Groep Biomedische Wetenschappen Faculteit Bewegings - en Revalidatiewetenschappen
WATERTRAINING VOOR OUDEREN MET EN ZONDER LICHAMELIJKE BEPERKINGEN: EEN SYSTEMATISCHE REVIEW
Prof. Dr. D. Daly
m.m.v. Roselien Buys Gabriëla Vonlanthen Tine Vanhullebusch Leuven, 2008
Project: Watertraining bij ouderen en mindervaliden. “Watertraining voor ouderen met en zonder lichamelijke beperkingen: Een systematische review.”
Financiering: Secretaris-generaal Christine Claus Vlaamse Overheid Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Team Medisch Verantwoord Sporten
Uitvoerder: Prof. D. Daly m.m.v. R. Buys, G. Vonlanthen, T. Vanhullebusch Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen Departement Humane Kinesiologie Afdeling Bewegingsopvoeding en Sportpedagogie Tervuursevest 101 B-3001 Leuven www.faber.kuleuven.be
Leuven, 2008 2
WATERTRAINING VOOR OUDEREN MET EN ZONDER LICHAMELIJKE BEPERKINGEN: EEN SYSTEMATISCHE REVIEW
3
Inhoudstafel Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Abstract ...................................................................................................................................... 7 Inleiding ................................................................................................................................. 7 Resultaten............................................................................................................................... 7 Conclusie................................................................................................................................ 8 Sleutelwoorden....................................................................................................................... 8 Inleiding ..................................................................................................................................... 9 Methode ................................................................................................................................... 11 Zoekstrategie........................................................................................................................ 11 Studieselectie ....................................................................................................................... 12 Kwaliteitsbepaling ............................................................................................................... 12 Data-extractie en analyse: .................................................................................................... 13 Resultaten................................................................................................................................. 14 Studiekenmerken:................................................................................................................. 14 Methodologische kwaliteit................................................................................................... 14 RCT’s: beschrijving van resultaten...................................................................................... 15 RCT’s: Meta-analyse van resultaten .................................................................................... 23 Discussie .................................................................................................................................. 27 Referenties ............................................................................................................................... 35 Appendix.................................................................................................................................. 41 Appendix I: Lijst afkortingen............................................................................................... 42 Appendix II: Interventies. .................................................................................................... 45 Appendix III: Uikomstmaten ............................................................................................... 52 Appendix IV: Delphi lijst..................................................................................................... 72
4
Inleiding Het is algemeen geweten dat de levensverwachting verhoogt en er bovendien een betere levenskwaliteit op nagehouden wordt. Eén gevolg hiervan is dat er tegenwoordig een overaanbod is van informatie over gezondheid en beweging voor de doelgroep van oudere personen. Om een beter zicht te krijgen over wat wel en niet relevant is zou men bijvoorbeeld een literatuurreview kunnen maken. Een beschrijvende review is een wetenschappelijk artikel dat de gepubliceerde literatuur rond een bepaald onderwerp, geselecteerd door experten, samenvat. Toch kunnen er problemen rijzen bij het omgaan met tegenstrijdigheden wanneer er veel literatuur voorhanden is. Ook de definiëring van een expert is niet altijd evident. Om beter te kunnen antwoorden op deze vraagstelling werd er geopteerd voor het maken van een systematische review. Dit is een wetenschappelijk artikel dat systematisch is omdat het relevante studies identificeert op basis van een goed gedefinieerd selectieprotocol volgens de onderzoeksvraag, de kwaliteit ervan beoordeelt en de resultaten samenvat aan de hand van een wetenschappelijke methodologie. De vijf stappen van een systematische review zijn het formuleren van een onderzoeksvraag, relevante literatuur opzoeken en selecteren, de kwaliteit ervan nagaan, de evidentie van de literatuur samenvatten en de resultaten interpreteren.1 Het formuleren van de onderzoeksvraag gebeurt volgens het ‘PICO-model’ waarbij -in het engels- P staat voor ‘population’ of ‘populatie’, I voor ‘interventions’ of ‘interventies of training’, C voor ‘comparison’ (vergelijking) of ‘studie- of onderzoeksdesign’ en O voor ‘outcomes’ of ‘metingen’, m.a.w. hoe de mogelijke veranderingen door de training gemeten worden. De opgezochte literatuur moet relevant zijn voor de onderzoeksvraag en wordt geselecteerd uit gekende databases, aan de hand van criteria (key words) gebaseerd op het ‘PICO-model’. De kwaliteit van de geselecteerde studies wordt nagegaan om vooroordelen (bias) en methodologische fouten (error) te minimaliseren. In onze review wordt de kwaliteit gescoord door de Delphi lijst.(cf. appendix IV) Het samenvatten van de literatuur is beschrijvend en er wordt ook een metaanalyse uitgevoerd. Dit is een statistische techniek om resultaten van verschillende individuele studies te combineren om tot een samenvattend resultaat te komen. Hierbij zou men door het combineren van minder overtuigende resultaten die wel allen in dezelfde richting wijzen tot een groter geheel van informatie kunnen komen.
5
In deze review wordt de evidentie van fysieke activiteit in het water (Aquatic exercise) of watertraining bij ouderen nagegaan. Aquatic exercise of watertraining wordt beschreven als beweging of oefening in het water met een therapeutische doelstelling. De systematische oefentherapie tijdens onderdompeling in het water heeft een therapeutisch effect door stimulatie van adaptieve fysiologische mechanismen op korte en lange termijn bij personen met een verstoord biologisch systeem.
De Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven heeft een uitgebreide expertise over watertraining opgebouwd. Zowel in 2007 als in 2008 werd er een intensieve cursus ‘Aquaevidence’ over de evidentie van hydrotherapie georganiseerd (www.aquaevidence.eu). Deze cursus biedt zowel voor studenten als clinici een afwisseling van theorie en praktijk binnen een context van internationaal gerenommeerde gastsprekers in het vakgebied van hydrotherapie. Er werd een bestand van bijna 1500 full tekst artikelen verzameld over alle facetten van deze topic. De huidige review is ontstaan uit deze achtergrond.
Wij zouden graag de gelegenheid nemen om het Team Medisch Verantwoord Sporten van de Vlaamse Overheid te bedanken om de kans te geven dieper in te gaan op dit onderwerp.
1.
Khan KS, Kunz R, Kleijnen J, Antes G. Systematic reviews to support evidence-based medicine: how to review and apply findings of healthcare research. Royal Society of Medicine Press Ltd, 2002. 6
Abstract Inleiding Het doel van dit project is het opstellen van een systematische review van gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’S) over het effect van watertraining bij ouderen met en zonder lichamelijke beperkingen.
De gebruikte databronnen voor deze systematische review zijn databases van PUBMED, PEDRO, CINAHL, Sports Discus en Cochrane. Deze werden doorzocht voor relevante gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s) gepubliceerd tussen 1980 en 2008. Daarnaast werd een privé-database van de Katholieke Universiteit Leuven manueel doorzocht.
De studieselectie gebeurde op basis van het ‘Population, Intervention, Comparison, Outcome’-model (PICO). Population (populatie): personen met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar of ouder en een minimum leeftijd van 40 jaar, onafhankelijk in ADL-activiteiten en met of zonder lichamelijke beperkingen. Interventions (interventies): watertraining, geen passieve vormen van hydrotherapie (kuren, spa, balneotherapie). Comparison (studiedesign): gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s). Outcomes (metingen): parameters van cardiovasculaire fitheid, evenwicht, functionele mobiliteit of levenskwaliteit. Deze parameters zijn gesitueerd op de 3 niveaus van het ‘International Classification of Funtioning, Disability and Health’-model (ICF): lichaamsfuncties en –structuren, activiteit en participatie.(cf.infra)62 De kwaliteit van de studies werd geëvalueerd d.m.v. de Delphi score.(cf.infra)59
Resultaten: Er werden 114 artikels gevonden en 19 artikels werden geïncludeerd in deze review. De heterogeniteit in populatie, interventies, vergelijking en metingen liet een meta-analyse toe waarin 6 studies opgenomen werden. De vergelijking in de meta-analyse wordt gemaakt tussen de groep die watertraining ondergaat (hydrogroep) en de groep die geen training ondergaat (controlegroep). De 2 geanalyseerde metingen in de meta-analyse zijn cardiovasculaire fitheid, gemeten door zuurstofopname (VO2), en functionele mobiliteit, gemeten door de 6 minuten wandeltest (6WT) en de ‘Timed-up-and-Go-test’(TUG).
7
Conclusie: In de 19 gereviewde artikels toont de beschikbare evidentie aan dat er effecten zijn op de 3 niveaus van het ICF-model (cf. supra).
62
Voor watertraining bij ouderen met en zonder
lichamelijke beperkingen is er matig tot hoge evidentie gevonden voor cardiovasculaire fitheid en matige evidentie voor flexibiliteit, evenwicht, kracht en lichaamssamenstelling, functionele mobiliteit, levenskwaliteit en specifieke pijnmetingen.
Sleutelwoorden (Keywords): Watertraining, Ouderen, Systematische Review Aquatic Exercise, Elderly, Systematic Review
8
Inleiding Water heeft heel wat specifieke eigenschappen die bevorderlijk kunnen zijn voor de algemene gezondheid van ouderen. Door de opwaartse druk van het water is er een gedeeltelijke gewichtsontlasting en dus een afname van de impactbelasting van de gewrichten.31 Dit leidt enerzijds tot een afname van de incidentie van acute letsels en angst om te vallen, anderzijds tot een verbetering van participatie en therapietrouw.
52
Hydrostatische druk leidt tot een
verhoogd centraal bloedvolume en een hierdoor een vergrote cardiale voorbelasting. De uitzetting van volumereceptoren door dit verhoogd centraal bloedvolume is de trigger van enkele fysiologische effecten: diuresis, natriuresis, inhibitie van het sympathische zenuwstelsel en stijging van de cardiale output door een stijging van het slagvolume.3,12,49 Er is een verhoogd energieverbruik in vergelijking met oefeningen op land en de oefenbelasting wordt bepaald door de weerstand van het water tijdens de beweging. 9,46 Water is een uniek medium
voor
personen
met
gewrichts-
en
evenwichtsproblemen.
Deze
maken
impactoefeningen op land moeilijk.9
Hall et al. stellen in hun review dat hydrotherapie ook een gering pijnreducerend effect kan hebben in vergelijking met een groep die geen therapie krijgt.30 Er zijn een aantal mogelijke mechanismen die hiervoor aan de basis kunnen liggen. De warmte en opwaartse kracht van het water kunnen de nociceptie blokkeren door inhibitie van thermale en mechanoreceptoren, met een invloed op de spinale segmentale mechanismen tot gevolg.6,36 Daarnaast kan de warmte van het water de bloedcirculatie bevorderen, waardoor er verspreiding is van algogene chemicaliën en op die manier de spieren ontspannen. Andere mechanismen zijn gebaseerd op het effect van hydrostatische druk op het cardiovasculaire systeem, zowel centraal als perifeer. Op centraal vlak kan de hydrostatische druk van het water de activiteit van het sympathisch zenuwstelsel inhiberen.25,41 Op perifeer vlak kan de hydrostatische druk ervoor zorgen dat het perifere oedeem vermindert.63 Ten slotte kan het gemak van bewegen in water supraspinale paden activeren waardoor een afname van de pijnintensiteit optreedt.
Ouderen zijn een snelgroeiende groep van de populatie. Aangezien fysieke fitheid sterk positief gecorreleerd is met een onafhankelijke levensstijl, is het voor hen belangrijk om de fysieke fitheid te onderhouden en zo actief mogelijk te blijven.10,15,42 Het natuurlijke verouderingsproces gaat samen met een afname van de spiermassa,19,37aerobe capaciteit15,23 en 9
proprioceptie.
34,53
cerebrovasculair accident (CVA) en reumatoïde artritis zijn chronische
aandoeningen waarvan de incidentie stijgt met een toenemende leeftijd.5,22 Er werd aangetoond dat oefeningen bevorderlijk kunnen zijn voor ouderen met verschillende fysieke condities. Een aantal onderzoeken tonen aan dat oefeningen effectief zijn voor verbetering van kracht, 23 aërobe capaciteit, 28 levenskwaliteit, 1,10 en evenwicht
4,20,33
bij oudere personen.
Geregelde
rol
bij
fysieke
activiteit
speelt
ook
een
belangrijke
personen
met
gewrichtsaandoeningen 44 en artrose 58 en kan aërobe capaciteit verbeteren bij personen na een hersenbloeding. 45
Geregelde activiteit wordt niet alleen aanbevolen om het natuurlijke verouderingsproces te vertragen, maar ook om beperkingen te voorkomen.39 Aërobe capaciteit blijkt gecorreleerd te zijn met functionele prestaties 7en een kritisch niveau van aërobe capaciteit is noodzakelijk om onafhankelijk te functioneren.15 Een hogere functionele capaciteit is geassocieerd met een hogere gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit.1 Kracht, meer specifiek van het onderste lidmaat, is van cruciaal belang voor evenwicht, de gang
21,27,35,61
en de algemene functionele
mogelijkheden11 en meer specifiek voor personen met reumatoïde artritis. 17
Geytenbeek et al. staven in hun review de evidentie van de klinische effectiviteit van watertraining. In deze review wordt voor watertraining een hoge tot matige evidentie vastgesteld voor pijn, functie, zelfredzaamheid en affect, gewrichtsmobiliteit, kracht en evenwicht, vooral bij oudere volwassenen, personen met reumatische condities en chronische lage rugpijn.26 Omdat oefening gunstige effecten heeft en water een geschikte omgeving is voor ouderen om te oefenen, heeft deze review de bedoeling om het effect van watertraining na te gaan bij ouderen met en zonder chronische aandoeningen.
10
Methode Zoekstrategie: De databases van PUBMED, PEDRO, CINAHL, Sports Discus en Cochrane werden doorzocht voor het bekomen van relevante gerandomiseerde studies (RCT’s). De privédatabases van de K.U.Leuven werden manueel doorzocht. Eén reviewer doorzocht de databases met een combinatie van sleutelwoorden en zoeklimieten, die beschreven staan in tabel 1. De bevindingen werden gereviewd door een expert, referentielijsten werden doorzocht en in sommige gevallen werden auteurs gecontacteerd via mail om de volledige tekst te verkrijgen indien enkel de abstracten van de studies beschikbaar waren. De inclusiecriteria zijn gebaseerd op het ‘Population, Intervention, Comparison, Outcome’-model (PICO). Population (populatie): personen met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar of ouder en een minimum leeftijd van 40 jaar, onafhankelijk in activiteiten van het dagelijkse leven (ADL) en met of zonder lichamelijke beperkingen. Interventions (interventies): hydrotherapie, geen passieve vormen van hydrotherapie (kuren, spa, balneotherapie). Comparison (studiedesign): gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s). Outcomes (metingen): parameters van cardiovasculaire fitheid, evenwicht, functionele mobiliteit of levenskwaliteit. Studies werden uitgesloten indien ze niet voldeden aan voorgaande inclusiecriteria.
Tabel 1: zoektermen en limieten
zoektermen: Aquatic therapy Aquatic exercise Water therapy Hydrotherapy Aquatic Physiotherapy Water exercise Aquatic Rehabilitation Pool exercise Water rehab* limieten:
Fitness Balance/Fall prevention Quality of life
Elderly
Human Adult/Elderly (mean age 55) Published between 1980-2008 RCT's, reviews English language
11
Studieselectie: De databases werden doorzocht en de artikels met een niet relevante titel werden meteen uitgesloten. Na het lezen van de abstracten van de overblijvende 114 artikels, bleken 30 studies relevant voor deze review. Na het lezen van de volledige artikels van de 30 overgebleven studies, werden nog eens 11 artikels uitgesloten, waardoor er 19 overbleven. De werkwijze en criteria van de studieselectie worden beschreven in figuur 1.
Figuur 1: overzicht studieselectie
Potentiële relevante studies (N=114) N=84 geëxcludeerd na het lezen van abstract - passieve interventie in water - gemiddelde leeftijd 55 jaar - geen RCT/review
N=30 N=11 geëxcludeerd na het lezen van artikel - in Japans geschreven - nog niet gepubliceerd - voldoet niet aan inclusiecriteria - geen controlegroep N=19
Kwaliteitsbepaling: De 19 overblijvende studies werden gescoord voor kwaliteit door gebruik te maken van de ‘Delphi List for Quality Assessment of Randomised Clinical Trials’, ontwikkeld door Verhagen et al. 59 Twee reviewers (R. Buys & G. Vonlanthen) voerden de kwaliteitsschatting van de 19 studies onafhankelijk van elkaar uit op basis van de Delphi lijst (zie appendix IV). Dit is een evaluatie van de methodologische kwaliteit van RCT’s en bestaat uit 9 items. Een Delphi score van minder dan 4 op 9 geeft een lage methodologische kwaliteit weer, een Delphi score van 4-6 op 9 een matige methodologische kwaliteit en een Delphi score 7-9 op 9 een hoge methodologische kwaliteit. 31 De scores van de geïncludeerde studies varieerden van 2 tot 7 op 9. Als gevolg van de heterogeniteit in populatie, interventies, onderzoeksdesign en metingen, werden er slechts 5 van de 19 geïncludeerde studies
8,31,55,57,60
opgenomen in de
meta-analyse. De Delphi scores van de geïncludeerde studies zijn terug te vinden in tabel 2. In appendix IV is er een beschrijving van de Delphi lijst.
12
Tabel 2: Delphi scores geïncludeerde studies.
Chu 2004 Eversden 2007 Foley 2003 Hinman 2007 Silva 2008 Devereux 2005 Hall 1996 Ide 2005 Tsourlou 2006 Sato 2007 Takeshima 2002 Taunton 1996 Simmons 1996 Wang 2006 Broman 2006 Lord 2006 Wadell 2004 Cider 2003 Douris 2003
Legende: X: item aanwezig, O:item afwezig, ?: onduidelijk.
Randomisatie Verborgen toewijzing interventiegroep Gelijkwaardige beginwaardes Inclusiecriteria Blinding van de persoon die metingen uitvoert Blinding van de persoon die interventie begeleidt Blinding van de patiënt Uitkomstmaten uitgedrukt in X +/- SD of X +/- SE Intention-to-treat analyse
X X X X X X X X X X X X X X X O ?
Delphi score
7 7 7 7 7 6 6 5 5 5 5 5 5 5 4 4 4 3 2
X X X X X X X X ?
?
?
?
?
?
?
?
O O
O ?
O
15 8
X X X X X X X X X X X X X X X X X O O
17
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
19
X X X X X O X ?
O ?
O O
9
O O O O O O O O O O O O O O O O ?
O O
0
X O O O ?
X O
3
X O X X O O ?
O O O O X O O O O O O ?
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
19
?
9
X X X X X ?
?
?
?
?
?
X X ?
X X O O
Data-extractie en analyse: Een meta-analyse werd gemaakt van 5 studies
8,31,55,57,60
met ‘Cochrane Collaboration’s
review manager’.a Er werd een vergelijking gemaakt tussen hydrotherapie en een controlegroep, die geen interventie onderging, voor aërobe capaciteit (VO2) en functionele mobiliteit (TUG en 6WT). Afhankelijk van de statistische heterogeniteit, vastgesteld door de test van Higgins (I2), wordt het Random Effect Model of het Fixed Effect Model gebruikt. Bij geringe (I2<25%) of matige (25 I2 50%) statistische heterogeniteit, wordt het Fixed Effect Model gebruikt en bij hoge (I2>50%) statistische heterogeniteit wordt het Random Effect Model gebruikt. 14
13
Resultaten Appendix II toont een overzicht van de inhoud van de verschillende interventies per studie. In de resultaten wordt de ‘hydrogroep’ beschreven als de groep die watertrainnig ondergaat en de ‘controlegroep’ is de groep die geen interventie ondergaat, tenzij anders vermeld. De primaire uitkomstmaten per studie zijn terug te vinden in appendix III.
Studiekenmerken: De 19 geïncludeerde studies in deze review gingen de effecten na van een programma van hydrotherapie bij ouderen. De grootte van de interventiegroep (oefentherapie in water of op land) had een bereik van 7 tot 35 personen met een gemiddelde leeftijd tussen 55 en 90 jaar. In 9 studies werd een gezonde populatie bestudeerd
8,20,33,39,48,52,55-57
, in 10 studies een
populatie met beperkingen. Een studie bestudeerde chronische CVA-patiënten bestudeerden personen met artrose van de heup of knie
524,31,50,60
13
, 4 studies
, 2 studies bestudeerden
chronische reumatoïde artritis21,29,1 studie ging osteoporose na18, 1 studie chronisch hartfalen (CHF) 14 en 1 studie COPD61De interventieperiode en het aantal sessies varieerden van 4 tot 24 weken en van 1 tot 3 sessies per week. De watertemperatuur varieerde tussen 25° 38 en 35° 21
de diepte van het water varieerde van de middel tot de axillaire regio.
Methodologische kwaliteit: Een overzicht van de scores van kwaliteit, op de 9 punten schaal van de Delphi lijst,
59
is te
zien in tabel 2. De studies staan gerangschikt van hoogste naar laagste Delphi-score en volgens interventieduur, beginnend met de langste interventieduur. De kwaliteitsscore van de RCT’s ging van 2 tot 7 op 9 en werd beschouwd als laag voor 5 studies (scores 2 tot 4), matig voor 9 studies (score 5 en 6) en hoog voor 5 studies (score 7). In alle 19 studies werden deelnemers per toeval toegewezen aan een studiegroep (controle- of interventiegroep: therapie in water of op land) en waren gelijkaardig aan het begin van de studie voor demografische parameters. Een beschrijving van de inclusiecriteria en de puntestimaties en maten van variabiliteit, voorgesteld als gemiddelde (X) en standaard error (SE) of gemiddelde (X) en standaard deviatie (SD), werd vermeld in alle studies. Gelijkwaardige beginparameters zijn vastgesteld in 17 studies. Randomisatie gebeurde in 15 studies en slechts in 8 studies gebeurde verborgen toewijzing aan de studiegroepen. Blinding van de persoon die de
14
interventie begeleidt werd in geen enkele studie gerapporteerd, blinding van de patiënt gebeurde in 2 studies en blinding van de persoon die de metingen uitvoert werd gerapporteerd in 9 studies.(zie tabel 2) De therapietrouw varieert tussen 80%
18
en 95%
hydrotherapiegroep. Opvolgingsmetingen werden in 2 studies gerapporteerd.
18,51
48
in de
Slechts 1
studie rapporteerde een nadelig effect van hydrotherapie. 18
RCT’s: beschrijving van resultaten Appendix II toont een overzicht van de verschillende interventies van de 19 geïncludeerde studies. De basiskenmerken van alle deelnemers en uitkomstmaten zijn te vinden in appendix III. De ‘International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)’ wordt gebruikt om de uitkomstmaten te classificeren. ICF beschrijft hoe personen omgaan met hun gezondheidstoestand. Het is een classificatie van gezondheid en gezondheidsgerelateerde domeinen die een beschrijving geeft van de verschillende niveaus van gezondheid nl; lichaamsfuncties en –structuren, activiteiten en participatie. Daarnaast beschrijft het de interactie tussen deze niveaus van gezondheid en contextuele factoren die zowel omgevingsals persoonsgebonden zijn. 63 De parameters aërobe capaciteit, mobiliteit, evenwicht en kracht situeren zich op het eerste niveau van het ICF model (lichaamsfuncties en –structuren) en worden eerst besproken aangezien ze aan de basis liggen van een beperking op activiteiten- en participatieniveau. Daarna wordt ingegaan op de andere niveaus van het ICF model, het niveau van activiteiten en participatie. Op activiteitenniveau situeert zich functionele mobiliteit en op participatieniveau situeert zich levenskwaliteit en pijn.
Lichaamsfuncties en - structuren Zes studies
8,13,14,55,57,60
rapporteerden aërobe capaciteit, op functieniveau van het ICF model,
als een van hun metingen. In de studie van Broman et al. werd vastgesteld dat de aërobe capaciteit bij gezonde oudere vrouwen verbeterde na 8 weken hydrotherapie aan hoge intensiteit. Er was een lagere hartfrequentie in rust (8%) (p<.01) en bij submaximale inspanning (3%) (p<.01). Tevens nam de maximale zuurstofopname toe met 10% (p<.01) en de maximale ventilatie met 14% (p<.01). De controlegroep vertoonde geen veranderingen voor deze aërobe parameters. De 8 weken durende interventie in het zwembad had noch bij de hydrogroep noch bij de controlegroep, die hun dagelijkse activiteiten verderzette, een invloed 15
op de diastolische en systolische bloeddruk.8 De studie van Takeshima et al. bevestigt deze resultaten. In een gezonde studiepopulatie was er na 12 weken hydrotherapie een significante (p<.05) verbetering in maximale zuurstofopname (12%) en een significante verbetering van de zuurstofopname bij de lactaatdrempel (20%). Er waren geen significante veranderingen van deze parameters in de controlegroep die hun dagelijks activiteiten verderzette.55 Chu et al. deden onderzoek naar personen met CVA die deelnamen aan een 8 weken durend oefenprogramma in het water om de aërobe capaciteit te verbeteren. Er werd een significante (p<.05) verbetering van de maximale zuurstofopname en maximale oefenbelasting vastgesteld in de hydrogroep, respectievelijk met 22% en 9%. De controlegroep onderging een programma voor functieverbetering van het bovenste lidmaat op land en in deze groep veranderen voorgaande parameters niet significant. 13 In de studie van Taunton et al. werd het effect op de aërobe capaciteit van 12 weken watertraining vergeleken met 12 weken oefentherapie op land met een gelijkaardige intensiteit bij een populatie gezonde vrouwen tussen 65 en 75 jaar. In beide groepen verbeterde de maximale zuurstofopname significant na 12 weken (+11.7% hydro; +10.9% land), maar was er geen significant verschil tussen de 2 groepen. Ook bij een populatie met cardiale en respiratoire beperkingen werd de invloed van hydrotherapie op de aërobe capaciteit nagegaan. Bij personen met chronisch hartfalen (CHF) verbeterde de aërobe capaciteit na 8 weken watertraining. In de hydrogroep verbeterde de maximale oefenbelasting significant (p<.05) met 8% in vergelijking met de controlegroep die geen interventie onderging en hun gewone dagelijkse activiteiten verderzette. Ook de 6minutenwandeltest verbeterde significant in de watertrainingsgroep, maar deze verbetering was echter niet significant in vergelijking met de controlegroep. De maximale zuurstofopname (VO2max) van de hydrogroep is na de interventie significant beter dan die van de controlegroep.14 Wadell et al. onderzochten de invloed van oefentherapie aan hoge intensiteit (80à90% VO2max) bij patiënten met matig tot zwaar chronisch obstructief longlijden (COPD). De studiepopulatie bestaat uit 3 groepen: een oefengroep op het droge, een watertrainingsgroep en een controlegroep die geen interventie ondergaat. In deze studie worden de Endurance Shuttle Walking Test (ESWT) en Incremental Shuttle Walking Test (ISWT) gebruikt om respectievelijk de aërobe en oefencapaciteit te bepalen. Na 12 weken training aan hoge intensiteit verbeterden beide trainingsgroepen (hydro en land) voor de ISWT, maar deze verbetering was enkel significant voor de landtrainingsgroep. De ESWT verbeterde enkel significant in de hydrogroep en was significant beter dan de post-waardes van de land- en controlegroep. Voor de maximale aërobe capaciteit verbeterden de hydro- en controlegroep significant. 60 16
Mobiliteit situeert zich op het functieniveau van het ICF model en werd in 4 studies
29,55,58,61
gemeten door de bewegingsuitslag (ROM) van verschillende gewrichten of de sit-and-reach test (SR). In een gezonde studiepopulatie waarbij de nadruk in de hydrogroep lag op aërobe en weerstandsoefeningen, verbeterde de SR significant (p<.0125) met 11,6% in de hydrogroep na 24 weken interventie. Er werd geen verandering vastgesteld in de controlegroep die geen oefeningen deed.58 De studie uitgevoerd door Takeshima et al. toonde een significante (p<.05) verbetering in mobiliteit van de rompextensie in de hydrogroep met 11%. Voor mobiliteit van de rompflexie werd geen significante verandering vastgesteld.55 In de studie van Wang et al. ondergingen volwassenen met artrose van de knie of de heup een 12 weken durend oefenprogramma in het water dat bestond uit mobiliteits- en krachttraining. 61 De significante (p<.05) verbeteringen van flexibiliteit van knie-extensie, heupextensie en heupabductie waren respectievelijk 45.5%, 11.5% and 14.3%. In de hydrogroep verbeterde de knieflexie niet significant qua flexibiliteit. Er werden geen significante veranderingen vastgesteld voor de opgemeten gewrichten in de controlegroep die geen interventie onderging. 61
Hall et al. evalueerden de effecten van een 4 weken durend oefenprogramma in het water
(kracht en flexibiliteit) op personen met reumatoïde artritis. Er waren 4 groepen: “water exercisers”, “land exercisers”, “water relaxation”, “land relaxation”. De “land exercisers” (diegenen die oefeningen doen op land) krijgen een programma met dezelfde oefenintensiteit als de “water exercisers” (diegenen die oefeningen doen in het water) en de relaxatiegroepen in het water en op land. Enkel vrouwen in de hydrogroep vertoonden een significante (p=.049) verbetering (6.6 °) voor de kniemobiliteit. Geen enkele groep vertoonde een verschil in polsmobiliteit na de interventie. 29
Een andere meting op functieniveau is evenwicht. Deze uitkomstmaat wordt statisch gemeten door de Functional Reach Test (FR) 51de Maximal Balance Range Test Stability Test
38
18,38
en de Coordinated
. Het evenwicht kan dynamisch gemeten worden door de Step Test (ST) 18 en
de Berg Balance Scale (BBS). evenwicht
38
13,20
Twee studies onderzoeken het statisch aspect van het
Personen met osteoporose werden onderzocht in een studie van Devereux et
al. Na 10 weken hydrotherapie (vestibulaire, proprioceptieve, en evenwichtstraining) en een zelfmanagementprogramma, toonde de hydrogroep bilateraal een significant (p<.01) grotere verbetering in ST dan de controlegroep die geen oefenprogramma onderging.
18
Lord et al.
gingen bij gezonde oudere personen na wat de invloed van 22 weken hydrotherapie is op het evenwicht, gemeten door de Maximal Balance Range Test” en Coordinated Stability Test. Voor beide tests verbeterde de trainingsgroep in het water significant en is ook het verschil 17
met de controlegroep significant (p<.05). 2 studies onderzoeken het dynamische aspect van het evenwicht.
13,20
Uit de studie van Douris et al.blijkt dat bij gezonde ouderen 6 weken
hydrotherapie geen meerwaarde heeft voor het evenwicht in vergelijking met 6 weken oefentherapie op land met gelijkaardige intensiteit (wandeloefeningen + oefeningen OL). Bij beide oefengroepen verbeterde de BBS significant. Er was geen interactie-effect. In de studie van Chu et al, vertoonden personen met chronische CVA van de controlegroep een verbetering in BBS dat significantie benaderde (p=0.094) na een 8 weken durend oefenprogramma op land voor de bovenste extremiteiten. 13 Simmons et al. gingen het effect na van 5 weken oefentherapie in het water op posturale mobiliteit voor ouderen met valrisico. In deze studie waren er 4 groepen: water exercisers, land exercisers, water sitters en land sitters. Een significante verbetering voor de FR werd vastgesteld voor de water exercisers (p<.001) en “land exercisers (p=0.026). Na 5 weken therapie, scoorden de water exercisers significant (p<.05) beter dan de andere groepen. De water sitters en land sitters veranderden niet significant na 5 weken voor FR. Er werden geen specifieke evenwichtsoefeningen gegeven aan de trainingsgroepen in deze studie.51
De parameters kracht (dynamisch, explosief, isometrisch en handgrijpkracht) en lichaamssamenstelling zijn gesitueerd op functieniveau van het ICF model en worden gemeten in 7 studies. 13,33,55,57
13,24,29,33,55,57,61
Vier studies rapporteerden dynamische spierkracht.
Tsourlou et al. bepaalden de dynamische kracht van onderste en bovenste lidmaat bij
gezonde oudere vrouwen door gebruik te maken van de 3-repetition maximum (3-RM). De 24 weken durende interventie bestond zowel uit aërobe als weerstandsoefeningen. In de hydrogroep verbeterde de waardes van de kracht van de knie-extensoren, de ‘leg press’ en de ‘chest press’ significant met respectievelijk 29.4%, 29.5% and 25.7%. Voor de 3-RM laterale ‘pull-down’ werden er geen significante veranderingen geobserveerd. In de controlegroep die geen interventie onderging werd voor de beschreven parameters geen significante verandering vastgesteld.
57
Takeshima et al. concludeerden dat na een 12 weken durende interventie
(uithoudings- en weerstandsoefeningen) voor sedentaire oudere vrouwen isotone kracht significant (p<.05) verbeterde van de knie-extensoren (8%), de knie-flexoren (13%), de rugextensoren (6%), ‘chest press’ (7%), ‘chest pull’ (11%), ‘shoulder press’ (4%) en de ‘shoulder pull’ (6%). De controlegroep die geen oefenprogramma onderging, vertoonde geen verandering voor deze metingen.
55
Een andere studie ging de isokinetische kracht van de
flexoren en extensoren van de knie na bij personen met CVA na een oefenprogramma (8 weken) dat als doel had de aërobe prestatie te verbeteren. Er werd vastgesteld dat de kracht 18
van het onderste lidmaat (samengestelde kracht van heup en knie) aan de paretische zijde significant (p<.05) verbeterde in de hydrogroep maar niet in de controlegroep, die een oefenprogramma voor uithouding en kracht van het bovenste lidmaat op land onderging. 13 Ide et. al onderzochten het effect van een (10 weken) durende ademhalingstraining in water en op het droge bij gezonde oudere personen. Naast de 2 trainingsgroepen, is er een controlegroep. De inspiratoire druk verminderde significant voor de controlegroep na 10 weken. Bij de 2 trainingsgroepen veranderde de inspiratoire druk niet significant. Na 10 weken was er nog een interactie-effect voor de inspiratoire druk tussen de watertrainings- en controlegroep. Voor de expiratoire kracht werden geen significante verschillen vastgesteld. 33
De explosieve kracht wordt gemeten door ‘squat jump’(hurksprong) of ‘vertical jump’(verticale sprong). De hurksprong verbeterde significant (p<.0125) in de hydrogroep (24.6%) in de studie van Tsourlou et al.
58
Takeshima et al. stelden een significante
verbetering van de verticale sprong vast in de hydrogroep (9%).55 De handgrijpkracht werd opgenomen in 2 studies. 29,57 Na een 24 weken durende interventie, was er een significante (p<.0125) verbetering van de handgrijpkracht (13%°).
57
In een andere
studie werd er geen significante verbetering vastgesteld van de handgrijpkracht na een 4 weken durende interventie bij personen met reumatoïde artritis.29
De isometrische spierkracht werd nagegaan in 3 studies.
24,57,61
Het maximale isometrisch
moment van de knie-extensoren (KEXT) en knieflexoren (KFLEX) vertoonde een significante verbetering bij gezonde oudere vrouwen. De hydrogroep verbeterde significant (p<.0125) voor KEXT (10.5%) en KFLEX (13.4%) na een 24 weken durende interventie in het water (aërobe activiteit en weerstandsoefeningen). De controlegroep onderging oefeningenprogramma en vertoonde geen significante veranderingen.57 In 2 studies die de isometrische kracht meten, bestaat de populatie uit personen met artrose van heup of knie die respectievelijk 6 en 12 weken interventie ondergaan. 24,61 Wang et al.stelden een significante (p<.05) verbetering vast van de kracht van de knie-extensoren (18.5%), knieflexoren (12%), heupextensoren (26.4%), heupflexoren (11.9%), heupabductoren (24.8%) en heupadductoren (13.5%) na een 12 weken durend programma van hydrotherapie (flexibiliteit en kracht). Er werd geen verandering vastgesteld voor de controlegroep die geen oefeningen deed.
61
Krachtoefeningen werden uitgevoerd door de hydro- en gymgroep in de studie door Foley et al. De controlegroep onderging geen interventie. De gymgroep verbeterde significant 19
(p<.001) in kracht van linker en rechter quadriceps. De hydrogroep verbeterde enkel significant (p=.010) voor de kracht van de linker quadriceps na 6 weken interventie. Voor de kracht van de rechter quadriceps verbeterde de gymp groep significant (p<.05) meer dan de andere groepen.24
De lichaamssamenstelling werd gemeten door de ‘lean body mass’ (LBM) of huidplooimeting in 2 studies. 55,57 1 studie rapporteerde een significante (p<.0125) toename van LBM (3.4%) na 24 weken in de hydrogroep.
57
In een andere studie nam de dikte van de huidplooi
significant (p<.05) af na een 12 weken durende interventie (8%).55
Activiteit Op het niveau ‘activiteit’ van het ICF model situeert zich de functionele mobiliteit die gemeten werd door de Timed up-and-go test (TUG), stapsnelheid
13
57
de Side-stepping test (ST),
55
de
en de 6 minuten wandeltest (6WT). 24,61 Bij gezonde ouderen, die uithoudings-
en weerstandsoefeningen kregen, verbeterde de TUG significant (p<.0125) met 19,8% in de hydrogroep na een 24 weken durende interventie in de studie van Tsourlou et al. De controlegroep die geen oefeningen uitvoerde, toonde geen significante verandering voor deze parameter. 57 Dezelfde populatie vertoonde voor de ST een significante (p<.05) verbetering met 22% na een 12 weken durende interventie in het water. Evenmin werd in deze studie een significante verandering vastgesteld in de controlegroep die hun normale activiteitenpatroon verderzette.55 Personen met chronische CVA verhoogden hun zelf geselecteerde stapsnelheid significant (p<.05) met 19% na 8 weken durend oefenprogramma in het water waarbij de nadruk lag op cardiovasculaire fitheid. De zelf geselecteerde stapsnelheid veranderde niet significant in de groep die oefeningen voor de bovenste ledematen op land deed.
13
Twee
studies schatten de functionele mobiliteit bij personen met artrose van de heup of de knie. 24,61 Wang et al. stelden een significante (p=.039) verbetering in de 6 minuten wandeltest vast na een 12 weken durend programma in het water met de nadruk op flexibiliteit, uithouding en kracht. De controlegroep die geen oefeningen uitvoerde, vertoonde geen significante veranderingen.61 Dezelfde studiepopulatie onderging een krachtprogramma gedurende 6 weken in het water (hydrogroep) of op het droge (gymgroep), daarnaast was er een controlegroep die geen interventie onderging. Er werd vastgesteld dat de 6 minuten wandeltest significant (p<.001) verbeterde in de hydro- en gymgroep, maar niet in de controlegroep. De hydrogroep presteerde significant (p=.048) beter dan de controlegroep voor
20
de afgelegde afstand tijdens de 6 minuten wandeltest en de gymgroep presteerde significant (p=.009) beter dan de controlegroep voor de zelf geselecteerde stapsnelheid.24
Participatie Op het niveau van participatie (ICF) situeren zich de metingen levenskwaliteit en pijn. Deze werden in 8 studies nagegaan. 14,18,21,24,29,31,48,50 Twee studies gingen de levenskwaliteit na met de “Medical outcomes survey short form-36 (SF-36). 18,47 In de studie van Sato et al. bestond de populatie uit personen die verzorging ontvingen. Ze ondergingen een 24 weken durende interventie die bestond uit oefeningen voor mobiliteit, kracht, ADL en relaxatie, 1 of 2 maal per week. Significante (p<.05) veranderingen voor gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit (HRQL) werden vastgesteld in beide groepen, onafhankelijk van de oefenfrequentie. Significante (p<.05) veranderingen in fysieke rol, lichamelijke pijn, algemene gezondheid, vitaliteit en emotionele impact tussen premeting en 6 maanden, werden gevonden in beide groepen. In dezelfde studie werd ADL- beperking gemeten door de ‘Functional Independence Measure’ (FIM) en significante verschillen werden gevonden tussen de premeting en 6 maanden voor zowel diegenen die 1 keer (p=.004) als diegenen die 2 keer (p=.002) per week oefenden en tussen de premeting en 3 maanden enkel voor diegenen die 2 keer per week oefenden (p=.002).
48
De andere studie die de SF-36 gebruikte, werd uitgevoerd door
Devereux et al. en toonde een significante verandering tussen de hydro- en controlegroep (geen interventie) voor de domeinen van fysiek functioneren (p=0.04), vitaliteit (p=0.02), sociaal functioneren (p=0.04) en mentale gezondheid (p=0.02), na 10 weken interventie bij vrouwen met osteoporose. 18 Een studie vermeldde de ‘Medical outcomes survey short form12’ (SF-12) bij een 6 weken durend krachtprogramma bij personen met artrose. In deze studie vertoonde de hydrogroep een significante (p=.002) verbetering in de SF-12 fysieke componentscore en dit verschilde significant (p=.006) van de controlegroep die geen interventie onderging. De gymgroep toonde een significante (p=.027) verbetering in de SF-12 mentale component score, maar deze verandering was niet significant verschillend tussen de 2 groepen.24 Specifieke artritis schalen werden gebruikt in 2 studies.24,29 De ‘Artritis Self Efficacy Satisfaction Score’ verbeterde significant (p=.003) in de gymgroep na een krachtprogramma op het droge gedurende 6 weken en deze verbetering was significant (p=.006) groter dan de controlegroep die geen interventie onderging.24 Gewrichtsgevoeligheid, gemeten door de ‘Ritchie Index’, verbeterde significant (p=.002) bij personen met reumatoïde artritis (RA) in de hydrogroep (4 weken) en de land exercisers. De hydrogroep vertoonde de grootste afname 21
(27%) in gewrichtsgevoeligheid (p=.03). De ‘land exercisers’ behielden een significante (p=.03) verbetering in gewrichtsgevoeligheid bij opvolging (3 maanden), terwijl de andere groepen bij opvolging geen significante verbetering vertoonden.29 In dezelfde studie werd de gezondheidsstatus nagegaan bij personen met RA door de ‘Artritis Impact Measurement Scale’ (AIMS2). Alle personen verbeterden hun fysieke capaciteit (4.8%) na behandeling (p=.007) en bij opvolging (follow-up) (p=.008). Een significante afname van de ‘affectscores’ werd voor alle personen vastgesteld na behandeling (p=.003) en bij opvolging (follow-up) (p=.001), met een significant grotere verbetering bij vrouwen (p=.02) en personen in de hydrogroep (p=.03). Personen uit de ‘land exercisers’ hadden een significante (p=.04) afname in pijn op de AIMS2 tussen pre en posttest.29 Een andere studie bij personen met RM door Eversden et al. stelde vast dat de personen die hydrotherapie volgen significant meer rapporteren dat de therapie een beter (score 6) of veel beter (score 7) gevoel geeft in vergelijking met een groep die op het land gelijkaardige oefeningen deed.21
Pijn situeert zich op het functieniveau van het ICF model, maar in deze review wordt pijn belicht in het kader van de psychosociale context en daarom vermeld op participatieniveau. Vier studies21,24,29,50 gebruikten specifieke pijnschalen. De ‘Western Ontario and McMaster Universities Osteoarthritis’ (WOMAC) toonde een significante (p=.045) afname van de pijnscore in de hydrogroep, maar de verandering in pijn was niet significant verschillend tussen de groepen na een 6 weken durend krachtprogramma. 24 Ook Silva et al. gingen het effect op pijn van hydrotherapie (18 weken) na bij personen met ernstige artrose van de knie (Lequesne score: 11-12 op 14). De hydrotherapie groep volgt gedurende 18 weken actieve oefeningen in het water terwijl de gymgroep oefeningen op land uitvoert gedurende 18 weken. Voor beide oefengroepen is er een significante afname in pijn, een verbetering van de WOMAC en ‘Lequesne index’ na 18 weken therapie. Ook de pijn vòòr en na de ‘50 voet wandeltest’ (50FWT) verminderde significant in beide groepen na de interventie en de daling in pijn voor en na de ‘50 voet wandeltest’ was significant groter in de hydrogroep in vergelijking met de gymgroep.50 Tenslotte is er de studie van Hinman et al. die de invloed van hydrotherapie (6 weken) nagaat op pijn bij personen met artrose van de knie en/of de heup, in vergelijking met een controlegroep die geen interventie onderging. Na 6 weken werd er zowel bij de controle- als oefengroep verminderde pijn vastgesteld, enkel voor de hydrogroep was die verminderde pijn significant (p<.05). Hall et al. gebruikte de ‘McGill Pain Questionnaire’ en dit toonde een significante (p=.005) afname voor evaluatieve en affectieve pijnscores. De progressieve relaxatiegroep rapporteerde 22
12.5% significant (p=.02) meer pijn na de interventie en dit bleef behouden bij opvolgingsmeting na 3 maanden (p=.028). In dezelfde studie werd de ‘Beliefs in Pain Control Questionnaire’ gerapporteerd en dit toonde voor alle groepen een significante (p=.049) vermindering van de overtuiging dat pijn gecontroleerd wordt door toevallige gebeurtenissen. De overtuiging dat pijn gecontroleerd wordt door toeval werd versterkt in de relaxatiegroep bij follow-up (p=.015).29 Voor personen met chronisch hartfalen (CHF) ging Cider et al.14 de levenskwaliteit na met de ‘Living with Heart Failure Questionnaire’, dit is een specifieke vragenlijst voor personen met CHF. Hieruit blijkt dat de levenskwaliteit na de 8 weken hydrotherapie significant beter is in de hydrogroep in vergelijking met de controlegroep. Deze verbetering is te wijten aan de significante verbetering van de fysieke dimensie van de vragenlijst en minder aan de emotionele dimensie ervan.
Er kan besloten worden dat watertraining voordelige effecten op de 3 niveaus van het ICF model 62 heeft voor ouderen met en zonder lichamelijke beperkingen. Uit de 19 gereviewde studies is er matige tot hoge evidentie gevonden voor cardiovasculaire fitheid en matige evidentie voor flexibiliteit, evenwicht, kracht en lichaamssamenstelling, functionele mobiliteit, levenskwaliteit en specifieke pijnmetingen.
RCT’s: Meta-analyse van resultaten Door de belangrijke klinische heterogeniteit in populatie, interventies, onderzoeksdesign en metingen, werd er enkel een meta-analyse uitgevoerd van de interventie ‘hydrotherapie en controle’. De 5 studies
8,31,55,57,61
die werden geselecteerd voor de meta-analyse hebben een
methodologische kwaliteit die matig
8,55,57,61
(Delphi score 4-6 op 9) tot hoog
31
is (Delphi
score 7-9 op 9).
Hydrotherapie vs. controle In de meta-analyse wordt de hydrotherapie met de controlegroep vergeleken. Onderstaande figuren zijn forest plots met bijhorende gegevens van de meta-analyse voor de metingen aërobe capaciteit en functionele mobiliteit van de vergelijking tussen hydrotherapie en controle. Een forest plot is een grafische weergave van de resultaten van verschillende studies die in een meta-analyse zijn geïncludeerd. De puntschattingen van het effect -weergegeven door een vierkant- en betrouwbaarheidsintervallen -weergegeven door een 23
horizontale lijn- van elk van de studies worden onder elkaar weergegeven met onderaan het diamantvormige resultaat van de pooling, de schatting van het globale effect. De schaal van de forest plot varieert in onderstaande forest plots van –2 SMD (standaard gemiddeld verschil) tot +2 SMD. Aan de linkerzijde van de forest plot zijn de gegevens van zowel de experimentele of hydrogroep als van de controlegroep van de geïncludeerde studies terug te vinden. ‘Mean’ is de gemiddelde waarde voor de meting, ‘SD’ de standaarddeviatie, ‘total’ het aantal proefpersonen, ‘weight’ het gewicht of de mate waarin elke individuele studie bijdraagt tot de gepoolde schatting van de verschillende studies, ‘Std. Mean Difference’ is het ‘standaard gemiddeld verschil’, ‘IV’ heeft, betrekking op het evidentieniveau dat varieert van I (laagste evidentie) tot IV (hoogste evidentie), ‘Fixed’ en ‘Random’ betekenen respectievelijk Fixed Effect Model en Random Effect Model (cf. infra) en ‘95% CI’ staat voor 95% betrouwbaarheidsinterval en wordt tussen haakjes vermeld. Onder de tabel worden de gegevens weergegeven van de verschillende studies samen weergegeven. Hieronder worden de maten van statistische heterogeniteit weergegeven, nl. Chi2 en I2 of de test van Higgins.65 Afhankelijk van de statistische heterogeniteit, wordt het ‘Random of Fixed Effect Model’ gebruikt voor de effectanalyse. Indien er geringe statistische heterogeniteit is (I2 < 25%), wordt het ‘Fixed Effect Model’ gebruikt. Indien er matige (25% I2 50%) of hoge (I2 > 50%) statistische heterogeniteit is, wordt het ‘Random Effect Model’ gebruikt. Ten slotte wordt het globale effect weergegeven door de z-waarde.
24
Aërobe capaciteit Van de 19 studies die opgenomen zijn in deze review, zijn er 2 met geschikte data om opgenomen te worden in een meta-analyse van de aërobe capaciteit.8,55 De statistische tests voor heterogeniteit waren niet significant (p=.80), daarom werd het Fixed Effect Model gebruikt. Er is een matig (z=2.17) significant (p=.03) behandeleffect voor aërobe capaciteit in het voordeel van de hydrotherapie in vergelijking met een controlegroep die geen interventie ondergaat. (p=.03; SMD=.62; 95% CI, 0.06 to 1.17).(figuur A).
Figuur A: Forest plot meta-analyse aërobe capaciteit
Functionele mobiliteit Voor de functionele mobiliteit, gemeten door de 6WT, werden 2 studies
31,61
van matig tot
hoge kwaliteit (Delphi score Hinman et al:7,Wang et al: 5) opengenomen in de meta-analyse. De statistische tests voor heterogeniteit waren niet significant (p=.91), daarom werd het Fixed Effect Model gebruikt. Er is geen (z=.01) significant (p=.99) behandeleffect, noch voor de hydrogroep, noch voor de controlegroep (p=.99; SMD=.00; 95% CI, -0.36 to 0.36) (figuur B)
Figuur B: Forest plot meta-analyse ‘6 minuten wandeltest’
25
Voor de functionele mobiliteit, gemeten door de ‘Timed-Up and Go test’, werden er 2 studies 31,57
van matig tot hoge kwaliteit (Delphi score Hinman et al:7, Tsourlou et al:5) opgenomen
in de meta-analyse. Statistische tests voor heterogeniteit waren significant (p=.08) dus werd het Random Effect Model gebruikt. Dit toonde een klein (z=1.13) significant (p=.26) behandeleffect ten voordele van de hydrotherapie. (p=.26; SMD=-.65; 95% CI, -1.77 to 0.48): (figuur C)
Figuur C: Forest plot meta-analyse ‘Timed-Up and Go test’
Figuur A,B en C: Meta-analyse van studies met een matige tot hoge methodologische kwaliteit (Delphi score > score 4). (A) hydrotherapie versus controlegroep voor aërobe capaciteit, (B) hydrotherapie versus controlegroep voor functionele mobiliteit: 6WT en (C) hydrotherapie versus controlegroep voor functionele mobiliteit: TUG. De forest plots tonen de verschillen tussen hydrotherapie en de controlegroep voor 3 parameters. Op de figuur zijn Mean, SD, steekproefgrootte, SMD,95% CI en het belang (weight) van elke studie aangeduid.
Er kan geconcludeerd worden dat de meta-analyse voor de meting aërobe capaciteit een groot effect (z=2.17) vindt en voor de twee metingen van functionele mobiliteit een matig (z=1.13) en klein (z=0.01) effect vindt respectievelijk voor de meting ‘Timed Up and Go Test’ en de ‘6 minutenwandeltest’. voor hydrogroep t.o.v. de controlegroep.
De vaststellingen van de meta-analyse bevestigen de resultaten van het beschrijvende deel van deze review.
26
Discussie Deze systematische review heeft als doel na te gaan wat het effect is van hydrotherapie bij ouderen met en zonder lichamelijke beperkingen. De methodologische kwaliteit van de 19 RCT’s is nagegaan met de Delphi score. Bij ouderen met en zonder lichamelijke beperkingen is er een matige evidentie dat hydrotherapie effectief is voor aërobe capaciteit, kracht, mobiliteit, functionaliteit en psychosociale parameters. De uitkomstmaten op het eerste niveau van het ICF model, beperking van lichaamsfuncties en –structuren, worden eerst besproken aangezien ze aan de basis liggen van een beperking op activiteiten- en participatieniveau.
Lichaamsfuncties en -structuren. De maximale zuurstofopname (VO2max) van personen met CHF in de hydrogroep is na de interventie significant beter dan die van de controlegroep. Dit is niet te verklaren door een significante verbetering in de hydrogroep maar door een achteruitgang van de controlegroep waardoor het verschil tussen hydro- en controlegroep significant wordt.
14
In de studie van
Wadell et al. wordt geen significante verbetering voor gevonden voor ESWT voor personen met COPD die trainen op land. Dit kan te wijten zijn aan een hogere beginwaarde van de VO2max waardoor de verbetering kleiner en dus niet significant is. 60 Er is evidentie dat hydrotherapie de aërobe capaciteit, op functieniveau van het ICF model, verbetert bij gezonde oudere personen, met COPD.
60
55
bij chronische CVA-patiënten
13
en bij personen
Dit is van belang aangezien er een verband is tussen aërobe capaciteit en
functionaliteit en een onafhankelijke levensstijl.
7,15
Verbeteringen van cardiovasculaire
fitheid kunnen verwacht worden omdat beide studies uithoudingsoefeningen in hun programma opnamen en de duur van de studie lang genoeg was om cardiovasculaire veranderingen teweeg te brengen. 13,14,55,60
Een tweede meting op functieniveau is mobiliteit (ROM). Uiteenlopende oefeninterventies in verschillende populaties leidden tot een toename in ROM van knie, heup en romp. 24,29,55,58 De klinische relevantie van ROM moet benadrukt worden want een verlies van knie-extensie ROM vermindert de stapefficiëntie en een beperking van heupextensie ROM is sterk gecorreleerd met beperking bij volwassenen met artrose van heup of knie. 61 Knieflexie ROM verbeterde niet in de studie van Wang et al. na 12 weken interventie bij personen met artrose van heup of knie.
61
Dit kan verklaard worden doordat diepe knieflexie niet kan uitgevoerd 27
worden in water door het waterniveau en de opwaartse kracht van het water. Personen met reumatoïde artritis verbeterden de actieve ROM van de knie na een interventie van 4 weken. 29 In welke richting de verbeterde mobiliteit optrad, flexie of extensie, werd niet vermeld. Een verbetering van ROM van de romp kan niet verwacht worden omdat dit niet te bereiken is zonder onderdompeling van het hoofd. Takeshima et al. bevestigden deze stelling en stelden geen significante veranderingen vast in rompflexie na een interventie van 12 weken bij gezonde oudere vrouwen.55 Dit staat tegenover de resultaten van Tsourlou et. al die een significante verbetering van de SR vaststelden na een 24 weken durende interventie.57 Een langere interventieduur kan nodig zijn om een verandering te krijgen van de mobiliteit van de romp.
Voor de parameter evenwicht, op functieniveau van het ICF-model, werden tegenstrijdige resultaten gevonden. In het algemeen lijkt evenwicht te verbeteren na hydrotherapie. 18,51 De studie door Chu et al. vond geen significante verbeteringen voor de BBS na een 8 weken durende interventie bij personen na CVA.13 Er werden geen specifieke evenwichtsoefeningen gedaan en een band werd gebruikt om te drijven. Er werden ook verbeteringen vastgesteld in de controlegroep, die oefeningen deden op land. Enerzijds zijn geen verbeteringen vastgesteld na hydrotherapie aangezien evenwicht niet genoeg aangesproken wordt door de omgeving in het water omdat water de bewegingen vertraagt en het lichaam in stand ondersteund wordt door het water.13 Anderzijds kunnen verbeteringen in evenwicht bereikt worden als er een specifieke evenwichtsoefeningen uitgevoerd worden die het evenwicht prikkelten via turbulentie en de variabele diepte van het water. Water kan een betere oefenomgeving zijn voor ouderen met valrisico doordat er geen valrisico is in het water en er minder angst om te vallen is. 52 Een achteruitgang van vestibulaire, visuele en somatosensorische systemen leidt tot een vertraagd antwoord op verstoringen die tot een val kunnen leiden als dit op land plaatsvindt. Bovendien vertraagt water de bewegingen zodat ouderen meer tijd hebben om te reageren en corrigeren op verstoringen van het evenwicht. 51
De kracht, op functieniveau van het ICF-model, werd nagegaan op verschillende manieren. De vraag rijst welke manier van testen het meest adequaat is om de kracht na te gaan bij ouderen. Het behoud van isometrische kracht (houdingsspieren) is belangrijk voor de beweeglijkheid van oudere personen
47
en een afgenomen kracht van de onderste ledematen
leidt tot een afname in schokdempende capaciteit en een afname in gewrichtsstabiliteit bij artrose. 11,24 28
Significante verbeteringen in dynamische kracht van knie, heup en rug werden vastgesteld in de hydrogroep in verschillende studies.
13,32,55,57
Tsourlou et al.57 stelden een grotere
verbetering in dynamische kracht en sprongkracht vast in vergelijking met de studie van Takeshima et al.
55
Dit kan te wijten zijn aan een langere trainingsduur en een hoger
trainingsvolume van het oefenprotocol van de studie van Tsourlou et. al. ‘Knie-extensie’, ‘chest press’ en explosieve kracht verbeterden met 29.4%, 25.7%, 24.6%, en met 8%, 7%, 9% respectievelijk in de studies van Tsourlou et al. en Takeshima et al. 55,57In de studie van Ide et al. werd er vastgesteld dat de inspiratoire druk na 10 weken significant verschilde tussen de hydro- en controlegroep. Dit interactie-effect is toe te schrijven aan een vermindering van de inspiratoire druk bij de controlegroep. 32
De isometrische kracht verbetert in 3 studies bij ouderen met artrose van de heup of knie en bij gezonde ouderen. 24,61,57 De verbeteringen in de studies van Tsourlou et al.
57
en de studie
van Wang et. al zijn vergelijkbaar ondanks een verschillende interventieduur. 61 De gezonde ouderen doen een langere interventie (24 weken), maar hun capaciteit om te verbeteren is waarschijnlijk lager aangezien ze hogere beginwaardes hebben voor isometrische kracht. Dit is in tegenstelling tot de ouderen met artrose van de heup of knie die lagere beginwaardes hebben voor isometrische kracht en dus een gelijkaardige krachtswinst kunnen boeken na een kortere interventie (12 weken). De studie door Foley et al. beoordeelde personen met artrose van heup of knie en stelde een verbetering vast van de isometrische kracht van de linker quadriceps na 6 weken interventie.24 De eerste reden waarom enkel de linker quadriceps significant in kracht toenam, kan zijn omdat het gemiddelde van 3 metingen van de maximale kracht (‘peak force’) gebruikt wordt om de isometrische kracht te bepalen en niet de beste score. Dit kan een foute weergave zijn van de ware maximale kracht. Ten tweede kan de linker zijde meer aangedaan zijn waardoor een grotere mogelijke verbetering toelaat. Dit is een veronderstelling aangezien de incidentie van artrose per zijde niet weergegeven is. Het is opmerkelijk dat de interkwartiel range (IQR) voor de kracht van linker en rechter quadriceps groot is in de hydrogroep aan het begin van de studie, wat duidt op een heterogene groep. Voor de kracht van de rechter quadriceps is de IQR zelfs groter dan de mediaan voor de beginwaardes. Dit betekent dat sommige personen negatieve waardes hebben voor de kracht van knie-extensie. Een reden hiervoor kan zijn dat sommige personen knieflexie uitvoeren in de testpositie van 110° flexie tijdens de knie-extensie test omdat pijn hen hinderde.
29
Verschillende vormen van kracht lijken te verbeteren na hydrotherapie. Tsourlou et al. rapporteerden dat krachtswinst sneller bekomen wordt door training op land in vergelijking met training in het water. 57 Progressieve en excentrische spierbelasting is minder gemakkelijk te verkrijgen in het water dan op land. 24
Slechts 2 studies gaan de lichaamssamenstelling na en tonen een positief effect van hydrotherapie/watertraining. 55,57 De afname van vetvrije massa (LBM) kan gerelateerd zijn aan een toegenomen spiermassa aangezien de studies als doel hadden de kracht te verbeteren en de studieduur lang genoeg was om tot hypertrofie van de spieren en dus een toename van de spiermassa te leiden.
Activiteit. Het activiteitenniveau van het ICF model wordt nagegaan door functionele mobiliteit, gemeten door de 6 minuten wandeltest in de studies van Foley et al. en Wang et al. die personen met artrose van heup of knie opnamen in hun studie. 24,61 Chu et al. gingen de zelf gekozen wandelsnelheid na bij personen na een CVA.13 In de studie van Wang et al. werd de 6 minuten wandeltest beschouwd als een maat van fysieke fitheid. De 6 minuten wandeltest kan gebruikt worden om functionaliteit of aërobe fitheid na te gaan. Oefeningen in het water blijken een verbetering te brengen van de wandelafstand en de 6 minuten wandeltest. 13,24,61 Er is een opvallend verschil tussen de beginwaardes van de afgelegde afstand van de 6 minuten wandeltest in de studies van Foley et al. en Wang et al. die beiden als studiepopulatie personen met artrose van heup en knie hadden. 24,61 De hydrogroep vertoonde beginwaardes van 257.3m +282.8 en 350.4 +85.3 in de studies door Foley et al. en Wang et al. respectievelijk. Foley et al. gebruikte medianen (IQR) en Wang et al. gebruikte gemiddelde (SD). In beide studies is er een grote IQR of SD wat wijst op een heterogene studiepopulatie. De verschillen in beginwaardes kunnen wijzen op een functioneel meer onafhankelijke studiepopulatie in de studie van Wang et al. Beide studies rapporteerden een significante verbetering voor de hydrogroep na de interventie in afgelegde afstand Dit was te verwachten aangezien
beide
protocols
kracht-
en
uithoudingscomponenten
bevatten
alsook
wandeloefeningen. 24,61 Chu et al. stelde een significante verbetering vast van de zelf gekozen stapsnelheid over 8m in de hydrogroep na 8 weken interventie bij personen met CVA. Deze verbetering was te verwachten aangezien de hydrogroep stap- en loopoefeningen onderging in ondiep water. De contolegroep deed oefeningen voor het bovenste lidmaat deed op het droge en vertoonde geen 30
significante verbetering.
13
Foley et al. daarentegeven stelden vast dat de zelf gekozen
stapsnelheid significant verbeterde in de gymgroep, maar niet in de hydrogroep na 6 weken interventie bij personen met artrose van heup of knie.24 In deze studie was het niet duidelijk welke test gebruikt werd om de stapsnelheid te bepalen. Er werd niet vermeld dat de stapsnelheid niet afgeleid werd van de 6 minuten wandeltest, maar apart gemeten werd van de zelf geselecteerde snelheid over 8m. 24 Het kan zijn dat een populatie met een asymmetrische aandoening (CVA) een betere transfer van de trainingseffecten van water naar land vertonen, in tegenstelling tot artrose dat een meer symmetrische aandoening is. Functionele mobiliteit wordt ook gemeten door de TUG en ‘side stepping agility test’ (zijwaartse beweeglijkheid) en verbeterden beiden in een gezonde oudere populatie na watertraining.55,57 De interventie in het water bleek specifiek genoeg om de functionele mobiliteit te beïnvloeden..
Participatie. Beperkingen in lichaamsfunctie en –structuur kunnen leiden tot een afname van de kwaliteit van activiteit en beïnvloedt het participatieniveau (ICF). De levenskwaliteit werd gemeten door de SF-36 en SF-12 vragenlijst en toonde verbeteringen voor zowel de fysieke als mentale componenten na watertraining bij ouderen met of zonder artrose van heup of knie en ouderen met osteoporose.
18,24,48
Artritis specifieke schalen
vertoonden verbeteringen in zelfredzaamheid, affectscores en gewrichtsgevoeligheid in de hydrogroep.
24,29
De mentale componentscores, affect en zelfredzaamheidscore verbeterden
ook in de controlegroep.
24,29
Een mogelijke verklaring is dat fysieke activiteit en
psychologisch functioneren gerelateerd zijn bij ouderen. Groepsinteractie en socialisatie kunnen psychologische domeinen beïnvloeden. De locatie van oefeningen –land of waterblijkt niet van belang te zijn. 29 Oefentherapie in het water blijkt een pijnreducerend effect te hebben.
24,29
Dit kan
toegeschreven worden aan warm water dat de spierefficiëntie verbetert en spieren ontspant. 52 De temperatuur van het water heeft ook een invloed op de mate van spierrelaxatie, maar de watertemperatuur wordt niet in alle studies vermeld en er is een grote variatie in watertemperatuur tussen de verschillende studies. Het is opvallend dat in de studie van Hall et al. de pijn en de overtuiging dat pijn gecontroleerd wordt door het toeval toeneemt in de relaxatiegroep. 29 Hall et al. geven enkele mogelijke redenen voor deze vaststelling. Ten eerste bieden relaxatieoefeningen geen groepsinteractie en socialisatie die de psychologische aspecten kunnen beïnvloeden. Ten tweede kan een mentale taak zonder fysieke oefening een 31
onvoldoende grote stimulus bieden om psychologische verbeteringen te induceren. Ten derde kan het zijn dat bij relaxatieoefeningen de aandacht van de persoon zich meer op het lichaam concentreert en de pijn hierdoor intenser beleefd wordt.
In deze review zijn studies geïncludeerd met een Delphi score tussen 2 en 7. De studies met een waarde van 2 of 3 op de Delphi score hebben een lage methodologische kwaliteit, maar zijn toch geïncludeerd o.w.v. de criteria volgens het ‘PICO-model’. Voor de meta-analyse werden enkel studies met een Delphi score hoger dan 4 geïncludeerd. Dit kan geleid hebben tot uitsluiting van relevante studies. Publicatiebias moet ook beschouwd worden aangezien bijna alle studies positieve effecten van hydrotherapie vaststelden.
Een grote variëteit aan interventies, interventieperiodes en studiepopulaties werden onderzocht. Dit belette een uitgebreide meta-analyse van de resultaten. Enkel voor de parameters aërobe capaciteit en functionele mobiliteit met de interventie ‘hydrotherapie versus controlegroep’ werd een meta-analyse uitgevoerd. De deelnemers van de geïncludeerde studies vertoonden allen een relatief hoog functieniveau en werden vrijwillig gerekruteerd. Dit beperkt de mogelijkheid om de resultaten van de studies te generaliseren voor de populatie. Sommige studies vermelden niet alle uitkomstmaten in detail. Opvolgingsmetingen werden niet gedaan 5 van de 19 studies. Dit is belangrijk om conclusies te kunnen maken voor de lange termijn effecten voor hydrotherapie. Een studie rapporteerde dat 80% van de personen uit de hydrogroep na 12 maanden nog geregeld oefenen in het water. Geen enkele persoon van de groep die oefende op land zette die oefeningen verder na het einde van de studie. De groepsinteractie en de waargenomen fysieke verbetering kan de hydrogroep motiveren om verder te oefenen. 51
Een vergelijking van de verschillende studies is moeilijk door de grote diversiteit in oefenprotocol en populatie. Het is moeilijk te bepalen welk protocol het beste is voor ouderen met of zonder lichamelijke beperkingen. Er werden verschillende richtlijnen uitgewerkt voor deze populatie. Voor oefeningen op land werden richtlijnen uitgeschreven door de ‘American College of Sports Medicine’ (ACSM) en de ‘American Heart Association’ (AHA). Een adequaat oefenprogramma is aangepast aan de patiënt en houdt een combinatie in van oefeningen voor aërobe capaciteit, weerstand, mobiliteit en evenwicht. Een medische doorlichting en opvolging zijn belangrijk bij personen ouder dan 50 jaar. 19,42,45
32
Officiële richtlijnen en oefenprotocols voor watertraining zijn niet beschikbaar. 3 studies in deze review gebruiken de criteria van de ACSM voor training of testen. 13,55,57 De studie van Wang et al. is de enigste die een hydrotherapieprogramma vermeldde. De ‘Arthtritis Foundation Aquatics Program’ (AFAP) werd gebruikt. Er is niet genoeg wetenschappelijke evidentie om de effectiviteit van dit programma te bevestigen. 61
Het gebruik van richtlijnen bij hydrotherapie is moeilijk aangezien er verschillende oefencondities zijn. De oefenintensiteit is niet dezelfde in het water als op land. Progressieve belasting van spieren en belasting tijdens de excentrische fase van de spiercontractie is moeilijker te bereiken in het water in vergelijking met oefenen op land.24. De opwaartse kracht kan ook gezien worden een beperkende factor doordat de houdingsspieren minder aangesproken worden. 57
Het effect van het waterniveau en de watertemperatuur moet in rekening gebracht worden aangezien dit leidt tot fysiologische reacties. 16 Studies vermelden waterniveau en watertemperatuur.
8,13,14,18,20,21,29,31,38,48,50,5556,57,60,61
Het waterniveau varieert van het niveau
van de middel tot de nekregio, er werd in geen enkele studie vermeld dat het waterniveau individueel aangepast werd. Het waterniveau heeft een effect op de grootte van de gewichtsdragende capaciteit en kan aangepast worden naargelang de stabiliteit van de persoon in het water. Een lager waterniveau kan gebruikt worden bij personen met minder stabiliteit en een hoger waterniveau leidt tot een progressief grotere weerstand van het water en wordt dus gebruikt met een grotere stabiliteit in het water. De watertemperatuur varieerde tussen 25° 38
en 35° 21 en beïnvloedt de spierefficiëntie. 52
Over de persoon die de sessies hydrotherapie geeft zijn er geen specificaties in de studies terug te vinden. Deze persoon moet over voldoende wetenschappelijke achtergrond beschikken om hydrotherapie te geven omdat water zeer specifieke eigenschappen heeft die de menselijke bewegingen beïnvloeden. Water is een specifieke oefenomgeving die verschilt van land.
In de studies van deze review werden geen nadelen van watertraining gerapporteerd.
Verder onderzoek is nodig om de effectiviteit van hydrotherapie bij ouderen op lange termijn na te gaan. Niet alle uitkomstmaten vertonen significante effecten na de interventieperiode. 33
Langere trainingsperiodes kunnen nodig zijn bij ouderen om significante effecten aan te tonen.
34
Referenties
1. Acree LS, Longfors J, Fjeldstad AS, Fjeldstad C, Schank B, Nickel KJ, Montgomery PS, Gardner AW. Physical activity is related to quality of life in older adults. Health and Quality of Life Outcomes 2006; 37. 2. ACSM postition stand on exercise and physical activity for older adults. Med Sci Sports Exerc 1998; 30: 992-1008. 3. Arborelius M, Ballidin UI, Lilja B, Lundgren CE. Hemodynamic changes in man during immersion with the head above water. Aerosp Med. 1972; 43: 592-98. 4. Barnett A, Smith B, Lord SR, Williams M, Baumand A. Community-based group exercise improves balance and reduces falls in at-risk older people: a randomised controlled trial. Age and Ageing 2003; 32: 407-14. 5. Bartels EM, Lund H, Hagen KB, Dagfinrud H, Christensen R, Danneskiold-Samsoe B. Aquatic exercise for the treatment of knee and hip osteoarthritis. The Cochrane Library 2007; 3. 6. Bender T, Karaglle Z, Bálint GP, Gutenbrunner C, Bálint PV, Sukenik S. Hydrotherapy, balneotherapy, and spa treatment in pain management. Rheumatology International 2005; 25: 220-4. 7. Binder EF, Birge SJ, Spina R, Ehsani AA, Brown M, Sinacore DR, Kohrt WM. Peak aerobic power is an important component of physical performance in older women. Journal of Gerontology 1999; 54A: 353-56. 8. Broman G, Quintana M, Lindberg T, Jansson E, Kaijser L. High intensity deep water training can improve aerobic power in elderly women. European Journal of Applied Physiology 2006; 98: 117-123. 9. Campbell JA, D'acquisto LJ, D'acquisto DM, Cline MG. Metabolic and cardiovascular response to shallow water exercise in young and older women. Med. Sci. Sports Exerc. 2003; 35: 675-81. 10. Cancela Carral JM, Ayán Pérez C. Effects of high-intensity combined training on women over 65. Gerontology 2007; 53: 102-08.
35
11. Carmeli E, Reznick AZ, Coleman R, Carmeli V. Muscle strength and mass of lower extremities in relation to functional abilities in elderly adults. Gerontology 2000; 46: 249-57. 12. Christie JL, Sheldahl LM, Tristani FE, Wann LS, Sagar KB, Levandoski SG, Ptacin MJ, Sobocinski KA, Morris RD. Cardiovascular regulation during head-out water immersion exercise. J. Appl. Physiol. 1990; 69: 657-64. 13. Chu KS, Eng JJ, Dawson AS, Harris JE, Ozkaplan A, Gylfadóttir S. Water-based exercise for cardiovascular fitness in people with chronic stroke: a randomized controlled trial. Archives of Physical Medical Rehablitationl 2004; 85: 870-74. 14. Cider A, Schaufelberger M, Sunnerhagen KS, Andersson B. Hydrotherapy – a new approach to improve function in the older patient with chronic heart failure. The European Journal of Heart Failure 2003; 5: 527-535. 15. Cress ME, Buchner DM, Questad KA, Esselman PC, deLateur BJ, Schwartz RS. Exercise: Effects on physical functional performance in independent older adults. Journal of Gerontology 1999; 54A: M242-48. 16. Cress ME, Meyer M. Maximal voluntary and functional performance levels needed for independence in adults aged 65 to 97 years. Physical therapy 2003; 83: 37-48. 17. Danneskiold-samsoe B, Grimby G.. The relationship between the leg muscle strength and physical capacity in patients with rheumatoid arthritis, with reference to the influence of corticosteroids. Clinical Rheumatology 1986; 5: 468-74. 18. Devereux K, Robertson D, Briffa NK. Effects of a water-based program on women 65 years and over: a randomised controlled trial. Australian Journal of Physiotherapy 2005; 51: 102-08. 19. Doherty TJ. Invited review: aging and sarcopenia. J Appl Physiol 2003; 95: 1717-27. 20. Douris P, Southard V, Varga C, Schauss W, Gennaro C, Reiss A. The effect of land and aquatic exercise on balance scores in older adults. Journal of Geriatric Physical Therapy 2003; 26: 3-6. 21. Eversden L, Maggs F, Nightingale P, Jobanputra P. A pragmatic randomised controlled trial of hydrotherapy and land exercises on overall well being and quality of life in rheumatoid arthritis. Musculoskeletal Disorders 2007; 8:23. 22. Feigin VL, Lawes CMM, Bennett DA, Anderson CS. Stroke epidemiology: a review of population-based studies of incidence, prevalence, and case-fatality in the late 20th century. Lancet Neurology 2003; 2: 43-53. 36
23. Fielding RA. The role of progressive resistance training and nutrition in the preservation of lean body mass in the elderly. Journal of the American College of Nutrition 1995; 14: 587-94. 24. Foley A, Halbert J, Hewitt T, Crotty M. Does hydrotherapy improve strength and physical function in patients with osteoarthritis: a randomised controlled trial comparing a gym based and a hydrotherapy based strengthening programme. Ann Rheum Dis 2003; 62: 1162-67. 25. Gabrielsen A, Videbaek R, Johansen LB. Forearm vascular and neuroendocrine responses to graded water immersion in humans. Acta Physiology Scandinavia 2000; 169: 87-94. 26. Geytenbeek J, Evidence for effective hydrotherapy. Physiotherapy 2002; 88:514-529. 27. Guralnik JM, Ferrucci L, Simonsick EM, Salive ME, Wallace RB. Lower-extremity function in persons over the age of 70 years as a predictor of subsequent disabiltiy. The New England Journal of Medicine 1995; 332: 556-61. 28. Hagberg JM, Graves JE, Limacher M, Woods DR, Leggett SH, Cononie C, Gruber JJ, Pollock ML. Cardiovascular responses of 70- to 79-yr-old men and women to exercise training. Journal of Applied Physiology 1989; 66: 2589-94. 29. Hall J, Skevington SM, Maddison PJ, Chapman K. A randomized and controlled trial of hydrotherapy in rheumatoid arthritis. Arthritis care and research 1996; 9: 206-15. 30. Hall J, Swinkels A, Briddon J, McCabe CS. Does aquatic exercise relieve pain in adults with neurologic or musculoskeletal disease? A systematic review and metaanalysis of randomized controlled trials. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 2008; 89: 873-883. 31. Hinman RS, Heywood SE, Day AR. Aquatic physical therapy for hip and knee osteoarthritis: results of a single-blind randomized controlled trial. Physical Therapy 2007; 87: 32-43. 32. Ide MR, Vicnetini Belini MA, Aparecida Caromano F. Effects of an aquatic versus nog-aquatic respiratory exercise program on the respiratory muscle strength in healthy aged persons. Clinics 2005; 60 (2): 151-158. 33. Judge JO, Lindsey C, Underwood M, Winsemius D. Balance improvements in older women: effects of exercise training. Physical Therapy. 1993; 73: 254-62. 34. Kaplan FS, Nixon JE, Reitz M, Rindfleisch L, Tucker J. Age-related changes in proprioception and sensation of joint position. Acta Orthop Scand 1985; 56: 72-74.
37
35. Karinkanta S, Heinonen A, Sievanen H, Uusi-Rasi K, Kannus P. Pactors predicting dynamic balance and quality of life in home-dwelling elderly women. Gerontology 2004; 51: 116-21. 36. Lange U, Muller-Ladner U, Schmidt KL. Balneotherapy in rheumatologic disease – an overview of novel and known aspects. Rheumatology International 2006; 26: 497-499. 37. Lauretani F, Russo CB, Bandinelli S, Bartali B, Cavazzini C, Di Iorio A, Corsi AM, Rantanen T, Guralnik JM, Ferrucci L. Age-associated changes in skeletal muscles and their effect on mobility: an operational diagnosis of sarcopenia. J Appl Physiol 2003; 95: 1851-60. 38. Lord SR, Matters B, St George R. The effects of water exercise on physical functioning in older people. Australasian Journal on Ageing 2006; 25: 36-41. 39. Luukinen H, Lehtola S, Jokelainen J, Vaananen-sainio R, Lotvonen S, Koistinen P. Prevention of disability by exercise amond the elderly: a population-based, randomized, controlled trial. Scandinavian Journal of Primary Health Care 2006; 24: 199-205. 40. Higgins JP, Thompson SG, Deeks JJ, Altman DO. Measuring inconsistency in metaanalysis Biomedical Journal 2003: 327: 667-680. 41. Mano T. Sympathetic nerve mechanisms of human adaptation to environment – findings obtained by microneurographic studies. Environmental Medicine 1990: 34: 135. 42. McDermott AY, Mernitz H, Mayer, MSJ. Exercise in older patients: prescribing guidelines. American Family Physician 2006; 74: 437-44. 43. Nelson ME, Rejeski WJ, Blair SN, Duncan PW, Judge JO, King AC, Macera CA, Castaneda-Sceppa C. Physical activity and public health in older adults: recommendation from the American college of sports medicine and the American heart association. Circulation 2007; 116: 1094-1105. 44. O'Grady M, Fletcher J, Ortiz S. Therapeutic and physical fitness exercise prescription for older adults with joint disease: an evidence-based approach. Rheum Dis Clin North Am 2000; 26: 617-46. 45. Pang MYC, Eng JJ, Dawson AS, Gylfadóttir S. The use of aerobic exercise training in improving aerobic capacity in individuals with stroke: a meta-analysis. Clinical Rehabilitation 2006; 20: 97-111. 38
46. Poyhonen T, Keskinen KL, Kyrolainen H, Hautala A, Savolainen J, Mailkia E. Neuromuscular function during therapeutic knee exercise under water and on dry land. Arch Phys Med Rehabil 2001; 82: 1446-52. 47. Rantanen T, Era P, Heikkinen E. Maximal isometric strength and mobility among 75year-old men and women. Age Ageing 1994; 23: 132-7. 48. Sato D, Kaneda K, Wakabayashi H, Nomura T. The water exercise improves healthrelated quality of life of frail elderly people at day service facility. Qual Life Res 2007; 16: 1577-85. 49. Sheldahl LM, Tristani FE, Clifford PS, Kalbfleisch JH, Smits G, Hughes CV. Effect of head-out water immersion on response to exercise training. J. Appl. Physiol. 1986; 60: 1878-81. 50. Silva LE, Valim V, Pessanha APC, Oliveira LM, Myamoto S, Jones A, Natour J. Hydrotherapy versus conventionall land-based exercise for the management of patients with osteoarthritis of the knee: a randomized clinical trial. Physical Therapy 2008: 88: 12-21. 51. Simmons V, Hansen PD. Effectiveness of water exercise on postural mobility in the well elderly: an experimental study on balance enhancement. Journal of Gerontology 1996; 51A: M233-38. 52. Skelton DA, Dinan SM. Exercise for falls management: rationale for an exercise programme aimed at reducing postural instability. Physiotherapy Theory and Practice 1999; 15: 105-120. 53. Skinner HB, Barrack RL, Cook SD. Age-related decline in proprioception. Clin Orthop Relat Res 1984; 184: 208-11. 54. Steultjens MP, Dekker J, van Baar ME, Oostendorp RA, Bijlsma JW. Range of joint motion and disability in patients with osteoarthritis of knee or hip. Rheumatology 2000;39: 955-61. 55. Takeshima N, Rogers ME., Watanabe E, Brechue WF., Okada A, Yamada T, Islam MM., Hayano J. Water-based exercise improves health-related aspects of fitness in older women. Med. Sci. Sports Exerc. 2002; 33: 544-51. 56. Taunton JE, Rhodes EC, Wolski LA, Donelly M, Warren J. Effect of land-based and water-based fitness programs on the cardiovascular fitness, strength and flexibility of women aged 65-75 years. Gerontology. 1996; 42: 204-210. 57. Tsourlou T, Benik A, Dipla K, Zafeiridis A, Kellis S. The effects of a twenty-four39
week aquatic training program on muscular strength performance in healthy elderly women. Journal of Strength and Conditioning Research 2006; 20: 811-18. 58. van Baar ME, Assendelft WJJ, Dekker J, Oostendorp RAB, Bijlsma JWJ. Effectiveness of exercise therapy in patients with osteoarthritis of the hip or knee: a systematic review of randomized clinical trials. Arthritis & Rheumatism 1999; 42: 1361-69. 59. Verhagen AP, de Vet HCW, de Bie RA, Kessels AGH, Boers M, Bouter LM, Knipschild PG. The Delphi list: a criteria list for quality assessment of randomized clinical trials for conducting systematic reviews developed by delphi consensus. Journal of Clinical Epidemiology 1998; 51: 1235-41. 60. Wadell K, Sundelin G, Henriksson-Larsén K, Lundgren R. High intensity physical group training in water – an effective training modality for patients with COPD. Respiratory Medicine 2004; 98 428-438. 61. Wang TJ, Belza B, Thompson FE, Whitney JD, Bennett K. Effects of aquatic exercise on flexibility, strength and aerobic fitness in adults with osteoarthritis of the hip or knee. Journal of Advanced Nursing 2006; 57: 141-52. 62. Wolfson L, Judge J, Whipple R, King M. Strength is a mayer factor in balance, gait, and the occurrence of falls. The Journals of Gerontology Series A 1995; 50A: 64-67. 63. World Health Organisation. International Classification of Functioning, Disability and Participation. 2001. 64. Yamazaki F, Endo Y, Torii R, Sagawa S, Shiraki. Continuous monitoring of change in hemodilution during water immersion in humans: effect of water temperature. Aviation, Space and Environmental Medicine 2000; 71: 632-639. 65. Higgins JP, Thompson SG, Deeks JJ, Altman DG. Measuring inconsistency in metaanalyses. Biomedical Journal 2003; 327: 557-560. 66. Khan KS, Kunz R, Kleijnen J, Antes G. Systematic reviews to support evidencebased medicine: how to review and apply findings of healthcare research. Royal Society of Medicine Press Ltd, 2002.
Producent a. RevMan, version 5; Cochrane Collaboration, Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, 615 N Wolfe St, Mail Rm W5010, Baltimore, MD 21205. http://www.cc-ims.net/RevMan 40
Appendix Appendix I: Lijst afkortingen Appendix II: Interventies Appendix III: Uitkomsten Appendix IV: Delphi lijst
41
Appendix I: Lijst afkortingen. In appendix I vindt u een verklaring van de gebruikte afkortingen in alfabetische volgorde.
*: significant (p<0.05) *A/B/C/D/A'... : significant verschillend van groep A/B/C/D/A'... 3-RM: 3 repetition maximum, 3 maximale herhalingen 50 FWT: 50 voet wandeltest ADL: Activities of Daily Life, activiteiten van het dagelijkse leven AIMS2: Arthritis Impact Measurement Scale 2 AQoL: Assessement of Quality of Life scale, schaal voor schatting van levenskwaliteit Artritis Self Efficacy Satisfaction Score: artritis zelfvoldoening score BL: bovenste ledematen BBS: Berg Balance Scale BMI: Body Mass Index = gewicht/lengte2 Borg RPE scale: Borg Rating of Perceived of Exertion scale BPCQ: Beliefs in Pain Control Questionnaire CHF: Chronic Heart Failure, chronisch hartfalen Control: controlegroep Coordinated Stability: gecoördineerde stabiliteit COPD: Chronisch Obstructive Pulmonary Disease, chronisch obstructief longlijden CVA: Cerebrovasculair Accident DBD: Diastolische Bloeddruk DMARD: disease modifying antirheumatic drugs, ziekteverloop beïnvloedende geneesmiddelen tegen reuma EPmax: Maximal Expiratory Pressure, maximale expiratoire druk ESWT: Endurance Shuttle Walking Test F: female, vrouw FEV%: Forced Expiratory Volume, geforceerd expiratoir volume FEV1 % pred: Forced Expiratory Volume in 1 second predicted %, voorspeld % geforceerd expiratoir secondenvolume FEV1: Forced Expiratory Volume in 1 second, geforceerd expiratoir secondevolume FIM: Functional Independence Measure
42
FR: Functional Reach test, Funtionele reiktest FVC % pred.: Functional Vital Capacity % predicted, voorspeld % functionele vitale capaciteit FVC: Functional Vital Capacity, functionele vitale capaciteit Gem: gemiddelde HF: Hartfrequentie HR: Heart Rate Hydro: groep die hydrotherapie uitvoert ICF: International Classification of Functioning, Internationale Classificatie van Functioneren IPmax: Maximal Inspiratory Pressure, maximale inspiratoire druk ISWT: Incremental Shuttle Walking Test IQ range: Interquartile Range, interkwartiel range KEXT: maximal isometric torque of knee extensors, maximaal isometrisch moment van knieextensoren KFLEX: maximal isometric torque of knee flexors, maximaal isometrisch moment van knieflexoren Land: groep die oefeningen op land uitvoert LAS: Less Affected Side, minder aangedane zijde LBM: Lean Body Mass, vetvrije massa LHFQ: Living with Heart Failure Questionnaire Li: links M: male, man MAS: More Affected Side, meer aangedane zijde Max: maximum van de range Max. Workload: maximale belasting tijdens de symptoomgelimiteerde fietsergometertest Maximal balance range: maximal bereik van evenwicht MCS: Mental Component Summary, overzicht van de mentale component Mean: gemiddelde MFES: Modified Falls Efficacy Scale Min: minimum van de range MPQ: McGill Pain Questionnaire, Mc Gill pijnvragenlijst N: aantal ns: niet significant (p>.05)
43
NSAID's: Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs, niet steroïdale ontstekingsremmende geneesmiddelen NYHA: New York Heart Association OL: onderste ledematen PASE: Physical Activity Scale for the Elderly PCS: Physical Component Summary, overzicht van de fysieke component PICO model: Population Intervention Comparison Outcomes model Post: na interventie Pre: vòòr interventie RCT: Randomised Controlled Trial, gerandomiseerde gecontroleerde studie Re: rechts RER: Respiratory Exchange Ratio, respiratoire uitwisselratio; RER=CO2%/O2% ROM: Range of Motion, bewegingsuitslag SBD: Systolische Bloeddruk SD: Standard Deviation, standaarddeviatie SF-12: Short Form-12 Health Survey SF-36: Short Form-36 Health Survey SOS: som 5 huidplooien (triceps + biceps + subscapulair + crista iliaca + mediale dij) SOTS: som 2 huidplooien (subscapulair + crista iliaca) SMD: Standard Mean Difference, standaard gemiddeld verschil SRGIC: self-rated global impression of change: maat van behandeleffect (7-puntenschaal: 1=veel slechter - 7 =veel beter) TUG: Timed Up-and-Go test V: vrouw VAS: Visual Analogue Scale, visuele analoge schaal VE: Ventilatory Volume, Ventilatoir Volume VO2: Oxygen Uptake, zuurstofopname VO2LT: VO2 at Lactate Threshold, zuurstofopname bij lactaatdrempel WHR: waist hip ratio WOMAC: Western Ontario and McMaster Universities Osteoarthritis Index Work rate peak: maximale oefencapaciteit (W)
44
Appendix II: Interventies. In appendix II vindt u de inhoud van de interventies per studie in volgorde van afnemende Delphi score. Bovenaan worden de studies weergegeven door de naam van de eerste auteur. In de linkerkolom bevinden zich de interventiegroepen, weergegeven door de letters A, B, C en D waarbij A (hydro) de watertrainingsgroep is en D (controle) de controlegroep is die geen interventie ondergaat, tenzij anders vermeld. De duur, intensiteit en middelen van de interventie staan vermeld indien deze vermeld zijn in de ‘full text’ van de studie.
45
6wk, 3×/wk, 30 min: in zwembad opwarming stretching OL krachtoef.
8wk, 3×/wk, 1u: in zwembad
10' stretching op land
5' lichte aërobe oef.
30' matig/hoge aërobe oef.
opbouw aantal hh. per week:
+/- 5slagen/min
telefonische opvolging
5' opwarming (oef. BL)
delphi score: 7
5' cooling down (oef. BL) delphi score: 7
geen interventie
8wk, 3×/wk, 1u: op land
D (controle)
6×7' krachtoef. BL
/
intensiteit: +/-10RM
kracht
delphi score: 7
/
/
idem groep A maar op land
4' opwarming (fietsen) stretching OL
6wk, 1×/wk, 30min: op land
intensiteit: individueel bepaald
cooling down
functionele oef.
oefeningen mobiliteit, kracht,
opwarming: mobilisaties en stretching
6wk, 1×/wk, 30min: in zwembad
Eversden et al.
6wk, 3×/wk, 30 min: fitness
/
/
intensiteit: individueel bepaald
intensiteit: 50%-70%, 75%-80% HFmax 1×10,3×10 en 3×15 hh.
middel: gewichten
middel: band/zwemvest
10' stretching in water
5' lichte aërobe cooling-down
Foley et al.
Chu et al.
C
B
A (hydro)
46
18wk, 3×/wk, 50': in zwembad statische stretching OL: 20'/spiergroep isometrische kracht OL: 7-10×6' isotone kracht OL:20-40 hh. 10' gangoef.
6wk, 2×/wk, 45'-60': in zwembad
opwarming: stapoef.
oefeningen OL bilateraal
stappen
cooling-down: gangoef.
/ / delphi score: 7
geen interventie
delphi score: 7
D (controle)
intensiteit: cf. groep A
middel: gewicht 1kg, theraband
idem groep A maar op land
18wk, 3×/wk, 50': op land
/
/
hogere snelheid (wk 2en3),
aantal sets, duur stapoef. herhalingen (wk1,2,3:20; wk4:40)
intensiteit: weerstandsgevende middelen,
intensiteit:
middel: weerstandsgevende middelen
Silva et al.
Hinman et al.
C
B
A (hydro)
47
delphi score: 6
geen interventie
/
/
10': vestibulair, proprioceptie, evenwicht
gang
houding
kracht
Tai Chi
aërobe oef.
opwarming/stretching
50':
10wk, 2×/wk, 1u: in zwembad
Devereux et al.
D (controle)
C
B
A (hydro)
48
10' ADL 5' stretching
cooling-down: diepe inspiratie en expiratie
delphi score: 6
mentale inbeeldingstaken
relaxatie volgens Jacobsen
progressieve relaxatie op land
delphi score: 5
delphi score: 5
aandacht en sociale interactie
24wk, 1×/wk, 1u: op land
4wk, 2×/wk, 30min: op land
geen interventie
2×week: idem groep A
24wk, 2×/wk, 1u: in zwembad
idem groep A maar op land
24wk, 1×/wk, 1u: op land
intensiteit: 11 RPE (6-20)
10' relaxatie
5' kracht
idem groep A maar op land
4wk, 2×/wk, 30min: op land
/
idem groep A maar op land
onderdompeling in zit
relaxatie volgens Jacobsen
10wk, 3×/wk, 1u: op land
4wk, 2×/wk, 30min: in zwembad
individueel aangepast
intensiteit: individueel aangepast
20' gangoef.
7 oef. BL en romp, 6à7' per oefening
intensiteit: snelheid en weerstand
10' stretching op land
opwarming: gangoef.
mobiliteit, kracht
24wk, 1×/wk, 1u: in zwembad
10wk, 3×/wk, 1u: in zwembad
4wk, 2×/wk, 30min: in zwembad
Sato et al.
Ide et al.
Hall et al.
D (controle)
C
B
A (hydro)
49
30' aërobe oef. 10' cooling-down: stretching en relaxatie op land
4×6 1m stapoef.
delphi score: 5
gecontroleerde socialisatie op land
'Land sitters'
5wk,2×/wk, 50': op land
gecontroleerde socialisatie in water
'Water sitters'
5wk,2×/wk, 50': in zwembad
idem groep A maar op land
'Land exercisers'
5wk,2×/wk, 50': op land
intensiteit: individueel bepaald
8' kracht en aërobe oef.
10' an aërobe oef.
10×oef. In stand
delphi score: 5
geen interventie
/
/
beginwaarde VO2max
intensiteit: aerobe oef. Aangepast aan
middel: weerstandsgevend materiaal
7' mobiliteit en evenwicht
20' opwarming: stretching en gangoef. op land
'Water exercisers'
delphi score: 5
/
/
idem groep A maar op land
12wk, 3×/wk, 90': op land
intensiteit: 60%-65% Hfmax
30' socialisatie
5' cooling-down
20' aërobe oef.
10' opwarming
12wk, 3×/wk, 90': in zwembad
12wk, 3×/wk, 70min: in zwembad
5wk,2×/wk, 50': in zwembad
Taunton et al.
Takeshima et al.
Simmons et al.
12wk, 3×/wk, 50': in zwembad ~Arthritis Foundation Aquatics Program: 5' opwarming 10' mobiliteit 15' kracht 5' cooling-down intensiteit: RPE
/
/
geen interventie
delphi score: 5
24wk, 3×/wk, 1u: in zwembad
10' opwarming/stretching
25' aërobe oef.
20' anaërobe oef.
5' cooling-down
middel: weerstandsgevend materiaal
intensiteit: 65-80% HFmax
/
/
geen interventie
delphi score: 5
C
D (controle)
B
A (hydro)
Wang et al.
Tsourlou et al.
50
delphi score: 4
geen interventie
/
/
intensiteit: 75% HFmax
middel: zwemvest
7' cooling-down
30' interval: 3×10' met 2'rust
7' opwarming
~aqua jogging:
8wk, 2×/wk, 48min: in zwembad
Broman et al.
drijvende middelen intensiteit: 40-70% HFmax
3' krachtoef. OL 4' aërobe oef. 3' krachtoef. BL 4' aërobe oef. 3' krachtoef. Romp 3' mobiliteit 12' cooling-down, stretching
aërobe oef., evenwicht,
mobiliteit, kracht
cooling-down: stretching,
ademhaling,relaxatie
/
/
delphi score: 4
/
geen interventie
delphi score: 4
D (controle)
idem groep A maar op land
12wk, 3×/wk, 45'
middel: gewichten,
4' aërobe oef.
opwarming: stretching
/
relaxatie
9' opwarming en mobiliteit
~'WAVES' programma:
delphi score: 3
geen interventie
/
/
stretching
kracht
aërobe oef.
flexibiliteit, kracht en aërobe oef.
opwarming
8wk, 3×/wk, 45': in zwembad
12wk, 3×/wk, 45': in zwembad
2×10wk, 1×/wk, 1u: in zwembad
Cider et al.
Wadell et al.
Lord et al.
C
B
A (hydro)
51
delphi score: 2
/
/
idem groep A, maar op land
6wk, 2×/wk, 50': op land
6 oef., 15 hh.
kracht-aërobe oef:
4 oef., 3 hh.
wandeloef.:
6wk, 2×/wk, 50': in zwembad
Douris et al.
Appendix III: Uitkomsten In appendix III vindt u de waardes van de primaire metingen per studie in volgorde van afnemende Delphi score. De verklaring van de gebruikte afkortingen is terug te vinden in Appendix I. Het symbool ‘*’ betekent dat die waarde significant (p<.05) verschilt met de vermelde waarde. Bijv. indien in de kolom van A (hydro) bij een bepaalde waarde van een meting‘*A’ staat, betekent dit dat de waarde van groep A significant verschilt van de waarde gemeten in groep A’. Het significantieniveau ‘p’ is vastgelegd op ‘.05’.
52
HFrust (slagen min-1) SBD (mmHg) DBD (mmHg) max. belasting (W)
Kernwoorden:
Aquatic exercise, Elderly, Women,
Wet vest, Maximal oxygen uptake,
Heart rate, Perceived exertion.
Delphi score: 4
lengte (cm)
gezonde oudere vrouwen
RER
1.09 (0.05)
163 (10)
60.10 (12.40)
VE (l min-1) HFmax (slagen min-1)
24.50 (2.30)
1.74 (0.25)
120 (20)
79.0 (8.0)
138.0 (9.0)
78.7 (7.6) *D
VO2 (ml kg-1 min-1)
VO2 (l min-1)
71.1 (10.1)
gewicht (kg)
Populatie: 167.0 (5.0)
69.0 (4.0)
leeftijd (jaar)
Broman G. 2006
18
1.05 (0.07)
151 (20)
56.50 (15.50)
22.50 (4.30)
1.65 (0.29)
111 (27)
79.0 (9.0)
144.0 (19.0)
69.4 (7.0)
167.4 (5.2)
74.2 (10.2)
69.8 (3.5)
11
Gem (SD)
Gem (SD) aantal (n)
Controle (D)
Hydro (A)
Eerste auteur & Jaar:
53
1.09 (0.04)
163 (10)
68.80 (12.30) *A
27.20 (2.10) *A
1.92 (0.28) *A
132 (20) *A
75.0 (7.0)
138.0 (14.0)
72.2 (8.4) *A
70.9 (9.6)
15
Gem (SD)
Hydro (A')
1.06 (0.06)
155 (17)
57.30 (14.60)
23.30 (4.00)
1.72 (0.27)
116 (22)
76.0 (7.0)
142.0 (16.0)
71.1 (8.5)
75.2 (9.4)
9
Gem (SD)
Controle (D')
lengte (cm)
BMI (kg.m2-1)
VO2max (mL kg-1 min-1)
Max. Workload (W)
Kernwoorden: Exercise,
Physical endurance,
Physical fitness, RCT
Rehabilitation, Stroke
Delphi score: 7
17.30 (3.00)
gewicht (kg)
chronische CVA
stapsnelheid (m.s-1)
0.99 (0.33)
3.79 (0.72)
LAS (Nm.kg-1)
"
2.75 (0.86)
51.60 (4.70)
137.70 (37.90)
175.90 (7.70)
83.50 (15.10)
6/1
kracht MAS (Nm.kg-1)
BBS (0-56)
26.90 (3.60)
geslacht (M/V)
Populatie:
61.9 (9.4)
leeftijd (jaar)
Chu K. et al. 2004
7
1.01 (0.29)
3.29 (0.44)
1.18 (0.44)*A*D'
3.82 (0.65)
2.97 (0.91)*A*D'
52.00 (3.30)
49.80 (3.90) 2.12 (0.41)
150.30 (44.80)*A*D'
21.20 (2.30)*A*D'
7
Gem (SD)
Hydro (A')
127.60 (29.90)
17.10 (3.20)
28.90 (3.10)
171.60 (5.80)
85.30 (13.30)
5/0
63.4 (8.4)
6
Gem (SD)
Gem (SD)
aantal (n)
Controle (D)
Hydro (A)
Eerste auteur & jaar
54
1.04 (0.40)
3.24 (0.37)
1.96 (0.59)
52.20 (3.60)
111.20 (39.00)
17.60 (4.70)
5
Gem (SD)
Controle (D')
84 (23) 14.3 (2.7) 421 (115) 33.3 (15.9) 15.0 (5.1)
duur CHF (jaren) NYHA class (II/III) oefencapaciteit (W) VO2 (ml kg-1 min -1) 6 min. wandeltest (m) LHFQ (1-105) fysieke dimensie LHFQ
Kernwoorden:
exercise, hydrotherapy, water immersion,
elderly, rehabilitation, muscle function
emotionele dimensie LHFQ
5.3 (2.6)
gewicht (kg)
chronisch hartfalen (NYHA II/III)
Delphi score:4
75 (15)
geslacht (M/V)
Populatie:
6.5 (4.1)
3/12
5/11
70.2 (5.2)
leeftijd (jaar)
Cider A. 2003
15
6.0 (6.2)
16.8 (9.8)
32.7 (21.7)
329 (98)
14.3 (3.0)
74 (25)
1/9
6.0 (5.2)
74 (11)
3/6
75 (6.4)
10
Gem (SD)
Gem (SD) N (n)
Controle (D)
Hydro (A)
Eerste auteur & Jaar:
55
5.3 (5.7)
10.6 (6.4) *A
24.5 (16.9) *A
450 (94) *A
15 (3.2) *D'
91 (24) *A*D'
ns
14
Gem (SD)
Hydro (A')
5.1 (5.0)
15.0 (8.7)
27.8 (16.8)
335 (95)
12.5 (2.7)
70 (22)
ns
10
Gem (SD)
Controle (D')
aantal (n)
leeftijd (jaar)
Step Test (n/15sec)
li
re
SF-36 (0-100)
fysiek functioneren
vitaliteit
sociaal functioneren
mentale gezondheid
MFES (0-10)
Eerste auteur & jaar
Devereux K. et al. 2005
Populatie:
vrouwen met osteopenie/
osteoporose
Kernwoorden:
Balance
Falls, Water
Exercise,
Physiotherapy
Delphi score: 6
56
9.9 (1.8)
Med (IQ range)
75.9 (17.5)
73.4 (26.2)
58.8 (21.1)
60.6 (24.0)
13.3 (2.8)
13.0 (3.6)
79.9 (15.2)
83.7 (22.1)
58.5 (18.6)
67.1 (23.3)
15.4 (3.3) *A
15.6 (3.4)
10.0 (0.4)
Med (IQ range)
73.3 (4.0)
25
Gem (SD)
Gem (SD) 25
Controle (D)
Hydro (A)
10.0 (1.4)
Med (IQ range)
85.6 (10.6) *D'
88.6 (18.0) *D'
68.9 (17.0) *D'
64.6 (23.0) *D'
15.8 (3.4) *A*D'
15.6 (3.2) *A*D'
23
Gem (SD)
Hydro (A')
10.0 (0.0)
Med (IQ range)
79.5 (17.6)
84.8 (23.8)
56.5 (21.7)
63.4 (20.5)
15.8 (3.3)
15.6 (3.3)
24
Gem (SD)
Controle (D')
BBS (0-56)
Douris P. 2003
Delphi score: 2
balance, physical therapy, aquatics
Kernwoorden:
gezonde ouderen
Populatie:
leeftijd (jaar)
Eerste auteur & Jaar:
57
42 (4)
40 (4)
83.2 (8.1)
Gem (SD)
Gem (SD) 75.0 (3.6)
Land (D)
Hydro (A)
52 (3) *A
Gem (SD)
Hydro (A')
50 (2) *D
Gem (SD)
Land (D')
28
orale corticosteroïden (n)
NSAID's (n)
Kernwoorden: /
Delphi score: 7
11
DMARD (n)
Reumatoïde artritis
duur RA (jaar)
score 6 of 7 SRGIC (n score 6/n score 7)
47
geslacht (M/V)
Populatie:
32
10
50
16/42
56.1 (11.9)
58
40/46 (87%)
44
Gem (SD)
Hydro (A')
10 (4-18)
8 (3-20)
40
Gem (SD)
Land (B')
19/40 (47.5%)
Mediaan (onderste-bovenste kwartiel)
18/39
55.2 (13.3)
leeftijd (jaar)
Eversden L. 2007
57
Gem (SD)
Gem (SD)
N (n)
Land (B)
Hydro (A)
Eerste auteur & Jaar:
58
leeftijd (jaar)
geslacht (M/V)
Foley A. et al. 2003
Populatie:
re quadriceps
6WT
Physical function,
Resistance exercise, Strength
Delphi score: 7
li quadriceps
Osteo-arthritis,Hydrotherapy,
WOMAC pijn (0-20)
voldoening (10-100) 10.0 (3.0) *B
50.0 (20.0)
53.4 (15.7)
mentaal (25-70)
Arthritis Self-Efficacy
31.4 (7.9)
0.99 (0.49)
257.3 (282.8)
22.5 (24.9)
22.7 (21.7)
Med (IQ range)
20/15
73.0 (8.2)
8.0 (4.0)
50.0 (25.0)
51.8 (21.2)
30.7 (11.2)
0.97 (0.39)
336.2 (240.1)
19.7 (9.9)
22.8 (16.4)
Med (IQ range)
15/17
69.8 (9.2)
35
10.0 (4.0)
55.0 (30.0)
50.5 (16.9)
30.9 (11.2)
1.11 (0.46)
388.1 (320.9)
22.4 (17.3)
19.7 (14.0)
Med (IQ range)
15/20
69.8 (9.0)
35
Gem (SD)
Gem (SD)
Gem (SD) 35
Controle (D)
Gym (B)
Hydro (A)
fysiek (16-57)
SF-12
snelheid (m/s)
afstand (m)
kracht (kg)
Kernwoorden:
artrose van heup of knie
aantal (n)
Eerste auteur & Jaar:
59
10.0 (4.0) *A
50.0 (25.0)
53.3 (15.5)
37.1 (12.7) *A*D'
*A
*A *D'
*A *D'
Med (IQ range)
28
Gem (SD)
Hydro (A')
8.0 (5.0)
60.0 (30.0) *B*D'
57.9 (19.5) *B
31.4 (12.7)
*A *D'
*A
*A *A' *D'
*A *D'
Med (IQ range)
26
Gem (SD)
Gym (B')
10.0 (4.0)
50.0 (40.0)
50.5 (14.0)
28.8 (11.0)
Med (IQ range)
32
Gem (SD)
Controle (D')
Delphi score: 6
Eerste auteur & jaar Hall J. et al. 1996 Populatie: chronische rheumatoïde arthritis Kernwoorden: Evaluation, Hydrotherapy, Rheumatoid arthritis, Warm water, Exercise
60
BPCQ chance (0-6) pre post follow-up
MPQ affective pain (0-5)
AIMS2 pain (0-10)
AIMS2 affect (0-10)
AIMS2 physical (0-10)
aantal (n) leeftijd (jaar) geslacht (M/V) handgrijpkracht (mm/Hg) pre post (4wk) follow-up (3mnd) knie ROM vrouwen pre knie ROM vrouwen post knie ROM vrouwen follow-up Ritchie index (0-78) pre post follow-up pre post follow-up pre post//follow-up pre post follow-up pre post follow-up - //*B*C*D 4.9 (2.2) 4.8 (2.7) 4.8 (2.5)
250.7 (27.6) 257.3 (28.3)* 257.9 (22.4) 21.3 (10.6) 15.5 (9.4)* 17.9 (12.8)
Hydro (A) Gem (SD) 35 55.8 (12.5) 14/21 Land ( C) Gem (SD) 34 58.5 (11.0) 8/26
Relax (D) Gem (SD) 35 59.8 (9.3) 10/25
3.44 (0.9) 3.37 (0.9)* 3.3 (0.9)
140.4 (75.6) 142.6 (75.5) 138.9 (70.6) 252.5 (23.4) 249.4 (25.8) 249.9 (26.5) 255.3 (22.2) 246.1 (28.3) 251.9 (26.4) 258.7 (24.1) 247.1 (26.6) 252.7 (23.0) 19.9 (8.9) 21.8 (10.5) 21.4 (9.1) 16.8 (9.7) 18.9 (9.2) 18.1 (9.6) 18.2 (9.3) 21.4 (9.7) * 19.5 (11.2) 2.4 (1.9) * 2.4 (1.9) * 2.4 (1.9) * 3.3 (1.4) 3.0 (1.3)**//2.9 (1.3) 4.3 (2.2) 4.1 (1.9) 4.5 (1.9) 4.3 (2.2) 3.8 (1.8) *A*B*D 4.8 (1.9) 4.5 (2.4) 3.8 (1.9) 4.7 (2.2 ) 2.16 (1.7) 1.8 (1.5)* 2.0 (1.8)
Immersion (B) Gem (SD) 35 58.7 (11.3) 11/24
Delphi score: 7
Eerste auteur & Jaar: Hinman RS. 2007 Populatie: knie-, en heuparthrose
61
post1: 6 weken na einde studie post2: 12 weken na einde studie
aantal (n) leeftijd (jaar) gewicht (kg) lengte (cm) BMI (kg/m2) duur symptomen (jaar) geslacht (V/M) gewricht (knie/heup) VAS (0-10cm) WOMAC pijn (0-500mm) WOMAC stijfheid (0-200mm) WOMAC functie (0-1700mm) AQoL (-0.04 - 1.00) PASE (0-400) kracht heup abductie re (kg) " " " li (kg) kracht knie extensie re (kg) " " " li (kg) TUG (s) 6 min. wandeltest (m) steptest (aantal stappen)
36 63.3 (9.5) 88 (15) 1.63 (0.09) 33.8 (6.5) 8.0 (9.3) 24/12 31/5 6 (2) 202 (79) 99 (46) 757 (327) 0.38 (0.17) *D 165 (80) 20.3 (8.2) 20.6 (8.4) 26.6 (9.1) 23.2 (9.3) 11.3 (2.4) 420.6 (91.1) 13 (4) 35 61.5 (7.8) 85 (17) 1.61 (0.01) 32.9 (6.6) 8.0 (10.6) 24/11 24/11 5 (2) 199 (85) 100 (46) 630 (315) 0.52 (0.20) 153 (79) 21.0 (7.2) 22.3 (8.3) 24.5 (8.2) 24.3 (8.3) 10.4 (2.8) 448.1 (82.9) 13 (4)
Hydro pre (A) Controle pre (D) Gem (SD) Gem (SD)
31
5 (2) 198 (108) 95 (44) 656 (373) 0.50 (0.20) 142 (77) 20.3 (6.8) 21.0 (8.0) 24.7 (9.5) 24.9 (10.3) 10.3 (2.8) 440.4 (79.0) 14 (4)
4(2) *D' 143 (79) *D' 73 (45) *D' 598 (316) *D' 0.43 (0.20) *D' 165 (70) 22.7 (8.3) *D' 22.2 (8.5) *D' 29.9 (12.5) 25.7 (10.6) 10.3 (1.9) *A'' 441.7 (87.3) *D' 13 (3) *A''
4 (2) 132 (89) 65 (46) 556 (341) 0.45 (0.22) 160 (150) 23.4 (10.7) 21.8 (8.8) 29.2 (11.7) 24.5 (9.4) 10.0 (1.9) 447.4 (89.1) 14 (4)
33
Controle post1(D') Hydro post2 (A'') Gem (SD) Gem (SD)
35
Hydro post1 (A') Gem (SD)
Delphi score: 5
Prevention.
strength, Aged,
exercise, Respiratory
strength, Respiratory
Respiratory muscle
Kernwoorden:
gezonde ouderen
Populatie:
Ide M. R. 2005
Eerste auteur & Jaar:
62
leeftijd (jaar) IPmax (mmH20) EPmax (mmH2O) 62.2
Gem (SD)
95.79 (35.79) 80.26 (25.14)
92.37 (36.87) 86.05 (26.70)
Gem (SD)
Hydro pre (A) Land pre (B)
90.95 (42.59)
100.95 (30.60) *D'
Gem (SD)
Control pre (D)
100.26 (30.11)
100.00 (34.88) *D'
Gem (SD)
85.00 (29.67)
88.42 (25.00)
Gem (SD)
Hydro post (A') Land post (B')
95.48 (30.57)
89.28 (26.75)
Gem (SD)
Control post (D')
leeftijd (jaar)
geslacht (V/M)
max balance range (cm)
coordinated stability (n fouten)
kracht knie extensie (kg)
reactietijd (ms)
schoudermobiliteit (°)
Lord S. R. 2006
Populatie:
gezonde ouderen
Kernwoorden:
Aged, Balance, Flexibility,
Reaction time, Strength,
Water exercise.
Delphi score: 4
aantal (n)
Eerste auteur & Jaar:
63
85.7 (15.3)
335 (73)
20.0 (6.4)
14.3 (12.0)
15.9 (4.5)
67/18
71.8 (8.8)
88.2 (16.0)
346 (76)
20.1 (9.6)
13.2 (9.6)
15.5 (3.0)
37/7
76.5 (7.2)
44
Gem (SD)
Gem (SD) 85
Control pre (D)
Hydro pre (A)
87.8 (14.9) *A D'
302 (77)
20.4 (6.4)
12.1 (11.0) *A D'
17.6 (4.1) *A D'
48
Gem (SD)
Hydro post (A')
83.6 (18.0)
307 (51)
22.6 (8.8)
14.0 (10.1)
13.1 (4.6)
44
Gem (SD)
Control post (D')
Delphi score:5
Eerste auteur & jaar Sato D. et al. 2007 Populatie: ouderen Kernwoorden: Water exercise, intervention, HRQL, ADL-disability, Exercise frequency, Day service facility
64
N(n) leeftijd (jaar) gwicht (kg) lengte (cm) BMI (kg/m2) SF-36 (0-100) PCS pre 3 maand 6 maand SF-36 (0-100) MCS pre 3 maand 6 maand FIM score (7-35) pre 3 maand 6 maand
Hydro 2x (B) Gem (SD) 11 75.3 (6.0) 55.9 (9.0) 146.8 (10.6) 26.3 (6.2) 37.3 (8.7) 46.1 (5.3) *A *D 45.4 (6.0)* 45.9 (7.3) 52.4 (6.7) *D 52.6 (6.9) *D 26.6 (5.1) 32.5 (2.6) *D 32.9 (2.4)*D
Hydro 1x (A) Gem (SD) 10 79.2 (5.1) 52.5 (13.1) 145.1 (12.3) 24.8 (5.0) 34.2 (6.7) 37.9 (6.7) * 44.2 (7.6) * *3-6 42.0 (10.9) 45.4 (10.0) * 50.6 (9.3) *3-6 *D 28.1 (1.8) 29.7 (2.5) 31.9 (2.3) *3-6 *D
28.9 (3.5) 26.6 (5.4) 24.9 (4.1)
43.8 (11.5) 33.9 (10.6) 34.6 (12.6)
40.2 (10.6) 31.6 (10.5)* 34.7 (11.6)
Controle (D) Gem (SD) 8 77.6 (6.8) 57.6 (11.2) 151.7 (11.5) 25.6 (4.6)
Delphi score: 7
32.9 (14.0) 12.9 (15.1) 8.7 (10.3)
WOMAC
50FWT, comfortabele snelheid (s)
50FWT, hoge snelheid (s)
VAS voor pijn na 50FWT (mm)
8.6 (10.3)
13.2 (15.6)
34.9 (12.7)
12.2 (3.8)
68.2 (15.5)
76 (13)
153 (7)
59 (6)
32
48.2 (25.6) 61.1 (19.6) *A
39.6 (23.4) 53.0 (24.4) *A
12.0 (3.8)
Lequesne Index (0-14)
VAS voor pijn vòòr 50FWT (mm)
61.9 (15.7)
VAS voor pijn (mm)
75 (12)
153 (4)
lengte (cm)
Populatie:
oudere personen met knie-artrose gewicht (kg)
59 (8)
leeftijd (jaar)
Silva L. E. 2008
32
Gem (SD)
Gem (SD)
aantal (n)
Land pre (B)
Hydro pre(A)
Eerste auteur & Jaar:
65
7.8 (9.2) *B
11.1 (12.8) *B
22.7 (18.3) *B
8.6 (5.5) *B
37.3 (27.5) *B
26
Gem (SD)
Land post (B')
15.1 (19.8) *A 33.4 (31.7) *B *A'
14.8 (21.4) *A 28.8 (30.8) *B *A'
7.4 (8.7) *A
10.7 (12.2) *A
15.6 (12.6) *A
6.7 (4.2) *A'
26.7 (23.1) *A
31
Gem (SD)
Hydro post (A')
geslacht (M/V)
FR (cm)
pre
Populatie:
gezonde oudere personen
Kernwoorden: /
Delphi score: 5
leeftijd (jaar)
Simmons V. et al. 1996
5 weken
4 weken
N post (N pre)
Eerste auteur & jaar
66
34.00 *B*C*D (4.10)
30.20 *C*D (6.40)
21.60 (5.33)
2/8
82.0 (5.4)
10 (13)
Water ex. (A) Gem (SD)
28.70*D (3.80)
27.70 (3.30)
23.10 (2.80)
0/12
78.2 (5.8)
12 (13)
Land ex. (B) Gem (SD)
24.40 (3.30)
23.60 (3.80)
21.10 (3.80)
1/7
77.4 (4.9)
7 (13)
Water sitters (C ) Gem (SD)
23.60 (1.80)
22.90 (2.30)
22.40 (2.50)
3/6
81.3 (6.5)
10 (13)
Land sitters (D) Gem (SD)
Delphi score: 5
Eerste auteur & jaar Takeshima N. et al.2002 Populatie: sedentaire gezonde oudere vrouwen Kernwoorden: Head-out water immersion, Well-rounded exercise, Elderly
67
N(n) leeftijd (jaar) geslacht lengte (cm) VO2LT (L/min) Peak VO2 (L/min) ROM romp extensie (cm) huidplooi (mm) kracht (Nm) knie-extensie knie flexie lage rug extensie lage rug flexie 'shoulder press' 'shoulder pull' 'chest press' 'chest pull' Verticale sprong (cm) Side steps (steps/20s)
Controle (D) Gem (SD) 15 69.3 (3.3) 15V 154.2 (6.7) *A ? ? 29.7 (9.6) 47.5 (12.5) 34.4 (5.3) 28.6 (4.6) 231.1 (57.4) 142.6 (41.7) 106.6 (22.8) 221.4 (46.1) 223.8 (36.2) 234.2 (45.1) 23.0 (4.8) 22.9 (5.2)
Hydro (A) Gem (SD) 15 69.3 (4.5) 15V 149.6 (4.2) 0.777 (0.214) 1.178 (0.39) 32.6 (11.1) 40.5 (11.1) 34.4 (8.0) 26.0 (7.8) 216.4 (78.1) 132.8 (30.9) 88.2 (28.1) 216.6 (41.4) 193.8 (43.3) 224.1 (45.2) 23.1 (4.6) 23.3 (5.2)
37.3 (7.4) *D' 29.3 (8.1) *D' 230.0 (51.8) *D' 127.9 (39.4) *D 92.0 (25.4) *D' 231.1 (40.7) *D' 205.5 (47.4) *D' 248.2 (53.2) *D' 25.2 (4.4) *D' 28.4 (4.4) *D'
0.934 (0.224) *D' 1.314 (0.341) *D' 36.1 (8.0) *D' 37.3 (10.3) *D'
Hydro (A') Gem (SD)
33.7 (5.3) 26.7 (4.6) 197.9 (74.6) 117.5 (49.9) 96.7 (22.9) 213.9 (49.1) 208.0 (42.9) 229.3 (46.1) 22.3 (4.5) 23.9 (5.7)
n.s n.s 29.2 (9.9) 49.4 (12.7)
Controle (D') Gem (SD)
52.2 (10.7)
BMI (kg m-2) SOS (mm) WHR SOTS (mm) grijpkracht li+re (kg)
gezonde oudere vrouwen
Kernwoorden:
Elderly women, Aerobic exercise,
Muscular endurance, Training
Delphi score: 5
32.0 (14.5)
Vo2max (ml kg-1 min-1)
Populatie:
29.3 (9.2)
19 (19)
push-ups (n/1 min) sit and reach test (cm)
34 (20)
curl-ups (n 60s-1)
0.85 (0.07)
80.8 (30.4)
26.3 (1.9)
18.8 (3.5)
70 (3.2)
leeftijd (jaar)
Taunton J.E. 1996
23
28.8 (7.8)
17 (13)
32 (15)
49.5 (10.7)
32.2 (16.6)
0.81 (0.06)
82.6 (35.8)
25.8 (1.5)
18.4 (3.2)
18
Gem (SD)
Gem (SD) aantal (n)
Land pre (B)
Hydro pre (A)
Eerste auteur & Jaar:
68
31.9 (9.1)
22 (12)
45 (33)
52.5 (9.3)
33.9 (17.2)
0.85 (0.06)
82.3 (33.3)
26.2 (2.1)
21.1 (3.3) *A
23
Gem (SD)
Hydro post (A')
27.6 (10.9)
21 (10)
53 (30) *B
48.3 (8.9)
32.5 (16.9)
0.76 (0.17)
83.3 (37.1)
25.8 (1.5)
20.9 (3.6) *B
18
Gem (SD)
Land post (B')
aantal (n) leeftijd (jaar) gewicht (kg) lengte (cm) BMI (kg/m2) LBM (kg) Sit-and-reach (cm) handgrijpkracht (kg) 3-RM dynamische kracht (kg)
knie extensie leg press chest press peak isometric torque (Nm) knie extensie knie flexie squat jump (cm) TUG (s)
Eerste auteur & jaar Tsourlou T. et al. 2006 Populatie: gezonde oudere vrouwen Kernwoorden: Water exercise, Functional fitness, Older adults, Resistance exercise
Delphi score: 5
69
40.50 (2.6) 57.18 (4.0) 24.81 (1.8) 82.5 (9.2) 55.1 (9.2) 9.65 (0.9) 6.31 (0.3)
80.8 (8) 54.3 (5.5) 9.26 (1.1) 6.35 (0.3)
Controle (D) Gem (SE) 10 68.4 (6.7) 73.3 (2.3) 156.9 (2.0) 29.3 (1.1) 41 (0.8) 22.56 (2.4) 23.4 (2.7)
41.70 (2.5) 62.05 (3.6) 25.45 (1.7)
Hydro (A) Gem (SE) 12 69.3 (1.9) 66.0 (1.9) 157.8 (1.6) 28.2 (0.8) 38.0 (1.1) 21.15 (1.9) 24.05 (1.2)
89.3 (7.9) *A*D' 61.6 (5.4) *A*D' 11.54 (1.1) *A*D' 5.09 (0.2) *A*D'
83.6 (12.2) 57.8 (11.3) 8.72 (0.9) 6.23 (0.3)
41.37 (2.7) 58.44 (4.6) 25.56 (1.8)
29.2 (1.0) 40.7 (0.7) 22.87 (2.4) 23.6 (2.3)
27.9 (0.7) 39.3 (1.2) *A 23.60 (1.8) *A 27.14 (1.3) *A*D' 53.97 (2.7) *A*D' 80.35 (3.7) *A*D' 32.00 (1.7) *A*D'
Controle (D') Gem (SE) 10
Hydro (A') Gem (SE) 12
gewicht (kg)
FEV1 (l)
FEV1 % pred.
FVC (l)
FVC % pred.
ernstige COPD
Kernwoorden:
Physical group training, Physical capacity, Health related quality of life,
Water exercise
Delphi score: 4
lengte (m)
stabiele matige en
ESWT (m) VO2peak (ml kg-1min-1)
ISWT (m)
Med (Min-Max)
Work rate peak (W)
FEV%
11/4
geslacht (M/V)
Populatie:
270 (200-540) 458 (133-1364) 15.6 (13.0-23.1)
76 (26)
46 (8)
94 (17)
2.73 (0.76)
56 (11)
1.31 (0.31)
80 (15)
1.64 (0.07)
65 (4)
leeftijd (jaar)
Wadell K. 2003
15
350 (130-570) 576 (85-1905) 17.7 (13.3-27.3)
71 (31)
42 (10)
96 (21)
2.78 (0.77)
53 (12)
1.26 (0.34)
70 (11)
1.63 (0.07)
10/5
65 (7)
15
gem (SD)
gem (SD)
aantal (n)
Land pre (B)
Hydro pre (A)
Eerste auteur & Jaar:
70
345 (180-550) 1047 (116-1538) 16.6 (10.8-24.9)
85 (31)
41 (15)
93 (14)
3.18 (0.74)
49 (12)
1.34 (0.40)
75 (12)
1.70 (0.10)
6/7
63 (7)
13
gem (SD)
Controle pre (D)
340 (150-540) 1060 (315-1846) *A*B*D' 16.9 (14.0-26.4) *A
15
gem (SD)
390 (140-590) *B 512 (209-1905) 17.7 (13.3-34.1)
14
gem (SD)
Hydro post (A') Land post (B')
320 (200-500) 599 (176-1446) 18.0 (11.5-28.7) *D
12
gem (SD)
Controle post (D')
Delphi score: 5
Primaire auteur & Jaar Wang TJ. et al. 2006 Populatie: personen met artrose van heup of knie Kernwoorden: Chronic illness, Empirical research report, Hip, Musculoskeletal, Osteoarthritis, RCT, Rehabilitation
71
N(n) leeftijd (jaar) geslacht (M/V) 6WT (m) ROM (°) knieflexie " -extensie heup " " abductie kracht (kg) knie-extensie heup " knie-flexie heup " " abductie " adductie
Controle (D) Gem (SD) 21 62.7 (10.7) 16/2 378.7 (76.4) *A 125.7 (14.3) 2.9 (3.7) 8.5 (9.4) 28.7 (4.3) 13.9 (4.5) 14.9 (4.0) 10.2 (3.0) 9.2 (2.2) 10.7 (3.1) 9.0 (2.6)
Studie (A) Gem (SD) 21 69.3 (13.3) 16/4 350.4 (85.3) 122.8 (7.7) 2.2 (2.9) 7.8 (4.2) 28.6 (6.9) 13.5 (5.9) 14.0 (4.1) 10.8 (5.2) 8.4 (3.4) 10.1 (3.3) 8.9 (3.2)
16.0 (4.5) *A*D 17.7 (3.0) *A*D 12.1 (3.8) *A*D 9.4 (2.3) *A*D 12.6 (2.7) *A*D 10.1 (2.1) *A*D
12.9 (3.8) 15.9 (3.3) 9.6 (2.5) 8.8 (2.3) 11.0 (2.6) 8.8 (2.5)
125.6 (13.9) 3.2 (3.5) 7.6 (8.9) 29.1 (5.3)
390.7 (88.6)
388.4 (80.3) *A*D 122.4 (6.5) 1.2 (2.6) *A*D 8.7 (3.9) *A*D 32.7 (5.2) *A*D
Controle (D') Gem (SD) 18
Studie (A') Gem (SD) 20
Appendix IV: Delphi lijst In appendix IV kan u de Delphi lijst met uitleg –in het engels- over de verschillende onderdelen ervan terugvinden.
72
73
74
75