www.syncoopnieuws.nl
DECEMBER 2011
Het instrument: de stem pagina: 2
24e JAARGANG NR.71
Recensie: Shantel Disko Partizani pagina: 7
At the Bulgarian dance tavern pagina: 5
Wordt doe dans donateur pagina: 11
Doe Dans Festival 31 aug, 1 en 2 september 2012, Biddinghuizen
SYNCOOPNIEUWS alweer zes jaar hollanD express (een kleine upDate van guus) Ook kregen we de aandacht van de media, de HE band speelde voor radio Gelderland, TV Gelderland maakt een prachtig programma over de Holland Express, en er was een interview bij de NCRV op Radio 1. Na veel optredens in het binnenland volgde ook het buitenland. Estland, Polen, twee keer Macedonië, drie keer Duitsland en vijf keer België. En of dat allemaal nog niet ver genoeg weg is liggen er momenteel uitnodigingen voor Georgië en Mexico. Wat een leuk projectje bleek te zijn is een hele onderneming geworden. Een flinke klus zullen we maar zeggen. Inclusief de juniorgroep (12 t/m 16 jaar) telt de groep nu 40 dansers en 15 muzikanten. En hoe gaat dat nu allemaal in zijn werk? De dansers en muzikanten wonen in alle hoeken van het land dus wekelijks repeteren is er niet bij. De juniorgroep danst één weekenddag in de maand en de “groten” (zoals we dat noemen) dansen één weekend in de maand. De repetities zijn ook kriskras door het land. We repeteerden de afgelopen tijd in Gouda, Nijmegen, Arnhem, Breda.
verder nog niet teveel zeggen. Wat sinds kort nieuw is bij de Holland Express is dat er zowel bij de junioren als bij de “groten” een repetitor is aangesteld. Elske Koek en Caspar Bik. Het is niet dat ik de Holland Express binnenkort ga verlaten want ik ben nog lang niet klaar. Maar ook hierin wil ik graag jonge mensen een kans geven zich te ontwikkelen. Want naast het repeteren zullen zij in de toekomst ook mee gaan choreograferen. Bij de Holland Express betekent choreograferen niet iets thuis uitdenken en het dan aanleren. Veel gebeurt er vanuit improvisatie van de dansers en de muzikanten. Hierdoor hebben ze zelf invloed hebben op de stukken, het wordt hun ding, en uiteindelijk is dat ook de kracht van de Holland Express. Kortom het gaat nog steeds goed met de Holland Express. Voor het komende voorjaar liggen er al weer vijf optredens vast. Maar eerst willen we jullie uitnodigen voor ons sponsorbal dat op zondag 11 december plaats vindt in Gouda. Voor meer info: www.hollandexpress.nl Hopelijk tot dan. Guus van Kan
De tijd vliegt, het was voorjaar 2005 toen de Holland Express startte als een project dat een half jaar zou gaan duren. Drie repetitieweekends, vijf optredens en dat zou het zijn. Maar na de hype van Doedans 2005 was er geen ontkomen meer aan, de trein Holland Express moest blijven rijden! We werden uitgekozen voor het danscircuit en dansten in 2006 op 16 verschillende plekken in ons land en in 2007 werd de Holland Express de winnaar van de
Kunstfactor Dansprijs, zowel de jury als de publieksprijs. In 2008 verscheen onze cd Hangplek genaamd, vol met composities van Gerwil Kusters die ik hierbij graag wil vernoemen, want zijn bijdrage aan de Holland Express is van grote waarde.
Dus ook wat dat betreft blijft de Holland Express in beweging en doet zijn naam eer aan. Naast letterlijke verplaatsing wil de Holland Express ook artistiek in beweging blijven. Om diversiteit in de choreografieën te krijgen is er in de loop der jaren gewerkt met een judoka, docenten hiphop, een ropeskipper, een docent houding en beweging, en voor de laatste choreografie Multiculti, met specialisten Turks, Balinees en Surinaams. Voor onze nieuwe stuk “Een, twee in de maat” gaat een aantal dansers zich bezig houden met twirlen en vendelzwaaien maar daarover wil ik
DoeDans 2011, De thuisblijvers kregen ongelijk Toen Marius Korpel vorig jaar aankondigde dat dit toch echt het laatste Doedans Festival was dat hij organiseerde ging er een golf van ontzetting door de volksdanswereld. Een festival dat al zo lang bestaat, dat kan toch zo maar niet stoppen. Gelukkig diende zich al snel een dappere opvolger van Marius aan en werd er een oproep aan alle medewerkers gedaan om in 2011 ook weer van de partij te zijn. In grote getale is hieraan gevolg gegeven. Wat natuurlijk wel heel spannend was, was of er voldoende aanmeldingen van deelnemers zouden zijn. In 2010 hadden veel mensen aangegeven nog één keer naar Doedans te gaan omdat het de laatste keer zou zijn. Wat voor gevolgen zou dat voor het festival in 2011 hebben? Natuurlijk zijn er dingen veranderd. Het grote plein was iets anders opgezet, in de programmering waren wat wijzigingen en sommige vrijwilligers van de vaste crew deden niet meer mee. Toch kan ik niet anders zeggen dan dat Doedans nog steeds Doedans is. Het plan om de jongeren een eigen deel van de camping te geven is naar mijn idee een gouden vondst. De programmering van de workshops is nog steeds ijzersterk met een aantal vaste publiekstrekkers zoals Bulgaars en Grieks maar ook met vernieuwende elementen zoals de Polska Swing. De grote voorstellingen op vrijdag- en zaterdag-
avond waren zeer de moeite waard. Nieuw was dat het festival met een gezamenlijk bal werd afgesloten in plaats van met een voorstelling. Hierover zullen ongetwijfeld de meningen verschillen. Voor de vrijwilligers betekent dit dat het afbreken anders in z'n werk gaat, veel deelnemers zullen de slotvoorstelling terug willen en aan de andere kant geeft zo'n gezamenlijk bal ook een gevoel van saamhorigheid. Ook nieuw was de mogelijkheid om een stoelmassage te boeken. Of dit volgend jaar ook weer op het programma staat? De meeste Doedans-gangers leden hiervoor toch wel aan wat koudwatervrees. Van een aantal deelnemers hoorde ik dat men het jammer vond dat in de horecatent geen volksmuziek te beluisteren was. Best een beetje vreemd natuurlijk op een volksdans- en volksmuziekfestival. Wel weer leuk waren de optredens bij broodje dans. Met name op zaterdag zaten veel mensen in het zonnetje te genieten van de optredens van diverse groepen op één van de buitendansvloeren. Jammer dat op zondag de regen roet in het eten gooide maar dat is de organisatie niet aan te rekenen. Soepeltjes werd er op het regenprogramma overgeschakeld. Nu terugkijkend, nadat in september het festival heeft plaatsgevonden, kunnen we gelukkig maar
REDACTIONEEL 2012 wordt door veel mensen gezien als een belangrijk jaar. Een jaar waarin grote veranderingen gaan plaatsvinden. De Maya kalender eindigt volgend jaar en voor veel mensen is dat aanleiding om te denken dat dat het einde van de wereld inluidt. Overigens eindigt de kalender op ons toilet ook ieder jaar op 31 december. Wat echter zeker gaat gebeuren is dat er bij Syncoopnieuws een aantal veranderingen zal plaatsvinden. De redactie, in de persoon van Mark Benjamin, Radboud Koop en mijzelf, heeft besloten dat het tijd is voor een frisse wind en neemt daarom in de loop van het komende jaar afscheid van dit blad. We hebben allemaal met veel plezier aan de krant gewerkt maar andere zaken vragen onze aandacht. In de komende maanden wordt een aantal zaken overgedragen aan de nieuwe redactie. Natuurlijk blijven we wel met veel interesse kijken naar de ontwikkelingen in de volksdanswereld en bij Syncoopnieuws en zult u beslist nog wel eens van ons horen maar voortaan liggen de touwtjes in handen van de nieuwe redactie die zich ongetwijfeld in een volgend nummer aan u voor zal stellen. Uiteraard kijken we in dit nummer terug op het Doedans Festival; dit jaar niet meer georganiseerd door Marius Korpel maar door Katja Oostergetel. Inmiddels traditiegetrouw een artikel over een bij de meeste dansers wel bekende dans en van Mark dit keer een artikel over een vaak onderschat instrument: de menselijke stem.
één ding concluderen: De thuisblijvers hadden ongelijk! Doedans sprankelt nog steeds en hopelijk kunnen we ook in 2012 weer van het festival genieten.
Als laatste rest mij om u voor dit jaar een goed uiteinde toe te wensen en een goed begin van het komende jaar. Als 2012 al het begin van grote veranderingen moet zijn, laten het dan positieve veranderingen zijn. Ik wens u mede name de redactie, alle goeds. Jeannette Snier
Jeannette Snier
DECEMBER 2011 - PAGINA 2
ragús - the show: ierse Dans en Muziek gezien op zaterdag 22 oktober, theater junushoff, wageningen Afgelopen Doe Dans raapte ik al mijn moed bij elkaar en meldde mij bij de workshop Iers van Renske Burghout. Renske, die jarenlang danseres bij internationaal dansensemble Paloina was, heeft de afgelopen vier jaar in Ierland gewoond. In 2008 is zij daar cum laude afgestudeerd aan de University of Limerick met een Master of Arts Degree in Traditional Irish Dance Performance, waarna ze drie jaar heeft lesgegeven aan deze opleiding. Inmiddels is Renske terug in Nederland, waar ze zich met de opgedane ervaring wil vestigen als specialist Ierse dans, zowel als docent, choreograaf als danser. In de brandende zon legde Renske een aantal basispassen van het Iers uit en leerde ze verschillende Set- en Ceilidansen aan. In mijn beleving moesten mijn voeten op hetzelfde moment op verschillende plaatsen tegelijk zijn en mijn bijdrage had dan ook een hoog “silly walk” gehalte, maar ik vond het ontzettend leuk en mijn sluimerende belangstelling voor Ierse dans en muziek werd weer flink opgepookt. En passant vertelde Renske mij dat ze inmiddels ook (als enige niet-Ierse!) in het ensemble van de Ierse dansgroep “Ragús - The Show” danst en dat er na de zomer een tournee in Nederland van start ging. Dat bracht mij op 22 oktober naar theater Junushoff in Wageningen. Het Iers-Gaelische woord “Ragús” betekent “drang” of “behoefte”, het gevoel ten aanzien van het uitdragen van Ierse dans en muziek dat de groep op het toneel wil overbrengen op het publiek. Ragús is vijftien jaar geleden begonnen
als een kleine dansgroep op het eiland Inis Mór, het grootste eiland van de Araneilanden, gelegen in de baai van Galway. De groep heeft zich steeds verder ontwikkeld en geprofessionaliseerd, bestaat inmiddels uit meer dan 30 dansers en muzikanten en treedt over de hele wereld op. Wat ik een beetje miste was een programmaboekje met wat uitleg over wat er te zien was en een “tableau de la troupe”. Waarschijnlijk pure nieuwsgierigheid, maar ik vind een dergelijk kijkje achter de coulissen altijd een erg leuke aanvulling op een voorstelling. Bij gebrek aan een programmaboekje werden de aankondigingen gedaan door de accordeonist, Fergal O´Murchui, tevens de leider van de groep. Hij zocht daarbij sterk de interactie met het publiek, waar ik me altijd een beetje ongemakkelijk bij voel. Ik zit liever gewoon in de zaal en laat op me af komen wat er ten tonele wordt gebracht, zonder dat ik me “verplicht” voel om op bepaalde momenten te klappen of mee te zingen of wat dan ook. Maar goed, zo te merken vonden anderen in de zaal dit juist weer erg leuk, dus ieder zijn ding. Ragús liet zowel soft shoe als hard shoe dansen zien in showstijl, een stijl die voortkomt uit het wedstrijddansen. Het uitgangspunt hierbij is traditionele muziek en dans, maar aangepast voor het toneel. De dansers binnen dit soort shows zijn getraind in solodansen, wat de stijl, die bekend is van Riverdance en Lord of the Dance,
sterk bepaalt. De choreografieën werden begeleid door het 6-koppige orkest, met daarin typisch Ierse instrumenten als Uilleann pipes en bodhrán. Naast goed in het gehoor liggende intermezzo´s van het orkest werd er op een aantal momenten een zangeres ten tonele gevoerd die wat meer gedragen nummers zong. Deze zangnummers vond ik wat uit de toon vallen binnen de sfeer van het overige programma. In plaats van de zangeres had ik nog wel wat meer dans willen zien, maar ik denk dat ik daarmee onderschat hoe zwaar het voor de dansers is om een avondvullende voorstelling te verzorgen.
werkt met twee mannelijke en twee vrouwelijke solisten, de overige meisjes vormden het ensemble. Juist van de bijdragen van het ensemble, 15 meiden op een rij die exact gelijk de meest onmogelijke passencombinaties uitvoeren, heb ik het meest genoten.
Ik vond het een prachtige voorstelling. Ragús
Dinda van der Weijden
De tournee in Nederland is inmiddels voorbij, Ragús - The Show vertrekt binnenkort naar Japan en aansluitend naar Frankrijk. Volgend jaar zullen ze echter zeker weer Nederland aandoen en ik kan iedereen die iets met Ierse dans en/of muziek heeft, aanraden om te gaan kijken! De groep is te volgen op www.ragus.ie
het instruMent: De steM Met afstand het meest gebruikte instrument in de muziek is de menselijke stem. vrijwel iedereen kan geluid voortbrengen met zijn stemplooien, de officiële en feitelijk betere naam voor wat we meestal stembanden noemen.
wassen vrouwensopranen. De naam ''tenor' betekent letterlijk houder, het was vroeger de stem die de hoofdmelodie hield. De bas (Bassus=laag) eronder, de alt (altus=hoog) er boven. Sopraan komt van sopra, boven. Hoewel het bereik van een stem uiteraard van groot belang is om te bepalen wat voor stemsoort iemand zingt, letten dirigenten ook op het timbre. Een vrouw die heel hoog kan zingen kan bijvoorbeeld vanwege haar klankkleur toch beter bij de alten zingen. Over stemvorming en stemtechniek zijn boeken
vol geschreven. Vocal coaches, zangpedagogen, ze hebben allemaal hun eigen ideeën, technieken en tips. Lastig is dat het zich allemaal van binnen afspeelt. Waar je een violist kunt laten zien hoe hij zijn strijkstok vast moet houden, waar een gitariste haar vingerzetting kan verbeteren, daar moet een zanger het veel meer aanvoelen. Veel zangpedagogen werken daarom met beelden en beeldspraken: uit je nek zingen (dat is iets anders dan uit je nek kletsen), je schedeldak open
Vervolg op pagina 3
C O L U M N MOE In Nederland hebben we te maken met een nieuwe immigratiegolf. Na de Grieken, Spanjaarden en Italianen begin jaren zestig en vervolgens de Turken en Marokkanen, de Surinamers, de Antillianen en de asielzoekers zien we nu een instroom van Polen, Bulgaren, Roemenen, Slovenen. Voor politici en ambtenaren is die omschrijving te lang, dus hebben we weer een nieuwe afkorting: de MOE-landen. Midden- en Oost-Europa. Na de Nieuwe Nederlanders en de Medelanders hebben we nu zelfs de MOE-landers. Hoewel baby's ogenschijnlijk zonder moeite direct na hun geboorte een flinke stem op kunnen zetten, is het nog een knap ingewikkeld proces wat zich afspeelt in hun keel. De stemplooien kunnen de stemspleet openen en sluiten. Als er een smalle stemspleet is kunnen de stemplooien in trilling worden gebracht en ontstaat er geluid. De frequentie van de trillingen bepaalt de toonhoogte. Dan zijn er nog ware stemplooien en valse stemplooien (heeft niets met vals zingen te maken) en er is het strotteklepje dat de luchtweg of de slokdarm afsluit. Er kan dan ook van alles mis gaan, met gevolgen voor de stem (zoals heesheid). De lengte van de stemplooien is bepalend voor het bereik van de stem. Langere plooien betekenen een lagere stem. Dit is de verklaring voor het dalen van de stem bij jongens in de puberteit. Ze krijgen 'de baard in de keel', een vreemde uitdrukking want er groeit geen haar aan de binnenkant van het strottenhoofd, en baardgroei houdt ook geen verband met de laagte van de stem. Tegenover Ivan
Rebroff staat Luciano Pavarotti, om maar eens twee extremen te noemen. In de westerse muziek zijn we gewend minstens vier stemsoorten te onderscheiden: sopraan, alt, tenor en bas. Bij catalogi van bladmuziek staat het ook zo afgekort SATB, of SSATB etc. Er zijn ook tussenstemmen: de mezzo-sopraan tussen sopraan en alt, de bariton tussen tenor en bas. Hoewel meestal sopraan en alt door vrouwen worden gezongen en tenor en bas door mannen, is dit niet noodzakelijk. Zeker in koren met een mannentekort zijn er ook wel vrouwen met een lage stem die de tenorpartij zingen. Aan de andere kant kunnen mannen met een hoge stem ook de alt- of zelfs sopraanpartij zingen, door gebruik te maken van hun hoogste register (falsetstem). De vocale werken van Bach werden waarschijnlijk allemaal door jongen en mannen gezongen, en in de 'authentieke' uitvoeringspraktijk wordt dat nu ook weer gedaan. Daarbij komt dat jongenssopranen een ander timbre hebben dan vol-
En zoals altijd gaat het om mensen die een beter bestaan voor zichzelf en hun familie willen. Sommigen zien het als tijdelijke periode waarin ze zo veel mogelijk hopen te verdienen om in eigen land een beter leven op te bouwen, anderen zien hun toekomst hier en laten hun gezin overkomen. Gemeenten maken al folders in het Roemeens, leerkrachten worden bijgeschoold en ik zie al heel wat Poolse winkels. Waarom staat deze nieuwe groep arbeidsmigranten ineens zo in de belangstelling? Uiteindelijk draait het allemaal om werk en om aantallen. Ik heb nooit iemand gehoord over Russische tandartsen, over Poolse violisten in het Rotterdams Philharmonisch orkest of over Bulgaarse balletdansers bij het Nationaal Ballet. Laat staan over Roemeense dansleiders in Nederland. De discussie gaat nu wel over Poolse loodgieters, Bulgaarse havenarbeiders en
Roemeense aspergestekers. In sommige steden en dorpen gaat het echt om grote aantallen: in Zundert wonen tweeduizend Moe-landers, ofwel één op de tien. In een stad als Dordrecht is één op de vijf nieuwe inschrijvers voor een sociale huurwoning afkomstig uit Midden- of Oost-Europa. Hier liggen natuurlijk geweldige kansen voor de volksdanswereld. Wat ons met de Turkse en Marokkaanse immigranten niet gelukt is, moet nu toch meer kans van slagen hebben: ledenaanwas. Met als bijkomende kans het mannentekort wat weg te werken, want veel Moe-landers zijn mannen. Eén van de klachten van omwonenden is dat die mannen zich 's avonds uit verveling een flink stuk in de Slavische kraag drinken. Volksdansverenigingen: verleg je werving naar de Polenhotels en de kamerverhuurbedrijven. Dansleiders: zet de eerstvolgende keer een extra hora, sirba, choro, pajduska, mazurka of oberek op het programma. Barmedewerker: tap naast Amstel ook eens een Tusky, zet naast de Bordeauz ook eens een Rakia. De supermarkten hebben de nieuwe klandizie ook al ontdekt. Katholieke kerken zitten ineens weer voller, waarom de dansvloer niet? Overigens een raadsel: welke twee landen staan bovenaan als landen van herkomst van allochtonen in Nederland? Indonesië en Duitsland. Maar ik weet niet of we voor een Jaipongan of een Dubbele Duitse Polka de volksdansers warm krijgen. Mark Benjamin
DECEMBER 2011 - PAGINA 3
Vervolg pagina 2, Het instrument: de stem zetten, de toon niet onder je neus laten zakken enzovoorts. Daarnaast zijn er ook technische aanwijzingen die wel zichtbaar zijn en ook hoorbaar effect hebben: lichaamshouding, ademhaling, stand van kaak, mond, tong, lippen, verhemelte. Veel volksmuziek is vocale muziek. Iedereen heeft zijn/haar eigen stem altijd bij zich! In sommige culturen zijn er speciale zangtechnieken en tradities ontwikkeld. Volksdansers zijn natuurlijk allemaal bekend met de Bulgaarse vrouwenkoren. De onmiskenbare klank van de Bulgaarse zang heeft met een aantal factoren te maken: de pakkende ritmes, de voor onze oren bijzondere samenklanken en, vooral: het bijzondere stemgebruik. Door gebruik te maken van resonans in je hoofd ontstaat die typisch doordringende klank. Een totaal andere techniek is de keelzang, zoals die door de Tuvanen en andere bergvolken in Azië is ontwikkeld. Hier wordt juist de resonans zo laag mogelijk gezocht. In de techniek van de keelzangers is het ook mogelijk om boventonen te laten horen. En wat te denken van de Finse schreeuwkoren? In Nederland kun je bij verschillende cursusorganisaties (zoals Stichting Volksmuziek Nederland of vereniging Huismuziek) workshops volgen voor juist die verschillende zangculturen en de daarbij horende klankvorming.
Zangers hebben heel veel mogelijkheden om melodieën te versieren. Zeker in het (midden) oosten is de melodie belangrijker dan de harmonie: maar hoe je die melodie vervolgens versiert, dat máákt je tot een goede zanger. Doordat zangers niet te maken hebben met toetsen, gaten, kleppen en andere mechanische beperkingen, hebben ze schier oneindige mogelijkheden voor versieringen. Glijtonen kunnen prachtig zijn, veel volkszangers maken een 'buikje' in belangrijke tonen door net te laag in te zetten en dan de toon naar de goede hoogte te trekken. De Engelse folkzanger Martin Carthy maakt veel gebruik van deze techniek. Trillers, voorslagen (een andere toon voor de eigenlijke toon), noem maar op. Klassieke zangers gebruiken vibrato, om tonen rijker te laten klinken. In Nederlandse volksmuziek bestond er in Volendam een traditie van rijke versieringen. De Nederlandse folkgroep Wolverlei putte inspiratie uit het repertoire van de Volendamse zangeres Trijntje Steur-Tuijp. Dat is nog eens wat anders dan de palingsound van Jan Smit. Radiomaker Ate Doornbosch maakte van 1957 tot 1994 het programma Onder de Groene Linde, met veldopnames van Nederlandse liederen. De vijfduizend opnames worden bewaard door het Meertens Instituut als onderdeel van de Nederlandse Liederenbank.
Sommige technieken kom je in veel culturen tegen, zoals vraag en antwoord, waarbij twee zangers letterlijk om de beurt zingen. In Bretagne staat deze techniek bekend als Kan ha Diskan, een techniek die vervolgens is omgezet in het samenspel tussen biniou en bombarde (schalmei en doedelzak). Ook kom je over de hele wereld 'gezongen instrumentale muziek' tegen, waarbij de zanger geen tekst zingt, maar met klanken een instrument imiteert. Fraaie voorbeelden zijn te horen in Ierland, waar deze techniek Lilting wordt genoemd, maar ook in het Canadese Quebec wordt het zeer effectief en dansant gebruikt door een groep als La Bottine Souriante. Ook in (berg) streken waar herders leven kom je veelal vergelijkbare technieken tegen van wat we meestal jodelen noemen, afwisselend gebruik van kopstem en borststem. Met deze techniek is het mogelijk over grote afstanden te communiceren. Over grote afstanden gesproken: er zit groot verschil in hoe klassieke zangers en popzangers luid zingen. Popzangers (en musicalzangers) maken gebruik van de techniek van het belten (letterlijk brullen), waarbij de hard en hoog kunnen zingen door sterke spierspanning. Klassieke zangers maken meer gebruik van resonantie en een open keelstand. Goede zangers gebruiken hun hele lichaam. Natuurlijk kennen we allemaal het beeld van de operadiva met flinke onderkin en imposante borst, maar er zijn ook uitstekende zangers met een ander postuur.
Zingen kan overal: in de badkamer, zondags in de kerk (of het nu op hele noten is met zware orgelbegeleiding of een moderne gospel), in de auto (let maar eens op in de file), op de steiger (mooi vastgelegd door Herman van Veen in Hilversum 3), in de klas…. En voor wie samen wil zingen: Nederland heeft een enorm aanbod aan koren, misschien wel het dichtste netwerk ter wereld. Vanouds kennen we de vele Oratoriumkoren, Toonkunstkoren, Christelijk Gemengde Zangverenigingen, Mannenkoren (soms gelieerd aan een bedrijf), Jeugdkoren, Kinderkoren, en de laatste decennia zijn daarbij gekomen de Close Harmonygroepen, Vocal Groups, Popkoren , Wereldkoren, Balkankoren, Shantykoren, Smartlapkoren, Strijdkoren…. Frisia non cantat, wie dat zegt die liegt dat, dat geldt eigenlijk voor heel Nederland. En met programma's als Idols, the X-factor, Holland's got talent, Korenslag en The Voice of Holland is de belangstelling alleen maar verder aangewakkerd… Mark Benjamin
het interDans servicepakket 2012
waarom zou je als volksdansgroep of zelfstandig werkende dansdocent of cursusorganisator een abonnement moeten nemen op het interdans servicepakket? Als volksdansvereniging of -stichting organiseer je wekelijks danslessen, of als zelfstandig werkende dansdocent geef je ieder jaar op verschillende momenten en plaatsen voor eigen rekening en risico cursussen en /of workshops. Daarbij gebruik je muziek die staat op cd's, dvd's of misschien nog andere muziekdragers zoals tapes, mp3 spelers, etc. Dit gebruik wordt volgens een tweetal wetten (de auteurswet en de wet op de naburige rechten) aangemerkt als “openbaar gebruik” en daarvoor moet je rechten afdragen. Bij het kopen van deze muziekdrager heb je namelijk alleen rechten betaald voor privé gebruik. Volgens de daarvoor geldende regels moet je dat zelf opgeven voor iedere locatie waar de lessen worden gegeven. Voor de auteursrechten bij de BUMA, het BUreau Muziek Auteursrechten en
voor de naburige rechten bij de SeNa, de Stichting Exploitatie Naburige rechten. Wat zijn dat nou voor wettelijk verplichte afdrachten? Simpel gezegd, de auteursrechten zijn de rechten van de componisten en bij de naburige rechten gaat het over de rechten van de uitvoerenden. De orkesten die het hebben opgenomen op de door jou gebruikte muziekdrager. Om het je makkelijker te maken heeft, in het verleden het LCA en sinds januari 2009 de Stichting Interdans collectieve contracten met beide organisaties afgesloten waardoor je via het abonnement op het Servicepakket niet alleen op een simpele manier aan deze verplichting kan voldoen voor al je lesactiviteiten, maar ook nog eens een forse korting van gemiddeld 35% geniet op de geldende tarieven van BUMA en SeNa.
verzekeringen Als privépersoon zal je ongetwijfeld een verzekering hebben die dekking geeft tegen wettelijke aansprakelijkheid. Maar heb je die dekking ook als je als gevolg van je lesactiviteiten wordt aangesproken? De deelnemers of cursisten kunnen je in bepaalde gevallen aanspreken, maar ook locatieverhuurders bijvoorbeeld als een van je deelnemers of cursisten iets heeft beschadigd. Dit soort aanspraken is gedekt in de collectieve verzekering waaraan je als abonnee op het servicepakket kunt deelnemen. In het tarieven overzicht zie je de tarieven met en zonder deelneming in de verzekering. In het pakket A (met verzekeringen) zit ook een collectieve ongevallenverzekering en kun je gebruikmaken van de speciale Interdans voorwaarden voor een kost-
baarhedenverzekering waarbinnen je, kostuums, geluidsapparatuur en muziekinstrumenten voor opslag en transport kunt verzekeren syncoopnieuws In 2012 zult je als abonnee op het servicepakket ook drie maal het Syncoopnieuws ontvangen. Het abonnement op het Interdans Servicepakket is een jaarabonnement dat gelijk loopt met het kalenderjaar. Een aanvraagformulier voor het Interdans Servicepakket kunt je per email aanvragen. Het emailadres is
[email protected] . Aanmelding en betaling moeten voor 31 december bij Interdans ontvangen zijn. Aad van Boven
tarieven interdans servicepakket 2012
DECEMBER 2011 - PAGINA 5
barbaarse schoonheiD in barak en boerenDansen twee strijkinstrumenten: Bulgaarse gadulka en de Mongoolse morin khur. Nu werd ik opmerkzaam gemaakt op een andere cd met een Barbaarse titel, en opnieuw een verrassende combinatie: een Nederlands barokorkest met een Slowaakse violist en cymbaalspeler, die werken van Telemann combineren met Poolse, Slowaakse en Nederlandse dansmuziek uit oude manuscripten. Een zeer geslaagde combinatie!
holland baroque society: barbaric beauty channel classics ccs sa 31911 In Syncoopnieuws nr.69 besprak ik de cd Violons Barbares, een bijzondere combinatie van
De Holland Baroque Society heeft in de vijf jaar van haar bestaan al eerder bijzondere samenwerkingsverbanden gezocht, zoals met jazztrompettist Eric Vloeimans. Nu is er de samenwerking met violist Milos˘ Valent en Jan Rokyta (cymbaal, fluiten, duduk, klarinet). Veel volkdansers zullen Jan Rokyta nog kennen als muzikant in het orkest van het Internationaal Danstheater, waarvan hij ook een tijd muzikaal leider was. Verder heeft hij een aantal jaren samengewerkt met zangeres Shura Lipovsky. De musici weten elkaar goed te vinden: het speelplezier spat van de cd. Door een prachtig geba-
lanceerde opname (met opvallend veel diepte) komen zowel de solo-instrumenten, waaronder ook 'zachte' instrumenten als theorbe en duduk, prachtig tot hun recht. De combinatie Telemann met dansmuziek uit Midden- en Oost-Europa is niet zo gek als hij op het eerste gezicht lijkt. Georg Philipp Telemann (1681-1767) heeft deze muziek leren kennen toen hij aan het hof van Graaf Erdmann von Promnitz een tijd in Krakow verbleef. Daar hoorde hij Poolse en Tsjechische muziek. ,,Dit in al zijn barbaarse schoonheid”, aldus Telemann. Telemann hoorde violen en doedelzakken, en was zeer onder de indruk van de improvisaties. ,,Wanneer je zou noteren wat daar allemaal gespeeld werd, heb je na een week genoeg ideeën voor de rest van je leven. Als je weet hoe je er je voordeel uit kunt doen is zo veel goeds uit deze muziek te halen.'' Dat heeft hij in elk geval gedaan met zijn manuscript Danse de Polonie, waarin 30 dansen
staan. Daarnaast heeft hij de Poolse muziek verwerkt in concerto's. Uit deze rijke collectie put de Holland Baroque Society, waarbij de muziek van Telemann schijnbaar naadloos overgaat in dansen uit de 18e eeuwse manuscripten uit Slowakije en 18e eeuwse speelmansboeken. Het levert fantastische suites op: het ene moment waan je aan het hof, een paar tellen later zit je in een boerenbruiloft in de Karpaten. Waarbij we ons moeten realiseren dat het onderscheid tussen hofmuziek en volksmuziek toen nog niet zo groot was als nu. Hoeveel componisten hebben niet geput uit volksliederen en volksdansmuziek? Waar er bij andere cross-overs nog wel eens wat mis wil gaan, bijvoorbeeld omdat een klassiek orkest de volksmuziek te netjes speelt, daar is de kracht van deze cd juist dat alle muziek tot haar recht komt, het gaat er af en toe wild aan toe. Barbaarse schoonheid, zeg dat wel. Mark Benjamin
at the bulgarian Dance tavern
De nieuwe cd van Jaap Leegwater in nagedachtenis aan Jeroen Smoorenburg en Rob Kerkhoven “De opnames lagen al meer dan tien jaar op de plank, wachtend om uitgegeven te worden. na het plotselinge overlijden van jeroen smoorenburg vonden we dat het er nu toch echt van moest komen en gingen we aan de slag met het masteren en mixen van de bestaande opnames. toen ook rob kerkhoven ons opeens ontnomen werd was het dan ook 'in no time' gepiept. binnen twee maanden lag de cd op tafel. een eerbetoon aan deze twee geweldige mensen, vrienden en muzikanten.”
huizen niet alleen maar vastgelegde dansen en passencombinaties gedaan moesten worden, maar dat er meer gedanst moest worden op de manier zoals dat in Bulgarije gaat, namelijk veel meer (basis)dansen die iedereen mee kan doen, waarbij je de leider van de rij volgt voor eventuele variaties en waarbij er interactie is tussen de dansers en de muzikanten.” Daarvoor moest Jaap natuurlijk wel de beschikking hebben over muzikanten die dit kunnen. Muzikanten die een nummer veel langer dan de drie minuutjes van een opname kunnen spelen, met geïmproviseerde melodieën en die kijken naar de dansers en de dansers ook begrijpen en kunnen inspireren. “Muzikanten zoals die in Kusmet en mensen zoals Ron Kerkhoven, die kunnen dat - heel goed zelfs. Soms plukten we ook wel eens 'echte' Bulgaarse muzikanten van straat, die dan op zo'n avondje net zoveel verdienden als met een hele dag op straat in de kou zitten met hun pet.” “Nadeel van die straatmuzikanten was dat ze gaandeweg een dans uit een bepaalde streek van Bulgarije steeds enthousiaster werden en steeds sneller en meer virtuoos gingen spelen. Hierdoor verloren de dansen uit Dobrudz˘a en Trakija hun gedragen karakter en werden ze opgevoerd tot een climax die past bij een 's˘op finale'. Toen heb ik Jeroen maar gevraagd met zo'n accordeonspeler mee te doen, kon hij de straatmuzikant in toom houden. De muzikanten van Kusmet kon ik natuurlijk veel beter aansturen, zij bleven trouw aan de specifieke dans en stijl en hadden veel meer inzicht in de noden van de dansers. Daar kon ik echt fantastisch mee samenwerken.”
V.l.n.r.: Rein de Graaff, Jan Wollring, Rob Kerkhoven, Galina Durmushliyska, Jeroen Smoorenburg. Foto: Guido Smoorenburg. Aan het woord is Jaap Leegwater, die de cd op eigen label heeft uitgegeven. Een programma van 14 Bulgaarse dansen en dansliedjes gespeeld door het Nederlandse orkest Kusmet met als gastmuzikant Rob Kerkhoven (tambura en bas) en als gastzangeres de Bulgaarse Galina Durmushliyska. Kusmet bestaat uit Jan Wollring (accordeon), Rein de Graaff (klarinet) en Jeroen Smoorenburg (tâpan). Bij al deze muzikanten zit het spelen van volks(dans)muziek, en in het bijzonder Bulgaarse muziek, diep in de vezels ingebakken. “Jan, Rein en Jeroen staan bekend om hun muzikale talent en vaardigheden, niet alleen door hun inspirerende dansbegeleiding maar ook doordat ze aan hun optredens extra kleur toevoegen door te zorgen voor een levendige interactie tussen muziek en dans.” kusmet Kusmet ontstond in 1999 naar aanleiding van het jubileumfeest van de toen 40-jarige volksdansvereniging Zajednica in Amsterdam. “Dit orkest was een soort wedergeboorte van het Kusmet dat in de 80'er jaren bestaan had en waar Rein de Graaff, Halet Görkey en Mike de Keijzer deel van uitmaakten. De gedachte om met een aantal vaste
muzikanten samen te gaan werken voor mijn danslessen ontstond al in 1997 tijdens een Kerstcursus in Nunspeet, waar de samenwerking met Jan Wollring, Rein de Graaff en Jeroen Smoorenburg vorm kreeg. Ik had de behoefte aan een kleine en flexibele band om meer met live muziek te kunnen doen in plaats van plaatopnames.” Onder de naam Kusmet toerden Rein, Jan en Jeroen in de Verenigde Staten waar ze Jaap's workshops begeleidden in 1999 bij het Diamond Dance Circle camp in Virginia en in 2000 op het Stockton Folk Dance Camp in California. Sinds Jaap weer in Nederland kwam wonen werd er regelmatig samengewerkt bij workshops, Doe Dans en de Bulgaarse Danshuizen (Bulgarian dance tavern, vandaar ook de titel van de cd) bij Zajednica in Amsterdam. Jaap en Kusmet kenden de in Nederland woonachtige Bulgaarse zangeres Galina Durmushliyka al van eerdere, soms spontane, samenwerking en het lag dan ook voor de hand dat Galina de vaste gastzangeres werd. Danshuis: bulgarian dance tavern “Ik had het gevoel dat er bij die Bulgaarse dans-
opnames van goede kwaliteit “In die begintijd werden er al eens een aantal live-opnames gemaakt. Die opnames waren mooi, maar we vonden dat er eigenlijk echte, goede studio-opnames moesten komen.” De opnames zijn in twee sessies gemaakt in de ruimte van de Afdeling Muziek van de Internationale School in Amsterdam in het najaar van 1999 en het voorjaar van 2000, door niemand minder dan Paul Stafski, de vaste geluidstechnicus van Kaleb en dansensemble Paloina. Bij deze productie verdient de rol van Jan Wollring speciale vermelding. Het is aan zijn meesterschap te danken dat die opnames bewerkt zijn tot het resultaat dat nu op de cd staat. “Jan heeft een enorme invloed gehad op de cd, niet alleen qua muziek, maar hij heeft ook de lay-out voor zijn rekening genomen. En het resultaat mag er wat mij betreft zijn!” Op de cd staan 14 dansen, 8 instrumentale nummers en 6 vocale, gezongen door Galina. De vocale nummers zijn allen dansliedjes en zijn geselecteerd uit het grote repertoire van Galina. Vier van die liedjes komen uit Dobrudz˘a, de streek in het noordoosten van Bulgarije waar Galina vandaan komt: Mâri hej/Bre ovc˘arju (dansnaam: Srebrânska sborinka), Stâpil dobri, Alen boz˘ur/Dobric˘kite momi (dansnaam: Tjanevska râka) en Ot dolu ide mamo (dansnaam: Brâsni cârvul). In de andere twee vocale nummers verlegt Galina haar grenzen naar de streek Trakija in midden en zuidoost Bulgarije: Abre Nikola (Kopanica) en Indz˘e prez gora vârves˘ e (dansnaam: Haskovsko).
Dansmuziek De selectie van de instrumentale nummers is deels gedaan op verzoek van Jaap en deels door de inbreng van de muzikanten van Kusmet zelf. Jaap: “Van een aantal dansen uit mijn repertoire had ik niet de beschikking over kwalitatief goede opnames, zoals Djajo Mitjovata en Sborinka. De 'veldopnames' die ik hiervan heb, heb ik in het verleden wel eens gebruikt, maar de behoefte aan een nieuwe opname van goede kwaliteit was groot. Die heb ik nu. Dat is een enorme verbetering.” “Voor mijn workshops is de cd dan ook heel bruikbaar. En aangezien de muzikanten stuk voor stuk veel ervaring hebben met dansbegeleiding helpt de muziek zelfs bij de uitleg en het leren van de dansen. Zo hoor je aan het tâpanspel van Jeroen dat hij in de muziek precies de juiste accenten legt daar waar die in de dans ook zitten.” Door de afwisseling van instrumentale en vocale nummers, de verschillende maatsoorten en de verschillende stijlen is de cd ook een prima luister-cd. De zang van Galina is heel precies, met een heel eigen timbre - echt prachtig. En als je naar het accordeon-werk van Jan luistert dan kun je je niet voorstellen dat dit geen Bulgaar is die daar speelt. De arrangementen, grotendeels het werk van Jan, zijn heel inspirerend. Heel herkenbaar Bulgaars en met groot vakmanschap gemaakt. Dat hoor je niet alleen in de instrumentale nummers en bij de solo's, maar zeker ook in de begeleiding van de zangeres. Het orkest is hier ondersteunend, vult aan en heeft toch een eigen rol. In het nummer Alen boz˘ur/Dobric˘kite momi, mijn favoriete track, valt dit wel heel duidelijk op. Je hoort gewoon dat de muzikanten vol overtuiging en met veel plezier de zangeres begeleiden. Echt zo'n nummer om kippenvel van te krijgen. De cd is verkrijgbaar via de website van Jaap (www.jaapleegwater.com) en via Nevofoon. Niet alleen mooie muziek, ook nog eens een prachtige lay-out en vormgeving. Een aanwinst in de Bulgaarse cd-collectie. Radboud Koop (Gebaseerd op een interview met Jaap Leegwater)
DECEMBER 2011 - PAGINA 7
recensie: shantel - Disko partizani balkanbeats, volksmuziek, dancebeats, traditionele muziek uit de balkan, disco, balkanpop, clubmusic, … en zo kan ik nog wel even doorgaan. want al dit soort termen worden gebruikt om de muziek van shantel aan te duiden. en eigenlijk is de muziek een beetje van dat alles. waarbij de associatie met volksmuziek en traditionele balkanmuziek nog wel het minst is. Volgens zijn eigen visie wil Shantel “pan-Europese popmuziek creëren met wereldwijde aantrekkingskracht”. Daarmee is een nieuw genre geboren dat niet in één woord is samen te vatten. De cd Disko Partizani van Shantel uit 2007 is alweer de derde in deze reeks. Zijn eerste cd in dit genre, met de titel Bucovina Club, kwam uit in 2003, direct gevolgd in 2005 met Bucovina Club 2. Die eerste twee cd's waren compilatie-cd's, waarbij Shantel als een dj bestaande muziek van orkesten als Taraf de Haidouks, Mahala raï banda, Fanfara˘ Ciocârlia, Banda Ionica, Sandy Lopic˘ic´ Orkestar, Slonovski Bal, Goran Bregovic´, Koc˘ani Orkestar en Boban Markovic´ bewerkt, remixt en/of omvormt tot een nieuwe sound. Wat al deze muziek kenmerkt: veel koperwerk, veel Roma-invloeden, veel swing/ disco/pop, zware bassen en een enorme hoeveelheid plezier, virtuositeit en feestelijkheid. Maar ook wel een wat popi, gemakkelijk en glad sausje, om snel succes te hebben. Dj Naar aanleiding van het succes van die eerste twee cd's richtte Shantel zijn eigen Bucovina Club Orkestar op, bestaande uit een grote groep instrumentalisten en vocalisten afkomstig uit de Balkan en West-Europese landen, met name Duitsland. De cd Disko Partizani is dan ook geen compilatiecd meer, maar wordt gespeeld door dit orkest. Het bekendste lid van dit orkest is Marko Markovic´, de zoon van de beroemde Roma-Servische trompetspeler Boban Markovic´. Shantel zelf is geen muzikant. Hij is de producer en dj. Hij heeft zijn eigen platenlabel en verzorgt optredens in de stijl van moderne dance parties, discotheken of house festivals. Ook arrangeerde en componeerde hij zelf enkele nummers op de cd. Verder verzorgt hij bij enkele nummers de 'vocals' maar dat is dan meer een soort 'rap' (wij zouden in de volksdanswereld zeggen 'roeptekst' of op z'n Roemeens 'striga˘turi') dan dat het echt zingen is. Volgens het cd-boekje is hij naast zanger ook nog multi-instrumentalist, maar dat zal dan wel bedoeld zijn via de 'sampler', net zoals hedendaag-
se dj's als muzikant worden aangeduid. la˘utari Shantel is de artiestennaam van Stefan Hantel, geboren in 1968 in Duitsland. Nazaat van Bucovina-Duitsers, die vanwege de Tweede Wereldoorlog vanuit Bucovina naar Duitsland vluchtten. Bucovina is een landstreek die momenteel verdeeld is over Roemenië en Oekraïne. De link met Roemeense en andere Balkanmuziek zit dus wel in zijn genen. De traditionele muziek van de Roemeense la˘utari (Roma-muzikanten) heeft zijn interesse en inspireert hem bij zijn nieuwe producties. Maar of hedendaagse Roemeense la˘utari dit nog zullen herkennen of waarderen is niet zeker; zal wel een kwestie van smaak zijn. De manier waarop van oudsher Roma (zigeuners) met volksmuziek omgaan, zeker in zijn streek van herkomst Bucovina, is voor Shantel de bron voor het creëren van nieuwe muziek. Het lenen van melodieën en uitvoeringsvormen van andere streken en volken en het versmelten van allerlei stijlen in één nummer is wat Roma-muzikanten vanzelfsprekend doen en altijd gedaan hebben. Shantel noemt dit de voorloper van het 'samplen', wat in de moderne dance muziek gewoon is geworden. Shantel als de DJ Tiësto van de Balkanmuziek. De nummers op deze cd vertonen veel van dit fenomeen. Te pas en te onpas hoor je bekende melodietjes in de nummers langskomen, dan weer iets Grieks of Turks, dan weer iets Roemeens of Servisch. Maar je kunt het ook wel andersom zien: de dj Shantel die moderne music-sampling technieken toepast op oude volksmuziek. urban De muziek op Disko Partizani is dus allesbehalve authentiek, maar dat is ook helemaal niet het streven van Shantel. Het is muziek voor de disco, voor de dance party, in de club. De muziek moet hot zijn. Een nieuwe 'urban' stijl, een mix van oost en west. Tijdens optredens danst het publiek op het podium, op stoelen en tafels, wordt er vrij gebuikdanst, en stage-ge-dived (of hoe noem je dat eigen-
lijk), je kunt het zo gek niet bedenken of het gebeurt. Dat straalt ook van de muziek af. Het swingt de pan uit (al is dat woord hier enigszins gedateerd, vrees ik). En dat is meteen ook zo'n beetje het nadeel van de cd. Als luistermuziek, als je de hele cd achter elkaar in je huiskamer beluistert, is het allemaal een beetje meer van hetzelfde, een hoop gedreun, nog meer koperblaasgeknetter en met een zwaar accent uitgesproken Engelse teksten die eigenlijk nergens over gaan. Het is muziek voor de club, de disco, om op te dansen, niet om nou eens goed voor te gaan zitten en te luisteren. Een enkel individueel nummer zal het in een danscompilatie nog wel goed kunnen doen. Als complete cd is het iets te weinig afwisselend. Zo ontbreken in het geheel de voor Balkanmuziek nou net zo kenmerkende onregelmatige maatsoorten. Geen 7/8, geen 9/8, maatsoorten die zelfs in de populaire muziek van veel in het westen rondtourende Roma-brassbands altijd nog wel voorkomen. Maar blijkbaar gaat Shantel er van uit dat het publiek dat naar zijn optredens komt zich toch beter thuis voelt bij de standaard tweekwartsdreunen. balkanbeat De meeste tracks hebben (nagenoeg) hetzelfde ritme en tempo, een regelmatige en sterk syncopische beat aangegeven door de synthesizer drumkit en basinstrumenten. Enkele nummers hebben een meer Roma-achtig ritme en die zorgen dan ook voor een prettige afwisseling. Naast een nummer met de cd-titel Disko Partizani hebben de tracks over het algemeen weinigzeggende namen als 'Manolis', 'Andante Levante', 'Disko Boy', 'The Veil' en 'Donna Diaspora'. Er zal vast wel een diepere betekenis achter zitten, maar dat is voor de luisteraar niet altijd even doorzichtig. Bij een titel als 's˘ota' denk je dan aan iets bekends, maar behalve een bekend in de oren klinkend melodietje lijkt het nummer meer op de andere nummers van de cd dan op de bekende Albanese dans. Tijdens een Balkanbeat party komt de muziek goed tot z'n recht, je kunt er niet stil bij blijven zitten en na een paar nummers komt de 'trance' vanzelf opdoemen. Muziek om niet teveel bij na te denken, maar om je mee te laten slepen, om in je buik te voelen, om lekker hard af te spelen (check even bij de buren) en vooral om - al improviserend - op te dansen.
C O L O F O N REDACTIE:
MARK BENJAMIN HENK JONKER RADBOUD KOOP MARIUS KORPEL JEANNETTE SNIER
TEL.:
010-4707439
ADRES:
CHOPINPLEIN 51 3122 VM SCHIEDAM
INTERNET:
WWW.SYNCOOPNIEUWS.NL
MAIL:
[email protected]
POSTBANK:
141694
BIJDRAGEN AAN DIT NUMMER:
DINDA VAN DER WEIJDEN GUUS VAN KAN AAD VAN BOVEN
DRUK:
DRUKKERIJ DE GROOT, MAASSLUIS
VORMGEVING:
DANIëL STADHOUDER, ROTTERDAM
FOTO COLLAGEL: HANNEKE LUIT OPLAGE:
1500
VERSCHIJNT:
15 MAART, 1 SEPTEMBER, 15 DECEMBER
KOPIJ VOOR HET SYNCOOPNIEUWS TENMINSTE 4 WEKEN VOOR VERSCHIJNINGSDATUM MAILEN NAAR:
[email protected]
Radboud Koop Shantel // Disko Partizani, Essay Recordings 2007, AY CD 15 Shantel // Bucovina Club, Essay Recordings 2003, AY CD 01 Shantel // Bucovina Club Vol.2, Essay Recordings 2005, AY CD 06
abonneMent: 7 euro per jaar. abonneren Door overMaken van Dit beDrag op gironuMMer 141694 o.v.v. uw naaM, aDres en “abonneMent sYncoopnieuws”. u krijgt voor volgenDe jaren steeDs een acceptgiro. opzegging per e-Mail naar:
[email protected]
DECEMBER 2011 - PAGINA 9
waar koMt Die Dans vanDaan (16): el corriDo ballade Hoe zit dat dan met de El Corrido? De dans die we onder deze naam doen, komt uit Amerika en is daar bekend onder de naam Corrido, zonder het lidwoord El, of, meer nog, onder de naam van het lied Eso si, como no. Met het Spaanse woord corrido wordt in Mexico een episch gedicht of een verhalend volkslied, een ballade, aangeduid. Deze liedvorm is afgeleid van de 15e-eeuwse Spaanse romances, maar komt ook nu nog steeds voor. De vroegste referentie naar een corrido in Mexico stamt uit 1684. Veel corrido's gaan over onderdrukking, historie, het harde boerenleven en andere sociale thema's. Tijdens de Mexicaanse revolutie van 1910 was het genre dan ook zeer populair.
Zoals al vaker gebleken is in deze rubriek, zijn veel (de meeste?) van de bekende dansen, uit het in Nederland en daarbuiten gedanste internationale volksdansrepertoire, geen authentieke dansen uit het betreffende land of gebied. Het zijn 'kunstmatig' bedachte bewerkingen of choreografieën, weliswaar vaak gebaseerd op authentieke folkloristische danselementen. In die vorm zijn die niet ontstaan uit een voortschrijdende traditie van een groep mensen op een bepaalde plaats, maar ontsproten aan het brein van een enkele persoon (die in veel gevallen niet eens tot de oorspronkelijke gemeenschap behoort). Zo ook bij de El Corrido. Het is niet vervelend bedoeld, maar dit is geen traditionele Mexicaanse volksdans, zoals her en der vermeld wordt. Sorry. Dat we dit weten doet overigens niets af aan het plezier dat we kunnen hebben met het dansen van de El Corrido zoals we dat in Nederland al sinds eind 70'er jaren doen. Dat moeten we dus ook vooral blijven doen. Het is zo ongeveer de enige 'Mexicaanse' dans die breed bekend is.
Vanuit de corrido ontwikkelden zich ook liederen die voor dans geschikt waren en niet noodzakelijkerwijs de zware sociale thema's tot onderwerp hadden. Dit verklaart ook de link tussen het lied Eso si, como no en de naam Corrido. Teksten voor corrido's zijn er duizenden en er worden nog steeds nieuwe geschreven. De tekst van Eso si, como no gaat over de liefde, of eigenlijk het ontbreken daarvan bij een van de partijen. Liefdespijn is ook een 'zwaar' onderwerp maar toch wel iets andere dan revoluties en sociale onderdrukking. oude opnames Ik heb niet kunnen achterhalen wie de auteur is van de tekst, als er al een enkele aanwijsbare auteur zou zijn. Op internet kom je de naam Felipe Gil tegen in relatie tot dit lied, maar of dit de auteur, componist of arrangeur is weet ik niet. Ook kun je op internet verwijzingen vinden naar, soms hele oude, opnames van dit lied en de betreffende zangers/uitvoerenden. Een voorbeeld is een schellak 78-toeren plaatje op het Columbia-label met een opname uitgevoerd door Eva Garza con El Charro Gil y sus Caporales. Het lied heet daar Eso si… eso no - canción corrido, wat een iets andere titel is, hoewel ze op deze opname ècht “Eso si, como no” zingen, zie Youtube: www.youtube.com/watch?v=XvbMP8s5dak. Het opnamejaar heb ik niet kunnen vinden maar aan de muziek te horen moet het héél oud zijn.
Dansreis naar Servië van 28 april t/m 5 mei 2012
De reis gaat per vliegtuig naar Belgrado. Zowel op de heen als de terugreis zal er een overnachting in Belgrado zijn en de mogelijkheid om de stad te bekijken en te dineren op Skardalija. De tweede dag reizen we per bus naar Raika. Deze trip naar zuid/west Servië duurt 4,5 uur en gaat dwars door het land waar door je ook een goed beeld kunt krijgen van hoe Servië er uit ziet. In Raika blijven we 5 dagen. Hier zullen we danslessen krijgen van Marko Ivanovic. De dansleider van de plaatselijke groep “KUD Raika”. We mogen van hun repetitie ruimte gebruik maken. Deze repetitie ruimte ligt op een 500 meter van ons hotel Prestic genaamd. Naast de danslessen, gaan we een repetitie bezoek doen, zingen, en krijgen we uitleg over de kostuums en worden er excursies gepland. De prijs is € 845,- (€ 50, - goedkoper dan eerder aangekondigd) Dit is inclusief de vlucht 2 overnachtingen in Belgrado met ontbijt, 5 dagen hotel met volpension in Raika, de danslessen, excursies en het verder programma zoals hierboven aangekondigd.
Dezelfde uitvoering is, speciaal voor de internationale recreatieve volksdanswereld, door Folkraft op een singletje gezet onder de naam Corrido (Eso si, eso no), Mexican-American Couple Dance (Folkraft 1458). Maar er bestaan meerdere (vooral oude) opnames die bruikbaar zijn, bijvoorbeeld een instrumentale versie van Manuel S. Acuña and His Orchestra op de EP Mexican Folk Dances, Imperial Records FD-528 (opnamejaar onbekend). Een grappige (maar bruikbare) opname wordt gezongen door de Israëlische zangeres Geula Gill, begeleid door een Israëlisch orkest, op de oude LP The Whole World Dances, Elektra EKS 7206 (jaar onbekend). En blijkbaar vinden de Israëliërs in de VS dit een leuk nummer, want er bestaat ook een instrumentale opname gespeeld door een Israëlisch orkest o.l.v. Yoav Talmi op de LP Folk Dances Around the World, Tikva Records T 105. In Nederland verscheen een opname van El Corrido, gespeeld door Orkest Prelaz˘ o.l.v. Rob Brandon, op de LP behorende bij het Instruktieprogramma internationale dans voor gevorderde dansers B2, uitgegeven door de NEVO in 1978. In 1982 is dit programma opnieuw uitgegeven met een nieuw ingespeelde opname van Corrido (nu zonder El) door Orkest Prelaz˘ o.l.v. Floor Koen. De toevoeging van het lidwoord El is eigenlijk misplaatst, omdat corrido naar een type of genre liederen verwijst en niet naar een bepaalde dans. paso doble De dans die we op dit lied doen, is volgens Alura Flores de Angeles een paso doble gemaakt/ gechoreografeerd door de Amerikaan Avis Landis. Dit schrijft zij in het boek: Betty Casey: International Folk Dancing U.S.A., Doubleday & Company, Inc., Garden City, New York, 1981. Landis was een student van de MexicaansAmerikaanse Alura Flores de Angeles. De dans is dus niet traditioneel en de dans is niet Mexicaans. Volgens Alura kunnen we de dans het beste als een 'Amerikaanse dans met Mexicaanse invloed' bestempelen. Ook vindt zij dat de dans Eso si, como no genoemd moet worden en niet Corrido. Wanneer Landis de dans gemaakt heeft heb ik niet precies kunnen achterhalen, maar afgaande op de dateringen van de beschrijvingen die ik
heb, kan dat niet veel later dan begin jaren zestig geweest zijn. De door Landis gemaakte dans bevat drie soorten passen: de step-close (zij-sluit-pas), de soldado ('taartpunten snijden') wat in de VS ook wel 'shuffle steps' genoemd wordt, en de grapevine (wat wij de mayimpas noemen) of 'Mexican dipping step'. In de verschillende beschrijvingen die in de loop der tijd in de VS gemaakt zijn worden hints gegeven over de stijl. Over de zij-sluit-passen bijvoorbeeld: “de heupen schommelen gemakkelijk in Mexicaanse stijl”, of: “kleine passen, gewichtverplaatsingen als bij de merengué en rumba”. Over de soldado: “een soldaatachtige manier van dansen die teruggaat naar de revolutionaire tijd”, “een relaxte schuifelpas in typische Mexicaanse stijl waarbij de voeten aan de grond blijven”, “lichaam beweegt als in de samba”. Veel verwijzingen dus naar Latijns-Amerikaanse ballroomen volksdansen, maar hoe dat dan precies uitpakt in de Corrido wordt overgelaten aan het dans- en improvisatietalent van de dansers. Radboud Koop (met dank aan Angela Reutlinger)