SUNNY EGGS NIEUW ENERGIELANDSCHAP Multifunctioneel biologisch pluimveebedrijf P. Baars Hagestein
in combinatie met duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen met Zon Exploitatie Nederland Holding B.V.
765.002.80 18 juli 2014
KuiperCompagnons
Inleiding
“De kracht is de functiecombinatie”
Biologisch pluimveebedrijf Baars is gevestigd onderlangs het talud van de Autenasekade nabij de rijksweg A2 te Hagestein. Het totale grondgebied betreft ca. 15 ha, waarin centraal de stallen zijn gesitueerd en rondom een vrije uitloop van 4m2/kip voor 36.000 kippen. De uitloop speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering: de inrichting van de uitloop moet aantrekkelijk zijn en een hoge bedekkingsgraad kennen van opgaand divers groen voor bescherming en beschutting van de kippen om te voldoen aan de CAT-norm (Duits biokeurmerk voor legpluimveehouderijen, ook geldig voor Nederlandse bedrijven die leveren aan Duitsland). Vanuit de nieuwe EU richtlijn dient de heer Baars ca. 50% van de uitloop van de biologische pluimveehouderij te voorzien van beplanting voor bescherming en beschutting van de kippen. Hieruit is de gedachte ontstaan dit te combineren met zonnepanelen voor duurzame energieproductie en een wijngaard met zachtfruitproductie die gestoeld is op de permacultuur voor de versterking van de biodiversiteit. Deze innovatieve functiecombinatie laat zien dat de biologische pluimveehouderij uitstekend samen gaat met energieproductie en permacultuur. Niets aan het landbouwareaal gaat verloren, maar krijgt een toegevoegde waarde en is een verbetering voor duurzaam dierenwelzijn, vergroting van de biodiversiteit en als energievoorziening. Inmiddels is een samenwerking gestart met Zon Exploitatie Nederland Holding B.V. om deze duurzame ontwikkeling verder vorm te geven.
Piet Baars
multifunctioneel biologisch pluimveebedrijf
Sinds een aantal jaren vindt er in Nederland jaarlijks een aantal uitbraken plaats van de vogelgriep . Het merendeel van deze uitbraken vindt plaats op pluimveebedrijven waar kippen in een buitenuitloop worden gehouden. Het verminderen van directe en indirecte contacten tussen pluimvee en wilde (water)vogels is belangrijk om vogelgriep te voorkomen. Het bijkomend voordeel van het toepassen van zonnepanelen die de uitloop grotendeels afschermen, kunnen deze contacten tot een minimum beperken. De landingsmogelijkhedenen van wilde (water)vogels in de vrije uitloop wordt beperkt en er zal nauwelijks mest van wilde (water)vogels in de uitloop terecht komen. Door de toepassing van zonnepanelen boven de vrije uitloop wordt het risco van verspreiding van de vogelgriep veel kleiner. Het biologisch pluimveebedrijf transformeert zo in een multifunctioneel landbouwbedrijf met een nieuwe naam die de kracht van deze functiecombinatie zal uitstralen: ‘Sunny Eggs’. Een uniek concept en een belangrijke innovatie voor de sector. Voor deze functiecombinatie/dit energieproductielandschap dient een integraal ontwerp te worden opgesteld dat leidt tot de gewenste ruimtelijke kwaliteit van het landschap. KuiperCompagnons is gevraagd hiervoor een landschappelijke inpassingstudie op te stellen. Het biedt vooral een landschappelijk raamwerk met daarbinnen een flexibele invulling voor het multifunctioneel gebruik van het biologisch pluimveebedrijf. KuiperCompagnons heeft voor de landschappelijke inpassingsstudie een gebied geanalyseerd dat groter is dan de directe omgeving van het bedrijf. Vervolgens is er vanuit de schaal van het omringende landschap ingezoomd op de locatie zelf. Verder is de relatie met de duurzaamheidsdriehoek van Vianen onderzocht en gekeken hoe het plan een meerwaarde kan leveren aan de duurzaamheidsambitie van de gemeente Vianen en de provincie Utrecht. Deze rapportage betreft een eerste studie naar het nieuwe energielandschap van het multifunctioneel biologisch pluimveebedrijf ‘Sunny Eggs’.
Historische ontwikkeling Periode tot 1300
Periode tussen 1300 en 1850
Als gevolg van de historische ontwikkeling en de ligging kenmerkt het landelijk gebied van Vianen zich anno 2013 door een opeenvolging van verschillende landschapstypen die alle duidelijk een eigen identiteit en landgebruik hebben, te weten het: - - -
lineaire landschap van de Lek en de uitwaarden; kleinschalige landschap van de stroomruggen van de Lek; kleinschalig halfopen griendenlandschap en de open weidegebieden.
De diversiteit is een gevolg van de ligging van Vianen op de overgang van het rivierengebied naar het veengebied. Deze afwisseling vormt een belangrijke kwaliteit. De Viaanse ontginningen begonnen vanaf de stroomruggen van waaruit de lange en smalle kavels werden uitgezet. De Autenasekade volgt dan ook de kromming van de Hagesteinse stroomrug en vormde de nieuwe ontginningsbasis van waaruit het gebied verder ontgonnen is. Meer naar het zuiden worden de wegen steeds rechter. Het veenweidegebied is ontgonnen in één systeem met parallel aan elkaar lopende wegen. Omdat het land laag en nat is, groeien er alleen gras en grienden en zijn er vooral veelteeltbedrijven. Het veenweidegebied is rijk aan cultuurhistorische elementen en structuren zoals de verkavelingspatronen van de cope-ontginningen en de griendbossen. Eeuwenlang was de griendcultuur een belangrijke bron van inkomsten. In de polders Autena en Bolgerijen liggen de meest omvangrijke binnendijkse grienden. In het kader van de ruilverkaveling is een groot deel van de grienden natuurreservaat geworden. Het natuurgebied wordt doorsneden door de rijksweg A2 die tussen 1850 en 1950 is aangelegd en een grote doorsnijding vormt in het buitengebied. Het plangebied ligt op de overgang van de stroomruggen naar het veenweidegebied. De oudere stroomruggen bij Hagestein ligt hoger in het landschap met kronkelende wegen met geleidelijke overgangen naar de omgeving. Het land kent een onregelmatige blokverkaveling met een mozaïek van akkers, weiden, bosjes en boomgaarden, overgaand in een meer open gebied met een strokenverkaveling. Veel boomgaarden zijn inmiddels verdwenen waardoor het landschap meer open is geworden. Het plangebied is een restontginning en kent een geleidelijke overgang, ook in de bodem en landgebruik. In het verleden hebben langs de Autenasekade grienden gelegen zoals op de historische kaarten van 1800 en 1900 nog goed te zien is. Deze zijn aan de noordzijde van de Autenasekade inmiddels grotendeels verdwenen. Vervolgens heeft in de 20e eeuw een explosieve groei plaatsgehad van de vrijstad Vianen met grootschalige uitbreidingswijken. In 2004-2010 is de A2 verbreed en daarbij zijn nieuwe kunstwerken geplaatst, waaronder een ecoduct.
Periode tussen 1850 en 1950
Periode van 1950 tot heden
Landschapsvisie Vianen ‘Oog voor het platteland’ Voor het buitengebied van Vianen is een landschapsvisie opgesteld. De landschapsvisie is geen vastomlijnd eindplan voor de toekomst, maar geeft de gewenste ontwikkelingsstrategie aan door middel van een landschappelijk raamwerk waarbinnen (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen een plek kunnen krijgen. Per landschapstype zijn uitgangspunten opgesteld waar initiatieven aan moeten voldoen en bouwstenen ontwikkeld die dienen ter inspiratie voor initiatiefnemers. Vianen heeft oog voor het platteland! Naast het behouden en versterken van de verschillende landschapstypen is de ontwikkeling van de plattelandseconomie een van de thema’s in de visie. De landschapsvisie biedt ruimte aan economische ontwikkelingen die passen in het landschap. De opwekking van duurzame energie, van windturbines tot toepassing van zonnepanelen, is een belangrijke ambitie van de gemeente Vianen. Aan de Autenasekade - in de oksel van A2 en A27 - is de plaatsing van windturbines gepland, op de overgang van het landelijk naar het stedelijk gebied. Uitgangspunt hierbij is het zichtbaar maken van duurzame opwekking van energie in de energiedriehoek van Vianen. Het initiatief van de heer Baars en Zon Exploitatie Nederland Holding B.V. sluit aan op de duurzaamheidsambitie van gemeente, als ook op die van de provincie. In de landschapsvisie van de gemeente Vianen ligt het plangebied op de overgang van het kleinschalig en afwisselend landschap van de stroomruggen naar het halfopen griendenlandschap. In het meer verdichte landschap van de stroomruggen is de toepassing van ‘velden’ van zonnepanelen onder voorwaarden mogelijk. De belangrijkste voorwaarde is dat de zonnepanelen worden afgeschermd door een gebiedseigen beplanting. Hiertoe dient een landschappelijk inpassingsplan te worden opgesteld. Het plangebied is bovendien gelegen in de kernrandzone van de stad Vianen, waarbij het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap en verbetering van de relatie tussen stad en landelijk gebied belangrijke uitgangspunten zijn. Hier kunnen stedelijk gelieerde functies een plek krijgen mits deze kleinschalig en passend zijn in het landschap en bijdragen aan de vergroting van de ruimtelijke kwaliteit. Er dient een redelijke verhouding te zijn tussen ‘rood’ en de groene/landschappelijke kwaliteitsverhoging. Met de aanwezigheid van stedelijk gelieerde functies en stedelijk uitloopgebied leveren kernrandzones als deel van het landelijk gebied een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu van de kern. De bebouwingslinten in het gebied vormen de identiteitsdragers van het landschap. Het karakter van de linten wordt mede bepaald door de aard en vorm van gebouwen en bijgebouwen, bouwvolumes, bouwafstanden, ontsluitingen, hekken en poorten en beplantingen. Nieuwe ontwikkelingen in de linten zijn toegestaan, maar dienen wel de bestaande kwaliteiten van de linten te versterken. Het gaat daarbij om begrippen als attractiviteit, landschappelijk en architectonisch ontwerp en ruimtelijke samenhang op het erf (het ensemble van bebouwing en groene elementen) en tussen erf en omliggend landschap. Zeer bepalend voor het landschapsbeeld is de aanwezigheid van een doorgaande opgaande beplantingsstructuur langs de wegen (met uitzondering van de dijken). Het uitgangspunt is behouden en waar nodig herstellen en ontwikkelen met gebiedseigen boomsoorten. De rijkswegen dienen overigens juist onbeplant te blijven, omdat deze structuren het landschap (de verkavelingsrichting) niet volgen maar er ‘overheen’ zijn gelegd: het zijn autonome, bovenregionale structuren die daarom niet benadrukt moeten worden met beplanting.
Huidige situatie Het plangebied ligt in de oostelijke oksel van knooppunt Everdingen, in de overgangszone van het stroomruggenlandschap naar het veenweidegebied. Het terrein wordt aan de noordzijde begrensd door het agrarisch gebied van het lint van Hagestein (Biezenweg-Achterweg) met daarachter het in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein. Aan de oostzijde vormen de agrarische percelen langs de Breede Sticht de begrenzing van het bedrijf. De Breede Sticht wordt door een (onderbroken) laanbeplanting ruimtelijk geaccentueerd en vormt de verbinding naar het rivierdorp Hagestein. Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de rijksweg A2 met een populierenbosje en zendmast tussen het plangebied en de rijksweg. Het populierenbosje is kaprijk en levert het bedrijf veel last op door tak- en bladafval. Het bosje is inmiddels verwijderd. Bij herplanting stellen wij voor gebiedseigen beplantingssoorten toe te passen die qua maat en schaal afgestemd dienen te worden op de naastgelegen functiecombinatie met zonnepanelen in verband met minimale schaduwwerking en overlast van tak- en bladafval. Aan de zuidzijde ligt de Autenasekade die via een viaduct over de A2 in westelijke richting doorloopt. Het biologisch pluimveebedrijf beslaat een oppervlakte van ongeveer 15 hectare, die grotendeels wordt gebruikt voor de vrije uitloop van de kippen.
Natuurlijke laag Kenmerken Het plangebied ligt in de geleidelijke overgangszone tussen het relatief hoog gelegen stroomruggenlandschap en het lage veenweidegebied. Deze zone wordt gekenmerkt door restontginningen. De hoogteverschillen binnen het plangebied zijn minimaal. De bodem bestaat uit klei op veen en is vrij nat in vergelijking met de hogere en drogere delen van de aan de noordzijde gelegen stroomruggen. Uitgangspunten landschapsvisie • Versterken bestaande karakteristieken/kwaliteiten van de verschillende landschapstypen. • Behouden en versterken van het kleinschalig karakter en de afwisseling van openheid en beslotenheid van het stroomruggenlandschap (mozaïekpatroon). • Behouden van de bestaande verkavelingspatronen. • Toepassen van gebiedseigen (erf)beplanting. • Behouden van doorzichten. • Stimuleren aanleg van natuurvriendelijke oevers. • Natuurwaarden verder ontwikkelen met gebiedseigen natuurdoeltypen.
Agrarische cultuurlandschap Kenmerken De verschillen in bodemgesteldheid hebben geresulteerd in een divers landgebruik. De stroomruggen kennen een gemengd gebruik akkers, fruitteelt en weidegebied. Het veenweidegebied is een meer open weidegebied met grondgebonden veehouderijen afgewisseld met griendcultuur en natuurgebied. Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Autenasekade via een parallelweg onderlangs het talud van de vernieuwde brug over de rijksweg A2. Het talud is ruimtelijk versterkt door een nieuwe doorgaande opgaande beplantingsstructuur. De Autenasekade ligt op de overgang tussen het hogere stroomruggenlandschap aan de noordzijde en het lagere halfopen griendenlandschap met een afwisseling van weiden en grienden aan de zuidzijde. Dit is onder meer zichtbaar door het verschil in verkavelingsrichting: een smalle lange verkaveling aan de zuidzijde en een bredere blok-/strokenverkaveling aan de noordzijde van het lint. Het biologisch pluimveebedrijf beslaat - zoals eerder gesteld - een oppervlakte van ongeveer 15 hectare, die grotendeels wordt gebruikt voor de vrije uitloop / beweiding van de kippen. Het grondgebied bestaat uit een aantal percelen van elkaar zijn gescheiden door sloten. Langs een tweetal sloten is een (elzen)singelbeplanting aanwezig en een solitaire en zeer karakteristieke oude eik. Centraal op het terrein liggen de stallen, in de lengterichting van de verkavelingsstructuur. De stallen zijn in de huidige situatie niet afgeschermd door beplanting en liggen als een eiland in de open agrarische ruimte waarin de kippen worden geweid. Deze open weide biedt nu ruimte voor het landen en foerageren van wilde vogels in de vrije uitloop van de biologische kippen met het risico op besmetting met vogelgriep. Deze open landings/foerageer ruimte is het probleem van de vogelgriepbesmetting van de diervriendelijke houderijsystemen. Het is dan ook van groot belang dat de vrije uitloop beschutting voor de kippen biedt. Uitgangspunten landschapsvisie • Ruimte bieden aan plattelandsbedrijvigheid: er is meer ontwikkelruimte dan in het bestemmingsplan is opgenomen, maar alleen onder de voorwaarde dat wordt bijdragen aan de inrichting en kwaliteit van het buitengebied. • Ruimte bieden aan agrariërs voor nevenactiviteiten: verbreding tot multifunctioneel landbouwbedrijf.
Stedelijke laag Kenmerken Het plangebied ligt langs de rijksweg A2 en nabij het vernieuwde viaduct van de Autenasekade over de rijksweg. Vanaf de rijksweg A2 is er gedeeltelijk zicht op het plangebied tussen de opgaande bosjes door. Bovendien is het terrein gelegen in de kernrandzone van de stad Vianen. In dit overgangsgebied van stad naar land zijn het opbouwen van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap en verbetering van de relatie tussen stad en landelijk gebied belangrijke uitgangspunten. De komst van nieuwe stedelijk gelieerde functies is hier toegestaan op voorwaarde dat ze kleinschalig en passend zijn in het landschap en bijdragen aan de vergroting van de ruimtelijke kwaliteit. Er dient een redelijke verhouding te zijn tussen ‘rood’ en de groene/ landschappelijke kwaliteitsverhoging. Aan de Autenasekade - in de zuidelijke oksel van rijkswegen A2 en A27, op de overgang van het landelijk naar het stedelijk gebied - is de plaatsing van windturbines gepland. Deze entree naar Vianen wordt in de visie van de gemeente de energiedriehoek van Vianen genoemd. Het uitgangspunt is het zichtbaar maken van de opwekking van duurzame energie langs de rijksweg nabij knooppunt Everdingen, als entree naar de stad. De ontwikkeling van de voorgestane functiecombinatie van vrije uitloop met zonnepanelen biedt de kans de duurzaamheidsambitie van zowel de gemeente als de provincie nog meer invulling te geven en zichtbaar te maken. Uitgangspunten landschapsvisie • Bovenlokale weginfrastructuur (A2) niet benadrukken door begeleidende beplanting, maar het landschap laten spreken. • Kernrandzone: opbouwen van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap en verbetering van de relatie tussen stad en landelijk gebied. Hierbij zijn stedelijk gelieerde functies onder voorwaarden mogelijk. • Landschappelijk inpassen van vormen van opwekking van duurzame energie. De komst van ‘velden’ van zonnepanelen is (uitsluitend) te overwegen in het meer verdichte landschap van de stroomruggen, op voorwaarde dat de zonnepanelen worden afgeschermd door een gebiedseigen beplanting.
Recreatieve laag Kenmerken Langs het plangebied loopt een fietsknooppuntenroute over het viaduct van de A2, tussen Vianen en Hagestein. Tevens zijn de Autenasekade en de Biezenweg onderdeel van het natuurpaden-/wandelnetwerk van Vianen. De kippeneieren zijn reeds als streekproducten te koop op het erf, maar dit is nog niet goed zichtbaar en bekend bij recreanten. Uitgangspunten landschapsvisie • Ruimte bieden aan plattelandsbedrijvigheid: verbreding naar multi functioneel landbouwbedrijf en verkoop van streekeigen producten • Kernrandzone: versterken van de toegankelijkheid, ontwikkelen van de verbindingen tussen stad en land en opheffen van barrières voor fietsers en wandelaars
de kracht is de functiecombinatie
Nieuw energielandschap De kracht is de functiecombinatie
De nieuwe naam van het biologisch pluimveebedrijf Baars wordt ‘Sunny Eggs’: een bedrijf met oog voor welzijn, milieu en mens. De kracht van ‘Sunny Eggs’ is de functiecombinatie van vrije uitloop, de teelt van druiven en zachtfruit en de productie van zonne-energie. Het biologisch pluimveebedrijf wordt zo getransformeerd tot een multifunctioneel landbouwbedrijf. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de ruimte door de functies van vrije uitloop, productie van zonne-energie, natuur en de teelt van gewassen te combineren. Door te kiezen voor middelhoge panelen ontstaat er ruimte voor dit dubbelgebruik. ‘Sunny Eggs’ zal worden ontwikkeld vanuit een samenwerkingsverband tussen biologische pluimveehouderij Baars en Zon Exploitatie Nederland Holding B.V. De ambitie is dat er symbiose ontstaat tussen biologische landbouw en duurzame energieontwikkeling.
Icoon van duurzaamheid
Van groot belang is dat dit initiatief bijdraagt aan de duurzaamheidsambitie van de gemeente Vianen en de provincie Utrecht. Dit initiatief biedt - samen met de windmolens - een kans om het gebied bij knooppunt Everdingen als entree van Vianen en van de provincie Utrecht echt als een icoon voor duurzaamheid vorm te geven: de ‘duurzaamheidsdriehoek’. Ook liggen er kansen om bewoners en ondernemers te laten participeren, omdat de locatie in de kernrandzone ligt. Het uitgangspunt is om de zonnepanelen niet te verstoppen, maar juist zichtbaar te laten zijn binnen een landschappelijke inpassing. Het is de uitdaging de economische, duurzaamheids- en ruimtelijke belangen in evenwicht te brengen en te waarborgen dat de bestaande (ruimtelijke, historische en landschappelijke) kwaliteiten behouden blijven en versterkt worden.
+
+
Nieuw energielandschap Door de functiecombinatie van vrije uitloop, beplantingen/permacultuur en zonnepanelen valt forse winst te halen op het vlak van duurzaamheid, efficiënt ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde. Het realiseren van de functiecombinatie in de vorm van een energieproductielandschap heeft landschappelijke en ruimtelijke consequenties. Enerzijds is er behoefte aan een verbreding van het bedrijf, anderzijds betekent een dergelijke verbreding met zonnepanelen een verandering van het landschap. Uitgangspunt is dat de inpassing van de zonnepanelen recht moet doen aan de landschappelijke opbouw en de kwaliteiten van het gebied en aan de functie en het gebruik in het kader van de bedrijfseconomische belangen. Naast het goed inpassen van de panelen wordt er geïnvesteerd in extra ruimtelijke kwaliteit, zoals het behouden en versterken van de landschappelijke structuur. Omdat het plangebied zich bevindt op de geleidelijke overgang van het kleinschalige stroomruggenlandschap naar het halfopen veenweide-/ griendenlandschap aan de zuidzijde van de Autenasekade kunnen er naast bouwstenen (uit de landschapsvisie en het gebiedskatern Groene Hart) voor het stroomruggenlandschap ook bouwstenen uit het veenweidelandschap (waard) worden toegepast. Het uitgangspunt voor het gebied is het versterken van het halfopen landschap met een afwisseling van boomgaarden, grienden, boselementen en open weiden. Het bestaande verkavelingspatroon van het landschap vormt de basis voor het nieuwe energielandschap waarbij de doorzichten vanaf de weg op het achterland in de richting van het ontginningspatroon behouden en versterkt worden met knotbomenrijen. Het slotenpatroon wordt versterkt door langs de sloten rietoevers aan te leggen in de lengterichting. Door gebiedseigen landschapselementen toe te voegen aan het nieuwe energielandschap in de vorm van een strookvormig boselement - met een maat en schaal die vergelijkbaar is met die van boselementen in de directe omgeving - en door de inpassing van het erf met opgaande beplanting wordt het halfopen karakter van het landschap en de afwisseling van het gebied met weiden, grienden, vochtige bossen, boomgaarden, houtsingels en beplante kaden verder ontwikkelt en versterkt. Een belangrijk principe van het nieuwe energielandschap is dat de zonnepanelen niet worden weggestopt, maar juist zichtbaar zijn. Zo wordt het initiatief echt als een icoon van de duurzaamheidsambitie gepresenteerd. Tegelijkertijd dienen de zonnepanelen wel in het bestaande landschap te worden ingepast. Het landschappelijk raamwerk bevat diverse ingrediënten/bouwstenen om het duurzame multifunctionele bedrijf ‘Sunny Eggs’ aantrekkelijk, bijzonder en beleefbaar te maken. Met dit multifunctionele landbouwbedrijf waar zonnepanelen aan weilanden, natuur en kippenuitloop worden gekoppeld, wordt een interessant element toegevoegd langs bestaande wandel- en fietsroutes door het buitengebied van Vianen. Speciale objecten waar het verhaal over Sunny Eggs verteld wordt kunnen dit benadrukken, bijvoorbeeld in de vorm van informatiepanelen in combinatie met een picknickplek. Op de volgende pagina’s worden de verschillende planonderdelen/bouwstenen van het nieuwe energielandschap uiteengelegd. Het biedt vooral een landschappelijk raamwerk met daarbinnen een flexibele invulling voor het multifunctioneel gebruik van het biologisch pluimveebedrijf. Nieuw energielandschap ‘Sunny Eggs’
Bestaande kwaliteiten Het plangebied ligt op de overgang van het kleinschalig en afwisselend landschap van de stroomruggen en het halfopen griendenlandschap. De structuur van de verschillende polders wordt vooral gekenmerkt door het verschil in verkavelingsrichting en het grondgebruik: een bredere blok-/strokenverkaveling aan de noordzijde van het lint en een smalle lange verkaveling aan de zuidzijde. De ambitie voor de stroomruggen is het kleinschalig landschap en de afwisseling tussen open besloten (mozaïekpatroon) te versterken. Het bestaande verkavelingspatroon van het landschap vormt de basis waarop de zonnepanelen worden gepositioneerd. Tussen de aanwezige sloten wordt tevens ruimte vrijgehouden om de doorzichten te behouden. De nieuwe ontwikkeling zal het open karakter van de polder weer kleinschaliger en afwisselender maken. De bestaande beplanting op het grondgebied wordt gehandhaafd en geïntegreerd. Het aangrenzende kaprijke populierenbosje is inmiddels verwijderd. Bij herplanting stellen wij voor gebiedseigen beplantingssoorten toe te passen die qua maat en schaal afgestemd dienen te worden op de naastgelegen functiecombinatie met zonnepanelen in verband met minimale schaduwwerking en overlast van tak- en bladafval.
Variatie aan de randen Aan de randen van het grondgebied wordt de kenmerkende landschapsstructuur versterkt met gebiedseigen landschapselementen die bijdragen aan de kwaliteit en beleving van het landschap. In de noordoosthoek wordt een strookvormig boselement toegevoegd die zorgt dat het nieuwe energielandschap aansluit op de schaal en maat van het half-open landschap. De noordzijde sluit aan op het agrarische cultuurlandschap. De sloten aan de randen worden in de lengterichting versterkt door rietoevers die zorgen voor een duidelijke en zachte overgang naar het omliggende landschap. Aan de zuidzijde wordt nieuwe natuur ontwikkeld, een robuuste natuurvriendelijke rietzoom. De rietzoom krijgt een ecologische inrichting met een soortenrijke oevervegetatie, zodat een geleidelijke overgang van droog naar nat gecreëerd wordt. In het riet kunnen los verspreid enkele gebiedseigen bomen komen te staan zoals elzen en wilgen. Het zicht op de bedrijfsbebouwing wordt door de rietzoom gefilterd. Het bedrijf krijgt hierdoor een geheel andere uitstraling, passend bij de bedrijfsfilosofie. De zonnepanelen kunnen door de waarde van de panelen niet vrij toegankelijk zijn. Het is daarom van belang de velden te begrenzen (dat is een eis van de verzekering). Een hoog hek rondom de velden komt de ruimtelijke kwaliteit niet ten goede. Daarom is gezocht naar een begrenzing die in het landschap past. Het voorstel is een begrenzing met een transparant schapenhekwerk, grotendeels opgenomen / verdekt opgesteld in de oevervegetatie. Om de ecologische waarde van het gebied te vergroten, worden op de vier hoekpunten steeds twee bijenvolken geplaatst. Bijen zijn onmisbaar voor een goede bestuiving van bomen, planten, fruit en groente. De acht bijenvolken verbinden het multifunctionele biologische landbouwbedrijf op een natuurlijke manier met de omgeving. De honing die geproduceerd wordt door de bijenvolken kan worden verkocht als streekproduct.
Knotbomenrijen Het bestaande verkavelingspatroon wordt versterkt met gebiedseigen landschapsstructuren in de vorm van rijen van knotbomen (zwarte elzen of wilgen). De lange lijnen van de knotbomen komen alleen in de lengterichting van de verkaveling te staan en zorgen zo voor een transparante geleding van het veld met zonnepanelen. Hierdoor is vanaf de (door het talud naar het viaduct over de A2) verhoogd gelegen Autenasekade steeds maar een strook van de panelen te zien. In verband met de minimaal te houden schaduwwerking op de zonnepanelen staan de knotbomenrijen met name aan de westzijden van de sloten. De knotbomen passen bij de cultuurhistorisch-landschappelijke opbouw van het landschap, dragen bij aan het aantrekkelijk maken van het landschap en hebben een grote natuurwaarde.
Inpassing bebouwing De bedrijfsbebouwing ligt in de huidige situatie vrij open en bloot in het landschap. In het ontwerp wordt de bebouwing landschappelijk ingepast waarmee een sterke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ontstaat. Gezien vanaf de Autenasekade wordt de bebouwing afgeschermd door een boomweide, bij voorkeur met drachtbomen die een meerwaarde hebben voor de bijen. Dit kan op verschillende manieren, zoals in de vorm van een boomgaard (bijvoorbeeld met mispels), in de vorm van een boomweide bestaande uit boomsoorten die kenmerkend zijn voor park-stinzenbossen (zoals esdoorns en gewone essen) of in de vorm van een griendbosje met knotbomen. Een dergelijke inrichting brengt historische landschapselementen terug, zodat de regionale cultuur en identiteit van het landschap wordt versterkt. Aandachtspunt is dat gekozen wordt voor boomsoorten die tegen hoge grondwaterstanden kunnen. De bebouwing is georiënteerd op de parallelweg onder aan het talud van de Autenasekade. De oprit staat haaks op deze weg en heeft een brug over de watergang. De lange oprijlaan wordt aan weerszijden voorzien van een rij bomen. Dit kunnen bijvoorbeeld zomereiken zijn, die allure geven aan de oprit. Voor de stallen kan een groep van notenbomen worden aangeplant op het erf, zodat een representatieve voorruimte ontstaat. Dit zouden walnoten kunnen zijn die kenmerkend zijn voor boerenerven. Ook rond de stallen worden bomenrijen en hagen aangebracht om het groene karakter en de kleinschaligheid van het landschap te versterken. De stallen worden op deze wijze opgenomen in de erfbeplanting. De nieuwe beplanting sluit aan op het beplantings- en verkavelingspatroon in het landschap.
Vrije uitloop De kippen worden in twee stallen gehouden die elk door middel van afscheidingen in zes compartimenten zijn verdeeld. Elk compartiment bestaat uit een afdeling met maximaal 3.000 kippen. Deze compartimentering binnenin de stallen loopt buiten door, zodat de kippen per afdeling de beschikking hebben over ongeveer 12.000 m2 vrije uitloopruimte. De compartimentering buiten wordt nabij de stallen door middel van fruitstruiken vormgegeven, zoals bijvoorbeeld braam en appelbessen. Deze struiken zorgen voor beschutting en geleiding van de kippen naar buiten. De vruchten van de fruitstruiken zijn eetbaar en het zijn drachtplanten die nuttig zijn voor de bijenvolken op het terrein. Het gehele terrein is verder ingedeeld in deze compartimentering. De begrenzing van de compartimentering verder van de stallen af wordt gemaakt door middel van de sloten of lage fruitsingels met in het midden een afrastering.
Zonnegaard De vrije uitloopruimte van de kippen is geïnspireerd op een eigentijdse boomgaard: een ‘zonnegaard’. De rechtlijnige structuren van het verkavelingspatroon bieden een goede basis voor het ontwikkelen van de zonnegaard. De zonnegaard wordt gekenmerkt door een compacte opstelling van zonnepanelen in enkele rijen met grasbanen ertussen. De zonnepanelen worden zo veel mogelijk noord-zuid georiënteerd ten behoeve van een maximale energieopbrengst. De oriëntatie van de panelen sluit hiermee aan bij de verkavelingsrichting van het slotenpatroon. De rijen met zonnepanelen volgen de richting van de kavel. Tussen de kavels zorgt het slotenpatroon voor een open zone om de maat en schaal van het landschap beleefbaar te houden en doorzichten te creëren.
Kwekerij De velden krijgen een meerlaags gebruik: de zonnegaard (als ‘dak’) met daaronder de kwekerij met eetbare gewassen en de vrije uitloopruimte voor de kippen. De hoogte van de zonnepanelen is circa 1,90 meter, waardoor een functiecombinatie mogelijk is met de vrije uitloopruimte van de kippen en het kweken van gewassen, zoals druiven, bramen en ander zachtfruit onder de panelen voor de benodigde beschutting van de kippen. Van deze gewassen kunnen de vruchten worden geoogst, vermarkt en/of tot gebiedseigen streekproducten worden verwerkt. De wijngaard met zachtfruitproductie is gestoeld op de permacultuur en zorgt voor versterking van de biodiversiteit. Belangrijk aspect voor de gewassen onder de panelen is dat de beplanting onder de panelen blijft om schaduwwerking te voorkomen. Bovendien moet alle beplanting in het gebied op stammen staan, zodat de kippen geen eieren kunnen gaan leggen in ondergroei. Bijkomend voordeel is dat door het toevoegen van beplanting de nogal drassige gronden droger worden, wat een gunstig effect heeft op de uitloop van de kippen. Kippen zijn van oorsprong dieren die in de bosrand leven. De dieren vinden het prettig buiten onder de beschutting van bomen en struiken te scharrelen en stofbaden te nemen. In dit plan kunnen ze buiten lopen in een afwisselend wel en niet beplant uitloopgebied, waar deels wel en deels geen schaduwwerking en beschutting door zonnepanelen en beplanting aanwezig is. De beschutting van de beplanting en de zonnepanelen zorgt ervoor dat de kippen niet schromen er ver op uit te trekken en de vrije uitloop maximaal benutten. Deze functiecombinatie zorgt er ook voor dat wilde vogels minder ruimte krijgen om te landen en te foerageren in de vrije uitloop van de biologische kippen en wordt het risico op besmetting met de vogelgriep veel kleiner.
Vogelvlucht impressie nieuw energielandschap ‘Sunny Eggs’
Ik geef energie