Vlot van start Opdrachtenboek Module Start Niveau 2, 3 en 4 Cohort 2013
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
© Deltion College ICT-Flex 2013
2
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Vlot van start! Beste student,
Jouw studie bij ICT-Flex gaat vlot van start. Je krijgt meteen een aantal opdrachten die je moet uitvoeren. De eerste serie opdrachten is vooral bedoeld om je wegwijs te maken: • • • •
Hoe werken we hier bij ICT-Flex? Wat wordt er van jou verwacht? Met wie heb je van doen? Bij wie moet je waarvoor zijn?
Een heel belangrijke opdracht de eerste weken is ook "Werken met MS Word": bijna elke opdracht vraagt je iets op papier te zetten en daarom moet je vlot en goed om kunnen gaan met het tekstverwerkende programma "Word" van Microsoft.
Even een paar afspraken… Omdat je helemaal aan het begin van de studie staat even een paar kleine afspraken: 1. Dit opdrachtenboek is jouw gids in de eerste dagen; volg de aanwijzingen in dit boek zorgvuldig. 2. In de eerste opdrachten in dit boek zie je een paar keer "de dichtstbijzijnde docent" staan. Daarmee bedoelen we de docent die "toevallig" in het lokaal zit, waarin jij werkt. Dat kan dus iedere docent van het ICT-Flexteam zijn. 3. Als je iets niet weet of begrijpt, vraag het dan direct aan de dichtstbijzijnde docent. 4. Alle andere afspraken die bij ICT-Flex gelden, staan in het boekje "Studeren bij ICT-Flex" dat je in opdracht 2 gaat bestuderen. 5. De startmodule moet helemaal uitgevoerd en afgetekend zijn, voordat je aan een andere opdrachtenkaart kunt beginnen. Succes!
Wees professioneel! Houd je spullen netjes en zorg dat je altijd bij je hebt wat nodig is om je "werk" te doen!
Over opdrachten en opdrachten
In dit boekje staan 14 opdrachten. Alle opdrachten staan op een rijtje op de opdrachtenkaart. Daarop heb je dus een mooi overzicht van wat je moet doen.
3
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
De opdrachtenkaart wordt later uitgebreid besproken, maar nu moet je even dit weten: De docenten beoordelen jouw werk. In dit opdrachtenboek is dat bijna altijd de dichtstbijzijnde docent, later wordt dat de vakdocent. Hij (of zij) bepaalt of je de opdracht voldoende hebt gemaakt. Als dat niet zo is moet je hem opnieuw doen. Alleen de docent mag op de opdrachtenkaart schrijven. Jij zorgt ervoor dat de opdrachtenkaart netjes blijft!
Dossiervorming Tijdens je studie moet je bewijzen dat je een competente ICT-er bent geworden. Je doet dat o.a. door bewijsstukken te verzamelen, b.v. uitslagen van toetsen en examens, verslagen en werkstukken, beoordelingsformulieren enzovoorts. Vaak wordt je gevraagd een dossier samen te stellen: je verzamelt bewijsstukken en bundelt die in een mapje of je maakt er een net boekje van. Van de startopdrachten moet je ook een dossier samenstellen. In de laatste opdracht staat wat erin moet zitten en hoe en waar je het dossier moet inleveren. Nu is al vast belangrijk dat je alles bewaart wat je maakt, anders kun je het aan het eind van deze serie opdrachten niet in het dossier doen!
4
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Hoe studeer je bij ICT-Flex?
In deze opdracht verzamel je alles wat je nodig hebt om een vlotte start te maken. Je leert daarna hoe je bij ICT-Flex studeert door het document "Studeren bij ICT-Flex" te bestuderen. Voor deze opdracht moet je een volledige schooldag uittrekken.
Opdracht 1: Controleer het Startpakket (Portfolio-opdracht) In deze eerste opdracht moet je controleren of je alles wat je nodig hebt voor een vlotte start hebt gekregen. Je doet dat door het formulier " Controleformulier Lesmateriaal Startpakket" in te vullen. Je vindt dit formulier achter in dit boekje. Acties: De logboekkaart gebruik je om precies te noteren wat je hebt gedaan en hoeveel tijd je daarvoor hebt gebruikt. Vul eerst de kop van de kaart in:
Logboek Naam
Nummer je studentnummer
hier komt jouw naam
Begeleider je begeleider
Noteer op de logboekkaart dat je aan deze opdracht begint: Datum
Start
De datum van vandaag
De tijd waarop je aan de opdracht begint
Wat doe je? Het nummer en de omschrijving van de opdracht schrijf je hier op.
Tijd Hier komt nog niets…
Vul de kop van het formulier in: je naam, je nummer, de initialen van je begeleider en de datum van vandaag. Doe alle losbladige documenten in de ringband. Controleer aan de hand van het formulier of je alles hebt; kruis op het formulier aan welke materialen je hebt gekregen. Zet op alle boeken en kaarten je naam en je studentnummer. Zet je naam ook op de ringbanden. Gebruik de "afvinkvakjes" Als je verzameling compleet is onderteken je het in dit opdrachtenboek, formulier en lever je het in bij de dichtstbijzijnde zodat je kunt zien wat je docent; hij of zij tekent deze opdracht op de hebt afgewerkt en wat nog opdrachtenkaart "Start" af (die neem je dan dus wel niet! even mee!). Als er iets ontbreekt ga je naar de dichtstbijzijnde docent en vraagt hulp.
5
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Als je opdrachtenkaart is afgetekend, werk je de logboekkaart bij: Start
Wat doe je?
Tijd
De tijd waarop je aan de opdracht begint
Het nummer en de omschrijving van de opdracht schrijf je hier op.
Hier vul je nu in hoeveel minuten je met deze opdracht bezig bent geweest
Datum De datum van vandaag
Daarna ga verder met opdracht 2. Beoordeling De dichtstbijzijnde docent in het studielokaal beoordeelt deze opdracht. Hij of zij tekent alleen af als het formulier goed leesbaar is ingevuld, als alle materiaal is aangekruist en het formulier is ondertekend.
Opdracht 2: Studeren bij ICT-Flex In deze opdracht leer je hoe we bij ICT-Flex werken. Je leert wat je van de studie en de docenten kunt verwachten en wat de docenten van jou verwachten. Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, weet je hoe de zaken bij ICT-Flex werken. Je leert ook welke afspraken er gelden.
Wanneer toetsen? Je kunt de toets “Start” niet direct maken: je moet wachten tot een toetsuur. Als je het boekje “Studeren bij ICT-Flex” uit hebt moet je direct inschrijven voor de toets, maar je moet daarna niet gaan zitten wachten tot je de toets kunt doen.
Acties: Noteer op je logboekkaart dat je aan deze opdracht begint. Lees het boekje "Studeren bij ICT-Flex" helemaal Ga gewoon door met de volgende opdrachten. door. Maak aantekeningen (dat mag in het boek!) of markeer belangrijke dingen met een markeerstift. Noteer alle vragen die je hebt op een blad papier en ga met je vragen naar de dichtstbijzijnde docent. Maak voor jezelf een lijst met afspraken en regels, die je in het boekje tegenkomt. Schrijf je in voor de toets “Studeren ICT-Flex”. Noteer dag en tijd waarop je de toets gaat maken. Vul het formulier Registreren bij DOTS in; je vindt het achter in dit boekje.
6
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Tijdens de eerste toets: Registreer jezelf als student in DOTS (neem het ingevulde formulier “Registreren bij DOTS” mee!) Laat het formulier aftekenen door de docent in het toetslokaal. Het formulier bewaar je, want het moet in het dossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht). Maak de toets in het toetslokaal. Als de uitslag op het scherm staat, maak je een afdruk van het toetsresultaat. Deze afdruk moet in het dossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht). Als je voor de toets slaagt (je scoort tenminste 70%) tekent de docent in het toetslokaal de opdracht op de opdrachtenkaart af, maar alleen als je hem de uitslag op papier laat zien! Als je niet voor de toets slaagt doe je deze opdracht opnieuw, net zo vaak als nodig is om te slagen! Beoordeling Het percentage dat je haalt wordt genoteerd op de opdrachtenkaart; het minimum is 70%.
De toets twee keer gemaakt en nog niet geslaagd? Vraag de dichtstbijzijnde docent om hulp!
7
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Systemen gebruiken
Voor de volgende opdrachten heb je een computer met verbinding met het netwerk van het ICTLyceum en internet nodig.
Als je computer op jouw werkplek niet werkt, ga je naar de dichtstbijzijnde docent om dat te melden! De docent kan je met het probleem naar de Servicedesk van het ICT-lyceum sturen. Bij ICT-Flex kun je gebruik maken van een paar systemen. Je hebt die systemen vaak nodig en daarom is het verstandig nu te kijken of je deze systemen ook echt kunt gebruiken. Het zijn systemen waarbij je moet inloggen met jouw gebruikersnaam (dat is altijd je student-nummer) en een wachtwoord. De twee systemen waarom het gaat zijn: • •
Webmail Printen
De eerste keer dat je één van deze systemen gebruikt, log je in met de gegevens (inlognaam en wachtwoord) die in het document “ICT-gebruik” staan. Bij de hand houden dus! Noteer hier: Jouw username (= studentnummer en dat kun je niet veranderen Jouw eerste wachtwoord (= Dpostcode, postcode met spatie en kleine letters) Bedenk een nieuw wachtwoord van tenminste 8 tekens Alle Deltionsystemen werken met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord, behalve ons eigen toetssysteem DOTS. Het is handig als je ook in dat systeem dezelfde inloggegevens kiest!
8
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 3: Mailen met webmail ICT-Flex communiceert heel veel per mail. Iedere student heeft een Deltionmailadres, zodat iedereen kan mailen. Het gemakkelijkst gaat dat met behulp van de website www.deltion.nl. Hoe je webmail kunt gebruiken staat in het document “Over computers en zaken die er mee te maken hebben…”. Zorg dat je het bij de hand houdt! Acties: Noteer op je logboekkaart dat je aan deze opdracht begint Start de mail en log in. Niet Als je niet kunt mailen doe je dit: Schrijf op een papiertje precies welke reactie je van de computer krijgt; zet ook de inloggegevens en je naam op dat papier en lever het in bij de dichtstbijzijnde docent. Je kunt nu niet verder met deze opdracht. Zet dat op je logboekkaart en ga verder met de volgende opdracht. Later probeer je het opnieuw. Wel Als je wel kunt mailen doe je dit: Ga naar de dichtstbijzijnde docent en vraag zijn of haar mailadres. Stuur een testmail naar het mailadres van de dichtstbijzijnde docent. Ga naar de dichtstbijzijnde docent en vraag of jouw mail is aangekomen. Noteer het e-mailadres van de docent
………………………………………
[email protected]
En altijd… Werk je logboekkaart bij. Beoordeling Als jouw mail is aangekomen tekent de docent deze opdracht af.
9
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 4: Printen in het netwerk Om te kunnen printen moet je een Deltionpasje (D-card) hebben. Op dat pasje kun je geld storten bij de receptie. Je hebt dat nodig om te kunnen afdrukken op de netwerkprinters die je op een groot aantal plaatsen op de Deltioncampus vindt. Je bent niet verplicht de campusprinters te gebruiken (je mag ook thuis printen!), maar als je op school wilt printen kan dat alleen via de netwerkprinters met je Deltionpas. Je kunt bij het Deltion College alleen betaald printen. Zorg voor een goed saldo op je Deltionpas!
Acties: Noteer op je logboekkaart dat je aan deze opdracht begint Maak in WORD een testpagina, waarop in elk geval je naam en je studentnummer staan. Maak een afdruk van deze pagina op een van de campusprinters. Je gebruikt om te printen de gegevens (inlognaam en wachtwoord) die in het document “Over computers en zaken die er mee te maken hebben…” staan. Ga naar een campusprinter, toets op het kastje naast de printer het cijfer 8 en houd daarna je Deltionpas bij het kastje. Niet Als je niet kunt printen doe je dit: Schrijf op een papiertje precies welke reactie je van de computer krijgt; zet ook de inloggegevens en je naam op dat papier en lever het in bij de dichtstbijzijnde docent. Je kunt nu niet verder met deze opdracht. Zet dat op je logboekkaart en ga verder met de volgende opdracht. Later probeer je het opnieuw. Wel Als je wel kunt printen doe je dit: Ga met de afdruk van je testpagina naar de dichtstbijzijnde docent en laat de opdracht aftekenen. Laat de docent ook een paraaf op de afgedrukte testpagina zetten! De testpagina moet in het startdossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht). En altijd… Werk je logboekkaart bij. Beoordeling Als je een testpagina laat zien tekent de docent deze opdracht af. De testpagina (met paraaf van de docent) moet in het startdossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht).
10
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 5: Inloggen bij SportEC Zoals je weet, is sport een verplicht onderdeel van alle Deltionopleidingen. De sportafdeling van het Deltion College biedt je de mogelijkheid verschillende sporten te doen in "clinics". Je kunt voor de clinics inschrijven op de website van het SportEC (Sport Expertise Centrum). Acties Noteer op je logboekkaart dat je aan deze opdracht begint Start de web browser en ga naar www.sportkeuzedeltion.nl Log in met de gegevens (inlognaam en wachtwoord) die in het document “ICT-gebruik” staan. Niet Als je niet kunt inloggen doe je dit: Schrijf op een papiertje precies welke reactie je van de computer krijgt; zet ook de inloggegevens en je naam op dat papier en lever het in bij de dichtstbijzijnde docent. Je kunt nu niet verder met deze opdracht. Zet dat op je logboekkaart en ga verder met de volgende opdracht. Later probeer je het opnieuw. Wel Als je wel kunt inloggen kijk je rond op de SportEC-website. Noteer voor jezelf welke clinics je interessant vindt en wanneer die plaatsvinden. Op dit moment gaat het alleen om het inloggen, dus je hoef verder nog niets te doen! En altijd… Werk je logboekkaart bij. Beoordeling Als je kunt inloggen bij SportEC tekent de docent deze opdracht af. De docent kan je vragen te bewijzen dat je inderdaad kunt inloggen.
11
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Intermezzo
Je weet nu hoe er bij ICT-Flex gewerkt wordt en hopelijk kun je op alle systemen inloggen. Je weet wat je verplichtingen zijn, maar ook dat je vrijheden hebt: sommige dingen moeten, andere mag je zelf bepalen of zelfs kiezen. Vrijheid betekent wel dat je zelf moet gaan plannen en daarover gaat deze opdracht.
Let op! Je weet nu dat je al je activiteiten op je logboekkaart moet noteren. In dit opdrachtenboek laten we daarom vanaf nu deze twee regels weg: Noteer op je logboekkaart dat je aan deze opdracht begint. Werk je logboekkaart bij. Je weet ook waarvoor de opdrachtenkaart dient, dus dit zeggen we ook niet meer: Ga met je opdrachtenkaart naar de dichtstbijzijnde docent… Als je opdracht is goedgekeurd, laat je de opdrachtenkaart aftekenen.
Blijf je logboek goed bijhouden! De logboekkaart wordt aan het eind van deze serie opdrachten in je dossier opgenomen.
12
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Je studie plannen
Opdrachten 6: Workshop “Studieplanning” Een workshop is een bijeenkomst van een aantal studenten met een docent, waarin een bepaald onderwerp uit de studie wordt behandeld. Gedurende de eerste twee weken van een nieuw semester staat de workshop “Studieplanning” op de agenda. Dit is een verplichte workshop voor alle studenten. De workshop duurt ongeveer drie kwartier. Als je later in een semester bent begonnen kun je die workshop niet meer volgen. In dat geval bespreek je met je trajectbegeleider hoe je je opdrachten kunt plannen.
Wanneer en waar? Op verschillende plaatsen in het studielandschap van ICT-Flex kunnen aankondigingen hangen voor workshops. Daar staat ook bij hoe en waar je kunt inschrijven voor die workshops. Soms gaat dat met intekenlijsten, soms per mail en soms hoeft het helemaal niet. Let dus goed op de aankondigingen! Acties Lees de aankondiging van de workshop Studieplanning… Kies een datum… Ga naar de balie en schrijf je in voor de workshop op de gekozen datum en tijd*)… Voordat je naar de workshop gaat vul je het formulier Tijdsbesteding achter in dit boekje zo eerlijk mogelijk in… Ga op de afgesproken tijd naar de workshop… Zorg ervoor dat je je agenda, pen en papier bij je hebt én het ingevulde formulier Tijdsbesteding… en ook dit opdrachtenboek en de bijbehorende opdrachtenkaart… en doe actief aan de workshop mee. *) Als de workshop intussen is volgeboekt moet je een alternatief kiezen. Tijdens de workshop moet je een opdracht uitvoeren, die door de docent wordt beoordeeld. Het opdrachtformulier moet in het dossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht). Beoordeling Voor deze opdracht krijg je een handtekening op de opdrachtenkaart als je de workshop hebt bijgewoond en actief hebt meegedaan én het formulier Tijdsbesteding volledig is ingevuld.
Kom niet te laat, want als de workshop eenmaal begonnen is kom je er niet meer in! 13
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 7: Een plan maken Omdat je nu weet hoe het bij ICT-Flex werkt kun je nu beginnen met zelf je studie in te richten. Daarom mag je nu zelf bepalen in welke volgorde je de volgende opdrachten in dit opdrachtenboek gaat uitvoeren. Er is echter één voorwaarde: je moet vooraf een plan maken. Zo'n plan kun je natuurlijk alleen maken als je weet wat je te doen hebt. Acties: Kijk alle opdrachten in dit boek vanaf hier vluchtig door. Maak een plan van aanpak en zet dat op papier. Maak het plan niet te gedetailleerd: noteer alleen op welke dag je welke opdracht gaat inleveren. Je gebruikt daarvoor het formulier Studieplan Startopdrachten achter in dit boekje. Ga met je opdrachtenkaart naar de dichtstbijzijnde docent, laat hem je plan zien en volg zijn aanwijzingen op. Als je plan is goedgekeurd, laat je de opdrachtenkaart aftekenen. Het goedgekeurde plan, met de handtekening van de docent, moet in het dossier opgenomen worden (zie de laatste opdracht). Beoordeling Je krijgt een voldoende beoordeling als je een goed plan hebt gemaakt én je logboek goed hebt bijgewerkt.
14
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Kennismaken met…
In de volgende opdrachten ga je kennismaken met de docenten van ICT-Flex en met een aantal afdelingen van het Deltion College.
Opdracht 8: Wie is wie? Het is erg handig als je weet bij wie je moet zijn met vragen over alles wat met jouw toekomstige werk in de ICT te maken heeft. Wie kan je het beste advies geven over hardware? Waar moet je zijn als je wilt weten hoe je een website maakt? Wie heeft er verstand van Linux en wie kan een sollicitatiebrief nakijken? In deze opdracht moet je dat uitzoeken. Het resultaat is een overzicht van alle ICT-Flexdocenten en hun vakgebieden en specialismen. Je moet voor deze opdracht op de ICTFlexwebsite kunnen kijken. Acties Maak een lijst van wat je van een docent zou willen weten. Denk bijvoorbeeld aan… Persoonlijke gegevens (b.v. naam, e-mailadres) Achtergrond (b.v. opleidingen, persoonlijke omstandigheden) Ervaring (b.v. werkervaring, functies, bijbanen) Werkterrein Kennis, specialiteiten, voorkeuren Werk deze lijst voor jezelf uit. Je hoeft hem niet in te leveren. Ga naar de ICT-Flexwebsite en zoek informatie over de docenten; kijk van elke docent of je een antwoord op je vragen kunt vinden. Vul voor elke ICT-Flexdocent een “visitekaartje”in (er zijn een paar "reservekaartjes"): Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
15
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
16
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
17
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
Naam en afkorting e-mailadres vakken eigen website bijzonderheden
18
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 9: Kennismaken met jouw trajectbegeleider Met je trajectbegeleider moet je natuurlijk even persoonlijk kennismaken, maar voordat je dat doet moet je je voorbereiden. Dat doe je door op een formulier vragen voor hem of haar te beantwoorden. Doe dit zo snel mogelijk! Acties Vul het formulier Loopbaanplan achter in dit boekje in. Zoek je trajectbegeleider op en vraag of je een afspraak kunt maken voor een eerste begeleidingsgesprek. Laat je loopbaanplan aan hem zien, maar neem het (ondertekend) weer mee, want het moet in het startdossier opgenomen worden. Neem je opdrachtenkaart mee, zodat hij deze opdracht direct kan aftekenen. Problemen met zoeken? Weet je niet wie je hebben moet? Vraag de dichtstbijzijnde docent om hulp. Beoordeling Jouw eigen trajectbegeleider beoordeelt de opdracht met V(oldoende) als je je eerste begeleidingsgesprek hebt gehad en het formulier Loopbaanplan volledig heb ingevuld.
Docenten zijn niet alle dagen op school en je trajectbegeleider dus ook niet. Het is daarom goed een afspraak te maken. dat kan altijd het beste met een e-mailbericht: stuur een mailtje en vraag om een afspraak voor een kennismaking.
19
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Opdracht 10: Oriëntatie Je hebt niet alleen te maken met de docenten van ICT-Flex, maar ook met docenten en medewerkers van andere Deltion afdelingen. Aanwijzing In deze opdracht zie je steeds "Ga op zoek naar informatie…" staan. Op zoek gaan naar informatie of antwoorden betekent niet altijd dat je iets op internet moet opzoeken! Een boek, een tijdschrift of een krant raadplegen is ook informatie zoeken. En je kunt natuurlijk ook gewoon vragen… Acties Ga op bezoek (wel even netjes melden bij de docent) in het MIC en zoek antwoorden op de volgende vragen: Waar is het MICT te vinden? Wat betekent MICT?
Noem drie computertijdschriften die je in het MICT kunt lezen.
Wanneer is het MICT geopend?
Verken de Deltion website en Mijn Deltion (de link staat op de Deltion website) en zoek antwoorden op de volgende vragen: Waar haal je een formulier om een adreswijziging door te geven? In hoeveel termijnen kun je het schoolgeld betalen?
Noem drie bedrijven waar je met je Deltionkaart (D card) korting krijgt.
20
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Ga op zoek naar informatie over SportEC en vul de volgende tabel in: Waar is SportEC te vinden? Waar vind je de SportEC website? Welke activiteiten kun je bij SportEC doen? Noem er drie.
Wat is het e-mailadres van SportEC? Wanneer is SportEC geopend? Hoe geef je je op voor een activiteit bij SportEC?
Ga op zoek naar antwoorden op de volgende vragen over het SSC en nog wat zaken en vul ze in de tabel in: Waar vind je het SSC? Wat zijn de openingstijden van het SSC? Wat betekenen de letters SMR?
Noem twee leden van de SMR
Wat zijn de openingstijden van Grand Café Amadeus?
21
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Ga op zoek naar antwoorden op de volgende vragen en vul ze in de tabel in: Waar vind je het BPV-bureau van het ICT-Lyceum? Wie zijn de docenten op het BPVbureau? Wanneer is het BPV-bureau geopend? Wie is de decaan van ICT-Flex? Wie is de opleidingsmanager van het ICT-Lyceum?
Als je alle vragen beantwoord hebt, ga je met de antwoorden naar de dichtstbijzijnde docent om de opdracht te laten aftekenen. Beoordeling De docent tekent de opdracht af als je alle vragen hebt beantwoord. Hij neemt een steekproef om te kijken of je niet teveel fouten hebt gemaakt en hij kan je aanvullende vragen stellen voordat hij aftekent.
Vragen is ook een vorm van antwoorden zoeken!
22
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Instappen
Je krijgt nu een paar instaptoetsen. Deze toetsen worden gebruikt om je te helpen bij je studie. De uitslag van de toets bespreek je tijdens het eerste POP-gesprek met je trajectbegeleider. De toetsen doe je in het toets lokaal tenzij anders beschreven. Je moet je daarvoor inschrijven. Je weet inmiddels hoe dat moet.
Opdracht 11: Computerkennis De instaptoets " Computerkennis" gaat over kennis van begrippen uit de ICT, zoals hardware en software. Acties: Schrijf je in voor de toets Computerkennis op het inschrijfformulier bij de balie. Als je de toets gedaan hebt maak je een afdruk van je score. Deze afdruk bewaar je voor je dossier (zie de laatste opdracht). Kijk even of je naam er duidelijk op staat. Zo niet, schrijf hem er dan op! De docent in het toetslokaal tekent de opdracht af. Beoordeling Als je de hele toets gedaan hebt krijg je de uitslag van de toets en de percentages per categorie. De hoogte van de score is niet belangrijk. De docent tekent de opdracht af als je de toets zonder onderbreking en zonder hulp van anderen hebt gemaakt.
23
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
ICT in jouw omgeving
Als ICT-er kun je terechtkomen bij verschillende soorten werkgevers en niet alleen bij “echte” ICTbedrijven. "Echte" ICT-bedrijven zijn bedrijven die zich alleen maar met ICT bezighouden, zoals bijvoorbeeld bedrijven die… • • • • • • •
computers bouwen computers, software en toebehoren verkopen software maken netwerken aanleggen computers repareren websites ontwerpen en maken webruimte verhuren
Je kunt ook werk vinden bij bedrijven of instellingen die hun geld niet verdienen met ICT, maar wel ICT gebruiken om hun werk te kunnen doen. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn: • • • •
alle soorten bedrijven, groot en klein scholen ziekenhuizen gemeenten of andere overheidsinstellingen
Deze opdracht gaat over “echte” ICT-bedrijven én over ICT-gebruikers.
Opdracht 12: Op zoek naar ICT in jouw regio Maak met behulp van verschillende informatiebronnen (internet, telefoonboek, gele gids, bedrijvengidsen) een lijst van bedrijven (organisaties, instellingen) waar zoveel met ICT gebeurt, dat je er stage zou willen lopen of misschien zelfs wel zou willen werken. Je gaat op zoek naar: • •
ten minste 3 "echte" ICT-bedrijven (dat zijn bedrijven waarvan ICT de hoofdactiviteit is); ten minste 3 ICT-gebruikers (dat zijn bedrijven die gebruik maken van ICT, maar een hoofdactiviteit op een ander gebied hebben).
Het moeten bedrijven in jouw regio, dat wil zeggen in jouw woonplaats of niet meer dan 20 km daarvandaan. Aanwijzing Voordat je begint even dit: in het algemeen zijn de eisen die aan jouw werk gesteld worden zo duidelijk, dat je ook zelf kunt beoordelen of je aan die eisen voldoet. Dat geldt zeker voor de eisen die aan de vorm gesteld worden. Een competente beroepsbeoefenaar controleert zijn of haar werk zelf: Hij (of zij) kijkt altijd of hij aan de eisen heeft voldaan, voordat hij zijn werk inlevert. Daar moet jij ook een gewoonte van maken: je kijkt wat de eisen zijn, je gaat aan het werk en controleert of je aan de eisen voldoet, voordat je iets inlevert. Dat ga je in deze opdracht ook doen!
24
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Acties: Zoek 3 ICT-bedrijven en 3 ICT-gebruikers in jouw regio. Maak van elk bedrijf een korte beschrijving met daarin: Naam van het bedrijf en de adresgegevens Afstand van jouw huis tot het bedrijf in reistijd; geef aan of je de reistijd per auto of OV hebt uitgezocht. Gebruik een routeplanner om de afstand te achterhalen! Kies zelf of je de reistijd met het openbaar vervoer of per auto wilt vermelden. Activiteiten van het bedrijf Heeft het bedrijf een website? Vermeld dan het adres. Hoe ken je dit bedrijf? Als je het bedrijf niet kent, vermeld je dat. Ken je iemand die bij dit bedrijf stage heeft gelopen? Ken je iemand die bij dit bedrijf werkt? Waarvoor wordt ICT eigenlijk gebruikt? (denk aan databases, administratie, ontwerpen, verkoop enz.) Verwerk de gegevens die je gevonden hebt in een werkstuk dat voldoet aan de "Regels voor werkstukken". Vul bij je werkstuk een formulier Beoordeling Werkstuk "ICT in jouw regio" in. Je vindt het achter in dit boekje. Laat je werkstuk samen met het ingevulde beoordelingsformulier zien aan de dichtstbijzijnde docent. Hij tekent de opdracht en het formulier af. Je krijgt alles terug voor je dossier. Beoordeling Deze opdracht wordt door de docent afgetekend als je het werkstuk samen met het ingevulde beoordelingsformulier inlevert en het werkstuk voldoet aan de "Regels voor werkstukken". De docent beoordeelt de inhoud van het document niet (die bespreek je later met je trajectbegeleider). Als je werkstuk niet aan de regels voldoet, moet je het verbeteren tot het wel voldoet.
25
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Schrijfopdracht
Deze opdracht doe je voor de vakdocent Nederlands. Hij/zij kan aan de hand van jouw schrijfwerk bepalen wat je niveau als schrijver is. Hij gebruikt daarvoor het ERK, dat je in het boekje "Studeren bij ICT-Flex" hebt leren kennen.
Opdracht 13: Schrijfopdracht Dit is een schrijfopdracht, die met Word moet worden uitgevoerd. Het onderwerp is gemakkelijk: je schrijft over jezelf. Wat moet je schrijven? Je moet in elk geval opschrijven wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent. Verder moet je schrijven: Welke vooropleiding je hebt gevolgd; Welke werkervaring je hebt; Welke opleiding je volgt; Waarom je deze opleiding gekozen hebt; Je moet ook schrijven over jouw studievaardigheden: Kun je goed studeren? Waar studeer je? Waar en hoe maak je je huiswerk? Hoeveel tijd besteed je aan je studie (of ben je van plan eraan te besteden?) In welke dingen ben je goed, in welke niet? Tenslotte moet je schrijven over je toekomstplannen: Wat ben je van plan als je het diploma gehaald hebt? Heb je plannen om door te studeren? Zo ja, wat ga je studeren? Wat ga je doen als je klaar bent met je studie? Wil je je nog verder ontwikkelen en zo ja hoe ben je van plan dat te gaan doen? Wat mag je schrijven? Je mag alles over jezelf schrijven, bijvoorbeeld over: Je familie; Je woonplaats; De scholen waarop je hebt gezeten; Je hobby's Je vriend(in) Enzovoorts…
26
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Waaraan moet je denken? Bij het schrijven moet je letten op: • • • • •
Goede zinnen; Geen fouten in spelling en interpunctie; Goede indeling van je verhaal met een inleiding, een kern en een slot; Goede indeling van de tekst in alinea's; Nette lay-out (gebruik de regels voor werkstukken in het boekje "Studeren bij ICT-Flex”).
Acties: Schrijf je verhaal (let op: het moet een verhaal worden, geen opsomming van antwoorden op de vragen hierboven!) en sla de tekst op. Controleer of het verhaal aan de eisen voldoet (gebruik de afvinklijst hierboven, zodat je zeker weet dat wat er in het verhaal moet staan er ook werkelijk in staat). Zorg ervoor dat je naam en nummer volgens de regels op het werkstuk staan. Maak een afdruk van je werk. Neem het formulier Inschatting schrijfniveau (achter in dit boekje) en schat je eigen schrijfniveau in; op het formulier staat hoe je dat doet. Lever het formulier samen met de afdruk van je schrijfwerk in bij de vakdocent Nederlands. Je krijgt beide getekend terug voor je dossier. Beoordeling De docent Nederlands beoordeelt je verhaal en geeft je aanwijzingen. Met die aanwijzingen moet je (eventueel) je verhaal verbeteren. De vakdocent Nederlands beoordeelt vervolgens je schrijfniveau aan de hand van het werk dat je hebt ingeleverd. Je werk wordt afgekeurd als het niet aan de "Regels voor werkstukken" voldoet (Je kunt dat gemakkelijk zelf controleren, zie opdracht 15).
Let op! Alléén de docent Nederlands mag deze opdracht op je kaart aftekenen!
27
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Dossier samenstellen (portfolio-opdracht)
In je portfolio verzamel je bewijsstukken van wat je kunt. Het portfolio moet een indruk geven van jouw capaciteiten en competenties. Daarom bewaar je er alleen goed geslaagde werkstukken in. Als slot van deze startmodule ga je nu een portfolio-opdracht uitvoeren.
Opdracht 14: Dossier samenstellen Met de documenten die je in de vorige opdrachten hebt gemaakt of verzameld stel je nu het dossier samen. Acties Verzamel de documenten in deze volgorde: De helemaal afgetekende opdrachtenkaart START Het afgetekende Registratieformulier DOTS De afdruk van de uitslag van de toets START De afgetekende afdruk van de testpagina (printopdracht) Het afgetekende formulier Tijdsbesteding Afgetekende opdracht uit de workshop Studieplanning (eventueel) Het goedgekeurde studieplan Het afgetekende loopbaanplan De afgetekende toetsuitslag Nederlands en Rekenen De toetsuitslag Computerkennis Het werkstuk ICT in jouw regio Het afgetekende Beoordelingsformulier ICT in jouw regio De afgetekende schrijfopdracht Het afgetekende formulier Inschatting schrijfniveau De logboekkaart die je bij deze opdrachten hebt ingevuld Maak een voorblad met de titel van het dossier, je naam en je nummer. Vul het formulier Beoordeling Dossier in (je vindt het achter in dit boekje). Voeg die twee pagina's bij de documenten: het voorblad als eerste, het beoordelingsformulier als tweede blad. Bundel deze documenten tot een dossier, zodat het één geheel wordt. Je kunt het laten inbinden bij de Deltion huisdrukkerij als je het er mooi uit wilt laten zien, maar verplicht is dat niet. Lever het dossier in bij je trajectbegeleider, die op de opdrachtenkaart de laatste handtekening zet. Beoordeling De trajectbegeleider zet alleen zijn handtekening als het dossier compleet is; hij vult de kolom docent van het beoordelingsformulier in.
28
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Vlot van Start Formulieren
29
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Controleformulier Lesmateriaal Startpakket Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Kruis in de kolom Aanwezig aan welke lesmaterialen je hebt ontvangen: Materiaal 1
Ringband
2
Opdrachtenboek Vlot van Start
3
Opdrachtenkaart Start
4
Logboekkaart
Aanwezig
Ik verklaar dat ik de hierboven aangekruiste materialen die samen het startpakket vormen hebt ontvangen.
Handtekening student _________________________________________
Onderteken het formulier als je al het materiaal hebt ontvangen. Daarna lever je het in bij de dichtstbijzijnde docent, die de opdracht aftekent.
Akkoord docent _______________________ Dit formulier moet direct ingeleverd worden
30
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Registreren bij DOTS Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Om toetsen te kunnen maken moet je in het ICT-Flex toetssyteem DOTS geregistreerd zijn. Vul op dit formulier alle gegevens in en neem het bij de eerste keer dat je naar het toetslokaal gaat mee. Kies als gebruikersnaam je studentnummer en kies een wachtwoord dat je kunt onthouden. Het wachtwoord mag hetzelfde zijn als het wachtwoord dat je voor webmail gebruikt, maar dat hoeft niet (het is natuurlijk wel handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken!).
Jouw groepscode: ________________________
voornaam * tussenvoegsel achternaam * adres * postcode * plaats * email * gebruikersnaam * telefoonnummer * password * nogmaals password *
Akkoord docent na verwerking in DOTS: ___________________ Dit formulier moet in het startdossier opgenomen worden
31
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Tijdsbesteding Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Hoeveel tijd besteed je per week aan de volgende activiteiten? Geef een zo goed mogelijke schatting in hele uren voor een “normale” week. Ma
Di
Woe
Do
Vr
Za
Zo
24
24
24
24
24
24
24
Lesuren school Reizen Huiswerk Werk Verplichtingen Totaal ingepland Totaal beschikbaar Vrije ruimte
Toelichting: De lesuren zijn de uren die je volgens je rooster op school moet zijn. Let op: het gaat hier om klokuren, niet om lesuren (een lesuur is 45 minuten, een hele dag school is 8,5 uur en dat rond je af naar 9 klokuren). Bij reizen schat je de reistijd naar en van school, ook weer afgerond naar hele uren. Voorbeeld: als je in tien minuten bij school bent kost je dat per dag dus 20 minuten en daar maak je dan 0 uren van. Als je 40 minuten nodig hebt om naar school te komen, kost het reizen je 80 minuten per dag. Dat rond je dan af naar 1 uur. Bij huiswerk vul je in hoeveel tijd je thuis aan werk voor school besteedt of denkt te gaan besteden. Maak er weer hele uren van! Als je een (bij)baan hebt vul je bij werk in hoeveel tijd (in hele uren) die baan je kost. Bij verplichtingen zet je de uren die je kwijt bent aan bijvoorbeeld een vereniging (trainen, wedstrijden) of voor andere activiteiten waartoe je je verplicht hebt. In Totaal ingepland tel je de uren op. Het verschil tussen dit totaal en de 24 uur die een dag Totaal beschikbaar heeft, vul je bij vrije ruimte in. De vrije ruimte is beschikbaar voor rust (ook slapen kost tijd) en voor andere activiteiten.
32
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Akkoord docent _______________________ Dit formulier gaat in het dossier
33
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Studieplan Startopdrachten Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Plan hier de resterende opdrachten van de opdrachtenkaart Start: Nr
Onderwerp
Wanneer doen?
8
Wie is wie?
9
Kennismaken met je begeleider
10
Oriëntatie
13
Instaptoets Computerkennis
14
ICT in jouw regio
15
Schrijfopdracht
16
Dossier samenstellen en inleveren (P)
Wanneer inleveren?
En als een of meer van de volgende opdrachten nog niet gelukt is, plan je die ook: Nr
Onderwerp
Wanneer doen?
2
Toets van Studeren bij ICT-Flex
3
Mailen met webmail
4
Printen in het netwerk
5
Inloggen bij Sport
6
Workshop studieplanning
Wanneer inleveren?
Akkoord docent: _____________________ Bewaar het plan want het moet in het dossier opgenomen worden
34
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Loopbaanplan Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Invullen Beantwoord de vragen hieronder zo eerlijk mogelijk. Kruis jouw keuze duidelijk aan. Denk eraan: dit is geen toets, maar de voorbereiding van een gesprek met je studieloopbaan-begeleider!
Doel Is een baan als ICT-er jouw doel? Ja, ik wil niets anders Ja, maar iets anders zou ook kunnen Ja, maar ik twijfel wel een beetje Ik twijfel heel erg Nee, liever niet Absoluut niet
Beroepsbeeld Heb je een beeld van je toekomstige beroep als ICT-er? Ja, ik weet precies wat het beroep inhoudt Ja, ik heb een redelijk beeld van wat het beroep inhoudt Ik weet wel zo'n beetje wat het beroep inhoudt Het is mij niet erg duidelijk wat het beroep inhoudt Ik heb geen idee wat het beroep inhoudt
Opleidingsdoel Wat is je hoogste opleidingsdoel bij ICT-Flex? Een niveau-2 diploma halen en dan werk zoeken Diploma niveau 3 halen en dan werken Een niveau-4 diploma halen en dan naar het HBO Diploma Systeembeheerder niveau 4 en dan werken Diploma Netwerkbeheerder niveau 4 en dan werken Diploma Applicatieontwikkelaar niveau 4 en dan werken
Tijdspad In welk jaar wil je je diploma’s halen?
35
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Werk Als je tijdens je studie een baan kunt krijgen, neem je die dan aan? Ja, altijd Waarschijnlijk wel, maar pas als ik mijn diploma heb Waarschijnlijk wel, als ik als BBL-er verder kan leren Waarschijnlijk wel, maar pas als ik mijn diploma heb en als BBL-er verder kan leren Waarschijnlijk niet Zeker niet Ga je in dit schooljaar zelf actief zoeken naar een baan? Ja Ik denk het wel Ik denk het niet Nee
Eigen bedrijf Zou je een eigen bedrijf in de ICT willen hebben? Ja Liefst wel, maar ik twijfel Ik denk het niet, maar ik aarzel Nee
Belangstelling Wat lijkt je het leukste in je beroep als Medewerker Beheer ICT? Geef je voorkeur aan met een nummer (1 = dat lijkt me het leukste). Op de laatste regel mag je zelf iets invullen. Kerntaak
Voorkeur
Computers bouwen, netwerken aanleggen en hardwarestoringen oplossen Software installeren en zorgen voor goede instellingen Mensen helpen met hun computerproblemen Leiding geven Programmeren Informatiesystemen ontwikkelen
Akkoord docent _______________________
36
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Dit formulier gaat in het dossier
37
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Beoordeling Werkstuk "ICT in jouw regio" Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Invullen Controleer of je aan de eisen hebt voldaan en kruis dat aan in de kolom "student". De kolom "docent" laat je leeg, daar kan de beoordelende docent zijn oordeel aangeven. Student Eis
nee
ja
docent nee
ja
Ik heb een voorblad gemaakt met de titel van het werkstuk Ik heb twee hoofdstukken gemaakt Ik heb een inhoudsopgave gemaakt met paginanummers Ik heb alle pagina's genummerd Mijn naam en nummer staan op alle pagina's in de kop of voet Ik heb een zakelijk lettertype gebruikt Ik heb voor de tekst een letter van 10 of 11 pt. Gebruikt Ik heb nergens onderstreept Ik heb de hoofdstukken een kop gegeven van maximaal 18 pt. Ik heb de tekst ingedeeld met goed zichtbare kopjes Ik heb de kopjes niet groter gemaakt dan 14 pt. Ik heb alle bronnen precies vermeld Ik heb het werkstuk gecontroleerd met de spellingcontrole
Als je op een of meer van deze vragen "nee" hebt geantwoord, weet je dat je werk afgekeurd wordt!
Akkoord docent _______________________ Dit formulier gaat in het dossier
38
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Inschatting schrijfniveau Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Invullen Schat je eigen taalniveau in door een kruisje te zetten in de kolom Jij. Begin onderaan (bij niveau A1) en zet een kruisje als je denkt dat je aan de eisen voldoet. Dan ga je een regel naar boven (niveau A2) en kruist dat aan als je denkt dat je ook aan die eisen voldoet. Zo ga je verder tot je op het niveau komt waarop je géén kruisje meer kunt zetten. De kolom Docent vul je niet in. Niveau
Beschrijving
Jij
4F
Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
3F
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb.
2F
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
1F
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier
Docent
Akkoord docent _______________________ Dit formulier gaat in het dossier
39
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
Beoordeling startdossier Naam
Nummer
Begeleider
Datum
Invullen Kruis in de tabel hieronder in de kolom student aan welke documenten in het dossier zitten. Doe ze in de volgorde hieronder in het dossier. De kolom docent laat je leeg! Document
student
docent
Voorblad met titel, naam en nummer Dit beoordelingsformulier Opdrachtenkaart START Het afgetekende Registratieformulier DOTS De afdruk van de uitslag van de toets START De afgetekende afdruk van de testpagina (printopdracht) Het afgetekende formulier Tijdsbesteding Afgetekende opdracht uit de workshop Studieplanning Het goedgekeurde studieplan Het afgetekende loopbaanplan De afgetekende toetsuitslag Nederlands De toetsuitslag Computerkennis Het werkstuk ICT in jouw regio Het afgetekende Beoordelingsformulier ICT in jouw regio De afgetekende schrijfopdracht Het afgetekende formulier Inschatting schrijfniveau De logboekkaart die je bij deze opdrachten hebt ingevuld Als een of meer documenten ontbreken is het dossier niet compleet en de opdracht niet voldoende uitgevoerd.
Akkoord trajectbegeleider _______________________ Dit formulier gaat in het dossier.
40
Opdrachtenboek Module Start | ICT-Flex Niveau 2, 3 en 4 | Cohort 2013
41