bacheloropleiding
Biomedische wetenschappen faculteit farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen
2009
Colofon
Redactie
Departement Studentgerichte Diensten Departement Biomedische Wetenschappen
Vormgeving E. Willockx Fotografie
J. Crab, Departement Biomedische Wetenschappen Photo Alto, Photo Disc
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het vakkenaanbod van de verschillende studierichtingen enigzins afwijkt van de informatie in deze brochure.
| 2
Inhoud Voorwoord Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid Innoverende academische opleidingen Infrastructuur Vorming Antwerpen
5 6 6 6 6 7 7
De opleiding Biomedische Wetenschappen Wat is Biomedische Wetenschappen? Waarom Biomedische Wetenschappen studeren? Waarom Biomedische Wetenschappen studeren in Antwerpen? Bachelor in de Biomedische Wetenschappen Master in de Biomedische Wetenschappen
8 8 9 9 11 12
Onderwijs en examens Onderwijs Studiepunten Semestersysteem - examens Internationaal
13 13 13 14 15
Waar kan je met je diploma aan de slag?
16
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Vaardigheden Toelatingsvoorwaarden Voorkennis Gaten in je voorkennis? Vragen?
18 18 18 18 19 19
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Overbruggingsonderwijs in de maand september Algemene studie- en studentenbegeleiding Vakspecifieke begeleiding
20 20 20 20 22
Bachelor Biomedische Wetenschappen: studieprogramma Bachelor eerste jaar Bachelor tweede jaar Bachelor derde jaar
23 23 24 25
3 |
Inhoud Master Biomedische Wetenschappen Afstudeerrichting Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek Afstudeerrichting Neurowetenschappen / Neuroscience Afstudeerrichting Tropische Biomedische Wetenschappen Afstudeerrichting Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen Afstudeerrichting Molecular Imaging Afstudeerrichting Milieu en gezondheidswetenschappen Polyvalente afstudeerrichting, optie Onderzoek en ondernemerschap Polyvalente afstudeerrichting, optie Onderzoek en onderwijs
26 26 26 27
Opleidingsonderdelen Bachelor eerste jaar Bachelor tweede jaar Bachelor derde jaar
33 33 39 44
Studie- en studentenvoorzieningen Studentenverenigingen Hoe bereik je makkelijk de campussen? Plattegrond van de campussen Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Informatiedagen aan onze instelling Brochures over andere opleidingen Internet STudenten Informatie Punt (STIP) Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Onderwijscommissie Biomedische Wetenschappen
50 52 53 54 58 58 58 58 58 59
Addendum Bio-wetenschappen: door het bos de bomen zien? Biologie Biochemie en Biotechnologie Bio-ingenieurswetenschappen Biomedische wetenschappen Programma en Voorkennis
60 60 60 61 61 62 63
| 4
28 28 29 30 32
59 59
Voorwoord
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer informatie over onze instelling en de studierichtingen die wij bieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 11.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 werden de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar één van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking!
Prof. dr. Alain Verschoren Rector Univeristeit Antwerpen
5 |
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingenwaarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft de relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. Ook de BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
| 6
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 11 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Biomedische Wetenschappen is gesitueerd op de campussen Groenenborger en Drie Eiken. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. Antwerpen Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
7 |
De opleiding Biomedische Wetenschappen Wat is Biomedische Wetenschappen? De studierichting biomedische wetenschappen vormt kwaliteitsvolle wetenschappers die in een breed biomedisch veld onderzoek kunnen uitvoeren en begeleiden in een academische, klinische of industriële context. Biomedische wetenschappen bestudeert de gezonde en zieke mens en relevante diermodellen. Met de nadruk op de mens onderscheidt biomedische wetenschappen zich duidelijk van de richtingen biologie, bioingenieur en diergeneeskunde. De opleiding is niet gericht op het verwerven van klinische vaardigheden, dit komt aan bod in geneeskunde en farmacie, maar bereidt wel voor op technologisch of wetenschappelijk onderzoek in een klinische context. Zoals in de opleiding biochemie komen in de biomedische wetenschappen de moleculaire, genetische en proteoom wetenschappen uitgebreid aan bod, maar er wordt veel meer aandacht besteed aan de menselijke fysiologie en orgaansystemen dan in biochemie. In Antwerpen is de studierichting biomedische wetenschappen een multidisciplinaire opleiding met docenten van de faculteiten Farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen, Geneeskunde en Wetenschappen. Binnen deze opleiding heeft de student de kans een eigen studieoriëntatie te bepalen tijdens de masteropleiding. Hij kan kiezen voor een optie Onderzoek, een optie Onderzoek en onderwijs, en een optie Onderzoek en ondernemerschap. Wanneer hij zich wenst te verdiepen in een bijzondere onderzoeksrichting, dan kan hij een specifieke afstudeerrichting volgen zoals: Klinisch wetenschappelijk onderzoek, Neurowetenschappen / Neuroscience, Tropische biomedische wetenschappen, of Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen. Tijdens de masteropleiding wordt de helft van de studietijd besteed de onderzoekspraktijk tijdens stages en het thesiswerk. Er wordt steeds de kans geboden de studie voor een deel in het buitenland te realiseren. Gezien het niveau van de specialisatie, bereiden heel wat afgestudeerde studenten een doctoraat in de biomedische sector voor. Nadien blijven een aantal bedrijvig in het wetenschappelijk onderzoek. Anderen vinden een job in de biotechnologische of farmaceutische industrie, elders in het bedrijfsleven, in wetenschappelijke instellingen, bij de overheid, in ziekenhuizen en zeker ook in het onderwijs.
| 8
De opleiding Biomedische Wetenschappen Ter aanvulling op de studie in de biomedische wetenschappen bieden de doctoraatsopleiding, de academische lerarenopleiding, en andere voortgezette opleidingen mooie mogelijkheden om de horizon te verbreden. Het diploma proefleider categorie C kan tijdens de opleiding behaald worden. Waarom Biomedische Wetenschappen studeren? Wanneer je een bijzondere interesse hebt voor wetenschappen, aangevuld met een bijzondere nieuwsgierigheid voor het leven, en zeker het leven van de mens in al zijn aspecten, kan je in de biomedische wetenschappen je gading vinden. Je bent geboeid door de menselijke erfelijkheid, of door gedrag, of door ziekteleer, of door de werking van geneesmiddelen, of door moleculair biologisch onderzoek, of door medische beeldvorming, en je wil hiervan het fijne weten en misschien later ook wel bijdragen tot de verbetering van de kennis, tot de ontwikkeling van een behandeling tegen ziekten, dan is de studie biomedische wetenschappen voor jouw een grote uitdaging. Wil je later deze kennis verzilveren door onderzoek te doen in een (bio)medisch onderzoekslaboratorium, farmaceutisch of biotechnologisch bedrijf, een ziekenhuis, een wetenschappelijke instelling, of wil je deze kennis overdragen aan andere jonge mensen als leerkracht in het middelbaar onderwijs, of wil je docent in de biomedische wetenschappen worden, of wil je als beleidsmaker mee richting geven aan de werking van de gezondheidssector, of wil je in het middenkader van een bedrijf in de biomedische sector functioneren, dan is biomedische wetenschappen voor jou de juiste keuze. Waarom Biomedische Wetenschappen studeren in Antwerpen? In Antwerpen is de drempel tussen student en docent zodanig dat interactie vlot kan verlopen. Vragen over studiemateriaal, studiemethodieken, studie– opdrachten en toetsing vinden vlug een antwoord. Vertrekkend van een brede basis in de bachelors worden in de masteropleiding bijzondere zwaartepunten ontwikkeld waarin Antwerpen zich sterk mag prijzen.
9 |
De opleiding Biomedische Wetenschappen De unieke samenwerking van de universitaire laboratoria en het Univer sitair Ziekenhuis met het Instituut Born Bunge voor Neurowetenschappen garandeert excellente onderzoeks- en studiemogelijkheden in de neurowetenschappen. Daarenboven is er een bijzondere kernfaciliteit in de experimentele biomedische beeldvorming die nieuwe horizonten verkent in de moleculaire beeldvorming van de hersenen in functie van het onderzoek van gedrag en neurologische aandoeningen. Het Interfacultair Instituut Moleculaire Neurowetenschappen, gestructureerd rond het departement Moleculaire Genetica van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, en het Centrum Medische Genetica garanderen mee speerpuntonderzoek in de Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen. De samenwerking tussen het Instituut voor Tropische Geneeskunde met zijn internationale uitstraling en de universitaire laboratoria met onderzoeksopdrachten voor o.m. de World Health Organisation geven de studenten de unieke mogelijkheid om deel te nemen aan hoogstaand epidemiologisch, ecologisch, moleculair biologisch, microbiologisch, virologisch en immunologisch onderzoek naar o.m. HIV, malaria en ander infectie- en importziekten. Daarenboven heeft Antwerpen een van de grootste ziekenhuisnetwerken van Vlaanderen waar klinisch wetenschappelijk onderzoek gebeurt in samenwerking met gespecialiseerde ‘clinical research organisations’. Dit laat de biomedische wetenschappen in Antwerpen toe om een gespecialiseerde en een unieke afstudeerrichting aan te bieden die ‘clinical research professionals’ vormt die het geneesmiddelenonderzoek kunnen opvolgen en begeleiden, of hoogtechnologische medische technieken kunnen uitvoeren als wetenschappelijk medewerker in ziekenhuizen. In samenwerking met de internationaal erkende faculteit voor Toegepaste economische wetenschappen wordt in Antwerpen ook de mogelijkheid geboden om een aanzienlijk studiepakket te volgen met betrekking tot beleid, management en ondernemerschap. Dit vakkenpakket introduceert de studenten in verschillende aspecten van bedrijfsleven, innovatie en kwaliteitszorg en leert wetenschappers ook ondernemend functioneren. Wanneer je met je diploma aan de slag wil als leraar in het secundair onderwijs, volg je in de masterjaren de optie onderwijs en krijg je een academische lerarenopleiding van zeer hoog niveau, gegeven in samenwerking met het pedagogisch vooraanstaande Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
| 10
De opleiding Biomedische Wetenschappen Bachelor in de Biomedische Wetenschappen De bacheloropleiding biomedische wetenschappen wordt aangeboden als drie modeljaartrajecten. Na het verwerven van voldoende credits behaal je een diploma “Bachelor in de Biomedische Wetenschappen”. Het eerste jaar biedt een algemene vorming waarin basisopleidingsonderdelen van wetenschappelijke aard - fysica, chemie en biologie - en van biomedische aard - celbiologie, histologie en anatomie - aan bod komen. In het eerste jaar ontdek je ook de kennismaatschappij via internet en wordt gestart met de leerlijn academische vaardigheden. Het studieprogramma van het tweede en derde jaar bestaat uit een aantal verstrengelde leerlijnen. In de leerlijn “structuur en functie van de mens” komen thema’s aan bod gaande van cel tot orgaan en van prikkel tot reactie. De leerlijn “pathologie” behandelt belangrijke ziektethema’s met vakken als pathologische anatomie en oncologie, immunologie en microbiologie. De leerlijn “onderzoeksmethoden” biedt je een doorgedreven training in microscopische technieken, medische laboratoriumtechnieken, celcultuur, biostatistiek en epidemiologie. In de leerlijn ‘academische vaardigheden’ leer je op een gestructureerde manier informatie verzamelen, analyseren en verwerken en de bekomen gegevens en resultaten op professionele wijze presenteren. Je leert ook Engelstalige wetenschappelijke teksten kritisch te lezen en te analyseren. Voor de scriptie kies je zelf een biomedisch thema dat mogelijk reeds aansluit bij de speerpuntdisciplines van de masteropleiding. Je maakt een literatuurstudie en leert wetenschappelijk rapporteren. Het totaal aantal contacturen bedraagt maximum 600u. per studiejaar. Er is veel aandacht voor practica die meer dan een derde van de contacturen in beslag nemen. Hierbij komen dan nog de zelfstudieopdrachten die in kleine groepen doorgenomen worden om het inzicht in de stof te verhogen. Studenten die in het eerste of tweede jaar geslaagd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden nog omschakelen naar een andere studierichting in de medische wetenschappen en naar de geneeskunde.
11 |
De opleiding Biomedische Wetenschappen Master in de Biomedische Wetenschappen De masteropleiding is een opleiding van 120 studiepunten. Deze opleiding bestaat bijna uitsluitend uit keuzeonderwijs. Na het verwerven van je credits behaal je een diploma “Master of Science in de Biomedische Wetenschappen”.
- - - - - - - -
Je kan kiezen voor een duidelijk onderzoeksprofiel door in één van de volgende afstudeerrichtingen te stappen die georganiseerd zijn rond speerpuntdisciplines: Klinisch wetenschappelijk onderzoek Tropische biomedische wetenshappen Neurowetenschappen Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen Molecular Imaging Milieu- en gezondheidswetenschappen Daarnaast kan je kiezen uit de opties: Onderzoek en onderwijs Onderzoek en ondernemerschap Het masterprogramma biomedische wetenschappen staat open voor academische bachelors uit de biomedische wetenschappen, farmaceutische wetenschappen, geneeskunde en diergeneeskunde. Afhankelijk van de keuze kunnen ook andere bachelors van alle exacte wetenschappen instromen mits het volgen van een brugprogramma of een voorbereidingsprogramma. De masteropleiding is sterk praktisch gericht, in het eerste jaar zijn er labostages van enkele weken en in het tweede jaar kan je gedurende 8 maanden bijna voltijds aan je masterproef onderzoek werken.
| 12
Onderwijs en examens Onderwijs Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt verderop in deze brochure besproken. Studiepunten De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten. Een voltijds acedemiejaar telt voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Community Course Credit Transfer System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma. De volledige bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen omvat 180 studiepunten, de masteropleiding 120 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal
13 |
Onderwijs en examens besteden, dan enkel het aantal uren dat je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar. Semestersysteem - Examens Het academiejaar wordt verdeeld in twee semesters, met een examen periode na elk semester. In januari leg je examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste zittijd. Voor wie niet geslaagd is na de eerste zittijd, wordt in september de tweede zittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld die één jaar voltijdse studie omvatten (60 studiepunten). Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingsonderdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel. Zelfs indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, mag je verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding.
| 14
Onderwijs en examens Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! De volledige examenregeling (examenreglement) vind je terug op www.ua.ac.be/OER. Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de docent) terecht bij de ombudspersoon. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. De ombuds is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op de website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be, onder de rubriek ‘huidig student’, ombudspersoon. Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.
15 |
Waar kan je met je diploma aan de slag? Onderzoek Eenmaal afgestudeerd kan je aan de slag als biomedisch onderzoeker. De biomedici vormen nog een vrij jonge groep van gediplomeerden. Zij vinden meer en meer hun weg naar de onderzoekslaboratoria van medische faculteiten en van de departementen biologie en farmacie. Ook in laboratoria van academische en andere ziekenhuizen, in onderzoeksinstituten van de overheid en semi-overheidsinstellingen en in laboratoria van de biotechnologische en farmaceutische industrie komen zij aan de slag. Een belangrijke groep biomedici vindt een baan als “clinical research associate” of als “clinical data manager / coördinator” in het geneesmiddelenonderzoek. Ook worden steeds meer biomedici betrokken in de dagelijkse klinische praktijk waarbij ze instaan voor hoogtechnische onderzoeken van patiënten. Twee derde van onze afgestudeerden gaan eerst vier jaar werken in onderzoekslaboratoria, verbonden aan een universiteit, om een proefschrift te maken en daarmee te promoveren tot doctor. Je hebt dan een (tijdelijke) baan als bursaal of als assistent, waarvoor je ook verloond wordt. Om voor een dergelijke baan in aanmerking te komen moet je goede studieresultaten hebben, deze bepalen in grote mate je kans om een doctoraatsbeurs te verwerven. Na het doctoraat kan je verder als postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit of in bedrijven. Ingevolge de verruiming voor toegewezen fondsen voor biomedisch onderzoek in Vlaanderen en in EG-verband zijn het aantal onderzoeksmandaten in Vlaanderen sterk toegenomen. Het gaat hier vooral om tijdelijke banen waar niet alleen biomedici, maar ook biologen, biotechnologen, biochemici en bio-ingenieurs voor in aanmerking komen.
| 16
Waar kan je met je diploma aan de slag? Internationalisering De moderne onderzoeker zal zich ook mobieler moeten opstellen. Tot op heden stelt men vast dat onze onderzoekers te weinig hun weg vinden naar Europese onderzoekscentra. Nieuwe mogelijkheden worden gecreëerd door uitwisselingsprogramma’s binnen de EG, en door samenwerking met onderzoekscentra in de Verenigde Staten van Amerika en Japan. De internationale uitwisselingen komen vooral in de masterjaren aan bod. Onderwijs Verschillende biomedici vinden hun weg naar het middelbaar onderwijs waar zij als leerkracht biologie, scheikunde, of andere wetenschappen aan de slag gaan. Zij volgen dan tijdens hun masteropleiding de afstudeeroptie onderwijs. Andere mogelijkheden In de farmaceutische sector kan je ook als artsenbezoeker aangesteld worden, waarna je eventueel kan doorstromen naar managementfuncties in de industrie. Ook een docentschap in het universitair en hoger onderwijs is een van de mogelijkheden. Hiervoor moet je wel eerst een doctoraat behalen.
17 |
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Vaardigheden Het programma van de studierichting biomedische wetenschappen wordt vooral bepaald door het profiel van een onderzoeker in de biomedische, klinische en farmaceutische sector. Als afgestudeerde biomedicus beschik je over het vermogen om technieken van het biomedisch onderzoek te hanteren, te plannen, uit te voeren en te interpreteren en hierover met anderen te communiceren. Een belangrijk aspect hiervan is het leren samenwerken met onderzoekers van verschillende disciplines, en meer in het bijzonder met de medische disciplines. Toelatingsvoorwaarden Om toegelaten te worden tot een universitaire studierichting, moet je beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs. Een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus geeft eveneens toegang tot het universitair onderwijs. Ook bachelors beta wetenschappen (zoals biochemie, biologie, fysica, chemie, enz.) zullen tot de master biomedische wetenschappen worden toegelaten mits het volgen van een brugprogramma of een voorbereidingsprogramma, afhankelijk van de gekozen opties of afstudeerrichting. Buitenlandse studenten en studenten met een buitenlands diploma nemen best contact op met de Studentenadministratie. Voorkennis Leerlingen uit sterk wetenschappelijke richtingen (zoals WetenschappenWiskunde, Latijn-Wetenschappen en Latijn-Wiskunde) hebben een stevige vertrekbasis voor deze studie. Andere vooropleidingen vergen extra inzet van de student. Voor de cursussen scheikunde en natuurkunde is er geen bijkomende voorkennis vereist. De leerstof begint met een herhaling van wat in het Secundair Onderwijs reeds gegeven werd, maar de benadering gebeurt vanuit een ander oogpunt: begrijpen, opbouwen en toepassen is belangrijker dan iets “kennen”. Heb je tekorten in de voorkennis, dan kunnen die meestal wel weggewerkt worden in het overbruggingsonderwijs dat in september wordt georganiseerd.
| 18
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Een goed geheugen is noodzakelijk omdat een parate kennis vereist is om de verbanden tussen multidisciplinaire vakken te beheersen. Zoals voor alle universitaire studies zijn doorzettingsvermogen, wilskracht en regelmatige werklust absolute vereisten. Gaten in je voorkennis? Je kan er iets aan doen! Vrees je een tekort in je voorkennis voor wiskunde, dan kan je in de maand september speciale overbruggingslessen volgen. Hierover lees je verder meer. Algemeen mag je stellen dat studenten die in hun vooropleiding in de laatste twee jaren van het secundair onderwijs ten minste zes uren wiskunde per week kregen, geen grote problemen ondervinden met deze studierichting. Vragen? Wil je je keuze eens bespreken met een professor uit de biomedische wetenschappen, neem dan contact op per email met prof. dr. Filip Lardon, voorzitter onderwijscommissie (
[email protected]) of prof. dr. Frans Van Meir, studietrajectbegeleider (
[email protected]).
19 |
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is voor een “eerstejaarsstudent” niet altijd eenvoudig. Je wordt immers tegelijkertijd geconfronteerd met een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en met een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van de dienst Studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Hier kan je het hele academiejaar terecht voor algemene studiebegeleiding. Hierna geven we een kort overzicht van elk van de geboden diensten. Overbruggingsonderwijs in de maand september Gedurende twee weken voorafgaand aan het academiejaar (september) worden overbruggingslessen wiskunde en studiemethodiek ingericht. Het overbruggingsonderwijs steunt op drie pijlers: herhaling, remediëren en kennismaking. In grote lijnen wordt de voorkennis herhaald die nodig is om de gekozen studierichting goed voorbereid aan te vatten. Voor hen die vaststellen dat de voorkennis niet op peil is, worden remediëringslessen voorzien. Tenslotte biedt het overbruggingsonderwijs de gelegenheid om in een ontspannen sfeer kennis te maken met de nieuwe studieomgeving, lesgevers en medestudenten. De overbruggingslessen zijn gratis en niet verplicht. Het rooster is zo opgesteld dat iedere student een eigen lessenpakket kan samenstellen. Algemene studie- en studentenbegeleiding Tijdens het academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het STudenten Informatie Punt (STIP).
| 20
Studiebegeleiding Studiekeuze De dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventueel heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn.
Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanning Studentenbegeleiders organiseren trainingen en begeleidingen over studievaardigheden: studiemethode, studieplanning voor eerstejaarsstudenten. Na de examens van het eerste semester worden remediërende trainingen aangeboden (bv. uitstelgedrag aanpakken en examenstress onder controle krijgen). Je kan er ook terecht voor individuele begeleiding. Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan je terecht bij de Studietrajectbegeleider van de opleiding Biomedische Wetenschappen (
[email protected]).
Psychosociale begeleiding Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider. Indien nodig wordt een individuele begeleiding opgestart of word je doorverwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal.
Begeleiding van studenten met specifieke noden: aanvragen bijzondere faciliteiten Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de Dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten
21 |
Studiebegeleiding voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijsen examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intake gesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. Vervolgens kunnen bepaalde faciliteiten toegekend worden. Vakspecifieke begeleiding Met je vragen over de cursus kan je steeds terecht bij de docent die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent(en). Gewoon aankloppen en meestal word je direct geholpen. Zoniet maak je vooraf een afspraak. Onderwijsassistenten geven extra begeleiding o.a. voor vakken als wiskunde, chemie en fysica. In groepsessies worden de gekende knelpunten van de cursus behandeld. Deze begeleiding bestaat doorgaans uit een herhaling van de essentie van de theorie, waarna deze wordt toegepast in oefeningen. Het voornaamste verschil tussen de sessies en de lessen is de grote wisselwerking (vragen, bijsturing, ...) tussen de studenten en de begeleider. Individueel wordt er ook de mogelijkheid geboden om vragen te stellen over onderwerpen die buiten de sessies vallen. Deze vragen worden meestal behandeld in groepen van enkele personen. Tot slot kunnen de studenten de gemaakte oefeningen steeds ter verbetering voorleggen aan de onderwijsassistenten. Wens je begeleiding voor andere vakken dan wiskunde, chemie of fysica dan vraag je best informatie aan de studentenbegeleiders. Zij beschikken over een aantal adressen van contactpersonen waar je terecht kan. Ook ouderejaarsstudenten zijn vaak bereid om eerstejaars te helpen of te begeleiden met hun studieproblemen. Informeer hiervoor bij de sociale diensten of via Jobweb. Onthoud vooral dat je niet met je vragen mag blijven zitten tot het te laat is. Professoren, assistenten, studiebegeleiders en de medewerkers van Studieloopbaanbegeleiding zijn er om je zo goed mogelijk te helpen.
| 22
Bachelor eerste jaar Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters . Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters. Th = aantal uren theorie Pr = aantal uren practicum Sp = studiepunten
Vak bachelor eerste jaar
Th.
Pr.
Sp.
Eerste semester Fysica m.i.v. wiskunde Algemene chemie Organische chemie Dierkunde
50 30 30 30
40 10 12 20
9 5 5 5
Tweede semester Fysica voor biomedisch onderzoek
30
34
6
Studium generale in de biomedische wetenschappen Labovaardigheden in het chemiepracticum Biomoleculen en cellen Histologie Eerste + tweede semester Anatomie Informatie verwerven en verwerken
22
3
40 30
64 12 30
4 6 6
45 15
25 15
7 4
315
272
60
Supplementvak (facultatief) Anatomie: radioanatomie totaal
De indeling in uren theorie (Th.) en praktijk (Pr.) is in werkelijkheid niet altijd even scherp als hier weergegeven. Sommige vakken bieden een mengvorm van klassieke lessen, zelfstudie en praktisch werk. De studiepunten geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel.
23 |
Bachelor tweede jaar Vak bachelor tweede jaar
Th.
Pr.
Sp.
Eerste semester Biochemische analyse Celfysiologie Voortplanting en embryologie Immunologie Celcultuur en immunochemie
40 40 30 22 22
20 20 16 6 24
8 6 5 4 4
Tweede semester Metabolisme Circulate-long-nier Spijsvertering en endocriene regulatie Biostatistiek
50 40 40 22
40 40 20 24
10 8 7 5
Eerste + tweede semester English reading skills for scientists
7
30
3
313
252
60
totaal
| 24
Bachelor derde jaar Vak bachelor derde jaar
Th.
Pr.
Sp.
Eerste semester Fysiopathologie en ziekteleer Neurowetenschappen Microscopische waarnemingsmethoden Moleculaire biologie en genetica
45 52 22 60
9 20 20 40
6 8 4 10
Tweede semester Microbiologie Farmacologie Epidemiologie Algemene pathologische anatomie Algemene en experimentele oncologie Levensbeschouwing
22 40 22 15 15 30
20
4 5 4 3 3 3
Eerste + tweede semester Academische-vaardighedenportfolio Projectwerk en scriptie
7 15
24 60
3 7
345
237
60
totaal
12 20 12
25 |
Master Biomedische Wetenschappen Met een bachelordiploma biomedische wetenschappen kan je doorstromen naar een tweejarige masteropleiding biomedische wetenschappen. De opleiding omvat opleidingsmodules van samen 120 studiepunten. Bij het behalen van je diploma ben je “Master of Science in de Biomedische Wetenschappen” met een welbepaalde optie of afstudeerprofiel dat je zelf gekozen hebt. Afstudeerrichting Klinisch wetenschappelijk onderzoek
Studeren voor clinical research professional (CRP) In de afstudeerrichting Klinisch wetenschappelijk onderzoek leer je klinische functieonderzoeken uitvoeren en analyseren, klinische laboratoriumtesten valideren en medische beeldvormingstechnieken gebruiken. Hierbij moet je een zeer kritische houding aannemen bij het werken in een laboratoriumomgeving, een farmaceutisch bedrijf of een ziekenhuis. ‘Good Laboratory Practices’ (GLP) en ‘Good Clinical Practices’ (GCP) worden een professionele attitude. Je leert ook hoe nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld worden zodanig dat je preklinische gegevens correct in een registratiedossier kan plaatsen en de relevantie hiervan voor het klinische onderzoek kan herkennen. Als toekomstig CRP leer je de uitvoering van een geneesmiddelenonderzoek en een klinische studie professioneel opvolgen, en bestudeer je de nodige administratieve en juridische kennis voor de opvolging van een registratiedossier. Afstudeerrichting Neurowetenschappen / Neuroscience
Studeren voor onderzoeker van de hersenen, neuraal substraat van gedrag In de afstudeerrichting Neurowetenschappen bestudeer je enerzijds de onderliggende neuronale structuren en mechanismen van gedrag en geheugen en anderzijds de diagnose verschijningsvorm en ontstaansmechanismen van verschillende neurologische en psychiatrische aandoeningen. Je leert experimenteel onderzoek opzetten onder meer aan de hand van diermodellen met het oog op onderzoek naar het neuraal substraat van gedrag en cognitie. Meer specifiek omvat dit het onderzoek naar excitatie, plasticiteit en connectiviteit van neuronen alsook hun werking in hersencircuits in normale toestand en bij ziekte. Daarnaast omvat dit ook onderzoek
| 26
Master Biomedische Wetenschappen naar het autonoom zenuwstelsel en zijn centrale regulatorische functie. Tevens leer je experimenteel onderzoek opzetten naar de ontstaansmechanismen en pathologische processen gerelateerd aan neurologische en psychiatrische aandoeningen. Afhankelijk van de vraagstelling gebruik je hiervoor gedragsobservatortische, neurochemische, moleculair biologische, elektrofysiologische en microscopische technieken maar ook beeldvormende technieken die op niet invasieve wijze de levende hersenen en hun werking in beeld brengen. Je leert de verworven neurowetenschappelijke inzichten toe te passen om fundamentele en medische vraagstellingen op te lossen gebruik makend van de aangeleerde technieken terwijl je ook je onderzoeksresultaten kan rapporteren in wetenschappelijke publicaties of presentaties. Deze opleiding zal zich -afhankelijk van de deelnemende studenten- ontwikkelen tot een Engelstalige internationaal toegankelijke masteropleiding. Afstudeerrichting Tropische biomedische wetenschappen
Studeren voor onderzoeker van tropische ziekten In de afstudeerrichting Tropische biomedische wetenschappen bestudeer je relevante (tropische) infectieziekten met praktisch inzicht in het samenspel van de ecologie en de ziekte. Je verkrijgt een goed inzicht in diverse aspecten van gastheer-parasiet interacties (immunologie, pathologie, ziektebeeld) en je leert patronen herkennen in de epidemiologie van (tropische) infectieziekten, deze relateren aan ecologische omstandigheden en op basis daarvan strategieën voor ziektebestrijding evalueren of voorstellen. Je leert zelfstandig een wetenschappelijk probleem in de tropische biomedische wetenschappen omschrijven, analyseren, erover rapporteren en oplossingen voorstellen wat kan bijdragen tot de productontwikkeling in de farmaceutische en biotechnologische industrie, zoals in het vaccinonderzoek, de drugscreening en de diagnostica.
27 |
Master Biomedische Wetenschappen Afstudeerrichting Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen
Studeren voor onderzoeker van menselijke cellen en moleculen In de afstudeerrichting Moleculaire en cellulaire biomedische wetenschappen bestudeer je hoe het menselijke lichaam functioneert in ziekte en gezondheid, op het niveau van de cel en de molecule. Je krijgt inzicht in technieken op het vlak van DNA en eiwitanalyse en je gebruikt deze zelf in het onderzoek. Je krijgt inzicht in therapieën die op de allernieuwste technologie zijn gebaseerd, zoals stamceltherapie of gen therapie. Je leert zelfstandig een wetenschappelijk probleem te identificeren met betrekking tot een menselijke ziekte, de huidige stand van wetenschap en technologie na te gaan aan de hand van wetenschappelijke literatuur, en een onderzoeksplan op te stellen om diepere inzichten te krijgen in moleculaire processen die hierbij een rol spelen. Je begrijpt hoe je nieuwe technologieën kan gebruiken om ziektes te diagnosticeren op basis van het genoom of het proteoom, en hoe nieuwe wetenschappelijke inzichten in interacties tussen cellen en moleculen kunnen leiden tot nieuwe therapieën of geneesmiddelen. Je leert hoe je onderzoeksresultaten kan rapporteren in wetenschappelijke publicaties of presentaties. Afstudeerrichting Molecular Imaging
Studeren voor expert in het gebruik van beeldvorming in geneesmiddelenonderzoek en ontwikkeling en vroege diagnose van ziekten, in een internationale omgeving In de richting ‘Moleculaire beeldvorming’ leer je onderzoek uit te voeren gebruik makend van beeldvormingstechnieken die biologische processen in beeld brengen op het moleculair en cellulair niveau en in levende systemen (mens en dier). Deze richting bundelt expertise uit de moleculaire biologie en genetica (reportergenen en transgenen), chemie ((radio)labeling van moleculen en geneesmiddelen), biologie (kennis van lichaamsprocessen en -structuren), fysica (beeldvormingtechnieken zoals Positron Emissie Tomografie –PET-, Magnetische Resonantie Beeldvorming –MRI-, bioluminescentie en fluorescentie beeldvorming, X stralen beeldvorming, echografie etc..), farmacie (preklinisch geneesmiddelenonderzoek) en geneeskunde (kennis van ziekteleer en diagnose).
| 28
Master Biomedische Wetenschappen Wanneer vroeger het geneesmiddelenonderzoek leidde tot medicijnen met een meer algemene werking is het ondertussen duidelijk geworden dat ziekten veelal gepersonaliseerd zijn en aldus dienen behandeld te worden. Hierdoor wordt moleculaire beeldvorming wereldwijd de noodzakelijke tool voor de biotech- en farmaceutische industrie en biedt het in de kliniek de mogelijkheid voor gepersonaliseerde moleculaire therapie. Dit leidde ondermeer tot recente ‘joint research programmes’ tussen de farmaceutische industrie en de beeldvormingindustrie en het werelwijd uitbouwen van life science faciliteiten met proefdierbeeldvormingonderzoek. Op deze manier geeft ‘Moleculaire beeldvorming’ een nieuwe en noodzakelijke wending aan het huidige geneesmiddelenonderzoek en draagt het bij tot de ontwikkeling van vroege diagnostische merkers voor ziekte en therapie. Medische en moleculaire beeldvorming in het bijzonder levert technieken die translationeel zijn, dit wil zeggen die zowel in het proefdier als de patient kunnen gebruikt worden. Studenten hebben de keuze om deze richting uitsluitend aan de Universiteit Antwerpen te voltooien of in te stappen in een Europees Joint Master Programma. Indien zij voor dit laatste kiezen kunnen zij hun onderzoeksstage invullen aan de hand van 4 opeenvolgende kortere intensive trainingen inzake beeldvorming bij meerdere Europese partners en kunnen zij ook hun thesis in het buitenland uitvoeren. Afgestudeerden van de richting ‘Moleculaire Beeldvorming’ gaan aan de slag als professionals binnen deze vernieuwde onderzoeksstrategiën die zich volop voltrekken in de geneeskunde en de farmaceutische en biotech industrie. Afstudeerrichting Milieu en gezondheidswetenschappen
Studeren voor milieugezondheidsdeskundige De richting ‘Milieu en gezondheidswetenschappen’ heeft als doelstelling multidiciplinaire academici te vormen met kennis van toxicologie, epidemiologie en risico-evaluatie die zullen werkzaam zijn op de doorsnee tussen mens en milieu. Ze verwerven inzicht in de gevaren en risico’s van chemische stoffen en andere agentia, op de mens en zijn omgeving, en in de toxische werkingsmechanismen die aan de basis hiervan liggen. Deze kennis is erg belangrijk voor de bescherming van het milieu en de volksgezondheid en voor het opstellen van veilige milieu- en voedingsnormen en beheersmaatregelen voor stoffen en producten die in het milieu terechtkomen en
29 |
titel Biomedische Wetenschappen Master waarmee de mens in contact kan komen. In de farmaceutische industrie is deze kennis nodig voor de evaluatie van de veiligheid van nieuwe medicijnen die ontwikkeld worden. Aspecten zoals voedselveiligheid en de inschatting van de heilzame effecten van diverse voedingscomponenten in het lichaam komen uitgebreid aan bod. Door deze studie kan je de impact op het milieu en gezondheid van een populatie beschrijven, analyseren en hierover informatie verzamelen en communiceren. Bovendien kan je een kritische beoordeling geven over impact van chemische stoffen op milieu en gezondheid. Als milieugezondheidsdeskundige kan je programma’s opstellen om de invloeden van milieufactoren op de gezondheid van mens en milieu te onderzoeken en kan je zelfstandig wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s opstellen over de werkingsmechanismen en impact op de gezondheid van stoffen in de voeding, water, lucht, bodem en consumentenproducten. Je bent ook in staat om beschermende maatregelen (milieu, levensstijl) voor te stellen die de gezondheid bevorderen. Op de arbeidsmarkt is er een structurele vraag naar het profiel van afgestudeerden met kennis over toxicologie, risico-evaluatie en de invloed van voeding op de gezondheid. De nieuwe Europese REACH richtlijn over de registratie van chemicaliën, de veranderde wetgeving over het uitvoeren van toxiciteittesten, inspanningen rond milieugezondheid van nationale en internationale overheden vormen daarvoor een duidelijk kader. Ook de voedingsindustrie in Europa is één van de belangrijkste industrieën die nood hebben aan specialistisch gevormde academici. De recente Europese regelgeving rond het gebruik van gezondheidsclaims op voedingsmiddelen vereist expertise in dit domein. Bovendien wordt op Europees niveau een belangrijk deel van het R&D budget aan voeding (ondermeer functionele voeding) besteed. Dit is een nieuwe stroming met belangrijke toekomstperspectieven voor de voedingsindustrie. Polyvalente afstudeerrichting, optie Onderzoek en ondernemerschap
Studeren voor een ondernemend biomedisch onderzoeker De richting ‘Onderzoek en ondernemerschap’ heeft tot doel de student kennis en vaardigheden bij te brengen om als biomedisch wetenschapper te kunnen functioneren in het midden- en topkader van private en publieke
| 30
Master Biomedische Wetenschappen titel wetenschappelijke organisaties zoals wetenschappelijke instellingen en overheidsinstanties. Enerzijds geeft de opleiding de student het nodige inzicht in de werking van een organisatie om het management te kunnen duiden, begrijpen en beïnvloeden. Dit inzicht heeft voornamelijk betrekking op gehanteerde concepten, methoden en instrumenten. Anderzijds stimuleert de opleiding de ontwikkeling van belangrijke basisvaardigheden m.b.t. ondernemerschap. De student leert hoe hij/zij de aangereikte inzichten professioneel, methodisch en kritisch kan aanwenden bij de analyse en vormgeving van het management van organisaties. Het management van organisaties kent vele gezichten. Doorheen de cluster komen diverse managementaspecten aan bod. Enerzijds betreft het meer algemene managementaspecten zoals het plannen, organiseren, leiden en controleren van organisaties. Anderzijds betreft het meer specialistische aandachtspunten. Concreet gaat het over belangrijke aspecten van financieel en juridisch management, innovatiemanagement, ondernemerschap en procesmanagement. De keuze van deze specialistische aandachtspunten wordt ingegeven door de directe relevantie ervan bij midden- en topmanagementfuncties in een biotechnologische en wetenschappelijke omgeving. De algemene en specialistische kennis kan gebruikt worden om zowel te functioneren als midden- of topmanager binnen een bestaande organisatie als in een zelf opgerichte organisatie. In beide situaties is er immers nood aan eenzelfde basispakket generieke kennis en vaardigheden. In het eerste geval dienen de kennis en vaardigheden ter ondersteuning van het bestaande ondernemersschap binnen de organisatie. In het tweede geval dienen de kennis en vaardigheden voor de ontwikkeling van een eigen onderneming. De richting ‘Onderzoek en ondernemerschap’ heeft evenveel aandacht voor het onderzoek in de biomedische wetenschappen. Bovendien blijven de onderzoeksstage en de masterproef per definitie georiënteerd op biomedisch onderzoek.
31 |
titel Biomedische Wetenschappen Master Polyvalente afstudeerrichting, optie Onderzoek en onderwijs
Studeren voor biomedisch onderzoeker met de optie voor leraar In de richting ‘Onderzoek en onderwijs’ kun je de indalende specifieke lerarenopleiding volgen als deel van je masteropleiding. De decreetgever geeft aan dat van de 120 studiepunten er dan 30 studiepunten gaan naar opleidingsonderdelen van de lerarenopleiding. Het diploma leraar behaal je na het afwerken van de volledige lerarenopleiding van 60 studiepunten. Wie niet opteert voor de richting ‘onderzoek en onderwijs’ en later toch in het onderwijs wil stappen dient na de masteropleiding de lerarenopleiding te volgen in het systeem van de aansluitende lerarenopleiding. De basiscompetenties omschrijven de kennis, vaardigheden en attitudes waarover je moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend leraar te kunnen fungeren. De basiscompetenties stellen je in staat door te groeien naar het beroepsprofiel. De basiscompetenties zijn geordend in 10 ‘functionele gehelen’, rollen die je als leraar zal vervullen: begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, inhoudelijke expert, organisator, innovator, onderzoeker, partner van de ouders/verzorgers, lid van een schoolteam, partner van externen, lid van de onderwijsgemeenschap en cultuurparticipant. Ten slotte bevatten de basiscompetenties 10 attitudes waarover je als een beginnend leraar dient te beschikken: beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, creatieve gerichtheid, flexibiliteit en gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie. De richting ‘Onderzoek en onderwijs’ heeft evenveel aandacht voor het onderzoek in de biomedische wetenschappen. Bovendien blijven de onderzoeksstage en de masterproef per definitie georiënteerd op biomedisch onderzoek. Meer informatie vind je in de brochure “Biomedische Wetenschappen - masteropleiding” of op de website www.ua.ac.be/masters.
| 32
Opleidingsonderdelen bachelor eerste titel jaar
www.ua.ac.be/fbd -> Biomedische wetenschappen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van het eerste, tweede en derde jaar Bachelor Biomedische Wetenschappen. Op de website van de Universiteit Antwerpen onder www.ua.ac.be/fbd >biomedische wetenschappen > onderwijs > vakbeschrijvingen, vind je meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Algemene chemie Er gaat vooral aandacht naar de fysicochemie en het kunnen toepassen van de fysicochemische begrippen. De volgende domeinen worden zeker behandeld: kwantitatieve aspecten van de chemie, reacties en concentraties; chemisch evenwicht, zuren en basen, oplosbaarheid, redoxreacties en electrochemie, thermodynamica, thermochemie, fasenleer, reactiesnelheid. Daarnaast wordt beperkt de chemische binding behandeld. Vertrekkend vanuit de verschillende atoommodellen en de atomaire structuur wordt overgestapt naar de verschillende moleculaire orbitalen en structuren. Ondermeer Lewisstructuur, sp3, sp2 en sp hybridisatie en resonantie komt aan bod naast beschouwingen over complexen en intermoleculaire interacties. Anatomie Vooreerst komen enkele algemene anatomische begrippen aan bod. Daarna wordt de bouw van het skelet en van de belangrijkste gewrichten en spiergroepen beschreven, met nadruk op de beweeglijkheid van het geheel. Uiteindelijk, worden de verschillende orgaanstelsels (cardiovasculair stelsel, ademhalingsstelsel, spijsverteringsstelsel, urogenitaal stelsel en endocriene organen) uitvoerig bestudeerd. Naast de theoretische opleiding, zal de student ook in de mogelijkheid gesteld worden om de theorie te verwerken aan de hand van anatomische modellen en preparaten van menselijke organen.
33 |
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar titel Biomoleculen en cellen De cursus bestaat uit twee grote onderdelen: biomoleculen en cellen. Tijdens de colleges worden de volgende moleculen behandeld: - suikers, met als type moleculen structurele en energierijke koolhydraten - vetten, met nadruk op membraanlipiden - eiwitten, met als typemoleculen de globulines en de bloedgroepsubstanties - nucleïnezuren, met als typemoleculen viraal, bacterieel en eukaryoot RNA en DNA Bij de bespreking van de Cellen ligt de nadruk vooral op: - de structuur en functie van de celorganellen : membranen; cytosol en cyto– skelet; kern, endoplasmatisch reticulum, Golgi-apparaat, lysosomen, peroxisomen, mitochondria en chloroplasten - dynamische processen in de cel: endocytose en fagocytose, membraamrecycling, celcommunicatie, celcyclus, celdeling en celdood; energiehuishouding in de cel - de vorming van gameten en het proces van meiose. In de practica worden biomoleculen met behulp van “space filling” atoommodellen gebouwd. Het verwerven van de kennis van elektronenmicroscopische beelden is het resultaat van zelfwerkzaamheid. Ook een kleine literatuuropdracht komt aan bod. Dierkunde Na een inleiding over het proces van biologische evolutie, wordt een overzicht gegeven van de grote bouwplannen van dieren en mens met vooral aandacht voor de wijze waarop vorm en functie samenhangen en de grote evolutieve sprongen die hierbij gebeurd zijn. De verscheidenheid aan dierlijke en plantaardige levensvormen en schimmels wordt uitgebreid besproken in een systematisch overzicht van de grote phyla en classes, van eencelligen tot gewervelden. Als illustraties hiervoor wordt vooral gebruik gemaakt van soorten met een medisch of veterinair belang. Tijdens laboratoriumsessies krijgen de studenten de kans om de bouwplannen van verschillende groepen te bestuderen en te vergelijken.
| 34
Opleidingsonderdelen bachelor eerste titel jaar Fysica m.i.v. wiskunde De cursus omvat 2 onderdelen: inleiding tot de gevorderde wiskunde en medische Fysica. De cursus wiskunde omvat een korte herhaling van de wiskunde uit het ASO aangevuld met nieuwe begrippen en methoden die toegepast worden in de vakken fysica, chemie, biologie en fysiologie. De wiskunde omvat: - Afgeleiden en integralen met toepassingen - Reeksen en vectoren - Differentiaalvergelijkingen met toepassingen - Inleiding tot de waarschijnlijkheidsleer De cursus Medische Fysica I dient als grondslag voor de vakken Fysiologie, Biomechanica, Biomedische beeldvorming en omvat: - Mechanica met o.a. versnelling en de mens; wrijving in de gewichten; stabiliteit en evenwicht; mechanica van het kauworgaan - Elasticiteit m.b.t. bloedvaten, vliezen, bot - Trillingen en hun effect op de mens - Bio-elektriciteit met weerstand, condensator, elektrisch veld, elektrolyse, netwerken - Hydrostatica met o.a. bloeddrukmeting; de oppervlaktespanning met o.a. de rol van het surfactant in de longen - Transport van warmte en straling - Transport van moleculen door diffusie en osmose - Thermodynamica en entropie De student wordt aangezet om thuis opgegeven vraagstukken op te lossen die nadien onder begeleiding worden besproken. In het labo practicum worden door de student korte experimentjes uitgevoerd, in een verslag verwerkt en nadien verbeterd en besproken door de assistent.
35 |
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar titel Fysica voor biomedisch onderzoek De cursus omvat: - Biomagnetisme met o.a. de elektromagnetische debietmeter/ pomp; wervelstromen - Elektriciteit wisselstromen met o.a. de elektrische impedantie - Hydrodynamica met de wetten van Poiseuille en Bernouilli, viscositeit, stroming in het lichaam en stromingsweerstand - Golven met theorema van Fourrier, geluid en het oor, snelheidmeting met ultrageluid - Geometrische en fysische optica met o.a. beeldvorming in het oog, diffractie en interferentie - Polarisatie - Microscopen met buigingstheorie van Abbe en nuttige vergroting - Moderne fysica met o.a. het foton, fotoelektrischeffect, Compton effect In het labo practicum worden onder begeleiding korte experimentjes uitgevoerd, verwerkt en naderhand besproken. De student wordt aangezet om thuis opgegeven vraagstukken op te lossen die nadien onder begeleiding worden besproken door de docent. Histologie De cursus bestaat uit twee grote onderdelen: de weefsels en gespecialiseerde weefsels en orgaansystemen. Bij de bespreking van de “weefsels” worden vorm en functie van de cellen en extracellulaire matrixcomponenten van de verschillende weefsels behandeld. Belangrijke functionele, celbiologische aspecten van type-cellen in deze weefsels vormen het onderwerp van bespreking bij de ultrastructurele studie ervan: - de bedekkende en klierepithelen - het bind- en steunweefsel - het spierweefsel - het zenuwweefsel Bij de bespreking van de gespecialiseerde weefsels en orgaansystemen zien we: - de huid en zijn derivaten - het voortplantingsstelsel - bloed, bloedvorming en lymfoïde organen
| 36
Opleidingsonderdelen bachelor eerste titel jaar In de practica worden microscopische preparaten van verschillende weefsels en organen bestudeerd. Het verwerven van de kennis van elektronenmicroscopische beelden is het resultaat van zelfwerkzaamheid. Ook een kleine literatuuropdracht komt aan bod. Informatie verwerken en verwerven Dit opleidingsonderdeel vangt aan met een kennismaking met internet, zoekmachines, literatuur en databanken, op een actieve en interactieve wijze. Tevens worden basisbegrippen rond Windows als operating systeem voor de eindgebruiker gegeven, alsook omgang met courante office-software en e-mailsoftware. In een volgende stap wordt een duidelijk omschreven probleem besproken dat nauw verband houdt met bijvoorbeeld de chemie, celbiologie en histologie, anatomie. Daarna zal de student de nodige informatie dienen te vergaren via elektronische weg en aantonen op welke wijze deze informatie werd bekomen. De laatste stap in het proces is het verwoorden van de antwoorden en deze op elektronische wijze posten bij de practicumverantwoordelijke. Bij dit alles wordt uitvoerig gebruik gemaakt van het elektronische leerplatform “BlackBoard”. Labovaardigheden in het chemiepracticum Tijdens dit practicum wordt de student kennis, vaardigheden en attitudes bijgebracht die essentieel zijn om straks als vaardig onderzoeker de hierop verder bouwende biomedische practica aan te vatten. De student leert het materiaal waarmee hij in het laboratorium werkt. Na het practicum beheerst de student de basistechnieken die gebruikt worden in een (bio)chemisch laboratorium en kan hij/zij de risico’s/veiligheid van een experiment inschatten en weet welke middelen te gebruiken en hoe te handelen om zichzelf, zijn omgeving en het milieu te beschermen. De student kan een experiment voorbereiden op basis van een beschrijving van het experiment, kan een experiment uitvoeren en een schriftelijk rapport maken van zijn handelingen en waarnemingen. Hij/zij zal op een efficiënte wijze mondeling informatie uitwisselen over zijn handelingen en de chemische aspecten die daaraan verbonden zijn, en een verband leggen tussen zijn experimentele waarnemingen en de theoretische kennis die hij daarover heeft.
37 |
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar titel Bovendien zal de student de gewoonte aanleren om veiligheid en milieu in rekening te brengen bij het uitvoeren van een experiment Organische chemie Naast de algemene begrippen als hybridisatie, inductieve en mesomere eigenschappen en intra- en intermoleculaire interacties worden de eigenschappen van de voornaamste klassen van organische verbindingen besproken. Aandacht wordt ook besteed aan de stereochemie en de basisprincipes van Infra-rood, NMR en massaspectrometrie worden toegelicht. Worden o.a.besproken: de alkanen, alkenen, alkynen, alcoholen, aldehyden & ketonen, de carbonzuren en vetzuren, oliën en vetten, fospfolipiden en aanverwanten, sacchariden, aminozuren en eiwitten, nucleosiden, DNA & RNA en de steroïden. De laboratoriumsessies bevatten o.a. synthese van een bloeddrukverlagend middel en een aantal oefeningen welke meestal betrekking hebben op de stereochemie. Studium generale in de biomedische wetenschappen De doelstelling van dit vak is om de student reeds in het eerste jaar van zijn opleiding kennis te laten nemen van het biomedisch beroepenveld enerzijds en de mogelijke afstudeerrichtingen van BMW anderzijds. Dit om de student vertrouwd te maken met de eigenheid van de opleiding waarin hij deelneemt. De doelstelling zal bereikt worden door een aantal gastsprekers uit te nodigen die zoveel mogelijk het beroepenveld en de afstudeerrichtingen (klinisch-, neuro-, moleculair-, tropisch onderzoek) in hun onderzoek vertegenwoordigen. De gastdocenten zullen gekozen worden op hun vaardigheden om hun onderzoek op een toegankelijke en aantrekkelijke manier voor te stellen.
| 38
Opleidingsonderdelen bachelor tweede titel jaar Celfysiologie De cursus beschrijft de biofysische processen en moleculaire signaalprocessen die aan de basis liggen van de normale functie van de menselijke en dierlijke cel. De aandacht gaat hierbij naar de celmembraan en de gekoppelde signaaltransductie. Daarenboven wordt ook de genexpressie behandeld. De volgende essentiele celfuncties worden besproken: (1) Prikkelbaarheid m.i.v. de biologische potentialen; membraanrustpotentiaal , actiepotentiaal en zenuwgeleiding, (2) Beweging van skeletspier, hartspier en gladde spier, (3) de neuromusculaire junctie en synaptische transmissie, (4) intracellulaire homeostase Biochemische analyse De cursus bestaat uit twee partims: - analysetechnieken: kalibratiemethoden, elektrochemische-, optische- en radioaktieve analysetechnieken - scheidingstechnieken: cel- en weefselhomogenaten, precipitatie van biomoleculen, centrifugatie, chromatografie, elektroforese. De oefeningensessies hebben tot doel de student vertrouwd te maken met het verwerken van experimentgegevens tot interpreteerbare eindresultaten. Het praktisch gedeelte is bedoeld (i) als een illustratie en aanvulling van de theoretische cursus, zodat de besproken technieken en instrumentarium minder abstract overkomen, (ii) om via relatief eenvoudige experimenten de student vertrouwd te maken met elementair analytisch-chemische handelingen, calibratietechnieken en berekeningen. Biostatistiek In de cursus wordt er nagestreefd om de student vertrouwd te maken met statistische analyse van gegevens afkomstig van experimenten en onderzoek, teneinde analyses van eigen onderzoek of uit de wetenschappelijke literatuur te kunnen uitvoeren. Hiervoor worden databestanden met echte gegevens gebruikt uit biomedisch onderzoek. basistechnieken worden aan de hand van voorbeelden toegelicht. Bij de parametrische methoden worden t-test, anova, lineaire regressie en correlatie methoden behandeld. Bij de niet-parametrische methoden worden Mann-Whitney U test, Kruskal Wallis, Friedman en Chi kwadraat toegelicht. Tevens worden
39 |
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar titel een aantal multivariate testen zoals logistische regressie, discriminant analyse en clusteranalyse belicht. In de PC practica dienen de studenten individueel met behulp van het statistisch software pakket SPSS de in de les toegelichte technieken zelf uit te voeren. De student wordt aangeleerd hoe onderzoeksgegevens te verzamelen, te onderzoeken met een kwaliteitscontrole, te analyseren en te presenteren onder de vorm van grafieken en tabellen, typisch voor wetenschappelijke publicaties. Het is tevens een goede voorbereiding op de thesis. Celcultuur en immunochemie Hierbij zullen ondermeer aan bod komen: methoden en toepassingen van cel-, weefsel- en orgaancultuur; ontwerp, implementering, kwaliteitscontrole en toepassingen van kwantificerings- en detectiesystemen op basis van antilichamen (ELISA; RIA; F(P)IA; ...); productie en karakterisering van polyclonale antisera en monoclonale antilichamen; laser-flowcytometrie en celsortering. Circulatie-long-nier Deze cursus beoogt een geïntegreerde beschrijving van het bloedvatenstelsel, het ademhalingsstelsel en het excretiestelsel. De volgende hoofdstukken worden behandeld: - histologische bouw van hart en bloedvaten m.i.v. celbiologie van atherosclerose en carotislichaampjes, geleidingssysteem van het hart en innervatie - bloed en hemeostase; circulatie en hartpomp; regulatie en hemodynamica; arterieel systeem en microcirculatie; controle van de perifere circulatie; cardiale output - histologische bouw en ontwikkeling van luchtwegen en alveolen m.i.v. celbiologie van astma, COPD, en mucoviscidose - respiratoir systeem; mechanica van de ademhaling; ventilatie/perfusie ratio; transport O2 en C02; regulatie van de ademhaling - histologische bouw van nier, urinewegen en blaas m.i.v. celbiologie van afweer en regeneratie bij ischemisch nierfalen - nierfunctie en tubulaire functie; regulatie van de osmolaliteit en volume van lichaamsvloeistoffen; regulatie van natrium, kalium en het zuur-base evenwicht
| 40
Opleidingsonderdelen bachelor tweede titel jaar English Reading Skills for Scientists Het doel van de cursus is de leesvaardigheid in het Engels te verhogen en aan te leren hoe informatie uit langere Engelse teksten accuraat en bevattelijk kan samengevat worden. De studenten krijgen inzicht in de verschillende stadia van het leesproces via de analyse van een aantal wetenschappelijke en populairwetenschappelijke artikels zodat zij leren sneller en intensiever te lezen. Zij leren ook nauwkeurig notities te nemen tijdens het lezen en de beschikbare informatie efficient te verwerken. Immunologie Het menselijk lichaam heeft een verdedigingssysteem opgebouwd waarvan de functie op cellulair en moleculair vlak steeds meer bekend wordt. De volgende thema’s worden behandeld: - Ontsteking - Cellen van het immunologisch systeem - Functioneel samenspel tussen de cellen van het immuunsysteem - T en B cel producten: immuunglobulinen en cytokines - Antigenen en antigeen-antilichaamreacties - Complement - Histocompatibiliteit - Oncologische immunologie - Immuunpathologische reacties - Immunologische laboratoriumtechnieken zoals nefelometrie, immuunfluorescentie, latexagglutinatie, lymfocyttransformatietest, chemotaxis, fagocytose, zuurstofradicaalvorming, celmembraankenmerken, Natural Killer Assay, celscheiding Metabolisme Metabolisme is de som van processen waarbij levende systemen vrije energie verwerven en gebruiken die zij nodig hebben om hun verscheidenheid aan functies te vervullen. Zij doen dit door de koppeling van de exergonische reacties van de oxidatie van substraten aan de endergonische processen typisch voor de levende cel zoals mechanische arbeid, actief transport en de biosynthese van complexe moleculen.
41 |
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar titel Een overzicht zal gegeven worden enerzijds van de oxidatieve afbraak van de belangrijkste substraten zoals koolhydraten, vetten, aminozuren en nucleotiden en anderzijds van hun biosynthese. Aandacht zal vooral besteed worden aan: - de regulatie van de metabole wegen en hun onderlinge samenhang. - het metabolisme van de gedifferentieerde weefsels - de integratie van het metabolisme in het organisme - enzymologie: biokatalyse - bio-energetica - signaaltransductie Spijsvertering en endocriene regulatie Deze cursus beoogt een geïntegreerde beschrijving van het bloedvatenstelsel, het spijsverteringsstelsel en het endocriene stelsel. Celbiologische, histologische, fysiologische en biochemische aspecten komen aan bod. De volgende hoofdstukken worden behandeld: - Bouw van de mondholte en het spijsverteringskanaal m.i.v. innervatie en afweermechanismen - Gastrointestinale motiliteit en maagfunctie - Bouw van de speekselklieren en pancreas m.i.v. de eilandjes van Langerhans - Samenstelling, functie en controle van pacreassecretie en speekselkliersecretie - Intestinaal vocht en beweging van electrolyten - Voedselvertering en absorptie, en de rol van insuline en glucagon - Bouw van de lever en galblaas, en de lever als metabool orgaan - Obesitas en verhongeren - Galmetabolisme en galstenen - Bouw van het neuro-endocriene hypothalamo-hypofysaire systeem, bijnieren, schildklier, bijschildklieren en corpus pineale - Chemische classificatie van hormonen - Endocriene regulatie van groei - Schildklier-, bijnier- en bijschildklierfunctie en vitamine D
| 42
Opleidingsonderdelen bachelor tweede titel jaar Voortplanting en embryologie Voortplanting en vroege embryonale ontwikkeling: ontwikkeling van de geslachtscellen (gametogenese), eerste week van de ontwikkeling (ovariële cyclus, ovulatie, bevruchting, klieving, implantatie), tweede week van de ontwikkeling (tweebladige kiemschijf), derde week van de ontwikkeling (driebladige kiemschijf), vierde tot achtste week van de ontwikkeling (embryonale periode), foetale membranen en vorming van de placenta Organogenese: skelet, spierstelsel, lichaamsholten en sereuze vliezen, hart en vaatstelsel, tractus respiratorius, tractus digestivus, urogenitaal stelsel, hoofd en hals, gehoor- en evenwichtsorganen, oog, huid, haren, borstklier, centraal zenuwstelsel Capita selecta: fundamentele lichaamsbouw van het embryo, de neurale lijst, ontwikkeling van de foetus en de foetus als patiënt, in vitro fertilisatie en embryotransfer.
43 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar titel Academische-vaardighedenportfolio De academische-vaardighedenportfolio traint, middels twee grote opdrachten, een aantal vaardigheden die van cruciaal belang zijn voor een competente biomedicus. Deze vorming is voornamelijk gericht op het: - opzoeken, uitdiepen en interpreteren van gespecialiseerde (medisch-) wetenschappelijke literatuur, - plaatsen en interpreteren van beschreven klinische casussen, - communiceren van deze wetenschappelijke en klinische gegevens, - opstellen en verdedigen van een beperkt wetenschappelijk onderzoeks project. Er kunnen twee luiken onderscheiden worden, beide kaderen in een vak of onderdeel van een vak dat in dit bachelorjaar gedoceerd wordt. Een eerste opdracht bestaat erin een beschreven klinische casus (ziektebeeld), beschreven in de New England Journal of Medicine, te verwerken. Doelstelling is dat de student deze informatie in een kleine groep (2-3) verwerkt, ze kadert t.o.v. het algemene leskader van de cursus Fysiopathologie en ziekteleer, en de belangrijkste elementen op een bevattelijke wijze door een mondelinge presentatie overbrengt aan de medestudenten. Een tweede opdracht heeft als finale doelstelling het kunnen opstellen en verdedigen van een (beperkt) wetenschappelijk onderzoeksproject. Uit een aantal wetenschappelijke vraagstellingen rond oncologische problemen kiezen de studenten in een kleine groep (3-4) een onderwerp dat ze verder wensen uit te diepen. De opdracht bestaat er in om een onderzoeksproject op te stellen om een antwoord te zoeken naar deze vraagstellingen. Daarvoor moeten de studenten een zelfstandige literatuurstudie opzetten, samenvatten, en deduceren tot een doelstelling van een nieuw onderzoeksprogramma met passende experimentele opzet. Dit “onderzoeksproject” moet ingediend worden volgens gestelde richtlijnen en in groepjes mondeling verdedigd worden voor docent en medestudenten (co-assessment). Algemene pathologische anatomie Dit opleidingsdeel beoogt het verwerven van inzicht in ziektemechanismen en het vertrouwd maken met algemene basistermen en begrippen. De volgende hoofdstukken worden besproken: - Inleiding in de pathologische ontleedkunde: basisbegrippen, - Cellulaire en weefselreacties op schadelijke stimuli: o.a. (ir)reversiebele celschade, celdood, celadaptaties, intra- en extracellulaire
| 44
Opleidingsonderdelen bachelor derde titel jaar stapelingen, - Circulatiestoornissen: o.a. oedeem, bloedstolling, bloeding, trombose, embolie, shock, - Ontsteking: o.a. verloop van acute en chronische ontsteking, types ontstekingscellen, soorten ontstekingen, - Neoplasie. De theorie zal uitgebreid met voorbeelden van mens en dier worden toegelicht. In de pathologische anatomie gaan theorie en praktijk hand in hand. Met behulp van microscopische coupes en fotomateriaal leren de studenten morfologische veranderingen op microscopisch en macroscopisch vlak te onderkennen en op een correcte manier te beschrijven. De studenten krijgen opdrachten die ze in kleine groepjes oplossen, waarbij ze van elkaar kunnen leren. De opdrachten worden collectief verbeterd, waarbij de nadruk zal gelegd worden op het leren redeneren en het communicatief vaardig zijn. De studenten zullen zelf een autopsie op een labodier uitvoeren en biopten leren preleveren, waarbij hun technische handvaardigheid in het gebruik van het dissectiemateriaal verder zal worden ingeoefend. Algemene en experimentele oncologie In deze cursus wordt dieper ingegaan op het ziekteproces dat leidt tot de ontwikkeling van maligniteiten. Daarbij wordt in een eerste luik wordt een overzicht gegeven over kankerincidentie en - mortaliteit, cellulaire en moleculair biologische aspecten, specifiek bij het ontstaan van kanker, tumorbiologie (tumorgroei, metastasering, angiogenese, tumorimmunologie en andere fysiologische aspecten), oorzaken en preventie, en klinische gegevens i.v.m. symptomatologie, diagnostiek, prognose en therapie, met aandacht voor klassieke en nieuwe (experimentele) therapieën. Een tweede luik behandelt summier de klinischoncologische aanpak van een aantal belangrijke kankertypes. In een derde luik wordt bijzondere aandacht besteed aan het experimenteel oncologisch wetenschappelijk onderzoek, middels een begeleide zelfstudieopdracht, dat kadert in het portfolio-onderwijs (zie vak academische-vaardighedenportfolio). Epidemiologie Dit opleidingsonderdeel wenst de epidemiologie als ‘basiswetenschap’ voor onderzoek te behandelen en actie op het domein van de preventieve geneeskunde en volksgezondheid voor te stellen. De volgende thema’s worden behandeld: epidemiologie in historische context; frequentiematen van gezondheid en ziekte; types van epidemiologische studies; bepalen van ziekte-oorzaak; epidemiologie en preventie; epidemiologie van infectieziekten; klinische epidemiologie; milieu- en beroepsfactoren in epidemiologisch onderzoek; epidemiologie en gezondheidszorgonderzoek en -politiek; kritisch lezen van rapporten.
45 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar titel Farmacologie De lessen beginnen met een inleiding (8 uren) tot de twee onderdelen van de Algemene Farmacologie: Farmacodynamie en Farmacokinetiek. Farmacodynamie bestudeert de aangrijpingspunten volgens dewelke geneesmiddelen hun effect tot stand brengen. De cursus richt zich vooral op de interactie van geneesmiddelen met receptoren. Verschillende typen van agonisten en antagonisten worden besproken uitgaande van de begrippen affiniteit en intrinsieke activiteit. Het onderdeel Farmacokinetiek geeft een inleiding tot de mechanismen die het verloop van het geneesmiddel in het organisme bepalen. Transport door celmembranen en cellagen, absorptie (opname vanuit de buitenwereld), distributie (verdeling van farmacon over de weefsels), eliminatieprocessen (metabolisme en excretie) en klaring van geneesmiddelen worden behandeld. Deze basiskennis wordt dan toegepast om met behulp van compartimentmodellen de lotgevallen van farmaca in organismen te documenteren. Biologische beschikbaarheid, eliminatiehalfwaardetijd, de effecten van verschillende toedieningswijzen, het dosisinterval en de dosis van het geneesmiddel komen aan de orde. De overige lessen (32 uren) worden besteed aan de Bijzondere Farmacologie. Dit onderdeel geeft kennis over het werkingsmechanisme, de effecten en majeure indicaties van grote klassen van geneesmiddelen. Hierbij is een selectie gemaakt van geneesmiddelen met toepassingen bij: het autonome zenuwstelsel, allergie en inflammatie, het cardiovasculaire systeem, trombose, pijnbestrijding, lokale en algemene anesthesie, de luchtwegen, het maagdarmstelsel en het centrale zenuwstelsel (neurodegeneratieve aandoeningen, anxiolyse, psychose, depressie en epilepsie). Fysiopathologie en ziekteleer In de theoretische lessenreeks komen de belangrijkste fysiopathologische concepten aan bod over: - atherosclerose - hart en vaatziekten - nefrologie en laboratoriumdiagnostiek - metabole botziekten en laboratoriumdiagnostiek - pneumologie
| 46
Opleidingsonderdelen bachelor derde titel jaar - - - - -
gastroenterologie en laboratoriumdiagnostiek endocrienologie en laboratoriumdiagnostiek gonaden, zwangerschap en neonatale screening bloedcelziekten en stollingsziekten multiorgaan fysiopathologie
In de practica wordt enerzijds de fysiopathologie van een aantal ziektebeelden geïllustreerd met enkele concrete patiëntencontacten. Anderzijds worden in de practica de studenten verondersteld om een aantal patiëntendossiers te bestuderen, in kleine groep te bespreken, en voor te stellen. Deze dossiers zijn complementair aan de inhoud van de theoretische cursus. Het betreft casuspublicaties uit de New England Journal of Medicine. Dit deel van het practicum fungeert tevens mee als een oefening binnen het opleidingsdeel portfolio. Levensbeschouwing De cursus is opgesplitst in drie onderdelen. Alle studenten volgen verplicht een inleidende A-module en kiezen vervolgens één module uit de B- en C-reeks. Alle modules bedragen 10 uur. A-module: inleiding B-modules: B1: Het Christendom van op afstand bekeken. B2: De monotheïstische religies. B3: Westerse en Oosterse levensbeschouwingen. B4: Vrijzinnig Humanisme. C-modules: C1: Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society. C2: Levensbeschouwing en natuurwetenschap. C3: Antropologische bouwstenen van levensbeschouwing. C4: Levensbeschouwing en het individu. C5: De levensbeschouwelijke basis van de Westerse samenleving. Medische microbiologie De cursus medische microbiologie omvat achtereenvolgens de bacteriologie, virologie en mycologie. Elk domein wordt op dezelfde wijze besproken. Voor-
47 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar titel eerst wordt de anatomie van micro-organismen besproken. Hierna komen de volgende onderwerpen aan bod: stofwisseling, vermenigvuldiging, microbiële genetica, taxonomie, epidemiologie, weerstand en pathogeniteit. Tenslotte worden de bacteriën, virussen en fungi in detail besproken, waarbij vooral aandacht besteed wordt aan de epidemiologie en ziekmakend vermogen van de verschillende soorten. In het tweede gedeelte wordt inzicht verschaft in de antimicrobiële middelen, met inbegrip van de antibiotica, antivirale middelen en antifungica. De werking, resistentiemechanismen en het spectrum van deze farmaca komt aan bod, alsook de farmacodynamie en farmacokinetiek. Speciale aandacht zal geschonken worden aan mycobacteriën. In het praktisch gedeelte worden theoretische begrippen toegelicht en zal de student zelf een aantal kweken uitvoeren van bacteriën om vertrouwd te raken met deze micro-organismen. Microscopische waarnemingstechnieken De bedoeling van deze cursus is de student wegwijs te maken in de verschillende microscopische technieken die heden ten dage in modern, biomedisch onderzoek aangewend worden. Naast een theoretische achtergrond zal ruime aandacht besteed worden aan het gebruik van deze technieken in de praktijk. In deze cursus komen dan ook zowel conventionele als speciale technieken van beeldvorming en beeldanalyse aan bod, alsook meettechnieken toegepast op microscopische beelden. Inhoud: - Verklarende begrippen in de microscopie. - De lichtmicroscoop m.i.v. bouw, contrastverhogende technieken, kleur technieken. - Fluorescentiemicroscopie met toepassingen. - Confocale/twee foton microscopie met inbegrip van life cell imaging technieken. - Elektronenmicroscopie. - Stereologische technieken en beeldanalyse. Moleculaire biologie en genetica Dit opleidingsonderdeel wenst inzichten te verschaffen in de macromoleculaire processen betrokken bij de flow van genetische informatie, waaronder DNA
| 48
Opleidingsonderdelen bachelor derde titel jaar replicatie, DNA beschadiging en herstel, RNA synthese, eiwitsynthese en regeling van genexpressie bij prokaryoten en eukaryoten. Inzicht verwerven in de volgende aspecten van menselijke moleculaire genetica: laboratoriumtechnieken in moleculaire genetica, oorsprong en detectie van genetische variatie, overervingswijzen, cytogenetica, identificatie van genen voor erfelijke ziektebeelden, immunogenetica, kankergenetica, multifactoriële overerving, genetische diagnostiek en gentherapie Competenties verwerven voor het veilig en vakkundig gebruik van laboratoriumtechnieken en laboratoriumtoestellen die gebruikt worden in moleculaire genetica. De gebruikte technieken omvatten verschillende vormen van polymerase kettingreactie en kloneren van DNA. Neurowetenschappen De neurowetenschappen heeft als doel de functie van neuronen en neuronale netwerken te illustreren. De functie van het zenuwstelsel bestaat in het verwerken van informatie. Dit gebeurt dankzij de werking van de neuronen op zichzelf en hun multipele interacties onderling, en met zowel het interne als externe milieu. De relatie tussen structuur en functie is van groot belang om de band met de neuroanatomie in een juist perspectief te plaatsen. De inhoud omvat de volgende topics : neurosciences (concepten en technieken); structuur en functie van het zenuwstelsel; steunweefsels en eigen milieu van het zenuwstelsel; algemene fysiologie van de gevoeligheid; het visueel systeem; het auditief systeem; het vestibulair apparaat; chemoreceptoren (reuk en smaak); somatische en viscerale gevoeligheid; de motorische eenheid; motorische integratie op spinaal niveau; motorische integratie t.h.v. de hersenstam; motorische cortex en subcorticale structuren; vegetatieve integratie mechanismen Projectwerk en scriptie Tijdens de 15 uur theorie (1ste semester) zullen de verschillende onderwerpen voorgesteld worden door de respectievelijke promotoren afkomstig uit de verschillende afstudeerrichtingen en vakkenclusters van de masteropleiding in de biomedische wetenschappen. Per onderwerp (themaonderwerpen) zal de literatuurstudie gecoördineerd worden in groepen van max. 4 studenten. De literatuurstudie start midden november en de individuele scriptie wordt uiterlijk eind april van hetzelfde academiejaar ingediend. Startliteratuur kan bekomen worden bij de respectievelijke promotoren en de coördinator.
49 |
Studie- en studentenvoorzieningen titel Cursusdienst Eerstejaars kunnen voor de aankoop van cursussen terecht bij de Cursusdienst (Campus Groenenborger, naast de cafetaria, tegenover lokaal U024 en U025). De officiële cursussen, uitgegeven door de professoren en assistenten onder de vorm van losse kopies en eventueel CD’s met illustratiemateriaal, worden er tegen minimale prijzen verkocht. Veel van dit materiaal is natuurlijk ook beschikbaar via het electronische leerplatform Blackboard. Aan de balie van de cursusdienst vind je een lijst van de cursussen met betrekking tot jouw studierichting. De cursusdienst verkoopt ook laboratoriummateriaal zoals labojassen, veiligheidsbrillen, dissectiesets, enz. Sport Je kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sporttakken beoefenen (+/- 30 sporten). Daarnaast besteden we aandacht aan representatiesport en interfacultaire competities en worden er allerhande tornooien georganiseerd evenals sportinitiaties, skistages, de 24-urenloop, Hossa-sportorganisaties... Campus Middelheim beschikt over een mooie sporthal (Sportopolis). Je kan er naar hartelust fitnessen, dansen, vechtsporten beoefenen, squashen, badminton spelen, tafeltennissen enz. Daarnaast beschikt het sportcomplex over een polyvalente zaal die ruimte biedt voor sporten zoals volleybal, handbal, basket- en korfbal, zaalvoetbal...,. Er is ook een denksportruimte (schaken, bridge,...), een ontspanningsruimte met biljart en een cafetaria voorzien. Het spreekt voor zich dat hier ook plaats is voor TD’s en andere studentikoze en culturele activiteiten.
| 50
Studie- en studentenvoorzieningen titel Computerfaciliteiten Op alle campussen van de Universiteit Antwerpen kan je gebruik maken van volwaardige computerfaciliteiten en van het elektronisch leerplatform “Blackboard”. Je vindt zowel computers in de bibliotheekruimten als in speciaal daartoe voorziene lokalen. Bovendien kan je in de bibliotheken en cafetaria’s ook draadloos surfen met je eigen laptop. Studentenrestaurants De Universiteit Antwerpen beschikt over goede studentenrestaurants waar je terecht kan voor warme en vegetarische maaltijden aan een zeer democratische prijs. De studenten kunnen terecht in het studentenrestaurant “Het Atrium” (Campus Middelheim). Een andere mogelijkheid biedt “De Passage” (Campus Groenenborger) met weliswaar een beperkter aanbod aan warme maaltijden maar met een ruime keuze aan broodjes, gebak, salades, versnaperingen en soep. De laatste jaren werd het aanbod aanzienlijk uitgebreid. Campus Drie Eiken beschikt naast een restaurant met een uitgebreide keuze aan gerechten over een uitstekende en drukbezochte cafetaria met een prachtig zonneterras.
Je kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sporttakken beoefenen.
51 |
Studentenverenigingen titel Het studentenleven aan de Universiteit Antwerpen De boog kan niet altijd gespannen staan. Zoek je wat verstrooiing en wil je het studentenleven wat aangenamer maken dan kan je je aansluiten of kennismaken met enkele studentenverenigingen van de Universiteit Antwerpen.
BIOMEDICA Als student Biomedische Wetenschappen kom je in de eerste plaats in contact met BIOMEDICA, de studentenvereniging van studenten biomedische wetenschappen. Het is een erg actieve veresniging met een clubblad en diverse activiteiten zoals TD’s en traditionele cantussen, maar ook regelmatig uitstappen en weekends. De sfeer tussen de studenten is erg goed in Antwerpen en ook afgestudeerden (zelfs assistenten en professoren) nemen soms nog deel aan de activiteiten.
VUAS Naast de eigen studentenvereniging is er ook VUAS (Verenigde Universiteit Antwerpen Studenten). Deze organisatie is een overkoepeling van ASK-Stuwer en UNIFAC (resp. de studentenverenigingen van de buitencampussen en van de Stadscampus).
-
- -
De praeses (voorzitter) en het praesidium engageren zich voor de studenten op vlak van ontspanning, begeleiding en bescherming. Zij stellen drie doelen voorop: de opmaak van de wekelijkse Snelkrant die gratis wordt verspreid en informatie biedt over de activiteiten van studentenverenigingen, beschikbare jobs bij de jobdienst, e.a.; studentenvertegenwoordiging en behartiging van studentenbelangen; instaan voor ontspanning en culturele activiteiten (bv. wekelijkse filmvertoning, jaarlijkse filmweek, go-cartrace, cocktailparty, galabal,...).
ASK - Stuwer vormt tevens de tussenschakel tussen andere studentenkringen, de studenten en de academische overheid van de Universiteit Antwerpen. Voor meer informatie kan je ook terecht op: www.vuas.be Voorts zijn er nog studentenclubs die niet aan opleidingen gebonden zijn maar studenten bijeen brengen met bijvoorbeeld gelijkaardige politieke interesses. Ook CAMPINARIA, de vereniging van kot- en homestudenten, is een naam die je ongetwijfeld zal horen vallen.
| 52
Hoe bereik je makkelijk de campussen? titel Wegbeschrijving Op de homepage van de Universiteit Antwerpen, www.ua.ac.be, vind je onder de rubriek wegbeschrijving hoe je naar één van de campussen kan rijden. Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Met de bus
De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feestdagen van 10u tot 18u. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar de website: www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt.
Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. 03 218 14 11 op weekdagen van 8u30 tot 16u e-mail:
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomsttijden kan je terecht bij de NMBS, Centraal Station: Koningin Astridplein 2, 2000 Antwerpen, tel. 03 204 20 40 of op de website: www.b-rail.be.
53 |
Plattegrond van de Stadscampus titel Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
| 54
Plattegrond van campus Groenenborger titel Hoofdadres campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen
55 |
Plattegrond van campus Middelheim titel Hoofdadres campus Middelheim Middelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen
| 56
Plattegrond van campus Drie Eiken titel Hoofdadres campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen
57 |
Bijkomende informatie titel Provinciale informatiedagen De studiebegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingen begeleiding. Informatiedagen aan onze instelling Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben meestal plaats in de lente. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostands de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data vind je op onze website onder: www.ua.ac.be/infodagen, in onze brochures en in de kranten. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de Beleidsinformatica, Informatica, Politieke Wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociaal - Economische Wetenschappen, Taal- en Letterkunde, TEW: bedrijfskunde, TEW: economisch beleid, Wijsbegeerte, Wiskunde. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij de dienst Studie-informatie. Internet Surf gerust eens naar de volgende website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be. Je vindt er uitgebreide informatie over alles wat je als student moet weten: studieaanbod, internationale programma’s, studie‑ begeleiding, voorbereidende cursussen, sociale voorzieningen, studenten leven, bibliotheken, examenreglement, enz.
| 58
Bijkomende informatie titel
STudenten Informatie Punt (STIP) Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, gebouw G 2610 Antwerpen (Wilrijk) Tel. 03 820 20 09, fax 03 820 20 92 e-mail:
[email protected] Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 gebouw D, lokaal 2.08 2610 Antwerpen (Wilrijk) Tel. 03 820 20 04, fax 03 820 24 40 e-mail:
[email protected] Onderwijscommissie Biomedische Wetenschappen Voorzitter: prof. dr. Filip Lardon (www.ua.ac.be/filip.lardon) Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 gebouw T, lokaal T3.10 2610 Antwerpen (Wilrijk) e-mail:
[email protected]
59 |
Addendum titel BIO-WETENSCHAPPEN: Door het bos de bomen zien? Bio-wetenschappen blijven groeien in de 21ste eeuw… Het is dan ook niet verwonderlijk dat de laatste jaren, naast biologie, nieuwe specialisaties en zelfs nieuwe opleidingen in de bio-wetenschappen zijn ontstaan. Dat maakt het er niet makkelijker op voor jou om die universitaire opleiding te kiezen die het best bij jouw belangstelling en vooropleiding past, als je interesse hebt voor de biologische wetenschappen. In dit addendum vergelijken we de vier bio-wetenschappelijke opleidingen aan de Universiteit Antwerpen. Uiteraard zijn er heel wat raakvlakken en grensgebieden tussen de opleidingen, maar toch hebben ze elk hun eigen karakter. Biologie Als bioloog bestudeer je het leven in al zijn facetten, gaande van het moleculaire niveau binnenin de cel tot het niveau van het hele ecosysteem en de aarde als levende planeet. Op welk niveau je ook werkt, je houdt steeds het levende organisme in het oog. Hoe zit het in elkaar? Hoe functioneert het zowel van binnen als naar buiten toe in contacten met de omgeving? Hoe is de enorme biologische diversiteit ontstaan in vorm, gedrag, levensprocessen, ecologie van planten, dieren en andere levende wezens? De biologische evolutie is het denkkader dat je kritisch gebruikt om op zoek te gaan naar verklaringen. Maar ook: wat zijn de bedreigingen voor natuur en milieu en hoe kan je een ecosysteem het best beheren? Als je gedreven bent door fundamentele nieuwsgierigheid naar de levende natuur, van cel tot ecosysteem, dan is biologie de richting voor jou. Biologie heeft heel wat raakvlakken met de samenleving, en de tewerkstelling van biologen is dan ook erg divers. Een belangrijk segment is het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek in universiteiten of onderzoeksinstellingen, via het maken van een doctoraat. In de privé-sector zijn er heel wat mogelijkheden in navorsings- en ontwikkelingswerk en in marketing, o.a. in de medische en farmaceutische sector en in industriële laboratoria. Er is ook veel vraag naar biologen bij de overheid, in studiecentra en adviesbureaus, in het bijzonder in de milieusector. Ongeveer één vierde van de biologen vindt werk in het secundair en hoger onderwijs.
| 60
Addendum titel Biochemie en Biotechnologie De basis van het leven ligt in de chemische processen die zich afspelen in een cel. De omzetting van genetische informatie naar de waargenomen eigenschappen van een organisme, de communicatie tussen cellen en de energiehuishouding die nodig is voor deze processen zijn fundamentele systemen waarover nog veel nieuws te ontdekken valt. Als er iets niet naar behoren functioneert op dit niveau, veroorzaakt dat meestal ernstige problemen voor het individu, zoals aangeboren afwijkingen. Anderzijds kan je misschien ingrijpen in deze celprocessen en zo die problemen vermijden, of de moleculaire processen op een geschikte manier exploiteren. Ben je gefascineerd door wat zich afspeelt binnen een cel, en hoe je die processen kan beïnvloeden, dan zit je goed bij Biochemie en Biotechnologie. Afgestudeerden kunnen aan de slag in het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek, in de biotechnologische- en farmaceutische industrie en in diagnostische laboratoria (klinische, milieu, agrarische, enz.). Andere mogelijkheden zijn tewerkstelling in de commerciële, technische en informaticasector, in management of leidinggevende functies en in het onderwijs. Bio-ingenieurswetenschappen Als bio-ingenieur gebruik je een brede natuurwetenschappelijke kennis om technologische en management-problemen op te lossen die zich stellen in verband met het gebruik en beheer van levend materiaal. Je leert biologische systemen kennen, van het cellulaire niveau tot het aardse milieu, vooral met de bedoeling om deze systemen op een optimale manier te kunnen gebruiken. Dat kan dan variëren van gentechnologie, over betere productiemethodes in landbouw en voedingsnijverheid, tot milieutechnologie en land- en bosbeheer. Je leert ook hoe je de ontwikkelde technologie dan in de praktijk kan toepassen, in de industrie of bij de overheid. Bio-ingenieurswetenschappen zijn in de eerste plaats ingenieurstudies. Je steunt op een grondige kennis van biologie, maar ook van wiskunde, natuurkunde en scheikunde, en je leert om die natuurwetenschappelijke kennis te integreren en toe te passen op ingenieursniveau. Wil je je interesse voor biologie graag combineren met een stevige dosis techniek, dan past een opleiding tot bio-ingenieur zeker bij jou.
61 |
Addendum titel Omwille van de brede wetenschappelijke en technische vorming hebben bio-ingenieurs een brede afzetmarkt. Naargelang hun specialisatie komen ze terecht in verschillende industriële sectoren (vb. scheikundige en farmaceutische industrie, voedingsnijverheid, waterzuivering, afvalverwerking, kwaliteitscontrole), medische laboratoria, overheidsinstellingen, landbouwkundig onderzoek Biomedische wetenschappen Als biomedicus bestudeer je het functioneren van de mens, in ziekte en gezondheid, tot op het moleculaire niveau. Je verwerft fundamenteel wetenschappelijke kennis en raakt vertrouwd met allerlei laboratoriumvaardigheden. De opleiding bereidt je voor op wetenschappelijk of technologisch onderzoek in een klinische context. Je werkt dan ook nauw samen met andere wetenschappers, artsen en apothekers. Tijdens je studies krijg je inzicht in het onderzoek naar microbiële infecties, neurologische aandoeningen, genetische afwijkingen, de invloed van milieufactoren op de mens, … Ook het belang van proefdiermodellen en hiermee gepast omgaan is essentieel in de opleiding. De moleculaire, genetische en proteoom wetenschappen komen uitgebreid aan bod, met het functioneren van de orgaansystemen bij de mens als uitgangspunt. Als je biowetenschappelijk onderzoek wilt doen waarbij de gezonde en zieke mens centraal staat en dat dicht aanleunt bij de geneeskunde, dan is Biomedische Wetenschappen de richting die je moet kiezen. Afgestudeerden gaan aan de slag als onderzoeker aan de universiteit, in de biomedisch georiënteerde industrie of het klinisch onderzoek naargelang de gekozen specialisatie. Vaak werken biomedici verder aan een doctoraal proefschrift, wat van belang kan zijn voor een verdere academische carrière of een carrière als senior onderzoeker of onderzoeksmanager in biotechnologische of farmaceutische bedrijven. Een belangrijke groep biomedici vindt ook een baan als “clinical research professional” in klinisch- of geneesmiddelenonderzoek. Verschillende biomedici vinden hun weg naar het middelbaar onderwijs waar zij als leerkracht wetenschappen aan de slag kunnen.
| 62
Addendum titel Programma en voorkennis De vier bio-wetenschappelijke opleidingen nemen elk 5 jaar in beslag (telkens 3 jaar Bachelor + 2 jaar Master). Na je Bachelorjaren kan je voor de Masteropleiding verder studeren aan de Universiteit Antwerpen of overstappen naar een andere universiteit, naargelang de specialisaties die je het best liggen. Alle programma’s zijn zo samengesteld dat een eventuele overstap naar een andere Vlaamse universiteit vlot mogelijk is. Er zijn ook beperkte overstapmogelijkheden tussen bepaalde Bio-richtingen na de Bachelor. Het zijn alle vier natuurwetenschappelijke opleidingen en een vooropleiding met voldoende wiskunde en een basis in wetenschappelijke vakken is dan ook een goede startpositie, al is het geen absolute voorwaarde. De Universiteit Antwerpen biedt overbruggingsonderwijs aan om eventuele tekorten in de voorkennis bij te schaven. Zoals bij alle academische opleidingen zijn een sterke motivatie en doorzettingsvermogen noodzakelijk om te kunnen slagen. In de programma’s van het eerste jaar vind je voor een deel gelijkaardige vakken terug, maar toch zitten er al belangrijke verschillen in de omvang (en de inhoud) van de vakken. In het tweede jaar komt de eigen discipline uitdrukkelijker op de voorgrond en vanaf het derde jaar liggen zowat alle vakken in de eigen discipline. De onderstaande tabel geeft een overzicht hoe de verschillende vakgebieden aan bod komen in de eerste drie jaren van elke opleiding (weergegeven in studiepunten, een maat voor de hoeveelheid les die je krijgt en de hoeveelheid tijd die je zal besteden aan het studeren). Hieruit kan je ook al afleiden welk programma het best aansluit bij je vooropleiding en interesse.
63 |
titel Addendum Voor gedetailleerde informatie over studie-opbouw en vakinhouden, kijk je best in de specifieke brochures van elke opleiding. Vakgebied
Biologie
Biochemie
Bioingenieur
Biomedische
Wiskunde, Informatica, Statistiek
15
16
34
5
Fysica
12
14
18
15
Chemie
15
31
21
14
Celbiologie, Biochemie, Genetica
28
88
13
28
Plant- en Dierkunde
51
10
18
5
Microbiologie
3
4
4
4
Ecologie, Aardwetenschappen
26
-
9
-
Structuur en functie van de mens
-
-
-
60
Ziekte en gezondheid
-
-
-
25
Economie
-
-
9
-
Specialisatie en ingenieursvakken
-
-
42¹
-
Keuzevakken
18
-
-
-
Stage, project etc
6
12
6
7
Andere
6
5
6
17
Totaal
180
180
180
180
¹ waarvan 30 per afstudeerrichting (chemie en voedingstechnologie, cel- en genbiotechnologie, milieutechnologie, land- en bosbeheer)
| 64