ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT (OER) EXECUTIVE MASTER IN BUSINESS ADMINISTRATION (versie 19 maart 2012)
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA
1
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities In deze Onderwijs- en examenregeling wordt verstaan onder: a. TSM: TSM Business School B.V. b. Opleidingsmanagement: associate dean executive education en programmamanagers binnen het programma c. MBA: Executive Master in Business Administration: een door de NVAO geaccrediteerde womaster (crohonr: 75075) bestaande uit een reeks kernopgaven en proeven van bekwaamheid met een omvang van tenminste 71 ECTS d. Bekwaamheid: voor de uitoefening van een beroep benodigde samenhang van kennis, vaardigheden, inzicht, houding, persoonlijke eigenschappen en ervaringen e. Kernopgave: het instrument dat de deelnemer in de gelegenheid stelt de door hem verworven bekwaamheden gerelateerd aan een bedrijfskundige of management module te demonstreren. f. Proeve van bekwaamheid: het instrument dat de deelnemer in de gelegenheid stelt de door hem verworven bekwaamheden in hun onderlinge samenhang te demonstreren g. Deelnemer: iemand die zich wil inschrijven of is ingeschreven bij TSM voor het volgen van het MBA programma. h. Directeur TSM: bestuurder TSM zijnde het instellingsbestuur, eindverantwoordelijk voor het MBA. i. Management Team: verantwoordelijk voor organisatorische uitvoering en bewaking van de organisatorische kwaliteit van het programma. j. Programmamanager: functionaris belast met de ontwikkeling en uitvoering van (delen van) het MBA programma. k. Decanaat: verantwoordelijk binnen TSM voor de inhoudelijke ontwikkeling, uitvoering en inhoudelijke kwaliteitsbewaking van het programma. l. Coach: degene die namens TSM het gehele of een deel van het leerproces van een deelnemer bewaakt. m. Fase: MBA programma is opgebouwd uit twee fasen, fase 1 en fase 2. n. Examen: kernopgaven en proeven van bekwaamheden (toetsing bekwaamheden) o. ECTS: European Credit Transfer System, de rekeneenheid die de hoeveelheid studiebelastingsuren van een kernopgave uitdrukt en waarmee het behalen van een kernopgave of proeve van bekwaamheid wordt gewaardeerd, 28 klokuren. p. OER: deze Onderwijs- en examenregeling q. Dag: kalenderdag r. Pass/ Fail: het resultaat dat aangeeft dat een kernopgave of proeve van bekwaamheid respectievelijk is behaald of niet is behaald s. Portfolio: het persoonlijke dossier van een deelnemer met bewijzen van bekwaamheid (de leer- en ervaringsresultaten) en de verslagen of beoordelingen van de studievoortgang (de leerprocessen) t. Overmacht: elke omstandigheid gelegen buiten de invloedssfeer van een deelnemer, waarmee hij in redelijkheid geen rekening behoefde te houden
Artikel 2 Reikwijdte 1. Deze regeling is van toepassing op alle deelnemers die zijn ingeschreven voor de MBA zoals verzorgd door TSM, ongeacht de startdatum van de studie. 2. Voor onderdelen van het curriculum gevolgd aan buitenlandse instellingen kunnen andere regels gelden dan die zijn vastgelegd in deze OER.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
2
HOOFDSTUK 2: UITGANGSPUNTEN Artikel 3 Leerfilosofie 1. TSM streeft naar het ontwikkelen van bekwaamheden tot op hoog niveau op gebied van leiderschap, innovatie en ondernemerschap. Om deze ontwikkeling te bevorderen en te stimuleren biedt TSM een dynamische leeromgeving waarbinnen eigen verantwoordelijkheid, samenwerking, openheid, doelgerichtheid, duurzaamheid en humor centraal staan. TSM voelt een sterke verantwoordelijkheid voor de educatie van een nieuwe generatie leiders die bijdragen aan een betere wereld. Juist vanwege dit laatste benadrukt TSM de persoonlijke ontwikkeling en het persoonlijk leiderschap van deelnemers en biedt TSM een eerlijk, respectvol en oprecht partnerschap aan in dit leerproces. 2. In het licht van onze opleidingsvisie werkt TSM met de deelnemers in de programma’s aan een leeromgeving die uitnodigt om de gewenste bekwaamheden te verwerven en aan te tonen (bijvoorbeeld d.m.v. kernopgaven, proeven van bekwaamheid, ontwikkelassessments, een portfolio van elders verworven bekwaamheden en een intakegesprek). 3. De deelnemer aan een TSM-programma is medeverantwoordelijk voor de eigen leerprocessen. TSM faciliteert in deze en biedt de randvoorwaarden waarbinnen de deelnemer zich kan ontwikkelen. 4. Binnen het programma zijn de eindtermen en leerdoelen vertaald in termen van bekwaamheden. De deelnemer en TSM zijn samen verantwoordelijk voor het verwerven van deze bekwaamheden. Bij een succesvolle afronding van het programma verstrekt TSM naast een certificaat of diploma, een overzicht van de verworven bekwaamheden die in het betreffende programma centraal staan.
HOOFDSTUK 3: OPLEIDINGSINFORMATIE Artikel 4 Toelating 1. Algemene richtlijnen voor toelating tot de eerste en de tweede fase zijn: • De deelnemer heeft een vooropleiding op minimaal wo-bachelor-niveau of anderszins vergelijkbaar kennisniveau (bijvoorbeeld verkregen door werk- of beroepservaring) • De deelnemer heeft minimaal vijf jaar praktische beroepservaring 2. Deelnemers moeten om voor toelating tot de eerste of tweede fase in aanmerking te komen ook aan de aanvullende criteria voldoen: • motivatie van de deelnemer voor het programma • toepasbaarheid van de opleiding in de beroepspraktijk • verwachte praktijkinbreng van de deelnemer tijdens het programma • medewerking werkgever • ervaring met internationale aspecten 3. Deelnemers die toegelaten willen worden tot fase 2 moeten, behalve aan de eisen die gesteld zijn in het tweede van dit artikel, ook voldoen aan de eis dat de eerste fase van de MBA met goed gevolg voltooid is. 4. Voorafgaande aan elke fase van het programma vindt een afstemming plaats van de leerwensen van de deelnemer op de leermogelijkheden die het programma biedt. Door middel van een intake gecombineerd met een ontwikkelassessment bepalen deelnemer en programmamanager samen of de opleiding aansluit bij de leerwensen, het niveau, de al verworven bekwaamheden en de werkervaring van de deelnemer. 5. Op basis van het onderzoek naar gewenste en al gerealiseerde bekwaamheden tijdens de intake bespreekt de deelnemer met de programmamanager de mogelijke vrijstellingen dan wel nodige aanvullingen voor het programma. De afspraken hieromtrent maken onderdeel uit van de portfolio en worden vastgelegd in een leerconvenant tussen deelnemer en programmamanager. 6. Het besluit om een deelnemer toe te laten ligt in handen van de toelatingscommissie. Deze bestaat uit directeur TSM (voorzitter) en twee programmamanagers van TSM.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
3
Artikel 5 Aanmelding en maximale duur studie 1. Het opleidingsmanagement bepaalt op welke datum een deelnemer kan instromen in het programma. 2. De deelnemers melden zich aan door middel van een inschrijvingsformulier. 3. De toegestane doorlooptijd van een fase van de MBA bedraagt maximaal het dubbele van de nominale doorlooptijd van de fase. 4. Bij voorzienbare, persoonlijk niet toerekenbare, studievertraging voor langere tijd, dat wil zeggen meer dan drie maanden, kan TSM de deelnemer tijdelijk uit schrijven zonder dat dit ten koste gaat van de toegestane doorlooptijd.
Artikel 6 Structuur 1. Het MBA programma wordt in deeltijd aangeboden. 2. De kernopgaven voor de MBA worden door het opleidingsmanagement verdeeld over de vastgestelde tijdsduur, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met een evenredige studiebelasting. 3. Binnen het programma wordt gewerkt met jaarroosters. 4. Het curriculum bestaat uit zowel verplichte als keuze modules.
Artikel 7 Taal De voertaal binnen het programma is Nederlands. Onderdelen die in het buitenland worden gevolgd worden in een andere taal aangeboden. Studiemateriaal zoals literatuur kan in een andere taal dan de Nederlandse aangeboden worden.
Artikel 8 Programma 1. Het programma kent een beschreven curriculum. In het curriculum worden de volgende onderdelen beschreven: de visie, beoogde bekwaamheden, inhoud, modulen, didactische werkwijzen, toetsing en de toelatings- en beoordelingscriteria. De curriculumbeschrijving is voor de deelnemer beschikbaar in het document “Curriculum MBA”. 2. Voor elke module is aangegeven hoe de kernopgave (toets) wordt afgenomen, aan de hand waarvan de deelnemer kan aantonen dat hij of zij de bekwaamheden heeft ontwikkeld. 3. Binnen het programma vormt bedrijfskundige, academische en persoonlijke ontwikkeling de rode draad. De deelnemer formuleert in overleg met de programmamanager zijn bekwaamheidsdoelstellingen. 4. Het curriculum van het programma voltrekt zich niet alleen binnen de formele leeromgeving maar ook in de werkomgeving van de deelnemer.
Artikel 9 Portfolio 1. De deelnemer verzamelt de relevante informatie in zijn portfolio, dat hij gebruikt voor de sturing van zijn eigen leerproces, dit portfolio bevat ten minste de resultaten van ontwikkelassesments, kernopgaven en proeven van bekwaamheid . 2. In de administratie van TSM wordt een kopie van het portfolio bijgehouden en bewaard. 3. Voor de programmamanager en de door de Academic Council aangewezen lid van de beoordelingscommissie vormt het portfolio de basis voor het bewaken en beoordelen van het algehele leerproces; zij hebben daartoe inzage in het portfolio van de deelnemer.
Artikel 10 Participatie In het algemeen geldt dat aanwezigheid vanzelfsprekend is. In de onderwijsfilosofie van TSM vormt het leren van elkaar en met elkaar een belangrijke peiler onder de opleidingen. Aanwezige bekwaamheden bij de ene deelnemer worden binnen de leerprocessen gebruikt bij het verwerven van deze zelfde bekwaamheden door een andere deelnemer. Uitgangspunt vormt dat leren zowel individueel als collectief is.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
4
Artikel 11 Begeleiding 1. De deelnemer is gedurende het programma verantwoordelijk voor het verwerven van de vastgestelde competenties; hij wordt daarbij begeleid en ondersteund door de docent en/of coach. 2. De programmamanager bewaakt de algehele studievoortgang van de deelnemer tijdens het programma. 3. Na toelating van de deelnemer stelt de programmamanager een begeleidingsteam voor de deelnemer samen, voor het persoonlijk, academisch en bedrijfskundig coachen van de deelnemer.
Artikel 12 Academic Council (Examencommissie) 1. Er is ten behoeve van het MBA-programma een onafhankelijke Examencommissie, genaamd Academic Council. De leden worden benoemd door de directie van TSM voor een termijn van drie jaar. Herbenoeming is mogelijk. 2. De Examencommissie bestaat uit maximaal vijf vooraanstaande wetenschappers. Voor de samenstelling van de Academic Council wordt zonder stemrecht hieraan toegevoegd: de associate dean research & personal development en de associate dean executive education. Laatstgenoemde functionaris bereidt samen met de voorzitter van de Academic Council de vergadering voor. 3. De Academic Council vervult de haar door de wet toebedeelde taken als Examencommissie, te weten: a. borgen van de kwaliteit van de kernopgaven en proeven van bekwaamheid b. vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de onderwijs- en examenregeling, om de uitslag van kernopgaven en proeven te beoordelen en vast te stellen (artikel 14) c. nemen van maatregelen indien een deelnemer “onregelmatig” handelt (artikel 19) d. vaststellen regels voor de uitvoering van de taken en bevoegdheden, zoals vermeld onder 3a, 3b en 3c. e. verlenen van vrijstelling (artikel 16) f. behandelen van een verzoek of klacht (artikel, 25, 26 en 27) g. verstrekken van een jaarlijks verslag aan directeur TSM 4. De Academic Council heeft naast haar wettelijke taken als Examencommissie de volgende taken in het kader van het MBA-programma:: a. Gevraagd en ongevraagd adviseren aan het opleidingsmanagement en directie over alle mogelijke onderwerpen het MBA-programma betreffend, b. Toezien op een goede ontwikkeling en uitvoering van het programma. 5. De Academic Council heeft desgevraagd toegang tot alle benodigde informatie beschikbaar binnen TSM. 6. De bijeenkomsten van de Academic Council zijn besloten. Gasten kunnen worden uitgenodigd. 7. De Academic Council komt tenminste tweemaal per jaar bijeen en voorts wanneer daartoe aanleiding is. 8. De zittingen van de Academic Council vinden plaats overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
HOOFDSTUK 4: EXAMINERING Artikel 13 Kernopgaven en proeven van bekwaamheid 1. TSM biedt de deelnemer kernopgaven en proeven van bekwaamheid aan waarmee deze de verworven bekwaamheden kan aantonen. 2. Het programma kent kernopgaven en proeven van bekwaamheid in de vorm van mondelinge- en schriftelijke toetsen, individuele of groepsopdrachten in de vorm van uitwerkingen van praktijkvraagstukken, literatuurstudies, en onderzoeksactiviteiten.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
5
Artikel 14 Toezicht en advies kernopgaven en proeve van bekwaamheid 1. De Academic Council ziet toe op de kwaliteit van de toetsing en beoordeling door middel van kernopgaven en proeven van bekwaamheid en kan het opleidingsmanagement adviseren inzake de vorm en inhoud hiervan. 2. De Academic Council kan bepalen, dat aan een kernopgave of proeve van bekwaamheid mag worden deelgenomen, onder voorwaarde dat voor een kernopgave of proeve van bekwaamheid behorende bij een andere module een pass is behaald
Artikel 15 Afnemen en organisatie van een kernopgave en proeve van bekwaamheid 1. De uitvoering van de kernopgaven en proeven van bekwaamheid vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het opleidingsmanagement. 2. Het opleidingsmanagement draagt zorg voor het organiseren van de kernopgaven of proeven van bekwaamheid die worden afgenomen. 3. Alleen deelnemers die zijn ingeschreven voor het programma mogen deelnemen aan de kernopgaven en proeven van bekwaamheid. 4. Indien een kernopgave of proeve van bekwaamheid uit meerdere onderdelen bestaat moeten al deze onderdelen binnen één jaar succesvol afgerond worden. 5. Bij de uitvoering van kernopgave of proeve van bekwaamheid mag de deelnemer gebruik maken van de hulpmiddelen die voor een adequate uitvoering noodzakelijk zijn. Deze hulpmiddelen worden genoemd in de curriculumbeschrijving.
Artikel 16 Vrijstelling op grond van eerder verworven bekwaamheden 1. Van deelname aan een kernopgaaf wordt slechts vrijstelling verleend door de programmamanager in overleg met de docent en deelnemer op grond van eerder verworven gelijkwaardige bekwaamheden. 2. Vrijstelling van proeven van bekwaamheid worden niet verleend.
Artikel 17 Aangepaste vorm kernopgave en proeve van bekwaamheid Ingeval van een (fysieke) handicap of een functiestoornis kan voor een kernopgave of een proeve van bekwaamheid een aanpassing worden toegestaan. Dit gebeurt in overleg tussen de programmamanager, docent/coach en de deelnemer.
Artikel 18 Legitimatieplicht 1. Een deelnemer die deelneemt aan een kernopgave of proeve van bekwaamheid, dient zich voor aanvang bij de examinator te legitimeren met een op grond van de Wet op de Identificatieplicht erkend identiteitsbewijs. 2. Een deelnemer die niet voldoet aan de legitimatieplicht wordt door de examinator uitgesloten van deelname aan de kernopgave of proeve van bekwaamheid.
Artikel 19 Onregelmatigheid 1. Onder “onregelmatigheid” wordt verstaan het handelen van een deelnemer dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent de aanwezige bekwaamheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Hieronder wordt verstaan: a. elke vorm van opzettelijk gebruik van niet uitdrukkelijk door de examinator toegestane hulpmiddelen tijdens kernopgaven en proeven van bekwaamheid. b. elke vorm van assistentie waarvan de deelnemer wist of had kunnen weten dat het niet toegestaan was. Hiertoe behoren in elk geval I. Afkijken of gelegenheid geven tot afkijken, al dan niet met behulp van informatiedragers (zoals briefjes), overnemen van andermans werk, iemand anders opzettelijk laten overschrijven en contact hebben met andere deelnemers over de stof tijdens een kernopgave of proeve van bekwaamheid. II. Valsheid in geschrifte III. Manipulatie van onderzoeksdata.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
6
c. Elke vorm van gedrag waarvan de examinator vooraf heeft aangegeven dat deze als frauduleus zou worden beschouwd. d. Plagiaat. Dat is: I. Letterlijk copieren van (passages van) het werk van iemand anders zonder aan te geven dat de woorden van iemand anders zijn en/of zonder de exacte bron van de tekst aan te geven. II. Parafrasering van (passages van) het werk van iemand anders zonder aan te geven dat de gedachtenlijn van iemand anders afkomstig is en/of zonder de exacte bron van de gedachtenlijn aan te geven. III. Copieren van de ideeën van iemand anders zonder aan te geven dat de ideeën aan iemand anders toebehoren. 2. Bij een onregelmatigheid als bedoeld in het eerste lid wordt de deelnemer van verdere deelname aan de kernopgave of proeve van bekwaamheid uitgesloten. Voor de betreffende opdracht wordt fail als resultaat vastgesteld. 3. Indien na het deelnemen aan een kernopgave of proeve van bekwaamheid blijkt dat er sprake is geweest van een onregelmatigheid en er geen uitsluiting heeft plaats gevonden, bepaalt het opleidingsmanagement, dat het resultaat alsnog ongeldig wordt verklaard, hetgeen alsdan leidt tot fail als resultaat. 4. Indien een deelnemer tweemaal of vaker betrokken is bij onregelmatigheden volgt verwijdering uit het programma.
HOOFDSTUK 5: BEOORDELING KERNOPGAVEN EN PROEVEN VAN BEKWAAMHEID Artikel 20 Beoordeling 1. Kernopgaven en proeven van bekwaamheid worden beoordeeld door een of meer examinatoren. 2. Examinatoren worden aangewezen door de Academic Council en kunnen de docenten en coaches van het programma zijn. 3. Voor de proeven van bekwaamheid en het Master Portfolio is er een beoordelingscommissie. Deze bestaat uit docent/coach die betrokken is bij de te examineren werkstukken en een door de Academic Council aangewezen lid die geen relatie heeft tot de te examineren werkstukken. Hij/zij wordt voor een beperkte tijd aangewezen en bepaalt de waardering voor de toegewezen proeven en controleert het Master Portfolio op compleetheid. 4. Een examinator kan alleen examinator zijn van de specifiek toegewezen proeve.
Artikel 21 Resultaatbepaling 1. De beoordeling van de proeve van bekwaamheid wordt uitgedrukt in een kwalificatie van pass of fail. 2. Om te slagen voor een kernopgave of proeve van bekwaamheid moet een pass zijn behaald. 3. Indien examinatoren gebruik maken van (een gewogen gemiddelde van deel-) cijfers geldt een pass wanneer het eindcijfer 5,5 of hoger is. 4. Het opleidingssecretariaat zorgt voor de registratie van het resultaat en de toegekende studiepunten (ECTS). 5. Na voltooiing van de correctiewerkzaamheden draagt de examinator het originele examenwerk aan de programmamanager respectievelijk de TSM-administratie over. 6. Het examenwerk inzake de proeven van bekwaamheid en portfolio worden op het opleidingssecretariaat tenminste zes jaar bewaard.
Artikel 22 Bekendmaking resultaten 1. In het curriculum is aangegeven hoe, op welke wijze en wanneer de deelnemer kennis kan nemen van de door hem verworven bekwaamheden. 2. Het opleidingssecretariaat maakt het voor een kernopgave of proeve van bekwaamheid behaalde resultaat zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de deelnemer bekend, doch uiterlijk zes weken na deelname. 3. Als datum van het bekendmaken van het resultaat wordt de datum gehanteerd zoals die voorkomt op de verstrekte schriftelijke bekendmaking, tenzij anders is bepaald.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
7
Artikel 23 Herkansing Een kernopgave waarvoor geen pass is behaald, mag ten hoogste tweemaal opnieuw worden afgelegd. Voor proeven van bekwaamheid zijn geen herkansingen mogelijk. Hieraan wordt gewerkt totdat de deelnemer heeft aangetoond over de bekwaamheden te beschikken.
Artikel 24 Recht van inzage 1. Een deelnemer heeft het recht van inzage in het op de kernopgave of proeve van bekwaamheid betrekking hebbende werkstuk, alsmede het recht op een toelichting bij de beoordeling. 2. Een deelnemer die van het in lid 1 genoemde recht gebruik wenst te maken, moet hiertoe binnen tien dagen, nadat het resultaat aan hem is bekendgemaakt, een schriftelijk verzoek indienen bij de programmamanager. 3. De deelnemer wordt binnen drie weken na de aanvraag in de gelegenheid gesteld van het recht van inzage gebruik te maken.
HOOFDSTUK 6: VERZOEKEN EN KLACHTEN Artikel 25 Verzoeken en klachten Een deelnemer die verzoeken of klachten heeft tegen of in het kader van de uitvoering van het programma, een vastgesteld resultaat van een kernopgave of proeve van bekwaamheid of tegen de vorm, de inhoud en de procedure met betrekking tot een kernopgave en proeve van bekwaamheid waaraan hij heeft deelgenomen, kan met redenen omkleed schriftelijk verzoek/beroep aantekenen bij de Academic Council.
Artikel 26 Termijnen 1. De termijn waarbinnen een beroeps- of verzoekschrift moet zijn ingediend bedraagt veertig dagen, te rekenen vanaf de dag waarop het resultaat is bekendgemaakt. 2. Ten aanzien van de termijn is van toepassing dat het beroepsschrift bij verzending per post tijdig is ingediend, indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd.
Artikel 27 Beroepsprocedure 1. De Academic Council stelt een onderzoek in en stelt de deelnemer, zo nodig, in de gelegenheid het verzoek/beroep toe te lichten, alvorens te beslissen. 2. De Academic Council beslist binnen vier weken na ontvangst van het beroeps- of verzoekschrift, tenzij zij deze termijn heeft verlengd met een periode van ten hoogste twee maal vier weken. De deelnemer wordt van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld. 3. Indien de Academic Council het verzoek/beroep gegrond acht geeft zij aan hoe gehandeld moet worden om het door haar gewenste resultaat te bereiken. 4. De beslissing van de Academic Council wordt bekendgemaakt aan de deelnemer en het opleidingsmanagement.
HOOFDSTUK 7: KWALIFICATIE Artikel 28 Kwalificatiebewijzen 1. Voor elke kernopgave en proeve van bekwaamheid die met een pass als resultaat is afgelegd, ontvangt de deelnemer een bewijs met het bijbehorend aantal studiepunten (ECTS). 2. Indien tijdens de eerste fase alle proeven van bekwaamheid met een pass zijn afgerond en de deelnemer minimaal 30 ECTS heeft behaald, wordt een certificaat uitgereikt. 3. Indien tijdens de tweede fase alle proeven van bekwaamheid met een pass zijn afgerond en de deelnemer minimaal 41 ECTS heeft behaald, wordt het diploma Master in Business Administration uitgereikt. 4. Vrijstellingen tellen niet mee bij het bepalen van het aantal behaalde ECTS.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
8
Artikel 29 Verstrekking 1. Het door de Academic Council benoemde lid van de beoordelingscommissie draagt de deelnemer voor tot diplomering bij de Directie van TSM en de Academic Council. Deze gaan vervolgens over tot formele toekenning van het getuigschrift of het diploma indien aan alle eisen is voldaan. 2. Zowel een getuigschrift (ter afronding van fase 1) als een diploma (voor de gehele studie) wordt verstrekt door de directeur TSM. Een certificaat en diploma worden voorzien van een handtekening van: a. de voorzitter van de Academic Council b. de associate Dean Executive Education c. de directeur TSM d. de houder van het certificaat of diploma. 3. Tijdens een diploma-uitreiking ontvangt de deelnemer het certificaat of het diploma en een schriftelijk bewijs van de door hem/haar verworven bekwaamheden.
Artikel 30 Geldigheidsduur Een certificaat en een diploma en het schriftelijk bewijs van de door hem/haar verworven bekwaamheden hebben een onbeperkte geldigheidsduur, behoudens het bepaalde in artikel 31.
Artikel 31 Ongeldig verklaring kwalificatiebewijs 1. Indien blijkt dat een kwalificatiebewijs ten onrechte is afgegeven verklaart de Academic Council dit ongeldig. Alvorens tot ongeldig verklaring over te gaan hoort deze degene aan wie het kwalificatiebewijs is afgegeven. 2. Indien de ongeldig verklaring betrekking heeft op een kwalificatiebewijs op grond waarvan een certificaat of diploma is afgegeven, wordt ook dit certificaat of diploma ongeldig verklaard. 3. Degene wiens kwalificatiebewijs ongeldig wordt verklaard, kan binnen een termijn van 40 dagen na de ongeldig verklaring beroep aantekenen bij de Academic Council, die dit beroep onderzoekt en beslist of de ongeldig verklaring in stand kan blijven. 4. De beslissing ten aanzien van het ingestelde beroep dient binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift schriftelijk aan de deelnemer bekend gemaakt te worden. Deze termijn kan verlengd worden met een periode van ten hoogste twee maal vier weken. De deelnemer wordt van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld. 5. Het opleidingsmanagement voorziet voor zover nodig in de uitvoering met inachtneming van de beslissing van de Academic Council.
HOOFDSTUK 8: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 32 Onvoorziene omstandigheden Bij onvoorziene niet geregelde omstandigheden beslist de associate dean executive education.
Artikel 33 Vaststelling en uitvoering 1. Deze OER is vastgesteld door de Academic Council, na overleg met de directie en het opleidingsmanagement. 2. Het opleidingsmanagement draagt zorg voor een regelmatige evaluatie van deze OER en doet zo nodig voorstellen voor verandering. 3. Deze OER wordt via het intranet van TSM, ter beschikking gesteld aan de deelnemer.
Artikel 34 Inwerkingtreding De regeling treedt in werking op 1 januari 2012.
© TSM Business School – Onderwijs- en Examenreglement (OER) EMBA (versie 1 januari 2012)
9