Onderwijs- en examenreglement Cibap Pro niveau 4, vanaf cohort

Onderwijs- en examenreglement Cibap Pro niveau 4, vanaf cohort 2012-2013

! ! Dit is de Onderwijs- en Examenregeling van Cibap vakschool voor verbeelding. Deze OER gaat in met de start van het studiejaar 2015-2016 en vervangt de voorgaande regelingen. Laatst bijgewerkt: 10 november 2015

Inhoud 1.!

Onderwijsvisie

2.! De opleidingen 3.! Studieduur/studielast 4.! Voortgangsfase: fase 1 en 2/3 4.1.! Werkwijze 4.2.! Beoordeling algemeen 4.3.! Cesuur 4.3.1. Cesuur fase 1 4.3.2. Cesuur versnellen van fase 1 naar fase 2/3 4.3.3. Cesuur fase 2/3 4.3.4. Cesuur versnellen van fase 2 naar fase 3 4.3.5. Cesuur toelating fase 4 4.4.! Studieoordelen 4.5.! Beroep en bezwaar in voortgangsfase 4.6.! Evaluatie 5.! Examenfase: fase 4 5.1.! Werkwijze examenfase 2015-2016 5.2.! Projectdeel 5.3.! Theorie-examens 5.4.! Examenfase 2016-2017 5.5.! Examenplan 5.6.! Afname en beoordeling van examenonderdelen 5.7.! Vaststelling geslaagd/gezakt/herkansing 6.! Examenreglement 6.1.!

Examencommissie

6.2.! Examenbureau 6.3.! Uitslag 6.4.! Geheimhouding 6.5.! Vrijstelling 6.6.! Afwijkende examencondities 6.7.! Inzagerecht, bewaartermijn, recht op bespreking 6.8.! Fraudebepalingen 6.9.! Onvoorziene omstandigheden 6.10.! Bezwaar en beroep


! ! Hoofdstuk 1. Onderwijsvisie Kijk hiervoor op onze website bij het blok algemene informatie over onze organisatie, www.cibap.nl/cibap

Hoofdstuk 2. De opleidingen Alle opleidingen op het Cibap staan beschreven in Kwalificatiedossiers (KD). Deze kwalificaties zijn landelijk vastgesteld door het onderwijs en het bedrijfsleven samen. In de KD’s worden de eisen beschreven waaraan een student voor zijn examinering moet voldoen. De kwalificatiedossiers staan op de site: http://kwalificaties.s-bb.nl/ Hier staat per cohort de meest actuele versie. De volgende kwalificaties worden op het Cibap aangeboden:

Opleiding

CreboNummer

Dossier

Uitstroom

Cibap afkorting

Fase 1 Propedeuse ontwerp en ruimte Fase 1 Propedeuse Ontwerp en vakmanschap Fase 1 Propedeuse Ontwerp en vakmanschap Fase 1 Propedeuse Ontwerp en vakmanschap Fase 1 Propedeuse Ontwerp en Media Fase 1 Propedeuse Ontwerp en Media Fase 2/3/4 Ontwerp en ruimte

25212

Ruimtelijke vormgeving

Ruimtelijk Vormgever

PO

25052

Creatief vakmanschap

Ontwerpend meubelmaker

PO

25051


Ontwerpend Leer- en textielverwerker

PO

92741

Specialist schilderen

Specialist decoratie en restauratie

PO

25200

Mediaredactie

Mediaredactiemedewerker

PO

25201

Mediavormgeving

Mediavormgever

PO

91541

Stand-, winkel- en decorvormgeving

RV

Fase 2/3/4 Ontwerp en ruimte

91542

Vormgever productpresentatie

RP

Fase 2/3/4 Ontwerp en ruimte Fase 2/3/4 Ontwerp en media

94524

Kleur- en interieuradviseur

RI

90403

Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud Mediavormgever

Grafische vormgeving

OM

Fase 2/3/4 Ontwerp en media

90401

Mediavormgever

Animatie/audiovisuele vormgeving

OM

Fase 2/3/4 Ontwerp en media Fase 2/3/4 Ontwerp en vakmanschap Fase 2/3/4 Ontwerp en vakmanschap Fase 2/3/4 Ontwerp en vakmanschap

90404

Mediavormgever

Interactieve vormgeving

MI

92741

Specialist schilderen

Specialist decoratie en restauratie

VR

94521

Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud

Calculator/ onderhoudsspecialist

VMM

93686


Ontwerpend meubelmaker

VM


! !

Hoofdstuk 3. Studieduur/studielast Een cursusjaar telt gemiddeld 40 weken van 40 studiebelastingsuren (sbu’s) studie, totaal een studielast van 1600 uren per cursusjaar. Het cursusjaar is opgedeeld in periodes 4 periodes van 10 weken. Op de begeleidingstabellen, die ook op de Cibap-site te vinden zijn, vind je het aantal begeleide uren per week. Daarnaast moet de student een aantal uren aan opdrachten en huiswerk besteden. Het aantal uren les en het werken aan opdrachten en huiswerk maakt samen 1600 sbu per cursusjaar.


! ! Hoofdstuk 4. Fase 1 en 2/3, voortgangsfase 4.1. Werkwijze Voor de aanpak en planning van alle projecten in fase 1 en 2/3 maken de studenten gebruik van de onderdelen die beschreven staan in “Hoezo Pro”. Hierin staan de volgende onderdelen aangegeven: onderzoeken, plannen, realiseren (ontwerpen/uitvoeren), controleren en evalueren. De projectbegeleider begeleidt de studenten in dit proces. De projectbegeleider in fase 1 is nog redelijk sturend, terwijl de projectbegeleider in fase 2/3 meer coachend optreedt. De projecten in fase 1 worden gestructureerder aangeboden door meer ruimte te geven aan de zogenoemde kern- en basisvakken. Bovendien zal in fase 1 de lessentabel intensiever zijn dan in de volgende fasen. In fase 2/3 is de verhouding verschoven naar meer ruimte voor projectdelen, waarbij meer zelfstandigheid van de student verwacht wordt. Kerndeel, basisdeel en projectdeel: De lessen zijn verdeeld in een kerndeel, basisdeel en een projectdeel. Het kerndeel omvat taalvaardigheden en algemene rekenvaardigheden. Het basisdeel verschilt per opleiding of domein. Hierin zijn de vakken te vinden die zich richten op de Cibap kerncompetenties: ondernemendheid, vakmanschap, creativiteit, communicatie en omgevingsbewustzijn In het projectdeel levert de student een aantal producten op, waarin hij aantoont het geleerde uit het basisdeel op een goede manier te kunnen toepassen. De opdrachten binnen het projectdeel zijn verschillend per opleiding en staan beschreven in een projectboek. Loopbaan & burgerschap wordt gegeven volgens de leerlijn van het Cibap.

4.2. Beoordeling algemeen Gedurende een projectperiode is er voor iedere student een tussenschouw. Hierin wordt het eerste deel van zijn project besproken zoals onderzoek, analyse en eerste ontwerpen. Het opleidingsteam bepaalt van tevoren of de tussenschouw een signalerende functie heeft of dat er onderdelen worden beoordeeld. Een periode eindigt met een eindschouw. Voor deelname aan de eindschouw moet de student voldaan hebben aan de eisen die in het betreffende project aan de basisvakken zijn gesteld. Deze eisen voor deze basisvakken worden door het team vastgesteld en bij aanvang van het project met de student gecommuniceerd. Als een student niet voldaan heeft aan deze eisen, mag hij wel deelnemen aan een schouw, maar bepaalt het onderwijsteam of de resultaten meetellen. Een student mag altijd tussenschouwen. De student mag niet deelnemen aan de eindschouw als deze 15% of meer ongeoorloofd verzuim heeft in de betreffende periode. Niet schouwen of een schouw onvoldoende afsluiten, kan studievertraging opleveren Fase 1: Beoordeling tijdens de schouw(en) vindt plaats op basis van de Cibap Kerncompetenties. Hieronder liggen de algemene MBO competenties. Deze Cibap Kerncompetenties hebben een vertaalslag naar de werkprocessen uit de kwalificatiedossiers, die in de hogere fases gebruikt worden. Tijdens de schouw worden beoordelingen gegeven op deze Cibap Kerncompetenties met een Onvoldoende, Voldoende of Goed. Alle Kerncompetenties komen aan bod in een periode. Fase 2/3 Beoordeling tijdens de schouw(en) vindt plaats op basis van de werkprocessen en kerntaken uit het kwalificatiedossier. Hieronder liggen de algemene MBO competenties. Tijdens de schouw worden beoordelingen gegeven op deze werkprocessen/ kerntaken met 1, 2 of 3 punten Het totaalpercentage behaalde punten geeft aan of de student voldoet aan de gestelde eisen. Alle werkprocessen komen aan bod in een periode.

4.3. Cesuur 4.3.1. Cesuur Fase 1 Fase 1 Beoordeling projectdeel De eerste fase is opgedeeld in twee semesters. Het eerste semester heeft een orienterend karakter. De student wordt daarin beoordeeld op Cibap Kerncompetenties: Ondernemendheid, Creativiteit, Communicatie, en Omgevingsbewustzijn. Dit gebeurt deels in de schouw, deels in de lessen voorafgaand aan de schouw. Op Vakmanschap wordt feedback gegeven tijdens de lessen. In het tweede semester wordt ook Vakmanschap beoordeeld tijdens de schouw. De student krijgt voor elke Cibap Kerncompetentie een gemiddeld oordeel: Onvoldoende, Voldoende of Goed. Voor overgang naar fase 2 moeten Creativiteit en Vakmanschap elk afzonderlijk minimaal gemiddeld voldoende zijn, gerekend over vier periodes. Daarnaast moet één van de drie andere competenties (Ondernemendheid, Communicatie en Omgevingsbewustzijn) ook voldoende zijn, gerekend over vier periodes. Fase 1 Beoordeling Basisdeel Ook bij de basisvakken wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de Cibap Kerncompetenties. De beoordeling wordt meegenomen bij de eindschouw. Mocht het team besluiten dat er bepaalde basisvakken voorwaardelijk zijn voor de schouw, dan moeten ze de student daar voorafgaand aan de periode schriftelijk van op de hoogte stellen.


! ! Fase 1 Beoordeling Kerndeel Bij de lessen Nederlands, Engels en rekenen komen in principe alle taalgebieden en rekendomeinen aan de orde. Voor Nederlands en Engels moet gemiddeld een 5,5 of hoger worden gehaald op de toetsen of gevraagde producten, gerekend over vier periodes. De beoordeling vindt plaats tijdens de les. Voor rekenen geldt een 4,5 zolang het cijfer voor het centraal examen rekenen niet meetelt voor diplomering. Studenten die een rekentraject volgen bij de remedial teacher hebben hiermee voldaan aan de inspanningsverplichting t.a.v. rekenen.

4.3.2. Cesuur voor versnellen van fase 1 naar fase 2/3 Wanneer studenten kunnen versnellen, wordt dat vastgesteld en schriftelijk vastgelegd in een teamvergadering, in nauw overleg met de studiebegeleider, niet eerder dan na afloop van periode 1.1. Het versnellen zelf vindt plaats na periode 1.2 bij de start van semester 2.

Projectdeel Een student kan versnellen als voor het projectdeel hij voldaan heeft aan de volgende eisen: •! De verdiepingsopdrachten zijn voldoende gedaan. •! Creativiteit en Communicatie en Vakmanschap wordt beoordeeld tijdens de schouw van 1.2 door de schouwdocenten. Bij deze schouw is een docent van een fase 2/3 team aanwezig. •! Vier van de vijf Cibap Kerncompetenties moeten minimaal gemiddeld voldoende zijn over de twee periodes. •! Voor Creativiteit en Ondernemendheid moeten zowel in periode 1 als in periode 2 minimaal een Voldoende gescoord worden. •! Voor Vakmanschap moet minimaal een Goed gescoord worden.

Basisdeel Hiervoor gelden in elk geval de reguliere eisen die op het moment van versnellen aan iedere student aan het eind van fase 1 worden gesteld. Het is mogelijk dat de student door middel van zelfstudie of extra opdrachten zijn kennis en/of vaardigheden moet vergroten. De studiebegeleider bespreekt met de student of de extra eisen realistisch en haalbaar zijn. Het definitieve besluit wordt genomen door de teammanager. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Kerndeel Wil een student versneld van fase 1 naar fase 2, dan zal voor rekenen, Nederlands en Engels voldoende niveau moeten zijn aangetoond. Dat betekent gemiddeld een 5,5 voor de aangeboden (toets)producten bij Nederlands en Engels en een 4,5 bij rekenen. Daarnaast heeft hij bij Niveautest voor Nederlands (TNT) drie testonderdelen minimaal op 2F2, voor de Niveautest Rekenen (RNT) drie testonderdelen op minimaal 2F2 en voor Niveautest Engels (LLA) drie testonderdelen op minimaal A2.1 Het is mogelijk voor de laatstgenoemde toetsen een andere vergelijkbare erkende taal- of rekentoets te gebruiken. Studenten die een rekentraject volgen bij de remedial teacher hebben hiermee voldaan aan de inspanningsverplichting t.a.v. rekenen. Loopbaan & Burgerschap Alle opdrachten uit fase 1 volgens de leerlijn van Loopbaan & Burgerschap moeten gemiddeld voldoende zijn gedaan. Een student kan alleen versnellen wanneer hij niet meer dan 15% ongeoorloofd afwezig is.


! ! 4.3.3. Cesuur Fase 2/3 Fase 2/3 Beoordeling projectdeel Bij fase 2/3 wordt beoordeeld aan de hand van scores per kerntaak aan de hand van de onderliggende werkprocessen. Ieder werkproces kent een aantal criteria waarvoor 1, 2 of 3 punten worden gegeven. 1 punt is onvoldoende voor een fase 2 student, 2 is op het niveau van een fase 2 student en 3 is op het niveau van een fase 3 student. Alle te behalen punten worden bij elkaar opgeteld en leveren een eindscore per kerntaak voor het project. Heeft de student een score van 60% van de maximaal te behalen punten, dan betekent dit fase 2-niveau. Als de student 90% van het maximaal te behalen punten per kerntaak heeft, is het project op fase 3 niveau aangetoond. Bij 80% of minder per kerntaak heeft hij het project niet op fase 3 aamgetoond. Bij een score tussen de 80 en 90% kan het team de ingevulde scores heroverwegen. Mogelijkheid extra taak Een student in fase 2/3 die in het project voor één kerntaak tussen de 80 en 90% van de punten scoort en daarmee zijn mogelijkheden voor de examenfase niet heeft aangetoond, kan voor deze kerntaak in aanmerking komen voor een extra taak. De taak wordt door het onderwijsteam geformuleerd en vastgesteld. De extra taak zal in een schoolvakantie op school moeten worden uitgevoerd. Fase 2 en fase 3 Basisdeel Voorafgaand aan elke eindschouw wordt bepaald of de student heeft voldaan aan de voorwaarden uit het Basisdeel. Het team beslist welke cesuur ze voor de basisvakken stelt voor haar studenten. Van belang is dat studenten voorafgaand aan het project schriftelijk op de hoogte zijn gebracht van deze cesuur. Fase 2 en fase 3 Kerndeel Bij de lessen Nederlands, Engels, Duits en rekenen komen in principe alle taalgebieden en rekendomeinen aan de orde. Voor Nederlands, Engels en Duits moet gemiddeld een voldoende (5,5 of hoger) worden gehaald op de toetsen of gevraagde producten, gerekend over vier periodes. Voor rekenen is dit een 4,5 zolang het centraal examen rekenen nog niet meetelt voor diplomering. Het is raadzaam rekening te houden met het feit dat de eerste centrale examens voor Nederlands Lezen/Luisteren, Engels Lezen/Luisteren en rekenen in fase 3 worden aangeboden. Deze centrale examens zijn voor Nederlands en rekenen op niveau 3F en voor Engels op niveau B1. Studenten kunnen deze examens herkansen in fase 4. Studenten die een rekentraject volgen bij de remedial teacher hebben hiermee voldaan aan de inspanningsverplichting t.a.v. rekenen.

Fase 2 en 3 Loopbaan & Burgerschap Alle opdrachten in de schoolloopbaan van een student maken deel uit van de leerlijn voor Loopbaan en burgerschap. Deze leerlijn is gebaseerd op het document Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap vanaf schooljaar 2012. Voor elke fase moet de student aan de inspanningseisen gesteld in de leerlijn hebben voldaan. Fase 2/3 BPV Voor de beroepspraktijkvorming gelden de volgende eisen: 1 1. aantal uren moet behaald zijn conform de goedgekeurde begeleidingstabellen ) 2. het functioneren in de BPV moet vakinhoudelijk voldoende zijn 3. het functioneren in de BPV moet met betrekking tot sociale omgang voldoende zijn 4. alle schoolopdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten 1 ) Wanneer het aantal BPV-uren niet is behaald leidt dit tot een uitgestelde BPV ter grootte van het aantal nog te maken BPV-uren.


! ! 4.3.4. Cesuur versnellen in fase 2/3 Wanneer studenten kunnen versnellen wordt dat vastgesteld en schriftelijk vastgelegd in een teamvergadering, in nauw overleg met de studiecoach, niet eerder dan na afloop van periode 2.1. Projectdeel De student moet twee maal een project op fase 3-niveau afsluiten, om door te kunnen naar de examenfase. Deze twee projecten hoeven niet in hetzelfde semester te vallen. Als de student 90% van het maximaal te behalen punten per kerntaak heeft, is het project op fase 3 niveau aangetoond. Bij 80% of minder per kerntaak heeft hij het project zeker niet op fase 3 aangetoond.

Mogelijkheid extra taak Een student in fase 2/3 die in het project voor één kerntaak tussen de 80 en 90% van de punten scoort en daarmee zijn mogelijkheden voor de examenfase niet heeft aangetoond, kan voor deze kerntaak in aanmerking komen voor een extra taak. De taak wordt door het onderwijsteam geformuleerd en vastgesteld. De extra taak zal in een schoolvakantie op school moeten worden uitgevoerd. Basisdeel Hiervoor gelden in elk geval de reguliere eisen die op het moment van versnellen aan iedere student in fase 2 worden gesteld. Het is mogelijk dat de student door middel van zelfstudie of extra opdrachten zijn kennis en/of vaardigheden moet vergroten. De studiecoach bespreekt met de student of de extra eisen realistisch en haalbaar zijn. Het definitieve besluit wordt genomen door de teammanager. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Kerndeel Heeft een student in fase 2 het projectdeel op fase 3 afgesloten dan kan de student overgeplaatst worden naar een fase 3 klas of groep. Voor Nederlands, Engels en Duits geldt dat voor de aangeboden toetsen/opdrachten tenminste een voldoende (5,5) moet zijn behaald. Voor rekenen is dit een 4,5. Daarnaast heeft hij bij Niveautest voor Nederlands (TNT) drie testonderdelen minimaal op 2F2, voor Rekenen (RNT) drie testonderdelen op minimaal 2F2 en voor Engels (LLA) drie testonderdelen minimaal op A2.1. Het is mogelijk voor de laatstgenoemde toetsen een andere vergelijkbare erkende taal- of rekentoets te gebruiken. Het is raadzaam rekening te houden met het feit dat de eerste centrale examens voor Nederlands Lezen/Luisteren, Engels Lezen/Luisteren en rekenen in fase 3 worden aangeboden. Deze centrale examens zijn voor Nederlands en rekenen op niveau 3F en voor Engels op niveau B1 (Spreken, Gesprek en Schrijven is Engels examenniveau A2). Studenten kunnen deze examens herkansen in fase 4. Studenten die een rekentraject volgen bij de remedial teacher hebben hiermee voldaan aan de inspanningsverplichting t.a.v. rekenen. Loopbaan & Burgerschap Alle opdrachten uit fase 2 en 3 volgens de leerlijn van Loopbaan & Burgerschap moeten gemiddeld voldoende zijn gedaan.

Versnellen is vaak maatwerk. Daarom zal er, op het moment dat mogelijkheid tot versnellen ontstaat, te allen tijde een duidelijk advies door de studiecoach gegeven worden. Hierin zullen scenario’s benoemd worden voor verder studieverloop. In dit scenario worden een aantal zaken benoemd, zoals gevolgen van de versnelling met betrekking tot BPV en examinering en het te verwachten tijdspad van het studieverloop. Een student kan alleen versnellen wanneer hij niet meer dan 15% ongeoorloofd afwezig is.


! ! 4.3.5. Cesuur voor toelating fase 4 (examenfase) Projectdeel De student heeft in twee projecten per kerntaak minimaal 90% van de maximale score behaald. Kerndeel Voor Nederlands, Engels en Duits moeten alle opdrachten/toetsen voor fase 3 gemaakt zijn en met gemiddeld voldoende (5,5) zijn afgesloten. Voor rekenen moeten alle gevraagde opdrachten en toetsen volgens de leerlijn rekenen worden gemaakt. Daarnaast heeft hij bij Taal Niveautest TNT voor Nederlands drie testonderdelen op 3F, voor Engels LLA drie testonderdelen op A2. Het is mogelijk voor de laatstgenoemde toetsen een andere vergelijkbare erkende taal- of rekentoets te gebruiken. Indien van toepassing wordt voor Duits een erkende toets gebruikt, waarbij minimaal 3 onderdelen op ERK niveau A2 moeten zijn aangetoond. De uitslagen van de gemaakte centrale examens die op dat moment al gedaan zijn worden meegenomen in de afweging. Loopbaan & Burgerschap Alle opdrachten uit fase 2 en 3 volgens de leerlijn van Loopbaan & Burgerschap moeten gemiddeld voldoende zijn gedaan.

BPV: voor de beroepspraktijkvorming gelden de volgende eisen: 1 1. aantal uren moet behaald zijn de goedgekeurde begeleidingstabel ) 2. het functioneren in de BPV moet vakinhoudelijk voldoende zijn 3. het functioneren in de BPV moet met betrekking tot sociale omgang voldoende zijn 4. alle schoolopdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten 1 ) Wanneer het aantal BPV-uren niet is behaald leidt dit tot een uitgestelde BPV ter grootte van het aantal nog te maken BPV-uren.


! ! 4.4. Studieoordelen voor fase 1 en 2/3 Op basis van de resultaten, vastgesteld tijdens de schouw wordt tijdens de voortgangsvergadering/resultatenbespreking een studieoordeel gegeven. Het studieoordeel is een bindend oordeel. Dit studieoordeel kan zijn: Studieoordeel 1: De student voldoet aan de gestelde eisen. Studieoordeel 2: De student moet verbeteracties formuleren voor de komende periode. Studieoordeel 3: Er is twijfel over inzet, motivatie of beroepsgeschiktheid. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gesteld van dit studieoordeel. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Studieoordeel 4: De student houdt zich niet aan de afspraken die gemaakt zijn op basis van een eerder studieoordeel. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gesteld. De student wordt uitgeschreven. De studiecoach of de studiebegeleider informeert, begeleidt, signaleert, stuurt en archiveert het onderwijs leerproces van de student. De studiecoach bespreekt met de student de studievoortgang en de daaruit voortvloeiende vervolgstappen. De regie voor het overleg ligt bij bij de studiecoach. Bij het overleg kunnen de ouders/verzorgers, docenten/projectbegeleider, de BPV begeleider en mogelijk een deskundige vanuit het SBB betrokken zijn.

4.5. Beroep en bezwaar Wanneer een student het niet eens is met het gegeven studieoordeel, dan bespreekt hij dit eerst met de studiecoach of studiebegeleider. Heeft de student hierna zijn mening niet bijgesteld, dan kan de student schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het toegekende studieoordeel. Het bezwaar wordt uiterlijk 5 werkdagen nadat het studieoordeel is gegeven en het gesprek met de studiecoach of studiebegeleider is geweest, bij de directeur Onderwijs ingediend. Deze bepaalt, in overleg met de betrokkenen, of argumenten die in het bezwaar worden genoemd, gegrond zijn. Indien dit het geval is, dan krijgt de studiecoach de opdracht om het studieoordeel opnieuw met het onderwijsteam te bespreken.

4.6. Evaluatie In de halfjaarlijkse semesterevaluatie onder studenten, worden standaard enkele vragen gewijd aan de duidelijkheid van de opdrachten en de toetsing. Deze input wordt door de schrijvers en auditoren meegenomen in ontwikkeling van nieuwe lesstof en toetsing.


! ! Hoofdstuk 5. Fase 4, de examenfase 5.1. Werkwijze examenfase 2015 - 2016

5.1.1 Projectdeel Tijdens de examenfase krijgt de kandidaat twee projecten. Deze projecten duren elk 10 weken* en bestaan uit verschillende onderdelen. Uitgangspunt is dat in elk project alle werkprocessen aan de orde komen**. Elk werkproces wordt aan het eind van het project beoordeeld met een onvoldoende, voldoende of goed. Cesuur De kandidaat is geslaagd als hij elk werkproces gemiddeld voldoende heeft. Dat wil zeggen dat een onvoldoende voor een werkproces bij project 1 gecompenseerd wordt door een goed voor hetzelfde werkproces bij project 2 en andersom. Een onvoldoende en een voldoende geeft gemiddeld onvoldoende. Komt een werkproces bij 1 project voor **, dan telt deze uitslag als eindresultaat. Op de toetsmatrijs van elk project staat aangegeven wat de werkprocessen zijn en bij welke onderdelen ze aan de orde komen. Herkansing Tijdens de diplomeringsvergadering wordt vastgesteld voor welke werkprocessen de student een herkansing heeft. De student heeft recht op één herkansing per werkproces. Dit noemen we de tweede aanbieding. Mocht de student ook bij de 2e aanbieding een onvoldoende of onvoldoendes halen, dan bepaalt de examencommissie in samenspraak met het opleidingsteam tijdens een tweede diplomeringsvergadering (de herkansingsvergadering) of er een derde aanbieding wordt gedaan (tweede herkansing). Over het algemeen wordt bij de derde aanbieding een volledig nieuw project aangeboden. Deze overschrijft dan alle eerder behaalde resultaten in het projectdeel. Daar heeft de student tijd voor nodig en dit kan studievertraging of een uitgesteld diploma tot gevolg hebben. Afspraken over de derde aanbieding worden altijd individueel met de kandidaat gemaakt en schriftelijk vastgelegd.

* bij Ontwerp en Vakmanschap duurt het eerste project 15 weken en het tweede project 5 weken. **de werkprocessen voor ondernemersvaardigheden komen bij Ontwerp & Ruimte en Ontwerp & Vakmanschap 1x voor, in het tweede project.

5.1.2. Theorie-examens 2015-2016 Werkwijze Nederlands niveau 3F Het examen Lezen en Luisteren is in fase 3 afgenomen en het cijfer is bekend. Het Examen Schrijven wordt centraal georganiseerd door het Examenbureau. Dit examen wordt op Toets.nl afgenomen in fase 4. De examens Spreken en Gesprekken voeren worden door het onderwijsteam georganiseerd in fase 4. In de examenkalender staan de afnameweken. Voor de bepaling van het eindcijfer wordt een eindgemiddelde bepaald van het cijfer voor het centraal examen Lezen en Luisteren en van het gemiddelde cijfer voor de instellingsexamens (spreken, gesprekken voeren en schrijven). Engels ERK niveau A2 of B1 De examens Lezen (B1) Luisteren (B1) en Schrijven (A2) worden door het Examenbureau en de taaldocent georganiseerd. Deze examens worden op Toets.nl afgenomen in fase 4. Het Examen Schrijven wordt centraal georganiseerd door het Examenbureau. Dit examen wordt op Toets.nl afgenomen in fase 4. De examens Spreken (A2) en Gesprekken voeren (A2) worden door het onderwijsteam georganiseerd in fase 4. In de examenkalender staan de afnameweken. Voor de bepaling van het eindcijfer wordt het gemiddelde genomen van de cijfers van de vijf taalgebieden (luisteren, spreken, gesprek, lezen en schrijven). Duits ERK niveau A2 of B1 De examens Lezen (B1), Luisteren (B1) en Schrijven (A2) worden door het Examenbureau en de taaldocent georganiseerd. Deze examens worden op Toets.nl afgenomen in fase 4. Het Examen Schrijven (A2) wordt centraal georganiseerd door het Examenbureau. Dit examen wordt op Toets.nl afgenomen in fase 4. De examens Spreken (A2) en Gesprekken voeren (A2) worden door het onderwijsteam georganiseerd in fase 4. In de examenkalender staan de afnameweken. Voor de bepaling van het eindcijfer wordt het gemiddelde genomen van de cijfers van de vijf taalgebieden (luisteren, spreken, gesprek, lezen en schrijven).


! ! Rekenen, niveau 3F Dit examen is in fase 3 geëxamineerd en het cijfer is bekend. Een 5 betekent verplichte deelname aan het herexamen. In de examenkalender staan de afnameweken. Het rekenexamen telt niet mee voor de diplomering.

Cesuur

Nederlands en Engels Van de eindcijfers Nederlandse taal en Engels mag er één onvoldoende zijn, maar niet lager dan een 5 (4,5 is afgerond een 5). Het andere moet tenminste een 6 zijn. Voor Nederlands worden alle toetsen op 3F afgenomen. Voor Engels moet tenminste ERK niveau A2 worden aangetoond voor Lezen, Spreken, Gesprekken Voeren en Schrijven en B1 niveau voor Luisteren. Duits Het eindcijfer Duits moet tenminste een 6 zijn (5,5 is afgerond een 6). Rekenen Een 5 betekent verplichte deelname aan het herexamen. In de examenkalender staan de afnameweken. Het rekenexamen telt niet mee voor de diplomering.

Herexamens

Nederlands, Engels en Duits: de student heeft recht op 1 herexamen per onderdeel (T1 t/m T5) in fase 4. Rekenen: de student heeft recht op 1 herexamen in fase 4. Wanneer nodig, mag de student een tweede herexamen aanvragen bij de examencommissie.

5.2. de examenfase, fase 4 in 2016-2017 De examinering in Cibap Pro vindt vanaf studiejaar 2016/2017 (voor studenten vanaf cohort 2013-2014) plaats door middel van een of meer meesterproeven in fase 4. Hierin is een aparte opdracht opgenomen over ondernemingsvaardigheden. Voor Nederlands worden de onderdelen spreken/gesprekken voeren via een instellingsexamen geëxamineerd. De overige onderdelen voor Nederlands worden via een ingekochte instellingsexamen (schrijven) en via een centraal examen (lezen en luisteren) afgenomen. Voor moderne vreemde talen worden de beroepsspecificieke eisen opgenomen in de meesterproef. De generieke onderdelen worden afgenomen via ingekochte, door de onderwijsinspectie erkende instellingsexamens. Vanaf schooljaar 2017-2018 worden voor Engels centrale examens ingevoerd. Meer informatie over de kaders en regelgeving m.b.t. de generieke eisen voor Nederlandse taal, rekenen en Engels is te vinden op de website van het steunpunt taal en rekenen mbo.

5.3. Examenplan De auditor/taakhouder kwaliteit en examinering is voor zijn opleiding (deel-)verantwoordelijk voor het het projectdeel van de examinering. De projecten staan in een examenplan per opleiding. Voor aanvang van de examenfase stelt de examencommissie het examenplan van de opleiding vast. Zij maakt gebruik van de checklist examenplan examencommissie In het examenplan staat aangeven wat op welk moment in een bepaald schooljaar wordt geëxamineerd, Het examenplan wordt per cohort vastgesteld. Het examenplan voor de theorievakken wordt gemaakt door Bureau Kwaliteit en Examinering. Examenplan is opvraagbaar bij Bureau Kwaliteit en Examinering via [email protected]).

5.4. Afname en beoordeling van examenonderdelen De teammanager, de taakhouder kwaliteit en examinering en de coordinator Examinering zijn bij de uitvoering van het examenplan verantwoordelijk voor de afname en beoordeling van de examenonderdelen. De examencommissie is mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de beoordeelde examens Voor het beoordelen van de examens gelden de volgende richtlijnen -!objectief: de oordelen van de beoordelaar worden zoveel mogelijk geobjectiveerd. Hiervoor worden eenduidige beoordelingscriteria geformuleerd bij het examenonderdeel en er zijn minimaal 2 beoordelaars aanwezig -!transparant: studenten zijn op de hoogte van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt en van de


! ! consequenties van een onvoldoende beoordeling -!rechtvaardig: beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.

5.5. Vaststelling geslaagd/herkansing/gezakt Per domein wordt tweemaal per jaar een diplomeringsvergadering gehouden. Vanuit de examencommissie is de secretaris aanwezig voor het toezicht op de juiste afhandeling. Het secretariaat van het examenbureau zorgt voor notulering. In de diplomeringsvergadering wordt vastgesteld of kandidaat geslaagd is of er sprake is van een herexamen of dat de kandidaat is gezakt.

Geslaagd: Voor het behalen van het diploma - moeten alle werkprocessen gemiddeld voldoende zijn aangetoond (zie onderdeel Cesuur) - moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor Loopbaan en Burgerschap, afgerond in fase 3. - moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor Nederlands en moderne vreemde talen - moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor Algemene Reken Vaardigheden - moet de Beroepspraktijkvorming (BPV) voldoen aan de gestelde BPV urennorm en met een voldoende zijn afgesloten. (zie bijlage 4-kwalificatieeisen BPV) Gezakt: Als een student niet aan de eisen voldoet en niet in aanmerking komt voor een herkansing. Als een student na de herkansing niet heeft voldaan aan de eisen.


! !

6. Examenreglement 6.1. Examencommissie De examencommissie kan een deel van haar wettelijke taken delegeren naar derden. De examencommissie bestaat uit: Voorzitter: F. Warnar (administratie) Secretaris: W. Dol-Buit (kwaliteit) Leden: B.de Boer (AOC Groene Welle, onderwijs), R. van de Velde (notulist), + vacature De examencommissie is bereikbaar via het mailadres: [email protected] Verantwoordelijkheden De examencommissie bewaakt het totale proces van de voorbereiding, de constructie, de afname, de beoordeling, de uitslag en de evaluatie van de toetsen en examens voor die opleidingen waarvoor zij is ingesteld door het College van Bestuur. De examencommissie gebruikt voor het uitvoeren van haar taken de informatie die onder andere onafhankelijke deskundigen rechtstreeks aan haar verstrekken. De examencommissie legt verantwoording af aan het College van Bestuur. Taken met betrekking tot de vaststelling van de beoordeling worden uitgevoerd door het bureau Kwaliteit en Examinering, en de auditor/taakhouder kwaliteit en examinering. De examencommissie bewaakt het overzicht en besluit in uitzonderingssituaties. Taken De examencommissie voert de volgende taken uit: •! evaluatie van het proces en product van voortgangs- en examentoetsing; •! uitreiken certificaten en diploma’s (taak gedelegeerd aan onderwijsteams); •! einduitslag vaststellen; •! vrijstelling verlenen op basis van richtlijnen bevoegd gezag; •! afhandelen klachten (taak voorzitter en secretaris); •! vaststellen richtlijnen examinatoren en beoordelaars met betrekking tot beoordeling en uitslag, zoals de termijn waarbinnen uitslag bekend gemaakt wordt (taak voorzitter en secretaris); •! aanwijzen examinatoren en beoordelaars (taak gedelegeerd aan examenbureau/onderwijsteams); •! regels vaststellen met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van toetsen van het examen of examenonderdelen (taak voorzitter en secretaris); •! instrueren van examinatoren en beoordelaars (taak gedelegeerd aan het examenbureau); •! oordelen over geldigheid overmacht situaties en zo nodig toekennen extra toets gelegenheid (taak voorzitter en secretaris); •! oordelen over geldigheid van het verzuim tijdens examinering (taak gedelegeerd aan examenbureau); •! eindverantwoordelijk voor het bewaren van de gemaakte producten en/of beoordelingen. De bewaartermijn is 12 maanden. De taakhouders kwaliteit en examinering zijn hiervoor verantwoordelijk, steekproefsgewijs wordt dit gecontroleerd door de examencommissie. Criteria aanstelling leden De leden van een examencommissie moeten aan de volgende criteria voldoen: •! zijn bekend met kwalificatiestructuur; •! zijn op de hoogte van wettelijke eisen met betrekking tot toetsing en examinering; •! beheersen van vaardigheden op het gebied van bewaking examencyclus; •! hebben kennis van kwaliteitseisen met betrekking tot toetsing en examinering; •! zijn geen lid van de commissie van beroep.

6.2. Examenbureau Het Cibap kent een examenbureau dat zich, onder verantwoordelijkheid van een examencommissie, bezighoudt met het logistieke en administratieve proces van de examinering en diplomering. Het examenbureau is onderdeel van Bureau Kwaliteit en Examinering. Het examenbureau is bereikbaar op het volgende mailadres: [email protected].

6.3. Uitslag De uitslag wordt aan de student bekend gemaakt binnen 24 uur na de examenvergadering van het betreffende onderwijsdomein.

6.4. Geheimhouding Met betrekking tot geheimhouding geldt in algemene zin artikel H-32 en H-33 van de cao-BVE: zowel de


! ! werkgever als de werknemer neemt betrekking tot wat in of uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis komt de geheimhouding in acht die in maatschappelijk verkeer betamelijk is. Deze verplichting geldt ook na afloop van de arbeidsovereenkomst (H-33). Meer specifiek worden ten aanzien van geheimhouding en zorgvuldigheid eisen geformuleerd bij de beschrijving van de verschillende functionarissen en commissies.

6.5. Vrijstelling De examencommissie kan op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding, studie of ervaringsresultaten vrijstelling voor examinering verlenen. De student moet de aanvraag hiervoor schriftelijk indienen bij de examencommissie samen met kopieën van diploma’s en cijferlijsten of andere documenten waarop de vraag tot vrijstelling is gebaseerd. De examencommissie bepaalt of er recht is op vrijstellingen en welke dat zijn. Als de student vrijstelling heeft gekregen voor het betreffende onderdeel krijgt hij/zij een bewijs van vrijstelling.

6.6. Afwijkende examencondities Een student die gebruik wenst te maken van afwijkende examencondities, dient dit aan te vragen bij de examencommissie. Adres: [email protected]

6.7. Inzagerecht, bewaartermijn, recht op bespreking Het schriftelijke en, het praktische examenwerk (gefotografeerd en digitaal vastgelegd) wordt gedurende tenminste 12 maanden na afname ter inzage voor belanghebbende bewaard. Na afloop van de 12 maanden wordt het schriftelijke en digitaal vastgelegde werk vernietigd.

6.8. Fraudebepalingen a.

b.

c.

zijn. d.

e. f.

De examencommissie kan maatregelen treffen tegen studenten die ten aanzien van toetsing fraude of onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de student gehoord. De student kan zich, door een door hem aan te wijzen meerderjarig persoon laten bijstaan. De examencommsie deelt zijn beslissing mondeling en in elk geval schriftelijk mee aan de student. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de maatregelen die genomen zijn. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, en aan de inspectie. Fraude is het gedrag en/of handelen van een examenkandidaat dat erop gericht is het resultaat van het gemaakte examen te beinvloeden, waardoor een juist oordeel over zijn/haar kennis, inzicht en vaardigheden niet mogelijk is. Voorbeelden van fraude zijn: 1.! het afkijken tijdens het examen bij andere examenkandidaten; 2.! het samenwerken met andere examenkandidaten, zonder toestemming vooraf; 3.! het verwisselen of uitwisselen van de exameninstrumenten tijdens het examen; 4.! het voor het examen in bezit hebben van de exameninstrumenten die niet openbaar zijn; 5.! bij het examen beschikken over (voorgeprogrammeerde) rekenmachines, computers ingeschakelde mobiele telefoons, andere apparaten met vergelijkbare functies en andere gegevensdragers, zonder toestemming vooraf; 6.! het zonder toestemming vooraf zoeken naar of raadplegen van informatie tijdens een examen; 7.! het deelnemen aan een examen zonder toestemming; 8.! zich bij het examen uitgeven voor iemand anders; 9.! het plegen van plagiaat. Plagiaat kan voor komen bij het maken van schriftelijke werkstukken. Het is een vorm van fraude omdat plagiaat bedrog is; 10.! het presenteren van door andere ontwikkelde ideeën als eigen werk. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: •! het niet opvolgen van instructies van surveillanten of examinatoren; •! het oneigenlijk gebruik van het examendossier en het niet authentiek zijn van aangeleverde bewijzen; •! het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen (bijvoorbeeld mobiele telefoons, organizers, pda’s en imodes) en oneigenlijk gebruik van apparatuur; •! het schenden van de geheimhoudingsplicht. Verder beoordeelt de examencommissie of gedragingen, handelingen en dergelijke een onregelmatigheid De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: •! bepalen dat de kandidaat het examen opnieuw moet doen •! bepalen dat het examen ongeldig wordt verklaard, de kandidaat moet gebruik maken van een herkansing •! het uitsluiten van verdere deelname aan het examen, de opleiding van de kandidaat wordt beeindigd. De student kan tegen een beslissing van het onderwijsteam bezwaar maken bij de Examencommissie. De student kan tegen een beslissing van de Examencommissie in beroep gaan bij bij het bevoegd gezag. De procedure hiervoor staat hieronder beschreven.

6.9. Onvoorziene omstandigheden


! ! In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de examencommissie.

6.10. Bezwaar en beroep Bezwaar Een student kan tegen een beslissing van het onderwijsteam of de beslissing vanuit de diplomeringsvergadering bezwaar maken bij de examencommissie. Het bezwaar wordt binnen tien werkdagen nadat de beslissing aan de student is doorgegeven, schriftelijk bij het bevoegd gezag ingediend. De examencommissie stelt een onderzoek in en beslist binnen drie weken. De examencommissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de student alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De examencommissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de student, aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, aan de directie en aan de inspectie.

Een student kan tegen een beslissing van de examencommissie bezwaar maken bij het bevoegd gezag. Het bezwaar wordt binnen tien werkdagen nadat de beslissing van de examencommissie schriftelijk aan de student is doorgegeven, schriftelijk bij het bevoegd gezag ingediend. Het bevoegd gezag stelt een onderzoek in en beslist binnen drie weken. Het bevoegd gezag deelt zijn beslissing schriftelijk mede aan de student, aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, aan de examencommissie, directie en aan de inspectie. Beroep Een student kan tegen een beslissing van het bevoegd gezag schriftelijk in beroep gaan bij de Klachtencommissie Christelijk Onderwijs. Het reglement van deze klachtencommissie staat op op www.klachtencommissie.org

Adressen

CIBAP vakschool voor verbeelding T.a.v. mevrouw drs. O.G. Hoogland Bezoekadres: Postadres: Nijverheidstraat 11 Postbus 868 8031DX Zwolle 8000AW ZWOLLE Examencommissie CIBAP vakschool voor verbeelding T.a.v. de mevrouw W.B. Dol-Buit MSc, secretaris Bezoekadres: Postadres: Nijverheidstraat 11 Postbus 868 8031DX Zwolle 8000AW ZWOLLE Klachtencommissie Christelijk Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht

Onderwijs- en examenreglement Cibap Pro niveau 4, vanaf cohort

Recommend Documents