | 2010-2011
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement studentgerichte diensten en de faculteiten. Ann Engelen (Kaft) An Devaux (binnenwerk) Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure.
|2
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
Taalkunde studeren aan de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
Over de Master Taalkunde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Masterproef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Vakbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Studeren in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Studieadvies en studentenbegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Nuttige websites . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Meer info? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3|
Voorwoord Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien heb je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit gevonden en hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent, en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Tijdens je masteropleiding wordt de kennis die je opdeed tijdens je bacheloropleiding verder uitgediept. De Universiteit Antwerpen stelt alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan maatschappelijke en wetenschappelijke evoluties. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (20 maart en 24 april 2010) of op de infomarkt (15 september 2010). Welkom bij de Universiteit Antwerpen! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? STUDENTGERICHTHEID De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen de studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Ten slotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en –ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. INNOVERENDE ACADEMISCHE OPLEIDINGEN De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk . De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd ook gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. INFRASTRUCTUUR Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria, aula’s) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 13.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten.
5|
De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken? Dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Taalkunde is gesitueerd op de Stadscampus. VORMING De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid en met een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. ANTWERPEN Ten slotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A” !
taalkunde studeren aan de Universiteit Antwerpen De Universiteit Antwerpen heeft zeven faculteiten: Farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen, Geneeskunde, Letteren en wijsbegeerte, Politieke en sociale wetenschappen, Rechten, Toegepaste economische wetenschappen, Wetenschappen. De master Taalkunde is een opleiding binnen de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. • • •
Andere masteropleidingen binnen deze faculteit zijn: Master in de taal- en letterkunde Master in de literatuur van de moderniteit Master in de theater- en filmwetenschap
•
Master in de meertalige professionele communicatieicatiewetenschappen
|6
over de master taalkunde De Master Taalkunde is gericht op studenten die geïnteresseerd zijn in de structuur en het functioneren van taal en die zelfstandig onderzoek willen verrichten naar verschillende aspecten van taal. Dat onderzoek kan in diverse taalkundige disciplines gebeuren. Aan de Universiteit Antwerpen wordt naar een evenwicht gestreefd tussen een degelijke vakinhoudelijke kennis (studenten volgen ten minste vier algemene taalkundige basisvakken die de kennis uit de bachelorjaren verder uitdiepen) en het ontwikkelen van zelfwerkzaamheid. Naast een algemeen profiel biedt de opleiding twee specialisatieprofielen: computationele psycholinguïstiek enerzijds en pragmatiek/sociolinguïstiek anderzijds. Die specialisatieprofielen corresponderen met twee belangrijke onderzoekspijlers in het departement Taalkunde aan de Universiteit Antwerpen. SPECIALISATIEPROFIEL PRAGMATIEK/SOCIOLINGUÏSTIEK In dit specialisatieprofiel staat het gebruik van taal als communicatiemiddel centraal. In de cursus “Sociolinguïstiek” leer je hoe sociale factoren aanleiding geven tot taalvariatie. In de cursus “Semantiek en pragmatiek” leer je hoe de bedoelde boodschap vaak op indirecte wijze samenhangt met de letterlijke betekenis van een zin en, in het bijzonder, hoe de context van een gesprek of een tekst (bv. ruimte, gedeelde voorkennis) de interpretatie van een boodschap bepaalt. De specialisatiecursus “De pragmatiek van het taalgebruik in de publieke ruimte” besteedt aandacht aan de relatie tussen ideologie en taalgebruik en benadert die met een methodologie uit de pragmatiek. SPECIALISATIEPROFIEL COMPUTATIONELE PSYCHOLINGUÏSTIEK In dit specialisatieprofiel staan de psycholinguïstiek en de computationele benadering van taal centraal. In de cursus “Psycholinguïstiek” bespreek je met de docent artikelen uit de internationale vakliteratuur, wat doorgaans uitmondt in de opzet en uitvoering van een eigen, origineel experiment. In de cursussen “Corpuslinguïstiek en Computertaalkunde” leer je hoe een corpus linguïstisch verrijkt (geannoteerd) wordt en met welke software je de gegevens kan extraheren die voor jouw onderzoek van belang zijn, hoe taalkennis gerepresenteerd kan worden in een computergeheugen en hoe die kennis aangewend wordt bij automatische taalverwerking. De specialisatiecursus “Computationele modellen van taalbegrip” vergelijkt modellen van tekstbegrip in de artificiële intelligentie met de manier waarop reële taalgebruikers teksten begrijpen. De specialisatiecursus “Computationele Psycholinguïstiek” confronteert je met computationele modellen die ontworpen zijn om experimentele bevindingen uit de psycholinguïstiek te simuleren.
7|
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Het programma richt zich tot studenten die na hun bacheloropleiding een grondige studie van taal beogen. Het biedt je niet enkel de nodige uitbreiding van de basiskennis taalkunde die je reeds in je bachelorstudies verworven hebt, maar geeft je vooral ook de mogelijkheid om je verder te bekwamen in die aspecten van de taalkunde die je zelf het meest interesseren. In de specialisatieprofielen kan je focussen op het gebruik van taal in sociale contexten of op de mentale processen die het gebruik van taal mogelijk maken (en de computationele simulaties ervan). RECHTSTREEKSE INSTROOM: •
Bachelor in de Taal- en letterkunde
INSTROOM VIA EEN VOORBEREIDINGSPROGRAMMA: •
Andere academische bachelors kunnen instromen na het met succes volgen van een voorbereidingsprogramma, dat door de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte is goed gekeurd.
Loopbaanperspectieven Als je het diploma van master Taalkunde hebt behaald, kan je in principe een wetenschappelijke carrière op het domein van de taalkunde uitbouwen aan een hogeschool of een universiteit. Je kan echter ook in tal van andere beroepen terecht waar een degelijk inzicht in taal en een goede taalvaardigheid belangrijke vereisten zijn: het secundair of hoger onderwijs (na het behalen van de noodzakelijke pedagogische bekwaamheidsbewijzen), de media (radio, televisie, geschreven pers, enz.), de culturele sector (culturele centra), de openbare diensten (en de openbare sector) en het bedrijfsleven. In de specialisatie “Computationele Psycholinguïstiek” ontwikkel je tevens de vaardigheden die nodig zijn om een carrière uit te bouwen waar automatische taalverwerking centraal staat (hetzij binnen de academische wereld, hetzij binnen een onderzoeksgroep in de bedrijfswereld) of waar de psycholinguïstiek centraal staat (hetzij in de academische wereld, hetzij in de pedagogische sector). Vanuit de specialisatie “Pragmatiek/ Sociolinguïstiek” kan je ook terecht in sectoren die met het algemene taalbeleid te maken hebben. In deze master verwerf je tevens een domeinoverstijgende vaardigheid om op een kritische wijze informatie te vergaren – waarbij je gebruik kan maken van de modernste technieken –, om die informatie overzichtelijk en doelgericht te ordenen en om er efficiënt over te rapporteren. Daardoor ben je in staat om flexibel en zelfstandig met het steeds wisselende en snel evoluerende beroepsveld om te gaan en om je eventueel verder te specialiseren en te heroriënteren. |8
Studieprogramma ALGEMEEN PROFIEL Vier opleidingsonderdelen te kiezen uit:
24
Taaltypologie
6
Fonetiek
6
Fonologie en morfologie
6
Syntaxis
6
Semantiek en pragmatiek
6
Diachrone taalkunde
6
Sociolinguïstiek
6
Psycholinguïstiek
6
Corpuslinguïstiek
6
Computertaalkunde
6
Voor 18 sp opleidingsonderdelen uit de vrije ruimte*
18
Masterproef
18
TOTAAL
60
SPECIALISATIEPROFIEL: PRAGMATIEK/SOCIOLINGUÏSTIEK 3 verplichte basisopleidingsonderdelen
18
Sociolinguïstiek
6
Semantiek en pragmatiek
6
De pragmatiek van het taalgebruik in de publieke ruimte
6
3 verplichte opleidingsonderdelen naar keuze uit de resterende basisopleidingsonderdelen
18
Psycholinguïstiek
6
Corpuslinguïstiek
6
Computertaalkunde
6
Taaltypologie
6
Fonetiek
6
Fonologie en morfologie
6
Syntaxis
6
Diachrone taalkunde
6
1 bijkomend opleidingsonderdeel vrije ruimte*
6
Masterproef
18
TOTAAL
60 9|
SPECIALISATIEPROFIEL: COMPUTATIONELE PSYCHOLINGUÏSTIEK 3 verplichte basisopleidingsonderdelen
18
Psycholinguïstiek
6
Corpuslinguïstiek
6
Computertaalkunde
6
1 verplicht opleidingsonderdeel naar keuze uit de resterende basisopleidingsonderdelen
6
Taaltypologie
6
Fonetiek
6
Fonologie en morfologie
6
Syntaxis
6
Semantiek en pragmatiek
6
Diachrone taalkunde
6
Sociolinguïstiek
6
2 specialisatieopleidingsonderdelen
12
Computationele modellen van taalbegrip
6
Computationele psycholinguïstiek (capita selecta)
6
1 bijkomend opleidingsonderdeel vrije ruimte*
6
Masterproef
18
TOTAAL
60
* De opleidingsonderdelen van de vrije ruimte kunnen gekozen worden uit het aanbod van: 1. de resterende opleidingsonderdelen taalkunde van de eigen afstudeerrichting; 2. opleidingsonderdelen taalkunde van de master Taal- en letterkunde; 3. opleidingsonderdelen taalkunde van een master van een andere opleiding/faculteit (mits goedkeuring van de Onderwijscommissie Taal- en letterkunde.)
Masterproef De masterproef is een belangrijk opleidingsonderdeel en vertegenwoordigt 18 van de 60 studiepunten. In deze masterproef moet je een taalkundig probleem onderzoeken en daarover rapporteren. Het onderzoek gebeurt onder leiding van een promotor maar vereist een zelfstandige en kritische attitude ten aanzien van het onderzoeksmateriaal. Het eigenlijke onderzoek behelst een grondige analyse van de (internationale) vakliteratuur met betrekking tot het gekozen probleem en, afhankelijk van het onderwerp, een stuk persoonlijk empirisch onderzoek. De resultaten hiervan vinden hun neerslag in een tekst, waarin je volgens wetenschappelijke criteria rapporteert. | 10
Vakbeschrijvingen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen. Op www.ua.ac.be/ood vind je meer informatie over begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal. TAALTYPOLOGIE Taaltypologie is de studie van de overeenkomsten en verschillen tussen alle talen. De volgende topics komen aan bod: • • • • • • • • • •
Hoeveel talen zijn er? Taalfamilies en stammen. Waar worden ze gesproken? Hoeveel sprekers hebben ze? Het ontstaan van taal. Taalsterfte. Taalbeïnvloeding. Areale typologie. De ‘Balkan Sprachbund’ en ‘Standard Average European’. Geschiedenis van de typologie. De twee grote paradigma’s. Woordklassen of ‘Hebben alle talen bijvoeglijke of zelfstandige naamwoorden?’ Semantiek en de Sapir-Whorfhypothese. Woordorde. Morfologie: van isolerende, agglutinerende en flecterende talen. Grammaticale relaties: subject, object, ergativiteit. Verbale categorieën: tijd, aspect, modaliteit, en zinsmodi Diachrone typologie: (de)grammaticalisatie Holistische typologie: ‘la langue’ als een ‘système où tout se tient’.
FONETIEK Fonetiek is de wetenschap die de menselijke spraak in de meest algemene zin van het woord bestudeert. Bij deze studie kan aandacht worden besteed aan drie dimensies: de spraakproductie, de akoestiek van spraak en de spraakperceptie. Deze cursus behandelt de belangrijkste inzichten in verband met de spraakproductie. Na een inleiding tot de anatomie en de fysiologie van de spraakorganen worden de articulatiemogelijkheden van de mens geëxploreerd. De benadering is zowel theoretisch als praktisch. Vanuit theoretisch standpunt wordt er nagegaan welke articulatorische dimensies er voor communicatieve doeleinden worden gebruikt in de talen van de wereld. Dit gebeurt aan de hand van de fonetische taxonomie van Laver (1994). De verworven theoretische inzichten worden geconcretiseerd aan de hand van oefeningen die erop gericht zijn praktische vaardigheid te verwerven in de productie en perceptie van de belangrijkste types spraakklanken die in de talen van de wereld voorkomen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van praktisch oefenmateriaal dat via het internet toegankelijk wordt gemaakt. Een tweede component van de cursus behandelt de belangrijkste technieken die een bijdrage hebben geleverd tot het theoretisch kader van de articulatorische fonetiek: naast de basisprincipes van de fonetische transcriptie (IPA) wordt er ruim aandacht besteed
11 |
aan recente instrumentele technieken voor articulatorisch onderzoek. Ten slotte wordt er ingegaan op de klinische toepassingsgebieden van de fonetiek. Dit gedeelte van de cursus bestaat uit een grondige bespreking van de belangrijkste stem- en articulatiestoornissen met o.a. de v erschillende types dysarthrie en spreekapraxie. FONOLOGIE EN MORFOLOGIE Volgende onderwerpen zullen behandeld worden: (1) herhaling van de basisbegrippen van de fonologie en morfologie; (2) geschiedenis van de taalkunde met bijzondere aandacht voor fonologie en morfologie; (3) generatieve taalkunde (formele aspecten, mathematische grondslagen, mentalisme); (4) generatieve fonologie; (5) kritiek en aanvulling op het standaardmodel van de klassieke generatieve fonologie; (6) suprasegmentele fonologie en de fonologie van toontalen; (7) oefeningen bij het onderdeel morfologie. SYNTAXIS Een aantal specifieke thema’s van de hedendaagse syntaxis worden hier in de vorm van werk-/onderzoeksopdrachten uitgediept. De basiskennis over de onderwerpen in kwestie zal telkens in een introductiecollege en/of op basis van een leesopdracht heropgefrist en aangevuld worden, de overige lessen zullen de vorm hebben van werkseminaries. De helft van de cursus gaat naar syntactische onderwerpen, de andere helft naar semantische. De keuze van specifieke onderwerpen kan variëren (o.m. in functie van het aantal studenten en hun specifieke belangstelling), maar o.m. de volgende thema’s kunnen aan bod komen: Voor het syntactische deel: (i) een corpusstudie naar de vorm en de functie van extra positie (plaatsing van zinsdelen na de werkwoordelijke eindgroep) in het Nederlands; (ii) een corpusstudie naar het gebruik van (verschillende varianten van) de passief in het Nederlands; (iii) een conceptuele analyse van de status van bijwoorden t.o.v. adjectieven als woordsoorten in het Nederlands. Voor het semantische deel: (i) een analyse van de manier waarop tijdssituering in het Nederlands gebeurt (in het licht van algemeen-taalkundige theorieën over tijdsmarkering), geconcretiseerd in een corpusonderzoek naar de manier waarop tempusvormen en adverbiale vormen met elkaar interageren in de tijdssituering van een stand van zaken; (ii) een corpusonderzoek naar de semantische en grammaticale eigenschappen van attitudinele kwalificationele categorieën in het Nederlands. SEMANTIEK EN PRAGMATIEK Deze cursus handelt over talige betekenis en over de wijze waarop de betekenis van woorden en zinnen mee bepaald wordt door de context waarin zij gebruikt worden. Volgende onderwerpen zullen daarbij aan bod komen:
| 12
• •
• •
De analyse van woordbetekenis in de structuralistische en in de cognitieve taalkunde en het vraagstuk van de polysemie; Het principe van compositionaliteit (d.i. de idee dat de betekenis van een zin bepaald wordt door de betekenis van de woorden waaruit hij is samengesteld en de wijze waarop die woorden syntactisch gecombineerd worden); dit principe van compositionaliteit vormt één van de hoekstenen van de moderne (formele) semantiek en van de notie van linguïstische creativiteit, maar het is recent, o.a. in de cognitieve taalkunde, fel bekritiseerd. De analyse van taaldaden zoals die ontwikkeld is in de discussie tussen John Searle en zijn critici. De interactie tussen taal en de leefwereld waarin zij gebruikt wordt: hoe beïnvloeden bijvoorbeeld de structuren van conversaties en teksten, de ruimte waarin we spreken, de opvattingen van de taalgebruikers over taal, hun (stereotiepe) opvattingen over de wereld en hun lichaamshouding de boodschappen die ze doorgeven? Bij de behandeling van deze onderwerpen zullen de belangrijkste hedendaagse semantische en pragmatische theorieën (waaronder de theorie van de implicaturen van Grice en de relevantietheorie van Sperber en Wilson) voorgesteld worden. Daarbij zal ook de relevantie van andere onderzoeksdomeinen (zoals filosofie, psychologie, sociologie en antropologie) voor de studie van betekenis en interpretatie aan bod komen. Bij de behandeling van de verschillende onderwerpen en theoretische invalshoeken zullen we uitgaan van voorbeelden van concreet taalgebruik.
DIACHRONE TAALKUNDE De centrale these van de cursus is dat morfologische veranderingen in de eerste plaats mogelijk worden gemaakt door verhoudingen binnen het taalsysteem zelf. Er wordt ingegaan op een aantal factoren die die processen sturen. Twee ervan, gemarkeerdheid en iconiciteit, zijn wel vertrouwde (hoewel niet onbesproken) waarden in de moderne taalkunde, maar worden hier voor de eerste keer systematisch toegepast op historische ontwikkelingen en reconstructies in het domein van de Indo-Europese, in het bijzonder de Germaanse talen. Twee andere, minder bekende factoren die in de evolutie van grammatica’s een beslissende rol spelen, zijn synergie en morfologische distinctiviteit. Het eerste, synergie, is wellicht het krachtigste tot nu toe bekende principe bij het voorspellen van de evolutie van morfeemsystemen. Het tweede, morfologische distinctiviteit, is bedoeld als bijsturing van de neogrammatische auslauttheorieën. De cursus biedt een nieuwe kijk op de traditionele historische en vergelijkende taalkunde vanuit de inzichten van de moderne taalwetenschap, met name dan vanuit een universa-
13 |
listische en cognitivistische invalshoek. Hij heeft uitdrukkelijk de bedoeling taalwetenschappers vertrouwd te maken met de belangrijke verworvenheden van de historische taalkunde. De historische taalkunde stond aan de wieg van de huidige taalwetenschap en bepaalde ruim een eeuw lang de taalkundige curricula, maar is ondertussen grotendeels daaruit verdwenen door de opkomst van modernere, ahistorische disciplines. Een schat aan taalkundige inzichten en gegevens blijkt daardoor vaak aan jongere onderzoekers niet meer bekend te zijn. Van de studenten wordt voorkennis verwacht van de basisbegrippen algemene taalkunde, van de historische filiatie van de Indo-Europese en Germaanse (maar ook Romaanse) talen en van de vormklassen die aan die families eigen zijn. SOCIOLINGUÏSTIEK Centraal staat de sociale structuur van taalvariatie: leeftijdsgebonden taalvariatie en taalverandering, taal en gender, de rol van sociale netwerken, de relatie tussen taal gebruik en taalattitudes. Elk van de genoemde thema’s wordt behandeld aan de hand van bevindingen uit verschillende studies. Dat geldt m.n. voor de problematiek van taal en gender: door een vergelijking van inzichten uit oudere en recente studies proberen we tot een genuanceerd interpretatiekader te komen. We eindigen met de vraag naar de ultieme oorzaak van taalverandering (‘the actuation problem’) en, hierbij aansluitend, het profiel van de vernieuwer (‘the innovator’). PSYCHOLINGUÏSTIEK Elk jaar wordt een aantal thema’s (bv. dyslexie) aangeboden die zich lenen tot een uiteenzetting van de internationale vakliteratuur in een aantal hoorcolleges en interactiecolleges (studenten lezen papers; de les neemt de vorm aan van een kritische bespreking van die artikels) en tot een kleinschalig experiment (uitvoering in kleine groepjes). De onderzoekshypothese, de methodologie en de afnameprocedure voor het experiment komen in de lessen tot stand. Over het onderzoek wordt een paper geschreven, waarin ook de belangrijkste kwesties uit de vakliteratuur kritisch belicht worden. CORPUSLINGUÏSTIEK Het analyseren van corpora van gesproken of geschreven taal is in de taalkunde (o.m. in de computerlinguïstiek, e.d.) een veel gebruikte methode. Corpora geven op de eerste plaats een beeld van het feitelijk taalgebruik (geschreven/gesproken). Een tweede belangrijk aspect is de computerverwerking van corpora: de automatische verwerking van gegevens ligt binnen het bereik van elke taalkundige, of meer algemeen binnen het bereik van iedereen die teksten (in de ruimste betekenis van het woord) bestudeert. • In een inleidend deel krijg je een overzicht van verschillende types corpora: Uit welke gegevens (teksten) is een corpus samengesteld? Welke gegevens zijn eraan toegevoegd (annotatie)? Waarvoor zijn die verrijkte gegevens bruikbaar? Hoe worden corpora gerepresenteerd (formaten, formalismen, procedures)? | 14
•
•
Vervolgens gaat de aandacht naar de verwerving, de annotatie en de verwerking van corpusgegevens. De nadruk ligt daarbij vooral op het praktisch omgaan met corpora van gesproken en geschreven taal: (i) transcriptie van gesproken taal, (ii) linguïstische verrijking, annotatie, codering van corpora, (iii) hulpmiddelen om de codering (deels) automatisch uit te voeren. In essentie komt dit neer op het systematisch opnemen van informatie zodat een automatische extractie van die informatie mogelijk wordt. Voor het verwerken van corpora staan een aantal elektronische hulpmiddelen ter beschikking. De functionaliteit daarvan wordt praktisch aangetoond aan de hand van twee software-instrumenten, nl. CLAN en PERL. Die instrumenten worden praktisch ingeoefend.
COMPUTERTAALKUNDE Computertaalkunde is de wetenschap die bestudeert welke kennis en algoritmen nodig zijn voor de ontwikkeling van systemen voor automatische taalverwerking (tekst begrijpen, tekst produceren en tekst vertalen). Theorie: - Definitie en afbakening van computertaalkunde als wetenschappelijke discipline binnen de Artificiële Intelligentie. Maatschappelijk belang en toepassingen. - Belangrijkste problemen, technieken en methodes. Deductieve en inductieve methodes in de computertaalkunde. - Kennisrepresentatie, probleemoplossingmethodes en zelflerende systemen. - Computationele lexicografie, morfologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek - Corpora en annotatie-methodes. Praktijk: Oefeningen met instrumenten (tools) uit de computertaalkunde en de Arti ficiële Intelligentie. PRAGMATIEK IN DE PUBLIEKE RUIMTE Deze cursus exploreert de wijze waarop taal bijdraagt tot de vorm die sociaal en politiek relevante zienswijzen en debatten aannemen. Met als theoretisch-methodologisch vertrekpunt de taalkundige pragmatiek (in de breedste zin als de cognitieve, sociale, en culturele wetenschap van het taalgebruik) wordt het taalgebruik in de publieke ruimte onderzocht, in het bijzonder in de media, in de politiek en in vormen van opleiding en onderwijs. Bijzondere aandacht gaat naar de relatie tussen taal en ideologie. Omwille van dit aandachtspunt wordt een aanzienlijk deel van de cursus gewijd aan (door pragmatiek geïnspireerde) methodologie voor (op discours gebaseerd) ideologieonderzoek. COMPUTATIONELE MODELLEN VAN TAALBEGRIP Het modelleren en begrijpen van hoe mensen taal begrijpen is nog steeds een onop gelost probleem. In deze cursus bestudeer je de kennis en processen die een rol spelen bij hoe mensen tekst begrijpen, gebruikmakend van modellen ontwikkeld in de Artificiële Intelligentie (kennisrepresentatie, probleemoplossende methodes en zelflerende
15 |
s ystemen). Door een kritische confrontatie van de gebruikelijke technieken voor tekstbegrip in de computertaalkunde (informatie-extractie, text mining) met wat we weten over het begrijpen van tekst bij mensen (en de bestaande cognitieve modellen daarvan) wordt getracht om een stap dichter te komen bij modellen die de schaalbaarheid en robuustheid van text mining combineren met de diepe analyses die de cognitieve modellen voorstaan. Het praktijkgedeelte bevat een inleiding tot unix, unix-tekstverwerkingsinstrumenten en een introductie tot een hogere programmeertaal met bijhorende oefeningen. COMPUTATIONELE PSYCHOLINGUÏSTIEK Computationele psycholinguïstiek is de studie van de kennisrepresentaties en algoritmen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van modellen die natuurlijke taalverwerking en taalverwerving simuleren of verklaren. Modellen van de cognitieve architectuur van taal maken onder meer gebruik van regelgebaseerde modellen, neurale netwerken, exemplaargebaseerde modellen en verschillende types van zelflerende systemen. De algemene structuur van de cursus is de volgende: 1. Inleiding tot de methodologie van computationele modellering van psycholinguïstische fenomenen. 2. Taalkundige en psycholinguïstische inleiding tot het onderwerp van de cursus (mogelijke onderwerpen zijn onder meer: inflectionele morfologie, zinsontleding, lexicale semantiek, ...). 3. Bespreking van de bestaande modellen en de psycholinguïstische experimentele literatuur. 4. Ontwikkeling van alternatieve modellen of nieuwe psycholinguïstische experimenten voor het testen van de modellen. De precieze inhoud van deze cursus verschilt elk jaar.
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met veel universiteiten in heel Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis. Onderwijs en examens
| 16
Onderwijs en examens MASTER IN BAMA In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bologna -akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor
Academische Master
Professionele Bachelor
voorbereidingsprogramma
schakel
Academische Master Academische Master
SEMESTERSYSTEEM EN EXAMENS Aan de Universiteit Antwerpen wordt het semestersysteem gehanteerd. Het academiejaar wordt opgesplitst in twee delen, die elk afgesloten worden door een examenperiode. Deze twee examenperiodes (in januari en juni) vormen samen de eerste zittijd. In de tweede zittijd worden alle examens hernomen waarvoor je minder dan 10/20 behaalde. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je credits. Het examenreglement wordt elk jaar kritisch geëvalueerd en aangepast, in samenspraak met studentenvertegenwoordigers. Het volledige reglement kan je raadplegen op www.ua.ac.be/studport.
Studieadvies en studentenbegeleiding STUDIEADVIES EN STUDENTENBEGELEIDING Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet, over het onderwijs- en examenreglement, enzovoort. Daarnaast kan je bij de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke
17 |
problemen. Dit zowel onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP). . STUDIEKEUZE EN HERORIËNTERING Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting. ALGEMENE STUDIEBEGELEIDING: STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING Daarnaast organiseren Studentenbegeleiders elk semester trainingen over studievaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en ‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics. PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING, TOPSPORT OF KUNSTBEOEFENING: Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. AFSTUDEERBEGELEIDING Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten welke studies je na het behalen | 18
van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het solliciteren best aanpakt., … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Nuttige websites WEBSITE MASTERS Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit. INFOMOMENTEN VOOR TOEKOMSTIGE STUDENTEN Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. ’s Namiddags is er een infomarkt voor bachelor-, schakel, master- en master na masterprogramma’s. ’s Avonds is er een informarkt ‘flexibel studeren en avondonderwijs’. Net als bij de infodagen in het voorjaar kan je aan de infostanden de cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Je kan er ook terecht met je vragen en eventuele twijfels. Naast de medewerkers van de opleidingen zijn er ook studentenbegeleiders aanwezig. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen.
19 |
INSCHRIJVEN Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven. HET STUDENTENPORTAAL Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz.. BIBLIOTHEEK De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be. BEGIN ACADEMIEJAAR Het academiejaar 2010-2011 start op maandag 27 september 2010. Op www.ua.ac.be/ onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden. HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN? De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen.
| 20
Meer info? SECRETARIAAT OPLEIDING Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Departement Taalkunde Stadscampus Rodestraat 14 2000 Antwerpen Myriam Demeulenaere T +32 (0)3 265 45 50
[email protected] website: www.ua.ac.be/faclw www.ua.ac.be/taal-enletterkunde DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 265 48 72 Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 265 20 09
[email protected]
21 |
Notities
| 22
Notities
23 |
Notities
| 24