2013 - 2014
SCHOOLGIDS
Een school die ertoe doet!
STUDEREN OP DE NSG
VMBO T HAVO VWO
2013 - 2014
SCHOOLGIDS
Een school die ertoe doet!
STUDEREN OP DE NSG
VMBO T HAVO VWO
1. EEN SCHOOL DIE ERTOE DOET
1.1 1.2 1.3
Naam en identiteit: een school die ertoe doet! Het schoolgebouw en de situering De schoolorganisatie
2. STUDEREN OP DE NSG
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
De studierichtingen De basisvorming De brugperiode Het eerste jaar Het tweede jaar Het derde leerjaar havo en vwo De afdeling vmbo-t De Tweede Fase havo en vwo
12 12 13 13 14 15 15 16
3. MET HET OOG OP DE LEERLING
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Passende programma’s voor leerlingbegeleiding De mentor en het team Loopbaanbegeleiding Persoonlijke en sociale begeleiding Begeleiding bij bijzondere leer- of ontwikkelingsproblemen Begeleiding van allochtone leerlingen Een school om te vertrouwen Geschillen en klachten
20 20 21 22 23 24 24 25
4. NSG-EXTRA: SPORT, CULTUUR EN ONTSPANNING
4.1 4.2
Een rijke traditie Samenwerking in kunstzinnige vorming
28 29
5. DOOR HET JAAR HEEN
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Lestijden Vakanties en vrije dagen Rapporten en spreekuren Bevordering Programma van Toetsing en Afsluiting in de Tweede Fase Eindexamens Doorstroming De aanschaf van boeken
32 33 33 33 39 40 40 41
6. AFSPRAAK IS AFSPRAAK: ENKELE BELANGRIJKE REGELS
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Verzuim en verlof Schoolwide Positive Behaviour Support (SWPBS) Genotmiddelen Garderobe Schoolfeesten Ouderbijdrage Schade en aansprakelijkheid
44 45 46 46 47 47 49
7. DE STEM VAN OUDERS EN LEERLINGEN
7.1 7.2 7.3
Ouderraad Leerlingenraad Medezeggenschapsraad
52 53 55
8. KIEZEN VOOR KWALITEIT
8.1 8.2
Luisteren naar leerlingen De resultaten
58 59
9. MEER INFORMATIE
9.1 9.2 9.3
Enkele publicaties Nuttige adressen Belangrijke telefoonnummers Plattegrond
62 63 63 64
6 7 8
Geachte ouders, Voor u ligt de schoolgids 2013-2014 van de NSG. Een gids heeft de taak om mensen de weg te wijzen, uitleg te geven, dingen duidelijk en begrijpelijk te maken. Deze schoolgids is in de eerste plaats bedoeld als naslagwerk en bevat dus veel praktische informatie. Voor ouders van nieuwe leerlingen geeft deze gids een beeld van de NSG, niet alleen van de organisatorische aspecten, maar ook van het onderwijs waar de NSG voor kiest, de doelen die de school wil bereiken, de idealen waar de NSG voor staat. De NSG wil een school zijn die ertoe doet voor leerlingen. De NSG kiest voor onderwijs dat aantrekkelijk, eigentijds en betekenisvol is voor jongeren. Onderwijs dat, waar dat mogelijk is, aansluit bij hun belevingswereld. Daarom hebben we op de NSG het leren georganiseerd in een kleinschalige, goed gestructureerde omgeving, waarin het leren een gezamenlijke activiteit is van leerlingen en leraren. In zo’n veilige omgeving kan uw kind groeien, leren van zijn fouten, zijn talenten ontwikkelen en nieuwe mogelijkheden ontdekken. Dat laatste vinden we erg belangrijk: kinderen uitdagen om zich breed te ontplooien, om hun talenten te ontdekken. Een belangrijke taak van de school is het opleiden van leerlingen voor een passend diploma. Onze examenresultaten zijn al jarenlang uitstekend. Een goede opleiding is een wezenlijke voorwaarde voor het verwerven van een goede positie in de maatschappij. Maar de NSG ziet de school ook als een oefenplaats voor kinderen om te leren medeverantwoordelijkheid te dragen voor de maatschappij waarin we leven. We willen leerlingen opvoeden tot burgers die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving van de toekomst. We hopen dat we dat samen met u kunnen doen. We rekenen erop dat u met ons meedenkt, samen met ons verantwoordelijk wilt zijn. U mag ons te allen tijden aanspreken en bevragen. Ik vertrouw op een prettige en vruchtbare samenwerking en een leuk, goed schooljaar voor iedereen die bij de NSG betrokken is. Mevrouw drs. J.N.M. Arpots Rector
VMBO T HAVO VWO
3
Leren is een ontdekkingsreis.
Socrates
EEN SCHOOL DIE ERTOE DOET
1
VMBO T HAVO VWO
5
Les
1.1
Schoolslag, zei ik, schoolslag,
Op 5 mei 1955 werd de stichting Het Nijmeegs Lyceum opgericht, in 1988 omgedoopt tot Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud, kortweg NSG. Vanaf januari 2002 maakt de NSG deel uit van de Scholengroep Rijk van Nijmegen.
N A A M E N I D E N T I T E I T: E E N S C H O O L D I E E RT O E D O E T !
maar de vis keek verbaasd. En rugslag, en op het eind dan moeten we vaak watertrappelen.
De NSG heeft in de loop der jaren een eigen gezicht ontwikkeld. Een belangrijk kenmerk van de NSG is haar maatschappelijke betrokkenheid. Verdraagzaamheid, redelijkheid en respect worden beschouwd als belangrijke voorwaarden voor succesvol onderwijs. In een open en inspirerende werksfeer krijgt de samenwerking tussen leerlingen, docenten en ouders gestalte.
De vis legde een vin achter zijn oor. Wa-ter-trap-pe-len, herhaalde ik. Ken je dat niet, watertrappelen?
De NSG is een actieve en creatieve school, die niet gehinderd door dogma of traditie, moeite blijft doen haar eigen identiteit vorm te geven. Dat uit zich o.a. in de voortdurende aandacht voor het onderwijsconcept ‘ontwikkelingsgericht leren’, waarin bij de vormgeving van het onderwijs ook rekening gehouden wordt met de persoonlijke interesse en kwaliteiten van leerlingen.
De vis antwoordde niet, maar draaide zich om en zwom weg. Ik lette heel goed op. Die slag kende ik Nog niet. Ik zat ook nog maar pas op zwemles.
Gerard B. Berends
Eén ideaal heeft het doen en denken op de NSG altijd doortrokken: kinderen met hun verschillende talenten allemaal een optimale kans tot ontplooiing geven. Daarbij past een breed vakkenaanbod, zowel in de onderbouw als in de bovenbouw. Zo wordt in de onderbouw aan alle leerlingen drama aangeboden en ook het vak Spaans staat voor alle leerlingen op de tabel. Leerlingen die de gymnasiumstroom willen volgen, kunnen in het eerste jaar het vak Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) kiezen. In de bovenbouw worden o.a. Spaans, klassieke talen, filosofie, Natuur, Leven en Technologie (NLT) en maatschappijwetenschappen als examenvak aangeboden. De NSG is Cultuurprofielschool en Bèta-Excellentschool Er is een rijke traditie op het gebied van kunst en cultuur. Dat is o.a. terug te zien in de lessentabel. Alle leerlingen van leerjaar één en twee volgen wekelijks twee uur muziek, drama en beeldend vormen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan fotografie en film. Zowel tekenen, handvaardigheid als muziek kunnen gekozen worden als examenvak. Maar ook buiten de lessentabel biedt de NSG een breed scala van culturele activiteiten. Meer weten? Ga naar de website van de NSG: www.nsg-groenewoud.nl en klik op het icoontje NSG-cultuur. De NSG is tevens Bèta-Excellentschool. Er is een breed aanbod van bètavakken. Op het vwo worden de natuurprofielen met vakken als wiskunde, scheikunde, natuurkunde en Natuur, Leven en Technologie (NLT) verreweg het meest gekozen. In vaksamenwerkingsprojecten zoals TNA (techniek en natuurkunde) in de onderbouw en NLT in de bovenbouw, krijgen leerlingen een brede kijk op de mogelijkheden die deze vakken bieden. NLT wordt in 5 en 6 vwo op de RU gegeven, zodat
6
leerlingen kennis kunnen nemen van de nieuwe ontwikkelingen en de drempel naar de bètafaculteit voor hen geen barrière is. Meer weten? Ga naar de website van de NSG: www.nsg-groenewoud.nl en lees meer bij Bèta. In ons werk staat de leerling centraal. Daarom is de school in de onderbouw georganiseerd in teams van docenten die samen verantwoordelijk zijn voor de lessen en de begeleiding in twee opeenvolgende jaarlagen. In de bovenbouw zijn domeinteams samengesteld van docenten uit verwante vakken met als doel een optimale afstemming tussen de vakken en leergebieden te realiseren. In een open en inspirerende werksfeer geven we zo de samenwerking tussen leerlingen en docenten gestalte. Door de overzichtelijke structuren kunnen leerlingen zich veilig en gerespecteerd voelen. Je kunt dan veel leren en presteren: de NSG is een school naar menselijke maat. Voor de NSG is leren meer dan het opnemen van kennis. Een diploma halen met een ‘mooie’ cijferlijst is belangrijk, maar is niet de enige factor voor succes in het leven. Daarom is er op onze school ook aandacht voor levensbeschouwelijke ontwikkeling, voor sportbeoefening en kunst. Maar ook kenmerken als zelfstandigheid, ondernemingszin en doorzettingsvermogen zijn voor ons belangrijke aandachtspunten. Onze zorg en aandacht voor ‘heel de leerling’ komt in de praktijk ook tot uitdrukking in een brede leerlingbegeleiding en een intensief contact met ouders. De NSG wil een school zijn die ertoe doet.
1.2 H E T S C H O O L G E B O U W E N D E S I T U E R I N G
Het schoolgebouw is een belangrijke factor voor goed en eigentijds onderwijs en voor het welzijn van leerlingen en leraren. De leeromgeving heeft in onze visie grote invloed op wat mensen kunnen en willen presteren. Zo beschikken de brugklassers over een eigen gebouw, waardoor de specifieke doelstellingen van het brugjaar beter tot hun recht kunnen komen. Het hele brugklasgebouw is voorzien van een draadloos netwerk. Het hoofdgebouw is aangepast aan de moderne onderwijseisen. Naast de traditionele leslokalen zijn er diverse ruimtes met adequate ICT-voorzieningen, zowel geschikt voor het volgen van lessen als voor zelfstudie. Voor klas 1 en 2 is er een nieuwe bèta-verdieping gerealiseerd, voorzien van de modernste AV- en ICT-voorzieningen en een collegezaal, waar leerlingen techniek, practicum en theorie krijgen aangeboden. De Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud ligt in het oostelijk deel van Nijmegen. De school is vanuit alle stadswijken en de randgemeenten van Nijmegen gemakkelijk te bereiken (zie ook de plattegrond op pagina 64).
E E N
S C H O O L
D I E
E R T O E
D O E T
7
Brief van een leerling
Het is al weer lang geleden
Ongeveer de helft van onze leerlingen is afkomstig uit Nijmegen, de anderen komen uit allerlei randgemeenten, zoals Heumen, Groesbeek, Mook, Cuijk, Wijchen, Beek, Ooij, Beuningen en Ewijk. Op enkele minuten lopen van de school liggen NS-station Heyendaal en diverse bushaltes. De meeste leerlingen komen echter op de fiets.
Dat ik zat bij u in de klas
1.3
DE SCHOOLORGANISATIE
Wat u mij leerde ben ik vergeten Maar ik draag nog bij me wie u was.
De NSG telt ongeveer 1700 leerlingen en 170 personeelsleden. Om onderwijs en begeleiding in de afzonderlijke leerjaren zo goed mogelijk af te stemmen op de specifieke behoefte van groepen leerlingen is de school opgedeeld in twee afzonderlijke sectoren. Elke sector bestaat weer uit kleinere afdelingen met teams van mentoren en een teamleider aan het hoofd. Zo ontstaan voor zowel leerlingen als leraren heel overzichtelijke werkverbanden. 1. De sector onderbouw of Eerste Fase bestaat uit het eerste en tweede brugjaar en het derde en vierde leerjaar vmbo-t. 2. De sector bovenbouw of Tweede Fase bestaat uit het derde, vierde, vijfde en zesde leerjaar vwo en het derde, vierde en vijfde leerjaar havo. Elke sector heeft een sectorrector, elke afdeling een teamleider. De centrale leiding is in handen van de rector. DE LEIDINGSTAKEN ZIJN ALS VOLGT VERDEELD:
Rector: Mevrouw Hanneke Arpots Sectorleiding: sectordirecteur onderbouw: De heer Robert van Galen sectordirecteur bovenbouw: Mevrouw Martinette Selten
8
Teamleiders De eerste twee leerjaren vmbo-t, havo en vwo zijn verdeeld over twee teams. De klassen B1A, B1B, B1E, B1F, B1G, B2A, B2B, B2E, B2F, B2G en B2H Mevrouw Astrid Hoevers De klassen B1C, B1D, B1H, B1J, B1K, B2C, B2D, B2J, B2K en B2L Mevrouw Petra Escher Vmbo-t, leerjaar 3 en 4 De heer Hans van den Ende Havo Havo 3, klas A en B en havo 4 De heer Bert Fiddelers Havo 3, klas C en D en havo 5 De heer Henk Schut Vwo Leerjaar 3 en 4 De heer Tons Janssen Leerjaar 5 en 6 De heer Wim Beerkens Conrector interne organisatie De heer Jos van Driel Examensecretariaat De heren Jos van Driel en Henk Schut
E E N
S C H O O L
D I E
E R T O E
D O E T
9
Even stilstaan: Je hersencellen kunnen 1,8 biljard schakelingen maken, meer dan er atomen zijn in het heelal! 1.800.000.000.000.000
STUDEREN OP DE NSG
2
VMBO T HAVO VWO
11
Lijmen
Ik had drie beestjes, Drie beestjes van steen. Een vogeltje, Een veulentje,
2.1 D E S T U D I E R I C H T I N G E N
De NSG is een scholengemeenschap voor vwo, havo en vmbo-t. Op het vwo kan een leerling kiezen voor de gymnasium- of atheneumrichting. De NSG kent een tweejarige brugperiode. De leerlingen zitten in de brugperiode in een gemengde brugklas vmbo-t /havo of havo /vwo. We hebben voor deze opzet gekozen in de overtuiging dat we onze leerlingen zó beter kunnen begeleiden naar een voor hen geschikte en gewenste studierichting. De leerlingen krijgen meer tijd om te wennen aan de nieuwe situatie, die de overgang van de basisschool naar de middelbare school met zich meebrengt. Bovendien hebben ze langer en bij meer vakken de kans om te achterhalen waar hun capaciteiten en belangstelling liggen.
een varkentje.
Ze zijn gevallen. Ze braken stuk.
De onderwijskundige structuur van de NSG: G = Gymnasium A = Atheneum V = Vwo H = Havo T = Vmbo-t
A
G
6
H
A
G
5
T
H
A
G
4
T
H
Ik heb ze gelijmd. Het is bijna gelukt.
T- H
V
3
H-V-G
2
H-V-G
1
Ik heb drie beestjes, T- H
Drie beestjes van steen. Een volentje,
2.2 D E B A S I S V O R M I N G
Een veukentje,
De eerste twee jaren van de middelbare school worden besteed aan de zogenaamde basisvorming. Tijdens de basisvorming krijgen de leerlingen een breed pakket aan vakken aangeboden. Hoewel de vakken en totale onderwijstijd voor alle leerlingen gelijk zijn, is het programma niet voor iedereen hetzelfde. Leerlingen die eventueel naar het gymnasium willen, kunnen vanaf het eerste jaar het vak Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) volgen. Als ze in het derde leerjaar Grieks en Latijn volgen en in leerjaar 4 besluiten om in één van de klassieke talen examen te doen, behalen ze daarmee het gymnasiumdiploma. Ook zijn er in de basisvorming niveauverschillen tussen vmbo-t, havo en vwo. Aan het eind van het tweede leerjaar moet een keuze gemaakt worden tussen vmbo-t, havo en vwo. Een belangrijk motto voor de basisvorming is: al doende leert men. Er wordt veel aandacht besteed aan vaardigheden, zoals studievaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Studiewijzers ondersteunen de leerlingen bij hun taken. De leraar volgt, helpt en ondersteunt waar dat nodig is.
Een vargeltje.
Joke van Leeuwen
12
2.3 D E B R U G P E R I O D E
De overgang van de basisschool naar de middelbare school is behoorlijk groot. Om deze overgang geleidelijk te laten verlopen, is er een brugperiode van twee jaar. In de brugperiode gaat alles nog wat anders dan in de hogere leerjaren. Omdat brugklassers erg moeten wennen aan hun nieuwe school en het nieuwe onderwijs, is een goede opvang en begeleiding heel belangrijk. In leerjaar 1 en 2 wordt gewerkt met teams van vaste docenten die voor een groot deel aan dezelfde klassen lessen geven. Het team stemt vaklessen en begeleidingsactiviteiten op elkaar af en bespreekt regelmatig vorderingen en welbevinden van de leerlingen. Elke brugklas heeft een klassenmentor die de leerlingen in principe twee jaar begeleidt. Aan de mentor is een belangrijk deel van de zorg voor de klas toevertrouwd. Hij verzorgt naast een aantal vaklessen ook de studielessen. Hij onderhoudt de contacten met de ouders en is bij allerlei activiteiten van de klas betrokken. Samen met de overige docenten vormt hij een team dat de leerlingen goed kent. Zo kunnen onderwijs en begeleiding optimaal op elkaar worden afgestemd. In het tweede brugjaar kunnen de leerlingen achterhalen welke onderwijsrichting (vmbo-t, havo, atheneum of gymnasium) het meest aansluit bij hun capaciteiten en interesses. In de maanden februari en maart bereidt de mentor de leerlingen voor op enkele belangrijke aspecten van het tweede leerjaar, zoals de afdelingskeuze. In een speciale brochure en op ouderavonden informeren we ouders over de gang van zaken in het tweede jaar. Het team van het eerste jaar gaat zo veel mogelijk met de klas mee naar het tweede jaar, de klassengroepen blijven nagenoeg ongewijzigd en de mentor blijft bij zijn klas. Zo raken leerlingen en leraren goed met elkaar vertrouwd en zal het besluit dat de leraren op het einde van het tweede jaar over de vervolgstudie moeten nemen veel betrouwbaarder zijn.
2.4 H E T E E R S T E J A A R T O E L A T I N G E N P L A A T S I N G Een leerling wordt in principe tot het eerste leerjaar toegelaten op basis van het advies van de basisschool en een valide eindtoets (zoals de CITO): • In de vmbo-t /havo-brugklassen kunnen leerlingen met een advies vmbo-t of vmbo-t / havo of havo geplaatst worden. • In de havo / vwo-brugklassen kunnen leerlingen met een advies havo, havo / vwo of vwo geplaatst worden. Wanneer plaatsing van een leerling niet zonder meer logisch is, besluit de plaatsingscommissie van de NSG over toelating. Dit kan het geval zijn als zich een leerling met een speciale indicatie heeft aangemeld of als er sprake is van een fors verschil tussen het advies van de basisschool en een valide eindtoets.
S T U D E R E N
O P
D E
N S G
13
Soms denkt men dat de wereld van de kinderen nauw omlijnd is, niet verder reikt dan de horizon van de dagelijkse hemel. Maar die wereld is even ruim en wijd als die der volwassenen: een afstand voor het kind is niet gelijk aan de onze: mijlen zijn nog ongeteld.
Kester Freriks
H E T B R U G K L A S G E B O U W Op de NSG beschikken de eerstejaars over een eigen brugklasgebouw, enkele minuten lopen van het hoofdgebouw. Elke brugklas heeft – zoals op de basisschool – een eigen lokaal. Er zijn bovendien een aula, een computer- en studieruimte en een kantine. Het aparte gebouw stelt ons in staat een eigen brugklascultuur te realiseren, die de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs vergemakkelijkt. De betrokkenheid van leerlingen bij hun nieuwe school is groter. Ze gaan zich snel ‘thuis voelen’, waardoor het leren ook makkelijker gaat.
De mentor fungeert als speciale vertrouwenspersoon en vormt een belangrijke schakel tussen school en thuis. De eerste schoolweken zijn echte introductieweken met allerlei gerichte kennismakingsactiviteiten. Kennismaking met elkaar en met de nieuwe vakken staat centraal. Daarbij krijgen de basis- en studievaardigheden, die belangrijk zijn voor een succesvolle start, speciale aandacht. Alle t / h-leerlingen worden in deze periode getest en krijgen op basis van de uitslag vaardigheidslessen aangeboden. De tijdens deze periode behaalde studieresultaten zijn nog voorlopig en hebben geen consequenties voor het eerste rapport, dat in december verschijnt. In september vindt de eerste ouderavond plaats. Na de eerste toetsperiode nemen we een enquête af onder de leerlingen waarin we hen vragen naar hun wel en wee op de nieuwe school. Medio november is er voor de ouders gelegenheid om de mentor te spreken. Tijdens begeleidingsvergaderingen worden de gegevens door het team besproken. Wanneer nodig, worden ouders en leerlingen op de hoogte gesteld van onze bevindingen. Leerlingen die zich nog wat onzeker voelen, krijgen door extra oefeningen een steuntje in de rug. KENNISMAKING EN INTRODUCTIE
H E T L E S R O O S T E R In de eerste twee leerjaren hebben de leerlingen vrijwel altijd een aaneengesloten lesrooster. De schooldag begint om 08.40 uur en eindigt voor de brugklassers meestal om 15.20 uur. Bij afwezigheid van een leraar worden de leerlingen van de onderbouw door een andere leerkracht of onderwijsassistent opgevangen, die de geplande les overneemt of de leerlingen zelfstandig laat werken.
2.5 H E T T W E E D E J A A R
Na het eerste jaar maken de leerlingen de overstap naar het hoofdgebouw. De klassen van het tweede jaar zijn nagenoeg van dezelfde samenstelling als die van het eerste brugjaar. De mentor blijft bij zijn klas en ook de vakleraren gaan zo veel mogelijk met hun klassen mee. In de didactiek wordt rekening gehouden met de niveauverschillen in de klassengroep. De studiebegeleiding van het eerste leerjaar wordt voortgezet in het tweede leerjaar. De studieaanpak, het samenwerken en de aanstaande afdelingskeuze vormen
14
belangrijke thema’s. Na het tweede cijferrapport heeft de mentor een individueel gesprek met de leerling en zijn ouders over de afdelingskeuze: gaat het richting vmbo-t, havo of vwo?
2.6 H E T D E R D E L E E R J A A R H A V O E N V W O
Aan het einde van het tweede leerjaar havo / vwo worden de leerlingen bevorderd naar het derde leerjaar havo of het derde leerjaar vwo (atheneum of gymnasium). In het derde leerjaar werpt de Tweede Fase haar schaduw vooruit. In de mentorlessen wordt veel aandacht besteed aan loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Mentoren en decanen verzorgen samen de keuzebegeleiding en voorlichting over de profielkeuze in de Tweede Fase. Zo krijgen de leerlingen informatie over de inhoud van de nieuwe vakken in de Tweede Fase en worden ze via zoekopdrachten in de informatheek van het decanaat en de mediatheek wegwijs gemaakt in de wereld van beroepen en vervolgopleidingen. Tevens vult elke leerling een beroepskeuzetest in. De mentor voert individuele gesprekken en stelt met de leerlingen een individuele onderzoeksopdracht op, waaraan alle leerlingen werken. De centrale vraag is: wat zijn mijn capaciteiten en wat wil ik in de toekomst gaan doen? Alle informatie wordt per leerling opgeslagen in het digitale programma voor loopbaanoriëntatie en begeleiding: dedecaan.net. Alle leerlingen van havo-3 volgen in januari / februari 2014 een week praktische profieloriëntatie. In deze week bezoeken ze vervolgopleidingen, ze oriënteren zich op de inhoud van de vakken in de Tweede Fase en ze maken een miniprofielwerkstuk. U wordt als ouder ook actief bij de profielkeuze betrokken, zowel via dedecaan.net als via voorlichtingsavonden. In de maand april voert de mentor met elke leerling een eindgesprek. Ook op andere wijzen worden de derdeklassers voorbereid op het studiehuis. In toenemende mate maken leerlingen gebruik van studiewijzers. Er worden meer toepassingsgerichte opdrachten gegeven. Er wordt vaker een onderzoekje gedaan en er vinden meer samenwerkingsopdrachten plaats. In de loop van het jaar doen alle leerlingen van leerjaar 3 een maatschappelijke stage. Deze duurt drie dagen en wordt begeleid door de mentoren en de leden van de werkgroep maatschappelijke stage van de NSG.
2.7 D E A F D E L I N G V M B O - T
De NSG biedt de theoretische leerweg van het vmbo aan. Deze leerweg – die het meest overeenkomt met de vroegere mavo-opleiding – biedt de beste perspectieven voor alle soorten mbo. Bovendien is het de enige leerweg waarmee leerlingen kunnen doorstromen naar het havo.
S T U D E R E N
O P
D E
N S G
15
Mijn hoofd
Mijn hoofd is een wolk Waarin een storm woedt Allesomvattend ploegt ze Mijn gedachten om.
Op de theoretische leerweg kiest de leerling aan het eind van het derde leerjaar – naast een vijftal verplichte vakken (Ned, Eng, mas, lop en ckv) – een pakket van tenminste vier examenvakken. De keuze is afhankelijk van de sector waarbinnen de leerling zijn vervolgopleiding zoekt. Er zijn vier sectoren: • zorg en welzijn • economie • techniek • landbouw. Op onze vmbo-t- afdeling werken de leerlingen vanaf het derde jaar aan hun schoolexamen. De school biedt een tweejarig curriculum aan waarbij de leerlingen in principe in het derde leerjaar niet doubleren. Het onderwijs is zo georganiseerd dat de leerlingen minder verschillende docenten hebben, waardoor persoonlijke aandacht en hulp beter tot hun recht komen. Een team van docenten begeleidt de leerlingen twee jaar lang. Dit team stemt vaklessen en begeleidingsactiviteiten op elkaar af en bespreekt zeer regelmatig de vorderingen en het welbevinden van hun leerlingen. De leerlingen kiezen in het derde leerjaar zelf één keer per dag een uur waarin ze zelfstandig gaan werken of extra hulp van de vakdocent kunnen krijgen. In de vierde klas doen ze dit drie keer per week. In de begeleiding is frequent persoonlijk contact en kleinschaligheid kenmerkend. Elke klas heeft twee mentoren die de spil vormen in alle begeleidingsactiviteiten. De begeleidingsactiviteiten starten steeds in het mentoruur. Afhankelijk van de tijd van het jaar wordt dat uur gebruikt voor introductieactiviteiten, voor oriëntatie op vervolgopleidingen met het oog op vakkenkeuze, voor reflectie op studieresultaten en studieaanpak, voor groeps- en klassenbegeleiding en soms ook voor persoonlijke gesprekken.
2.8 D E T W E E D E F A S E H A V O E N V W O
Vanaf leerjaar 4 van havo en vwo start ‘de Tweede Fase’. In de Tweede Fase is het onderwijs ingericht volgens profielen. Een profiel is een samenhangend onderwijsprogramma dat leerlingen voorbereidt op verwante opleidingen in het hoger onderwijs. Leerlingen kunnen kiezen uit vier profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid en natuur en techniek. Elk profiel bestaat uit: • Een gemeenschappelijk deel, een voor alle profielen gelijk en verplicht programma • Een profieldeel, een voor het profiel kenmerkend programma met drie verplichte profielvakken en één profielkeuzevak • Een door de leerling geheel vrij te kiezen examenvak • Een vrij deel.
16
Om de brede vorming van leerlingen gestalte te geven, wordt op de NSG in het vrije deel het vak levensbeschouwing aan alle leerlingen aangeboden. Ook oriëntatie op vervolgopleidingen en beroepen (LOB) is een vast onderdeel in het vrije deel. Het vrije deel kan daarnaast worden ingevuld met eigen keuzes van leerlingen. De NSG wil leerlingen de kans bieden hun diverse talenten te ontwikkelen. Dus is er ook in de Tweede Fase een zeer breed scala van te kiezen vakken. Leerlingen van havo en vwo die zich extra willen bekwamen in de Engelse taal en cultuur kunnen, mits ze voldoen aan toelatingscriteria, ‘Cambridge English’ volgen. Als ze slagen voor het examen van Cambridge University, ontvangen ze het internationaal erkende certificaat voor Cambridge English (CAE), dat toelating verschaft tot vrijwel alle internationale universiteiten. Een extra vak in het vrije deel wordt toegestaan mits het gemiddelde van alle vakken (m.u.v. lop) ≥ 6,8 is. In de Tweede Fase wordt de tijd die voor een vak beschikbaar is, uitgedrukt in studielast. Studielast is de gemiddelde tijd die de leerling nodig heeft om zich het vak eigen te maken. De studielast omvat naast de lessen dus ook de tijd die nodig is om werkstukken te maken, boeken te lezen, excursies voor het vak en het huiswerk. Per leerjaar heeft de leerling 1600 uren beschikbaar, 40 weken van 40 uur. De totale studielast voor havo-leerlingen in de Tweede Fase is dus 3200 uur, voor vwo-leerlingen 4800 uur. Het onderwijsprogramma omvat instructielessen, toetsen, excursies, sportdagen en stages. Op de NSG wordt in de Tweede Fase geleidelijk meer nadruk gelegd op zelfstandigheid van de leerling. Dat betekent niet dat we de leerlingen aan hun lot overlaten. Ook in de bovenbouw is een intensieve begeleiding een van de prominente kenmerken van de NSG. Alle leerlingen hebben nog een mentor. De docenten zorgen voor een programma waarmee de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. In domeinteams zijn docenten van verwante vakken verantwoordelijk voor een optimale afstemming van vakinhouden en vaardigheden, zodat de samenhang van de vakken van het gekozen profiel voor de leerlingen duidelijk is. Vrijwel alle vakken in de Tweede Fase kennen praktische opdrachten. Dit zijn samenwerkingsopdrachten waarin leerlingen zelfstandig een onderzoek uitvoeren en de resultaten presenteren. Het examen in de Tweede Fase valt uiteen in een centraal deel (CE) en een deel dat door school wordt getoetst, het schoolexamen (SE). Een deel van de vakken kent alleen een schoolexamen. Vanaf klas 4 krijgt de leerling, naast rapportcijfers, ook al cijfers voor het examendossier.
S T U D E R E N
O P
D E
N S G
17
Een kind met een slecht rapport: ‘Wat denk je pa, zit het in de genen of in de omgeving?’
MET HET OOG OP DE LEERLING
3
VMBO T HAVO VWO
19
Beste God,
Ik wil niet zeuren Maar de zon doet het niet vandaag Vriendelijke groet, Peter
PS: de regen doet het prima
3.1
PA S S E N D E P R O G R A M M A’ S V O O R L E E R L I N G B E G E L E I D I N G
Leerlingbegeleiding is in het moderne onderwijs niet meer weg te denken. Onze leerlingbegeleiding is er allereerst op gericht om voor alle leerlingen zo goed mogelijke condities te scheppen voor een optimale ontplooiing: een veilig en aangenaam leef- en werkklimaat. Daarnaast heeft leerlingbegeleiding belangrijke aanvullende en ondersteunende functies. Zo zal een goede begeleiding bewerkstelligen dat leerlingen met leer- of sociaal-emotionele problemen tijdig worden opgemerkt en vervolgens adequaat geholpen. Daarvoor is in de eerste plaats nodig dat de teams hun leerlingen goed in het oog houden en met elkaar overleggen. Ook is een goed contact met ouders belangrijk. Leerlingen die plotseling slechter gaan presteren of een onverwachte gedragsverandering tonen, worden zo snel opgemerkt. De NSG streeft steeds naar een goed sluitend systeem van leerlingbegeleiding, waarbinnen elke leerling adequate hulp ontvangt. Elke afdeling heeft een op de leerlingen afgestemd begeleidingsprogramma. Zowel studiebegeleiding, studiekeuzebegeleiding als sociaal-emotionele begeleiding zijn daar in opgenomen. Zo kennen de begeleidingslessen in de eerste leerjaren een doorlopende leerlijn met betrekking tot genotmiddelen. In klas 1 wordt aandacht besteed aan alcohol, in klas 2 aan blowen. Ook een veilig leefklimaat is onderwerp van de begeleidingslessen. De volgende onderwerpen komen achtereenvolgens aan bod: in klas 1 pesten, in klas 2 diversiviteit en in klas 3 seksuele diversiviteit. Aan het begin van elk schooljaar vindt voor elk leerjaar een ouderavond plaats. Op deze ouderavonden informeren wij u uitvoerig over de gang van zaken in dat leerjaar in het algemeen en de begeleiding in het bijzonder. In de eerste drie leerjaren zijn – met het oog op afdelings- of vakkenkeuze – ook later in het jaar nog ouderavonden. Daarnaast is er een aantal ouderspreekuren.
3.2 D E M E N T O R E N H E T T E A M
Een centrale rol in de begeleiding speelt de mentor. De mentor volgt de leerlingen van zijn of haar klas systematisch op het terrein van studieresultaten en persoonlijkheidsontwikkeling. Hij of zij trekt veel met de klas op, onderhoudt in eerste instantie de contacten met de ouders en treedt als intermediair op tussen de leerlingen en de vakleraren en de conrector van de afdeling. Kortom, de mentor is de spil in alle begeleidingsactiviteiten. Een belangrijk onderdeel van de begeleidingsactiviteiten vormen de mentoruren. Afhankelijk van de tijd van het jaar wordt dat uur gebruikt voor introductie-activiteiten, voor oriëntatie op vervolgopleidingen met het oog op vakkenkeuze, voor reflectie op studieresultaten en studie-aanpak, voor groeps- en klassenbegeleiding en ook voor persoonlijke gesprekken. In de begeleiding staat de mentor er niet alleen voor. In de teamvergaderingen bespreekt hij de vorderingen en het welbevinden van zijn leerlingen met de overige
20
teamleden. Bij de studie- en beroepskeuzebegeleiding speelt de decaan een belangrijke rol; bij persoonlijke en sociale problematiek wordt soms een beroep gedaan op de counselor die ook bemiddelt bij verwijzing naar externe deskundigen. Voor sommige leerproblemen wordt de orthopedagoog ingeschakeld. In de onderbouw vormen de mentoren samen met een groep docenten van hun klassen een team dat verantwoordelijk is voor onderwijs en begeleiding van enkele klassen. Daarnaast kan er een beroep gedaan worden op de teamleiders die de begeleidingsactiviteiten in en door de leerjaren heen aan elkaar knopen en op elkaar afstemmen. In de praktijk van alledag zorgen deze vaak voor de eerste opvang van leerlingen, als de mentor bijvoorbeeld vanwege zijn lessentaak tijdelijk niet beschikbaar is. In havo 3 en vwo-4 heeft elke klas twee mentoren die samen alle begeleidingstaken op zich nemen. In havo 4/5 en vwo 5/6 is er geen klassenmentoraat, maar een persoonlijk mentoraat. Elke mentor begeleidt maximaal 20 leerlingen. In deze leerjaren mogen de leerlingen een voorkeur voor een bepaalde mentor uitspreken. Er wordt getracht hier zo goed als mogelijk aan tegemoet te komen. Enkele mentoren maken deel uit van het afdelingskernteam. Er zijn twee afdelingskernteams, één voor havo en één voor vwo. Het kernteam, bestaande uit enkele mentoren, is onder voorzitterschap van de teamleider, verantwoordelijk voor het programma van de leerlingbegeleiding. De decaan is nauw bij het afdelingsteam betrokken. Studiebegeleiding door de mentor vindt plaats in gesprekken met individuele leerlingen, soms naar aanleiding van studieresultaten, maar regelmatig ook op verzoek van leerlingen die problemen ervaren bij hun studie. In speciale projecten wordt niet alleen aandacht besteed aan het kiezen van een vervolgopleiding na de middelbare school, maar vooral ook aan een brede oriëntatie op de toekomst. Doordat een mentor zowel leerlingen heeft uit de voorexamenklassen als uit de examenklassen, kunnen leerlingen uit de voorexamenklassen profiteren van de kennis en ervaringen van de oudere leerlingen.
3.3 L O O P B A A N B E G E L E I D I N G
Tijdens hun middelbare schooltijd moeten leerlingen vaak ingewikkelde en verreikende keuzes maken over zaken als het gewenste diploma (vmbo-t, havo of vwo), de afstudeerrichting (het profiel) en het vakkenpakket. Keuzes die van invloed zijn op latere studies en een toekomstige loopbaan. Een systematische aanpak en zorgvuldige begeleiding daarbij is onontbeerlijk. De NSG heeft een uitgebreid programma ontwikkeld om gedurende de gehele schoolloopbaan leerlingen te helpen bij het kiezen. Zowel mentoren als vakleraren hebben daarbij een taak. Een bijzondere rol is in dit verband weggelegd voor de decanen. De decanen ondersteunen de leerlingen in het tweede en derde jaar bij de profiel- en vakkenkeuzes. Daarnaast adviseren zij hen bij het kiezen van de vervolgstudie. De decanen maken daarbij gebruik van de adviezen van de vakdocenten.
M E T
H E T
O O G
O P
D E
L E E R L I N G
21
Gymles
Vroeger bij het touwklimmen Als de zon in strepen viel Zat ik boven in het touw
De decanen ondersteunen de mentoren bij de begeleiding van het keuzeproces van de leerlingen. Het decanaat beschikt over een uitgebreid documentatiesysteem, dat door de leerlingen zelfstandig kan worden geraadpleegd. Alle leerlingen van de bovenbouw hebben toegang tot ‘de decaan.net’, een online programma voor loopbaanbegeleiding waarin naast informatie ook diverse opdrachten staan die leerlingen helpen bij de keuze van hun studie en vervolgopleiding. Zo is het bezoeken van Open Dagen een verplicht onderdeel van de loopbaanoriëntatie. De decanen zijn: de heer Jo Bodelier (hav0/ vwo) en mevrouw Ingrid Wouters (vmbo-t).
En zag de wereld dan
3.4 P E R S O O N L I J K E E N S O C I A L E B E G E L E I D I N G Een beetje zoals God
Ik zag de klasgenootjes Beneden op de grond En zwaaide minzaam Met mijn hand
Dat moet je niet doen Als je in een touw hangt.
Ingmar Heytze
De mentor vormt de spil in de persoonlijke begeleiding van leerlingen. De mentor is als het ware de eerste vertrouwenspersoon voor elke leerling en de belangrijkste contactpersoon tussen ouders en school. Bij bijzondere, meer ernstige problemen – die het leren of het gedrag op school of thuis negatief beïnvloeden – kan de mentor de hulp inroepen van een van de counselors of de jeugdarts, die aan de school verbonden zijn. De counselors ondersteunen de mentoren bij de individuele begeleiding van leerlingen. Tevens is een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze is te vinden op de website van de NSG. De school beschikt over een ‘Klachtenregeling’. De counselors participeren in het zorgadviesteam (ZAT) van de NSG samen met bureau Jeugdzorg, SMW (school maatschappelijk werk), Bureau Leerplichtzaken, GGD en de orthopedagoog/ zorgcoördinator. In het zorgadviesteam worden leerlingen besproken die om welke reden dan ook vastlopen op de NSG. Het zorgadviesteam richt zich met name op de sociaal-emotionele en sociaal-medische problemen en op de gedragsproblematiek van leerlingen. Het zorgadviesteam geeft een advies voor de vervolgaanpak. Ouders moeten voor bespreking van hun kind in het ZAT schriftelijk toestemming geven. Het doel is leerlingen sneller en beter te begeleiden zodat de schoolloopbaan zo goed mogelijk kan worden doorlopen. De orthopedagoog/ zorgcoördinator is de schakel tussen school, het zorgadviesteam en de externe hulpverlening. De counselors zijn: mevrouw Nicole Janssen en de heer Sjef Poels. De orthopedagoog / zorgcoördinator is: mevrouw Marjolein Maureau. Het schoolgezondheidsteam van de GGD Nijmegen ondersteunt de school bij het opsporen – maar vooral ook het voorkomen – van gezondheidsproblemen bij leerlingen. Alle leerlingen worden in het tweede leerjaar na een klassikale kennismaking met de sociaal-verpleegkundige, uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek en een gesprek over de leefstijl en algemene ontwikkeling. De arts en verpleegkundige houden een keer per maand op school spreekuur voor leerlingen en ouders. De tijden daarvan worden op school bekend gemaakt. U kunt desgewenst via het secretariaat van de school een afspraak maken, maar leerlingen mogen ook uit zichzelf naar het spreekuur komen.
GEZONDHEID
22
B E G E L E I D I N G B I J L A N G D U R I G E Z I E K T E Als een leerling langere tijd niet naar school kan komen, wordt in overleg met de ouders / verzorgers bekeken hoe we het onderwijs en de bijbehorende sociale contacten zo goed mogelijk kunnen voortzetten. De NSG kan daarbij gebruik maken van externe deskundigen. Voor leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Naast het voorkomen van leerachterstanden, vinden we het ook belangrijk dat de zieke leerling contact blijft houden met de mentor en de klasgenoten. Het schoolgezondheidsteam van onze school bestaat uit: mevrouw T. Räkers, jeugdarts en mevrouw W. Selbach, sociaal verpleegkundige.
3.5 B E G E L E I D I N G B I J B I J Z O N D E R E L E E R - O F O N T W I K K E L I N G S P R O B L E M E N
Tijdens hun schoolloopbaan worden leerlingen soms geconfronteerd met tijdelijke of structurele leerproblemen. Gaat het om studiehouding of -aanpak, dan vindt individuele studiebegeleiding plaats door de mentor. Wanneer meer specialistische hulp vereist is, dan wordt de hulp ingeroepen van een externe remedial teacher. Als er sprake is van structurele leerproblemen, dan wordt de aan de school verbonden orthopedagoog geconsulteerd. Zij gaat na wat er moet gebeuren. Een heel specifiek leerprobleem betreft dyslexie. Alle leerlingen die op onze school het eerste leerjaar binnenkomen, worden onderzocht op eventuele spellingsproblemen. Indien nodig krijgen zij tijdens het eerste trimester spellingsbegeleiding. Als blijkt dat er sprake is van meer structurele taalproblemen, volgt nader onderzoek door de orthopedagoog. Een leerling wordt aangemerkt als dyslectisch als er op school een onderzoeksrapport met een dyslexieverklaring aanwezig is, opgesteld door een GZ-psycholoog met BIG-registratie. Vervolgens wordt door de orthopedagoog een begeleidingsplan opgesteld en uitgevoerd. In geval van dyslexie worden de leraren van de betreffende leerling op de hoogte gebracht. Zij ontvangen een instructie waarin aangegeven wordt op welke extra faciliteiten de leerling recht heeft, welke problemen ze kunnen verwachten en op welke wijze ze de leerling kunnen begeleiden.In geval van ernstige dyslexie kunnen leerlingen van het tweede leerjaar, vmbo-t leerlingen en in beperkte mate ook leerlingen van de Tweede Fase worden vrijgesteld van één moderne vreemde taal. De precieze regeling kunt u verkrijgen via de orthopedagoog van de school. Ook op onze school kunnen zogenaamde ‘rugzakleerlingen’ worden aangemeld. Het betreft dan kinderen die op grond van een bepaalde handicap een positieve beschikking van de Commissie voor Indicatiestelling hebben. Als voldaan is aan de wettelijk vereiste criteria, wordt in overleg met ouders, kind en afleverende (basis) school besloten over de toelating. Het definitieve besluit wordt, net als bij de andere leerlingen, door de school genomen, op basis van vooraf vastgestelde criteria. Deze zijn op school op te vragen. De NSG streeft ook bij deze groep leerlingen uiterste zorgvuldigheid bij toelating na. Het besluit wordt genomen na overleg met betrok-
M E T
H E T
O O G
O P
D E
L E E R L I N G
23
Woordjes leren
kenen. De zorgcoördinator coördineert de extra zorg voor leerlingen met LGF en/of een zorgbudget. Meer informatie over LGF is te vinden op de website van de NSG.
Jongens, heb je verdriet
R E M E D I A L T E A C H I N G O P D E N S G Voor leerlingen die remedial teaching nodig hebben, is de volgende regeling vastgesteld: 1. RT is beschikbaar voor leerlingen uit klas 1 t/ m 3. 2. Leerlingen hebben maximaal één keer per week RT, ook bij gestapelde problematiek. 3. Leerlingen kunnen in principe maximaal één schooljaar gebruik maken van RT op de NSG. Na ieder trimester wordt geëvalueerd of voortzetting van RT noodzakelijk is. 4. Elke leerling krijgt een intake volgens een vast protocol. Deze intake vindt zo spoedig mogelijk na aanmelding plaats. Het vervolg van de intake kan zijn dat een leerling RT krijgt op de NSG of elders of dat er andere externe begeleiding wordt geadviseerd. 5. In het eerste brugjaar start RT na de herfstvakantie. De regeling zoals hierboven beschreven is niet van toepassing op leerlingen met LGF, een zorgbudget of leerlingen die in het ZAT zijn besproken. RT is wel beschikbaar voor leerlingen uit de bovenbouw die Kurzweil bij het eindexamen willen gebruiken. Ze moeten immers leren hoe Kurzweil werkt. De orthopedagoog is: mevrouw Marjolein Maureau.
sprak toen de leraar Grieks dan moet je woordjes leren, woordjes leren. Hij knikte energiek zodat er as viel op zijn vest maar dat was toch al vies. Wij lachten half vertederd, half meewarig, want tragiek daar wist je alles van en hij, heel oud, haast vijftig, niets. En dat het overging als je maar
3.6 B E G E L E I D I N G V A N A L L O C H T O N E L E E R L I N G E N
woordjes leerde, dat was iets
Leerlingen voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kunnen extra begeleiding krijgen. De allochtone leerlingen die onze school binnenkomen, maken – wanneer vermoed wordt dat extra begeleiding zinvol is – enkele taaltoetsen. De resultaten hiervoor bepalen in eerste instantie de inhoud en de frequentie van de begeleiding. Deze begeleiding wordt verzorgd door de remedial teachers. Door het gebruik van de computer is een grote mate van differentiatie mogelijk om begeleiding op maat te kunnen geven. De RT’ers overleggen regelmatig met de mentor en de conrector over de vorderingen van de leerlingen.
zo absurds, zo dolkomieks dat het in omloop kwam als een gevleugeld woord. Het klapwiekt nu verdrietig om mij heen omdat ik later woordjes leerde waarmee je ’t monster kunt bezweren
3.7 E E N S C H O O L O M T E V E R T R O U W E N
en ik hem niet meer zeggen kan
De NSG wil niet alleen kennis overdragen, maar ook bijdragen aan de ontwikkeling van sociale competenties en een sterk besef van normen en waarden. Dat kan alleen als school en ouders gezamenlijk optrekken en als er een veilige omgeving gecreëerd is waar mensen elkaar kunnen vertrouwen. Daarom heeft de NSG een veiligheidsbeleid geformuleerd dat is vastgelegd in een schoolveiligheidsplan. De voor de leerling belangrijkste regels zijn vastgelegd in het leerlingenstatuut. Dit document wordt vijfjaarlijks in samenspraak met de leerlingenraad geactualiseerd. In het leerlingenstatuut staan de rechten en plichten van leerlingen, leraren en schoolleiding in hun onderlinge relaties geformuleerd. Er zijn regels over bij-
hoe ik soms naar die stem verlang, naar dat onhandige advies.
J. Eijkelboom
24
voorbeeld proefwerken, verzuim, genotmiddelen en privacybescherming. Er is aandacht voor het vóórkomen en voorkómen van ongewenst gedrag. Er worden in de onderbouw projecten uitgevoerd over pesten, over omgaan met elkaar en er worden samen klassenregels opgesteld. Docenten nemen stelling als ze merken dat leerlingen worden gepest. De aanpak is gericht op de pestende kinderen, het gepeste kind en de klas als geheel. De mentor is de eerst aangewezen persoon bij wie ouders, leerlingen en docenten melding kunnen maken van pestgedrag. Daarnaast heeft de school twee counselors aangesteld, mevrouw Nicole Janssen en de heer Sjef Poels.
3.8 G E S C H I L L E N E N K L A C H T E N
Het bestuur van de Scholengroep Rijk van Nijmegen heeft een klachtenregeling opgesteld, die voor alle scholen onder het bestuur van toepassing is. In deze regeling staat wat er voor afspraken zijn gemaakt over de behandeling van klachten en hoe er met klachten wordt omgegaan. De klachtenregeling staat op de website van de Scholengroep Rijk van Nijmegen (www.sgrvn.nl) en op de website van de NSG (www.nsg-groenewoud.nl). We gaan ervan uit dat veruit de meeste bezwaren tegen en klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze zullen worden opgelost. Ouder, leerling of personeel bespreken deze daarom in eerste instantie met de direct betrokkenen (bijvoorbeeld de mentor of de teamleider). Komen ze er samen niet uit, dan kan hij/zij terecht bij het directieteam van de school. Indien dit echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep gedaan worden op de klachtenregeling en direct contact worden opnemen met de interne vertrouwenspersoon, die hem/haar verder zal begeleiden in deze procedure. De klachtenregeling is niet bedoeld voor bezwaren die op school opgelost kunnen worden of thuis horen. Indien een bezwaar niet naar tevredenheid afgehandeld is of de aard van de situatie dermate ernstig is dat dit leidt tot een klacht, kan er een beroep worden gedaan op de klachtenregeling. De procedure van deze klachtenregeling geldt in geval van klachten van schoolorganisatorische aard (denk aan beoordeling en begeleiding van leerlingen, aanpak in de klas) en klachten omtrent machtsmisbruik (seksuele intimidatie, discriminerend gedrag en agressie, geweld en pesten). Deze klachtenregeling geeft aan dat leerlingen met de klacht eerst terecht kunnen bij de interne vertrouwenspersoon van de school. De interne vertrouwenspersoon van de NSG is mevrouw Margriet Kusters. De klachtenregeling staat in relatie tot andere documenten zoals de Gedragscode voor medewerkers van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Indien een leerling of ouder meent dat de examenregeling onjuist of onzorgvuldig is toegepast dient men eerst langs informele weg of via mentor of teamleider het ontstane geschil op te lossen. Leidt dat niet tot een bevredigende oplossing dan kan men het geschil of de klacht voorleggen aan de commissie van beroep eindexamens.
M E T
H E T
O O G
O P
D E
L E E R L I N G
25
Ik heb een leven lang moeten oefenen om te kunnen tekenen als een kind. Picasso
NSG-EXTRA: SPORT, CULTUUR EN ONTSPANNING
4
VMBO T HAVO VWO
27
EEN RIJKE TRADITIE
Als je groot bent
4.1
Wil je dan niet meer spelen
Een school die haar vormingsopdracht serieus neemt, biedt haar leerlingen meer dan lessen: een breed scala van extra activiteiten, waarin leerlingen zich meer en anders kunnen ontplooien dan in het kader van de lessen mogelijk is. De NSG biedt een gevarieerd programma van extra-curriculaire activiteiten dat evenwichtig is verdeeld over de verschillende leerjaren en afdelingen. In het NSG-extra curriculum worden naar doelstelling vier soorten van activiteiten onderscheiden: 1. zingeving 2. extra intellectuele verbreding 3. sport en ontspanning 4. kunst en cultuur.
Of mag het dan niet meer?
Is er een leeftijd waarop iemand je komt vertellen: ‘Vanaf heden is spelen verboden’, en wie zou degene zijn die me dat komt vertellen?
Tjitske Jansen
De hele mens aan bod laten komen. Dat is het uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan de aandacht van de NSG voor extra vorming van haar leerlingen. Om dat uitgangspunt waar te maken, werkt de school zowel in de diepte als in de breedte: enerzijds probeert de school toppers te creëren via vooropleidingen voor conservatorium of het kunstvakonderwijs. Anderzijds trachten we bij de vier genoemde terreinen alle leerlingen te betrekken. Het geheel is te veel om op te noemen. Enkele voorbeelden geven een indruk van de rijke NSG-traditie op deze terreinen. Z I N G E V I N G Voor alle leerlingen zijn er diverse vieringen en feesten. De leerlingenraad organiseert jaarlijks een actieweek met diverse activiteiten, zoals een sponsorloop, een bandjesavond, een ontbijt op school en een leerlingenfeest. Er wordt daarmee geld ingezameld voor een goed doel. Jaarlijks wordt in de regenboogweek aandacht besteed aan diversiteit. Voor de leerlingen uit klas 3 staat een toneelvoorstelling met dit thema op het programma. Alle leerlingen uit klas 3 doen drie dagen werkzaamheden in het kader van hun maatschappelijke stage. E X T R A I N T E L L E C T U E L E V E R B R E D I N G Leerlingen uit leerjaar 1 en 2 die wellicht het gymnasiumdiploma willen behalen, kunnen zowel in de eerste als in de tweede klas kiezen voor het vak Griekse en Latijnse Taal en Cultuur. Bovenbouwleerlingen havo en vwo kunnen Cambridge Engels volgen. Heel wat vakken kennen vakexcursies. Jaarlijkse reisdoelen zijn o.a. Amsterdam, Keulen, het binnenhof en de Belgiëreis (Brussel, Gent, Brugge en Antwerpen). In de bovenbouw kan het voordrachtfestival rekenen op een groot aantal deelnemers. Er zijn uitwisselingen met scholen in Frankrijk en Spanje. De reizen naar London, Berlijn, Parijs en Rome zijn voor veel leerlingen hoogtepunten van hun schoolcarrière. S P O R T E N O N T S P A N N I N G Er zijn sportdagen en sporttoernooien. Een rijke traditie kennen de activiteitenavonden voor klas 1 en 2, waar sport, spel en expressie centraal staan. De zeilkampen in Friesland voor klas 2 en hoger, de klimkampen voor klas 1 en 2 in de Ardennen en het skikamp voor klas 3 zijn razend populair.
28
K U N S T E N C U L T U U R Er is aandacht voor toneel, film, literatuur, dans, muziek, fotografie, mode en beeldende kunst. Elke woensdag is er open podium, waarbij leerlingen van de NSG optreden in de aula van het hoofdgebouw. Sinds schooljaar 2011-2012 is er een schoolband. De muziekavonden, klassiek en licht, genieten al jaren veel belangstelling. Het naschoolse aanbod cultuur bevat in schooljaar 2013-2014 de volgende onderdelen: toneelgroep onderbouw, het voordrachtfestival, theatersport, oriëntatiecursus beeldende vorming, filosofie, pimp your school, theatrale mode, en het productiebureau. Leerlingen van het productiebureau organiseren allerlei activiteiten binnen en buiten school. Enkele voorbeelden zijn: de organisatie van het Sinterklaasfeest voor kinderen van collega’s, het uitzetten van een toeristische fietsroute in de omgeving van Heumen, de organisatie van een bovenschools congres. Een keer in de vier jaar organiseert de NSG een grote musical. Komend schooljaar starten de audities en repetities voor de musical Hair die in januari 2015 in de schouwburg van Nijmegen zal worden opgevoerd.
4.2 S A M E N W E R K I N G I N K U N S T Z I N N I G E V O R M I N G
De NSG profileert zich sterk op het terrein van kunstzinnige en culturele vorming. De school vindt aandacht voor kunst en cultuur belangrijk voor de ontwikkeling van normen en waarden bij jongeren. Deze aandacht komt op velerlei wijzen tot uitdrukking. Zo kunnen leerlingen op de NSG examen doen in 3 kunstvakken. Er zijn talrijke extra activiteiten op het terrein van kunst en cultuur. In het kader van het NSG-extra programma werkt de school samen met instellingen voor kunstzinnige vorming. M U Z I E K Onze school werkt samen met de muziekschool van ‘De Lindenberg’ en de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (faculteit Muziek). NSG-leerlingen kunnen zich daardoor – naast hun middelbare schoolopleiding – al vanaf het eerste jaar voorbereiden op een mogelijke muziekstudie (over deze studiemogelijkheid is op school een speciale folder verkrijgbaar). B E E L D E N D E V O R M I N G Samen met ‘De Lindenberg’ organiseert de school oriëntatiecursussen beeldende vorming. Getalenteerde leerlingen worden hier in staat gesteld hun talenten verder te ontwikkelen en zich eventueel voor te bereiden op een latere kunstzinnige opleiding. Deze cursussen zijn vooral bedoeld voor leerlingen vanaf het vierde leerjaar. Zij hebben hun basisopleiding beeldende vorming gehad in de eerste drie leerjaren (in een aparte folder – aan te vragen bij het secretariaat – kunt u er meer over lezen). Zie ook onze website www.nsg-groenewoud.nl.
N S G - E X T R A :
S P O R T ,
C U L T U U R
E N
O N T S P A N N I N G
29
Een goede leraar is een ton boeken waard.
DOOR HET JAAR HEEN
5
VMBO T HAVO VWO
31
LESTIJDEN
In je hoofd kun je alles.
5.1
Fietsen naar de maan,
Het schoolrooster heeft per dag acht lesuren. Dat betekent niet dat alle leerlingen elke dag ook acht lessen hebben. In de onderbouw volgen de leerlingen 32 lessen per week. In de praktijk betekent dat meestal drie dagen van zes lessen en twee dagen van zeven lessen. In de bovenbouw volgen de leerlingen minder lessen, maar krijgen zij verplichte zelfstudietijd ingeroosterd.
op de wolken staan. Strelen met je handen los, Lopen door een donker bos. Vechten als een tijger, Dansen met een elf. Afscheid nemen zonder tranen. Alles gaat vanzelf.
Theo Olthuis
Eerste lesuur Tweede lesuur Eerste pauze Derde lesuur Vierde lesuur Tweede pauze Vijfde lesuur Zesde lesuur Derde pauze Zevende lesuur Achtste lesuur
Lestijden 08.40 - 09.30 uur 09.30 - 10.20 uur 10.20 - 10.40 uur 10.40 - 11.30 uur 11.30 - 12.20 uur 12.20 - 12.45 uur 12.45 - 13.35 uur 13.35 - 14.25 uur 14.25 - 14.35 uur 14.35 - 15.25 uur 15.25 - 16.15 uur.
Omdat de NSG ernaar streeft bij ziekte van een docent de lessen zo snel mogelijk te laten vervangen, kan het voorkomen dat voor leerlingen in de bovenbouw de lessen om 8.00 uur beginnen. Soms is een vervanger immers slechts zeer beperkt beschikbaar, bijvoorbeeld omdat hij ook werkzaam is op een andere school. Het nulde uur zal echter alleen incidenteel worden ingeroosterd. Enkele dagen per jaar wordt in verband met rapportvergaderingen of studiedagen met een verkort lesrooster gewerkt. De lestijden zijn dan als volgt:
Eerste lesuur Tweede lesuur Eerste pauze Derde lesuur Vierde lesuur Vijfde lesuur Tweede pauze Zesde lesuur Zevende lesuur Achtste lesuur
32
Lestijden 08.40 - 09.15 09.15 - 09.50 09.50 - 10.05 10.05 - 10.40 10.40 - 11.15 11.15 - 11.50 11.50 - 12.10 12.10 - 12.45 12.45 - 13.20 Vervalt.
uur uur uur uur uur uur uur uur uur
5.2 V A K A N T I E S E N V R I J E D A G E N
Vakanties en vrije dagen voor het schooljaar 2013 - 2014. Herfstvakantie: 14 t / m 18 oktober 2013 Kerstvakantie: 23 december 2013 t / m 3 januari 2014 Voorjaarsvakantie: 3 t / m 7 maart 2014 Pasen: 21 april 2014 Meivakantie: 28 april t / m 5 mei 2014 Hemelvaart: 28 t /m 30 mei 2014 Pinksteren: 9 juni 2014 Zomervakantie: 14 juli t / m 22 augustus 2014 Extra vakantiedagen: 5 en 6 december 2013 en 17 februari 2014
5.3 R A P P O R T E N E N S P R E E K U R E N
Na de herfstvakantie wordt aan de B1-leerlingen een beknopt ‘woordrapport’ uitgereikt. Overige rapportdata: 26 november 2013: eerste rapport bovenbouw 27 november 2013: eerste rapport onderbouw 1 april 2014: 2 april 2014:
tweede rapport bovenbouw tweede rapport onderbouw
10 juli 2014:
derde rapport
Oudergesprekken 28 oktober 2013: mentorgesprekken onderbouw 30 oktober 2013: mentorgesprekken bovenbouw 11 en 12 december 2013: 10-minutengesprekken 14 en 15 april 2014: 10-minutengesprekken Op het derde rapport wordt vermeld of een leerling al of niet bevorderd wordt. Aan de rapportuitreiking gaat een toetsperiode vooraf.
5.4 B E V O R D E R I N G
De schoolloopbaan van een leerling kenmerkt zich ook door talrijke selectiemomenten. Enkele van die momenten zijn van cruciaal belang voor de schoolloopbaan. Dat begint al in groep acht van de basisschool met het afnemen van de Cito-toets. Samen met het advies van de basisschool bepaalt deze toets op wat voor schooltype een leerling geplaatst kan worden en in wat voor soort brugklas (bijvoorbeeld vmbo-t / havo of havo/ vwo).
D O O R
H E T
J A A R
H E E N
33
Schrijf aan je toekomstige liefje een waanzinnig warme liefdesbrief.
Stop de brief in een fles. Gooi de fles in de glasbak.
Wacht op het wonder.
Belangrijke momenten op de middelbare school zijn de overgang van een klas naar een volgende, de keuze van het profiel of leerweg en natuurlijk het eindexamen. Bij deze selectiemomenten mag het maar om één ding gaan: de leerling gezien zijn vaardigheden en capaciteiten op een niveau plaatsen dat het beste bij hem past. Omdat het niveau gevolgen heeft voor de latere mogelijkheden van leerlingen, moet het selectieproces op school heel zorgvuldig worden doorlopen. Een belangrijke voorwaarde daarvoor zijn heldere regels. Leerlingen en ouders worden middels brochures en voorlichtingsbijeenkomsten geïnformeerd. Zo zijn er speciale brochures over bijvoorbeeld de afdelingskeuze na de brugperiode en de profielkeuze in het derde jaar. De belangrijkste regelingen voor de schoolexamens en het Centraal Examen staan vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) dat met alle leerlingen van de bovenbouw wordt besproken. Het PTA is in te zien op de site van de NSG: www.nsg-groenewoud.nl.
Jos van Hest
De basisregels voor de bevordering naar een volgend leerjaar zetten we hier op een rij. Aan het eind van het cursusjaar beslist het team of een leerling al dan niet bevorderd wordt. In leerjaren waarin afdelingskernteams werkzaam zijn, beslist het afdelingskernteam, aangevuld met de betrokken mentoren, of een leerling al dan niet bevorderd wordt. Uitgangspunten zijn daarbij: • de resultaten op het eindrapport, • de perspectieven bij doubleren of bevorderen, • persoonlijke gegevens en omstandigheden. Bij besluitvorming over bevordering wordt naast cijfergegevens ook gekeken naar persoonlijke gegevens en omstandigheden. Met name in de bespreekmarge zijn deze gegevens vaak van doorslaggevende betekenis. Het gaat hierbij om studiegedrag, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, motivatie, problemen van sociaalemotionele aard, leerproblemen en dergelijke. In de hogere leerjaren kan naast een normale bevordering ook sprake zijn van een ‘gerichte’ bevordering. Dit houdt in dat de leerling bevorderd wordt naar een leerjaar van een andere afdeling. Ook is sprake van een gerichte bevordering als deze gepaard gaat met beperkende voorwaarden ten aanzien van de profielvakkenkeuze. Wanneer een leerling twee jaar in hetzelfde leerjaar gezeten heeft en daarna in het volgende leerjaar weer blijft zitten, besluit de lerarenvergadering de leerling niet langer tot de school of afdeling toe te laten. Er wordt dan gezocht naar een passende vervolgopleiding bij een andere onderwijsinstelling. Leerlingen, bevorderd met één of meer taken, dienen deze taken vóór aanvang van het nieuwe schooljaar naar behoren verricht te hebben. B E VO R D E R I N G I N H E T E E R S T E E N T W E E D E B R U G J A A R V M B O -T / H AVO
Voor zowel het eerste leerjaar als het tweede leerjaar zijn er twee groepen vakken: Groep 1: ned, fra, eng, gsn, akn, wis, tna, bvm, muz, bio. In het tweede leerjaar komt daar nog Spa bij. Groep 2: niet-examenvakken dra, lop.
34
EERSTE LEERJAAR
Bevordering b1 t / h naar b2 t / h Een leerling wordt automatisch bevorderd naar B2 t / h, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1; b. de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 of hoger in groep 1. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar vmbo k/g of doubleren Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar B2 t / h, wordt hij besproken voor een gerichte bevordering naar ander onderwijs of doubleren in B1 t / h. TWEEDE LEERJAAR
Bevordering B2 t/h naar havo-3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar havo-3, indien hij aan de volgende drie criteria voldoet: a. de leerling heeft een gemiddelde van minimaal 7,0 in groep 1; b. de leerling heeft maximaal één onvoldoende (< 5,5) in groep 1; c. de leerling heeft minimaal 19,0 punten voor de vakken ned - eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar havo-3 geldt voor criterium a een gemiddelde van 6,8. Hierbij telt de taal (Frans - Duits - Spaans), die de leerling in de derde klas laat vallen, niet mee. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar havo-3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Bevordering van b2 t/h naar vmbo-t-3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar vmbo-t-3, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1 of de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 in groep 1; b. de leerling heeft minimaal een 5,0 voor het vak Nederlands. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar vmbo-t-3 geldt voor criterium b een gemiddelde van 5,8. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar vmbo-t-3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering.
D O O R
H E T
J A A R
H E E N
35
Tel de sterren van een zomernacht. Tel er je geboortedatum bij op.
Gerichte bevordering naar vmbo k/g Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar vmbo-t-3, wordt hij gericht bevorderd naar een andere vorm van onderwijs. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering.
Plus je telefoonnummer. B E VO R D E R I N G I N H E T E E R S T E E N T W E E D E B R U G J A A R H AVO / V WO
En het nummer van je paspoort.
Deel dat getal door je gewicht in ponden. Tel uit je winst!
Voor zowel het eerste leerjaar als het tweede leerjaar havo / vwo zijn er twee groepen vakken: Groep 1: ned, fra, bio, eng, gsn, akn, wis, tna, bvm, muz. In het tweede leerjaar komt daar nog Spa bij. Voor de gymnasiumstroom komt daar nog GLTC bij in zowel leerjaar 1 als 2. Groep 2: niet-examenvakken dra, lop. EERSTE LEERJAAR
Je mag er zijn.
Jos van Hest
Bevordering van b1 h/v naar b2 h/v Een leerling wordt automatisch bevorderd naar B2 h / v, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1; b. de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 of hoger in groep 1. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Bevordering naar gymnasium-2 Voor bevordering naar gymnasium-2 wordt aan criterium a en b één criterium toegevoegd, namelijk c. de leerling heeft minimaal een 6,5 voor het vak GLTC. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar B2 t/h of doubleren Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar B2 (h / v), wordt hij besproken voor een gerichte bevordering naar B2 t / h, een advies voor ander onderwijs of in uitzonderlijke gevallen voor doubleren. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. TWEEDE LEERJAAR
Bevordering van B2 h/v naar vwo-3 / gymnasium-3 Een leerling wordt bevorderd naar vwo-3 / gymnasium-3, indien hij aan de volgende drie criteria voldoet: a. de leerling heeft een gemiddelde van minimaal 7,0 in groep 1;
36
b. de leerling heeft maximaal één onvoldoende (< 5,5) in groep 1; c. de leerling heeft minimaal 19,0 punten voor de vakken ned - eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar vwo-3 / gymnasium-3 geldt voor criterium a een gemiddelde van 6,8. Hierbij telt de taal (Frans - Duits - Spaans) die de leerling in de derde klas laat vallen, niet mee. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar vwo-3 / gymnasium-3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Bevordering van B2 h/v naar havo-3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar havo-3, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1 of de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van minimaal 6,0 in groep 1; b. de leerling heeft minimaal 17,0 punten voor de vakken ned - eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Het cijfer van het vak GLTC speelt bij deze beslissing geen rol. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar havo-3 geldt voor criterium b een gemiddelde van 5,8. Voor dit gemiddelde telt de taal (Frans - Duits - Spaans) die de leerling in de derde klas laat vallen, niet mee. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar havo-3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar vmbo-3 Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar havo-3, wordt hij gericht bevorderd naar vmbo-t-3. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Bevordering havo-3 en vwo-3 In verband met de aansluiting op de profielen in de Tweede Fase vindt bevordering in havo-3 en vwo-3 stapsgewijs plaats. Stap 1: bevordering Een leerling wordt bevorderd wanneer de cijferlijst op het eindrapport voldoet aan de volgende drie criteria: 1. Het gemiddelde van de vakken is minimaal 6,0; 2. De cijferlijst telt maximaal drie onvoldoendes (<5,5); 3. In het cluster van vakken ned - eng - wis mag maximaal één 5 als afgerond jaarcijfer voorkomen.
D O O R
H E T
J A A R
H E E N
37
Happy End
‘Ben je gelukkig?’ ‘Gelukkig niet.’
J.A. Deelder
Voldoet de leerling slechts aan één of twee criteria, dan wordt hij besproken. Voldoet de leerling aan geen van de drie criteria, dan wordt hij niet bevorderd of hij wordt bevorderd naar een hoger leerjaar van een lagere afdeling. Stap 2: toelating profiel Een leerling wordt toegelaten tot het profiel van zijn keuze, mits hij voldoet aan de volgende criteria: 1. Het gemiddelde van de profiel(keuze)vakken is gemiddeld 6,0. 2. Bij de profiel(keuze)vakken is maximaal één cijfer < 5,5. Een extra vak in het vrije deel wordt toegestaan mits het gemiddelde van alle vakken (m.u.v. lop) ≥ 6,8 is. In vmbo-t 3 en 4 bestaat het programma uit een doorlopend curriculum. Leerlingen blijven in principe niet meer zitten in t-3. Voorwaarde is wel dat de vakken die de leerlingen niet meenemen naar het vierde leerjaar aan het einde van het derde leerjaar naar behoren zijn afgesloten. Het kernteam kan adviseren het derde leerjaar over te doen als de basis om te slagen in leerjaar 4 onvoldoende is. Voor externe instromers is het besluit van het kernteam bindend. Halverwege het derde leerjaar start op vrijwillige basis het Plusprogramma voor leerlingen die na het behalen van het vmbo-t diploma willen doorstromen naar onze havo-opleiding. Leerlingen die dit programma in de derde en vierde klas met succes volgen, verbeteren de vakinhoudelijke aansluiting en verwerven het recht op plaatsing in havo 4. Bevordering in de Tweede Fase Voor bevordering in de Tweede Fase is een formule vastgesteld die gebaseerd is op de slaag-zakregeling. Daarnaast hecht de NSG extra waarde aan goede taal- en wiskundige vaardigheden. Daarom worden onvoldoendes in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde bij de bevordering extra gewogen. Bevordering havo-4, vwo-4 en vwo-5 Een leerling is bevorderd als hij voldoet aan de volgende 3 regels: Regel 1: Voor elk van de vakken ckv, lop en lbs is het afgerond jaarcijfer ≥ 6. Regel 2: De afgeronde jaarcijfers voor de overige 8 vakken (havo) of 10 vakken (vwo) voldoen aan het volgende: Onvoldoendes Geen 5 5 5 4 5 4 Overig
38
Compensatie Geen Geen Bevorderd, mits 2 compensatiepunten Bevorderd, mits 2 compensatiepunten Bevorderd, mits 3 compensatiepunten Niet te compenseren
Regel 3: In het cluster van vakken NTL, ETL en wis mag maximaal één 5 als afgerond jaarcijfer voorkomen. Voor CM-leerlingen havo zonder wiskunde geldt dat in het cluster NTL, ETL maximaal één 5 als afgerond jaarcijfer mag voorkomen. In vwo-4 telt het gemiddelde van de vakken MSL en ANW als cijfer bij de bevordering. Rapportcijfers worden berekend op basis van een voortschrijdend gemiddelde. Het cijfer op rapport 3 is het jaarcijfer. Voor de bevordering wordt dit afgerond op een geheel getal. Bevorderd: Besproken: Niet bevorderd:
aan alle drie voorwaarden voldaan aan één of twee voorwaarden niet voldaan aan drie voorwaarden niet voldaan.
Compensatiepunten: Het cijfer 6 levert geen compensatiepunt op Het cijfer 7 levert 1 compensatiepunt op Het cijfer 8 levert 2 compensatiepunten op Het cijfer 9 levert 3 compensatiepunten op Het cijfer 10 levert 4 compensatiepunten op. Bij bespreking wordt ook gekeken naar de verdere cijfermatige en persoonlijke gegevens. In het algemeen zal doorslaggevend zijn hoever de leerling met de jaargemiddeldes van de slaagregels afzit. Uit deze bespreking vloeit de beslissing voort dat de leerling ofwel doubleert, ofwel bevorderd wordt, ofwel in staat gesteld wordt in de zomervakantie het tekort op te heffen. De beslissingen ten aanzien van de bevordering worden genomen door het mentorenteam van het betreffende leerjaar onder voorzitterschap van de afdelingsconrector.
5.5 P R O G R A M M A V A N T O E T S I N G E N A F S L U I T I N G I N D E T W E E D E F A S E
In de Tweede Fase bestaat het examen uit een centraal landelijk examen (CE) en een deel dat door de school wordt georganiseerd: het schoolexamen (SE). Het schoolexamen begint al in het vierde leerjaar. Sommige vakken die uitsluitend een schoolexamen kennen, worden al vóór het laatste leerjaar afgesloten. Op de havo-afdeling geldt dit voor het vak maatschappijleer. Op de vwo-afdeling betreft het ANW en maatschappijleer. Leerlingen worden twee keer per jaar in de gelegenheid gesteld om ‘herstelwerkzaamheden’ te verrichten. Via een herkansingssysteem krijgen leerlingen de kans om SE-cijfers te verbeteren. Aan het begin van elk leerjaar krijgt de leerling het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) uitgereikt. Ouders worden op een ouderavond in de maand oktober geïnformeerd over de details van het PTA. Bovendien staat het PTA voor alle leerlingen van de bovenbouw op de website www.nsg-groenewoud.nl.
D O O R
H E T
J A A R
H E E N
39
Tot op de rug gekapt stond zwart op zwart
5.6 E I N D E X A M E N S
het schoolhoofd voor het bord.
Het eindexamen bestaat uit twee gedeelten: 1. Het schoolexamen (SE) gedurende het 4e, 5e en 6e leerjaar. 2. Het centraal examen(CE) aan het einde van het hoogste leerjaar.
De kachel walmde achter in de klas. Twee ongepotlode gevaarten, warm en koud.
Het volledige Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) wordt vanaf 1 oktober 2013 gepubliceerd op onze website www.nsg-groenewoud.nl.
Zij gaven zwaarte aan wat ledig was.
In die balans bewoog ik somnolent mijn hoofd van links naar rechts, van raam waarachter vrijheid school naar klok en kruis. God maak dat
De schoolexamens zijn geconcentreerd in de volgende periodes: periode I: 11 t / m 18 november 2013 Examenklassen: extra toetsweek: 20 t / m 24 januari 2014 periode II: 17 t / m 24 maart 2014 periode III: 27 juni t / m 4 juli 2014 De leerlingen in het hoogste leerjaar doen niet mee aan de derde toetsperiode van de overige leerlingen. Voor hen is een toetsweek ingelast in de laatste week van januari 2014. Zij nemen in mei deel aan het Centraal Examen. Voor het vmbo-t geldt een enigszins afwijkende regeling.
het vier uur wordt, bad ik, breng mij veilig thuis.
Voor het centraal examen zijn de volgende data vastgesteld: centraal examen: 12 t / m 26 mei 2014 herkansing centraal examen: 16, 17, 18 en 20 juni 2014
Neeltje Maria Min
5.7 D O O R S T R O M I N G
Na het behalen van het diploma in vmbo-t-4 of havo-5 is er de mogelijkheid ‘door te stromen’ naar een volgende (hogere) afdeling. Vmbo-t-gediplomeerden kunnen toegelaten worden in havo-4 en havo-gediplomeerden in vwo-5, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. De toelatingscommissie, die hierover beslist, baseert haar oordeel op de volgende gegevens: 1. de studieresultaten in vmbo-t-3 en 4 respectievelijk havo-4 en 5. 2. de schoolloopbaan c.q. leeftijd. 3. de adviezen van docenten. Nederlands, Engels en wiskunde zijn verplichte vakken in alle profielen, m.u.v. wiskunde op havo in het profiel cultuur en maatschappij. Deze vakken dienen dus deel uit te maken van het vakkenpakket. Leerlingen die van havo naar vwo willen doorstromen, dienen daarnaast een tweede moderne taal (Frans of Duits) in hun pakket opgenomen te hebben. De tweede moderne taal is op het vwo verplicht. De toelatingscommissie kan in bepaalde ge-
40
vallen aanvullende voorwaarden stellen aan de toelating. Bij duidelijke signalen van disfunctioneren (gedrag, inzet, belangstelling) en bij matige resultaten kan toelating altijd geweigerd worden. Toelating tot havo-4 of vwo-5 dient vóór 1 maart te worden aangevraagd bij de conrector van de afdeling. Toelating kan slechts worden toegezegd onder voorwaarde dat het diploma behaald wordt. Als over cijfers of perspectieven te veel onzekerheid bestaat, zal de toelatingscommissie pas beslissen na het centraal examen.
5.8 D E A A N S C H A F V A N B O E K E N
De kosten voor de schoolboeken worden betaald door de school, die hiervoor een gedeeltelijke vergoeding ontvangt van de rijksoverheid. De NSG heeft een leveringscontract met het boekhuis Iddink. Aan Iddink dient een borg betaald te worden van € 75,-. De borg krijgt u aan het eind van de schoolloopbaan weer terug, als uw kind tenminste goed met de gratis schoolboeken is omgegaan. Als de borgsom is betaald, worden de boekenpakketten aan het einde van de zomervakantie op het thuisadres afgeleverd. Via www.iddink.nl kunnen de boeken worden besteld. De schoolcode bij Iddink is: MFPPCTXQ (let op: hoofdletters!). Daarnaast is een persoonlijk account nodig. Als u dat persoonlijk account nog niet heeft, dan kunt u dat tijdens het bestellen op www.iddink.nl aanmaken. Het inleveren van boeken bij Iddink verloopt via school. De benodigde formulieren worden tijdig per post naar het huisadres opgestuurd. Het bestellen van boeken kan schriftelijk met een bestelformulier of via internet. Bestellen via internet heeft de voorkeur. De bestelde boekenpakketten worden kort voor het begin van het schooljaar thuis afgeleverd. Alle informatie over het inleveren en bestellen van schoolboeken wordt ruim voor het einde van het schooljaar door Iddink via internet of per post naar het huisadres gestuurd. Nieuwe brugklassers ontvangen de informatie, de boekenlijst en het bestelformulier tijdens de begroetingsavonden in juni. Een aantal leermiddelen valt niet onder de regeling ‘Gratis Schoolboeken’, zoals atlassen, woordenboeken, rekenmachines e.d. Ook deze leermiddelen kunt u bij boekhuis Iddink bestellen. Meer informatie over de regeling Gratis Schoolboeken vindt u op www.gratisschoolboeken.nl. Informatie over het bestellen en inleveren van schoolboeken is tevens te vinden op www.iddink.nl en op onze eigen website www.nsg-groenewoud.nl. De klantenservice van Iddink is bereikbaar op werkdagen tussen 08.00 en 17.30 uur op 0900 - 444 22 22.
D O O R
H E T
J A A R
H E E N
41
De fantasie van de één kan de werkelijkheid van een miljoen anderen veranderen. Maya Angelou
AFSPRAAK IS AFSPRAAK: ENKELE BELANGRIJKE REGELS
6
VMBO T HAVO VWO
43
Grenzen der wetenschap…
Wat wij als ruimte zien
Voor een goed onderwijsklimaat zijn rust, orde en veiligheid belangrijke voorwaarden. Dat vergt heldere regels over het gewenste gedrag van leraren en leerlingen. Alle voor leerlingen belangrijke schoolregels zijn vastgelegd in het NSG-leerlingenstatuut. Hieronder staan enkele regels die vooral ook voor ouders van belang zijn.
Zee zonder horizon
6.1
VERZUIM EN VERLOF
Vormt slechts een scheut
Van de volledige Allesomvattende Eeuwig onkenbare Reutemeteut
Scholen in Nederland zijn wettelijk verplicht om alle vormen van verzuim te registreren. Regelmatig wordt de juistheid van deze registratie gecontroleerd door de Onderwijs Inspectie. De NSG heeft een verzuimprotocol. In dit protocol staan de regels omschreven die de NSG hanteert voor het registreren van verzuim én de afhandeling daarvan. Daarbij wordt tevens aangegeven welke afspraken er op de NSG zijn in geval er sprake is van ongeoorloofd verzuim. Ook wordt aangegeven wat onze school van leerlingen en ouders verwacht om eventueel verzuim, door een juiste communicatie, in goede banen te leiden. Verder wordt de rol van de schoolarts en Bureau Leerplicht beschreven bij het handhaven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van verzuim. Tot slot is er informatie over de bereikbaarheid van zowel school, ouders als leerlingen.
Ivo de Wijs
De NSG heeft 2 verzuimcoördinatoren aangesteld voor zowel de administratie van het verzuim als alle aspecten van communicatie die daarop betrekking hebben. Daarbij werken zij nauw samen met ouders, leerlingen, mentoren en teamleiders. De verzuimcoördinatoren zijn: de heer Martin Pelgrom en mevrouw Irma van de Kamp. D E RO L VA N D E O U D E R S B I J V E R Z U I M E N V E R L O F
Alle ouders hebben de beschikking over een (uniek) account op de NSG-website. Het gebruik daarvan is uitsluitend aan hen toegestaan. Daarmee wordt u geacht verlof en verzuim te melden of aan te vragen. De gang van zaken is hierbij als volgt: • Ziekmelden: voor aanvang van de schooldag. Tussen 7.45 uur en 9.00 uur geven ouders telefonisch of via het ouderaccount de ziekmelding van hun kind door. Het daarvoor bestemde formulier is te vinden via het tabblad ‘Ouders’ onder ‘Verzuimformulieren’. • Melden medisch bezoek: dit moet vooraf doorgegeven worden. Dat kan telefonisch tussen 7.45 uur en 9.00 uur of via het ouderaccount. Het daarvoor bestemde formulier is te vinden onder het tabblad ‘ouders’ onder ‘Verzuimformulieren’. Uitzondering geldt voor medische bezoeken die dezelfde dag noodzakelijk zijn. • Achteraf dient de ziekmelding/het medisch bezoek via een afwezigheidsverklaring bevestigd te worden. Leerlingen moeten deze binnen twee lesdagen inleveren bij de verzuimcoördinatoren (B1- leerlingen bij de conciërge in het brugklasgebouw). De afwezigheidsverklaring is te downloaden via de website van de NSG.
44
VERLOF WEGENS GEWICHTIGE OMSTANDIGHEDEN
• Voorbeelden zijn: huwelijk, religieuze feestdag, verhuizing, jubileum, ernstige ziekte familielid, uitvaart en dergelijke. Ook voor theorie-en praktijkexamen scooter / brommer /auto moet verlof aangevraagd worden. Ouders / verzorgers vragen dit verlof aan door het ouderaccount door het formulier ‘Verlofaanvragen’ in te vullen. Dit formulier is te vinden onder ‘Verzuimformulieren’. • Voor rijlessen scooter / brommer / auto mag geen verlof worden verleend, ook niet voorafgaand aan het examen. • Een extra vrije dag vanwege bijvoorbeeld een lang weekend of eerder vertrek naar wintersport of uitloop van een familiefeest behoren niet tot de gewichtige omstandigheden. Dit wordt gezien als luxeverzuim. CONTROLE
• Controle van uw melding: ouders kunnen zelf op de hoogte blijven van de verrichtingen van hun kind op school. In Magister kunnen zowel de actuele cijfers worden geraadpleegd als de verzuimmeldingen in de verzuimstaat. • Als uw kind zonder geldige reden niet naar school gaat, is er sprake van ongeoorloofd verzuim. Bij (vermeend) ongeoorloofd verzuim zal de teamleider van uw zoon of dochter of de verzuimcoördinator contact met u opnemen om na te gaan wat er aan de hand is. Ook kan de school hierover contact opnemen met de leerplichtambtenaar. Vanaf hun twaalfde jaar zijn leerlingen naast de ouders mede verantwoordelijk voor het schoolbezoek. Dat betekent dat zowel ouder/verzorger als kind strafbaar kunnen zijn bij verzuim zonder geldige reden. VA K A N T I E V E R L O F B U I T E N D E S C H O O LVA K A N T I E S E N V R I J E D A G E N
De rector mag slechts bij hoge uitzondering aan leerlingen extra vakantieverlof verlenen. Dut verlof mag alleen worden gegeven wanneer de ouders kunnen aantonen dat vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het onmogelijk is binnen de schoolvakantie op vakantie te gaan. Extra vakantieverlof mag nooit verleend worden in de eerste twee weken van het schooljaar. U dient dit extra verlof schriftelijk minimaal acht weken te voeren bij de rector aan te vragen. Hiervoor dient u gebruikt te maken van het speciale verlofformulier dat op de school of bij het Bureau Leerplicht van de gemeente verkrijgbaar is. Het verlof mag slechts één keer per jaar en voor ten hoogste 10 dagen worden verleend.
6.2 S C H O O L W I D E P O S I T I V E B E H A V O U R S U P P O R T ( S W P B S )
De NSG is in schooljaar 2011-2012 gestart met het project Schoolwide Positive Behaviour Support. SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Op de NSG zijn dat: veiligheid,
A F S P R A A K
I S
A F S P R A A K :
E N K E L E
B E L A N G R I J K E
R E G E L S
45
Soms zijn er kinderen op school, in de klas die niemand kent. Of ze worden gepest en ’t is niet hun schuld. Als jij er ook zo een bent: heb dan geduld, kind, heb dan geduld.
respect, verantwoordelijkheid en duurzaamheid.De SWPBS-werkgroep, bestaande uit de rector, twee teamleiders, de orthopedagoog, een ouder, twee medewerkers van het OOP en enkele leraren, heeft vervolgens aangegeven welk gedrag van leerlingen en medewerkers past bij deze waarden. Dit gewenste gedrag wordt systematisch positief benadrukt. Een voorbeeld van gewenst gedrag is: ‘Ik ben op tijd en goed voorbereid in de les’. Op deze wijze wordt een veilig en positief klimaat gecreëerd waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. Het uitgangspunt bij SWPBS is dat bij een schoolbrede preventieve aanpak niet alleen zorgleerlingen, maar alle leerlingen gebaat zijn. Voor dit project wordt samengewerkt met de Hogeschool Fontys.
Misschien is het later niet meer zo naar. Misschien word je een zanger en je speelt
6.3 G E N O T M I D D E L E N
goed gitaar
Uit onderzoek is gebleken dat ouders het belangrijk vinden dat hun kinderen op school voorlichting krijgen over genotmiddelen. Vooral in de leerjaren 1 tot en met 3 lichten we onze leerlingen uitgebreid voor over (het gebruik van) genotmiddelen. De school hanteert met betrekking tot genotmiddelen een duidelijk beleid. Het gebruik van tabak, alcohol en drugs is binnen de schoolgebouwen volledig verboden zowel voor leerlingen als medewerkers. Ook het in bezit hebben van alcohol en drugs is in het schoolgebouw verboden. De precieze regels van het schoolbeleid zijn vastgelegd in het ‘Reglement Genotmiddelen’. U kunt dit reglement downloaden via onze website.
En je zingt in een lied over verdriet en heel de wereld luistert ernaar.
Hans Dorrestijn
6.4 G A R D E R O B E
Elke leerling krijgt een garderobekast toegewezen, waarin kleding, tas, helm en dergelijke kunnen worden opgeborgen. De leerling dient deze kast altijd afgesloten te hebben. Leerlingen zijn verplicht van deze kast gebruik te maken. Er worden dus geen jassen toegestaan in de leslokalen, studieruimten of mediatheek.
46
6.5 S C H O O L F E E S T E N
Twee à drie keer per jaar organiseert de leerlingenraad onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding een schoolfeest in een gelegenheid buiten de school. Voor deze schoolfeesten gelden de volgende regels: • Aan het feest nemen alleen NSG-leerlingen deel. Introducés zijn derhalve niet toegestaan. • Op het schoolfeest voor de onderbouw (klas 1 en 2) wordt geen alcohol geschonken en wordt niet gerookt. • Op het schoolfeesten voor de onder- en bovenbouw wordt tot 22.30 uur geen alcohol geschonken en mag er niet gerookt worden. Vanaf 1 jauari 2014 zijn alle schoolfeesten alcoholvrij. • Aan leerlingen jonger dan 16 jaar wordt geen alcohol verkocht. Om te voorkomen dat leerlingen vooraf al gedronken hebben, worden bij binnenkomst blaastesten afgenomen. Ook tijdens het schoolfeest kunnen blaastesten worden afgenomen als daar een duidelijke aanleiding voor is. • Leerlingen van de eerste twee leerjaren worden op schoolfeesten voor de onder- en bovenbouw tussen 22.30 en 23.30 uur door hun ouders opgehaald. Activiteiten die door de leerlingen zelf buiten de school georganiseerd worden, vallen niet onder verantwoordelijkheid van de school.
6.6 O U D E R B I J D R A G E
De NSG vraagt een ouderbijdrage om activiteiten mogelijk te maken die niet door de rijksoverheid worden bekostigd. Bij inschrijving van uw kind op de NSG heeft u daartoe een ‘overeenkomst ouderbijdrage’ ingevuld. Deze geldt in principe voor de rest van de schoolloopbaan van de leerling. De tekst van deze overeenkomst is ook terug te vinden op NSG-website. De NSG maakt deel uit van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Binnen deze scholengroep wordt voor de inzet van de ouderbijdrage een onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: • Schoolbrede voorzieningen (zoals de mediatheek en ICT voorzieningen); • Communicatiemiddelen (zoals bijvoorbeeld de website); • Schoolbrede activiteiten (zoals vieringen, activiteitenavonden, open podium en muziekavonden). Met deze verdeling en met de hoogte van de bedragen voor het schooljaar 2013-2014 heeft de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad ingestemd. Voor het schooljaar 2013-2014 is de ouderbijdrage vastgesteld op € 63,65. Men is per jaar voor ten hoogste 2 kinderen per gezin ouderbijdrage verschuldigd.
A F S P R A A K
I S
A F S P R A A K :
E N K E L E
B E L A N G R I J K E
R E G E L S
47
Een rotdag
Vandaag niet Aangereden Niet gekaapt
INNING VIA IDDINK
Naast de vrijwillige ouderbijdrage betalen ouders/verzorgers voor huur kluisje, schoolpas, leerlingverzekeringen en schooldrukwerk. Deze bedragen worden door Iddink voor de school geïnd. Op de bestelsite van Iddink staan de ouderbijdragen en het algemene deel van de vrijwillige doelbijdrage per leerling gespecificeerd. Ouders wordt verzocht zowel de vrijwillige ouderbijdrage als de vrijwillige algemene doelbijdrage ‘aan te vinken’. Ze komen dan terecht op de factuur van Iddink die aan het einde van het bestelproces zichtbaar wordt. Afhankelijk van de hoogte van het bedrag zijn er diverse betaalmogelijkheden, waaronder betaling in termijnen.
Geen trein gemist DOELBIJDRAGE
Niet beledig
Naast de vrijwillige ouderbijdrage vraagt de NSG een vrijwillige doelbijdrage voor activiteiten die het onderwijsaanbod van een jaarlaag versterken. Deze activiteiten maken deel uit van het (verplichte) lesprogramma. De kosten hiervoor zijn per jaarlaag en soms per afdeling verschillend. Ook met deze bedragen heeft de Ouderraad ingestemd. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: de introductieactiviteiten per leerjaar, de vakexcursies en een bezoek aan een voorstelling. De kosten zijn afhankelijk van de (gekozen) vakken en kunnen per leerling verschillen. Tijdens de ouderavond medio september worden de activiteiten en de kosten daarvan aan de ouders toegelicht. De kosten worden medio oktober bij ouders in rekening gebracht. Wanneer er geen bijdrage is betaald, kan de leerling niet deelnemen aan de activiteit. De school zorgt in dat geval voor een vervangend programma.
Niet geslagen
PRINTEN EN KOPIËREN OP SCHOOL
Geen enge ziekte gekregen Geen honger gehad Niet gegijzeld Niet uitgescholden Niet belazerd
Niet gestorven
Leerlingen kunnen tegen betaling printen en kopiëren op school. Ze gebruiken hiervoor de schoolpas waaraan een printsaldo gekoppeld is. Bij het bestellen van de boeken bij Iddink kunnen ouders aanvinken of ze het printsaldo met € 10 willen opwaarderen. Leerlingen kunnen tijdens het schooljaar ook zelf het printsaldo opwaarderen in de mediatheek. Het saldo blijft de hele schoolcarrière geldig. Aan het einde van de schoolcarrière wordt het resterend bedrag terugbetaald.
Ik ben dus een van de weinigen die z’n geluk
TEGEMOETKOMING IN DE SCHOOLKOSTEN
Niet verlaten Niet gestompt
Echt niet op kan Wat nu?
Wanneer u een gezinsinkomen heeft van rond het minimum, kunt u een aanvraag voor een tegemoetkoming in de schoolkosten indienen bij de belastingdienst: dit kindgebonden budget kan worden aangevraagd via http://www.toeslagen.nl/download/225.html. Met de toekenning kunt u tot 1 oktober 2013 een schriftelijk verzoek tot vermindering van de algemene ouderbijdrage 2013-2014 indienen bij de schoolleiding.
Liselore Gerritsen
48
STICHTING LEERGELD
De landelijke Stichting Leergeld is ook in de gemeente Nijmegen actief. Inwoners van de gemeente Nijmegen kunnen bij deze stichting een verzoek indienen om bij te dragen in de kosten van de school., sportclub, vereniging of kunstzinnige vorming. Stichting Leergeld betaalt een eventuele bijdrage voor de schoolkosten rechtstreeks aan de school uit. Zie de website van Stichting Leergeld: www.leergeld.nl. Helaas werkt de Stichting niet in de omliggende gemeenten. Wij adviseren ouders van buiten Nijmegen te informeren bij hun eigen gemeente naar de mogelijkheden van financiële ondersteuning. Meer informatie vindt u op de website van de NSG; www.nsg-groenewoud.nl/downloads/ onder het kopje ‘ouders’. Tevens kunt u hier het aanvraagformulier downloaden.
6.7 S C H A D E E N A A N S P R A K E L I J K H E I D
Alle bij de school ingeschreven leerlingen zijn bij ongevallen verzekerd voor de kosten van geneeskundige behandeling voor zover deze niet elders zijn verzekerd. Deze schoolverzekering geldt tijdens de schooluren, alsmede gedurende één uur voor de aanvang van de officiële schooltijd en één uur na het einde van die schooltijd. Bovendien is deze verzekering van toepassing tijdens excursies en schoolreizen, mits deze plaatsvinden onder toezicht van leraren van de NSG. Schade veroorzaakt door leerlingen, opzettelijk of door ruw gedrag, aan gebouwen, inventaris of andere eigendommen van de school, kan op de ouders of verzorgers van de betreffende leerlingen verhaald worden. Het bestuur en personeel van de NSG zijn niet aansprakelijk voor schade of verlies van rijwielen, kledingstukken of andere eigendommen van leerlingen.
A F S P R A A K
I S
A F S P R A A K :
E N K E L E
B E L A N G R I J K E
R E G E L S
49
Alleen is niemand wijs genoeg. Plautus
DE STEM VAN OUDERS EN LEERLINGEN
7
VMBO T HAVO VWO
51
Fameuze examenklassen
De leraar had een repetitie nagekeken en riep Bij het betreden van het klaslokaal opgewekt: Wiek Vervoort heeft een tien en de rest heeft
Ouders en leerlingen kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op de gang van zaken op school. Dat gebeurt dagelijks in de directe contacten die individuele leerlingen en ouders met leraren of leden van de schoolleiding hebben. Daarnaast organiseert de school voor alle leerjaren voorlichtingsavonden en ouderspreekuren. Buiten de individuele belangenbehartiging zijn er heel wat zaken van algemene aard, waarover ouders en leerlingen ‘iets te zeggen hebben’. Via een drietal raden kunnen ouders en leerlingen hun invloed uitoefenen op de gang van zaken op school.
Samen een tien. Zeventien jongens, van wie
7.1
OUDERRAAD
Er twaalf bleven zitten. Zo kweekte de school haar fameuze examenklassen.
Koos van Zomeren
In de ouderraad zitten vertegenwoordigers van de ouders. De ouderraad kan de schoolleiding gevraagd en ongevraagd adviseren over alle onderwerpen die voor ouders van belang zijn. Op de NSG wordt de ouderraad uitdrukkelijk bij de beleidsontwikkelingen binnen de school betrokken. Er is regelmatig overleg met de schoolleiding. De ouderraad is dan ook vertegenwoordigd in verschillende commissies en in de medezeggenschapsraad. De ouderraad stimuleert activiteiten die contacten tussen ouders en de school bevorderen en bijdragen aan een goed schoolklimaat. Om een en ander zo goed mogelijk te realiseren, is de ouderraad ‘opgedeeld’ in lagen: eerste laag: gehele eerste brugjaar tweede laag: gehele tweede brugjaar derde laag: havo-3, vwo-3 laag vmbo-t: vmbo-t 3 en 4 laag bovenbouw havo: havo 4 en 5 laag bovenbouw vwo: vwo 4, 5 en 6 Daarnaast kent elke laag klankbordgroepen. De ouders uit de klankbordgroepen worden met name geconsulteerd over nieuw beleid op het gebied van onderwijs en begeleiding van de eigen laag. Een belangrijk onderwerp van de klankbordgroepen is dan ook het jaarlijkse teamplan. De klankbord-ouders zijn betrokken bij de voorbereiding en de evaluatie ervan. Tevens organiseren ze jaarlijks een thema-avond voor ouders van de eigen laag. Uit elke klankbordgroep heeft minimaal één ouder zitting in de ouderraad.
52
D E V O O R Z I T T E R VA N D E O U D E R R A A D V O O R H E T S C H O O L J A A R 2 0 1 3 - 2 0 1 4 :
De heer Rob Driessen, voorzitter. E-mail:
[email protected]. Ouders kunnen via een ‘contactformulier Ouderraad’ contact opnemen met de ouderraad van de NSG. Dit contactformulier is te vinden op de website van de NSG, onder het kopje ‘ouders’.
7.2 L E E R L I N G E N R A A D
Ook leerlingen oefenen op formele wijze invloed uit op de gang van zaken in en rond de school. Via de leerlingenraad adviseren zij de schoolleiding over voor hen relevante kwesties. Enkele leden van de leerlingenraad hebben zitting in de medezeggenschapsraad.
De leerlingenraad organiseert jaarlijks enkele eigen activiteiten, zoals een tweetal schoolfeesten en een actieweek, waarvan de opbrengst aan een goed doel wordt besteed. Ook sfeer en kwaliteit zijn thema’s die bij de leerlingenraad prominent op de agenda staan. Een bijzonder thema voor de leerlingenraad is de instandhouding van een actueel leerlingenstatuut. Het leerlingenstatuut is een reglement van de school waarin de rechten en plichten van alle leerlingen staan. Daarbij valt te denken aan regelingen rondom te laat komen, proefwerkplanning, cijfergeving, straffen, mogelijkheden voor het uitgeven van de schoolkrant enzovoort. In het leerlingenstatuut moeten in elk geval vier onderwerpen geregeld zijn: 1. wat de schoolregels zijn, 2. hoe de school met geschillen tussen bijvoorbeeld leraren en leerlingen omgaat, 3. hoe de school de gegevens van de individuele leerling beschermt (‘privacy-regeling’), 4. hoe de school de kwaliteit van het onderwijs bewaakt.
D E
S T E M
V A N
O U D E R S
E N
L E E R L I N G E N
53
Ze is geduldig als de najaarsregen - die blijft de hele dag – haar klas staat vol met groene planten en misschien hebben die het hoogste
Elke vijf jaar moet het statuut opnieuw worden vastgesteld door het schoolbestuur. Zowel de leerlingen als de ouders in de medezeggenschapsraad moeten met het statuut instemmen. Het leerlingenstatuut wordt aan elke leerling uitgereikt en kan worden gedownload via de website. VOOR HET SCHOOLJAAR 2013 - 2014 BESTAAT DE LEERLINGENRAAD UIT DE VOLGENDE LEDEN:
gezag. Er is geen kind bij haar verlegen; het kan toevallig altijd wat het mag.
• Lonneke Roelofs V6 (vz) • Merel Schaap V6 (penningmeester) • Desiree Lecluse V5(penningmeester) • Marieke Chatilion Counet V5 (GMR en MR) • Myrthe Lokhorst V5 (MR) • Vacature • Docent-begeleider leerlingenraad: mevrouw Claudia Straatman.
54
7.3 M E D E Z E G G E N S C H A P S R A A D
Tal van zaken waarover het schoolbestuur of de schoolleiding beslissingen willen nemen, dienen ter advisering of instemming aan de medezeggenschapsraad (MR) te worden voorgelegd. In het MR-reglement zijn de taken van de raad vastgelegd. Zaken die in de medezeggenschapsraad aan de orde komen zijn onder andere het onderwijsbeleid van de school, het personeelsbeleid, besteding van de middelen van de school, de ouderbijdrage, leerlingenvoorzieningen en benoeming van leden van de schoolleiding. De raad bestaat uit veertien leden: drie ouders, drie leerlingen, zes docenten en twee leden van het onderwijsondersteunend personeel. Geïnteresseerden kunnen het reglement van de medezeggenschapsraad aanvragen op het secretariaat van de school. VOOR HET SCHOOLJAAR 2013 - 2014 BESTAAT DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD UIT DE VOLGENDE LEDEN:
Voor de docenten: • De heer Tim van de Vorle (voorzitter) • De heer Loek Janssen • De heer Thomas van Baarsen • De heer Rob de Graaff • De heer Pim Langenberg Voor het onderwijsondersteunend personeel: • Mevrouw Karin Witmus • Vacature Voor de ouders: • De heer Harry Dillerop (plv. voorzitter) • Mevrouw Martine Roëll • Mevrouw Ine Bergervoet-Vernooij Voor de leerlingen: • Marieke Chatelion Counet • Myrte Lokhorst
D E
S T E M
V A N
O U D E R S
E N
L E E R L I N G E N
55
Hoogvliegen begint met je vleugels uit te slaan.
KIEZEN VOOR KWALITEIT
8
VMBO T HAVO VWO
57
De oude school Ach, zou die school er nog wel zijn, Kastanjebomen op het plein, de zware deur, Platen van ridders met een kruis En van Goejanverwellesluis Geheel in kleur. Die mooie school, daar stond je
8.1 L U I S T E R E N N A A R L E E R L I N G E N
Goed onderwijs, wat is dat? Om te beginnen moeten de leerlingen een diploma halen. En als je op school problemen hebt met leren of met andere zaken, dan moet je geholpen worden. Een belangrijke rol spelen de docenten. Hun enthousiasme en kundigheid kunnen leerlingen motiveren om (veel) te leren. De eisen die ouders en leerlingen aan de school stellen, zijn omvangrijk en gevarieerd. Natuurlijk willen ouders dat hun zoon of dochter zo snel mogelijk op een zo hoog mogelijk niveau een diploma haalt. Maar ouders en leerlingen rekenen de school niet alleen af op het rendement of het eindresultaat van de school, ze hebben ook aandacht voor de kwaliteit van de lessen, de leerlingbegeleiding, het contact met de ouders, de lesroosters en zeker ook de cultuur en sfeer op school. Wie met plezier naar school gaat, heeft veel gewonnen. De NSG heeft kwaliteitszorg hoog in het vaandel.
Met een pas gejatte sigaret In ’t fietsenrek, Daar nam je bibberig en scheel En van ellende groen en geel Opnieuw een trek. Je speelde in een schooltoernooi En het begin was wondermooi: Fijn voetbalweer, Je kreeg met 10-1 op je smoel De kleine keeper in zijn doel Hij weende zeer. Het moet er allemaal nog zijn, De deur., de bomen en het plein, De grote heg, Alleen die mooie lichte plaat Waarop een kleine dessa staat Is misschien weg.
Willem Wilmink
Om een kwaliteitsschool te zijn en te blijven is het belangrijk dat je de sterke en zwakke plekken van jezelf goed kent. Sinds schooljaar 2010-2011 neemt de NSG deel aan het project Vensters voor Verantwoording. In dit project presenteren VO-scholen hun schoolprestaties via de website. Aan de hand van twintig onderwerpen legt de NSG verantwoording af over haar prestaties. Een eerste presentatie van deze verantwoording vindt u via de website van de school onder het kopje: ‘algemeen’. De informatie van de website wordt jaarlijks geactualiseerd en verbeterd. Ook de directie van de scholengroep publiceert ieder jaar een jaarverslag waarin ze het reilen en zeilen van de scholengroep uit de doeken doet. In het jaarverslag wordt beschreven hoe het onderwijs en de leerlingbegeleiding in de school zich ontwikkelen. Uitvoerig wordt verslag gedaan van de (cijfer)resultaten van alle afdelingen. Bent u als ouder geïnteresseerd in een jaarverslag, dan kunt u dat downloaden via de site van de Scholengroep Rijk van Nijmegen (www.sgrvn.nl). Wat kwaliteit is, bepalen we als NSG niet alleen. Voor ons is het belangrijk wat ouders en leerlingen er onder verstaan. Vooral leerlingen die jarenlang elke dag op onze school doorbrengen, blijken goed in staat te zijn de kwaliteit van ons onderwijs te beoordelen. Hoe we dat doen? Elke docent heeft tweejaarlijks een beoordelingsgesprek met de teamleider. Daarbij wordt het functioneren van de docent onder de loep genomen. Enkele weken voor dat gesprek wordt tenminste aan twee klassen van de docent een enquête voorgelegd. Omdat de NSG ook veel waarde hecht aan de begeleiding van leerlingen, wordt tevens aan de mentorleerlingen gevraagd een mentorenquête in te vullen (de uitkomsten van de enquêtes worden in het beoordelingsgesprek betrokken). De ervaring leert intussen, dat leerlingen heel goed in staat zijn om hun leraren op waarde te schatten. Zij zijn kritisch, maar ook mild in hun oordelen. Daarnaast doen we één keer in de twee jaar onderzoek onder ouders, leerlingen en personeel naar de tevredenheid over de NSG. De uitslag van het onderzoek van ouders en leerlingen wordt gepubliceerd op de website van de school.
58
8.2 D E R E S U L T A T E N
De NSG zet alle onderwijsresultaten jaarlijks in een jaarverslag bij elkaar. Hieronder een kleine selectie uit de eindresultaten. GESLAAGD
De examenresultaten van de school geven het volgende beeld te zien: vmbo-t
gemiddeld schooljaar gemiddeld schooljaar gemiddeld schooljaar
havo vwo
2008 - 2013 2012 - 2013 2008 - 2013 2012 - 2013 2008 - 2013 2012 - 2013
95% 86% 94% 95% 94% 97%
DE WEG NAAR HET DIPLOMA
Op de NSG is het percentage zittenblijvers laag. Van derde leerjaar naar diploma zonder zittenblijven: vmbo-t
sinds 2005: doorlopend curriculum schooljaar 2012 - 2013 gemiddeld 2007 - 2012 gemiddeld 2007 - 2012 schooljaar 2012 - 2013 gemiddeld 2007 - 2012 schooljaar 2012 - 2013
havo vwo
96% 97% 77% 76% 86% 87%
Bent u geïnteresseerd in meer cijfers over de school? Raadpleeg dan de kwaliteitskaart van de school op het internet www.kwaliteitskaart.nl of ga naar www.onderwijsinspectie.nl.
K I E Z E N
V O O R
K W A L I T E I T
59
Als je wilt dat je dromen uitkomen, moet je niet gaan zitten slapen.
MEER INFORMATIE
9
VMBO T HAVO VWO
61
ENKELE PUBLICATIES
Wanneer je een schip wilt gaan bouwen
9.1
Breng dan geen mensen bijeen
In deze gids hebben we de belangrijkste informatie voor u als ouders bijeengebracht. In de tekst wordt regelmatig verwezen naar publicaties die u uitvoeriger over bepaalde aspecten van de NSG informeren. Een aantal daarvan ontvangt u – meestal via uw zoon of dochter – automatisch, andere kunt u aanvragen c.q. verkrijgen op het secretariaat van de school. Ook op de website van de NSG (www.nsg-groenewoud.nl) is veel informatie over de school te vinden. Bovendien kunt u daar onder de rubriek ‘downloads’ de belangrijkste regelingen downloaden.
Om timmerhout te sjouwen Of te tekenen alleen Voorkom dat ze taken ontvangen Deel evenmin je plannen mee,
Leerlingenstatuut NSG Reglement, waarin rechten en plichten van leerlingen zijn vastgelegd.
Maar leer eerst de mensen verlangen Naar de eindeloze zee
Naar Antoine de Saint-Exupérie
Reglement medezeggenschapsraad NSG Document, waarin de bevoegdheden en werkwijze van de medezeggenschapsraad is vastgelegd. Bovenschoolse klachtenregeling Bestuurlijk Overleg (BeVo) Hierin is de procedure rondom klachten vastgelegd. Zie www.nsg-groenewoud.nl. Veiligheidsplan Het veiligheidsbeleid van de school in samenhang. Jaarverslag SGRvN Jaarlijks publiceert de Scholengroep Rijk van Nijmegen een jaarverslag (www. sgrvn.nl). PTA Programma van Toetsing en Afsluiting in de Tweede Fase: zie www.nsg-groenewoud.nl. Boekenlijst Jaarlijks rond 1 juni ontvangen de leerlingen de boekenlijst voor het eerstvolgende schooljaar. Boekje ‘Leuke dingen na school’ Een overzicht van alle naschoolse cursussen voor leerlingen. Internet De NSG is op het Internet te vinden op www.nsg-groenewoud.nl.
62
9.2 N U T T I G E A D R E S S E N
Inspectie van het onderwijs
[email protected], www.onderwijsinspectie.nl Telefoon: 0800 8051 Vertrouwensinspecteurs Voor klachten over seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld, discriminatie, extremisme e.d. Telefoon: 0900 111 3111 Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) Postbus 17061, 1001 JB Amsterdam Telefoon: (020) 638 17 92 Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, voorheen IB-groep) Informatie studiefinanciering, inschrijving MBO / HBO / WO, loting e.d.) www.duo.nl Balans, vereniging van ouders van kinderen met gedrags- of leerstoornissen De Kwinkelier 39, 3722 AR Bilthoven Telefoon: (030) 225 50 50 / (030) 280 43 73 Regionale klachtencommissie BEVO (bestuurlijk overleg)/centrale commissie van beroep eindexamens Postbus 40020, 6504 AA Nijmegen Scholengroep Rijk van Nijmegen (SGRVN) Postbus 6687, 6503 GD Nijmegen Bezoekadres: Akkerlaan 19, 6533 BK Nijmegen Telefoon: (024) 352 25 55
9.3 B E L A N G R I J K E T E L E F O O N N U M M E R S
Secretariaat NSG (024) 323 44 55 Onderwijstelefoon 0800 1608
M E E R
I N F O R M A T I E
63
Een leraar heeft niet veel effect Wanneer hij zelve niet hanteert De deugd die hij de anderen leert.
‘De schoolmeester’
COLOFON Tekst: NSG Ontwerp: Westen Design, Nijmegen Foto’s: Leerlingen van de NSG Fotowerk: Ron Steemers, Arnhem Drukwerk: Linsen Druckcenter GmbH, Kleve
64
VMBO T HAVO VWO
NIJMEEGSE SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWOUD VM B OT •
H AV O
•
VWO
Van Cranenborchstraat 7 6525 BM Nijmegen Telefoon (024) 323 44 55 Fax (024) 360 10 41
[email protected] www.nsg-groenewoud.nl Brugklasgebouw
Schlatmaeckerstraat 10 6525 DH Nijmegen telefoon (024) 324 02 38
Scholengroep Rijk van Nijmegen SGRvN Postbus 6687 6503 GD Nijmegen Telefoon (024) 352 25 55