Terug
Inhoudsopgave 1. Welkom 2. Lestijden en leeractiviteiten 3. Leerjaar 1 4. Portfolio 5. Periode 4 t/m 5 6. Jaar 3 7. Het impresariaat 8. Proeve van Bekwaamheid 9. Begeleiding 10. Beoordeling 11. Examinering 12. Administratie 13. Doorstroom 14. Klachten 15. Diversen 16. Namen
Welkom in de studiegids cohort 2015-2018.
Klik op het IMAGO logo om verder te gaan.
Links zie je de inhoudsopgave. De hoofdstukken zijn in blokken verdeeld. Op de volgende pagina kunt u de gids bekijken. In de bovenste rij vind u hoofdstukken 1-4. In de tweede rij hoofdstukken 5-8. In de derde rij hoofdstukken 9-12. In de onderste rij hoofdstukken 13-16. Bijlages. Bijlage 1 ( Typering van de beroepen binnen de opleiding IMAGO ) Bijlage 2 ( Kerntaken, werkprocessen en competenties cohort 2015-2018 ) Bijlage 3 ( Multimedia Stage ) Bijlage 4 ( Stroomposter ) Bijlage 5 ( Portfolio opbouw )
Terug
2. Lestijden en Leeractiviteiten
1. Welkom
5. Periode 4 t/m 5
6. Jaar 3
9. Begeleiding
13. Doorstroom
10. Beoordeling
14. Klachten
3. Leerjaar 1
7. Het Impressariaat
11. Examinering
15. Diversen
4. Portfolio
8. Proeve van Bekwaamheid
12. Administratie
16. Namen
Klik hier om terug te gaan naar de inhoudsopgave.
Terug
1 Welkom 1.1 Welkom Welkom op de opleiding Interactief, Mediavormgeving, Applicatieontwikkelaar, Grafische Vormgeving en Ontwikkeling (IMAGO) van het Noorderpoort Kunst en Multimedia. We hopen dat je een prettige en leerzame tijd bij ons hebt. In deze gids staan allerlei belangrijke dingen over je studie, maar ook gewoon praktische zaken. Let op: door het tekenen van de onderwijsovereenkomst verklaar je dat je op de hoogte bent van de regelingen in deze studiegids en akkoord gaat met de inhoud! (Wijzigingen in planning en inhoud voorbehouden)
1.2.2 Jijzelf Je krijgt de kans om aan mooie producten te werken, interessante workshops te volgen en gedegen onderzoek uit te voeren. Je leert gebruik te maken van vakdeskundigen en StudieLoopbaanBegeleiders (SLB). Maar of jij echt iets leert hangt vooral van jezelf af. Aan jou de uitdaging om alle kansen die de opleiding je biedt te pakken.
1.2.1 De visie van de opleiding op leren Wij gaan er vanuit dat studenten het beste leren in een omgeving die aansluit bij hun latere beroepspraktijk. Daarom voer je vanaf het begin in teams projectopdrachten uit, die vaak van externe opdrachtgevers afkomstig zijn. Het bouwen van websites, het maken van brochures, het realiseren van virtuele rondleidingen, instructiefilmpjes maken voor een bepaalde doelgroep, omzetten van lesmateriaal in serious games, programmeren van interfaces, een app voor smartphones ontwikkelen, een nieuw bedrijfslogo ontwerpen zijn hiervan voorbeelden. Zulke opdrachten voer je ook later in je beroep uit. Natuurlijk zijn die opdrachten in het begin van je opleiding eenvoudiger dan ze later zijn en krijg je er goede lessen en begeleiding bij van vakdocenten.
1.2.3 Experimenteerruimte Jaar 1 staat in het teken van ontdekken wie je bent en wat je kunt; waar je talent ligt, of je een keiharde werker bent en of je hier thuis hoort. Je krijgt voortdurend feedback op deze punten. Je ontdekt wat er in je zit, waar je passie en plezier ligt en of je je kunt houden aan de presentieregeling. Na de eerste 30 weken van je opleiding maak je de keuze van je uitstroomrichting. Na deze 30 weken weet je zeker dat je deze richting op wilt en ga je je professioneel als vakman/vakvrouw ontwikkelen en prestaties van niveau leveren, dit duurt tot de eerste 10 weken van het 2de leerjaar. Hierna ga je in het 2e deel van het jaar op stage. In jaar 3 ontwikkel je je verder en krijg je veel verdiepende stof aangeboden, tevens ben je dan 25 weken werkzaam in het Productiehuis. De laatste 15 weken van dit jaar zet je de laatste stappen die nodig zijn om toegelaten te worden tot de examinering en door het uitvoeren van een proeve van bekwaamheid laat je zien dat je in staat bent zelfstandig je beroep uit te kunnen voeren ofwel klaar bent om door te stromen naar het HBO.
We gaan er ook van uit dat duidelijkheid en structuur belangrijk zijn voor jonge mensen. We werken met een elektronische leeromgeving waarop je dagelijks – ook – kunt zien of er roosterwijzigingen zijn, bijzonderheden, wat je moet leren voor een toets, hoe je wordt getoetst, hoe je bij kunt houden hoe ver je bent, of je mag herkansen, wanneer de herkansingen zijn, welk huiswerk je hebt, etc. Kijk er elke dag even op.
1.3 Maatwerk De school kijkt samen met jou naar waar jij al competent in bent, wat jij nodig hebt binnen de opleiding om je verder in te ontwikkelen, welke workshops daarbij horen en wanneer je op stage mag. Kortom maatwerk. We sluiten het liefst aan bij jouw belangstelling, kwaliteiten en leerstijl, omdat dat het meeste plezier en resultaat oplevert. De school heeft ook de plicht je goed
1.2 De opleiding
voor te bereiden op de exameneisen, zodat je met een diploma de school verlaat. We zoeken steeds naar een mix van wat jij als student belangrijk vindt om te leren en wat de school en het werkveld belangrijk vinden. 1.4 Kwalificatieprofielen (KP), competenties, kerntaken en werkprocessen Het kwalificatieprofiel beschrijft wat jouw beroep inhoudt. In een aantal kerntaken staat beschreven (zie bijlage 2) wat je moet kunnen om een (beginnend) professioneel beroepsbeoefenaar te worden. Bij elke kerntaak horen de werkprocessen die exact beschrijven wat je hiervoor nodig hebt en wat je moet doen. Competenties zijn een mengsel van houding, vaardigheden, kennis en motivatie. Je ontwikkelt tijdens je opleiding alle competenties die je nodig hebt om de werkprocessen, goed uit te kunnen voeren. Er zijn voor alle studierichtingen in het MBO 25 (dezelfde) competenties beschreven, deze zijn landelijk vastgesteld door de Minister van Onderwijs. Die zijn dus nogal algemeen van aard. Door de erbij gevoegde werkprocessen worden ze voor elk beroep specifiek en geplaatst in een context. 1.5 Uitstroomrichtingen Vaak zijn er een paar uitstroomrichtingen (= specialisaties) binnen een hoofdrichting mogelijk. Bij mediavormgeving kun je je specialiseren in grafische-, animatie-, audiovisuele en interactieve vormgeving en Game-Artist. Bij de hoofdrichting applicatieontwikkeling kun je je specialiseren als applicatieontwikkelaar, game- en mediadeveloper.
Terug
2 Lestijden en leeractiviteiten 2.1 Lestijden De lestijden zijn van maandag tot en met vrijdag, dagelijks minimaal 6 klokuur, van 9.00-12.45 uur (incl. 15 minuten pauze) en van 13.15 tot 16.00 uur. Er is een studiebelasting (SBU) vastgesteld door de minister van 40 uur per week en 1000 uur per jaar. Er zijn wekelijks 30 klokuren les. In de onbegeleide uren, die je per week aan je opleiding moet besteden, wordt van je verwacht dat je afmaakt wat je op school niet op tijd af kreeg, leert voor toetsen, verslagen schrijft, je portfolio bijwerkt e.d. Elk schooljaar is verdeeld in 4 periodes van 9 á 10 lesweken. De eerste 7 weken zijn lesweken. Week 8 is een toetsweek en in week 9 en 10 vinden de projectweken plaats. Verder vinden in deze weken de toetsbesprekingen en de portfoliogesprekken plaats, evenals de evaluaties.
2.2 Leeractiviteiten • Je neemt deel aan de vaste mentorgroep • Je volgt wisselende workshops gericht op je afstudeerrichting • Je volgt workshops die niet met je eigen afstudeerrichting te maken hoeven te hebben, maar wellicht in het kader van activiteiten t.b.v. het productiehuis nodig zijn • Je volgt lessen Nederlands, Engels, Rekenen en LLB. • Je hebt individuele mentorgesprekken: in het eerste jaar 1 keer per 4 weken en in het tweede jaar 1 keer per 10 weken • Je werkt in tweetallen of werkgroepen aan meerdere onderzoeksopdrachten • Je werkt je portfolio bij, schrijft reflecties, evaluaties en verslagen • Je werkt in opdracht van externe opdrachtgevers van je eigen of een andere richting aan een product, presentatie of game • Je neemt verplicht deel aan activiteiten die ten dienste staan van de school en/of jezelf zoals: Open Dagen, voorlichtingen op het VMBO, schoolkrant, website, excursies etc.
Terug
3 Leerjaar 1 3.1 Jaar 1 Het jaar is verdeeld in 4 periodes, waarin alle leeractiviteiten zijn ingeroosterd. 3.1.1 De introductie De eerste week staat in het teken van de introductie. Doel van de introductie is dat je kennismaakt met je medestudenten en docenten, dat je het gebouw en al haar voorzieningen leert kennen, dat je met elkaar de leefregels afspreekt, dat je informatie krijgt over jaarprogramma, lestijden, rooster en een eerste kennismaking met werkvormen als portfolio, onderzoeksopdrachten en projecten. 3.2 De leeractiviteiten 3.2.1 De StudieLoopBaan groep (SLB) In de SLB-groep worden o.a. praktische zaken geregeld als aanwezigheidsregistratie, roosterzaken, planningszaken en afspraken met je mentor voor je individuele mentorgesprek. Hierna wordt de les opgestart. In het algemeen wordt de theorie behandeld waarna dit in de praktijk uitgewerkt gaat worden. 3.2.2 Het individuele SLB-gesprek De SLB-er is je coach, vraagbaak en ook je beoordelaar van bijvoorbeeld je portfoliopresentaties. Hij begeleidt de SLB-groep en heeft vierwekelijks individueel contact met je over je planning, voortgang en ontwikkeling. Bij je SLB-er kun je met alles terecht: vreugde en verdriet, tegenslagen en meevallers, twijfels en conflicten. Als je ouders of verzorgers vragen hebben kunnen ze ook bij hem/haar terecht. Je mentor kent jouw toekomstige beroep goed, van daaruit beoordeelt hij/zij je voortgang en ontwikkeling.
3.2.3 Workshops Er zijn voor elke studierichting een aantal verplichte vakgerichte workshops. De workshops worden binnen het reguliere rooster aangeboden. 3.2.4 De talen Je krijgt in jaar 1 zowel Nederlands als Engels. Je krijgt 5 onderdelen te weten schrijven, lezen, luisteren, gesprekken en presenteren. Alle onderdelen worden behandeld en zo nu en dan diagnostisch getoetst. Nederlands en Engels zijn examenvakken (zie hiervoor jaar 3). 3.2.5 Rekenen Rekenen is een verplicht leergebied, waarvan alle onderdelen via een centraal examen getoetst worden. Het vereiste niveau is 3F. 3.2.6 Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB) Er worden op een MBO niet alleen eisen gesteld rond een beroep. De school heeft ook de plicht je voor te bereiden op je leven als volwassene, als burger in onze samenleving. Je moet je (later) immers zelfstandig kunnen redden in deze wereld. Aan de hand van allerlei activiteiten ontwikkel je je op de burgerschapscompetenties. Leren en loopbaan komt gedurende de hele opleiding aan bod. Vooral met je mentor wordt gekeken naar het juiste traject voor jou: wat moet je ontwikkelen voor je vervolgopleiding of passend werk, hoe ontwikkel je je portfolio map enz. Leren Loopbaan en Burgerschap valt onder de examenregeling.
3.2.7 Excursies Je bezoekt jaarlijks een culturele gebeurtenis als onderdeel van je opleiding. Je doet daarnaast binnen schooltijd ook met je klas excursies. Geef dus aan wat jij graag wilt bezoeken! Je schrijft altijd een recensie over wat je gezien of bezocht hebt. 3.3 Andere leeractiviteiten 3.3.1 Werkervaring binnen school Je opleiding vindt plaats in zogenaamde leergroepen die in de eerste 30 weken multidisciplinair zijn samengesteld . Daarin worden presentaties en producten ontwikkeld en aan het publiek getoond. Studenten zijn verplicht hand- en spandiensten te verlenen. In de eerste plaats omdat je ervan leert, maar ook gewoon omdat zonder hulp van de studenten een opleiding niet kan draaien. Het gaat hierbij om bv: onderhoud van materialen, Open Dagen, Onderwijsbeurs, voorlichtingen, bezoek van andere scholen, deelnemerenraad etc. 3.3.2 Studiebegeleiding 2e t/m 4e leerperiode In het eerste leerjaar wordt studiebegeleiding gegeven na de eerste toetsweek. Vanaf de 2e leerperiode wordt bij studenten met een onvoldoende resultaat verplichte SLB-uren ingezet om de resultaten op te halen of duidelijk te maken of de opleiding voor jou wel de juiste is. Deze lessen kunnen buiten het reguliere rooster gegeven worden.
Terug
4 Portfolio 4.1 Portfolio en portfoliomatrix Je houdt vanaf het begin van de opleiding een portfolio bij. Vanaf het 2de blok presenteer je deze aan docenten en een groep medestudenten. Een portfolio is een verzamelmap van bewijzen, verslagen, beoordelingen en reflecties, waarmee je je ontwikkeling binnen het vakgebied kunt aantonen. Je presenteert aan de hand van de zogenaamde leerlijnen je voortgang en ontwikkeling. Waar sta je? Ben je een beginner, een gevorderde of een jong professional. Bewijsmateriaal in je portfoliomap bestaat uit o.a. : • persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) • beoordelingen van workshops, reflecties daarop • onderzoeksopdrachten, beoordeling en reflectieverslagen, onderzoeksverslag • verslagen van begeleidingsgesprekken, die je hebt met je mentor • procesverslagen van opdrachten die je hebt uitgevoerd: samenwerking, je bijdrage, je rol, de beoordeling van je prestaties • verslag van en reflectie op je werkervaring, werkervaringsregistratie • verslag van en reflectie op je eigen portfoliopresentaties: wat krijg je te horen, wat neem je ervan mee, hoe zet je het commentaar weer in bij een volgende bespreking • verslag/recensies van excursies • verslag van ontwikkeling t.a.v. de burgerschapscompetenties • wat verder bijdraagt aan een beeld van je ontwikkeling als student binnen een van de studierichtingen • je presentieoverzicht: ben je voldoende aanwezig? • alles dat bijdraagt aan het aantonen van je ontwikkeling en je reflectie daarop
4.2 Portfoliogesprek en voortgangsgesprek Elk blok wordt vanaf het 3de blok afgesloten met een portfoliogesprek. In dit portfoliogesprek presenteer je je portfolio, je voortgang en je producten aan docenten. De vorm waarin dit gebeurt kan verschillen. Je presenteert aan de hand van de zogenaamde leerlijnen je voortgang en ontwikkeling. Waar sta je? Ben je een beginner, een gevorderde of een jong professional. Je presenteert waar je nu staat en wat moet je verder ontwikkelen? Waar moet je meer aandacht aan besteden? Wat ging heel goed? Belangrijk daarbij is je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Je geeft voor elk blok aan waarin je je verder wilt ontwikkelen en welke leerlijnen je wilt bewijzen en aftekenen. De leerlijnen geven de route aan waarlangs je je moet ontwikkelen. Deze zijn gekoppeld aan de 25 competenties. 4.3 Uitstroomrichting Na 20 weken in het 1ste jaar maak jij de keuze samen met je SLB-er welke uitstroomrichting je kiest.
Terug
5 Periode 4 t/m 5 5.1 Verdieping Behalve dat je deze 20 weken weer andere workshops en lessen krijgt ziet de week er ongeveer hetzelfde uit als de eerste 30 weken. Het gaat nu om verdieping en uitbouwen van je opgedane competenties: beter worden in de richting die je hebt gekozen, een vak gaan beheersen, de diepte in gaan, het onderste uit de kan halen en over de grenzen van je eigen richting heen kijken. Bij de start van de specialisatie moet het goed zitten met je discipline: je bent er, je hebt je dingen op tijd af en je houdt je aan afspraken. Wat geldt voor de ontwikkeling van je visie en vaardigheden, geldt ook voor kennis. Je toetst zo je eigen mening aan die van anderen. Je leert discussiëren: Wat zijn interessante ontwikkelingen en welke visies zitten daar achter? 5.2 Meer verantwoordelijkheid en minder begeleiding Je krijgt meer verantwoordelijkheid en minder begeleiding in jaar 2. Het aantal SLB gesprekken wordt niet minder maar je trekt zelf wel aan de bel als je wilt overleggen over twijfels of stappen die je gaat zetten. De opleiding geeft meer ruimte voor een eigen invulling: je schrijft je in op vraag van buiten af (externe opdrachten) of formuleert zelf projectvoorstellen. De onderzoeksopdrachten worden uitgebreider en diepgaander. De excursies zoek je vaker zelf uit als groep. Wellicht heb je je al zodanig ontwikkeld dat jezelf workshops voorbereidt en verzorgt t.b.v. eerstejaars of toekomstige studenten.
5.3 De talen en rekenen Voor Nederlands wordt er gewerkt aan (verdieping) van de onderdelen presenteren en gesprekken. Je kunt in dit jaar de docenten voor Nederlands en moderne vreemde talen nog wel consulteren en de theorielessen blijven doorgaan. 5.4 Stage voorbereiding Je stelt je in het eerste 10 weken van jaar 2 goed op de hoogte van de eisen die stagebedrijven aan je stellen. In deze periode van het jaar krijg je in een aantal bijeenkomsten informatie over je stage, sollicitatietrainingen, rechten en plichten, stagemarkt enz. In principe zoek jezelf een stageplaats. Je stagecoördinator kan je helpen indien dit niet lukt. 5.5 Op stage Je hebt zelf of samen met je stagecoördinator een stageplaats gevonden die voor jouw ontwikkeling geschikt is. Dit kan een bedrijf zijn, maar ook een (eigen) project via het impresariaat zijn. Je zet de puntjes op de i doordat je als stagiaire langdurig de praktijk instapt. Met de opleiding en je praktijkbegeleider maak je afspraken op maat over je begeleiding en beoordelingsmomenten. Er is 1 keer per stage een terugkomdag: je bespreekt hier met je klasgenoten het wel en wee van je stage, voortgang en lief en leed. Verder zullen er thema’s en vakgerichte zaken behandeld worden. Tevens kan je tijdens de terugkomdag beoordeeld worden op een onderdeel van je nederlands-examen, te weten: presenteren. 5.6 Het doel van de stage Het doel van de stage is hetzelfde als het doel van het leren op school: studenten in de gelegenheid stellen zich te bekwamen in de kerntaken en werk-
processen die bij het beroep horen (Zie voor kerntaken en werkprocessen achterin deze studiegids). In de praktijk moeten de professionele omgeving, de professionele eisen en de collegiale ondersteuning tot leerervaringen en ontwikkeling leiden. 5.7 Formaliteiten en documenten -In het stagehandboek staat alles omtrent verplichtingen, afspraken, leerdoelen, beoordelingen, welke praktijkopdrachten je dient te doen -Stageplan: In je stageplan licht je toe hoe en waar/ bij welk stageadres je aan de opdrachten zoals door de opleiding geformuleerd gaat werken. -Stagiair, praktijkopleider en stagebegeleider leggen in de Praktijkovereenkomst (POK) de formaliteiten rondom de stage vast. -Voortgangsrapportage: stagiair en praktijkopleider leggen maandelijks in dit formulier vast hoe de voortgang en ontwikkeling is -Tussentijds en eindbeoordelingsformulier: Stagiair en stagebegeleider leggen de formele beoordeling vast -Eindstageverslag: aan de hand van o.a. beoordelingsformulier en logboek wordt in 1 verslag het totale stageperiode met de bijbehorende opdrachten omschreven -Portfoliopresentatie: je laat aan overige studenten en mentor zien wat hij in zijn stageperiode gedaan heeft en hoe hij het derde jaar ingaat.
Klik op de illustratie voor vervolg
Terug
5.8 De begeleiding Tijdens de stage krijgt de stagiair begeleiding van het stagebedrijf (de praktijkopleider) en van school, de stagebegeleider. De praktijkopleider begeleidt de stagiair bij de dagelijkse werkzaamheden op de stageplaats. 5.8.1 Wat doet de praktijkopleider van het stagebedrijf? • Hij heeft zicht op de functie van de stagiair binnen het stagebedrijf • Hij kijkt samen met de stagiair naar de leerdoelen in het stageplan welke de stagiair voor de stage heeft gemaakt • Hij voert minstens een keer in de maand een begeleidingsgesprek met de stagiair om te zien of alles goed gaat • Hij is bereid een start en eindgesprek te voeren met de school. Bij uitzondering ook mogelijk via e-mail of telefoon, maar bij voorkeur persoonlijk • Hij geeft een eindoordeel over de stage van de stagiair. De stagebegeleider geeft namens de school op basis van het eindgesprek het definitieve oordeel • Hij is contactpersoon voor de school 5.8.2 Wat doet de stagebegeleider van school: • Hij voert een start, (eventueel) tussentijds, en eindgesprek met praktijkopleider en stagiair, bij voorkeur op het stagebedrijf • Hij bespreekt op de terugkomdagen de vorderingen met de stagiair en thema’s die betrekking hebben op de stage • Hij is aanspreekpunt voor het stagebedrijf en de stagiair bij vragen en/of problemen * Hij voert het eind stagegesprek met de stagiair.
5.9 Verplichtingen Er zijn enkele verplichtingen waar stagebedrijf en stagiair zich aan dienen te houden 5.9.1 Verplichtingen van het stagebedrijf: • Het bieden van een introductieperiode/programma • Het houden van een maandelijks begeleidingsgesprek met de stagiair, zodat deze zich kan blijven ontwikkelen, dit gebeurt aan de hand van een voortgangsrapportageformulier. Dit formulier stuurt de student steeds op naar de stagebegeleider. Hierin vermeldt staat de voortgang, ontwikkeling op de leerdoelen, komende planning etc. • Het bieden van mogelijkheden in het werk om aan de leerdoelen uit het stageplan te werken • Het geven van duidelijke feedback aan de student op punten die voor het functioneren in het bedrijf/de organisatie van belang zijn • Het direct inschakelen van de school als er zich problemen voordoen tijdens de stage • Het houden van een begin- en eindgesprek met de school 5.9.2 Verplichtingen van de stagiair • Je maakt voordat je aan de stage begint een stageplan (volgens het format van de school) • Je neemt actief deel aan de begeleidingsgesprekken met de praktijkopleider van het stagebedrijf • Je stuurt de door de praktijkopleider ondertekende voortgangsrapportages n.a.v. je begeleidingsgesprekken steeds op naar je mentor • Je houdt een logboek bij waarin je verantwoording aflegt over je leerproces • Je maakt een eind stageverslag en houdt een portfolio bij
5.10 De Beoordeling van de stage Natuurlijk wordt de stage beoordeeld. Er vindt een tussentijdse en een eindbeoordeling plaats. Hierin kijkt de school naar de volgende zaken: • Heb je je als stagiair voldoende ontwikkeld tijdens de stage op de kerntaken en werkprocessen die gelden voor je opleiding • Het adviesoordeel van de praktijkopleider op basis van de stage, het stageverslag en het eindgesprek. Uiteindelijk beoordeelt de school de eindbeoordeling van je stage, uitgedrukt in een goed, voldoende of onvoldoende. Bij een onvoldoende worden door school aanvullende eisen gesteld. Ook kan het Nederland instellingsexamen, gespreksvoering worden afgenomen.
Klik op de kubus voor vervolg
Terug
5.11 Het stageverslag van de stagiair Het stageverslag lever je minimaal een week voor het eindgesprek in bij je stagebegeleider. Dit verslag is de basis van het eindgesprek. Het doel van het stageverslag is: voor jezelf en school helder maken wat je hebt geleerd. Je ontwikkeling op de leerlijnen is richtlijn voor het schrijven van je verslag. 5.11.1 Eisen voor het stageverslag: • Een titelblad met in ieder geval: Je naam, opleiding, leerjaar, stageperiode, stagebedrijf/stagebedrijven, praktijkopleider(s) en de contactgegevens van je praktijkopleider(s) • Een inhoudsopgave • Een inleiding • Een korte omschrijving van je stageplaats(en): wie zijn ze, wat doen ze en wie werken er? • Een omschrijving van de leerdoelen die je in je stageplan hebt gesteld en eventuele leerdoelen die tijdens je stage naar voren zijn gekomen. Je geeft hierin aan wat jij tijdens je stage hebt geleerd. Wat vond je moeilijk en wat vond je makkelijk? Hoe heeft je ontwikkeling op de leerlijnen eruit gezien? • Een korte omschrijving van de taken, werkzaamheden en verantwoordelijkheden die je hebt gehad tijdens je stagejaar • Een conclusie. Je benadrukt hierin de belangrijkste punten van je stagejaar • Je logboek • Je verslag is maximaal 6.500 woorden exclusief titelblad, inhoudsopgave en bijlagen. (NB Zie voor een uitgebreide beschrijving het stagehandboek)
5.11.2 Portfoliopresentatie Je rond je stagejaar af door een presentatie aan een groep medestudenten en/of stagebegeleider. Je laat zien waar je ontwikkeling is, wat je specifiek geleerd hebt tijdens de stage en waar je in je examenjaar (nog) aan wilt werken. 5.12 Terugkomdagen Om ervoor te zorgen dat school een goed beeld van je stage krijgt, organiseren wij terugkomdagen voor de stagiaires. Op deze dagen kom je op school om over je vorderingen te vertellen aan je stagebegeleider en aan je klasgenoten. Bovendien behandelen deSLB-ers af en toe thema’s die verband houden met stage of met je toekomstige examinering. Deze terugkomdagen zijn verplicht. Mocht je verhindert zijn dan neem je contact op met je mentor. 5.12.1 Planning terugkomdagen cohort 2015–2016 In april 2016: Stage terugkomdag 2de jaars, de precieze datum wordt gecommuniceerd, jullie krijgen allemaal een schriftelijke uitnodiging en het staat op Magister.
5.13 Wettelijke regelingen Voor de stage zijn een aantal zaken wettelijk of in het schoolreglement geregeld: • Er dienen aan het begin van de stage drie praktijkovereenkomsten (POK’s) getekend te worden door de school, het stagebedrijf en de stagiair. Alle partijen houden een exemplaar en gaan hierdoor akkoord met de voorwaarden bij de POK • De stage beslaat minimaal 1000 uur. • De student mag stagelopen bij verschillende bedrijven • De student houdt zich aan de regels en normen en waarden die gelden binnen het stagebedrijf • Het stagebedrijf hoeft zich niet aan de schoolvakanties en andere vrije dagen te houden, maar dient dit wel te overleggen met de stagiair 5.14 Erkenning Een stagebedrijf moet erkend zijn voor de studierichting van de stagiair door het betreffende kenniscentrum. Het kenniscentrum voor de opleiding Mediavormgeving en Applicatie- en mediaontwikkeling/gamedeveloper is GOC of ECABO. Bij het kenniscentrum kan een erkenning via de website worden aangevraagd. De stagecoördinator van de opleiding onderhoudt contacten met het kenniscentrum en kan zodoende ook de erkenning regelen. 5.15 Vragen? De stagecoördinator van school is ten alle tijden bereid vragen te beantwoorden, ook kan het stagebedrijf of de student vanzelfsprekend bij de SLB-er terecht (zie voor telefoonnummer en adresgegevens achterin deze gids).
Terug
6 Jaar 3 6.1 De puntjes op de i Je ontwikkelt wat je nog onvoldoende beheerst, je leert een eigen bedrijf op te zetten, je financiën daarbij op orde te houden, te netwerken, een workshop te geven over je vak, te solliciteren en/of je voor te bereiden op het HBO. Je stelt een toelatingsportfolio op, als dat voldoende is bereid je je voor op de examentoetsen ofwel de Proeve van Bekwaamheid. 6.2 Productiehuis Tijdens het 3de jaar ben je bezig met externe opdrachten in het Productiehuis. Hierin neem je zelf opdrachten aan en heb je contact met opdrachtgevers, je maakt je eigen moodboard, concept voorstel dat gepitcht wordt, waarna de opdrachtgever een van de concepten aanvaard. Binnen het Productiehuis wordt de werkelijkheid nagebootst. Dit betekent dat je je tijd goed moet calculeren en de opdrachtgever duidelijk vertellen wat mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Ondernemersvaardigheden zijn hierbij onontbeerlijk. In het Productiehuis voer je opdrachten uit in verschillende samenstellingen en met verschillende disciplines. 6.3 Miniproeve jaar 3 In het derde leerjaar krijg je de gelegenheid aan een miniproeve te werken. Je maakt dan bijvoorbeeld een product waarmee je laat zien waar je staat en wat je in het afgelopen jaar hebt ontwikkeld. Je docenten en of externe praktijkdeskundigen beoordelen deze mini proeve. Dit doen zij aan de hand van de criteria van de echte proeve: de opdracht/ opdrachten die je voor je examen krijgt. Aan de hand van de kerntaken, werkprocessen wordt gekeken
waar jij nu staat, wat moet je verder ontwikkelen, kan je al door naar een volgende periode. In een persoonlijk gesprek wordt dit door de beoordelaars na afloop van de miniproeve aan jou uitgelegd. Het is tevens een middel om al vroegtijdig te oefenen en om te leren gaan met onze wijze van examineren en wat je toekomstige beroep inhoudt! De beoordeling van de kwaliteit van jouw bijdrage aan de miniproeve bepaalt of je op stage mag. Als dat nog niet het geval is krijg je een advies waar je hard aan moet werken. Dat kan kennis, een vaardigheid maar ook een houdingsaspect zijn. 6.4 Externe werkervaring In dit leerjaar vervolg je verder je opleiding binnen de uitstroomrichting en verfijn je je kennis en vaardigheden. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om de eerstejaars studenten aan te sturen ook wordt in het derde jaar ondernemersvaardigheden als rode draad aangeboden. De multidisciplinaire groepen worden als startende ondernemers behandeld met externe opdrachten.
6.5 Overige leeractiviteiten jaar 3 Van leerjaar 1 tot 3 krijg je de mogelijkheid lessen te volgen en de examens voor Nederlands en Engels af te leggen. Dit kan bv als je versneld afstudeert. Bij Nederlands vindt er centrale examinering plaats voor de onderdelen Lezen, Luisteren. De onderdelen Presenteren en Gesprekken en Schrijven worden als instellingsexamen getoetst middels bv het presenteren van een onderzoek of stageopdracht. Het eindcijfer is opgebouwd uit 4 onderdelen, te weten: centraal examen geldt voor 50%; instellingsexamen geldt voor 25%; gesprekken en gespreksvoering elk voor 12,5%. Bij Engels wordt dezelfde onderverdeling als bij Nederlands gehanteerd. Nederlands wordt afgepoetst op 3F. Engels A2 en B1 Rekenen wordt alleen centraal geëxamineerd op 3F. Om je diploma te behalen mag het eindcijfer voor Nederlands of Rekenen een 5 zijn, maar dan moet het andere cijfer minimaal een 6 zijn. De examinering van de talen en rekenen kan naast de Proeve van bekwaamheid lopen. Mocht je problemen hebben met taal en rekenen, kan je gebruik maken van de ondersteuning die door het Noorderpoort wordt geboden via de TRON.
Klik op de banner voor uitleg TRON
Terug
Uitleg TRON TRON is er voor jou!! Wat is TRON? TRON betekent taal- (Nederlands/Engels) en rekenondersteuning Noorderpoort. Voor wie? TRON is er voor alle studenten van het MBO met een grote achterstand op het gebied van taal (Nederlands/Engels) of rekenen. Waarom TRON? Aan het eind van je opleiding moet je examen doen voor Nederlands en rekenen en voor niveau 4 ook Engels. Om ervoor te zorgen dat je het examen kan halen, biedt het Noorderpoort extra ondersteuningslessen. Wat is achterstand? Aan het begin van je opleiding word je getoetst op taal (Nederlands/Engels) en rekenen. Als je een achterstand hebt van meer dan 1 niveau onder het eindniveau van je nieuwe opleiding, kun je extra ondersteuning krijgen. Ook later in je opleiding is dit altijd nog mogelijk. Hoe werkt het? Jouw studieloopbaanbegeleider (SLB) meldt je, na overleg met jou, aan voor extra ondersteuning. De SLB weet hoe het werkt. Waar? In de stad Groningen op een centrale locatie: Van Schendelstraat 1 In de regio op de locaties van de scholen in Appingedam/Delfzijl, Assen, Stadskanaal, Veendam en Winschoten.
Verplicht? Je wilt graag je diploma halen. Daar hoort ook een voldoende voor Nederlands en rekenen bij en voor niveau 4 ook voor Engels. Het Noorderpoort vindt dit belangrijk. Als je wordt aangemeld, zijn de TRON-lessen verplicht. Absentie bij TRON telt ook mee.
Contactgegevens TRON team Stad Groningen Locaties in de regio: Locatie Van Schendelstraat 1 Appingedam/Delfzijl, Assen, Campus Winschoten, Stadskanaal en Veendam.
Wanneer? De TRON-lessen zijn twee lesuren per week. Dit kan 1 uur taal (Nederlands en/of Engels) en rekenen zijn of 2 uur taal (Nederlands of Engels) of rekenen. De lessen zijn verspreid over de dagen van de week. Bij aanmelding kun je aangeven welke tijd jou het beste past.
Tel.nr. 06123001172/ 0651368162 Email:
[email protected] Heb je nog vragen of is iets niet duidelijk? Je kunt altijd mailen of bellen.
Wanneer kun je beginnen? Na aanmelding hoor je binnen 5 dagen wanneer je kunt beginnen. Je krijgt de uitnodiging voor de lessen op je Noorderpoort mailadres. De SLB krijgt de informatie via LBS. Jij krijgt een mail op je noorderpoortmail. Hoe lang? De TRON-docent maakt met jou een plan waarin afgesproken wordt wat je gaat doen en hoe lang het gaat duren. Door wie? Het TRON-team bestaat uit specialisten op het gebied van Engels, Nederlands en rekenen. Je hebt een vaste begeleider bij jouw TRON-traject. Zomerschool De afgelopen 3 jaar heeft TRON ook een zomerschool georganiseerd voor huidige en aanstaande Noorderpoort studenten.
Terug
7 Het Impresariaat 7.1 Impresariaat KTIMpress Het Noorderpoort Kunst en Multimedia hebben een eigen Impresariaat onder de naam KTIMpress. Dit is een erkend leerbedrijf. Wellicht heb je geen formele stageplaats maar wil je heel graag zelf een product ontwikkelen of maken. In overleg met je mentor dien je een plan in met daarin doelstelling, wat wil je maken, wat heb je ervoor nodig, wat zijn mogelijkheden/onmogelijkheden, hoe ga je het financieren etc. Indien het impresariaat het plan goedkeurt mag je aan de slag. Je maakt dan ook formeel stage uren. Aan het eind van deze stageperiode maakt je een eindverslag. Daarnaast bemiddelt het impresariaat tussen markt en student, tussen vraag en aanbod. Heb je een goed product? Dan kan je via het impresariaat proberen dit in de markt te zetten, dus te verkopen. Ook kan je een profiel op de site van het impresariaat zetten waardoor een potentiële opdrachtgever jou misschien wil inhuren. Omdat de school in jou investeert, vragen we jou ook in ons en dus ook weer in jezelf te investeren. We verwachten dat je de producten die je in het kader van het onderwijs hebt ontwikkeld voor de school in te zetten wanneer dit nodig mocht zijn (bv voor een onderwijsbeurs, Noorderpoortjaarprijs, lesbezoekdagen)
Terug
8 Proeve van Bekwaamheid 8.1 Toelating tot het examen (proeve van bekwaamheid) Wanneer je leerjaar 2 met goedgevolg hebt afgelegd en je laat je ontwikkeling zien tijdens het Productiehuis, je ontwikkelt je portfolio en de presentaties worden als voldoende gewaardeerd, wordt je toegelaten tot de examinering. 8.2.1 Aanvang Examen Na dagtekening van de brief waarin staat dat je bent toegelaten tot de examinering moet je de documenten mbt de Proeve van bekwaamheid op halen en je ontvangt dan instructies hierover van je examencoördinator. Na het ontvangen van de documenten en instructies moet je binnen 4 weken je examenplan schrijven en inleveren zodat je daadwerkelijk van start kunt met je examinering. Overschrijd je deze termijn dan zijn we genoodzaakt je “ onder de norm” in te schrijven. Dit laatste houdt in dat we je uitschrijven en geen lessen en ondersteuning meer bieden, maar je alleen nog de kans krijgt je diploma te halen. Je moet je zelf afmelden bij de DUO aangezien je anders onterecht studiefinanciering ontvangt. Zodra je examenplannen zijn goedgekeurd gaat de looptijd (= maximale duur) van je Proeve in: deze verschilt per richting. Vraag dit aan je examencoördinator!
8.1.2 Proeve van bekwaamheid De proeve vindt plaats op school maar wel altijd met een externe opdracht. De proeve verschilt per opleidingsrichting maar kan uit de volgende onderdelen bestaan; • het uitvoeren van een externe opdrachtgever, zoals het bouwen van een website, reclameontwerp, game e.d. • het meewerken aan een professioneel interdisciplinair groepsproduct • het ontwerpen en maken/uitvoeren van een individueel product, presentatie • leiding geven aan een project • organiseren of regelen van een game-evenement • een reflectiegesprek De onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid worden ook door deskundigen uit de beroepspraktijk beoordeeld.
8.1.5 Ziek of verhinderd bij toetsing of examinering? Je dient altijd te mailen met het examenbureau dat je om wat voor reden dan ook verhinderd bent voor een toets of examen. Zomaar wegblijven kan vervelende consequenties hebben. Mail in voorkomende gevallen naar: examenbureau.
[email protected]
8.1.3 Kosten Proeve van Bekwaamheid Voor onderdelen van je Proeve van bekwaamheid kan het zijn dat je kosten moet maken: bijvoorbeeld je wilt specifieke apparatuur huren. Deze kosten dien je zelf op te brengen. Echter je kunt uit je doelbijdrage een bedrag terugkrijgen om voor een deel hierin te voorzien. 8.1.4 Examinering Ondernemersvaardigheden Ondernemersvaardigheden vormen een onderdeel van het kwalificatiedossier. Studenten van deze richtingen worden hierin geëxamineerd. Je krijgt een workshop ondernemingsplan schrijven en moet dan zelfstandig een plan schrijven en dit presenteren waarop je beoordeeld wordt.
Terug
9 Begeleiding 9.1 Begeleiding • Je wordt dagelijks begeleid bij je leeractiviteiten • Bij de SLB-groep is de SLB-er je begeleider • Bij je individuele onderzoeksproject kun je begeleid worden door je SLB-er of een van de vakdocenten, je mag je onderzoeksopdracht ook zelfstandig uitvoeren als je geen begeleiding nodig hebt • De workshops worden gegeven door (gast)docenten uit de praktijk • Bij de projecten is een van de mentoren/vakdocenten de begeleider. Per groep wordt de begeleidingsbehoefte vastgesteld: sommige groepen hebben helemaal geen begeleiding, anderen nog elke week • Je portfoliopresentatie wordt begeleid en beoordeeld door je SLB-er, je medestudenten en eventueel iemand uit de praktijk • Je individuele voortgangsgesprek voert je SLB-er met je, hij/zij begeleidt dus je algehele ontwikkeling 9.2 Extra zorg en begeleiding Waar ligt de grens? Sommige studenten krijgen te horen: het heeft geen zin om door te gaan, je ontwikkeling is niet op gang gekomen of je ontwikkeling staat stil. Je krijgt het dwingende advies naar een passender opleiding op zoek te gaan. Als de oorzaak buiten de student gelegen is (ernstige ziekte, overlijden naaste familielid), krijgt de student de kans de draad weer op te pakken.
Terug
10 Beoordeling 10.1 Beoordeling Beoordelingen die gevolgen hebben zijn aan strikt vastgestelde regels gebonden. Voor een voldoende op een workshop/lessen moet je voldoen aan de volgende eisen: • De beoordeling van je docent moet voldoende zijn. Dit kan gebaseerd zijn op je inzet, motivatie, een eindproduct o.i.d. De exacte beoordelingseisen worden bepaald door de betreffende docent, verder hanteert de opleiding een 80% regeling, dit houdt in dat 80% van de toetsen gehaald moet zijn.
Om examen te mogen doen moet je: • tijdig een portfolio inleveren • Bij een positieve uitslag neem je deel aan de examentoetsen Je dient je Proef PvB te hebben afgerond. Uitzonderingen Omdat je competentiegericht onderwijs volgt kan het zo zijn dat je in overleg met je mentor een aangepast studieprogramma volgt. Het is dan aan de mentor om te bepalen hoe hij je alternatieve lesprogramma beoordeelt binnen je portfoliogesprek
Voor een voldoende op je portfolio moet je voldoen aan de volgende eisen: • Projecten: Je mag voor maximaal 1 project een onvoldoende halen. • Projectopdrachten: In het eerste jaar moet je op het proces een voldoende scoren. In jaar twee op zowel het proces als het product. • Onderzoeksopdracht: Per blok presenteer je een onderzoeksopdracht. Deze moet als voldoende beoordeeld zijn. • Aanwezigheid: Behalve de aanwezigheid bij workshops en binnen een project, moet je ook bij andere verplichte schoolactiviteiten voldoende aanwezig geweest zijn. Om door te gaan naar het volgende studiejaar moet je voldoen aan de volgende eisen: • Minimaal 3 van de 4 portfoliopresentaties moeten voldoende beoordeeld zijn • Je SLB-er moet je een positief studieadvies geven. Je hebt je aantoonbaar ontwikkeld
Terug
11 Examinering 11.1 Onderwijs-en examenreglement (=OER) Zaken rond toetsing en examinering staan vermeld in de OER’s van de studierichtingen binnen IMAGO, die jaarlijks aan de Inspectie ter goedkeuring worden gezonden. Bij de teammanager kan je het OER van jouw richting inzien. Op de website kan je het Noorderpoort examenreglement vinden. 11.2 Proeve van Bekwaamheid Je sluit de opleiding af met een examen in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid. Wanneer je alle onderdelen van de Proeve positief hebt afgesloten ontvang je het diploma. De examenopdrachten zijn praktijkgericht en worden samen met het werkveld en HBO opgesteld. Je krijgt in de jaren voorafgaand aan de examinering ruim de kans te oefenen met de opdrachten. Voor specifieke vragen omtrent examinering kan je bij je examencoordinator terecht. Voor cijfers, documenten, registratie, aan/afmelding toetsen en andere administratieve zaken richt je je tot het examenbureau:
[email protected] 11.3 Beslissingen ten aanzien van het examen Een deelnemer aan het examen kan een bezwaar indienen tegen beslissingen of maatregelen met betrekking tot het examen. De termijn voor het indienen van een bezwaar bedraagt vijf werkdagen. De termijn begint de dag nadat de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
11.3.1 Schriftelijk bezwaar De deelnemer stuurt het schriftelijke bezwaar naar: De voorzitter van de examencommissie van Noorderpoort Kunst en Multimedia. Johan Weerts, Verzetsstrijderslaan 2, 9727 CE Groningen. De examencommissie voorziet het bezwaar van een dagstempel. Het schriftelijke bezwaar houdt in: • naam en adres van de indiener • datum van indiening • omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen het bezwaar wordt ingediend (kopie mee sturen) • de gronden van het bezwaar 11.3.2 Termijnen uitspraak bezwaar De examencommissie beslist zo mogelijk binnen tien werkdagen na indiening van het beroep. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van tien werkdagen. De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de indiener van het bezwaar. Als deze minderjarig is, stuurt de examencommissie ook aan de ouder(s)/wettelijk(e) vertegenwoordiger(s) een afschrift van haar beslissing. Bij een beslissing op een bezwaar, vermeldt de examencommissie de mogelijkheid in beroep te gaan.
Terug
12 Administratie
12.2 Presentieregistratie/ziek- en afmelden Interne verplichting. Je meldt je ’s ochtend voor 9.00 uur per mail (
[email protected]) af, als je ziek bent of om een andere reden verhinderd bent. Dit dien je zolang je ziek bent elke dag te herhalen. Je aanwezigheid wordt dagelijks bijgehouden door je docent. Indien je beter bent meld je dit ook via hetzelfde mailadres. Indien je te laat bent laat je dit je mentor weten. 5 minuten te laat betekent dat je de (mentor)les niet meer in kunt en als afwezig geregistreerd staat. 12.3 Afspraken tijdens lestijd Afspraken die gerelateerd zijn aan geestelijke of lichamelijke gezondheid zoals doktersbezoek, GGZ, ziekenhuis of tandarts dien je buiten lestijden om te maken. Indien dit echt onmogelijk is overleg je eerst met je mentor. 12.4 Doktersverklaring Je moet een doktersverklaring overhandigen aan je docent of mentor indien je door een fysieke of mentale oorzaak bepaalde lessen niet kunt volgen.
12.5 Verzuimregel Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat je altijd op school bent, mocht je lessen missen door ziekte of iets anders zal er altijd met je SLB-er overlegd moeten worden. Bij teveel afwezigheid zal de leerplicht en/of de RMC ingeschakeld worden. Tevens krijg je dan een negatief studieadvies en zal je moeten stoppen met je opleiding. Je mag per periode maximaal 1 keer een workshop of les missen uit een serie van 7 a 8. Bij 2 keer missen mag je (mits je docent dit goed vindt) middels een vervangende opdracht compenseren. Meer dan twee keer missen betekent een onvoldoende voor het blok en betekent dat je het vak over moet doen. Je docent bepaalt of je wel of niet de rest van de lessenreeks af maakt. De onvoldoende blijft staan. Praktisch gesproken kan dit betekenen dat je je studie een half jaar moet verlengen voordat je kunt afstuderen. Deze regel geldt ook voor onderzoeksopdrachten, projecten e.d. Ben je genoodzaakt buiten de schoolvakanties om, vakantie op te nemen, dan moet je hiervoor toestemming van je mentor krijgen. Bij het secretariaat kan je hiervoor een formulier halen en door je ouders laten tekenen. 12.6 Melding Leerplicht De school is wettelijk verplicht een sluitende administratie te voeren over de aanwezigheid van elke student. Wekelijks moet je daarom je handtekening zetten op een presentielijst als aantoonbaar bewijs dat je de opleiding daadwerkelijk volgt. Als je jonger bent dan 18 jaar, worden je ouders of verzorgers meteen op de hoogte gesteld bij afwezigheid zonder kennisgeving. De school heeft daarnaast de plicht om, na drie dagen van ongeoorloofd verzuim,
contact op te nemen met de leerplicht ambtenaar. Voor elke student, ook boven de 18 jaar, geldt dat ongeoorloofd verzuim uiteindelijk ook geregistreerd wordt bij de DUO. Dit kan gevolgen hebben voor je studiefinanciering. In alle gevallen is het dus handiger om een gesprek te hebben met je mentor of de studentenbegeleider en te bespreken wat je tegenhoudt naar school te gaan.
A
A
12.1 Voortgangsregistratie Je SLB-er is verantwoordelijk voor de registratie van je voortgang. Deze is te volgen via Magister. de elektronische leeromgeving Als je jonger bent dan 18 jaar, krijgen je ouders of verzorgers een keer per jaar een uitnodiging voor een gesprek over je voortgang. Je bent daar altijd zelf bij aanwezig.
Klik op kaart voor vervolg
Terug
12.7 Leerplicht en RMC (regionaal meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters) in de school aanwezig. Sinds enige jaren zijn de leerplichtambtenaar en de RMC-trajectbegeleider aanwezig binnen de scholen. Deze ambtenaren houden spreekuur voor de deelnemer en de docenten. Het doel van het spreekuur is dat het beginnend verzuim zo snel mogelijk aangepakt en teruggedrongen wordt. De school meldt de deelnemer aan voor het spreekuur indien: • De deelnemer meer dan 6 keer te laat komt of • De deelnemer tot 16 uur in een periode van 4 weken heeft gespijbeld Het doel van het spreekuur is dat het beginnend verzuim zo snel mogelijk aangepakt en teruggedrongen wordt. Het spreekuur geldt voor alle deelnemers van de school en vindt plaats voordat er een officiële melding wordt gedaan bij het verzuimportaal. Mocht uit het gesprek blijken dat er dermate veel problematiek achter het beginnend verzuim schuilt gaat dat een waarschuwingsgesprek niet afdoende is, wordt er melding bij de leerplicht/RMC, via het verzuimportaal gedaan. Melding bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente: Deelnemers tot 18 jaar: Bij driedagen achtereenvolgende verzuimdagen, bij meer dan 16 uur in 4 weken en bij 10 te laat komen wordt een deelnemer samen met zijn ouders uitgenodigd door de leerplichtambtenaar op het gemeentehuis van de woongemeente. Melding bij de RMC trajectbegeleider van de woongemeente
Deelnemers tussen 18 en 23 jaar Bij verontrustend verzuim, motivatieproblemen en altijd als een deelnemer langer dan een maand zonder geldige reden niet op school is dan wordt de deelnemer uitgenodigd door een trajectbegeleider van het RMC. Leerplichtwet en RMC wetgeving De leerplichtwet is streng. De wet zorgt ervoor dat ieder kind tot zijn 18de verjaardag naar school gaat, verplicht. Ouders of verzorgers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Ze worden er dan ook op aangesproken als dat niet gebeurt. Scholen zijn verplicht spijbelende deelnemer te melden bij de leerplichtambtenaar, na uiterlijk drie achtereenvolgende verzuimdagen. Ook meldt de school wanneer de deelnemers gedurende vier opeenvolgende lesweken meer dan 16 uren verzuimt. Heeft een deelnemer nog geen startkwalificatie dan is hij/zij volgens de wet verplicht tot de 18e verjaardag een opleiding te volgen. Gaat hij/zij niet naar school en/of naar de opleidingsplaats (het werk) en of BPV (beroepspraktijkvorming), dan zijn ouders/ verzorgers en de deelnemer strafbaar. De leerplichtambtenaar zal de deelnemer oproepen voor en gesprek over het verzuim. Deze ambtenaar kan ook proces-verbaal opmaken. De ouders en deelnemer zelf riskeren een boete, krijgen een leer- of taakstraf, Jeugdreclassering of in ernstige gevallen kun je zelfs in hechtenis worden genomen. Naast de leerplichtwet is de RMC wet van toepassing. Het centrale doel van het RMC is het scheppen van voorwaarden voor jongeren tot 23 jaar om de voor hen hoogst haalbare en meest passende plaats in het onderwijs of arbeidsmarkt te kunnen vinden.
Er is sprake van voortijdig schoolverlaten wanneer een jongere nog geen 23 jaar is én: • Geen vwo/havo of niveau 2 mbo diploma heeft én • Gedurende een maand zonder geldige reden geen onderwijs meer heeft gevolgd of • Bij de school wordt uitgeschreven of van school wordt verwijderd. Ziekteverzuim Als studenten (jonger dan 18 jaar) ziek zijn, moeten de ouders/verzorgers dit doorgeven aan school. Als het erop lijkt dat de deelnemer langdurig afwezig zal zijn wegens ziekte dan is het raadzaam dat de ouder contact opneemt met de studieloopbaanbegeleider. Dit in verband met afspraken over de studievoortgang. Ook als een deelnemer vooraf weet dat hij/zij enkel dagen wegens ziekte afwezig is, bv. bij een operatie in het ziekenhuis dan moet de deelnemer door de ouder/verzorger dit melden bij de studieloopbaanbegeleider. Er kan een schriftelijke verklaring van een arts gevraagd worden. Ook bestaat de mogelijkheid dat de deelnemer voor nader onderzoek wordt doorverwezen naar een arts van een Arbodienst of GGD. Als een student niet meer naar school wil omdat hij/ zij een probleem heeft, dan zoekt de leerplichtambtenaar in overleg met de school en de ouders naar een oplossing. Ouders, de student en de school zijn en blijven echter primair verantwoordelijk. Is er spraken van ongegrond verzuim dan zijn de student en de ouders aansprakelijk.
Terug
13 Doorstroom 13.1 Doorstroom naar verwant HBO Voor vrijwel alle HBO kunstvakopleidingen geldt dat je er toelatingsexamen voor moet doen. We proberen je hier zo goed mogelijk op voor te bereiden. In voorkomende gevallen komen docenten en vierdejaars studenten van verwante HBO opleidingen vertellen wat je moet kunnen om toegelaten te worden tot deze opleidingen. 13.2 Voorbereiding op niet verwant HBO Als je naar een ander soort HBO wilt doorstromen, zoals de PABO, de SPH, HBO-recht of HBO-psychologie, HTS en dergelijke, dien je jezelf tijdig op de hoogte te stellen van mogelijke aanvullende toelatingseisen. De PABO zal je bijvoorbeeld vragen een taal- en rekentoets af te leggen, de HTS zal eisen stellen rond wis- en natuurkunde. Het CDV (Cursisten Dienst Verlening) is altijd bereid je daarmee verder te helpen.
Terug
14 Klachten 14.1 Vertrouwenspersoon Het Noorderpoort accepteert geen discriminatie en accepteert niet dat medewerkers of studenten zich zo gedragen, dat anderen zich daardoor onveilig, geïntimideerd, onheus bejegend of op een andere manier niet goed behandeld voelen. Stap in zo’n geval altijd meteen naar de vertrouwenspersoon van de locatie en bespreek wat er is gebeurd. De vertrouwenspersoon kan je helpen met de verwerking en/ of met vervolgstappen: het indienen van een formele klacht of aangifte bij de politie. 14.2 Incidentenregistratie De school hanteert een incidentenregistratiesysteem. Ben je slachtoffer of getuige van een incident, zoek dan de vertrouwenspersoon en/of vraag bij de balie een registratieformulier ‘incidenten’. Vul het formulier in geef het af bij de vertrouwenspersoon van de locatie. Jegens de dader onderneemt het Noorderpoort altijd actie.
14.4 Klachten en in beroep gaan Tegen maatregelen (een onvoldoende beoordeling, een dwingend negatief studieadvies, schorsing) kun je schriftelijk binnen 10 werkdagen in beroep gaan. Je richt je gemotiveerde beroepsschrift aan de Commissie van beroep en bezwaar, Noorderpoort Kunst en Multimedia, postbus 281, 9700 AG Groningen. Let op het verschil en de termijnen: in beroep gaan doe je tegen een beslissing en dat moet je schriftelijk binnen 10 werkdagen doen. Een klacht dien je in als je je onheus bejegend voelt, maar is niet gericht tegen een beslissing of maatregel. Een klacht kun je ook na langere tijd nog indienen.
Op de website van het Noorderpoort vind je bij Studentenplein de nodige informatie. Bij de balie ligt een map “Schoolveiligheidsplan” ter inzage. E-mailen kan naar
[email protected]. 14.3 Verwijzing naar deelnemersstatuut, beroepsprocedures Via www.noorderpoort.nl kun je via ‘studentenplein’ het deelnemersstatuut opzoeken. Je leest er alles over je rechten en plichten als student bij het Noorderpoort.
Terug
15 Diversen 15.1 Locatiegids Je krijgt in de eerste schoolweek een locatiegids, bestemd voor alle medewerkers en studenten van de Noorderpoort Kunst en Multimedia. Je vindt hierin o.a. informatie over openingstijden, verlies van pasjes, gebruik van printers, pc’s en internet. 15.2 Aansprakelijkheid Studenten van het Noorderpoort zijn door de school WA-verzekerd voor het onbedoeld toebrengen van letsel aan personen of schade aan goederen tijdens schooltijden en tijdens met instemming van de opleiding vervulde stages. 15.3 Apparatuur Studenten kunnen camera’s en andere apparatuur lenen van school bij de uitleen van IMAGO. Daarnaast onderteken je 1malig een contract waarin je je verplicht ten alle tijden schade aan geleende apparatuur of vermissing of diefstal hiervan te vergoeden. Ook wanneer je WA verzekering de schade of diefstal/ vermissing niet (volledig) vergoed.
2015
15.4 Aanschaf boeken, materialen en apparatuur Per richting vragen we je ook boeken, materialen en apparatuur aan te schaffen. Vaak zijn dit eenmalige uitgaven die je de rest van je schoolperiode niet opnieuw hoeft aan te schaffen. Bij vormgeving moet je een materialenpakket aanschaffen. Je krijgt hierover een brief waarin exact staat wat je moet aanschaffen. Je bent vrij om dit te kopen waar je dat wilt. Ook vragen wij elke student een laptop aan te schaffen, aangezien het onderwijs hierop ingericht wordt.
Terug
16 Namen 16.1 Plaats van IMAGO in de Noorderpoort organisatie De opleidingen van IMAGO zijn ondergebracht bij Noorderpoort Kunst en Multimedia. In het pand van de opleiding zit ook nog KTM (kunst, theater en media) gehuisvest. De opleiding is gevestigd op het adres Verzetsstrijderslaan 2 in Groningen.
Studentenbegeleider en vertrouwenspersoon: Edith Jansen
[email protected]
Engels: Halil Arslan
[email protected]
Stage coordinator Wim Kuperus
[email protected]
Rekenen: Eppo Meedendorp/Wim Kuperus
[email protected]/
[email protected]
Het College van Bestuur en de centrale stafdiensten zijn gehuisvest op het adres Verzetsstrijderslaan 4. Het College van Bestuur wordt gevormd door de heer R. Schuur (voorzitter CvB) en de heer W van de Pol (lid CvB).
16.3 Docenten
De Dienst Studentendienstverlening (SDV) ondersteunt bij studieproblemen, loopbaanvragen, leerachterstanden, sociale vaardigheden, niveauonderzoek, e.d. Deze centrale dienst is gevestigd aan de Pop Dijkemaweg. Mentoren verwijzen studenten naar deze dienst als de vraag of het probleem van de student de mogelijkheden van de mentor en studentenbegeleider van de opleiding overstijgt. 16.2 Namen en adressen medewerkers IMAGO Schooldirecteur: Johan Weerts
[email protected] Teammanager: Guus van Bommel
[email protected] Medewerker frontoffice: Nel Oskam
[email protected]
Docenten Mediavormgeving Andre. Hertgers
[email protected] Richard Jonkman
[email protected] Nicolette Vosveld
[email protected] Hans Peter Zwanepol
[email protected] Meinte Strikwerda
[email protected] Eppo Meedendorp
[email protected] Erik Kremer
[email protected] Docenten Applicatie- en mediaontwikkeling Reygan Leito
[email protected] Armando Gerard
[email protected]
LLB: Richard Vos
[email protected] Impresariaat: Marieke Voorzee
[email protected] Examenbureau: Irene Knot
[email protected] Audiovisueel Medewerker: Jelmer Cnossen
[email protected] Productiehuis Vormgeving
[email protected] E-mail adressen zijn op te vragen bij de frontoffice. Bij alle studierichtingen worden hiernaast diverse workshopdocenten uit de praktijk betrokken.
Nederlands: Rob Broere
[email protected]
Terug
Bijlage 1 De Game Artist Crebonummer: 93220 Sector: Kunst, Cutuur en Media Branche: Media & Communicatiebranche Cohort: 2012-2013 Korte omschrijving De gamesector ontwikkelt zich snel. De game artist moet goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Veel games zijn puur entertainment, maar er komen ook steeds meer educatieve games. De vormgeving hiervan is het werk van de game artist. Bij kleinere games werkt de game artist doorgaans aan het hele ontwerpproces. Bij grotere games werkt hij onderdelen van het ontwerp uit. Hij houdt rekening met de eisen van de leidinggevende, team leden en /of interne opdracht gever en de technische uitvoerbaarheid. Hij maakt gebruik van tools die steeds meer mogelijkheden bieden. Dat vraagt natuurlijk de nodige vaardigheden van de game artist. Om de opleiding te gaan volgen Een game artist heeft een passie voor games. Door zijn ervaring met veel verschillende spellen weet hij precies wat leuk, spannend of leerzaam is. Dat maakt de uitdaging zelf een goede game te ontwikkelen groot. Hij verwerkt zijn eigen ideeën in de gameonderdelen die hij maakt, maar hij blijft wel binnen de gestelde grenzen. De gamesector heeft een heel eigen cultuur. Iedereen gaat ervoor een nog betere game te maken.
Aan het werk: wat wordt er van een game artist verwacht? Van een game artist wordt verwacht dat hij: • Zich verdiept in de doelgroep en het onderwerp van de game; • Projectmatige kan werken; • Kan samenwerken met de gameprogrammeur; • Een ontwerp maakt voor de game art; • Gameonderdelen maakt; • Gameonderdelen test; • De voortgang bewaakt en het project evalueert. De Mediavormgever Crebonummer; 90400 Sector: Kunst, Cultuur en Media Branche: Media & Communicatiebranche Cohort: 2012-2013 Wat doet een mediavormgever? Een mediavormgever houdt zich bezig met de vormgeving van allerlei media-uitingen. Dit kunnen zowel grafische- interactieve- animatie- als audiovisuele producten zijn. • De mediavormgever grafisch geeft vorm aan media met stilstaande beelden en teksten. Denk bijvoorbeeld aan advertenties , posters, huisstijldrukwerk, folders, brochures ,kranten, boeken, foto’s, presentaties en verpakkingen. • De mediavormgever animatie/audiovisueel werkt met media waarin bewegend beeld en geluid centraal staan. Hij maakt bijvoorbeeld computeranimaties, av-producties, documentaires, reclamespotjes en videopresentaties. • De mediavormgever interactief ontwerpt interactieve media zoals websites, interactieve cdroms/dvd’s en games.
Typering van de beroepen binnen de opleiding IMAGO • De mediavormgever art & design maakt werk met een eigen stijl, uniek en origineel. Dat kunnen strips zijn of illustraties maak ook beeldend werk of VJproducties. (Deze uitstroom wordt door het team KTM verzorgd, dat ook op de Verzetsstrijderslaan zit). Waar werkt een mediavormgever? Een mediavormgever kan werken bij een groot aantal verschillende bedrijven. Vaak zijn dat bureaus voor reclame, ontwerp of webdesign Maar we vinden ze ook bij multimediabedrijven, audiovisuele bedrijven, drukkerijen en uitgeverijen. Een mediavormgever werkt vaak in een team waarin ook anderen op technisch en/of organisatorisch gebied aan hetzelfde product meewerken. Ook zijn er steeds meer mediavormgevers die als zelfstandig ondernemer of freelancer werken en zich laten inhuren door bedrijven. Welke taken verricht een mediavormgever? Een mediavormgever heeft verschillende taken. Hij maakt het plan van aanpak; ontwikkelt het concept; creëert het ontwerp; bereidt de realisatie voor; begeleidt uitbestedingen en maakt de uiteindelijke media-uiting. Hierbij is van belang dat hij de opdrachtgever adviseert. Daarnaast beheert hij de hard- en sofstware en beheert hij de database. Als zelfstandig ondernemer of freelancer stelt hij ook het ondernemingsplan op en voert dit uit, waarbij hij onder andere zijn bedrijf promoot en allerlei financiële zaken regelt.
Klik hier voor het vervolg van bijlage 1.
Terug
Welke eigenschappen heeft een mediavormgever? Een mediavormgever werkt meestal voor een opdrachtgever. Inspelen op zijn behoeften en wensen en hem adviseren, vereisen van de mediavormgever dat hij klantgericht, communicatief en initiatiefrijk is. Voor het ontwerpen van de media-uiting vraagt om technische kennis en vaardigheden. Om vervolgens zijn werk te ‘verkopen’ moet de mediavormgever overtuigend kunnen presenteren. Een mediavormgever moet ook kunnen organiseren om de werkzaamheden gedaan te krijgen binnen de eisen aan kwaliteit, tijd en budget. Voor een mediavormgever met een eigen bedrijf zijn bovendien ondernemersvaardigheden van belang. Het hoofdcrebo is Crebo 90400 Zoals je kunt lezen kun je kiezen uit 3 uitstroomrichtingen/specialisaties: Crebo 90413 :grafische vormgeving Crebo 90411 :animatie/audiovisuele vormgeving Crebo 90414 :interactieve vormgeving De Applicatie- en mediaontwikkelaar Crebonummer :95310 Sector :Kunst Cultuur en Media Branche :Media & Communicatiebranche Cohort :2012-2013 Het werk binnen applicatie- en mediaontwikkeling bestaat uit vier kerntaken: De ontwikkelaar stelt de vraag en/of de informatiebehoefte van de opdrachtgever vast. Hij brengt de mogelijkheden voor een applicatie, (cross)media-uiting of game in kaart. Op basis van het ontwerp inventariseert de ontwikkelaar de uit te voeren activiteiten en maakt een plan
van ontwerp inventariseert de ontwikkelaar de uit te voeren activiteiten en maakt een plan van aanpak. De ontwikkelaar richt in overleg met zijn leidinggevende/de projectleider de ontwikkelomgeving in conform de eisen van het ontwerp. De ontwikkelaar realiseert (onderdelen van) een applicatie, (cross)media-uiting of game. Hij houdt de deadlines in de gaten en bespreekt tussentijdse resultaten met de opdrachtgever en/of leidinggevende en past de applicatie, (criss)mediauiting of game zo nodig aan. De ontwikkelaar test de werking en functionaliteit van de gerealiseerde applicatie, (cross)media-uiting of game en/of interfaces en voert zo nodig aanpassingen door of doet verbetervoorstellen. Hij past waar mogelijk nieuwe ontwikkelingen in de techniek en markt toe. Daarnaast zorgt hij tijdens en na het realisatieproces voor de documentatie. In tegenstelling tot de gamedeveloper schrijft de applicatieontwikkelaar schrijft de applicatieontwikklaar/mediadeveloper een implementatieplan waarin hij aangeeft hoe de applicatie of media-uiting en/of mediasysteem technisch en organisatorisch wordt uitgewerkt. Hij presenteert het implementatieplan zodat betrokkenen volledig en juist geïnformeerd worden en voorbereid zijn op veranderingen.
De applicatieontwikkelaar stelt een acceptatietest op en voert deze samen met het projectteam uit of biedt ondersteuning bij de uitvoering van acceptatietests. De applicatieontwikkelaar/mediadeveloper bespreekt en evalueert de resultaten van de implementatie en de uitgevoerde tests met de betrokkenen. Hij legt de uitkomsten van de evaluaties schriftelijk vast. De ontwikkelaar richt een onderhouds-/ beheerprocedure in om structureel informatie te verzamelen over incidenten, eisen en wensen. Hij beheert en onderhoudt de applicaties, mediauitingen en games volgens geldende procedures/ contractafspraken. De mediadeveloper/gamedeveloper verzamelt, controleert en bewerkt (cross)media of gamebestanden. De mediadeveloper bewaakt de samenhang van media-uitingen en stelt script samen ten behoeve van het samenvoegen van content. Ook registreert en documenteert de ontwikkelaar incidenten, eisen en wensen en interpreteert deze op correcte wijze. Waar werkt een ontwikkelaar die zich bezighoudt met applicatie-, game- of mediaontwikkeling? Een ontwikkelaar werkt bij bedrijven die besturingssoftware, toepassingssoftware, entertainmentsoftware, games en/of mediaproducten ontwikkelen. Dit kunnen bedrijven zijn in zowel het klein-, midden-, als het grootbedrijf.
Klik hier voor het vervolg van bijlage 1.
Terug
Wat moet een applicatieontwikkelaar kunnen? De hoofdtaak van de applicatieontwikkelaar is het ontwikkelen en realiseren van (delen van) software en/of ICT-producten voor de kantoor- en industriële automatisering. Te denken valt aan besturingsprogrammatuur, toepassingsprogrammatuur, multimedia- en netwerkprogrammatuur. Ook is de ontwikkelaar betrokken bij de implementatie van een applicatie en voert hij onderhoudsactiviteiten uit t.b.v. bestaande applicaties. De werkzaamheden worden veelal in projectvorm uitgevoerd waardoor planning van werkzaamheden en samenwerking met collega’s van belang is. De applicationtwikkelaar dient zijn werkzaamheden zelfstandig te kunnen uitvoeren en af te stemmen met de projectleider/leidinggevende en collega’s. Hij werkt onder de verantwoordelijkheid van de leidinggevende/projectleider, maar is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van zijn eigen werk. De ontwikkelaar heeft vaak contact met collega’s, hij moet dan ook goed kunnen samenwerken en communiceren. Wat moet een mediadeveloper kunnen? De hoofdtaak van de mediadeveloper is het ontwikkelen en realiseren van (delen van) (cross) media-uitingen. Hierbij zijn drei disciplines betrokken: mediamanagement, mediavormgeving en mediatechnologie. Voor dat laatste is de mediadeveloper medeverantwoordelijk. Zijn werkzaamheden zijn dus technisch van aard. Hij is verantwoordelijk voor het realiseren, implementeren en onderhouden van een media-uiting en/ of mediasysteem. Hiervoor heeft hij gedegen specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van media specifieke systemen, apparatuur en
software nodig. Een mediadeveloper werkt veelal projectmatig en stemt zijn werk af met betrokkenen. Hij moet dan ook goed kunnen samenwerken en communiceren. Bij problemen moet hij deze kunnen oplossen. Om optimaal te kunnen functioneren is het van groot belang om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Het hoofdcrebo is crebo 95310 Er zijn 2 uitstromen in dit crebo: Crebo 95311 :applicatieontwikkelaar Crebo 95313 :mediadeveloper Crebo 95312 :gamedeveloper
Wat moet een gamedeveloper kunnen? De hoofdtaak van de gamedeveloper is het technisch realiseren van (delen van) games, Hij heeft hiervoor gedegen specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van het programmeren van games nodig. De ontwikkeltools moet hij creatief in kunnen zetten. Hij integreert onder andere animaties, grafische, audiovisuele en functionele componenten van verschillende bronnen in de game en zoekt naar creatieve oplossingen voor technische problemen tijdens de ontwikkeling van de game en zoekt naar creatieve oplossingen voor technische problemen tijdens de ontwikkeling van de game. Hij houdt zich voortdurend op de hoogte van ontwikkelingen in zijn vakgebied en/of gamewereld en/of belevingswereld en cultuur van doelgroepen. Hij zoekt actief naar nieuwe mogelijkheden en waar mogelijk past hij nieuwe ontwikkelingen in techniek en markt in games toe. Hij werkt projectmatig en stemt zijn werk af met de gamedesigner, game artist en overige betrokkenen. Hij moet dan ook de totale workflow goed kunnen aanvoelen en hierin mee kunnen denken. Hij moet daarvoor inzicht hebben in het werk van de gamedesigner en game artist, en goed kunnen samenwerken en communiceren.
Terug
Bijlage 2 Kerntaken, werkprocessen en competenties Applicatie-mediaontwikkeling (niveau 4) Legenda Applicatie-en Mediaontwikkeling K1: Applicatieontwikkelaar K2: Mediadeveloper K3: Gamedeveloper
Kerntaken, werkprocessen en competenties cohort 2015-2018
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Ontwerpen van de applicatie, (cross)mediauiting of game
1.1
Kerntaak 2: Realiseren van de applicatie, (cross)mediauiting of game
x
x
x
1.2
Maakt een plan van aanpak
x
x
x
1.3
Levert een bijdrage aan een functioneel ontwerp of Game Design Document
x
x
x
1.4
Maakt een technisch ontwerp
x
x
x x
1.5
Richt de ontwikkelomgeving in
x
x
2.1
Legt een gegevensverzameling aan
x
x
x
2.2
Realiseert een applicatie
2.3
Realiseert een (cross)media uiting en/of systeem
2.4
Programmeert games of gameonderdelen
2.5
Test het ontwikkelde product
2.6 2.7 Kerntaak 3: 3.1 Implementeren van de 3.2 applicatie of (cross)media3.3 uiting
Kerntaak 4: Onderhouden en beheren van de applicatie, (cross) media-uiting of game
K1 K2 K3 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte vast
x x x
x
x
Optimaliseert de game of (cross)media-uiting
x
x
Bewaakt de voortgang en evalueert het project
x
x
Maakt of levert een bijdrage aan het implementatieplan
x
Stelt een acceptatietest op en voert deze uit
x
Implementeert een applicatie of (cross)media-uiting en/ x of -systeem
x
x
3.4
Evalueert een implementatie
x
x
4.1
Onderhoudt applicaties of (cross)media-uiting
x
x
4.2
Verzamelt, controleert, bewerkt en archiveert (cross) mediabestanden
x
4.3
Bewaakt de samenhang van media-uitingen
x
4.4
Stelt script samen ten behoeve van het samenvoegen van content
x
4.5
Beheert de content
x
4.6
Documenteert en archiveert gegevens
x
x x
Klik hier voor het vervolg van bijlage 2.
Terug
Kerntaken, werkprocessen en competenties Game artist (niveau 4) Legenda Game artist K1: Game artist
Kerntaak
Werkproces
K1
Kerntaak 1: Draagt bij aan een marktgericht gameconcept
1.1
Oriënteert zich op de doelgroep en het onderwerp
X
1.2
Maakt een planning
X
1.3
Ontwikkelt het concept voor de game art onderdelen
X
Kerntaak 2: Realiseert de gameonderdelen
2.1
Vertaalt het game art concept tot een definitief ontwerp
X
2.2
Ontwikkelt gameonderdelen
X
2.3
Test de gameonderdelen
X
2.4
Bewaakt de voortgang en evalueert het project
X
Klik hier voor het vervolg van bijlage 2.
Terug
Kerntaken, werkprocessen en competenties Mediavormgeving (niveau 4) Legenda Mediavormgever K1: Grafische vormgeving K2: Animatie/audiovisuele vormgeving K3: Interactieve vormgeving
Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1: Ontwerpt de media-uiting
1.1
Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de opdrachtgever
x
x
x
1.2
Maakt een plan van aanpak
x
x
x
1.3
Maakt een concept
x
x
x
1.4
Maakt het ontwerp
x
x
x
1.5
Presenteert het concept en/of ontwerp van de mediauiting
x
x
x
2.1
Bereidt de realisatie voor
x
x
x
2.2
Begeleidt uitbesteding aan derden
x
x
x
2.3
Maakt de media-uiting
x
x
x
2.4
Levert de media-uiting op
x
x
x
2.5
Houdt het archief bij
x
x
x
3.1
Maakt een plan voor het starten van een eigen bedrijf
x
x
x
3.2
Promoot zijn werk
x
x
x
3.3
Regelt financieel administratieve zaken
x
x
x
Kerntaak 2: Realiseert de media-uiting
Kerntaak 3: Voert ondernemerstaken uit
K1 K2 K3
Terug
prek
stagever
ndges
stap 7
beg 8 stap
sl
ei tie digitaa ag valua uitgepr l e&met de ers int eleid
Terug
Stage
Stage
Stage Stage
1
2
2
3 Terug
Portfolio opbouw
1 2
3 Terug