Taal verwerven door het observeren van keukenmateriaal Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Inhoudsopgave Inhoud van deze lessenserie............................................................................................................................. 3 Opzet van de lessenserie..................................................................................................................................... 3 Overzicht van de lessen....................................................................................................................................... 4 Praktische voorbereiding voor de lessenserie .................................................................................................. 5 Basisbenodigdheden ........................................................................................................................................... 5 Veiligheid............................................................................................................................................................. 5 Ouder hulp in de les ............................................................................................................................................ 5 Les 1 – Vloeistoffen observeren ....................................................................................................................... 6 Les 2 – Poeders observeren .............................................................................................................................. 8 Les 3 – Vloeistoffen onderzoeken ................................................................................................................... 10 Les 4 - Vloeistoffen en poeders onderzoeken ................................................................................................. 12 Les 5 – Extra activiteiten om de ervaringen te verwerken .............................................................................. 14 1. Het spelletje: raad de vloeistof of poeder................................................................................................. 14 2. Onderzoek: vaststellen wat er in de potjes zit .......................................................................................... 15 3. Reflectie: wat hebben we geleerd? ........................................................................................................... 15 4. Vervolgonderzoek ..................................................................................................................................... 16 5. Meer doen met de benodigdheden .......................................................................................................... 16 Toelichting op het behalen van de lesdoelen ................................................................................................. 17 Woordenschat vergroten .................................................................................................................................. 17 Groepsgesprekken voeren ................................................................................................................................ 17 Toelichting op de observaties in de lessen ..................................................................................................... 20 Observaties in les 1 en 2 ................................................................................................................................... 20 Observaties in les 3 ........................................................................................................................................... 21 Observaties in les 4 ........................................................................................................................................... 21 Materialen van C3 .......................................................................................................................................... 23 Colofon .......................................................................................................................................................... 23
2
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Inhoud van deze lessenserie In deze lessenserie vind je vijf uitgewerkte lessen voor kinderen in groep 3 en 4. In deze lessen laat je de kinderen op een nieuwe manier kennis maken met zes voor hen bekende materialen uit de keuken. De kinderen zetten hun ‘scheikunde-bril’ op en leren de materialen observeren. Net zoals een ‘echte’ scheikundige gaan ze hun observaties vastleggen. Ook het bespreken met hun ‘collega’s’ is belangrijk. Hier komt nieuwe woordenschat aan bod. Je helpt de kinderen te verwoorden wat ze hebben gezien, gevoeld en geroken en biedt de kinderen nieuwe woorden aan om deze ervaringen te delen met de rest van de groep. Opzet van de lessenserie Groep 3 en 4 Voor wie? Taal Kerndoelen 3. De kinderen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 12. De kinderen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het kinderen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Natuur en Techniek 44. De kinderen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. Koken, zintuigen, eigenschappen van materialen. Thema’s Vaardigheden Observeren (kijken, voelen, ruiken), verwoorden, benoemen, schrijven, bespreken. 5 lessen van 1 uur Tijd De kinderen: Leerdoelen voor de leren observeren. kinderen leren vergelijkingen te maken tussen de materialen op basis van waarneembare eigenschappen (kleur, geur en structuur/hoe voelt het aan). leren dat verschillende materialen ook verschillend reageren als ze met elkaar in contact komen. vergroten hun woordenschat. Handige links De werkbladen download je van http://onderwijsmiddelen.C3.nl/Lessenserie-Scheikundebril
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
3
Overzicht van de lessen Les 1 Je introduceert de drie vloeistoffen (water, azijn en olie). [In verband met de tijd introduceer je de poeders in les 2]. In een groepsgesprek haal je met de kinderen hun voorkennis van de betreffende vloeistoffen op en introduceer je een aantal ‘nieuwe’ woorden (zie de uitgebreide lesbeschrijving). De kinderen gaan de vloeistoffen onderzoeken door ze los van elkaar te bestuderen en leggen hun observaties vast op het werkblad. Je sluit de les af met een groepsgesprek waarin de kinderen benoemen wat ze hebben gezien, gevoeld en geroken en proberen woorden te vinden die dit goed beschrijven. Les 2 Deze les verloopt hetzelfde als les 1, alleen introduceer je in deze les de drie poeders (bakpoeder, poedersuiker en bloem). Les 3 In deze les gaan de kinderen de drie vloeistoffen nader onderzoeken. De kinderen bekijken de resultaten in groepjes. Je sluit de les weer af met een groepsgesprek over de ontdekkingen van de kinderen. Hierbij benoem je nieuwe woorden en reikt nieuwe woorden aan indien nodig. Les 4 Nu doen de kinderen de vloeistoffen en de poeders bij elkaar. Ze onderzoeken wat er gebeurt. Hun observaties schrijven ze op. Je bespreekt de resultaat. Hierbij is weer aandacht voor nieuwe woorden. Les 5 In deze les zetten jij en de kinderen alles op een rijtje. Wat hebben jullie de afgelopen lessen gedaan en ontdekt met z’n allen. Je zorgt ervoor dat de kinderen alles nog een keer verwoorden en nieuw geleerde woorden benoemen en bespreken. Daarna daag je de kinderen uit met een probleem, waar ze een oplossing op moeten verzinnen. Tip: Je kunt les 2 en 3 ook omdraaien. Dan observeer en onderzoek je eerst de vloeistoffen en pas daarna introduceer je de poeders.
4
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Praktische voorbereiding voor de lessenserie Basisbenodigdheden Uitgaande van een klas van 30 kinderen heb je ongeveer de volgende hoeveelheden nodig voor de gehele lessenserie. Per lesbeschrijving staat aangegeven hoeveel je nodig hebt voor die les. Vloeistoffen Water 1 fles olie (1 Liter) (zonnebloemolie is de goedkoopste keuze) 1 fles natuurazijn (1 Liter) (natuurazijn heeft een lagere concentratie azijnzuur (4%) dan schoonmaakazijn (8%)) Poeders 1 pot poedersuiker (250 gram) 1 pot bakpoeder of zuiveringszout (250 gram) (natriumbicarbonaat zonder wijnsteenzuur, ook te koop bij de toko of turk als baking soda). Om verwarring te voorkomen noemen we dit in de verdere lessenserie bakpoeder. 1 pak bloem (1 kilogram) Andere materialen Kosten 150 doorzichtige bekers (glas of plastic) Voor de vloeistoffen en poeders ben je (50 als je de bekers hergebruikt) ongeveer €4,00 kwijt. 10 lepels De kosten van de andere materialen 50 theelepels en/of 50 roerstaafjes (minder zijn afhankelijk of je de materialen als je de lepels hergebruikt) moet kopen of dat ze al op school 15 borden aanwezig zijn. Werkbladen Keukenpapier Veiligheid De gebruikte materialen in deze lessenserie zijn bij normaal gebruik niet gevaarlijk. Maar het nemen van een slok azijn of bakpoeder is geen pretje. Voor de duidelijkheid is het handig om de volgende regels voor de kinderen te hanteren tijdens de lessen. Lees voor je begint het werkblad goed door. Stop tijdens het uitvoeren van een proef niet je vingers in je mond en wrijf niet in je ogen. Mocht dit toch gebeuren, spoel dan met water. Stop de materialen niet in je mond. Was na het doen van een proef je handen. Ouder hulp in de les Voor les 3 en 4 is het erg fijn om wat extra handen in de klas te hebben om te helpen. Ons advies is per drie groepjes één begeleider. Vooral bij het onderzoeken is het van belang dat je de begeleiders van te voren instrueert dat ze vooral vragen stellen aan de kinderen en niet zelf antwoorden gaan geven.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
5
Les 1 – Vloeistoffen observeren Overzicht activiteiten in deze les
1. Een groepsgesprek: introductie van de vloeistoffen (20 min) 2. Zelf doen: de kinderen observeren de vloeistoffen (20 min) 3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties (20 min) Benodigdheden
Per tweetal: 3 doorzichtige (plastic) bekers gevuld met een laagje: o Water o Zonnebloemolie o Natuurazijn Werkblad ‘Vloeistoffen observeren’ Voor de klas: Keukenpapier 1. Groepsgesprek: introductie van de vloeistoffen Introduceer de drie vloeistoffen en haal voorkennis van de kinderen op. Bekijk de tips op blz. 17 voor praktische tips en vragen om te stellen tijdens het groepsgesprek. Woordenschat stimuleren
Tijdens deze les ligt de nadruk op de ‘nieuwe’ woorden: onderzoeken, observeren, vloeistoffen en eigenschappen. Bekijk de tips op blz. 17 voor het introduceren, gebruiken en bespreken van de ‘nieuwe’ woorden in de les. 2. Zelf doen: de kinderen observeren de vloeistoffen De kinderen gaan de vloeistoffen los van elkaar onderzoeken. Ze noteren de gevonden resultaten op het bijbehorende werkblad. Praktische tips vooraf
6
Bespreek met de kinderen de regels voor veiligheid tijdens de les. Zie de voorbereiding van de lessenserie op blz. 5. Zet deze regels ook op het bord als de regels van het lab. Schenk van de vloeistoffen een klein bodempje in een aantal bekers, zodat ieder tweetal een eigen bekertje heeft. Label de bekers met een letter of woord op een sticker of met een markeerstift, zodat je weet wat erin zit. Projecteer het werkblad op het digibord en vul de rij voor ‘olie’ samen met de klas in. Laat steeds per observatie meerdere kinderen naar voren komen en vertellen wat zij zien, voelen en ruiken en vul het werkblad in. Laat één kind van ieder tweetal steeds één beker ophalen, onderzoeken en deze beker terugbrengen, voordat ze een nieuwe beker krijgen. Zo voorkom je dat er veel bekers in de klas staan en het knoeigevaar minder wordt. Zet een rol keukenpapier of leg een aantal vellen keukenpapier op iedere tafel, mocht er toch geknoeid worden.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
De bekers met vloeistoffen kun je aan het einde van de les verzamelen en voor les 3 weer gebruiken. De kinderen vragen waarschijnlijk of ze alles bij elkaar mogen doen. Beslis van tevoren of je de kinderen dit wilt laten doen. Tip: Doe dit niet nu, maar aan het einde van les 3.
Tips voorafgaand aan de observatie:
Kijken doen we met onze ogen. Voelen doen we door een vinger in de beker te steken en daarna tussen je vingers te wrijven. Ruiken doen we met onze neus boven de beker, niet in de beker. Bewegen doen we door de beker voorzichtig van links naar rechts te kantelen. (Doe eventueel voor wat je bedoelt.)
Stel de volgende vragen/opmerkingen tijdens het observeren:
Kijk goed naar de vloeistof. Wat zie je allemaal? Kun je iets zeggen over de kleur? Of het doorzichtig is of niet? Hoe voelt de vloeistof? Kun je nog een ander woord bedenken om te beschrijven wat je voelt, ziet, ruikt?
3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties Bespreek met de kinderen wat ze hebben geobserveerd. Werk de observaties uit op het bord. Bespreek met de kinderen welke woorden duidelijk zijn om te gebruiken. Laat andere kinderen hierop reageren. Hadden zij vergelijkbare observaties? Gebruiken ze andere woorden? Laat de kinderen elkaar helpen met woorden. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van de observaties. Bekijk ook de mogelijke observaties die de kinderen kunnen doen in deze les op blz. 21. Extra suggesties
Leg de link terug met de introductie, waarin je hebt besproken waarvan de kinderen de vloeistoffen kennen. Past het gebruik van de vloeistoffen bij de observaties die ze hebben gedaan? Denk aan: water om te drinken, mee te koken, wassen of douchen. Eventueel azijn in de dressing. Zijn er meer stoffen die zuur ruiken of smaken? Zou er azijn inzitten? Olie om te bakken? (Kennen ze de geur van bakken of Popcorn?) Olie om te masseren? (Glad gevoel, droogt niet snel op)
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
7
Les 2 – Poeders observeren Overzicht activiteiten in deze les
1. Een groepsgesprek: introductie van de poeders (20 min) 2. Zelf doen: de kinderen observeren de poeders (20 min) 3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties (20 min) Benodigdheden
Per tweetal: 3 doorzichtige (plastic)bekers gevuld met een eetlepel: o Poedersuiker o Bakpoeder o Bloem Werkblad ‘Poeders observeren’ 1. Groepsgesprek: introductie van de poeders Introduceer de drie poeders en haal voorkennis van de kinderen op. Bekijk de tips op blz. 17 voor praktische tips en vragen om te stellen tijdens het groepsgesprek. Woordenschat stimuleren
Tijdens deze les ligt de nadruk op de ‘nieuwe’ woorden: onderzoeken, observeren, poeders en eigenschappen. Zie de tips op blz. 17 voor het introduceren, gebruiken en bespreken van de woorden. 2. Zelf doen: de kinderen observeren de poeders De kinderen gaan de poeders los van elkaar onderzoeken. Ze noteren de gevonden resultaten in hun schrift of op het bijbehorende werkblad. Praktische tips
8
Bespreek met de kinderen de regels voor veiligheid tijdens de les. Zie de voorbereiding van de lessenserie op blz. 5. Zet deze regels ook op het bord als de regels van het lab. Let op! Kinderen kennen poedersuiker en vinden dit erg lekker en zullen ervan gaan snoepen. Bespreek dat dit tijdens de les niet mag. Bepaal of je de kinderen eventueel wel wil laten proeven aan het einde van de les. Schep van ieder poeder een eetlepel in één van de bekers. Label de bekers met een letter of woord op een sticker of met een markeerstift, zodat je weet wat er inzit. Deel een werkblad aan ieder groepje uit. De bekers met poeders kun je aan het einde van de les verzamelen en voor les 4 weer gebruiken.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
De instructie voor de observatie
Kijken doen we met onze ogen. Voelen doen we door een vinger in de beker te stekken en daarna tussen je vingers te wrijven. Ruiken doen we met onze neus boven de beker, niet in de beker.
Stel de volgende vragen tijdens het observeren:
Kijk goed naar het poeder. Wat zie je allemaal? Kun je iets zeggen over de kleur? Is het wit of niet? Hoe voelt het poeder als je het tussen je vingers wrijft ? Kun je nog een ander woord bedenken om te beschrijven wat je voelt, ziet, ruikt?
3. Klassikale afsluiting Laat de kinderen de bekers weer netjes opruimen. Bespreek met de kinderen wat ze hebben geobserveerd. Werk de observaties (op het werkblad) uit op het (digi)bord. Bespreek met de kinderen welke woorden geschikt zijn om te gebruiken. Laat de kinderen elkaar helpen met woorden. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van de observaties. Bekijk ook de mogelijke observaties die de kinderen kunnen doen in deze les op blz. 20. Extra suggestie
Leg de link terug met de introductie waarin je hebt besproken waarvan de kinderen de poeders kennen. Past het gebruik van de poeders bij de observaties die ze hebben gedaan? Bijvoorbeeld: Poedersuiker op je pannenkoek of gebak. (Op oliebollen, als het bijna oudjaar is). Waarom gebruik je het daarop? Bloem om cake of pannenkoeken mee te bakken. Als ze bakpoeder kennen voor het gebruik in cakes.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
9
Les 3 – Vloeistoffen onderzoeken Overzicht activiteiten in deze les
1. Een groepsgesprek: voorspellen wat er gaat gebeuren (20 min) 2. Zelf doen: de vloeistoffen onderzoeken; de kinderen gieten steeds twee vloeistoffen bij elkaar en kijken wat er gebeurt. (20 min) 3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties (20 min) Benodigdheden
Per groepje van vier kinderen: 2 x 3 doorzichtige (plastic)bekers gevuld met een laagje: o Water o Zonnebloemolie o Natuurazijn (eventueel) 3 lege doorzichtige (plastic)bekers 3 roerstaafjes Werkblad ‘Vloeistoffen onderzoeken’ Voor de klas: Keukenpapier 1. Een groepsgesprek: voorspellen wat er gaat gebeuren Je gaat met de kinderen in gesprek over de ideeën en voorspellingen die zij hebben over het bij elkaar doen van de vloeistoffen. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van voorspellingen. Woordenschat stimuleren
Tijdens deze les ligt de nadruk op het gebruik van zoveel mogelijk woorden voor hun observatie en de ‘nieuwe’ woorden: vloeistoffen, mengen, voorspellen, (hypothese), oplossen (van poeders in de vloeistof). Zie de tips op blz. 17 voor het stimuleren van nieuwe woorden. 2. Zelf doen: de vloeistoffen onderzoeken De kinderen gaan in groepjes van vier de verschillende vloeistoffen per twee samenvoegen. Ze kijken per keer wat er gebeurt. Ze kunnen de gevonden resultaten noteren op het bijbehorende werkblad. Praktische tips
10
Regel één of meerdere hulpouders tijdens deze les. Indien je de bekers van les 1 hebt bewaard, kun je deze nu opnieuw gebruiken. Zet voldoende keukenpapier neer per groepje. Bespreek duidelijk voordat de kinderen aan de slag gaan wat ze moeten doen. Zie instructie hieronder. Doe het bij elkaar gieten van de vloeistoffen één keer voor. Zet voldoende bekers met bodempjes van de vloeistoffen klaar. Laat weer één kind verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Plastic bekers kun je aan het einde van de les weggooien. Dit scheelt schoonmaakwerk. De kinderen zullen geheid vragen of ze aan het einde alles bij elkaar mogen doen. Bedenk van te voren of je ze dit wilt toestaan of niet.
Instructie voor het onderzoeken
1. Giet één soort vloeistof voorzichtig bij de andere. 2. Kijk wat er gebeurt. 3. Gaan ze door elkaar, mengen ze? 4. Kijk naar de kleuren en ruik. 5. Roer de vloeistoffen daarna goed door elkaar. Wat gebeurt er nu? 6. Laat de vloeistoffen dan weer rustig worden. 7. Noteer alles op het werkblad. 3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties Bespreek wat de kinderen gevonden hebben in hun onderzoek en stimuleer ze om zo veel mogelijk woorden te gebruiken. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van de observaties. Bekijk ook de mogelijke observaties die de kinderen kunnen doen en toelichting op wat er gebeurt in deze les op blz. 21.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
11
Les 4 - Vloeistoffen en poeders onderzoeken Overzicht activiteiten in deze les
1. Een groepsgesprek: voorspellen wat er gaat gebeuren (20 min) 2. Zelf doen: de vloeistoffen en poeders onderzoeken; de kinderen gieten een vloeistof op een schepje poeder en kijken wat er gebeurt. (40 min) 3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties (20 min) Let op: deze les duurt wat langer omdat het onderzoeken van alles vloeistoffen en poeders meer tijd in beslag neemt. Dit kun je oplossen door de vloeistoffen over de groepjes te verdelen. Benodigdheden
Per groepje: 3 doorzichtige (plastic)bekers gevuld met een laagje: o Water o Zonnebloemolie o Natuurazijn 3 doorzichtige (plastic)bekers gevuld met een eetlepel: o Poedersuiker o Bakpoeder o Bloem
6 theelepels 3 roerstokjes Een bord Werkblad ‘Vloeistoffen en poeders onderzoeken’ Keukenpapier
1. Een groepsgesprek: voorspellen wat er gaat gebeuren Je gaat met de kinderen in gesprek over de ideeën en voorspellingen die zij hebben over het bij elkaar doen van de vloeistoffen. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van voorspellingen. Woordenschat stimuleren
Tijdens deze les ligt de nadruk op het gebruik van zoveel mogelijk woorden voor hun observatie en de ‘nieuwe’ woorden: vloeistoffen, mengen, voorspellen, (hypothese), oplossen, deeg, beslag. Zie de tips op blz. 17 voor het stimuleren van nieuwe woorden. 2. Zelf doen: de vloeistoffen en poeders onderzoeken De kinderen gaan in groepjes van vier de vloeistoffen en poeders om de beurt samenvoegen. Ze kijken per keer wat er gebeurt. Ze kunnen de gevonden resultaten in hun schrift noteren of op het bijbehorende werkblad. Praktische zaken
12
Olie geeft vettigheid/plakkerige tafels. o Daarom doen de kinderen het onderzoek met olie als laatste. o Gebruik bordjes die in de vaatwasser kunnen of die je weg kunt gooien aan het einde van de les. o Of doe olie alleen als demonstratie voor de klas.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Doe één keer voor de klas voor wat ze moeten doen met de drie schepjes poeder op het bord en een vloeistof. Zie blz. 21 om te zien wat er gebeurt als je de vloeistoffen en poeders mengt. Regel hulpouders of andere begeleiders die kunnen helpen tijdens deze les. Ga hierbij uit van één begeleider per drie groepjes van vier kinderen. Zet voldoende keukenpapier neer per groepje. Hiermee maken ze tussen de verschillende vloeistoffen hun bord en roerstokjes schoon en kunnen ze de tafel schoonmaken als ze knoeien. Bespreek duidelijk voordat de kinderen aan de slag gaan wat ze moeten doen. Zet voldoende bekers met bodempjes van de vloeistoffen en bakjes met één eetlepel poeder klaar. Laat weer één kind verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen van de spullen. Laat de kinderen steeds de drie poeders met één vloeistof onderzoeken. Als ze de vloeistof met alle poeders gedaan hebben, maken ze hun bord schoon met keukenpapier en kiezen ze de volgende vloeistof. Als ze alle drie de vloeistoffen doen, is het aan te raden om olie als laatste te doen.
Instructie voor het onderzoeken
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Haal 3 bekers met de poeders en 1 beker met vloeistof. Schep van ieder poeder een klein schepje op het bord. Schep voorzichtig 1 theelepel vloeistof bij de schepjes poeder. Observeer wat er gebeurt. Gaan ze door elkaar, mengen ze? Lost het poeder op? Kijk naar de kleur en de textuur. Ruik eraan. Voel voorzichtig met je vinger. Roer de vloeistof en het poeder goed door elkaar. Wat gebeurt er nu? Wat zie je nu gebeuren? Laat het mengsel van vloeistof en poeder dan weer rustig worden. Noteer alle observaties op het werkblad.
3. Klassikale afsluiting: bespreken van de observaties Bespreek wat de kinderen gevonden hebben in hun onderzoek en stimuleer ze om zo veel mogelijk woorden te gebruiken. Zie de tips op blz. 18 voor het bespreken van de observaties. Bekijk ook de mogelijke observaties die de kinderen kunnen doen en toelichting op wat er gebeurt in deze les op blz. 21. Opvallende resultaten
Bij het mengen van de vloeistoffen en poeder zijn verschillende resultaten mogelijk, wanneer verschillende hoeveelheden gebruikt worden. Dit verschil in observaties is een interessant uitgangspunt om verder op in te gaan. Vraag de kinderen hoe ze denken dat dit komt. Zie ook de tips op blz. 18. Kijk ook naar les 5 voor suggesties voor vervolgactiviteiten en -onderzoek.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
13
Les 5 – Extra activiteiten om de ervaringen te verwerken Mogelijke activiteiten
1. 2. 3. 4. 5.
Het spelletje: raad de vloeistof of poeder Onderzoek: vaststellen wat er in de potjes zit Reflectie: wat hebben we geleerd? Vervolgonderzoek Meer doen met de benodigdheden
Woordenschat stimuleren
Tijdens deze activiteiten ligt de nadruk op het reflecteren en toepassen van de kennis die de kinderen in de afgelopen lessen hebben opgedaan. Hierbij is natuurlijk ook veel aandacht voor de woorden die ze geleerd hebben en het toepassen hiervan. 1. Het spelletje: raad de vloeistof of poeder Noem drie eigenschappen van een stof. De rest van de klas mag dan raden over welke stof het gaat. Waarvoor de stoffen gebruikt worden en waar ze vandaan komen mag niet genoemd worden. Dat hebben we namelijk niet zelf ontdekt. Je kunt dit eerst klassikaal (voor)doen en het daardoor de kinderen in groepjes laten uitvoeren. Een andere variant is om een stof in je hoofd te nemen en de kinderen vragen te laten stellen om erachter te komen welke stof het is. Let er dan op dat er vragen over de eigenschappen gesteld worden en geen gokvragen zoals: is het bakpoeder? Is het poedersuiker? Dit kan verrassende situaties opleveren. Een voorbeeld: L1: “Het is wit, ruikt lekker en het voelt heel zacht.” L2: “Bakpoeder.” L3: “Nee, bloem.” L4: “Ik denk poedersuiker.” LK: We komen er niet uit. We hebben niet de juiste woorden gebruikt om een goede omschrijving te geven. Wat nu? … LK: “Kom op jongens, echte wetenschappers moeten toch ook met elkaar praten? Hoe gaan we dit oplossen?” L5: “We moeten niet wit zeggen, bloem is donkerder dan de rest. Het moet duidelijker.” L6 :“Ja en ik vind bakpoeder helemaal niet lekker ruiken, maar hij wel. Dan kun je dat toch ook niet zeggen?” L5: “We moeten meer kleurnamen hebben en ook voor de geur moet dat!”
14
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
2. Onderzoek: vaststellen wat er in de potjes zit Je geeft de kinderen een opdracht om te onderzoeken. Hierbij moeten ze hun opgedane kennis toepassen om te ontdekken welke vloeistof of welk poeder in welk potje zit. Benodigdheden Per groepje: Een potje of beker met een onbekende vloeistof of poeder Water Azijn Poedersuiker Zuiveringszout Bloem Genoeg bakjes/bordjes om de vloeistoffen en poeders te mengen Lepeltjes/pipetjes Keukenpapier Praktische tips Bedenk welke poeders of vloeistoffen je ze wilt laten uitzoeken. Bijvoorbeeld poedersuiker en bakpoeder. Poedersuiker lost op in water en azijn; bakpoeder gaat bruisen bij water en azijn. Bij azijn gaat het heftiger bruisen. Laat de kinderen oplossingen bedenken. Stimuleer ze hun opgedane kennis van de afgelopen lessen te gebruiken. Projecteer of hang hun bevindingen in de klas als ze iets willen terugzoeken. Laat ze deze oplossingen voor de klas of in groepjes uitproberen. Zorg voor voldoende materiaal om de test uit te proberen. Introductie van het probleem/spel Ik ben vergeten op te schrijven wat ik waar in heb gedaan. We hebben ze hier staan, maar op de flesjes staat niet wat er in zit. De vraag is dus: hoe kun je weten welk poeder in welk flesje zit? Welke eigenschappen van de materialen kun je gebruiken om te weten te komen in welk potje wat zit? Afsluiting van het spel Laat de kinderen vertellen hoe ze hebben onderzocht wat er in de beker zit. Besteed hierbij ook aandacht aan hun argumenten waarom ze denken dat het die vloeistof of dat poeder is. 3. Reflectie: wat hebben we geleerd? De kinderen hebben een hoop nieuwe kennis opgedaan in de afgelopen lessen. Laat ze hierop reflecteren door middel van een van de volgende activiteiten. Wat hebben we ontdekt tijdens de lessen/ geleerd over de stoffen?
Laat de kinderen samenvatten wat ze nu weten over de materialen en wat ze hebben geleerd tijdens de lessen. Mogelijkheden: Gezamenlijk, per groepje of individueel een woordweb of mindmap maken. Per groepje een placemat invullen over wat ze hebben geleerd. Een verslag, poster, presentatie of toneelstuk maken over het onderzoek.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
15
Bespreken van de toepassing van de vloeistoffen en poeders
Leg de verbinding met de eerdere lessen waarin je hebt besproken waarvoor de vloeistoffen en poeders gebruikt worden. Past het gebruik van de poeders bij de observaties die ze hebben gedaan? Bijvoorbeeld: De eigenschappen van poedersuiker. Lost op net als suiker in je thee. De eigenschappen van bakpoeder benoemen. Inzoomen op: bakpoeder maakt een cake luchtig, het bruist. Laten zien: bakpoeder gaat bruisen bij azijn. Bloem zorgt voor beslag of deeg, hierdoor kun je er brood, koekjes en pannenkoeken van bakken. 4. Vervolgonderzoek Met de vloeistoffen en poeders die gebruikt worden in deze les is nog veel meer te onderzoeken. Enkele suggesties: Bij het mengen van de vloeistoffen en poeders ontstaan verschillen in het resultaat. Dit heeft te maken met verhoudingen die gebruikt worden. Hoe kunnen de kinderen ervoor zorgen, dat iedereen hetzelfde resultaat krijgt bij het mengen van de poeders en vloeistoffen? Dit biedt een mooie start om verhoudingstabellen te behandelen. Ervaren dat het lastig is om hetzelfde resultaat te verkrijgen met dezelfde vloeistoffen en poeders is een mooie opstap naar het onderzoeken van gebruik van meetapparatuur, zoals een weegschaal en maatbekers, en de standaardafspraken die gebruikt worden in recepten, zoals een eetlepel = 15 mL of een theelepel = 5 mL. Kinderen kunnen recepten in kookboeken opzoeken en bekijken welke ingrediënten gebruikt worden. Hierbij kunnen ze op basis van hun ervaringen beredeneren waarom er voor bepaalde ingrediënten gekozen. 5. Meer doen met de benodigdheden Met de benodigdheden van deze lessenserie zijn nog veel meer proeven te doen. Zoals: Proef: Schilderen met bloem Proef: Deegklei Proef: Elektrisch slijm
www.C3.nl/kids/schilderen-met-bloem
www.C3.nl/kids/deegklei
www.C3.nl/kids/elektrisch-slijm
Kijk ook op www.C3.nl/kids. Hier vind je meer dan 100 proeven en bijna 40 kinderpagina’s waarmee kinderen zelf aan de slag kunnen. Met behulp van de filter www.C3.nl/kids/voor-volwassenen/filter-proeven-kinderpaginas/ kun je specifiek zoeken naar proeven en kinderpagina’s passend bij thema’s, leeftijd of beschikbare tijd.
16
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Toelichting op het behalen van de lesdoelen Woordenschat vergroten Deze lessenserie biedt ruime mogelijkheden om aan de woordenschat van de kinderen te werken. Kinderen moeten woorden en begrippen aangereikt krijgen, want deze kennen ze (mogelijk) nog niet. Om de nieuwe woorden en begrippen eigen te maken is bespreken ontzettend waardevol. Per les staat een lijstje met ‘nieuwe’ woorden die je de kinderen aan kunt reiken in de les. Door de woorden tijdens de les regelmatig te gebruiken in te benoemen in de context maken de kinderen de woorden eigen. Tips om tijdens de les de nieuwe woorden aan te reiken
In welke situaties kun je aandacht besteden aan de nieuwe woorden? Gebruik de nieuwe woorden tijdens de les in ieder geval zelf. Zo geef je het goede voorbeeld en de kinderen raken bekend met de woorden en hoe ze te gebruiken. Zet de woorden tijdens de les op het bord. Dan kunnen de kinderen af en toe terug kijken welke woorden ze nodig hebben. Beschouw dit terugkijken als iets positiefs; de kind is bewust bezig zich duidelijk uit te drukken. Stimuleer dit gedrag. De groepsgesprekken tijdens de introductie en klassikale afsluiting van de lessen zijn goede momenten om te werken aan het vergroten van de functionele woordenschat. In de introductie noem jij de nieuwe woorden voor de eerste keer. Hiermee toon je de kinderen het gebruik en de context van de woorden. Daarna gaan de kinderen aan de slag om eigen zintuiglijke waarnemingen op te doen waardoor ze een kapstok creëren om de nieuwe woorden aan te koppelen. Aan het einde van elke les komen de woorden weer terug in het gesprek. Stimuleer de kinderen om de woorden zelf actief toe te passen. Vraag kinderen zinnen opnieuw te formuleren met de juiste woorden en laat ze zeker op het bord terugkijken. Groepsgesprekken voeren Een groepsgesprek in de klas voeren doet iedereen op zijn eigen manier. Dit onderdeel van de les is dan ook afhankelijk van hoe jij gewend bent met de kinderen te spreken. Kies voor een vertrouwde opzet die je normaal hanteert met de kinderen. Tips voor het groepsgesprek tijdens de introductie van les 1 en 2
In les 1 en 2 ga je met de kinderen in gesprek over wat ze al weten over de vloeistoffen en poeders. Praktische tips Laat de verpakkingen en een doorzichtige beker gevuld met de vloeistof of poeder zien. Laat een kind naar voren komen om de beker van dichtbij te bekijken en te vertellen wat hij/zij weet over de vloeistof of poeder. Maak samen met de kinderen een woordweb van de voorkennis van de kinderen op het bord. Zet de ‘nieuwe’ woorden op het bord. Vragen om te stellen Wie kent dit?
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
17
Waar ken je het van? Heb je het zelf gebruikt? Waarvoor heb je het gebruikt? Of weet je waarvoor het gebruikt wordt? Wie gebruikt het? Wat doet hij/zij er dan mee?
Tips voor het groepsgesprek tijdens de introductie van les 3 en 4
In les 3 en 4 ga je met de kinderen in gesprek over wat ze denken dat er gaat gebeuren in het onderzoek. Je bespreekt dus hun voorspellingen, of formeel gezegd hun hypothese. Tips voor het bespreken van voorspellingen/hypotheses Bespreek met de kinderen dat hun voorspellingen niet goed of fout zijn. Je geeft geen oordeel over een voorspelling. Je weet vaak immers nog niet wat er gaat gebeuren. Daarom doe je ook onderzoek. Je gaat daarom ook niet kijken of de voorspellingen ‘kloppen’. Je gaat kijken of er gebeurt, wat ze denken dat er gaat gebeuren. (Het leukste en verrassendste is als er iets gebeurt wat ze niet verwacht hebben. Dat zet ze aan tot denken.) Noteer wat er bedacht wordt op het bord, om dit aan het eind van de les terug te kunnen lezen. Vragen om te stellen In les 1/2 hebben we vloeistoffen/poeders onderzocht. Wie weet nog wat we toen hebben ontdekt? In deze les gaan jullie onderzoeken wat er gebeurt als we de vloeistoffen bij elkaar voeg of ga mengen. Wat zou er kunnen gebeuren als ik twee vloeistoffen/poeders bij elkaar voeg? Wat denken jullie dat er gebeurt als ik water en olie bij elkaar voeg? Waarom denk je dat? Wat denken jullie dat er gebeurt als ik .. en .. bij elkaar voeg? Tips voor het bespreken van de observaties in de afsluiting
Gebruik de werkbladen, bijvoorbeeld geprojecteerd op het digibord, om de observaties van de kinderen te bespreken. Eventueel kun je antwoorden op het bord verzamelen. Vragen om te stellen Wat hebben jullie geobserveerd? Wat hebben jullie gezien/geroken/gevoeld? Hebben de anderen dat ook gezien/geroken/gevoeld? Dus je hebt … gezien/geroken/gevoeld. o Begrijpt iedereen wat je daarmee bedoelt? o Wie kan ... eventueel helpen? o Is iedereen het daarmee eens? Zo niet, hoe komt het dat we verschillen hebben gezien? o Of hebben jullie iets anders geobserveerd? o Of willen jullie daar een ander woord voor gebruiken? Wat kunnen we nu zeggen over de eigenschappen van …?
18
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Waardevolle leersituaties creëren
Verschillen in observaties De kinderen zijn het niet altijd eens met de observatie van een ander. Bespreek wanneer dit gebeurt met de kinderen dat het bij een observatie niet gaat om goed of fout. Er kunnen ook daadwerkelijk verschillen zijn ontstaan. Het is goed om stil te staan bij het ontstaan van die verschillen. Vragen om de kinderen aan het denken te zetten - Hoe zouden de verschillen komen? - Zouden echte onderzoekers hier ook last van hebben? - Kan dat een probleem zijn? - Hoe zouden die dit oplossen? Meningen en feiten De vloeistoffen en poeders hebben bepaalde eigenschappen dat zijn de feiten. Wat de kinderen daarvan vinden is hun mening. Iedereen heeft een eigen mening over hoe iets er uitziet, ruikt of voelt. De woorden vies en lekker zullen ook zeker voorbij komen. Stimuleer de kinderen om hier een ander woord voor te kiezen of te proberen te beschrijven wat ze dan precies vies vinden. Waarom vinden ze iets vies? Wellicht omdat het zuur ruikt. Het zuur ruiken is een feit, iets vies vinden is een mening. Vragen om de kinderen de feiten te benoemen Kunnen jullie ook woorden verzinnen die de vloeistof wel beschrijven, maar niet gelijk verklappen wat je ervan vindt? Doet het gevoel, de geur of kleur van … je aan iets anders denken? Vragen om te stellen om meer duidelijkheid te krijgen over vies of lekker Wat vind je precies (niet) lekker? Op wat voor manier vind je het niet lekker? Voelt het stug? Of glad? Of ruw? Houd je daar niet of wel van? Vind je dat wel of niet fijn? Prikt de geur in je neus?
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
19
Toelichting op de observaties in de lessen De kinderen en jijzelf gaan alledaagse keukenmaterialen bestuderen. Wat valt daar eigenlijk allemaal aan te ontdekken en wat zijn de eigenschappen die de kinderen kunnen vinden? Observaties in les 1 en 2 In les 1 en 2 gaan de kinderen observeren. Hieronder geven we een lijst van de materialen en de eigenschappen en woorden die de kinderen kunnen gebruiken en die je de kinderen tijdens de lessen aan kunt reiken. Dit betekent niet dat de kinderen verplicht zijn deze te noemen of aan het einde van de lessenserie te weten. Het belangrijkste is het gesprek. Laat de kinderen hun ervaringen verwoorden en leg de nadruk op het begrijpen van elkaars verhaal. (Zo wordt de woordenschat functioneel). Les 1 – observaties van de vloeistoffen (antwoorden van kinderen) Observaties Ik zie… Ik ruik… Ik voel… Als ik de beker beweeg zie ik … Olie Licht geel Olie, frituur, Vet, glad, Plakt aan de randen, loopt Doorzichtig bakken, soepel, zacht, langzaam terug, bubbeltjes popcorn glibberig Water Kleurloos Niets, fris Nat, glad, Plakt niet aan de randen, loopt Doorzichtig glibberig, koud, snel terug, water beweegt door, Helder stroef bubbeltjes, golven Azijn Kleurloos Zuur, prikt in Nat, ruw, stroef, Plakt niet aan de randen, blijven Doorzichtig je neus prikt bij een wel kleine druppeltjes achter, wondje loopt snel terug, bubbeltjes Les 2 – observaties van de poeders (antwoorden van kinderen) Observaties Ik zie… Ik ruik… Poedersuiker Wit fijn poeder Zoet Heel kleine korreltjes Bakpoeder Wit fijn poeder, kristallen, Niets, kruiden, glitters, klontjes peper, pittig Bloem
20
Gebroken wit, geel/wit poeder Donkerder dan poedersuiker en bakpoeder Bij stilstaan komen er scheuren
Deeg
Ik voel… Fijne korreltjes, plakken een beetje, glad, zacht Kleine korreltjes, plakken niet, voelen hard, beetje zacht Fijne korreltjes, plakken een beetje, heel zacht (zachts)
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Observaties in les 3 Wanneer de kinderen de vloeistoffen met elkaar gaan mengen vinden ze de volgende resultaten Kijken en ruiken Roeren na 2 minuten Olie + Olie drijft op water, water Kleine bellen olie door Grote bellen, olie gaat Water is onder het water weer drijven Water + Kleur blijft hetzelfde; Blijft hetzelfde Blijft hetzelfde Azijn doorzichtig Olie + Zuur, prikt in je neus Kleine bellen olie Kleine bellen worden Azijn Olie drijft, azijn is onder grote bellen. Verklaring voor wat er gebeurt
Olie en water mengen niet met elkaar. Als de kinderen olie en water hard roeren lijken olie en water met elkaar te mengen, maar als je stopt met roeren vormen er druppels die zich scheiden in twee lagen. Erg leuk om naar te kijken. Deze resultaten hebben met twee eigenschappen van de olie en het water te maken: 1. De dichtheid van olie en water is anders. Olie is lichter per volume (gewicht per cm3) dan water en ‘drijft’ daarom op het water. 2. Olie is hydrofoob (waterafstotend) en wil dus niet met water mengen. Observaties in les 4 De poeders en vloeistoffen reageren allemaal anders met elkaar. Zie in de onderstaande tabel, wat er gebeurt bij het mengen van de vloeistoffen met de poeders. Gemengd met Water Olie Azijn Poedersuiker Lost op Lost niet op, lijkt op Lost op, minder snel een glazuur papje, dan in water wittig mengsel Bakpoeder Bloem
Lost niet op, wittig mengsel/papje Lost niet op, vormt beslag of deeg vorming als je gaat roeren of kneden
Lost niet op, wordt een doorzichtig wit papje Lost op, krijgt een bruine kleur, beslag of deeg vorming als je gaat roeren of kneden
Bruist heel erg, lost niet op Mengt niet, beslag of deegvorming als je gaat roeren of kneden
Verklaring voor wat er gebeurt
Poedersuiker Poeder lost in water en azijn op, maar niet in olie. Net zoals ‘gewone’ suiker oplost in thee of koffie. Suiker heeft de eigenschap dat het hydrofiel (houdt van water) is en water en suiker mengen hierdoor heel goed. Zelfs zo goed dat je op moleculair niveau suikermoleculen door watermoleculen omgeven zou zien. Echter zijn de suikermoleculen zo klein dat je ze niet kunt zien. Door het mengen met het water, lijkt de suiker te ‘verdwijnen’ in het water. Je kunt nog wel bewijzen dat de suiker er is door te proeven van het water, of door het water te laten verdampen (door heel lang te laten staan), want dan blijft er suiker op de bodem achter. Olie is hydrofoob (houdt niet van water) en omdat suiker hydrofiel is houdt olie ook niet van suiker. Daarom willen olie en suiker niet op dezelfde manier mengen als water en suiker.
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
21
Bakpoeder Voor duidelijke verschillen te creëren gebruiken we in deze lessenserie zuiveringszout of bakpoeder zonder wijnsteenzuur onder de noemer bakpoeder Zuiveringszout lost niet op in water en olie en gaat bruisen bij azijn. Zuiveringszout is een rijsmiddel gemaakt van natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3). Wanneer zuiveringszout in aanraking komt met azijnzuur treedt een chemische reactie op. Bij deze reactie ontstaat een gas (koolstofdioxide/CO2) en zie je bubbels ontstaan. Bakpoeder met wijnsteenzuur (indien gebruikt) Bakpoeder met wijnsteenzuur lost niet op in olie en gaat bruisen bij water en azijn. Bakpoeder is een mengsel van een rijsmiddel gemaakt van natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3) en wijnsteenzuur. Wanneer bakpoeder in aanraking komt met water kunnen de carbonaat en het zuur in het mengsel met elkaar reageren. Bij deze reactie ontstaat een gas (koolstofdioxide/CO2) en zie je bubbels ontstaan. Met azijn komt er nog extra zuur bij, waardoor de reactie iets sneller verloopt. Bloem Tarwebloem is een mengsel van eiwitten en zetmeel. De eiwitten in bloem zijn gluten. Gluten zijn lange ketens, die onoplosbaar zijn in en plakken aan elkaar. Wanneer bloem met water (of een andere vloeistof) gemengd wordt komen de gluten in contact met het water en gaan hierdoor een netwerk vormen; het glutennetwerk. In het glutennetwerk worden water en het zetmeel uit bloem vastgehouden. Afhankelijk van de verhouding vloeistof/bloem wordt door roeren of kneden beslag of deeg gevormd.
22
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
Materialen van C3 Alles wat Stichting C3 ontwikkelt voor kinderen in de basisschoolleeftijd draagt het logo van Expedition Chemistry en is te vinden op www.C3.nl/kids. Hier vinden kinderen proeven, feiten en weetjes over chemie en tips voor het geven van een spreekbeurt over chemie. Voor iedereen die een les of activiteit over chemie wil organiseren voor kinderen in de basisschoolleeftijd, is er de website http://onderwijsmiddelen.C3.nl. Hier vind je alle materialen van Stichting C3, zoals proevenwaaiers, lessuggesties, kinderpagina’s en nog veel meer.
Colofon Deze lessenserie ‘Zet je (scheikunde)bril op!’ is een uitgave van:
Ontwikkeling: Merel Sprong, OnderwijsmetStijl.nl & Lia Oosterwaal & Winnie Meijer, Stichting C3 Met dank aan: Marleen van der Velden en groep 4 van de St. Dominicusschool in Utrecht Uiteraard is door Stichting C3 veel zorg aan deze lessenserie besteed. Stichting C3 aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor schade die eventueel is ontstaan bij het geven van deze lessen. Voor deze lessenserie van Stichting C3 geldt een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal licentie (zie http://creativecommons.org/licenses/by-nc/4.0/). © Stichting C3, November 2015
Lessenserie: leren onderzoeken met chemie in groep 3 en 4
23