STUDIEGIDS Cohort 2014-2018
KNOWLEDGE
WISDOM
STUDIEGIDS Cohort 2014-2018
Inhoudsopgave 1. Introductie
5. Leerjaar 2
1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.3 1.4
5.1 Verdieping 5.2 Meer verantwoordelijkheid en minder begeleiding 5.3 De talen en rekenen 5.4 Stage voorbereiding 5.5 Op stage 5.6 Het doel van de stage 5.7 Formaliteiten en documenten 5.8 De begeleiding 5.8.1 Wat doet de praktijkopleider van het stagebedrijf? 5.8.2 Wat doet de mentor of stagebegeleider van school? 5.9 Verplichtingen 5.9.1 Verplichtingen van het stagebedrijf 5.9.2 Verplichtingen van de stagiair 5.10 De Beoordeling van de stage 5.11 Het stageverslag van de stagiair 5.11.1 Eisen voor het stageverslag 5.11.2 Portfoliopresentatie 5.12 Terugkomdagen 5.13 Wettelijke regelingen 5.14 Erkenning 5.15 Vragen? 5.16 Voorbeeld weekrooster jaar 2
1.5
Welkom De opleiding De visie van de opleiding op leren Jijzelf Experimenteerruimte Maatwerk Kwalificatieprofielen (KP), competenties, kerntaken en werkprocessen Uitstroomrichtingen
2. Lestijden en leeractiviteiten 2.1 2.2
Lestijden Leeractiviteiten
3. Leerjaar 1 3.1 3.1.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.3 3.3.1 3.4
Jaar 1 De introductie De leeractiviteiten De mentorgroep Het individuele mentorgesprek Workshops De talen (Cohort 2013 – 2017) Rekenen Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB) Excursies Andere leeractiviteiten Werkervaring binnen school Voorbeeld weekrooster jaar 1
4. Portfolio 4.1 4.2 4.3
Portfolio en portfoliomatrix Portfoliogesprek en voortgangsgesprek Uitstroomrichting
6. Leerjaar 3 6.1 6.2 6.3 6.4
De puntjes op de i Proef proeve jaar 3 Externe werkervaring Overige leeractiviteiten jaar 3
7. Het Impresariaat 7.1
Impresariaat KTIMpress
9. Begeleiding 9.1 9.2 9.3
Begeleiding Extra zorg en begeleiding TRON
10. Beoordeling 10.1
Beoordeling
14. Klachten, incidenten, deelnemersstatuut 14.1 14.2 14.3 14.4
Vertrouwenspersoon Incidentenregistratie Verwijzing naar deelnemersstatuut, beroepsprocedures Klachten en in beroep gaan
11. Examinering
15. Diversen
11.1 11.2 11.3
Onderwijs-en examenreglement Proeve van Bekwaamheid Beslissingen ten aanzien van het examen 11.3.1 Schriftelijk bezwaar 11.3.2 Termijnen uitspraak bezwaar
15.1 15.2 15.3 15.4
12. Administratie
16.1
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8
Voortgangsregistratie Presentieregistratie/ziek- en afmelden Afspraken tijdens lestijd Doktersverklaring Verzuimregel Melding Leerplicht Leerplicht en RM Mailadres
13. Doorstroom 13.1 13.2
Doorstroom naar verwant HBO Voorbereiding op niet verwant HBO
Locatiegids Aansprakelijkheid Apparatuur Aanschaf boeken, materialen en apparatuur
16. Namen 16.2 16.3
Plaats van IMAGO in de Noorderpoort organisatie Namen en adressen medewerkers IMAGO Docenten
1. Introductie 1.1 Welkom Welkom op de opleiding Interactief, Mediavormgeving, Applicatieontwikkelaar, Grafische Vormgeving en Ontwikkeling (IMAGO) van het Noorderpoort Kunst en Multimedia. We hopen dat je een prettige en leerzame tijd bij ons hebt. In deze gids staan allerlei belangrijke dingen over je studie, maar ook gewoon praktische zaken. Let op: door het tekenen van de onderwijsovereenkomst verklaar je dat je op de hoogte bent van de regelingen in deze studiegids en akkoord gaat met de inhoud! (Wijzigingen in planning en inhoud voorbehouden)
1.2 De opleiding 1.2.1 De visie van de opleiding op leren Wij gaan er vanuit dat studenten het beste leren in een omgeving die aansluit bij hun latere beroepspraktijk. Daarom voer je vanaf het begin in teams projectopdrachten uit, die vaak van externe opdrachtgevers afkomstig zijn. Het bouwen van websites, het maken van brochures, het realiseren van virtuele rondleidingen, instructiefilmpjes maken voor een bepaalde doelgroep, omzetten van lesmateriaal in serious games, een app voor smartphones ontwikkelen, een nieuw bedrijfslogo ontwerpen zijn hiervan voorbeelden. Zulke opdrachten voer je ook later in je beroep uit. Natuurlijk zijn die opdrachten in het begin van je opleiding eenvoudiger dan ze later zijn en krijg je er goede lessen en begeleiding bij van vakdocenten. Structuur. We gaan er ook van uit dat duidelijkheid en structuur belangrijk zijn voor jonge mensen. We werken met een elektronische leeromgeving
6
waarop je dagelijks – ook – kunt zien of er roosterwijzigingen zijn, bijzonderheden, wat je moet leren voor een toets, hoe je wordt getoetst, hoe je bij kunt houden hoe ver je bent, of je mag herkansen, wanneer de herkansingen zijn, welk huiswerk je hebt, etc. Kijk er elke dag even op.
1.2.2 Jijzelf Je krijgt de kans om aan mooie producten te werken, interessante workshops te volgen en gedegen onderzoek uit te voeren. Je leert gebruik te maken van vakdeskundigen en coaches. Maar of jij echt iets leert hangt vooral van jezelf af. Aan jou de uitdaging om alle kansen die de opleiding je biedt te pakken.
1.2.3 Experimenteerruimte Jaar 1 staat in het teken van ontdekken wie je bent en wat je kunt; waar je talent ligt, of je een keiharde werker bent en of je hier thuis hoort. Je krijgt voortdurend feedback op deze punten. Je ontdekt wat er in je zit, waar je passie en plezier ligt en of je je kunt houden aan de presentieregeling. Na de eerste 30 weken van je opleiding maak je de keuze van je uitstroomrichting. Na deze 30 weken weet je zeker dat je deze richting op wilt en ga je je professioneel als vakman/vakvrouw ontwikkelen en prestaties van niveau leveren, dit duurt tot de eerste 10 weken van het 2de leerjaar. Hierna ga je in het 2e deel van het jaar op stage. In jaar 3 ontwikkel je je verder en krijg je veel verdiepende stof aangeboden, tevens ben je dan 25 weken werkzaam in het Productiehuis. De laatste 15 weken van dit jaar zet je de laatste stappen die nodig zijn om toegelaten te worden tot de examinering en door het uitvoeren van een proeve van bekwaamheid laat je zien dat je in staat bent zelfstandig je beroep uit te kunnen voeren ofwel klaar bent om door te stromen naar het HBO.
1.3 Maatwerk De school kijkt samen met jou naar waar jij al competent in bent, wat jij nodig hebt binnen de opleiding om je verder in te ontwikkelen, welke workshops daarbij horen en wanneer je op stage mag. Kortom maatwerk. We sluiten het liefst aan bij jouw belangstelling, kwaliteiten en leerstijl, omdat dat het meeste plezier en resultaat oplevert. De school heeft ook de plicht je goed voor te bereiden op de exameneisen, zodat je met een diploma de school verlaat. We zoeken steeds naar een mix van wat jij als student belangrijk vindt om te leren en wat de school en het werkveld belangrijk vinden.
1.4 Kwalificatieprofielen (KP), competenties, kerntaken en werkprocessen Het kwalificatieprofiel beschrijft wat jouw beroep inhoudt. In een aantal kerntaken staat beschreven (zie bijlage 2) wat je moet kunnen om een (beginnend) professioneel beroepsbeoefenaar te worden. Bij elke kerntaak horen de werkprocessen die exact beschrijven wat je hiervoor nodig hebt en wat je moet doen. Competenties zijn een mengsel van houding, vaardigheden, kennis en motivatie. Je ontwikkelt tijdens je opleiding alle competenties die je nodig hebt om de werkprocessen, goed uit te kunnen voeren. Er zijn voor alle studierichtingen in het MBO 25 (dezelfde) competenties beschreven, deze zijn landelijk vastgesteld door de Minister van Onderwijs. Die zijn dus nogal algemeen van aard. Door de erbij gevoegde werkprocessen worden ze voor elk beroep specifiek en geplaatst in een context.
1.5 Uitstroomrichtingen Vaak zijn er een paar uitstroomrichtingen (= specialisaties) binnen een hoofdrichting mogelijk. Bij mediavormgeving kun je je specialiseren in grafische, animatie, audiovisuele en inter-actieve vormgeving. Bij de hoofdrichting applicatie en mediaontwikkeling(AMO) kun je je specialiseren als applicatieontwikkelaar, gameen mediadeveloper.
7
2. Lestijden en leeractiviteiten 2.1 Lestijden
2.2 Leeractiviteiten
De lestijden zijn van maandag tot en met vrijdag, dagelijks minimaal 6 klokuur, van 9.00-12.45 uur (incl. 15 minuten pauze) en van 13.15 tot 16.00 uur. Er is een studiebelasting (SBU) vastgesteld door de minister van 40 uur per week en 1000 uur per jaar. Er zijn wekelijks 30 klokuren les. In de onbegeleide uren, die je per week aan je opleiding moet besteden, wordt van je verwacht dat je afmaakt wat je op school niet op tijd af kreeg, leert voor toetsen, verslagen schrijft, je portfolio bijwerkt e.d.
• Je neemt deel aan de vaste mentorgroep • Je volgt wisselende workshops gericht op je afstudeerrichting • Je volgt workshops die niet met je eigen afstudeerrichting te maken hoeven te hebben, maar wellicht in het kader van activiteiten t.b.v. het productiehuis nodig zijn • Je volgt lessen Nederlands, Engels, Rekenen en LLB. • Je hebt individuele mentorgesprekken: in het eerste jaar 1 keer per 4 weken en in het tweede jaar 1 keer per 10 weken • Je werkt in tweetallen of werkgroepen aan meerdere onderzoeksopdrachten • Je werkt je portfolio bij, schrijft reflecties, evaluaties en verslagen • Je werkt in opdracht van externe opdrachtgevers van je eigen of een andere richting aan een product, presentatie of game • Je neemt verplicht deel aan activiteiten die ten dienste staan van de school en/of jezelf zoals: Open Dagen, voorlichtingen op het VMBO, schoolkrant, website, excursies etc.
Elk schooljaar is verdeeld in 4 periodes van 9 á 10 lesweken. De eerste 7 weken zijn lesweken. Week 8 is een toetsweek en in week 9 en 10 vinden de projectweken plaats. Verder vinden in deze weken de toetsbesprekingen en de portfoliogesprekken plaats, evenals de evaluaties.
3. Leerjaar 1 3.1 Jaar 1 Het jaar is verdeeld in 4 periodes, waarin alle leeractiviteiten zijn ingeroosterd.
3.1.1 De introductie De eerste week staat in het teken van de introductie. Doel van de introductie is dat je kennismaakt met je medestudenten en docenten, dat je het gebouw en al haar voorzieningen leert kennen, dat je met elkaar de leefregels afspreekt, dat je informatie krijgt over jaarprogramma, lestijden, rooster en een eerste kennismaking met werkvormen als portfolio, onderzoeksopdrachten en projecten.
8
3.2 De leeractiviteiten
3.2.5 Rekenen
3.2.1 De mentorgroep
Rekenen is een verplicht leergebied, waarvan alle onderdelen via een centraal examen getoetst worden. Het vereiste niveau is 3F.
De StudieLoopBaan groep (SLB) In de SLB-groep worden o.a. praktische zaken geregeld als aanwezigheidsregistratie, roosterzaken, planningszaken en afspraken met je mentor voor je individuele mentorgesprek. Hierna wordt de les opgestart. In het algemeen wordt de theorie behandeld waarna dit in de praktijk uitgewerkt gaat worden.
3.2.2 Het individuele SLB-gesprek. De SLB-er is je coach, vraagbaak en ook je beoordelaar van bijvoorbeeld je portfoliopresentaties. Hij begeleidt de SLB-groep en heeft vierwekelijks individueel contact met je over je planning, voortgang en ontwikkeling. Bij je SLB-er kun je met alles terecht: vreugde en verdriet, tegenslagen en meevallers, twijfels en conflicten. Als je ouders of verzorgers vragen hebben kunnen ze ook bij hem/haar terecht. Je mentor kent jouw toekomstige beroep goed, van daaruit beoordeelt hij/zij je voortgang en ontwikkeling.
3.2.3 Workshops Er zijn voor elke studierichting een aantal verplichte vakgerichte workshops. De workshops worden binnen het reguliere rooster aangeboden.
3.2.6 Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB) Er worden op een MBO niet alleen eisen gesteld rond een beroep. De school heeft ook de plicht je voor te bereiden op je leven als volwassene, als burger in onze samenleving. Je moet je (later) immers zelfstandig kunnen redden in deze wereld. Aan de hand van allerlei activiteiten ontwikkel je je op de burgerschapscompetenties. Leren en loopbaan komt gedurende de hele opleiding aan bod. Vooral met je mentor wordt gekeken naar het juiste traject voor jou: wat moet je ontwikkelen voor je vervolgopleiding of passend werk, hoe ontwikkel je je portfolio map enz. Leren Loopbaan en Burgerschap valt onder de examenregeling.
3.2.7 Excursies Je bezoekt jaarlijks een culturele gebeurtenis als onderdeel van je opleiding. Je doet daarnaast binnen schooltijd ook met je klas excursies. Geef dus aan wat jij graag wilt bezoeken! Je schrijft altijd een recensie over wat je gezien of bezocht hebt.
3.2.4 De talen Je krijgt in jaar 1 zowel Nederlands als Engels. Je krijgt 5 onderdelen te weten schrijven, lezen, luisteren, gesprekken en presenteren. Alle onderdelen worden behandeld en zo nu en dan diagnostisch getoetst. Nederlands en Engels zijn examenvakken (zie hiervoor jaar 3).
9
4. Portfolio 3.3 Andere leeractiviteiten
4.1 Portfolio en portfoliomatrix
3.3.1 Werkervaring binnen school Je opleiding vindt plaats in zogenaamde leergroepen die in de eerste 30 weken multidisciplinair zijn samengesteld . Daarin worden presentaties en producten ontwikkeld en aan het publiek getoond. Studenten zijn verplicht hand- en spandiensten te verlenen. In de eerste plaats omdat je ervan leert, maar ook gewoon omdat zonder hulp van de studenten een opleiding niet kan draaien. Het gaat hierbij om bv: onderhoud van materialen, Open Dagen, Onderwijsbeurs, voorlichtingen, bezoek van andere scholen, barbeheer en catering, publieksbegeleiding tijdens showcases en exposities, deelnemerenraad etc.
Je houdt vanaf het begin van de opleiding een portfolio bij. Vanaf het 2de blok presenteer je deze aan docenten en een groep medestudenten. Een portfolio is een verzamelmap van bewijzen, verslagen, beoordelingen en reflecties, waarmee je je ontwikkeling binnen het vakgebied kunt aantonen. Je presenteert aan de hand van de zogenaamde leerlijnen je voortgang en ontwikkeling. Waar sta ik? Ben je een beginner, een gevorderde of een jong professional. Bewijsmateriaal in je portfoliomap bestaat uit o.a. : • persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) • beoordelingen van workshops, reflecties daarop • onderzoeksopdrachten, beoordeling en reflectieverslagen, onderzoeksverslag • verslagen van begeleidingsgesprekken, die je hebt met je mentor • procesverslagen van opdrachten die je hebt uitgevoerd: samenwerking, je bijdrage, je rol; de beoordeling van je prestaties • verslag van en reflectie op je werkervaring , werkervaringsregistratie
3.4 Voorbeeld weekrooster jaar 1
10
Uur
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
9.00 - 10.30
Illustrator/beeldgrammatica
tekenen
3D
portfolio
mediakennis
10.30 - 10.45
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
10.45 - 12.45
Illustrator/beeldgrammatica
tekenen
3D
portfolio
mediakennis
12.45 - 13.15
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
13.15 - 15.15
flash
deskresearch
nederlands/ rekenen
llb
video
15.15 - 16.00
flash
deskresearch
nederlands/ rekenen
llb
video
• verslag van en reflectie op je eigen portfoliopresentaties: wat krijg je te horen, wat neem je ervan mee, hoe zet je het commentaar weer in bij een volgende bespreking • verslag/recensies van excursies • verslag van ontwikkeling t.a.v. de burgerschapscompetenties • wat verder bijdraagt aan een beeld van je ontwikkeling als student binnen een van de studierichtingen • je presentieoverzicht: ben je voldoende aanwezig? • alles dat bijdraagt aan het aantonen van je ontwikkeling en je reflectie daarop
4.2 Portfoliogesprek en voortgangsgesprek Elk blok wordt vanaf het 3de blok afgesloten met een portfoliogesprek. In dit portfoliogesprek presenteer je je portfolio, je voortgang en je producten aan docenten. De vorm waarin dit gebeurt kan verschillen. Je presenteert aan de hand van de zogenaamde leerlijnen je voortgang en ontwikkeling. Waar sta je? Ben je een beginner, een gevorderde of een jong professional. Je presenteert waar je nu staat en wat moet je verder ontwikkelen? Waar moet je meer aandacht aan besteden? Wat ging heel goed? Belangrijk daarbij is je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Je geeft voor elk blok aan waarin je je verder wilt ontwikkelen en welke leerlijnen je wilt bewijzen en aftekenen. De leerlijnen geven de route aan waarlangs je je moet ontwikkelen. Deze zijn gekoppeld aan de 25 competenties.
4.3 Uitstroomrichting Aan het eind van het 1e schooljaar maak jij de keuze samen met je mentor welke uitstroomrichting je kiest.
11
5. Jaar 2 5.1 Verdieping
5.3 De talen en rekenen
Behalve dat je de eerste 30 weken weer andere workshops en lessen krijgt ziet de week er ongeveer hetzelfde uit als de eerste 30 weken. Het gaat nu om verdieping en uitbouwen van je opgedane competenties: beter worden in de richting die je hebt gekozen, een vak gaan beheersen, de diepte in gaan, het onderste uit de kan halen en over de grenzen van je eigen richting heen kijken. Bij de start van de specialisatie moet het goed zitten met je discipline: je bent er, je hebt je dingen op tijd af en je houdt je aan afspraken. Wat geldt voor de ontwikkeling van je visie en vaardigheden, geldt ook voor kennis. Je toetst zo je eigen mening aan die van anderen. Je leert discussiëren: Wat zijn interessante ontwikkelingen en welke visies zitten daar achter?
Voor Nederlands wordt er gewerkt aan (verdieping) van de onderdelen presenteren en gesprekken. Je kunt in dit jaar de docenten voor Nederlands en moderne vreemde talen nog wel consulteren en de theorielessen blijven doorgaan.
5.2 Meer verantwoordelijkheid en minder begeleiding Je krijgt meer verantwoordelijkheid en minder begeleiding in deze periodes. Het aantal mentorgesprekken wordt minder, namelijk 1 keer per 8 weken en je trekt zelf vaker aan de bel als je wilt overleggen over twijfels of stappen die je gaat zetten. De opleiding geeft meer ruimte voor een eigen invulling: je schrijft je in op vraag van buiten af (externe opdrachten) of formuleert zelf projectvoorstellen. De onderzoeksopdrachten worden uitgebreider en diepgaander. De excursies zoek je vaker zelf uit als groep. Wellicht heb je je al zodanig ontwikkeld dat jezelf workshops voorbereidt en verzorgt t.b.v. eerstejaars of toekomstige studenten.
12
5.4 Stage voorbereiding Je stelt je in het eerste 10 weken van jaar 2 goed op de hoogte van de eisen die stagebedrijven aan je stellen. In deze periode van het jaar krijg je in een aantal bijeenkomsten informatie over je stage, sollicitatietrainingen, rechten en plichten, stagemarkt enz. In principe zoek jezelf een stageplaats. Je SLB-er of stage coördinator kan je helpen indien dit niet lukt.
5.5 Op stage Je hebt zelf of samen met je SLB-er een stageplaats gevonden die voor jouw ontwikkeling geschikt is. Dit kan een bedrijf zijn, maar ook een (eigen) project via het impresariaat zijn. Je zet de puntjes op de i doordat je als stagiaire langdurig de praktijk instapt. Met de opleiding en je praktijkbegeleider maak je afspraken op maat over je begeleiding en beoordelingsmomenten. Er is 1 keer per stage een terugkomdag: je bespreekt hier met je klasgenoten het wel en wee van je stage, voortgang en lief en leed. Verder zullen er thema’s en vakgerichte zaken behandeld worden. Tevens wordt je tijdens de terugkomdag beoordeeld op een onderdeel van je nederlandsexamen, te weten: presenteren.
5.6 Het doel van de stage
5.8 De begeleiding
Het doel van de stage is hetzelfde als het doel van het leren op school: studenten in de gelegenheid stellen zich te bekwamen in de kerntaken en werkprocessen die bij het beroep horen (Zie voor kerntaken en werkprocessen achterin deze studiegids). In de praktijk moeten de professionele omgeving, de professionele eisen en de collegiale ondersteuning tot leerervaringen en ontwikkeling leiden.
Tijdens de stage krijgt de stagiair begeleiding van het stagebedrijf (de praktijkopleider) en van school (mentor of stagebegeleider). De praktijkopleider begeleidt de stagiair bij de dagelijkse werkzaamheden op de stageplaats.
5.7 Formaliteiten en documenten • In het stagehandboek staat alles omtrent verplichtingen, afspraken, leerdoelen, beoordelingen, welke praktijkopdrachten je dient te doen • Stageplan: In je stageplan licht je toe hoe en waar/ bij welk stageadres je aan de opdrachten zoals door de opleiding geformuleerd gaat werken. • Stagiair, praktijkopleider en mentor leggen in de Praktijkovereenkomst (POK) de formaliteiten rondom de stage vast. • Voortgangsrapportage: stagiair en praktijkopleider leggen maandelijks in dit formulier vast hoe de voortgang en ontwikkeling is • Tussentijds en eindbeoordelingsformulier: Stagiair en mentor leggen de formele beoordeling vast • Eindstageverslag: aan de hand van o.a. beoordelingsformulier en logboek wordt in 1 verslag het totale stageperiode met de bijbehorende opdrachten omschreven • Portfoliopresentatie: de student laat aan overige studenten en mentor zien wat hij in zijn stageperiode gedaan heeft en hoe hij het derde jaar ingaat.
5.8.1 Wat doet de praktijkopleider van het stagebedrijf? • Hij heeft zicht op de functie van de stagiair binnen het stagebedrijf • Hij kijkt samen met de stagiair naar de leerdoelen in het stageplan welke de stagiair voor de stage heeft gemaakt • Hij voert minstens een keer in de maand een begeleidingsgesprek met de stagiair om te zien of alles goed gaat • Hij is bereid een start en eindgesprek te voeren met de school. Bij uitzondering ook mogelijk via e-mail of telefoon, maar bij voorkeur persoonlijk • Hij geeft een eindoordeel over de stage van de stagiair. De school geeft op basis van het eindgesprek het definitieve oordeel • Hij is contactpersoon voor de school
5.8.2 Wat doet de mentor of stagebegeleider van school: • Hij voert een start, (eventueel) tussentijds, en eindgesprek met praktijkopleider en stagiair, bij voorkeur op het stagebedrijf • Hij bespreekt op de terugkomdagen de vorderingen met de stagiair en thema’s die betrekking hebben op de stage • Hij is aanspreekpunt voor het stagebedrijf en de stagiair bij vragen en/of problemen • Hij voert het eind stagegesprek met de stagiair en de portfoliopresentatie
13
Voorst
ellin
gen
Inform
De Gr iezels Voor / Floor wi tje op Duur e: weg na :
atie en
Conc
Works ho
groep 45 mi 4 t/m 8 nuten
ps
Duur : Groe ps
2014
groep 45 mi 8 nuten
er
SamoJ t Voor wi Duur e: :
grootte
Kosten
Prijz en
ar de toven aar/ We groep lturuste 30 mi 1 t/m 6 n nuten
Sprake Voor loos wi Duur e: :
:
1 dagd max. eel 15 kin de
:
Eem vo Work orstelling/ ren sh concer Een vo op t Een vo orstelling 175 eu + orste lling 1 workshop 45 eu ro + 2 wo ro Alle vo rkshop : 20 s: 24 0 euro Het co orstellinge 0 euro ncert n kunn vereist en wel tec zonder en hniek me . De ko t thechnie sten zij k n exclu worden ge spee sief tec Noor hniek ld. de . KTiM rpoort Ku pr nst en Verze ess Mu ltim tsstri edia jde 9728 AG Gr rslaan 2 oning en Voor aa 050-5 nmelden 205507 of inf of 06-53 ormatie 641582 : ktimpre Boek ss@no en ka n vana orderp f 15 ma oort.nl Logo art tot door: Joyce Flyer 11 jun door: Groef i. Iris sma, Nijbu
rg en
2014
Mirei Regin lle Heemstr a Sch erpenz a en Ilse Bo eel nth
uis
Het Raadse l
Je Je be best stee vr vrien iendi dinn wo word rd ve verm rmist ist... ... W Wat at zo zouu jij jij do doen en?? Iris Nijburg, Ja Regina Sche na Kuiper, Renke Wa lstra, rpenzeel en Marleen Sp eelman
Bekijk deze film op yout https://www ube: .youtube.c om/watch?v =MpcpKJq Yn
gY
5.9 Verplichtingen
5.10 De Beoordeling van de stage
Er zijn enkele verplichtingen waar stagebedrijf en stagiair zich aan dienen te houden.
Natuurlijk wordt de stage beoordeeld. Er vindt een tussentijdse en een eindbeoordeling plaats. Hierin kijkt de school naar de volgende zaken: • Heb je je als stagiair voldoende ontwikkeld tijdens de stage op de kerntaken en werkprocessen die gelden voor je opleiding • Het adviesoordeel van de praktijkopleider op basis van de stage, het stageverslag en het eindgesprek. Uiteindelijk bepaalt de school de eindbeoordeling van je stage, uitgedrukt in een goed, voldoende of onvoldoende. Bij een onvoldoende worden door school aanvullende eisen gesteld.
5.9.1 Verplichtingen van het stagebedrijf: • Het bieden van een introductieperiode/ programma • Het houden van een maandelijks begeleidingsgesprek met de stagiair, zodat deze zich kan blijven ontwikkelen, dit gebeurt aan de hand van een voortgangsrapportageformulier. Dit formulier stuurt de student steeds op naar de mentor. Hierin vermeldt staat de voortgang, ontwikkeling op de leerdoelen, komende planning etc. • Het bieden van mogelijkheden in het werk om aan de leerdoelen uit het stageplan te werken • Het geven van duidelijke feedback aan de student op punten die voor het functioneren in het bedrijf/de organisatie van belang zijn • Het direct inschakelen van de school als er zich problemen voordoen tijdens de stage • Het houden van een begin- en eindgesprek met de school
5.9.2 Verplichtingen van de stagiair • Je maakt voordat je aan de stage begint een stageplan (volgens het format van de school) • Je neemt actief deel aan de begeleidingsgesprekken met de praktijkopleider van het stagebedrijf • Je stuurt de door de praktijkopleider ondertekende voortgangsrapportages n.a.v. je begeleidingsgesprekken steeds op naar je mentor • Je houdt een logboek bij waarin je beschrijft wat je gedaan en geleerd hebt en aan de leerlijnen hebt gewerkt • Je maakt een eind stageverslag en houdt een portfolio bij
Ook wordt het nederland instellingsexamen, gespreksvoering, afgenomen.
5.11 Het stageverslag van de stagiair Het stageverslag lever je minimaal een week voor het eindgesprek in bij je stagebegeleider. Dit verslag is de basis van het eindgesprek. Het doel van het stageverslag is: voor jezelf en school helder maken wat je hebt geleerd. Je ontwikkeling op de leerlijnen is richtlijn voor het schrijven van je verslag.
5.11.1 Eisen voor het stageverslag: • Een titelblad met in ieder geval: Je naam, opleiding, leerjaar, stageperiode, stagebedrijf/ stagebedrijven, praktijkopleider(s) en de contactgegevens van je praktijkopleider(s) • Een inhoudsopgave • Een inleiding • Een korte omschrijving van je stagplaats(en): wie zijn ze, wat doen ze en wie werken er? • Een omschrijving van de leerdoelen die je in je stageplan hebt gesteld en eventuele leerdoelen die tijdens je stage naar voren zijn gekomen.
15
Je geeft hierin aan wat jij tijdens je stage hebt geleerd. Wat vond je moeilijk en wat vond je makkelijk? Hoe heeft je ontwikkeling op de leerlijnen eruit gezien? • Een korte omschrijving van de taken, werkzaamheden en verantwoordelijkheden die je hebt gehad tijdens je stagejaar • Een conclusie. Je benadrukt hierin de belangrijkste punten van je stagejaar • Je logboek •Je verslag is maximaal 6.500 woorden exclusief titelblad, inhoudsopgave en bijlagen. (NB Zie voor een uitgebreide beschrijving het stagehandboek)
5.11.2 Portfoliopresentatie Je rond je stagejaar af door een portfoliopresentatie aan een groep medestudenten. Je laat zien waar je ontwikkeling is, wat je specifiek geleerd hebt tijdens de stage en waar je in je examenjaar (nog) aan wilt werken.
5.12 Terugkomdagen Om ervoor te zorgen dat school een goed beeld van je stage krijgt, organiseren wij terugkomdagen voor de stagiaires. Op deze dagen kom je op school om over je vorderingen te vertellen aan je stagebegeleider en aan je klasgenoten. Bovendien behandelen deSLBers af en toe thema’s die verband houden met stage of met je toekomstige examinering. Deze terugkomdagen zijn verplicht. Mocht je verhindert zijn dan neem je contact op met je mentor.
5.12.1 Planning terugkomdagen cohort 2014 – 2015 De planning wordt jaarlijks vastgesteld en gepubliceerd in het jaarrooster van betreffende cohort.
16
5.13 Wettelijke regelingen Voor de stage zijn een aantal zaken wettelijk of in het schoolreglement geregeld: • Er dienen aan het begin van de stage drie praktijkovereenkomsten (POK’s) getekend te worden door de school, het stagebedrijf en de stagiair. Alle partijen houden een exemplaar en gaan hierdoor akkoord met de voorwaarden bij de POK • De stage beslaat minimaal 1000 uur. • De student mag stagelopen bij verschillende bedrijven • De student houdt zich aan de regels en normen en waarden die gelden binnen het stagebedrijf • Het stagebedrijf hoeft zich niet aan de schoolvakanties en andere vrije dagen te houden, maar dient dit wel te overleggen met de stagiair
5.14 Erkenning Een stagebedrijf moet erkend zijn voor de studierichting van de stagiair door het betreffende kenniscentrum. Het kenniscentrum voor de opleiding Mediavormgeving en Applicatie- en mediaontwikkeling/gamedeveloper is GOC (http:// www.goc.nl). Bij het kenniscentrum kan een erkenning via de website worden aangevraagd. De stagecoördinator van de opleiding onderhoudt contacten met het kenniscentrum en kan zodoende ook de erkenning regelen.
5.15 Vragen? De stagecoordinator van school is ten alle tijden bereid vragen te beantwoorden, ook kan het stagebedrijf of de student vanzelfsprekend bij de mentor terecht (zie voor telefoonnummer en adresgegevens achterin deze gids).
5.16 Voorbeeld weekrooster jaar 2 Uur
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
9.00
tekenen
animatie
Engels
beeldgrammatica
portfolio
10.30
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
10.45
tekenen
animatie
engels
beeldgrammatica
portfolio
12.45
pauze
pauze
pauze
pauze
pauze
13.15
project
illustrator
indesign
3D
photoshop
13.30
tekenen
illustrator
indesign
3D
photoshop
15.15
einde
einde
einde
einde
einde
17
6. Jaar 3 6.1 De puntjes op de i Je ontwikkelt wat je nog onvoldoende beheerst, je leert een eigen bedrijf op te zetten, je financiën daarbij op orde te houden, te netwerken, een workshop te geven over je vak, te solliciteren en/ of je voor te bereiden op het HBO. Je stelt een toelatingsportfolio op, als dat voldoende is bereid je je voor op de examentoetsen ofwel de Proeve van Bekwaamheid.
6.2 Productiehuis Tijdens het 3de jaar ben je bezig met externe opdrachten in het Productiehuis. Hierin neem je zelf opdrachten aan en heb je contact met opdrachtgevers, je maakt je eigen moodboard dit gepitcht wordt, waarna de opdrachtgever een van de opdrachten aanvaard. Binnen het Productiehuis wordt de werkelijkheid nagebootst. Dit betekent dat je je tijd goed moet calculeren en de opdrachtgever duidelijk vertellen wat mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Ondernemersvaardigheden zijn hierbij onontbeerlijk. Hiervoor is een vast programma ontwikkeld, dat al start in het 3de leerjaar. In het Productiehuis voer je opdrachten uit in verschillende samenstellingen en met verschillende disciplines.
6.3 Miniproeve jaar 3 In het derde leerjaar krijg je de gelegenheid aan een miniproeve te werken. Je maakt dan bijvoorbeeld een product waarmee je laat zien waar je staat en wat je in het afgelopen jaar hebt ontwikkeld. Je docenten en of externe praktijkdeskundigen beoordelen deze mini proeve. Dit doen zij aan de hand van de criteria van de echte proeve: de opdracht/opdrachten die je voor je examen krijgt. Aan de hand van de
18
kerntaken, werkprocessen wordt gekeken waar jij nu staat, wat moet je verder ontwikkelen, kan je al door naar een volgende periode, of blijkt dat deze opleiding wellicht toch niks voor jou is? In een persoonlijk gesprek wordt dit door de beoordelaars na afloop van de miniproeve aan jou uitgelegd. Het is tevens een middel om al vroegtijdig te oefenen en om te leren gaan met onze wijze van examineren en wat je toekomstige beroep inhoudt! De beoordeling van de kwaliteit van jouw bijdrage aan de miniproeve bepaalt of je op stage mag. Als dat nog niet het geval is krijg je een advies waar je hard aan moet werken. Dat kan kennis, een vaardigheid maar ook een houdingsaspect zijn.
6.4 Externe werkervaring In dit leerjaar vervolg je verder je opleiding binnen de uitstroomrichting en verfijn je je kennis en vaardigheden. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om de 1e jaars studenten aan te sturen. Ook wordt in het 3e jaar ondernemersvaardigheden als rode draad aangeboden. De multidisciplinaire groepen worden als startende ondernemers behandeld met externe opdrachten.
6.5 Overige leeractiviteiten jaar 3 Van leerjaar 1 tot 3 krijg je de mogelijkheid lessen te volgen en de examens voor Nederlands en Engels af te leggen. Dit kan bv als je versneld afstudeert. Bij Nederlands vindt er centrale en/of instellingsexaminering plaats voor de onderdelen Lezen, Luisteren en Schrijven. De onderdelen Presenteren en Gesprekken worden in de vakrichting zelf afgetoetst middels bv het presenteren van een onderzoek of stageopdracht. Het eindcijfer wordt een gemiddelde van deze examens. Bij Engels worden alle 5 onderdelen door de theoriedocent geëxamineerd middels instellingsexamens. Een onderdeel afgerond en afgesloten met een voldoende examentoets betekent geslaagd voor dat onderdeel. Je dient 3 van de 5 onderdelen met een voldoende af te sluiten, maar bent verplicht alle 5 onderdelen uit te voeren! Rekenen wordt alleen centraal geëxamineerd. Om je diploma te behalen mag het eindcijfer voor Nederlands of Rekenen een 5 zijn, maar dan moet het andere cijfer minimaal een 6 zijn. De examinering van de talen en rekenen kan naast de Proeve van Bekwaamheid lopen.
7. Het Impresariaat 7.1 Impresariaat KTIMpress Het Noorderpoort Kunst en Multimedia hebben een eigen Impresariaat onder de naam KTIMpress. Dit is een erkend leerbedrijf. Wellicht heb je geen formele stageplaats maar wil je heel graag zelf een product ontwikkelen of maken. In overleg met je mentor dien je een plan in met daarin doelstelling, wat wil je maken, wat heb je ervoor nodig, wat zijn mogelijkheden onmogelijkheden, hoe ga je het financieren etc.
Indien het impresariaat het plan goedkeurt mag je aan de slag. Je maakt dan ook formeel stage uren. Aan het eind van deze stageperiode maakt je een eindverslag. Daarnaast bemiddelt het impresariaat tussen markt en student, tussen vraag en aanbod. Heb je een goed product? Dan kan je via het impresariaat proberen dit in de markt te zetten, dus te verkopen. Ook kan je een profiel op de site van het impresariaat zetten waardoor een potentiële opdrachtgever jou misschien wil inhuren. Het impresariaat krijgt ook veel opdrachten binnen. Deze worden uitgezet binnen de uitstroomrichtingen en van daaruit wordt er door de student aan gewerkt. Je dient altijd in overleg te blijven met je mentor of het impresariaat over activiteiten die je onderneemt buiten school, maar die wel een relatie hebben met school. Heb je een leuk idee voor een opdracht dan moet je eerst overleggen met je mentor en het impresariaat. Dit doen we ook om je te beschermen. Indien je buiten school gevraagd wordt om contracten of andersoortige verbintenissen te tekenen vragen we je dit eerst met school te overleggen. Omdat de school in jou investeert, vragen we ook in ons en dus ook weer in jezelf te investeren. We verwachten dat je de producten die je in het kader van het onderwijs hebt ontwikkeld voor de school in te zetten wanneer dit nodig mocht zijn. (bv voor een onderwijsbeurs, Noorderpoortjaarprijs, lesbezoekdagen)
19
8. Examinering 8.1 Toelating tot het examen (proeve van bekwaamheid) In je opleidingsportfolio zit al het bewijs van je ontwikkeling van de voorgaande jaren. Samen met je SLB-er en medestudenten gebruik je de Studie Loopbaan Begeleiding om je portfolio compleet en in orde te maken. Je hebt verklaringen nodig met handtekeningen van verantwoordelijk (vak)docenten die bevestigen dat jij dat onderdeel (voldoende) hebt afgerond of aan je inspanningsverplichtingen hebt voldaan. Naast je SLB-er is er een meelezer op het opleidingsportfolio. Deze meelezer kijkt ook of het opleidingsportfolio compleet is. Op basis hiervan wordt je aan het team van IMAGO (als gedelegeerde van de examencommissie) voorgedragen voor het beroepsdeel van het examen. Je moet je opleidingsportfolio uiterlijk voor 1 februari hebben ingeleverd.
8.1.1 Aanvang Examen Na dagtekening van de brief waarin staat dat je bent toegelaten tot de examinering moet je de documenten mbt de Proeve van bekwaamheid op halen en je ontvangt dan instructies hierover van je examencoördinator (=mentor). Na het ontvangen van de documenten en instructies moet je binnen 4 weken je examenplan schrijven en inleveren zodat je daadwerkelijk van start kunt met je examinering. Overschrijd je deze termijn dan zijn we genoodzaakt je “ onder de norm” in te schrijven. Dit laatste houdt in dat we je uitschrijven en geen lessen en ondersteuning meer bieden, maar je alleen nog de kans krijgt je diploma te halen. Je moet je zelf afmelden bij de DUO aangezien je anders onterecht studiefinanciering ontvangt. Zodra je examenplannen zijn goedgekeurd gaat de looptijd (= maximale duur) van je Proeve in:
20
deze verschilt per richting. Vraag dit aan je examencoördinator!
8.1.2 Proeve van bekwaamheid De proeve vindt plaats op school maar wel altijd met een externe opdracht. De proeve verschilt per opleidingsrichting maar kan uit de volgende onderdelen bestaan; • het uitvoeren van een externe opdrachtgever, zoals het bouwen van een website, reclameontwerp, game e.d. • het meewerken aan een professioneel interdisciplinair groepsproduct • het ontwerpen en maken/uitvoeren van een individueel product, presentatie • leiding geven aan een project • organiseren of regelen van een gameevenement • een reflectiegesprek De onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid worden ook door deskundigen uit de beroepspraktijk beoordeeld.
8.1.3 Kosten Proeve van Bekwaamheid Voor onderdelen van je Proeve van bekwaamheid kan het zijn dat je kosten moet maken: bijvoorbeeld je wilt specifieke apparatuur huren. Deze kosten dien je zelf op te brengen. Echter je kunt uit je doelbijdrage een bedrag terugkrijgen om voor een deel hierin te voorzien.
8.1.4 Examinering talen en rekenen Mocht je nog niet in de gelegenheid zijn geweest de talen en rekenen af te ronden dan krijg je de mogelijkheid nog lessen te volgen en de examens voor Nederlands, Engels en rekenen af te leggen. Bij Nederlands vindt er centrale en/of instellingsexaminering plaats voor de onderdelen
Lezen, Luisteren en Schrijven. De onderdelen Presenteren en Gesprekken worden in de vakrichting zelf afgetoetst middels bv het presenteren van een onderzoek. Het eindcijfer wordt een gemiddelde van deze examens. Bij Engels worden alle 5 onderdelen door de theoriedocent geëxamineerd middels instellingsexamens. Een onderdeel afgerond en afgesloten met een voldoende examentoets betekent geslaagd voor dat onderdeel. Je dient 3 van de 5 onderdelen met een voldoende af te sluiten, maar bent verplicht alle 5 onderdelen uit te voeren! Rekenen wordt alleen centraal geëxamineerd. Om je diploma te behalen mag het eindcijfer voor Nederlands of Rekenen een 5 zijn, maar dan moet het andere cijfer minimaal een 6 zijn. De examinering van de talen en rekenen kan naast de Proeve van bekwaamheid lopen, je kunt dit dus nog afronden nadat je alle Proeve onderdelen hebt doorlopen.
Mail in voorkomende gevallen naar:
[email protected]
8.1.5 Examinering Ondernemersvaardigheden Ondernemersvaardigheden vormen onderdeel van het kwalificatiedossier. Studenten van deze richtingen worden hierin geëxamineerd. Je krijgt een workshop ondernemingsplan schrijven en moet dan zelfstandig een plan schrijven en dit presenteren waarop je beoordeeld wordt.
8.1.6 Ziek of verhinderd bij toetsing of examinering? Je dient altijd te mailen met het examenbureau dat je om wat voor reden dan ook verhinderd bent voor een toets of examen. Zomaar wegblijven kan vervelende consequenties hebben.
21
9. Begeleiding 9.1 Begeleiding
9.3 TRON
• Je wordt dagelijks begeleid bij je leeractiviteiten • Bij de SLB-groep is de SLB-er je begeleider • Bij je individuele onderzoeksproject kun je begeleid worden door je SLB-er of een van de vakdocenten, je mag je onderzoeksopdracht ook zelfstandig uitvoeren als je geen begeleiding nodig hebt • De workshops worden gegeven door (gast) docenten uit de praktijk • Bij de projecten is een van de mentoren/ vakdocenten de begeleider. Per groep wordt de begeleidingsbehoefte vastgesteld: sommige groepen hebben helemaal geen begeleiding, anderen nog elke week • Je portfoliopresentatie wordt begeleid en beoordeeld door je SLB-er, je medestudenten en eventueel iemand uit de praktijk • Je individuele voortgangsgesprek voert je SLB-er met je, hij/zij begeleidt dus je algehele ontwikkeling • De talen en kunstgeschiedenis worden gegeven door een vakdocent
In februari 2012 is besloten tot het instellen van bovenschoolse remediërende begeleiding in de vorm van Taal en RekenOndersteuning Noorderpoort (TRON). TRON richt zich op studenten met een leerhandicap (bijvoorbeeld dyslexie) en/of studenten met een (hardnekkige) leerachterstand. Voor de eerste groep is specifieke begeleiding en expertise nodig. Voor studenten met leerachterstand is sprake van bijspijkeren en het wegwerken van hardnekkige achterstand. Studenten komen in aanmerking voor TRON als zij meer dan één niveau onder het vereiste niveau zitten (per onderdeel).
9.2 Extra zorg en begeleiding Waar ligt de grens? Sommige studenten krijgen te horen: het heeft geen zin om door te gaan, je ontwikkeling is niet op gang gekomen of je ontwikkeling staat stil. Soms is er sprake van problematiek buiten de school gelegen, deze problemen kunnen belemmerend werken voor de studieloopbaan. De SLB-er kan je doorverwijzen naar de studentenbegeleider. Samen gaan jullie kijken naar passende hulp en ondersteuning. Je krijgt het dwingende advies naar een passender opleiding op zoek te gaan. De Studentenbegeleider kan/zal je hierbij ondersteunen. Als de oorzaak buiten de student gelegen is (ernstige ziekte, overlijden naast familielid) , krijgt de student de kans de draad weer op te pakken.
22
Op de Noorderpoort website vind je alle informatie over TRON: de lessen, het rooster, de adressen van de locaties en contactpersonen.
10. Beoordelingen 10.1 Beoordeling
Om examen te mogen doen moet je:
Beoordelingen die gevolgen hebben zijn aan strikt vastgestelde regels gebonden. Voor een voldoende op een workshop/lessen moet je voldoen aan de volgende eisen: • Aanwezigheid: je mag maximaal 1x missen • De beoordeling van je docent moet voldoende zijn. Dit kan gebaseerd zijn op je inzet, motivatie, een eindproduct o.i.d. De exacte beoordelingseisen worden bepaald door de betreffende docent.
• Tijdig een toelatingsportfolio inleveren • Het toelatingsportfolio wordt aan de hand van vastgestelde criteria beoordeeld door de examencommissie • Bij een positieve uitslag neem je deel aan de examentoetsen Je dient een voldoende te hebben op je Proef Proef van Bekwaamheid. • Bij positieve beoordelingen aan de hand van vastgestelde criteria krijg je het diploma uitgereikt
Voor een voldoende op je portfolio moet je voldoen aan de volgende eisen:
Omdat je competentiegericht onderwijs volgt kan het zo zijn dat je in overleg met je mentor een aangepast studieprogramma volgt. Het is dan aan de mentor om te bepalen hoe hij je alternatieve lesprogramma beoordeelt binnen je portfoliogesprek
• Projecten: Je mag voor maximaal 1 project een onvoldoende halen. • Projectopdrachten: In het eerste jaar moet je op het proces een voldoende scoren. In jaar twee op zowel het proces als het product. • Onderzoeksopdracht: Per blok presenteer je een onderzoeksopdracht. Deze moet als voldoende beoordeeld zijn. • Aanwezigheid: Behalve de aanwezigheid bij workshops en binnen een project, moet je ook bij andere verplichte schoolactiviteiten voldoende aanwezig geweest zijn.
Uitzonderingen
Om door te gaan naar het volgende studiejaar moet je voldoen aan de volgende eisen: •Minimaal 3 van de 4 portfoliopresentaties moeten voldoende beoordeeld zijn •Je SLB-er moet je een positief studieadvies geven. Je hebt je aantoonbaar ontwikkeld
23
11. Examinering 11.1 Onderwijs-en examenreglement (=OER)
11.3 Beslissingen ten aanzien van het examen
Zaken rond toetsing en examinering staan vermeld in de OER’s van de studierichtingen binnen IMAGO, die jaarlijks aan de Inspectie ter goedkeuring worden gezonden. Bij de teammanager kan je het OER van jouw richting inzien. Op de website kan je het Noorderpoort examenreglement vinden.
Een deelnemer aan het examen kan een bezwaar indienen tegen beslissingen of maatregelen met betrekking tot het examen. De termijn voor het indienen van een bezwaar bedraagt vijf werkdagen. De termijn begint de dag nadat de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
11.2 Proeve van Bekwaamheid
De deelnemer stuurt het schriftelijke bezwaar naar: De voorzitter van de examencommissie van De School voor de Kunsten. Johan Weerts, Verzetsstrijderslaan 2, 9727 CE Groningen. De examencommissie voorziet het bezwaar van een dagstempel. Het schriftelijke bezwaar houdt in: • Naam en adres van de indiener • Datum van indiening • Omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen het bezwaar wordt ingediend (kopie mee sturen) • De gronden van het bezwaar
Je sluit de opleiding af met een examen in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid. Je vraagt het examen aan door middel van een toelatingsportfolio. De opleiding maakt tijdig de data bekend, waarvoor je het toelatingsportfolio moet indienen (zie jaarrooster). Het toelatingsportfolio wordt beoordeeld door de examencommissie. Wanneer je alle onderdelen van de Proeve positief hebt afgesloten ontvang je het diploma. De examenopdrachten zijn praktijkgericht en worden samen met het werkveld en HBO opgesteld. Je krijgt in de jaren voorafgaand aan de examinering ruim de kans te oefenen met de opdrachten. Voor specifieke vragen omtrent examinering kan je bij je mentor/examencoordinator terecht. Voor cijfers, documenten, registratie, aan/afmelding toetsen en andere administratieve zaken richt je je tot het examenbureau: examenbureau@ schoolvoordekunsten.nl
24
11.3.1 Schriftelijk bezwaar
11.3.2 Termijnen uitspraak bezwaar De examencommissie beslist zo mogelijk binnen tien werkdagen na indiening van het beroep. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van tien werkdagen. De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de indiener van het bezwaar. Als deze minderjarig is, stuurt de examencommissie ook aan de ouder(s)/ wettelijk(e) vertegenwoordiger(s) een afschrift van haar beslissing. Bij een beslissing op een bezwaar, vermeldt de examencommissie de mogelijkheid in beroep te gaan.
12. Administratie 12.1 Voortgangsregistratie
12.5 Verzuimregel
Je SLB-er is verantwoordelijk voor de registratie van je voortgang. In jaar 1 en jaar 2 krijg je 4 keer en in jaar 3 nog 1 keer een schriftelijke rapportage van je portfoliopresentatie mee. Als je jonger bent dan 18 jaar, krijgen je ouders of verzorgers een keer per jaar een uitnodiging voor een gesprek over je voortgang. Je bent daar altijd zelf bij aanwezig.
Per periode mag je 10 % van de lestijd missen: meer dan 10 % ongeoorloofd afwezig betekent een onvoldoende portfolio. Bij 2 keer onvoldoende portfolio volgt een dwingend negatief studieadvies.
12.2 Presentieregistratie/ziek- en afmelden Interne verplichting. Je meldt je ’s ochtend voor 9.00 uur per mail (dekunsten@noorderpoort. nl) af, als je ziek bent of om een andere reden verhinderd bent. Dit dien je zolang je ziek bent elke dag te herhalen. Je aanwezigheid wordt dagelijks bijgehouden door je docent. Indien je beter bent meld je dit ook via hetzelfde mailadres. Indien je te laat bent laat je dit je mentor weten.
12.3 Afspraken tijdens lestijd Afspraken die gerelateerd zijn aan geestelijke of lichamelijke gezondheid zoals doktersbezoek, GGZ, ziekenhuis of tandarts dien je buiten lestijden om te maken. Indien dit echt onmogelijk is overleg je eerst met je mentor.
12.4 Doktersverklaring
Je mag per periode maximaal 1 keer een workshop of les missen uit een serie van 7 a 8. Bij 2 keer missen mag je (mits je docent dit goed vindt) middels een vervangende opdracht compenseren. Meer dan twee keer missen betekent een onvoldoende voor het blok en betekent dat je het vak over moet doen. Je docent bepaalt of je wel of niet de rest van de lessenreeks af maakt. De onvoldoende blijft staan. Dat betekent dat je op een later moment alsnog aan deze verplichting moet voldoen om je toelatingsportfolio compleet te krijgen zodat je het examen mag aanvragen. Praktisch gesproken kan dit betekenen dat je je studie een half jaar moet verlengen voordat je kunt afstuderen. Deze regel geldt ook voor onderzoeksopdrachten, projecten e.d. Ben je genoodzaakt buiten de schoolvakanties om, vakantie op te nemen, dan moet je hiervoor toestemming van je mentor krijgen. Bij het secretariaat kan je hiervoor een formulier halen en door je ouders laten tekenen.
Je moet een doktersverklaring overhandigen aan je docent of mentor indien je door een fysieke of mentale oorzaak bepaalde lessen niet kunt volgen.
25
12.6 Melding Leerplicht De school is wettelijk verplicht een sluitende administratie te voeren over de aanwezigheid van elke student. Wekelijks moet je daarom je handtekening zetten op een presentielijst als aantoonbaar bewijs dat je de opleiding daadwerkelijk volgt. Als je jonger bent dan 18 jaar, worden je ouders of verzorgers meteen op de hoogte gesteld bij afwezigheid zonder kennisgeving. De school heeft daarnaast de plicht om, na drie dagen van ongeoorloofd verzuim, contact op te nemen met de leerplicht ambtenaar. Voor elke student, ook boven de 18 jaar, geldt dat ongeoorloofd verzuim uiteindelijk ook geregistreerd wordt bij de DUO. Dit kan gevolgen hebben voor je studiefinanciering. In alle gevallen is het dus handiger om een gesprek te hebben met je mentor of de studentenbegeleider en te bespreken wat je tegenhoudt naar school te gaan.
12.7 Leerplicht en RMC (regionaal meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters) in de school aanwezig. Sinds enige jaren zijn de leerplichtambtenaar en de RMC-trajectbegeleider aanwezig binnen de scholen. Deze ambtenaren houden spreekuur voor de deelnemer en en de docenten. Het doel van het spreekuur is dat het beginnend verzuim zo snel mogelijk aangepakt en teruggedrongen wordt.
26
De school meldt deelnemeren aan voor het spreekuur indien: • De deelnemer meer dan 6 keer te laat komt of • De deelnemer tot 16 uur in een periode van 4 weken heeft (ongeoorloofd) verzuimd heeft Het doel van het spreekuur is dat het beginnend verzuim zo snel mogelijk aangepakt en teruggedrongen wordt. Het spreekuur geldt voor alle deelnemers van de school en vindt plaats voordat er een officiële melding wordt gedaan bij het verzuimportaal. Mocht uit het gesprek blijken dat er dermate veel problematiek achter het beginnend verzuim schuilt gaat dat een waarschuwingsgesprek niet afdoende is, wordt er melding bij de leerplicht/ RMC, via het verzuimportaal gedaan.
Melding bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente: Deelnemers tot 18 jaar: Bij driedagen achtereenvolgende verzuimdagen, bij meer dan 16 uur in 4 weken en bij 10 te laat komen wordt een deelnemer samen met zijn ouders uitgenodigd door de leerplichtambtenaar op het gemeentehuis van de woongemeente.
Melding bij de RMC trajectbegeleider van de woongemeente Deelnemers tussen 18 en 23 jaar Bij verontrustend verzuim, motivatieproblemen en altijd als een deelnemer langer dan een maand zonder geldige reden niet op school is dan wordt de deelnemer uitgenodigd door een trajectbegeleider van het RMC.
Leerplichtwet en RMC wetgeving De leerplichtwet is streng. De wet zorgt ervoor dat ieder kind tot zijn 18e verjaardag naar school gaat, verplicht. Ouders of verzorgers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Ze worden er dan ook op aangesproken als dat niet gebeurt. Scholen zijn verplicht verzuimende deelnemer te melden bij de leerplichtambtenaar, na uiterlijk drie achtereenvolgende verzuimdagen. Ook meldt de school wanneer de deelnemer gedurende vier opeenvolgende lesweken meer dan 16 uren verzuimt. Heeft een deelnemer nog geen startkwalificatie dan is hij/.zij volgens de wet verplicht tot de 18e verjaardag een opleiding te volgen. Gaat hij/zij niet naar school en/of naar de opleidingsplaats (het werk) en of BPV (beroepspraktijkvorming), dan zijn ouders/verzorgers en de deelnemer strafbaar. De leerplichtambtenaar zal de deelnemer oproepen voor en gesprek over het verzuim. Deze ambtenaar kan ook procesverbaal opmaken. De ouders en deelnemer zelf riskeren een boete, krijgen een leer- of taakstraf, Jeugdreclassering of in ernstige gevallen kun je zelfs in hechtenis worden genomen. Naast de leerplichtwet is de RMC wet van toepassing. Het centrale doel van het RMC is het scheppen van voorwaarden voor jongeren toto 23 jaar om de voor hen hoogst haalbare en meest passende plaats in het onderwijs of arbeidsmarkt te kunnen vinden.
Er is sprake van voortijdig schoolverlaten wanneer een jongere nog geen 23 jaar is én: • Geen vwo/havo of niveau 2 mbo diploma heeft • Gedurende een maand zonder geldige reden geen onderwijs meer heeft gevolgd of • Bij de school wordt uitgeschreven of van school wordt verwijderd.
Ziekteverzuim Als deelnemers (jonger dan 18 jaar) ziek zijn, moeten de ouders/verzorgers dit doorgeven aan school via:
[email protected] Als het erop lijkt dat de deelnemer langdurig afwezig zal zijn wegens ziekte dan is het raadzaam dat de ouder contact opneemt met de studieloopbaanbegeleider. Dit in verband met afspraken over de studievoortgang. Ook als een deelnemer vooraf weet dat hij/zi enkel dagen wegens ziekte afwezig is, bv. bij een operatie in het ziekenhuis dan moet de deelnemer door de ouder/verzorger dit melden bij de studieloopbaanbegeleider. Er kan een schriftelijke verklaring van een arts gevraagd worden. Ook bestaat de mogelijkheid dat de deelnemer voor nader onderzoek wordt doorverwezen naar een arts van een Arbodienst of GGD. Als een deelnemer niet meer naar school wil omdat het een probleem heeft, dan zoekt de leerplichtambtenaar in overleg met de school en de ouders naar een oplossing. Ouders, de deelnemer en de school zijn en blijven echter primair verantwoordelijk. Is er spraken van ongegrond verzuim dan zijn de deelnemer en de ouders aansprakelijk.
27
ve you? will I lo u, How long ars are above yo as st can I As long if er And long ed you? will I ne to How long e seasons need as th an pl As long r ei Follow th
g in l e v a r t l l a e r ' e “W ime together through ty of our lives Every da can do is do All we to relish this our best kable ride” remar
ng Elie Gouldi
ld you? will I ho told you, How long father as your n u As long as yo ca As long you? to ve gi will I u, How long I live through yo as y sa u As long yo long r ve we Ho ve you? will I lo u, How long ars are above yo as st y I As long er if ma And long
Love You g Will I - How Lon
with you? will I be bound to How long a is as the se e As long th sand Wash upon nt you? will I wa How long you want me to, as far As long by er And long
13. Doorstroom
14. Klachten, incidenten, deelnemersstatuut
13.1 Doorstroom naar verwant HBO
14.1 Vertrouwenspersoon
Voor vrijwel alle HBO kunstvakopleidingen geldt dat je er toelatingsexamen voor moet doen. We proberen je hier zo goed mogelijk op voor te bereiden. In voorkomende gevallen komen docenten en vierdejaars studenten van verwante HBO opleidingen ( Minerva, bv) vertellen wat je moet kunnen om toegelaten te worden tot deze opleidingen. Ook wordt er soms mee beoordeeld tijdens portfoliopresentaties, proef proeves en gekeken naar waar een student nog aan moet werken om toegelaten te worden tot een kunstvak HBO opleiding.
Het Noorderpoort accepteert geen discriminatie en accepteert niet dat medewerkers of studenten zich zo gedragen, dat anderen zich daardoor onveilig, geïntimideerd, onheus bejegend of op een andere manier niet goed behandeld voelen. Stap in zo’n geval altijd meteen naar de vertrouwenspersoon van de locatie en bespreek wat er is gebeurd. De vertrouwenspersoon helpt je met acceptatie en verwerking en/of met vervolgstappen: het indienen van een formele klacht of aangifte bij de politie.
13.2 Voorbereiding op niet verwant HBO
De school hanteert een incidentenregistratiesysteem. Ben je slachtoffer of getuige van een incident, zoek dan de vertrouwenspersoon en/of vraag bij de balie een registratieformulier ‘incidenten’. Vul het formulier in geef het af bij de vertrouwenspersoon van de locatie. Jegens de dader onderneemt het Noorderpoort altijd actie. Op de website van het Noorderpoort vind je bij Studentenplein de nodige informatie. Bij de balie ligt een map “Schoolveiligheidsplan” ter inzage. E-mailen kan naar:
[email protected]
Als je naar een ander soort HBO wilt doorstromen, zoals de PABO, de SPH, HBO-recht of HBO-psychologie, HTS en dergelijke, dien je jezelf tijdig op de hoogte te stellen van mogelijke aanvullende toelatingseisen. De PABO zal je bijvoorbeeld vragen een taal- en rekentoets af te leggen, de HTS zal eisen stellen rond wis- en natuurkunde. Het CDV (Cursisten Dienst Verlening) is altijd bereid je daarmee verder te helpen.
14.2 Incidentenregistratie
14.3 Verwijzing naar deelnemersstatuut, beroepsprocedures Via www.noorderpoort.nl kun je via ‘studentenplein’ het deelnemersstatuut opzoeken. Je leest er alles over je rechten en plichten als student bij het Noorderpoort.
30
15. Diversen 14.4 Klachten en in beroep gaan
15.1 Locatiegids
Tegen maatregelen (een onvoldoende beoordeling, een dwingend negatief studieadvies, schorsing) kun je schriftelijk binnen 10 werkdagen in beroep gaan. Je richt je gemotiveerde beroepsschrift aan de Commissie van beroep en bezwaar, school voor de kunsten, postbus 281, 9700 AG Groningen. Let op het verschil en de termijnen: in beroep gaan doe je tegen een beslissing en dat moet je schriftelijk binnen 10 werkdagen doen. Een klacht dien je in als je je onheus bejegend voelt, maar is niet gericht tegen een beslissing of maatregel. Een klacht kun je ook na langere tijd nog indienen.
Je krijgt in de eerste schoolweek een locatiegids, bestemd voor alle medewerkers en studenten van de Noorderpoort Kunst en Multimedia. Je vindt hierin o.a. informatie over openingstijden, verlies van pasjes, gebruik van printers, pc’s en internet.
Amelieke Renae
gle release!
16 maart sin
e Peace Tre
Aanvang 14:00 Apostolisch Genootschap te Klazienaveen Evenaar 19
15.2 Aansprakelijkheid Studenten van het Noorderpoort zijn door de school WA-verzekerd voor het onbedoeld toebrengen van letsel aan personen of schade aan goederen tijdens schooltijden en tijdens met instemming van de opleiding vervulde stages.
15.3 Apparatuur Studenten kunnen camera’s en andere apparatuur lenen van school bij de uitleen van IMAGO. Daarnaast onderteken je eenmalig een contract waarin je je verplicht ten alle tijden schade aan geleende apparatuur of vermissing of diefstal hiervan te vergoeden. Ook wanneer je WA verzekering de schade of diefstal/vermissing niet (volledig) vergoed.
15.4 Aanschaf boeken, materialen en apparatuur Per richting vragen we je ook boeken, materialen en apparatuur aan te schaffen. Vaak zijn dit eenmalige uitgaven die je de rest van je schoolperiode niet opnieuw hoeft aan te schaffen. Voor vormgeving moet je een materialenpakket aanschaffen. Je krijgt hierover een brief waarin exact staat wat je moet aanschaffen. Je bent vrij om dit te kopen waar je dat wilt. Ook vragen wij elke student een laptop aan te schaffen, aangezien het onderwijs hierop ingericht wordt.
31
jaar Mediavormgeving is het eerste halfjaar voor elke uitstroom gelijk, vakken: Tekenen, Concepting Audio/Video, Deskresearch, Fotografie/fotobewerking (Ps), Grafisch design (Ai,Ps), Web (Dw, Ps, Fl, Ai), Flash (Fl)-3D (3D studio Max), HTML, Beeldgrammatica, Typografie, Mediakennis, AVO, Projecten
Productiehuis
Programma’s o.a: Photoshop, Illustrator, Flash, Indesign, Dreamweaver, Editing software, 3D studioMax
Productiehuis
Stage
Productiehuis Productiehuis
1
jaar Aan het begin van de opleiding ga je afhankelijk van je uitstroomrichting direct bezig met de tools en vakken die je voorbereiden tot een Media- of Game developer. Je krijgt gedurende het jaar allerlei vakken, workshops en projecten om je kennis te vergroten. Vakken 1 jaar: C# .net, UML, Flash, HTML, Usabilty, Deskresearch, Projecten, Database/ Informatie analyse, Javascript/XML, PHP/MySQL, Engine
2 jaar
Gamedeveloper: 3D, Engine, Flash, Gamedesign, Concepting, Testen, Onderhouden projecten Productiehuis
Programma’s o.a: Microsoft Visual Studio, Flash, Eclipse, Unity
2 jaar
Mediadeveloper:
PHP/MySQL, Javascript/XML, Jquery, Web interface vormgeving, HTML5/CSS3, Testen, Onderhouden, CMS, Projecten Productiehuis
3 jaar
alle uitstroomrichtingen: Productiehuis, verdieping en specialisatie, voorbereiding stage en PvB
Stage Proeve van Bekwaamheid
-Game- en Media ontwikkeling-
Portfolio opbouw
1 2
3
16. Namen 16.1 Plaats van IMAGO in de Noorderpoort organisatie De opleidingen van IMAGO zijn ondergebracht bij Noorderpoort Kunst en Multimedia. In het pand van de opleiding zit ook nog KTM (kunst, theater en media) gehuisvest. De opleiding is gevestigd op het adres Verzetsstrijderslaan 2 in Groningen. Het College van Bestuur en de centrale stafdiensten zijn gehuisvest op het adres Verzetsstrijderslaan 4. Het College van Bestuur wordt gevormd door de heer R. Schuur (voorzitter CvB) en de heer W van de Pol (lid CvB). De StudentenDienstVerlening (SDV) ondersteunt bij studieproblemen, loopbaanvragen, leerachterstanden, sociale vaardigheden, niveauonderzoek, e.d. Deze centrale dienst is gevestigd aan de Pop Dijkemaweg. De Studentenbegeleider verwijst studenten naar deze dienst als de vraag of het probleem van de student de mogelijkheden van de SLB-er en studentenbegeleider van de opleiding overstijgt.
16.2 Namen en adressen medewerkers IMAGO Schooldirecteur:
Johan Weerts
[email protected]
Teammanager: Guus van Bommel
[email protected]
medewerker frontoffice: Nel Oskam
[email protected]
34
studentenbegeleider en schoolmaatschappelijk werk: Edith Jansen
[email protected]
Vertrouwenspersoon Sjenet Blom
[email protected]
Stage coordinator Gerard Kosterman
[email protected]
16.3 Docenten Docenten Mediavormgeving Andre Hertgers
[email protected] Richard Jonkman
[email protected] Nicolette Vosveld
[email protected] Hans Peter Zwanepol
[email protected] Meinte Strikwerda
[email protected] Eppo Meedendorp
[email protected] Erik Kremer
[email protected]
Docenten Applicatie- en mediaontwikkeling Reygan Leito
[email protected]
Audiovisueel Medewerker: Jelmer Cnossen
[email protected]
Gerard Kosterman
[email protected]
Redactie: Guus van Bommel
Nederlands:
Ontwerp:
Eppo Meedendorp
[email protected]
Stefan Beschi
Joke Fenninga
[email protected]
Engels:
E-mail adressen zijn op te vragen bij de frontoffice. Bij alle studierichtingen worden hiernaast diverse workshopdocenten uit de praktijk betrokken.
Halil Arslan
[email protected]
Rekenen: Eppo Meedendorp
[email protected] Wim Kuperus
[email protected]
LLB: Richard Vos
[email protected]
Ondernemersvaardigheden: Wim Kuperus
[email protected]
Impresariaat:
[email protected]
Examenbureau: Irene Knot
[email protected]
35
Bijlage 1. Typering van de beroepen binnen de opleiding IMAGO De Game artist Crebonummer: 93220 Sector: Kunst, Cutuur en Media Branche: Media & Communicatiebranche Cohort: 2012-2013
Korte omschrijving De gamesector ontwikkelt zich snel. De game artist moet goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Veel games zijn puur entertainment, maar er komen ook steeds meer educatieve games. De vormgeving hiervan is het werk van de game artist. Bij kleinere games werkt de game artist doorgaans aan het hele ontwerpproces. Bij grotere games werkt hij onderdelen van het ontwerp uit. Hij houdt rekening met de eisen van de leidinggevende, team leden en /of interne opdracht gever en de technische uitvoerbaarheid. Hij maakt gebruik van tools die steeds meer mogelijkheden bieden. Dat vraagt natuurlijk de nodige vaardigheden van de game artist.
Om de opleiding te gaan volgen Een game artist heeft een passie voor games. Door zijn ervaring met veel verschillende spellen weet hij precies wat leuk, spannend of leerzaam is. Dat maakt de uitdaging zelf een goede game te ontwikkelen groot. Hij verwerkt zijn eigen ideeën in de gameonderdelen die hij maakt, maar hij blijft wel binnen de gestelde grenzen. De gamesector heeft een heel eigen cultuur. Iedereen gaat ervoor een nog betere game te maken.
36
Aan het werk: wat wordt er van een game artist verwacht? Van een game artist wordt verwacht dat hij: • Zich verdiept in de doelgroep en het onderwerp van de game; • Projectmatige kan werken; • Kan samenwerken met de gameprogrammeur; • Een ontwerp maakt voor de game art; • Gameonderdelen maakt; • Gameonderdelen test; • De voortgang bewaakt en het project evalueert.
De Mediavormgever Crebonummer; 90400 Sector: Kunst, Cultuur en Media Branche: Media & Communicatiebranche Cohort: 2012-2013
Wat doet een mediavormgever? Een mediavormgever houdt zich bezig met de vormgeving van allerlei media-uitingen. Dit kunnen zowel grafische- interactieve- animatieals audiovisuele producten zijn. • De mediavormgever grafisch geeft vorm aan media met stilstaande beelden en teksten. Denk bijvoorbeeld aan advertenties , posters, huisstijldrukwerk, folders, brochures ,kranten, boeken, foto’s, presentaties en verpakkingen. • De mediavormgever animatie/audiovisueel werkt met media waarin bewegend beeld en geluid centraal staan. Hij maakt bijvoorbeeld computeranimaties, avproducties, documentaires, reclamespotjes en videopresentaties. • De mediavormgever interactief ontwerpt interactieve media zoals websites, interactieve cd-roms/dvd’s en games.
• De mediavormgever art & design maakt werk met een eigen stijl, uniek en origineel. Dat kunnen strips zijn of illustraties maak ook beeldend werk of VJ-producties. (Deze uitstroom wordt door het team KTM verzorgd, dat ook op de Verzetsstrijderslaan zit).
Waar werkt een mediavormgever? Een mediavormgever kan werken bij een groot aantal verschillende bedrijven. Vaak zijn dat bureaus voor reclame, ontwerp of webdesign Maar we vinden ze ook bij multimediabedrijven, audiovisuele bedrijven, drukkerijen en uitgeverijen. Een mediavormgever werkt vaak in een team waarin ook anderen op technisch en/of organisatorisch gebied aan hetzelfde product meewerken. Ook zijn er steeds meer mediavormgevers die als zelfstandig ondernemer of freelancer werken en zich laten inhuren door bedrijven.
Welke taken verricht een mediavormgever?
Welke eigenschappen heeft een mediavormgever? Een mediavormgever werkt meestal voor een opdrachtgever. Inspelen op zijn behoeften en wensen en hem adviseren, vereisen van de mediavormgever dat hij klantgericht, communicatief en initiatiefrijk is. Voor het ontwerpen van de media-uiting vraagt om technische kennis en vaardigheden. Om vervolgens zijn werk te ‘verkopen’ moet de mediavormgever overtuigend kunnen presenteren. Een mediavormgever moet ook kunnen organiseren om de werkzaamheden gedaan te krijgen binnen de eisen aan kwaliteit, tijd en budget. Voor een mediavormgever met een eigen bedrijf zijn bovendien ondernemersvaardigheden van belang. Het hoofdcrebo is Crebo 90400 Zoals je kunt lezen kun je kiezen uit 3 uitstroomrichtingen/specialisaties: Crebo 90413 :grafische vormgeving Crebo 90411 :animatie/audiovisuele vormgeving Crebo 90414 :interactieve vormgeving
Een mediavormgever heeft verschillende taken. Hij maakt het plan van aanpak; ontwikkelt het concept; creëert het ontwerp; bereidt de realisatie voor; begeleidt uitbestedingen en maakt de uiteindelijke media-uiting. Hierbij is van belang dat hij de opdrachtgever adviseert. Daarnaast beheert hij de hard- en sofstware en beheert hij de database. Als zelfstandig ondernemer of freelancer stelt hij ook het ondernemingsplan op en voert dit uit, waarbij hij onder andere zijn bedrijf promoot en allerlei financiële zaken regelt.
37
De Applicatie- en mediaontwikkelaar
uitgewerkt. Hij presenteert het implementatieplan zodat betrokkenen volledig en juist geïnformeerd worden en voorbereid zijn op veranderingen.
Crebonummer :95310 Sector
:Kunst Cultuur en Media
De applicatieontwikkelaar stelt een acceptatietest op
Branche
:Media & Communicatiebranche
en voert deze samen met het projectteam uit of biedt
Cohort
:2012-2013
ondersteuning bij de uitvoering van acceptatietests. De applicatieontwikkelaar/mediadeveloper bespreekt
Het werk binnen applicatie- en mediaontwikkeling
en evalueert de resultaten van de implementatie en de
bestaat uit vier kerntaken:
uitgevoerde tests met de betrokkenen. Hij legt de uitkomsten van de evaluaties schriftelijk vast.
De ontwikkelaar stelt de vraag en/of de informatiebehoefte van de opdrachtgever vast. Hij
De ontwikkelaar richt een onderhouds-/
brengt de mogelijkheden voor een applicatie, (cross)
beheerprocedure in om structureel informatie te
media-uiting of game in kaart. Op basis van het
verzamelen over incidenten, eisen en wensen. Hij
ontwerp inventariseert de ontwikkelaar de uit te
beheert en onderhoudt de applicaties, media-uitingen en
voeren activiteiten en maakt een plan van ontwerp
games volgens geldende procedures/contractafspraken.
inventariseert de ontwikkelaar de uit te voeren
De mediadeveloper/gamedeveloper verzamelt,
activiteiten en maakt een plan van aanpak. De
controleert en bewerkt (cross)media of gamebestanden.
ontwikkelaar richt in overleg met zijn leidinggevende/de
De mediadeveloper bewaakt de samenhang van
projectleider de ontwikkelomgeving in conform de eisen
media-uitingen en stelt script samen ten behoeve
van het ontwerp.
van het samenvoegen van content. Ook registreert en documenteert de ontwikkelaar incidenten, eisen en
De ontwikkelaar realiseert (onderdelen van) een applicatie, (cross)media-uiting of game. Hij houdt de deadlines in de gaten en bespreekt tussentijdse resultaten met de opdrachtgever en/of leidinggevende en past de applicatie, (criss)media-uiting of game
wensen en interpreteert deze op correcte wijze.
Waar werkt een ontwikkelaar die zich bezighoudt met applicatie-, game- of mediaontwikkeling?
zo nodig aan. De ontwikkelaar test de werking en functionaliteit van de gerealiseerde applicatie, (cross)
Een ontwikkelaar werkt bij bedrijven die
media-uiting of game en/of interfaces en voert zo nodig
besturingssoftware, toepassingssoftware,
aanpassingen door of doet verbetervoorstellen. Hij past
entertainmentsoftware, games en/of mediaproducten
waar mogelijk nieuwe ontwikkelingen in de techniek
ontwikkelen. Dit kunnen bedrijven zijn in zowel het
en markt toe. Daarnaast zorgt hij tijdens en na het
klein-, midden-, als het grootbedrijf.
realisatieproces voor de documentatie. In tegenstelling tot de gamedeveloper schrijft de applicatieontwikkelaar schrijft de applicatieontwikklaar/ mediadeveloper een implementatieplan waarin hij aangeeft hoe de applicatie of media-uiting en/of mediasysteem technisch en organisatorisch wordt
38
Wat moet een applicatieontwikkelaar kunnen?
Hij moet dan ook goed kunnen samenwerken en communiceren. Bij problemen moet hij deze kunnen oplossen. Om optimaal te kunnen functioneren is het
De hoofdtaak van de applicatieontwikkelaar is
van groot belang om goed op de hoogte te blijven van de
het ontwikkelen en realiseren van (delen van)
ontwikkelingen binnen het vakgebied.
software en/of ICT-producten voor de kantoor- en industriële automatisering. Te denken valt aan besturingsprogrammatuur, toepassingsprogrammatuur,
Wat moet een gamedeveloper kunnen?
multimedia- en netwerkprogrammatuur. Ook is de ontwikkelaar betrokken bij de implementatie van een
De hoofdtaak van de gamedeveloper is het technisch
applicatie en voert hij onderhoudsactiviteiten uit t.b.v.
realiseren van (delen van) games, Hij heeft hiervoor
bestaande applicaties. De werkzaamheden worden
gedegen specialistische kennis en vaardigheden op
veelal in projectvorm uitgevoerd waardoor planning van
het gebied van het programmeren van games nodig.
werkzaamheden en samenwerking met collega’s van
De ontwikkeltools moet hij creatief in kunnen zetten.
belang is.
Hij integreert onder andere animaties, grafische,
De applicationtwikkelaar dient zijn werkzaamheden
audiovisuele en functionele componenten van
zelfstandig te kunnen uitvoeren en af te stemmen met
verschillende bronnen in de game en zoekt naar
de projectleider/leidinggevende en collega’s. Hij werkt
creatieve oplossingen voor technische problemen tijdens
onder de verantwoordelijkheid van de leidinggevende/
de ontwikkeling van de game en zoekt naar creatieve
projectleider, maar is verantwoordelijk voor de correcte
oplossingen voor technische problemen tijdens de
uitvoering van zijn eigen werk. De ontwikkelaar heeft
ontwikkeling van de game. Hij houdt zich voortdurend
vaak contact met collega’s, hij moet dan ook goed
op de hoogte van ontwikkelingen in zijn vakgebied en/
kunnen samenwerken en communiceren.
of gamewereld en/of belevingswereld en cultuur van
Wat moet een mediadeveloper kunnen?
doelgroepen. Hij zoekt actief naar nieuwe mogelijkheden en waar mogelijk past hij nieuwe ontwikkelingen in techniek en markt in games toe.
De hoofdtaak van de mediadeveloper is het
Hij werkt projectmatig en stemt zijn werk af met de
ontwikkelen en realiseren van (delen van) (cross)
gamedesigner, game artist en overige betrokkenen.
media-uitingen. Hierbij zijn drei disciplines
Hij moet dan ook de totale workflow goed kunnen
betrokken: mediamanagement, mediavormgeving en
aanvoelen en hierin mee kunnen denken. Hij
mediatechnologie. Voor dat laatste is de mediadeveloper
moet daarvoor inzicht hebben in het werk van
medeverantwoordelijk. Zijn werkzaamheden zijn dus
de gamedesigner en game artist, en goed kunnen
technisch van aard. Hij is verantwoordelijk voor het
samenwerken en communiceren.
realiseren, implementeren en onderhouden van een media-uiting en/of mediasysteem. Hiervoor heeft hij
Het hoofdcrebo is crebo 95310
gedegen specialistische kennis en vaardigheden op
Er zijn 2 uitstromen in dit crebo:
het gebied van media specifieke systemen, apparatuur
Crebo 95311
:applicatieontwikkelaar
en software nodig. Een mediadeveloper werkt veelal
Crebo 95313
:mediadeveloper
projectmatig en stemt zijn werk af met betrokkenen.
Crebo 95312
:gamedeveloper
39
Bijlage 2 Kerntaken, werkprocessen en competenties cohort 2012-2016 Kerntaken, werkprocessen en competenties Applicatiemediaontwikkeling (niveau 4)
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Ontwerpen van de applicatie, (cross)mediauiting of game
1.1
Kerntaak 2: Realiseren van de applicatie, (cross)mediauiting of game
K1 K2 K3 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte vast
x
x
x
1.2
Maakt een plan van aanpak
x
x
x
Levert een bijdrage aan een functioneel ontwerp of Game Design Document
x
x
x
1.4
Maakt een technisch ontwerp
x
x
x x
1.5
Richt de ontwikkelomgeving in
x
x
2.1
Legt een gegevensverzameling aan
x
x
x
2.2
Realiseert een applicatie
2.3
Realiseert een (cross)media uiting en/of systeem
2.4
Programmeert games of gameonderdelen
2.5
Test het ontwikkelde product
2.6 2.7
3.4
40
K1: Applicatieontwikkelaar K2: Mediadeveloper K3: Gamedeveloper
1.3
Kerntaak 3: 3.1 Implementeren van de 3.2 applicatie of (cross)media3.3 uiting
Kerntaak 4: Onderhouden en beheren van de applicatie, (cross) media-uiting of game
Legenda Applicatie-en Mediaontwikkeling
x x x
x
x
Optimaliseert de game of (cross)media-uiting
x
x
Bewaakt de voortgang en evalueert het project
x
x
Maakt of levert een bijdrage aan het implementatieplan
x
Stelt een acceptatietest op en voert deze uit
x
x
Implementeert een applicatie of (cross)media-uiting en/ x of -systeem
x
Evalueert een implementatie
x
x
x
x
4.1
Onderhoudt applicaties of (cross)media-uiting
4.2
Verzamelt, controleert, bewerkt en archiveert (cross) mediabestanden
x
4.3
Bewaakt de samenhang van media-uitingen
x
4.4
Stelt script samen ten behoeve van het samenvoegen van content
x
4.5
Beheert de content
x
4.6
Documenteert en archiveert gegevens
x
x x
Kerntaken, werkprocessen en competenties Game artist (niveau 4)
Legenda Game artist K1: Game artist
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Draagt bij aan een marktgericht gameconcept
1.1
Oriënteert zich op de doelgroep en het onderwerp
X
K1
1.2
Maakt een planning
X
1.3
Ontwikkelt het concept voor de game art onderdelen
X
Kerntaak 2: Realiseert de gameonderdelen
2.1
Vertaalt het game art concept tot een definitief ontwerp
X
2.2
Ontwikkelt gameonderdelen
X
2.3
Test de gameonderdelen
X
2.4
Bewaakt de voortgang en evalueert het project
X
41
Kerntaken, werkprocessen en competenties Mediavormgeving (niveau 4)
Legenda Mediavormgever K1: Grafische vormgeving K2: Animatie/audiovisuele vormgeving K3: Interactieve vormgeving
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Ontwerpt de media-uiting
1.1
Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de opdrachtgever
x
x
x
1.2
Maakt een plan van aanpak
x
x
x
1.3
Maakt een concept
x
x
x
1.4
Maakt het ontwerp
x
x
x
1.5
Presenteert het concept en/of ontwerp van de mediauiting
x
x
x
2.1
Bereidt de realisatie voor
x
x
x
2.2
Begeleidt uitbesteding aan derden
x
x
x
2.3
Maakt de media-uiting
x
x
x
2.4
Levert de media-uiting op
x
x
x
2.5
Houdt het archief bij
x
x
x
3.1
Maakt een plan voor het starten van een eigen bedrijf
x
x
x
3.2
Promoot zijn werk
x
x
x
3.3
Regelt financieel administratieve zaken
x
x
x
Kerntaak 2: Realiseert de media-uiting
Kerntaak 3: Voert ondernemerstaken uit
42
K1 K2 K3