Activboard, Handleiding & digibord-links. Inhoudsopgave

Edumaat Sloepkade 37 2725EX, Zoetermeer

Tel:

079 360 37 18 06 1343 55 86 Mail: [email protected]

Activboard, Handleiding & digibord-links LET OP: Deze handleiding bevat verwijzingen naar opdrachten op blz 17-23. In deze handleiding zijn die opdrachten weggelaten. Tijdens de basistraining van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief deze opdrachten die u tijdens de training uitvoert. Gebruik het contactformulier op www.edumaat.nl om een basis- of vervolgtraining of meer informatie aan te vragen.

Inhoudsopgave Kalibreren ........................................................................................................................ 2 Opstarten......................................................................................................................... 2 Wat is er te zien op het dashboard ...................................................................................... 3 Wat is er te zien op het hoofdscherm................................................................................... 4 De werkbalk ..................................................................................................................... 5 Veel gebruikte handelingen ................................................................................................ 6 Pen gebruiken................................................................................................................ 6 Een plaatje of filmpje invoegen ........................................................................................ 6 Een vorm invoegen ........................................................................................................ 7 Bronnen invoegen .......................................................................................................... 7 Objecten manipuleren..................................................................................................... 8 Een koppeling toevoegen aan een object .......................................................................... 8 Een bestaande koppeling verwijderen ............................................................................... 9 Een actie aan een object toevoegen ................................................................................. 9 Opslaan ........................................................................................................................ 9 Pagina opslaan als plaatje ..............................................................................................10 Opslaan op promethean planet .......................................................................................10 Gereedschapspaletten verplaatsen .....................................................................................10 Een palet verplaatsen ....................................................................................................10 Profielen..........................................................................................................................10 Uw profiel opslaan .........................................................................................................11 De lay out aanpassen ....................................................................................................12 Knoppen toevoegen aan de werkbalk. .............................................................................12 Andere profielinstellingen ...............................................................................................12 Het lerarenslot .................................................................................................................13 De bureaubladannotatie ....................................................................................................13 Twee gebruikers modus ....................................................................................................14 Stemkastjes ....................................................................................................................14 Verdieping.......................................................................................................................15 Objectenoverzicht .........................................................................................................15 Werken met lagen .........................................................................................................15 Acties toevoegen aan een object .....................................................................................16 1-Het actieobject is het doelobject ...............................................................................16 2-Het actieobject is niet het doelobject .........................................................................16 Een beperking opleggen aan een object-actie ...................................................................16 Opdrachten .....................................................................................................................17 Eenvoudig ....................................................................................................................17 Medium........................................................................................................................18 Lastig ..........................................................................................................................19 VRAGEN / PROBLEMEN .....................................................................................................20 Links ..............................................................................................................................21

Edumaat, handleiding ActivBoard, Inspire Studio software, sept 2009

1 van 21

Kal i b r e r en Voordat u het Activboard gaat gebruiken, moet u het eerst kalibreren. Hiermee zorgt u ervoor dat handelingen die u op het bord verricht ook daadwerkelijk op die exacte plaats worden getoond. 1. Zorg ervoor dat het Activboard, de beamer en de PC aanstaan en dat het beeld van de PC goed op het scherm van het Activboard wordt getoond. 2. Pak de pen en hou deze vlak voor het ronde lampje linksboven op het Activboard. U hoort kort daarna een pieptoon. Als het goed is, krijgt u het kalibreerscherm te zien. 3. Lees de instructies op het scherm. Klik 1 keer om te beginnen met kalibreren. Vervolgens klikt u steeds op de punten die worden aangegeven. Als het kalibreren is mislukt, probeer het dan opnieuw.

Op s tar te n Als het Activboard en de beamer goed op de computer zijn aangesloten, start dan de Inspire-software op door te dubbelklikken op dit icoontje op uw bureaublad: Als dit icoontje er niet is, ga dan naar Start, programma’s, Activ Software, Activ Inspire, Activ Inspire. De Activ Inspire software start nu op. Standaard wordt eerst het zogenaamde dashboard getoond: Opmerkingen: U kunt voorkomen dat dit dashboard bij opstarten getoond wordt door linksonder het vinkje weg te halen. Wij raden u aan om dit niet te doen omdat het dashboard de mogelijkheid biedt om snel een aantal veel gebruikte acties uit te voeren. U kunt het dashboard altijd weer oproepen met de functietoets F11


2 van 21

W at i s e r te zi e n op h e t das h boar d U ziet in de linkerkolom een aantal opties. Een flipchart is een werkruimte waarin u zoveel pagina’s kunt aanmaken als u wilt. In de rechterkolom kunt u een nieuwe flipchart aanmaken of een recent gebruikte flipchart openen. Het is zelfs mogelijk om notebooklessen van het Smartboard te openen. Die kunt u vervolgens weer als flipchart bewaren.

Met deze knop schakelt u naar de bureaubladmodus. U kunt dan op het bureaublad of de op dat moment geopende windowstoepassing met de pen schrijven., tekenen, markeren etc. Deze annotaties kunt u vervolgens kopiëren, van formaat veranderen, enzovoort. Zodra u begint met werken in de bureaubladmodus, wordt een flipchart aangemaakt in de software, genaamd: ‘bureaublad-flipchart’. Als u de software afsluit, wordt gevraagd of u deze flipchart wilt bewaren. Deze optie gebruikt u wanneer u in het bezit bent van stemkastjes van Activote of ActivExpression. U kunt uw leerlingen dan tijdens de les vragen stellen en vervolgens deze optie starten. U kunt dan kiezen uit verschillende manieren waarop de leerlingen op uw vraag moeten antwoorden, bijvoorbeeld goed/fout, A/B/C/D, etc. Hiermee wordt de website van Promethean Planet geopend waar u materialen, ideeën en ervaringen met andere gebruikers kunt delen. Met deze optie kunt u nieuwe apparaten registreren die u bij het Activboard heeft aangeschaft. Ook kunt u hier verschillende profielen beheren (later meer). Als laatste kunt u hier updates van de software downloaden. Vraag uw ICT-coördinator alvorens dit uit te voeren. Onderaan staat de optie: . De primary software is bedoeld voor het basisonderwijs, hoewel in de bovenbouw van het basisonderwijs ook wel de Studio-software gebruikt wordt, daar deze een meer Windows lookand-feel heeft. Als u de primary software eens wilt bekijken of gebruiken, zet u hier een vinkje en start u de software opnieuw op. Hiermee opent u de website www.prometheanworld.com/ waar u training of support kunt aanvragen. Als leerkracht bent u echter directer geholpen door uw ervaringen op www.prometheanplanet.com te delen of de help-functie te gebruiken. Sluit het dashboard door op de knop ‘sluiten’ te klikken. U hoeft niet eerst een nieuwe flipchart aan te maken. Er wordt automatisch een flipchart aangemaakt genaamd: ‘naamloos’. Dit is te zien rechts naast de werkbalk.


3 van 21

W at i s e r te zi e n op h e t hoofds c h e r m 8

1

2

5 7

6 3

4

1. Menubalk. 2. Dit is het hoofdgereedschapspalet. De meest gebruikte functies vindt u op dit palet. In de rest van deze handleiding wordt dit palet de werkbalk of ook de standaard-werkbalk genoemd. 3. Naast de menubalk ziet u welke flipcharts er op dit moment geopend zijn. 4. Prullenbak. Sleep objecten naar de prullenbak om ze te verwijderen. Ongedaan maken kan via menu ‘bewerken, ongedaan maken’. 5. Dit is een ander gereedschapspalet (zie 2). Dit palet kan verschillende overzichten tonen. Standaard wordt het paginaoverzicht getoond, maar door op één van de icoontjes vlak onder de blauwe balk te klikken, krijgt u andere overzichten te zien. 6. Hier ziet u de pagina’s die zich in de flipchart bevinden. 7. Met deze knop wordt uw huidige pagina in volledig scherm getoond. U keert weer terug naar de normale weergave door opnieuw op deze knop te drukken of met F5 op uw toetsenbord. 8. Met deze knop schakelt u naar de ontwerpmodus. In deze modus heeft u meer mogelijkheden om objecten aan te passen. In de ontwerpmodus is deze knop rood. Druk opnieuw op deze knop om terug te gaan naar de normale modus.


4 van 21

D e w e r kbal k (Ofwel het hoofdgereedschapspalet). De standaard-werkbalk bevat knoppen voor handelingen die u vaak gebruikt, zoals schrijven, nieuwe pagina maken, selecteren van objecten, gummen, verwijderen, enzovoort. De werkbalk kan er anders uitzien dan hier rechts getoond wordt. Dit komt omdat u met verschillende profielen kunt werken en omdat u deze werkbalk naar wens kunt aanpassen. Daarover later meer. Een aantal van de meest gebruikte knoppen worden hier uitgelegd. De overige knoppen kunt u zelf uitproberen of raadpleeg anders de helpfunctie. Bureaubladannotatie. Met deze knop schakelt u naar uw bureaublad of een op dat moment geopend venster. De standaard-werkbalk blijft echter zichtbaar en u kunt daar nog steeds uw pen, gum, enzovoort gebruiken. Er wordt automatisch een nieuwe ‘bureaublad-flipchart’ gemaakt zodat u uw werk kunt opslaan. Druk opnieuw op deze knop om terug te keren naar het Inspirevenster. Bureaubladgereedschappen. Met deze knop schakelt u naar uw bureaublad of een op dat moment geopend venster. U ziet alleen nog maar dit icoontje: Als u dit aanwijst, krijgt u echter meer opties te zien in een tweede ring en bij sommige opties zit zelfs een derde ring met nog meer mogelijkheden. Keer terug naar het Inspire venster door op de knop rechtsboven te klikken.

Vorige pagina

Volgende pagina. Als die er niet is, wordt een nieuwe pagina gemaakt.

Selectie. Hiermee kunt u objecten selecteren maar ook Windows handelingen uitvoeren, zoals het aanklikken van menu-opties of het sluiten van het venster.


5 van 21

Pen. Hiermee kunt u schrijven en tekenen op het bord. Gum. Hiermee wist u wat u met de pen heeft geschreven. Hiermee kunt u een vorm invoegen op de pagina. Hiermee kunt u slim wissen. Bijvoorbeeld alleen uw schrijfwerk, alleen de objecten, enz. Hiermee kunt u de zojuist gedane handelingen ongedaan maken.

V e e l g e br ui kte h an del in ge n Pen gebruiken Met de pen schrijft en tekent u op het bord. U kunt de penkleur en pendikte instellen met dit deel van de werkbalk: (Hoewel dit gedeelte ook voor andere functies gebruikt wordt, zoals de markeerstift, de verfpot, vormen, enzovoort) Tekst typen Als u een tekst wilt typen, selecteer dan menu gereedschap, tekst. Klik in het werkgebied. Een tekstvak verschijnt en u kunt tekst typen. Teksten importeren Via menu bestand, importeren kunt u bepaalde bestanden importeren, zoals bijvoorbeeld een powerpoint-document. Maar teksten uit bijvoorbeeld een Word-document opent kunt u op deze wijze niet importeren. Als u tekst uit een ander document wilt importeren, doet u dat gewoon met kopiëren/plakken. Dat gaat als volgt: 1. Open het document in de betreffende applicatie. 2. Selecteer de tekst die u wilt kopiëren en kies CTRL-C om deze tekst te kopiëren. 3. Ga naar de Inspire software en kies menu bewerken, plakken. (of CTRL-V) Een plaatje of filmpje invoegen Kies menu invoegen, media. Ga naar de locatie waar de afbeelding zich bevindt, klik erop en klik op de knop ‘ openen’. Het plaatje wordt nu ingevoegd. Als u op deze wijze een filmpje invoegt, is (als u het filmpje aanwijst) onder het filmpje een balk te zien waarmee u de film kunt starten, stoppen en pauzeren.

Een andere mogelijkheid om een plaatje in te voegen is als volgt. 1. Open in de Windows verkenner de map waarin het plaatje zich bevindt. 2. Hou de pen- of linkermuistoets ingedrukt en sleep het plaatje op de Inspire-Softwareknop op de werkbalk onderaan. 3. De Inspire-software opent zich. Sleep nu naar een plek in het werkgebied en laat de muisknop los. Het plaatje wordt ingevoegd. 4. Dit is ook een goede manier om plaatjes direct vanuit de Internet Explorer te kopiëren.


6 van 21

Een vorm invoegen 1. Kies menu invoegen, vormen of klik op de knop 2. Voeg een vorm in. 3. Klik op de selectiepijl

op de standaard-werkbalk.

en klik op de vorm. Nu kunt u de vorm manipuleren.

Bronnen invoegen U kunt uw eigen bronnen invoegen, gedeelde bronnen van collega’s of bronnen die meegeleverd zijn met de Inspire-software. 1. Kies menu beeld en zorg ervoor dat de optie overzichten aan staat. In de werkbalk resource overzicht kunt u uiteenlopende overzichten tonen. Klik op de knop resource overzicht 2. Mijn resources Klik op de knop mijn resources De mappen die worden getoond zijn submappen van de map mijn documenten. U kunt vooraf met bijvoorbeeld de Windows verkenner in deze map submappen maken voor afbeeldingen, video’s, enzovoort. Die mappen worden dan in mijn resources getoond. Door allerlei bronnen toe te voegen creëert u uw eigen bronnen-bibliotheek waaruit u op deze wijze snel kunt putten. Bij punt 3a leest u hoe u een bron invoegt. U kunt als bron ook een andere, reeds gemaakte flipchart invoegen. Deze wordt ingevoegd als object. Door erop te klikken wordt de flipchart geopend. 3. Gedeelde resources Klik op de knop gedeelde resources . De mappen die worden getoond zijn submappen van de map all users, en dus is deze map voor alle gebruikers van deze pc toegankelijk. In deze mappen kunt u dus resources plaatsen die u met andere collega’s wilt delen. a. Een bron invoegen Klik bijvoorbeeld eens op de map achtergronden, foto. In het scherm eronder ziet u welke bronnen er in deze map aanwezig zijn. b. De makkelijkste manier om een bron in te voegen is door deze aan te wijzen en vervolgens het werkgebied in te slepen. U kunt ook dubbelklikken op de bron.


7 van 21

4. Resources van Promethean planet Klik op de knop om naar de website www.prometheanplanet.com te gaan alwaar u de bronnen kunt doorzoeken die door andere gebruikers gedeeld zijn. Een gebruikersaccount aanmaken is noodzakelijk. De locatie van de mappen die bij 2 en 3 worden getoond, kunnen worden ingesteld via menu bestand, instellingen, tabblad instellingen, optie profiel en resources. Als uw school de beschikking heeft over een eigen netwerk, is het handig om bij punt 2 de map mijn documenten op uw netwerkschijf te kiezen en bij 3 een locatie op het netwerk die voor alle leerkrachten toegankelijk is. Daar zult u binnen de school afspraken over moeten maken. Leerkracht en digibord-gebruiker Andre Manssen heeft dat op zijn school gedaan en daar een stukje over geschreven: http://computersindeklas.weblog.nl/computersindeklas/2009/09/digibordles-gem.html Wellicht ook bruikbaar voor uw school? Objecten manipuleren In de paragrafen hierboven heeft u geschreven tekst, plaatjes en vormen ingevoegd. Dit zijn voorbeelden van wat we objecten noemen. U kunt objecten manipuleren. Klik daartoe eerst op de selecteerpijl op de werkbalk. Vervolgens klikt u op het object om het te selecteren. Nu kunt u het formaat van het object wijzigen, het object roteren, etc. Een handig hulpmiddel

hierbij is de knoppenbalk die boven het object verschijnt als u het object selecteert. Hiermee kunt u onder andere de afbeelding dupliceren, draaien, van formaat veranderen, enzovoort. Wijs de knoppen aan om te zien wat ze betekenen of probeer de knoppen uit. Een koppeling toevoegen aan een object U kunt aan een plaatje, vorm (of welk ander object dan ook) een koppeling toevoegen naar een bestand of een pagina op het internet. In dit voorbeeld voegen we een koppeling (link) toe naar een webpagina. 1. Voeg een object in. 2. Selecteer het object. Als u al meerdere objecten in dit document heeft staan, zult u eerst de naam van dit object moeten weten. Rechtsklik daartoe op het object en kies eigenschappenoverzicht. In het gereedschapspalet dat verschijnt ziet u bovenaan de naam van de vorm: 3. Kies menu invoegen, koppeling, website. Het volgende scherm verschijnt: 4. Type de naam van de website waarnaar u wilt koppelen. 5. Kies de optie bestaand object en klik op de knop met de 3 puntjes. 6. In het scherm dat verschijnt kiest u het juiste object en klikt u op OK


8 van 21

Een bestaande koppeling verwijderen 1. Selecteer het object en klik op de rechter muisknop. 2. Kies de optie actieoverzicht 3. In het gereedschapspalet dat verschijnt klikt u onderaan op de knop bestaand verwijderen Een actie aan een object toevoegen U kunt instellen dat er een bepaalde actie plaatsvindt als u een object aanklikt. In de vorige paragraaf was die actie het openen van een webpagina. Er zijn echter ook nog vele andere acties mogelijk. Voorbeeld: U wilt met een klik op een object naar een andere pagina in uw flipchart springen. 1. Maak een flipchart met 4 pagina’s. 2. Voeg op de eerste pagina een object in. 3. Klik met de rechtermuisknop op het object en kies actieoverzicht. Het actieoverzicht verschijnt: 4. Kies in het tabblad huidige acties voor pagina acties en kies de optie andere pagina (zie hiernaast). Onderaan geeft u bij de actieeigenschappen aan dat er naar pagina 3 gesprongen moet worden. 5. Klik als laatste op wijzigingen toepassen. 6. Wijs nu het object op de eerste pagina aan. U ziet een bij het object staan. Dat geeft aan dat er een actie aan het object gekoppeld is. Klik op het object. Als het goed is, springt u naar pagina 3. (Als u de ontwerpmodus aan heeft staan, werkt dit niet. Zet de ontwerpmodus dan uit). 7. Als u niet zeker weet welke flipchart-pagina's actieobjecten bevatten, doet u het volgende: Klik op de knop rechtsboven in het venster om over te schakelen naar de ontwerpmodus. De acties worden uitgeschakeld en alle objecten waaraan een actie is gekoppeld, worden weergegeven met een rood vierkant.

Opslaan Als u klaar bent, kunt u uw werk opslaan. Kies daartoe menu bestand, opslaan als. Er verschijnt een venster waar u aangeeft waar u uw flipchart wilt opslaan. Standaard wordt de map mijn flipcharts getoond die zich in een submap van de map mijn documenten bevindt. TIP: Als u uw flipchart in uw map op het netwerk opslaat, kunt u de flipchart ook in andere lokalen openen. Opslaan als pdf U kunt uw werk ook opslaan als pdf-bestand. Kies menu bestand, exporteren. In het venster dat verschijnt kiest u bij ‘opslaan als type’ voor PDF om het bestand als PDF-document op te slaan.


9 van 21

Pagina opslaan als plaatje U kunt een aparte pagina ook opslaan als plaatje, zoals een jpg of bmp. Klik daartoe met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van de betreffende pagina en kies de optie pagina exporteren. In het scherm dat verschijnt kies u onderaan bij opslaan als type in welke indeling u het bestand wilt opslaan. Aangeraden wordt om hier voor jpg te kiezen. Kies vervolgens een locatie en een bestandsnaam en klik op de knop Opslaan Opslaan op promethean planet U kunt uw gemaakte flipchart ook op het web delen met anderen in de community van Promethean Planet. Maak daartoe eerst een account aan op www.prometheanplanet.com 1. Kies menu bestand, flipcharts naar Promethean planet verzenden 2. De website wordt geopend. Rechtsboven klikt u op login. Vul uw gegevens in en druk op Submit. Vervolgens klikt u op 3. Vul de gegevens zo nauwkeurig mogelijk in en druk op de knop Submit Bedenk dat het plaatsen van een flipchart op Promethean Planet u ook een online kopie geeft van uw flipchart, voor het geval u uw flipchart ooit kwijtraakt. Tevens is dit een middel om uw flipcharts met uw directe collega’s te delen.

G e r e e d s ch aps pal e tte n ver pl aats e n Een palet verplaatsen U kunt een palet verplaatsen door deze te verslepen. Wijs de bovenkant (blauwe balk) van het palet aan. Hou de pen- of muisknop ingedrukt en sleep het palet naar een andere plaats op het scherm. Op de blauwe balk van het palet bevinden zich 3 knoppen. Met de meest linker knop kunt u het palet snel op een bepaalde, vaste positie op het scherm neerzetten. Ook kunt u het palet verkleinen zodat het (tijdelijk) minder ruimte in beslag neemt. Dat kan ook met de middelste knop op de blauwe balk. Probeer beide knoppen eens uit. De werking van de 3e knop (het pinnetje) volgt bij de opdrachten. Als u een palet kwijt bent, klik dan op menu beeld. Onder het vergrootglas staan een vijftal opties waarmee u een palet, menubalk of het dashboard kunt aan- en uitzetten.

Pr ofi e l e n Als u ActivInspire opstart, wordt automatisch een profiel geladen. In dit profiel liggen zaken vastgelegd zoals de lay-out van het scherm, de knoppen die zichtbaar zijn op de standaardwerkbalk en andere instellingen voor multimedia, gereedschappen, enzovoort. U kunt uw profiel aanpassen aan eigen wens. U kunt meerdere profielen maken en ook zijn er standaard al een aantal profielen aanwezig waaruit u kunt kiezen. Om een profiel aan te passen, handelt u als volgt.


10 van 21

Kies menu bestand, instellingen. U ziet het volgende scherm:

2

3

4

5

6

7

1

1. U ziet hier 4 tabbladen met categorieën van instellingen die u kunt aanpassen. 2. Er zijn standaard een aantal profielen waaruit u kunt kiezen. Klik op de driehoek om een ander profiel te kiezen. 3. Hiermee kunt u een reeds opgeslagen profiel openen. Standaard wordt de map met profielen geopend waarin de bij 2 genoemde profielen staan. U kunt echter ook naar een andere map bladeren om een profiel te openen. Bijvoorbeeld als u uw profiel ergens op het netwerk hebt opgeslagen. 4. Snel opslaan: uw profiel wordt meteen opgeslagen onder dezelfde naam. 5. Opslaan als. Sla uw profiel op onder een andere naam en eventueel een andere locatie. 6. Met deze knop herstelt u de standaardinstellingen van het huidige profiel. Het huidige profiel is linksboven zichtbaar. In bovenstaand scherm is dat ‘Bij het bord’. TIP: voordat u met de volgende paragrafen begint, is het handig om eerst de huidige instellingen op te slaan als een eigen profiel. Uw profiel opslaan 1. Kies menu bestand, instellingen, profiel opslaan als. (knop 5 in het venster hierboven) 2. Een venster verschijnt. Kies onderaan bij ‘bestandsnaam’ uw eigen naam of initialen. TIP: sla uw profiel op op een netwerklocatie. Als u dan ooit eens in een ander lokaal op een ander bord gaat werken, kunt u daar uw eigen profiel laden en dus werken met uw eigen instellingen.


11 van 21

De lay out aanpassen U kunt de lay out aanpassen in het hoofdscherm door de gereedschapspaletten naar een andere plek te slepen, het scherm te maximaliseren, de menubalk of prullenbak te verbergen, enzovoort. Deze handelingen worden dan automatisch opgeslagen in het huidige profiel. Als u echter voor het eerst met de Inspire software werkt, is het handig om dit via het instellingen-venster te doen. Dan kunt u goed zien welke functionaliteiten er zijn en wat ze op het scherm doen. Kies daartoe menu bestand, instellingen, tabblad lay-out. Experimenteer hier gerust met alle aanwezige opties. U kunt meteen het resultaat zien in het hoofdscherm. Als u (voorlopig) tevreden bent met de lay-out, klik dan rechtsboven op de knop opslaan als en sla het profiel op onder uw eigen naam of initialen. Knoppen toevoegen aan de werkbalk. U kunt zelf knoppen van zaken die u veel gebruikt toevoegen aan de standaard-werkbalk. In dit voorbeeld voegen we de functionaliteit ‘tekst’ toe. Kies menu bestand, instellingen, tabblad opdrachten. Links ziet u alle opdrachten die u als knop kunt toevoegen aan de standaard-werkbalk. Zoek aan de linkerkant de optie Selecteer deze en druk op de knop Toevoegen Kijk nu aan de rechterkant. Onderaan bij de opties is de optie tekst toegevoegd. Als u aan de rechterkant op de optie tekst klikt, kunt u deze vervolgens omhoog en omlaag verplaatsen op de standaard-werkbalk. Als deze werkbalk zichtbaar is, ziet u meteen het resultaat. Andere handige functies om toe te voegen zijn: verwijderen, tekstvak webbrowser, naar tekst converteren, flipchart sluiten. Met de knop Verwijderen kunt u knoppen van de werkbalk verwijderen. Andere profielinstellingen Naast het instellen van de lay-out en de knoppen op de standaard-werkbalk zijn er nog meer instellingen die u kunt veranderen en opslaan in uw profiel. Kies menu bestand, instellingen, tabblad instellingen. Kies links in de lijst een optie. Rechts kunt u zien welke instellingen er mogelijk zijn. Blader door de lijst en kijk steeds aan de rechterkant wat de mogelijkheden zijn. Aangeraden wordt om, als u beginnend gebruiker bent, nog geen instellingen in dit tabblad te veranderen. Ze staan standaard al optimaal ingesteld. In de opdrachten komen een aantal instellingen terug. Nu u de werkbalk en wellicht wat andere instellingen naar uw eigen hand heeft gezet, wilt u deze instellingen vast bewaren. 1. Kies menu bestand, instellingen, profiel opslaan als. 2. Een venster verschijnt. Kies onderaan bij ‘bestandsnaam’ uw eigen naam of initialen. TIP: sla uw profiel op op een netwerklocatie. Als u dan ooit eens in een ander lokaal op een ander bord gaat werken, kunt u daar uw eigen profiel laden en dus werken met uw eigen instellingen.


12 van 21

He t l e r ar e ns l ot Als u niet wilt dat leerlingen tijdens momenten dat u even afwezig bent belangrijke wijzigingen op het bord kunnen aanbrengen, kunt u gebruik maken van het lerarenslot. 1. Kies menu gereedschap, meer gereedschappen, lerarenslot. 2. Het standaard-wachtwoord is 1234. U wordt aangeraden dit wachtwoord zo spoedig mogelijk te wijzigen. Dat kan in dit venster met de knop wachtwoord wijzigen. 3. Klik op OK. Het lerarenslot wordt actief. Blader eens door de opties van het menu. U ziet dat belangrijke functies zijn uitgeschakeld. 4. Om het lerarenslot uit te zetten, klikt u opnieuw op menu gereedschap, meer gereedschappen, lerarenslot. Voer het wachtwoord in om het slot uit te zetten.

D e b u r e au bl adann otati e U wilt op uw bureaublad of in een windows-programma werken, maar tevens gebruik maken van de functionaliteiten van de Inspire-software, zoals de pen, of de markeerstift om zaken te verduidelijken. Dat kan. 1. Klik op de knop op de standaard-werkbalk. U schakelt nu naar uw bureaublad of een op dat moment geopend venster. De standaard-werkbalk blijft echter zichtbaar en u kunt daar nog steeds uw pen, markeerstift, gum, enzovoort gebruiken. Probeer dat eens uit. 2. Er is automatisch een nieuwe ‘bureaublad-flipchart’ gemaakt. Druk opnieuw op deze knop om terug te keren naar het Inspire-venster en u ziet boven in de menubalk een nieuwe flipchart, genaamd Bureaublad-flipchart.

Deze flipchart is op dat moment niet meer actief. Om weer terug te keren naar uw bureaublad flipchart klikt u op de flipchart/knop op de menubalk of op de knop uw standaard/werkbalk.

op

3. De bureaublad-flipchart is transparant: u werkt in een flipchart maar ziet ondertussen het bureaublad of een geopend venster en kunt daar normale windows-handelingen uitvoeren of met bijvoorbeeld de pen zaken verduidelijken. 4. Als u de bureaublad/flipchart wilt opslaan, klikt u op de standaard/werkbalk op de knop . Vervolgens kiest u menu bestand, opslaan als.

Meer over de bureaubladannotatie in de opdrachten.


13 van 21

T w e e g e br u i ke rs modu s Vooraf: met de nieuwe Inspire software is het mogelijk om met twee gebruikers tegelijk op het bord te werken. Daarvoor heeft u echter wel 2 nieuwe ActivPennen nodig. Deze worden standaard met een nieuw bord meegeleverd. Op bestaande borden kunt u ook in de nieuwe software met 2 gebruikers werken, maar in dat geval zult u een setje nieuwe ActivPennen moeten bestellen. Dat kan (binnenkort) op de website van Activ in de webshop. Kies menu gereedschap, twee gebruikers. Er komt een tweede werkbalk in beeld met alle opties die voor een tweede gebruiker nodig zijn om samen met de andere gebruiker op het bord te werken. Die tweede gebruiker heeft echter niet de beschikking over alle functies van de software en hij/zij kan alleen op de op dat moment actieve flipchart werken. De eerste gebruiker kan vanaf zijn werkbalk op elk gewenst moment de toegang van de tweede gebruiker blokkeren. Gebruik in de les: U kunt de leerling een lesopdrachtje op het bord laten uitwerken en met uw eigen pen plaatst u tegelijkertijd verhelderingen, kanttekeningen, enzovoort . U kunt twee leerlingen apart aan dezelfde opdracht laten werken, een opdracht op verschillende manieren laten uitwerken of hen samen een opdracht laten uitwerken waarbij ze ieder een onderdeel van de opdracht voor hun rekening nemen. Laat ook een goede leerling een wat minder goede leerling op sleeptouw nemen. Of geef twee leerlingen de opdracht om samen een presentatie te geven met behulp van het bord en de twee pennen. Deel de klas in twee groepen waarbij elke groep een idee of onderwerp uitwerkt in een mindmap. Ze kunnen dan elkaars gedachten (tijdens of na het proces) bekijken en elkaars resultaten bespreken.

S te mkas tje s Stemkastjes zijn een krachtig middel om de leerlingen bij de les te betrekken. U krijgt binnen enkele seconden de resultaten te zien van de response van de klas, kunt zien waar evt. hiaten in kennis en inzicht aanwezig zijn en u kunt de op het bord zichtbare resultaten van de antwoorden direct met de klas bespreken. U kunt bijvoorbeeld aan het begin van een nieuw hoofdstuk de voorkennis zichtbaar maken, tijdens het leerproces zo nu en dan de voortgang meten, een diagnostische toets afnemen, enzovoort. Dat kan op klasniveau en op leerlingniveau zodat u vervolgens met behulp van de resultaten klassikaal of individueel kunt bijsturen op verschillende onderdelen van de leerstof. Gebruik de stemkastjes ook voor een leuke afwisseling in uw les, zoals een spelletje Weekend Miljonairs o.i.d. Uitgebeide instructie voor het goed gebruik van stemkastjes voert voor deze basis-handleiding te ver. Raadpleeg de helpfunctie in de software of vraag een inhoudelijke training aan via het contactformulier.


14 van 21

V e r d i e pi n g Objectenoverzicht Alles wat u op uw werkgebied toevoegt, is een object. Voorbeelden van objecten zijn vormen, plaatjes, maar ook geschreven tekst. Voor u het weet heeft u heel veel objecten in uw flipchart. Met het objectenoverzicht kunt u snel zien welke objecten er in de flipchart aanwezig zijn. 1. Kies menu beeld en activeer indien nodig het gereedschapspalet overzichten. 2. Klik op de knop

om het objectenoverzicht te tonen.

3. U ziet welke objecten er in de flipchart aanwezig zijn. Door hier op een objectnaam te klikken wordt automatisch het betreffende object in het werkgebied geselecteerd.

Werken met lagen In het venster hierboven ziet u aan de linkerkant dat de objecten zich in 4 verschillende lagen kunnen bevinden. In beginsel bevat elke laag het volgende type object: Bovenste laag: schrijfwerk met de pen, markeerstift of toverinkt Middelste laag: vormen, plaatjes en tekstobjecten Onderste laag: tekeningen met de connector Achtergrond: Achtergronden, rasters en pagina-kleuren …maar u kunt ook objecten van de ene laag naar de andere verplaatsen. Dat kan door in het objectenoverzicht de objectnaam te slepen naar een andere laag, maar ook door te rechtsklikken op het object en dan te kiezen voor de optie reorganiseren. Daar ziet u dat het binnen een laag ook mogelijk is om objecten te stapelen. In het venster hierboven ziet u bijvoorbeeld dat in de middelste laag Vorm3 boven Vorm2 en Vorm1 ligt. U kunt geen objecten verplaatsen naar de achtergrondlaag.


15 van 21

Acties toevoegen aan een object Eerder in deze handleiding heeft u gelezen hoe u acties toevoegt aan een object. In het Actieoverzicht zijn vele acties beschikbaar. Ze zijn verdeeld over vijf categorieën. Activeer het actieoverzicht. Bij sommige objectacties kunt u kiezen: 1. u kunt het object zelf het doel van de actie laten zijn, of 2. u kunt de actie op een ander object laten uitvoeren. Van beide mogelijkheden volgt hier een voorbeeld. 1-Het actieobject is het doelobject 1. Kies menu invoegen, vormen en plaats twee smileys in het midden van het werkgebied. Geef ze beiden een andere kleur. Voeg ook een tekstballon in en kleur deze wit. Uw werkgebied ziet er dan zo uit: Selecteer de tekstballon. 2. Open het actieoverzicht. In het tabblad huidige selectie kiest u de categorie objectacties. Beweeg omlaag totdat u de optie reflecteren ziet. Selecteer deze optie. 3. Onderaan klikt u bij de actie-eigenschappen op de knop met de drie puntjes. In het scherm dat verschijnt selecteert u de tekstballon. Druk op OK en vervolgens onderaan op de knop wijzigingen toepassen. 4. Kijk wat er gebeurt als u nu op de tekstballon klikt. 2-Het actieobject is niet het doelobject 1. Kies menu invoegen, vormen en plaats twee smileys in het midden van het werkgebied. Laat de linker-smiley oranje en geef de rechter-smiley een andere kleur. Selecteer de oranje-smiley. 2. Open het actieoverzicht. In het tabblad huidige selectie kiest u de categorie objectacties. Beweeg omlaag totdat u de optie Oorspronkelijke grootte ziet. Selecteer deze optie. 3. Onderaan klikt u bij de actie-eigenschappen op de knop met de drie puntjes. In het scherm dat verschijnt selecteert u de andere smiley. Druk op OK en vervolgens onderaan op de knop wijzigingen toepassen. 4. Selecteer nu de andere smiley en verander de grootte. Klik vervolgens op de oranje smiley en kijk wat er gebeurt. Een beperking opleggen aan een object-actie U kunt op veel manieren beperkingen opleggen aan objectacties. In dit voorbeeld wordt de beweging van een smiley beperkt tot het bewegen langs een lijn. 1. Klik op de knop rechtsboven in het venster om over te schakelen naar de ontwerpmodus. 2. Teken met de pen een golflijn op het werkgebied. 3. Voeg een Smiley in via menu invoegen, vormen. Selecteer de Smiley 4. Open het eigenschappen-overzicht en ga naar de sectie beperkingen. 5. Bij kan verplaatsen kiest u langs pad en bij pad verplaatsen selecteert u de golflijn. Klik OK. 6. Schakel de ontwerpmodus uit. Selecteer de Smiley. Als het goed is kunt u deze nu alleen langs de lijn verplaatsen.


16 van 21

Op d r ach te n Eenvoudig 1. Tijdens de basiscursus van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief deze opdrachten die u tijdens de cursus uitvoert.


17 van 21

Medium 1. Tijdens de basiscursus van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief deze opdrachten die u tijdens de cursus uitvoert.


18 van 21

Lastig 1. Tijdens de basiscursus van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief deze opdrachten die u tijdens de cursus uitvoert.


19 van 21

V R A G EN / PROB LEM EN Tijdens de basiscursus van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief de informatie op deze bladzijde.


20 van 21

Li n ks Tijdens de basiscursus van Edumaat krijgt u de beschikking over de volledige handleiding, inclusief de links op deze pagina.


21 van 21

Activboard, Handleiding & digibord-links. Inhoudsopgave

Recommend Documents