Studeren bij ICT-‐Flex
Studiegids BOL/BBL Cohort 2015 © Deltion College ICT-‐Flex 2004 – 2015
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Het ICT-‐Flex team past de organisatie van de opleidingen steeds aan. Het is dus heel goed m ogelijk dat hier en daar iets verandert, of dat om praktische redenen (tijdelijk) andere regels gelden. Informatie daarover krijg je altijd via onze ICT-‐Flex website
www.ict-‐flex.nl Het is dus belangrijk de website elke dag even te bekijken! Bovendien moet je dagelijks je Deltion e-‐mail checken! Dit boekje geeft de studenten aan de ICT-‐Flex opleidingen informatie over hun studie en de gang van zaken bij ICT-‐Flex . © Deltion College ICT Flex 2004 – 2014
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
2
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................. 3 Vooraf ............................................................................................................... 4 ICT-‐Flex in het Deltion College ........................................................................... 7 Op niveau .......................................................................................................... 9 Niveau 2: Medewerker ICT ................................................................................... 9 Niveau 3: Medewerker Beheer ICT ....................................................................... 9 Niveau 4: ICT Beheerder ..................................................................................... 10 Niveau 4: Applicatieontwikkelaar ....................................................................... 10 Studieprogramma ............................................................................................ 12 Docenten en begeleiders ................................................................................. 16 Wat staat je te wachten? ................................................................................. 19 De dagelijkse gang van zaken ........................................................................... 24 Takenkaarten ................................................................................................... 27 Accounts .......................................................................................................... 29 Beoordelen ...................................................................................................... 30
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
3
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Vooraf Beste… Tja, hoe zullen we je noemen? Leerling? Student? Leerling klinkt ons een beetje te kinderachtig, student komt meer in de buurt. Je komt ten slotte bij ons om te studeren. Als student aan onze opleidingen moet je actief meedoen. Bij ICT-‐Flex kun je niet achteroverleunen in een studieruimte en alles over je heen laten komen. Je kunt niet de docent zijn kunstje laten doen, want jij doet het! Wij, de docenten, zorgen voor een plek, voor spullen en hulp, maar jij doet het. Wij zorgen voor de kansen en jij grijpt die!
Dit boekje Met een mooi woord: wij verwachten van je dat je actief studeert. Je wacht niet af, je doet wat. Daarover gaat dit boekje: hoe pak je dat aan, actief studeren bij ICT-‐Flex ? Lees dit boekje helemaal door en aarzel niet als je iets te vragen hebt. Wij zijn er om je te helpen. Wij, de docenten van ICT-‐Flex wensen je veel succes én plezier bij jouw actieve studie voor een ICT-‐beroep.
Kijk terug Dit boekje is bedoeld om je iets te laten leren en zoals gezegd: jij moet dat doen. Daarom staat aan het eind van elk hoofdstuk een “kijk terug” paragraaf met een samenvatting van wat je geleerd moet hebben. Na dit hoofdstuk zou je bijvoorbeeld moeten weten… q q q q
wie “we” zijn… hoe we een student hier noemen… waarom we dat een goede naam vinden… wat we van jou verwachten…
Je moet zelf kijken of je echt weet wat je na een hoofdstuk zou moeten weten. Die vakjes voor elke regel staan er niet voor niets: je kunt ze gebruiken om “af te vinken” wat je weet. En als je ontdekt dat je iets nog niet weet, kijk je terug! Of je vraagt hulp…
Belangrijke regel Een belangrijke regel die tijdens je hele studie geldt, is deze: Als je bij het lezen een woord, uitdrukking of zin tegenkomt die je niet begrijpt, zorg je ervoor dat je de betekenis te weten komt, voordat je aan het volgende onderdeel begint. Je begint niet aan een nieuwe paragraaf, voordat je alles wat in deze paragraaf staat snapt. Je begint niet aan een opdracht, als je niet alles wat in de opdracht staat begrijpt. Hoe je de betekenis van een woord, uitdrukking of zin te weten komt? Gewoon: opzoeken of vragen! Dit eerste hoofdstuk bijvoorbeeld kun je niet goed begrijpen als je niet weet wat er bedoeld wordt met het woord actief of met uitdrukking of als je niet weet wat afvinken is.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
4
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Tweede belangrijke regel Er is nog een tweede regel, die je nooit mag vergeten: Eerst studeren, dan doen…
Het is de bedoeling dat je steeds meer weet en kunt. Daarvoor moet je studeren: informatie verzamelen, lezen, ordenen en soms zelfs uit je hoofd leren. Veel opdrachten bestaan uit twee activiteiten: studeren en toepassen, dat wil zeggen in een opdracht gebruiken wat je geleerd hebt door te studeren. Als je goed leest wat hier staat, begrijp je de regel ook: om te kunnen gebruiken wat je geleerd hebt moet je eerst leren!
BPV Een belangrijk onderdeel van de studie wordt gevormd door de BPV, de Beroeps Praktijk Vorming. In gewoon Nederlands; de stage(s). Studenten niveau 4 gaan twee keer 20 weken op stage gedurende hun opleiding, niveau 3 gaat twee keer weken op stage en niveau 2 gaat één keer 20 weken. Over de BPV vind je in dit boekje weinig informatie. Tegen de tijd dat je op stage gaat hoor je daar meer over en krijg je een apart BPV-‐boekje. Het opdrachtenboek is op onze website te bekijken. Bekijk op de volgende pagina de eisen waar je aan moet voldoen om op stage te mogen.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
5
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Eisen BPV De BPV komt in dit boekje wel een paar keer ter sprake en één ding is zeker nu al van belang: om “op stage” te mogen moet je aan bepaalde eisen voldoen: • •
Je moet voldoende kennis en vaardigheden hebben Je moet een goede beroepshouding laten zien
Het is de bedoeling dat je in de BPV veel leert. Je hoeft niet alles wat je in de BPV nodig hebt al te kunnen of te kennen, want de BPV is er ook om te leren. Je leert er niet alleen kennis en vaardigheden die bij je vak horen, maar ook kennis en vaardigheden die bij een goede beroepshouding horen. Maar… je moet wel aan minimumeisen voldoen om aan de BPV te mogen beginnen: voldoende kennis, vaardigheden en een goede beroepshouding. Dit zal in samenspraak met je begeleider gaan. Onder een goede beroepshouding verstaan we onder andere: • • • •
je aan afspraken houden op tijd komen en niet te vroeg weggaan serieus omgaan op school goed voorbeeld geven aan andere studenten
Voor je op je eerste stage gaat moet je minimaal de volgende vakken afgerond hebben: Eerste stage niveau 2: • • • •
Hardware Software Servicedesk ECDL
Eerste stage niveau 3 / 4 • • • •
Hardware Software Servicedesk Datacom 1
Tweede stage niveau 3 / 4 • • •
Datacom 2 Netwerkbeheer ECDL
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
6
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
ICT-‐Flex in het Deltion College Deltion College ICT-‐Flex is een zelfstandige unit binnen het ICT-‐Lyceum van het Deltion College. Het Deltion College is een Regionaal Onderwijs Centrum (ROC) voor middelbaar beroepsonderwijs (MBO). De opleidingen voor beroepen in de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) worden verzorgd door het ICT-‐Lyceum.
ICT-‐Lyceum Het ICT-‐Lyceum leidt ICT-‐ers op: computerbouwers, medewerkers van de technische dienst, servicedeskmedewerkers, systeem-‐ en netwerkbeheerders, supportmedewerkers, programmeurs, ontwerpers en ontwikkelaars, projectleiders en managers. Dat kan langs twee wegen: • •
de klassikale vorm (groupwise) de flexibele vorm (ict-‐flex)
BOL en BBL De afkorting BOL staat voor “Beroeps Opleidende Leerweg” en dat betekent dat je “normaal” vijf dagen in de week naar school gaat. De andere leerweg die we kennen heet BBL en dat betekent “Beroeps Begeleidende Leerweg”. Die manier van studeren is alleen voor studenten die al werken in de ICT. Zo’n student noemen we een “BBL-‐er”. Een BBL-‐er werkt vier dagen in de week en komt één dag naar school om te studeren. Jij bent dus óf een BOL-‐er (je hebt geen werk in de ICT) óf een BBL-‐er. Je begrijpt dat voor BOL-‐ ers en BBL-‐ers verschillende regels kunnen gelden. Bijvoorbeeld: een BOL-‐er gaat op stage om praktijkervaring op te doen, een BBL-‐er niet (want die doet in zijn werk al praktijkervaring op). Je kunt tijdens de opleiding veranderen van BOL-‐er in BBL-‐er en omgekeerd. Het komt voor dat een “gewone” BOL-‐er aan het eind van zijn of haar stage een baan krijgt bij het stagebedrijf. Hij (of zij) wordt dan BBL-‐er: vier dagen werken, één dag studeren. Het omgekeerde komt (helaas) ook voor: een BBL-‐er kan zijn of haar baan kwijt raken en gaat dan als “gewone” BOL-‐ student verder. Stage heet trouwens bij ons BPV (van Beroeps Praktijk Vorming) en die naam zullen we verder ook gebruiken.
ICT-‐Flex Bij ICT-‐Flex werkt een team docenten, dat opleidingen verzorgt voor vier ICT-‐beroepen:
• • • •
Medewerker ICT Medewerker Beheer ICT ICT-‐beheerder Applicatieontwikkelaar
Alleen bij ICT-‐Flex kun je de opleiding tot Medewerker ICT (niveau 2) volgen. Alle BBL-‐ studenten studeren ook bij ICT-‐Flex .
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
7
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Lessen en workshops ICT-‐Flex heet niet voor niets zo: de opleidingen zijn erg flexibel. Met flexibel wordt bedoeld dat studenten zelf voor een groot deel hun dagen in kunnen delen. Dat wil zeggen; de inhoud van de dagen deelt de student grotendeels zelf in, de lengte van de dagen niet. Het rooster staat dus vast. Bij ICT-‐Flex kun je zelf actief kennis verzamelen en verwerven voor veel vakken en zit je niet vast aan lessen. Ook de in-‐ en uitstroom bij ons is flexibel. Er zijn vier momenten in het jaar waarop studenten kunnen beginnen bij ict-‐flex dus is het niet zo dat de studie één keer per jaar na de zomer begin, ook dit is dus flexibel.
Kijk terug Je hebt dit hoofdstuk goed gelezen en je zou dus nu iets moeten weten. Ga voor jezelf na of je… q q q q q q q q
weet hoe deze school heet… weet wat voor soort school het is… weet wat een BOL-‐er is… weet wat een BBL-‐er is… weet of je een BOL-‐er of een BBL-‐er bent… weet waarom onze unit ICT-‐Flex heet… weet voor welke beroepen ICT-‐Flex opleidt… snapt waarom ICT-‐Flex ook wel “ICT BOL/BBL Flex” genoemd wordt…
Het antwoord op deze vragen kun je alleen weten als je alles wat in dit hoofdstuk staat begrijpt. Ga daarom voor jezelf na of je weet wat er bedoeld wordt met… q q
ICT-‐Flex is een zelfstandige unit binnen het ICT-‐Lyceum je leert veel over alle aspecten van het ICT-‐vak
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
8
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Op niveau Er zijn opleidingen voor ICT-‐beroepen op drie niveaus; • • •
Niveau 2: Medewerker ICT Niveau 3: Medewerker beheer ICT Niveau 4: ICT-‐beheerder en Applicatieontwikkelaar
Hoe hoger het niveau, hoe zwaarder de studie. Zwaarder kan betekenen: meer weten, meer kunnen. Zwaarder kan ook betekenen: andere, meer ingewikkelde dingen weten en kunnen.
Niveau 2: Medewerker ICT De Medewerker ICT doen een opleiding op niveau 2. Dat kan in twee jaar, maar je kunt het ook sneller afronden. Als je een opleiding sneller afrondt betekent dit dat je ook sneller door kan stromen naar een niveau 3 opleiding. Als Medewerker ICT bouw je informatiesystemen en installeer je hard-‐ en software op stand-‐ alone PC’s. Je bent in staat storingen op te sporen en te verhelpen. Het ondersteunen van de gebruikers behoort tot jouw taak. Je gaat op een zorgvuldige manier met informatie om, wat betekent dat je onder andere verantwoordelijk bent voor het maken van back-‐ups en images.
Verder Als je een niveau-‐2 diploma hebt kun je doorstromen naar een ICT-‐opleiding op niveau 3. Het ICT-‐Flex team is van mening dat dat eigenlijk standaard is aangezien er te weinig werk is met een niveau 2 diploma. Het kan natuurlijk zo zijn dat je besluit niet door te gaan in de ICT. In dat geval heb je met je niveau 2 diploma wel een startkwalificatie, zoals de overheid dat eist, en kun je ergens anders starten bij een niveau 3 opleiding.
Niveau 3: Medewerker Beheer ICT De Medewerker beheer ICT doen een opleiding op niveau 3. Dit is een drie jarige opleiding. Maar als je stevig doorwerkt kan het ook in tweeëneenhalf jaar. De opleiding bestaat uit twee stageperiodes van 20 weken en hieromheen rond je alle theorie af. Als Medewerker Beheer ICT bouw je informatiesystemen en installeer je hard-‐ en software op stand-‐alone PC’s en eenvoudige netwerken. Je bent in staat storingen op te sporen en te verhelpen. Het ondersteunen van de gebruikers behoort tot jouw taak. Je gaat op een zorgvuldige manier met informatie om, wat betekent dat je o.a. verantwoordelijk bent voor het maken van back-‐ups en images.
Verder Als je een niveau-‐3 diploma hebt kun je doorstromen naar een ICT-‐opleiding op niveau 4. Er zijn op niveau-‐4 verschillende richtingen mogelijk. De mogelijkheden op niveau 4 zijn Systeembeheerder (of ICT Beheerder) en Applicatieontwikkelaar. Systeembeheerder en Applicatieontwikkelaar kunnen zowel in BOL als in de BBL-‐variant gevolgd worden.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
9
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Niveau 4: ICT Beheerder Wat moet een ICT-‐beheerder niveau 4 kunnen? De ICT-‐beheerder is een ICT-‐generalist die fungeert als spil binnen de afdeling ICT. Hij houdt zich hier primair bezig met het beheer, de beveiliging en het onderhoud van het informatiesysteem. Van netwerken, computers en printers tot faxen en telefoons: hij zorgt ervoor dat deze werken. De ICT-‐beheerder houdt steeds goed bij welke nieuwe producten op de markt komen, om ervoor te zorgen dat het informatiesysteem binnen het bedrijf up-‐to-‐date blijft. De ICT-‐beheerder moet goed weten wat hij doet, berekeningen maken en vooruitkijken. Een ICT-‐beheerder werkt niet alleen en geeft vaak leiding aan een team van ICT-‐medewerkers. Vaak moet hij van alles tegelijk doen. Wat kost een nieuwe techniek? Is het nodig dat een nieuw product wordt gekocht? Is er niet ergens een goedkopere oplossing te vinden? Zulke vragen kan een ICT-‐beheerder alleen beantwoorden als hij veel van ICT weet. De ICT-‐ beheerder werkt de hele dag samen met andere mensen. Soms weten ze veel van ICT, maar het kan ook best zijn dat ze er helemaal niets vanaf weten. Dan moet de ICT-‐beheerder ze rustig uit kunnen leggen wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren.
Niveau 4: Applicatieontwikkelaar Wat moet een applicatieontwikkelaar niveau 4 kunnen? De hoofdtaak van de applicatieontwikkelaar is het ontwikkelen en realiseren van software en/of IT media producten of delen hiervan. Te denken valt aan besturingsprogramma’s, toepassingssoftware, webbased applicaties, entertainmentsoftware etc. De applicatieontwikkelaar is ook betrokken bij implementatie van een applicatie en hij voert onderhoudsactiviteiten uit t.b.v. bestaande applicaties. De werkzaamheden worden veel in projectvorm uitgevoerd waardoor planning en samenwerking met collega’s van belang is.
Nog verder Misschien heb je behoefte om naast ICT ook ander dingen te leren zoals ondernemen of wil je iets met elektronica doen. Binnen Deltion is veel mogelijk, vraag je begeleider naar de mogelijkheden.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
10
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Terugkijken Als je weet wat… q q
met het woord niveau bedoeld wordt… de woorden hardware, software en netwerk betekenen
moet je in dit hoofdstuk geleerd hebben… q q q
welke drie opleidingsniveaus er zijn… welke 4 opleidingen wij aanbieden… wat het beroep van een ICT ‘er inhoudt…
q q q q
wat je in grote lijnen moet weten en kunnen als ICT ’er… welke capaciteiten je moet hebben om ICT ‘er te kunnen worden… hoe lang de opleiding duurt (als je stevig doorwerkt)… waar je na niveau 2 (of 3) nog verder kunt studeren...
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
11
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Studieprogramma Op weg om een competente ICT-‐medewerker te worden moet je dus werkprocessen leren beheersen en competenties verwerven. Competent worden kun je niet zonder kennis en vaardigheden. Om kennis te krijgen moet je leren en om vaardigheden te verwerven moet je oefenen. Dat doen we op school. We hebben alles wat er geleerd en geoefend moet worden in (school)vakken opgedeeld, zodat de opleiding overzichtelijk wordt.
Vakkennis en vaardigheden Sommige vakken hebben direct te maken met het beroep van ICT-‐er. Dat is bijvoorbeeld heel duidelijk voor… • • • •
Hardware Software Datacommunicatie ECDL
Door de opdrachten die je voor deze vakken doet, krijg je vakkennis en, omdat je veel moet doen, ook vaardigheid.
Andere vakken Naast de vakken waarmee je praktische ICT-‐vakkennis en vaardigheden leert, zijn er een paar algemene vakken. Dat zijn o.a.: • • •
Nederlands, Engels en Rekenen BPV-‐opdrachten Loopbaan en Burgerschap (LB)
Wat je in deze vakken leert heb je bij al je werk in de ICT nodig.
Nederlands, Engels en Rekenen Nederlands, Engels en Rekenen horen tot wat men in de ICT "Soft Skills" noemt. Skills is Engels voor vaardigheden. Soft skills is een term die in de ICT gebruikt wordt voor vaardigheden die niet direct met de techniek van de ICT te maken hebben, maar met het omgaan met mensen. Bij Soft Skills gaat het erom dat je goed uit je woorden kunt komen, iets duidelijk uitlegt, goed luistert, de juiste vragen stelt, een foutloos e-‐mailtje kunt sturen, een formulier correct kunt invullen, een handboek kunt lezen, de juiste informatie kunt vinden. Ook in het Engels. En, op een wat hoger niveau: een onderzoek doen, een rapport schrijven, een advies samenstellen en dat presenteren, een project documenteren, vergaderen. Ook in het Engels.
BPV-‐opdrachten Tijdens je stage leer je werkprocessen beheersen en werk je aan je competenties, maar BPV is bij ICT-‐Flex ook een “vak”, waarvoor je een aantal opdrachten moet uitvoeren. Die opdrachten hebben te maken met de organisatie waarin je als stagiair aan het werk bent. Je onderzoekt de organisatie en hoe die organisatie met ICT omgaat.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
12
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Loopbaan en burgerschap (LB) Het “vak” LB is een voor alle MBO-‐studenten verplicht onderdeel van de studie. Het gaat over jou in onze samenleving (maatschappij), bijvoorbeeld… • • •
Jij als student... Jij als werknemer… Jij als consument.
LB gaat over dingen als leren en je schoolcarrière plannen, maar ook over politiek, consumentenrechten, werknemerszaken zoals ARBO en medezeggenschap en gezondheid.
Sport Het Deltion College biedt je ook de mogelijkheid aan sport te doen. Bewegen is natuurlijk goed voor je gezondheid, maar sporten is ook om andere redenen belangrijk voor beroepsopleidingen. Bij het sporten kun je individuele competenties ontwikkelen of verbeteren. Doorzettingsvermogen, bijvoorbeeld: een hardloper leert steeds beter vol te houden, niet het bijltje erbij neer te gooien. Je niet door tegenslagen uit het veld laten slaan is er ook zo een. Teamsporten zijn goed voor het ontwikkelen en verbeteren van competenties die te maken hebben met samenwerken. Werken als lid van een team, leiding aanvaarden en leiding geven, kritiek krijgen en opbouwende kritiek geven, het zijn allemaal dingen die in de sport een rol spelen en die je in je beroep ook tegenkomt. Daarom is sport een verplicht onderdeel voor alle Deltion-‐BOL-‐studenten. Je kunt sporten in het Deltion Sport Expertise Centrum ofwel kortweg SportEC. Verderop lees je er meer over in de paragraaf over SportEC.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
13
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Tijdpad In de tijd uitgezet kan de opleiding Medewerker ICT er als volgt uitzien: JAAR 1 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
School
School
JAAR 2 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
BPV
BPV
School
School
In de tijd uitgezet kan de opleiding Medewerker Beheer ICT, ICT Beheerder en Applicatieontwikkelaar er als volgt uitzien: JAAR 1 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
School
School
JAAR 2 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
BPV
BPV
School
School
JAAR 3 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
BPV
BPV
School
School
Het kan zijn dat je eerder op stage kan en mag omdat je de voorwaardelijke vakken al snel af hebt. Deze plaatjes van de opleidingen mag je zien als uitgangspunt: dit is waarnaar we streven, maar we passen het individueel aan. Afhankelijk van je kennis, vaardigheden en beroepshouding kun je vroeger of later op stage (BPV) gaan. Bovendien proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met persoonlijke omstandigheden, maar... Je bent verplicht op BPV te gaan als je studieloopbaanbegeleider dat nodig of wenselijk vindt… Je bent verplicht je aan de regels voor BPV te houden: een periode van een half schooljaar, vijf dagen per week, 40 of 36 uur per week. De BPV is dus niet zo flexibel!
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
14
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Terugblik Kun je nu uitleggen of beschrijven… q q q q q q q
wat we bedoelen met vakken… met welke vakken je aan je vakkennis werkt… waarom de BPV bij ICT-‐Flex ook een “vak” is… wat de afkorting LLB betekent en wat dat “vak” inhoudt… waarom er Sport in de opleiding zit… Hoe de opleiding in de tijd gezien opgezet is… Wat je BPV-‐verplichtingen zijn.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
15
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Docenten en begeleiders “We” zijn al vaak ter sprake gekomen in dit boekje en langzaam wordt het tijd wat langer stil te blijven staan bij ons, de docenten van het ICT-‐Flex team.
Onze taken De docenten van het ICT-‐Flex team hebben verschillende taken: • • •
• •
Ze maken de opleidingen: de docenten hebben het studieprogramma bedacht, de trajecten en modulen opgezet, materiaal verzameld… Ze geven de opleidingen door les te geven, workshops te organiseren, taken en opdrachten te geven, vragen te beantwoorden… Ze begeleiden de studenten bij hun studie door gesprekken met ze te voeren, te helpen met het maken van plannen, de voortgang te controleren, afspraken te maken, oplossingen te zoeken bij studieproblemen… Ze beoordelen de studenten door toetsen te geven en na te kijken, door werkstukken te beoordelen, verslagen na te kijken… Drie van deze taken worden door vakdocenten gedaan, ieder op zijn eigen terrein: maken, geven en beoordelen. Eén taak doet een docent niet vanuit zijn vak: de studiebegeleiding.
Vakdocenten De vakdocenten zijn vakmensen op hun gebied. Zo zijn er docenten die gespecialiseerd zijn in hardware. Zij leren je bijvoorbeeld hoe je een computer samenstelt en bouwt, welk gereedschap je moet gebruiken en hoe je veilig moet werken. Een paar vakgebieden zijn: • • • • •
Hardware Software Datacommunicatie Servicedesk ECDL
Er zijn ook echte specialismen, bijvoorbeeld (maak je maar geen zorgen als je niet weet wat deze afkortingen betekenen): • • •
PHP SQL HTML
In het team zitten ook vakdocenten op heel andere gebieden, bijvoorbeeld: • • •
Nederlands Engels Projectmanagement
Op onze website kun je zien welke docenten welk ‘vak’ geven en waar je dus moet zijn met vak gerelateerde vragen.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
16
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Jij en de vakdocent De vakdocent is verantwoordelijk voor alle modulen, taken en opdrachten op zijn vakgebied én voor de beoordeling van al jouw werk op zijn terrein. De vakdocent organiseert workshops over bepaalde onderwerpen en geeft soms “gewoon” les. Met alle vragen over een vakgebied ga je naar een van de vakdocenten. Het is logisch dat de “docent hardware” je het beste kan helpen als het om hardware gaat en dat je je het beste kunt laten helpen door de “docent Engels” als je problemen hebt met het schrijven van een e-‐ mailbericht in het Engels. De vakdocent beoordeelt ook jouw werk op zijn terrein. Als je als opdracht krijgt een sollicitatiebrief met c.v. te maken in het Nederlands, lever je die in bij de “docent Nederlands”. Hij / zij beoordeelt of jouw werk voldoende is gemaakt. Elke andere docent kan en mag deze opdracht dan aftekenen. Let op: Jij zorgt dan voor het bewijs (=akkoord van de vakdocent).
Begeleiding Naast vakdocenten heb je ook begeleiders. Een begeleider is één van de (vak)docenten van het ICT-‐Flex team, die je helpt bij je studie zonder op de eerste plaats aan zijn eigen vak te denken. Omdat je deze begeleider tijdens de hele tijd dat je studeert houdt, noemen we hem jouw studieloopbaanbegeleider. Hij begeleidt je vanaf de eerste dag van je opleiding tot aan je diploma. Wie je studieloopbaanbegeleider is hoor je aan het begin van je studie. Je moet zo snel mogelijk kennis met hem maken, zodat je niet alleen de naam van je begeleider kent, maar ook zijn gezicht. En je moet natuurlijk zorgen dat je weet hoe, waar en wanneer je hem bereiken kunt.
Wat doet jouw studieloopbaanbegeleider? Jouw studieloopbaanbegeleider maakt samen met jou een plan: wat ga je wanneer doen? En je leest er meer over in het volgende hoofdstuk van dit boekje. De studieloopbaanbegeleider nodigt je regelmatig uit voor een gesprek, waarin jullie samen doornemen… • • • • •
hoe je vordert… of je volgens plan werkt… of de resultaten goed zijn… of er problemen zijn… en zo ja wat daaraan gedaan kan worden
In elk gesprek worden afspraken gemaakt, die netjes op papier (of digitaal online) worden gezet. In het volgende gesprek bekijk je samen met je begeleider wat er van die afspraken terecht is gekomen. Je studieloopbaanbegeleider is er om je te helpen, daar moet je van uitgaan. Hij probeert je te helpen om je opleiding in de kortst mogelijke tijd te doorlopen. Hij helpt oplossingen te zoeken als je studieproblemen hebt.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
17
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Initiatief In het begin zal je studieloopbaanbegeleider je uitnodigen voor een kort gesprek. Later, als je hebt laten zien dat je zelfstandig kunt werken en goede vorderingen maakt, doet hij dat minder vaak. Als je vaker behoefte hebt aan gesprekken dan kun je dat natuurlijk aangeven en is dit mogelijk. Maar je kunt natuurlijk ook zelf het initiatief nemen. Als je hulp, advies of begeleiding nodig hebt, regel je een afspraak met je begeleider. Je kunt erin de meeste gevallen op rekenen dat je binnen een week een gesprek met hem hebt en in spoedgevallen binnen twee dagen. Natuurlijk hoef je de studieloopbaanbegeleider niet altijd persoonlijk te spreken. Je mag hem ook altijd e-‐mailen. Moet je wel zorgen dat je zijn e-‐mailadres hebt! Van niveau 3 studenten wordt anders dan bij niveau 2 studenten verwacht dat zij meer initiatief nemen. Met name bij het maken van een afspraak voor een gesprek en het op de hoogte houden van vorderingen e.d. moet de student initiatief nemen. Dit doen we zo omdat dat ook past bij het profiel van een niveau 3 student. Voor niveau 4 studenten geldt dat nog sterker.
Beoordeling Eerder las je al dat alle beoordelingen door de vakdocenten worden gedaan. Je studieloopbaanbegeleider is wat dat betreft neutraal. Er is maar één ding dat door de begeleider beoordeeld wordt: de beroepshouding. Meer over die beoordeling lees je in het document “Beroepshouding” achter in dit boekje.
Opleidingsmanager Het ICT Lyceum staat onder leiding van een opleidingsmanager. De opleidingsmanager mag je zien als de “baas” van de ICT-‐Flex docenten. Als je dus de baas zelf wilt spreken, moet je bij onze opleidingsmanager zijn. De opleidingsmanager weet het meeste van de organisatie van het Deltion College en van de regels en procedures binnen de school. Daarvoor moet je dus bij hem zijn. Maar val hem niet te snel lastig: overleg dit eerst met je begeleider. Als je het met een beoordeling niet eens bent, of als je vindt dat een docent (of je studieloopbaanbegeleider) zich niet aan de regels of afspraken houdt, moet je bij onze opleidingsmanager zijn. Wel eerst proberen om het samen met je docent en begeleider zelf op te lossen, natuurlijk!
Kijk achterom Dit moet je na dit hoofdstuk zeker weten: q q q q q q q q q
welke vier taken onze docenten hebben… wat we bedoelen met vakdocenten en vakgebieden… met welke zaken je naar een vakdocent gaat… wat een studieloopbaanbegeleider is en waarom hij zo heet… waarover de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider gaan… wie het initiatief voor zo’n gesprek neemt… met welke zaken je bij je studieloopbaanbegeleider moet zijn… wat de opleidingsmanager doet en wat jij met hem te maken hebt… hoe je met docenten en begeleider kunt communiceren…
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
18
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Wat staat je te wachten? In dit hoofdstuk proberen we je een idee te geven van wat je te wachten staat. We hebben het over… • • • • • • • •
Lessen en klassen Practica en de regels daarvoor Begeleide zelfstudie Workshops Projecten SportEC Inschrijven Proeve van Bekwaamheid of Examen
Lessen en klassen Lessen zijn bij ICT-‐Flex op inschrijving en de samenstelling van jouw klas veranderd nog wel eens. Dit is aan het begin waarschijnlijk behoorlijk wennen. Bij ICT-‐Flex kun je vijf dingen doen: • • • • •
een practicum begeleide zelfstudie een les of lessencyclus een project een Proeve van Bekwaamheid of Examen
Daarnaast doe je een stukje van je studie bij het Deltion SportEC en soms in het ICT-‐leerbedrijf. Voor al deze mogelijkheden gelden regels, die in dit hoofdstuk uitgelegd worden.
Practica “Hardware” en “Software” zijn voorbeelden van practica. In een practicum ben je zelfstandig aan het werk onder begeleiding van een vakdocent. Je krijgt praktijkopdrachten die je moet uitvoeren. Je doet dat in je eigen tempo. Een practicum wordt gedaan in een practicumruimte. Zo hebben we de “Hardwareruimte” en de “Softwareruimte”. Er is bijvoorbeeld ook een “Datacommunicatie-‐ruimte”. Omdat er maar een bepaald aantal plaatsen in deze ruimten is, worden de practica “geroosterd”. Om mee te kunnen doen met een practicum, zul je jezelf in moeten schrijven voor deze practica. Hierover later meer in dit hoofdstuk.
Regels De regels voor het werken in de practicumruimten krijg je daar te horen. Twee algemene regels willen we hier alvast geven: Je moet je strikt aan de veiligheidsvoorschriften houden. Alle docenten letten daar streng op! Je raakt je plaats in een praktijkgroep kwijt, als je die plaats niet goed gebruikt.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
19
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
De eerste regel zal wel duidelijk zijn, maar misschien begrijpt je de tweede niet direct. We zeiden het al: er is maar een beperkt aantal plaatsen in de practicumruimten. Jij bezet één van die plaatsen om je practicumopdrachten te doen. Je mag dat in je eigen tempo doen, maar… • • • •
als je niet komt opdagen… als je je tijd verdoet… als je het voorbereidende werk niet doet… als je anderen het werken moeilijk of onmogelijk maakt…
raak je je plaats kwijt. Je kunt dan voorlopig geen praktijkopdrachten maken totdat je weer goedkeuring krijgt van je studieloopbaanbegeleider.
Extra werk Wil je extra werk doen in een practicumruimte? Wil je sneller vooruit door ook buiten het rooster aan je praktijkopdrachten te werken? Alles is bespreekbaar! Overleg met je vakdocent en probeer afspraken te maken.
Begeleide zelfstudie De meeste tijd ben je bij ICT-‐Flex bezig met zelf studeren. We noemen dat zelfstudie en omdat er altijd een docent in de buurt is, heet het “begeleide zelfstudie”. Wat dat is weet je eigenlijk al, want je bent er nu mee bezig! Ook de begeleide zelfstudie staat op je rooster met de naam “Flex”. Alle uren waarin “Flex” staat, ben je dus met je studie bezig. En ook voor zelfstudie geldt: je bent ook buiten je rooster welkom, zolang er plaats is. Een kwestie van overleggen met je studieloopbaanbegeleider!
Computerwerkplek Zelfstandig studeren kun je in alle studieruimten van ICT-‐Flex . Je kunt aan een van de tafels gaan zitten of op een computerwerkplek. Je mag je werkplek zelf kiezen, maar alle docenten zijn bevoegd je (om wat voor reden dan ook) een plaats toe te wijzen. Je moet in dat geval op die plaats zitten. Je bent verantwoordelijk voor de werkplek die je hebt gekozen of toegewezen hebt gekregen: zorg dat alles heel en netjes blijft. Is er iets niet in orde? Meld het bij de docent in het studieruimte
Notebook of laptop Studenten met een notebook of laptop moeten gebruik maken van de speciale notebook/laptopplaatsen. Je mag met je notebook of laptop niet ook nog een desktop in beslag nemen.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
20
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Regels Voor de werkplekken gelden een paar eenvoudige regels: • • • • • •
een werkplek is een werkplek, géén speelplek… een werkplek is een werkplek, géén chatplek, downloadplek of bioscoopplek… een werkplek is een werkplek en géén praatplek… de werkplek moet netjes gehouden en achtergelaten worden… je houdt je aan de regels die voor ICT-‐gebruik gelden… je werkt voor jezelf en je moet ook anderen voor zichzelf laten werken.
De computers op de werkplekken in de studieruimten mag je alleen gebruiken om te studeren. Een werkplek bezet houden om spelletjes te spelen of privé te internetten is verboden. Als je niet met de computer werkt, mag je rustig op je werkplek blijven zitten, maar dan zet je het beeldscherm uit. Op de werkplek, in de studieruimten en in de gangen van het ICT-‐Lyceum mag je niet eten of drinken. Er mag nooit een fles, blik of pak op de werkplek staan, ook geen lege! Er mag géén rommel gemaakt worden en het is logisch dat je je werkplek opgeruimd achterlaat, als je weggaat. Je ‘deelt’ tenslotte deze werkplek met andere ICT-‐Flex-‐studenten!
ICT gebruik binnen Deltion Voor het gebruik van de computers gelden algemene regels. Je vindt ze in het document “ICT-‐ gebruik”. Dit document vind je op de ICT-‐Flex website en je kunt het ook bij de docenten krijgen. Voor het gebruik van E-‐mail, netwerkopslagruimte en afdrukken is er het document “Handleiding computergebruik”. Omdat dit document regelmatig veranderd kun je de nieuwste versie downloaden van de ICT-‐Flex website (www.ict-‐flex.nl). Dan nog een belangrijke regel: Je werkt voor jezelf en je moet de anderen ook de kans geven voor zichzelf te werken. Anders gezegd: je mag je collega-‐studenten niet van het werk houden en niet storen. Zoek de documenten “ICT-‐gebruik” en “Over computers en zaken die ermee te maken hebben” op en neem ze goed door.
Lessen en lessencycli Lessen zijn bijna allemaal op inschrijving. Via je account op de ict-‐flex website kun je je inschrijven voor lessen. Soms kun je je voor losse lessen inschrijven (bijvoorbeeld hardware praktijk) en soms schrijf je je in voor een cyclus lessen. Dan ben je dus gelijk voor een aantal lessen op rij ingeschreven. Je bent zelf verantwoordelijk voor je inschrijvingen en kan tot 5 uur voor aanvang van een les je inschrijving nog annuleren. Hierna staat je inschrijving definitief vast en word je dus verwacht door de docent. Houd dus goed in de gaten waar je je voor hebt ingeschreven. Gebruik hier eventueel een agenda voor. Houd altijd onze website (www.ict-‐flex.nl) in de gaten!
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
21
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Sport Expertise Centrum Het Sport Expertisecentrum of kortweg SportEC is de plaats binnen het Deltion College waar je kunt sporten. Voor alle BOL-‐studenten (ook de ICT-‐Flex studenten die de Beroeps Opleidende Leerweg volgen) is sport een verplicht onderdeel van de opleiding. Op de website van SportEC (www.sportkeuzedeltion.nl) kun je zien op welke uren je bij het SportEC terecht kunt, wat de mogelijkheden zijn en hoe je je aanmeldt of inschrijft. Start niet te laat met sporten, anders krijg je dat je aan het einde van je opleiding nog een aantal sportlessen moet volgen terwijl je verder klaar bent. De eerste 2 sportclinics (zoals een serie bijeenkomsten van eenzelfde sport genoemd wordt) zijn reeds voor jou ingepland. Houdt hiervoor je email, onze website (www.ict-‐flex.nl) en de website van sport (www.sportkeuzedeltion.nl) in de gaten.
Inschrijven Wil je een practicum doen, een toets, of naar lessen gaan dan moet je jezelf daarvoor inschrijven. Dit doen we bij ICT-‐Flex allemaal digitaal. Op onze webpagina (www.ict-‐flex.nl) krijg je een account. Houd je e-‐mailadres van Deltion in de gaten om te kijken of je account al is aangemaakt. Als je op ict-‐flex.nl hebt ingelogd met je account kun je je onder andere inschrijven voor lessen en toetsen. Hier kun je je inschrijvingen ook inzien en annuleren. Niet ingeschreven is géén toegang tot het practicum, de toets etc.. En voor alle inschrijvingen geldt: kom op de afgesproken tijd, anders kom je er niet meer in!
Proeve van Bekwaamheid of Examen Een examen afleggen kennen we allemaal. Bij ICT-‐Flex doen we dit dus ook. Voor een aantal vakken wordt dit ook echt ‘Examen’ genoemd. Aanmelden voor deze examens kan meestal bij de vakdocent. Maar ieder geval komt dit op de website te staan. Om aan te kunnen tonen dat je een beginnend beroeps beoefenaar bent, en dus de juiste competenties beheerst, zul je voor elke kerntaak een Proeve van Bekwaamheid af moeten leggen. In het kort noemen we dit een PVB. Voor elk PVB mag je één keer zakken! Haal je het de eerste keer niet, dan spreek je je begeleider en maken jullie samen een plan om aan je competenties te werken.
Achteromgekeken… In dit hoofdstuk staat heel wat informatie. Even checken of je alles hebt opgepikt: q q q q q q
de mogelijke activiteiten bij ICT-‐Flex … twee voorbeelden van een practicumruimte… wat er op je rooster staat… de regels voor het gebruik van de practicumruimten… hoe je je plaats in een praktijkles kunt kwijtraken… wie de afspraken over extra werk op papier zet…
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
22
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
q q q q q q q q q q q q q q
wat we bedoelen met “begeleide zelfstudie”… hoe je aan een werkplek komt… wanneer je een computerwerkplek mag reserveren en wanneer niet… welke regels voor het gebruik van ICT gelden… wat een workshop is… of een workshop ook verplicht kan zijn… hoe je te weten komt welke workshops er zijn en wanneer… en hoe je zorgt dat je aan een workshop mee mag doen… waarom er over projecten weinig in dit hoofdstuk staat… en hoe je erachter komt welke regels voor projecten gelden… wat SportEC is en wat jij daarmee te maken hebt… wat het leerbedrijf is en waar dat werkt… hoe je jezelf in kan schrijven… wat een examen of PVB is.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
23
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
De dagelijkse gang van zaken Hoe ziet een dag op school er nu uit? We proberen dat hier een beetje duidelijk te maken. Denk er wel aan, dat we hier alleen voorbeelden geven. Je moet altijd zelf kijken wat voor jou concreet geldt.
Rooster Moet je naar school vandaag? Dat zie je op je rooster. Dit is altijd te vinden op onze eigen website (www.ict-‐flex.nl). Kies de roosters van het ICT-‐Lyceum. Je kijkt daar bij je opleidingscode (op deze website heet dat “klas”) en vindt er jouw rooster. De opleidingscodes voor beginnende niveau 2 studenten is X2FX1, voor beginnende niveau 3 studenten is dat X3FX1 en voor beginnende niveau 4 studenten is dat X4FX1. Roosterwijzigingen voor een dag vind je niet op de website. Die hoor je op school wel. In principe valt er bij ICT-‐Flex nooit iets uit: als een docent afwezig is, vangen we zijn taken op. En je kunt natuurlijk altijd zelfstandig verder… Voor mededelingen over roosterwijzigingen bij ICT-‐Flex ga je naar www.ict-‐flex .nl. Natuurlijk staan hier ook de standaard rooster van studenten en die van de docenten.
Lesuren… Het hele Deltion College werkt met “lessen” van 45 minuten: 1
2
3
4
5
6 (pauze)
8.30
9.15
10.15
11.00
11.45
12.30
9.15
10.00
11.00
11.45
12.30
13.15
7
8
9
10
11
13.15
14.00
15.00
15.45
16.30
14.00
14.45
15.45
16.30
17.15
Pauze? Er zijn bij ICT-‐Flex drie verplichte pauzes: • • •
’s morgens van 10:00 tot 10:15 uur tussen de middag van 12:30 tot 13:15 uur ’s middags van 14:45 tot 15:00 uur
Tijdens deze pauzes worden de studieruimten en de practicumruimten waar mogelijk afgesloten. Je mag tijdens deze pauzes naar de kantine van de school of naar de buitenruimten van de school gaan, maar je mag de school niet verlaten, behalve voor de middagpauze mits je op tijd weer terug bent natuurlijk. Deze pauzes gelden voor iedereen.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
24
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Niet naar school? Als je volgens je rooster op school hoort te zijn en je moet om welke reden dan ook verzuimen, dan moet je dat zelf melden. Dit kun je doen door jezelf af te melden via het registratiesysteem RAPID. Tevens verwacht jouw begeleider een email met daarin de reden van afwezigheid. Verzuimen is alleen toegestaan bij ziekte. In alle andere gevallen vraag je zo mogelijk vooraf toestemming aan je studieloopbaanbegeleider. Vraag de toestemming op tijd! Alle studenten hebben een eigen Deltion-e-mailadres; mailen kan dus ook vanaf je werkplek op school.
Aanwezig zijn en op tijd zijn, dat moet je in je beroep ook. We rekenen deze twee dingen daarom tot de beroepshouding. Als je niet komt opdagen, zonder geldige reden verzuimt of te laat komt betekent dat, dat je (nog) niet de juiste beroepshouding hebt…
Te laat? Als je te laat komt moet je altijd een mailtje sturen naar je studieloopbaanbegeleider, behalve als je hem gemaild hebt dat je later zou komen.
RAPID Binnen het Deltion College registreren we centraal waar studenten zijn per ‘les’, ‘uur’ of dagdeel. Bij ICT-‐Flex doen studenten dit door in het lokaal waar ze zitten hun Deltionpas (dit is de pas die je aan het begin van je studietijd krijgt) te scannen bij de daarvoor bestemde computer. Jij bent verantwoordelijk voor dit inscannen! De docenten leggen de scanacties meerdere keren per dag vast. Als blijkt dat iemand wel ingescand is maar niet aanwezig dan worden je uren voor die dag verwijderd en kan een officiële waarschuwing voor verzuim volgen. Als je naar een les of practicum gaat, zul je jezelf uit moeten scannen in het lokaal waar je zelfstandig studeerde of aan je opdrachten werkte. En weer in moeten scannen in het lokaal waar je de workshop of practicum hebt. Zo zijn wij altijd op de hoogte waar je zit en worden je gemaakte uren geregistreerd. Dit is belangrijk aangezien elke student een minimaal aantal uren op school aanwezig moet zijn. Je loopbaanbegeleider of de decaan kan je hier meer over vertellen. Als je een toets gaat maken, dan hoef je jezelf niet uit te scannen! Een toets neemt meestal niet meer dan tien minuten in beslag.
Op de werkplek In de meeste gevallen kun je aan het werk zodra je op school bent. In de practicumruimten geldt dat niet: je moet daar altijd wachten tot je van de vakdocent toestemming krijgt om te beginnen. Op de zelfstudiewerkplekken mag je direct aan de slag. Je krijgt nu te maken het volgende formulier: •
de opdrachtenkaart of takenkaart
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
25
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Takenkaarten Op de takenkaarten staan de opdrachten die je moet uitvoeren. Dat kunnen studieopdrachten, practicumopdrachten en praktijkopdrachten zijn. Takenkaarten zijn zo belangrijk dat we er in de volgende twee hoofdstukken uitgebreid op terugkomen. Je hebt natuurlijk al een idee van de takenkaarten, want je bent nu met een van de opdrachten van zo’n kaart bezig!
Practicum Voor de “vakken” Hardware en Datacommunicatie moet je drie dingen doen: • • •
Theorie leren… Een toets (voldoende) maken… Practicumopdrachten uitvoeren.
De regel daarbij is erg eenvoudig: eerst de theorie, dan het practicum. Alleen de practicumopdrachten voer je in het practicumruimte uit. De theorie leren kun je in de “gewone” zelfstudie-‐uren doen, maar we raden aan om dit thuis te doen. De toets maak je in de toetsruimte en pas als je voor de toets geslaagd bent, mag je naar de practicumruimte om de practicumopdrachten uit te voeren.
Toetsen in het toetsruimte ICT-‐Flex maakt o.a. gebruik van een toetssysteem met de mooie naam DOTS. In de takenboeken staat aangegeven of je een toets via dit systeem moet doen. Alle hardwaretoetsen doe je bijvoorbeeld via DOTS. Alle DOTS-‐toetsen doe je in het toetsruimte (GRN 2.067). Op het rooster (of tijdens je digitale inschrijving) vind je de openingstijden. Op deze tijden is het ruimte open voor alle studenten, mits ze zich hebben ingeschreven. Op de afgesproken datum en tijd ga je naar het toetsruimte, waar de toets al voor je klaar staat. Je mag alleen de week-‐ of opdrachtenkaart die je wilt laten aftekenen (als je slaagt voor de toets) meenemen. Als je een afspraak voor een toets maakt, moet je ook zorgen dat je er (op tijd) bent.
Achteromgekeken… In dit hoofdstuk staat heel wat informatie. Even checken of je alles hebt opgepikt: q q q q q q q
waar je het rooster vindt, dat voor jou geldt… welke lesuren ICT-‐Flex heeft… hoe de regels voor de pauze zijn… hoe je je ziek moet melden… hoe dat zit met afwezigheid en verzuim… hoe je kunt aan-‐ en afmelden… en waar dat allemaal goed voor is.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
26
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Takenkaarten Herinner je je nog dat we over vakken geschreven hebben? Elk vak bestaat uit een of meer takenkaarten. Op elke opdrachtenkaart (deze naam gebruiken we ook wel) staat een reeks opdrachten. Bij deze opdrachtenkaart hoort een takenboek. Op de opdrachtenkaart kunnen de docenten aftekenen welke opdrachten je (voldoende) hebt uitgevoerd, in het takenboek staat wat elke opdracht precies inhoudt. De regel is: lees eerst het takenboek, voordat je ergens aan begint!
Takenkaart In de kop van de opdrachtenkaart staat het vak waarbij de kaart hoort:, bijvoorbeeld:
Opdrachtenkaart ECDL3 | Europees Computer Rijbewijs Niveau 3 De rest van de opdrachtenkaart ziet er ongeveer zo uit: Nr Onderwerp
Datum
Paraaf
1
Diagnostische toets -‐ Module 1
2
Examen – Module 1
3
Diagnostische toets – Module 2
Op de opdrachtenkaart staan alle opdrachten van een module. Dit is een stukje van de opdrachtenkaart bij de module “Start”. Sommige kolommen zijn al ingevuld: • •
Nr: het nummer van de opdracht; Onderwerp: naam van de opdracht
De andere kolommen zijn leeg en worden door de (vak)docent ingevuld: • •
Datum: de datum waarop de (vak)docent de opdracht heeft afgetekend; Paraaf: de paraaf van de (vak)docent, die jouw werk heeft beoordeeld.
N.B. het uiterlijk van takenkaarten kan verschillen!
Regels Eigenlijk zijn er géén algemene regels voor het werken aan takenkaarten. Bij sommige vakken of takenkaarten gelden wel volgorderegels, maar in het algemeen is je regel: jij bepaalt wat je wanneer wilt doen. Kijk bijvoorbeeld naar een module als ECDL3. Er zijn een aantal opdrachten en als jij het prettig vindt die opdrachten achter elkaar te doen en verder even niets anders, dan is dat jouw keuze. Of het een verstandige keuze is laten we in het midden. Jij mag het zelf weten, dus ga je gang!
Uitzonderingen Zoals al voorspeld, er zijn uitzonderingen. De softwarepractica om maar een voorbeeld te noemen moet je in de volgorde van de opdrachtenkaart doen. Die regel geldt voor hardware weer niet, maar daar is de regel: eerst slagen voor de toets, dan pas het practicum doen. Zo hebben sommige vakken hun eigen regeltjes, die de vakdocent je in het begin van de studie wel duidelijk zal maken. En kom je ergens niet uit? Kijk in het takenboek of vragen!
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
27
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Speciale kaarten Elk “vak” heeft zijn eigen opdrachtenkaart(en), maar er zijn ook nog een paar bijzondere kaarten, bijvoorbeeld de BPV-‐kaart: hierop kun je de opdrachten voor school die je tijdens je stage moet uitvoeren laten aftekenen.
Achteromgekeken… Even checken of je alles hebt opgepikt: q q q q q q q q
Wat een opdrachtenkaart is… Waarvoor een takenboek dient… Wat de kolommen opdrachtnummer en verplicht? betekenen… Wat jij invult en wat de docent… Welke regels in het algemeen gelden… En dat er uitzonderingen zijn… Welke speciale kaarten er zijn… En waar die voor dienen.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
28
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Accounts Bij ICT-‐Flex gebruik je verschillende accounts, namelijk: • • • •
Je Deltion account (RAPID, Sharepoint, E-‐mail etc.) Je ICT-‐Flex account (ict-‐flex.nl, inschrijven voor lessen) Je Dreamspark accounts (downloaden van software) Je SportEC account (inschrijven sportclinics)
Deltion account Je Deltion account bestaat uit je studentnummer en een wachtwoord. Met dit account heb je toegang tot veel verschillende diensten. Voorbeelden zijn: • •
•
•
RAPID In RAPID kun je je presentie zien en je ziekmelden en afmelden. E-‐mail / agenda Je studenten e-‐mail. Bekijk deze dagelijks, alle belangrijke informatie wordt hier naartoe verzonden. N@Tschool N@Tschool is een elektronische leeromgeving (ELO). Voor sommige vakken moet je documenten uploaden naar N@tschool of toetsen maken in N@tschool. Sharepoint (portal) Op de portal wordt van allerlei informatie geplaatst wat zich Deltionbreed afspeelt.
ICT-‐Flex account Je ICT-‐Flex account wordt in de eerste week van je studie voor je aangemaakt. Hier ontvang je een mailtje van op je e-‐mailadres van Deltion. Dit account kun je gebruiken om jezelf in te schrijven voor lessen en toetsen. Je kan hiermee ook je inschrijvingen inzien en annuleren. Je ICT-‐Flex account is niet te verwarren de login popup die je soms op de ict-‐flex.nl website ziet. Die popup krijg je als je een document op de website in wil zien en hier moet je altijd hetzelfde account gebruiken, namelijk: Gebruikersnaam:
student
Wachtwoord:
ictflex
Dreamspark accounts Je krijgt van Deltion twee accounts voor Dreamspark. Deze accounts worden in de eerste weken dat je studeert bij Deltion voor je aangemaakt en hier krijg je ook twee mails van op de Deltion e-‐mailadres. Deze accounts gebruik je om software zoals Windows en VMWare te downloaden. SportEC Dit account gebruik je om je in te schrijven voor sportclinics en om te bekijken hoeveel vlaggen je inmiddels hebt behaald.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
29
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Beoordelen In dit boekje is het woord “beoordelen” al een paar keer gevallen. Omdat het natuurlijk heel belangrijk is om te weten hoe jouw werk beoordeeld wordt, besteden we er een apart hoofdstuk aan.
Twee zaken te beoordelen Als we het hebben over het beoordelen van jouw werk moeten we naar twee zaken kijken: Het beoordelen van opdrachten die je hebt uitgevoerd… Het beoordelen van jouw competenties als ICT-‐er.
• •
Dat zijn nogal verschillende zaken! Laten we maar beginnen met het beoordelen van de opdrachten, want dat lijkt het eenvoudigste!
Ten minste voldoende… Elk vak bij ICT-‐Flex omvat een aantal opdrachten. Alle opdrachten zijn verplicht en alle opdrachten moeten voldoende worden uitgevoerd. In het takenboek van elk vak staat een beschrijving van de opdracht. Daar staat precies wat er van je verwacht wordt en hoe de (vak)docent je werk gaat beoordelen.
Alles telt, mits… Daarbij gelden twee belangrijke regels: 1.
Alles wat je doet telt mee, maar…
2.
alleen als je het voldoende doet!
Het ICT-‐team zorgt ervoor dat alles wat je doet meetelt voor het halen van je diploma. Je doet dus niets voor niks: als je een opdracht maakt haal je daarmee een stukje van je diploma. Misschien maar een héél klein stukje, maar toch… Maar er is wel een voorwaarde aan verbonden: alleen wat je goed genoeg doet of maakt telt mee. Je werk moet wel voldoende beoordeeld worden, anders moet je het over doen.
Voorbeeld Op de startkaart vind je een schrijfopdracht. In de opdracht staat dat je met Word een stuk over jezelf moet schrijven. Wat je moet schrijven staat in de opdracht en er staat ook iets over de beoordeling:
Waaraan moet je denken? Bij het schrijven moet je letten op:
∗ ∗ ∗ ∗
Goede zinnen; Spelling; Goede indeling van je verhaal met een inleiding, een kern en een slot; Nette lay-‐out.
Dat zijn dus de dingen waarop de vakdocent gaat letten. Als je teveel fouten maakt, is je werk onvoldoende en krijg je er niets voor. De docent geeft je aanwijzingen om je werk te verbeteren en dat gaat zo door tot je “werkstuk” voldoende is. De docent geeft je dan een beoordeling “Goed” (G) of “Voldoende” (V). Die laatste beoordeling krijg je als de docent niet helemaal tevreden is over de manier waarop je de opdracht hebt uitgevoerd. Voorbeeld? Als je een brief moet schrijven en je moet hem wel vier keer overdoen voordat hij goed is…
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
30
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Wanneer ben je met een vak helemaal klaar? Je bent met een vak helemaal klaar als alle opdrachten (ook de eventuele extra opdrachten) van alle takenkaarten van dat vak zijn afgetekend, dus als je alle opdrachten voldoende hebt gemaakt. Let op! Voor sommige vakken geldt een andere beoordelingsregeling; de vakdocent legt je dat uit!
Extra opdrachten De vakdocent kan je ook een of meer extra opdrachten laten maken als je… • •
een opdracht niet voldoende uitgevoerd kunt krijgen; gefraudeerd hebt (b.v. het werk van een ander hebt gekopieerd).
Alleen de vakdocent bepaalt hoeveel extra opdrachten je moet uitvoeren en aan welke eisen je werk moet voldoen!
Andere takenkaarten Er zijn ook takenkaarten met maar één opdracht. Meestal is dat dan een project, dat je alleen of in samenwerking met anderen moet uitvoeren. Er zijn ook BPV-‐takenkaarten, die wéér anders zijn. Je begrijpt wel dat voor de beoordeling van al die verschillende opdrachten weer andere regels nodig zijn. Het moet altijd duidelijk zijn hoe je beoordeeld wordt, voordat je aan een opdracht begint. Die regels hoeven we hier niet allemaal te bespreken: je komt ze vanzelf tegen als je bij die modulen aangekomen bent. Het enige wat je nu moet onthouden is de regel: als het je niet duidelijk is, moet je de docent om uitleg vragen!
Problemen Het is voor jou natuurlijk heel belangrijk dat de beoordeling eerlijk verloopt. Alle ICT-‐Flex docenten doen hun uiterste best om je vooraf te laten weten hoe er beoordeeld wordt en wat je moet presteren. Ze proberen ook je werk eerlijk te beoordelen. Toch kan het gebeuren dat je het met een beoordeling niet eens bent. Als je er met je vakdocent niet uitkomt, kun je bij je studieloopbaanbegeleider terecht. Kom je er met hem ook niet uit, dan heeft de opleidingsmanager (die lid is van de examencommissie) het laatste woord.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
31
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Kijk om… en bepaal voor jezelf of je nu weet… q q q q q q
hoe een opdracht beoordeeld wordt… hoe je erachter komt wat je moet doen om een vak af te werken… wat de regel “Onvoldoende gemaakte opdrachten tellen niet” inhoudt… wanneer je extra opdrachten krijgt en van wie… wat de belangrijkste regel is… waar je moet zijn als je problemen met de beoordeling hebt…
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
32
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Belangrijke documenten Voor andere belangrijke documenten zie: www.ict-‐flex.nl
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
33
Studeren bij ICT-‐Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2015
Bijlage: De huisregels De regels van het Deltion College gelden ook bij ICT-‐Flex . Daarnaast hanteert ICT-‐Flex de volgende regels (die soms afwijken van wat je in de “Algemene informatiegids” leest): • •
•
• •
• • • •
•
•
Alle informatie wordt gepubliceerd op de eigen ICT-‐ Flex website. Kijk daar dus regelmatig! Verlof aanvragen moet je altijd per e-‐mail doen. Je e-‐ mailverzoek richt je aan je studieloopbaanbegeleider. Bij akkoord zal je zelf een melding in RAPID moeten maken. Melden van afwezigheid doe je met een e-‐mail aan je studieloopbaanbegeleider. Dus niet melden bij de receptie of per telefoon, maar altijd per e-‐mail. En natuurlijk zorg je dat deze melding ook via RAPID wordt gedaan! Als je geen gebruik kunt maken van e-‐mail, mag je het centrale nummer van Deltion bellen: 038-‐8503000. Het gebruik van mobiele telefoons is in de ruimten van ICT-‐Flex niet verboden, maar je mag beslist niemand storen. Tijdens workshops en andere groepsbijeenkomsten gaat je telefoon natuurlijk uit! Studenten zijn verplicht hun studieloopbaanbegeleider op de hoogte te houden van alles wat met hun studie te maken heeft. Voor communicatie wordt zoveel mogelijk e-‐mail gebruikt. Maar ook zullen wij via onze website communiceren. Alle nieuwtjes zijn te zien op: www.ict-‐flex.nl. Werkstukken inleveren doe je per e-‐mail of via n@tschool. Studenten zijn verantwoordelijk voor de werkplek die ze gebruiken. Deze werkplek moet netjes worden achtergelaten. Als er iets met de werkplek mis is (computer doet het niet, muis weg…) meldt de student dat bij de docent. De ruimten van ICT-‐Flex zijn studieruimten. Elk gedrag dat de studie van andere studenten stoort is verboden. De studenten moeten de aanwijzingen van de begeleidende docent opvolgen. Tot storend gedrag in de studieruimten rekenen we in ieder geval: q Elke vorm van spelletjes spelen en films kijken q Downloaden van iets anders dan studiemateriaal… Surfen op het web anders dan om voor de studie noodzakelijke informatie te zoeken.
Studeren bij ICT-‐Flex 2015-‐2016.docx/23 augustus 2015
34