www.syncoopnieuws.com
AUGUSTUS 2013
theatergroep Radost en gasten pagina: 3
25e JAARGANG NR.76
tineke van Geel: Dansende ambassadeur van Armenië pagina: 7
waar komt die dans vandaan: De strigat pagina: 5
Alma Verhagen: Balkan, Balkan, en … Balkan pagina: 13
Doe Dans Festival 30 en 31 aug, 1 september 2013
SYNCOOPNIEUWS THeoDoR VasIlescu
FeNoMeNaal IcooN VaN De VolksDaNs nen elkaar al bijna 50 jaar heel goed en tijdens ons bezoek worden er vele herinneringen opgehaald. De eerste keer dat theodor in nederland les gaf was tijdens de Kerstcursus van terpsichoré in 1964, samen met Dan Heiman (israëlisch), ciga & ivon Despotović (Joegoslavisch) en Deno Karadenev (Bulgaars). in de drie volgende jaren haalde terpsichoré theodor opnieuw naar nederland, maar vanaf de Kerstcursus van 1968 nam de neVo het stokje over, tot 1974. ook De Spelevaert deed een duit in het zakje en organiseerde de tournee, in samenwerking met het iFD, van 1974 tot 1985. nadat opnieuw terpsichoré het drie jaar deed was het de SiFc van Marius die tot 1998 theodor naar nederland haalde. omdat het bij de neVo Marius was die theodor’s tournee organiseerde, bestrijkt hun samenwerking een zeer lange tijd.
theodor Vasilescu
We kunnen met recht stellen dat Theodor Vasilescu een van de invloedrijkste buitenlandse docenten op het Nederlandse volksdansen is geweest. Het was Theodor die, in zijn ruim veertigjarige betrokkenheid bij het Nederlandse volksdansen, het Roemeense dansrepertoire groot gemaakt heeft. Maar hij deed veel meer, haast teveel om op te noemen. Zo drukte hij zijn stempel op de activiteiten van het Internationaal Folkloristisch Danstheater (het huidige ID), maakte hij choreografieën voor diverse amateur demonstratiegroepen en ensembles, was hij betrokken bij Doe Dans, het Zomerfestival en andere festivals en is hij de ontwikkelaar van het dansnotatiesysteem dat wij in Nederland kennen onder de naam Romanotatie. Hij gaf masterclasses op het gebied van volksdans, danstechniek en choreograferen, hij bracht kennis over folklore, stijlen en achtergronden, hij legde contacten tussen Roemeense en nederlandse dansers, docenten, ensembles en groepen, en hij organiseerde reizen en uitwisselingen. en al dit soort activiteiten deed hij niet alleen in en voor nederland, maar over de hele wereld. Alles bij elkaar voldoende reden om deze grootheid, inmiddels de tachtig gepasseerd, in de schijnwerpers te zetten, temeer
omdat buitenlandse tournees vanwege zijn leeftijd en gezondheid te zwaar zijn geworden en hij in 2011 de laatste tour gedaan heeft. Marius en ik zochten hem en zijn vrouw Lia op in hun huis in Boekarest. Het werden een paar bijzonder enerverende dagen. De spreekwoordelijke gastvrijheid van de Roemenen straalt je tegemoet als we theodor en Lia in de aankomsthal zien staan om ons af te halen. Het weerzien is hartelijk. Marius en theodor, twee voorname heren op leeftijd, ken-
Theodor en Nederland na 1998 kwam theodor tot 2004 nog jaarlijks naar nederland, georganiseerd door tonny Stönner en daarna nog twee keer via erik Veenstra. in die lange periode waren er jaren dat theodor twee of meer keer kwam, bijvoorbeeld voor zijn werk bij het iFD, of voor een aparte kadercursus. De bezoekjes van theodor aan nederland hadden eigenlijk altijd wel iets bijzonders. Zo kwam het in de beginjaren nog wel eens voor dat hij ‘in natura’ werd uitbetaald omdat dat voor iedereen makkelijker was. De Kerstcursus was vaak de aanleiding voor een nieuw programma, gevolgd door de tournee in januari. Soms bleef hij wel zes weken in ons land. Hij logeerde dan meestal op een vast adres en reisde zelf per trein door het hele land naar zijn workshops. theodor, de man van de details en het fenomenale geheugen, kende zowat het hele nederlandse spoorwegennet en de dienstregeling uit zijn hoofd. ook nu nog praat hij over Amsterdam (of andere steden) alsof hij er gisteren nog geweest is: “zit die en die winkel nog in die en die straat”, en: “toen ik in 19-zoveel over het Rokin reed op weg naar dat en dat adres…”. elk jaar een nieuw programma met tussen de 15 en 25 nieuwe dansen, alhoewel hij in de latere jaren ook wel eens een dans uit de begintijd liet terugkomen. Ruim 800 dansen heeft theodor ons in al die jaren gebracht, een werkelijke schat van de Roemeense dansfolklore. en niet alleen de dansen. wat dacht je van alle muziek, alle achtergrondinformatie, historie, rituelen en gebruiken, kostuums. terwijl we met Marius en theodor door de zalen van het Muzeul Ţăranului Român (het Roemeense boerenmuseum over volkskunst en tradities) in Boekarest lopen vertelt theodor honderduit, zo uit zijn hoofd, een wandelende encyclopedie. of het nou over kostuums gaat, over boeren en het dorpsleven, over rituelen, religieuze gebruiken, minderheden, geschiedenis of het leven in de communistische tijd…alles weet hij, en dat plaatst zijn dansen in een veel breder perspectief. Dansprogramma’s Hoe kwamen al die dansprogramma’s tot stand? theodor: “Het samenstellen van zo’n danspro-
gramma voor buitenlandse recreatieve internationale volksdansgroepen is geen vanzelfsprekendheid. ik heb dat gaandeweg geleerd. De dansen vinden hun oorsprong altijd in de dorpstraditie, maar in de folkloristische traditie zijn dansen geen vaststaand gegeven. Dansen is onderdeel van het leven. Dat was vroeger overal zo, maar zelfs nu zijn er nog dorpen met een levende danstraditie, vooral de wat verafgelegen dorpen waaruit de bewoners niet allemaal naar de dichtstbijzijnde stad of naar het buitenland vertrokken zijn.
Lees verder op pagina 2
REDACTIONEEL SyncoopnieuwS Stopt Dit jaar bestaat het Syncoopnieuws 25 jaar. De krant is begonnen als uitgave van Syncoop produkties en bestond met name uit een overzicht van de cd´s en schoenen die door Syncoop werden verkocht en uit recensies van nieuw bij Syncoop uitgebrachte cd´s. Door de jaren heen heeft het Syncoopnieuws zich steeds meer ontwikkeld tot een krant met artikelen over volksdans, volksdansers en volkmuziek en is de plek die de cd´s innemen kleiner geworden. Het groepsnieuws (wat is wanneer en waar te doen op volksdansgebied?) is vanaf het begin tot op heden onderdeel geweest van de krant. er is in de afgelopen 25 jaar veel veranderd in de manier waarop mensen aan hun informatie komen. Aankondigingen van volksdansactiviteiten weten hun weg over de digitale snelweg goed te vinden en als je meer informatie wil, is het een kwestie van de betreffende website intikken en je hebt wat je wilt weten of wilt aanschaffen. in die zin voorziet Syncoopnieuws niet meer in een behoefte. Daarnaast is het steeds moeilijker gebleken om mensen te vinden die voor het Syncoopnieuws willen schrijven of een plek binnen de redactie willen innemen. tenslotte is een gegeven dat, hoewel de volksdanswereld zich mag verheugen in een groeiende groep jonge, enthousiaste dansers, de lezerspopulatie van Syncoopnieuws vergrijst en het aantal abonnees gestaag afneemt. Alles bij elkaar optellend is de conclusie van de redactie dat de tijd is gekomen om te stoppen met de uitgave van het Syncoopnieuws. in december 2013 zal de laatste editie verschijnen. Hierin zal teruggekeken worden op 25 jaar Syncoopnieuws. we denken aan onderwerpen als de ontwikkeling van de krant door de jaren heen, een kijkje in de keuken bij het totstandkomen van een editie van Syncoopnieuws en een keuze uit de artikelen die in die 25 jaar zijn verschenen en die hetzij vanwege de inhoudelijke kwaliteit, hetzij vanwege het tijdsbeeld de moeite waard zijn om nogmaals te publiceren. Marius Korpel, de drijvende kracht achter Syncoop produkties en het Syncoopnieuws, heeft de krant 25 jaar lang met veel gedrevenheid en enthousiasme samengesteld en uitgegeven. namens hem spreek ik de hoop uit dat u het Syncoopnieuws met plezier gelezen heeft. Dinda van der Weijden
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 2
Vervolg pagina 1, Theodor Vasilescu Kinderen leren van jongs af aan de dansen, alhoewel ze tot hun 18e nog niet in de ‘echte grotemensen-kring’ mee mogen doen. Maar als jonge mensen gaan trouwen worden ze geacht alle dansen te kennen. toch dansen in de traditie niet twee mensen de dans op exact dezelfde manier. De een heeft bijvoorbeeld een mooie stijl, de ander kent meer figuren. Bij het samenstellen van een dansprogramma merkte ik dat het voor de westerse markt goed was om een dans uit meerdere figuren te laten bestaan, waarbij ik dan de verschillende figuren baseerde op die persoonlijke varianten in een dorp.” “ik heb als dansleider daarin dus zelf die keuzes gemaakt maar ben altijd binnen de grenzen van de folklore gebleven. Meestal ging ik uit van de muziek. Hoe is de muziek opgebouwd. Daar pas ik dan de dansstructuur op aan, waarbij ik een aantal variaties kies. Dan volgt de samenstelling van het hele programma. er moeten eenvoudige dansen in zitten, maar ook dansen met meer uitdaging. Met name in de VS danst
voor zijn danscursussen al in Zweden en Duitsland en later ook in de VS, Japan, Hong Kong, taiwan, canada, noorwegen, Finland, Spanje, italië, etc. Sinds 1997 hebben theodor en Lia 10 dansprogramma’s op cd+dvd uitgebracht die over de hele wereld zijn aangeleerd. Voor die tijd waren er cassettebandjes die voor elk land/cursus apart werden samengesteld. programma 10 kwam in 2008 en dat is het laatste programma dat theodor en Lia zelf gebracht hebben. inmiddels hebben ze programma 11 samengesteld, maar theodor en Lia zullen dit niet zelf meer brengen. in plaats daarvan zullen Silvia Macrea en ionică crăcea dit programma gaan aanleren en zal theodor hen in de toekomst bij het maken van nieuwe programma’s blijven helpen. Silvia Macrea is de choreografe en artistiek leidster van het ensemble cindrelul – Junii Sibiului uit de stad Sibiu in transsylvanië, op dit moment het beste ensemble in Roemenië. theodor is sinds 2009 aan dit ensemble verbon-
theodor Vasilescu Foto: wil Zwerver
men vooral redelijk simpele dansen, daar heb ik echt wel rekening mee gehouden, maar ik vond altijd dat het wel echt Roemeens moest blijven. en sommige Roemeense dansen, ook in de dorpstraditie, zijn nou eenmaal moeilijk, zeker voor mensen uit andere landen die gewoonweg niet in de gelegenheid zijn de dansen in het dorp zelf over meerdere jaren te leren zoals de eigen bewoners.” “Verder probeerde ik ook altijd dansen uit alle streken van Roemenië in mijn programma’s mee te nemen, want mensen willen niet alleen dansen uit één streek, bijvoorbeeld alleen olteense dansen. Vanaf de 90’er jaren presenteerde ik ook dansen van aan de Roemenen verwante volken als de Vlahen (uit de timoc-vallei op de grens van Servië en Bulgarije) en de Aromân (Aroemenen, veelal uit Macedonië afkomstige mensen die nu in Dobrogea wonen), maar ook dansen uit Basarabia (Republiek Moldova) en dansen van bijvoorbeeld de Duitsers, Hongaren en Joden uit transsylvanië. op basis van mijn ervaring wist ik hoeveel dansen ik per workshop of per uur kon doen en dat bepaalde het totaal aantal dansen in een programma. en soms horen dansen gewoon bij elkaar. na een Hora komt er een Sârba, dat voel je gewoon. Dat is in de dorpstraditie ook zo.” Internationaal Het gesprek met theodor vindt plaats in het nederlands, want dat spreekt hij nog steeds zonder problemen. Daarnaast spreekt hij Frans, engels, Duits en Russisch. Dat kwam hem goed van pas tijdens zijn dansworkshops over de hele wereld. want buiten nederland is theodor in veel andere landen een toonaangevend docent geweest. Vanaf de 80’er jaren kwam hij
den als choreograaf en programmamaker. Daarnaast is theodor vanaf 2004 als choreograaf betrokken geraakt bij enkele nog resterende kwalitatief goede ensembles in Roemenië, zoals Baladele Deltei uit tulcea, Doina Gorjului uit târgu Jiu, Busuiocul uit Bacău, Mureşul uit târgu Mureş en Doina covurluiului uit Galaţi. ansamblul Tineretului theodor’s professionele danscarrière is ook bij een ensemble begonnen, bij het Ansamblul tineretului uit Boekarest, dat trouwens nog steeds bestaat onder de naam tinerimea Română. Marius kent dit ensemble goed en heeft het meerdere keren naar nederland gehaald. we bezoeken tijdens ons verblijf samen met theodor de studio’s van het ensemble in Boekarest, nog steeds in hetzelfde gebouw als 40 jaar geleden. Marius wil met de enige lift in het gebouw naar boven en het valt hem op dat dat nog steeds dezelfde lift is als toen. De lift is trouwens veel ouder, het is de originele lift van meer dan 100 jaar geleden, een open kooi van prachtig ijzersmeedwerk, maar hij functioneert nog steeds, zij het piepend en krakend, zeker met enkele zwaargewichten erin. Hoe is dat zo gekomen, dat je bent gaan dansen, want je hebt een academisch diploma als scheikundig ingenieur? theodor: “Ja, dat diploma haalde ik in 1956, maar al vanaf 1946 trok de volksdans me erg aan. ik danste met enkele andere studenten bij de beroemde Roemeense choreograaf en folkloreonderzoeker Gheorghe popescu Judeţ. in 1949 begon ik als danser bij het ensemble tineretului dat in 1947 als eerste in Roemenië opgericht was. na een paar jaar werd ik de assistent van de balletmeester Aurelia Săuţeanu. Mevrouw Săuţeanu had weliswaar een balletopleiding, maar ze had ook verstand
van etnografie en folklore en ze wist ook dat je volksdans op het toneel kan choreograferen met drama, een verhaal, om het artistiek aantrekkelijker te maken. in 1959 nam ik het stokje van haar over als balletmeester. en dan te bedenken dat ik daarvoor weliswaar de kwaliteiten maar niet de opleiding of het diploma had. een opleiding of diploma voor folkloredans bestond niet in die tijd, alleen voor ballet. er bestond wel wat op folkloregebied aan het conservatorium en omdat ik al muzikant was geweest ben ik daar begonnen.” “in 1963 bezocht ik china voor een studiereis van twee maanden en daarna ging ik in 1964 op een beurs van het cultuurministerie naar Moskou en volgde daar een compacte en gespecialiseerde opleiding van zes maanden, met een strikt programma van lessen en bezoeken aan beroemde ensembles. Zo haalde ik alsnog mijn diploma als folklorechoreograaf. Met dat diploma had ik eindelijk recht op het salaris van een balletmeester, terwijl ik die functie al jaren vervulde. Met Ansamblul tineretului, waarvan de dansgroep alleen ook wel bekend stond onder de naam cununa carpaţilor, hebben we over de hele wereld opgetreden, zowat in alle west- en oost-europese landen, in het Midden-oosten, Azië, Amerika en Afrika.”
theodor Vasilescu Foto: wil Zwerver
artist emerit Van 1964 tot 1993 leidde theodor de choreografieafdeling van het nationale centrum voor traditionele cultuur. Veel van de mensen die daar opgeleid werden, werden later choreograaf, artistiek leider of directeur van een folkloreensemble ergens in het land. in 1966, al op 34jarige leeftijd, kreeg hij de prestigieuze titel ‘Artist emerit’ voor zijn verdiensten op het gebied van folklore, choreografie, zijn werk op televisie en zijn werk bij zijn ensemble. na de revolutie van 1989 bleef theodor actief op landelijk niveau en stond hij aan de basis van de nationale choreografenvereniging met ruim 1600 leden, waarvan hij nog steeds voorzitter is. Hieraan gekoppeld zette hij samen met Marin Barbu in 2000 de Academie voor Volksdans op, die in 2004 de eerste afgestudeerden als choreograaf afleverde.
toont drie tv-kanalen die 24/7 clips met Roemeense volksmuziek uitzenden. De zender met elektronische ‘volksmuziek’, voorzien van beelden van schaars geklede dames, laten we maar voor wat het is. De andere twee zenders tonen vooral ‘nieuwe’, hedendaagse volksmuziek. Het klinkt en ziet er op het eerste gezicht uit als folkloristisch, maar vaak is er niks authentieks meer aan. theodor: “Zangers of orkestjes kunnen zelf zendtijd kopen, als je maar betaalt komt je clip op tv, desnoods met je familieleden op de achtergrond in een fantasie-folkloristisch kostuumpje, die heen en weer bewegen om zo de indruk te wekken danspasjes te maken. er is geen controle, geen kwaliteitsbewaking. en dat terwijl het helemaal niet zo ingewikkeld is om folklore op een voor het grote publiek toegankelijke en toch verantwoorde manier voor het voetlicht te brengen.”
Marius kent Marin Barbu ook nog vanuit zijn tijd bij het ensemble tineretului. Marin belt theodor om af te spreken Marius te ontmoeten, maar moet onverwacht vanwege zijn werk toch weer afzeggen. wie we wel ontmoeten is de neef van Silvia Macrea, een danser die ’s avonds optreedt in het restaurant pescăruş in het beroemde parc Herăstrău in Boekarest, waar we met zijn allen gaan eten. Bij de traditionele Roemeense gerechten en genietend van de door de eigenaar van het restaurant zelfgestookte ţuica genieten we van Roemeense muziek en dans door een orkestje en drie dansparen. De panfluitspeler doet zijn best, maar Marius zegt stellig: “die bassist, die is pas echt goed”, wat volmondig door theodor wordt beaamd.
choreograaf Hier spreekt de ervaren choreograaf en programmamaker. Het choreograferen van folklore (dans en gebruiken) en complete programma’s maken zit hem in de genen. Zoals de directeur van het Folklore-instituut in Boekarest in 1964 tegen hem zei: “waarom werk je als chemisch ingenieur, daarvan zijn er wel duizenden. Maar goede choreografen, die zijn er niet veel. Dat zou je moeten gaan doen.” Als choreograaf werkte theodor niet alleen in Roemenië, maar ook bij het iFD en diverse nederlandse (en buitenlandse) amateur demonstratiegroepen (zoals phoenix, Aidjamal, cioful), en ook bij het enige andere professionele internationale volksdansensemble in de wereld naast het iFD, te weten Les Sortilèges uit Montréal, canada, waar hij tussen 1993 en 2000 werkte. Bij dit ensemble dansten vroeger ook cristian Florescu en Sonia Dion, dansdocenten Roemeens die in nederland inmiddels geen onbekenden meer zijn. cristian is leerling van theodor geweest en is trouwens begonnen bij hetzelfde ensemble in Boekarest, Ansamblul tineretului.
niet alleen over dans maar ook over muziek kun je met theodor eindeloos blijven praten. Hij
Als we met theodor over de markt op het Zuidplein (piaţa Sudului) van Boekarest lopen blijkt dat bij hem het vuur voor de folklore in het geheel niet is uitgedoofd. Honderden kleine winkeltjes, overdekt in lange gangen, kleding, kleding, mobieltjes en kleding. “Luister maar of je muziek hoort”, zegt theodor, “dan zit er misschien een cd-winkeltje, die hebben vast wel volksmuziek, al is het de populaire soort, maar de prijs van de cd´s is heel laag hier.” Als Marius al aan de koffie zit komen we inderdaad een cdshop tegen, de enige die nog over is. Als ik het stapeltje cd´s wil afrekenen, komt theodor toch nog even met de vraag: hebben jullie ook Aromân-muziek? want daar is vaak moeilijk aan te komen, maar kan wel erg interessant zijn. Zijn interesse blijft sterk, altijd weer op zoek, er is vast nog wel iets te leren, ook als je met je tijd mee gaat. Met theodor verveel je je nooit. Zijn dansprogramma is onuitputtelijk en van een overweldigende variëteit. Voor ieder wat wils. en als het niet de dansen zijn, dan wel de herinneringen aan bijna 50 jaar contacten met nederland. “weet je nog”, zegt hij tegen Marius, “in 1972, toen jij hier was met die drie meiden, toen gingen we op een gegeven moment naar dat adres, en toen gebeurde er….”. theodor Vasilescu: een fenomeen, een icoon voor de volksdans. theodor Vasilescu Foto: wil Zwerver
Radboud Koop (met dank aan Theodor & Lia Vasilescu)
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 3
THeaTeRgRoep RaDosT eN gasTeN met dans, zang en muziek uit alle windstreken gezien: zondagmiddag 12 mei 2013 in Theater de Veste te Delft. een buitengewoon afwisselend programma met maar liefst negen premières was in mei van dit jaar te zien in Theater de Veste in Delft. Theatergroep Radost was aanwezig met twee ensembles: de vaste theatergroep en de ‘Jeugdgroep 6’. Daarnaast bracht project-ensemble Mladost twee premières op toneel en zorgde ensemble kolchika uit georgië voor een aantal wonderschone muzikale intermezzo’s.
en er waren nog meer gasten. De voorstelling opende met ‘Hoi’, een speelse choreografie van Jan Knoppers, gedanst door studenten van de codarts HAVo/Vwo voor muziek en dans. een enorme groep sprankelende jonge dansers in veelkleurige kostuums danste een collage van dansstijlen, talen, bewegingen en rituelen rondom ontmoeten en begroeten. De leerlingen acteerden schijnbaar moeiteloos en brachten met aanstekelijk plezier een grote variëteit aan begroetin-
muziek. De groep bestaat uit 12 dansers en 12 danseressen en wordt begeleid door een eigen orkest. De formule is dezelfde als die van de kindergroep Zarowe, alleen dit keer zijn de –overigens veelal zeer ervaren- dansers wat ouder. Beide choreografieën hadden vele momenten voor ‘open doekjes’ zoals de draaimolen met zwevende meisjes die aan een stok hoog opgetild werden door de jongens en de hele finale van Šopluk. De show was goed, de zang was goed
Foto: theatergroep Radost / Diana Bloemendal (www.imadia.nl)
onzeker op het podium, maar ze hebben zichtbaar plezier in wat ze doen en dat werkt aanstekelijk.
afwisseling en mooie lijnen zorgden voor een feestelijk slot van een wervelende voorstelling.
en dan waren daar de prachtige liederen van ensemble Kolchika, wonderschone muziek, prachtig gezongen. eén van de premières van Radost, Samaia, werd live begeleid door het ensemble en dat zorgde voor een bijzondere sfeer in het theater.
eén beeld zal nog lang in het geheugen blijven hangen: een jonge danseres met lang blond haar die de Mana danste, een solo uit tahiti. Ze maakte indruk door de controle over haar stijlvolle bewegingen, alsof ze nooit anders gedaan had. een plaatje.
Het laatste blok van de voorstelling bestond uit dansen uit het Verre oosten: een solo uit tahiti en verschillende groepsdansen uit de Filippijnen. Beide groepen van Radost dansten samen naar het einde van de voorstelling toe, waarbij tinikling een goede finale bleek te zijn. Hierbij slaan de dansers beurtelings twee aan twee ritmes op de grond met grote bamboestokken. De overige dansers dansen tussen de stokken door en er overheen en dat lijkt makkelijker dan het is. Veel
Foto: theatergroep Radost / Diana Bloemendal (www.imadia.nl)
gen in beeld. een mooie mix van folklore en eigentijdse dans.
–met dank aan, alweer, Jan Knoppers- dus wij kijken uit naar de rest van het programma.
Hierna was het de beurt aan Radost, dat met een eigenzinnig programma maar liefst zorgde voor zeven premières. De eerste was een engelse zwaarddans met Rapper-zwaarden, lange buigbare zwaarden met twee handvatten, die de dansers niet los mogen laten terwijl ze een hele serie figuren dansen met elkaar. De mannen hadden de juiste lol en de ‘uitgestreken’ uitstraling, die zo kenmerkend zijn voor engelse dansers. De choreografie heeft nog wel een poosje nodig om ‘smooth’ ingedanst te worden, maar is een welkome afwisseling in het repertoire.
Radost kwam met nog een verrassing: een choreografie uit Sardinië die begon met een gezongen intermezzo en allengs overging in een serie authentieke dansen, uiteraard met vertoon van de nodige katholieke pracht en praal. Het geheel duurde misschien een beetje lang, maar het plaatje was goed en de combinatie met de zang goed uitgevoerd. Gedurfd materiaal, dat in de loop van de tijd aan zeggingskracht zal winnen.
Van de beide mooie premières van ensemble Mladost, Severnjaško en Šopluk, was de choreografie uit Šopluk duidelijk wat beter ‘ingedanst’. Het gezelschap staat onder leiding van esther willems en bereidt zich voor op een tournee door Bulgarije met uitsluitend Bulgaarse zang, dans en
De jonge dansers van Radost kregen de kans om zich te presenteren in een paar snelle choreografieën: Avaren en Vlaške. Daarnaast dansten zij met het grote ensemble het laatste blok in de tweede helft van de voorstelling. en inderdaad, zoals Jan Knoppers zelf al schreef in het programma, we zien en horen weer meer jongeren binnen de volksdans en volksmuziek en dat stemt blij. Zo ook het optreden van de jeugdgroep. Ze staan nog wat
Foto: theatergroep Radost / Diana Bloemendal (www.imadia.nl)
Al met al een goed idee om met meerdere groepen een voorstelling op te bouwen. Het was een lange middag, maar er viel veel te beleven. Daarnaast blijft het inspirerend om dansers van verschillende leeftijden en verschillende niveaus in één voorstelling bij elkaar te zien. De liefde voor volksmuziek en dans is zeker voelbaar én zichtbaar geweest voor het publiek. Maja Kuijper
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 5
WaaR koMT DIe DaNs VaNDaaN (21): De sTRIgaT Theodor Vasilescu introduceerde de dans De strigat al lang geleden, tijdens de kerstcursus en tournee van 1971-1972. In 1979 stond de dans op de lp ‛24 Roemeense dansen – een selectie uit het repertoire van Theodor Vasilescu’, uitgegeven door De spelevaart ter ere van het 15-jarig jubileum van Theodor in Nederland. Maar de dans wordt meer dan 40 jaar later nog steeds met veel plezier gedaan. Zo’n lang leven is maar weinig dansen beschoren. Blijkbaar heeft de De strigat alle elementen in zich om aantrekkelijk te worden gevonden, maar waar zit hem dat nou in?
electrecord St-epe 0896, track B3, en ook op cd electrecord eDc 160, track 25. Handen en voeten naast de muziek zijn de passen en bewegingen zelf een belangrijke reden voor het succes van de dans. in zijn meest elementaire, traditionele en rituele vorm bestaat de dans eigenlijk alleen uit de promenade, de wandeling, tijdens welke de aankondiging, de boodschap ‘geschreeuwd’ wordt. Dit is het eerste deel van de dans zoals theodor hem gemaakt heeft: 16 passen promenade met de handen (los) laag hangend (theodor noemde dit figuur A), gevolgd door 16 passen promenade met de armen gestrekt naar voren (figuur B). Het ritme- en klapfiguur naar binnen (figuur c) en naar buiten (figuur D) zijn eigenlijk figuren die hun oorsprong vinden in de ritme- en klapfiguren van de mannen in oaş. Deze komen niet voor in de traditionele De strigat, maar theodor heeft de dans samengesteld met deze figuren erbij om de dans interessanter, aantrekkelijker te maken voor ons. over de passen en bewegingen, met name van de armen, in de De strigat valt nog wel het een en ander te zeggen. Zoals met veel dansen gebeurt, veranderen, in de uitvoeringspraktijk van de recreatieve volksdansgroepen, bepaalde bewegingen in de loop der jaren (sommigen spreken over verwateren, verbasteren, vervormen) en verworden tot iets dat vaak ver af is komen te staan van de manier waarop het oorspronkelijk is gedaan. natuurlijk is het zo dat dansen in hun traditionele omgeving (het dorp of streek van herkomst en de gelegenheid waarop gedanst
ging, zelfs uitgelegd als een soort vegende beweging als met een bezem. Zo’n parallel heen en weer zwaaiende beweging van de armen komt in Roemenië voor in bijvoorbeeld de dans Fecioreasca fetelor de la crihalma, maar niet in de De strigat. De armen blijven in de De strigat, zowel in figuur A als D, gewoon laag hangen. natuurlijk hangen ze niet stil en stijf omdat je (wandel)passen maakt en dan bewegen de armen altijd in een natuurlijke, maar kleine, tegenbeweging mee. Maar dat is geen opzettelijke zwaaibeweging. wat in figuur A van de De strigat wel aan de hand is, is dat de vrouwen de heupen en schouders meebewegen tijdens het lopen. Ze bewegen de schouders tijdens het lopen lichtjes mee van voor naar achter (bij een stap met R komt de R-zijkant van het lichaam iets naar voren), heel geraffineerd zoals vrouwen dat kunnen, waardoor er tevens een heupwiegende beweging ontstaat. Deze heupwiegende beweging heeft mede een seksuele betekenis omdat de vrouwen ermee de aandacht (van de jongens) proberen te trekken. pannenkoek in figuur B, de promenade waarbij de armen horizontaal naar voren gestrekt zijn, zie je in de uitvoering in nederland wel eens kleine of grote ronddraaiende bewegingen met de handen/armen, waarbij het lijkt alsof iemand een voetbal tussen de handen (dr)aait of aan het stuur van een auto (of bus) draait. De beweging die hier echter wordt bedoeld verwijst naar de bereiding van het zogenaamde plăcintă oftewel bladerdeeg (zie de traditionele functie van de De strigat), waarvan een bepaald soort plat gebak gemaakt wordt (plat brood of pannenkoekje) dat in
Maramureş
Het valt al meteen op dat de naam van deze dans niet naar ‘dansen’ verwijst, maar naar ‘schreeuwen’. De strigat betekent zoveel als ‘om te schreeuwen’. Het zelfstandig naamwoord ‘schreeuw’ is in het Roemeens ‘strigăt’, het werkwoord ‘schreeuwen’ is ‘a striga’, en ‘de strigat’ betekent dus ‘om te schreeuwen’. Let wel: het woordje ‘de’ hoort er in de Roemeense naam wel bij, en is hier niet het nederlandse lidwoord. De dans heet dus niet ‘Strigat’, wat je wel eens hoort als mensen zeggen: laten we de Strigat gaan dansen. Je moet dus eigenlijk correct zeggen: laten we de De strigat gaan dansen, met twee keer ‘de’ achter elkaar. om te schreeuwen De strigat, ‘om te schreeuwen’, kan naar verschillende gelegenheden verwijzen. Bijvoorbeeld: tijdens een traditionele bruiloft huurt de peetvader, die meestal het grootste deel van de bruiloft betaalt, speciale ‘kookvrouwen’ in die voor de maaltijden zorgen. Als het eten bereid is komen de vrouwen dat aankondigen door al ‘schreeuwend’ op de feestplaats te verschijnen en de aandacht te trekken voor de gerechten. Dat is niet alleen dienstverlenend bedoeld, maar ze maken daarmee ook duidelijk aan de peetvader dat ze zich goed van hun taak gekweten hebben en dat ze daarvoor betaald kunnen (willen) worden. op youtube kun je verschillende (recente) voorbeelden vinden van deze traditie, zie bijvoorbeeld www.youtube.com/watch?v=GdSLti1st9A . op gewone feesten kan dit gebruik ook voorkomen, want eten is, in heel Roemenië, onlosmakelijk verbonden met feesten. Dan wordt De strigat niet zozeer gedaan om betaald te worden, maar om aan te kondigen dat men aan tafel kan. in nog algemenere zin kan De strigat ook de functie van ‘nieuws rondbrengen’ hebben, een soort mondelinge (geschreeuwde) en bewegende (gedanste) krant. De dans De strigat komt uit het gebied Maramureş, in het noorden van Roemenië, in transsylvanië, grenzend aan de oekraïne. Het gebied viel lange tijd onder (oostenrijks-) Hongaarse heerschappij en de folklore heeft dan ook niet veel Balkan of oriëntaalse invloed gekend. De strigat is een dans voor (jonge) vrouwen. Titiana Mihali Zoals de naam al zegt wordt de boodschap tijdens de De strigat eigenlijk ‘geschreeuwd’. De teksten worden niet echt ‘gezongen’, maar geroepen, gedeclameerd. De muziek die theodor gebruikte is echter een lied dat wel gezongen wordt, maar
dit is dan ook niet de echte muziek van de De strigat. Het is wel een heel mooi lied en het is een van de redenen waarom de dans zo populair is. Het lied heet ‘Mireasă, cununa ta’ en wordt gezongen door titiana Mihali. Zij is afkomstig uit de plaats Borşa in Maramureş en is een van de beroemdste zangeressen uit die streek, helaas veel te vroeg gestorven op 41-jarige leeftijd. Mireasă, cununa ta is een bruiloftslied uit Maramureş, maar de betekenis van de tekst heeft niets met de De strigat te maken. oorspronkelijk komt deze opname van de Lp: Rencontre avec la Roumanie – Maramureş ii, electrecord epe 0536 (St-epe 0537), track B5, maar de muziek staat natuurlijk ook op de genoemde De Spelevaart Lp. in 1971 koos theodor deze muziek omdat hij toentertijd geen goede opname van de ‘echte’ De strigat voorhanden had. De melodie van die echte De strigat, die in heel Maramureş min of meer hetzelfde is, is echter heel anders dan die van Mireasă, cununa ta. Je kunt op youtube verschillende versies van deze melodie vinden door op “de strigat” te zoeken. een bekende instrumentale opname wordt gespeeld (op hobo) door de beroemde taragot- en hobospeler Dumitru Fărcaş en staat op de Lp: trésors folkloriques Roumains – Dumitru Fărcaş – un virtuose du taragote et de l’hautbois, titiana Mihali
placinta
wordt) ook aan verandering onderhevig zijn, maar dat komt veeleer door een natuurlijke ontwikkeling (logisch en functioneel in de eigen context) die een belangrijk kenmerk is van de levende folklore. Bij ons, bij de recreatieve internationale volksdansgroepen in het westen, zijn de oorzaken van die veranderingen vaak heel anders. Zo zie je het A-figuur van de De strigat, de promenade met de armen laag, vaak uitgevoerd worden met een parallel heen en weer zwaaiende beweging van de armen. ook in de ritmepassen in figuur D zie je hier soms die zwaaiende bewe-
Maramureş ook met hetzelfde woord wordt aangeduid (vergelijk Hongaars palacsinta). De handen worden met de palmen plat op elkaar gelegd waarbij ze elkaar (zo goed als) raken zodanig dat het dunne bladerdeeg er nog net tussen kan. Bij elke stap draai je de handen om, maar je haalt ze niet van elkaar want dan zou de plăcintă er tussen uit vallen. tijdens het klapritme in figuur c doe je drie stappen (tel 1,2,3) plus een tik (tel 4) naar binnen (stap&-stap-&-stap-&-tik-&), terwijl je syncopisch in de handen klapt tussen de stappen door in het ritme &-klap-&-klap-&-klap-klap-klap. Dit vereist enige hand-been coördinatie, vooral vanwege tel 4 waarop je zowel tikt met je voet als in je handen klapt. wat je daarom vaak ziet is dat de tik bij sommige uitvoeringen wegvalt, wat wel gemakkelijker is maar niet overeenkomt met de bedoelde versie. Ditzelfde doet zich voor in maat 3-4 van figuur D maar dan achterwaarts. tenslotte begint figuur D met een enigszins zijwaartse beweging naar buiten in het ritme lang-kort-lang-kort-lang (een kenmerkend ritme vooral in noord-Roemenië) waarbij in de oorspronkelijke versie geen armbewegingen zaten, die je echter in de uitvoering hier wel eens ziet (de veeg-beweging). Los van al die details over de (arm-)bewegingen, zijn het juist die bewegingen die de De strigat voor veel mensen aantrekkelijk maken, in combinatie met de prachtige muziek. De dans wordt door velen gezien als een eenvoudige dans met enkele leuke uitdagingen, zoals de stijl en de ritmes. en dan mag je tijdens het dansen ook nog eens uitzien naar de heerlijke deegwaren uit de traditionele Roemeense keuken. wat wil je nog meer! Radboud Koop (met dank aan Theodor Vasilescu)
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 7
TINeke VaN geel
Dansende ambassadeur van armenië De naam Tineke van geel zal bij de meeste lezers van het syncoopnieuws ongetwijfeld de associatie met armeense dans oproepen. Tineke is een van de weinige vrouwelijke specialisten armeens en is zowel in Nederland als in het (verre) buitenland een veel gevraagd docent. Zij reist de hele wereld over om les te geven in armeense, Nederlandse en internationale dans. Daarnaast organiseert zij dans- en cultuurreizen naar armenië, organiseert dansvakanties op Bali en heeft een eigen cD label, Van geel Records. In onderstaand artikel, gebaseerd op een interview met Tineke, kunt u lezen “hoe het allemaal zo gekomen is”.
week, tot ze in 1995 besloot dat het ene vak niet meer met het andere te combineren was en ze zich volledig op het dansvak heeft gericht. specialisatie in armeens na het afronden van de kaderopleiding ontstond de behoefte om te gaan specialiseren. in die tijd was tom Bozigian met een programma Armeense dansen in nederland. wat tineke met name aansprak in het materiaal waren de muziek en de armbewegingen. Later kreeg tineke les van eddy Djololian, die met totaal andere dansen kwam. Dit zette haar aan het denken: waarom is het materiaal zo verschillend? wat doen ze daar in Armenië eigenlijk? Zo kwam de keuze voor de specialisatie in Armeense dans tot stand. tineke pakte dit grondig aan en ging, om eerst eens meer over Armenië te weten te komen, taal- en geschiedenislessen volgen bij de Armeense vereniging in Den Haag. Hier leerde tineke iemand kennen die bij de Russische ambassade werkte en haar toezegde dat als ze ooit naar Armenië wilde, hij zou zorgen dat ze haar zouden helpen. De wens om daadwerkelijk een bezoek te brengen aan Armenië werd door het volgen van de lessen bij de Armeense vereniging steeds groter en tineke deed een formele aanvraag voor een beurs bij het Ministerie van cultuur, ondersteund door de neVo. De beurs werd toege-
wetenschappen. Deze werd toegekend en tineke vertrok voor een periode van vijf maanden naar Armenië, dit keer in haar eentje. in 1988 was er in Armenië veel politieke onrust omdat nagorno-Karabach zich toen al had uitgesproken voor onafhankelijkheid. er waren enorme massa protesten (denk aan de situatie op het tahir plein in caïro), het Russische leger was volop actief en er was een avondklok. een groot aantal producten, zoals koffie en suiker was op de bon. Daarnaast kwam er tussen 10 uur ´s ochtends en 4 uur ´s middags geen water uit de kraan. Binnen deze moeilijke omstandigheden volgde tineke twee opleidingen: eén aan de dansacademie, waar zij tussen pubers van 12 tot 18 jaar stond (waar een van haar klasgenoten fijntjes constateerde “jij bent net zo oud als mijn moeder”), en een aan een opleidingsinstituut voor docenten, waar het accent meer lag op lesgeven en het maken van choreografieën. ook volgde zij privé-lessen. Daarnaast trainde tineke mee met demonstratiegroepen en ging ze in haar schaarse vrije tijd mee met een Armeense vriend die voor zijn beroep bruiloften filmde. Daar werd uiteraard ook veel gedanst, dus je kan gerust stellen dat zij dag en nacht met Armeense dans bezig was. Destijds hield de regering nog graag een oogje in het zeil en tineke moest dan ook iedere keer
ontmoeting met bevriende muzikanten
Hoe het begon… tineke is als kind begonnen met klassiek ballet. De juf zag dat tineke talent had en adviseerde haar rond de overgang naar de middelbare school om bij een andere balletschool lessen te gaan volgen. tot een carrière in het klassieke ballet is het echter nooit gekomen, omdat de volksdans op haar pad kwam: Aan het einde van de eerste klas van de middelbare school werd er een uitvoering verzorgd door een klein volksdansgroepje. Dit groepje was in het leven geroepen door een jongen die op vakantie was geweest naar Joegoslavië en daar zo was gegrepen door de dansen die hij daar had gezien, dat hij dit ook op zijn school wilde introduceren. De naam van deze jongen was … Maurits van Geel, voor de mensen bij wie niet direct het kwartje valt: De latere echtgenoot van tineke. Leuk detail is dat bij tineke onder andere John Kamp (Kaleb) en Jan Rademakers (Raromski) in de klas zaten. op dezelfde school zat ook nog paul Stawski (Kaleb). een hoge folkloredichtheid dus binnen Scholengemeenschap noord in Amsterdam! Deze uitvoering was het begin van een bloeiende volksdansgroep binnen de school, waar tineke zich onmiddellijk bij aansloot. Maurits (dertien jaar oud!) regelde dat een docent van Zajednica de les verzorgde. Deze docent kwam niet voor niets, want van de 1000 leerlingen deden er 200 mee! De volksdansgroep was een enorm succes, er werden binnen de school grote folklorefeesten georganiseerd waarbij het professionele orkest prelaz optrad. ook ontstond er een demonstratiegroep waarmee optredens werden verzorgd. Hier maakte tineke (en Maurits) uiteraard ook deel van uit. na een aantal jaar, Maurits danste inmiddels ook bij de volksdansvereniging Zajednica, werd hen gevraagd de dansleiding van de volksdansgroep over te nemen. Dit was zowel voor tineke als Maurits de eerste ervaring met lesgeven. Voor tineke, die destijds nog een verlegen meisje was, een hele stap! in 1975 startten tineke en Maurits tegelijk aan de kaderopleiding die door Zajednica werd georganiseerd. Dit was in zekere zin een “dissidente” kaderopleiding omdat deze niet werd verzorgd door de neVo. Later is deze kader-
opleiding met terugwerkende kracht erkend door de neVo. wat vooral anders was is dat er met name werd gewerkt aan stijl en niet zozeer aan repertoire. Docent ivon Despotović zei altijd “om repertoire te vergaren ga je maar bij een vereniging dansen”. ook hoefde er geen instrument bespeeld te worden. Het laatste belangrijke verschil was dat er binnen deze kaderopleiding met Romanotatie werd gewerkt. in 1977 behaalde tineke haar kaderdiploma en ging als docent aan de slag bij Zajednica. Hoewel ze het heerlijk vond om les te geven, wilde ze daarnaast een ander vak leren. “werkzaam zijn in twee beroepen houdt je fris”, was haar motto. tineke volgde de opleiding tot mondhygiëniste en vond een baan bij een zeer flexibele werkgever, die haar gedurende de 18 jaar dat ze daar werkte altijd alle ruimte heeft gegeven om haar baan met het dansen te combineren, bijvoorbeeld door de mogelijkheid om drie maanden vrij te nemen. in de beginperiode werkte tineke fulltime als mondhygiëniste, daarnaast gaf ze 3 avonden per week les. in de loop der jaren vroeg het lesgeven steeds meer tijd en heeft ze het werk als mondhygiëniste afgebouwd tot twee dagen per
Les tijdens taiwan Asian camp
kend en in 1985 ging tineke samen met Maurits voor een periode van 3 ½ week met een studentenvisum naar Armenië. om aan te geven hoe bijzonder dat in die tijd nog was: toen tineke en Maurits uit het vliegtuig stapten, zagen ze een grote, luxe Russische auto staan. tineke grapte “die is vast voor ons”, en het bleek inderdaad hun vervoermiddel! De studenten uit nederland werden persoonlijk afgehaald door de president van het comité voor buitenlandse culturele betrekkingen. toen tineke op de vraag wat ze wilde zien antwoordde “ik wil dansen” werd ze ingeroosterd bij de dansacademie en de choreografenschool, en kreeg in de avonduren de gelegenheid om mee te dansen bij amateurgroepen. na terugkomst was het overheersende gevoel: Dit was een fantastische eerste kennismaking met het land, de dans, de muziek, maar hoe nu verder? in de jaren die volgden ging tineke ieder half jaar een aantal weken naar Armenië, met hulp van vrienden van de voorzitter van de Armeense vereniging.
officieel melden wanneer zij Jerevan verliet. Dit melden kwam er echter niet altijd van, bijvoorbeeld als er onverwacht vrienden op de stoep stonden die haar meevroegen naar een bruiloft buiten de stad. toen tineke op een dag dan ook van de decaan te horen kreeg dat ze zich moest melden bij de minister van onderwijs, vreesde zij dat dit de regering ter ore was gekomen en zij wellicht het land zou moeten verlaten. Met de bibbers in de benen betrad tineke de kamer van de minister. tot haar grote verbazing bleek de minister van onderwijs een uiterst vriendelijke, engels sprekende man te zijn, die vooral geïnteresseerd was in de vraag of tineke écht geen Armeense voorvaderen had en of haar kamer naar wens was (waar zij, niet geheel conform de waarheid, op antwoordde dat haar kamer dik in orde was…). De minister vertelde dat hij haar had gevraagd langs te komen omdat hij zeker wilde weten dat het goed met haar ging en wenste haar verder een fijn en leerzaam verblijf…en als er problemen waren kon zij hem direct bellen.
in 1988 vroeg tineke opnieuw een beurs aan, nu bij het Ministerie van onderwijs en
Lees verder op pagina 9
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 9
Vervolg pagina 7, Tineke van Geel Het verblijf in Armenië kreeg een heel ander karakter toen het noorden van het land op 7 december 1988 door een zeer zware aardbeving werd getroffen. Hierbij vielen 25.000 doden en raakten meer dan 500.000 mensen dakloos. er was zo goed als geen telefoonverkeer mogelijk, het land was afgesloten van de buitenwereld. in de periode na de aardbeving heeft tineke zich ingezet als tolk voor het Rode Kruis en is in die hoedanigheid op veel plekken geweest waar nog geen andere hulpverleners geweest waren. tineke heeft deze periode als heel surrealistisch ervaren, wat ze daar heeft gezien en meegemaakt is niet uit te leggen aan mensen die het niet met eigen ogen hebben gezien. pas veel later is haar duidelijk geworden hoe enorm de impact van deze ervaringen op haar leven is geweest. in de periode van nationale rouw die volgde, waren de opleidingsinstituten gesloten. tineke kreeg in die periode met nog twee andere diaspora studenten privé-les en kon zo, naast alle ellende, toch met dans bezig blijven. Haar aanwezigheid in het land tijdens de aardbeving en de zeer moeilijke periode daarna heeft de band tussen Armenië en tineke geïntensiveerd en onlosmakelijk beklonken. De Armeniërs zien haar vanaf dat moment als Armeense, iemand die niet alleen maar voor de mooie en leuke dingen in het land was, maar er ook voor Armenië en de Armeniërs was, toen het land in nood en in rouw was. Dat de Armeense regering de jarenlange inzet en het enthousiasme waarmee tineke (de liefde voor) de Armeense dans en muziek over de hele wereld uitdraagt waardeert en goed in de gaten heeft dat zij van Armenië een dansende ambassadeur is, bleek uit het feit dat zijn in 2006 een onderscheiding van de Armeense regering ontving voor 25 jaar inzet voor de Armeense cultuur. Muziek een van de aspecten van de Armeense dans waar tineke direct door werd gegrepen was de prachtige muziek. er waren echter geen opnamen beschikbaar, alle muziek was live. uiteraard had tineke wel veldopnamen gemaakt, maar studio opnamen waren er niet. omdat er tot 1991 uitsluitend communistische staatsstudio´s waren, was het niet mogelijk om in Armenië zelf op te nemen en besloot tineke Armeense muzikanten naar nederland te laten overkomen, met als overnachtingslocatie huize van Geel. Deze opnamen zijn in 1988 in eerste instantie als Lp bij nevofoon
Het uitdragen van de armeense (dans)cultuur tineke draagt inmiddels al vele jaren de Armeense (dans)cultuur uit door het geven van danscursussen in zowel nederland als het buitenland. essentieel daarbij is voor haar om de passie voor het lesgeven en de passie voor Armenië uit te stralen en aan iedere groep het juiste niveau aan te bieden. Aan het werken met de armen, wat zo kenmerkend is voor een groot aantal Armeense dansen, hebben veel dansers op z´n zachts gezegd moeten wennen. in het verleden weigerden sommigen dit in eerste instantie soms zelfs, tineke heeft het echt als een proces ervaren om dansers in dit opzicht over de drempel te helpen. De dans Aghchka jerazanke, waarvan de muziek op de eerste plaat uit 1988 staat, heeft tineke speciaal met dit doel geïntroduceerd. Als gastdocent heeft tineke in 1989, ter voorbereiding van het programma Dansend langs de Zijderoute van Het internationaal Danstheater, ook deze groep dansers voor het eerst kennis laten maken met dit facet. in het aanbieden van haar dansen heeft tineke het altijd heel belangrijk gevonden om duidelijk de bron van het materiaal aan te geven. Ze is er een groot voorstander van om duidelijk aan te geven wanneer een volksdans gemaakt is op basis van authentiek materiaal. Hiermee voorkom je het misverstand dat cursisten denken dat je in het land van herkomst (en dit geldt zeker niet alleen voor Armenië!) deze specifieke dans op de marktpleinen tegenkomt. Daarnaast was een langgekoesterde wens om dansreizen naar Armenië te gaan organiseren, om dat prachtige land met die vriendelijke, gastvrije en trotse mensen ook aan anderen te laten zien. Lange tijd was tineke echter van mening dat Armenië er nog niet rijp voor was. in 2005 was het moment daar en vertrok ze met een groep van 48 deelnemers naar Armenië. Deze reis werd een groot succes en vele dansreizen volgden. Dat de Armenen in dat eerste jaar inderdaad nog even moesten wennen aan het plannen van de ontvangst van een ruim van te voren aangekondigde groep toeristen, bleek toen in een restaurant slechts de helft van de groep soep kreeg. na een aantal keer navragen waar de rest van de soep bleef, bleek dat er ruim voldoende soep was, maar niet genoeg soepkommen! naast de dansreizen is tineke cultuurreizen naar Armenië gaan organiseren omdat zij het land op een andere manier wilde laten zien dan de reisorganisaties aanbieden. De meeste gidsen in Armenië werken nog een beetje volgens het Sovjetsysteem. Ze voeren de toeristen in een hoog
onderscheiding voor 25 jaar promotie van Armeense dans en cultuur
landen van europa heeft ze les gegeven in onder andere Australië, Japan, taiwan, de Verenigde Staten, canada en Singapore. Binnenkort kan ze Maleisië en waarschijnlijk china aan deze lijst toevoegen. wat de laatste jaren anders is dan vroeger, is dat ze de cursussen in het buitenland nu vaak samen met Maurits kan geven, wat gezelliger is dan altijd maar alleen op pad te zijn.
C O L O F O N ReDActie:
HenK JonKeR MARiuS KoRpeL
waar in de Verenigde Staten het grootste probleem de vergrijzing van de dansers lijkt, is dit in nederland volgens tineke de opvolging van de huidige generatie specialisten. Ze juicht het specialiseren in een bepaalde stijl door jonge dansdocen-
DinDA VAn DeR weiJDen
teL.:
010-4707439
ADReS:
cHopinpLein 51 3122 VM ScHieDAM
inteRnet:
www.SyncoopnieuwS.coM
MAiL:
[email protected]
poStBAnK:
141694
BiJDRAGen AAn Dit nuMMeR:
tijdens dansreis, met docenten paylak en Liudvig
uitgebracht, later is de muziek alsnog op cD uitgebracht (Ararat, Van Geel records/Hakketoon, 1997). Aansluitend heeft tineke haar eigen label Van Geel records opgericht, onder welke label in de loop der jaren meerdere cD´s zijn uitgebracht. Dat cD´s met Armeense muziek ook in Armenië in een behoefte voorzien, blijkt als je in Jerevan op de markt loopt. Bij een kraampje waar cD´s verkocht worden, kun je er vergif op innemen dat je er (illegale kopieën) van de door Van Geel Records uitgebrachte cD´s aantreft, al dan niet met het gekopieerde hoesje. toen tineke een marktkoopman ooit wees op het feit dat zij de “van Geel” van Van Geel Records op het gekopieerde cD hoesje was, reageerde deze, niet gehinderd door enig schuldgevoel over het feit dat het overduidelijk een illegale kopie betrof, zeer enthousiast met de mededeling dat hij het geweldig vond haar te ontmoeten en dat haar cD´s echt de beste van allemaal waren….
MAJA KuiJpeR AAD VAn BoVen
tempo van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid en draaien daar hun standaard verhaal af. omdat ze vaak zelf nooit buiten hun eigen land zijn geweest, missen ze het bredere kader om de waarde en schoonheid van de cultuur in hun eigen land te kunnen plaatsen. tineke´s gids is ook gedeeltelijk in nederland opgegroeid. Door meer componenten in een cultuurreis te betrekken (natuur, wandelen, naast de “standaard” bezienswaardigheden ook minder bekende, maar even unieke gebouwen bezoeken, kennismaken met de bevolking) en het tempo te normaliseren heeft tineke een manier gevonden om Armenië te laten zien op een manier die naar haar mening meer recht doet aan het land én aan de mensen die het land willen zien. naast cursussen Armeense dans geeft tineke ook les in nederlandse en internationale dans. Ze reist hiervoor de hele wereld over: Behalve in bijna alle
ten dan ook van harte toe, maar wil hen ook meegeven dat het specialiseren in een bepaalde stijl een enorme investering in tijd en middelen vraagt en een enorm doorzettingsvermogen vereist. Hoewel tineke een duidelijke scheiding maakt tussen haar werk en haar privé-leven (grote hobby: tuinieren), is ze van mening dat ze een ontzettend leuk vak heeft, waar ze met hart en ziel invulling aan geeft en heel veel tijd aan besteedt. “Als ik die passie niet meer voel, weet ik niet of ik er nog mee door kan gaan. ik kan niet anders dan 100%, iets op halve kracht doen past niet bij mij”. Voor meer informatie: Dansreizen/-lessen/-muziek: www.tinekevangeel.nl cultuurreizen: www.armeniaholiday.com
Dinda van der Weijden (Gebaseerd op een interview met Tineke van Geel)
MoniQue ScHRöteR-SLinGS RADBouD Koop
DRuK:
DRuKKeRiJ De GRoot, MAASSLuiS
VoRMGeVinG:
DAniëL StADHouDeR, RotteRDAM
opLAGe:
1500
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 11
eRVaRINgeN VaN eeN DeelNeMeR aaN De opleIDINg MBVo- Deel 3 In de vorige edities van het syncoopnieuws heeft u al twee bijdragen van Monique schröter-slings kunnen lezen, waarin zij haar ervaringen tijdens het volgen van de opleiding Meer Bewegen voor ouderen met ons deelt. er zijn inmiddels weer een aantal maanden verstreken en Monique heeft niet stilgezeten, zoals u hieronder in deel 3 van deze serie kan lezen. er is veel gebeurd de afgelopen maanden! ik heb mijn eerste stage afgerond, ben werkeloos geworden, heb zelfstandig een paar invallessen gegeven en heb met m’n neus in de boeken gezeten voor een aantal toetsen. De stage terwijl ik nog volop bezig was met m’n stage kreeg ik te horen dat mijn functie op m’n werk opgeheven zou worden en dat ik binnenkort dus zonder werk zou zitten. Dat was flink schrikken; ik deed de MBvo-opleiding als activiteit náást mijn werk, niet in plaats ván. ik heb me toen helemaal op de stage gestort en ben gaan meedansen in diverse ouderengroepen om op die manier zoveel mogelijk dansen van het ouderenrepertoire te leren. De dames van de stagegroep waren erg met me begaan toen ik mijn baan verloor en ze “bemoederden” me met goedbedoelde adviezen. om te bedanken voor de gezellige tijd heb ik op mijn laatste stagedag zelfgebakken cakejes meegenomen. toen de stagegroep merkte dat ik ook in andere ouderengroepen meedanste, wilden ze precies weten hoe die andere dansgroepen zijn. Zélf zijn ze nog erg fit en kunnen nog wel een draai maken, daarom vinden ze andere groepen met deelnemers die géén draai meer kunnen maken al snel “oud”, terwijl ze zelf toch ook al tussen de 70 en 80 zijn! Via mijn stagementor werd ik in contact gebracht met een MBvo-docente die tijdens haar vakantie voor vier lesuren vervanging zocht. ik heb een aantal weken meegedanst om haar groep te leren kennen en om met de apparatuur ter plekke om te leren gaan. De docente gebruikt cd’s en ze weet precies hoe dat werkt op die muziekinstallatie. ik heb muziek op een mp3-spelertje staan, maar wat ik ook probeerde, ik kreeg geen geluid uit de speakers. er is een installatie met een indrukwekkend mengpaneel, maar de technicus van het gebouw weet ook niet hoe ’t werkt met mp3… thuis hebben we nog een kleine versterker met twee boxjes, daar kan wél mijn mp3-speler op aangesloten worden. Gelukkig klinkt het in de lesruimte goed en luid genoeg, want dat is toch heel wat anders dan even proefdraaien in de huiskamer. Voor die invaluren maak ik een mooie lesvoorbereiding. De les begint met twee bekende kringdansen zodat laatkomers eenvoudig kunnen aanhaken, dan is het tijd voor iets nieuws of herhaling met uitbreiding. na de koffiepauze weer starten met een kringdans zodat toiletbezoekers ook kunnen invallen. Vervolgens uitbreiding of verdieping van bekende dansen en dan de les eindigen met een vrolijke dans.
omdat het “maar” om vier lessen gaat kan ik niet met een totaal nieuw repertoire aankomen, maar moeten er vooral veel bekende dansen gedaan worden. Maarrrrrr….., wat voor de groep bekende dansen zijn, is voor mij soms totaal nieuw, dus ik moet me in korte tijd een heel stel nieuwe dansen eigen maken, plus de hulpteksten en commando’s. wat waren die invallessen leuk om te doen! ik heb er ontzettend veel van geleerd; zoals improviseren als je vroeger dan gepland de zaal uit moet, en als er een nieuwe deelneemster is. ook ben ik al een onverwachte moeilijkheid tegengekomen: ik had zo mooi proefgedraaid met mijn mp3-speler, maar toch was er een enkel nummer waarbij de muziek niet hard genoeg te zetten
was! Help, hoe kan dat nou, alle volumeknopjes staan op maximum! thuis bleek dat de bitrate van de betreffende nummers lager was dan van de rest. Mijn thuistechnicus zei dat dit waarschijnlijk het zachte vlakke geluid had veroorzaakt, dus bij de invaluren daarna heb ik vooraf de bitrate bekeken van de geplande nummers en voor een aantal nummers een cd gebruikt. De opleiding Laatst hadden we een huiswerkopdracht: zoek informatie en achtergronden over israëlische en nederlandse volksdansen en folklore. ik had nooit gedacht dat daar zó veel over te vinden zou zijn. Bij dat soort zoekwerk is internet ideaal, je kunt gemakkelijk van de ene site doorklikken op een link naar een andere site, en voor je het weet is de avond om! op een zaterdag hadden de volksdansdocente en een aantal cursisten allerlei folkloristisch materiaal meegenomen; fotoboeken uit allerlei streken, shawls, borduurwerk, houten lepels om mee te klepperen, een paar opanken en zelfs een doosje Roemeense koekjes. eind mei hadden we weer een danstoets. er werd speciaal gelet op onze houding; staan we netjes in w-houding, ”achter” onze armen die beide even
veel geknikt zijn, maken we een mooi verende beweging en zetten we daarna eerst de teen aan de grond bij de tatkovino oro, etcetera. op de laatste lesdag in juni hadden we twee theorietoetsen: Gezondheidsaspecten, met welke lichamelijke klachten van ouderen moeten we rekening houden en hoe kunnen we blessures voorkomen; en Methodiek – didactiek, diverse manieren om een dans aan te leren, en hoe kan je dat het beste doen in een ouderengroep. na de zomer begint de laatste module. we werden al gewaarschuwd dat dat een zware periode wordt met de tweede stage waarbij op nóg meer punten gelet wordt, en er komen ook nog een aantal afsluitende toetsen. Maar nu eerst genieten van de zomervakantie en af en toe een bal of instuif bezoeken om een dansje te maken! p.S.: Jammer trouwens dat er in de zomermaanden geen ouderendanslessen gegeven worden en dat er maar zo weinig senioreninstuiven zijn. ik wil als MBvo-cursist proberen daar verandering in te brengen! Monique Schröter-Slings
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 12
aaNMelDeN seRVIcepakkeT 2014 van stichting Interdans uiterlijk 15 november 2013 Het Servicepakket van Stichting interdans is een zakelijk ondersteuningspakket voor volksdansgroepen, dansscholen (geen ballroom!), amateurdansproject-organisatoren, zelfstandig werkende dansdocenten en dansmuziekdocenten. Allemaal hebben zij ieder jaar weer opnieuw onvermijdelijk te maken met een groot aantal zakelijke, niets met dans te maken hebbende zaken. Het Servicepakket van de Stichting interdans voegt een aantal van de belangrijkste zaken samen in een abonnement zodat u daarmee in één keer aan deze verplichtingen heeft voldaan. Door de nieuwe administratieve regels van zowel Sena als BuMA zijn wij verplicht de aanmelding voor het abonnementsjaar 2014 voor 1 december 2013 aan beide organisaties toe te sturen. Het is daarom noodzakelijk dat uw aanmelding uiterlijk 15 november bij de Stichting interdans binnen is, zodat uw gegevens op tijd verwerkt kunnen worden. Bestaande abonnees zullen hiervan tijdig op de hoogte gesteld worden via hun e-mailadres. Wat zit er in het servicepakket? Muziek auteursrechten en Naburige rechten (abonnement pakket A en B) u bent bestuurder van een (volks-)dansgroep of heeft een dansschool waar het hele jaar door op diverse momenten in de week aan groepen leden (of deelnemers als u een stichting heeft) dansles-
sen worden gegeven. Als u cursusorganisator bent, zelfstandig werkend dansdocent of dansmuziekdocent dan zal u ieder jaar op verschillende momenten en plaatsen voor eigen rekening en risico cursussen en/of workshops geven. in alle gevallen gebruikt u muziek die op cd’s of dvd’s staat of misschien nog op andere muziekdragers zoals tapes, mp3 spelers etc. Dit gebruik wordt volgens een tweetal wetten (de auteurswet en de wet op de naburige rechten) aangemerkt als “openbaar gebruik” en daarvoor moet u rechten afdragen. Bij de aankoop van deze muziekdrager heeft u namelijk alleen rechten betaald voor privé gebruik. Volgens de daarvoor geldende wettelijke regels moet u dat zelf opgeven voor iedere locatie waar u lesgeeft. Voor de muziek auteursrechten bij de BuMA, het Bureau Muziek Auteursrechten en voor de naburige rechten bij de Sena, de Stichting exploitatie naburige rechten. wat zijn dat nou voor wettelijk verplichte afdrachten? Simpel gezegd, de auteursrechten zijn de rechten van de componisten en bij de naburige rechten gaat het over de rechten van de uitvoerenden, de orkesten die het op de door u gebruikte muziekdrager hebben uitgegeven. om het u makkelijker te maken heeft Stichting interdans collectieve contracten met beide organisaties afgesloten waardoor u via het abonnement op het Servicepakket niet alleen op een simpele
manier aan deze verplichting kan voldoen voor al uw lesactiviteiten, maar ook nog eens een forse korting van gemiddeld 35% geniet op de geldende tarieven van BuMA en Sena. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (WA) en Ongevallenverzekering (abonnement pakket A) Als privépersoon zal u ongetwijfeld een verzekering hebben die dekking geeft tegen wettelijke aansprakelijkheid. Maar heeft u die dekking ook als u als gevolg van uw lesactiviteiten wordt aangesproken? uw deelnemers of cursisten kunnen u in bepaalde gevallen aanspreken, maar ook locatieverhuurders bijvoorbeeld als een van uw deelnemers of cursisten iets heeft beschadigd. Dit soort aanspraken is gedekt in de collectieve bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van de Stichting interdans waaraan u als abonnee op het servicepakket kunt deelnemen. De collectieve ongevallen verzekering is een verzekering die dekking geeft in bijzondere situaties waarbij sprake is van incidenten waaruit blijvend letsel ontstaat. in die gevallen kan een aanspraak leiden tot zodanig hoge verplichtingen dat deze niet door u op te brengen zijn en het voortbestaan van de dansgroep, dansschool enz. in gevaar brengen. Deze verzekering geeft dus geen dekking voor verstuikte enkels, gescheurde spieren, tijdelijke of langduriger onderbrekingen van beroepsuitoefe-
ning enz. Deze worden door persoonlijke verzekeringen van u en uw leden/deelnemers gedekt. Kostbaarhedenverzekering (optioneel, niet standaard in het pakket opgenomen!) Stichting interdans heeft voor de abonnees op het servicepakket ook een verzekering afgesloten voor waardevolle goederen zoals kostuums, muziekinstrumenten, geluidsapparatuur en dergelijke. Deze verzekering geeft dekking bij opslag en tijdens transport. Deze verzekering is niet standaard in het abonnement opgenomen, maar abonnees kunnen er gebruik van maken als dat voor hun dansgroep/dansschool van toepassing is. Het abonnement op het Servicepakket van Stichting interdans is een jaarabonnement dat gelijk loopt met het kalenderjaar en kan alleen per 1 januari van een kalenderjaar ingaan. een aanvraagformulier voor het Servicepakket van de Stichting interdans kunt u per email aanvragen. Het ingevulde aanvraagformulier en de betaling moeten voor het abonnement 2014 uiterlijk 15 november 2013 door ons zijn ontvangen. Het emailadres is
[email protected]. Stichting Interdans, Aad van Boven Voorzitter
AUGUSTUS 2013 - PAGINA 13
alMa VeRHageN: Balkan, Balkan, en … Balkan onder haar naam op het bordje bij de voordeur staat met grote letters het woord ‘Balkan’. als de voordeur openzwaait en ik achter alma aan de gang in loop komt dat woord direct tot leven. De gang, de kamers, het hele huis staat vol met spullen die op de een of andere manier iets met de Balkan hebben. en met volksdansen. Het huis zelf is een schilderachtig, oud, typisch Nederlands stadshuis, in slechte conditie, dat wel, maar met veel authentieke details. Maar de sfeer die alma’s huis ademt is niet typisch Nederlands. Het is de sfeer van verre oorden, met de gastvrijheid zo kenmerkend voor Zuidoost-europa en de folkloristische uitstraling waarbij wij volksdansers ons zo prettig voelen. Het is dat veel van Alma’s folklore-spullen in kasten zitten, maar als het uitgestald zou worden kun je er een riant streekmuseum mee vullen. overigens zou dat nog wel eens echt kunnen gebeuren, want de gemeente tilburg, waar Alma al zowat haar hele leven woont, heeft het plan opgevat om een tentoonstelling in te gaan richten met bijzondere collecties van haar inwoners. wie weet. Alma’s collectie omvat veel waardevolle, authentieke kostuums, oude platen, boeken, en verder allerlei soorten folkloristische souvenirs. Macedonië is sterk vertegenwoordigd, maar ook van andere Balkanlanden kom je spullen tegen. collectie De collectie is opgebouwd over een periode van bijna vijftig jaar, vanaf dat Alma eind jaren 60 minimaal één keer per jaar naar de Balkan reisde, naar Joegoslavië, Macedonië, Servië, Roemenië, Bulgarije, Griekenland. toch gaan de spullen nu weg. Dat moet toch voelen alsof er een deel van jezelf, van je leven, de deur uitgaat? Hoe komt dat zo? Alma: “De leeftijd gaat toch een rol spelen. ik ben de pensioengerechtigde leeftijd al gepasseerd en ik ben zelf steeds minder actief met volksdansles geven. Het huis is te vol, het wordt ook te groot voor mij alleen, misschien ga/moet ik verhuizen. en ik wil eigenlijk dat ik er zelf nog voor kan zorgen dat mijn collectie op de een of andere manier een goede bestemming krijgt. ik zou het zonde vinden als al die spullen in een erfenis aan een roemloos einde zouden komen. Dan heb ik liever dat ze terecht komen bij mensen die er nog iets aan hebben, nog iets mee doen, die de waarde ervan begrijpen.” tijdens het gesprek met Alma aan de ronde tafel in haar ‘kantoor’ kijk ik uit op een foto van peter Bloks, in zijn laatste jaren een stadsgenoot van
Alma en ook een Balkan-fan, met name van Bulgarije. en ook op een foto van Stojan Dimov, de beroemde kaval-bouwer uit Gabrovo (etâra) in Bulgarije, die Alma ook nog gekend heeft en waar ze enkele kavals gekocht heeft. want o ja, dat was ik nog vergeten te schrijven, ook tientallen volksmuziekinstrumenten uit met name de Balkan sieren haar huis. nog meer spullen. Reizen De reizen naar de Balkan begonnen het jaar nadat Alma de beroemde pece Atanasovski uit Macedonië had leren kennen tijdens de Kerstcursus in Loosduinen eind jaren 60. Alma: “Meteen daarna nodigde ik pece uit voor workshops in tilburg, en hij nodigde mij uit in Macedonië. we raakten zeer goed bevriend. Bijzonder was bijvoorbeeld dat ik de enige vrouw was die van pece mee mocht doen met mannendansen. en vaak moest ik voor hem de vrouwendansen voordoen tijdens een workshop.” naast met pece was Alma bekend met veel andere personen uit de folklorewereld van de Balkan, zoals uit Macedonië professor Živko Firfov, tofe Drakulevski en Atanas Kolarovski, uit Bulgarije ivan Donkov, Kostadin Rujčev en tsvjatko Vasilev, en uit Griekenland Simos Kostadinos en Vasilis Dimitropoulos. tijdens al haar reizen maakte ze video-opnames, van dansen op festivals, in dorpen, van folklore en van de landen en mensen. want dat vind je ook nog in haar huis: zo’n 900 videobanden met opnames uit de Balkan. Ze wil het allemaal gaan digitaliseren om het te kunnen bewaren en archiveren. in 1971 reisde ze met een studiebeurs van het toenmalige ministerie van cRM, ja in die tijd kon dat nog. Roemenië vond ze in die tijd het moeilijkst om rond te reizen, door het strenge
regime waren de mensen daar minder toegankelijk. Maar in Joegoslavië, Bulgarije en Griekenland ging het meestal prima. Behalve op gevoelige plaatsen. Zo wilde ze eens een dorp bezoeken en filmen in oost-Servië, in het grensgebied met Bulgarije. “Grensgebieden zijn vaak juist interessant, het zijn overgangsgebieden, waar je de verbanden tussen folkloristische uitingen van naburige volkeren kunt zien. Maar dit bezoek mocht ik niet zomaar brengen. ik moest toestemming vragen in Belgrado en daar heeft het ministerie zich nog mee moeten bemoeien voordat het geregeld was. toen ik er kwam stak het hele dorp zich in de traditionele klederdracht en werd ik onthaald als een Vip!” Volksdanslessen Al vanaf het moment dat Alma in 1966 met de volksdanskaderopleiding begon heeft ze ook lesgegeven. tot 2003 bij terra nova in tilburg. Voor die danslessen was ze in dienst bij de volksuniversiteit. Maar ze heeft tijdens haar lange dansdocentencarrière zowat alles gedaan wat je maar kunt bedenken: lessen internationaal aan vaste weekgroepen, workshops internationaal en de Aprogramma’s in heel Brabant, specialisatieworkshops Macedonisch en Balkandansen in heel het land en in België maar ook aan de dansvakopleiding van het conservatorium in tilburg (Dansacademie) en op de Kaderopleiding, lessen op scholen aan kinderen en leerkrachten, en ook nog veel lesgegeven aan de kleuterleidsteropleiding in tilburg en Breda. Verder richtte ze in tilburg de demonstratiegroep Balkan op (vandaar ook dat naambordje bij de voordeur), voortgezet onder de huidige naam Mie Katoen. Ze organiseerde grote Balkanfestivals en haalde docenten en ensembles naar nederland. Ze heeft het allemaal gedaan. en dat, terwijl ze opgeleid is als kleuterleidster en ook als zodanig enkele jaren gewerkt heeft. eigenlijk wilde ze de balletopleiding gaan doen, want ze deed klassiek ballet van haar zesde tot haar zestiende. ook heeft ze nog twee jaar jazzballet gedaan. toen ze verkering kreeg en in 1964 op huwelijksreis naar voormalig Joegoslavië ging, ontdekte ze de (levende) folklore. Dat sprak haar zo aan, dat ze terug in nederland, op zoek ging naar volksdansen. toen ze begon, leerde ze de
troika en de Mayim. Met Balkandansen kwam ze in aanraking door ciga tijdens een gezamenlijk weekend van de kaderopleiding. Alma: “en al kende ik niet veel volksdansen, ik moest meedoen, en het heeft me nooit meer losgelaten.” cultuur nu geeft ze alleen nog les aan senioren in buurthuis ‘in de boomtak’ in tilburg. Ze heeft nog meegewerkt aan het seniorenprogramma Zilverdraad 5 dat bij Syncoop is uitgegeven in 2010. Drie van de dansen zijn door Alma ingebracht: Biljana (platno beleše), Smiljana en Lozeno devojko. Alle drie gebaseerd op oorspronkelijke dansen of choreografieën die ze in de Balkan gezien heeft, maar hier en daar bewerkt om het voor ons beter dansbaar te maken. een andere bekende dans van Alma’s hand is Almino oro (vertaling letterlijk ‘Alma’s dans’) op het bekende liedje Ja izlezi libe lično. en ook droeg ze twee dansen bij aan het programma van de cd prijatno van nevofoon. Alma is zelf aan het afbouwen, maar hoe ziet ze de toekomst van het volksdansen in nederland? Alma: “eigenlijk liggen er nog heel veel mogelijkheden. Het is wel heel jammer dat er zo weinig subsidie is voor cultuur. Mensen houden op zich best wel van andere culturen, kijk bijvoorbeeld maar naar de populariteit van het Festival Mundial in tilburg. ik denk dat internationaal volksdansen heel goed past op scholen. we hebben zoveel nationaliteiten in nederland. Kennismaken met al die culturen, onder andere door hun dansen, draagt bij aan meer begrip voor elkaar en is goed voor de integratie. en volksdans is voor bijvoorbeeld kleuters veel leuker dan ballet. eigenlijk is het een gemiste kans dat dat niet eerder gebeurd is. in de tijd dat ik aan de kleuterleidsteropleiding lesgaf was er op zich meer animo voor volksdans en cultuur op scholen. Maar het kan nog steeds. we moeten de kansen alleen wel oppakken.” Radboud Koop (gebaseerd op een interview met Alma Verhagen) wie interesse heeft spullen van Alma over te nemen, kan contact met haar opnemen: 013-5421325 of
[email protected]