STUDIEGIDS LEVENS- EN A ARDWETENSCHAPPEN BIOLOGIE BIO-MEDISCHE WETENSCHAPPEN PSYCHOBIOLOGIE

Publicatie 1.book Page i Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WI S K U N D E E N I N F O R M A T I C A

STUDIEGIDS LEVENS-EN AARDWETENSCHAPPEN 2005-2006

F A C U L T E I T D E R N A T U U R W E T E N S C H A P P EN , W I S K U N D E E N I N F O R M A TI C A

StudiegidsLev ns-enAardwetnschapen205-206

AARDWETENSCHAPPEN BIOLOGIE BIO-MEDISCHE WETENSCHAPPEN PSYCHOBIOLOGIE

Publicatie 1.book Page ii Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Publicatie 1.book Page i Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

Voorwoord Deze studiegids geeft informatie over de bacheloropleidingen Aardwetenschappen, Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie. Deze gids is tegelijkertijd het Opleidingsstatuut. Het is bij wet verplicht dat iedere universiteit beschikt over een Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bestaat uit een algemeen deel, waarin informatie over de universiteit wordt gegeven. Studenten kunnen het algemene deel (Studentenhandboek) raadplegen op de UvA website: http://www.uva.nl. Het tweede deel van het Studentenstatuut is deze studiegids. Informatie over de programma’s van de bacheloropleidingen en over de modules/studieonderdelen is ook te raadplegen op de UvA website: http://www.studiegids.uva.nl Eventuele wijzigingen in modules worden in deze digitale versie aangebracht.

i

Publicatie 1.book Page ii Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

ii

Publicatie 1.book Page iii Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

Legenda Wetenschaps- en Technologiecentrum Watergraafsmeer (WTCW); Anna's Hoeve Locatie Kruislaan 314

Gebouw IV

kantine grote collegezaal K.008 bibliotheek CONGO-kamer

Kruislaan 316

Gebouw III

practicumzalen 1.04, 1.06 en 1.10 collegezaal 1.02 computergebruikersruimte I (zaal 2.02) computergebruikersruimte II (zaal 2.04)

Kruislaan 318

Gebouw I

centrale hal, informatie voor studenten

A-vleugel

computergebruikersruimte III (zaal 0.14) computergebruikersruimte IV (zaal 0.12) computergebruikersruimte V (zaal 0.12a) onderwijsbureau onderwijsbalie directeur opleidingen studieadviseurs studievoorlichting

C-vleugel

collegezalen CK06, C005, secretariaat IBED

Kruislaan 320

Gebouw II

collegezalen 1.04 en 2.15, secretariaat SILS

Kruislaan 404

Matrix IV

bestuur faculteit decaan International Office AMSTEL-instituut Studio Classroom portier

Kruislaan 413

CWI

collegezalen Z011 en Z010

Bereikbaarheid met het openbaar vervoer (maandag t/m vrijdag) Buslijn 67: Amsterdam Amstelstation - Kruislaan (Anna’s Hoeve) Uren maanda g t/m vrijdag

04 05 06 07 08 09 10 11 12 40 10 10 55 25 25 40 40 55 55

10 25 40

10 10 40 40

10 40

13 14 15 16 17 18 19 20 10 40

10 40

10 25 40 55

10 25 40 55

10 25 40 55

21 22 23

10 10 10 40 40 40

iii

Publicatie 1.book Page iv Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

Buslijn 67: Kruislaan (Anna's Hoeve) - Amsterdam Amstelstation Uren maanda g t/m vrijdag

04 05 06 07 08 09 10 11 50 05 20 35 50

05 20 35 50

05 20 20 20 50 50 35 50

12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 20 20 20 50 50 50

20 35 50

05 20 35 50

05 20 35 50

05 20 50

20 20 50 50

Vanaf Station Amsterdam CS: met de metro naar station Amsterdam Amstel. Vandaar: zie boven. Een alternatief is vanaf station CS tram 9 naar het kruispunt Middenweg / Kruislaan (ca. 30 min.) en vandaar lopend over de Kruislaan (ca. 1 km, 15 minuten). Bereikbaarheid met de auto Alle autowegen naar Amsterdam komen uit op de ringweg rond Amsterdam: de ring (A10). Vanuit de richting Amersfoort: ring nemen richting Utrecht/Den Haag. Vanuit de richting Utrecht/Den Haag/Schiphol/Haarlem of Zaandam: ring nemen richting Amersfoort. Op de ring de afslag 'Watergraafsmeer/S113' (ring Oost) nemen, aan het eind van de afrit borden 'Watergraafsmeer' Science Park blijven volgen. U komt dan op de Kruislaan; onder tunnel door, aan het eind van deze weg ligt aan de rechterkant Anna's Hoeve. Op het terrein is gelegenheid tot parkeren.

iv

Publicatie 1.book Page v Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

Legenda Roeterseilandcomplex (REC) Locatie A. Roeterstraat 15

collegezalencomplex A opleiding Psychologie

B. Nieuwe Achtergracht 166

opleiding Scheikunde en Aardwetenschappen onderwijsbureau Scheikunde en Aardwetenschappen Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica Van ’t Hoff Instituut voor Moleculaire Wetenschappen (voormalig ITS – Instituut voor Technische Scheikunde) collegezalencomplex B

C. Nieuwe Achtergracht 127

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica collegezalencomplex C Swammerdam Instituut voor Life Sciences

D. Nieuwe Achtergracht 129

Van ’t Hoff Instituut voor Moleculaire Wetenschappen (voormalig IMC – Instituut voor Moleculaire Chemie) Didactiek der Scheikunde collegezalencomplex D

E/H. Roetersstraat 11

Mensa Agora Café Krater Opleiding Economie

G. Nieuwe Prinsengracht 130

collegezalencomplex G

I. Nieuwe Achtergracht 170

opleiding Natuurkunde

J/K. Valckenierstraat 65 - 67

opleiding Natuurkunde

M. Plantage Muidergracht 12

Swammerdam Instituut voor Life Sciences collegezalencomplex MC en M

N. Plantage Muidergracht 14

Administratief Centrum

P. Plantage Muidergracht 22

opleiding Natuurkunde opleiding Sterrenkunde opleiding Wiskunde opleiding Informatica onderwijsbureau Natuurkunde, Sterrenkunde, Wiskunde en Informatica

Bereikbaarheid met openbaar vervoer Metro: alle lijnen, halte Weesperplein, uitgang Sarphatistraat – Roeterstraat Tram: lijn 6, halte Roeterstraat; lijn 7 en 10, halte ‘s Gravensandestraat; lijn 9 en 14, halte Plantage Middenlaan Bereikbaar met de auto Volg de Ring Amsterdam (A10); Neem afslag S114 (richting Zeeburg, Centrum, Artis); Ga linksaf na de afrit. U volgt de weg door de Piet Heintunnel; Ga na de Piet Heintunnel linksaf (Panamaweg); Blijf de weg volgen en ga rechts bij de T-splitsing; Sla rechtsaf bij het bord Artis; U bent nu op de Plantage middenlaan; Ga rechtdoor en sla linksaf bij de

v

Publicatie 1.book Page vi Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Voorwoord

verkeerslichten; U bent nu op de Plantage Kerklaan; Rijd rechtdoor de brug over en u ziet de faculteit in de witte gebouwen aan uw linkerhand. Vervoer met de auto wordt sterk afgeraden, in verband met de parkeerkosten. Het Roeterseilandcomplex is met het openbaar vervoer goed te bereiken. Roeters Eiland Complex (REC) De gebouwen op het Roeterseiland zijn overdag vrij toegankelijk. Na 18.00 uur moet je over een speciale avondpas beschikken om het gebouw in te kunnen komen; deze is verkrijgbaar via de Facilitheek. Terrein Biologisch Centrum (Anna’s Hoeve) Het hek dat toegang geeft tot het terrein Anna’s Hoeve is op werkdagen geopend van 07:00 tot 18:30 uur. Buiten openingstijden is een cardkey nodig. Openingstijden gebouwen: op werkdagen van 07:30 tot 17:15 uur. Buiten openingstijden gebouwen verlaten is mogelijk zonder cardkey. Om binnen te komen heeft men een cardkey nodig.

vi

Publicatie 1.book Page vii Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Voorwoord 1 Deel 1: Algemene informatie Algemene informatie UvA en FNWI Algemene studiezaken Algemene studiefaciliteiten en praktische zaken

2 Deel 2: Bachelor Aardwetenschappen De Bacheloropleiding Structuur van de opleiding Onderwijs en studentzaken Doorstromen naar een Masteropleiding Blokkenschema's Cursusbeschrijvingen Docentenindex

3 Deel 3: Biologie, Biomedische wetenschappen en Psychobiologie De Bacheloropleidingen Structuur van de opleiding Onderwijs en Studentzaken Doorstromen naar de Masteropleidingen Cursusbeschrijvingen Bijlage

4 Trefwoordenlijst

i 1 5 13 17

29 33 37 41 59 65 67 125

127 131 133 139 151 155 297

311

vii

Publicatie 1.book Page viii Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

Inhoudsopgave

viii

Publicatie 1.book Page 1 Wednesday, July 13, 2005 12:18 PM

D E E L 1: A L G E M E N E I N F O R M A T I E

D E E L 1: A L G E M E N E I N F O R M A T I E

Algemene informatie



Inhoudsopgave 1

Algemene informatie UvA en FNWI 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7

2

3

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) Bestuur Medezeggenschap van studenten Onderwijsorganisatie Onderzoeksorganisatie Onderzoeksinstituten Levens- en Aardwetenschappen Leerstoelen Levens- en Aardwetenschappen Bereikbaarheid leerstoelgroepen

5 5 5 6 6 7 7 8 8 11

Algemene studiezaken

13

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

13 13 13 14 14 14 15 15 15

Studentenstatuut en de OER Studiepunten, studielast, cursusduur Beoordeling zak/slaagregeling Geldigheidsduur deelcijfers Evaluatie van het onderwijs Adreswijzigingen Studieonderbreking en herinschrijving na studieonderbreking Studiestop Dossierverklaring

Algemene studiefaciliteiten en praktische zaken

17

3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.8.1

17 17 18 18 19 19 19 19 20 20 20 21 23 24 24 24 25 25 25

Faciliteiten Universiteitsbibliotheek Facultaire computerfaciliteiten en studiecentra ICT afdeling Informatievoorziening Algemeen Studentenhandboek Websites van de verschillende bacheloropleidingen Studieweb UvA Blackboard Universiteitsblad Folia Studenten Services (StS) Kosten studie Financiele ondersteuning Inrichting werkplekken Rechtsbescherming en klachtenregelingen Interdisciplinair honoursprogramma Cursussen volgen buiten de FNWI Cursussen elders volgen

3

Algemene informatie

Inhoudsopgave


Inhoudsopgave

3.9 3.9.1 3.9.2 3.9.3 3.9.4 3.9.5

4

Studeren in het buitenland Uitwisselingsprogramma's Erkenning van studiepunten Beurzen Voorlichting Informatie

26 26 27 27 27 27


Algemene informatie UvA en FNWI

1.1

Algemen informatie

Universiteit van Amsterdam

De opleidingen Aardwetenschappen, Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie maken deel uit van het onderwijsaanbod van de Universiteit van Amsterdam (UvA). In totaal worden aan de UvA 62 bacheloropleidingen verzorgd. Deze zijn verdeeld over zeven faculteiten: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Faculteit der Economie en Econometrie (FEE) Faculteit der Geesteswetenschappen (FGW) Faculteit der Geneeskunde (FdG), Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) Faculteit der Tandheelkunde (ACTA)

Het bestuur van de universiteit is gevestigd in het Maagdenhuis op het Spui. Er wordt onderwijs gegeven op 36 locaties, verspreid over de hele stad. De meeste collegezalen bevinden zich op de grote locaties, zoals het Binnengasthuisterrein, de Oudemanhuispoort, het Roeterseiland Complex, de Watergraafsmeer (Anna’s Hoeve), het Academisch Medisch Centrum en de Letterengebouwen aan de Spuistraat. Het onderwijs wordt gegeven door universitair docenten, hoofddocenten en hoogleraren, en soms ook door tijdelijk medewerkers als assistenten-in-opleiding (aio’s) en studentassistenten. Voor bijna alle docenten die aan de universiteit verbonden zijn geldt dat ze behalve onderwijs geven ook wetenschappelijk onderzoek verrichten. Meer informatie over de Universiteit van Amsterdam is te vinden op http://www.uva.nl. Voor gedetailleerde informatie over voorzieningen en regelingen die voor de hele universiteit geldig zijn, wordt in deze studiegids ook verwezen naar het studentenhandboek: http://www.uva.nl/studentenhandboek.

1.2

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI)

De opleidingen Aardwetenschappen, Biologie, Bio-medische wetenschappen, en Psychobiologie worden verzorgd door de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). Deze faculteit verzorgt elf bachelor opleidingen. De FNWI heeft tien onderzoeksinstituten, drie onderwijsinstituten en een aantal algemene diensten.

5

Algemene informatie

1 Algemene informatie UvA en FNWI



1.2.1

Bestuur

De faculteit staat onder leiding van een decaan, prof. dr. K.J.F. Gaemers. De decaan houdt zich in de eerste plaats bezig met bestuurlijke zaken. Zo spreekt hij regelmatig met het College van Bestuur van de universiteit en met de Studentenraad van de faculteit over belangrijke veranderingen in de organisatie van het onderwijs. Het onderwijs en onderzoek dat door de FNWI wordt verzorgd kan op grond van wetenschappelijke verwantschap in enkele grote wetenschapsgebieden worden onderverdeeld. Deze wetenschapsgebieden zijn ondergebracht in vier afdelingen. De afdelingsvoorzitters adviseren de decaan inzake het strategisch onderwijs- en onderzoekbeleid en hebben een toezichthoudende rol ten aanzien van het HRM-beleid. De afdelingsvoorzitter voor Biologie en Fysische Geografie is prof. dr. M. Joëls. 1.2.2

Medezeggenschap van studenten

Aan de UvA hebben studenten en docenten elk hun eigen medezeggenschapsorganen. De medezeggenschap van studenten over de organisatie en het bestuur van het onderwijs is geregeld op drie niveau’s, te weten de opleidingscommissies (OC’s), de Facultaire Studentenraad (FSR) en de Centrale Studentenraad (CSR). Opleidingscommissie Iedere opleiding heeft een opleidingscommissie (OC), die advies geeft over het onderwijs-programma. In deze commissie zitten zowel docenten als studenten. Voor meer informatie over de opleidingscommissie Aardwetenschappen, Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie zie paragraaf 3.3.2 in deze studiegids. Facultaire Studentenraad De medezeggenschap van studenten op de faculteit is geregeld via de Facultaire Studentenraad (FSR). De FSR geeft advies aan het bestuur van de faculteit en voert eens per drie weken overleg met de decaan. De FSR houdt zich bijvoorbeeld bezig met de verhuizing van de faculteit naar de Watergraafsmeer en signaleert knelpunten in het onderwijs. Verder kan je er ook terecht voor problemen die je tijdens je studie tegenkomt. De raad probeert je dan te helpen of verwijst je door. In de FSR zitten 12 studenten van verschillende opleidingen van de faculteit. De studenten worden eens per jaar democratisch gekozen. Iedere student kan zich voor de verkiezingen kandidaat stellen. Meer informatie over de FSR kun je vinden op http://www.science.uva.nl/studentenraad. Contact opnemen kun je via email: [email protected] of telefoonnummer: 020-525 5878. De Centrale Studentenraad De Centrale Studentenraad (CSR) is het hoogste inspraakorgaan voor studenten binnen de UvA. De veertien leden van de CSR worden jaarlijks verkozen door degenen die

6



1.2.3

Onderwijsorganisatie

Bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica is de decaan verantwoordelijk voor het onderwijsbeleid. De decaan wordt voor het terrein onderwijs ondersteund door het hoofd onderwijs Academische Zaken. De onderwijsorganisatie kent drie onderwijsinstituten: ■

Levens- en Aardwetenschappen voor de opleidingen Aardwetenschappen, Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie: Directeur: dr. C. de Groot Opleidingsdirecteur Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie: drs. A. van der Does-Bianchi Opleidingsdirecteur Aardwetenschappen: dr. L.H. Cammeraat; Exacte Wetenschappen voor de opleidingen Bio-exact, Natuur-en Sterrenkunde, Scheikunde en Wiskunde; Informatiewetenschappen voor de opleidingen Informatiekunde, Informatica en Kunstmatige Intelligentie. ■ ■

■ ■

■

Dit laatste onderwijsinstituut is een interfacultair instituut waarvan de FNWI penvoerder is. Elk instituut heeft een onderwijsdirecteur die verantwoordelijk is voor de verzorging van de opleidingen en heeft een onderwijsbureau. De sector onderwijs van de dienst Academische Zaken zorgt voor de beleidsondersteuning en bedrijfsvoering van de onderwijsorganisatie. Voorts is het AMSTEL Instituut ondergebracht binnen de onderwijsorganisatie. Dit instituut heeft een taak op het gebied van didactisch onderzoek en onderwijstechnologie. 1.2.4

Onderzoeksorganisatie

Bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica is de decaan verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid. De decaan wordt hierbij ondersteund door het hoofd onderzoek Academische Zaken. Elk van de tien onderzoeksinstituten voert zijn eigen wetenschappelijk onderzoeksprogramma uit, dat eens in de vier of vijf jaar opnieuw wordt vastgelegd. Daarnaast voeren instituten onderzoeksopdrachten uit van externe instanties, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), ministeries, de Europese Unie en bedrijven. Ieder onderzoeksprogramma en -project staat onder leiding van een hoogleraar. Bij de faculteit

7

Algemene informatie

stemmen van de ongeveer 22.000 studenten van UvA. Elk jaar wordt er een nieuwe CSR gekozen. De bedoeling is dat er van elke faculteit twee studenten in de CSR plaatsnemen. Door overleg te voeren met het College van Bestuur van de UvA vertegenwoordigt de CSR de studenten van de UvA. In grote lijnen heeft de studentenraad twee belangrijke rechten: het instemmingsrecht en het recht om zowel gevraagd als ongevraagd advies te geven. Meer informatie over de CSR is te vinden op http://www.uva.nl/csr.



werken ongeveer 100 gewone hoogleraren (met doorgaans een voltijds aanstelling bij de universiteit) en 40 bijzondere hoogleraren (die voor doorgaans een dag in de week bij de universiteit gedetacheerd zijn). 1.2.5

Onderzoeksinstituten Levens- en Aardwetenschappen

Swammerdam Institute for Life Sciences (SILS) aandachtsgebieden: moleculaire celbiologie, moleculaire fytopathologie, microbiologie, neurobiologie, massaspectrometrie, biochemie, biofysica, bioinformatica directeur: prof. dr. B.J.C. Cornelissen Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) aandachtsgebieden: biodiversiteit, dynamiek van ecosystemen, milieuproblematiek directeur: prof. dr. P.H. van Tienderen De meeste instituten werken op grensgebieden van het onderzoek samen met andere instituten binnen of buiten de faculteit. In een aantal gevallen is daarvoor een aparte organisatie opgericht. Voorbeelden van dergelijke samenwerkingsverbanden zijn: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge Energie Fysica Centre for Mathematics and Theoretical Physics Centrum voor Hoge Energie Astrofysica Amsterdam Centre for Computational Science Amsterdam Genomics Centre Cognitive Science Center Amsterdam Zoölogisch Museum Amsterdam Expertisecentrum voor Taxonomische Identificaties

Meer informatie over de onderzoeksinstituten van FNWI is te vinden op internet: http://www.uva.nl/onderzoek, klik op ‘onderzoekinstituten’. 1.2.6

Leerstoelen Levens- en Aardwetenschappen

De faculteit kent gewone, deeltijd en bijzondere leerstoelen. Bijzondere leerstoelen worden ingesteld en gefinancierd door een buitenuniversitaire instelling. Hieronder volgt een overzicht van de gewone en de bijzondere hoogleraren. Hoogleraren IBED ■ ■ ■ ■ ■ ■

8

Prof. dr. W. Admiraal: leerstoel Aquatische Ecologie en Ecotoxicologie Prof. dr. P.H.van Tienderen: leerstoel Experimentele Plantensystematiek Prof. dr. S.B.J. Menken: leerstoel Evolutiebiologie Prof. dr. J.M. Verstraten: leerstoel Earth Surface Processes and Materials Prof. dr. H. Hooghiemstra: leerstoel Paleoecologie en Landschapsecologie Prof. dr. M.W. Sabelis: leerstoel Populatiebiologie



■ ■ ■ ■

Algemene informatie

■

Prof. dr. M. Veith: leerstoel Systematische en Geografische Dierkunde Prof. dr. L. Reijnders: leerstoel Environmental Sciences Prof. dr. A.M. de Roos: leerstoel Theoretische Ecologie Prof. dr. J. Huisman: leerstoel Aquatische Microbiologie Prof. dr. W. Bouten: leerstoel Computational Bio-and Physical Geography

Bijzonder hoogleraren IBED ■

Vanwege de Maatschappij voor Wetenschappelijk Onderzoek in de Tropen (TREUB Maatschappij): Prof. dr. R.P.M. Bak: leerstoel Tropische Mariene Biologie Prof. dr. A.M. Cleef: Tropical Vegetation Ecology and Mapping Vanwege de Stichting Centraal Bureau voor de Schimmelcultures: Prof. dr. G.S. de Hoog: leerstoel Mycologie Vanwege de Stichting LERG: Prof. dr. A.C. Imeson: leerstoel Soil Erosion and Desertification Vanwege de Amsterdamse Universiteitsvereniging: Prof. dr. W.W. de Jong: leerstoel Moleculaire Diersystematiek Vanwege het RIKZ: Prof. dr. R.W.P. Laane: leerstoel Marine Biogeochemistry Vanwege Stichting het Kronendak: Prof. dr. J.H.D. Wolf: leerstoel Fyllosfeerwetenschappen ■ ■

■

■ ■

■ ■

■ ■

■ ■

■

Hoogleraren SILS ■ ■ ■ ■ ■

■ ■ ■

■

■ ■ ■

■ ■

Prof. dr. R.C. Aalberse: leerstoel Biologische Immunologie Prof. dr. T.M. Breit: leerstoel Micro Array Division and Bioinformatics Prof. dr. S. Brul: leerstoel Molecular Biology and Microbial Food Safety Prof. dr. B.J.C. Cornelissen: leerstoel Fytopathologie Prof. dr. R. van Driel: leerstoel Structure and Functional Organisation of the Cell Nucleus Prof. dr. M.A. Haring: leerstoel Plantenfysiologie Prof. dr. Th. W.J. Gadella: Molecular Cytology Prof. dr. K.J. Hellingwerf: leerstoel Molecular Microbial Physiology (incl. Biocatalysis) Prof. dr. M. Joëls: leerstoel Hormonal Regulation of Signal Transduction in the Brain and Plasticity of the Spinal Cord Prof. dr. C.G. de Koster: leerstoel Mass Spectrometry of Biomacromolecules Prof. dr. A.P. Otte: leerstoel Epigenetic Regulation of Gene Expression Prof. dr. C.H.A. Pennartz: leerstoel Neuronal Plasticity in the Brain and Peripheral Nervous System Prof. dr. A.W. Schram: leerstoel Toegepaste Biologie Prof. dr. W.H.P Schreurs: leerstoel Algemene en Experimentele Voedingsleer

9



■

Prof. dr. W.J. Wadman: leerstoel Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie

Bijzonder hoogleraren SILS ■

Vanwege de Stichting tot bevordering van de Atoom- en Molecuulfysica: Prof. dr. J.J. Boon: leerstoel Moleculaire Paleobotanie Vanwege de Stichting leerstoel C.H. van den Houtenfonds: Prof. dr. C.G. Kruse: leerstoel Geneesmiddelenonderzoek Vanwege het Nederlands Kanker Fonds: Prof. dr. J. Borst: leerstoel Experimentele Oncologie Vanwege Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek: Prof. dr. A.J. van Tunen: leerstoel Biochemie van Planten, in het bijzonder metabole routes Vanwege Stichting Socrates: Prof. dr. J. Braeckman: leerstoel Filosofie en ethiek in de levenswetenschappen vanuit humanistisch perspectief ■

■

■ ■

■ ■

■

■

■

10


Algemene informatie UvA en FNWI Algemene informatie

1.2.7

Bereikbaarheid leerstoelgroepen

Decaan

Telefoon

Fax

525 7864

-

Swammerdam Institute for Life Sciences (SILS) Moleculaire Cytologie ( prof.dr Th.W. Gadella)

525 6327

-

Plantenfysiologie (prof. dr. M.A. Haring)

525 7931

525 7934

Fytopathologie (prof. dr. B.J.C. Cornelissen)

525 7931

525 7934

Dierfysiologie (prof. dr. C.M.A. Pennartz)

525 7638

525 7709

Algemene Dierkunde (prof. dr. M. Joëls)

525 7638

525 7709

Mol. en Cel. Neurobiologie (prof. dr. W.J. Wadman)

525 7638

525 7709

Structuur en Functionele Organisatie van de Cel Nucleus (prof. dr. R. van 525 6327 Driel

525 7934

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica (IBED) Palynol. & Kwartaire Ecologie (prof. dr. H. Hooghiemstra)

525 7844/ 7193/7903

525 7832

Evolutiebiologie (prof. dr. S.B.J. Menken)

525 7903/ 7844/7193

525 5402

Experimentele Plantensystematiek (Prof. Dr. P.H. van Tienderen)

525 7844/ 7193/7903

525 5402

Populatiebiologie/ Theoretische ecologie (prof. dr. M.W. Sabelis / Prof. dr. 525 7193/ A.M. de Roos) 7844/7903

525 7754

Aquatische Ecologie en Ecotoxicologie (prof. dr. W. Admiraal)

525 7726/ 7193/7844

525 7754

Aquatische Microbiologie (prof. dr. J. Huisman)

525 6201

525 7064

Earth Surface processes and Materials (Prof. dr. J.M. Verstraten)

525 7451

525 7431

Computational Bio and Physical geography (Prof. dr. W. Bouten)

525 7451

525 7431

Systematische en Geografische Dierkunde (prof. dr. M. Veith)

525 7903/ 7844/7193

525 7832

11



12



2.1

Algemen informatie

Studentenstatuut en de OER

Universiteiten zijn verplicht om jaarlijks een studentenstatuut uit te brengen. Dit is een beschrijving van de rechten en plichten van studenten. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een meer gedetailleerde uitwerking per opleiding: het Opleidingsstatuut. Het algemene deel van het statuut is opgenomen in het Studentenhandboek. Verder bevat het Studentenhandboek allerlei nuttige informatie over voorzieningen aan de UvA en wordt jaarlijks per september opnieuw vastgesteld door het College van Bestuur na instemming van de Centrale Studentenraad. Het studentenhandboek is elektronisch beschikbaar op http://www.uva.nl/studentenhandboek en ligt ter inzage bij het onderwijsbureau. Het Opleidingsstatuut bevat de reglementen, regelingen en afspraken die op facultair niveau gemaakt zijn. Het Opleidingsstatuut wordt jaarlijks in april/mei vastgesteld door de decaan van de faculteit, na instemming van de facultaire Studentenraad. De Onderwijs- en Examenregeling (O.E.R.) is in te zien op de website http://studiegids.uva.nl. Beide delen van het statuut zijn niet alleen beschrijvend van aard, maar hebben ook een rechtscheppend karakter, dat wil zeggen dat ze gebruikt kunnen worden om nieuwe afspraken tussen universiteit en studenten of faculteit en studenten vast te leggen. 2.2

Studiepunten, studielast, cursusduur

Bij de programmering van universitaire studies wordt uitgegaan van een standaard studiebelasting. Onder studiebelasting wordt verstaan: de tijd die een student gemiddeld nodig heeft om een studieonderdeel, een studiefase of een gehele opleiding te doorlopen. De studiebelasting wordt uitgedrukt in studiepunten. Het aantal punten dat voor modules en stages gehaald kan worden wordt uitgedrukt in EC ( European Credits = Europese studiepunten). Deze punten worden internationaal gebruikt en zijn uitwisselbaar. Eén EC staat gelijk aan een werkbelasting van 28 uur. Eén studiejaar omvat 60 EC. De bacheloropleidingen omvatten allen 180 EC. De doctoraalfase of masteropleidingen hebben een omvang van 120 EC. 2.3

Beoordeling zak/slaagregeling

Binnen een module wordt een student beoordeeld op basis van deelcijfers die weer gebaseerd worden op één of meer deeltoetsen en een eventuele praktische oefening. De weegfactoren van de deelcijfers zijn opgenomen in de modulebeschrijvingen. In de

13

Algemene informatie

2 Algemene studiezaken



meeste gevallen wordt geen deelcijfer verstrekt voor een praktische oefening. In deze gevallen is deelname verplicht voor toelating tot de theoretische (deel-)toetsen die op de praktische oefening voortbouwen. Het eindcijfer wordt bepaald door gewogen middeling van deelcijfers. Als regel geldt dat men voor het behalen van een module een 6,0 of hoger als eindcijfer moet hebben behaald en geen der deelcijfers mag lager beoordeeld zijn dan 5,0. Deelcijfers die lager uitvallen dienen altijd te worden herkanst. 2.4

Geldigheidsduur deelcijfers

Eerste jaar Eenmaal behaalde deelcijfers blijven tot twee jaar na de datum van de start van het eerste jaar geldig. Tweede en derde jaar Eenmaal behaalde deelcijfers blijven tot twee jaar na de datum van toekenning van het behaalde deelcijfer geldig. 2.5

Evaluatie van het onderwijs

Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen evalueert de Opleidingscommissie de programma’s. De evaluatie is studieonderdeelgericht en wordt uitgevoerd aan de hand van een onderwijsinstituut gebonden evaluatiesysteem, eventueel aangevuld met een interactieve evaluatie. De vragen hebben onder andere betrekking op het aanvangsniveau van de cursus, de moeilijkheidsgraad van de stof, de hoeveelheid tijd die aan een studieonderdeel moet worden besteed, de manier waarop de docent onderwijs geeft, het tentamen en hoeveel de student heeft geleerd. De evaluaties worden besproken in de Opleidingscommissie en indien nodig adviseert de OC de opleidingsdirecteur tot het ondernemen van actie. Daarnaast vindt periodiek een evaluatie plaats van het gehele eerste jaar, alsmede een evaluatie van de gehele bachelor- en masteropleiding. De evaluatie van de onderzoekstrainingen vindt plaats bij de aanvraag van het masterexamen. Studenten die problemen ondervinden tijdens een onderzoekstraining (stage) worden verzocht zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur. 2.6

Adreswijzigingen

Het is van belang dat je een adreswijziging zo spoedig mogelijk bekend maakt bij de studentenadministratie van de UvA. Je kunt je adres -bij voorkeur- zelf wijzigen via Studieweb ( http://studieweb.student.uva.nl). Deze wijziging komt dan automatisch terecht bij StS. Je kunt je adreswijziging echter ook doorgeven aan:

14


Algemene studiezaken Algemene informatie

Studenten Services (StS) Binnengasthuisstraat 9 1012 ZA Amsterdam Telefoon: 020-525 8080 Ben je lid van een commissie dan moet je het desbetreffende secretariaat apart van je verhuizing op de hoogte brengen. Vergeet ook niet de Informatie Beheer Groep te informeren. 2.7

Studieonderbreking en herinschrijving na studieonderbreking

Tot uiterlijk zes weken vóór aanvang van een cursus/module kun je je via Studieweb voor een module afmelden. Als je met je studie stopt, meld je dit bij de Onderwijsbalie èn bij Studenten Services (StS), Binnengasthuisstraat 9, 1012 ZA Amsterdam, telefoon: 020525 8080. Voor het (tijdelijk) staken van de studie moet een afspraak met een Studentendecaan worden gemaakt (zie het Studentenhandboek, http://www.uva.nl/studentenhandboek). Studenten die hun studie na een onderbreking willen hervatten, kunnen herinschrijvingsformulieren verkrijgen bij het Service en Informatiecentrum (Studenten Services, telefoon: 020-525 8080). Studenten dienen vóór herinschrijving toestemming te vragen bij de studieadviseur van de opleiding. 2.8

Studiestop

De inschrijving kan eindigen op grond van afstuderen. Ook kunnen ziekte of bijzondere familieomstandigheden of een andere reden die door het CvB erkend wordt, en die zijn opgenomen in het Inschrijvingsbesluit UvA, als beëindigingsgrond gelden. De student die de studie blijvend staakt, moet de Onderwijsbalie en de studieadviseur hiervan op de hoogte stellen. Ook is de student verplicht een afspraak met de studentendecaan te maken. 2.9

Dossierverklaring

Wanneer een student de studie voortijdig staakt kan door de Examencommissie op verzoek een dossierverklaring opgesteld worden met vermelding van alle met goed gevolg afgelegde studieonderdelen.

15



16



3.1 3.1.1

Algemen informatie

Faciliteiten Universiteitsbibliotheek

De Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam ( UBA) is het geheel van bibliotheken van de Universiteit van Amsterdam (UvA), het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). De bibliotheek richt zich primair op studenten en medewerkers van UvA, AMC en ACTA. Daarnaast zijn de diensten van de UBA ook beschikbaar aan anderen die daar voor studie en beroep gebruik van willen maken, in het bijzonder studenten en medewerkers van instituten en instellingen waarmee de UvA een samenwerkingsverband heeft. Voor het lenen van boeken bij de universiteitsbibliotheken is een geldige UB-pas nodig. De bibliotheek bemiddelt bij het verkrijgen van een lenerspas. De uitleentermijn is een maand. Verlenging is mogelijk, behalve als het geleende boek gereserveerd is. De uitlening vindt plaats conform het Reglement van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. Tijdschriftjaargangen, losse tijdschriften, naslagwerken en boeken waarop dit expliciet staat aangegeven worden niet uitgeleend. De bibliotheek bemiddelt bij het aanvragen voor alles wat niet in eigen collectie of in de directe omgeving aanwezig is. Voor uitgebreide informatie over de bibliotheken van de UvA, zie de website van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam: http://www.uba.uva.nl/fnwi. Hier kun je ook gedetailleerde informatie vinden over de samenstelling van de diverse collecties, openstelling, en aan welke voorwaarden je moet voldoen om te kunnen lenen. Een online catalogus van de UB is beschikbaar op http://www.uba.uva.nl/digitale_bibliotheek. Bij het onderwijsinstituut Levens- en Aardwetenschappen van de Faculteit NWI zijn vijf afzonderlijke boekencollecties te vinden, verspreid over drie locaties: Roeterseiland ■

Bibliotheek van de opleiding Aardwetenschappen (onderdeel van het studie en informatiecentrum FNWI), Nieuwe Achtergracht 166. De bibliotheek bevindt zich op de eerste verdieping van gebouw B van het Roeterseiland Complex, en is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00 tot 18.00 uur, vrijdag van 9:00 tot 17:00. In de bibliotheek is een speciale kaartenkamer, waar kaarten ter plaatse bestudeerd kunnen worden. Er zijn 45 studieplaatsen beschikbaar, waarvan 30 computerwerkplekken.

De Watergraafsmeer ■

Bibliotheek Biologisch Centrum, Kruislaan 314 (maandag t/m vrijdag, 9:00-17:00 uur).

17

Algemene informatie

3 Algemene studiefaciliteiten en praktische zaken



De Plantage buurt ■

■

■

De Plantage bibliotheek, Plantage Middenlaan 45 (woensdag en vrijdag van 10.00 16.00 uur). De Artis bibliotheek, Plantage Middenlaan 45 (woensdag en vrijdag van 10.00 - 16.00 uur). De bibliotheek van de Nederlandse Entomologische Vereniging, Plantage Middenlaan 64 (dinsdag t/m vrijdag: 9.00 - 12.30 uur en 13.30 - 16.30 uur).

3.1.2

Facultaire computerfaciliteiten en studiecentra

Bij het verwerken van de onderzoeksresultaten of bij het schrijven van een onderzoeksverslag of scriptie kun je gebruik maken van de computerfaciliteiten van de faculteit. De Universiteit van Amsterdam heeft zes computerzalen (studiecentra) die voor alle studenten toegankelijk zijn. De studiecentra zijn: ■ ■ ■ ■ ■ ■

studiecentrum OMHP, Oudemanhuispoort 4-6 studiecentrum BG5, Oudezijds Achterburgwal 237 studiecentrum P.C. Hooft, Spuistraat 134 studiecentrum Roeterseiland, Roetersstraat 11 studiecentrum Bushuis, Kloveniersburgwal 48 studiecentrum Almere, P.J. Oudweg 29, Almere

Bij aanvang van de studie krijgen UvA-studenten een wachtwoord voor gebruik van de studiecentra per post thuisgestuurd. De gebruikersnaam - ook ' UvAnetID' genoemd - is gelijk is aan het collegekaartnummer. Met het UvAnetID en het bijbehorende wachtwoord kun je van meerdere digitale diensten voor studenten gebruik maken, zoals Studentenmail, Studieweb en Blackboard. Als je je wachtwoord kwijt bent kunt u op vertoon van een geldige collegekaart (met het daarbij behorende legitimatiebewijs) aan de balie van een van de studiecentra een nieuw wachtwoord laten maken. Bij de balies van de studiecentra kun je ook terecht voor een abonnement op UvA-inbel. Wil je je aanmelden voor UvA-dsl, dan kun je terecht bij de balie van Studiecentrum BG5.Voor meer informatie en openingstijden van de studiecentra kun je kijken op de website van de studiecentra: http://www.ic.uva.nl/studiecentra. 3.1.3

ICT afdeling

De ICT-afdeling beheert de facultaire computersystemen en netwerken. Ook draagt zij zorg voor de ontwikkeling van nieuwe diensten. De afdeling bestaat uit drie groepen: Servicedesk, Systeem- en Netwerkbeheer en Software-ontwikkeling. De servicedesk vormt het eerste aanspreekpunt voor ondersteuningsverzoeken. Voor storing en problemen een e-mail sturen naar [email protected].

18



3.2.1

Informatievoorziening Algemeen

Informatie betreffende het onderwijsprogramma staat in deze studiegids. Daarnaast worden studenten gedurende het studiejaar via één of meerdere van onderstaande bronnen op de hoogte gehouden van mededelingen omtrent de studie: ■ ■ ■ ■ ■

de mededelingenborden; brieven vanuit de onderwijsbalie UvA student e-mail; de UvA-website ( http://www.uva.nl); de digitale leeromgeving Blackboard ( http://www.blackboard.ic.uva.nl).

3.2.2

Studentenhandboek

Het UvA Studentenhandboek is integraal op de UvA website te raadplegen: http://www.uva.nl/studentenhandboek. Deel A bevat algemene informatie die voor iedere student van belang kan zijn, bijvoorbeeld over het studeren zelf o.a. met tips voor planning en studiekeuze, maar ook over financiën tijdens de studie, de arbeidsmarkt, studentenvoorzieningen, diverse studieprogramma’s, en over de vele studentenvoorzieningen. Deel B bevat de informatie die elke instelling voor hoger onderwijs beschikbaar moet stellen aan studenten met o.a. informatie over toegang tot de studie en inschrijving, tentamens en examens, rechten en plichten van de student, rechtsbescherming, medezeggenschap, administratie en privacybescherming, beschrijvingen van procedures voor klachten, bezwaar en beroep en financiële ondersteuning bij studievertraging. Alle hoofdstukken van het Studentenhandboek kunnen van het net worden gehaald, zodat je één hoofdstuk apart kunt uitprinten. 3.2.3

Websites van de verschillende bacheloropleidingen

Iedere bacheloropleiding heeft een eigen website: ■ ■ ■ ■

Bacheloropleiding Aardwetenschappen: http://www.student.uva.nl/aw Bacheloropleiding Biologie: http://www.student.uva.nl/biologie Bacheloropleiding Bio-medische wetenschappen: http://www.student.uva.nl/bmw Bacheloropleiding Psychobiologie: http://www.student.uva.nl/psychobiologie

Op de websites van de individuele bacheloropleiding is onder andere het volgende te vinden: ■

■

De mededelingen van het onderwijsbureau en de mededelingen van docenten. Deze laatste zijn alleen zichtbaar voor de betrokkenen bij een studieonderdeel; Informatie over het onderwijsbureau, de faculteit en universiteit;

19

Algemene informatie

3.2



■ ■

Een link naar de digitale bibliotheek van de UvA; Een link naar MijnUvA, met toegang tot studieweb, UvA Webmail en Blackboard

De informatie in MijnUvA is afgeschermd. Om hier in te komen gebruik je je UvAnetID met wachtwoord. Neem bij problemen met het UvAnetID contact op met het IC ( http://www.ic.uva.nl). Bij problemen met de toegankelijkheid van Blackboard neem je contact op met het onderwijsbureau. Op de website http://studiegids.uva.nl is een groot deel van de studiegids opgenomen, hierop zijn de opleidingen, cursusbeschrijvingen, docenten en de Onderwijs en Examenregeling (OER) te vinden. 3.2.4

Studieweb

Studieweb ( http://studieweb.student.uva.nl) is een internettoegang tot het studentenadministratiesysteem, waar je je kunt opgeven voor cursussen, tentamens, werkgroepen en colleges, je tentamenresultaten kunt inzien en je adres kunt wijzigen. Aanmelden voor cursussen gebeurt via 'aanmelden cursussen'. Om toegang te krijgen tot Studieweb dien je je te identificeren met je UvAnetID ( collegekaartnummer) en je wachtwoord. 3.2.5

UvA Blackboard

Als digitale leeromgeving wordt bij veel studieonderdelen aan de UvA Blackboard gebruikt. Blackboard biedt de mogelijkheid dat docenten lesmateriaal online beschikbaar kunnen maken, zodat studenten toegang hebben tot het onderwijsmateriaal onafhankelijk van tijd en plaats. Ook kunnen via Blackboard op een eenvoudige manier berichten en documenten uitgewisseld worden tussen docent en student en tussen studenten onderling, met de mogelijkheid om samen te werken in groepen. Daarnaast is het mogelijk via Blackboard elektronisch te discussieren en te chatten, waarbij de sessies worden gearchiveerd. Aan alle faculteiten van de UvA wordt Blackboard inmiddels gebruikt. Iedere UvAstudent heeft automatisch een Blackboard-account via het UvAnetID. Toegang tot moduleinformatie is alleen mogelijk als je je aangemeld hebt voor de betreffende module. Bij problemen met de toegankelijkheid van Blackboard neem je contact op met de Onderwijsbalie. Voor meer informatie over Blackboard zie: http://www.science.uva.nl/onderwijs/blackboard. 3.2.6

Universiteitsblad Folia

Folia is het weekblad voor de Universiteit van Amsterdam. Folia is verkrijgbaar bij de ingangen van de gebouwen van het Roeterseilandcomplex, en in de gebouwen I, II, IV en de kantine van Biologisch Centrum Anna’s Hoeve.

20



Studenten Services (StS)

Studenten Services Studenten, afgestudeerden en promovendi van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die behoefte hebben aan advies en/of informatie over allerlei zaken met betrekking tot studeren kunnen langskomen in het Service & Informatiecentrum. Studenten Services bestaat uit de afdelingen: Service & Informatiecentrum, Studentendecanen, Bureau Studentenpsychologen, Bureau Internationale Samenwerking en Loopbaan Advies Centrum. Verder worden er het hele studiejaar diverse workshops & trainingen rondom studie en loopbaan georganiseerd door het Trainingscentrum van Studenten Services. Adres:

Binnengasthuisstraat 9, 1012 ZA Amsterdam

Openingstijden:

ma t/m vr van 10.00 - 17.00 uur

Telefoon:

020-525 8080, bereikbaar op ma t/m vr van 09.00 17.00 uur

Internet:

http://www.uva.nl/studentenservices

Service & Informatiecentrum Heb je vragen over studeren aan de UvA, bijvoorbeeld over in- en uitschrijving, studiemogelijkheden of studiefinanciering? Kom dan langs bij het Service & Informatiecentrum. Hier vind je brochures van alle opleidingen van de UvA. Tevens is er informatie over de arbeidsmarkt, het hoger onderwijs in Nederland en studeren in het buitenland. Wil je individueel advies bij vragen en problemen van persoonlijke aard, bezoek dan een studentendecaan, een loopbaanadviseur of een medewerker internationalisering tijdens een van de spreekuren. Een afspraak met een studentenpsycholoog maak je via Bureau Studentenpsychologen. Ben je op zoek naar een kamer? Het kamerbureau van de ASVA Studentenunie is ook in het Service & Informatiecentrum gevestigd. Voor (aankomende) studenten Gedrag en samenleving is bij tijdige aanmelding het vinden een kamer in Almere geen probleem, meer informatie staat op www.woningnet.nl. Telefoon:

020-525 8080, bereikbaar op ma t/m vr van 09.00 17.00 uur

Internet:


E-mail:

[email protected]

21

Algemene informatie

3.2.7



Studentendecanen Heb je behoefte aan advies bij vragen en problemen van meer persoonlijke aard? Voor een individueel gesprek kun je terecht bij de studentendecanen. Wij bieden dienstverlening die vooral gericht is op studiekeuze, -voortgang en -planning, inschrijvingsproblemen, financiële problemen en beroepsprocedures. Ook besteden de studentendecanen speciale aandacht aan bijzondere groepen studenten (buitenlandse studenten, topsporters en studenten met een functiebeperking). Schakel de hulp van de studentendecanen tijdig in, dan is de kans het grootst dat wij je kunnen helpen bij een oplossing. Voor studenten Gedrag en samenleving is er één keer per week een studentendecaan in Almere aanwezig. Telefonisch spreekuur:

di t/m vr van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Spreekuur op afspraak:

afspraak maken via het Service & Informatiecentrum (020-525 8080)

Internet:


Bureau Studentenpsychologen Psychische of studiegerelateerde problemen (zoals faalangst) hebben vaak een nadelig effect op de studievoortgang. Heb jij een dergelijk probleem dan kun je terecht bij de studentenpsychologen. Wij bieden groepstrainingen en kortdurende individuele gesprekken. In geval van problemen waarbij langdurige begeleiding nodig is, werken wij samen met psychotherapeuten van Mentrum. Je kunt bij de studentenpsychologen ook terecht voor voorlichting over andere mogelijkheden van psychotherapeutische hulp. Bel ons tijdens het telefonisch spreekuur voor informatie en advies of om je aan te melden. Telefonisch spreekuur:

ma t/m vr van 10.30 - 12.30 uur (020-525 2599)


afspraak maken via Bureau Studentenpsychologen (020-525 2599)

E-mail:

[email protected]

Internet:


Bureau Internationale Samenwerking Heb je belangstelling om te studeren in het buitenland? Een tijdelijk verblijf in het buitenland biedt mogelijkheden je studie te verdiepen, intensief kennis te maken met een andere cultuur of je taalvaardigheid te verbeteren. Via Bureau Internationale Samenwerking kun je er achter komen of je in aanmerking komt voor de diverse uitwisselingsprogramma's. In het Documentatiecentrum van Studenten Services kun je documentatie van buitenlandse instellingen bekijken en de brochure Studeren in het buitenland halen (de brochure kun je ook downloaden via http://www.uva.nl/internationaal). De medewerkers van Bureau Internationale Samenwerking adviseren en begeleiden je.

22



di t/m do van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Inloopspreekuur:

di t/m do van 11.00 - 12.00 uur

E-mail:

[email protected]

Documentatiecentrum:

adresgegevens en openingstijden zie: Studenten Services

Internet:


Algemene informatie

Telefonisch spreekuur:

Loopbaan Advies Centrum Welke studie past het beste bij mij? Wat zijn de mogelijkheden om verder te studeren na mijn bachelor? Hoe vind ik een baan na mijn studie? Ik overweeg te gaan promoveren, hoe pak ik dat aan? Hoe bereid ik me goed voor op een sollicitatiegesprek? Met deze vragen en voor feedback op je sollicitatiebrief en cv kun je terecht bij een van de loopbaanadviseurs van het Loopbaan Advies Centrum. Wij adviseren je over je studieen loopbaanoriëntatie: voor, tijdens én na je studie of promotie. Daarnaast verzorgen wij onder andere de training Studiekeuze en Effectief Solliciteren en organiseren wij informatiebijeenkomsten over de verschillende sectoren van de arbeidsmarkt Telefonisch spreekuur:

di t/m vr van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Inloopspreekuur:

di t/m vr van 11.00 - 12.00 uur


afspraak maken via het Service & Informatiecentrum (020-525 8080)

E-mail:

[email protected] of [email protected]

Internet:


Trainingscentrum Om je vaardigheden met betrekking tot het maken van een goede studiekeuze, het studeren en het leren solliciteren (verder) te ontwikkelen, kun je workshops & trainingen bij het Trainingscentrum doen. Onder andere de volgende workshops & trainingen worden aangeboden: Studiebegeleiding, Omgaan met depressieve klachten, Vergroten van zelfvertrouwen, Studiekeuze, Time-Management, Fondsen werven voor je studie, Scriptie opstarten, Effectief Solliciteren, Psychologisch onderzoek en Angst voor presentaties. Het meest actuele programma staat op internet. Internet:

3.3


Kosten studie

Het Onderwijsinstituut draagt er zorg voor dat de (verplicht) te maken kosten (boeken, syllabi, excursies etc.) voor de studenten zo laag mogelijk blijven. Het Onderwijsinstituut

23



is van mening dat ongeveer € 500,- per studiejaar de limiet is. Dit is een richtlijn van het College van Bestuur. De faculteit berekent geen kosten voor microscopen, breekgeld etc. 3.4

Financiele ondersteuning

Het wel of niet voorhanden hebben van voldoende financiële middelen kan grote invloed hebben op de studie van een student. In de meeste gevallen zullen studenten aanspraak kunnen maken op studiefinanciering. De UvA heeft extra financiële regelingen voor studenten, waar studenten onder bepaalde voorwaarden aanspraak op kunnen maken. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het studentenhandboek paragraaf B.10 ( http://www.uva.nl/studentenhandboek). Deze voorzieningen zijn alleen beschikbaar voor studenten die studiefinanciering ontvangen. Alleen het Noodfonds is beschikbaar voor alle studenten die zijn ingeschreven bij de UvA. 3.5

Inrichting werkplekken

De werkplekken in de bibliotheek, de computergebruikersruimte (CGR) en de prakticumzalen zijn zo ingericht dat voor alle studenten een zo optimaal mogelijke werkhouding mogelijk is. Studenten die door handicap of andere beperkingen aanpassingen nodig hebben aan de werkplekken, kunnen contact opnemen met de studieadviseur. 3.6

Rechtsbescherming en klachtenregelingen

Individueel klachtrecht De Regeling ter behandeling van klachten van studenten binnen de FNWI biedt individuele studenten (en andere studerenden) de mogelijkheid om klachten in te dienen over handelingen van personen, commissies, besturen en andere eenheden binnen de faculteit waarvoor geen andere klachten-, bezwaar-, of beroeps-procedures bestaan (wettelijk of binnen de Universiteit van Amsterdam geregeld). De student kan de klacht indienen bij de contactpersoon van de opleiding. Indien de klacht op een of andere wijze betrekking heeft op de contactpersoon van de opleiding, kan de student de klacht ook indienen via de contactpersoon van een andere opleiding. De interne klachtenregeling voor studenten is te vinden op het web: http://www.uva.nl/ombudsman. De contactpersoon voor de afdeling Aardwetenschappen is mw dr. Annemieke Kooijman, e-mail: [email protected], tel. 020-525 7441/7812. De contactpersoon voor de afdeling Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie is mw. dr. Sandrine Ulenberg, e-mail: [email protected], tel. 020525 6243.

24


Algemene studiefaciliteiten en praktische zaken Algemene informatie

Overige regelingen Informatie over rechtsbescherming, universitaire en facultaire klachtenregelingen, bezwaar- en beroepsprocedures, ombudsman, juridische ondersteuning en privacyregelingen is te vinden in het Studentenhandboek. ( http://www.student.uva.nl/studentenhandboek) 3.7

Interdisciplinair honoursprogramma

Aan gemotiveerde eerstejaarsstudenten van alle opleidingen biedt de Universiteit van Amsterdam de mogelijkheid mee te doen aan een extra, interdisciplinair onderwijsprogramma. Inspirerende hoogleraren en docenten van de UvA verzorgen dit programma. Je volgt een aantal collegereeksen die elk een thema vanuit een interdisciplinair perspectief benaderen. Naast het volgen van colleges neem je deel aan kleinschalige discoursgroepen, waarin je met medestudenten verder discussieert over de thema’s. Het honoursprogramma biedt je een unieke kans om je breed te ontwikkelen en je te verdiepen in wetenschappelijke, maatschappelijke, culturele, filosofische en actuele thema’s. Hoofddoel van het honoursprogramma is niet alleen het stimuleren van verbreding van je horizon, maar ook het bevorderen van je persoonlijke en academische vorming. Het programma begint in februari 2006 en loopt gedurende de gehele bachelor, het programma omvat in totaal 30 EC. Na afloop ontvang je een honourscertificaat, ondertekend door de Rector Magnificus. Er vindt selectie plaats op een aantal eisen, zoals motivatie en studievoortgang. Spreekt een intellectuele uitdaging je aan? Schrijf je dan zo snel mogelijk in. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Voor aanmelding en meer informatie zie de website http://www.iis.uva.nl/honoursprogramma. Contactpersoon: Saskia Siesling, tel. 020-525 5512, e-mail: [email protected] 3.8 3.8.1

Cursussen volgen buiten de FNWI Cursussen elders volgen

Je kunt cursussen volgen bij een andere faculteit of universiteit. Je dient dan vooraf toestemming te vragen aan de Examencommissie zodat deze cursus op jouw bul bijgeschreven kan worden. Voor het volgen van cursussen bij andere universiteiten in Nederland moet je je bij die Universiteit (centrale studenten administratie) waar je de cursus wilt volgen, inschrijven als bijvakstudent. Deze dubbele inschrijving is voor studenten gratis. Voor deze dubbele inschrijving heb je doorgaans de volgende stukken nodig: ■

bewijs van inschrijving aan de Universiteit van Amsterdam;

25



■

■

■

bewijs van goedkeuring van de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, afdeling ‘Aardwetenschappen’ of ‘Biologie’, UvA; eventueel een verklaring van de faculteit, waarin gesteld wordt dat de bij de andere universiteit te volgen cursus niet aan de UvA kan worden verzorgd; verklaring van de faculteit waar je de onderzoekstraining gaat volgen, waarin staat dat men ruimte heeft om de training aan een student van een andere instelling te geven.

3.9

Studeren in het buitenland

De Faculteit Natuurwetenschappen Wiskunde en Informatica vindt het belangrijk dat studenten tijdens hun studie internationale ervaring opdoen. Als student aan de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica heb je daarom mogelijkheden om een deel van je studie in het buitenland te volgen: via een uitwisselingsprogramma een aantal vakken volgen aan een buitenlandse universiteit bijvoorbeeld. Als je overweegt om een deel van je studie in het buitenland te volgen, begin dan op tijd (ideaal is een jaar voor vertrek) met de voorbereidingen. Oriënteer je op de verschillende mogelijkheden en bedenk waar jouw voorkeur naar uitgaat. Houd er rekening mee dat de meeste programma’s een deadline hebben voor aanmelding. Voor de meeste opleidingen geldt dat een studieverblijf in het buitenland in het eerste semester van het derde studiejaar kan plaatsvinden. Voor het volgen van onderwijs in het buitenland is goedkeuring door de examencommissie vereist. 3.9.1

Uitwisselingsprogramma's

In het kader van het Socrates programma heeft de FNWI overeenkomsten afgesloten met een dertigtal Europese universiteiten. Het gaat hierbij om een verblijf van drie tot twaalf maanden in het buitenland. Je hoeft geen collegegeld te betalen aan de gastinstelling en je ontvangt een maandelijkse toelage. De hoogte van deze toelage is ongeveer 100 euro per maand. De deadline voor aanmelding voor het Socrates programma voor het studiejaar 2005/2006 is nog niet bekend, maar is naar verwachting half maart 2005. Een overzicht van de universiteiten waarmee een overeenkomst is afgesloten is verkrijgbaar bij mevr. Ir. J.A. Hendriks, de contactpersoon internationalisering ( [email protected] of telefoon: 020-525 7681) of te downloaden van de bachelorwebsite op: http://www.student.uva.nl. De Universiteit van Amsterdam heeft een aantal universiteitsbrede uitwisselingsprogramma’s met universiteiten in o.a. Australië, Canada, VS of Azië. Het betreft studieverblijven van minimaal een half jaar en maximaal een heel academisch jaar. Een overzicht van alle bestemmingen kun je vinden op de website http://www.uva.nl/internationaal, klik op ‘uitwisseling’ en vervolgens op de regio en eventueel het land van je keuze. Bij ieder programma is aangegeven wat de voorwaarden en eisen zijn en wanneer de deadline voor aanmelding is.

26


Algemene studiefaciliteiten en praktische zaken Algemene informatie

3.9.2

Erkenning van studiepunten

Voor je naar het buitenland vertrekt moet je goedkeuring vragen van de examencommissie voor de studieonderdelen die je in het buitenland wilt volgen. Voor landen buiten Europa bestaan verschillende systemen voor erkenning van studiepunten. Voor vragen hierover kun je contact opnemen met je studieadviseur. 3.9.3

Beurzen

Als je deelneemt aan een Socrates programma krijg je een Socrates beurs, als je deelneemt aan een brede uitwisseling een zogenaamde STUNT beurs. Meer informatie hierover vind je op de website http://www.uva.nl/internationaal, klik op ‘Stappenplan’ en vervolgens op ‘Financiering van het buitenlands verblijf’. Als je niet via een uitwisselingsprogramma naar het buitenland gaat, kun je in aanmerking komen voor een beurs van de faculteit. De hoogte van de facultaire beurs varieert tussen de 200 en 500 euro afhankelijk van het land waar je heen gaat. De beurs is een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten. Bij het Documentatiecentrum (Studenten Services, Binnengasthuisstraat 9) of bij de Onderwijsbalie (Kruislaan 318, Gebouw I) kun je de Fondsendiskette en het Fondsenboek raadplegen. Hierin vind je een overzicht van particuliere fondsen die je kunt aanschrijven. Op de website van de Nuffic ( http://www.wilweg.nl) staat ook informatie over beurzen. 3.9.4

Voorlichting

In oktober verschijnt de brochure Studeren in het buitenland. Hierin staat algemene informatie over studeren in het buitenland en een overzicht van de brede uitwisselingsprogramma’s. In oktober 2005 vindt de Nationale Wil Weg Week plaats. Op de hele universiteit vinden dan activiteiten plaats die te maken hebben met studeren in het buitenland. In februari 2006 worden voorlichtingsbijeenkomsten over het Socrates programma georganiseerd. 3.9.5

Informatie

Facultaire contactpersoon internationalisering Voor informatie over studeren in het buitenland kun je contact opnemen met mevr. Ir. J.A. Hendriks, de contactpersoon internationalisering van de faculteit. Zij heeft inloopspreekuur op donderdag van 10.00-12.00 uur in kamer 205, Kruislaan 404, en op donderdag van 14:00-16:00 uur op de Nieuwe Achtergracht 172. Afspraken op een andere tijd (niet op woensdag) kun je maken via e-mail: [email protected]. Bureau Internationale Samenwerking Via Bureau Internationale Samenwerking kun je er achter komen of je in aanmerking

27



komt voor de diverse uitwisselingsprogramma's. In het Documentatiecentrum (Studenten Services, Binnengasthuisstraat 9) kun je documentatie van buitenlandse instellingen bekijken. Hier is ook de brochure Studeren in het buitenland verkrijgbaar. De medewerkers van Bureau Internationale Samenwerking kunnen je adviseren en begeleiden. Telefonisch spreekuur: di t/m do van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080) Inloopspreekuur: di t/m do van 11.00 - 12.00 uur Spreekuur op afspraak:afspraak maken via Studenten Services (020-525 8080) E-mail: [email protected] Documentatiecentrum: adresgegevens en openingstijden zie 'Studenten Services'

28


D E E L 2: B A C H E L O R A A R D W E T E N S C H A P P E N

D E E L 2: B A C H E L O R A A R D W E T E N S C H A P P E N

Opleiding Aardwetenschappen



Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 1

3

33

1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.4

33 34 34 34 35 36

Inleiding Het aanbod Overzicht bachelor opleidingen Onderwijsvormen en algemene vaardigheden Doelstellingen Eindtermen

Structuur van de opleiding

37

2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3

37 37 37 37 38 38 39 39

Het eerste jaar Opbouw eerste jaar Studiebegeleiding eerste jaar Studieadvies eerste jaar Het tweede en derde jaar Opbouw tweede en derde jaar Toelating tot tweede en derde jaar Ingangseisen modules tweede en derde jaar

Onderwijs en studentzaken

41

3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6

41 41 42 42 42 42 43 43 44 44 44 45 46 46 46 47 48 48 48 49 49 50 51

Het onderwijsbureau Taken onderwijsbureau Aanmelden cursus / module (Aanmelden) tentamens en hertentamens Afmelden cursus en/of tentamen Uitslagen studieresultaten Studiebegeleiding Studieadviseurs Vertrouwenspersoon Klachtrecht en verdere begeleiding Studie en handicap Studentenhuisartsen (Advies)commissies ten behoeve van het onderwijs Adviesteam opleidingen Opleidingscommissies (OC) Examencommissie (Excie) Praktische zaken Verkoop van boeken en syllabi Veldwerkmateriaal: regeling betreffende beheer en uitgifte Veldwerkmateriaal voor studenten Practicum en Collegezalen Computerfaciliteiten AW Verzekeringen


2

De Bacheloropleiding

31


Inhoudsopgave

3.4.7 3.4.8 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.7 3.7.1 3.7.2

4

5

6

32

51 51 51 51 53 53 54 54 54 54 55 56 56 56 57

Doorstromen naar een Masteropleiding

59

4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.2.1

59 60 60 61 62 62

Masteropleiding Richtlijnen toelating tot de master-opleiding / Programma-coordinatoren Doorstroom naar Master buiten UvA Leraaropleiding Orientatie op de masteropleidingen Bèta Bedrijvencontactdag

Blokkenschema's

65

5.1 5.2

65 66

Blokkenschema Bachelor Aardwetenschappen Blokkenschema eerste semester derde jaar

Cursusbeschrijvingen 6.1 6.2 6.3 6.4

7

Prikborden / mededelingen Kopiëren Bachelorexamen Aanvraag bachelorexamen September regeling Toekenning predikaat 'Cum Laude' Diploma uitreiking Afstudeerverklaring Verenigingen Studieverenigingen Alumniverenigingen Beroepsverenigingen Kandidaatsfase / doctoraal opleiding aardwetenschappen Overgangsregeling bachelor en kandidaatsfase 2003-2004 De kandidaatsfase van de vijfjarige opleiding

Modules eerste jaar Modules tweede jaar Modules derde jaar Minorvakken voor niet Fysisch Geografen

Docentenindex

67 67 86 99 115

125



1 De Bacheloropleiding 1.1

Opledi ngAardwetnschap en

Inleiding

Aardwetenschappen-Fysische Geografie is een brede wetenschap, die aandacht besteedt aan de fysisch geografische processen en patronen die zich afspelen in landschap en bodem. Van groot belang in het landschap is de wisselwerking tussen de factoren: dier, mens, reliëf, bodem, water, gesteente, atmosfeer en vegetatie. De vragen waar het de aardwetenschapper om gaat zijn: ■

■ ■

Welke kennis kunnen we afleiden uit de patronen die we in het landschap waarnemen? Wat zijn de natuurlijke eigenschappen van het landschap, en welke processen veroorzaken veranderingen in het landschap? Hoe kan de mens het landschap en de bodem duurzaam gebruiken? Hoe worden eigenschappen van en processen aan het aardoppervlak door menselijke activiteiten veranderd of beïnvloed?

Het eerste jaar De studieonderdelen van het eerste jaar geeft de student een breed overzicht wat Aardwetenschappen en de exacte kant van de opleiding inhouden. De semesters geven niet alleen een overzicht over de theorie maar ook over de diverse vaardigheden (zoals veldwerk en presentatietechnieken). De zwaartepunten van de studie komen naar voren in vakken zoals de Inleiding Aardwetenschappen, Landschapsanalyse, en Atmosferische Fysica. Verder zijn er ondersteunende vakken zoals Wiskunde en de Natuurwetenschappelijke Basis en Experimentele Plantenwetenschappen. De laatste onderdelen van het jaar zijn het Basisveldpracticum en ook Flora en Vegetatie waarin je het geleerde ook toepast in het veld. Het tweede jaar Het programma van het tweede studiejaar in de bachelor opleiding is voor alle studenten hetzelfde. De vakken dragen als kenmerk dat ze patroon- of procesgericht zijn en geven verdieping aan belangrijke fysisch geografische vakken. Toepassing van theoretische en praktische kennis vindt plaats in het veldpracticum van vijf weken in Luxemburg, dat wordt afgerond met een schriftelijk verslag en een mondelinge presentatie. Het derde jaar In het derde jaar van de Bachelor volgt een verdere verbreding van kennis. Daarnaast besteedt je in alle programma's (zie onder aanbod) veel aandacht aan onderoeksvaardigheden en doe je onderzoek naar processen die zich afspelen in de bodem en het landschap. Over dit onderzoek schrijf je een verslag, de Bachelorthesis. Tot slot oriënteer je je op de keuze voor een Masteropleiding na afronding van je bachelor.

33


■



1.2 1.2.1

Het aanbod Overzicht bachelor opleidingen

De bacheloropleiding Aardwetenschappen is een voltijds en duurt drie jaar. De eerste twee jaar zijn georiënteerd op de Fysische geografie en in het derde jaar kun je kiezen om je daarin verder te verdiepen, of je kunt je richten op een combinatie programma met een minor in de biologie, sociale geografie of milieukunde. Ook is het mogelijk een vrije keuze minor te doen. De vijf programma's zijn als volgt (zie ook het overzichtstabel 5.2) ■

■

■

■

■

programma Fysische Geografie: met dit programma ga je dieper in op vakken als klimatologie, Geografische informatie systemen, materiaal eigenschappen en kun je een oriënterende stage doen, waarna je in het tweede semester de verplichte vakken meetstrategieën, modelleren en de bachelorthesis volgt. programma met minor Aarde en Natuur: dit programma biedt ook een aantal ecologische en biologische keuzevakken in het eerste semester, waarna je in het tweede semester de verplichte vakken meetstrategieën, modelleren en de bachelorthesis volgt. programma met minor Aarde en Mens: dit programma biedt een aantal keuzevakken uit de Bachelor Sociale geografie in het eerste semester, waarna je in het tweede semester de verplichte vakken meetstrategieën, modelleren en de bachelorthesis volgt. programma met minor Aarde en Milieu: dit programma biedt ook een aantal milieukundige keuzevakken in het eerste semester, waarna je in het tweede semester de verplichte vakken meetstrategieën, modelleren en de bachelorthesis volgt. programma Vrije minor: 30 EC zijn in het eerste semester geheel naar eigen wens in te vullen onder goedkeuring van de Examencommissie. In het tweede semester volg je de verplichte vakken meetstrategieën, modelleren en de bachelorthesis.

Voor een compleet overzicht van alle vakken per studieprogramma, zie Hoofdstuk 5.3. 1.2.2

Onderwijsvormen en algemene vaardigheden

De opleiding verzorgt het onderwijs in de volgende vormen: ■

■

34

hoorcollege college waarbij de docent kennis en inzicht overdraagt aan de studenten. De studenten hebben slechts beperkt de mogelijkheid tot interactie door middel van vragen stellen of het voeren van discussie. werkcollege college waarbij een probleem of casus gerichte behandeling van de stof voorop staat.



■

■

■

■

Algemene vaardigheden Tijdens de opleiding leer je verschillende soorten vaardigheden: van een mondelinge presentatie geven tot het opzoeken van literatuur en het lezen van een (geologische) kaart. Deze vaardigheden zijn verweven in verschillende cursusonderdelen, waarbij de moeilijkheidsgraad toeneemt naarmate je verder in de opleiding komt. De groei in je algemene vaardigheden zijn ook terug te vinden in de vier 'leerlijnen' van de opleiding, te weten: ■

■ ■ ■

Zwaartepunten (kennis opdoen van geomorfologie, bodemkunde en landschapsecologie) Veldwerk (waarnemen en interpreterem van veldgegevens) Meten en Modelleren (kwantitatieve benadering van het vakgebied) Competenties (oefenen van communicatieve vaardigheden)

Gedurende de hele Bachelor oefen je algemene vaardigheden als onderdeel van een van de leerlijnen, zowel individueel als in groepsverband. 1.3

Doelstellingen

De bachelor opleiding Aardwetenschappen heeft tot doel de student kennis en vaardigheden bij te brengen op het gebied van 'systeem aarde' in het bijzonder van

35


■

Studenten hebben de mogelijkheid vragen te stellen of discussiepunten voor te leggen aan de docent. werkgroep/colloquium onderwijs waarbij de interactie tussen studenten en docent voorop staat door middel van probleemoplossing, casusbehandeling of discussie. Van studenten wordt een actieve participatie gevraagd in de vorm van schriftelijke of mondelinge prestaties. practicum onderwijsvorm waarbij de student praktische werkzaamheden moet verrichten die betrekking hebben op voor de opleiding essentiële vaardigheden. Het zelf opdoen van vaardigheden door de student onder toezicht van een docent staat hierbij voorop. excursie onderwijsvorm waarbij de student onder begeleiding van een docent een buiten de faculteit gevestigde instantie, organisatie of gebied bezoekt. opdracht vorm waarbij de student de door de docent opgegeven werkzaamheden moet verrichten waarbij de uitkomsten worden weergegeven in een mondelinge of schriftelijke verslag of presentatie. veldwerk onderwijsvorm waarbij de student geheel zelfstandig in een bepaald gebied de theoretische kennis in de praktijk brengt.



materiaalanalyse en fysisch geografisch patroon- en procesonderzoek, op een dusdanig niveau dat een afgestudeerde in staat is om, onder begeleiding, een gespecialiseerd Fysisch Geografisch onderzoek te formuleren en uit te voeren. De opleiding richt zich op het (leren) begrijpen van patronen en processen in de geomorfologie, bodemkunde, landschapsecologie en toepassingen hiervan binnen de geo-informatica en modellering. De Fysische geografie is bij uitstek het domein waar gesteente, bodem, water, lucht en het leven bij elkaar komen. In de opleiding is accenturing binnen het vakgebied mogelijk door het kiezen van verschillende paden op het raakvlak van Fysische Geografie en Ecologie (Aarde en Natuur), het raakvlak Fysische en Sociale Geografie/Planologie (Aarde en Mens) en het raakvlak van Fysische Geografie en Milieuwetenschappen (Aarde en Milieu). De leerdoelen van de afzonderlijke vakken en onderwijselementen zijn beschreven bij het betreffende onderdeel in deze studiegids. 1.4

Eindtermen

De bachelor opleiding Aardwetenschappen heeft vijf studiepaden, per studiepad zijn de eindtermen afzonderlijk geformuleerd. De volledige eindtermen zijn te vinden in de Onderwijs en Examenregeling 2005-2006 ( http://www.studiegids.uva.nl)

36



2 Structuur van de opleiding 2.1 2.1.1


Het eerste jaar Opbouw eerste jaar

Opbouw eerste jaar

2.1.2

Studiebegeleiding eerste jaar

Tijdens de facultaire introductiedag van het eerste jaar worden alle studenten een ‘studentmentor’ toegewezen, vaak een tweedejaarsstudent, die je helpt bij het wegwijs worden op de universiteit. Dat gaat vooral over praktische zaken zoals: bij wie moet ik zijn voor veldwerkmaterialen, hoe moet ik me inschrijven voor tentamens en studieonderdelen, hoe werkt de repro, enz. Maar de studentmentor helpt je ook bij het indelen van je studiedag en geeft je tips hoe bepaalde boeken en literatuur te bestuderen. Voor inhoudelijke begeleiding kun je altijd bij de docent terecht en voor zaken als studievertraging meldt je je bij de studieadviseur (zie ook Hoofdstuk 2 van Boek 1: 'Algemene Informatie'). 2.1.3

Studieadvies eerste jaar

De opleiding is wettelijk verplicht aan het eind van het eerste studiejaar aan iedere student die voor de eerste maal is ingeschreven, een schriftelijk advies te geven over de voortzetting van de studie. De studieadviseur stuurt in december/januari een oproep voor een eerste gesprek aan studenten met geringe studieresultaten. De schriftelijke adviezen worden uiterlijk in

37


De studieonderdelen van het eerste en tweede semester geven de student een breed overzicht over wat Aardwetenschappen en de exacte kant van de opleiding inhouden. De semesters geven niet alleen een overzicht over de theorie maar ook over de diverse vaardigheden (zoals veldwerk en presentatietechnieken). De zwaartepunten van de studie komen naar voren in vakken zoals de Inleiding Aardwetenschappen en Landschapsanalyse. Verder zijn er ondersteunende vakken zoals Wiskunde en de Natuurwetenschappelijke Basis. Het laatste onderdeel is Voorbereiding Veldwerk/Basisveldpracticum en het Flora en Vegetatiepracticum waarin je wat je geleerd hebt toepast in het veld. (zie ook het volledige vakkenoverzicht in onderstaand schema)



augustus gegeven. Het eerste jaar is op dat ogenblik nog niet geheel voltooid, maar op basis van de op dat moment behaalde modules wordt een studieadvies gegeven. In overleg tussen student en studieadviseur zal een rooster voor de niet behaalde studieonderdelen worden opgesteld; dit is een onderdeel van het advies. Het studieadvies eerste jaar wordt gebaseerd op behaalde studiepunten. Het advies aan studenten aan het eind van het jaar ziet er als volgt uit: ■ ■

■

■

60 EC (6 modules) behaald: positief advies; 40 of 50 EC (4 of 5 modules) behaald: positief advies, extra inspanning is vereist om de studieachterstand in te halen; 30 EC (3 modules) behaald: zeer twijfelachtig. De resultaten worden besproken in de Examencommissievergadering eind augustus. Afhankelijk van eventuele andere factoren die een rol kunnen spelen zover ze bekend zijn bij de studieadviseur, kan er een positief of negatief advies uitgebracht worden. minder dan 30 EC behaald: een negatief advies, de studieachterstand is dermate groot dat de studie waarschijnlijk niet met succes afgerond zal worden.

Studenten met een positief advies worden toegelaten tot het tweede jaar. Voorwaarde is dat studieachterstand uit de het eerste jaar weggewerkt is voor januari. 2.2 2.2.1

Het tweede en derde jaar Opbouw tweede en derde jaar

Het programma van het tweede studiejaar in de bachelor opleiding is voor alle studenten hetzelfde. Doelstelling van het tweede jaar is verdieping van de theoretische en praktische kennis die is opgedaan tijdens de propedeuse fase. De vakken dragen als kenmerk dat ze patroon- of procesgericht zijn. Toepassing van theoretische en praktische kennis vindt plaats in het veldpracticum van vijf weken in Luxemburg, dat wordt afgerond met een schriftelijk verslag. Vanaf studiejaar 2005-2006 vindt er in het derde jaar differentiatie plaats volgens de vier studieprogramma’s: Fysische Geografie, minor Aarde en Natuur, minor Aarde en Mens en minor Aarde en Milieu. In deze fase volgt een verdere verdieping van kennis, specialiseer je je in één van de boven genoemde minors en wordt de bacheloropleiding afgerond met een het uitvoeren van een onderzoek en het schrijven van een Bachelor Thesis, waarin ook je specialisatie tot uiting komt. Werkvormen tweede en derde jaar In de modules van het tweede en derde jaar volg je hoorcolleges met een afsluitend tentamen en verricht je praktisch werk in de vorm van het doen van waarnemingen en/of het verrichten van experimenten, waarover mondeling en schriftelijk verslag gedaan wordt. Er zijn echter ook cursussen die een minder praktisch gericht karakter hebben. Deze zijn vrijwel geheel gevuld met hoor- en werkcolleges en tentamen(s) of bestaan uit een literatuurstudie met schriftelijke rapportage.

38



2.2.2

Toelating tot tweede en derde jaar

De student kan deelnemen aan tweede en derde jaars onderwijs indien voldaan is aan de door de opleiding vastgestelde ingangseisen van de desbetreffende studie onderdelen (zie voor de beschrijvingen hoofdstuk 6). Voor de hieronder genoemde onderdelen gelden de volgende regels in de volgorde van de tentamens: ■

■

Wanneer niet aan deze voorwaarde is voldaan, moet de student contact opnemen met de studieadviseur. Voor individuele vakken zie ook ingangseisen in de studiegids 2003/2004. 2.2.3

Ingangseisen modules tweede en derde jaar

Een student kan zich voor tweedejaars onderdelen inschrijven wanneer deze alle vakken heeft gehaald. Met name voor het Veldwerk Luxemburg kan men zich pas inschrijven als alle vakken uit het eerste jaar zijn behaald. In het algemeen geldt dat indien een veldwerk met een onvoldoende beoordeeld is, dat deze pas het jaar daarop overgedaan kan worden. Dit geldt voor: ■ ■ ■ ■ ■

Veldpracticum Texel (onderdeel in 1e jaar module 1) Basisveldpracticum (onderdeel in 1e jaar module 5 en 6) Flora en Vegetatie (onderdeel in 1e jaar module 6) Veldpracticum Luxemburg (onderdeel 2e jaar module 5 en 6) Veldwerkdeel Bachelor Thesis (onderdeel 3e jaar module 5 en 6)

Ingangseisen derdejaars onderdelen kandidaats en bachelor opleiding De ingangseisen voor het derde jaar zijn: eerste en tweede jaar voltooid. Indien het eerste en tweede jaar niet voltooid zijn, kan er alleen toegang verleend worden na overleg en met instemming van de studieadviseur. Hierbij worden bijzondere eisen gesteld ten aanzien van de vakken in het tweede semester: De ingangseis voor de het vak ‘Bachelor Thesis en Oriëntatie’ is dat er maximaal 10 EC deficiëntie mag zijn voor vakken uit het 2e jaar en dat het Luxemburg verslag is afgerond en met een voldoende is beoordeeld. Ingangseisen minor Voor toegang tot het minor programma moeten alle eerstejaars vakken gehaald zijn en bovendien mag men zich niet inschrijven voor een minor programma indien men 30 EC studiepunten of meer deficiënt is. In dat geval dient de student een studieplan met de studieadviseur op te stellen.

39


voor toegang tot het tweedejaars onderdeel "veldpracticum Luxemburg" dienen alle onderdelen uit het eerste jaar te zijn behaald. Voor toegang tot het derdejaarsonderdeel "Bachelorthesis en Oriëntatie Master" dienen alle onderdelen uit het eerste jaar te zijn behaald, en het onderdeel Luxemburg veldpracticum en verslaglegging met een voldoende te zijn afgesloten, en is een deficiëntie van vakken uit het tweede jaar ter grootte van maximaal 10 EC toegestaan.



40



3 Onderwijs en studentzaken 3.1


Het onderwijsbureau

Voor de primaire diensten van het onderwijsbureau kunnen studenten terecht bij de balie in het Informatiecentrum op de eerste verdieping van gebouw B (Roeterseilandcomplex) op maandag tot en met donderdag van 10-14uur.

3.1.1

Taken onderwijsbureau

Het onderwijsbureau verzorgt de onderwijs- en studentenadministratie van de opleiding. Je kunt bij de balie van het Onderwijsbureau terecht voor: ■ ■ ■ ■

■ ■ ■ ■ ■

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

inschrijving bij de opleiding (eerstejaars studenten en doorstromers) inschrijving voor alle studieonderdelen van het curriculum aanmelden van het afstudeeronderzoek en keuzevakken aanvraag voor goedkeuring van masterprogrammaonderdelen voor de Examencommissie inleveren van evaluatieformulieren van studieonderdelen informatie over het studieprogramma informatie over studieen overgangsregelingen inzage in de studiegidsen van andere opleidingen aanvragen van het Bachelor en het Master examen, de aanvraag van het Bachelor / kandidaats- en Master / doctoraalexamen verklaring van afstuderen verstrekken/aanvragen van dossierverklaring bij het voortijdig afbreken van de studie verstrekken van goedkeuringsformulieren voor keuzeonderdelen buiten de opleiding verklaringen voor diverse instanties Engelse vertalingen van studieresultaten, verklaringen etc. inzage in diverse reglementen zoals de OER en het Privacyreglement afspraken met de studieadviseur studiegidsen en roosters aanvraagformulieren voor veldwerksubsidie (zie Mastergids) maken van afspraken

41


De onderwijsbureau medewerkers zijn: Margaret Jans (coördinator), Sietske van Houten, Judith Romijn en Heidi Schoordijk. E-mail: [email protected] Correspondentieadres: Opleiding Aardwetenschappen, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam, telefoon 020-525 7100. Dit is tevens het correspondentieadres van de Opleidingsdirecteur en de Opleidingscommissie, Examencommissie en Colloquium Doctumcommissie.



3.1.2

Aanmelden cursus / module

In het eerste semester van het eerste jaar worden studenten automatisch aangemeld voor studieonderdelen door het Onderwijsbureau. Vanaf het tweede semester van het eerste jaar moeten studenten zich echter zelf via studieweb individueel aanmelden voor deelname aan een studieonderdeel. De sluitingsdatum voor alle onderdelen die starten in september is één week voor aanvang van het onderdeel. Voor alle overige onderdelen geldt een sluitingstermijn van vier weken. Voor onderdelen van Biologie geldt een sluitingstermijn van zes weken (Flora en Vegetatie en Experimentele Plantenwetenschappen). 3.1.3

(Aanmelden) tentamens en hertentamens

Iedere module wordt met één of twee (deel-)tentamens en eventueel een practicumbeoordeling afgerond. Het cijfer voor (deel-)tentamen(s) en practicum resulteert in één eindcijfer voor de module. Wanneer het eindcijfer onvoldoende is (lager dan 6,0) bestaat de gelegenheid de theoretische gedeelten te herkansen. Elke module heeft twee herkansingsmogelijkheden. Het herkansingsrooster staat in de bijlage van deze gids. Studenten geven zich bij de modulecoördinator op voor een herkansing. Practica zullen in de regel het volgende jaar overgedaan moeten worden. De regels omtrent rechten en plichten betreffende tentaminering staat uitvoerig beschreven in de OER. De student dient zich apart aan te melden voor het tentamen. Met name via aanmelding op internet (studieweb) is dit van belang, want een aanmelding voor het studieonderdeel genereert niet automatisch een aanmelding voor het tentamen. De sluitingsdatum voor (her)tentamens is 1 week voor het tentamen. 3.1.4

Afmelden cursus en/of tentamen

Wanneer een student door omstandigheden na aanmelding toch niet kan deelnemen aan een studieonderdeel of (her)tentamen dan moet hij/zij zich persoonlijk zich bij de Onderwijsbalie én de modulecoördinator afmelden. Indien te laat (en dit mag alleen in geval van ziekte e.d. en problemen met ISIS-systeem), dient de student zich aan en af te melden bij Onderwijsbureau (via [email protected]). Alle aan- en afmeldingen worden via het Onderwijsbureau aan de docent(en) doorgegeven. 3.1.5

Uitslagen studieresultaten

Studieresultaten kunnen worden ingezien op Studieweb: http://studieweb.student.uva.nl. Voor individueel afgeronde studieonderdelen, zoals colloquium en scriptie, researchpractica, stages, mondelinge tentamens e.d. wordt een tentamenbriefje/ beoordelingsformulier uitgeschreven. Iedere student ontangt via het studentenadministratie systeem ISIS automatisch een

42



bericht van ingevoerde uitslagen op zijn/haar studentenmailadres of, indien een GSMnummer is opgegeven een SMS-bericht. Verder ontvangt de student gedurende het studiejaar drie maal een uitdraai van de studieresultaten. Tussentijdse overzichten worden op aanvraag door de medewerkers van de Onderwijsbalie verstrekt. 3.2 3.2.1

Studiebegeleiding Studieadviseurs

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

informatie over het studieprogramma toelating tot studie met een buitenlands diploma wettelijke regelingen m.b.t. de studie vrijstellingen opheffing deficiënties studievoortgang en –advisering keuze afstudeeronderzoek en studieroutes beroepsoriëntatie externe (of buitenlandse) onderzoekstrainingen prestatiebeurs en studiefinanciering speciale studieen financiële regelingen speciale regelingen bij een lichamelijke handicap problemen in de persoonlijke sfeer die de studievoortgang nadelig beïnvloeden (tijdelijke) studiestaking problemen met studieplanning, studeermethodes problemen met docenten, assistenten roosterplanning, studievertraging en studieommezwaai studiekeuze doorverwijzingen naar een studentendecaan,-arts of –psycholoog of naar andere instellingen.

Ook worden tijdens de studie door de studieadviseurs verschillende voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd met informatie over afstudeerrichtingen, keuzemogelijkheden in de bachelor- en masterprogramma’s, stagemogelijkheden en beroepsperspectieven. In het Documentatiecentrum vind je ook veel informatie. De studieadviseur is mw. drs. J.A.J.M. (Joke) Koning, REC, gebouw C, kamer C-2.11.

43


De studieadviseurs geven de studenten informatie en advies over de studie en alles wat daarmee samenhangt. Veel van dergelijke informatie vind je in de studiegids en vaak weten de medewerkers van het onderwijsbureau ook antwoord op een vraag. De studieadviseurs zijn er vooral voor de vragen (en problemen) die niet in een paar minuten te beantwoorden zijn, bijvoorbeeld:



Spreekuur op afspraak via e-mail: [email protected]. Correspondentie- en bezoekadres: Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam. 3.2.2

Vertrouwenspersoon

De UvA wil seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie voorkomen en bestrijden. In het geval dat je te maken krijgt met seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie doe je er goed aan direct duidelijk te maken niet gediend te zijn van dit soort gedrag. Ook kun je naar een van de universitaire vertrouwenspersonen of een contactpersoon van jouw faculteit om je klacht te melden. Actie, bijvoorbeeld in de vorm van een officiële klacht, zal alleen ondernomen worden op verzoek en met uitdrukkelijke instemming van de betrokkene. De vertrouwenspersoon voor de opleiding Aardwetenschappen: mw. drs. Iris Hettelingh, tel. 020-525 5864, e-mail: [email protected]. De universitaire vertrouwenspersoon, Anneke Vijgeboom, is tijdens kantooruren bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, via telefoonnummer 020-525 5548. Tevens kan via het secretariaat een afspraak met de vertrouwenspersoon gemaakt worden, op telefoonnummer 020-525 6210. Adres: Arbo- en Milieudienst, Plantage Muidergracht 14, e-mail: [email protected] (de mail wordt alleen gelezen door een van de vertrouwenspersonen en uiteraard met de grootst mogelijke vertrouwelijkheid behandeld.) 3.2.3

Klachtrecht en verdere begeleiding

Ook bestaat er aan de UvA een klachtenregeling voor studenten en personeel (zie ook: http://www.uva.nl/ombudsman en studentenhandboek, paragraaf. B11.9) en een klachtencommissie. Voor meer informatie over de studentendecanen, Bureau studentenpsychologen, de studentenhuisartsen en studeren met een handicap, zie het Studentenhandboek, of http://www.student.uva.nl/studentenhandboek 3.2.4

Studie en handicap

Studenten met een (lichte) handicap of een chronische en/of langdurige ziekte kunnen vertraging oplopen bij de studie. Een financiële tegemoetkoming is hiervoor mogelijk (zie studentenhandboek Hoofdstuk 4.1). Ook zijn aanpassingen en voorzieningen mogelijk om de studie succesvol te kunnen afronden. Dit kan inhouden dat tentamens in het ziekenhuis kunnen worden gemaakt, extra tijd wordt uitgetrokken voor een tentamen, aanpassingen op het practicum worden geregeld etc. Neem hiervoor contact op met de

44



studieadviseur of de studentendecaan. Gehandicapte studenten kunnen zich ook formeel tot de examencommissie wenden met het verzoek om bepaalde voorzieningen. Een handige informatiebron is ook de organisatie Handicap en Studie, zie http://www.handicap-studie.nl. Op deze website zijn o.a. studietips te vinden voor studenten met een functiebeperking. Je kunt het gratis tijdschrift ‘Binding’ bestellen via [email protected] of telefoonnummer 030275 3306. Op dit nummer is tevens de telefonische helpdesk te bereiken (alle werkdagen van 9.00 tot 12.30 uur). De gebouwen op het Roeterseiland zijn goed toegankelijk voor gehandicapten. 3.2.5

Studentenhuisartsen

Oude Turfmarkt 151 1012 GC Amsterdam Tel: 020-525 2878/4772 Spoedhulp: 020-525 2889 Bel voor spoedeisende medische problemen buiten openingstijden en in het weekend: 020-592 3388. Er is altijd één van de artsen bereikbaar. Voor meer informatie en inschrijving: http://www.uva.nl/voorzieningen -> Welzijn & gezondheid -> Bureau Studentenartsen en huisartsen ‘Oude Turfmarkt’ Verwijzingen: http://www.uva.nl/voorzieningen/studentenartsen

45


De studentenartsen verlenen studenten (en hun partners en kinderen)diensten als van een huisarts. Afspraakspreekuren:op alle werkdagen overdag en op maandag- en donderdagavond. Je kunt telefonisch een afspraak maken voor het spreekuur op werkdagen van 9.00 tot 12.00 uur, telefoon: 020-525 2878/4772, of direct aan de balie. Open spreekuren: op maandag t/m vrijdag van 9.00-9.45 uur en van 13.30-14.00 uur. Telefonisch spreekuur: op maandag t/m vrijdag van 12.30-13.00 uur. Huisbezoeken: het liefst voor 12.00 uur aanvragen. Vaccinatiespreekuur voor de tropen: zonder afspraak van maandag t/m vrijdag van 10.30 tot 11.00 uur. Het is raadzaam om ongeveer vijf weken voor vertrek een eerste bezoek te brengen. Assistentenspreekuur: van dinsdag t/m vrijdag tussen 14.00 en 16.00 uur kun je bij de praktijkassistenten terecht voor: - het behandelen van wratten met vloeibare stikstof - het verwijderen van hechtingen - het controleren van urine bij verdenking op, of controle na, blaasontsteking - het uitspuiten van oren - het geven van (herhalings)injecties - vervolgvaccinaties voor de tropen



3.3 3.3.1

(Advies)commissies ten behoeve van het onderwijs Adviesteam opleidingen

Het adviesteam van de opleiding Aardwetenschappen bestaat uit de opleidingscommissies Aardwetenschappen (OCAW, zie paragraaf 3.3.2) aangevuld met de opleidingsdirecteur, dr. L.H. Cammeraat, en de secretaris, mw. drs. L. Kerstens. Het adviesteam vergadert wanneer daar aanleiding toe is. Postadres: Adviesteam Aardwetenschappen, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam. Tel. 020 – 525 6028, e-mail: [email protected] 3.3.2

Opleidingscommissies (OC)

Iedere opleiding heeft een Opleidingscommissie. Deze bestaat voor 50% uit studenten en voor 50% uit docenten. Alle leden worden door de decaan aangewezen, student-leden worden door het Studenten Overleg aangedragen. De vergaderingen van de commissies van de verschillende opleidingen binnen het onderwijsinstituut zijn gezamenlijk en hebben tot taak: ■

■ ■

■

het, gevraagd of ongevraagd, advies uitbrengen aan het bestuur van de opleiding of opleidingsdirecteur en aan de decaan over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding; advies uit te brengen over de Onderwijs- en Examenregeling; het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; evalueren van het door de faculteit verzorgde onderwijs.

De voorzitter en secretaris van de OC hebben regelmatig overleg met de opleidingsdirecteur over lopende zaken. De commissie vergadert ongeveer 6 keer per jaar. Studenten die graag mee willen praten over de inrichting en kwaliteit van het onderwijs kunnen lid worden van de opleidingscommissies. Nieuwe student-leden van de OC kunnen een korte cursus volgen bij de ASVA Studentenunie ter voorbereiding op hun taak. Als je meer informatie wilt of geïnteresseerd bent in een lidmaatschap, neem dan contact op met een van de huidige student-leden van de OC. Opleidingscommissie Bachelor: dr. J.M. van Mourik (voorzitter) dr. A.C. Seijmonsbergen (docentlid) dr. A. Tietema(docentlid) J. van de Perk (studentlid) E. Visscher (Studentlid)

46



D. Valianpour (studentlid) Master/Vijf-jarige opleiding: dr. J.M. van Mourik (voorzitter) dr. A.C. Seijmonsbergen (docentlid) dr. A. Tietema(docentlid) Casper Cusell (studentlid) S. Vijfhuizen (vice voorzitter, studentlid) E. Visscher (studentlid)

Postadres van het secretariaat van de OCAW: p/a Onderwijsbureau, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam, t.a.v. M. Jans, e-mail: [email protected], tel. 020 525 7048 kr. C 2.09 3.3.3

Examencommissie (Excie)

Iedere bacheloropleiding heeft een aparte Examencommissie. De Examencommissie behandelt de goedkeuringsaanvragen voor stages en scriptie, neemt de examens af, beoordeelt het niveau van afwijkende vooropleidingen en neemt schriftelijke verzoeken in behandeling voor niet-reguliere studieprogramma’s en voor vrijstellingen van studieonderdelen, op grond van een vorige studie. De commissie beoordeelt de aanvragen voor het volgen van keuzeonderdelen buiten de opleiding, die niet in de studiegids zijn opgenomen en neemt besluiten met betrekking tot toekenning van extra studiepunten bij verlenging van stages e.d.. Hiertoe moet de student een goed gemotiveerd schriftelijk verzoek (mede ondertekend door de examinator) indienen bij de secretaris van de examencommissie. De Examencommissie kan een belangrijke rol spelen in het oplossen van klachten rondom tentamens en examens. Hierdoor kan in veel gevallen een procedure bij het College van Beroep voor de Examens worden voorkomen. Klachten over de afname of beoordeling van een tentamen kan binnen veertien dagen na bekendmaking van de uitslag bij de Examencommissie worden ingediend. De Examencommissie beslist op haar eerstvolgende vergadering, maar niet later dan vijf weken na ontvangst van het verzoek (behalve in de maanden juli en augustus). De examencommissies vergaderen aan het eind van elke maand, waarbij in één vergadering de verzoeken van een aantal opleidingen samen behandeld worden zodat de frequentie van vergaderen niet verandert.

47


De opleidingscommissies vergaderen maandelijks, met uitzondering van juli en augustus.



Voorzitter: prof. dr. J.M. Verstraten Secretaris: dr. ir. J.H. van Boxel prof. dr. ir. W. Bouten dr. A. Tietema dr. A.M. Kooijman dr. P. de Voogt De studieadviseurs/onderwijsbureau bereiden de verzoeken voor de Examencommissie voor, zij maken geen deel uit van de examencommissie. Correspondentie richten aan: Secretaris van de Examencommissie Aardwetenschappen, p/a Onderwijsbureau Aardwetenschappen, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam, e-mail: [email protected] , tel. 020 525 6216 / 7048 (secretariaat) 3.4 3.4.1

Praktische zaken Verkoop van boeken en syllabi

Binnen de studievereniging GAOS is een boekencommissie actief. Via deze commissie zijn de meeste studieboeken die in de studiegids staan vermeld tegen een gereduceerde prijs verkrijgbaar. De verkoop van deze boeken vindt plaats in overleg met de boekencommissaris van het GAOS-bestuur. Syllabi zijn bij aanvang van de cursus via de docent verkrijgbaar. Overige studieboeken zijn verkrijgbaar bij de boekhandel Scheltema op het Roeterseiland of het Koningsplein. 3.4.2

Veldwerkmateriaal: regeling betreffende beheer en uitgifte

Deze regeling betreft uitsluitend veldwerkmateriaal van algemene aard (boormateriaal, spaden, Munsell Scales, FAO Guidelines, kompassen, hellingmeters, zandlinealen, humushappers e.d.). De regeling dient nageleefd te worden door een ieder die gebruik wil maken van het betreffende veldwerkmateriaal (personeel, studenten, promovendi, onderzoekers buiten dienstverband, gastonderzoekers). Voor het lenen van veldwerkmateriaal kan men terecht bij Bert de Leeuw (W.21; telefoon 020-525 7414). Voor veldwerkmateriaal van (bodem-)chemische aard (pH en EC meters, zoutzuur etc.) kan men terecht bij Leo Hoitinga (G1.22; telefoon 020-525 7437). Het is verstandig dit ruim van te voren te doen zodat je er verzekerd van bent dat het materiaal beschikbaar is. Bij het uitreiken van veldwerkmateriaal wordt een uitleentermijn afgesproken en schriftelijk vastgelegd. Als men de uitleentermijn wil verlengen, dient men dit uiterlijk op de dag van het verstrijken van de uitleentermijn te melden bij het secretariaat. Bij onaangekondigde overschrijding van de uitleentermijn is men een boete verschuldigd van

48



3.4.3

Veldwerkmateriaal voor studenten

Door de student zelf verplicht aan te schaffen: ■ ■

■ ■ ■ ■ ■ ■

Notitieboek met harde kaft, dat in zijzak of borstzak van veldjack past; Potlood (potloodschrift blijft leesbaar, als het veldboek nat mocht worden (dit in tegenstelling tot ballpoints en inktstiften) en vlakgum; Stevig zakmes (met terugklap beveiliging); 2 meter meetlint of duimstok met gemarkeerde 10 cm. verdeling; Loep (vergroting minimaal 10x); Spiegelkompas met clinometer; Geologische hamer; FAO Guidelines.

Veldwerkmateriaal te leen: ■ ■ ■ ■ ■

Zandliniaal; Spade; Boormateriaal; Hellingmeetapparaat (Abneylevel of hellingpistool); Soil Color Charts.

3.4.4

Practicum en Collegezalen

REC Het onderwijs wordt voornamelijk gegeven in de gebouwen B, C, D, en M van het Roeterseilandcomplex. Bij de portiers liggen de zalenroosters en daar kun je terecht voor algemene informatie. Biologisch Centrum Anna’s Hoeve De meeste biologie onderdelen binnen de Bachelor Aardwetenschappen worden gegeven

49


€ 5 per dag. Het geleende materiaal dient schoon te worden ingeleverd. Tot nader order wordt geen borgsom gevraagd voor uitgeleend veldwerkmateriaal. De lener ondertekent bij het in ontvangst nemen van het veldwerkmateriaal een verklaring dat hij/zij aansprakelijk is voor verlies van of schade aan het geleende materiaal. In het geval van groepswerk is de leider/coördinator van het veldwerk verantwoordelijk en aansprakelijk voor het geleende materiaal. Als schade is ontstaan bij normaal gebruik van het materiaal, zal de schade niet worden verhaald op de lener (ter beoordeling van de verantwoordelijke docent). Verlies wordt altijd verhaald op de lener. Het veldwerkmateriaal zal jaarlijks in oktober worden geïnventariseerd en bij gebleken behoefte zal nieuw materiaal worden aangeschaft. Degene die veldwerkmateriaal leent, gaat stilzwijgend akkoord met deze regeling.



in de gebouwen op de Kruislaan 318-326. Bij grote studentenaantallen wordt uitgeweken naar de collegezaal in het CWI op Kruislaan 413. Vóór aanvang van een module wordt het rooster bekend gemaakt (per post, op blackboard en/of per e-mail). Algemene regels In alle openbare gebouwen mag niet gerookt worden, dus ook niet in de kantine. In de collegezalen, laboratoriumzalen en Computer Gebruikers Ruimten (CGR) is het niet toegestaan te eten en drinken. Voor laboratoria en CGR gelden de regels die vermeld zijn in de zalen. 3.4.5

Computerfaciliteiten AW

Computerzalen voor Cursorisch Onderwijs De opleiding Aardwetenschappen heeft relatief veel computerondersteund onderwijs. Hiertoe wordt een aantal computerzalen frequent ingezet zoals de Studio Classroom en de GIS-ruimte in het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer, zaal C6.11 (REC) en de zalen van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie (FEE) op het REC. Alle zalen zijn uitermate geschikt voor computeronderwijs omdat er moderne computers en schermen aanwezig zijn, studenten en docenten via hetzelfde computernetwerk werken, er beamers beschikbaar zijn voor projecties en er voldoende werkruimte is. De FNWI beschikt sinds 2000 over een Studio Classroom. In deze experimentele onderwijsruimte wordt college gegeven met optimale visuele- en audiomogelijkheden. In deze ruimte kunnen eenvoudige meetexperimenten worden uitgevoerd waarbij de meetapparatuur gekoppeld is aan de computer. Ook heeft de opleiding Aardwetenschappen samen met de opleiding Biologie sinds medio 2003 een eigen GIS-studio in de Watergraafsmeer. Deze ruimte is uitgerust met negen computers met geavanceerde GIS-programma’s. Computerwerkplekken Voor de studenten zijn er verschillende computerruimten beschikbaar (o.a. in het Studieen Informatiecentrum). Elke werkplek is voorzien van een snelle computer met internet en alle benodigde software, alleen voor speciale programma’s voor GIS en Remote Sensing is men aangewezen op de GIS-studio’s. De meeste van deze computerwerkplekken worden gedeeld met andere opleidingen en zijn verdeeld over verschillende gebouwen op het REC en dus goed bereikbaar. In de praktijk blijkt dat het aantal computerwerkplekken ruim voldoende is voor het aantal studenten, aangezien zelden alle plekken in gebruik zijn. Als er een tijdelijk tekort aan studieplekken is, kunnen studenten uitwijken naar de algemene studiezaal op de 1e verdieping van gebouw A binnen het REC complex. Alle werkplekken zijn volgens ARBO richtlijnen ingericht en studenten worden gewezen op RSI gevaar bij veelvuldig computergebruik.

50



3.4.6

Verzekeringen

3.4.7

Prikborden / mededelingen

Mededelingen voor studenten verschijnen op de website van de opleiding onder ‘Mededelingen’. De uitslagen van tentamens en mededelingen omtrent de studie liggen ter inzage bij het onderwijsbureau van je opleiding. 3.4.8

Kopiëren

REC In gebouw B, Nieuwe Achtergracht 166, bevinden zich op de eerste verdieping aan het eind van de doorloop van gebouw A naar B een aantal kopieerapparaten. De kopieerkaarten zijn verkrijgbaar bij de repro achter de Facilitheek op de eerste etage. Biologisch Centrum Anna’s Hoeve Kopieermachines zijn te vinden op de volgende plaatsen: In gebouw I: één bij de hoofdingang en één op de eerste verdieping tussen gebouwdelen B en C; bij de bibliotheek (gebouw IV): naast collegezaal. Kopieerkaarten zijn te koop bij de portier in Matrix 4, Kruislaan 404. Let op: de kopieerkaarten op de twee locaties zijn verschillend, ze kunnen alleen gebruikt worden op de locatie waar ze zijn afgegeven 3.5 3.5.1

Bachelorexamen Aanvraag bachelorexamen

Studenten die de bachelor opleiding volgen sluiten hun opleiding af met het bachelor examen. Het propedeuse examen is bij de invoering van de Bachelor/Master structuur afgeschaft.

51


Voor buitenlandse veldwerken worden studenten door de opleiding verzekerd. Studenten dragen zelf verantwoordelijkheid voor een laboratorium-ongevallen- en WA-verzekering. De faculteit raadt iedereen aan reeds afgesloten ongevallenverzekeringen te controleren op dekking van laboratoriumongevallen. Indien dit niet het geval is, respectievelijk de daarin verzekerde bedragen onvoldoende geacht worden, wordt met de meeste klem aangeraden een speciale verzekering af te sluiten bij het verzekeringsbedrijf ‘Meeùs Baneke’ (afdeling particuleren). Adres: Gelderlandplein 75e / Postbus 74094, 1070 BB Amsterdam Zie voor meer informatie hun website: http://www.meeusbaneke.nl Tenzij sprake is van grove nalatigheid van de zijde van de universiteit, is deze nimmer aansprakelijk te stellen voor geleden schade.



Het examen kan worden aangevraagd wanneer alle studieonderdelen met een voldoende resultaat zijn afgerond (zie verder voor sluitingsdata van de aanvraag). Benodigdheden bij de aanvraag van een examen: ■

■

■

■

■

het meest recente overzicht van de studieresultaten dat door de onderwijsadministratie is verstrekt (indien nodig kan een nieuwe uitdraai worden gemaakt); resultaten waarvoor je een briefje hebt ontvangen en die nog niet op je overzicht van studieresultaten staan; een kopie van je paspoort of identiteitskaart, òf een uittreksel uit het bevolkings- of geboorteregister. Rijbewijs of andere identiteitsbewijzen zijn niet toegestaan; eventueel bij het examen behorende, door de examencommissie ondertekende, goedkeuringsformulieren van bijvoorbeeld keuzeonderdelen en stages buiten de opleiding, bedrijfsstages als keuzeonderdeel, afstudeerprogramma dat afwijkt van de OER; Goedgekeurde Bachelor Aardwetenschappen studieplan formulier.

Let op! Alvorens het examen aan te vragen moet aan alle inschrijvingsverplichtingen bij de UvA zijn voldaan, anders kan er geen diploma worden aangevraagd. Het bachelorexamen kan bij het Onderwijsbureau worden aangevraagd tot uiterlijk drieen-een-halve week voor de examendag (uitreikingsdatum), in de regel op maandag. Op het moment van aanvragen moeten alle cijfers bekend zijn. Voor de het aanvragen van het examen dient de student een afspraak te maken met het Onderwijsbureau (voor het afstudeergesprek en ter controle van de studiepunten). Het maken van een afspraak kan telefonisch (020 525 7100). De diploma-uitreikingen vinden plaats op de volgende data: Deadline aanvraag

Uitreiking diploma's

Maandag 5 september 2005*

Woensdag 21 september 2005

Maandag 10 oktober 2005 Maandag 21 november 2005

Woensdag 14 december 2005**

Maandag 9 januari 2006 Maandag 6 februari 2006 Maandag 6 maart 2006

Woensdag 29 maart 2006

Maandag 10 april 2006 Maandag 8 mei 2006 Maandag 12 juni 2006

Woensdag 5 juli 2006

Maandag 10 juli 2006 Maandag 7 augustus 2006

Woensdag 30 augustus 2006

N.B. Per maand geldt een deadline voor de aanvraag in die maand ook al is de uitreiking een paar maanden later; dit i.v.m. toezending stukken aan Bureau Examens en teruggave

52



collegegeld vanaf de maand die volgt op de maand waarin het laatste resultaat van het afsluitende examen is behaald (bachelor, master en doctoraal). De laatste datum is de allerlaatste datum waarop het examen voor de betreffende uitreikingsdatum aangevraagd kan worden. ■

■

* Bij uitzondering korter dan de ruim 3 weken van tevoren, vanwege mogelijke laatste cijfers in augustus 2005; voor 2006-2007 hoeft dan geen nieuw collegegeld betaald te worden voor de uitreiking in september. ** I.v.m. Kerstvakantie vroegere examenuitreikingen in december

Lokatie examens: Alle examens vinden plaats in zaal A, geb. A September regeling

Bachelor studenten van de opleiding Aardwetenschappen die uiterlijk 31 augustus van het studiejaar aan alle voorwaarden van het bachelorexamen hebben voldaan kunnen in september een bachelor diploma ontvangen dat op augustus is gedateerd. Zij hoeven zich dan niet in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. Voorwaarde is dat het laatste resultaat in augustus gedateerd is, en dat dit tijdig gemeld wordt bij het Onderwijsbureau. 3.5.3

Toekenning predikaat 'Cum Laude'

Wanneer de student tijdens de studie blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met het predikaat ‘cum laude’. De examencommissie van de opleiding beslist over het al dan niet toekennen van de 'cum laude' aantekening. De 'cum laude' aantekening bij het kandidaatsexamen wordt toegekend indien het gewogen gemiddelde van alle cijfers van tweede en derde jaars onderdelen 8,0 of hoger is, met in acht nemening van de hieronder genoemde voorwaarden. De ‘cum laude’ aantekening bij het bachelor examen wordt toegekend indiend het gewogen gemiddelde van alle cijfers 8,0 of hoger is, met in acht neming van de volgende voorwaarden: ■ ■

■ ■

Er mogen geen onderdelen met een resutlaat beneden 7,0 voorkomen. Bij het bepalen van het gewogen gemiddelde krijgt elk cijfer voor een onderdeel een gewichtsfactor, die evenredig is met de omvang in studiepunten van dat onderdeel; Het cijfer voor de eindthesis moet met een 8,0 of hoger zijn beoordeeld. Vrijstellingen blijven buiten beschouwing. Er wordt geen 'cum laude' aantekening gegeven indien het programma uit meer dan 50% vrijstelling bestaat.

N.B. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van deze regels.

53


3.5.2



3.5.4

Diploma uitreiking

De student wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de tijd en plaats van de uitreiking, waarbij familieleden en vrienden ook van harte welkom zijn. Bijlage bij het diploma Op de bulbijlage van het diploma worden de tot het examen behorende afgelegde studieonderdelen en bijbehorende studielast vermeld met de behaalde cijfers. 3.5.5

Afstudeerverklaring

Voor degenen die vóór de uitreiking een bewijs nodig hebben dat zij aan alle voorwaarden van het bachelor examen hebben voldaan kan op verzoek een bachelor afstudeerverklaring worden afgegeven. 3.6 3.6.1

Verenigingen Studieverenigingen

Studievereniging Aardwetenschappen 'GAOS' GAOS (Geografische Activiteiten en Onderwijs voor Studenten) is de studievereniging voor en vooral ook door studenten Fysische Geografie, waarvan alle studenten lid kunnen worden. Het inschrijfgeld voor GAOS is eenmalig € 20,- en dit is dan voor de rest van je studie. GAOS heeft tot doel om tal van activiteiten te organiseren ten behoeve van ontspanning en ter verbetering van de sociale contacten onderling. Onze activiteiten bestaan bijvoorbeeld uit borrels, feesten, excursies, wandel- en fiets- weekenden. Als lid ben je altijd welkom op de activiteiten en, indien van toepassing, voor een gereduceerde prijs! Door het betrekkelijk kleine aantal studenten dat Fysische Geografie studeert, is GAOS in grote mate afhankelijk van een actieve inbreng van haar leden. Een groot voordeel van deze actieve inbreng is dat studenten uit de verschillende studiejaren elkaar leren kennen, en dat er niet aparte groepjes gevormd worden per studiejaar, maar dat de ‘groep’ het merendeel van alle studenten omvat. GAOS is niet politiek getint, maar heeft wel een kritische kijk op de onderwijskwaliteit. Daarom ook is GAOS vertegenwoordigd in verschillende raden en commissies, waar het de belangen van de studenten vertegenwoordigt. ■

■

54

Boekenverkoop: Wanneer je lid bent van GAOS krijg je een lidmaatschapskaart die korting geeft op je studieboeken bij Scheltema. In overleg met de boekencommissaris worden de boeken besteld en kun je deze zelf afhalen bij Scheltema in de vestiging Roeterstraat. Bestuur Het bestuur is bereikbaar onder e-mail adres: [email protected], en wisselt 1x per jaar rond Valentijnsdag.



Voorzitter: Bart Hoogendoorn Secretaris: Carin Houbolt Penningmeester: Arno de Vreng Boekencommisaris: Anja Bos Externe betrekkingen/EGEA: Roeland Bom Vergaderingen Iedereen die belangstelling heeft voor de activiteiten van GAOS, of voor zaken die binnen de faculteit spelen, kan naar onze vergaderingen komen. Deze worden eens in de 2 à 3 weken gehouden op wisselende locaties. Uiteraard is het mogelijk zelf ideeën of punten in te brengen voor een vergadering, deze kun je via de e-mail doorgeven. Aankondigingen Alle activiteiten worden aangekondigd via de email. Wil je opgenomen worden in de mailinglist, stuur dan een mailtje naar [email protected]. Bovendien staan alle activiteiten en andere leuke wetenswaardigheden op onze website: http://www.svgaos.nl. Verder kun je berichten over de activiteiten van GAOS vinden op de prikborden bij de koffiekamer in B2.32. En natuurlijk kun je ook even langs komen op de GAOS-kamer om het aan iemand te vragen! We zitten in kamer B2.42. ■ ■ ■ ■ ■

■

■

Alumniverenigingen

UvA-alumni hebben in het verleden verschillende verenigingen opgericht en er komen jaarlijks nieuwe verenigingsverbanden bij. Verder zijn er verenigingen en kringen van faculteiten en/of opleidingen. Deze komen regelmatig samen om ideeën en ervaringen uit te wisselen. Naast deze kringen voor alumni is er nog de sociëteit van de UvA, waar (oud)personeelsleden en alumni elkaar ontmoeten: de Amsterdamse Academische Club. Amsterdamse Universiteits Vereniging (AUV) De Amsterdamse Universiteits Vereniging (AUV) is de overkoepelende alumnivereniging van de UvA, opgericht in 1889. De AUV wil de band versterken tussen de UvA en haar afgestudeerden en tussen de alumni onderling. Lidmaatschap van de AUV staat open voor diegenen die aan de UvA een erkend diploma of examen - uitgezonderd de propedeuse hebben behaald. Daarnaast kent de AUV begunstigers. De contributie bedraagt € 25,- per kalenderjaar (in 2005). Alumnivereniging Lulofs De alumnivereniging van de fysisch geografen heet Lulofs. Het primaire doel van de alumnivereniging is om een uitwisseling tot stand te brengen tussen oud-studenten onderling en medewerkers en studenten. Lulofs doet dit door het opbouwen van een uitgebreid databestand van alumni. Het organiseert themamiddagen, borrels en excursies, waar uitwisseling van ervaringen plaats kan vinden en oude contacten hersteld kunnen worden. Bovendien geeft Lulofs een nieuwsbrief uit. Alle afgestudeerden zijn automatisch lid.

55


3.6.2



Lulofs p.a. Secretariaat IBED-Fysische geografie, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam. Telefoon: 020-525 7451; e-mail: [email protected] Actuele informatie over de alumniverenigingen van de UvA is te vinden op http://www.alumni.uva.nl/clubs/ 3.6.3 ■

■

■

Beroepsverenigingen

KNAG: Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) is de vakvereniging voor geografen in Nederland en telt circa 4000 leden, waaronder studenten sociale en fysische geografie en planologie. Als lid ontvang je tien keer per jaar de nieuwsbrief ‘KNAG-Nieuws’. Voor meer informatie zie: http://www.knag.nl. KTFG: De Kring voor Toegepaste Fysische Geografie De KTFG, opgericht in 1982, is een beroeps- en belangenvereniging van en voor fysisch geografen, aardwetenschappers en geomorfologen in Nederland en is een onderdeel van KNAG. De vereniging is ook toegankelijk voor studerende aardwetenschappers en fysisch geografen. Voor meer informatie zie http://www.KTFG.nl KNGMG: Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap Het KNGMG, opgericht in 1912, is de Nederlandse wetenschappelijke en beroepsvereniging voor aardwetenschappers met inmiddels zo'n 1500 leden. Voor meer informatie zie: http://www.kngmg.nl

3.7

Kandidaatsfase / doctoraal opleiding aardwetenschappen

In september 2003 is voor de Opleiding Aardwetenschappen het nieuwe driejarige bachelor programma gestart. De eerste twee studiejaren vallen onder het nieuwe bachelor programma. In het studiejaar 2004-2005 valt het derde studiejaar nog onder het oude curriculum (5 jarige-opleiding). Voor het complete vijfjarige programma zie de studiegids 2002/2003. De derde jaarsvakken behorende bij het curriculum van het vijfjarige programma zijn ook in deze studiegids vermeld. Voor het vierjarige programma zie de studiegids 2001/2002. 3.7.1

Overgangsregeling bachelor en kandidaatsfase 2003-2004

Studenten die zich per 1/9/2003 of later aanmelden voor de studie Bachelor Aardwetenschappen vallen automatisch onder het curriculum van de bachelor. Studenten die per 1/9/2002 of eerder begonnen zijn aan de 5-jarige opleiding Aardwetenschappen volgen het curriculum van de Kandidaats (Postpropedeutische) fase.

56



3.7.2

De kandidaatsfase van de vijfjarige opleiding

Deelname aan onderdelen van de kandidaats fase is pas mogelijk na het behalen van alle vakken van de propedeuse fase. Wanneer niet aan deze voorwaarde is voldaan, moet de student contact opnemen met de studieadviseur. Zie voor de toelatingseisen ook de Opleidings en Examenregeling (OER) van de opleiding.

57


Ingangseisen derde jaars onderdelen kandidaats: Indien het eerste en tweede jaar niet voltooid zijn, kan er allen toegang verleend worden na overleg en met instemming van de studieadviseur. Voor toegang tot het derdejaars onderdeel "Bachelorthesis en Oriëntatie Master" dienen alle onderdelen uit het eerste jaar te zijn behaald, én het onderdeel Luxemburg veldpracticum en verslaglegging met een voldoende te zijn afgesloten, en is een deficiëntie van vakken uit het tweede jaar ter grootte van maximaal 10 EC toegestaan. Studenten uit de vijfjarige opleiding die nog 3e jaars onderdelen moeten doen, dienen een studieprogramma met de studieadviseur op te stellen. Voor individuele vakken geldt een overgangsregeling.



58



4 Doorstromen naar een Masteropleiding 4.1


Masteropleiding

Als je het Bachelordiploma hebt behaald is de meest voor de hand liggende vervolgopleiding de Masteropleiding. Alle masteropleidingen bij FNWI duren twee jaar. In de masterfase doe je zelfstandig een of meerdere onderzoekstrainingen van in totaal een jaar bij de universiteit of bij een bedrijf en schrijf je een scriptie. Het andere jaar kan gekozen worden uit een onderzoeksvariant, een maatschappelijke variant (ST&PM profile) of een educatieve/communicatieve variant (CE-profile). Opleiding Aardwetenschappen

59



4.1.1

Richtlijnen toelating tot de master-opleiding / Programma-coordinatoren

Alle bachelorprogramma’s gevolgd bij Aardwetenschappen geven toegang tot alle Masterprogramma's van Aardwetenschappen. Studenten die afwijken van de ingangeisen moeten contact opnemen met de coördinator van het desbetreffende programma. De deficiënte vakken kunnen in het masterprogramma gevolgd worden. Met de coördinator wordt een programma samengesteld. Dit moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de examencommissie. Masterprogramma

Coördinator

Computational Bio- and Physical Geography

prof. dr. ir. W. Bouten, 525 7412 [email protected]

Earth surface processes

dr. A. Tietema, 525 7458 ce.uva.nl

Earth and Environmental Sciences

dr. P. de Voogt, 525 6565 [email protected]

Landscape Ecology

dr. A.M. Kooijman, 525 7422 [email protected]

4.1.2

A.tietema@scien-

Doorstroom naar Master buiten UvA

Een afgestudeerde Bachelor kan goed doorstromen naar een Engelstalige master in Earth Sciences of Physical Geography aan één van de Nederlandse universiteiten. Afhankelijk van het in de bachelor doorlopen studieprogramma kan een afgestudeerde Bachelor ook toegang krijgen tot een master in Biological Sciences of een master in Mathematics and Science Education aan de Universiteit van Amsterdam. Hiervoor is toestemming van de desbetreffende examencommissie nodig en in sommige gevallen het volgen van een extra schakelprogramma vereist. De aansluiting op internationale masters is naar verwachting goed, daar een Nederlandse Bachelor diploma qua niveau goed aansluit bij internationale maatstaven. 4.1.2.1

Overstapmogelijkheden van en naar andere faculteiten

In principe verschaft een afgeronde Bachelor (kandidaats) een goed uitgangspunt voor overstap naar de andere vergelijkbare opleidingen in het land. Studenten die een overstap overwegen kunnen contact opnemen met de studieadviseur van de faculteit en van de andere Universiteit. Ook kan men terecht bij het Documentatiecentrum van Studenten Services (Binnengasthuisstraat 9).

60



4.1.3

Leraaropleiding

Het opleidingsprogramma van een lerarenopleiding kent globaal drie fasen: 1. Oriëntatie op het beroep 2. Begeleide beginnende taakuitoefening 3. Begeleide zelfstandige taakuitoefening Fase 1: In de oriëntatiefase maakt de student intensief kennis met theoretische en praktische aspecten van het onderwijs, communicatie en didactiek, en een stage in het voortgezet onderwijs maakt deel uit van deze fase. Fase 2: In de fase van de beginnende taakuitoefening volgt de kandidaat-leraar onderwijs op het ILO of het Amstel Instituut. Van de kandidaat-leraar wordt verwacht dat deze meerdere dagdelen beschikbaar voor activiteiten op een opleidingsschool, waaronder observeren en het verrichten van onderwijsondersteunende taken. Deze fase wordt afgesloten met een bindende beoordeling. Fase 3: Gedurende de fase van begeleide zelfstandige taakuitoefening geeft de kandidaatleraar nu een aantal uren zelfstandig les als docent aan een van de opleidingsscholen die aan het ILO zijn verbonden, of heeft deze een functie aanvaard die aan bepaalde voorwaarden voldoet op een school buiten het systeem van opleidingsscholen.De leraar wordt begeleid door het opleidingsinstituut en op de school. Om leraar te worden kan men kiezen uit twee trajecten: 1. Een traject van 1 jaar op het Instituut voor de Leraaropleiding (ILO), nadat men de eigen opleiding heeft afgesloten met een Master of Science. Dit traject omvat 60 EC waarvan 30 EC instituutsonderdelen op het ILO en 30 EC stage op een school. Men verkrijgt de titel Master of Science Teaching Geography. Kenmerkend voor dit traject is dat men eerst de (onderzoeks)master heeft afgerond bij de faculteit en daarna bij het ILO de lerarenopleiding doet. Voor dit aanvullende traject kan men studiefinanciering

61


Om leraar te worden is een eerstegraadsbevoegheid voor het schoolvak aardrijkskunde noodzakelijk. Deze bevoegdheid kan volgens twee trajecten bij de UvA behaald worden. Als men eenmaal over de bevoegdheid beschikt, kan men deze ook uitbreiden met de bevoegdheid voor het schoolvak algemene natuurwetenschappen. Een eerstegraadsbevoegheid geeft recht om les te geven in de tweede fase van HAVO en VWO (de bovenbouw), maar ook in het tweedegraadsgebied (VMBO en onderbouw HAVO/VWO). Als je hier interesse in hebt, dan dien je als Fysisch geograaf je pakket aan te vullen met onderdelen uit de sociale geografie (2 modules, in totaal 12 EC). In de bachelor kan men zich al oriënteren op het leraarsberoep. Fysisch geografen kunnen naast het verplichte onderdeel Oriëntatie op de Educatieve en Communicatie variant (AW302bk, 3 EC), nog de uitbreiding Oriëntatie op de Educatieve en Communicatieve Variant voor bèta’s volgen op het Amstel Instituut (NA302014, 6 EC) of de cursus geografische informatie overdracht.



aanvragen. 2. Via de Communicatieve en Educatieve variant in de Master (CE-variant). Men kan in een master kiezen voor de O-, M- of CE-variant. Het masterprogramma volgens de CEvariant bestaat uit een vakdeel en een CE-deel. Over het algemeen is het CE-deel 60 EC. Binnen het CE-deel kan men kiezen voor de specialisatie onderwijs, welk maximaal tweederde van het lerarenopleidingsprogramma omvat. Als men via dit programma de master of Science heeft behaald, kan men bij het ILO de eerstegraadsbevoegdheid verwerven door het aanvullende éénderde deel te doen. Men verwerft dan de titel: Master of Science Teaching Geography. Kenmerkend voor dit traject is dat men binnen het masterprogramma al een groot deel van de lerarenopleiding doet. In dit facultaire deel is wel meer ruimte ingericht voor vakdidactisch onderzoek. In het ILO-programma na de master staat vooral de stage centraal. De opleiding wordt verzorgd door het AMSTEL Instituut in samenwerking met het Instituut voor de lerarenopleiding (ILO). traject 1: Inlichtingen over de opleiding kan men verkrijgen bij het ILO, Wibautstraat 2-4, 1091 GM Amsterdam, http://www.ilo.uva.nl en bij de vakdidacticus biologie, Riny van Krieken ( [email protected]). traject 2: De Communicatieve en Educatieve variant wordt verzorgd door het AMSTEL instituut, http://www.science.uva.nl/amstelinstituut. Voor nadere inlichtingen kan men zich wenden tot de onderwijscoördinator van het AMSTEL instituut: drs. C.H.T. Mulder, Kruislaan 404, 1098 SM Amsterdam ( [email protected]). 4.2 4.2.1

Orientatie op de masteropleidingen Bèta Bedrijvencontactdag

De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder voorjaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden begin april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. Op de bedrijvendag wordt duidelijk welke functies er zijn binnen het bedrijfsleven. Het bijwonen van deze dagen werkt erg motiverend. Het wordt dan duidelijk wat je met al je verworven kennis kan gaan doen. De bedrijvendag is met name gericht op hogerejaars studenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bèta bedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf.

62



De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl.


63



64


Blokkenschema's

5 Blokkenschema's 5.1


Blokkenschema Bachelor Aardwetenschappen


* De invulling van het eerste semester van het derde jaar is afhankelijk van het gekozen studiepad. Zie hiervoor blokkenschema eerste semester derde jaar.

65


Blokkenschema's

5.2

Blokkenschema eerste semester derde jaar

Afhankelijk van het gekozen studiepad ziet het eerste semester van het derde jaar er zo uit:

* Voor het studiepad Aarde en Mens kunnen studenten contact opnemen met dr. H. Schmal ( [email protected]).

66


Cursusbeschrijvingen

6 Cursusbeschrijvingen 6.1


Modules eerste jaar

Atmosferische Fysica Vakcode

AW1061

Studielast

4

Periode(n)

Semester 2 blok 1 (eerste studiejaar)

Onderwijsinstituut

Levens- en Aardwetenschappen Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED)

Docent(en)

dr.ir. J.H. van Boxel (coördinator)

Inlichtingen

dr.ir. J.H. van Boxel telefoon: +31 20 5256216 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

Inzicht verkrijgen in de fysische processen die een rol spelen bij het ontstaan van wind en luchtdruksystemen, fronten, wolken en neerslag, de algemene circulatie en de verdeling van de klimaten over het aardoppervlak. Vertrouwd raken met de fysisch mathematische benaderingswijze van geografische vraagstukken. Inhoud

In het eerste deel van de colleges wordt een aantal basisprincipes toegepast op atmosferische problemen. Na een inleiding over de chemische samenstelling en de opbouw van de atmosfeer volgen hoofdstukken over thermodynamica, atmosferische stabiliteit, het verband tussen luchtdruk en wind, het ontstaan van luchtdruksystemen, fronten en de vorming van wolken en neerslag. In het tweede deel worden deze basisprincipes toegepast op de grootschalige atmosferische circulatie en de oceaancirculatie. Uiteindelijk wordt dit geheel gebruikt om de verdeling van temperatuur, neerslag en de bijbehorende klimaten over het aardoppervlak te verklaren. Aanbevolen voorkennis

Wiskunde en natuurkunde op VWO-niveau Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het onderwijsbureau. Onderwijsvorm

Hoorcolleges. Studiemateriaal

Syllabus Atmosferische Fysica, ca. € 10,-

67


Verzorgd door



Toetsvorm

Schriftelijk tentamen. Bijzonderheden

Voor uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje.

68



Basis Veldwerk Vakcode

AW1122

Studielast

10

Periode(n)

Semester 2 blok 2 en 3

Onderwijsinstituut

Levens- en Aardwetenschappen

Verzorgd door

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED)

Docent(en)

dr. J.M. van Mourik (coördinator)

Inlichtingen

dr. J.M. van Mourik telefoon: +31 20 5257441 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

Integratie van geomorfologische, bodemkundige en landschapsecologische theoretische concepten in een landschapsstudie d.m.v.: -voorstudie van landschappen op basis van luchtfoto's, kaartbestanden, artikelen en rapporten. -ontwikkeling en toepassing van veldbeschrijvingssystemen- en karteertechnieken tijdens geïntegreerde transectstudies in het landschap. -geïntegreerde veldopname die resulteert in een aantal thematische en integratie kaarten met toelichting. -bijdragen aan de productie van een cd-rom over het veldwerkgebied. Verkrijgen van kennis t.a.v. Nederlandse landschappen. Inhoud

Ter voorbereiding op het basisveld werk wordt geoefend in systematische verzameling van kennis van Nederlandse landschappen op grond van luchtfoto's, topografische en thematische kaartbestanden en rapporten. Daarnaast zullen de Nederlandse landschappen bestudeerd worden aan de hand van hoor- en of werkcolleges. Aandacht wordt besteed aan cartografische principes en classificatie procedures die van toepassing zijn op de diverse bestanden. De beschrijvingssystemen die ten grondslag liggen aan de thematische kaartopnames zullen worden geoefend tijdens twee transectstudies (Maashorst en Maaskant) waarbij de verbanden tussen geologie, bodem, hydrologie en vegetatie centraal staan. Vervolgens wordt een veldkartering uitgevoerd waarbij de ruimtelijke samenhang tussen fysiotopen en biotopen centraal staat. De kaarten worden geproduceerd in het geografisch informatiesysteem ArcGIS en voorzien van een toelichting die de fysische geografie van het gebied beschrijft, de aardkundige en ecologische waarden nader uitwerkt en zo mogelijk in gaat op de natuurdoelen die in het beheer van het gebied worden nagestreefd de uitvoering van het basisveldwerk. Het eindproduct van de cursus is een cd-rom waaraan de deelnemers een herkenbare bijdrage zullen leveren.

69


Onderdeel van



Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau. Onderwijsvorm

Hoor-/werkcolleges, zelfstudie, excursies, veldwerk, computerpracticum, labpracticum. Studiemateriaal

Syllabus Basisveldpracticum op blackboard. H. de Bakker en J. Schelling: ‘Systeem van bodemclassificatie voor Nederland'. Wageningen (1989). H.J.A. Berendsen: Fysische geografie van Nederland: De vorming van het land, Van Gorcum (1996). Kosten

Studieboeken circa 60 euro Eigen bijdrage dagexcursies en veldwerk Drente ongeveer € 100,-. Toetsvorm

Eindtoets, schriftelijke presentatie van de resultaten (= bijdrage cd-rom), mondelinge presentatie van de resultaten tijdens een mini-symposium. Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje.

70



Experimentele plantenwetenschappen voor Aardwetenschappers Vakcode

AW005

Studielast

5

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Aardwetenschappen

Periode(n)

Semester 2 blok 2 (27 maart 2006 t/m 19 mei 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen (SILS)

Docent(en)

prof.dr. M.A. Haring, mw. dr. A.M. Kooijman, dr.ir. R.C. Schuurink, prof.dr. P.H. van Tienderen (coördinator) prof.dr. P.H. van Tienderen


Inlichtingen

telefoon: +31 20 5257821 [email protected] Onderdeel van


Leerdoel ■

■ ■

Kennis van de processen van primaire productie door vastlegging van koolstof. Structuur en functies van de plantaardige weefsels en organen die hierbij betrokken zijn. Kennis van de fysiologie van fotosynthese en fotomorfogenese. Kennis van de fysiologische regulatie van groei en ontwikkeling Inzicht in het functioneren van planten in hun abiotische milieu: aanpassingen aan stressfactoren door verandering van fysiologie, anatomie en morfologie.

Inhoud

Doel van de cursus is het verkrijgen van inzicht in de bouw en het functioneren van planten in relatie tot abiotische processen in het milieu en de historische ontwikkelingen in de evolutie van planten. Dit wordt uitgewerkt in de volgende onderwerpen: (1) Licht: zowel als energiebron in de fotosynthese en als sturende factor bij morfogenese, (2) Water: transport en turgor, en reacties op droogte of overstroming, en (3) Nutriënten: beschikbaarheid en gebruik van nutriënten door de plant, en reacties op nutriëntengebrek. De eigenschappen van het milieu waarin de plant groeit, de anatomie en morfologie en de plantenfysiologie worden zoveel mogelijk geïntegreerd en in hun onderlinge samenhang behandeld. Aanmelden

Let op: voor 13 februari 2006 via het onderwijsbureau, dit is zes weken voor aanvang van de cursus . Onderwijsvorm

Het onderwijs wordt verzorgd door docenten van de leerstoelgroepen Experimentele Plantensystematiek (IBED), Plantenfysiologie (SILS), en Fysische Geografie (IBED). Het onderwijs omvat hoorcolleges, practica, en werkcolleges waar bijvoorbeeld aan de

71



hand van een vertoonde video een thema wordt behandeld. Bovendien is er een excursie rond Anna’s hoeve. Hoorcollege (inclusief celbiologie ter verkrijging van de vereiste voorkennis)

100 slu

Practica

30 slu

Werkcolleges

20 slu

Totaal

150 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang door de modulecoördinator bekend gemaakt. Studiemateriaal

Verplicht aan te schaffen voor de gehele module het handboek: Raven, P.H., R.F. Evert & S.E. Eichhorn, 2005. ‘Biology of Plants’. Seventh edition. Freeman/Worth Publishers, New York ca. € 62,- . Voor de practica wordt een prepareerset bestaande uit o.a. een pincet, prepareernaald, mesjes en tekenpapier tezamen met de syllabi verstrekt aan het begin van de module (tegen kostprijs). Verder studiemateriaal op blackboard. Toetsvorm

Het volgen van de practica is verplicht. Bij ziekte dient de practicumbegeleiding te worden geïnformeerd, en een vervangende taak kan worden opgelegd. Men is geslaagd als de practica met voldoende inzet zijn gevolgd, en de toets tenminste 6,0 is. De weging van de verschillende onderdelen wordt voor aanvang van de module bekend gemaakt (gebaseerd op de studielasturen) Bijzonderheden

Locatie: Colleges: Anna's Hoeve. De collegezaal wordt nader aangekondigd. De practica zijn in gebouw III. Overige activiteiten Anna's Hoeve.

72



Flora en Vegetatie Vakcode

AW006

Studielast

5

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Aardwetenschappen

Periode(n)

Semester 2 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. B. van Geel, mw. dr. A.M. Kooijman, dr. J.C.M. den Nijs (coördinator), dr. J.G.B. Oostermeijer

Onderdeel van


Het leren kennen en onderscheiden van de voornaamste families en de meest algemene soorten van hogere planten in de Nederlandse flora; het verkrijgen van inzicht in de samenhang van vegetaties en een aantal ecologische parameters; kennis van de plantengeografie van Nederland en ons omringende gebieden. Inhoud ■

■

■

■

Theoretisch en praktisch zal het gebruik van flora's worden onderwezen met gebruik van o.a. de CDrom-flora. De plantengeografische positie van Nederland binnen Europa en de indeling in districten van ons land zullen worden besproken en tijdens de excursies in de praktijk worden getoond. In een inleiding in de vegetatiekunde komen de dynamiek van pioniersystemen en opvolgende ecosystemen (in diverse stadia van ontwikkeling), alsmede climaxsystemen aan de orde in relatie tot bodem en klimaat. Tijdens het veldwerk in Zuid-Limburg zal aandacht worden besteed aan de samenhang tussen vegetatie en substraat, in het bijzonder de geologische ondergrond In een inleiding in de paleo-ecologie wordt de geschiedenis van ecosystemen, met name van bossen, behandeld. Hierbij zal vooral de samenhang tussen de ontwikkeling van vroegere vegetatietypen, bodem en het veranderende klimaat in het verleden worden belicht. Tijdens de exursies worden floristische/geografische aspecten geïntegreerd met de genoemde paleo- en actuo-ecologische aspecten van de bezochte plantengemeenschappen. In miniprojecten wordt een ecologische analyse van bezochte terreinen gemaakt.

Aanmelden

Uiterlijk 6 weken voor aanvang van de cursus bij het onderwijsbureau Onderwijsvorm

Hoorcolleges, werkcolleges, excursies en practica Studiemateriaal ■

Introductie in Flora en Vegetatie (klapper), prijs ca. € 10,-.

73


Leerdoel



■

■

Flora van Nederland; Heukels en Van der Meijden, 22e druk, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1996. Prijs ca. € 50,-. Statiegeld voor bruikleen van CD-ROM Flora van Nederland (ETI) ca. € 25,-

Aanbevolen literatuur, als middel om de te toetsen stof beter te kunnen plaatsen: ■

Botanische Termenlijst: Beknopt overzicht van veel gebruikte botanische termen; P. Cremers et al. Wet. Mededeling KNNV no. 166, 1989. Prijs ca. € 8,-

Kosten ■ ■

Eigen bijdrage in reis- en verblijfkosten tijdens excursies ca. € 85,-. Zie verder onder studiemateriaal

Toetsvorm

De precieze regeling wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve, college- en practicumzalen in de gebouwen II, III en IV Verschillende duingebieden in Noord-Holland Intern (3,5 dag) tijdens veldwerk in Limburg (nadere details later te verstrekken)

74



Fysisch-Geografische Systemen Vakcode

AW1025

Studielast

10

Periode(n)

Semester 1 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. J.H. van Boxel, dr. J.M. van Mourik, dr. A.C. Seijmonsbergen, dr. A. Tietema (coördinator)

Inlichtingen

dr. A. Tietema telefoon: +31 20 5257458 Opleiding Aardwetenschappen

[email protected] Onderdeel van

Bachelor Aardwetenschappen Minor Fysische geografie Minor Fysische Geografie

Leerdoel

Kennismaking met de verschillende onderdelen binnen de fysische geografie en de samenhang ertussen; eerste kennismakingveldwerk en het doen van onderzoek; oefeningen in diverse vaardigheden. Inhoud

De module bestaat uit een serie colleges waarin het vak fysische geografie wordt geïntroduceerd. Zelfstudie, gebruik van computer, luchtfoto-interpretatie, een dagexcursies naar de Maashorst bij Uden (NB) en op Texel, en het uitvoeren van een minionderzoek inclusief veldwerk op Texel voeren de studenten verder in de stof. Het onderdeel wordt afgerond met het schrijven van een verslag. De module wordt ook gebruikt om de studenten bekend te maken met de bibliotheek, met het computernetwerk, met studievaardigheden en met mondeling en schriftelijk presenteren. Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau; in het eerste trimester meldt de studieadviseur de eerstejaars studenten aan. Onderwijsvorm

Hoorcolleges, zelfstudie, excursie, veldwerk, werken in groepen, practica. Studiemateriaal

Syllabi `Inleiding tot de Fysische Geografie` en `Texel`. Beiden worden aangeboden op Blackboard. Kosten

Eigen bijdrage dag-excursie Maashorst € 10,-, eigen bijdrage verblijf Texel ongeveer € 60,-.

75



Toetsvorm

Schriftelijk tentamen; schriftelijk verslag en mondelinge presentatie minionderzoek. Bijzonderheden


76



Inleiding Aardwetenschappen Vakcode

AW1160

Studielast

10

Periode(n)

Semester 1 blok 2

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. L.H. Cammeraat, mw. drs. L. Kerstens, dr. A. Tietema (coördinator)

Inlichtingen

dr. A. Tietema telefoon: +31 20 5257458 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen Minor Fysische geografie Minor Fysische Geografie

Leerdoel

Inleiding en materialen Verkrijgen van inzicht in de verbanden tussen geologie, bodemkunde en geomorfologie en hun plaats in het terrestrische systeem. Inzicht verkrijgen in de basisbegrippen van de petrologie. Inzicht verkrijgen in de basisbegrippen van verwering. Macroscopische determinatiegesteenten en bodemmaterialen. Geologie Kennis basistheorie van de algemene, historische en structurele geologie & de principes van de sedimentologie en petrologie. Vaardigheid met het tijdsbegrip in de geologie, integreren van tijden ruimtebepalende geologische factoren in vormen materiaal- en procesbepalende landschapselementen; het werken met Engelstalige vakdefinities; het interpreteren van geologische kaarten; lezen van geologische rapporten; rapporteren eigen waarnemingen. Geomorfologie Kennis van terminologie voor beschrijving van geomorfologische verschijnselen en processen; kennis van de landschapsvormen in verschillende landschapstypen; inzicht in de samenhang tussen landschapsvormen, landschapsvormende processen en geomorfologische factoren. Bodemkunde Inzicht in het basale begrippenkader van de bodemkunde, de functies van de bodem als onderdeel van landschappelijke ecosystemen; kennis van de belangrijkste bodemvormende factoren en processen en eigenschappen van bodems; kennismaken met een aantal basale methoden en technieken in de bodemkunde (eenvoudige analyses, beschrijving, classificatie). Illustratie Excursies Het verkrijgen van inzicht in de opbouw van Nederlandse landschappen, en de samenhang tussen geologie, geomorfologie en bodem.

77


Onderdeel van



Samenvatten en presenteren Kritisch lezen van een geomorfologisch, geologisch of bodemkundig artikel uit wetenschappelijke tijdschriften; leren samenvatten en mondeling presenteren van aardwetenschappelijkke stof. Inhoud

Inleiding en materialen 1. Inleiding in de geologie, geomorfologie en bodemkunde 2. Inleiding in de petrologie en mineralogie 3. Inleiding in verweringsprocessen 4. Materiaal (gesteente en bodem) practicum Geologie 1. Inleiding in de historische geologie en sedimentologie. 2. Inleiding in de algemene en structurele geologie. Geomorfologie Systematische inleiding in de grondbeginselen van de geomorfologie door bestudering van het geomorfologische tekstboek plus additionele stof die behandeld wordt tijdens het college. Bodemkunde Ingegaan wordt op het verschijnsel ‘bodem’ als onderdeel van het ecosysteem en op de rol van bodemvormende factoren. Daarna volgt een overzicht van de belangrijkste eigenschappen en bodemvormende processen. Bodemclassificaties worden toegelicht en in de praktijk toegepast. Illustratie Excursies 1. Theoretische toelichting op de te bezoeken Nederlandse landschappen 2. Illustrerende excursies Aanbevolen voorkennis

Geen speciale voorkennis nodig. Aanmelden

Via Studieweb Onderwijsvorm Onderdeel

Hoorcollege

Werkcollege

Inleiding en Materi- 16 slu alen Geologie

16 slu

14 slu

Geomorfologie

28 slu

Bodemkunde

22 slu

Illustratie Excursies 8 slu

78

Practicum

4 slu 52 slu

Zelfstudie



Studiemateriaal

Inleiding en materialen Syllabus bij het practicum gesteenteherkenning (kan worden aangeschaft bij het begin van de cursus). Loep (vergroting minimaal 10x)

Reader Geomorfologie Bodemkunde M.R. Ashman & G. Puri: 'Essential Soil Science', Blackwell Publishing, ISBN 0632048859 Illustratie Excursies -Geologisch kompas (alleen voor Fysisch Geografen) -Geologische hamer (alleen voor Fysisch Geografen) -OV-jaarkaart -Veldkleding en laarzen -Loep (vergroting minimaal 10x) -Bodemmes met terugklap vergrendeling. De aanschaf van een geologische hamer en een geologisch kompas verdient aanbeveling i.v.m. de excursie. Bij het begin van de cursus zullen nadere mededelingen worden gedaan omtrent de beste keus en voordeligste aanschaf. Voor Fysisch Geografen zijn deze attributen onontbeerlijk voor onderdelen later in hun studie. Kosten

Syllabus € 15 Reader Geomorfologie ca. € 15,Overnachting en Zuid Limburg excursie ong. € 25 (excl. vervoer naar Zuid Limburg) Toetsvorm

Deeltentamens over de onderdelen Geologie, Geomorfologie en Bodemkunde aan het eind van de cursus en een practicumtoets na de eerste week. Alle deeltentamens moeten minstens met een 5.0 beoordeeld zijn. Inleiding en materialen Deeltentamen over practicum en de collegestof van de eerste week. Geologie Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Geomorfologie

79


Geologie en Geomorfologie Earth : An Introduction to Physical Geology (8th Edition) (Paperback) by Edward J. Tarbuck, Frederick K Lutgens, Dennis Tasa; Prentice Hall; 8 edition (March 4, 2004), ISBN: 0131276271, ca. € 80,-



Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Bodemkunde Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Verder is het houden van een voordracht over een artikel en het maken van een schriftelijke samenvatting daarvan verplicht. Bijzonderheden


80



Landschapsanalyse Vakcode

AW1101

Studielast

6

Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. A.C. Seijmonsbergen (coördinator)

Inlichtingen

dr. A.C. Seijmonsbergen telefoon: +31 20 5257452 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen


Onderdeel van

Leerdoel

Na het volgen van deze cursus kan de student: ■

■ ■

■

de basisprincipes en ruimtelijkelandschapseenheden uit de geologie, de geomorfologie, de bodemkunde en de landschapsecologie op stereoluchtfoto's waarnemen en begrijpen op de schaal van een landschap. thematisch kaartmateriaal zoals topografische kaarten inhoudelijk interpreteren. eenvoudige toegepaste fysisch geografische probleemstellingen in een verscheidenheid aan landschappen oplossen. Een eenvoudige tracing ( luchtfotokaart) maken gebaseerd op driedimensionale interpretatie

Inhoud

In de cursus wordt individueel gewerkt met een spiegelstereoscoop en thematischekaarten. De meest voorkomende landschapstypen worden behandeld waarbij (tijds)relaties tussen de abiotische ondergrond (geologie-bodem-geomorfologie), ruimtelijkeprocessen en biotische bedekking centraal staan. Er worden voorbeelden uit de volgende landschappen behandeld: mediterrane - aride landschappen, alpiene landschappen, glaciale en periglaciale landschappen, -kustlandschappen, -fluviatiele landschappen, verweringslandschappen en vulkanische landschappen. In het begin van de cursus worden vooral natuurlijke landschappen behandeld. Later zullen ook cultuurlandschappen worden behandeld. Er wordt aandacht besteed aan het herkennen van hoofdgroepen van gesteentes, aan de verdeling van los materiaal, aan de geologische en geomorfologische tijds ontwikkeling in een landschap en aan de relatie die er bestaan tussen substraat - bodemontwikkeling en vegetatiebedekking binnen de klimatologische randvoorwaarden. De student wordt actief aangemoedigd om het landschap in te delen in hoofdlandschapstypen en deze zo nodig onder te verdelen. Het herkennen van foto-interpretatie elementen is daarbij een belangrijke techniek. De student maakt zelf doorsneden door het landschap en tekent daarin de verzamelde informatie over geologie, de geomorfologische kenmerken en hydrologische relaties, b.v. te verwachten

81



grondwaterstroming. Dit wordt geoefend door legenda’s op te stellen voor de foto’s en een luchtfotokaart te maken. Aanbevolen voorkennis

Basiskennis van aardwetenschappen (geologie, geomorfologie en ecologie) wordt aanbevolen. Aanmelden


Twee instructiecolleges van 2 uur, 14 dagen practicum met veel zelfstudievragen en aansluitende klassikale discussies. Studiemateriaal

Kaartmateriaal en luchtfotomateriaal van Fysische Geografie, practicumsyllabus en teken/oefenmateriaal. Kosten

10 euro Toetsvorm

Schriftelijk tentamen over de stof in twee delen: - 1 uur tentamen over kaarten, dit bepaalt 40% van het eindcijfer - 2 uur tentamen over luchtfoto's, dit bepaalt 60% van het eindcijfer Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje. Er mag niet meer dan tweemaal verzuimd worden tijdens het practicum. Tentamendatum wordt in overleg vastgesteld.

82



Natuurwetenschappelijke Basis Vakcode

AW1041

Studielast

6

Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. E.E. van Loon (coördinator)

Inlichtingen

dr.ir. E.E. van Loon telefoon: +31 20 5257448 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

De student kan: - causale relaties in een eenvoudigsysteemidentificeren en op abstract niveau concretiseren - abstracte relaties in de vorm van wiskundige vergelijkingen weergeven - m.b.v. Stella de relaties samenbouwen tot een functioneel model; de resultaten van het model spiegelen aan zijn eigen voorstellingsvermogen - analoge systemen (met vergelijkbare sturing) verzinnen of vinden in de literatuur - de student kent Basis Stella en Excel. Inhoud

In de Natuurwetenschappelijke Basis wordt de link gelegd tussen bètavakken, die studenten kennen van het VWO, en de aardwetenschappelijke vraagstellingen waarmee ze binnen de Fysische Geografie te maken krijgen. In groepjes van twee werken ze in de Studio Classroom. Daar doen ze eerst een experiment in dezelfde vorm zoals ze dat van scheikunde, natuurkunde en biologie kennen. Vervolgens bootsen ze het experiment na met een zelf te maken simulatiemodel op de computer. Tenslotte zoeken ze naar vergelijkbare processen die in de natuur voorkomen, en simuleren deze op dezelfde manier. Zo leert de student relaties te leggen tussen de complexiteit van de werkelijkheid en de eenvoud van concepten. Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau; in het eerste semester meldt de studieadviseur de eerstejaars studenten aan. Onderwijsvorm

Werkcolleges en practicum. Studiemateriaal

Werkboek.

83


Onderdeel van



Toetsvorm

Schriftelijk tentamen (40% van eindcijfer), werkmateriaal (30% van eindcijfer), en eindopdracht (30% van eindcijfer).Deelname is verplicht; verzuim zonder gegronde redenen geeft een onvoldoende. Gemiste opdrachten moeten worden ingehaald. Bijzonderheden


84



Wiskunde Vakcode

AW1111

Studielast

4

Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. E.E. van Loon (coördinator)

Inlichtingen

dr.ir. E.E. van Loon telefoon: +31 20 5257448 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

Het begrijpen van de rol die de wiskunde speelt in de ontwikkeling van de natuur en levenswetenschappen. Leren vertalen van een fysisch-geografisch probleem in een wiskundig probleem; beheersen van analytische en numerieketechnieken voor differentiatie, integratie en het onderzoeken van dynamische systemen. Inhoud

Aan de hand van oefenstof uit het lesboek maakt de student kennis met de rol van de wiskunde binnen de aard- en levenswetenschappen. De VWO wiskunde-stof wordt kort herhaald (onderwerpen die aan de orde komen: reeksen, functionele analyse, differentiëren, integreren, differentiaalvergelijkingen). Met behulp van realistische aardwetenschappelijke en biologische problemen wordt geoefend met het vertalen van een praktisch naar een wiskundig probleem. Studenten leren wiskundige software ( MATLAB) te gebruiken om integratie, differentiatie, functionele analyse (etc.) numeriek en symbolisch op te lossen. Iedere deelnemer geeft een presentatie over een klein deel van de lesstof om didactisch presenteren te oefenen. Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau; in het eerste semester meldt de studieadviseur de eerstejaars studenten aan. Onderwijsvorm

Hoor-/werkcolleges en computer practica. Studiemateriaal

M. de Gee (2003) 'Wiskunde in Werking. Deel 2 - analyse toegepast.' Epsilon Uitgaven. Utrecht (ca. euro. 20,-). Syllabus en een eenvoudige rekenmachine. Toetsvorm

Schriftelijk tentamen (80% van eindcijfer), beoordeling van een didactische presentatie (20% van eindcijfer). Deelname is verplicht; verzuim zonder gegronde redenen geeft een onvoldoende. Gemiste opdrachten moeten worden ingehaald. Bijzonderheden


85


Onderdeel van



6.2

Modules tweede jaar

Chemische Bodemeigenschappen en Processen Vakcode

AW2032

Studielast

10

Ingangseis

Propedeuse Aardwetenschappen

Periode(n)

Semester 1 blok 2

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. J.R. Parsons (coördinator)

Inlichtingen

dr. J.R. Parsons telefoon: +31 20 5256580 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Doel is het verkrijgen van inzicht in de ( chemische en mineralogische) eigenschappen van bodemmaterialen en in de in de bodems en oppervlaktewater optredende chemische processen. Nadruk ligt vooral op de theoretische benadering van de interrelatie tussen vaste en vloeibare fase waarbij onder andere toepassing van de evenwichtsthermodynamica plaatsvindt. Inhoud ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

chemische evenwichten algemene oplossingsevenwichten en bodemvorming chemische evenwichten en bodemvorming oppervlakte interacties tussen vaste en de bodemoplossing sorptie van kationen in de bodem sorptie van anionen in de bodem mineralogie van de kleifractie toepassing theorie op verwering en bodemvorming aquatische chemie en hydrochemische processen gedrag van organische verbindingen in water en bodem

Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau Onderwijsvorm

26 x 2uur hoorcollege en 15x werkcollege Studiemateriaal

D.L. Sparks Environmental Soil Chemistry, Second Edition, Academic press, 2003, ISBN 0126564469. Syllabus incl. opgaven

86



Toetsvorm

Schriftelijk tentamen Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje


87



Ecosystemen van de Wereld Vakcode

AW2021

Studielast

4

Ingangseis

Propedeuse Aardwetenschappen.

Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

mw. dr. A.M. Kooijman (coördinator)

Inlichtingen

mw. dr. A.M. Kooijman telefoon: +31 20 5257441 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Systematisch inzicht in de kenmerken en het functioneren van de belangrijkste op de wereld voorkomende ecosystemen, zowel voor wat betreft de biotische als abiotische aspecten als van hun onderlinge samenhang en de invloed van de mens op deze systemen. Inhoud

Uitgegaan wordt van de boeken Biology of Plants en The Major Soils of the World, die gezamenlijk een systematisch overzicht van kenmerken en functioneren van de belangrijkste ecosystemen geven. Dit overzicht wordt, gegroepeerd op basis van klimaatszones en van drainage, behandeld. Aanmelden


Hoorcollege (11 x 2uur), gevolgd door een presentatie door de studenten van de belangrijkste ecosystemen in een bepaalde regio en hun functioneren, aan de hand van een kaartblad van de wereldbodemkaart. Studiemateriaal

Aan het begin van het college dienen studenten te beschikken over de boeken: P.H. Raven, R.F. Evert en S.E. Eichhorn: Biology of Plants, seventh edition, W.H. Freeman and Company Publishers (reeds aangeschaft in het 1ste jaar of in de bibliotheek verkrijgbaar) en Driessen, Decters, Spaargaren en Nachtegaele: Lecture Notes on the Major Soils of the World, FAO, 2001. Toetsvorm



88



Fysische Bodemeigenschappen Vakcode

AW2121

Studielast

5

Ingangseis


Periode(n)

Semester 1 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr.ir. W. Bouten (coördinator)

Inlichtingen

prof.dr.ir. W. Bouten telefoon: +31 20 5257412 Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

Aan het eind van het college dient de student de basisprincipes van fysische bodemverschijnselen en de belangrijkste fysische bodemeigenschappen te kunnen hanteren in geïdealiseerde modelmatige bodemsystemen. Inhoud

Besproken worden het potentiaalconcept, verzadigde en onverzadigdewaterstroming en gastransport. De theorie uit de hoorcolleges wordt toegepast in de werkcolleges. Aan de hand van situatieschetsen en probleemstellingen wordt gezamenlijk geïnventariseerd hoe de hydrologische situatie is, hoe deze kwantitatief beschreven kan worden en welke gegevens daarvoor nodig zijn. Aanmelden


10 hoorcolleges van 2 uur, 10 werkcolleges van 2,5 uur en zelfstandig te maken opdrachten. Deelname werkcolleges is niet verplicht, maar zeer aan te bevelen. Studiemateriaal

P. Koorevaar, G. Menelik, C. Dirksen: Elements of Soil Physics, ISBN 0-444-42242-0, Elsevier Science Publishers. Toetsvorm

Schriftelijk tentamen en facultatieve deeltoetsen. Bijzonderheden


89





Geomorfologische Processen Vakcode

AW2071

Studielast

6

Ingangseis


Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Leerdoel

Kennis van de fluviatiele en van de glaciale en periglacialeprocessen. Inhoud

Van de genoemde groepen van geomorfologische processen worden behandeld: verschijnselen en herkenning in het veld; mechanismen; meetmethoden; factoren die het optreden en de snelheid van de processen beïnvloeden; resulterende erosie- en accumulatievormen. Aanmelden


Hoor-/werkcollege, thuis literatuur voorbereiden en opdrachten. Studiemateriaal

Wordt nog bekend gemaakt. Toetsvorm

Opdrachten, schriftelijk tentamen. Bijzonderheden


90



Hydrologie Vakcode

AW2081

Studielast

3

Ingangseis


Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Onderdeel van

Bachelor Aardwetenschappen Minor Fysische Geografie

Kennis over processen in de hydrologische kringloop; inzicht in onderdelen van de hydrologischekringloop; inzicht in fysische grondslagen van deze processen, hun interactie en relatie met landschapsbepalende factoren; het kunnen plaatsen van actuele hydrologische problemen binnen maatschappelijke context; het kunnen toepassen van de opgedane kennis in eenvoudige probleemstellingen. Inhoud

Aan de hand van de behandeling van elementen van de hydrologische kringloop worden de belangrijkste hydrologische processen en begrippen behandeld. De koppeling van hydrologische processen naar andere landschapsvormende processen in verschillende geo-ecosystemen vormt daarnaast een belangrijk onderdeel van de collegecyclus. Aanmelden


Hoor-/werkcollege. Studiemateriaal




91


Leerdoel



Inleiding Klimatologie voor niet Fysisch Geografen Vakcode

AW2140

Studielast

3

Periode(n)

Moduleperiode III (tweede studiejaar)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen


Onderdeel van

Minor Fysische geografie Minor Fysische Geografie

Leerdoel

Inzicht verkrijgen in de werking van het klimaatsysteem, de algemene circulatie en de processen die daaraan ten grondslag liggen. Inhoud

In het eerste deel van het college wordt de meteorologische basis behandeld: Samenstelling en opbouw van de atmosfeer, het verticale evenwicht in de atmosfeer, de vorming van wolken en neerslag, de krachten die een rol spelen bij het ontstaan van wind en de energieoverdracht door straling en warmtestromen. In het tweede deel wordt deze kennis toegepast op de algemene circulatie in de atmosfeer en in de oceaan. Uiteindelijk wordt dit geheel gebruikt om de verdeling van temperatuur, neerslag en de bijbehorende klimaten over het aardoppervlak te verklaren. Actuele problemen die in het college aan de orde komen zijn het broeikaseffect, aantasting van de ozonlaag en El Niño. De processen die zich afspelen in de atmosfeer kunnen niet worden beschreven zonder zich te beroepen op enkele natuurkundige principes. De beschrijving zal echter kwalitatief van aard zijn. Aanmelden

Vier weken voor aanvang van de cursus bij het onderwijsbureau Aardwetenschappen. Onderwijsvorm

Hoorcolleges Onderwijstijden

Zie het roosterboekje Studiemateriaal

Syllabus Klimatologie voor niet Fysisch Geografen Toetsvorm

Schriftelijk tentamen.

92



Programmeren in Matlab Vakcode

AW2131

Studielast

3

Ingangseis


Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen


Leerdoel

1. De student kan een 'reken-probleem' vertalen naar een programmastructuur. 2. De student heeft vaardigheden ontwikkeld om eenvoudige computerprogramma's te schrijven voor de verwerking en visualisatie van gegevens. Inhoud

Doel van dit studieonderdeel is om te leren programmeren op een niveau te halen dat de student in staat stelt relatief eenvoudige rekenprogramma's te schrijven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Matlab omdat deze taal zich goed leent voor programmaontwikkeling. De stof omvat onder andere: programmastruktuur, modulair programmeren, functies, matrices, file I/O, visualisatie, debuggen, en het oefenen met fysisch geografische en biologische voorbeelden. Aanmelden


Werkcollege Deelname is verplicht! Studiemateriaal

Werkboek Programmeren in MATLAB. Toetsvorm

Opdrachten werkcollege en open boek tentamen. Bijzonderheden


93





Remote sensing/GIS Vakcode

AW2051

Studielast

4

Ingangseis


Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen

dr. A.C. Seijmonsbergen telefoon: +31 20 5257452 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na deze cursus: - kent de student de belangrijkste theoretische basisprincipes van de remote sensing en van geografische informatie systemen; - is de student in staat ruimtelijke gegevens in een Gisomgeving te verzamelen, te verwerken en te visualiseren; - kan de student eenvoudige ruimtelijkeproblemen m.b.v. GIS oplossen Inhoud

Er worden vier instructie colleges aangeboden waarin theoretische achtergrondinformatie over GIS en remote sensing zal worden gepresenteerd, gericht op het praktische gedeelte. Aandacht zal o.a. worden gegeven aan vector-raster structuren, databases, satelliet/ sensorsystemen en classificatie van beeldmateriaal. Het tweede gedeelte bestaat uit inleidende basisoefeningen GIS en RS. Deze oefeningen zullen grotendeels als zelfstudie modules worden uitgevoerd. In deze praktische modules wordt het volgende aangeboden: de “getting started with ArcGIS” tutorial van ESRI’s, digitaliseren van punt, lijn en vlakgegevens, classificatie van een Spotbeeld, geo-refereren in ArcMap, het maken van een fotomozaïek, bepalen van de vegetatiedistributie op basis van puntgegevens, een database module en een module ‘GPS voor veldwerk’. Voor het gedeelte gericht op het Luxemburg veldwerk is een uitgebreide dataset van het veldwerk voorhanden. Van de student wordt verwacht dat hij/zij een eigen geodatabase opbouwt waarin de relevante gegevens voor het veldwerk van een klein gebied wordt ondergebracht. Deze gegevens bestaan o.a. uit divers remote sensing beeldmateriaal, een geologische kaart en een digitaal terrein model. Van de laatste zullen enkele belangrijke morfometrische afgeleiden worden bepaald met de ‘topographic modeller’ in ArcGIS, zoals een hellingklassenkaart en een “shaded relief” kaart. Dit laatste gedeelte sluit nauw bij het tweedejaars Veldpracticum Luxemburg en Rapportage (pag. 97) (20 EC) . De uiteindelijke

94



geodatabase wordt na het veldwerk gebruikt om GIS analyses te maken, gebaseerd op de gegevens die de student zelf in het veld heeft gemaakt. Aanbevolen voorkennis

Kennisniveau propedeuse fysische geografie wordt aanbevolen Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau. Studiemateriaal

Toetsvorm

Beoordeling vindt plaats aan de hand van de antwoorden op zelfstudievragen en getoonde inzet en progressie tijdens het practicum. Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje. Voor het computerpracticum geldt een deelnameplicht.

95


Er wordt gewerkt met ArcGIS en ERDAS software. Datasets zijn aanwezig en omvatten: satellietbeelden, luchtfoto’s thematisch kaartmateriaal en meetgegevens. Een aparte dataset Luxemburg wordt beschikbaar gesteld.



Statistiek Vakcode

AW2091

Studielast

5

Ingangseis

Geen.

Periode(n)

Semester 1 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

drs. P. R. Assink, mw. drs. C.C. Klumpers, dr.ir. E.E. van Loon (coördinator)

Inlichtingen

dr.ir. E.E. van Loon telefoon: +31 20 5257448 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Beheersen van basistechnieken uit de statistiek. Inhoud

Aan de hand van concrete voorbeelden uit de Biologie en Aardwetenschappen komen de volgende onderwerpen aan bod: beschrijvende statistiek, kansrekening, stochastischevariabele en kansverdeling, normale verdeling, schatten, toetsen, parametervrije statistiek, variatieanalyse, regressie. Tijdens het computerpracticum past de student de behandelde technieken toe op bestaande datasets. Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau. Inschrijven onder code 001A!!! Onderwijsvorm

Hoor-/werkcollege, practica. Studiemateriaal

Syllabus ca. euro 15. Een eenvoudige rekenmachine. Toetsvorm

Open boek tentamen, practicumverslagen. Bijzonderheden

Rooster: Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje. Inschrijven onder code 001A!!!

96



Veldpracticum Luxemburg en Rapportage Vakcode

AW2111

Studielast

20

Ingangseis

Propedeuse Aardwetenschappen. Ingangseis: de propedeuse moet zijn

Periode(n)

Semester 2 blok 2 en 3

Onderwijsinstituut


aangevraagd.

Verzorgd door


Docent(en)

dr. L.H. Cammeraat, dr. J.F. Duivenvoorden, mw. dr. A.M. Kooijman (coördinator), dr.ir. E.E. van Loon, dr. A.C. Seijmonsbergen mw. dr. A.M. Kooijman telefoon: +31 20 5257441 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

- Praktisch inzicht in de landschappelijke relaties tussen geologie, geomorfologie, bodem, vegetatie en landgebruik ( processen, patronen). - Theoretische kennis toepassen en integreren in karteringen en veldonderzoek. - Training in karteringsmethoden en -technieken: studenten moeten in staat zijn om zelfstandig eenvoudige geomorfologische, bodemkundige en landschapsecologische karteringen uit te voeren en hierover te rapporteren. Inhoud

1) 3 weken voorbereiding in Amsterdam, bestaande uit: - specifieke voorbereiding op veldwerk in Luxemburg middels inleidingen in de regionale en lokale geologie en de geomorfologie, hydrologie, bodems en vegetatie van het gebied en bestudering van luchtfoto's ten behoeve van de geomorfologische interpretatie en interpretatie van het landgebruik (vervaardigen van kaart), en classificatie van satellietbeeld - cursus multivariateanalysetechnieken 2) 6 weken veldwerk in Luxemburg, bestaande uit een geologische excursie (ca. 1 week), algemene verkenning van het veldwerk, gevolgd door geomorfologisch veldwerk (ca. 2 weken) en geïntegreerd bodemkundig en landschapsecologisch veldwerk (ca. 3 weken). 3) 5 weken uitwerking in Amsterdam. Dit bestaat uit verslaggeving over resp. geomorfologie, fysiotoopkartering en landschapsecologie. Het veldwerk gebeurt in groepen van drie studenten. Elke groep krijgt een gebied toegewezen voor het onderzoek. In het eerste deel ligt de nadruk op een grondige inventarisatie van de daarin voorkomende geomorfologische verschijnselen, op basis van een goed inzicht in de geologische processen die in het verleden zijn opgetreden, of op dit moment actief zijn. Tijdens het daarop volgende geïntegreerde bodemkundig en

97


Inlichtingen



landschapsecologisch veldwerk worden allereerst in een aantal transecten bodem en vegetatie/landgebruik en hun onderlinge relatie beschreven en onderzocht. Met de gegevens wordt de legenda getoetst voor de fysiotoopkartering en de kartering van de bosgemeenschappen, die met behulp van de verzamelde gegevens worden uitgevoerd. De relaties tussen de geomorfologie en fysiotooptypen (met bijbehorende standplaatsfactoren) en de natuurlijke vegetatie (bos) worden getoetst a.d.h.v. multivariate analyse en GIS. De resultaten van het veldwerk dienen te worden vastgelegd in een verslag over een deelaspect van het veldwerk (geomorfologie, de fysiotoopkartering en de landschapsecologie van de bossen). Per groep worden in totaal drie verslagen geproduceerd. Aan het einde van het veldwerk wordt aangegeven wie een verslag gaat maken over welk van de drie deelaspecten. De uitwerking tot definitief verslag geschiedt in Amsterdam. Aanmelden


Practica, hoorcollege, veldwerk, rapportage. Studiemateriaal

Syllabus. Kosten

Levensonderhoud en reizen zijn voor eigen rekening. Eigen bijdrage verblijfskosten ca. € 175,-. Toetsvorm

Beoordeling van kartering in het veld (50%) en verslag (50%). Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje

98



6.3

Modules derde jaar

Bachelor Thesis Vakcode

AW3295

Studielast

18

Ingangseis

Onderdeel Veldwerk en verslag Luxemburg gereed; tweede studiejaar af met max.

Periode(n)

Semester 2 blok 2 en 3 (3 april – 23 juni 2006)

Onderwijsinstituut


10 EC ontbrekende punten; de derde jaars cursus Meetstrategieën afgerond.


Docent(en)

prof.dr.ir. W. Bouten, dr.ir. J.H. van Boxel, mw. dr. A.M. Kooijman, dr. C.L. Kwa, dr.ir. E.E. van Loon, dr. J.R. Parsons, dr. A. Tietema, drs. F.W. van der Vegte (coördinator)

Inlichtingen

(en anderen)

drs. F.W. van der Vegte telefoon: +31 20 5257595 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

De student kan zelfstandig een statistisch verantwoord onderzoek uitvoeren met behulp van meetmethoden die gangbaar zijn in het bodemkundig, hydrologisch, geomorfologisch en meteorologisch procesonderzoek. De student kan zelfstandig onderzoek van beperkte omvang opzetten, uitvoeren en rapporteren binnen de afgesproken planning. De student maakt kennis met de beleidsgerichte en commerciële werkvelden van de fysisch geograaf en doet ervaring op met verschillende vormen van communicatie. Inhoud

Het studieonderdeel bestaat uit: (i) Zelfstandig opzetten en uitvoeren van procesonderzoek (ii) Schrijven en presenteren van de Bachelors Thesis (iii) Oriëntatie op de mastervariant Communicatie & Educatie en op de mastervariant Maatschappelijk Toelichting: (i) Zelfstandig opzetten en uitvoeren van procesonderzoek De student kiest uit de lijst een onderzoeksonderwerp. De onderwerpen zijn zo gekozen dat ze een aspect van meten en een aspect van interpretatie m.b.v. een simulatiemodel of statistiek omvatten. De student werkt een eigen werkplan uit alvorens met het onderzoek gestart kan worden. Het voldoen aan de afgesproken planning van de werkzaamheden vormt onderdeel van de beoordeling. Het onderzoek omvat de volgende fasen:

99


Verzorgd door



■ ■ ■

kennismaking met het onderzoeksgebied onderzoeksvoorstel schrijven en presenteren zelfstandig uitvoeren van procesonderzoek

(ii) Het schrijven en presenteren van een Bachelor Thesis De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd in een wetenschappelijk verslag van maximaal 20 pagina’s, excl. bijlagen, op het web (Blackboard) en in de vorm van een presentatie (power point) tijdens een symposium waarbij ook buitenstaanders aanwezig zijn. (iii) Oriëntatie op de mastervariant varianten Communicatie & Educatie Variant, Maatschappelijke Variant en de Onderzoek Variant Aan het begin van de cursus wordt voorlichting gegeven over de Masterprogramma’s die bij IBED worden aangeboden. Later in de cursus vindt de Oriëntatie op de Mastervariant Communicatie & Educatie en de Maatschappelijke variant plaats. Onderdelen van de oriëntatie zijn: Overzicht Masterprogramma’s IBED Colleges Wetenschap en Maatschappij Colleges Schrijven van teksten en Presentatietechnieken Workshop Interviewtraining Bedrijfsbezoek en afnemen interview Essay schrijven (2 – 3 pagina’s) en presentatie m.b.v. power point

■ ■ ■ ■ ■ ■

Aanbevolen voorkennis

2e jaar AW af, inclusief Programmeren in Matlab (pag. 93) (3 EC) Aanmelden

Intakegesprek met de coördinator voor 1 februari 2006. Definitieve aanmelding vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau. Onderwijsvorm

Colleges, laboratoriumwerkzaanheden, veldwerk, zelfstandig onderzoek. N.B.: Het gaat bij dit onderdeel om ‘full-time' onderwijs! Bijwonen van de ingeroosterde onderdelen is verplicht! Studiemateriaal

Practicumhandleiding, reader. Kosten

Eigen bijdrage reader; de kosten van veldbezoeken worden gedragen door de UvA Aantal deelnemers

1 - 20

100



Toetsvorm

Onderzoeksvoorstel en werkplan (10%), bachelor thesis (60%), symposiumpresentatie (10%), planmatig werken (10%) o.a. de BSc thesis binnen vastgestelde termijn inleveren; verslag en presentatie onderdeel Oriëntatie (10%) worden apart getoetsd (tussen haakjes de bijdrage in procenten aan de eindbeoordeling). Bijzonderheden



101



Inleiding Duurzame Ontwikkeling Vakcode

AW3305

Studielast

10

Ingangseis

1e jaar + Veldpracticum Luxemburg en Rapportage (pag. 97) (20 EC) af

Periode(n)

Moduleperiode I

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Expertisecentrum Duurzame Ontwikkeling (ECDO)

Docent(en)

drs. A.J.P. Heideveld (coördinator)

Inlichtingen

drs. A.J.P. Heideveld

(en anderen)

telefoon: +31 20 5256266 [email protected]

Leerdoel

Tijdens deze module krijg je inzicht in het begrip duurzame ontwikkeling en leer je de relatie met je eigen vakgebied te leggen. Inhoud

Het eerste deel van het vak bestaat uit colleges van experts vanuit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties of universiteiten. Deze colleges worden voorbereid in werkgroepen. Tijdens de colleges is het de bedoeling dat er interactie is tussen de studenten en de (gast)docenten. Ook zal er een excursies plaatsvinden naar een bedrijf of instantie die zich bezig houdt met duurzame ontwikkeling in de praktijk. Aan het einde van de collegecyclus schrijft iedere student voor zich een referaat. Het tweede deel bestaat uit het schrijven van een essay. Daarnaast wordt er een opdracht uitgevoerd die gerelateerd is aan een vraag afkomstig van een (maatschappelijke) organisatie. De oplossingen doen recht aan de verschillende belangen en zullen een stap vooruit zijn in de richting van duurzame ontwikkeling. Dat laatste betekent dat zowel economische, als ecologische, als sociale aspecten in beschouwing zijn genomen Aanbevolen voorkennis

2e jaar Bachelor AWS af Aanmelden

4 weken van tevoren bij Esther van der Meer, [email protected] Onderwijsvorm

colleges, groepsopdrachten, referaat, excursie Studiemateriaal

Studiemateriaal bestaat uit een reader; iedere student krijgt een verzamelmap uitgereikt met literatuur per onderwerp.

102



Kosten

50 Euro (excursie + reader). Toetsvorm

Wordt aan het begin van het vak meegedeeld. De student is geslaagd indien het cijfer 6.0 of hoger is.


103



Klimatologie Vakcode

AW2041

Studielast

5

Ingangseis


Periode(n)

Semester 1 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen


Onderdeel van


Leerdoel

Uitdiepen van de meteorologische/ klimatologische kennis, met name op het gebied van de stralingsbalans van het aardoppervlak en de grenslaagmeteorologie. Vertrouwd raken met de fysische benaderingswijze van geografische problemen, alsmede het verwerven van de vaardigheid om problemen op een fysisch-mathematische manier aan te pakken. Inhoud

Het klimaat wordt bepaald door astronomische, meteorologische, geografische en menselijkefactoren. In het college klimatologie worden deze behandeld en zonodig gekwantificeerd. De meteorologische grondslagen zijn reeds behandeld in het eerstejaars college. Het centrale thema in het tweedejaars college is de energiebalans van het aardoppervlak. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de belangrijkste term van de warmtebalans, namelijk de netto straling en de componenten waaruit deze opgebouwd is. Daarna komen de overige termen aan de orde zoals de bodemwarmtestroom, de voelbare warmtestroom en de latente warmtestroom ( verdamping). Aan verdamping wordt extra aandacht besteed vanwege het belang voor vele hydrologische en andere fysischgeografische problemen. Aanbevolen voorkennis

Wiskunde en natuurkunde op VWO-niveau Aanmelden


Hoorcollege (20 x 2uur). Studiemateriaal

Syllabus Klimatologie, ca. € 10,Toetsvorm


104



Materiaal eigenschappen Vakcode

AW3280

Studielast

10

Ingangseis

1e jaar + Veldpracticum Luxemburg en Rapportage (pag. 97) (20 EC) af

Periode(n)

Moduleperiode I

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr.ir. W. Bouten, dr. J.M. van Mourik, dr. J.R. Parsons, dr. A. Tietema, dr. W.P. de Voogt

Onderdeel van

(e.a., coördinator wordt nog bekend gemaakt. )


Het kennismaken met het uitvoeren van chemische, fysische en microscopischeanalyses van bodemmateriaal. Inhoud

Het uitvoeren van analyses in het bodemfysiche en bodemchemische lab aan bodemmateriaal en door middel van microscopische technieken. Cursus opzet: Deel 1 (7 EC) bestaat uit het leren uitvoeren van bodemchemische en bodemfysische bepalingen aan bodem materiaal. Technieken die aanbod kunnen komen zijn: het bepalen van organische stof en kristal water met behulp gloeiverlies, de bepalingen van microbiële biomassa van bodemmateriaal en het bepalen van bulk dichtheid, aggregaatverdeling en –stabiliteit, water retentiekarakteristiek, en infiltratie en doorlatendheids eigenschappen via sprinkling experimenten en Wind verdampingsexperimenten, als mede ontsluitingstechnieken en/of bepalingen aan het adsorbtiecomplex van bodemmateriaal. Deel 2 (3 EC) bestaat uit het bestuderen van bodemeigenschappen met behulp van microscopische technieken. De student leert omgaan met diverse microscopen. Tijdens het practicum worden microscopische preparaten van ongestoorde grondmonsters en grondextracten geanalyseerd en geïnterpreteerd. De preparaten en extracten zijn afkomstig van profielen/materialen die ook werden gebruikt voor de bepalingen van deel 1. Aanbevolen voorkennis

2e jaar Bachelor AWS af Aanmelden

4 weken van te voren bij het onderwijsbureau Onderwijsvorm

colleges laboratorium practica

105


Leerdoel



microscooppracticum zelfstudie n.b. dit is een voltijds onderdeel en er is deelname plicht aan alle praktische onderdelen Studiemateriaal

practicum handleidingen. Syllabi en readers. Kosten

wordt nog bekend gemaakt Aantal deelnemers

1-20 Toetsvorm

practicumverslag presentatie Het vak is gehaald indien het eindcijfer met 6.0 of hoger gewaardeerd is. Bijzonderheden

Voor de inroostering zie het uitgebreide roosterboekje.

106



Meetstrategieën Vakcode

AW3290

Studielast

7

Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr.ir. W. Bouten (coördinator), dr.ir. J.H. van Boxel, dr.ir. E.E. van Loon, dr. A. Tietema

Inlichtingen


Leerdoel

De student kent de essentie van de karakteristieke meetstrategieën in de Fysische Geografie. De student kan bij een bepaalde vraagstelling een optimale meetstrategie ontwerpen. De student kan het meetprogramma uitvoeren en de resultaten analyseren in relatie tot de vraagstelling. Inhoud

In dit studieonderdeel wordt aandacht besteed aan de belangrijkste meetstrategieën in de Fysische geografie: 1. Meten van tijdreeksen. Met dataloggers worden meteorologische grootheden en bodemtemperaturen geregistreerd 2. Meten van ruimtelijke patronen. In een meetnet wordt het watergehalte van de bovengrond gekarteerd 3. Manipulatie experimenten. Door de temperatuur te manipuleren wordt gemeten wat het effect van de omgeving is op de activiteit van micro-organismen. 4. Materiaalkarakterisering. In het bodemchemisch laboratorium wordt het bodemmateriaal gekarakteriseerd Het ontwerp van metingen en de verwerking van gegevens wordt besproken in colleges over ‘experimental design’ en de ruimtelijk-statistische verwerking van gegevens. Begrippen en technieken uit de tijdreeksanalyse en de geostatistiek die aan bod komen zijn: temporele en ruimtelijke variabiliteit, stochastisch proces en stochastisch veld, stationariteit, kriging en stochastische simulatie. Aanbevolen voorkennis

In dit studieonderdeel wordt kennis verondersteld van de studieonderdelen Inleiding Aardwetenschappen (pag. 77) (10 EC) , Chemische Bodemeigenschappen en Processen (pag. 86) (10 EC) , Fysische Bodemeigenschappen (pag. 89) (5 EC) , Atmosferische Fysica (pag. 67) (4 EC) .

107





Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau Onderwijsvorm

Hoorcollege's, practica. Deelname is verplicht. Studiemateriaal

Reader Toetsvorm

Verslagen van de afzonderlijke onderdelen. Bijzonderheden


108



Modelleren en Simuleren Vakcode

AW3310

Studielast

5

Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen

prof.dr.ir. W. Bouten telefoon: +31 20 5257412 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

De student kent een aantal verschillende technieken om ruimtelijk expliciete dynamische processen te modelleren. De student kent de mogelijkheden en beperkingen van deze technieken en is in staat om bij een gegeven probleemstelling de juiste simulatietechniek te kiezen. De student kan deze technieken ook toepassen bij een wetenschappelijke vraagstelling of een fysisch geografische toepassing. Inhoud

In dit studieonderdeel worden modellen gemaakt van warmtetransport in de bodem, interceptie en verdamping van regenwater in een bos, grondwaterstroming en erosie in het veldwerkgebied Luxemburg, lawines en de ontwikkeling van vegetatiepatronen in semiaride gebieden. Voor deze modellen wordt gebruik gemaakt van numerieke oplossingen van partiële differentiaalvergelijkingen en van cellulaire automaten. Als afsluiting vindt een discussie plaats over de zin en onzin van modelleren. Aanbevolen voorkennis

Programmeren in Matlab (pag. 93) (3 EC) Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het onderwijsbureau. Onderwijsvorm

Hoorcollege, werkcollege's Deelname is verplicht Studiemateriaal

Reader. Toetsvorm

Opdrachten, tentamen achter de computer Bijzonderheden


109


Onderdeel van



Oriënterende Stage Vakcode

AW3240

Studielast

10

Ingangseis

De eerste twee studiejaren van het curriculum Aardwetenschappen moeten zijn

Periode(n)

Semester 1 blok 3

afgerond. Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Afdeling Aardwetenschappen

Docent(en)

dr. A. Tietema (coördinator)

Inlichtingen

dr. A. Tietema telefoon: +31 20 5257458 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Het doel van de stage is een bevestiging van de keuze voor een afstudeervariant. Inhoud

De student kiest een stage, passend binnen de gekozen afstudeervariantOnderzoek, Maatschappelijk of Educatief/ Communicatief. De stage biedt de mogelijkheid kennis te maken met de praktijk en inzicht te krijgen in de dagelijkse gang van zaken op de stageplek. Aanmelden

Aanmelding incl. keuze voor de variant: vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau. Onderwijsvorm

Het maken van een verslag. Studiemateriaal


Het verslag wordt beoordeeld en dient aan de volgende eisen te voldoen: a. Een inhoudelijke verslaglegging waarvan de inhoud in overleg met de begeleider wordt vastgesteld (max. aantal blz. in overleg met begeleider) b. Een evaluerend verslag in de vorm van een dagboek waarin de uitgevoerde werkzaamheden kort worden vermeld, inclusief de relevantie voor, resp. plaats in het dagelijks werk van de begeleider (beperkt of uitgebreid, afhankelijk van het inhoudelijk verslag, max. 4 blz.) c. Een samenvattende evaluatie door de student. (heeft zij/hij een duidelijk beeld gekregen van de kennis en de vaardigheden die nodig zijn voor het vervullen van de functie van de begeleider/van het bedrijf)(max. 1 blz.)

110



d. Een korte evaluatie van de begeleider m.b.t. kennis en vaardigheden student (max. 1 blz.). Bijzonderheden

Rooster: Het onderdeel wordt 1 keer per jaar op een vast moment georganiseerd. Daarnaast is het mogelijk op andere momenten in het jaar stage te volgen. Dit is afhankelijk van de aanwezigheid van mogelijke stageplekken. Overleg hierover dient tijdig (uiterlijk 6 weken voor aanvang) met de coördinator te gebeuren.


111



Stage Milieukunde Vakcode

AW3300

Studielast

10

Ingangseis

Eerste 2 jaar curriculum AWS afgerond

Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. L. Reijnders (coördinator)

Inlichtingen

prof. dr. L. Reijnders telefoon: +31 20 5256269 [email protected]

Leerdoel

Het doel van de stage is kennis te maken met de praktijk binnen bedrijven en instellingen die werkzaam zijn op het gebied van de milieukunde. Aanmelden

2 maanden voor aanvang i.v.m. stageplek reservering Onderwijsvorm

stage lopen en verslaglegging Studiemateriaal

wordt nog bekend gemaakt Toetsvorm

Het verslag wordt beoordeeld. Het verslag dient aan de volgende eisen te voldoen: 1. een inhoudelijke verslaglegging waarvan de inhoud in overleg met de begeleider wordt vastgesteld 2. een evaluerend verslag in de vorm van een dagboek waarin de uitgevoerde werkzaamheden kort worden vermeld, inclusief relevantie voor, resp. plaats in het dagelijks werk van de begeleider 3. een samenvattende evaluatie door de student 4. een korte evaluatie door de begeleider m.b.t. kennis en vaardigheden van de student

112



Theorie en praktijk van GIS en Remote Sensing Vakcode

AW3285

Studielast

5

Ingangseis

Remote sensing/GIS (pag. 94) (4 EC) of een vergelijkbaar niveau

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen

dr. A.C. Seijmonsbergen telefoon: +31 20 5257452 [email protected] Bachelor Aardwetenschappen

Leerdoel

Na deze cursus: ■

■

■

kent de student de belangrijkste theoretische basisprincipes van de remote sensing ( RS) en van geografische informatie systemen ( GIS); is de student in staat ruimtelijkegegevens in een GIS-omgeving te verzamelen, te bewerken en te visualiseren; kan de student eenvoudige ruimtelijke problemen met behulp van GIS oplossen.

Inhoud

Er worden 12 practicum dagen aangeboden en 8 instructiecolleges met theoretische verdieping. Tijdens de instructiecolleges worden de volgende onderwerpen behandeld: algemene GIS-concepten, ‘ landcover change’, patroonanalyse van een landschap, foutenvoortplanting in GIS, werken met databases, beeld segmentatie en classificatie, metadata RS van bodem en vegetatie. Het praktische gedeelte sluit nauw aan bij de instructiecolleges en omvat ‘coached selftuition’ modules met een keuze uit de volgende onderwerpen: ‘change detection’ met behulp van satellietbeelden en luchtfoto’s - beeldsegmentatie en classificatie m.b.v. eCognition bepalen van vegetatieveranderingen aan de hand van indices digitale 3D luchtfoto interpretatie met de stereo ‘analyst’ van ERDAS werken met geo-databases in ArcGIS ‘image merging’ technieken, draperen van luchtfoto’s over een DTM Het modelleren van de bio-geografische verspreiding van flora en fauna m.b.v. GIS

■

■ ■ ■ ■ ■

De cursus wordt afgesloten met een kort GIS- of RS-project waarin het geleerde uit bovenstaande wordt toegepast op een nieuwe dataset. Aanbevolen voorkennis

Basiskennis GIS en RS, b.v. de cursus Remote sensing/GIS (pag. 94) (4 EC) of een cursus van vergelijkbaar niveau.

113


Onderdeel van



Aanmelden


Instructiecolleges, GIS- en RS- practicum Studiemateriaal

Er wordt gewerkt met ArcGIS, ERDAS en eCognition software. Praktische oefeningen kunnen worden uitgeprint in de GIS-studio. Aanbevolen boek: wordt nog bekend gemaakt. Aantal deelnemers

max. 20 Toetsvorm

De antwoorden op de modulevragen worden ingeleverd (50%), en er wordt een poster gemaakt van het korte mini-project (30%), de resultaten worden gepresenteerd in een afsluitende workshop op de laatste dag (20%). Bijzonderheden

Voor de uitgebreide inroostering zie het aparte roosterboekje. Voor het computerpracticum geldt een deelnameplicht.

114



6.4

Minorvakken voor niet Fysisch Geografen

Ecosystemen van de Wereld Vakcode

AW2021

Studielast

4

Ingangseis


Periode(n)

Semester 1 blok 3

Onderwijsinstituut

Levens- en Aardwetenschappen Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED)

Docent(en)

mw. dr. A.M. Kooijman (coördinator)

Inlichtingen

mw. dr. A.M. Kooijman telefoon: +31 20 5257441 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Systematisch inzicht in de kenmerken en het functioneren van de belangrijkste op de wereld voorkomende ecosystemen, zowel voor wat betreft de biotische als abiotische aspecten als van hun onderlinge samenhang en de invloed van de mens op deze systemen. Inhoud

Uitgegaan wordt van de boeken Biology of Plants en The Major Soils of the World, die gezamenlijk een systematisch overzicht van kenmerken en functioneren van de belangrijkste ecosystemen geven. Dit overzicht wordt, gegroepeerd op basis van klimaatszones en van drainage, behandeld. Aanmelden


Hoorcollege (11 x 2uur), gevolgd door een presentatie door de studenten van de belangrijkste ecosystemen in een bepaalde regio en hun functioneren, aan de hand van een kaartblad van de wereldbodemkaart. Studiemateriaal

Aan het begin van het college dienen studenten te beschikken over de boeken: P.H. Raven, R.F. Evert en S.E. Eichhorn: Biology of Plants, seventh edition, W.H. Freeman and Company Publishers (reeds aangeschaft in het 1ste jaar of in de bibliotheek verkrijgbaar) en Driessen, Decters, Spaargaren en Nachtegaele: Lecture Notes on the Major Soils of the World, FAO, 2001.

115


Verzorgd door



Toetsvorm



116



Fysisch-Geografische Systemen Vakcode

AW1025

Studielast

10

Periode(n)

Semester 1 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. J.H. van Boxel, dr. J.M. van Mourik, dr. A.C. Seijmonsbergen, dr. A. Tietema (coördinator)

Inlichtingen

dr. A. Tietema telefoon: +31 20 5257458 Opleiding Aardwetenschappen



Leerdoel

Kennismaking met de verschillende onderdelen binnen de fysische geografie en de samenhang ertussen; eerste kennismakingveldwerk en het doen van onderzoek; oefeningen in diverse vaardigheden. Inhoud

De module bestaat uit een serie colleges waarin het vak fysische geografie wordt geïntroduceerd. Zelfstudie, gebruik van computer, luchtfoto-interpretatie, een dagexcursies naar de Maashorst bij Uden (NB) en op Texel, en het uitvoeren van een minionderzoek inclusief veldwerk op Texel voeren de studenten verder in de stof. Het onderdeel wordt afgerond met het schrijven van een verslag. De module wordt ook gebruikt om de studenten bekend te maken met de bibliotheek, met het computernetwerk, met studievaardigheden en met mondeling en schriftelijk presenteren. Aanmelden

Vier weken voor aanvang bij het Onderwijsbureau; in het eerste trimester meldt de studieadviseur de eerstejaars studenten aan. Onderwijsvorm

Hoorcolleges, zelfstudie, excursie, veldwerk, werken in groepen, practica. Studiemateriaal

Syllabi `Inleiding tot de Fysische Geografie` en `Texel`. Beiden worden aangeboden op Blackboard. Kosten

Eigen bijdrage dag-excursie Maashorst € 10,-, eigen bijdrage verblijf Texel ongeveer € 60,-.

117



Toetsvorm

Schriftelijk tentamen; schriftelijk verslag en mondelinge presentatie minionderzoek. Bijzonderheden


118



Hydrologie Vakcode

AW2081

Studielast

3

Ingangseis


Periode(n)

Semester 2 blok 1

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Onderdeel van

Bachelor Aardwetenschappen Minor Fysische Geografie

Kennis over processen in de hydrologische kringloop; inzicht in onderdelen van de hydrologischekringloop; inzicht in fysische grondslagen van deze processen, hun interactie en relatie met landschapsbepalende factoren; het kunnen plaatsen van actuele hydrologische problemen binnen maatschappelijke context; het kunnen toepassen van de opgedane kennis in eenvoudige probleemstellingen. Inhoud

Aan de hand van de behandeling van elementen van de hydrologische kringloop worden de belangrijkste hydrologische processen en begrippen behandeld. De koppeling van hydrologische processen naar andere landschapsvormende processen in verschillende geo-ecosystemen vormt daarnaast een belangrijk onderdeel van de collegecyclus. Aanmelden


Hoor-/werkcollege. Studiemateriaal




119


Leerdoel



Inleiding Aardwetenschappen Vakcode

AW1160

Studielast

10

Periode(n)

Semester 1 blok 2

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. L.H. Cammeraat, mw. drs. L. Kerstens, dr. A. Tietema (coördinator)

Inlichtingen

dr. A. Tietema telefoon: +31 20 5257458 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Inleiding en materialen Verkrijgen van inzicht in de verbanden tussen geologie, bodemkunde en geomorfologie en hun plaats in het terrestrische systeem. Inzicht verkrijgen in de basisbegrippen van de petrologie. Inzicht verkrijgen in de basisbegrippen van verwering. Macroscopische determinatiegesteenten en bodemmaterialen. Geologie Kennis basistheorie van de algemene, historische en structurele geologie & de principes van de sedimentologie en petrologie. Vaardigheid met het tijdsbegrip in de geologie, integreren van tijden ruimtebepalende geologische factoren in vormen materiaal- en procesbepalende landschapselementen; het werken met Engelstalige vakdefinities; het interpreteren van geologische kaarten; lezen van geologische rapporten; rapporteren eigen waarnemingen. Geomorfologie Kennis van terminologie voor beschrijving van geomorfologische verschijnselen en processen; kennis van de landschapsvormen in verschillende landschapstypen; inzicht in de samenhang tussen landschapsvormen, landschapsvormende processen en geomorfologische factoren. Bodemkunde Inzicht in het basale begrippenkader van de bodemkunde, de functies van de bodem als onderdeel van landschappelijke ecosystemen; kennis van de belangrijkste bodemvormende factoren en processen en eigenschappen van bodems; kennismaken met een aantal basale methoden en technieken in de bodemkunde (eenvoudige analyses, beschrijving, classificatie). Illustratie Excursies Het verkrijgen van inzicht in de opbouw van Nederlandse landschappen, en de samenhang tussen geologie, geomorfologie en bodem.

120



Samenvatten en presenteren Kritisch lezen van een geomorfologisch, geologisch of bodemkundig artikel uit wetenschappelijke tijdschriften; leren samenvatten en mondeling presenteren van aardwetenschappelijkke stof. Inhoud


Geen speciale voorkennis nodig. Aanmelden

Via Studieweb Onderwijsvorm Onderdeel

Hoorcollege

Werkcollege

Inleiding en Materi- 16 slu alen Geologie

14 slu

Geomorfologie

28 slu

Bodemkunde

22 slu

Illustratie Excursies 8 slu

Practicum

Zelfstudie

16 slu

4 slu 52 slu

121


Inleiding en materialen 1. Inleiding in de geologie, geomorfologie en bodemkunde 2. Inleiding in de petrologie en mineralogie 3. Inleiding in verweringsprocessen 4. Materiaal (gesteente en bodem) practicum Geologie 1. Inleiding in de historische geologie en sedimentologie. 2. Inleiding in de algemene en structurele geologie. Geomorfologie Systematische inleiding in de grondbeginselen van de geomorfologie door bestudering van het geomorfologische tekstboek plus additionele stof die behandeld wordt tijdens het college. Bodemkunde Ingegaan wordt op het verschijnsel ‘bodem’ als onderdeel van het ecosysteem en op de rol van bodemvormende factoren. Daarna volgt een overzicht van de belangrijkste eigenschappen en bodemvormende processen. Bodemclassificaties worden toegelicht en in de praktijk toegepast. Illustratie Excursies 1. Theoretische toelichting op de te bezoeken Nederlandse landschappen 2. Illustrerende excursies



Studiemateriaal

Inleiding en materialen Syllabus bij het practicum gesteenteherkenning (kan worden aangeschaft bij het begin van de cursus). Loep (vergroting minimaal 10x) Geologie en Geomorfologie Earth : An Introduction to Physical Geology (8th Edition) (Paperback) by Edward J. Tarbuck, Frederick K Lutgens, Dennis Tasa; Prentice Hall; 8 edition (March 4, 2004), ISBN: 0131276271, ca. € 80,Reader Geomorfologie Bodemkunde M.R. Ashman & G. Puri: 'Essential Soil Science', Blackwell Publishing, ISBN 0632048859 Illustratie Excursies -Geologisch kompas (alleen voor Fysisch Geografen) -Geologische hamer (alleen voor Fysisch Geografen) -OV-jaarkaart -Veldkleding en laarzen -Loep (vergroting minimaal 10x) -Bodemmes met terugklap vergrendeling. De aanschaf van een geologische hamer en een geologisch kompas verdient aanbeveling i.v.m. de excursie. Bij het begin van de cursus zullen nadere mededelingen worden gedaan omtrent de beste keus en voordeligste aanschaf. Voor Fysisch Geografen zijn deze attributen onontbeerlijk voor onderdelen later in hun studie. Kosten

Syllabus € 15 Reader Geomorfologie ca. € 15,Overnachting en Zuid Limburg excursie ong. € 25 (excl. vervoer naar Zuid Limburg) Toetsvorm

Deeltentamens over de onderdelen Geologie, Geomorfologie en Bodemkunde aan het eind van de cursus en een practicumtoets na de eerste week. Alle deeltentamens moeten minstens met een 5.0 beoordeeld zijn. Inleiding en materialen Deeltentamen over practicum en de collegestof van de eerste week. Geologie Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Geomorfologie

122



Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Bodemkunde Schriftelijk tentamen over het boek, de in het college behandelde stof en de excursies. Verder is het houden van een voordracht over een artikel en het maken van een schriftelijke samenvatting daarvan verplicht. Bijzonderheden



123



Inleiding Klimatologie voor niet Fysisch Geografen Vakcode

AW2140

Studielast

3

Periode(n)

Moduleperiode III (tweede studiejaar)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen


Onderdeel van

Minor Fysische geografie Minor Fysische Geografie

Leerdoel

Inzicht verkrijgen in de werking van het klimaatsysteem, de algemene circulatie en de processen die daaraan ten grondslag liggen. Inhoud

In het eerste deel van het college wordt de meteorologische basis behandeld: Samenstelling en opbouw van de atmosfeer, het verticale evenwicht in de atmosfeer, de vorming van wolken en neerslag, de krachten die een rol spelen bij het ontstaan van wind en de energieoverdracht door straling en warmtestromen. In het tweede deel wordt deze kennis toegepast op de algemene circulatie in de atmosfeer en in de oceaan. Uiteindelijk wordt dit geheel gebruikt om de verdeling van temperatuur, neerslag en de bijbehorende klimaten over het aardoppervlak te verklaren. Actuele problemen die in het college aan de orde komen zijn het broeikaseffect, aantasting van de ozonlaag en El Niño. De processen die zich afspelen in de atmosfeer kunnen niet worden beschreven zonder zich te beroepen op enkele natuurkundige principes. De beschrijving zal echter kwalitatief van aard zijn. Aanmelden

Vier weken voor aanvang van de cursus bij het onderwijsbureau Aardwetenschappen. Onderwijsvorm

Hoorcolleges Onderwijstijden

Zie het roosterboekje Studiemateriaal

Syllabus Klimatologie voor niet Fysisch Geografen Toetsvorm


124


Docentenindex

7 Docentenindex


Naam

Telefoon

E-mail

drs. P. R. Assink

+31 20 5257614

[email protected]

prof.dr.ir. W. Bouten

+31 20 5257412

[email protected]

dr.ir. J.H. van Boxel

+31 20 5256216

[email protected]

+31 20 5255890

[email protected]

dr. J.F. Duivenvoorden

+31 20 5257812

[email protected]

dr. B. van Geel

+31 20 5257664

[email protected]

prof.dr. M.A. Haring

+31 20 5257663

[email protected]

mw. drs. L. Kerstens

+31 20 5256028

[email protected]

mw. drs. C.C. Klumpers

+31 20 5257688

[email protected]

mw. dr. A.M. Kooijman

+31 20 5257441

[email protected]

dr. C.L. Kwa

+31 20 5256593

[email protected]

dr.ir. E.E. van Loon

+31 20 5257448

[email protected]

dr. J.M. van Mourik

+31 20 5257441

[email protected]

dr. J.C.M. den Nijs

+31 20 5257660

[email protected]

dr. J.G.B. Oostermeijer

+31 20 5257817

[email protected]

dr. J.R. Parsons

+31 20 5256580

[email protected]

prof. dr. L. Reijnders

+31 20 5256269

[email protected]

dr.ir. R.C. Schuurink

+31 20 5257933

[email protected]

dr. A.C. Seijmonsbergen

+31 20 5257452

[email protected]

prof.dr. P.H. van Tienderen

+31 20 5257821

[email protected]

dr. A. Tietema

+31 20 5257458

[email protected]

drs. F.W. van der Vegte

+31 20 5257595

[email protected]

prof. dr. J.M. Verstraten

+31 20 5257415

[email protected]

dr. W.P. de Voogt

+31 20 5256565

[email protected]


dr. L.H. Cammeraat

125


Docentenindex

126


D E E L 3: B I O L O G I E , B I O M E D I S C H E WETENSCHAPPEN EN PSYCHOBIOLOGIE

D E E L 3: B I O L O G I E , B I O M E D I S C H E W E T E N S C H A P P E N E N P S Y C H O B I O L O G I E

Opleidingen Biologie



Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 1

2

3

De Bacheloropleidingen

131

1.1 1.2

131 132

Inleiding bacheloropleidingen Doelstellingen


133

2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3

133 133 134 135 135 136 136 137 138

Het eerste jaar Opbouw eerste jaar Studiebegeleiding eerste jaar Studieadvies eerste jaar Interdisciplinair honoursprogramma Het tweede en Derde jaar Opbouw tweede en derde jaar Toelating tot tweede en derde jaar Ingangseisen modules tweede en derde jaar

139

3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.6

139 139 139 140 140 140 141 141 142 142 142 143 144 145 145 146 146 146 147 147 147 147 148 148 149 149

Het Onderwijsbureau Taken onderwijsbalie Aanmelden cursus / module (Aanmelden) tentamens/hertentamens Afmelden cursus en/of tentamen Uitslagen studieresultaten Studiebegeleiding Studieadviseurs Vertrouwenspersoon Commissies ten behoeve van het onderwijs Docententeams opleidingen Opleidingscommissie (OC) Examencommissie (Excie) Praktische zaken Verkoop van boeken en syllabi Practicum- en collegezalen Computerfaciliteiten Verzekeringen Prikborden/mededelingen Kopieren Bachelorexamen Aanvraag Bachelorexamen Toekenning predikaat 'Cum Laude' Diploma uitreiking Afstudeerverklaring Verenigingen

129


Onderwijs en Studentzaken


Inhoudsopgave

3.6.1 3.6.2 3.6.3

4

5

6

130

Studieverenigingen Alumnivereniging Beroepsvereniging

149 149 150

Doorstromen naar de Masteropleidingen

151

4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.2.1 4.2.2

151 151 152 153 154 154 154 154

Masteropleiding Algemene opbouw Richtlijnen toelating Coördinatoren Overstapmogelijkheden van en naar andere faculteiten Orientatie op de masteropleidingen Mastermarkt Beta bedrijvencontactdag


155

5.1 5.2

155 190

Modules eerste jaar Modules tweede en derde jaar

Bijlage

297

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6

297 297 298 302 303 306

Moduleperiodes studiejaar 2005/2006 Onderwijsvrije dagen Stroomschema's Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie Rooster Herkansingsrooster studiejaar 2005-2006 Docentenindex



1 De Bacheloropleidingen 1.1

Opel idngenBiol gie

Inleiding bacheloropleidingen

Biologie De biologische wetenschap is van cruciaal belang voor de menselijke ontwikkeling. De omgeving kan immers naast een bron van voedsel ook een bedreiging zijn. En zonder kennis van de ziekten die het gewas bedreigen of van de wijze waarop erfelijke eigenschappen overerven, staat de moderne mens machteloos. Ook op andere terreinen is biologische kennis onontbeerlijk. Denk aan kwesties als de zorg om het milieu, het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen, het beheren en behouden van de natuur en het verbeteren van landbouwtechnieken voor de derde wereld. ■ ■ ■

programma Algemene Biologie programma Ecologie en Biodiversiteit programma Moleculaire Celbiologie en Bioinformatica

Bio-medische wetenschappen Zolang de mensheid bestaat, wordt zij bedreigd door andere organismen. Met de grote roofdieren leerden onze voorouders al snel omgaan. Met gevaren als ziektes ligt dat anders: pas sinds de laatste driehonderd jaar leren we de biologie achter deze grootste bedreigingen kennen. Door de opkomst van de microbiologie, de ontdekking van het vaccineren en de moleculaire genetica weten we steeds meer ziektes te doorgronden. En er oplossingen voor te vinden. Tegenwoordig houden de Bio-medische wetenschappen zich bezig met het zoeken naar oorzaken en het bestrijden van ziektes bij de mens. programma Bio-medische wetenschappen

Psychobiologie De psychobioloog zoekt naar de biologische achtergrond van psychologische processen. Hiermee kan raadselachtig menselijk gedrag misschien verklaard worden, maar ook kan er gericht gezocht worden naar oplossingen voor psychische stoornissen als autisme, schizofrenie of de ziekte van Alzheimer. ■

programma Psychobiologie

Voor een goed overzicht van de (vakken in de) verschillende bacheloropleidingen zie de stroomschema's in de bijlage.

131


■



1.2

Doelstellingen

De opleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie zijn nauw met elkaar verweven. Grote delen van het onderwijsprogramma zijn gemeenschappelijk en de drie opleidingen worden verzorgd vanuit een biologisch perspectief. Het eerste jaar is breed, oriënterend en selecterend van opzet. In het tweede en derde jaar van de bachelor kunnen studenten een specialisatie kiezen. Voor de medische vakken wordt samengewerkt met de faculteit Geneeskunde, het Nederlands Kanker Instituut (NKI), Sanquin (voormalig Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst - CLB), het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (NIH) en het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut (IOI). Ook het Centraal Bureau voor de Schimmelcultures (CBS) levert een bijdrage aan de diversiteit in het onderwijsaanbod. Ten aanzien van de opleiding Psychobiologie wordt samengewerkt met de afdeling Psychologie van de Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen. Na het afronden van de bacheloropleiding is de student in staat, onder begeleiding in een masteropleiding, een gespecialiseerd onderzoek te verrichten en uit te voeren met als doel om nieuwe wetenschappelijke kennis te verwerven.

132



2 Structuur van de opleiding 2.1 2.1.1

Opel idngenBiol gie

Het eerste jaar Opbouw eerste jaar

In het eerste jaar wordt alle studenten Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie de noodzakelijk geachte basiskennis en -vaardigheden bijgebracht. Het eerste jaar omvat een groot scala aan biologische vakken en tevens een aantal hieraan gerelateerde steunvakken zoals Scheikunde, Biomathematica, Natuurkunde voor biologen en Statistiek. Het geeft biologen een overzicht van het hele veld van de Biologie inclusief de Ecologie. De Bio-medische wetenschappers krijgen naast de biologische vakken een inleiding in de Humane Biologie. De studenten Psychobiologie volgen inleidende vakken in de psychologie. Bij ieder vakgebied zal ingegaan worden op de samenhang tussen vakgebied en de andere wetenschapsgebieden en de maatschappelijke toepassingsmogelijkheden van het vak en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheden. De vakken uit het eerste jaar zijn een verplicht onderdeel van het curriculum. Naast het leren van de basiskennis en vaardigheden heeft het eerste jaar tot doel de student inzicht te verschaffen in de zwaarte en de aard van de opleiding en de specialisatiemogelijkheden. De student moet op basis van de het eerste jaar kunnen bepalen of hij/zij de opleiding kan en wil voortzetten. De opleiding assisteert hierbij en brengt mede op basis van de in het eerste jaar behaalde studieresultaten een advies uit aan de student over het al dan niet voortzetten van de opleiding (voorheen het propedeuse-advies). Voor de beschrijvingen van de vakken zie hoofdstuk 5. Opleidingen Biologie

133



2.1.2

Studiebegeleiding eerste jaar

Voor alle eerstejaars studenten worden de volgende begeleidingsactiviteiten georganiseerd: ■

Introductie met studentmentoren van de opleidingen. De eerste dag van het cursusjaar is de introductie op de faculteit. Eind september wordt er een weekend georganiseerd door de studievereniging CONGO.

134



■

■ ■

■

■

Studievoorlichting door de studieadviseurs: De studieadviseurs geven in elke module voorlichtingscolleges over de zak/slaag regelingen, de verschillende afstudeerrichtingen, prestatiebeurs etc.; Individuele advisering door de studieadviseurs (zie paragraaf 3.2.1.); In november en januari worden studenten die vertraging hebben, opgeroepen voor een studievoortgangsgesprek met de studieadviseur. In juni/juli worden vertraagde studenten wederom opgeroepen om een planning op te stellen voor de herkansingstentamens in augustus; Coördinatoren Bachelorprogramma’s: de studieadviseurs kunnen helpen bij het samenstellen van het bachelorprogramma. Coördinatoren Masterprogramma’s: Deze adviseurs kunnen door eerstejaars benaderd worden als men al meer wil weten over de mogelijkheden na de het eerste jaar en de vervolgopleidingen (master). De namen staan in paragraaf 4.1.3. van deze gids.

2.1.3

Studieadvies eerste jaar

De opleiding is wettelijk verplicht aan het eind van het eerste studiejaar aan iedere student, die voor de eerste maal is ingeschreven, een schriftelijk advies te geven over de voortzetting van de studie. De studieadviseur stuurt in december/januari een oproep voor een eerste gesprek aan studenten met geringe studieresultaten. De schriftelijke adviezen worden uiterlijk in augustus gegeven. Het eerste jaar is op dat ogenblik nog niet geheel voltooid, maar op basis van de op dat moment behaalde studiepunten wordt een studieadvies gegeven. In overleg tussen student en studieadviseur zal een rooster voor de niet behaalde studieonderdelen worden opgesteld; ■ ■

■

Studenten met een positief advies worden toegelaten tot het tweede jaar. Voorwaarde is dat studieachterstand uit de het eerste jaar weggewerkt is voor januari. Studenten met een negatief studieadvies worden niet toegelaten tot het tweede jaar. 2.1.4

Interdisciplinair honoursprogramma

Aan gemotiveerde eerstejaarsstudenten van alle opleidingen biedt de Universiteit van Amsterdam de mogelijkheid mee te doen aan een extra, interdisciplinair

135


■

60 EC (6 modules) behaald: positief advies; 40 of 50 EC (4 of 5 modules) behaald: positief advies, extra inspanning is vereist om de studieachterstand in te halen; 30 EC (3 modules) behaald: zeer twijfelachtig. De resultaten worden besproken in de Examencommissievergadering eind augustus. Afhankelijk van eventuele andere factoren die een rol kunnen spelen zover ze bekend zijn bij de studieadviseur, kan er een positief of negatief advies uitgebracht worden; minder dan 30 EC behaald: een negatief advies, de studieachterstand is dermate groot dat de studie waarschijnlijk niet met succes afgerond zal worden.



onderwijsprogramma. Inspirerende hoogleraren en docenten van de UvA verzorgen dit programma. Je volgt een aantal collegereeksen, die elk een thema vanuit een interdisciplinair perspectief benaderen. Naast het volgen van colleges neem je deel aan kleinschalige discoursgroepen, waarin je met medestudenten verder discussieert over de thema’s. Het honoursprogramma biedt je een unieke kans om je breed te ontwikkelen en je te verdiepen in wetenschappelijke, maatschappelijke, culturele, filosofische en actuele thema’s. Hoofddoel van het honoursprogramma is niet alleen het stimuleren van verbreding van je horizon, maar ook het bevorderen van je persoonlijke en academische vorming. Het programma begint in februari 2006 en loopt gedurende de gehele bachelor, het programma omvat in totaal 30 EC. Na afloop ontvang je een honourscertificaat, ondertekend door de Rector Magnificus. Er vindt selectie plaats op een aantal eisen, zoals motivatie en studievoortgang. Spreekt een intellectuele uitdaging je aan? Schrijf je dan zo snel mogelijk in. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Voor aanmelding en meer informatie zie de website http://www.iis.uva.nl/honoursprogramma. Contactpersoon: Saskia Siesling, tel. 020-525 5512, e-mail: [email protected] 2.2 2.2.1

Het tweede en Derde jaar Opbouw tweede en derde jaar

Het tweede en derde jaar hebben tot doel om de basiskennis en -vaardigheden, in de verschillenden vakdisciplines gericht op specialisatiemogelijkheden en beroepsperspectieven uit te breiden. Naast vakinhoudelijke vaardigheden worden ook basisvaardigheden getraind zoals het overdragen van verworven kennis en vaardigheden aan anderen. Er worden verschillende programma’s onderscheiden. De studieprogramma’s worden formeel beschreven in de Onderwijs en Examenregeling (OER). De OER is te vinden in de digitale studiegids ( http://www.studiegids.uva.nl) en kan tevens op de FNWI-website worden geraadpleegd ( http://www.science.uva.nl). Studenten die een van de programma’s van Biologie (Ecologie en Biodiversiteit, Moleculaire Celbiologie en Biotechnologie), Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie volgen, kunnen kiezen uit de modules die door de programma’s worden aangeboden. Studenten die het programma Algemene Biologie volgen, kunnen kiezen uit modules van de twee programma’s van Biologie en dat van Bio-medische wetenschappen. Bij ieder programma is een aantal vakken verplicht, voor een overzicht van de verplichte vakken zie de stroomschema's in de bijlage, (hoofdstuk 6) Voor de beschrijvingen van de vakken zie hoofdstuk 5). Het tweede en derde jaar zijn opgebouwd uit 12 moduleperioden waarvan de meeste uit 7 weken bestaan. Elke module is 10 EC. In periode 5 en 6 van het derde jaar, wordt de bachelor afgesloten met een oriëntatie op de masterfase. Naast de vakinhoudelijke modules dient men een 290A/P Miniscriptie (pag. 192) (6 EC) te

136



schrijven en daarover een mondelinge presentatie te geven. Tevens is men verplicht de cursus 282A Beroepsethiek voor Biologen, Bio-medische wetenschappers en Psychobiologen (pag. 190) (4 EC) te volgen. Begin oktober (de exacte datum wordt nog bekendgemaakt) is specifiek voor derde jaars studenten een voorlichting over de inhoud van de oriëntatiefase. Tevens is er uitgebreide schriftelijke informatie beschikbaar. Werkvormen tweede en derde jaar In de modules van het tweede en derde jaar volg je hoorcolleges met een afsluitend tentamen en verricht je praktisch werk in de vorm van het doen van waarnemingen en/of het verrichten van experimenten, waarover mondeling en schriftelijk verslag gedaan wordt. Er zijn echter ook cursussen die een minder praktisch gericht karakter hebben. Deze zijn vrijwel geheel gevuld met hoor- en werkcolleges en tentamen(s) of bestaan uit een literatuurstudie met schriftelijke rapportage. 2.2.2

Toelating tot tweede en derde jaar

137


Iedereen die eind augustus het eerste jaar heeft behaald, wordt toegelaten tot het tweede en derde jaar. Een student die eind augustus (inclusief de herkansingen van eind augustus) in het eerste inschrijvingsjaar vier of vijf van de zes modules heeft behaald, wordt toegelaten tot de moduleperioden 1 t/m 3 van het tweede jaar, maar moet voorrang geven aan het behalen van het eerste jaar. De eerstejaars vakken die nog openstaan moeten tijdens de herkansingsperioden (zie bijlage herkansingsrooster) of als de eerstejaars module wordt gegeven, herkanst worden. Na de herkansingen in januari worden de vorderingen opnieuw bekeken. De studenten die na de herkansingen in januari nog eerstejaarsmodules niet hebben afgerond, krijgen een aangepast studieprogramma gericht op het behalen van het eerste jaar. Het aangepaste studieprogramma wordt opgesteld door de Examencommissie in overleg met de studieadviseur. Aan het einde van het tweede studiejaar worden de vorderingen opnieuw bekeken. Indien de student de eerstejaarsmodules nog niet heeft behaald heeft zij/hij geen toegang meer tot het programma van het tweede en derde jaar en volgt een gesprek met de studieadviseur. De geldigheidsduur van de deelcijfers is twee jaar na de start van het eerste jaar. Na twee jaar studie vervallen de deeltentamens en moet dus de gehele module opnieuw gevolgd en getentamineerd worden. Pas als het eerste jaar behaald is, heeft men weer toegang tot het tweede- en derdejaarsprogramma. In bijzondere gevallen kan van bovenstaande regel afgeweken worden. Raadpleeg daarvoor op tijd de studieadviseur. Studenten, die langer dan twee studiejaren ingeschreven staan en het eerste jaar nog niet hebben behaald, hebben geen toegang tot het tweede- en derdejaarsprogramma. Tweedejaars studenten die het eerste jaar niet hebben behaald mogen niet deelnemen aan modules uit het derde studiejaar.



2.2.3

Ingangseisen modules tweede en derde jaar

Bij de modules uit het tweede en derde jaar worden meestal ingangseisen gesteld. Voor het tweede jaar geldt dat de opgegeven module gevolgd moet zijn om het onderwijs goed te kunnen volgen. Voor het derde jaar geldt dat je de opgegeven module met een voldoende cijfer afgerond moet hebben. Bij aanmelding voor de module wordt daarop gecontroleerd. Geldigheid van deelcijfers uit het tweede en derde jaar is twee jaar gerekend vanaf het toekennen van het behaalde deelcijfer.

138



3 Onderwijs en Studentzaken 3.1

Opel idngenBiol gie

Het Onderwijsbureau

Het Onderwijsbureau bestaat uit de onderwijsdirecteur, de opleidingsdirecteur en assistent, de onderwijscoördinator, de studieadviseurs, medewerker onderwijsevaluaties en de medewerkers van de Onderwijsbalie. De Onderwijsbalie bevindt zich op Anna’s Hoeve in gebouw I, kamer A009, Kruislaan 318, 1098 SM Amsterdam. Medewerkers Onderwijsbalie: Tineke de Vries (coördinator), Cecile Lobach, Manon Matala. Erik Kuijken verzorgt de zaalreservering; hij is bereikbaar op telefoonnummer 020 525 7798. Openingstijden Onderwijsbalie: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 10:00 tot 13:00 uur. Op woensdag is de Onderwijsbalie de hele dag gesloten. Buiten de openingsuren kun je een bericht achterlaten op het antwoordapparaat of e-mailen naar: [email protected]. Let op: gedurende de zomermaanden gelden aangepaste openingstijden. Van 1 juli t/m 31 augustus 2005: maandag, dinsdag en donderdag van 10:00 tot 12:00 uur. Bij de Onderwijsbalie is een brievenbus waarin post voor de Examencommissie, de studieadviseurs en de onderwijsadministratie kan worden gedeponeerd. De brievenbus wordt dagelijks geleegd. Correspondentieadres: Postbus 94062, 1090 GB Amsterdam, telefoon 020 525 7945, fax 020 525 7878. E-mailadres: [email protected]. 3.1.1

Taken onderwijsbalie

3.1.2

Aanmelden cursus / module

Eerstejaars studenten worden automatisch aangemeld voor deelname aan de eerste module ( 001A Inleiding in de Biologie (pag. 155) (10 EC) ). Voor alle andere modules van de bachelor geldt dat studenten zich via studieweb ( http://studieweb.student.uva.nl)

139


De Onderwijsbalie van het Onderwijsbureau verzorgt de onderwijs- en studentenadministratie van de opleidingen. Alle studieresultaten worden door de Onderwijsbalie verwerkt en opgeslagen in het studenten-registratiesysteem ISIS. Naast het verzorgen van de onderwijs- en studentenadministratie verwerkt de balie o.a. de aanvragen voor goedkeuring van Bachelor en Master programma-onderdelen, de aanvragen van Bachelor- en Masterexamens (zie paragraaf 3.5.1.), de plaatsingsprocedure voor de modules en het verstrekken van studiegidsen. Behaalde studieresultaten worden twee maal per jaar (na moduleperiode III en VI) aan de student ter controle toegestuurd.



individueel moeten aanmelden via "aanmelden voor cursussen". Dit kan tot uiterlijk 6 weken voor aanvang van de module (zie de modulebeschrijvingen en het overzicht in de bijlage voor sluitingsdata van inschrijving). Na de sluitingsdatum is aanmelden via studieweb niet meer mogelijk. Als je je niet op tijd aangemeld hebt word je niet toegelaten tot de module en loop je dus studievertaging op. De Onderwijsbalie stelt op basis van volgorde van aanmelding en eventueel gestelde ingangseisen een deelnemerslijst samen voor de modulecoördinator. Studenten die niet op deze lijst staan worden niet toegelaten tot de module. Aanmelding voor de module houdt automatisch aanmelding voor het tentamen in. 3.1.3

(Aanmelden) tentamens/hertentamens

Iedere module wordt met één of twee (deel-) tentamens en eventueel een prakticumbeoordeling afgerond. Het cijfer voor (deel-)tentamen(s) en prakticum resulteert in één eindcijfer voor de module. Deelcijfers mogen niet lager dan 5.0 zijn. Wanneer het eindcijfer onvoldoende is (lager dan 6,0) bestaat de gelegenheid de theoretische gedeelten te herkansen. Eindcijfers worden afgerond op hele en halve cijfers. Elke module kan een keer herkansd worden. Het herkansingsrooster staat in de bijlage van deze gids (hoofdstuk 6). Studenten geven zich rechtstreeks bij de modulecoördinator op voor een herkansing. Praktica zullen in de regel het volgende jaar overgedaan moeten worden. De regels omtrent rechten en plichten betreffende tentaminering staat uitvoerig beschreven in de OER. De student hoeft zich niet apart aan te melden voor een tentamen. Als een student zich aanmeldt voor een module is hij/zij automatisch aangemeld voor het tentamen. Echter, voor een hertentamen moet de student zich apart aanmelden en wel rechtreeks bij de modulecoördinator (en dus niet via studieweb!). Heeft de student na twee kansen de module nog niet behaald dan is overleg met de studieadviseur noodzakelijk. 3.1.4

Afmelden cursus en/of tentamen

Wanneer een student door omstandigheden na aanmelding toch niet kan deelnemen aan een studieonderdeel of (her)tentamen dan moet hij/zij persoonlijk zich bij de Onderwijsbalie én de modulecoördinator afmelden. 3.1.5

Uitslagen studieresultaten

De uitslagen van tentamens en practica worden in de vorm van lijsten met studentnummers opgehangen op het prikbord naast de ingang van de collegezaal in gebouw IV (Anna’s Hoeve) en bij de Onderwijsbalie. Studieresultaten kunnen worden ingezien op Studieweb: http://studieweb.student.uva.nl. Voor individueel afgeronde studieonderdelen, zoals afstudeeronderzoek, scripties

140



en mondelinge tentamens wordt een beoordelingsformulier uitgeschreven. Iedere student ontangt via het studentenadministratie systeem ISIS automatisch een bericht van ingevoerde uitslagen op zijn/haar studentenmailadres of, indien een GSM-nummer is opgegeven een SMS-bericht. Verder ontvangt de student gedurende het studiejaar drie maal een uitdraai van de studieresultaten. Tussentijdse overzichten worden op aanvraag door de Onderwijsbalie verstrekt. 3.2 3.2.1

Studiebegeleiding Studieadviseurs

De opleidingen hebben drie studieadviseurs, drs. Marion Seeman, drs. Marcel Wortel en dr. ir. Lucia Creveld. Bezoekadres: Kruislaan 318, 1098 SM Amsterdam. Postadres: Postbus 94062, 1090 GB Amsterdam, t.a.v. de studieadviseur. Vragen kunnen ook gesteld worden via e-mail. ■

■

■

Marion Seeman, Anna’s Hoeve, gebouw I, kamer A011a aanwezig maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag; inloopspreekuur: elke woensdag van 10:30 tot 16:30 uur; telefoon: 020 525 7819 (bij geen gehoor 020-525 7945); e-mail: [email protected] Marcel Wortel, Anna’s Hoeve, gebouw I, kamer A007a; aanwezig maandag t/m donderdag; inloopspreekuur: elke donderdag van 10:00 tot 13:00 uur; telefoon: 020525 7796 (bij geen gehoor 020-525 7945); e-mail: [email protected] Lucia Creveld, Anna’s Hoeve, gebouw I, kamer A009b; aanwezig maandag en vrijdag; inloopspreekuur: elke vrijdag van 10:00 tot 13:00 uur; telefoon: 020-525 7718 (bij geen gehoor 020-525 7945); e-mail: [email protected].

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

informatie over het studieprogramma toelating tot studie met een buitenlands diploma wettelijke regelingen m.b.t. de studie vrijstellingen opheffing deficiënties studievoortgang en –advisering keuze afstudeeronderzoek en studieroutes beroepsoriëntatie externe (of buitenlandse) onderzoekstrainingen prestatiebeurs en studiefinanciering

141


De studieadviseurs geven de studenten informatie en advies over de studie en alles wat daarmee samenhangt. Veel van dergelijke informatie vind je in de studiegids en vaak weten de medewerkers van het onderwijsbureau ook antwoord op een vraag. De studieadviseurs zijn er vooral voor de vragen (en problemen) die niet in een paar minuten te beantwoorden zijn, bijvoorbeeld:



■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

speciale studieen financiële regelingen speciale regelingen bij een lichamelijke handicap problemen in de persoonlijke sfeer die de studievoortgang nadelig beïnvloeden (tijdelijke) studiestaking problemen met studieplanning, studeermethodes problemen met docenten, assistenten roosterplanning, studievertraging en studieommezwaai studiekeuze doorverwijzingen naar een studentendecaan,-arts of –psycholoog of naar andere instellingen.

Voor meer informatie over de universitaire studiebegeleiding, zoals studentendecanen, Bureau studentenpsychologen, de studentenhuisartsen en studeren met een handicap, zie het Studentenhandboek, of kijk op http://www.cms.uva.nl/studentenservices/ 3.2.2

Vertrouwenspersoon

De UvA wil seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie voorkomen en bestrijden. In het geval dat je te maken krijgt met seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie doe je er goed aan direct duidelijk te maken niet gediend te zijn van dit soort gedrag. Ook kun je naar een van de universitaire vertrouwenspersonen of een contactpersoon van jouw faculteit om je klacht te melden. Actie, bijvoorbeeld in de vorm van een officiële klacht, zal alleen ondernomen worden op verzoek en met uitdrukkelijke instemming van de betrokkene. De facultaire vertrouwenspersoon is: studieadviseur mw. drs. Marion Seeman, tel. 020525 7819, e-mail: [email protected] De universitaire vertrouwenspersoon, Anneke Vijgeboom, is tijdens kantooruren bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, via telefoonnummer 020-525 5548. Tevens kan via het secretariaat een afspraak met de vertrouwenspersoon gemaakt worden, op telefoonnummer 020-525 6210. Adres: Arbo- en Milieudienst, Plantage Muidergracht 14, e-mail: [email protected] (de mail wordt alleen gelezen door een van de vertrouwenspersonen en uiteraard met de grootst mogelijke vertrouwelijkheid behandeld.) 3.3 3.3.1

Commissies ten behoeve van het onderwijs Docententeams opleidingen

Een docententeam bestaat uit een aantal docenten dat onderwijs in de betreffende opleiding verzorgt. Zij bekijken regelmatig het curriculum van de opleiding op aanbod,

142



inhoud en afstemming van de cursussen en maken beleid. Het team legt het voorgestelde beleid voor aan de onderwijsdirecteur die de eindverantwoordelijkheid voor het programma heeft. De onderwijsdirecteur kan op grond van practische en/of inhoudelijke redenen veranderingen aanbrengen in de voorstellen van de docententeams. ■

■

■

■

■

3.3.2

Opleidingscommissie (OC)

Iedere opleiding heeft een Opleidingscommissie, met een docenten een studentvertegenwoordiger. Alle docentleden worden door de decaan aangewezen, studentleden worden door het Studenten Overleg voorgedragen. De vergaderingen van de commissies van de verschillende opleidingen binnen het onderwijsinstituut zijn gezamenlijk en hebben tot taak: ■

■

het, gevraagd of ongevraagd, advies uitbrengen aan het bestuur van de opleiding of opleidingsdirecteur en aan de decaan over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding; advies uit te brengen over de Onderwijs- en Examenregeling;

143


Docententeams Statistiek en Wiskunde richten zich op het statistiek- en wiskundeonderwijs in de gehele bacheloropleiding. Docententeam Statistiek: dr E. van Loon, dr H. Hoefsloot en drs P. Assink. Docententeam Wiskunde: prof.dr W. Wadman, prof.dr A. de Roos, en drs K. Klumpers. Het docententeam Eerste Jaar brengt advies uit over het gemeenschappelijke deel (eerste 4 modules) van de drie opleidingen in het eerste jaar. Docententeam Eerste Jaar: dr H. Breeuwer, dr T. den Blaauwen, prof.dr M. Haring, dr R. de Heus, prof.dr A. de Roos, vacature (studentlid). Het docententeam Biologie richt zich op het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding Biologie en de laatste twee modules uit het eerste jaar. Docententeam Biologie: dr H. Breeuwer, dr M. Kraak, dr G. Oostermeijer, dr R. Schuurink, prof.dr M. Sabelis, vacature docent Aardwetenschappen, B. Krot (studentlid). Het docententeam Bio-medische wetenschappen richt zich op het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding Bio-medische wetenscappen en de laatste twee modules uit het eerste jaar. Docententeam Bio-medische wetenschappen: dr P. Lucassen, dr M. Rep, dr E. Manders, dr W. Ghijsen, dr R.J. Oostra (Geneeskunde), dr ing B. Oude Essink (OWI) en L. van Geel (studentlid). Het docententeam Psychobiologie richt zich op het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding en de modules 009, 010 en 011 uit het eerste jaar. Docententeam Psychobiologie: prof.dr M. Joëls, prof.dr C. Pennartz, prof. dr J. Raaijmakers (Psychologie), prof.dr V. Lamme (Psychologie), drs S. Witteveen (Psychologie), I. Benneker (studentlid) en drs A. van Eyck (OWI).



■

■

het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; evalueren van het door de faculteit verzorgde onderwijs.

De voorzitter en secretaris van de OC hebben maandelijks overleg met de onderwijssdirecteur over lopende zaken. De commissie vergadert ongeveer 6 keer per jaar. Docentleden: ■ ■ ■ ■ ■ ■

Bachelor Biologie: dr. B. van Geel (voorzitter OC vergaderingen) Bachelor Bio-medische wetenschappen: dr. P. Fransz (secretaris OC vergaderingen Bachelor Psychobiologie: drs. S.C. Witteveen Master Biologie: prof. dr. A.M. de Roos Master Levenswetenschappen: dr. G. Smits Master Bio-medische wetenschappen: dr. A.J. Horrevoets a.i. (Faculteit der Geneeskunde).

Studentleden: ■ ■ ■ ■

Bachelor en Master Biologie: X. van der Sar, N. van Leeuwen Bachelor en Master Bio-medische wetenschappen: M. van de Klundert, I. Lako Bachelor en Master Psychobiologie: K. van Unen en E. Grünewald Toehoorder: drs M. Seeman (studie-adviseur)

Postadres OC: Postbus 94062, 1090 GB Amsterdam, t.a.v. H. M. van der Ven (gebouw I, kamer A009) e-mail: [email protected]. 3.3.3

Examencommissie (Excie)

Iedere bachelor-opleiding heeft een aparte Examencommissie. De Examencommissie behandelt de goedkeuringsaanvragen voor stages en scriptie, neemt de examens af, beoordeelt het niveau van afwijkende vooropleidingen en neemt schriftelijke verzoeken in behandeling voor niet-reguliere studieprogramma’s en voor vrijstellingen van studieonderdelen, op grond van een vorige studie. De commissie beoordeelt de aanvragen voor het volgen van keuzeonderdelen buiten de opleiding, die niet in de studiegids zijn opgenomen en neemt besluiten met betrekking tot toekenning van extra studiepunten bij verlenging van stages e.d.. Hiertoe moet de student een goed gemotiveerd schriftelijk verzoek (mede ondertekend door de examinator) indienen bij de secretaris van de examencommissie. De Examencommissies kunnen een belangrijke rol spelen in het oplossen van klachten rondom tentamens en examens. Hierdoor kan in veel gevallen een procedure bij het College van Beroep voor de Examens worden voorkomen. Klachten over de afname of beoordeling van een tentamen kan binnen veertien dagen na bekendmaking van de uitslag bij de Examencommissie worden ingediend. De Examencommissie beslist op haar

144



eerstvolgende vergadering, maar niet later dan vijf weken na ontvangst van het verzoek (behalve in de maanden juli en augustus). De examencommissies vergaderen aan het eind van elke maand, waarbij in één vergadering de verzoeken van een aantal opleidingen samen behandeld worden zodat de frequentie van vergaderen niet verandert. Bacheloropleiding Biologie: Voorzitter: prof.dr. M.W. Sabelis Secretaris: dr. W.E.J.M. Ghijsen drs. M. Wortel (studieadviseur) Bacheloropleiding Bio-medische Wetenschappen: Voorzitter: prof. dr. M. Joëls Secretaris: dr. H. van der Spek drs. M. Seeman (studieadviseur) Bacheloropleiding Psychobiologie: Voorzitter: prof. dr. M. Joëls Secretaris: dr. H. van der Spek drs. M. Seeman (studieadviseur)

3.4 3.4.1

Praktische zaken Verkoop van boeken en syllabi

Voor leden van de studieverenigingCONGO zijn de prijzen van de boeken doorgaans 10% lager dan de prijzen die de boekhandel hanteert. Om de boekverkoop enigszins overzichtelijk te houden en om verzekerd te zijn van een boek moet je ruim voor aanvang van de module waarvoor je een bepaald boek nodig hebt, intekenen op een lijst. Hiermee verplicht je je tevens tot het kopen van dat boek. CONGO doet haar uiterste best om iedereen ruim van tevoren te informeren, zodat je in staat bent in te tekenen. Bij CONGO's boekenverkoop kan uitsluitend betaald worden via een PIN-automaat. Overige studieboeken zijn verkrijgbaar bij de boekhandel Scheltema op het Roeterseiland of het Koningsplein.

145


De studieadviseurs/onderwijsbureau bereiden de verzoeken voor de Examencommissie voor, zij maken geen deel uit van de examencommissie. Verzoeken voor de Bachelor Biologie, de Master Biological sciences en de Master Life sciences worden in één vergadering behandeld. Verzoeken voor de Bachelor Bio-medische wetenschappen, de Bachelor Psychobiologie en de Master Biomedical sciences worden in één vergadering behandeld. Correspondentie richten aan: Secretaris van de Examencommissie Biologie, Biomedische wetenschappen en Psychobiologie, p/a Onderwijsbureau Biologie, Postbus 94062, 1090 GB Amsterdam



Syllabi zijn te koop bij de Onderwijsbalie tijdens openingstijden. Er kan uitsluitend met Chip-pas betaald worden. 3.4.2

Practicum- en collegezalen

De meeste biologie onderdelen worden gegeven in de gebouwen op de Kruislaan 318-326 (zie ook legenda helemaal voor in de gids). Bij grote studentenaantallen wordt uitgeweken naar de collegezaal in het CWI op Kruislaan 413. Vóór aanvang van een module wordt het rooster bekend gemaakt (per post, op blackboard en/of per e-mail). Algemene regels In alle openbare gebouwen mag niet gerookt worden, dus ook niet in de kantine. In de collegezalen, laboratoriumzalen en Computer Gebruikers Ruimten (CGR) is het niet toegestaan te eten en drinken. Voor laboratoria en CGR gelden de regels die vermeld zijn in de zalen. 3.4.3

Computerfaciliteiten

Op Biologisch Centrum Anna’s Hoeve kun je terecht in verschillende Computer Gebruikers Ruimten, ( CGR) ■ ■ ■ ■ ■ ■

CGR I: gebouw III, 2.02. 25 PC's (open van 8:00 tot 16:15); CGR II: gebouw III, 2.04: 9 PC's (open van 8:00 tot 16:15); In de bibliotheek in gebouw IV zijn 9 studieplekken voorzien van een PC; CGR III: gebouw I, A014. 14 iMacs (open van 8:00 tot 17:15); CGR IV: gebouw I, A012b. 9 iMacs (open van 8:00 tot 18:00); CGR V: gebouw I, A012a, 10 PC’s (open van 9:00 tot 17:15).

Alle systemen zijn voorzien van een CDrom-drive en aangesloten op een laserprinter. Indien je gebruik maakt van bovengenoemde systemen word je geacht deze te kennen dan wel instructieboeken door te nemen. Gegevens kunnen het beste opgeslagen worden op de facultaire fileserver. Een persoonlijk account kan aangevraagd worden bij de Onderwijsbalie. Een aantal dagdelen per jaar is de CGR gereserveerd voor Computer Ondersteund Onderwijs. Het beheer van de systemen is in handen van de afdeling Informatisering (tel. 020-525 7756 / 7634). Het gebruik van de faciliteiten is geregeld bij het reglement dat op de zaal aanwezig is. De systemen zijn in verregaande mate beveiligd en afgeschermd. 3.4.4

Verzekeringen

Studenten dragen zelf verantwoordelijkheid voor een laboratorium-ongevallen- en WAverzekering. De faculteit raadt iedereen aan reeds afgesloten ongevallenverzekeringen te controleren op dekking van laboratoriumongevallen. Indien dit niet het geval is, respectievelijk de daarin verzekerde bedragen onvoldoende geacht worden, wordt met de

146



meeste klem aangeraden een speciale verzekering af te sluiten bij het verzekeringsbedrijf ‘Meeùs Baneke’ (afdeling particuleren). Adres: Gelderlandplein 75e / Postbus 74094, 1070 BB Amsterdam Zie voor meer informatie hun website: http://www.meeusbaneke.nl Tenzij sprake is van grove nalatigheid van de zijde van de universiteit, is deze nimmer aansprakelijk te stellen voor geleden schade. 3.4.5

Prikborden/mededelingen

Mededelingen voor studenten verschijnen op de website van de opleiding onder ‘Mededelingen’. In de hal van gebouw I bij de leestafel ligt o.a. de volgende informatie ter inzage: studiegidsen van andere faculteiten van de UvA en van andere universiteiten, informatie over stagemogelijkheden, ervaringen van studenten in het buitenland, fondsenboeken, arbeidsmarktonderzoekgegevens, cursussen voor AIO’s. Verder zijn er brochures met betrekking tot studiefinanciering en studeren aan de UvA te verkrijgen. 3.4.6

Kopieren

Kopieermachines zijn te vinden op de volgende plaatsen: In gebouw I: één bij de hoofdingang en één op de eerste verdieping tussen gebouwdelen B en C; bij de bibliotheek (gebouw IV): naast collegezaal. Kopieerkaarten zijn te koop bij de portier in Matrix 4, Kruislaan 404. Let op: deze kopieerkaarten zijn alleen te bruikbaar voor bovengenoemde kopieerapparaten, ze kunnen dus niet gebruikt worden op REC.

3.5.1

Bachelorexamen Aanvraag Bachelorexamen

Studenten die de bachelor opleiding volgen sluiten hun opleiding af met het bachelorexamen en ontvangen een bachelorbul. Het propedeuse examen is bij de invoering van de Bachelor/Master structuur afgeschaft. De bachelorbul kan pas worden aangevraagd wanneer alle studieonderdelen met een voldoende resultaat zijn afgerond. Benodigdheden voor de aanvraag van een bachelorbul: ■ ■ ■ ■ ■

Aanvraagformulier bachelorbul; Aanvraag getuigschrift Planningsformulier bachelor Inschrijving masterprogramma (als je doorstroomt) Wijzigingsformulier inschrijving van bachelor naar master

147


3.5



■ ■

Evaluatieformulier Een kopie van je paspoort of identiteitskaart, óf een uittreksel uit het bevolkings- of geboorteregister. Rijbewijs of andere identiteitsbewijzen zijn niet toegestaan;

Bij de Onderwijsbalie kun je een “ Aanvraag-bachelorbul-pakket” ophalen. Het volledig ingevulde pakket lever je in bij de Onderwijsbalie. Let op! Alvorens het examen aan te vragen moet aan alle inschrijvingsverplichtingen bij de UvA zijn voldaan, anders kan het diploma niet aangevraagd worden. De bachelorbul kan bij de Onderwijsbalie tot uiterlijk vier weken voor de uitreikingsdatum aangevraagd worden. Op het moment van aanvragen moeten alle cijfers bekend zijn. De uitreiking van het Bachelordiploma vindt twee keer per jaar plaats op de volgende data: ■ ■

dinsdag 29 november 2005 dinsdag 30 mei 2006

3.5.2

Toekenning predikaat 'Cum Laude'

Wanneer de student tijdens de studie blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met het predikaat ‘ cum laude’. De voorwaarden voor een ‘cum laude’ aantekening bij het bachelor examen zijn: ■

■ ■

Het gewogen gemiddelde van alle cijfers van de bachelor is 8,0 of hoger. Bij het bepalen van het gewogen gemiddelde krijgt elk cijfer voor een onderdeel een gewichtsfactor, die evenredig is met de omvang in studiepunten van dat onderdeel; Het cijfer van geen der onderdelen mag lager zijn dan een 7,0; Het cijfer voor de eindthesis moet met een 8,0 of hoger zijn beoordeeld.

Vrijstellingen blijven buiten beschouwing. Bij 50% of meer vrijstelling wordt het predikaat nooit verleend. N.B. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van deze regels. 3.5.3

Diploma uitreiking

De student wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de tijd en plaats van de diploma uitreiking, waarbij familieleden en vrienden ook van harte welkom zijn. Bijlage bij het diploma Op de bulbijlage van het diploma worden de tot het examen behorende afgelegde studieonderdelen en bijbehorende studielast vermeld met de behaalde cijfers.

148



3.5.4

Afstudeerverklaring

Voor degenen die vóór de uitreiking een bewijs nodig hebben dat zij aan alle voorwaarden van het bachelor examen hebben voldaan kan op verzoek een bachelor afstudeerverklaring worden afgegeven. 3.6

Verenigingen

3.6.1

Studieverenigingen

3.6.1.1

Gymnorhina

Op min of meer regelmatige basis geeft CONGO een ledenblad uit, de Gymnorhina. Hierin staan, naast verhalen, interviews en roddels, ook de agenda wat betreft activiteiten. Het blad wordt over de faculteit verspreid. 3.6.2

Alumnivereniging

UvA-alumni hebben in het verleden verschillende verenigingen opgericht en er komen jaarlijks nieuwe verenigingsverbanden bij. Er is een overkoepelende, algemene

149


CONGO, opgericht in 1919 onder de uitgebreide naam "Comt onoos'len naerstighlyck gheleertheydt ontvanghen", is de oudste studievereniging van het land van en voor studenten Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie en is verbonden aan de UvA. Het hele jaar door organiseert CONGO activiteiten als feesten, sporttoernooien en meer ontspannende zaken. Hiernaast ook de meer serieuze zaken zoals lezingen, symposia, bedrijvendagen en de boekverkoop. Voor € 25,- ben je de gehele studietijd lid. Met je lidmaatschap krijg je korting bij CONGO-activiteiten en kun je boeken kopen tegen een gereduceerde prijs. CONGO heeft verschillende commissies en werkgroepen zoals de boekencommissie, activiteitencommissie, feestcommissie, redactiecommissie, onderwijscommissie, toneelwerkgroep, introwerkgroep en EJW (Texel)werkgroep. Deze commissies en werkgroepen ontfermen zich over het organiseren van de activiteiten en kunnen de inzet van actieve leden altijd gebruiken. Verder onderhoudt CONGO goede banden met de politiek actieve studenten in de Facultaire studentenraad, de Opleidingscommissie en het Onderwijsinstituut. In januari wordt op de Algemene Ledenvergadering het nieuwe bestuur gekozen voor een bestuursjaar dat, in tegenstelling tot vele andere studieverenigingen, gelijk loopt met het kalenderjaar. In juni is er een tweede ALV om het bestuur tussendoor te controleren. De CONGO-kamer bevindt zich naast de ingang van gebouw IV (Kruislaan 314). Het telefoonnummer van de CONGO-kamer is (020) 525 7853 Het e-mail adres: [email protected]. Op het internet: http://www.congo.tk



alumnivereniging (de AUV), die al in 1889 werd opgericht. Verder zijn er verenigingen en kringen van faculteiten en/of opleidingen. Deze komen regelmatig samen om ideeën en ervaringen uit te wisselen. Naast deze kringen voor alumni is er nog de sociëteit van de UvA, waar (oud-)personeelsleden en alumni elkaar ontmoeten: de Amsterdamse Academische Club. Amsterdamse Universiteits Vereniging (AUV) De Amsterdamse Universiteits Vereniging (AUV) is de overkoepelende alumnivereniging van de UvA, opgericht in 1889. De AUV wil de band versterken tusen de UvA en haar afgestudeerden en tussen de alumni onderling. Lidmaatschap van de AUV staat open voor diegenen die aan de UvA een erkend diploma of examen - uitgezonderd de propedeuse hebben behaald. Daarnaast kent de AUV begunstigers. De contributie bedraagt € 25,- per kalenderjaar (in 2005). Contactpunt Biologen Alumni Er is geen alumnivereniging voor biologen, maar wel een Contactpunt Biologen Alumni. Contactpersonen zijn: Marga Coesel, p/a Bibliotheek Biologie UvA, Kruislaan 314, 1098 SM Amsterdam, Telefoon: 020-525 7230 (alleen donderdag). Miep Jacobi, p/a Cornelis van Alkemadelaan 41, 1065 AB Amsterdam, e-mail: [email protected] Actuele informatie over de alumniverenigingen van de UvA is te vinden op http://www.alumni.uva.nl/clubs/ 3.6.3

Beroepsvereniging

NIBI: Nederlands Instituut voor Biologie Het Nederlands Instituut voor Biologie - kortweg NIBI - is de beroepsvereniging voor biologen. Met de steun van haar leden, of dat nou ecologen, microbiologen, biologie docenten, biotechnologen, medisch biologen of milieuadviseurs zijn, zorgt het NIBI voor verbetering op de arbeidsmarkt, in het onderzoek en in het onderwijs. NIBI organiseert onder andere lezingen, congressen en (sollicitatie)cursussen voor biologen. Leden kunnen ook gratis gebruik maken van het NIBI Arbeidsmarkt Informatie Centrum. Het NIBI is gevestigd op Catharijnesingel 54, 3511 GC Utrecht, tel. 030 – 234 3441 (maandag t/m donderdag van 9:00 tot 14:00). http://www.nibi.nl, Postadres: Postbus 19245, 3501 DE Utrecht.

150



4 Doorstromen naar de Masteropleidingen 4.1

Opel idngenBiol gie

Masteropleiding

Als je het Bachelordiploma hebt behaald is de meest voor de hand liggende vervolgopleiding de Masteropleiding. Alle masteropleidingen bij FNWI duren twee jaar. In de masterfase doe je zelfstandig een of meerdere onderzoekstrainingen van in totaal een jaar bij de universiteit of bij een bedrijf en schrijf je een scriptie. Het andere jaar kan gekozen worden uit een onderzoeksvariant (R-profile), een maatschappelijke variant (ST&PM profile) of een educatieve/communicatieve variant (CE-profile). 4.1.1

Algemene opbouw


151



4.1.2

Richtlijnen toelating

Masterprogramma

Specifieke ingangseisen

General Biology

Bachelor Biologie (alle programma’s)

Ecology and Evolution

Bachelor Biologie, programma Ecologie en Biodiversiteit

Systematic and Evolutionary Biology

Bachelor Biologie, programma Ecologie en Biodiversiteit

Limnology and Oceanography

Bachelor Biologie ,programma Ecologie en Biodiversiteit waarin de cursus IB209/IB308 Mariene Biologie

Integrative Plant Sciences

Bachelor Biologie, programma Moleculaire Celbiologie en Biotechnologie

Masterprogramma


Medical Biology Oncology Immunology

Bachelor Bio-medische wetenschappen of Bachelor Biologie, programma Moleculaire Celbiologie en Biotechnologie

Medical Biochemistry

Bachelor Bio-medische wetenschappen of Bachelor Biologie, programma Moleculaire Celbiologie en Biotechnologie waarin GE304 Medische Biochemie

Neurobiology

Bachelor Bio-medische wetenschappen waarin SI303 Neurobiologie of Bachelor Psychobiologie

Biology and Cognition/Cognitive Science

Bachelor Bio-medische wetenschappen waarin SI303 Neurobiologie en SI306 Cognitieve Neurowetenschappen of Bachelor Psychobiologie

Masterprogramma


Life Sciences/ Molecular Cell Biology and Bioinformatics

Bachelor Biologie, programma Moleculaire Celbiologie en Biotechnologie waarin SI305 Bioinformatica

Studenten die afwijken van de ingangeisen moeten contact opnemen met de coördinator van het desbetreffende programma. De deficiënte vakken kunnen in het masterprogramma gevolgd worden. Met de coördinator wordt een programma samengesteld. Dit moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de examencommissie.

152



4.1.3

Coördinatoren

Master Biological Sciences Masterprogramma

Coördinator

General Biology

dr. M. Rep, 020 525 7764, [email protected] dr. J.C.M. den Nijs, 7660, [email protected]

Ecology and Evolution met de specialisation tracks:

dr. J.F. Duivenvoorden, 020 525 7812, [email protected]

- Computational Bio-and Physical Geography (CBPG)

dr. W. Bouten, 020 525 7412, [email protected]

- Ecological and Evolutionary Dynamics

prof. dr. M.W. Sabelis, 020 525 7738, [email protected]

- Paleoecology and Global Change

prof. dr. H. Hooghiemstra, 020 525 7857, [email protected]

- Spatial Ecology

prof. dr. P.H. van Tienderen, 020 525 7821, [email protected]

- Tropical Ecology

dr. J.F. Duivenvoorden, 020 525 7812, [email protected]

- Sy stematic and Evolutionary Biology

dr. R. Vonk, 020 5256284, [email protected]

Limnology and Oceanography

prof. dr. J. Huisman, 020 525 7085, [email protected]

Integrative Plant Sciences

prof. dr. M.A. Haring , 020 525 7663, [email protected]

Master Biomedical Sciences Coördinator

Medical Biology

Dr. J.C. van der Spek, 020 525 7921, [email protected] prof. T van der Poll, 020 566 5884, [email protected]

Neurobiology

Prof. dr. W.J. Wadman, 020 525 7641, [email protected] Prof. dr. F. Baas, 020 566 5998, [email protected]

Immunology

Prof. dr R.C. Aalberse, 020 512 3158, [email protected] Prof. dr. R.A.W. van Lier, 020 566 6063, [email protected]

Medical Biochemistry

Prof. dr. S. Brul, 020 525 7079, [email protected] Prof. dr. J.M.F.G.Aerts, 020 566 5156, [email protected]

Oncology

prof. S.T. Pals, 020 566 5635, [email protected] Prof. dr. J. Borst, 020 512 2056, [email protected]

Biology & Cognition

prof. dr. C.M.A. Pennartz, 020 5257638, [email protected]


Masterprogramma

153



Master Life Sciences Masterprogramma

Coördinator

Molecular Cell Biology and Bioinformatics

Dr. D.P.E. Satijn, 020 525 5114, [email protected], Prof. dr. A.H. Zwinderman, 020 566 5820, [email protected]

4.1.4

Overstapmogelijkheden van en naar andere faculteiten

In principe verschaft een afgeronde Bachelor een goed uitgangspunt voor overstap naar de andere vergelijkbare opleidingen in het land. Studenten die een overstap overwegen kunnen contact opnemen met de studieadviseur van de faculteit en van de andere Universiteit. Bij de documentatiekast in de hal van gebouw I zijn studiegidsen te raadplegen van andere zusterfaculteiten. Ook kan men terecht bij het Documentatiecentrum van Studenten Services (Binnengasthuisstraat 9). 4.2 4.2.1

Orientatie op de masteropleidingen Mastermarkt

Ieder jaar wordt in periode V een mastermarkt georganiseerd speciaal gericht op studenten Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Deze markt biedt de mogelijkheid studenten te informeren over de masterprogramma’s. Er worden korte informatieve lezingen gehouden door studenten die reeds afstudeeronderzoeken in binnen en/of buitenland voltooid hebben. Onderzoeksinstituten en instellingen op het gebied van de Biologie, Biomedische wetenschappen en Life Sciences presenteren zich met posters en informatiemateriaal. Tevens is gelegenheid om met onderzoekers te praten over de mogelijkheden van het doen van een afstudeeronderzoek. 4.2.2

Beta bedrijvencontactdag

De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder voorjaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Ouderejaars studenten krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bèta bedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl.

154



5 Cursusbeschrijvingen 5.1

Opel idngenBiol gie

Modules eerste jaar

001A Inleiding in de Biologie Vakcode

001A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleidingen Biologie, Bio-medische

Periode(n)

Moduleperiode I (Moduleperiode I (6 september 2005 t/m 21 oktober 2005))

Onderwijsinstituut


wetenschappen en Psychobiologie

Verzorgd door


Docent(en)

drs. P. R. Assink, dr. J.A.J. Breeuwer (coördinator), dr. W.E.J.M. Ghijsen, mw. drs. C.C. Klumpers, prof.dr. S.B.J. Menken

Inlichtingen

dr. J.A.J. Breeuwer telefoon: +31 20 5257745 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie Bachelor Psychobiologie

Leerdoel

Leerdoelen van de module Inleiding in de Biologie (001a):

Genetica Het kunnen definiëren van basisbegrippen en vertrouwd raken met basistechnieken in de genetica van zowel pro- als eukaryoten. Inzicht in de mechanismen van overerving van eigenschappen binnen nakomelingschap en populatie. Inzicht in de centrale rol van de genetica in de fundamentele en toegepaste biologie, speciaal de evolutiebiologie, de moleculaire en cellulaire biologie, en de biologie van de mens. Statistiek Het beheersen van de basisbegrippen uit de beschrijvende statistiek, de kansrekening en de inferentiële statistiek; het kennen van de eigenschappen van enkele discrete en continue kansverdelingen; het kunnen opstellen van tweezijdige betrouwbaarheidsintervallen en het kunnen uitvoeren van enkele eenvoudige toetsen.

155


Intellectuele Raamwerk Kennis en inzicht te verwerven met betrekking tot de inhoud van en samenhang tussen de disciplines in de biologie in een evolutionair fylogenetische context.



Symposium werkweek “Biologie en Samenleving” Het opstellen van een kritisch onderbouwd opiniesstuk over een maatschappelijk actueel thema. Inhoud

Intellectuele Raamwerk Het overzicht van enerzijds de uniformiteit en anderzijds de diversiteit en complexiteit van levende organismen wordt gepresenteerd vanuit drie onderling sterk verweven lijnen: - De ontwikkeling van het leven sinds het unieke ontstaan op aarde. - De ontwikkeling van een complex organisme vanuit een bevruchte eicel. - Organisatie van levende organismen van het moleculaire tot en met het ecosysteem niveau. Verder wordt aandacht geschonken aan het belang van behoud van informatie alsmede van communicatie en de relatie tussen vorm en functie. Genetica: Structuur van DNA, RNA en eiwitten, genetische code, typen mutaties, transcriptie en translatie. Genstructuur: regulatie van transcriptie. Chromosoomstructuur: mitose, meiose, recombinatie, polyploïdie, numerieke en structurele chromosoomafwijkingen. Bacteriële genetica: conjugatie, transformatie, transductie, plasmiden en transposons. Eukaryoten genetica: Mendelse genetica (typen overerving, geninteracties, genkartering) en populatiegenetica (multipele allelen, Hardy-Weinberg evenwicht, selectie, genenuitwisseling, toevalsprocessen, isolatiemechanismen). Erfelijke ziekten bij de mens (prenatale diagnostiek, veroudering). Genomics. Praktische oefeningen: DNA-vingerafdrukken (DNA technologie), meiose (maken van preparaten, microscopie), driepuntskruising (standaard karteringsmethode geïllustreerd met fruitvliegen), tetradenanalyse (werken met schimmels, microscopie), conjugatie (microbiologie) en geninteractie (bestuderen van natuurlijke genetische variatie). ■

■ ■

■ ■

■ ■

Statistiek Basisbegrippen (populaties, steekproeven, toevalsvariabelen), frequentieverdelingen, kengetallen van ligging en spreiding, elementaire kansrekening, discrete kansverdelingen (Bernouilli, binomiale, Poisson), continue kansverdelingen (normale, standaardnormale, chi-kwadraat, Student's t), centrale limietstelling, verdeling van het steekproefgemiddelde, toetsen (binomiale toets, Z-toets, chi-kwadraat-toets voor varianties, Student's t-toets, chi-kwadraat-toets voor gelijkheid van populatieverdelingen, G-toets, Fischer exact toets), transformaties, parameter schattingen m.b.v. de maximum likelihood methode.

156



Symposium werkweek “Biologie en Samenleving” Er wordt voor de studenten een symposium georganiseerd over een maatschappelijk actueel thema (mogelijk onderwerpen zijn biologie van sex, verslaving of genetische manipulatie). Daartoe zal een aantal experts uitgenodigd worden een voordracht te houden. Naar aanleiding van deze voordrachten en verdere discussie stellen de studenten een opiniestuk op. Onderwijsvorm Onderdeel

Hoorcollege

Intellectueel raamwerk

36 slu

Genetica

45 slu

12slu

Statistiek

34 slu

45 slu

Symposium werkweek Totaal

Werkcollege

Practicum

Zelfstudie 4 slu

44 slu

20 slu 16 slu

24 slu 115 slu

81 slu

44 slu

40 slu

Studiemateriaal

Verplicht aan te schaffen: ■

■

■ ■ ■ ■

Boeken, snijset en labjas kunnen indien lid van CONGO bij hen tegen gereduceerd tarief worden besteld. De klappers zijn t.z.t. verkrijgbaar bij de onderwijsbalie en kunnen uitsluitend via chip betaald worden. Overige zaken moeten zelf worden aangeschaft. Toetsvorm

Men is geslaagd als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en geen der deelcijfers lager is dan 5,0. Deelcijfers van het eerste studiejaar vervallen twee jaar na start van het eerste studiejaar. Het eindcijfer van de module is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de deelcijfers van genetica en statistiek. Het symposium telt dus niet mee voor het

157


■

Biology, 7th int. edition, by N.A. Campbell and J.B. Reece (2005). Uitgever: Pearson, Benjamin Cummings (dit boek is ook verplicht voor module 003). [prijs ± € 60,-] An Introduction to Genetic Analysis, 8th edition, by A.F. Griffiths et al. (2005). Uitgever: W.H. Freeman et al. [prijs ± € 60,-] Klapper Genetica (bevat de stof voor de practica en werkcolleges [prijs ± € 25] Klapper Statistiek (bevat ook de stof voor module 002) [prijs ± € 15] Snijset (wordt tevens en vooral gebruikt in module 003) [prijs ± € 16,-] Labjas (verplicht voor practicum) [prijs ± € 32,-] Niet te vergeten: potloden (2H, H, HB, B, 2B) en tekenpapier (zijn ook nodig in andere modules)



eindcijfer. Echter, het eindcijfer en toekenning van de studiepunten van deze module wordt pas gegeven als men deel heeft genomen aan het symposium. De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: Genetica

0,6

Statistiek

0,4

Het deelcijfer Genetica bestaat uit de volgende onderdelen: Onderdeel

Weegfactor:

Eerste tussentoets

0.05

Tweede tussentoets

0.05

Practicum Genetica

0.2

Tentamen Genetica

0.7

Het practicum Genetica wordt beoordeeld aan de hand van de ingeleverde verslagen. Volledige deelname aan het practicum en het inleveren van verslagen is verplicht. Het deelcijfer genetica bestaat uit het gewogen practicumcijfer plus toetscijfers plus tentamencijfer. In tegenstelling tot tentamens, is er geen mogelijkheid tot herkansing van de toesten. Indien het deelcijfer minder is dan 5.0 kan alleen het tentamen herkanst worden. De cijfers van de tussentoetsen vervallen dan en het nieuwe deelcijfer bestaat enkel uit het gewogen herkansingscijfer (0.8) plus het gewogen practicumcjifer (0.2). Het deelcijfer Statistiek bestaat uit de volgende onderdelen: Onderdeel

Weegfactor

Huiswerkopgaven

0.15

Tentamen statistiek

0.85

Het deelcijfer statistiek bestaat uit het gewogen huiswerkcijfer plus het gewogen tentamencijfer. Levert men geen huiswerkopgaven in, dan dan is het deelcijfer statistiek het ongewogen tentamencijfer. Indien het deelcijfer minder is dan 5.0 kan alleen het tentamen herkanst worden. Het huiswerkcijfer vervalt dan en het nieuwe deelcijfer bestaat enkel uit het ongewogen herkansingscijfer. Er wordt geen deelcijfer voor het symposium gegeven. Echter, deelname aan dit onderdeel is verplicht om in aanmerking te komen voor de studiepunten van deze module. Tijdens de inschrijvingsdag op maandag 5 september worden een aantal huishoudelijke zaken besproken en voorlichting gegeven over ARBO, RSI, werken met Blackboard en het UvA computernetwerk, en (digtaal) biblitotheek gebruik. Het bijwonen van deze bijeenkomst is verplicht.

158



Bijzonderheden

Locatie Colleges: Anna's Hoeve gebouw IV, Kruislaan 314 of CWI, Kruislaan 415. Practica: Anna's Hoeve gebouw III, Kruislaan 316.


159



002A Celbiologie I Vakcode

002A

Studielast

10

Ingangseis


Periode(n)

Moduleperiode II (24 oktober 2005 t/m 2 december 2005)

Onderwijsinstituut



Verzorgd door

Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen (SILS)

Docent(en)

drs. P. R. Assink, mw. dr. T. den Blaauwen (coördinator), prof.dr. R. van Driel, prof.dr. Th.W.J. Gadella, dr. M. Muller, prof. dr. R. Wever2

Inlichtingen

mw. dr. T. den Blaauwen telefoon: +31 20 5255196 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Celbiologie I (002a): Celbiologie Het begrijpen van belangrijke processen in de cel op moleculair niveau, uitgaande chemische, biologische en natuurkundige principes. Voorbeelden van dergelijke processen zijn het gebruik van het erfelijk materiaal, de structuur en functie van celorganellen, de transport van eiwitten en andere stoffen in de cel en de energiehuishouding van de cel. Deze module legt de basis voor een groot aantal volgende cursussen in de opleiding biologie en biomedische wetenschappen. Specifieke leerdoelen: Het herkennen van chemische verbindingen en atoomgroepen die veel voorkomen in levende organismen en het inzicht verkrijgen in chemische reactiviteit in relatie tot biologische eigenschappen. Beschrijven van biosynthese en afbraak van de belangrijkste cellulaire metabolieten. Beschrijven van primaire, secundaire en tertiaire eiwitstructuren en relatie tot biokatalyse Beschrijven hoe erfelijke informatie is vastgelegd in de DNA structuur en hoe deze informatie wordt getransleerd tot functionele eiwitmoleculen. Het herkennen benoemen en beschrijven van celtypen en celorganellen inclusief algemene functies en specialisaties. Inzicht verkrijgen in de dynamiek en compartimentalisatie van de levende cel Inzicht en ervaring verkrijgen in moderne microscopische technieken ■

■ ■

■

■

■ ■

160



■

■ ■ ■ ■

Kennismaken met natuurkundige principes van verschillende vormen van intracellulair transport Inzicht in technieken om transport in de cel te bestuderen Praktische ervaring opdoen met isoleren en analyseren van biomoleculen uit cellen Praktische ervaring opdoen met het bestuderen van subcellulaire structuren Integreren van praktische en theoretische kennis over de levende cel vanuit verschillende invalshoeken: biochemie, celbiologie en biofysica.

Statistiek Het aanleren van enkele basisvaardigheden ten aanzien van het gebruik van het spreadsheetprogramma Excel en het (uiteindelijk) op een grote dataset kunnen toepassen van enkele, reeds uit de vorige module bekende, statistische analyses. Inhoud

Celbiologie

Statistiek ■ ■

Excel: basisvaardigheden; Beschrijvende statistiek en toepassing enkele eenvoudige toetsen uit de inferentiele statistiek.


statistiek uit module 001A Inleiding in de Biologie (pag. 155) (10 EC) Aanmelden

Via studieweb uiterlijk voor 12 september 2005

161


1. Basisbegrippen van chemische binding (o.a. esters en peptidebindingen), alifatische koolwaterstoffen en derivaten, stereoisomerie en reactiviteit van alcoholen, aminen, carbonylverbindingen, koolhydraten, carbonzuren en derivaten 2. Structuur, functie, regulatie en synthese van eiwitten. Behandeling van enzymspecificiteit en –werking. 3. Metabolisme: glycolyse, Krebscyclus, ademhalingsketen, en energiehuishouding in de cel (ATP) 4. DNA en RNA: structuur, functie, synthese. 5. Celstructuur en relatie tussen vorm en functie 6. Behandeling van celorganellen: ER, Golgi, kern en nucleolus, membranen en celcontacten, lysosomen, mitochondriën ribosomen en cytoskelet. 7. Cellulaire transportmechanismen. 8. Fysische grootheden die van invloed zijn op subcellulair transport: krachten, snelheden, en energieën. 9. Eigenschappen van diffusie en van actief transport door motoreiwitten. 10.Practicum celbiologie: isoleren en analyseren van biomoleculen uit cellen; aankleuren, microscopiseren en analyseren van levende cellen en gefixeerde preparaten.



Onderwijsvorm Hoorcolleges: 35 uur

105 slu

Werkcolleges: 18 uur

24 slu

Practica (incl. computerpracticum-tentamen) : 33 uur

50 slu

Zelfstudie (alg.) en tentamenvoorbereiding

61 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de module bekend gemaakt Studiemateriaal

Verplicht: ■

■ ■

■

Molecular Biology of the Cell, 4e druk, Alberts et al. Garland Publ. Inc. New York (kosten ca. € 50,00) Syllabus module 002 (kosten ca. € 15,00) Klapper Statistiek (dezelfde klapper als bij module 001, en mogelijk nog nog een tweede klapper, kosten ca.€ 5,00 ) Laboratoriumjas (bij meerdere modules te gebruiken).

Aanbevolen: ■

The Dictionary of Cell Biology, J.M. Lackie and J.A.T. Dow, 2nd edition, Academic Press, New York, 1995.

Toetsvorm

Celbiologie Het actief deelnemen aan de practica is verplicht en wordt geregistreerd. De door de studenten geleerde experimentele vaardigheden worden beoordeeld door de begeleidende docenten (onvoldoende/voldoende). Er worden twee deeltentamens gegeven over de stof die tijdens de colleges en werkcolleges wordt behandeld. Deeltentamen I: onderdeel 1-4, Deeltentamen II: onderdeel 5-9. Men is geslaagd voor een deeltentamen als het daarvoor behaalde cijfer hoger of gelijk is aan 5,0. Statistiek Het actief deelnemen aan het computer-practicum is verplicht en wordt geregistreerd. Statistiek wordt getoetst middels een computerpracticum-toets. Men kan hieraan alleen deelnemen indien het computer-practicum is gevolgd. Men is geslaagd als het behaalde cijfer hoger of gelijk is aan 5,0. Module Het module-cijfer wordt samengesteld uit de behaalde (deel)cijfers met de volgende weging: celbiologie deeltentamen 1 (40%), celbiologie deeltentamen 2 (40%), celbiologie

162



practicum (10%), statistiek computerpracticum-toets (10%). Men is geslaagd voor de module als het eindcijfer tenminste 6,0 bedraagt en elk der deelcijfers tenminste 5,0. Bijzonderheden

Locatie: wordt bekend gemaakt in Syllabus module 002A en via Blackboard.


163



003A Vorm en Functie in het Dierenrijk Vakcode

003A

Studielast

10

Ingangseis


Periode(n)

Moduleperiode III (5 december 2005 t/m 3 februari 2006)

Onderwijsinstituut



Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. J.A.S. Braeckman, dr. W.E.J.M. Ghijsen, dr. R.B. de Heus (coördinator), prof.dr A.F.M. Moorman, prof.dr. C.M.A. Pennartz, prof.dr. W.J. Wadman, dr. T.R. Werkman

Inlichtingen

dr. R.B. de Heus telefoon: +31 20 5257615 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Vorm en Functie in het Dierenrijk (003a): Aan de hand van de (functionele) anatomie en voorbeelden uit de fysiologie wordt geïllustreerd hoe oplossingen in het dierenrijk gevonden zijn om de dieren optimaal te laten functioneren. Daarnaast leren de studenten enkele belangrijke basisbegrippen uit de zoölogische embryologie correct te begrijpen en uit te leggen. Tevens krijgt de student inzicht in ethische aspecten van biologisch onderzoek waarin gewerkt wordt met dierproeven. De colleges natuurkunde werken een aantal fysiologische principes uit die ten grondslag liggen aan het waarnemen via oog en oor; elektrische en elektrochemische processen in de biologie. Inhoud

1. (de Heus): indeling dierenrijk; morfologie orgaansystemen; onderhoudsbiologie (ademhaling, bloed en bloedsomloop, spijsvertering, excretie), evolutie vanuit functioneel anatomisch oogpunt. 2. Algemene aspecten van algemene fysiologie (Wadman en Pennartz); exciteerbare cellen; membranen (zenuwen, hartcellen); zuurstoftransport. 3. Embryologie (Moorman): vroege embryonale ontwikkeling; gastrulatie; neurulatie; plooivorming; vroege organogenese; ontwikkeling placenta en embryonale vliezen. 4. Natuurkunde (Wadman): electriciteit, ionen en celmembraan, voortgeleiden actiepotentiaal, biologische regelsystemen, neuronale netwerken, medische beeldverwerkingstechnieken.

164



5. Practicum functionele anatomie vertebraat (haai) (de Heus); kop en axiale musculatuur; situs viscerum; bloedvaten; kieuwen; urogenitaalstelsel; zintuigen; hersenen en zenuwstelsel. 6. Practicum over de evertebraten die tijdens het college model hebben gestaan bij de behandeling van de verschillende collegeonderdelen (de Heus). 7. Practicum ontwikkelingsbiologie aan de hand van de embryonale ontwikkeling van de kip en de mens (Moorman). 8. Practicum fysiologie; computermodel membraanpotentialen (Wadman, Werkman); reuzeaxon Lumbricus (Wadman, Werkman); Spierproef (Wadman, Werkman); bloeddrukregulatie (Ghijsen). 9. Maatschappelijke aspecten van de (medische) biologie (Braeckman); Ethische aspecten van biologisch onderzoek waarin gewerkt wordt met dierproeven. 10.Studievoorlichting: voorlichting door de studieadviseurs over de opbouw van de studie. Voor studenten met gewetensbezwaren ten aanzien van de practica haai en evertebraten bieden wij de mogelijkheid deze practica te volgen in een gewijzigde opzet. Met behulp van reeds gemaakte preparaten (zogeheten demonstratie-preparaten) zal getracht worden het reguliere practicum onderwijs zoveel mogelijk te benaderen. Echter, tijdens enkele practica-onderdelen zal de student verzocht worden het reguliere practicum te volgen, zonder dat de student verplicht wordt dissectie-handelingen te verrichten. In deze gevallen bestaan er geen mogelijkheden de student kennis te laten nemen van verschillende die groepen, daar deze als demonstratie preparaat niet voorhanden zijn. Aanmelden

Via studieweb voor 24 oktober 2005

Hoorcollege

111 slu

Practica

126 slu

Maatschappelijke aspecten

6 slu

Studievoorlichting

2 slu

Extra studietijd

35 slu

Totaal

280 slu


Onderwijsvorm

Onderwijstijden

Een gedetaileerd rooster wordt voor aanvang van de cursus verstrekt Studiemateriaal ■ ■

Snijgereedschap, tekenpapier en potloden € 16,- (ook gebruikt bij module 001) Laboratoriumjas (bij meerdere modules te gebruiken) ca. € 32,-

165



Verplicht aan te schaffen literatuur: ■ ■ ■

■

Syllabi Zoölogie I, diverse delen, ca. € 21,Syllabus + practicumhandleiding embryologie, ca € 7,Biology Seventh Edition, Campbell and Reece,Pearson (Benjamin Cummings), ca. € 60,Syllabus natuurkunde en Fysiologie ca € 18,-

Aanbevolen literatuur: ■

Larsen, W.J., Human Embryology. Uitg. Churchill Livingstone

Toetsvorm

Tijdens de module zal de stof die behandeld is tijdens de cursus (college) door middel van twee tentamens schriftelijk worden getoetst. Het practicumcijfer zoölogie wordt mede bepaald door tijdens de practica af te leggen toetsjes. Aanwezigheid en deelname bij de zoologie practica en fysiologie practica is verplicht. Men is geslaagd voor de module indien: - het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. - men aan het practicum volledig heeft deelgenomen met voldoende resultaat De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: deeltentamen 1

4.3

deeltentamen 2

4.3

practicum

1.4

Deelname aan de colleges studievoorlichting wordt niet verplicht gesteld, maar wel dringend geadviseerd om eventuele problemen later in de studie voor te zijn. Bijzonderheden

Locaties: Colleges Natuurkunde, Fysiologie en Zoölogie: Anna's Hoeve gebouw 4, Kruislaan 314 of CWI, Kruislaan 415. Practica zoologie en fysiologie Anna's Hoeve gebouw III, Kruislaan 316. Colleges en practica Embryologie: Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef, Amsterdam Zuid-Oost.

166



004A Microbiologie, Moleculaire Biologie en Mathematische Modellen Vakcode

004A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleidingen Biologie en Bio-

Periode(n)

Moduleperiode IV (6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


medische wetenschappen

Verzorgd door


Docent(en)

drs. P. R. Assink, prof.dr. M.A. Haring, mw. drs. C.C. Klumpers, prof.dr. A.M. de Roos, dr. M.J. Teixeira de Mattos (coördinator)

Inlichtingen

dr. M.J. Teixeira de Mattos telefoon: +31 20 5257066 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Microbiologie, Moleculaire Biologie en Mathematische Modellen (004a): Microbiologie Morfologie van micro-organismen en structuur-functie relaties bij prokaryoten De verschillen tussen pro- en eukaryoten Metabole karakterisering van prokaryoten De principes van energieconservering in het algemeen (biochemie) en de diversiteit in energieconservering in prokaryoten Microbiële groei en kweekmethoden De rol van micro-organismen in mileu, voeding en gezondheid ■ ■ ■ ■

■

Moleculaire Biologie ■

■ ■ ■

Kennis van DNA, RNA, genstructuur en transcriptionele regulatie in microorganismen, planten en dieren Inzicht in de gen-expressie verschillen tussen de pro- en de eukaryote cel Begrip van de basale DNA recombinant technieken Basaal inzicht in genoverdrachts technieken bij micro-organismen, planten en dieren

MathematischeModellen ■

■

Formuleren van mathematische modellen van (medisch) biologische systemen en processen met behulp van gewone differentiaal vergelijkingen. Analyse van de modellen door middel van wiskundig onderzoek naar de dynamiek, de mogelijke evenwichten en hun stabiliteit.

167


■



■

■

■

Vertaling van wiskundige modellen naar computersimulaties en analyse van de modellen door middel van numerieke integratie. Vertaling van de gevonden analytische en simulatieresultaten naar biologische conclusies. Aansluitend op de vergaarde statistische kennis tijdens de modules 001 en 002 zullen eenvoudige correlatie- en regressietechnieken kunnen worden uitgevoerd.

Practicum ■ ■

Training in basale microbiologische en moleculair-biologische basistechnieken. Ontwikkelen van vaardigheden mbt het werken met (het genetisch materiaal van) micro-organismen, gegevensverwerking en verslaggeving

Inhoud

Microbiologie De structuur van de prokaryote cel: celwand, celmembraan, transporteiwitten, de werking van antibiotica. Biochemische taxonomie, de beschrijving van de verschillende types metabolisme. Biochemie van prokaryoten: energieconservering middels ademhaling, fotosynthese en fermentatie. Groeikinetiek en kweekmethoden: binaire deling, groeisnelheid en groei-opbrengst, afsterving, pasteurisatie en sterilisatie. De rol van micro-organismen in kringlopen van elementen: omzettingen van stikstof en zwavel door micro-organismen. Aandacht wordt verder besteed aan enerzijds de problematiek van voedselbederf door micro-organismen en anderzijds de rol van micro-organismen in de voedselbereiding. Ter illustratie zullen enkele gevolgen van microbiële eigenschappen voor de interactie met de mens worden genoemd. Moleculaire Biologie Opfrissen kennis DNA, RNA en genregulatie. Bekend raken met genstructuur en regulatie elementen in micro-organismen, planten en dieren. Beschrijving van promoter, terminator, intron, exon en hun fysieke kenmerken. Uitgebreide kennismaking met recombinant DNA technieken en de enzymen die hierbij een rol spelen. Bespreking van cloneringsvectoren voor micro-organismen, planten en dieren. In detail zullen de technieken voor het maken van transgene organismen worden besproken, alsmede hun toepassingen in de industrie, landbouw en de geneeskunde. Practicum Er wordt kennis gemaakt met enkele belangrijk groepen van micro-organismen en kweekmethoden, Veilige Microbiologische Technieken en de praktijk van steriel werken, enten, kleuren, pasteurisatie en sterilisatie. Enkele basale technieken (kloneren) van de moleculaire biologie worden uitgevoerd met een door de student zelf geïsoleerde en opgekweekte bacteriesoort.

168



Voorbereiding Mathematische Modellen In de eerste weken van de module zijn twee dagdelen ingeroosterd voor herhaling van relevante wiskunde B stof ("bijspijker" werkcolleges). Tijdens het eerste bijspijkerwerkcollege worden ook enkele oefensommen met antwoorden uitgedeeld. Mathematische Modellen Allereerst zullen algemene begrippen geïntroduceerd worden die nodig zijn om de dynamiek van een biologisch systeem te beschrijven. Hiertoe behoren o.a. de begrippen balansvergelijking, toestand, (on)afhankelijke variabelen, parameters, grootheden en dimensies. Vervolgens zullen modellen geformuleerd worden in termen van differentiaalvergelijkingen voor o.a. exponentiële en logistische populatiegroei, de dynamiek van de glucoseconcentratie in het bloed en de groei van micro-organismen in zowel batchcultuur als in een chemostaat. Tenslotte zullen analytische en grafische methoden worden besproken, waarmee de geformuleerde modellen kunnen worden onderzocht. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2006 Onderwijsvorm Microbiologie Hoor/werkcolleges: 15 uur (incl. opdrachten)

45 slu

Moleculaire Biologie Hoorcolleges: 18 uur (incl. opdrachten)

54 slu

Practicum 8 dagdelen

32 slu

Hoor/werkcolleges

90 slu

1 dagdeel bijspijkeren

4.5 slu

7 dagdelen practicum

28 slu

Extra studietijd

25 slu

Totaal

280slu

Onderwijstijden

Wordt door de modulecoördinator bekend gemaakt.

169


Mathematische Modellen Er wordt gewerkt met groepen van maximaal 50 studenten, die een rooster doorlopen van dagdelen bestaande uit 1 uur hoorcollege, gevolgd door 2 uur werkcollege mathematische modellen. Verder zijn er computerpractica modelsimulatie in STELLA resp. in Excel. De studielast is als volgt opgebouwd:



Studiemateriaal

Microbiologie: -klapper - Aangeraden (en verplicht in het tweede jaar voor SI213: Madigan, Matinko & Parker, Brock Biology of Micro-organisms, 10de ed., Prentice Hall Intern.) Moleculaire Biologie: -boek wordt nog bekend gemaakt. Mathematische Modellen: -klapper (kosten ca. € 10,-). Voor het practicum simulatie is een handleiding in de klapper opgenomen. Toetsvorm

De onderdelen worden in 3 deeltentamens getoetst: het deeltentamen Moleculaire Biologie, het deeltentamen Microbiologie en het deeltentamen Mathematisch Modellen. Men is geslaagd voor het theoretisch deel van de module als het gewogen gemiddelde voor de 3 deeltentamens 6,0 of meer bedraagt en geen der deelcijfers lager is dan 5,0. Weegfactor Microbiologie : Moleculaire Biologie : Mathematische modellen = 1 : 1 : 1 Toetsing van het praktische deel bestaat uit een practicumtoets over de stof behandeld tijdens de werkcolleges Mathematische Modellen en bewezen actieve deelname aan de practica Moleculaire Biologie en Microbiologie. Deelname aan alle practica is verplicht. Bijzonderheden

Locatie: Plenaire colleges: collegezaal, gebouw IV of CWI (grote collegezaal, Kruislaan 415); overige activiteiten: Anna’s Hoeve

170



005A Experimentele Plantenwetenschappen Vakcode

005A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Biologie

Periode(n)

Moduleperiode V (27 maart 2006 t/m 19 mei 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. M.A. Haring, mw. dr. A.M. Kooijman, dr.ir. R.C. Schuurink, prof.dr. P.H. van Tienderen (coördinator)

Inlichtingen

prof.dr. P.H. van Tienderen telefoon: +31 20 5257821 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Experimentele Plantenwetenschappen (005a) : ■

■ ■

■

Kennis van de processen van primaire productie door vastlegging van koolstof, en de structuur en functies van de plantaardige weefsels en organen die hierbij betrokken zijn Kennis van de fysiologische regulatie van groei en ontwikkeling Inzicht in het functioneren van planten in hun abiotische milieu: aanpassingen aan stressfactoren door verandering van fysiologie, anatomie en morfologie Kennis van de diversiteit van planten en de evolutionaire trends in reproductie.

Inhoud

Aanmelden

Via studieweb voor 13 februari 2006

171


Doel van de cursus is het verkrijgen van inzicht in de bouw en het functioneren van planten in relatie tot abiotische processen in het milieu en de historische ontwikkelingen in de evolutie van planten. Dit wordt uitgewerkt in de volgende onderwerpen: (1) Licht: zowel als energiebron in de fotosynthese en als sturende factor bij morfogenese, (2) Water: transport en turgor, en reacties op droogte of overstroming, (3) Nutriënten: beschikbaarheid en gebruik van nutriënten door de plant, en reacties op nutriëntengebrek, (4) Diversiteit: hoofdlijnen in de evolutie van planten, en (5) Reproductie: generatiewisseling bij algen, mossen, varens en zaadplanten. De eigenschappen van het milieu waarin de plant groeit, de anatomie en morfologie en de plantenfysiologie worden zoveel mogelijk geïntegreerd en in hun onderlinge samenhang behandeld. .



Onderwijsvorm

Het onderwijs wordt verzorgd door docenten van de leerstoelgroepen Experimentele Plantensystematiek (IBED), Plantenfysiologie (SILS), en Fysische Geografie (IBED). Het onderwijs omvat hoorcolleges, practica, en werkcolleges waar bijvoorbeeld aan de hand van een vertoonde video een thema wordt behandeld. Bovendien is er een excursie rond Anna’s hoeve. Hoorcollege

150 slu

Practica

80 slu

Werkcolleges

20 slu

Extra studietijd

30 slu

Totaal

280slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang door de modulecoördinator bekend gemaakt. Studiemateriaal

Verplicht aan te schaffen voor de gehele module het handboek: Raven, P.H., R.F. Evert & S.E. Eichhorn, 2005 ‘ Biology of Plants’. Seventh edition. Freeman/Worth Publishers, New York ca. € 62,- . Voor de practica wordt een prepareerset bestaande uit o.a. een pincet, prepareernaald, mesjes en tekenpapier, tezamen met de syllabi verstrekt aan het begin van de module (tegen kostprijs). Verder studiemateriaal wordt via blackboard beschikbaar gesteld. Toetsvorm

Het volgen van de practica is verplicht. Bij ziekte dient de practicumbegeleiding te worden geïnformeerd, en een vervangende taak kan worden opgelegd. Men is geslaagd als de practica met voldoende inzet zijn gevolgd, en de toets tenminste 6,0 is. De weging van de verschillende onderdelen wordt voor aanvang van de module bekend gemaakt (gebaseerd op de studielasturen). Bijzonderheden

Locatie: Alle colleges en practica zijn op Anna's Hoeve.

172



006A Ecologie I Vakcode

006A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Biologie

Periode(n)

Moduleperiode VI (22 mei 2006 t/m 7 juli 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. J.F. Duivenvoorden, dr. B. van Geel, dr. A.R.M. Janssen (coördinator), dr. J.C.M. den Nijs, dr. J.G.B. Oostermeijer

Inlichtingen

dr. A.R.M. Janssen telefoon: +31 20 5257751 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Leerdoel van de module Ecologie I (006a) is het verkrijgen van kennis en inzicht in de interacties die de verspreiding en het getalsmatig voorkomen van organismen bepalen; de structuur en de levensgeschiedenis van populaties; levensgemeenschappen van organismen en voedselwebben; het leren kennen en onderscheiden van de voornaamste families en de meest algemene soorten van hogere planten in de Nederlandse flora; het verkrijgen van inzicht in de samenhang van vegetaties en een aantal ecologische parameters; basiskennis van de plantengeografie van Nederland en ons omringende gebieden. Inhoud

Flora en Vegetatie Theoretisch en praktisch zal het gebruik van flora’s worden onderwezen met gebruik van o.a. de CDrom-flora. De plantengeografische positie van Nederland binnen Europa en de indeling in districten van ons land zullen worden besproken en tijdens de excursies in de praktijk worden getoond. In een inleiding in de vegetatiekunde komen de dynamiek van pioniersystemen en opvolgende ecosystemen (in diverse stadia van ontwikkeling), alsmede climax-systemen

173


Algemene Ecologie College-onderwerpen: organismen en hun omgeving; het adaptatie-begrip in de ecologie; life-tables; populatiedynamica; intra- en interspecifieke concurrentie; predator-prooi interacties; parasitoid-gastheer interacties; parasiet-gastheer interacties; voedselwebben; directe en indirecte interacties; trophic cascades; omnivorie; apparent competition; antipredator behaviour; directe en indirecte verdediging van planten; metapopulatiedynamica; coexistentie en persistentie. Practica: faunapracticum en mariene excursie; “minionderzoekstrainingen” waarin onderwerpen uit de populatiedynamica als onderzoeksthema fungeren.



aan de orde in relatie tot bodem en klimaat. In een inleiding in de paleo-ecologie wordt de geschiedenis van ecosystemen, met name van bossen, behandeld. Hierbij zal vooral de samenhang tussen de ontwikkeling van vroegere vegetatietypen, bodem en het veranderende klimaat in het verleden worden belicht. Tijdens de exursies worden floristische/geografische aspecten geïntegreerd met de genoemde paleo- en actuo-ecologische aspecten van de bezochte plantengemeenschappen. In miniprojecten wordt een ecologische analyse van bezochte terreinen gemaakt. Aanmelden

Via studieweb voor 10 april 2006 Onderwijsvorm Hoorcolleges

108 slu

Werkcolleges

16 slu

Practica

88 slu

Excursies

40 slu

Extra studietijd

28 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Studiemateriaal

Algemene Ecologie ■

■

C.J. Krebs, Ecology: The Experimental Analysis of Distribution and Abundance, 2001, Benjamin Cummings, an imprint of Addison Wesley Longman, Inc., San Fransisco, prijs ca. € 40,Een zakrekenmachine en enig tekenmateriaal zijn onontbeerlijk.

Flora & Vegetatie ■ ■

■ ■

Introductie in Flora en Vegetatie (klapper), prijs ca. € 7,-. Flora van Nederland; Heukels en Van der Meijden, 22e druk, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1996. Prijs ca. € 48,-. Statiegeld voor bruikleen van CD-ROM Flora van Nederland (ETI) € 30,Eigen bijdrage in reis- en verblijfkosten tijdens excursies ca. € 80,-

Aanbevolen literatuur, als middel om de te toetsen stof beter te kunnen plaatsen: ■

Botanische Termenlijst: Beknopt overzicht van veel gebruikte botanische ter-men; P. Cremers et al. Wet. Mededeling KNNV no. 166, 1989. Prijs ca. € 8,-

174



Toetsvorm

Er zijn twee schriftelijke toetsen bestaande uit open tentamenvragen, één direct na het onderdeel Algemene Ecologie, en één na het onderdeel Flora & Vegetatie. Getoetst wordt op kennis van en inzicht in de behandelde stof. Voor Algemene Ecologie betreft dit begrippen en relaties zoals verwoord in het boek, en in het door docenten uitgereikte studiemateriaal. Voor Flora & Vegetatie wordt tevens een praktijktoets plantenidentificatie afgenomen. Men is geslaagd als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: Algemene Ecologie theorie

43%

Algemene Ecologie practicum

28,5%

Flora & Vegetatie: theorie, practica en veldwerk

28,5%

Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve, college- en practicumzalen in de gebouwen II, III en IV


175



007A Humane Biologie I Vakcode

007A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de bachelor opleiding Bio-medische

Periode(n)

Moduleperiode V (27 maart 2006 t/m 19 mei 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. Benninga, dr. R.B. de Heus, dr. A. Kroese, dr. P.J. Lucassen

wetenschappen

Faculteit der Geneeskunde (AMC) (coördinator), dr. D.P.E. Satijn, Prof.dr. W.H.P. Schreurs, dr J.A.J.M. Taminiau, dr. T. Vulsma Inlichtingen

(en diverse gastsprekers uit AMC en industrie)

dr. P.J. Lucassen telefoon: +31 20 5257631 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie)

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Humane Biologie I (007a): Algemene introductie in medisch-biologische basisonderwerpen en begrippen. Humane genetica: Structuur, functie, regulatie en complexiteit van het humane genoom. Functionele histologie: Inzicht in relatie vorm en functie van cellen en organen, alsmede het kunnen herkennen van de opbouw van de belangrijkste humane weefseltypen; basis kleurtechnieken, inzicht in tot stand komen van dysfunctie of pathologie. Fysiologie, Pathofysiologie en Voeding: functie en werking van het maagdarmkanaal, inzicht in dysfunctie vanuit een klinisch perspectief, rol van voeding. Geneesmiddelenonderzoek; kennismaking met pharmaceutisch onderzoek. ■

■

■

■

Inhoud

Humane genetica Opbouw genoom mens, cytogenetica, geslachts-differentiatie, inprinting, genstructuur, genexpressie, veroudering, oncogenetica, genkartering, diagnostiek erfelijke afwijkingen, gentherapie. Functionele Histologie Herkennen van primaire weefsels, bouwprincipes in relatie tot functie van de belangrijkste humane weefsels. Inzicht in (ontstaan en diagnosticeren van) pathologie. Theorie van weefselpreparatie, kleuringstechnieken, (immuun) histochemie, + practicum histologie van maagdarmkanaal, bot, huid, zenuw-, klier- en bindweefsel.

176



(Patho-)Fysiologie en voeding Algemene begrippen uit de voedingsleer en stofwisseling, motoriek, membraamprocessen, secretie en absorptie, groei, deficienties, diarree, obstipatie vanuit een klinisch (AMC) perspectief. Geneesmiddelenonderzoek; illustratie van organisatie van pharmaceutisch onderzoek, pipeline, ‘functional foods’, alternatieven. Aanmelden

Via studieweb voor 13 februari 2006 Onderwijsvorm Hoorcollege + patient demonstraties

230 slu

Histologie-practicum

35 slu

Extra studietijd

15 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Colleges vnl. in de ochtend en 7 dagdelen practica, alternerend in twee groepen (1= achternaam A-L, 2= M-Z). Rooster wordt ca. 4 weken voor aanvang van de cursus op Blackboard geplaatst en per e-mail bij alle aangemelde studenten aangekondigd. Studiemateriaal


■

Toetsvorm

Men is geslaagd als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0.

177


■

Functionele Histologie (bewerking James/Langevoort) Junqueira en Carneiro., bij voorkeur de 10e druk, 2001, ca. € 55,- (leerstof oudere drukken ook geschikt; daar wordt de leerstof nader van gespecificeerd) (Dit boek wordt ook in andere cursussen (Bio-medische Wetenschappen) gebruikt). Silverthorn DU (ed). Human Physiology. An Integrated Approach. 3rd ed., ca. €140,Genetica maakt gebruik van het online book; http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/bv.fcgi?call=bv.View.ShowTOC&rid=hmg.TOC& depth



De weegfactoren voor de 2 deel tentamens zijn: Deeltentamen 1: Practicum toets histologie (weegfactor 0.2) + Deeltentamen 1; (Humane genetica, functionele histologie en geneesmiddelen onderzoek) (weegfactor 0.8):

50%

Deeltentamen 2: Voeding, Fysiologie + Maagdarmkanaal, Patho-fysiologie (1:1:1):

50%

Volgen van practica is verplicht. Het volgen van de colleges wordt dringend aangeraden. Vertrouwelijkheid bij evt. patientenbesprekingen op AMC. Bijzonderheden

Locatie: Colleges: Anna's Hoeve gebouw IV, Kruislaan 314 of CWI, Kruislaan 413 en Faculteit Geneeskunde, Academisch Medisch Centrum (AMC). Practicum: Anna's Hoeve gebouw III, Kruislaan 316.

178



008A Humane Biologie II Vakcode

008A

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Bio-medische

Periode(n)

Moduleperiode VI (22 mei 2006 t/m 8 juli 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. M.C. Boerlijst, prof. dr. R.A. Coutinho, dr. R.B. de Heus (coördinator), dr.

wetenschappen

Faculteit der Geneeskunde (AMC) M. Prins, drs. S. van Houdt

(diverse gastsprekers: (Coördinator: drs. Colette

Smit, GG&GD, Cluster Infectieziekten, Nieuwe Achtergracht 100, kamer 106, 1018 WT Amsterdam, tel. 020- 555 5514, e-mail: [email protected]). Inleiding Geneeskunde: docenten van het AMC (Coördinator: prof. dr. M.L. Kapsenberg, afd. Celbiologie en Histologie, AMC, kamer L3-356, tel. 0205664962, e-mail: [email protected]).) Inlichtingen

dr. R.B. de Heus telefoon: +31 20 5257615 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Humane Biologie II (008a): Epidemiologie Inzicht krijgen in het verrichten van epidemiologisch onderzoek. Dit houdt in: kennismaking met de epidemiologie in het algemeen; inzicht in en kennis van basisprincipes van het opzetten en uitvoeren van epidemiologische studies; inzicht in en kennis van de belangrijkste epidemiologische maten; kennismaking met de modelmatige benadering van de epidemiologie; kennismaking met epidemiologisch onderzoek verricht op het gebied van de infectieziekten.


■ ■

■ ■ ■

Inleiding Geneeskunde De student verwerft inzicht in medisch-wetenschappelijk onderzoek in relatie tot klinisch denken en handelen. Dit impliceert: ■ ■

Kennismaking met de klinische aspecten van enkele ziektebeelden; Inzicht in lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek i.v.m. de diagnose van deze ziektebeelden;

179



■

■

■

Kennis van en inzicht in de biologische en pathobiologische mechanismen m.b.t. deze ziektebeelden; Kennis van en inzicht in opzet en uitvoering van klinisch en niet–klinisch wetenschappelijk onderzoek van (patho-)biologische mechanismen; Inzicht in de betekenis van medisch-wetenschappelijk onderzoek voor diagnostiek en therapie.

Studievoorlichting Informatie wordt verstrekt om een meer gefundeerde keuze te maken over hoe de studie voort te zetten na het 1e jaar. Inhoud

Epidemiologie Tijdens de colleges wordt de theorie behandeld met daarin verwerkt veel voorbeelden uit de praktijk. Veel colleges worden door gastsprekers met diverse specialisaties verzorgd. Hierdoor zullen veel actuele onderwerpen en lopend onderzoek aan bod komen (zoals de epidemiologie van seksueel overdraagbare aandoeningen en bioterrorisme) De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: ■ ■ ■ ■

■ ■

wat is epidemiologie? Inleiding, definities en theoretische afbakening beschrijvende epidemiologie het opzetten van een studie Methodologie: epidemiologische maten, toetsen van hypothesen, interactie en confounding Moleculaire epidemiologie Diagnostiek: de betekenis van labwaarde, sensitiviteit en specificiteit, modellering van de epidemiologische drempelwaarde

In de seminars zal een gastspreker vertellen over lopend onderzoek op een specifiek gebied van de infectieziekten-epidemiologie zoals de epidemiologie van seksueel overdraagbare aandoeningen, tuberculose en Legionella Inleiding Geneeskunde Verscheidene colleges worden gegeven met medewerking van patiënten. Ieder die aanwezig is op college waaraan een patiënt meewerkt, is gebonden aan het medische beroepsgeheim. Deze colleges zijn dan ook uitsluitend toegankelijk voor studenten die zich voor Bio-medische Wetenschappen dan wel Geneeskunde hebben laten inschrijven. In het kader van de doelstelling worden de volgende onderwerpen behandeld: ontsteking, infectie en oncologie, waarbij de volgende onderwerpen aan de orde komen: Infectie: Bacteriële en virale infecties; Pathogenese-diagnostiek; Preventie-vaccinaties;

■ ■ ■

180



■ ■

Endotoxine shock: clinical trials; Werking van antibacteriële en antivirale middelen;

Ontsteking: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Algemene aspecten van ontsteking; Reumatoïde artritis; Histologie en röntgenologie van gewrichten; Cel en weefselbeschadiging; Onderzoek van synovitis, clinical trials artritis, diermodellen; Bloed en microcirculatie; Immuunsysteem, auto-immuunfenomenen, overgevoeligheidsreacties;

Oncologie: ■ ■ ■ ■ ■ ■

Solide tumoren; Oncogenese; Groei en differentiatie-stoornissen, basale oncologie Epidemiologie; Kankertherapie; Onderzoek van tumormarkers

Studievoorlichting: Informatie over de inhoud van de tweedejaars modules; hoe is de overgang naar het tweede jaar geregeld; informatie over de prestatiebeurs. Aanmelden

Via studieweb voor 10 april 2006

Hoorcollege epidemiologie

63 slu

Hoorcollege/klinisch college

132 slu

Werkcollege frontaal

7,5 slu

Werkcollege

13,5 slu

COO

10 slu

Studievoorlichting

1 slu

Extra studietijd

53 slu

Totaal

280 slu


Onderwijsvorm

Onderwijstijden

Het gedetailleerde rooster wordt in het moduleboek en op blackboard gepubliceerd.

181



Studiemateriaal

Verplicht aan te schaffen literatuur voor inleiding Geneeskunde: ■

■

■ ■

■

Moduleboek te verkrijgen bij de Dictatencentrale ca. € 11, afhankelijk van de inhoud van het moduleboek kan nog enige additionele tekst worden opgegeven. Deze wordt ruim van tevoren opgegeven. Physiology, 4e of 5e druk, R.M. Berne & M.N. Levy, 1998, ISBN 0 8151 0952-0, ca. € 60,- (verplicht in module 007) Functionele Histologie, Junquiera et al., ca. € 45,- (verplicht in module 007) Immunobiology, C.A. Janeway et. al., 2001, Churchill Livingstone, ISBN 0 4430 7098 9 (paperback), ca. € 53,- (ook verplicht in de volgende cursussen). T.b.v. het onderdeel Epidemiologie zal een syllabus (ca. € 5,-) worden uitgegeven, hierin is een lijst met aanbevolen literatuur opgenomen.

Aanbevolen literatuur: ■

Textbook of Medicine, R.L. Souhami, J. Moxham, 3de druk, 1997. Uitg. Churchill and Livingstone, ca. € 61,-.

Toetsvorm

Men is geslaagd als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Epidemiologie wordt afgesloten met een deeltentamen. Het onderdeel Inleiding Geneeskunde wordt d.m.v. tussentoetsen getoetst (zie rooster). Bij “Infectie” en “Ontsteking” betreft het een tussentoets met essay-vragen; bij “Oncologie” betreft het een multiple-choice toets. Het deelcijfer Inleiding Geneeskunde is het gewogen gemiddelde van de drie tussentoetsen, naar rato van het aantal studielasturen. Deze regeling van tussentoetsen geldt uitsluitend wanneer de module in periode 6 wordt gevolgd. Bij herkansingen wordt de gehele stof in één deeltentamen getentamineerd. De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: Epidemiologie 3.6 EC Inleiding Geneeskunde 6.4 EC Bijzonderheden

Locatie: Colleges: Anna's Hoeve gebouw IV, Kruislaan 314 of CWI, Kruislaan 415 of AMC Academisch Medisch Centrum (AMC), Meibergdreef 15.

182



009 Neuroanatomie, Moleculaire Biologie en Mathematische Modellen Vakcode

009

Studielast

10

Ingangseis

Deze cursus is bedoeld voor studenten van de opleiding Psychobiologie

Periode(n)

Moduleperiode IV (6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

drs. P. R. Assink, prof.dr. M.A. Haring, mw. prof.dr. M. Joels, mw. drs. C.C. Klumpers, prof.dr. A.M. de Roos, dr. M.J. Teixeira de Mattos (coördinator)

Inlichtingen

dr. M.J. Teixeira de Mattos telefoon: +31 20 5257066 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Psychobiologie

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Neuroanatomie, Moleculaire Biologie en Mathematische Modellen (009) Neuroanatomie Begrip van de globale opbouw van de hersenen bij vertebraten Inzicht in de drie-dimensionale aspecten van de hersenen van rat en mens Inzicht in de diversiteit van cellen in de hersenen Begrip van de methodes waarmee microstuctuur van de hersenen wordt bestudeerd Kennis van de vergelijkende aspecten van de neuroanatomie ■ ■ ■ ■ ■

■

■ ■ ■

Kennis van DNA, RNA, genstructuur en transcriptionele regulatie in microorganismen, planten en dieren Inzicht in de gen-expressie verschillen tussen de pro- en de eukaryote cel Begrip van de basale DNA recombinant technieken Basaal inzicht in genoverdrachts technieken bij micro-organismen, planten en dieren

Mathematische Modellen ■

■

■

Formuleren van mathematische modellen van (medisch) biologische systemen en processen met behulp van gewone differentiaal vergelijkingen. Analyse van de modellen door middel van wiskundig onderzoek naar de dynamiek, de mogelijke evenwichten en hun stabiliteit. Vertaling van wiskundige modellen naar computersimulaties en analyse van de modellen door middel van numerieke integratie.

183


Moleculaire Biologie



■

■

Vertaling van de gevonden analytische en simulatieresultaten naar biologische conclusies. Aansluitend op de vergaarde statistische kennis tijdens de modules 001 en 002 zullen eenvoudige correlatie- en regressietechnieken kunnen worden uitgevoerd.

Practicum ■ ■

Training in basale microbiologische en moleculair-biologische basistechnieken. Ontwikkelen van vaardigheden mbt het werken met (het genetisch materiaal van) micro-organismen, gegevensverwerking en verslaggeving

Inhoud

Neuroanatomie Allereerst zal stilgestaan worden bij de globale opbouw van de hersenen bij vertebraten. Hierbij worden zowel de macrostructuur als enkele systemen binnen de hersenen besproken. Belangrijk is tevens het vergelijkende aspect, in het bijzonder tussen mens en rat. Vervolgens wordt stilgestaan bij de diversiteit van cellen en hun functie binnen de zoogdier hersenen. Tenslotte wordt aandacht gegeven aan de wijze waarop cellen/ kernen met elkaar in verbinding staan en de methodes die gebruikt kunnen worden om dit aan te tonen. Naast een inleidend theoretisch kader zal de stof vooral practisch worden verwerkt. Hiervan maken een snijpracticum, microscopisch practicum en computer ondersteunend onderwijs deel uit. MoleculaireBiologie Opfrissen kennis DNA, RNA en genregulatie. Bekend raken met genstructuur en regulatie elementen in micro-organismen, planten en dieren. Beschrijving van promoter, terminator, intron, exon en hun fysieke kenmerken. Uitgebreide kennismaking met recombinant DNA technieken en de enzymen die hierbij een rol spelen. Bespreking van cloneringsvectoren voor micro-organismen, planten en dieren. In detail zullen de technieken voor het maken van transgene organismen worden besproken, alsmede hun toepassingen in de industrie, landbouw en de geneeskunde. Practicum Er wordt kennis gemaakt met enkele belangrijk groepen van micro-organismen en kweekmethoden, Veilige Microbiologische Technieken en de praktijk van steriel werken, enten, kleuren, pasteurisatie en sterilisatie. Enkele basale technieken (kloneren) van de moleculaire biologie worden uitgevoerd met een door de student zelf geïsoleerde en opgekweekte bacteriesoort. Voorbereiding Mathematische Modellen In de eerste weken van de module zijn twee dagdelen ingeroosterd voor herhaling van relevante wiskunde B stof ("bijspijker" werkcolleges). Tijdens het eerste bijspijkerwerkcollege worden ook enkele oefensommen met antwoorden uitgedeeld.

184



Mathematische Modellen Allereerst zullen algemene begrippen geïntroduceerd worden die nodig zijn om de dynamiek van een biologisch systeem te beschrijven. Hiertoe behoren o.a. de begrippen balansvergelijking, toestand, (on)afhankelijke variabelen, parameters, grootheden en dimensies. Vervolgens zullen modellen geformuleerd worden in termen van differentiaalvergelijkingen voor o.a. exponentiële en logistische populatiegroei, de dynamiek van de glucoseconcentratie in het bloed en de groei van micro-organismen in zowel batchcultuur als in een chemostaat. Tenslotte zullen analytische en grafische methoden worden besproken, waarmee de geformuleerde modellen kunnen worden onderzocht. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm Neuroanatomie Hoor/werkcolleges: 7 uur Praktikum 5 dagdelen

21 slu 20 slu

Moleculaire Biologie Hoorcolleges: 18 uur (incl. opdrachten)

54 slu

Practicum 8 dagdelen

32 slu

Hoor/werkcolleges

90 slu

1 dagdeel bijspijkeren

4.5 slu

7 dagdelen practicum

28 slu

Extra studietijd

30 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt door de modulecoördinator bekend gemaakt. Studiemateriaal

Neuroanatomie: Handleiding/ klapper (ca. € 10,-) Moleculaire Biologie: boek wordt nog bekend gemaakt.

185


Mathematische Modellen Er wordt gewerkt met groepen van maximaal 50 studenten, die een rooster doorlopen van dagdelen bestaande uit 1 uur hoorcollege, gevolgd door 2 uur werkcollege mathematische modellen. Verder zijn er computerpractica modelsimulatie in STELLA resp. in Excel. De studielast is als volgt opgebouwd:



Mathematische Modellen: klapper (kosten ca. € 10,-). Voor het practicum simulatie is een handleiding in de klapper opgenomen. Toetsvorm

De onderdelen worden in 3 deeltentamens getoetst: het deeltentamen Moleculaire Biologie, het deeltentamen Neuroanatomie en het deeltentamen Mathematisch Modellen. Men is geslaagd voor het theoretisch deel van de module als het gewogen gemiddelde voor de 3 deeltentamens 6,0 of meer bedraagt en geen der deelcijfers lager is dan 5,0. Weegfactor Neuroanatomie : Moleculaire Biologie : Mathematische modellen = 1 : 1 : 1 Toetsing van het praktische deel bestaat uit een practicumtoets over de stof behandeld tijdens de werkcolleges Mathematische Modellen en bewezen aktieve deelname aan de praktika Moleculaire Biologie en Neuroanatomie. Deelname aan alle practica is verplicht. Bijzonderheden

Locatie: plenaire colleges: collegezaal, gebouw IV of CWI (grote collegezaal, Kruislaan 415); practicum Neuroanatomie: AMC; overige activiteiten: Anna’s Hoeve,

186



010/011A Inleiding in de cognitieve en biologische Psychologie Vakcode

010/011A

Studielast

20

Periode(n)

Moduleperiode V Moduleperiode VI (27 maart 2006 t/m 7 juli 2006, deze module beslaat twee perioden!)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Onderwijsinstituut Psychologie (FMG)

Docent(en)

mw. drs. S.C. Witteveen (coördinator)

( en docenten van de opleiding

Psychologie) Inlichtingen

mw. drs. S.C. Witteveen telefoon: +31 20 5257718 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

leerdoelen van de cursus Inleiding in de cognitieve en biologische Psychologie (010/011a): ■ ■

■

Het verwerven van de basiskennis van de cognitieve en biologische psychologie; Het verwerven van inzicht in de methodologische problemen die kunnen kleven aan psychologisch onderzoek; Het verwerven van schriftelijke en mondelinge presentatievaardigheden.

Inhoud

Module 010a is te verdelen in drie onderdelen:

Psychofysiologie Wat zijn de fysiologische, evolutionaire en ontwikkelingsmechanismen verantwoordelijk voor denken en gedrag? Dat is de essentiele vraag die de psychofysiologie zich stelt. In de cursus zullen de biologische grondslagen van onder andere ontwikkelingsprocessen, aandacht, motoriek, waarneming, geheugen, emotie, slaap, taal, stress en psychopathologie behandeld worden.

187


Functieleer In deze cursus wordt een inleiding gegeven in de psychologische functieleer. Deze discipline bestudeert algemeen menselijke functies zoals waarnemen, leren, geheugen, redeneren en taal. Veel vragen die empirisch onderzocht worden, vinden hun bron in eeuwenoude filosofische vragen over de aard van onze kennis, hoe we deze verwerven, hoe deze zich ontwikkelt en hoe deze gebruikt wordt. Om inzicht te krijgen in deze vragen zijn er in de loop van de jaren vele soorten taken ontwikkeld die specifieke psychologische functies bestuderen. De cursus geeft inzicht in de meest gangbare cognitief psychologische theorieën en de methoden en technieken om deze te bestuderen.



Methoden van onderzoek Deze cursus geeft inzicht in de mogelijkheden, beperkingen en problemen van het wetenschappelijk onderzoek in de psychologie. Hierbij zal ingegaan worden op de opzet en analyse van empirisch onderzoek, waarbij de nadruk valt op de ambachtelijke en technische aspecten van het wetenschapsbedrijf. Het ontwerpen van experimenten en quasi-experimenten en pogingen om het hoofd te bieden aan interpretatieproblemen van onderzoeksresultaten vormen de belangrijkste thema’s. Module 011a Module 011 bestaat uit het vak Evolutionaire Psychologie (EP). EP benadert psychologische vragen vanuit een evolutionair perspectief. Dit houdt in dat bepaalde vragen worden gesteld, die in andere benaderingen niet of nauwelijks aan de orde komen en dat andere vragen blijven liggen die juist door andere subdisciplines worden gesteld. Zo houdt de EP zich nauwelijks bezig met de beschrijving van biologische mechanismen die het humane gedrag kunnen verklaren, maar zij stelt daarentegen de vraag waarom een humaan mechanisme is ontstaan. Dat wil zeggen, zij vraagt zich af welke selectiedrukken er in het verleden geweest zijn en tot welke oplossingen die geleid moeten hebben. Vervolgens wordt gekeken of een bepaalde oplossing thans bij mensen ook aantoonbaar is Aanmelden

Via studieweb voor 13 februari 2006 Onderwijsvorm

Het onderwijs in module 010a bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en practica, het onderwijs in module 011a bestaat uit hoorcolleges. Bij de werkcolleges en practica van module 010a is de aanwezigheid van de student verplicht. Hoorcolleges: Voor alle vakken zijn er hoorcolleges van twee uur. De collegestof is tevens tentamenstof. Werkcolleges: Het eerste deel van het werkcollege zal er een referaat gehouden worden over een zelf gekozen onderzoeksartikel. In het tweede deel zal de bestudeerde stof door middel van video’s, casuïstiek, discussies en testjes verder geïllustreerd worden. Onderdeel van de werkgroep is het opzetten van een eigen experiment dat in kleine groepen wordt uitgevoerd. De laatste zitting zullen de onderzoeksgroepen schriftelijk en mondeling verslag doen. Een ander onderdeel is het schrijven van een literatuurverslag. Voor dit verslag kan uit literatuur over drie verschillende onderwerpen gekozen worden Hoorcolleges

144 slu

Werkcolleges

96 slu

Zelfstudie

320 slu

Totaal

560 slu

188



Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de cursus bekendgemaakt op blackboard. Studiemateriaal


■

■

■

Voor Functieleer: Ashcraft, M. H. (2002). Cognition. (3e ed.) Upper Saddle River, NJ: Prentice Hall. ISBN 0-13-030729-7. (ca. € 55,-) Voor Psychofysiologie: Kalat, J. (2004). Biological Psychology (8e ed.) Belmont, CA: Wadsworth/Thompson Learning. ISBN 0-534-58816-6 (ca. € 55,-) Voor Methoden van Onderzoek: Zechmeister, J. S., Zechmeister, E. B. & Shaughnessy, J. J. (2001). Essentials of Research Methods in Psychology. Boston: McGraw-Hill. ISBN 0-07-238815-3 (€ 29,95). Voor Evolutionaire Psychologie: Buss, D.M. (1999). Evolutionary psychology: The new science of the mind, 2nd edition. ISBN 02-0519-358-7. (ca €59,45)

Toetsvorm

De toetsing zal bestaan uit individuele schriftelijke deeltentamens. De vakken van module 010a zullen bij de eerste kans in twee delen getoetst worden. Het cijfer over deze twee delen vormt het deelcijfer voor de module. Bij de tweede en derde kans zal de stof in haar geheel getentamineerd worden. Module 010a: 14 EC Deelcijfer I

Functieleer

Dellcijfer II

Methoden van Onderzoek

1/3 1/3

Deelcijfer III

Psychofysiologie

1/3

Module 011a: 6 EC 100%

Men is geslaagd als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Voor module 010a geldt dit voor alledrie de deelcijfers. Ook moet aan de aanwezigheidsplicht van de werkcolleges en practica zijn voldaan en dienen de opdrachten van de werkcolleges en practica met een voldoende te zijn afgesloten. Bij module 010a kan een bonus van 0.5 punt bij het modulecijfer verdiend worden als het cijfer voor de schrijfopdracht en het eigen onderzoek gemiddeld een 8 of hoger bedraagt. Bijzonderheden

De beide modules lopen parallel in de tijd. De modules behelzen samen ongeveer 12 contacturen in de week. Van studenten wordt verwacht dat ze de overige tijd zelfstandig de literatuur behorende bij de hoorcolleges bestuderen en de opdrachten voor de werkcolleges en practica maken. Locatie: Afdeling Psychologie, FMG Roeterstraat 15, 1018 WB Amsterdam

189


Evolutionaire Psychologie



5.2

Modules tweede en derde jaar

282A Beroepsethiek voor Biologen, Bio-medische wetenschappers en Psychobiologen Vakcode

282A

Studielast

4

Ingangseis

n.v.t

Periode(n)

Moduleperiode IV (Moduleperiode III (tweede studiejaar, Biologen uit de afstudeerrichting Ecologie en Biodiversiteit) alternerend gegeven van 5 t/m 23 december 2005 en van 16 januari t/m 3 februari 2006.) Moduleperiode VI (Moduleperiode IV (tweede studiejaar, Psychobiologen, Biomedische wetenschappers, Biologen uit de afstudeerrichting MCB en BI) alternerend gegeven van 6 februari t/m 24 februari 2006 en van 6 maart t/m 24 maart 2006. )

Onderwijsinstituut


Docent(en)

drs. H.J. Bout (coördinator)

Inlichtingen

drs. H.J. Bout

(worden nader bekend gemaakt)



Leerdoel

Leren herkennen van morele problemen Leren een weloverwogen oplossing te formuleren voor deze problemen Kennis krijgen over principes en normen die richtinggevend zijn voor het handelen van biologen in hun beroepspraktijk Inhoud

Wel eens getwijfeld over of je die dierproef nu wel of niet moest doen? Weet je ook niet meer of je die veldproeven nu toelaatbaar vindt of niet? Ook wel eens gemerkt dat het soms onmogelijk lijkt om mensen uit te leggen wat het belang is van het gebruik van ‘rest-embryo’s’ voor wetenschappelijk onderzoek? Moet je in Zaïre een ander soort bioloog zijn dan in Nederland? En wat is er nou zo problematisch aan biologische verklaringen voor menselijk gedrag? Het zijn allemaal vragen waar je misschien al eens voor hebt gestaan en die een appèl doen op je morele houding als bioloog. In deze cursus zul je in vogelvlucht kennis nemen van belangrijke morele principes voor de beroepspraktijk van biologen. Daarnaast zul je een aantal veel voorkomende morele problemen en discussies omtrent het werken als bioloog nader bekijken en ga je leren een dilemma systematisch te analyseren, een moreel beraad te voeren en een morele argumentatie op te zetten.

190



Het hogere doel van deze cursus is dat je in de toekomst niet meer overrompeld zult worden door de morele aspecten van je werk en dat je handvatten mee hebt gekregen om deze problemen en vragen aan te pakken. Aanmelden ■

■

Biologen uit de afstudeerrichting Ecologie en Biodiversiteit: via studieweb voor 24 oktober 2005 Bio-medische wetenschappers, Psychobiologen en Biologen uit de afstudeerrichting MCB & BI: via studieweb voor 26 december 2005

Let op: Je moet je gelijktijdig voor de module Beroepsethiek (282) en de 290A/P Miniscriptie (pag. 192) (6 EC) aanmelden! Onderwijsvorm

In dit college zal gebruik gemaakt worden van verschillende onderwijsvormen die je kennis en vaardigheden bijbrengen. Zo wordt er gebruik gemaakt van hoorcolleges, werkcolleges, films, simulatiespelen en van presentaties door medestudenten (eventueel gastcolleges door uitgenodigde gastsprekers). Daarnaast zal een dilemmatraining onderdeel uitmaken van de cursus. Onderwijstijden

Rooster wordt bekend gemaakt ± 4 weken voor aanvang van het college. Studiemateriaal

Syllabus: € 10,Boek: “Ethiek in praktijk”, L.L.E. Bolt, M.F. Verweij, J.J.M. van Delden. 4e geheel herziene druk, 2003. ISBN: 90 232 3835 4 Aantal deelnemers Toetsvorm

Weegfactoren: Schriftelijk tentamen: 70% Groepsopdracht: 30% Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: wordt bekend gemaakt ± 4 weken voor aanvang van het college.

191


100; 20 studenten per groep



290A/P Miniscriptie Vakcode

290A/P

Studielast

6

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)

Moduleperiode IV (Moduleperiode III (tweede studiejaar, Biologen uit de afstudeerrichting Ecologie en Biodiversiteit) alternerend gegeven van 5 december 2005 t/m 13 januari 2006 en van 11 januari t/m 3 februari 2006.) Moduleperiode VI (Moduleperiode IV (tweede studiejaar, Psychobiologen, Biomedische wetenschappers, Biologen uit de afstudeerrichting MCB en BI) alternerend gegeven van 6 februari t/m 3 maart 2006 en van 27 februari t/m 24 maart 2006. )

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen (SILS) Onderwijsinstituut Psychologie (FMG)

Docent(en)

dr. R.W.M. van Soest (coördinator), dr. J.C. van der Spek (coördinator), drs. T. de Vries (coördinator)

(Dr. H. van der Spek: coördinator voor Bio-medische

wetenschappers en Biologen uit de afstudeerrichting MCB en BI. Dr. R. W.M. van Soest: coördinator voor de Biologen. Drs. T.J. de Vries: coördinator voor de Psychobiologen. ) Inlichtingen

Onderwijsbalie Biologie telefoon: +31 20 5257945 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

De student is in staat: ■

■

■

■

■

Een samenvattende, duidelijke en logisch opgebouwde tekst in het engels te schrijven over een actueel onderwerp op het gebied van de leerstoelgroep aan de hand van een beperkt aantal artikelen uit de literatuur van het vakgebied. Over het geschrevene een wetenschappelijke gedachtenwisseling te voeren en heeft daartoe de benodigde kennis op het betreffende gebied paraat alsmede inzicht in algemene biologische principes op het vakgebied. Een kritische analyse te geven van hetgeen over een onderwerp in de literatuur wordt vermeld. Eigen inzichten of stellingname m.b.t. actuele discussiepunten beargumenteerd te verwoorden. Literatuur op te zoeken

192



Inhoud

Biologie en Bio-medische wetenschappen Bij aanvang van de miniscriptie wordt startliteratuur en een kleine handleiding voor het schrijven van een scriptie uitgedeeld. In de handleiding staan de volgende punten vermeld: het tijdschema; de opzet van de scriptie; de beoordelingscriteria; enkele wenken voor het schrijven van een scriptie. Psychobiologie De onderwerpen voor de miniscriptie worden beschreven in de onderwerpencatalogus die rond december/januari ligt bij de onderwijsbalie Biologie, kruislaan 318. Er worden een aantal keuzes uit de catalogus opgegeven. Hierover wordt van te voren nog bericht gegeven. Aanmelden ■

■

Biologen uit de afstudeerrichting Ecologie en Biodiversiteit via studieweb voor 24 oktober 2005 Bio-medische wetenschappers, Biologen uit de afstudeerrichting MCB & BI en Psychobiologen via studieweb voor 26 december 2005

282A Beroepsethiek voor Biologen, Bio-medische wetenschappers en Psychobiologen (pag. 190) (4 EC) Let op: Je moet je gelijktijdig voor de Miniscriptie (290) en voor 282A Beroepsethiek voor Biologen, Bio-medische wetenschappers en Psychobiologen (pag. 190) (4 EC) aanmelden Onderwijsvorm

Studiemateriaal

Biologie en Bio-medische wetenschappen: Boekje: Het schrijven van een leesbare scriptie, W. Oosterbaan. Serie Studeren NRC Handelsblad. Te verkrijgen bij Congo. Kosten ca. € 2,-. Daarnaast vaktijdschriften en boeken, aanwezig in de bibliotheek Psychobiologie: Handleiding bij de VRT-1 en VRT-2 onderdelen, verkrijgbaar bij de VSPA boekenbalie, Roetersstraat. Daarnaast vaktijdschriften en boeken, aanwezig in de PiersonRévèszbibliotheek Aantal deelnemers

n.v.t.

193


De miniscriptie wordt geschreven onder begeleiding van docenten verbonden aan het SILS, IBED en de afdeling Psychologie FMG. De miniscriptie moet afgerond zijn voordat aan de masterfase wordt begonnen.



Toetsvorm

Biologie en Bio-medische wetenschappen De beoordeling vindt plaats op basis van de miniscriptie en op basis van de gedachtenwisseling daarover tijdens de bespreking van de scriptie. Bij sommige vakgroepen kan een voordracht voor de studenten en enkele stafleden van de vakgroep gehouden worden. Psychobiologie Bij een onvoldoende beoordeling van de eindversie wordt een aanvullende opdracht gegeven. De scriptie dient, inclusief eventueel aanvullende opdrachten tijdig afgerond en als voldoende beoordeeld te zijn. Is dit niet het geval dan heeft men niet voldaan aan de verplichtingen voor deze cursus en dient men de cursus opnieuw te volgen. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Biologie en Bio-medische wetenschappen: FNWI, Anna’s Hoeve, Kruislaan Psychobiologie: FMG afdeling Psychologie, Roetersstraat Let op: De miniscriptie dient in het Engels geschreven te worden

194



ECDO Onderwijsaanbod Expertisecentrum Duurzame Ontwikkeling Vakcode

ECDO

Studielast

24 (afhankelijk van het gevolgde onderdeel kan de studielast variëeren tussen 5-24

Ingangseis

Het Expertisecentrum Duurzame Ontwikkeling biedt het komende studiejaar

EC) verschillende keuzemodules (waaronder een interdisciplinaire minor) aan op het gebied van duurzame ontwikkeling. Alle modules zijn open voor studenten van alle faculteiten van alle hogescholen en universiteiten. Het eerste studiejaar dient op z’n minst te zijn gehaald. Ook is het mogelijk om een stage op het gebied van duurzame ontwikkeling via het ECDO te doen. Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Expertisecentrum Duurzame Ontwikkeling (ECDO)

Inlichtingen

dr. JBF van Zonneveld telefoon: +31 20 5256234 [email protected]

Onderdeel van

Masterprogramme General Biology (pag. 97) Masterprogramme Medical Biology Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie

Inhoud

Vrije keuzemodules op het gebied van duurzame ontwikkeling

Inleiding Duurzame Ontwikkeling - 12 EC Looptijd: 5 september - 21 december Contactdagen: maandag en woensdagochtend van 9.15 tot 13.00 In multidisciplinair samengestelde werkgroepen bediscussieer je het concept duurzame ontwikkeling naar aanleiding van literatuur. Verschillende gastsprekers belichten vanuit hun discipline en invalshoek hun visie. Tot slot voer je samen met je werkgroep een korte onderzoeksopdracht uit op gebied van duurzame ontwikkeling voor een organisatie. European Virtual Seminar - 5 EC half oktober 2004 - eind januari 2005, Contactdagen: zelf in te plannen, geen vaste tijden

195


Duurzame Ontwikkeling Duurzame ontwikkeling gaat over meer dan het milieu alleen. Het gaat om de ecologische, sociale en economische consequenties van ons handelen. Niet alleen ‘hier en nu’, maar ook ‘daar en later’. Bij duurzame ontwikkeling gaat het om een voortdurend zoeken naar evenwicht en integratie van die verschillende aspecten. Het streven naar een duurzame samenleving vraagt om maatschappelijke en technologische vernieuwing, die alleen gerealiseerd kan worden als mensen daarop toegerust zijn.



Samen met studenten uit andere Europese landen voer je via internet een onderzoeksopdracht uit op het gebied van duurzame ontwikkeling en de uitbreiding van de EU. Onderzoeksthema’s kunnen zijn: landbouw, water, planning en energie. Werken aan Duurzame Onwikkeling in NL - 24 EC Looptijd: 6 februari – 12 mei 2006 In deze module voer je in een multidisciplinair en intercultureel samengestelde groep een onderzoek uit naar een thema in de praktijk. De probleemstelling is afkomstig van een maatschappelijke organisatie, bedrijf of overheidsinstantie in Nederland die behoefte heeft aan dit onderzoek en ook een rol speelt in de beoordeling. In samenwerking met studenten uit Benin (West-Afrika) en mogelijk ook uit Brazilië. In elk geval zal in één van de groepen aan het thema ‘duurzaam toerisme’ gewerkt worden. Stages Duurzame Ontwikkeling in NL en buitenland Het ECDO kan je begeleiden bij een stage op het gebied van duurzame ontwikkeling in binnen- en buitenland. Heb je zelf ideeën en een eventuele stageplek en wil je je graag laten begeleiden door iemand met kennis op het gebied van duurzame ontwikkeling, neem dan gerust contact op. Of kijk op www.uva.nl/ecdo of www.noord-zuid.nl voor concrete stageplaatsen in Nederland, maar ook in Brazilië, Ghana en Benin (W-Afrika). Meer informatie vind je op www.uva.nl/ecdo of bel 020- 525 5292 Aanmelden

Het Expertisecentrum Duurzame Ontwikkeling vind je in Gebouw B, 3.15. Telefoonnummer: 020-5255292 Adres: Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam Projectcoördinator: Hans van Zonneveld, [email protected] Bijzonderheden

Voor meer informatie over de keuzevakken van ECDO, zie: http://www.cms.uva.nl/ecdo/onderwijs.cfm

196



GE201 Algemene anatomie en fysiologie van de mens Vakcode

GE201

Studielast

10

Ingangseis

SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) gevolgd hebben

Periode(n)

Moduleperiode IV (tweede studiejaar, 6 februari t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Faculteit der Geneeskunde (AMC)

Docent(en)

dr. R.J. Oostra, prof.dr J.H. Ravesloot

Inlichtingen

dr. P.E.M.H. Habets

(en gastdocenten)


Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Psychobiologie

Leerdoel

Leerdoelen van de module Algemene anatomie en fysiologie van de mens (GE201) : ■ ■ ■

Inzicht in de algemene bouw en ontwikkeling van het menselijk lichaam Inzicht in de algemene fysiologie van het menselijk lichaam Kennis van verschillende anatomische en fysiologische meetmethoden en onderzoekstechnieken

Inhoud

Het onderwijs in deze module is gegroepeerd in een vijftal thema’s:


1. Basale anatomische en fysiologische principes en technieken (o.a. bouwplan, regelsystemen, allometrie en reconstructie) 2. Luchtwegen en ademhaling 3. Hart, bloedvaten en circulatie 4. Spijsvertering, urogenitaal systeem en endocrinologie 5. Baansystemen, perifeer zenuwstelsel en bewegingsapparaat In het kleinschalig onderwijs (werkcolleges, practica etc.) zullen de onderwerpen die tijdens de hoorcolleges aan bod komen verder uitgediept worden. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm

Het contact-onderwijs omvat hoorcolleges en kleinschalige onderwijsvormen (werkcolleges, werkgroepen en practica). De practica zijn verplicht. De overige contacturen zijn facultatief maar worden onontbeerlijk geacht voor een goed begrip van de te tentamineren studiestof.

197



Hoorcolleges

191 slu

Practica/werkcolleges

25 slu

Literatuurstudie

24 slu

zelfstudie en tentamen

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt bij aanvang verstrekt Studiemateriaal ■ ■

■

■ ■

Silverthorn DU (ed). Human Physiology. An Integrated Approach. 3rd ed., ca. €140,Fritsch H, Kühnel W. Sesam Atlas van de Anatomie, deel 2: Inwendige organen, 16de druk, 2002, ca €25,Kahle W. Sesam Atlas van de Anatomie, deel 3: Zenuwstelsel en zintuigen, 16de druk, 2001, ca €25,syllabus, ca €10,Aanbevolen naslagwerken: Netter FH. Atlas of Human Anatomy, 2nd ed., €100,-

Aantal deelnemers

150 Toetsvorm

De precieze toetsvorm wordt aan het begin van de module bekend gemaakt. Bijzonderheden

Locatie: AMC

198



GE301A Klinische Genetica Vakcode

GE301A

Studielast

10

Ingangseis

behaald hebben: SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T

Periode(n)

Moduleperiode I (derde studiejaar, 6 september 2005 t/m 21 oktober 2005)

Onderwijsinstituut


(pag. 257) (8 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

dr. M. Kool (coördinator), prof.dr N.J. Leschot, dr. L.J. Valentijn (coördinator), prof. dr. R. Versteeg

Inlichtingen

(en gastdocenten)

dr. M. Kool telefoon: +31 20 5665170 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Klinische Genetica (GE301a) : ■

■

■ ■

■

■

■

Inhoud

Genetica is een brede discipline en speelt een belangrijke rol in vele verschillende ziekten. Om een goed beeld te krijgen van alle aspecten van genetica in relatie tot humane ziekten, is voor een thematische opzet van de cursus gekozen. Er zijn drie hoofdthema’s: 1. Colon kanker: Een model waarin de nieuwste ontwikkelingen in biomedische wetenschappen aan bod komen: zowel de moleculair genetische, celbiologische en klinische aspecten worden behandeld, maar ook de psychosociale en maatschappelijke dilemma’s. Topics zijn kliniek, diagnostiek, geassocieerde erfelijke syndromen,

199


■

Inzicht in de genetica van groei en ontwikkeling en de hierbij optredende ziekten: erfelijke/ aangeboren afwijkingen, familiaire tumoren en sporadische tumoren. Inzicht in de gemeenschappelijke moleculaire pathways die bovengenoemde ziekten veroorzaken Inzicht in de rol van deze processen in erfelijke en sporadische colon tumoren Inzicht in het proces rond colon tumoren in een academisch ziekenhuis: diagnose, behandeling, erfelijkheidsadvisering, counseling, DNA diagnostiek, fundamenteel onderzoek, experimentele moleculair-gerichte therapieën. Inzicht in de klinische implicaties voor dragers van genetische aandoeningen Inzicht in de ethische problemen die kunnen ontstaan bij het klinisch-genetisch onderzoek en de erfelijkheidsadvisering door artsen en andere hulpverleners Inzicht in de het Human Genome Project en de daaruit voortgekomen technieken zoals micro-arrays en bio-informatische analyses. Het kunnen beoordelen van artikelen op het terrein van de klinische genetica en fundamentele humane genetica



multistep carcinogenese model, moleculaire pathways in ontwikkeling en kanker zoals de Wnt-APC, Hedgehog, Myc, TGF/Smad en HNPCC pathways, counseling, DNA diagnostiek, populatiescreening, nieuwe technologieën van het Human Genome Project zoals SAGE en micro-arrays, diermodellen en ten slotte innovatieve therapie mogelijkheden. 2. Gezamenlijke oorzaken van erfelijke ontwikkelingsstoornissen en kanker: beiden worden vaak door dezelfde genen in een paar belangrijke moleculaire pathways veroorzaakt. 3. Wat is genetica in de setting van een academisch ziekenhuis? Hoe werken de verschillende disciplines samen in onderzoek, diagnostiek etc. Doel is de studenten kennis te laten maken met de dynamiek van een instelling waar patiëntenzorg en onderzoek samengaan. Naast deze thematische opzet, is er ruime aandacht voor algemene aspecten van klinische genetica. Aan bod komen basisbegrippen op gebied van genlocalisatie en overerving, erfelijkheidsadvisering gericht op eigen leven en op nakomelingen, DNA diagnostiek, prenatale diagnostiek en ethische dilemma’s. Referaat Het houden van een referaat over een artikel uit de klinisch-genetische wetenschappelijke literatuur (individueel). Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005 Onderwijsvorm Hoorcolleges

220 slu

Werkcolleges

60 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Studiemateriaal

Wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Aantal deelnemers

Maximaal 30 studenten Toetsvorm

Individuele beoordeling op basis van: 1. het tentamen met essayvragen, 2. presentatie van het referaat. De weegfactoren voor het eindcijfer zijn: - Tentamen: 85% - Referaat:15%

200



Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger is dan 6,0 en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: AMC


201



GE302A Medische Microbiologie; Bacteriologie, Virologie en Parasitologie Vakcode

GE302A

Studielast

10

Ingangseis

SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC) en

Periode(n)


Onderwijsinstituut


SI215 Immunologie TP (pag. 260) (6 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

dr A. Bart, dr M. Beld, dr. A. van der Ende, dr T. van Gool, mw. dr Y. Pannekoek, dr R. Peek, dr. H. Zaaier, dr. S.A.J. Zaat (coördinator)

Inlichtingen

dr. S.A.J. Zaat telefoon: +31 20 5664863 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Medische Microbiologie; Bacteriologie, Virologie en Parasitologie (GE302): Theorie Kennis van de verschillende soorten infectieziekten en enkele karakteristieke verwekkers, traditionele en moderne diagnostiek, mechanismen van pathogenese van microbiële infecties, interactie met de gastheer, afweermechanismen van de gastheer, de wijze van infectie en transmissie, en mogelijkheden tot preventie. Praktijk De student moet de behandelde onderzoeksmethoden en begrippen uit de medische microbiologie en epidemiologie kunnen toepassen. Hieronder vallen: Basistechnieken: werken en omgaan met pathogene micro-organismen, microscopie; Analyse technieken; moleculair biologisch, immunochemisch, histochemisch, biochemisch Inhoud

Colleges Bacteriologie: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Moleculaire epidemiologie van infectieziekten Antimicrobiële middelen Virulentiefactoren betrokken bij kolonisatie Afweermechanismen op het lichaamsoppervlak Afweermechanismen van weefsels en bloed, en vaccins Mechanismen van virulentie: exotoxines Regulatie van de expressie van virulentiegenen

Practicum Bacteriologie:

202



■ ■ ■ ■ ■ ■

Klassieke en moderne diagnostiek van bacteriële infecties Resistentie tegen antimicrobiële middelen Klonale analyse van bacteriën Samenstelling van buitenmembraaneiwitten Buitenmembraaneiwitten, beschermende antistoffen, en vaccinontwikkeling Bacteriële hechting en toxinewerking - Regulatie expressie virulentie

Colleges Virologie: ■ ■ ■ ■ ■

Inleiding in de animale virologie Virale oncogenese Retrovirussen Cytomegalovirus en Epstein-Barr virus Herpes Simplex Virus en Varicella Zoster Virus

Practicum Virologie: ■

■

■ ■

■ ■

Parasitologie: ■ ■ ■ ■ ■

Inleiding parasitologie en parasitisme Epidemiologie Pathogenese Hygiënisme en economische betekenis Diagnostiek en bestrijding van medisch belangrijke dierlijke parasieten.

Practicum Parasitologie: ■

■ ■

Identificeren van de meest voorkomende medisch belangrijke parasieten: morfologische diagnostiek Enkele serologische onderzoekmethoden Het volgen van een ontwikkelingscyclus (bijvoorbeeld coccidiën, mijnwormen) het begrip prepatentie

203


■

Virus-geïnduceerd cytopathologisch effect (cpe) en de remming door antivirale middelen Diagnosticeren van een diarrhee-virus, Humaan Rotavirus, d.m.v. extractie van het gesegmenteerde dubbelstrengs-RNA genoom uit faeces, gevolgd door gelelectroforese Isolatie van Adenovirus-DNA: Vergelijking van twee lysis condities Gaat de inductie van onmiddellijk vroege genen van CMV gepaard met apoptose of juist niet? Het aantonen van EBV DNA in wangepitheelcellen Polymerase Chain Reaction (PCR); haar kracht & haar “zwakte”: detectie van Adenovirus DNA op het nivo van enkele moleculen in een vijandige omgeving Polymerase Chain Reaction: het gebruik van Uracil-N-glycosylase in de PCR Colleges



■

Bestudering van pathogeniteit van parasieten

Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005 Onderwijsvorm

Hoorcolleges, practicum. In hoorcolleges wordt de leerstof behandeld. Er wordt gebruik gemaakt van dia's en overhead ter illustratie. Hoewel van enkele onderwerpen syllabi worden uitgereikt, wordt van de studenten verwacht, dat zij zelf dictaat maken. Er is gelegenheid tot het stellen van vragen. Ieder practicumonderdeel wordt voorafgegaan door een korte inleiding. Aan de hand van deze inleiding en de practicumhandleiding worden in groepjes of zelfstandig de handelingen uitgevoerd waarbij assistentie aanwezig is. Wanneer het practicumonderdeel het karakter heeft van een proef wordt verwacht, dat de gegevens worden genoteerd en weergegeven in de vorm van tabellen en grafieken. Aan het eind van een dergelijk onderdeel worden de resultaten groepsgewijs besproken. Hoorcollege

30 slu

Practicum

130 slu

Literatuurstudie

32 slu

Eigen project

48 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

1,5 week: virologie 3 dagen parasitologie 1,5 week bacteriologie 1 week: zelfstudie, af te sluiten met tentamen 2 dagen literatuurstudie/opstellen eigen project over door leiding aangegeven vraagstelling 1 week uitvoeren eigen project 1 week schriftelijke rapportage project en afsluitende presentatie op laatste dag Studiemateriaal

Laboratoriumjas Aantal deelnemers

Minimaal 18 en maximaal 20 studenten Toetsvorm

De op college behandelde stof wordt getentamineerd samen met de theoretische achtergrondkennis opgedaan tijdens het practicum met behulp van essayvragen. Aanwezigheid bij colleges en op het practicum is verplicht. De kennis wordt getoetst

204



tijdens het tentamen (75%) en door middel van het eigen project (25%). Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: AMC (exacte plaats wordt door modulecoördinator bekend gemaakt)


205



GE303A Anatomie en Ontwikkelingsbiologie Vakcode

GE303A

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)

Moduleperiode II (derde studiejaar, 24 oktober 2005 t/m 2 december 2005)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr M.J.B. van den Hoff, drs K.H. de Jong (coördinator), prof.dr A.F.M. Moorman, dr. R.J. Oostra

Inlichtingen

drs K.H. de Jong telefoon: +31 20 5664920 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Aan het einde van de module Anatomie en Ontwikkelingsbiologie (GE303a) heeft de student kennis van en inzicht in: ■

■

de topografische anatomie van borst-, buik- en bekkenorganen van de mens en de ontwikkeling van deze organen; de moleculair-biologische achtergronden van de ontwikkeling van hart en vaten, alsmede de consequenties hiervan voor de morfogenese, met aandacht voor de hieruit te verklaren aangeboren afwijkingen.

Inhoud

Topografische anatomie en embryologie van de organen van borst, buik en bekken van de mens (hoorcollege, werkcollege en practicum); basisprocessen van de ontwikkelingsbiologie bestudeerd aan de morfogenese van het hart en de grote vaten, alsmede de teratologie hiervan (hoorcollege, werkcollege en practicum); met de kennis van bovenstaande elementen: het schrijven van een onderzoeksvoorstel voor een onderzoek op het gebied van hartontwikkeling. Tijdens deze module zal gewerkt worden met kippenembryonen. Aanmelden

Via studieweb voor 12 september 2005 Onderwijsvorm Hoorcolleges

100 slu

Practicum/ werkcollege

140 slu

Presentatieopdracht

40 slu

Totaal

280 slu

206



Onderwijstijden Week 1, 2 en 3 :

Anatomie en embryologie van de borst-, buik- en bekkenorganen.

Week 3 en 4 :

Basisprocessen ontwikkelingsbiologie.

Week 5

:

Zelfstudie en tentamen.

Week 6

:

Presentatie opdracht.

Studiemateriaal

Aanbevolen: ■ ■

■

■

Syllabus ( ca. € 10,-) H. Leonardt, Sesam atlas van de Anatomie, deel 2 (Inwendige organen), 16de druk 2000 of recenter, Intro, Baarn (ca. € 31,-); W. Kahle, Sesam atlas van de Anatomie, deel 3 (Zenuwstelsel), 16de druk 2001, of recenter, Intro, Baarn (ca. € 31,-) of; Frank H. Netter, atlas of human anatomy, Icon Learning Systems, (ca.€ 80); K.L. Moore, Essential clinical anatomy, 2e ed. -

Aantal deelnemers


Presentatieopdracht (15%) Toets (85%) Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger is dan 6,0 en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden Opleidingen Biologie

Voor de practica dient men in het bezit te zijn van een snijset en een witte jas. Locatie: Afdeling Anatomie en Embryologie, AMC, L2-noord

207



GE304A Medische Biochemie Vakcode

GE304A

Studielast

10

Ingangseis

behaald SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8

Periode(n)

Moduleperiode III (derde studiejaar, 5 december 2005 t/m 3 februari 2006)

Onderwijsinstituut


EC) en SI217 Moleculaire Biologie en Biochemie P (pag. 262) (6 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

dr. F. Hochstenbach (coördinator)

(en stafleden van de medische research

afdelingen van het AMC) Inlichtingen

dr. F. Hochstenbach telefoon: +31 20 5665137 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Medische Biochemie (GE304): ■

■

■

Biochemische achtergronden van een aantal belangrijke humane ziekten, met als gemeenschappelijke achtergrond de verstoring van metabole processen op cellulair, orgaan en/of systemisch niveau. Kennisname en praktisch toepassen van moderne methoden van biochemisch onderzoek in medische researchlaboratoria, waarbij moleculair-biologische technieken en kennis van het humane genoom een grote rol spelen (practische bioinformatica, genomics, proteomics, metabolomics). Het leren integreren en toepassen van de opgedane kennis middels het uitdiepen van een breed medisch onderzoeksvraagstuk.

Inhoud

Gedurende de eerste week worden door middel van hoorcolleges en werkgroepen de biochemische achtergronden van metabole ziekten ingeleid. Zodoende wordt een relatie gelegd tussen biochemische afwijkingen en de klinische manifestaties van Leverziekten, Genetische metabole ziekten, Lysosomale stapelingsziekten, Peroxisomale ziekten en Hart- en vaatziekten. Vervolgens wordt in groepen van 2-4 studenten, gedurende 3 weken praktisch biochemisch werk uitgevoerd op de medische researchlaboratoria van de afdelingen Medische Biochemie, Vasculaire Geneeskunde, Genetische Metabole Ziekten en het Levercentrum. Daarnaast vinden korte theoretische en practische introducties plaats van biomedische toepassingen van genomics, proteomics, metabolomics aan de hand van korte case studies.

208



Tenslotte wordt een brede biomedische onderzoekscasus uitgediept voor de bestudering van een medische/klinische afwijking in groepen van 2-4 studenten. In deze casus komen, naast de biochemie, ook biomedische onderzoeksmethoden, klinische data en ethische/maatschappelijke randvoorwaarden voor onderzoek in een academisch medisch centrum aan de orde. Gedurende de laatste week wordt deze casus schriftelijk uitgewerkt en vervolgens gepresenteerd aan alle medestudenten en betrokken stafleden en verdedigd in de vorm van een paneldiscussie tijdens een afsluitend minisymposium. Aanmelden

Via studieweb voor 24 oktober 2005 Onderwijsvorm Hoorcollege

40 slu

Practicum/werkcollege

160 slu

Opdracht

80 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden Week 1:

Hoorcolleges en werkgroepen

Week 2,3,5:

Labwerk in verschillende AMC-laboratoria

Week 4:

Zelfstudie en tentamen met essayvragen

Week 6:

Biomedische onderzoekscasus

Week 7:

Onderzoekscasus afronden, minisymposium.

Studiemateriaal

Reader met introducties van de studiestof en beschrijving van de experimenten zal op de eerste dag van de module worden verstrekt (€ 10,-). Powerpoint-presentaties zijn beschikbaar via Blackboard Naslagwerk: Molecular Biology of the Cell (Alberts et al; reeds aangeschaft voor module SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC) ) Aantal deelnemers

Maximaal 15 studenten. Toetsvorm

Theorie: 60% Praktijk: 40% Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0.

209


Het gedetailleerde, definitieve rooster wordt circa 2 weken vooraf door de module coordinator bekend gemaakt.



Bijzonderheden

Locatie: Medische research laboratoria van het Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 15, 1105 AZ te Amsterdam. Exacte locaties van de verschillende medische researchlaboratoria worden circa 2 weken vooraf door de module coördinator bekend gemaakt.

210



IB201 Systematiek en Biogeografie (Evolutie I) Vakcode

IB201

Studielast

10

Ingangseis

005A Experimentele Plantenwetenschappen (pag. 171) (10 EC) gevolgd

Periode(n)

Moduleperiode I (tweede studiejaar, 6 september 2005 t/m 21 oktober 2005)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. W.W. de Jong, dr. H. de Jong, dr. R. Sluys, dr. M. Vences (coördinator)

Inlichtingen

dr. M. Vences telefoon: +31 20 5257319 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Systematiek en Biogeografie (Evolutie I) (IB201) zijn: ■

■ ■ ■ ■

■ ■ ■

■ ■ ■ ■

Inhoud

Evolutie leidt tot een hiërarchisch geordende verscheidenheid (biodiversiteit). Systematiek maakt deze verscheidenheid toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. Biogeografie beschrijft en verklaart de verspreiding van de organismen over de aarde. Het doel is inzicht te krijgen in de evolutionaire geschiedenis van taxa en in de patronen van diversiteit en verspreiding. De module gaat in op de grondslagen van Systematiek, Evolutie en Biogeografie. Fylogenetische systematiek. Reconstructie van de fylogenie; ongewortelde en gewortelde

211


■

Definiëren van de begrippen evolutie, natuurlijke selectie, drift, soort en soortvorming; Inzicht in principes van fylogenetische systematiek; Praktische toepassing van de fylogenetische systematiek; Inzicht in principes van moleculaire systematiek; Gebruik van computerprogramma’s en verschillende algorithmen voor het construeren van fylogenetische bomen; Inzicht in de huidige diversiteit (Tree of Life) met nadruk op de Metazoa; Inzicht in patronen van extinctie en soortvorming in de laatste miljard jaar; Inzicht in processen van geografische verspreiding van de organismen als resultaat van recente en historische omstandigheden; Leren gebruiken van computeralgorithmen voor het analyseren van fylogenetische en biogeografische gegevens; Kritisch lezen, becommentariëren en samenvatten van wetenschappelijke artikelen; Aanleren van basis laboratoriumvaardigheden m.b.t. moleculaire kenmerken; Mondeling presenteren van eigen wetenschappelijk onderzoek; Inzicht in belang van museale collecties voor wetenschap en maatschappij.



bomen. Gebruik van evolutiemodellen. ‘Maximum parsimony, maximum likelihood, minimum evolution’. Vooronderstellingen en bezwaren van de verschillende algorithmen. Gebruik van de programma PAUP. Moleculaire systematiek en evolutie. Biogeografie op het land en in de zee. Algemene aspecten van de verspreiding van soorten; arealen, barrières, biogeografische rijken. Biogeografische modellen. Eilandbiogeografie. Relatie tussen fylogenetische systematiek en biogeografie, gebiedscladistiek. Platentektoniek. Grote lijnen van de evolutie. Macro-evolutie, stasis en punctuated equilibria. Achtergrondextinctie en massa-extinctie. Praktische museum- (beschrijven van morfologische variatie) oefeningen. Theoretische en wetenschapsfilosofische achtergronden. Aanmelden


Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en werkcolleges, afgewisseld met practica. Bij de colleges wordt als basisliteratuur gebruikt: Ridley (2003): evolution. Third Edition. Een deel van de practica wordt gedaan in de vorm van een mini-onderwerp fylogenetische systematiek op een van de afdelingen van IBED. Over dit mini-onderwerp wordt een kort verslag geschreven. Bij de groepspractica en bij het mini-onderwerp wordt gebruik gemaakt van gespecialiseerde computerprogramma's. Op een serie werkcolleges krijgen de studenten om beurten gelegenheid tot een korte presentatie over het onderwerp van hun mini-onderwerp. Hoorcolleges

162 slu

Practica

36 slu

Mini-onderwerp + praatje

46 slu

Werkcolleges

36 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Twee à drie weken voor het begin van de module ontvangen de studenten een informatiebrief met het rooster Studiemateriaal

Mark Ridley (2003): Evolution. Third Edition ( http://www.blackwellpublishing.com/ridley/) dat ook in de module IB202 Evolutionaire Genetica (Evolutie II) (pag. 214) (10 EC) zal worden gebruikt. Dit boek kan zowel worden verkregen bij de module coördinator, als besteld worden bij Congo.

212



Aantal deelnemers

35 Toetsvorm

Deelcijfer I: deeltentamen 15 %, verslag minionderwerp 25%, practica 10%. Deelcijfer II: tentamen 50 % Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: College en practicumzaal IBED, Mauritskade 57, Amsterdam; incidenteel in computergebruikersruimte op Anna Hoeve. Let op: Deze cursus moet men gevolgd hebben voor IB202 Evolutionaire Genetica (Evolutie II) (pag. 214) (10 EC) . Deze cursus moet men behaald hebben voor IB313 Ecosystemen van de Wereld/Tropische Ecologie (Ecologie III) (pag. 241) (10 EC) .


213



IB202 Evolutionaire Genetica (Evolutie II) Vakcode

IB202

Studielast

10

Ingangseis

IB201 Systematiek en Biogeografie (Evolutie I) (pag. 211) (10 EC) gevolgd hebben

Periode(n)

Moduleperiode II (Tweede studiejaar, 24 oktober 2005 t/m 2 december 2005)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. J.A.J. Breeuwer, prof.dr. S.B.J. Menken, dr. P. Roessingh (coördinator), prof.dr. P.H. van Tienderen

Inlichtingen

dr. P. Roessingh telefoon: +31 20 5257732 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Definiëren van relevante populatie-genetische en kwantitatief-genetische begrippen; Beschrijven van stochastische en deterministische processen in natuurlijke populaties; Beschrijven en verklaren van verschillen in de hoeveelheid en de organisatie van variatie in natuurlijke populaties; Voorspellen van populatiestructuur aan de hand van kennis omtrent historie, voortplantingssystemen en interactie tussen de diverse stochastische en deterministische processen. Uitvoeren en interpreteren van biochemisch/genetische en DNA analyses op steekproeven uit natuurlijke populaties; Beschrijven van diverse modellen van soortvormingsprocessen in relatie tot de biologie van de organismen, inclusief facetten van hybridisatie, polyploidie, reproductie- en verspreidingsbiologie; Zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek, presenteren en evalueren van resultaten zowel mondeling als schriftelijk; Kritisch lezen, samenvatten en bediscussiëren van wetenschappelijke artikelen. Inhoud

De module Evolutionaire Genetica (Evolutie II) (IB202) sluit onmiddellijk aan op module IB201 Systematiek en Biogeografie (Evolutie I) (pag. 211) (10 EC) De cursus geeft een inleiding in de basisprincipes van populatiegenetica en kwantitatieve genetica, met nadruk op processen van populatiedifferentiatie en soortvorming, met andere woorden, van evolutionaire processen op en onder het soortniveau. Oorzaken van populatie- en soortverschillen in mate van genetische variatie en in ruimtelijke verdeling van deze variatie worden besproken. Diverse typen kenmerken waarmee deze processen bestudeerd kunnen worden passeren de revue en hun bruikbaarheid en gevoeligheid worden geëvalueerd. Verschillende soortvormingsprocessen zullen worden behandeld,

214



waarbij facetten als ecotypische differentiatie, polyploidisatie en variatie en dynamiek van voortplantingssystemen (a-sexualiteit, sexualiteit, kruis- en zelfbevruchting e.d.) worden besproken. Enige facetten van plant-dier-relaties en hun evolutie worden besproken. Lopend onderzoek van eigen promovendi wordt belicht. Praktisch worden d.m.v. iso/allozym-analyses populatiestructuren van fytofage insekten bestudeerd; dit omvat met name onderzoek naar variatiepatronen binnen en tussen populaties, de dynamiek hiervan en indirecte schattingen van genenuitwisseling. Aan dezelfde groepen worden soortvormingsprocessen gedemonstreerd met een nadruk op sympatrische soortvorming via gastheer-rasvorming. Variatiepatronen worden tevens praktisch onderzocht m.b.v. DNA-analyses in endosymbionte bacteriën, bloemplanten, mijten, vooral ten behoeve van het bepalen van verwantschappen, populatiestructuur en hybridisatiepatronen. Andere praktische oefeningen betreffen: fenotypische plasticiteit, ecotypische differentiatie en polyploïde complexen en soortvorming via hybridisatie. Theoretisch wordt inzicht in populatiegenetische processen en fylogegografie onderbouwd via computersimulaties. Aanmelden

Via studieweb voor 12 september 2005 Onderwijsvorm

Hoorcolleges

96 slu

Werkcolleges

18 slu

Practica

75 slu

Verslagen + praatje

35 slu

COO

16 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

De cursus start op maandag van week 44 om 9:15 uur, rooster wordt nog nader bekend gemaakt

215


Na een theoretische introductie volgen de diverse praktische onderdelen. In het populatiegenetische en moleculair genetische deel stellen studenten zelf een proefopzet op, voeren deze uit en maken hierover een verslag. Parallel aan het practicum wordt de theorie in hoorcollege en werkcollege uitgebouwd, totdat de studenten in staat zijn zelf wetenschappelijke artikelen te bestuderen en becommentariëren. Simulatiepractica zorgen verder voor een inzichtelijke toetsing.



Studiemateriaal

Verplicht: Ridley, M (2004) Evolution [3rd edition], Blackwell Science Ltd, Oxford, UK. ISBN 1-4051-0345 (zie ook module IB201); Er is geen collegedictaat; practicumhandleiding en ondersteunende software worden tijdens de cursus verkocht (ca. 8 euro). Website cursus: zie http://blackboard.ic.uva.nl Een klapper (8 euro) wordt bij aanvang van de cursus verkocht. Aantal deelnemers

35 Toetsvorm

Schriftelijk tentamen (80%), verslagen, labjournaal en inzet (20%). Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk is aan of hoger dan 6,0 en de deelcijfers voor tentamen en verslagen niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Anna Hoeve, gebouwen VI en I. Let op: Deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan IB303 Natuurbehoud en Biodiversiteit (pag. 226) (10 EC) I.

216



IB209 Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) Vakcode

IB209

Studielast

20

Ingangseis

006A Ecologie I (pag. 173) (10 EC) gevolgd

Periode(n)

Moduleperiode V Moduleperiode VI (tweede studiejaar, 27 maart 2006 t/m 7 juli 2006, deze cursus beslaat twee periodes)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. W. Admiraal, dr. L.H. Cammeraat, dr. J.F. Duivenvoorden (coördinator), dr. B. van Geel, mw. dr. A.M. Kooijman, dr. M.H.S. Kraak, dr. J.G.B. Oostermeijer, dr. H. Seymonsbergen, mw. dr. S.A. Ulenberg

(en

gastdocenten) Inlichtingen

dr. J.F. Duivenvoorden telefoon: +31 20 5257812 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Het verwerven van inzicht in functionele structuren in aquatische en terrestrische ecosystemen met aandacht voor biotische en abiotische processen op verschillende schaalniveaus, en met een speciaal accent op training in onderzoeksaanpak, gegevensverwerking (in het bijzonder de multivariate analyse), veldonderzoek, en rapportage.

■

■

■

■

Het verkrijgen van inzicht in structuur en dynamiek van plantenpopulaties en vegetatie Het herkennen en benoemen van kenmerkende eigenschappen van de behandelde fytoplankton-, zoöplankton- en macrofaunagroepen, en hun rol in de ecologie van levensgemeenschappen Het beschrijven en verklaren van de relevante processen die zich in een terrestrisch en aquatisch ecosysteem kunnen afspelen (koolstoffixatie, herbivorie, predatie, decompositie, migratie, etc.) Het zelfstandig uitvoeren van veldonderzoek en toetsen van gestelde hypothesen

Inhoud

Het terrestrisch-ecologische deel van de module Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) (IB209) omvat onder meer een inleiding geologie, geomorfologie, water, bodems, en vegetatie waarbij inbegrepen de rol van de bodemfauna (met accent op

217


Specifieke doelen zijn:



Luxemburg). In aansluiting op eerstejaars onderwijs in flora en vegetatie, wordt aandacht besteed aan de bodemontwikkeling in verschillende landschapstypen en de betekenis hiervan voor het voorkomen van plantengemeenschappen. Tevens komt aan de orde de ontwikkeling van vegetatiestructuur in relatie tot omgeving alsmede mechanismen van vegetatiesuccessie en successiemodellen. Het onderwijs in de populatiebiologie van planten richt zich op het belang van de levenscyclus van planten voor demografie en op de interacties tussen plantenindividuen in gemeenschappen, ecosystemen en landschap. Daarbij wordt aandacht gegeven aan dispersie van pollen en diasporen (bestuivingsbiologie, reproductie-ecologie), demografie en populatiedynamiek (specifieke aspecten van planten), en metapopulaties (met name de niet-genetische aspecten), met oefeningen aan matrix-projectiemodellen in Ramas Ecolab. Gedurende het veldwerk in Luxemburg wordt geoefend in het waarnemen van structuur en verbreiding van plantenpopulaties, en van ruimtelijke patronen en successiestadia in vegetatie, in relatie tot biotische en abiotische factoren. Het aquatisch-ecologische deel is toegespitst op de ecologie van zoete wateren (limnologie). In het eerste deel van de module komen algemene onderwerpen uit de limnologie aan de orde, zoals de fysische achtergronden en biologische consequenties van de spronglaag in diepe wateren, groei en successie van fyto- en zoöplankton, predatiebiologie en specifieke kenmerken van stromende wateren. Op practicum wordt aandacht besteed aan de vormenkennis van fytoplankton en macrofauna, alsook aan de relatie tussen watertype en aquatische biocoenose. Tijdens het veldwerk in Luxemburg worden de karakteristieke levensgemeenschappen van stromende wateren bestudeerd, onder meer in relatie tot stroomsnelheid, vervuilingsgraad, ed. Terug in Nederland worden een of meerdere dagexcursies georganiseerd, waarbij aandacht wordt gegeven aan de limnologie en vegetatie van zoet(-of brak) waterplassen in westelijk Nederland. Tijdens het gedeelte van de module dat zich op de entomofauna concentreert wordt vaardigheid opgedaan met een verscheidenheid aan verzameltechnieken, het verzamelen in het veld, determinatie van het materiaal, en het vastleggen van de waarnemingen in een logboek. In het inleidende gedeelte wordt, aansluitend op de kennis die tijdens het eerste jaar is opgedaan en uitgaande van de morfologie van insecten, hun cruciale rol in terrestrische en aquatische ecosystemen besproken en onderzocht. Onderzoeksprojecten tijdens het veldwerkgedeelte van de module bestuderen de relatie tussen insecten en de bodem, de relatie van bestuivers tot de vegetatie, en de samenstelling en rol van de aquatische macrofauna. Voor en na de veldwerkfase wordt er ruime aandacht besteedt aan data-analyse met accent op onderzoeksaanpak en de verwerking van multivariate data. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer:

218



■ ■ ■ ■ ■ ■

■ ■ ■ ■ ■

deductieve en inductieve onderzoeksaanpak exploratieve en inferentiele statistiek keuze bemonsteringsprocedures aard en eigenschappen van ecologische veldgegevens opzet veldonderzoek inleiding ordinatie hoofdcomponentenanalyse correspondentieanalyse en canonische correspondentieanalyse evaluatie en keuze van ordinatie-technieken classificatie en clusteranalyse similariteits- en dissimilariteitsindexen fusiemethoden Er wordt geoefend met S-plus, CANOCO, en TWINSPAN. Tevens krijgt de student een inleiding in het gebruik van Geografisch Informatie Systeem (GIS) en Remote Sensing, met oefeningen in ArcGis.

Aanmelden

Via studieweb voor 13 februari 2006 Onderwijsvorm

De cursus bestaat uit hoor- en werkcolleges, practica, en een veldperiode waarin veldonderzoekstechnieken en zelfstandig onderzoek aan de orde zijn. Tijdens veldwerk en practica wordt individueel of in groepen gewerkt. Het veldwerk in Luxemburg wordt afgesloten met een veldonderzoek van een week dat elke student zelfstandig (of samen met een medestudent) verricht. Over het veldonderzoek wordt aan het eind van de module op individuele basis schriftelijk en mondeling gerapporteerd. De mondelinge presentatie wordt opgenomen op video. 210slu

Practica

84slu

Veldtrainingen

168slu

Uitwerking en Rapportage

98slu

Totaal

560slu


Colleges (waaronder werkcolleges)

Onderwijstijden

Rooster, plaats en tijdstip van aanvang van cursus worden tijdig aangekondigd aan de deelnemers. De veldtraining in Luxemburg vindt plaats in de maand mei 2005 (precieze data staan in rooster). Studiemateriaal

College-aantekeningen en klappermateriaal, loupe en notitieboekje, veldwerkkleding. De student dient zelf voor het vervoer van en naar Luxemburg te zorgen, en over vervoer

219



tijdens de veldtraining in Luxemburg te beschikken (bijvoorbeeld een fiets met versnellingen en vooral goede remmen). Voorts wordt getentamineerd over stof uit de volgende boeken: ■

■

J. Silvertown & D. Charlesworth. Introduction to plant population biology. 2001 Blackwell Science, Edition 4. Prijs ongeveer euro 46.-. Walter K. Dodds. Freshwater Ecology - Concepts and Environmental applications. 2002 Academic Press ISBN 0-12-219135-8

De kosten voor de veldtraining en excursies voor de UvA-cursist worden nader bekend gemaakt Aantal deelnemers

40 Toetsvorm

Voor de afreis naar Luxemburg wordt er een schriftelijk tentamen afgenomen over de tot dan toe behandelde stof. Daarnaast wordt de schriftelijke en mondelinge rapportage van het onderzoek aan het eind van de module met een enkel cijfer beoordeeld. Tentamen en rapportage gelden als deelcijfers en dragen in gelijke mate bij tot het eindcijfer. Men is geslaagd voor de cursus wanneer men aan de verplichtingen ten aanzien van werkcolleges, practica, en veldtraining heeft voldaan, deelcijfers heeft behaald die niet lager zijn dan 5,0 en een eindcijfer heeft dat 6,0 of hoger is. Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve en Roeterseilandcomplex (REC), veldwerk in Luxemburg Let op: Deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan IB301 Paleo-ecologie (pag. 223) (10 EC) en IB313 Ecosystemen van de Wereld/Tropische Ecologie (Ecologie III) (pag. 241) (10 EC) .

220



IB210 Evolutie en Gedrag Vakcode

IB210

Studielast

10

Periode(n)

Moduleperiode IV (Tweede studiejaar (voor psychobiologen derde studiejaar),

Onderwijsinstituut


6 februari 2006 t/m 24 maart 2006) Verzorgd door


Docent(en)

dr. C.J.M. Egas (coördinator), prof. dr. M.W. Sabelis

Inlichtingen

dr. C.J.M. Egas

(en gastdocenten)


Bachelor Biologie Bachelor Psychobiologie

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Evolutie en Gedrag (IB210) : Brede inleiding in de evolutionaire ecologie, gericht op de evolutionaire benadering van de bestudering van gedrag. Hierbij zal deels aandacht worden besteed aan dieren in het algemeen en deels aan mensen specifiek.

Inhoud

Onderwerpen college: Evolutie, gedrag, en evolutie van gedrag; optimalisatietheorie; speltheorie en evolutie; adaptieve dynamica; vormen van natuurlijke selectie en de hiërarchie van selectie-niveaus (gen, individu, groep, soort, oecosysteem); verwantschapsselectie; seksuele selectie; partnerkeuze; ouder-kind conflicten; evolutionair stabiele strategieën; levensgeschiedenis-strategieën; sexe-allocatiestrategieën; foerageerstrategieën; evolutie van parings-systemen; evolutie van seksuele voortplanting; evolutie van altruïsme en coöperatief gedrag via directe en indirecte reciprociteit; evolutie van het sociaal zijn bij insecten, evolutie van communicatie; coëvolutionair stabiele strategieën; culturele evolutie; coëvolutie van genen en cultuur.

221


Specifieke leerdoelen: Het zich eigen maken van kennis van algemene evolutionair-ecologische theorieën (optimalisatie, speltheorie, adaptieve dynamica); het verwerven van inzicht in evolutionair-ecologische processen voorzover deze zich afspelen op het niveau van de populatie en levensgemeenschap; het leren vertalen van deze theorieën in praktisch uitvoerbare experimenten waarmee hypothesen kunnen worden getoetst. Het schrijven van een individueel verslag over het uitgevoerde praktisch werk en de bestudeerde literatuur; het houden van voordrachten over een wetenschappelijk artikel en over het uitgevoerde praktische werk.



Onderwerpen practica: Onderzoek aan (de genetische basis van) paringsgedrag in Nasonia sluipwespen en stekelbaarsjes (onder voorbehoud). Speltheoretisch en experimenteel onderzoek aan sociaal gedrag bij mensen. Deze onderwerpen worden afgesloten met presentaties (eindresultaten). Literatuur-discussie en presentatie. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm Hoorcolleges

120 slu

Werkcolleges

20 slu

Practica

120 slu

Schrijven verslag

20 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Een definitief rooster wordt t.z.t. door de coördinator bekend gemaakt. Grofweg ziet de indeling er als volgt uit: Week 1 – 5: ’s ochtends hoorcolleges, ’s middags werkcolleges cq. practicum Week 6 – 7: schrijven verslag, tentamenvoorbereiding Studiemateriaal

Er zijn twee studieboeken, een met meer nadruk op gedrag van dieren, de ander met meer nadruk op gedrag van mensen. Een van de twee boeken volstaat. J. R. Krebs & N. B. Davies, An introduction to behavioural ecology, 4th edition, 2002, Blackwell Scientific Publications, Oxford (ca. € 40,-) J. Cartwright, Evolution and human behaviour, 1st edition, 2000, Palgrave Macmillan Ltd, (ca. € 35,-) Aantal deelnemers

40 Toetsvorm

De collegestof wordt tegen het eind van de 7e week schriftelijk getoetst door middel van open tentamenvragen. De studenten worden wat het praktisch werk betreft beoordeeld naar aanwezigheid op de practica, inzet en accuratesse bij de uitvoering van het werk, alsmede op het verslag, en de mondelinge voordrachten. Weging: tentamen 65%; praktisch werk 35%. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk is aan of hoger is dan een 6.0 en de deelcijfers niet lager zijn dan een 5.0. Bijzonderheden

Locatie: Kruislaan 320 (Anna’s Hoeve)

222



IB301 Paleo-ecologie Vakcode

IB301

Studielast

10

Ingangseis

IB209 Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) (pag. 217) (20 EC)

Periode(n)


Onderwijsinstituut


behaald

Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. A.M. Cleef, dr. J.F. Duivenvoorden, dr. B. van Geel (coördinator), prof.dr. H. Hooghiemstra

Inlichtingen

dr. B. van Geel telefoon: +31 20 5257664 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Inhoud

De grotendeels op palynologisch/geologisch onderzoek van terresterische en mariene sedimenten gebaseerde reconstructies van de geschiedenis van vegetatie en klimaat worden behandeld. Dit betreft 'global climatic change' tijdens Laat-Tertiair en Kwartair in Europa, tropisch Afrika en Zuid-Amerika. Daarbij komen aspekten van de paleoecologie, de biogeografie en de paleoklimatologie op geïntegreerde wijze aan de orde. Verbanden tussen ontwikkelingen op de verschillende continenten en in verschillend klimaatgordels worden gelegd, waarbij ondermeer de volgende aspekten worden behandeld: land-zee correlatie van klimaatrecords; astronomische sturing van klimaatveranderingen; veranderende zonne-activiteit als een van de klimaatbepalende factoren; klimaatregistratie in mariene sedimenten en polaire ijskappen; invloed van klimaat op migratieroutes; menselijke invloed op vegetatie en landschap. De cursus leidt tot de volgende vaardigheden:

223


Het leerdoel van de module Paleo-ecologie (IB301) is het verkrijgen van inzicht in de werkwijze en de toepasbaarheid van de palynologie/paleo-ecologie, waarmee de basis wordt gelegd voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek op het gebied van de paleoecologie en paleo-klimatologie, 'climate change' studies, land-zee correlaties en vergelijkende studies met output van computermodellen. Tijdens het veldwerk ligt het accent op het verkrijgen van inzicht in de ontwikkeling van vegetatie, bodem en landschap in de periode tijdens en na de laatste IJstijd, waarbij ook de rol van de mens aan de orde komt. De bruikbaarheid en waarde van paleo-archieven in de vorm van sedimenten in meren en moerassen wordt duidelijk door het gezamenlijk verrichten van een paleo-ecologisch onderzoek.



■

■

■

■

■

■

kunnen identificeren en interpreteren van de meest voorkomende pollentypen van het Laatglaciaal en het Holoceen in NW-Europa. Het interpreteren van fossiele resten van andere informatiedragende microfossielen, zoals sporen van schimmels, algen en cyanobacteriën en het ontwikkelen van inzicht in relaties tussen pollenregen, vegetatie en klimaat. gebruiken van andere proxies (ijskernen, Milankovitch variabelen, elementanalyse, sedimentanalyse, enz.) in samenhang met pollendiagrammen ter reconstructie van paleomilieus. inzicht in relaties tussen klimaatveranderingen en ontwikkeling van prehistorische culturen. inzicht in samenhang tussen de geschiedenis van vegetatie en klimaat en biogeografische aspecten (relatie biodiversiteit en global change over langere tijdschalen). evalueren van ontwikkelingen betreffende recente en toekomstige veranderingen van het klimaat. Inzicht ontwikkelen in de rol van de diverse klimaatsturende factoren, zoals 'orbital forcing', versterkt broeikaseffect, fluctuerende zonneactiviteit met versterkingsmechanismen, en de rol van de thermohaliene oceaancirculatie. numerieke verwerking van paleogegevens, waaronder zonering via clusteranalyse en tijdserie-analyse.

Aanmelden


De zelfwerkzaamheid van de cursisten zal worden gestimuleerd door het verschaffen van te bestuderen literatuur. Van de cursisten wordt verwacht dat ze individueel komen tot een korte presentatie over het onderwerp dat hen is toebedeeld. De onderwerpen worden jaarlijks vastgesteld. De excursies (veldcursus) worden dagelijks afgesloten met presentaties door cursisten, meestal aan de hand van een poster. De onderwerpen van de excursies worden vervolgens door studenten en staf gezamenlijk bediscussieerd. Colleges, 35 uur

105 slu

Practicum palynologie en paleo-ecologie, 24 uur

32 slu

Practicum paleo-gegevensverwerking (inclusief inleidingen), 15 uur

20 slu

Veldcursus Twente (Excursies, praktisch werk, presentaties), 63 uur

84 slu

Zelfwerkzaamheid (literatuurstudie, schriftelijk en mondeling verslag), 39 uur

39 slu

Totaal

280 slu

224



De mondelinge en schriftelijke presentaties door cursisten worden naar keuze van de student in het Engels dan wel in het Nederlands gehouden, respectievelijk geschreven. In het geval er niet-nederlandstalige deelnemers zijn is de voertaal Engels. Onderwijstijden

De cursus start op de eerste dinsdag van moduleperiode I. De veldcursus loopt van 23 september t/m 30 september. Deelname gedurende de gehele periode (incl. het weekend) is verplicht. Studiemateriaal

Klappers tegen kostprijs. Voor de practica zijn tekenmateriaal en papier nodig. De cursist dient daar zelf voor te zorgen. De kosten van de veldcursus zullen in totaal maximaal € 105,- bedragen. Aantal deelnemers

maximaal 25 Toetsvorm

De cursus wordt afgerond met een schriftelijk tentamen waarop in principe alle tijdens de cursus opgedane kennis kan worden getoetst. Men mag deelnemen aan het tentamen wanneer men aan de practica en de veldcursus heeft deelgenomen en ook de mondelinge presentatie heeft gegeven. De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: Practicum, veldcursus en mondelinge presentatie: 20% Tentamen: 80% Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

225


Locatie: Anna's Hoeve en een kampeerboerderij in Twente. Let op: deelname aan de veldcursus is gedurende de gehele periode (incl. het weekend) verplicht.



IB303 Natuurbehoud en Biodiversiteit Vakcode

IB303

Studielast

10

Ingangseis

IB202 Evolutionaire Genetica (Evolutie II) (pag. 214) (10 EC) behaald

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. J.A.J. Breeuwer, dr. M.H.S. Kraak, dr. J.C.M. den Nijs (coördinator), dr. J.G.B. Oostermeijer, mw. dr. A.C. Pierrot-Bults, dr. H. Rijksen, dr. R. Sluys, prof.dr. P.H. van Tienderen, prof. dr. J.H.D. Wolf

Inlichtingen

dr. J.C.M. den Nijs telefoon: +31 20 5257660 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Het leerdoel van de module Natuurbehoud en Biodiversiteit (IB303) is: ■

■ ■

■

■

■

Kennis verwerven over de verspreiding van biodiversiteit en over de aard en de omvang van de bedreiging van de natuur en biodiversiteit, zowel op het land als in het water, en op nationale én wereldschaal. Inzicht verwerven in de uiteenlopende opvattingen over het begrip natuur Inzicht verwerven in de ecologische achtergronden en biologische processen van uitsterven. Bewustwording van de ethische en sociaal-economische verwevenheid van de natuurbehoudsproblematiek. Verkrijgen van inzicht in juridische basisprincipes met betrekking tot natuurbescherming (nationaal en internationaal). Het leren zien en leren ontwikkelen van mogelijkheden om, met behulp van wetenschappelijke kennis, tot een duurzaam behoud van biodiversiteit te komen.

Inhoud

Speciale aandacht wordt besteed aan: ■

■

■

herkennen en analyseren van patronen van biodiversiteit met hun evolutionaire én historische (landbouw/cultuur) achtergronden analyseren van de (biologische) achtergronden van de aantasting van ecosystemen en het achteruitgaan en uitsterven van soorten (cultuur/ontginning/landbouw/visserij); de rol van ecologisch, demografisch en genetisch procesonderzoek en monitoring; de noodzaak van het behoud van soorten en ecosystemen en van een natuurgerichte milieukwaliteit (het belang van natuurbehoud voor evolutie);

226



■

■

■

■

■

■

■

de mogelijkheden tot herstel en behoud van terrestrische zowel als aquatische habitats en hun biota; de verwevenheid van sociaal-economische problemen met natuurbehoud, alsmede van wijsgerige en ethische motieven voor natuurbehoud; de voornaamste juridische instrumenten (nationale en internationale, ook die m.b.t. de zee) die het natuurbehoud en het streven naar "duurzame ontwikkeling" ter beschikking staan; de instelling van natuurreservaten, nationaal en internationaal, structuur en situering (ecologische infrastructuur); nationale en internationale ontwikkelingen in het beleid (Habitatrichtlijn-EU, EECONET-European Ecological Network, Convention on Biological Diversity, Law of the Sea, etc.). zelfstandig leren omgaan met aspecten van de natuurbeschermingsproblematiek, o.a. door uitwerken van een keuzeonderwerp tot presentatie als mini-college. kennismaking met praktijk van natuurbescherming in Nederland door middel van excursies en discussies met terreinbeheerders.

Aanmelden


150 slu

Werkcolleges

30 slu

Excursies

24 slu

Voorbereiding referaten

64 slu 12 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Studiemateriaal

Collegesamenvattingen juridische aspecten, ca. € 8,Groom, Meffe & C.R Carroll, Principles of Conservation Biology, 3rd. edition, Sinauer Ass., ISBN 0-87893-518-5, ca. € 70,Kosten

Kosten voor het reizen naar de (drie) excursiegebieden € 50,Aantal deelnemers

n.v.t.

227


Symposium



Toetsvorm

Weegfactoren zijn: collegestof, inclusief excursies 70%; referaat 30%. Men is geslaagd voor de cursus indien het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en de deelcijfers niet lager dan 5,0 zijn. Bijzonderheden

Locatie: Wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt.

228



IB306 Epidemiologie Vakcode

IB306

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. M.C. Boerlijst (coördinator), prof. dr. R.A. Coutinho, dr. N. Dukers, prof. dr. M.W. Sabelis

Inlichtingen

dr. M.C. Boerlijst telefoon: +31 20 5257758 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de module Epidemiologie (IB306) zijn: ■ ■ ■ ■ ■ ■

Statistische analyse van epidemiologische gegevens Kennisoverdracht m.b.t. diversiteit van parasieten en infectiecycli Inzicht in veronderstellingen en modelstructuur van epidemiologische modellen Overzicht van mogelijkheden tot preventie en bestrijding van infectieziekten Inzicht in populatiedynamiek en evolutionaire dynamiek van infectieziekten Kritisch lezen van wetenschappelijke literatuur en presentatie in de vorm van voordracht/verslag

Inhoud

Statistische Epidemiologie ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

■


■

studieopzet (case-control studie, cross-sectionele studie, cohort studie) interactie en confounding epidemiologische maten statistische modellen (logistische regressie, survival analyse) outbreak studies experimental trials and community intervention trials preventie en bestrijding van infectieziekten verspreiding van infectieziekten moleculair-epidemiologische technieken voor traceren van oorsprong van infectieziekten natuurlijke reservoirs en “host-jumps”

Theoretische Epidemiologie Het doel van dit college is om studenten inzicht te geven in de mechanismen die tot epidemieën leiden. Epidemiologische modelvorming van pathogeen/parasiet-gastheer

229



interacties en toetsing van modelvoorspellingen is hiervoor onontbeerlijk. Het gaat daarbij vooral om de vraag hoe eigenschappen van individuen (parasieten en gastheren) populatiedynamische verschijnselen bepalen in spatiëel en temporeel opzicht (epidemische golven), en tevens om de vraag hoe natuurlijke selectie de (genetische) samenstelling van populaties beïnvloedt m.b.t. die eigenschappen van individuen (virulentie, resistentie). Bovendien wordt aandacht besteed aan de betekenis van leeftijdstructuur, contactnetwerk structuur, genetische structuur en verworven immuniteit. De te behandelen onderwerpen zijn: ■ ■ ■

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

■ ■ ■ ■

de rol van mathematische modellen in de epidemiologie tijdschaalargumenten voor classificatie van parasieten: micro- en macroparasieten condities voor het uitbreken van een epidemie: microparasieten met directe of indirecte transmissie dynamische modellen van microparasitaire ziekten: SIR-modellen verklaringen voor fluctuatiepatronen bij kinderziekten: limietcycli en chaos dynamische modellen van macroparasitaire ziekten: "Worm Load" modellen homogene vs inhomogene menging: metapopulatiedynamica rol van sexuele structuur, leeftijdsstructuur, genetische heterogeniteit, sociale structuur een Darwiniaanse visie op de Medische Biologie evolutie van virulentie: enkelvoudige infectie, super-infectie, co- infectie, spatiotemporele processen coevolutie tussen parasiet en gastheer: 'Red Queen' hypothese, gen-om-gen hypothese parasieten en de evolutie van sexuele reproductie en sexuele selectie spatiële structuur: epidemische golven binnen gastheer dynamiek, competitieve exclusie en quasi species dynamiek

Aanmelden


135 slu

Practicum en Opdracht

90 slu

Seminars

15 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Tijdens de cursus wordt een aantal seminars gegeven door gastsprekers. Deze seminars vormen een illustratie bij de colleges, maar zijn geen tentamenstof. Bijwonen van de seminars is verplicht. Onderwijstijden

1e week: statistische epidemiologie (Dukers, Coutinho) 2e week: microparasieten, SIR modellen (Sabelis)

230



3e week: tussentoets, macroparasieten, vectoren, evolutie (Sabelis/Boerlijst) 4e week: contactnetwerken, binnen gastheer dynamiek (Boerlijst) 5e week: opdracht en presentatie (alle docenten) 6e week: tentamen Studiemateriaal

Syllabus/reader wordt aan het begin van de cursus tegen kostprijs verstrekt. De volgende boeken worden aanbevolen, maar zijn niet verplicht: ■

■

■ ■

R.M. Anderson & R.M. May (1992; herdruk 1998). Infectious Diseases of Humans: Dynamics and Control. Oxford Science Publications, ca. € 76 S.C. Stearns (1999), Evolution in Health and Disease. Oxford University Press, ca. € 58 M.A. Nowak & R.M. May (2000), Virus dynamics. Oxford University Press, ca. € 48 Dieckmann, U. J.A.J. Metz, M.W. Sabelis & K. Sigmund (2002). The Adaptive Dynamics of Infectious Diseases: In Pursuit of Virulence Management. Cambridge University Press, Cambridge, ca. € 88

Aantal deelnemers


De op college behandelde stof wordt getentamineerd. Practica en seminars zijn verplicht. De opdracht (week 5) wordt geëvalueerd aan de hand van de presentatie. In week 1 moet een presentatie van een onderzoeksvoorstel worden gegeven. De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: tentamen

: 40 %

deelcijfer II:

tussentoets

: 20 %

presentatie week 1

: 10 %

CA opdracht week 4

: 10 %

referaat week 5

: 20 %


deelcijfer I:

Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: wordt door coördinator bekend gemaakt

231



IB308 Mariene Biologie Vakcode

IB308

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. J. Huisman (coördinator), mw. dr. A.C. Pierrot-Bults, dr. R.W.M. van Soest, mw. dr. P.M. Visser

Inlichtingen

prof. dr. J. Huisman telefoon: +31 20 5256021 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Het leerdoel van de module Mariene Biologie (IB308) is het verkrijgen van inzicht in de biologische, fysische, en chemische interacties in mariene ecosystemen, op schaalniveau’s van enkele millimeters (turbulentie en de groei van het plankton) tot duizenden kilometers (oceaanstromen en hun rol in het klimaat). Het leren omgaan met informatie vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals biologische, chemische en fysische oceanografie. De cursus is toegankelijk voor studenten van zowel Biologie als Aardwetenschappen. De cursus past goed in een ecologisch opleidingspakket, in combinatie met cursussen zoals IB209 Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) (pag. 217) (20 EC) en IB311 Microbiële Ecologie (pag. 235) (10 EC) . Tevens sluit de cursus goed aan bij een algemeen aardwetenschappelijk pakket en een algemeen biologisch pakket. Inhoud

Een groot deel van de aardoppervlakte (ruim 70%) bestaat uit zeeën en oceanen. Hoe werken deze ecosystemen? Wat zijn de patronen en processen? De cursus begint met een introductie in de geologie, fysica, en chemie van mariene ecosystemen. Daarna duiken we langzaam het voedselweb in, vanaf het kleine fytoplankton via het zooplankton, naar mariene voedselwebben. Voorts wordt aandacht besteed aan de effecten van menselijk handelen op het functioneren van mariene ecosystemen. Colleges over de volgende onderwerpen: ■ ■ ■ ■ ■

Ontstaan van de oceanen Fysisch-chemische eigenschappen van water Oceaan-circulatie patronen Mariene biogeochemie Fytoplankton, nutriënten en licht

232



■ ■ ■ ■ ■ ■

Zooplankton Mariene voedselwebben Mariene biogeografie en biodiversiteit Remote sensing van de oceanen Vissen en visserijbiologie De rol van oceanen in de koolstofcyclus en klimaatsveranderingen

Naast de reguliere colleges verzorgd door docenten, wordt iedere student uitgedaagd om op basis van een literatuurstudie over een marien onderwerp naar keuze zelf een college te verzorgen. Er wordt kennisgemaakt met het mariene onderzoek in Nederland, door een dagexcursie naar het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel, en een dagexcursie naar het RijksInstituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in IJmuiden Veldwerk: Het praktisch deel van de cursus bestaat uit 2 weken veldwerk en practica op het Observatoire Oceanologique in Villefranche-sur-Mer, aan de Middellandse Zee (nabij Nice, Zuid Frankrijk). Zie ook: http://www.obsvlfr.fr. Tijdens deze 2 weken wordt speciale aandacht besteed aan het opzetten en uitvoeren van laboratorium experimenten en veldmetingen. Ook komen tijdens het veldwerk verschillende bemonsteringstechnieken aan de orde, zoals CTD, plankton bemonstering en analyse, en trawling. Voor diegenen die in het bezit zijn van een duikbrevet is er gelegenheid om te duiken. Uiteraard zullen we uitgebreid aandacht besteden aan de vele mariene organismen die we tijdens het veldwerk tegenkomen. Aanmelden

Via studieweb voor 24 oktober 2005 Het theoretisch deel van de cursus bestaat uit colleges, werkcolleges, en een literatuurstudie. De resultaten van de literatuurstudie worden mondeling gepresenteerd, in de vorm van een college. Het veldwerk is hierboven beschreven. Hoorcolleges

120 slu

Werk & Internet-colleges

40 slu

Literatuurstudie en presentatie 40 slu Practica

20 slu

Veldwerk

60 slu

Totaal

280 slu

233


Onderwijsvorm



Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Het streven is om het veldwerk in Frankrijk te beginnen op maandag 9 januari. Echter, het is mogelijk dat we, in verband met de roostering in Frankrijk, een week eerder moeten beginnen (vanaf di 3 januari). Dit wordt dan elders in de cursus met vrije dagen gecompenseerd. Studiemateriaal

Nybakken, J.W. en Bertness, M.D. (2005). 'Marine Biology: An Ecological Approach' (6th.edition.) Adison Wesley/Benjamin Cummings, USA. Dit boek is verplicht voor deze cursus (ca. € 75,-) Een deel van de kosten voor het veldwerk in Villefranche-sur-Mer wordt vergoed door de UvA. De hoogte van de eigen bijdrage in de kosten voor reis en verblijf worden nog bekend gemaakt. Aantal deelnemers

max. 35 Toetsvorm

De weegfactoren voor de deelcijfers zijn: deelcijfer I: mondelinge presentatie (25%) en veldwerkverslag (25%) deelcijfer II: afsluitend tentamen (50%) Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is, en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Colleges en werkcolleges worden gehouden op Roeterseiland

234



IB311 Microbiële Ecologie Vakcode

IB311

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. J. Huisman, dr. J.C.P. Matthijs (coördinator), mw. dr. P.M. Visser

(en

diverse gastdocenten) Inlichtingen

dr. J.C.P. Matthijs telefoon: +31 20 5257070 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel ■

■

■

■

Het verkrijgen van inzicht in de processen waardoor microorganismen die aan de basis staan van voedselketens, zelf met eenvoudige anorganische en/of organische verbindingen kunnen volstaan voor groei. Het verkrijgen van inzicht in de evolutie van microorganismen, symbiose theorie en fylogenetische relaties Het verkrijgen van inzicht in de belangrijke rol die micro-organismen spelen als motor van stofstromen en voedselcycli in ecosystemen. Het leren inzetten en hanteren van geavanceerde technieken om micro-organismen te kunnen bestuderen.

Inhoud

In deze cursus wordt kennis gemaakt met micro-organismen, hun leefmilieus op het land en in het water, hun invloed op stofstromen en op de kwaliteit van het milieu. De cursus bestaat uit een theoretisch deel met colleges en werkcolleges. Tevens wordt zo mogelijk een excursie gemaakt naar een afvalwaterzuivering. Het praktisch deel bestaat uit verschillende laboratoriumtechnieken en experimenten. De volgende onderwerpen komen in het college aan de orde: de betekenis van micro-organismen op aarde: hun rol in aquatische en terrestrische ecosystemen

■

235


De cursus Microbiële Ecologie (IB311) past uitstekend bij zowel een aquatisch studieprofiel als een terrestrisch studieprofiel, en sluit goed aan bij de cursus IB209 Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) (pag. 217) (20 EC) . De cursus is tevens een aanrader voor studenten met microbiologische, biochemische en moleculairbiologische belangstelling, ter verbreding van hun kennis en ervaring.



■

■

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

functionele bouw en indeling van micro-organismen op basis van hun energie metabolisme (de benutting van licht, organische substraten, en anorganische substraten) biogeochemische cycli van de belangrijkste elementen van het leven (H, C, N, O, P, S, Fe, Mn, Cu), en de rol van micro-organismen in deze biogeochemische cycli. Archaea, Bacteria, Eukaryota: diversiteit bij prokaryoten en moleculaire fylogenie evolutie en adaptatie van micro-organismen extremofielen: micro-organismen in extreme milieu’s groeikinetiek en populatiedynamica van micro-organismen de rol van schimmels in bodemvorming de microbiologie van afvalwaterzuivering en bodemreiniging (land farming) ertswinning met micro-organismen ecosysteemprocessen nabootsen in microcosms en chemostaten

Werkcollege Er zijn werkcollege-middagen ingeroosterd waarbij huiswerkvragen worden nabesproken. De huiswerkvragen dienen als voorbereiding op het tentamen. Literatuur Er wordt door de docenten aan iedere student een artikel uitgedeeld dat moet worden bestudeerd en bewerkt voor een beknopte presentatie in de groep. Excursie Er zal een bezoek aan de waterzuivering in Amstelveen worden gebracht waarbij de theorie van het college in de praktijk wordt getoond. Tevens zullen er voor het praktikum veldmonsters worden verzameld van hetzij oppervlaktewater hetzij bosbodem. De keuze wordt bepaald door het aantal deelnemers en de daarvan afhankelijke assistenten beschikbaarheid. Praktikum Twee weken experimenten in de vorm van kortlopende onderzoeksprojecten. Hierbij worden watermonsters, bodemmonsters en laboratoriumculturen van micro-organismen gebruikt. Mogelijke onderwerpen zijn: oxygene fotosynthese en fototrofe groei effecten van licht en nutriënt-limitatie stikstofmetabolisme de rol van schimmels en bacteriën in bosbodems populatie-dynamische experimenten met de chemostaat metingen van microbiële biodiversiteit m.b.v. DGGE analyse

■ ■ ■ ■ ■ ■

Technieken die aan de orde komen zijn kweken van micro-organismen en het bepalen van hun fysiologische, ecologische en fylogenetische eigenschappen met microbiologische en

236



diverse instrumentele technieken. De onderzoeksprojecten worden afgesloten met een schriftelijk verslag. Aanmelden


132 slu

Werkcolleges

24 slu

Literatuur

12 slu

Excursies

12 slu

Practica

72 slu

Verslag

28 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. De eerste helft van de cursus is voor theorie, met aansluitend tentamen. Daarna volgt practicum en verslag. Studiemateriaal

Madigan, M.T., J.M. Martinko and J. Parker. 2000. Brock Biology of Micro-organisms, 8e, 9e of 10e ed. Prentice Hall, New Jersey (ca. € 67,-). Delen uit hoofdstuk 1, 4, 5, 7, 12 t/m 19 (toelichting volgt). Aantal deelnemers

minimaal 4 en maximaal 12 Het eerste onderdeel colleges wordt afgesloten met een tentamen over delen van het studieboek. Het practicum wordt afgesloten met een individueel beoordeeld practicumverslag. Het eindcijfer berust op een gewogen gemiddelde van het tentamencijfer (60%), het practicumcijfer (30%) en het cijfer voor de mondelinge presentatie (10%) . Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk is aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Roeterseiland

237


Toetsvorm



IB312 Theoretische Biologie Vakcode

IB312

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)

Moduleperiode IV (3e studiejaar 6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. M.C. Boerlijst, prof.dr. A.M. de Roos (coördinator)

Inlichtingen

prof.dr. A.M. de Roos telefoon: +31 20 5257747 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Leerdoelen van de module Theoretische Biologie (IB312) zijn: kennismaking met de theoretische en mathematische biologie. Vaardigheid in het vertalen van biologische vraagstellingen op het gebied van de biologie, medische biologie als ook de psychobiologie naar wiskundige modellen dan wel computersimulaties. Introductie tot onderzoeksmethoden voor modellen, zowel analytische, grafische als numerieke methoden. Vaardigheid in het analyseren van parameter-afhankelijkheid van de modellen en vertaling van de resultaten naar biologische conclusies. Inhoud

Bij het onderzoeken van biologische, medisch-biologische en psychobiologische vraagstukken wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van wiskundige modellen als onderzoeksmethode. De onderzochte systemen bestaan meestentijds uit veel verschillende componenten, waarvan de onderlinge wisselwerking cruciaal is voor het functioneren van het systeem als geheel. De centrale onderzoeksvraag is daarbij hoe de dynamiek van het complexe systeem als geheel te begrijpen en verklaren is uit de samenstelling en wisselwerking tussen de systeemcomponenten. Als (nog relatief eenvoudige) voorbeelden van dit soort complexe, dynamische systemen kunnen genoemd worden metabole reactienetwerken in cellen, clusters van samenhangende neuronen in het zenuwstelsel, sociale netwerken van personen met verschillende gedragspatronen en netwerken van populaties in een ecosysteem. De cursus is bedoeld als algemene inleiding tot dynamische systemen, modelvorming en modelanalyse voor studenten uit alle richtingen van de (medische/psycho) biologie. Het eerste gedeelte van de cursus zal een theoretische inleiding zijn, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: Formulering van eenvoudige modellen van biologische systemen in termen van differentiaalvergelijkingen door het opstellen van balansvergelijkingen. Berekenen van evenwichtstoestanden.

■

■

238



■ ■

■ ■

Analyse van dynamiek m.b.v. fasevlakmethoden. Stabiliteitsbepaling van evenwichten (linearisatie nabij evenwicht, stabiliteitscriteria, reële en complexe eigenwaarden, limietcycli). Cycli, complexe dynamiek en chaos in continue en discrete tijdmodellen. Bifurcatietheorie: de afhankelijkheid van de dynamiek van systeemparameters.

Deze theoretische inleiding vormt de basis, waarop de volgende delen van de cursus voortbouwen. Het tweede gedeelte van de cursus zal gericht zijn op modellen van systemen, waarin de ruimtelijke afhankelijkheid tussen systeemcomponenten een rol speelt, dan wel modellen waarin de componenten een netwerkstructuur vormen. M.b.v. cellulaire automaten zal een reeks van case studies worden geanalyseerd, waaronder: populatiedynamiek en evolutie in ruimtelijk heterogene omgevingen “voting models” en spel-theoretische modellen (o.a. het Prisoner’s Dilemma) in een ruimtelijke context evolutie van altruïsme modellen voor groei en ontwikkeling ■ ■

■ ■

Dit gedeelte zal afgesloten worden door het geven van een presentatie over een theoretisch biologisch artikel, eventueel aangevuld met resultaten uit eigen modelonderzoek.

■ ■ ■

Aanmelden

Via het studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm Hoorcolleges

120 slu

Werkcolleges

120 slu

Voorbereiding referaat

30 slu

Extra studietijd

10 slu

Totaal

280 slu

239


In het laatste deel van de cursus zal teruggekomen worden op de theorie uit het eerste deel van de cursus door het bespreken van case studies uit de biologie, medische biologie en psychobiologie, waarin modelvorming is gebruikt voor het verkrijgen van onderzoeksresultaten. Deze case studies zullen worden besproken met een nadruk op de concepten die behandeld zijn in het eerste gedeelte van de cursus. Ze vormen zodoende tevens een voorbereiding op het afsluitende tentamen. De volgende lijst geeft een aantal voorbeelden van case studies, die aan bod kunnen komen: Competitie en predatie tussen populaties van verschillende soorten Activatie en deactivatiecycli in neuronen Markovketen-modellen voor het analyseren van gedragspatronen



Onderwijstijden

Een definitief rooster wordt t.z.t. door de coördinator bekend gemaakt. Studiemateriaal

Verplicht: Tijdens cursus uit te reiken readers en syllabi. Kosten ca. € 15,-. Aantal deelnemers

30 Toetsvorm Beoordeling van mondelinge presentatie:

50%

Tentamen over theorie behandeld in de colleges:

50%

Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve Let op: Cursus is bedoeld voor derde jaars studenten, alsmede master studenten.

240



IB313 Ecosystemen van de Wereld/Tropische Ecologie (Ecologie III) Vakcode

IB313

Studielast

10

Ingangseis

IB209 Aquatische en Terrestrische Ecologie (Ecologie II) (pag. 217) (20 EC) en IB201 Systematiek en Biogeografie (Evolutie I) (pag. 211) (10 EC) of vergelijkbare cursussen elders behaald hebben.

Periode(n)

Moduleperiode III (derde studiejaar, 5 december 2005 t/m/ 3 februari 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. J.H. van Boxel, prof.dr. A.M. Cleef, dr. J.F. Duivenvoorden (coördinator), prof.dr. H. Hooghiemstra, mw. dr. A.M. Kooijman, prof. dr. J.H.D. Wolf

(en

diverse gastdocenten) Inlichtingen

dr. J.F. Duivenvoorden telefoon: +31 20 5257812 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

Inhoud

A. Ecosystemen van de wereld (3 weken) Uitgegaan wordt van de boeken Elements of Ecology en The Major Soils of the World, die gezamenlijk een systematisch overzicht van kenmerken en functioneren van de belangrijkste ecosystemen geven. Dit overzicht wordt behandeld, gegroepeerd op basis van klimaatszones en van drainage. B. Tropische Ecologie (4 weken) In dit onderdeel wordt in detail, in aansluiting op de algemene vergelijkende patronen die in de periode voor de kerst zijn behandeld, de belangrijkste tropische landecosystemen besproken met nadruk op de vochtige equatoriale tropen (tropisch-alpiene graslanden en

241


Leerdoelen van de module Ecosystemen van de Wereld/Tropische Ecologie (Ecologie III) (IB313) zijn het verkrijgen van systematisch inzicht in de kenmerken en het functioneren van de belangrijkste op de wereld voorkomende ecosystemen, zowel voor wat betreft de biotische als abiotische aspecten als van hun onderlinge samenhang en de invloed van de mens op deze systemen. Speciale aandacht wordt besteed aan de belangrijkste landecosystemen van de vochtige tropen, zowel van laagland als van gebergten, en de belangrijkste sturende processen binnen en tussen de verschillende tropische systemen, waaronder het inzicht in de werking van het klimaatsysteem, de algemene circulatie en de processen die daaraan ten grondslag liggen. Voorts wordt een eerste inzicht verkregen in de dynamiek van ecosystemen sinds de laatste ijstijd, en het verantwoord ecologisch en maatschappelijk gebruik/ beheer, en bescherming van deze ecosystemen, alsmede de mogelijkheden tot herstel van gedegradeerde tropische systemen.



bergregenbossen, laaglandregenwoud en savannes) en hun onderlinge samenhang in ruimte en tijd. Bij elk van de ecosystemen wordt ingegaan op de effecten van menselijk handelen (brand, begrazing, kappen, zwerflandbouw, bodem-degradatie) en consequenties voor regeneratie. Voorts is er speciale aandacht voor de lange-termijn dynamiek sinds de laatste ijstijd, en de vertaling van deze informatie naar interpretatie van ecologisch functioneren en de rol van de mens daarin in de moderne tijd. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan het kronendak, ingaande op specifieke milieu en diversiteit van epipfyten, hun betekenis in het procesmatig functioneren van het regenwoudecosysteem en aspecten van bescherming en duurzaam gebruik (canopy farming). Tevens komt de rol van het klimaat aan de orde via een (merendeels kwalitatieve) inleiding in de samenstelling en opbouw van de atmosfeer, het verticale evenwicht in de atmosfeer, de vorming van wolken en neerslag, de krachten die een rol spelen bij het ontstaan van wind en de energieoverdracht door straling en warmtestromen, uitlopend in een behandeling van het algemene circulatie in de atmosfeer en in de oceaan en de verklaring van de verdeling van temperatuur, neerslag en de bijbehorende klimaten over het aardoppervlak. Daarbij komen ook actuele problemen aan de orde komen zoals het broeikaseffect, aantasting van de ozonlaag en El Niño. Geoefend wordt ook in het opstellen van een onderzoeksvoorstel, volgens eisen en richtlijnen van WOTRO. Aan het eind van de periode wordt een dagsymposium georganiseerd met gastsprekers die ingaan op hun eigen recente onderzoek in tropische ecologie. Aanmelden

Via studieweb voor 24 oktober 2005 Onderwijsvorm

deel A: Ecosystemen van de wereld: hoorcollege (11 x 2uur), gevolgd door een presentatie door de studenten van de belangrijkste ecosystemen in een bepaalde regio en hun functioneren, aan de hand van een kaartblad van de wereldbodemkaart. deel B: Tropische Ecologie: colleges en werkcolleges, excursies (ondermeer naar de Hortus Botanicus en instellingen in Nederland die zich bezig houden met ecologisch onderzoek in de tropen), presentaties onderzoeksvoorstel en symposium.

242



Ecosystemen van de wereld Hoorcolleges

22 slu

Werkcolleges

Tropische Ecologie 40 slu 15 slu

Excursies (incl. Hortus)

32 slu

Symposium

8 slu

Extra studietijd

98 slu

65

Totaal

120 slu

160 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt ca. 1 maand voor aanvang van de cursus naar de ingeschreven studenten opgestuurd, en op Blackboard geplaatst. Studiemateriaal

Syllabi (voor kostprijs) Voorts is aanbevolen literatuur: R.L. Smith & T.M. Smith: Elements of Ecology, 5th ed., Addison Wesley Longman, Inc., San Francisco Driessen, Decters, Spaargaren en Nachtegaele: Lecture Notes on the Major Soils of the World, FAO, 2001. Archibold, O.W. 1995. Ecology of world vegetation. Chapman & Hall, London. Osborne, P.L. 2000. Tropical ecosystems and ecological concepts. 464 pp. Cambridge University Press. Walter, H. 1970. Vegetationszonen und Klima. Ulmer, Stuttgart. * Lüttge, U. 1997. Physiological ecology of tropical plants. Springer, Berlin. Kellman, M. & R.Tackaberry 1997. Tropical Environments. Routledge, London. Whitmore, T. 1990. An introduction to tropical rain forests. Clarendon, Oxford ■

■

■ ■

■

■ ■

* Ook in Engelse vertaling op de markt. Aantal deelnemers

50 Toetsvorm

Deel A: Ecosystemen van de wereld wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (leidend tot deelcijfer I). Deel B: Tropische ecologie, 4 weken wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (leidend tot deelcijfer II). Deel A telt voor 3/7 mee in het eindcijfer, deel B telt voor 4/7 deel mee in het eindcijfer. Men is geslaagd voor de gehele cursus wanneer het eindcijfer hoger dan of gelijk is aan

243


■



6,0 en de beide deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Voor diegenen die separaat deel A of B volgen geldt het betreffende deelcijfer na 3 resp. 4 weken (zie boven) als eindcijfer. Bijzonderheden

Locatie: Biologisch Centrum Anna's Hoeve, Kruislaan, Amsterdam; Roeterseilandcomplex (REC)

244



LO260 Didactiek en Communicatie Vakcode

LO260

Studielast

10

Ingangseis

Tenminste 1 schoolstageplaats regelen

Periode(n)

Moduleperiode I (derde en hogere studiejaren, 6 september 2005 t/m 21 oktober 2005) Moduleperiode IV (derde en hogere studiejaren, 6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door

AMSTEL Instituut (AMST)

Docent(en)

dr. M.J. Couzijn, mw. drs. C.M. van Krieken (coördinator), drs. P.P.M.

Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) Molenaar Inlichtingen

mw. drs. C.M. van Krieken telefoon: +31 20 5251281 [email protected]

Onderdeel van

Masterprogramme Molecular Cell Biology and Bioinformatics Masterprogramme General Biology (pag. 97) Masterprogramme Medical Biology Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie Communication and Education Profile (CE-profile)

Leerdoel

Inhoud

Oriëntatie op voortgezet onderwijs Schoolstage op twee zeer verschillende scholen (of op 1 school naast een bedrijfsstage) waarin o.a. de volgende activiteiten thuishoren: ■ ■ ■ ■

Observeren bij zoveel mogelijk klassen en docenten. Meso-activiteiten volgen. Leerlingen en medewerkers interviewen. Theorie toetsen aan de praktijk in de vorm van gerichte observatie, zelfreflectie en onderzoek.

245


Leerdoelen van de cursus Didactiek en Communicatie (LO260) : Kennis verwerven van het huidige en toekomstige voortgezet onderwijs en de rol van de docent. Motivatie en capaciteiten voor het beroep docent bij jezelf verhelderen. Sterke en zwakke kanten in je schriftelijke en mondelinge communicatie expliciteren. Mondelinge en schriftelijke communicatie verbeteren. Ervaring opdoen in onderwijs ontwerpen en geven. Onderwijs van anderen analyseren. Oriënteren op de educatieve communicatieve richting in de Master.



■ ■ ■

Zelf lesgeven in onder- en bovenbouw. Assisteren bij practica. Ervaringen gekoppeld aan theorie vastleggen in een verslag.

Oriëntatie op educatieve functie in een bedrijf of educatieve instelling (facultatief) Bedrijfsstage, waarin de volgende activiteiten thuishoren: ■ ■ ■

Zicht krijgen op het dagelijkse werk van een academicus aldaar. Een taak uitvoeren. Zicht krijgen op werving en selectie van het bedrijf.

Oriëntatie op de minor Educatie en Communicatie en Lerarenpleiding Het houden van diverse presentaties ■ ■ ■ ■ ■

Rekening houden met doel en publiek. Goed gebruik van spreekschema. Adequaat gebruik van duidelijke audiovisuele middelen. Interactie met het publiek bewerkstelligen. Tijdbewaking.

Het schrijven van verschillende teksten voor onderwijs ■ ■ ■ ■ ■

Rekening houden met doel en publiek. Actuele biologie aanhaken aan bestaande kennis. Vragen ontwerpen op het gebied van vaardigheden, attituden en cognities. Publiceren op internet Aandacht voor lay-out, spelling en stijl.

Communicatie algemeen ■ ■ ■ ■ ■ ■

Brieven schrijven. Solliciteren. Communicatiemodellen. Communicatiestoornissen onderkennen en voorkomen. Argumenteren en debatteren. Multiculturele communicatie

Onderwijskunde en didactiek ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Begripsontwikkeling; voorschoolse beelden Leerstijlen. Multicultureel onderwijs. Motivatie. Practicum en demonstraties in de natuurwetenschappen. ITC en onderwijs. Samenwerkend leren.

246



■ ■

Ontwerpen van onderwijs. Internationalisering in onderwijs

Expliciteren eigen capaciteiten ■ ■

Inventariseren eigen capaciteiten en mogelijkheden in een later beroep. Reflectie over eigen capaciteiten m.b.v. video-opnamen en verslagen van anderen.

Aanmelden

Via studieweb voor deelname in periode I voor 25 juli 2005 en voor deelname in periode IV voor 26 december 2005 Onderwijsvorm Werkcolleges

98 slu

Stage

50 slu

Voorbereiding presentaties

24 slu

Voorbereiding stage act.

22 slu

Schrijfopdrachten

19 slu

Voorbereiding werkcollege

18 slu

Reflectie

6 slu

Dossieropbouw

5 slu

Stageverslag

14 slu

Extra studietijd

24 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Studiemateriaal

Twee syllabi (onderwijs en communicatie) en wat aanvullende materialen. Kosten ca. € 25,Aantal deelnemers

18, te verdelen over de natuurwetenschappelijke vakken Toetsvorm

De cursus bestaat voornamelijk uit het trainen van vaardigheden. Daarom moet de student alle bijeenkomsten aanwezig zijn. Tussen de bijeenkomsten wordt een actieve blackboard participatie verwacht. Door het goed uitvoeren van de opdrachten, implementatie van theorie in zowel stage als verslagen en door een overzichtelijke opbouw van het dossier,

247


Twee werkcollege dagen op maandag en dinsdag van 9:30 – 17:00 uur; de rest van de week roostert de student zelf in, in overleg met de stage begeleiding. Let op: De cursus startend in september heeft gedurende de eerste week de contactdagen dinsdag en woensdag.



gevolgd door een eindgesprek aan de hand van het portfolio, heeft de student aan de eisen voldaan. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is . Bijzonderheden

Locatie: Amstel Instituut, Kruislaan 404. N.B.: Afhankelijk van het aantal studenten uit verschillende vakrichtingen en hun interesse voor onderwijs of communicatie is er differentiatie binnen de groep mogelijk. Ook kan meer aandacht gevraagd worden voor multimedia-applicaties. De cursus is ook onderdeel van de Master communicatie en educatie.

248



ORFA Oriëntatiefase (Eindthesis) Vakcode

ORFA

Studielast

20

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)

Moduleperiode V (beslaat twee perioden)

Onderwijsinstituut


Moduleperiode VI (derde studiejaar, van 27 maart 2006 t/m 7 juli 2006) Verzorgd door

Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen (SILS) Ned. Inst. v. Hersenonderzoek (NIH) Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Zkhs Sanquin (CLB) Onderwijsinstituut Psychologie (FMG) Faculteit der Geneeskunde (AMC)

Docent(en)

mw. dr.ir. B.B. Oude Essink (coördinator)

(en medewerkers van SILS, IBED en

aan de FNWI gelieerde instellingen) Inlichtingen

mw. dr.ir. B.B. Oude Essink telefoon: +31 20 5257963 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel ■

■

Inhoud

In week 1 t/m 3 kan worden gekozen uit een aantal korte cursussen. Deze cursussen zijn bedoeld om nog enkele technieken te leren of te optimaliseren voordat aan het afstudeeronderzoek in de master begonnen wordt. Week 4 is enerzijds een oriëntatie op de mogelijkheden om onderzoeksstages uit te voeren in de masterfase en anderzijds een oriëntatie op de beroepsmogelijkheden. De oriëntatiefase wordt afgesloten met een eindwerkstuk, de bachelor eindthesis: hierbij wordt een een korte wetenschappelijke onderzoekstage uitgevoerd, waarvan de resultaten verwerkt worden in een Engelstalig artikel en met behulp van Powerpoint in het Engels mondeling gepresenteerd worden. Het

249


■

Cursussen: aanleren van extra technische vaardigheden en/of het opdoen van theoretische kennis die nodig kunnen zijn in de bachelor. Bachelor Eindthesis: Het toepassen van de in de bachelor opgedane kennis en vaardigheden: het uitvoeren van een kort onderzoek, het schrijven van een eindwerkstuk gerelateerd aan het onderzoek en het houden van een mondelinge presentatie hierover. Tevens is deze periode een oriëntatie op het te kiezen afstudeeronderzoek in de master en een beroepsoriëntatie.



eindwerkstuk moet gezien worden als de afsluiting van de bachelorfase. De inhoud van de korte cursussen en korte onderzoeksstages wordt bekend gemaakt in de studiegids ‘Oriëntatiefase’ die in september 2005 gereed zal zijn. In september (de exacte datum wordt nog bekendgemaakt) wordt voorlichting gegeven over de exacte invulling van de oriëntatiefase en wordt het keuzeformulier uitgereikt. Het keuzeformulier moet uiterlijk 15 oktober ingeleverd zijn bij de onderwijsbalie. In het voorjaar 2006 wordt nog een extra voorlichting gegeven over de master. Aanmelden

Via formulier dat begin september 2005 tijdens de voorlichting wordt uitgereikt Onderwijsvorm

Cursussen, korte onderzoeksstage, bedrijfsbezoeken, beroepsoriëntatie Studiemateriaal

Wordt tijdens de voorlichting in september bekend gemaakt Toetsvorm

Wordt tijdens de voorlichting in september bekend gemaakt Bijzonderheden

Locatie: wordt tijdens de voorlichting in september bekend gemaakt

250



PS201 Onderzoek in de psychologie Vakcode

PS201

Studielast

12

Ingangseis

010/011A Inleiding in de cognitieve en biologische Psychologie (pag. 187) (20 EC) gevolgd hebben en statistiek in de modules 001A Inleiding in de Biologie (pag. 155) (10 EC) en 002A Celbiologie I (pag. 160) (10 EC) gevolgd hebben

Periode(n)

Moduleperiode I (tweede studiejaar, 10 oktober 2005 t/m 2 december 2005)

Onderwijsinstituut


Moduleperiode II (Let op: Deze module duurt 8 weken!) Verzorgd door


Docent(en)


(docenten van de afdeling

Psychonomie) Inlichtingen


Onderdeel van


Leerdoel

In de module Onderzoek in de psychologie (PS201) verdiept de student zijn kennis over het opzetten, uitvoeren en analyseren van onderzoek. Aan de orde komen statische analyse methodes inclusief variantie-analyse en wetenschappelijke verslaglegging. Inhoud

Aanmelden


70 slu

SPSS

50 slu

Werkcolleges + opdrachten

200 slu

Totaal

320 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt nader bekend gemaakt

251


Gedurende de module loopt een collegereeks over statistische analyses en methoden van onderzoek. Daarnaast wordt een cursus SPSS verzorgd. Tevens zijn er werkcolleges waarin geoefend wordt met het opzetten en analyseren van onderzoeken en enkele onderzoeksverslagen worden geschreven. Naast de onderzoeksverslagen wordt een onderzoeksopzet naar aanleiding van zelf gekozen literatuur geschreven.



Studiemateriaal

Studie-materiaal wordt nader bekend gemaakt Syllabi zijn verkrijgbaar bij de boekenbalie van de Vereniging Studenten Psychologie Amsterdam (VSPA), Roetersstraat 15, begane grond gebouw A. Aantal deelnemers

n.v.t. Toetsvorm

De beoordeling vindt plaats op basis van een tentamen statistiek, een tentamen methoden van onderzoek en ingeleverde opdrachten. Voor de werkcolleges en de cursus SPSS is een aanwezigheidsplicht. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger is dan 6,0. Het eindcijfer wordt bepaald door een gewogen gemiddelde van de opdrachten en de tentamens. Om te slagen mogen de deelcijfers van de beide tentamensniet lager zijn dan 5,0, de opdrachten moeten allen voldoende gemaakt worden. Bijzonderheden

Locatie: FMG afdeling Psychologie, Roetersstraat 15

252



PS300 Psychonomie Vakcode

PS300

Studielast

30 (de 30 EC zijn verdeeld over een aantal korte cursussen die tussen de 1 en de 7

Ingangseis

PS201 Onderzoek in de psychologie (pag. 251) (12 EC) en 290A/P Miniscriptie

Periode(n)

Semester 1 (Deze cursus omvat een heel semester.)

Onderwijsinstituut


EC omvatten) (pag. 192) (6 EC)

Verzorgd door


Docent(en)


Inlichtingen


Onderdeel van


Inhoud

In het eerste semester van het derde jaar Psychobiologie worden onderdelen bij de opleiding psychologie gevolgd binnen de programmagroep Psychonomie. Het betreft een verplicht programma van 30 EC, bestaande uit delen met verschillende blokken die naast elkaar gevolgd moeten worden. De opzet is als volgt:


Blok 1 en 2: Inleiding en Perceptie-Actie Cyclus - 5 EC Blok 3: Aandacht, Controle & Bewustzijn -3 EC Blok 4: Emoties – 3 EC Blok 5: Leren en Geheugen - 4 EC Blok 6: Taal- 3 EC Blok 7: Hogere Mentale Processen - 2 EC : Blok 8.1: Experimentatie- 6 EC Blok 8.3: Symposium – 1 EC Blok 9: Experimental Design - 3 EC Aanbevolen voorkennis

010/011A Inleiding in de cognitieve en biologische Psychologie (pag. 187) (20 EC) Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli Onderwijstijden

De onderwijstijden staan vermeld in de studiegids van Psychologie, Deelnemers krijgen het betreffende deel via de email toegestuurd Studiemateriaal

Het studiemateriaal staat vermeld in de studiegids van Psychologie.

253



Kosten

Ongeveer 200 euro Toetsvorm

Informatie over toetsen staat vermeld in de studiegids van Psychologie. Bijzonderheden

Voor deze module wordt het examenreglement van het onderwijsinstituut Psychologie (FMG) aangehouden. Let op: Deze module begint met een toets op 12-09-2005 om 13:00 uur die 20% van het cijfer voor blok 1 en 2 bedraagt. Nadere informatie staat inde studiegids van Psychologie.

254



SI201 Celbiologie II Vakcode

SI201

Studielast

10

Ingangseis

Cursus 002A Celbiologie I (pag. 160) (10 EC) en SI213 Moleculaire Biologie,

Periode(n)

Moduleperiode III (tweede studiejaar, 5 december 2005 t/m 3 februari 2006)

Onderwijsinstituut


Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

dr.ir. P.F. Fransz, dr. W.E.J.M. Ghijsen, dr. T. Munnik, dr. M. Rep (coördinator), mw. dr. G.J. Smits

Inlichtingen

dr. M. Rep telefoon: +31 20 5257764 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na afloop van de cursus Celbiologie II (SI201) dient de student in staat te zijn: ■

■

■

de relaties tussen structuur en functie voor de behandelde cellulaire systemen te kunnen uitleggen; de behandelde celbiologische verschijnselen en processen te herkennen en te kunnen beschrijven; de verworven inzichten toe te kunnen passen op voorgelegde vraagstukken;

Inhoud

De cursus celbiologie II is een theoretische cursus en valt uiteen in twee delen. Het eerste deel is algemeen en bedoeld om studenten kennis te laten verwerven omtrent de werking van de cel op moleculair niveau. Hiertoe zullen een aantal basale cellulaire processen behandeld worden. In het tweede deel van de cursus zal een verdieping volgen, waarbij recent wetenschappelijk onderzoek zal worden bestudeerd en besproken. De rode draad van de cursus is de overdracht van signalen. De volgende onderwerpen / processen zullen ter sprake komen: ■ ■ ■ ■ ■

structuur van de celmembraan en dynamische processen hierin; signaaloverdracht tussen cellen en binnen de cel; lipiden-afgeleide signaal moleculen; signaaloverdracht en genexpressie; regulatie van de celcyclus;

255


Verder zal de student ervaring te hebben opgedaan met het interpreteren van wetenschappelijke artikelen.



■ ■

apoptose; celdifferentiatie.

Aanmelden


Deze theoretische cursus zal gegeven worden in de vorm van hoor- en werkcolleges. In een aantal werkcolleges zullen opdrachten worden uitgevoerd c.q behandeld. Hoorcolleges

150 slu

Werkcolleges

64 slu

Opdrachten

66 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt door de coördinator bekend gemaakt. Studiemateriaal

De te behandelen stof staat deels beschreven in een klapper en deels in ‘Molecular Biology of the Cell” Cell Biology’ (Alberts et al., 4e editie). Dit boek wordt ook gebruikt in module 002. Aanschaf is verplicht. Additioneel studiemateriaal zal door docenten uitgereikt worden. Kosten

De klapper zal ongeveer 15 euro kosten (de exacte prijs wordt later bekend gemaakt). Toetsvorm

Ongeveer halverwege de cursus zal er een deeltoets worden afgenomen. In week zeven volgt een tweede deeltoets. De beoordeling zal gebaseerd zijn op de beantwoording van essay-vragen waarin kennis en begrip worden getoetst, en voorts op het oplossen van vraagstukken en/of uitvoeren van opdrachten. Bij de eindbeoordeling weegt het resultaat van deeltoets 1 twee maal zo zwaar als het resultaat van deeltoets 2. Men is geslaagd voor de cursus indien het eindcijfer cijfer hoger dan, of gelijk is aan een 6,0 en geen van beide deelcijfers lager is dan 5,0 Bijzonderheden

Locatie: De locatie zal voor aanvang van de cursus worden bekend gemaakt door de coördinator. Let op: Deze cursus moet men gevolgd hebben voor deelname aan GE201 Algemene anatomie en fysiologie van de mens (pag. 197) (10 EC) Deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan SI301 Endocrinologie (pag. 274) (10 EC) , SI303 Neurobiologie (pag. 276) (10 EC) en SI315 Medische Moleculaire Biologie (pag. 291) (10 EC)

256



SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T Vakcode

SI213

Studielast

8

Ingangseis

002A Celbiologie I (pag. 160) (10 EC) en 004A Microbiologie, Moleculaire Biologie

Periode(n)


Onderwijsinstituut


en Mathematische Modellen (pag. 167) (10 EC) gevolgd

Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. W. Crielaard, dr. M. Rep (coördinator), dr. J.C. van der Spek, dr. F.L.W. Takken, dr. M.J. Teixeira de Mattos

Inlichtingen


Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (SI213): Het beheersen van basisbegrippen in de biochemie, microbiologie en moleculaire biologie en het kunnen uitleggen van een aantal voorbeelden van 1) regulatie van genexpressie, 2) moleculair biologische technieken, 3) de werking en regulatie van enzymen, 4) werking en regulatie van centrale biochemische routes, 5) metabolisme van micro-organismen Inhoud

Biochemie en Microbiologie: Belangrijke concepten uit de biochemie zoals eiwitvouwing en katalytische mechanismen worden behandeld. De rol van chaperones worden aan de hand van een voorbeeld toegelicht. Daarna wordt ingegaan op de enzymkinetiek: Michaelis Menten kinetiek, affiniteitsconstante, competitieve/niet-competitieve remming, eiwitfosforylering. De thermodynamische verklaringen voor enzym gekatalyseerde reacties worden geïntroduceerd. Transport van macromoleculen binnen de cel en de rol van GTP bindende eiwitten. Een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van ziekten die gerelateerd zijn aan foutief gevouwen eiwitten. Vervolgens komen de mechanismen van energieconservering aan de orde met als hoofdpunten de glycolyse, de citroenzuurcyclus en de ademhalingsketen waarbij aandacht besteed wordt aan electronenoverdracht en redoxreacties in het

257


Moleculaire biologie: Structuur van DNA en RNA; DNA-replicatie; Regulatie van transcriptie in prokaryoten en eukaryoten; RNA-processing; Eiwitsynthese; Genetische systemen van organellen; Gebruik van computers voor sequentie-analyse.



algemeen. De algemene principes uit de biochemie worden vervolgens toegepast bij de behandeling van de metabole diversiteit van micro-organismen, zoals chemolithotrofie, anaerobe ademhaling en fermentatie. Hier komt ook de fotosynthese aan de orde. Verder komen specifieke eigenschappen van prokaryoten aan de orde: de celwandstructuur en het werkingsmechanisme van penicilline, endosporevorming en ontkieming van bacteriën, stikstoffixatie, groeikinetiek, energetica en celopbrengst. De consequenties van een aantal van deze eigenschappen voor milieu (de koolstofcyclus), voeding (voedselbederf en – bereiding) en gezondheid (kolonisatie, virulentie, toxineproductie, caries) worden uitgelegd Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005. Let op: Je moet je voor 3 modules tegelijk aanmelden: SI213, SI215 en SI217! Onderwijsvorm

Tijdens de cursus zullen ca. 12 hoorcolleges moleculaire biologie, 10 hoorcolleges biochemie en 10 hoorcolleges microbiologie worden gegeven. Ter ondersteuning van moleculaire biologie zal een dagdeel bioinformatica worden gegeven. Verder zullen in kleine groepen presentaties worden gemaakt over een onderdeel van de stof. Een deel van die presentaties zullen worden gegeven in een mini-symposium. Tevens zullen ondersteunende werkcolleges worden gegeven. Hoorcolleges

100 slu

Werkcolleges

70 slu

Zelfstudie

30 slu

Totaal

200 slu

Onderwijstijden

De cursus vangt aan op dinsdag 6 september om 10:00 uur. Het rooster wordt bekend gemaakt op Blackboard en toegezonden aan de deelnemers. Studiemateriaal

Hoofdstukken uit Molecular Biology of the Cell, 4e druk, Alberts et al. Garland Publ. Inc. New York. Voor microbiologie wordt verder gebruik gemaakt van Biology of Microorganisms, Brock en Madigan, 10de (of 9de) druk (was aanbevolen voor module 004). Aantal deelnemers

100 studenten Toetsvorm

Er wordt aan de hand van essayvragen een schriftelijk tentamen afgenomen. Het tentamen bestaat uit 2 deeltentamens: Moleculaire Biologie (weegfactor 40%) en

258



Biochemie/Microbiologie (weegfactor 60%). Men is geslaagd als het gewogen gemiddelde gelijk of hoger is dan 6,0 en geen der deeltentamens lager is beoordeeld dan een 5,0. Bijzonderheden

Locatie: wordt later bekend gemaakt Deze cursus moet men gevolgd hebben voor deelname aan Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie P en SI215 Immunologie TP (pag. 260) (6 EC) Deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan GE301A Klinische Genetica (pag. 199) (10 EC) , GE302A Medische Microbiologie; Bacteriologie, Virologie en Parasitologie (pag. 202) (10 EC) , GE304A Medische Biochemie (pag. 208) (10 EC) , SI308 Eukaryote Genregulatie (pag. 284) (10 EC) en SI315 Medische Moleculaire Biologie (pag. 291) (10 EC)


259



SI215 Immunologie TP Vakcode

SI215

Studielast

6

Ingangseis

SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC)

Periode(n)

Moduleperiode I (alternerend met periode II)

gevolgd Moduleperiode II (tweede studiejaar, 10 oktober 2005 t/m 4 november 2005 en 7 november 2005 t/m 2 december 2005) Onderwijsinstituut


Verzorgd door

Sanquin (CLB)

Docent(en)

prof. dr. R.C. Aalberse (coördinator), J. van Leeuwen (coördinator)

Inlichtingen

prof. dr. R.C. Aalberse telefoon: +31 20 5123158 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Immunologie TP (SI215): Theorie: Na afloop van de cursus heeft de student zich de theoretische grondbeginselen van de immunologie eigen gemaakt. Praktijk: Het verwerven van praktische vaardigheid, vooral in het werken met antistoffen Inhoud

Theorie ■ ■ ■ ■ ■

■ ■ ■ ■

de structuur van antistoffen de basis van antistof-variabiliteit effector-functies van antistoffen functies van lymfocyten antigeen-presenterende cellen en de functie van eiwitten van het ‘major histocompatibiliteits complex’ regulatie van lymfocytenfunctie door cytokinen rol van cel-cel contact en de regulatie van de verantwoordelijke adhesiemoleculen immunologische tolerantie mucosale immuniteit

Practicum ■

Isoleren van antistoffen uit antiserum en uit kweeksupernatant:

260



■ ■ ■ ■ ■ ■

Niet-competitieve en competitieve immuno-assay Preparatief werken met antistoffen: immuno-affiniteits chromatografie Werken met radioactiviteit Immunocytologie/histologie Biologische effecten van antistoffen Lymfocyten kweken

Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005. Let op: Je moet je voor 3 modules tegelijk opgeven: deze cursus, SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC) en SI217 Moleculaire Biologie en Biochemie P (pag. 262) (6 EC) ! Onderwijsvorm Hoorcollege

12 slu

Practica, incl. uitwerken en toetsing

108 slu

Werkcollege

4 slu

Extra studietijd

36 slu

Totaal

160 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor de aanvang van de module bekend gemaakt. Studiemateriaal


Laboratoriumjas is verplicht. Immunobiology / The Immune System in Health and Disease, Sixth edition, C.A. Janeway, ISBN 0 4430 7309 0 (paperback incl. cd) Churchill Livingstone (reeds aangeschaft voor module 008). Practicumhandleiding aan te schaffen bij de aanvang van de cursus (prijs nog niet bekend). Aantal deelnemers

2 x 30 studenten Toetsvorm

Het eindcijfer bestaat uit de volgende deelcijfers: theorie (50%) en praktijk (50%). Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk is aan of hoger is dan 6,0 en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0 Bijzonderheden

Locatie: Kruislaan 318 (Anna's Hoeve), gebouw III.

261



SI217 Moleculaire Biologie en Biochemie P Vakcode

SI217

Studielast

6

Ingangseis

SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC)

Periode(n)

Moduleperiode I (alternerend met periode II)

gevolgd Moduleperiode II (tweede studiejaar, 10 oktober 2005 t/m 4 november 2005 en 7 november 2005 t/m 2 december 2005) Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. L. de Jong, Ing. M.A. de Jong, dr. J.C. van der Spek (coördinator), dr. M.J. Teixeira de Mattos

Inlichtingen

dr. J.C. van der Spek telefoon: +31 20 5257921 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

De cursus Moleculaire Biologie en Biochemie P (SI217) geeft een belangrijke basis om laboratorium-onderzoek in de levenswetenschappen zelfstandig uit te kunnen voeren. Elementaire technieken en werkwijzen op het vlak van de deelgebieden biochemie en moleculaire biologie zul je leren gebruiken, toepassen en combineren. Een hoger doel hierbij is om ook inzicht te krijgen in de toepasbaarheid van werkwijzen en technieken, afhankelijk van de vraagstelling en het te onderzoeken materiaal. Om dit te bereiken zul je belangrijke principes en processen in de biochemie en moleculaire biologie leren begrijpen, zowel afzonderlijk als in hun onderlinge samenhang. Inhoud

In deze cursus zal een groot aantal biochemische en moleculair-biologische technieken aan de orde komen, zoals: homogenisatie en fractionering van weefsels en cellen, productie en isolatie van eiwitten, verschillende methodes om eiwitten te zuiveren, activiteitsbepalingen van eiwitten, enzymkinetiek, energiemetabolisme, klonering en isolatie van DNA, gel-electroforese, restriktie-kartering, PCR, analyse van DNA- en eiwit-sequenties met behulp van de computer, microscopie, massaspectrometrie. Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005. Let op: Je moet je voor 3 modules tegelijk opgeven: Moleculaire Biologie en Biochemie P (SI217), SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC) en SI215 Immunologie TP (pag. 260) (6 EC) .

262



Onderwijsvorm

De module bestaat in de eerste plaats uit een praktisch gedeelte van ca. drie weken. In de resterende tijd zal de opgedane kennis verdiept worden met behulp van theoretische vraagstukken, een verslag in de vorm van een artikel, het schrijven van een protocol om een bepaald wetenschappelijk probleem aan te pakken en de presentatie van het onderzoeksprotocol tijdens een werkbespreking. De cursus zal worden afgesloten met een schriftelijke toets die betrekking heeft op de stof in de klapper, de inleidingen tijdens het practicum en de klapper met vraagstukken. Hoorcollege

50 slu

Prakticum/werkcollege

100 slu

Extra studietijd

10 slu

Totaal

160 slu

Onderwijstijden

De cursus duurt 4 weken en wordt tweemaal gegeven (alternerend met SI215 Immunologie) en direct aansluitend op de module SI213. De cursus vangt aan op de eerste maandag om 9.15 uur; het rooster wordt door de modulecoördinator bekendgemaakt op Blackboard. In principe geldt een dagelijkse aanwezigheidsverplichting van 9.00 tot 17.00 uur. Studiemateriaal

Alle noodzakelijke informatie wordt verstrekt in de cursusklapper (kosten ca. € 7 euro). Tevens moet men op het practicum de beschikking hebben over de klapper behorende bij SI213. Een laboratoriumjas en -bril zijn verplicht. 2 x 30 studenten Toetsvorm

De beoordeling van het praktisch werk wordt gebaseerd op de bijdrage van de student aan het opzetten, uitvoeren en interpreteren van de experimenten. De eindbeoordeling zal bestaan uit theorie 50% en praktijk 50%. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger is dan 6,0 en geen van de deelcijfers lager is dan 5.0. Bijzonderheden

Locatie: de cursus wordt gegeven in het Van ‘t Hoff Instituut, Roeterseiland. Het practicum wordt gegeven in de cursuszaal van microbiologie in Gebouw B, 8ste verdieping. Let op: deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan GE304A Medische Biochemie (pag. 208) (10 EC)

263


Aantal deelnemers



SI218 Moleculaire Biologie en Biochemie T (voor Psychobiologen) Vakcode

SI218

Studielast

6

Ingangseis

002 Celbiologie I (10 EC) gevolgd

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. W. Crielaard, dr. M. Oitzl, dr. M. Rep (coördinator), dr. J.C. van der Spek, dr. F.L.W. Takken, dr. M.J. Teixeira de Mattos

Inlichtingen


Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Moleculaire Biologie en Biochemie T (SI218): Het beheersen van basisbegrippen in de biochemie en moleculaire biologie en het kunnen uitleggen van een aantal voorbeelden van 1) regulatie van genexpressie, 2) moleculair biologische technieken, 3) de werking en regulatie van enzymen, 4) werking en regulatie van centrale biochemische routes en 5) de betekenis hiervan voor gedrag. Inhoud

Moleculaire biologie Structuur van DNA en RNA; DNA-replicatie; Regulatie van transcriptie in prokaryoten en eukaryoten; RNA-processing; Eiwitsynthese; Genetische systemen van organellen; Gebruik van computers voor sequentie-analyse. Biochemie Belangrijke concepten uit de biochemie zoals eiwitvouwing en katalytische mechanismen worden behandeld. De rol van chaperones worden aan de hand van een voorbeeld toegelicht. Daarna wordt ingegaan op de enzymkinetiek: Michaelis Menten kinetiek, affiniteitsconstante, competitieve/niet-competitieve remming, eiwitfosforylering. De thermodynamische verklaringen voor enzym gekatalyseerde reacties worden geïntroduceerd. Transport van macromoleculen binnen de cel en de rol van GTP bindende eiwitten. Een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van ziekten die gerelateerd zijn aan foutief gevouwen eiwitten. Vervolgens komen de mechanismen van energieconservering aan de orde met als hoofdpunten de glycolyse, de citroenzuurcyclus en de ademhalingsketen waarbij aandacht besteed wordt aan electronenoverdracht en redoxreacties in het algemeen.

264



Gedrag Besproken zal worden hoe interferentie met de synthese van moleculen in de hersenen (waaronder eiwitten) kan leiden tot veranderingen in functionele processen, in het bijzonder gedrag. Op deze wijze zal geillustreerd worden hoe de koppeling tussen gen en gedrag onderzocht kan worden. Hierbij is aandacht voor zowel de moleculair biologische als de gedragsbiologische technieken. Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005. Let op: Je moet je tegelijkertijd voor PS201 aanmelden. Onderwijsvorm

Tijdens de cursus zullen ca. 12 hoorcolleges moleculaire biologie, 10 hoorcolleges biochemie en 6 hoorcolleges gedrag worden gegeven. Ter ondersteuning van moleculaire biologie zal een dagdeel bioinformatica worden gegeven. Voor moleculaire biologie zal zelfstandig aan een opdracht gewerkt worden Tevens zullen ondersteunende werkcolleges worden gegeven. Onderwijstijden

De cursus vangt aan op dinsdag 6 september om 10:00 uur. Het rooster wordt bekend gemaakt op Blackboard en toegezonden aan de deelnemers. Studiemateriaal

Hoofdstukken van het leerboek Biochemistry, Berg, Tymoczko, Stryer, 5de editie vormen de voornaamste basis van de hoorcolleges Moleculaire biologie en Biochemie. Voor het onderdeel Gedrag zal gebruik gemaakt worden van enkele geselecteerde artikelen. Aantal deelnemers

100 Er wordt aan de hand van essayvragen een schriftelijk tentamen afgenomen. Het tentamen bestaat uit 2 deeltentamens: Moleculaire Biologie + Gedrag (weegfactor 70%) en Biochemie (weegfactor 30%). Men is geslaagd als het gewogen gemiddelde gelijk of hoger is dan 6,0 en geen der deeltentamens lager is beoordeeld dan een 5,0. Bijzonderheden

Locatie: wordt later bekend gemaakt Deze cursus moet men gevolgd hebben voor deelname aan Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie P (6 EC) en SI215 Immunologie TP (6 EC) Deze cursus moet men behaald hebben voor deelname aan GE301 Klinische Genetica (10 EC), GE302 Medische Microbiologie; Bacteriologie, Virologie en Parasitologie (10 EC), GE304 Medische Biochemie (10 EC) en SI308 Eukaryote Genregulatie (10 EC)

265


Toetsvorm



SI219 Celregulatie en moleculaire microscopie van de levende cel Vakcode

SI219

Studielast

10

Ingangseis

gevolgd hebben: SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC)

Periode(n)

Moduleperiode IV (tweede studiejaar, 6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

mw. dr. T. den Blaauwen, prof.dr. Th.W.J. Gadella (coördinator), dr. ir. J. Goedhart, dr. E.M.M. Manders, prof. dr. C.J.F. van Noorden, ing. N.O.E. Vischer

Inlichtingen

(en postdoc's en aio's )

prof.dr. Th.W.J. Gadella telefoon: +31 20 5256259 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

De cursus Celregulatie en moleculaire microscopie van de levende cel (SI219) is half theoretisch en half praktisch en heeft tot doel de student in te voeren in de moderne moleculaire celbiologie van dynamische structuren in levende cellen in relatie tot celregulatie. Nadruk zal worden gelegd op subcellulaire communicatie, dynamische structuren in cellen (zoals het cytoskelet) en moleculaire mechanismen van celdeling. Deze processen vormen de basis van celregulatie die kan leiden tot celdifferentiatie vanuit stamcellen, apoptose, of kanker. Tevens zullen methodologische aspecten van celbiologische technieken aan de orde komen, zoals moderne lichtmicroscopische technieken, labelingstechnieken en beeldbewerking. De gekozen onderwerpen zijn afkomstig van prokaryoten (bacteriën) en eukaryote cellen (zoogdier-cellijnen). Het belangrijkste leerdoel is de koppeling tussen theorie en onderzoekspraktijk m.b.t. celregulatie. Niet alleen: hoe werkt het op papier (in het tekstboek), maar hoe doe je onderzoek hieraan en wat zijn de vragen waarmee men momenteel worstelt. Inhoud

Theorie: Celcommunicatie, celgroei, celcyclus, celdifferentiatie en morfogenese bij zoogdiercellen (en bacteriën). Aan de orde komen: signaaltransductie, regulatie van het cytoskelet, mechanisme van mitose, celdifferentiatie, stamcellen, apoptose en carcinogenese. Praktijk: Zoveel mogelijk zullen moderne technieken worden toegepast dan wel worden gedemonstreerd waarbij de bovengenoemde theoretische onderwerpen kunnen worden bestudeerd in levende cellen. Specifiek zal ervaring worden opgedaan met 2-D en 3-D

266



digitale beeldanalyse, fluorescentiemicroscopie, confocale scanning laser microscopie, dynamische localisatie van GFP-gelabelde eiwitten, celmanipulatie, immunolabeling en FRET-microscopie. Proefobjecten zullen zijn: zoogdiercellen en bacteriën. Aanbevolen voorkennis

Molecular Biology of the Cell (4e ed) van Alberts et al., 1e en 2e jaars colleges Aanmelden


In de eerste 3 weken zullen er hoor/werkcolleges gegeven worden uit Alberts (hoofdstukken 15, 16, 18, 22 en 23). Er zullen ca. 20 hoorcolleges worden gegeven. Op een aantal onderdelen zal dieper worden ingegaan door specialisten bij het AMC en SILS. Hiertoe zullen enkele voorbeelden uit lopend onderzoek en de kliniek nader worden geïllustreerd via rondleidingen en case studies. Over het theoretische gedeelte wordt aan het eind van de derde week in de module een tentamen afgelegd (essayvragen). Het practicum dat daarop volgt zal drie weken (full time) in beslag nemen. Daarin wordt aandacht besteed aan moderne digitale beeldanalyse, microscopie van de levende cel en histologie. De onderwerpen in het practicum zullen aansluiten op het theoretische gedeelte zodat praktische vaardigheid wordt opgedaan met microscopiseren van levende cellen, visualiseren van signaaltransductie, celdifferentiatie vanuit stamcellen, carcinogenese en van apoptose. Over het praktisch werk, literatuuronderwerpen en demonstraties worden in de laatste week presentaties voorbereid die plenair mondeling worden gepresenteerd in een afsluitend symposium. 60 slu

Werkcolleges

12 slu

Practicum

120 slu

Voorbereiding referaat

40 slu

zelfstudie

48 slu

Totaal:

280 slu


Hoorcolleges

Onderwijstijden

Rooster wordt nader bekend gemaakt Studiemateriaal

Laboratoriumjas. Kopieën van de practicumhandleiding worden tegen kostprijs verstrekt. Molecular Biology of the Cell (Alberts) 4e editie, hoofdstukken 15, 16, 18, 22 en 23

267



Toetsvorm

Het eindcijfer wordt vastgesteld door het gewogen gemiddelde te bepalen van het cijfer voor het tentamen en de mondelinge presentatie en het praktische werk. Als weegfactoren gelden: tentamen:

50%

practicum en mondelinge presentatie:

50%

Men is geslaagd voor de module wanneer het gewogen gemiddelde hoger dan of gelijk is aan 6,0 en wanneer geen der deelcijfers lager is dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Kruislaan 316, Gebouw III (Anna's Hoeve) en AMC

268



SI220 Neurofysiologie Vakcode

SI220

Studielast

10

Ingangseis

SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) gevolgd

Periode(n)

Moduleperiode V (tweede studiejaar, 27 maart 2006 t/m 19 mei 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. W.E.J.M. Ghijsen (coördinator), dr. R.B. de Heus, mw. prof.dr. M. Joels, prof.dr. C.M.A. Pennartz, prof.dr. W.J. Wadman

Inlichtingen

(en diverse gastdocenten)

dr. W.E.J.M. Ghijsen telefoon: +31 20 5257620 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Leerdoelen van de module Neurofysiologie (SI220) zijn: ■ ■

■ ■

■

■

De behandelde neurofysiologische processen herkennen en beschrijven; De onderlinge samenhang doorzien en daarmee kunnen werken in simulatieprogramma’s; De histologische bouw van de besproken hersengebieden herkennen; Mondeling en schriftelijk rapporteren over een recent onderzoeksartikel en deze plaatsen in het kader van de behandelde stof; De gelezen literatuur kritisch kunnen beoordelen op de consistentie van resultaten en conclusies; Een verslag maken van een klein onderzoek.

Colleges: De basisprincipes van de Neurofysiologie (de samenstellende elementen, vormen van signaaloverdracht) zullen ingeleid worden en behandeld voor wat betreft hun rol in integratieve processen (synaptische intergratie, plasticiteit en modulatie; ontwikkeling van het zenuwstelsel; autonoom zenuwstelsel en hypothalamus-bijnier as). Daarnaast zal de fysiologie van de zintuigen (geur, smaak, gevoel, gehoor, oog) besproken worden, en zullen enkele pathofysiologische processen in de hersenen (epilepsie, ziekte van Parkinson, ischemie) aan bod komen. Histologie: De in de colleges besproken hersengebieden en zintuigprocessen zullen microscopisch nader worden bekeken. Aanmelden

Via studieweb voor 13 februari 2006

269


Inhoud



Onderwijsvorm

De in de colleges besproken onderwerpen worden in een practicum gevisualiseerd. Met behulp van computer-simulaties worden de besproken onderwerpen geïllustreerd en geoefend. Er wordt aan de hand van een neurofysiologisch artikel een essay geschreven en een korte voordracht gehouden. Er zal een neurofysiologische proef worden uitgevoerd, waarover een verslag wordt geschreven. Hoorcolleges

130 slu

Practicum / werkcolleges

75 slu

Opdracht referaat, essay, verslag

75 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt vier weken van te voren bekend gemaakt Studiemateriaal

Voor de colleges Neurofysiologie zal het boek “Principles of Neural Science” van Kandel en co-auteurs (4th edition) als naslagwerk dienen, en voor het Histologie gedeelte het boek “Functionele Histologie” van Junqueira en Carneiro (10e druk). Relevante stof uit klapper Celbiologie II van cursus SI201. De in de colleges gebruikte power point plaatjes, inhoud van het histologie practicum en werkcolleges, zullen via blackboard beschikbaar zijn. Aantal deelnemers

80 Toetsvorm

Deelcijfer I: practica, essay en voordracht, weegfactor 50%. Het practicum Histologie wordt afgesloten met een toets. Het Neurofysiologiepracticum wordt beoordeeld aan de hand van het verslag. Deelcijfer II: colleges en werkcolleges Neurofysiologie, weegfactor 50%. De computer simulatie-practica moeten worden gevolgd en de student dient een protocol bij te houden. De stof behandeld in de colleges en werkcolleges zal worden getentamineerd. Het aantal vragen per onderwerp is gerelateerd aan de aantallen colleges. Men is voor de cursus geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Anna’s Hoeve.

270



SI221 Moleculaire Celbiologie (stress en adaptatie) Vakcode

SI221

Studielast

10

Ingangseis

gevolgd hebben: SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) en SI213 Moleculaire

Periode(n)

Moduleperiode IV (tweede jaar, 6 februari t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Biologie, Biochemie en Microbiologie T (pag. 257) (8 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

dr. T. Munnik (coördinator), dr. M. Rep, dr.ir. R.C. Schuurink, mw. dr. G.J. Smits, dr. F.L.W. Takken, dr. M.J. Teixeira de Mattos

Inlichtingen

dr. T. Munnik telefoon: +31 20 5257763 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie

Leerdoel

De cursus Moleculaire Celbiologie (stress en adaptatie) (SI221) is een gecombineerde theoretische- en praktische cursus die er op is gericht een breder inzicht te verschaffen in de moleculaire- en celbiologische processen die ten grondslag liggen aan het vermogen van een organisme om zich continu aan zijn veranderende leefomgeving aan te kunnen passen. Het theoretische deel bestaat uit hoorcolleges die een introductie vormen op werkcolleges waarin een aantal publicaties uit de recente literatuur zal worden besproken. Het practische gedeelte bestaat uit een 3-weekse ministage waarbij studenten deel zullen nemen aan het lopende onderzoek. Inhoud

271


Centraal in deze cursus staan Stress en Adaptatie. De moleculaire mechanismes hierachter zijn vaak universeel en cruciaal voor het leven van planten, dieren en microorganismen. Microorganismen staan bijvoorbeeld continu bloot aan veranderende temperaturen, zuurgraad, vochtigheid, zuurstofgehaltes en nutriënten. Hoe meten microorganismen veranderingen in hun omgeving, hoe passen ze zich aan, en met welke meetmethoden kan een onderzoeker dat zichtbaar maken en kwantificeren? Vele microorgansimen gebruiken de mens of planten als gastheer. Sommige van deze microorganismen zijn ziektemakend of zelfs dodelijk (pathogeen) terwijl anderen ons weer van dienst zijn, en dat is wederzijds (symbiotisch). Maar hoe weet de gastheer nu of het een ‘vriend’ of een ‘vijand’ betreft? Hoe herkent hij ze, hoe weert hij ze af, of hoe haalt hij ze binnen in het geval van een symbiose? Het pathogene micro-organisme probeert alle verdedigingslinies van de gastheer te omzeilen. De gastheer zal op zijn beurt weer proberen de pathogeen te slim af te zijn. Pathogenen veroorzaken niet als enige stress bij planten en dieren. Planten staan bijvoorbeeld continu bloot aan verschillende ‘abiotische’ vormen van stress; denk aan uitdroging, hitte, kou, overstroming en zuurstof tekort. De



plant kan niet voor deze stress weglopen zoals wij dat kunnen en zal zich dus (fenotypisch) moeten aanpassen. Het aanpassend vermogen van planten en microorganismen is tot op het moleculaire niveau zeer goed uitgezocht en is een illustratie van de complexiteit van biologische regelsystemen. De stressresponsen van planten en microorganismen, hun wederzijdse moleculaire interacties en de signaal transductie systemen die de fysiologische aanpassingen sturen, zullen in deze cursus uitgebreid aan de orde komen. Aanmelden

via studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm

Tijdens de eerste 3 weken worden s’ochtends hoor- (en werk-) colleges gegeven om elk onderwerp te introduceren. Hierbij wordt materiaal uitgedeeld voor zelfstudie s’middags, als voorbereiding op de werkcolleges van de volgende ochtend. Aan het einde van de 3e week is er een tentamen. In de weken 4-6 zullen de studenten, individueel of in kleine groepjes (afhankelijk van aantal aanmeldingen), participeren in het lopende onderzoek, onder directe begeleiding van aio’s en postdocs in een van onze laboratoria (Microbiologie, Fytopathologie of Moleculaire Plantenfysiologie). Het praktijkgedeelte zal worden afgesloten met een presentatie en een kort verslag in week 7. Hoorcolleges

30 slu

Werkcolleges

90 slu

Practicum

120 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt voor aanvang van de module door de coördinator bekend gemaakt Studiemateriaal

Handouts en wetenschappelijke artikelen worden ter plekke verstrekt tegen kostprijs Aantal deelnemers

maximaal 20 Toetsvorm

Toetsing vindt plaats door schriftelijke beantwoording van vragen over de stof behandeld in de hoor- en werkcolleges en door het schrijven van een uitreksel van een artikel dat tijdens de werkcolleges wordt uitgereikt. Practisch werk wordt beoordeeld op grond van de inzet en het inzicht die tijdens de ministage en in het verslag zijn getoond. Als weegfactoren voor het eindcijfer gelden: theoretisch gedeelte 50% (1/3 uitreksel, 2/3 toets), praktijk gedeelte 50%, (2/3 praktijk, 1/3 verslag). Men is geslaagd voor de cursus

272



als het gewogen gemiddelde van de twee deelcijfers tenminste 6,0 bedraagt en geen der deelcijferes lager is dan een 5,0. Bijzonderheden

Locaties: REC en Anna's Hoeve. Specifieke locaties worden door de coördinator tijdig bekend gemaakt


273



SI301 Endocrinologie Vakcode

SI301

Studielast

10

Ingangseis

SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) en Fysiologie van Mens en Dier (10 EC)

Periode(n)


Onderwijsinstituut


behaald

Verzorgd door


Docent(en)

mw. prof.dr. M. Joels, dr. H. Krugers (coördinator), dr. P.J. Lucassen, dr. T. Vulsma

Inlichtingen

dr. H. Krugers telefoon: +31 20 5257621 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na afloop van de cursus Endocrinologie (SI301) dient de student inzicht te hebben in hormonale regelsystemen in het dierenrijk, begrip te hebben over pathologie en op de hoogte te zijn van de toepassing van hormonen in de industrie en samenleving. Voorts moet de student in staat zijn om in korte tijd overzicht te krijgen van een afgebakend onderwerp in de endocrinologie aan de hand van literatuur, en hier mondeling en schriftelijk over te kunnen rapporteren. Inhoud

In het eerste deel van de cursus worden onderstaande onderwerpen in de vorm van werkcolleges behandeld: Werkingsmechanisme van hormonen (Herhalingsopdrachten); Hypothalamus en hypofyse; Vloeistofregulatie; Stress en adaptatie; Vet- en glucosehuishouding; Sexualiteit en reproductie; Calcium en botgroei; Vergelijkende endocrinologie; Schildklier en metabolisme; Groei en ontwikkeling Aanmelden


Als voorbereiding op de werkcolleges wordt studenten gevraagd een aantal opdrachten uit te voeren gebruik makend van literatuur die van te voren wordt verstrekt. Tijdens het werkcollege wordt dieper op de opdrachten ingegaan. Aan het eind van ieder werkcollege wordt een flitstoets gehouden die betrekking heeft op de stof die tijdens het werkcollege aan de orde is gekomen. Men moet tenminste 8 van de in totaal 9 flitstoetsen hebben afgelegd. Het gemiddelde cijfer van deze toetsen telt mee voor het eindcijfer.

274



Het tweede gedeelte van de cursus bestaat uit een schrijfopdracht waarin een afgebakend onderwerp over hormonen in industrie en samenleving wordt uitgewerkt. Deze opdracht zal aan het eind van de cursus mondeling worden gepresenteerd. Een aantal opdrachten zal worden gebundeld in een syllabus. Daarnaast zal de relatie tussen hormonen en industrie worden belicht door een werkbezoek aan een farmaceutisch bedrijf. Literatuurstudie

105 slu

Practicum / werkcollege

35 slu

Opdracht

100 slu

Extra studietijd

80 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt Studiemateriaal

Syllabus (ca. € 17,50) Aantal deelnemers

maximaal 15 studenten Toetsvorm

Toetsing vind plaats door schriftelijke beantwoording van (herhalings)vragen over de stof behandeld in de hoor/werkcolleges. De opdracht wordt beoordeeld op grond van het verslag en mondelinge presentatie. Als weegfactoren voor het eindcijfer gelden: schriftelijke toets(en) 60%, opdracht 40%. Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Opleidingen Biologie

Bijzonderheden

Locatie: Kruislaan 320 (Anna’s Hoeve)

275



SI303 Neurobiologie Vakcode

SI303

Studielast

10

Ingangseis

SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) behaald

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. J.A. van Hooft (coördinator)

(en diverse docenten van het SILS, het IOI en

het NIH) Inlichtingen

dr. J.A. van Hooft telefoon: +31 20 5257639 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na afloop van de cursus Neurobiologie (SI303) heeft de student inzicht in: ■ ■

■ ■ ■

■

■ ■

de macro- en microanatomie van de hersenen. de elektrische voortgeleiding en chemische overdracht van signalen in het centraal zenuwstelsel. de vorming van cellulaire contacten in de hersenen, met name tijdens de ontwikkeling. de basisprocessen tijdens synaptische plasticiteit, leren en geheugen. de mechanismen van celdood, toxiciteit, neuro-degeneratie en -regeneratie en herstel, alsmede de betekenis hiervan voor neurodegeneratieve ziektes. de rol van de hersenen in homeostatische controle (voedselinname, sexueel gedrag, bioritmiek, slaap). de processen tijdens episodische ziekteprocessen zoals epilepsie en migraine. de fysiologie van de retina en de mechanismen van verwerking van visuele informatie door de hersenen.

De student heeft kennis gemaakt met enkele basistechnieken in het neurobiologisch onderzoek. De student is in staat om over een geselecteerde probleemstelling in de neurobiologie samen te vatten 1) wat de huidige inzichten zijn, 2) welke vragen op dit moment nog open zijn en 3) welke experimentele benadering men zou moeten kiezen om deze vragen te kunnen beantwoorden. Inhoud

Tijdens het eerste deel van de cursus zal uitgebreid worden ingegaan op de macro-en microanatomie van de hersenen en basisprincipes van de neurotransmissie. Deze onderwerpen worden geïntegreerd aangeboden in de vorm van hoorcolleges, werkcolleges en practica. Er zal ook worden stilgestaan bij de technieken die gebruikt worden om vorm en functie van het zenuwstelsel te bestuderen. Dit deel wordt afgesloten

276



met een multiple choice toets, waarvoor een voldoende gehaald moet worden om aan de rest van de curus te mogen deelnemen. In het vervolg van de cursus zal nader worden ingegaan op de (plastische) veranderingen in het zenuwstelsel tijdens ontwikkeling, het volwassen leven en neurodegeneratieve processen. Onderwerpen als synapsvorming, degeneratie en regeneratie, en synaptische plasticiteit op cellulair en moleculair niveau bv. tijdens leer- en geheugenprocessen zullen aan de orde komen. De rol van deze processen bij een aantal ziektes, zoals Parkinson, Huntington, prionenziektes en ischemie alsmede de mogelijkheden die deze inzichten geven bij de causale behandeling van neurodegeneratieve aandoeningen zal worden toegelicht. Verder zal aandacht besteed worden aan de rol van de hypothalamus bij homeostatische controle: voedselinname, sexueel gedrag en sexuele differentiatie, en de biologische klok. Verder zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de processing van visuele informatie, van retina tot visuele hersenschors. Dit deel wordt afgesloten met een (open boek) tentamen. Aanmelden


Afgezien van het eerste onderdeel wordt het onderwijs d.m.v. hoorcolleges tijdens de ochtend aangeboden De cursus wordt afgesloten met een schrijfopdracht, in het Engels. Hierbij gaan studenten dieper in op een van de onderwerpen die tijdens de cursus aan de orde zijn gekomen. Van de studenten wordt gevraagd 1) een overzicht te geven van de huidige inzichten betreffende het onderwerp en 2) aan te geven hoe dit onderzoek zou kunnen worden voortgezet (en van welke diermodellen hierbij gebruik wordt gemaakt). De schrijfopdracht wordt nabesproken met de begeleidende docent. Opleidingen Biologie

Hoorcolleges

105 slu


55 slu

zelfstudie/essay

120 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Rooster wordt nader bekend gemaakt. Studiemateriaal

De colleges worden aan de hand van een leerboek gegeven (Principles of Neural Science, 4th edition, Kandel et al.). Het boek kan via de coördinerende docent worden aangeschaft (nadere informatie volgt voorafgaande aan de cursus). Kosten (met korting) ca. € 90,-. Overig lesmateriaal wordt tegen kostprijs verstrekt.

277



Aantal deelnemers


Deelcijfer I: toets (10%), en essay (40%) Deelcijfer II: tentamen (50%) De student is geslaagd voor de cursus als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en geen der deelcijfers lager dan 5,0 is. De cursus wordt pas als afgerond beschouwd als de schrijfopdracht is nabesproken met de begeleidende docent. Bijzonderheden

Locatie: Anna’s Hoeve Let op: Deze cursus moet men gevolgd hebben voor deelname aan SI306 Cognitieve Neurowetenschappen (pag. 281) (10 EC)

278



SI305 Bio-informatica Vakcode

SI305

Studielast

10

Ingangseis

n.v.t.

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof. dr. W. Crielaard (coördinator), prof.dr. M.A. Haring, dr.ir. H.C.J. Hoefsloot, dr. M. Rep, prof. dr. H.V. Westerhoff, prof. dr. A.H. Zwinderman

Inlichtingen

dr. W. Crielaard telefoon: +31 20 5256425 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie Bachelor Programma Bio-exact (pag. 257)

Leerdoel

Begrip van de basisprincipes die ten grondslag liggen aan gangbare methoden die gebruikt worden in de bioinformatica. Er zal niet diep worden ingegaan op de wiskundige aspecten; het doel is eerder om vanuit een pragmatisch oogpunt een overzicht over de verschillende beschikbare methoden te geven. Het zelf leren omgaan met bioinformatische databases, algorithmes en tools is een essentieel onderdeel van deze cursus. Inhoud

In de module Bio-informatica (SI305) komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde: ■

■

■ ■

■

■

Inleiding (internet-gebruik, bioinformatische databases, medline) Sequentie-analyse van eiwitten en DNA (sequence alignment m.b.v. FASTA en BLAST, motif searching, gene finding) Analyse van microarray-experimenten (digitaliseren grafische intensiteiten, clustering van expressie-profielen, detectie van regel-elementen in niet-coderend DNA) Alternative cluster analyses Proteomics (identificatie van expressieprofielen op eiwitniveau via massaspectrometrie) Moleculaire structuur (visualisatie van eiwitten m.b.v. RASMOL, dynamisch modelleren van eiwitten, homology modelling) Analyse en simulatie van metabole netwerken & systeem biologie (pathway databases, metabolic control analysis, simulatie van metabole netwerken)

Aanmelden

Via studieweb voor 24 oktober 2005

279


■



Onderwijsvorm

Week 1 t/m 4: Colleges en Computerpractica De ochtenden worden besteed aan hoorcolleges, de middagen zijn gereserveerd voor computerpractica, waarin de in de colleges besproken methoden in de praktijk worden toegepast. Week 5: Toets Gereserveerd voor een toets over de in week 1 t/m 4 behandelde stof. Week 6 & 7: Miniproject & Sympiosum Mini-projecten in kleine groepjes. Keuze uit het toepassen van bioinformatische methoden op een biologisch probleem, of een eenvoudige programmeeropdracht. Voorbereiding en geven voordracht voor een symposium met medestudenten als gehoor; nabespreking miniproject en symposium. Hoorcolleges

120 slu


80 slu

Miniproject & Symposium

80 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Het rooster wordt bij aanvang van de cursus uitgereikt. Plaats en tijdstip van aanvang worden tijdig aangekondigd aan de deelnemers. Studiemateriaal

Aangeraden, niet verplicht. Fundamental Concepts of Bioinformatics, Dan E. Krane & Michael L. Raymer ISBN: 0-8053-4633-3 (Publisher: Benjamin Cummings), nieuwste editie. Handouts en cd-roms worden tijdens cursus uitgereikt tegen kostprijs (ca. € 15,-) Aantal deelnemers


Miniproject & symposium (30%) Schriftelijke toets, opdrachten tijdens practica & werkcolleges (70%) Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie:Kruislaan 318 (Anna's Hoeve), Kruislaan 404 (Matrix IV) en Roeterseiland.

280



SI306 Cognitieve Neurowetenschappen Vakcode

SI306

Studielast

10

Ingangseis

SI303 Neurobiologie (pag. 276) (10 EC) gevolgd

Periode(n)

Moduleperiode IV (derde studiejaar, 6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. C.M.A. Pennartz (coördinator)

(Docenten van het SILS-CNS en

docenten van diverse andere instituten) Inlichtingen

prof.dr. C.M.A. Pennartz telefoon: +31 20 5257638 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na afloop van de cursus Cognitieve Neurowetenschappen (SI306) hebben de studenten inzicht in: ■ ■

■ ■ ■

■

■

Studenten zullen participeren in onderzoek binnen de cognitieve neurowetenschappen en zullen naar aanleiding hiervan een schriftelijke en mondelinge rapportage verzorgen. Hierbij zullen zij getraind worden in het opzetten en uitvoeren van experimenten en het plaatsen van een onderzoeksproject in een bredere, theoretische en biomedische context. Deze cursus valt voor het grootste deel samen met de cursus Mechanismen en Modellen in de Cognitieve Neurowetenschappen. Medisch Biologen volgen het volledige programma van hoorcolleges; voor Psychobiologen die aan bepaalde voorwaarden

281


■

de centrale verwerking van sensorische informatie; de neurale grondslagen van perceptie, attentie en neurale processen die een rol spelen bij bewustzijn; de neurale grondslagen van leerprocessen, geheugen en emotie; theorie en computermodellen van neuronale netwerken voor leerprocessen; functies die samenhangen met de prefrontale cortex: strategie en planning, sociaal gedrag en waardering van omgevingsprikkels; de manier waarop informatie in de hersenen wordt gecodeerd door neuronale populaties; functionele stoornissen zoals depressie, OCD, schizofrenie, angststoornissen en verslaving; technieken die in de cognitieve neurofysiologie gebruikt worden: single-unit afleiding, ensemble afleidingen, gedragsstudie, neurofarmacologie, humane brain imaging en informatie theorie.



voldoen geldt vrijstelling voor een beperkt aantal inleidende colleges. In plaats hiervan krijgt de laatste groep een vervangende opdracht (schrijven van een onderzoeksvoorstel). Inhoud

In deze cursus staat een fundamentele vraag centraal: hoe zijn groepen van hersencellen in staat om complexe cognitieve processen uit te voeren, zoals visuele perceptie, opslag en recall van herinneringen, sociaal gedrag en zelfs bewustzijn? Deze algemene vragen worden in de cursus uitgewerkt door allereerst in te gaan op zowel de "microscopische"(single-cell) als "macroscopische" processen die te maken hebben met visuele informatieverwerking, aandacht, geheugen, emoties en functies van de prefrontale cortex zoals planning. Qua methodes ligt de nadruk op technieken zoals afleiding van de elektrische aktiviteit van de enkele hersencel (single-unit recording), gedragsstudies, neurologisch onderzoek naar effecten van hersenbeschadiging en humane brain imaging. Vervolgens gaan we dieper in op nieuwe technieken om een brug te slaan tussen het microscopische niveau van het enkele neuron en het macroscopische niveau van gedrag en cognitie. Hierbij staat onderzoek aan neuronale netwerken centraal, zowel theoretisch als experimenteel. Het theoretische onderzoek naar neuronale netwerken wordt uitgelegd aan de hand van computermodellen van associatief geheugen. In het experimentele onderzoek worden technieken onder de loep genomen, waarmee electrische aktiviteit van tientallen neuronen tegelijk kan worden gemeten en richten we ons op vragen als: hoe werken groepen van neuronen samen om na een leerervaring een geheugenspoor vast te leggen en te consolideren? Wat is de rol van synchronie in neurale aktiviteit bij perceptie en geheugenvorming? Hoe worden bewegingen gecodeerd door groepen neuronen in de motorische cortex? Tenslotte wordt aandacht besteed aan stoornissen in cognitieve functies, zoals angst, schizofrenie, depressie en drugsverslaving. Hierbij wordt voortgebouwd op de inleidende colleges over aanverwante onderwerpen in SI303 Neurobiologie (pag. 276) (10 EC) . De cursus bevat twee praktische onderdelen. Ten eerste worden er Research Workshops georganiseerd waarin de student participeert in experimenteel onderzoek in de cognitieve neurowetenschappen. Verdieping van de theoretische achtergrond van dit onderzoek vindt plaats door literatuurstudie, maar veel aandacht gaat ook uit naar het structureren van een experiment, technieken en analysemethoden. Ten tweede bevat de cursus een computerpraktikum waarin elementaire simulaties van neurale netwerken worden uitgevoerd en geanalyseerd. De praktische onderdelen worden afgesloten met schriftelijke rapportages en een mondelinge presentatie voor de groep. Aanbevolen voorkennis

SI303 Neurobiologie (pag. 276) (10 EC)

282



Aanmelden


De cursus bestaat voornamelijk uit hoorcolleges, participatie in onderzoek en computersimulaties. Participatie in onderzoek gebeurt in groepen van 3-4 studenten. Verdere componenten zijn: literatuurstudie, verslaglegging en mondelinge presentatie. De hierboven beschreven stof wordt getoetst middels een schriftelijk tentamen. Hoorcolleges

120 slu

Participatie in experimenten, onderzoek, verslag, presentatie

100 slu

computermodellen

70 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden


De colleges worden aan de hand van een syllabus gegeven die tegen kostprijs (inclusief auteursrechten) wordt aangeboden. Kosten ca. € 20,-. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een nader te bepalen leerboek. Aantal deelnemers


Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve. Voertaal is in principe Nederlands; kan veranderen in Engels afhankelijk van de deelnemerspopulatie Cursus staat ook open voor Master of Science studenten (Cognitive Science en Biology & Cognition) indien er plaats is en aan ingangseisen voldaan is.

283


Deelcijfer I: tentamen (50%) Deelcijfer II: research workshop (30% verslag en mondelinge presentatie), computerpraktikum (20%). De student is geslaagd voor de cursus als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en geen der deelcijfers lager dan 5,0 is.



SI308 Eukaryote Genregulatie Vakcode

SI308

Studielast

10

Ingangseis

cursus SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) behaald hebben

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. R. van Driel (coördinator), dr.ir. P.F. Fransz

Inlichtingen

prof.dr. R. van Driel

(en gastdocenten)



Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Eukaryote genregulatie (SI308): Het verwerven van inzicht in: (1) genregulatie mechanismen die ten grondslag liggen aan celdifferentiatie. De nadruk ligt op chromatine structuur en epigenetische regulatie mechanismen; (2) celkern-architectuur in relatie tot genregulatie; (3) multidisciplinaire aanpak om genregulatie te bestuderen. Inhoud

Eukaryote genomen bevatten 6.000 (gist) tot 35.000 genen (mens). Om optimaal te kunnen functioneren moet een individu deze genen selectief en op het juiste moment en op de juiste plaats in een meercellig organisme tot expressie laten komen, bijvoorbeeld tijdens de embryonale ontwikkeling of in reactie op externe stimuli. De eukaryote celkern heeft een aantal mechanismen op verschillende niveaus van DNA organisatie om groepen genen specifiek tot expressie te laten komen of om deze juist te onderdrukken. Daarbij speelt de structuur en opvouwing van chromatine een belangrijke rol. Het onderzoek naar factoren die betrokken zijn bij de hogere orde genregulatie is vooral de laatste jaren sterk tot ontwikkeling gekomen. Tijdens deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: (1) klassieke modellen en moderne concepten van genregulatie, (2) chromosoomorganisatie en de rol van niet-coderend DNA sequenties, (3) transcriptie factoren, (4) chromatiekstructuur, (5) epigenetica (de studie van overerfbare veranderingen in genfunctie, die niet verklaard kunnen worden door wijzigingen in de nucleotidensequentie van het DNA), (6) nieuwe onderzoeksmethoden, en toepassingen in moderne technologieën (biotechnologie, biomedische aspecten), en (7) toepassingsvelden, zoals bijv. genetische modificatie van eukaryoten, klonering van organismen en gentherapie. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van colleges, analyse van recente publicaties en enkele projecten. De projecten worden uitgevoerd in kleine groepjes (2 – 4 studenten).

284



Tijdens een project wordt de kennis van de stof verbreed en verdiept, resulterend in een voordracht of een poster-presentatie. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2005 Onderwijsvorm Hoorcolleges

50 slu

Projecten

92 slu

Rapportage

12 slu

Literatuurstudie

126 slu

Totaal

280

Onderwijstijden

Het rooster wordt ongeveer 14 dagen voor het begin van de module bekend gemaakt. Studiemateriaal

Wordt nader bekend gemaakt en tijdens de module uitgereikt. Aantal deelnemers


De toetsing vindt plaats door beoordeling van de uit te voeren projecten (50%) en een tentamen over collegestof (50%). Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger dan 6,0 is en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden Opleidingen Biologie

Locatie: Alle hoorcolleges worden gegeven op Anna’s Hoeve.

285



SI313 Neurofarmacologie Vakcode

SI313

Studielast

10

Ingangseis

Bio-medische wetenschappers: SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) behaald hebben, Psychobiologen: Signaaloverdracht in de Neurobiologie (SI216) behaald hebben

Periode(n)


Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

dr. A.E. Alewijnse, prof.dr. C.G. Kruse, dr. J.H. van Maarseveen, prof.dr M.C. Michel, dr. S.L.M. Peters, dr. T.R. Werkman (coördinator)

Inlichtingen

dr. T.R. Werkman telefoon: +31 20 5257632 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Psychobiologie

Leerdoel ■

■

■

■

■

Na afloop dient de student inzicht te hebben in het werkingsmechanisme, metabolisme en de verdeling van geneesmiddelen, in het bijzonder neurofarmaca. Algemene principes van de werking van geneesmiddelen op signaaltransductie worden bekend verondersteld. De student heeft dan tevens inzicht en vaardigheden in de technieken en testen die bij farmacologisch onderzoek worden toegepast. De student heeft kennisgemaakt met de verschillende aspecten van research & development van geneesmiddelen in een farmaceutisch bedrijf. Specifieke aspecten die hiermee samenhangen, zoals bv. octrooi aanvragen, zijn na de cursus in essentie bekend. De student heeft kennis genomen van moderne methodes bij ontwikkeling van geneesmiddelen, zoals bv. drug-modelling. De student is in staat om over een specifiek toepassingsgebied in korte tijd samen te vatten welke neurofarmaca er momenteel beschikbaar zijn, welke problemen aan het gebruik van de beschikbare middelen kleven en hoe eventueel nieuwe geneesmiddelen zouden kunnen worden ontwikkeld.

Inhoud

De cursus Neurofarmacologie (SI313) start met een uiteenzetting over een hersenziekte, de huidige behandeling met geneesmiddelen en de problemen / beperkingen die daarbij optreden. Vervolgens wordt duidelijk gemaakt hoe tijdens de verschillende onderdelen van de cursus wordt ingegaan op de basisprincipes van geneesmiddelenontwikkeling en de huidige vraagstellingen daarin. Tijdens het eerste deel van de cursus wordt diep ingegaan op de farmaco-kinetische en -

286



dynamische aspecten van geneesmiddelen: hoe en met welke snelheid verdelen geneesmiddelen zich over de verschillende lichaamscompartimenten? Verder worden de huidige farmacotherapieën bij verschillende ziektebeelden besproken, in het bijzonder bij neurologische en psychiatrische aandoeningen. Ook maken studenten tijdens dit deel van de cursus kennis met de structuur van organische verbindingen. Zo wordt inzicht verkregen in het belang van de ruimtelijke structuur van verbindingen, die voor een belangrijk deel hun werkzaamheid als geneesmiddel bepaalt. Vervolgens maken de studenten gedurende circa drie dagen kennis met de ontwikkeling van geneesmiddelen in een farmaceutisch bedrijf, t.w. Solvay Pharmaceuticals. Het complete traject van Research en Development zal worden toegelicht door medewerkers van het bedrijf en waar mogelijk geïllustreerd worden aan voorbeelden uit de praktijk. Het laatste onderdeel van de cursus betreft een individuele schrijfopdracht. Studenten wordt gevraagd om over een bepaald ziektebeeld aan te geven 1) welke farmacotherapie op dit moment beschikbaar is, 2) op welke punten de bestaande therapie te kort schiet, 3) welke nieuwe, causale therapie ontwikkeld zou kunnen worden en 4) welk R & D traject hiervoor zou moeten worden ontwikkeld. Aanbevolen voorkennis

Een basale kennis over onderwerpen uit de neurobiologie zoals neurotransmitters, receptoren, second messengers, ion kanalen etc. is onontbeerlijk. Studenten van andere studierichtingen en/of opleidingen die niet de cursus van de ingangseis hebben gedaan, dienen voor inschrijving eerst contact op te nemen met de coördinator van de cursus dr. T.R. Werkman. Aanmelden

Via studieweb voor 26 december 2005 Het eerste onderdeel van de cursus wordt aangeboden als geïntegreerd geheel van hoor-en werkcolleges, computerondersteund onderwijs en practicumproeven. Over dit onderdeel zal een schriftelijk tentamen (neurofarmacologie) worden afgenomen. Aan het eind van het bezoek aan Solvay (de kennismaking met een farmaceutisch bedrijf) zal een schriftelijke toets worden afgenomen over het onderdeel R&D in het bedrijfsleven. Het laatste deel van de cursus bestaat uit een individuele schrijfopdracht, waarover tevens een mondelinge presentatie moet worden gehouden. De opdracht wordt in de laatste week van de cursus met de student besproken. Hoorcollege's / zelfstudie

120 slu


60 slu

Opdracht

100 slu

Totaal

280 slu

287


Onderwijsvorm



Onderwijstijden

Rooster: Wordt voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. Studiemateriaal

Handleidingen worden tegen kostprijs verkocht. Nadere informatie wordt voorafgaand aan de cursus verstrekt. Aantal deelnemers

12 Toetsvorm

Tentamen neurofarmacologie (weegfactor 50 %); onderdeel R&D in het bedrijf / schrijfopdracht / voordracht (resp. weegfactoren 10, 30 en 10%). De student is geslaagd voor de cursus als 1) het gewogen gemiddelde van de twee deelcijfers tenminste 6,0 bedraagt en 2) geen der deelcijfers lager dan 5,0 is. Bijzonderheden

De cursus wordt in het Engels gegeven Locatie: AMC; Solvay Pharmaceuticals, Weesp, Science Park Amsterdam

288



SI314 Communicatie en Signaaltransductie Vakcode

SI314

Studielast

10

Ingangseis

behaald hebben SI201 Celbiologie II (pag. 255) (10 EC) of Signaaloverdracht in de

Periode(n)


Onderwijsinstituut


neurobiologie (SI216)

Verzorgd door


Docent(en)

dr. T. Munnik, dr. M. Rep, dr.ir. R.C. Schuurink (coördinator), dr. F.L.W. Takken

Inlichtingen

(en eventuele gastdocenten)

dr.ir. R.C. Schuurink telefoon: +31 20 5257933 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Biologie Bachelor Programma Bio-exact (pag. 257)

Leerdoel

Leerdoelen van de cursus Communicatie en Signaaltransductie (SI314): Zelfwerkzaamheid en inzicht ontwikkelen met betrekking tot communicatie en signaaloverdracht-systemen in de biologie. Kennismaken met de concepten en onderliggende moleculaire processen. Leren verwerken van vakliteratuur en dit presenteren. Zelfstandig een project uitvoeren waarbij biochemische en moleculaire technieken aan de orde komen en de uitgevoerde experimenten kunnen interpreteren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Inhoud

Aanmelden


Na een inleidend college verdiepen de studenten zich in de meest recente vakliteratuur en bediscussiëren bestaande concepten en modellen. Het theoretische gedeelte wordt met een toets afgesloten. Daarna gaan de studenten indien mogelijk individueel aan een

289


Nadruk ligt op signaleringssystemen die planten gebruiken om intern en extern te kunnen communiceren en om op verschillende biotische en abiotische stressfactoren te kunnen reageren. Er zal gekeken worden naar de activatoren, zoals hormonen, feromonen en pathogeen-gecodeerde virulentie en avirulentie factoren en de bijbehorende receptoren en cellulaire signaalstoffen. Deze signaleringssystemen zullen vergeleken worden met die in dieren en micro-organismen. Vragen met betrekking tot de implicatie van communicatie en signaaloverdracht-systemen voor het functioneren van organismen in hun ecologische niche worden behandeld. De cursus beweegt zich op het raakvlak van de moleculaire biologie, de biochemie, de fysiologie en de fytopathologie.



project werken (indien het deelname aantal te groot is, zal er in groepjes worden gewerkt). Hierbij kan naar keuze ervaring opgedaan worden met: 1) vluchtige signaalstoffen die planten gebruiken om met elkaar en met insecten te communiceren, gebruikmakend van mutanten en transgene planten; 2) signaaltransductie-routes waarbij fosfolipiden een sleutelrol spelen, gebruikmakend van eiwit- en lipidebiochemie en transgene planten waarin signaleringsgenen up- of down-gereguleerd zijn; 3) karakterisatie van factoren die een pathogeen in staat stellen een plant te infecteren; en 4) analyse van plantreceptoren betrokken bij pathogeen-perceptie (R eiwitten). Het praktijkgedeelte wordt afgesloten met een presentatie en een kort verslag. Hoorcolleges

30 slu

Werkcolleges

90 slu

Practicum/Opdracht

120 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Week 43 t/m 46 theoretisch gedeelte Week 46 t/m 48 praktijk Studiemateriaal

Achtergrondinformatie en artikelen worden ter plekke verstrekt tegen kostprijs Aantal deelnemers

18 Toetsvorm

50% theorie (1/3 abstracts en presentatie, 2/3 toets) = deelcijfer 1 50% praktijk (1/3 praktisch werk, 1/3 presentatie, 1/3 verslag) = deelcijfer 2 Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk aan of hoger is dan 6,0 en de deelcijfers niet lager zijn dan 5,0. Bijzonderheden

Locatie: Anna’s Hoeve, collegezaal en laboratorium plantenfysiologie en fytopathologie

290



SI315 Medische Moleculaire Biologie Vakcode

SI315

Studielast

10

Ingangseis

behaald hebben: SI213 Moleculaire Biologie, Biochemie en Microbiologie T

Periode(n)


Onderwijsinstituut


(pag. 257) (8 EC)

Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. S. Brul, mw. dr. G.J. Smits, dr. J.C. van der Spek (coördinator)

(en

gastdocenten) Inlichtingen

dr. J.C. van der Spek telefoon: +31 20 5257921 [email protected]

Onderdeel van

Bachelor Bio-medische wetenschappen (Medische Biologie) Bachelor Biologie Bachelor Programma Bio-exact (pag. 257)

Leerdoel

Verdieping van de kennis van de moleculaire- en celbiologische processen die de basis vormen van humane ziektebeelden. Het kunnen benoemen/beschrijven en toepassen/gebruiken van moleculair biologische technologieën en modelorganismen die ingezet worden bij de diagnose en verdere studie van deze ziekten. Inhoud

De cursus Medische Moleculaire Biologie (SI315) omvat drie delen: ■

■

Demonstratie: gebruik van verschillende modelsystemen en moleculair biologische technologieën, waaronder micro-array technologie. Aanmelden

Via studieweb voor 25 juli 2005

291


■

Verdieping fundamenteel moleculair biologische principes (genexpressie en transcriptionele netwerken; de wereld van het RNA; diversiteit van eiwitten; dynamiek en stabiliteit van DNA) Moleculaire Biologie en ziekten (Moleculaire diagnostiek; Nutrigenomics en voedselgerelateerde infecties; Prionziekten; Mitochondriale ziekten; Oncogenen en celgroei; Gentherapie). Moleculaire biologie: technologieën en modelsystemen (Moleculaire biologie en selectie; Gist als modelsyteem; D. melanogaster en C. elegans als modelsysteem; Celkweek en RNAi; Medische biotechnologie)



Onderwijsvorm

Tijdens het eerste deel van de module (ca. vier weken) zullen hoorcolleges worden gegeven. De leerstof zal tijdens werkcolleges worden verwerkt en verdiept, waarbij vaardigheden zullen worden getraind die nodig zijn voor het uitvoeren en ontwikkelen van onderzoek. Daarnaast zullen demonstraties worden gegeven die gericht zijn op kennismaking met en het kunnen toepassen/gebruiken van verschillende moleculairbiologische technologieën en modelsystemen. Voor het tweede deel van de module (ca. drie weken), het schrijven van een onderzoeksvoorstel, heb je keuze uit verschillende projecten. Je werkt in kleine groepen waarin discussie en een goede taakverdeling centraal staan. Na evaluatie van een voorlopig onderzoeksvoorstel door andere groepen zal het onderzoeksvoorstel door middel van een verslag worden gerapporteerd en op een minisymposium worden gepresenteerd. Het doel is om alle aspecten van een onderzoeksvoorstel aan de orde te laten komen, waarbij er voldoende ruimte is voor discussie, reflectie en het mondeling of schriftelijk presenteren van de bevindingen aan medestudenten. Hoorcollege

60 slu

Practicum/demonstratie

20 slu

Literatuurstudie

20 slu

Opdrachten

20 slu

Eigen project

120 slu

Extra studietijd

40 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden

Week 1 en 2: Hoor- en werkcolleges verdieping Moleculair Biologische Fundamenten. Week 3 en 4: Hoor- en werkcolleges Moleculaire Biologie en ziekten, Moleculaire technologieën en modelsystemen en zelfstudie. Deze periode wordt afgesloten met een tentamen. Week 5, 6 en 7: Het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Onder voorbehoud: Excursies naar bedrijven/onderzoeksinstituten. Deze periode wordt afgesloten met een presentatie/discussie/beoordeling van de onderzoeksvoorstellen van de verschillende groepen op een minisymposium. Studiemateriaal

Hand-outs, artikelen etc. zullen tijdens de module worden verstrekt. Aantal deelnemers

15

292



Toetsvorm

Aanwezigheid bij werkcolleges is verplicht. De kennis wordt getoetst tijdens het tentamen (essayvragen over de stof die in de hoor- en werkcolleges behandeld is; weegfactor 60%) en door middel van het onderzoeksvoorstel (weegfactor 40%). Men is geslaagd als het eindcijfer gelijk is aan of hoger is dan 6.0 en de deelcijfers niet lager zijn dan 5.0. Bijzonderheden

Locatie: wordt zo spoedig mogelijk voor aanvang van de cursus bekendgemaakt.


293



SI316 Mechanismen en Modellen in de Cognitieve Neurowetenschappen Vakcode

SI316

Studielast

10

Ingangseis

Psychobiologie: Signaaloverdracht in de Neurobiologie (SI216)

Periode(n)

Moduleperiode IV (Derde studiejaar, 6 februari 2006 t/m 24 maart 2006)

Onderwijsinstituut


Verzorgd door


Docent(en)

prof.dr. C.M.A. Pennartz (coördinator)

(Docenten van het SILS-CNS en

docenten van diverse andere instituten) Inlichtingen

prof.dr. C.M.A. Pennartz telefoon: +31 20 5257638 [email protected]

Onderdeel van


Leerdoel

Na afloop van de cursus Mechanismen en Modellen in de Cognitieve Neurowetenschappen (SI316) hebben de studenten inzicht in: ■ ■

■ ■ ■

■

■ ■

de centrale verwerking van sensorische informatie de neurale grondslagen van perceptie, attentie en neurale processen die een rol spelen bij bewustzijn de neurale grondslagen van leerprocessen, geheugen en emotie theorie en computermodellen van neuronale netwerken voor leerprocessen functies die samenhangen met de prefrontale cortex: strategie en planning, sociaal gedrag en waardering van omgevingsprikkels de manier waarop informatie in de hersenen wordt gecodeerd door neuronale populaties functionele stoornissen, zoals depressie, schizofrenie, angststoornissen en verslaving technieken die in de cognitieve neurofysiologie gebruikt worden: single-unit afleiding, ensemble afleidingen, gedragsstudie, neurofarmacologie, humane brain imaging en informatie theorie

Studenten zullen participeren in onderzoek binnen de cognitieve neurowetenschappen en zullen naar aanleiding hiervan een schriftelijke en mondelinge rapportage verzorgen. Hierbij zullen zij getraind worden in het opzetten en uitvoeren van experimenten en het plaatsen van een onderzoeksproject in een bredere, theoretische en biomedische context. Deze module vertoont een sterke overlap met cursus SI306 Cognitieve Neurowetenschappen (pag. 281) (10 EC) voor Medisch Biologen. Indien deelnemende Psychobiologie studenten de psychonomie-module ‘Brein & Cognitie’ hebben gevolgd, geldt vrijstelling voor een beperkt aantal inleidende colleges. In plaats hiervan wordt een vervangende opdracht uitgevoerd (schrijven van een onderzoeksvoorstel). De inhoud van

294



de colleges is afgestemd op de stof uit “Brein en Cognitie” en gaat met name dieper in op de hersenmechanismen en modellen van cognitieve processen, die voorheen vooral op psychologisch niveau zijn behandeld. Inhoud

In deze cursus staat een fundamentele vraag centraal: hoe zijn groepen van hersencellen in staat om complexe cognitieve processen uit te voeren, zoals visuele perceptie, opslag en recall van herinneringen, sociaal gedrag en zelfs bewustzijn? Deze algemene vragen worden in de cursus uitgewerkt door allereerst in te gaan op zowel de "microscopische" (single-cell) als "macroscopische" processen die te maken hebben met visuele informatieverwerking, aandacht, geheugen, emoties en functies van de prefrontale cortex zoals planning. Qua methodes ligt de nadruk op technieken zoals afleiding van de elektrische aktiviteit van de enkele hersencel (single-unit recording), gedragsstudies, neurologisch onderzoek naar effecten van hersenbeschadiging en humane brain imaging.

De cursus bevat twee praktische onderdelen. Ten eerste worden er Research Workshops georganiseerd waarin de student participeert in experimenteel onderzoek in de cognitieve neurowetenschappen. Verdieping van de theoretische achtergrond van dit onderzoek vindt plaats door literatuurstudie, maar veel aandacht gaat ook uit naar het structureren van een experiment, technieken en analysemethoden. Ten tweede bevat de cursus een computerpraktikum waarin elementaire simulaties van neurale netwerken worden uitgevoerd en geanalyseerd. De praktische onderdelen worden afgesloten met schriftelijke rapportages en een mondelinge presentatie voor de groep. Aanbevolen voorkennis

Psychobiologen: Signaaloverdracht in de Neurobiologie (SI216)

295


Vervolgens gaan we dieper in op nieuwe technieken om een brug te slaan tussen het microscopische niveau van het enkele neuron en het macroscopische niveau van gedrag en cognitie. Hierbij staat onderzoek aan neuronale netwerken centraal, zowel theoretisch als experimenteel. Het theoretische onderzoek naar neuronale netwerken wordt uitgelegd aan de hand van computermodellen van associatief geheugen. In het experimentele onderzoek worden technieken onder de loep genomen, waarmee electrische aktiviteit van tientallen neuronen tegelijk kan worden gemeten en richten we ons op vragen als: hoe werken groepen van neuronen samen om na een leerervaring een geheugenspoor vast te leggen en te consolideren? Wat is de rol van synchronie in neurale aktiviteit bij perceptie en geheugenvorming? Hoe worden bewegingen gecodeerd door groepen neuronen in de motorische cortex? Tenslotte wordt aandacht besteed aan stoornissen in cognitieve functies, zoals angst, schizofrenie, depressie en drugsverslaving. Hierbij wordt voortgebouwd op de inleidende colleges over aanverwante onderwerpen in SI303 Neurobiologie (pag. 276) (10 EC) en PS300 Psychonomie (pag. 253) (30 EC) .



Aanmelden


De cursus bestaat voornamelijk uit hoorcolleges, participatie in onderzoek en computersimulaties. Participatie in onderzoek gebeurt in groepen van 3-4 studenten en omvat het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Verdere componenten zijn: literatuurstudie, verslaglegging en mondelinge presentatie. De hierboven beschreven stof wordt getoetst middels een schriftelijk tentamen. Hoorcolleges

90 slu

Participatie in experimenten, onderzoek, verslag, presentatie

120 slu

Computermodellen

70 slu

Totaal

280 slu

Onderwijstijden


De colleges worden aan de hand van een syllabus gegeven die tegen kostprijs (inclusief auteursrechten) wordt aangeboden. Kosten ca. € 20,-. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een nader te bepalen leerboek. Aantal deelnemers

max. 40 Toetsvorm

Deelcijfer I: tentamen (50%) Deelcijfer II: research workshop (30%; verslag, onderzoeksvoorstel en mondelinge presentatie) , computerpraktikum (20%). De student is geslaagd voor de cursus als het eindcijfer hoger dan of gelijk aan 6,0 is en geen der deelcijfers lager dan 5,0 is. Bijzonderheden

Locatie: Anna's Hoeve. Voertaal is Nederlands; kan echter veranderen in Engels afhankelijk van de deelnemerspopulatie. Cursus staat ook open voor Master of Science studenten (Cognitive Science en Biology & Cognition) indien er plaats is en aan ingangseisen voldaan is.

296


Bijlage

6 Bijlage 6.1

Opel idngenBiol gie

Moduleperiodes studiejaar 2005/2006

Het studiejaar begint op dinsdag 6 september 2005, en eindigt op vrijdag 7 juli 2005. 1e semester

start week 36:

5 september 2005

Sluiting studieweb

periode I

week 36 t/m 42

6 september t/m 21 oktober 2005

25 juli 2005

periode II*

week 43 t/m 48

24 oktober t/m 2 december 2005

12 september 2005

periode III

week 49 t/m 51 en 2 t/m 5

5 t/m 23 december 2005 en 11 januari t/m 3 februari 2006

24 oktober 2005

*Let op: periode II duurt 6 weken! 2e semester

start week 6:

7 februari 2005

Sluiting studieweb

periode IV

week 6 t/m 12

7 februari t/m 24 maart 2006

26 december 2006

periode V

week 13 t/m 17 en 19 t/m 20

27 maart t/m 28 april 2006 en 8 mei t/m 19 mei 2006 mei 2006

13 februari 2006

periode VI

week 21 t/m 27

22 mei t/m 7 juli 2006

10 april 2006

6.2

Onderwijsvrije dagen Opleidingen Biologie

Onderwijsvrije dagen Kerstvakantie: zaterdag 24 december 2005 t/m vrijdag 6 januari 2006 Goede Vrijdag: 14 april 2006 Pasen: zondag 16 en maandag 17 april 2006 Koninginnedag: zondag 30 april 2006 Dag van de Arbeid: maandag 1 mei 2006 Bevrijdingsdag: vrijdag 5 mei 2006 Voorjaarsvakantie: maandag 1 t/m vrijdag 5 mei 2006 Hemelvaart: donderdag 25 mei en vrijdag 26 mei 2006 Pinksteren: zondag 4 en maandag 5 juni 2006 Zomervakantie: zaterdag 8 juli t/m zondag 3 september 2006

297


Bijlage

6.3

298

Stroomschema's Biologie, Bio-medische wetenschappen en Psychobiologie


Bijlage


299


Bijlage

300


Bijlage


301


Bijlage

6.4

Rooster

Rooster studiejaar 2005/2006 Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

I

36 37 38 39 40 41 42

6 sept. 2005 t/m 21 okt. 2005

001A

IB201 PS201 (8 wkn) SI213 (5 wkn) SI215 (4 wkn) SI217 (4 wkn) SI218 (5 wkn)

GE301A GE302A IB301 IB311 LO260 PS300 (20 wkn) SI315

Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

II

43 44 45 46 47 48

24 okt. 2005 t/m 2 dec. 2005

002A

IB202 SI215vervolg SI217vervolg PS201 vervolg

GE303A IB303 IB306 SI301 SI314 PS300 vervolg

Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

III

49 50 51 52 vakantie 1 vakantie 2 3 4 5

5 t/m 23 dec. 2005 en 11 jan. t/m 3 febr. 2006

003A

SI201 282A 290A

GE304A IB308 IB313 PS300 vervolg SI303 SI305

Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

IV

6 7 8 9 10 11 12

6 febr. 2006 t/m 24 maart 2006

004A 009

GE201 IB210 SI221

IB210 IB312 LO260 SI306 SI308 SI313 SI316

Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

302


Bijlage

Rooster studiejaar 2005/2006 V

13 14 15 16 17 18 vakantie 19 20

27 maart t/m 28 april en 8 t/m 19 mei 2006

005A 007A 010/011A (14 weken)

IB209 (14 weken) SI219 SI220

Oriëntatiefase + eindthesis (14 weken)

Blok

Week

Aanvang

eerste jaar

tweede jaar

derde jaar

VI

21 22 23 24 25 26 27

22 mei 2006 t/m 7 juli 2006

006A 008A 010/011A vervolg

IB209 vervolg 282A 290A 290P

Oriëntatiefase + eindthesis vervolg

6.5

Herkansingsrooster studiejaar 2005-2006

Herkansingen (zie ook herkansingsrooster): maandag 9 en dinsdag 10 januari 2006 woensdag 3 mei 2006 donderdag 4 mei 2006 8, 15, 17, 24, 25 en 28 augustus 2006


303


Bijlage

Datum

Dagdeel

eerstejaars modules

2e en 3e jaars modules uit de periode:

2e herkansingen Psychobiologie module 010/011a* ma 3/10 wo 5/10 ma 17/10 ma 12/12

Methoden van Onderzoek Psychofysiologie deel 1 Psychofysiologie deel 2 Functieleer

Januari 2006 ma 9/1

Ochtend

001a

I (SI213) theorie laatste herkansing vervallen modules: IB204, SI201(inhoud veranderd)

Middag

002a

II (SI215) theorie laatste herkansing vervallen modules: SI210, SI216, SI304

Ochtend

005a 2e herkansing* 007a 2e herkansing*

V 2e herkansing* laatste herkansing vervallen modules: SI209

Middag

006a 2e herkansing* 008a 2e herkansing*

VI 2e herkansing* laatste herkansing vervallen modules: SI211

wo 3/5

Ochtend

003a

III

do 4/5

Ochtend

004a 009

IV

di 10/1

Mei 2006

Augustus 2006 di 8/8

010/011a Functieleer

di 15/8

010/011a Psychofysiologie

do 17/8

010/011a Methoden van Onderzoek

do 24/8

005a 007a

V

vrij 25/8

006a 008a (inclusief inleiding in de Geneeskunde

VI

ma 28/8

010/011a Evolutiepsychologie

304


Bijlage

■ ■ ■

■

Deelname aan de herkansing rechtstreeks opgeven bij de modulecoördinator. De locatie van de herkansing wordt door de modulecoördinator bekend gemaakt. Indien studenten van een module twee deeltentamens moeten herkansen, moeten zij dat ruim van te voren met de modulecoördinator overleggen. Vanaf studiejaar 2005/6 wordt geen tweede herkansing meer aangeboden.

* Tweede herkansing uit studiejaar 2004/2005


305


Bijlage

6.6

Docentenindex

Naam

Telefoon

E-mail

prof. dr. R.C. Aalberse

+31 20 5123158

[email protected]

prof. dr. W. Admiraal

+31 20 5257710

[email protected]

prof.dr. J.M.F.G. Aerts

+31 20 5665156

[email protected]

dr. S.P.J. Albracht

+31 20 5255130

[email protected]

drs. P. R. Assink

+31 20 5257614

[email protected]

prof. dr. F. Baas

+31 20 5665998

[email protected]

prof. dr. R.P.M. Bak

+31 22 2369300

[email protected]

prof.dr. P.I.H. Bastiaens

+31 20 5255126

[email protected]

dr. J.A. Berden

+31 20 5255058

[email protected]

mw. dr. T. den Blaauwen

+31 20 5255196

[email protected]

dr. M.C. Boerlijst

+31 20 5257758

[email protected]

prof.dr. J.J. Boon

+31 20 6081234

[email protected]

mw. prof.dr. J. Borst

+31 20 5122056

[email protected]

dr. F. Bouman

+31 20 5257842

[email protected]

drs. H.J. Bout

+31 20 4880309

[email protected]

prof.dr.ir. W. Bouten

+31 20 5257412

[email protected]

dr.ir. J.H. van Boxel

+31 20 5256216

[email protected]

prof.dr. J.A.S. Braeckman

+31 20 5255150

[email protected]

prof.dr. G.J. Brakenhoff

+31 20 5255189

[email protected]

dr. J.A.J. Breeuwer

+31 20 5257745

[email protected]

mw. dr. N. Brouwer-Zupancik

+31 20 5257986

[email protected]

prof.dr. S. Brul

+31 20 5257079

[email protected]

prof.dr. R.M. Buijs

+31 20 5664699

[email protected]

dr. L.H. Cammeraat

+31 20 5255890

[email protected]

prof.dr. A.M. Cleef

+31 20 5257840

[email protected]

prof.dr. B.J.C. Cornelissen

+31 20 5257707

[email protected]

prof. dr. R.A. Coutinho

+31 20 5555223

[email protected]

prof. dr. W. Crielaard

+31 20 5256425

[email protected]

prof.dr. R. van Driel

+31 20 5255150

[email protected]

306


Bijlage

Naam

Telefoon

E-mail

dr. J.F. Duivenvoorden

+31 20 5257812

[email protected]

dr. C.J.M. Egas

+3120 525 7748

[email protected]

dr.ir. P.F. Fransz

+31 20 5255153

[email protected]

prof.dr. Th.W.J. Gadella

+31 20 5256259

[email protected]

dr. B. van Geel

+31 20 5257664

[email protected]

dr. W.E.J.M. Ghijsen

+31 20 5257620

[email protected]

dr. M.J. Goedhart

+31 20 5257989

[email protected]

dr. J.A. Gorter

+31 20 5257893

[email protected]

prof.dr. H.A.J. Govers

+31 20 5255071

[email protected]

drs. B. Groeneveld

+31 20 5257446

[email protected]

dr. J.A. Groot

+31 20 5257728

[email protected]

prof.dr. M.A. Haring

+31 20 5257663

[email protected]

+31 20 5257055

[email protected]

+31 20 5257615

[email protected]

dr. F. Hochstenbach

+31 20 5665137

[email protected]

dr.ir. H.C.J. Hoefsloot

+31 20 5255867

H.C.J.hoefsloot.uva.nl

dr. J.A. van Hooft

+31 20 5257639

[email protected]

prof.dr. G.S. de Hoog

030-2122600

[email protected]

prof.dr. H. Hooghiemstra

+31 20 5257857

[email protected]

dr A.J.V. Horrevoets

+31 20 5665159

[email protected]

prof. dr. J. Huisman

+31 20 5256021

[email protected]

prof.dr. A.C. Imeson

+31 20 5257457

[email protected]

dr. A.R.M. Janssen

+31 20 5257751

[email protected]

mw. prof.dr. M. Joels

+31 20 5257638

[email protected]

prof.dr. W.W. de Jong

+31 24 3616848

[email protected]

dr. L. de Jong

+31 20 5255691

[email protected]

drs K.H. de Jong

+31 20 5664920

[email protected]

dr. W.H. Kaper

+31 20 5257986

[email protected]

mw. drs. L. Kerstens

+31 20 5256028

[email protected]

dr. F.M. Klis

+31 20 5257834

[email protected]

mw. drs. C.C. Klumpers

+31 20 5257688

[email protected]


prof.dr. K.J. Hellingwerf dr. R.B. de Heus

307


Bijlage

Naam

Telefoon

E-mail

mw. dr. A.M. Kooijman

+31 20 5257441

[email protected]

prof.dr. G.J. Koomen

+31 20 5256933

[email protected]

dr. M.H.S. Kraak

+31 20 5257717

[email protected]

mw. drs. C.M. van Krieken

+31 20 5251281

[email protected]

dr. H. Krugers

+31 20 5257621

[email protected]

prof.dr. C.G. Kruse

+31 294 479268

[email protected]

dr. C.L. Kwa

+31 20 5256593

[email protected]

prof. dr. R.W.P.M. Laane

+31 20 5256578

[email protected]

dr.ir. E.E. van Loon

+31 20 5257448

[email protected]

dr. P.J. Lucassen

+31 20 5257631

[email protected]

dr. E.M.M. Manders

+31 20 5256225

[email protected]

dr. J.C.P. Matthijs

+31 20 5257070

[email protected]

mw. dr. A.A. M'charek

+31 20 5256558

[email protected]

dr. M. Meijer

+31 20 5257920

[email protected]

prof.dr. S.B.J. Menken

+31 20 5256297

[email protected]

dr. J.M. van Mourik

+31 20 5257441

[email protected]

drs. C.H.T. Mulder

+31 20 5255967

[email protected]

dr. M. Muller

+31 20 5256221

[email protected]

dr. T. Munnik

+31 20 5257763

[email protected]

dr. A. Musgrave

+31 20 5257841

[email protected]

dr. J.C.M. den Nijs

+31 20 5257660

[email protected]

dr. J.G.B. Oostermeijer

+31 20 5257817

[email protected]

dr. R.J. Oostra

+31 20 5667821

[email protected]

prof.dr. A.P. Otte

+31 20 5255115

[email protected]

mw. dr.ir. B.B. Oude Essink

+31 20 5257963

[email protected]

prof. dr. S.T. Pals

+31 20 5667519

[email protected]

dr. J.R. Parsons

+31 20 5256580

[email protected]

prof.dr. C.M.A. Pennartz

+31 20 5257638

[email protected]

mw. dr. A.C. Pierrot-Bults

+31 20 5257194

[email protected]

dr. W. van Raamsdonk

+31 20 5257652

[email protected]

dr. M. Rep

+31 20 5257764

[email protected]

308


Bijlage

Naam

Telefoon

E-mail

prof.dr D.J. Richel

+31 20 5665957

[email protected]

drs. E. van Riel

+31 20 5257719

[email protected]

dr. P. Roessingh

+31 20 5257732

[email protected]

prof.dr. A.M. de Roos

+31 20 5257747

[email protected]

prof. dr. M.W. Sabelis

+31 20 5257738

[email protected]

dr. D.P.E. Satijn

+31 20 5255114

[email protected]

prof.dr. F.R. Schram

+31 20 5256435

[email protected]

dr.ir. R.C. Schuurink

+31 20 5257933

[email protected]

dr. A.C. Seijmonsbergen

+31 20 5257452

[email protected]

drs. V.G.J. Simons

+31 20 5257446

[email protected]

+31 20 5255445

[email protected]

prof.dr. A.K. Smilde

+31 20 5255062

[email protected]

dr. R.W.M. van Soest

+31 20 5256901

[email protected]

dr. J.C. van der Spek

+31 20 5257921

[email protected]

dr. ir. P. Sterk

+31 20 5257765

[email protected]

dr. F.L.W. Takken

+31 20 5257797

[email protected]

dr. M.J. Teixeira de Mattos

+31 20 5257066

[email protected]

prof.dr. P.H. van Tienderen

+31 20 5257821

[email protected]

dr. A. Tietema

+31 20 5257458

[email protected]

prof.dr. A.J. van Tunen

+31 20 5257847

[email protected]

mw. dr. S.A. Ulenberg

+31 20 5256243

[email protected]

drs. F.W. van der Vegte

+31 20 5257595

[email protected]

dr. M. Vences

+31 20 5257319

[email protected]

PG Verschuren

+31 20 5256486

[email protected]

prof. dr. R. Versteeg

+31 20 5665243

[email protected]

prof. dr. J.M. Verstraten

+31 20 5257415

[email protected]

mw. dr. P.M. Visser

+31 20 5257073

[email protected]

dr. R. Vonk

+31 20 5256284

[email protected]

dr. W.P. de Voogt

+31 20 5256565

[email protected]

drs. T. de Vries

+31 20 5256770

[email protected]

dr. T. Vulsma

+31 20 5662931

[email protected]


dr. R. Sluys

309


Bijlage

Naam

Telefoon

E-mail

prof.dr. W.J. Wadman

+31 20 5257638

[email protected]

dr. T.R. Werkman

+31 20 5257632

[email protected]

prof. dr. H.V. Westerhoff

+31 20 5987230

[email protected]

drs. O. Wiegert

+31 20 5257635

[email protected]

mw. drs. S.C. Witteveen

+31 20 5257718

[email protected]

dr. C.L. Woldringh

+31 20 5256219

[email protected]

prof. dr. J.H.D. Wolf

+31 20 5257820

[email protected]

dr. S.A.J. Zaat

+31 20 5664863

[email protected]

prof. dr. A.H. Zwinderman

-

[email protected]

Locaties Gebouw B (B)

Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam

Gebouw C (C)

Nieuwe Achtergracht 127, 1018 WS Amsterdam

Gebouw Anna’s Hoeve (AH1/2/3/4)

Kruislaan 314-320, 1098 SM Amsterdam

Gebouw Matrix 4 (M4)

Kruislaan 404, 1098 SM Amsterdam

Gebouw BHG

OZ Achterburgwal 237, 1012 DL Amsterdam

310


Trefwoordenlijst

A Aanmelden 140 Aanvraag-bachelorbul-pakket 148 Aardoppervlak 92, 104, 124 Aardwetenschappelijke 83 Aardwetenschappen 96 Abiotische 81, 88, 115 Actuo-ecologische 73 Adreswijziging 14 Afmelden 140 Afstudeeronderzoek 154 Afstudeervariant 110 Afstudeerverklaring 149 Algemene anatomie en fysiologie van de mens (ge201) 197 Algemene biologie 131 Algemene circulatie 67 Alumni 150 Alumnivereniging (de auv) 150 Analoge 83 Analyse 96 Analyses 105 Analysetechnieken 97 Analytische 85 Anatomie 71 Anatomie en ontwikkelingsbiologie (ge303a) 206 Aquatische en terrestrische ecologie (ecologie ii) (ib209) 217 Arcgis 94 Arcmap 94 Astronomische 104 Atmosfeer 67, 92, 124 Atmosferische stabiliteit 67

B Bachelorbul 147 Bachelordiploma 151 Bachelorexamen 147 Bachelors thesis 99 bacteriologie, virologie (ge302) 202

Basis 83, 94 Basisprincipes 81, 89, 113 Basistechnieken 96 Bedrijfsleven 102 Bedrijven 112 Bedrijvencontactdag 154 Beeld segmentatie 113 Begeleidingsactiviteiten 134 Begrijpen 85 Belangen 102 Beoordelingsformulier 141 Beroepsethiek (282) 191 Beroepsvereniging voor biologen 150 Beschrijvende 96 Bètavakken 83 Beurs 27 Bewerken 113 Bibliotheek 17 Bijvakstudent 25 Bio-informatica (si305) 279 Biologie 96 Bio-medische wetenschappen 136 Biotische 81, 88, 115 Biotopen 69 Blackboard 18, 20 Bodem 69, 97, 113 Bodem en klimaat 73 Bodemkunde 77, 81, 120 Bodemkundige 69 Bodemmaterialen 77, 86, 120 Bodemontwikkeling 81 Bodemsystemen 89 Bodemvormende 77, 120 Bodemwarmtestroom 104 Boekverkoop 145 Bosgemeenschappen 98 Broeikaseffect 92, 124 Buitenland 26

C en

parasitologie

Celbiologie i (002a) 160 Celbiologie ii (si201) 255 Celregulatie en moleculaire microscopie van de levende cel (si219) 266 Centrale studentenraad (csr) 6

311


Cgr 146 Chemische 86, 105 Chemische processen 86 Chip-pas 146 Classificatie 94, 97, 113 Climax-systemen 73 Cognitieve neurowetenschappen (si306) 281 Collegekaart 18 Collegekaartnummer 20 Collegezaal 146 Collegezalen 5 Communicatie & educatie 99 Communicatie en signaaltransductie (si314) 289 Communicatief 110 Computer 83 Computer gebruikers ruimten 146 Computerpracticum 96 Computerzalen 18 Concepten 83 Concretiseren 83 Congo 145, 149 Contactpersoon internationalisering 26, 27 Contactpunt biologen alumni 150 Coördinatoren masterprogramma’s 135 Cum laude’ 148

D

Databases 94, 113 Decaan 6 Deelcijfers 13, 140 Deeltoetsen 13 Deficiënte vakken 152 Determinatie 77, 120 Didactiek en communicatie (lo260) 245 Differentiaalvergelijkingen 85 Differentiatie 85 Differentiëren 85 Digitaliseren 94 Diploma uitreiking 148 Docententeam 142 Documentatiecentrum 28 Documentatiekast 154 Dossierverklaring 15 Duurzame ontwikkeling 102

312

Dynamische processen 109 Dynamische systemen 85

E Ecdo 196 Ecologie en biodiversiteit 131 Ecologie i (006a) 173 Ecologische 102 Ecologische analyse 73 Ecologische parameters 73 Economische 102 Ecosystemen 73, 77, 88, 115, 120 Ecosystemen van de wereld/tropische ecologie (ecologie iii) (ib313) 241 Educatief 110 Eenvoudig 83 Eerste jaar 132 Eerste kennismaking 75, 117 Eigen vakgebied 102 Eigenschappen 86 Eindcijfer 14 en 92, 124 Endocrinologie (si301) 274 Energiebalans 104 Epidemiologie (ib306) 229 Erosie 90 Esri 94 Essay 102 European credits 13 Evaluatie 14 Evenwichtsthermodynamica 86 Evolutie en gedrag (ib210) 221 Evolutie van planten 71 Evolutionaire genetica (evolutie ii) (ib202) 214 Examencommissie 144 Excel 83 Excursie 73, 75, 117 Excursies 77, 102, 120 Experiment 83 Experimentele plantenwetenschappen (005a) 171

F Factoren 104


Facultaire fileserver 146 Facultaire studentenraad (fsr) 6 Families 73 Financiële regelingen 24 Flora 73 Floristische 73 Fluviatiele 90 Folia 20 Fondsen 27 Fondsenboek 27 Fondsendiskette 27 Foto-interpretatie 81 Fotomorfogenese 71 Fotosynthese 71 Foutenvoortplanting 113 Functionele analyse 85 Functioneren 88, 115 Functioneren van planten 71 Fysiologie 71 Fysiologische regulatie 71 Fysiotoopkartering 97 Fysiotopen 69 Fysische 89, 105 Fysische benaderingswijze 104 Fysische bodemeigenschappen 89 Fysische geografie 75, 83, 117 Fysische processen 67 Fysisch-geografische problemen 104 Fysisch-mathematische 104

G Gastransport 89 Gegevens 113 Geodatabase 94 Geo-ecosystemen 91, 119 Geografische 104 Geografische informatie systemen 94, 113 Geologie 69, 77, 81, 97, 120 Geologische excursie 97 Geologische ondergrond 73 Geomorfologie 77, 81, 97, 120 Geomorfologische 69, 77, 90, 120 Geo-refereren 94 Geschiedenis van ecosystemen 73 Gesteenten 77, 120

Gesteentes 81 Gis 94, 98, 113 Glaciale 90 Grenslaagmeteorologie 104 Gymnorhina 149

H Herkansing 140 Herkansingsperioden 137 Herkansingsrooster 137, 140 Honourscertificaat 136 Honoursprogramma 25, 136 Hoofdlandschapstypen 81 Humane biologie i (007a) 176 Humane biologie ii (008a) 179 Hydrologie 69 Hydrologische 89, 91, 119 Hydrologische kringloop 91, 119

I Ict-afdeling 18 Identificeren 83 Immunologie tp (si215) 260 Informatie beheer groep 15 Ingangeisen 152 Ingangseisen 138 Inleiding in de biologie (001a) 155 Inleiding in de cognitieve en biologische psychologie (010/011a) 187 Instellingen 112 Instituut voor biodiversiteit en ecosysteem dynamica (ibed) 8 Integratie 85 Integreren 85, 97 Interactie 91, 119 Interpretatie 81, 97 Introductie 134 Inventarisatie 97 Inzicht 97

K

Kaarten 77, 81, 120 Kaartenkamer 17 Kansrekening 96

313


Kansverdeling 96 Karteringen 97 Karteringsmethoden 97 Kenmerken 88, 115 Kennis 110 Klimaat 104 Klimaatsysteem 92, 124 Klimaatszones 88, 115 Klimaten 67, 92, 124 Klimatologie 104 Klimatologische 104 Klinische genetica (ge301a) 199 Kopieerkaarten 147 Kopieermachines 147 Kringloop 91, 119

L Laboratorium 105 Laboratoriumongevallen 146 Landcover change 113 Landgebruik 97 Landschap 81, 91, 113, 119 Landschappelijke relaties 97 Landschapsecologie 81, 97 Landschapsecologische 69 Landschapseenheden 81 Landschapsstudie 69 Landschapstypen 77, 81, 120 Landschapsvormen 77, 120 Latente 104 Leerdoelen van de cursus eukaryote genregulatie (si308) 284 Leerdoelen van de cursus moleculaire biologie, biochemie en microbiologie t (si213) 257 Leerstoelen 8 Leestafel 147 Legenda 82 Legge 83 Licht 71 Literatuur 102 Luchtdruk 67 Luchtfoto's 81, 97 Luchtfoto-interpretatie 75, 117 Luchtfotokaart 81 Luxemburg 94, 97

314

M Maatschappelij 99 Maatschappelijk 110 Maatschappelijke 91, 102, 119 Maken 110 Mariene biologie (ib308) 232 Mastermarkt 154 Masteropleiding 151 Materiaal 81 Matlab 85 Mechanismen 90 Mechanismen en modellen in de cognitieve neurowetenschappen (si316) 294 Mededelingen 147 Medezeggenschap 6 Medische biochemie (ge304) 208 Medische microbiologie 202 Medische moleculaire biologie (si315) 291 Meetmethoden 90 Menselijke 104 Metadata 113 Meteorologische 104 Methoden en technieken 77, 120 Microbiële ecologie (ib311) 235 Microbiologie, moleculaire biologie en mathematische modellen (004a) 167 Microscoop 106 Microscopische 105 Mijnuva 20 Milieukunde 112 Mineralogische 86 Miniscriptie (290) 193 Model 83 Modelleren 109 Modelmatig 89 Moleculaire biologie en biochemie p (si217) 262 Moleculaire biologie en biochemie t (si218) 264 Moleculaire celbiologie (stress en adaptatie) (si221) 271 Moleculaire celbiologie en bioinformatica 131 Morfologie 71 Multivariate 97 Multivariate analyse 98


N Natuurbehoud en biodiversiteit (ib303) 226 Natuurwetenschappelijke basis 83 Nederlandse landschappen 69, 77, 120 Negatief studieadvies 135 Neuroanatomie, moleculaire biologie en mathematische modellen (009) 183 Neurobiologie (si303) 276 Neurofarmacologie (si313) 286 Neurofysiologie (si220) 269 Nibi 150 Noodfonds 24 Normale verdeling 96 Numerieke 85 Nutriënten 71

O

Oceaan 92, 124 Oefeningen 75, 117 Onderwijs en examenregeling (oer) 136 Onderwijsbalie 139 Onderwijsbureau 139 Onderwijsdirecteur 7 Onderwijsinstituut 7 Onderzoek 75, 110, 117 Onderzoek in de psychologie (ps201) 251 Onderzoeken 85 Onderzoeksvoorstel 100 Ongevallenverzekeringen 146 Ontwikkeling 81, 85 Onverzadigde 89 Openingstijden onderwijsbalie 139 Opleidingscommissie 143 Opleidingscommissie (oc) 6 Opleidingsstatuut 13 Oplossen 113 Oriëntatie 99 Oriëntatiefase 137 Overstap 154 Ozonlaag 92, 124

P Paleo-ecologie 73 Paleo-ecologie (ib301) 223

Parametervrije statistiek 96 Patronen 97 Patroonanalyse 113 Periglaciale 90 Persoonlijk account 146 Petrologie 77, 120 Pioniersystemen 73 Plantaardige weefsels 71 Planten 71, 73 Plantengemeenschappen 73 Plantengeografie 73 Potentiaalconcept 89 Practicum 106, 114 Prakticumbeoordeling 140 Praktijk 102, 110, 112 Presentatie 85 Probleem 85 Probleemstellingen 81 Problemen 91, 94, 119 Procesonderzoek 99 Processen 77, 81, 83, 90, 91, 92, 97, 119, 120, 124 Psychobiologie 136

R Rapporteren 97 Reeksen 85 Referaat 102 Regressie 96 Relatie 91, 98, 102, 119 Relaties 83 Remote sensing 94, 113 Resultaten 98 Rs 113 Ruimtelijke 81, 94, 113

S

Samenhang 73, 88, 115 Samenhang van vegetaties 73 Satelliet 94 Satellietbeeld 97 Schaal 81 Schatten 96 Sedimentologie 77, 120

315


Sensor 94 Simulatiemodel 83 Simulatietechniek 109 Simuleren 83 Sociale 102 Socrates beurs 27 Socrates programma 26 Soorten 73 Specialisatiemogelijkheden 136 Spiegelstereoscoop 81 Spotbeeld 94 Stage 110, 112 Statistiek 96 Stella 83 Stereo 81 Steunvakken 133 Stichting bèta bedrijvencontactdag amsterdam (sbba) 154 Stochastische 96 Straling 92, 104, 124 Stralingsbalans 104 Stroomschema's 136 Studenten services 28 Studentendecanen 142 Studentenhandboek 13, 19 Studentenhuisartsen 142 Studentenmail 18 Studentenpsychologen 142 Studentenstatuut 13 Studeren in het buitenland 27 Studieadvies 135 Studieadviseurs 135, 141 Studiebelasting 13 Studiecentra 18 Studiecentrum 18 Studiepunten 27 Studieresultaten 140 Studievereniging 145, 149 Studievertaging 140 Studievoortgangsgesprek 135 Studieweb 18, 20 Stunt beurs 27 Substraat 73 Swammerdam institute for life sciences (sils) 8 Syllabi 146

316

Symbolisch 85 Systeem 77, 83, 120 Systematiek en biogeografie (evolutie i) (ib201) 211 Systemen 94

T

Technieken 85, 96, 109 Temperatuur 92, 124 Tentamens 140 Texel 75, 117 Thematische 81 Theoretische biologie (ib312) 238 Thermodynamica 67 Toepassen 97 Toetsen 96 Tracing 81

U Uba 17 Ub-pas 17 Uitslagen van tentamens en practica 140 Uitwisselingsprogramma 26, 27 Universiteit van amsterdam 5 Universiteiten 102 Uva-dsl 18 Uva-inbel 18 Uvanetid 18

V Variabele 96 Variatie 96 Vastlegging van koolstof 71 Vector-raster structuren 94 Vegetatie 69, 97, 113 Vegetatiebedekking 81 Vegetatiedistributie 94 Vegetatiekunde 73 Vegetatiepatronen 109 Vegetatietypen 73 Veldkartering 69 Veldonderzoek 97 Veldwerk 73, 75, 97, 117 Veranderende klimaat 73


Verbanden 77, 120 Verdamping 104 Verslag 98 Verslaggeving 97 Vertalen 85 Vertrouwenspersoon 142 Verzadigde 89 Verzamelen 113 Visualiseren 113 Voelbare warmtestroom 104 Vorm en functie in het dierenrijk (003a) 164

W

Warmtestromen 92, 124 Water 71 Waterstroming 89 Website 19 Wind 67 Wiskunde 85 Wiskundige software 85 Wiskundige vergelijkingen 83 wolken 92, 124

Z Zaalreservering 139 Zelfstudie 94

317


318

STUDIEGIDS LEVENS- EN A ARDWETENSCHAPPEN BIOLOGIE BIO-MEDISCHE WETENSCHAPPEN PSYCHOBIOLOGIE

Recommend Documents