Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 – 2016 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609
Advies afgegeven door Opleidingscommissie, Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, Vastgesteld door het College van Bestuur,
NB:
9 juni 2015 27 augustus 2015 28 augustus 2015
Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven.
1
Inhoudsopgave 1 Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4
Algemeen Begripsbepalingen Inhoud van de OER Reikwijdte van de OER Vaststelling en looptijd van de OER
2 Toelating tot de opleiding Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Art. 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot Leraar Basisonderwijs (pabo)
Art. 4 Toetsing Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot Leraar Basisonderwijs (pabo)
Art. 5 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW Art. 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept Art. 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Art. 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Art. 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Art. 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Art. 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Art. 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW Art. 13 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 Art. 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Art. 15 Doorstroom Associate degree Art. 16 Rechtsbescherming 3 Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. 4 Art. Art. Art. Art. Art.
Onderwijsprogramma 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 2 Doelstelling van de opleiding 3 Inrichting en studielast van de opleiding 4 Voertaal in het onderwijs 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 6 Samenstelling van de propedeutische fase 7 Samenstelling van de post-propedeutische fase 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma 9 Minor 10 Studeren in het buitenland
1 2 3 4 5
Examens en getuigschriften De examens van de opleiding Toekenning graden Getuigschriften Toekenning van getuigschriften Ondertekening getuigschriften 2
Art. Art. Art. Art.
6 7 8 9
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften Cum Laude-regeling Verklaringen Rechtsbescherming
5. Tentaminering en beoordeling ALGMEEN Art. 1 Examen Art. 2 Onderwijseenheid Art. 3 Tentamen Art. 4 Vrijstelling algemeen Art. 5 Vrijstelling studenten IBC (site) Art. 6 Fraude en plagiaat Art. 7 Onderwijscontract Art. 8 Intellectueel eigendom Art. 9 Gestelde eisen aan tentamens Art. 10 Vorm van de tentamens Art. 11 Volgtijdelijkheid van de tentamens Art. 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens VOORAFGAAND AAN TENTAMINEING Art. 13 Procedure inschrijven voor een tentamen TIJDENS TENTAMINERING Art. 14 Schriftelijke tentamens Art. 15 Digitale Art. 16 Mondelinge tentamen Art. 17 Toezicht bij tentamens NA TENTAMINERING Art. 18 Vaststelling van de beoordelingen Art. 19 Normering van de beoordeling Art. 20 Toekenning van studiepunten Art. 21 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen Art. 22 Inzage van tentamens Art. 23 Geldigheidsduur van studierestulaten Art. 24 Bewaring van afgelegde tentamens Art. 25 Rechtsbescherming 6. Art. Art. aan Art. aan Art. Art. Art. Art. Art.
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies 1 Studieloopbaanbegeleiding 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding dezelfde instelling 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding dezelfde instelling 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase 8 Rechtsbescherming 3
7. Examencommissie Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 8. Art. Art. Art. Art.
1 2 3 4
Slot- en invoeringsbepalingen Hardheidsclausule Onvoorziene omstandigheden Bekendmaking van de regeling Citeertitel, inwerkingtreding
Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
D E F G H
Competenties van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase Nadere toelichting op het “Verkorte studieprogramma” HRM Jaartoetsrooster van de opleiding HRM Juridische kader
Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business Literatuurlijst
4
1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze OER wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; EVC: eerder verworven competenties; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één 5
eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; 6
tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Artikel 2 Inhoud van de OER 1. In deze OER wordt per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en het propedeutisch examen en het postpropedeutisch examen. Artikel 2
Reikwijdte van de OER
1. Deze OER is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Human Resource Management voltijd, crohonummer 34609, verder te noemen: de opleiding. 2. Het College van Bestuur kan in de bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 een Associate-degreeprogramma instellen. Indien aan de orde is deze OER op dit Associate-degreeprogramma van toepassing. [niet van toepassing] 3. Deze OER is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 4. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 5. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 6. De OER geldt voor het cohort 2015-2016. Voor cohorten 2014-2015 en eerder geldt de OER van 2014-2015 of eerder. In geval van wijzigingen in de OER van voorgaand(e) cohort(en), wordt een overgangsregeling bij de OER gevoegd. Artikel 3
Vaststelling en looptijd van de OER
1. Deze OER wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR).
7
3. De OER geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van het College van Bestuur.
8
2
Toelating tot de opleiding
WHW:
7.8, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mbo-niveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Naast de in artikel 1 genoemde vooropleidingseisen gelden de volgende nadere vooropleidingseisen voor rechtstreekse toelating tot de opleiding. a. Met diploma mbo-niveau 4: MBO-domein
HBO-sector Economie Gedrag en Gezondheidzorg Landbouw Onderwijs Taal maatschappij en en natuurllijke cultuur omgeving
Techniek
Opleiding Human Resource management Bouw en infra
*
*
*
*
*
*
*
Afbouw, hout en onderhoud
*
*
*
*
*
*
*
Techniek en procesindustrie
*
*
*
*
*
*
Ambacht, laboratorium * en gezondheidstechniek
*
*
*
*
*
*
Media en vormgeving
*
*
*
*
*
*
*
Informatie en * communicatietechnologie
*
*
*
*
*
*
Mobiliteit en voertuigen
*
*
*
*
*
*
*
9
Transport, scheepvaart en logistiek
*
*
Handel en ondernemerschap
*
Economie en administratie
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Veiligheid en sport
*
*
*
*
*
*
*
Uiterlijke verzorging
*
*
*
*
*
*
*
Horeca en bakkerij
*
*
*
*
*
*
*
Toerisme en
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
recreatie Zorg en welzijn Voedsel, natuur en leefomgeving * = geeft directe toelating
b. Met diploma havo: NT
NG
Human Resource management
* * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding
EM
CM
*
*
EM
CM
*
*
c. Met diploma vwo: vwo
profiel NT
Human Resource management
NG
* * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding
Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) [niet van toepassing] 1. Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs gelden voor aankomende studenten met een havo en/of mbo-niveau 4 diploma als vooropleiding, bijzondere nadere vooropleidingseisen. 10
2. Een aankomend student met een vwo-diploma, afgeronde hbo- of wo-opleiding als vooropleiding zijn van de bijzondere nadere vooropleidingseisen vrijgesteld. 3. De bijzondere nadere vooropleidingseisen hebben betrekking op de kennisgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek, vergelijkbaar met niveau havo3/vmbo-t4 . 4. Op basis van die eisen toont de aankomende student voor de inschrijving bij de opleiding tot leraar basisonderwijs aan, te beschikken over voldoende kennis om te kunnen deelnemen aan die opleiding.
Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) [niet van toepassing] 1. De aankomend student als bedoeld in artikel 3 lid 4, kan aantonen over de gevraagde kennis te beschikken door middel van: a. het overleggen van een een havo en/of mbo-niveau 4 diploma en wat betreft de vakken die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma, de bij het diploma behorende cijferlijst of resultatenlijst waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt, of b. in voorkomende gevallen, al dan niet in aanvulling op het overleggen van een diploma als bedoeld in onderdeel a, het overleggen van een of meer certificaten als bedoeld in artikel 7.4.11, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt. 2. Indien de aankomend student niet voldoet aan het eerste lid, kan hij aantonen over de kennis, bedoeld in artikel 3, te beschikken door het met goed gevolg afleggen van een toets. 3. Een aankomend student in het bezit van een buitenlands diploma dat aantoonbaar tenminste gelijkwaardig is aan de diploma’s genoemd in art. 3 lid 1 dient aan het einde van de propedeutische fase aangetoond te hebben te beschikken over de vereiste kennis als bedoeld in artikel 3 lid 4. Indien hier niet aan wordt voldaan wordt de inschrijving per eerst mogelijke datum beëindigd. 4. Het College van Bestuur stelt de aankomende student in de gelegenheid de in lid 2 bedoelde toets af te leggen conform de “Regeling Toetsing Bijzondere Nadere vooropleidingseisen OLB Stenden Hogeschool” Artikel 5
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 11
2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 6
Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Gelet op de organisatie en inrichting van het onderwijs van de opleiding Hoger Hotelonderwijs gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: 2. Gelet op de benodigde kennis en vaardigheden voor de opleiding Creatieve Therapie gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: Artikel 7
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt.
1. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 2. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: 12
* cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.] Artikel 9
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Naast deelname aan het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder, stelt de opleiding geen extra eisen aan dit onderzoek. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 10
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te 13
worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de 14
Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 9. Artikel 13
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW
1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80; d. TOEIC11: 670; 15
e. Cambridge ESOL12: CAE – C. Artikel 14
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 15 Doorstroom Associate degree (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 16
Rechtsbescherming
1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via
[email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
16
3
Onderwijsprogramma
WHW:
Artikel 1
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b 7.11, 7,13, 7.14.
Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2
Doelstelling van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Human Resource Management, zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3
Inrichting en studielast van de opleiding
1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 3. De voltijds opleiding kent geen afstudeerrichting(en). De voltijdse opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De afstudeerrichting [Naam afstudeerrichting invullen] is [kies alternatief] voltijds [of] deeltijds ingericht. De afstudeerrichting kent een studielast van [aantal studiepunten invullen] studiepunten. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van [aantal studiepunten (tenminste 120) invullen] studiepunten]. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden
17
binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie1. 7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden of weken invullen]; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in studiepunten invullen] c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. (DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 4
Voertaal in het onderwijs
1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5 1.
Voorzieningen voor student met functiebeperking
De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage in het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene.
Artikel 6
Samenstelling van de propedeutische fase
1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; 1
Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs
18
b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7
Samenstelling van de postpropedeutische fase
1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten).
Artikel 8
1.
Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast.
Artikel 9
Minor
1. Een minor is een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de posytpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website: iStenden. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel.
19
5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. 6. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 60 studiepunten zijn behaald. 7. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 8. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is.
Artikel 10
Studeren in het buitenland
1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan.
2. Een student behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van de Examencommissie van de opleiding om in het buitenland te mogen studeren.
20
4
Examens en getuigschriften
WHW:
7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33
Artikel 1
De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard.
Artikel 2
Toekenning graden
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is afgelegd. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree [afgesproken aanduiding van de graad invullen], aan degene die met goed 21
gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding, en e. de Grading Table van de opleiding. Artikel 4
Toekenning getuigschriften
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan.
22
3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding. Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van de tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tenminste tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7
Cum laude-regeling
1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift van de bacheloropleiding of het daaraan verbonden associate degreeprogramma. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student 23
behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het associate-degreeprogrammagetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING 3. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie.
5. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het b associate-degreeprogrammagetuigschrift en/of Bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; Artikel 8
Verklaringen
1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 10
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 24
5
Tentaminering en beoordeling
WHW:
7.3, 7.10, 7.12b, 7.13
ALGEMEEN Artikel 1 Examen 1. Aan elke opleiding is een examen verbonden. 2. Aan de propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. 3. Aan de post-propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden.
Artikel 2 Onderwijseenheid 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. 2. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van een het instellingsbestuur plaatsvinden.
Artikel 3 Tentamen 1. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. 2. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Indien de tentamens van een tot de opleiding of propedeutische fase van een bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in het tweede lid. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg afgelegd hoeft te zijn om vast te stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd.
Artikel 4 Vrijstelling algemeen 1. De examencommissie heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens.
25
2. De OER bevat de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen het afleggen van één of meerdere tentamens. 3. Een vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. 4. De opleiding HRM werkt niet met een collectieve vrijstelling. Iedere vrijstellling wordt individueel aangevraagd. Zie ook de extra Bijlage in deze gids. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVCrapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen is betrokken.
Artikel 5 Vrijstelling studenten IBC (site) 1. Studenten studerend op één van de IBC’s (site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september 2012. 2. Om toegelaten te worden tot het in lid 1 bedoelde opleidingsjaar bij Stenden Nederland geldt de procedure “Diplomering sites” en het bijbehorende vrijstellingenbeleid Examencommissie van de opleiding dat als bijlage bij het Studentenstatuut is opgenomen.
26
Artikel 6 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Ten aanzien van fraude en of plagiaat geldt het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut.
Artikel 7 Onderwijscontract 1. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de tentamens op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 2. Een student die voldoet aan de criteria van de Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de tentamens, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. 3. Afspraken als resultaat van de in lid 1 en 2 genoemde verzoeken worden vastgelegd in een individueel onderwijscontract.
Artikel 8 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt.
Artikel 9 Gestelde eisen tentamens 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Alle eggevens betreffende de toetsingen worden vermeld in alle moduleboeken van de opleidng. 27
2. Van een tentamen dat bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen: de eisen van het lopende opleidingsjaar.
Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze en in de vorm zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Van een tentamen dat bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 3. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel voldoen aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 9. 4. Van de bepaling in lid 2 kan om organisatorische en/of onderwijskundige redenen worden afgeweken indien het niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar.
Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens 1. De OER bevat het overzicht van het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden. 2. De OER bevat de informatie over, waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens. 3. De tentamens van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 4. Aan de tentamens van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: a. [Onderwijseenheid invullen] na het behalen van [Onderwijseenheid invullen]; b. [Onderwijseenheid invullen] na het behalen van [Onderwijseenheid invullen]; c. .... [Dit artikellid is niet van toepassing] 28
5. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3.
Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamengelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven. Tot het maken van het betreffende tentamen bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de tentamengelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een tentamengelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende tentamengelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel.
VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING Artikel 13 Procedure inschrijven voor een tentamen 1. Voor mondelinge tentamens en voor tentamens ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. 2. Voor andere tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamenkans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. 29
b. Indien een student niet kan intekenen voor een tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESR-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESRToetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan het tentamen én een tentamenkans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESR-Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamengelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartentamenrooster per opleiding. Het definitieve rooster wordt uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f.
Verzoek tot wijziging van intekening of nainschrijving voor een tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie.
TIJDENS TENTAMINERING
Artikel 14 Schriftelijk tentamen Bij het afleggen van een tentamen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 30
5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 8. Het is niet toegestaan om het tentamen te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 9. De student dient -indien van toepassing- op tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. b. c. d. e. f.
naam studentnummer / relatienummer toets en/of tentamen aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd datum waarop aan het tentamen is deelgenomen handtekening van de student
10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 14. De tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijk tentamen te hebben deelgenomen als de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de tentamenvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 31
17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van het tentamen. Daarnaast schrijft de student binnen twee werkdagen een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van het tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. Na afloop van deze termijn wordt de toetssleutel gepubliceerd.
Artikel 15 Digitale tentamen Digitaal tentamineren is op dit moement nog niet van topepassing voor de opleidng HRM.
Artikel 16 Mondelinge tentamen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald op verzoek van de student. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd.
Artikel 17 Toezicht bij tentamens 1. De Examencommissie wijst (een) examinator/-en aan die aanwezig is bij in ieder geval de aanvang en het einde van de afname van de betreffende tentamen(s) en tijdens de betreffende tentamen(s) terstond beschikbaar. 2. Namens de Examencommissie zijn door het ESR - IRC toetsbureau surveillanten aangesteld die belast zijn met de handhaving van de orde tijdens de afname van het tentamen. De surveillanten dienen aanwijzingen van de examinator op te volgen. 3. De surveillanten dienen 15 minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenruimte aanwezig te zijn om de vereiste voorbereidingen te treffen. De hoofdsurveillant dient 30 minuten voor aanvang in de toets- en of tentamenruimte aanwezig te zijn. 4. Bij schriftelijke tentamens is per ruimte tenminste één surveillant aanwezig. 5. Bij mondelinge tentamens kan worden volstaan met één examinator, tenzij bepaald is dat meer examinatoren noodzakelijk zijn.
NA TENTAMINERING 32
Artikel 18 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk, of in geval van een groepsopdracht tot een voor elke betrokken student herleidbaar individuele beoordeling. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 5. De datum waarop een student een tentamen heeft behaald is de datum waarop het afgelegde tentamen is beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondeling tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van dat tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor het tentamen heeft voldaan.
33
Artikel 19 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamenuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt 10 werkdagen. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegd tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 20 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)tentamens, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)tentamens en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. De specifieke criteria worden in ieder moduleboek vermeld. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit het minorprogramma is samengesteld.
34
5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop het afgelegde tentamen, c.q. de laatste deeltoets is beoordeeld inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden.
Artikel 21 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.NET). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en tentamenopgaven door de afdeling ESR-Toetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie.
Artikel 22 Inzage van tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamenperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid2. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamenwerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 2
De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.
35
3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip.
Artikel 23 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie.
Artikel 24 Bewaring van afgelegde tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamenwerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijk tentamen de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamenwerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm het tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten.
36
8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende vijftig jaren in het archief bewaard.
Artikel 25 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
37
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
Artikel 1
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Studieloopbaanbegeleiding
1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaanbegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februari- instroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 38
4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. 5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: a. Studieloopbaanbegeleiding (6 studiepunten). 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan.
Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februari- instroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar 39
een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studieloopbaanbegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studieloopbaanbegeleider om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. b. c. d. e.
ziekte; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 40
7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Indien een student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 2. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. 3. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 4. Een student dient bij een hernieuwde inschrijving als bedoeld in lid 1 wettelijk te worden beschouwd als een ‘student derde jaar van inschrijving’, op basis waarvan aan deze student geen Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer kan worden verstrekt. Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaanbegeleider een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden van de postpropedeutische fase de student toegang heeft. 3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de studieloopbaanbegeleider maar 41
heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7
Verwijzing in de postpropedeutische fase DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING
1. Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3 vervangen door Niet van toepassing] Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 2. [Alternatief 2] De Examencommissie kan beslissen dat een student in de postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2. 3. De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. de studieresultaten van de student:Nadere eisen invullen b. en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen invullen]. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student.
Artikel 8
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
42
3. Het instellen van beroep bij het COBEX of het CBHO heeft geen schorsende werking, in die zin dat het verstrekte bindend studieadvies met afwijzing (NBSA) in stand blijft totdat in het beroep een andersluidende onherroepelijke uitspraak is gedaan.
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van de OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool behorende bij het Studentenstatuut.
43
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3
Bekendmaking van de OER
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze OER. Artikel 4 1.
Citeertitel, inwerkingtreding
Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Human Resource Management voltij, crohonummer 34609 en treedt in werking op 1 september 2015.
Bijlage A
Competenties van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau:
Nieuwe kerntaken HRM uit het Format 2012+:
1. De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hr-werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. 2. De hr-professional is verantwoordelijk voor de informatievoorzieing op het gebied van hr; geeft gevraagd en ongevraagd informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van hr, richt daarvoor hr-informatiesystemen in en beheert deze.
44
3. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hrwerkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. 4. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externearbeidsmarkttransities, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 5. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele ‘één-op-één situaties’, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 6. De hr-professional adviseert het management over hr-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatie-uitkomsten/resultaten. 7. De hr-professional maakt financiële verkenningen, berekeningen en kosten-baten-analyses op de hr-werkterreinen, maakt hierbij gebruik van ken- en stuurgetallen en rapporteert daarover aan het management. 8. De hr-professional anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategie- en cultuurveranderingen naar hr-werkterreinen en hruitvoeringspraktijken. 9. De hr-professional is in staat om de rol van effectief hr-leiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en gebruikt de implicaties daarvan in zijn uitvoeringspraktijken. 10. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en beroepspraktijk. 11. De hr-professional is een ‘reflective practioner’ met oog voor het belang van corporate governance en ethiek. Hij heeft een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de eigen beroepspraktijk en hij is in staat om sturing te geven aan zijn eigen ontwikkeling en die van zijn omgeving en om het transitieproces naar concrete actie in gang te zetten. 12. Ondernemerschap: In staat zijn om zich te richten op zijn of haar
managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en zorg voor de wereld.
45
Bijlage B
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding Human Resource Management voor de propedeutische fase.
Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2015-2016 Jaar 1 cohort 2015-2016 Periode 1 Vak
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Vak
Vak
Vak
HRM 1
Loopbaan 1
Marketing 1
Onderzoek 1
Arbeidsmarkt
Business English 2
Management acc.
Bedrijfsadm.
SLB 1.2
Operationeel Man.
Business English 1
Finance
Recht
Vergaderen/presenteren
Basiscommunicatie
Schrift.comm.
Onderzoek 2
Ontslag
SLB 1.1 Management
Schematisch overzicht Propedeuse programma HRM 2015-2016
Overzicht contacturen propedeutische fase
Jaar 1 cohort 2015 – 2016 Periode 1 12 uur per week 16 lesuren
Periode 2 12 uur per week 16 lesuren
Periode 3 12 uur per week 16 lesuren
Periode 4 12 uur per week 16 lesuren
46
Propedeuse Code bouwsteen:
SLB 1.1
Naam bouwsteen:
Studieloopbaan-begeleiding 1.1
Studielast:
3 EC
Periode:
1.1.1
Duur:
1 semester
Instapniveau:
Toelating bachelor
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud
Het aanleren van de grondprincipes van systematische, geplande ontwikkeling van competenties krijgt in het eerste jaar veel aandacht. Daarnaast is het eerste jaar een jaar van oriëntatie ,zowel een oriëntatie op de opleiding HRM zelf, als op het werkveld van HR. Belangrijk is dat je na het eerste jaar zeker weet of je de goede opleiding hebt gekozen of niet. Al deze onderwerpen komen aan de orde in tien bijeenkomsten en individuele gesprekken, die verspreid over het studiejaar worden verzorgd door je studiecoach. Gedurende het jaar werk je planmatig aan leerdoelen die je gedurende het jaar vaststelt en eventueel bijstelt. Elke keer als je aan je leerdoelen hebt gewerkt, leg je schriftelijk vast op welke manier je gewerkt hebt aan de eigen ontwikkeling en welke vorderingen je gemaakt hebt. Je studiecoach beoordeelt dit document (portfolio) halverwege en aan het eind van het eerste studiejaar. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en)
De opleiding en het HR werkveld te beschrijven
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Werkcolleges Bijeenko msten studielo opbaancoaching
Participatie Portfolio
Je eigen visie op studeren, het werkveld en de opleiding te benoemen M.b.v. de feedback die je krijgt, je sterke punten en ontwikkelpunten te herkennen Je eigen sterke punten en ontwikkelpunten waar te nemen Een reflectie te geven op je eigen ontwikkeling
47
Aan te geven waarom de opleiding HRM al of niet een goede keuze is SMART leerdoelen op te stellen Te oefenen met nieuw gedrag Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Leervaardigheden
Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 55% op portfolio 80% op participatie
Niveau van toetsing:
Toepassing van kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Bloemen, P en Dekkers, J. (2013). Greep krijgen op je studieloopbaan,tweede volledig herziene druk, OAB Dekkers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
48
Code bouwsteen:
HR1MA6
Naam bouwsteen:
Management 1 en Management Accounting
Studielast:
6 EC
Periode:
1.1.2 en 1.1.3
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Geen
Combinatie
Management 1 en Management Accounting wordt als één programmaonderdeel aangeboden.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson en Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud Management is te definiëren als het proces van coördinatie van werkzaamheden, met als doel dat deze werkzaamheden efficiënt en effectief met en door anderen kunnen worden afgerond. Management is een verzamelnaam voor veel specifieke kennis, gericht op een doel: het optimaal continueren van een organisatie, project, bedrijf of instelling. Binnen deze verzameling spelen verdeling van werk, aansturing van mensen en beslissingen over uitgaven een rol. In het onderdeel Management maak je kennis met de beginselen van organisatiekunde en management. Daarnaast worden de kenmerken behandeld van organisaties waar je later in gaat werken. Management Accounting houdt zich voornamelijk bezig met het geven en toepassen van informatie over de financiële situatie ten behoeve van managers in een organisatie. Met behulp van die gegevens komen managers tot gefundeerde zakelijke besluitvorming en zijn zij beter toegerust voor hun leidinggevende en bestuurlijke taken.
Werkvormen Hoorcolleges, PGO, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
een beschrijving geven van de kenmerken van een organisatie (wat is een organisatie/wat is het doel van een organisatie/hoe en waarom interacteert een organisatie met de omgeving).
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
in eigen woorden uitleggen wat management is inclusief uiteenzetten wat het onderscheid is tussen leiderschap en ondernemerschap.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
verschillende organisatiestructuren en –stelsels (incl. netwerkorganisaties) beschrijven en typeren.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
verschillende organisatieculturen beschrijven en verklaren hoe de organisatiedoelstelling, organisatiestructuur en organisatiecultuur onderling samenhangt.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
uitleggen waarom begrip van Management Accounting belangrijk is voor de dagelijkse praktijk van elke manager.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
Hulpmiddelen
Na deze bouwsteen kan de student:
49
onderscheiden welke verschillende soorten kosten er zijn en wat het onderlinge verband is.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
diverse soorten kosten berekenen en typeren.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
een schatting maken van de kosten per
Participatie en
Hoorcolleges,
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
eenheidsfactor voor elk type product in zowel singleproduct- als multiple productomgevingen.
Opdrachten
PGO en consultatie
een omschrijving geven van de verschillende soorten budgetten.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
beoordelen welke factoren de afwijkingen tussen geplande en werkelijke resultaten veroorzaken.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
beoordelen wat de gevolgen zijn van de directe kostenmethode bij het vaststellen van de bedrijfswinst.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
berekenen wat het omslagpunt is van elke standaard bedrijfsactiviteit.
Participatie en Opdrachten
Hoorcolleges, PGO en consultatie
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 3, 6 en 7
Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Marcus, J. en Dam van N., (2012). Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. Groningen: Noordhoff Uitgevers
9001809677
Boer de P., Brouwers, M.P. en Koetzier W. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Groningen: Noordhoff Uitgevers
9001797881
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
50
Code bouwsteen:
HR1ENG1
Naam bouwsteen:
Business English 1
Studielast:
3 EC (84 hours)
Periode:
1.1.4
Duur:
9 weeks
Instapniveau:
Admission HRM programme
Combinatie Taal bouwsteen:
English
Eigenaar:
Drs. Tatiana Naaijer Ciff
Korte beschrijving van de inhoud The course will cover the following functions at this level: greetings and introductions, meetings and negotiations, business letter, email, memo and report writing. On completion of this course, students will have a sound grasp of the rudiments of the English language and will be able to communicate effectively in the business environment. There is also a focus on English grammar and vocabulary, which directly relates to the before mentioned skills After completing this course, students will be knowledgeable about the most important aspects of Business English. They will also be able to understand basic business terminology, writing and listening passages. You will be able to produce basic business English writing and speaking texts and passages at a B1 (CEF) level.
Work forms The activities mentioned below will be practiced in order to improve the 4 skills at a B1 level.
Receptive Listening
Productive
Reading
Spoken
Interaction Written
- Dialogue - Presentation - Videos
- Articles Websites
Face to Face situations/ interactions
Summaries Descriptions - Business writings
Telephone conversation
(memo, email, etc.)
-
-
Presentations Debates
Test methods: Part
Maximum
Weight
Norm Pts
EC
51
Written Test (multiple choice and open questions)
10
Spoken Section
10
0.5
5.5 3
Pass
0.5
5.5 5.5
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition by Cotton, Falvey & Kent
9781408237090
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
52
Code bouwsteen:
HR1BC
Naam bouwsteen:
Basiscommunicatie
Studielast:
3 EC
Periode:
1.1.5
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson
Korte beschrijving van de inhoud Als hbo’er zul je later een leidinggevende of in ieder geval een leidende rol gaan vervullen. Het is dan belangrijk dat je weet hoe communicatie werkt, hoe je ervoor kunt zorgen dat je boodschap overkomt en dat de ander er ook iets mee gaat doen. Of je nu wordt opgeleid tot leraar, manager, ingenieur, beleidsmedewerker, consultant of hulpverlener, als hbo’er moet je effectief mondeling kunnen communiceren en moet je begrijpen hoe communicatie werkt en wat de communicatie kan verstoren. Je leer je in verschillende situaties (tweegesprek, vergadering of interview) gemakkelijk te redden, oor en oog te hebben voor wat de ander wil zeggen en op een passende en effectieve manier voor je eigen mening uit te komen.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
adequaat feedback geven en ontvangen
Productenmap
Werkcolleges
een gesprek voeren waarin de student oplossingsgericht kan omgaan met weerstanden en emoties bij zichzelf of de gesprekspartner
Productenmap
werkcolleges
een interview voorbereiden, afnemen en synthetiseren teneinde evidente informatie te verkrijgen over een opdracht of een probleem
Productenmap
werkcolleges
een adviesgesprek voorbereiden en voeren.
Productenmap
werkcolleges
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Na afronding van dit onderdeel kan de student:
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 3, 6 en 9
Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht
53
54
Code bouwsteen:
HR1HRM1
Naam bouwsteen:
HRM 1
Studielast:
3 EC
Periode:
1.2.1
Duur:
9 weken gedurende module 2 van jaar 1
Instapniveau:
Management 1 gevolgd
Combinatie
-
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Frederiek Dekens
Korte beschrijving van de inhoud HRM 1 is de eerste kennismaking met HRM binnen een organisatie, de toegevoegde waarde van HRM en de rol en positie van de HRM afdeling en/of HR-adviseur. Daarnaast wordt aandacht besteed aan HRM-instrumenten die gerelateerd zijn aan de instroom in een organisatie, te weten werving, selectie, arbeidsovereenkomst en introductie van nieuwe medewerkers. Gedurende 8 weken passeren alle bovengenoemde onderwerpen tijdens PGO de revue in de vorm van taken en opdrachten en worden de PGO-sessies ondersteund met hoorcolleges. In de moduulopdracht wordt kennisgemaakt met de praktijk. Studenten interviewen twee HRadviseurs van verschillende organisaties en schrijven een verslag waarin ze beide organisaties vergelijken met name op het gebied van HRM.
Werkvormen PGO Hoorcolleges en gastcolleges (HC) Moduulopdracht (MO)
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Weten Kent de student de positie, doelstelling en taken van HRM binnen een organisatie.
Participatie Opdracht
HC, PGO MO
Kent de student de theorie op het gebied van werving, selectie en introductie.
Participatie
PGO
Kent de student theorie op het gebied van HR-planning.
Participatie
HC +MO
Participatie
PGO
Hulpmiddelen
Na afronding van HRM 1:
Kent de student de theorie op het gebied van arbeidsovereenkomsten.
55
Inzien Kan de student onderscheid maken tussen operationeel, tactisch en strategisch niveau op HRM gebied. Kan de student de toegevoegde waarde van
Opdracht + Participatie
MO + PGO
Opdracht + Participatie Toetsvorm(en)
MO + PGO Werkvorm(en)
Participatie
PGO
Toepassen Kan de student een vacaturetekst opstellen.
Participatie
PGO
Kan de student een selectie-interview voeren.
Participatie
PGO
Kan de student een arbeidsovereenkomst opstellen.
Participatie
PGO
Bouwsteendoelstellingen:
Hulpmiddelen
HRM binnen een organisatie beschrijven. Kan de student de elementen van een introductieprogramma beschrijven.
Cesuur
55% voor opdracht 80% voor participatie
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 4
Kennis en Inzicht Toepassing Kennis en Inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Marcus, J., Van Dam, N. (2012). Organisatie en Management. Zevende druk, Noordhoff Uitgevers Van der Roest, O.A.P e.a. Basisboek Recht, twaalfde druk, Noordhoff Uitgevers. Wetteksten Hoger Onderwijs, 2013-2014, Noordhoff Uitgevers. Enkele hoofdstukken uit: Leerboek personeelsmanagement van Kluijtmans van 2005 (5de druk). Noordhoff Uitgevers. Gepubliceerd op Blackboard. Aanbevolen literatuur
56
Kluijtmans, F (2008). Bedrijfskundige aspecten van HRM, eerste druk. Noordhoff Uitgevers Baarda, P.R, Kouwenhoven, C.P.M (2007). Ken- en Stuurgetallen voor Personeelsmanagement: cijfers voor diagnose en besturing, tweede druk. Kluwer. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://www.wervingenselectiegids.nl http://www.nvp-plaza.nl/ http://www.hrbase.nl http://www.penoactueel.nl
57
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Onderzoek 1
Studielast:
3 EC
Periode:
1.2.2
Duur:
9 weken gedurende module 2 van jaar 1
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie
Schriftelijke communicatie (bronnen)
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline Rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
Onderzoek 1 is de kennismaking met het op een methodische wijze onderzoek verrichten naar complexe vragen, waarbij onderbouwing en aantonen dat je grondig te werk bent gegaan belangrijk zijn. Gedurende negen weken wordt de student door de stappen en fasen van het onderzoeksproces geleid, werkt aan een eigen kwalitatieve onderzoeksopdracht en zich voorbereid op een toets. Naast zelfstudie zijn colleges en consultatie-uren behulpzaam om de basisprincipes van dit vak eigen te maken. In Onderzoek 2 wordt de gehele cyclus nog een keer doorlopen en ligt het accent op kwantitative data-analyse en rapportering.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na afronding van Onderzoek 1:
58
Kennis Kan de student de belangrijkste onderzoeksopvattingen onder woorden brengen Weet de student hoe je onderzoek moet worden voorbereid en opgezet
Opdracht
HC
Kan de student een probleemstelling formuleren Opdracht Kan de student een toetsbare onderzoeksvraag formuleren Kent de student de betekenis van validiteit van een onderzoeksresultaat Kent de student de belangrijkste onderzoeksinstrumenten Weet de student wat de betrouwbaarheid van een instrument inhoudt Kent de student de relatie tussen populatie en steekproef Weet de student welke eisen je moet stellen aan een steekproef
Opdracht
Opdracht Toets
Toets Opdracht
Opdracht
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Weet de student wat univariate analyse bivariate analyse is
Toets
Kent de student het onderscheid tussen correlatie en causaliteit Begrijpt de student de basis van de inferentiële statistiek Kent de student de betekenis van SPSS Kan de student een topiclijst voor een diepte interviews maken Weet de student hoe een diepteinterview moet worden afgenomen zodat deze zo informatief mogelijk verlopen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Opdracht Toets
Toets Opdracht Opdracht
Weet de student hoe je een transcript maakt Kent de student de methode van analyse van transcripts
Opdracht Opdracht
Weet de student waar een onderzoeksverslag uit bestaat Opdracht
59
Inzien Begrijpt de student de verschillen en overeenkomsten tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek Begrijpt de student de relatie tussen literatuuronderzoek en validiteit Begrijpt de student de relatie tussen de onderzoeksvraag en de conclusie
Opdracht
HC + Consultatie
Opdracht
Opdracht
Begrijpt de student de relatie tussen de doelstelling en de aanbeveling Opdracht Toepassen
HC + Consultatie
Kan de student structuur van een kwalitatieve onderzoeksopzet aangeven
Opdracht
Kan de student de gangbare onderzoekstermen uitleggen
Opdracht
Kan de student een klein kwalitatief onderzoek uitvoeren
Opdracht
Kan de student een onderzoeksrapport opstellen Opdracht Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Kan de student de basis van de inferentiële statistiek toepassen op een casus
Toets
Cesuur
55%
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2
Toepassing van kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Saunders, M. Lewis, P, and Thornhill, A., Research Methods for Business Students (2012). Pearson. 0273750755 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
60
Code bouwsteen:
HR1BE
Naam bouwsteen:
Bedrijfsadministratie
Studielast:
3 EC
Periode:
1.2.3
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud
Het onderdeel Bedrijfsadministratie is opgezet rond systemen waarmee ondernemingen hun bedrijfsvoering soepel kunnen laten verlopen. Het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn om een gezond bedrijf te creëren en een succesvolle manager te worden, in combinatie met kennis van het presenteren en interpreteren van financiële informatie, zijn kernelementen in dit programmaonderdeel en bereiden je voor op je toekomstige carrière. Werkvormen
Werkcolleges, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
een balans samenstellen.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
een journaal maken.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
een grootboek maken.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
een kolommenbalans maken.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
omzetbelasting boeken.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
omgaan met enkele veel voorkomende financiële feiten binnen de bedrijfsadministratie.
Opdracht
Werkcollege en consultatie
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Na afronding van de bouwsteen kan de student:
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2 en 7
Kennis en inzicht Toepassing van kennis en inzicht
61
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Klerks-Van de Nouland, C.A.M. (2009) Introductie Bedrijfsadministratie. Groningen: Noordhoff Uitgevers
9001709982
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
62
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Schriftelijke Communicatie
Studielast:
3 EC
Periode:
1.2.4.
Duur:
9 weken gedurende module 2 van jaar 1
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie
Onderzoek 1 en 2 (bronnen)
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline Rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
De studenten moeten tijdens hun opleiding, maar ook in het werkende leven, regelmatig schriftelijk communiceren. In dit onderdeel schrijven studenten een literatuurverslag, wat een weergave is van wetenschappelijke kennis en onderzoek op een bepaald terrein. Verslagen, moduulopdrachten en scriptie bevatten alle een gedeelte van literatuuronderzoek.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Literatuurverslag Participatie
Hoorcolleges
Hulpmiddelen
Na afloop van de bouwsteen kan de student:
Kennis Een passende structuur gebruiken bij doel en doelgroep Een passende stijl gebruiken bij doel en doelgroep Volgens de methode van Toulmin een argumentatie opbouwen In de volgende fases schrijven: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven op de APA manier bronnen vermelden in de tekst en in de bronnenlijst Een introductie schrijven op een probleem, idee of praktijkvoorbeeld uit het werkveld en kan de lezer motiveren verder te lezen. Argumenten op een gebalanceerde wijze weergeven ter ondersteuning van een ingenomen standpunt, met behulp van concrete, onderbouwde en gedifferentieerde bewijzen. Conclusies trekken en communiceren die logisch, duidelijk en constant zijn met het voorgaande in het document Informatie correct samenvatten
63
Zonder spel- en stijlfouten een tekst schrijven Minimaal drie betrouwbare bronnen gebruiken, waaronder een onderzoeksartikel uit een veelal Engelse digitale databank van Bouwsteendoelstellingen:
Gastcollege bibliothecaris Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Stenden Inzien Na afloop van dit onderdeel is de student zich bewust dat er meerdere versie nodig zijn om tot het definitieve document te komen
Hulpmiddelen Studielandschap Stenden
Literatuurverslag Participatie
Werkcolleges
Literatuurverslag Participatie
Werkcolleges
Studielandschap Stenden
De student kan de betrouwbaarheid van bronnen beter inschatten Toepassen De student schrijft een eigen literatuurverslag volgens de aangeboden richtlijnen
Werkcolleges De student demonstreert kritisch denkvermogen in het analyseren, interpreteren en evalueren van het schriftelijke werk van derden Cesuur
Participatie
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
Communication
Toepassing van kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
geen Aanbevolen literatuur Haag, E., Dirven. (2005). Schrijven stappen, handboek voor verslaglegging van literatuur onderzoek. Internet bronnen (aanbevolen)
64
Code bouwsteen:
HR1FI
Naam bouwsteen:
Financiering (BE 3)
Studielast:
3 EC
Periode:
1.2.5
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Bedrijfsadministratie gevolgd
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud Na ordening van financiële mutaties (Bedrijfsadministratie), komt de interpretatie van de uitkomsten aan bod. In dit programmaonderdeel ga je aan de slag met het interpreteren van financiële gegevens.
Werkvormen
Hoor-/ werkcolleges, opdracht en consultatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Na afronding van dit onderdeel ben je in staat om:
Moduulopdracht
Hoorcolleges werkcolleges
aan te geven welke soorten activa zich op de debetzijde van de balans bevinden.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
uit te leggen met welke soorten vermogen deze activa zijn gefinancierd en het beste gefinancierd kunnen worden.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
uit omzet- en kostengegevens een winst- en verliesrekening op te stellen.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
uit informatie over geldstromen een kasstroomoverzicht op te stellen.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
de drie hiervoor genoemde financiële overzichten te analyseren om tot een oordeel over de financiële situatie van een onderneming te komen.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
activa zoals voorraden, debiteuren en liquide middelen op een financieel verantwoorde wijze te beheren.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
de kengetallen die voor analyse nodig zijn te berekenen en te interpreteren.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
Hulpmiddelen
65
verbanden te leggen tussen de financiële overzichten onderling en in samenhang met de kengetallen.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
de diverse vermogensvormen met hun kenmerkende eigenschappen te benoemen en hieruit in een gegeven situatie een
Opdracht
Hoor/werkcolleges
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
op basaal niveau aan te geven of en waarom een voorgenomen investering op financiële gronden levensvatbaar zal zijn of niet.
Opdracht
Hoor/werkcolleges
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
verantwoorde keuze te maken.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Boer de P., Brouwers, M.P. en Koetzier W. (2011). Basisboek Bedrijfseconomie. Groningen: Noordhoff Uitgevers
9001797881
66
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Recht 1
Studielast:
3 EC (84 uur studiebelasting)
Periode:
1.3.1.
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Marjolein Hensen-Broeders
Korte beschrijving van de inhoud Kennis van wet- en regelgeving behoort tot de basis van een HR-adviseur. Binnen dit onderdeel maakt de student kennis met recht. Studenten verdiepen zich in het Nederlands rechtssysteem, kunnen het onderscheid privaat- en publiekrecht maken en maken zich het privaatrecht en arbeidsrecht eigen. Ook leren studenten juridische vaardigheden waaronder het toepassen van weten regelgeving en gebruiken van een wettenbundel. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Na afloop van deze bouwsteen kan de student:
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Hoorcollege
Concrete situaties herkennen waarin rechtsregels een belangrijke rol spelen.
MC Toets
Werkcollege
In concrete situaties relevante informatie correct interpreteren.
MC Toets
Werkcollege
Situaties waarin rechtsregels een belangrijke rol spelen herkennen en een plan van aanpak opstellen.
MC Toets
Werkcollege
Veelgebruikt juridisch jargon begrijpen, zodat hij/zij zowel mondeling als schriftelijk adequaat kan communiceren met juridische en andere professionals.
MC Toets
Werkcollege
Juridische vaardigheden gebruiken waaronder het toepassen van wet- en regelgeving en het hanteren van een wettenbundel.
MC Toets
Werkcollege
Cesuur
65%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 6, 9
Kennis en inzicht
67
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Roest, O.A.P. (2013) Basisboek Recht, dertiende druk, Noordhoff Uitgevers.
ISBN 9789001815509
Wetteksten Hoger Onderwijs 2014/2015, Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001834074 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Code bouwsteen:
HR1LB1
Naam bouwsteen:
Loopbaan 1
Studielast:
3 EC
Periode:
1.3.2
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson
Korte beschrijving van de inhoud
Voor dit studieonderdeel gaan we er van uit dat je sinds kort stage loopt bij het loopbaanadviesbureau "Werkwaarde". Je hebt je al verdiept in de organisatie, je weet welke diensten ze leveren en wie er zoal werken. Nu is de tijd aangebroken om met het echte werk te beginnen; het begeleiden van cliënten met een loopbaanvraagstuk. Met je stagebegeleider heb je afgesproken dat je volgende week begint met je eerste cliënt. Dat betekent dat je gelukkig nog voldoende tijd hebt om je hier goed op voor te bereiden. Je hebt boeken en aantekeningen van je studietijd tot je beschikking en er is nog ruimte om eerst een gesprek van een andere collega te zien. Om te beginnen kijk je in de map met aanmeldingen. Met welke cliënt ga jij een intakegesprek voeren? Wat is de loopbaanvraag van de cliënt en hoe ga je dat begeleiden? Van alle informatie die je vooraf, tijdens en na de begeleiding van de cliënt verzamelt, leg je een dossier aan. Je stagebegeleider heeft bovendien aangegeven dat je niet alleen het kennismakinggesprek voert, maar ook een begeleidingsprogramma voor de cliënt zal opzetten.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
68
Beschrijven waarom theoretische modellen voor loopbaanadvisering van belang zijn.
Leerverslag
Hoorcollege
De theorie van Holland ( RIASOC, congruentie, differentiatie, consistentie) beschrijven
Leerverslag
Hoorcollege
HollandZelfOnderzoek (HZO) maken.
Leerverslag
Consultatie
De Fasen in de ontwikkeling beschrijven
Leerverslag
Hoorcollege
Het ontstaan van de zone acceptabele beroepen (L.Gorrfredson) beschrijven
Leerverslag
Hoorcollege
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Besluitvormen opnoemen.
Individuele opdracht / Eindgesprek
Hoorcollege
Sociale stratificatie en herkomst beschrijven
Leerverslag
Hoorcollege
Loopbaancompetenties op de arbeidsmarkt opnoemen.
Eindgesprek
Werkcollege
OP een actieve en effectieve manier communiceren met groepsgenoten door actief te luisteren, door door te vragen en door zijn/haar mening te delen met teamleden.
Groepsopdracht
Consultatie
Opnoemen welke fasen in een intakegesprek zijn
Individuele opdracht
Werkcollege / Rollenspel
Beschrijven welke basisgesprekvaardigheden je vooral gebruikt in een intakegesprek
Individuele opdracht
Consultatie
Opnoemen welke gespreksonderwerpen af te leiden zijn uit de 5 besproken invalshoeken
Individuele opdracht
Werkcollege
Na het werkcollege een intakegesrek op film opnemen. Het begrip loopbaanbegeleiding uitleggen. Uitleggen hoe het intakegesprek zich verhoudt tot de daarop volgende begeleiding.
Individuele opdracht
Rollenspel
Goede begeleidingstechnieken en –instrumenten vinden.
Individuele opdracht
Consultatie
Uitleggen hoe een verbatim er uit moet zien. Het nut ervan uitleggen en interventies benoemen.
Individuele opdracht
Consultatie
Opnoemen welke typen loopbaanvragen bestaan.
Individuele opdracht / Eindgesprek
Consultatie
Een reflectie over het gevoerde intakegesprek schrijven.
Individuele opdracht
Consultatie
Beoordelen welk begeleidingsprogramma passend is voor welk type loopbaanvraag en aangeven waarom.
Individuele opdracht / Eindgesprek
Consultatie
Hulpmiddelen
69
Aangegeven wat een passend aantal gespreksmomenten zijn.
Individuele opdracht
Cesuur
55%
Consultatie
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
5 en 12
Kennis en Inzicht Toepassing van kennis en inzicht Analyseren, synthetiseren
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Understanding Careers, Inkson (2007)
9780761929505
DVD met voorbeeld intakegesprek (wordt uitgereikt door docent) Aanbevolen literatuur
Spijkerman, R. en Admiraal, D. (2000). Loopbaancompetentie, management van mogelijkheden. Samson
70
Baalbergen J., Nap J., e.a. (2002). Het palet van loopbaanland. Een verkenning van de achtergronden en de praktijk van loopbaanbegeleiding in de domeinen onderwijs, arbeid en sociale zekerheid. Den Haag: uitgeverij LEMMA. Bienemann, M. en Spijkerman, R. (2002). RAAK, sleutels voor loopbaanplanning. Leeuwarden: LDC.
Bienemann, M, en Spijkerman, R. (2004). Vang je eigen schaduw, werkboek voor leven en loopbaan. Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Spijkerman, R., Reekers, M.(2005). De seniorcode, Je loopbaan na je 45ste. Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Spijkerman, R., Reekers, M.(2009).Door de wol geverfd, Je loopbaan na je 40ste.Zaltbommel: Thema. Bienemann, M., Mijland, E. , Reekers, M.,Spijkerman, R. (2007) Ik ga voor werk dat me raakt. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor creativiteit. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor de top. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor vrijheid. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor de ultieme uitdaging. Hoe past dit in mijn loopbaan? Ik ga voor een betere wereld. Hoe past dit in mijn loopbaan?
Ham, M. van der (2008). Duurzaam coachen, arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect. Nelissen
Luken, T. (2000). Innovatie in beroepskeuze en loopbaanbegeleiding
71
Martens, A.,Spijkerman, R. (2006). Zelfkennis. Martens, A.,Spijkerman, R. (2000). Arbeid kiezen en delen. Alphen aan de Rijn: Samsom. Reynaert, W. en Spijkerman, R. (volledig herziene druk 2009). Loopbaandilemma’s.Leeuwarden/ ’s Hertogenbosch:Malmberg/LDC
Spijkerman, R.,Vloet, K. redactie. ( 2001). Spiegel voor begeleiders. Apeldoorn/Leuven: Garant. Spijkerman, R.(2005). Loopbaangesprekken. Zaltbommel: Thema. Spijkerman, R., Admiraal, D.(2000).Loopbaancompetentie.Alphen a/d Rijn: Samsom. Spijkerman, R. & Bienemann, M.(2009). Het werkvormenboek, 40 loopbaanoefeningen die werken. Zaltbommel: Thema.
Tijdschriften Loopbaan of Dekanoloog
Vinke, R. (2004). Zoeken naar Intrinsieke motivatie. Reed Business BV
Websites LDC, NVS-NVL, Kennisnet.nl, beroepskeuze.nl , loopbaanadvies.net , boaborea.nl.
Code bouwsteen:
HR1AM1
Naam bouwsteen:
Arbeidsmarkt
Studielast:
3 EC
Periode:
1.3.3
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
72
Eigenaar:
Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud
Binnen veel organisaties is een strakke personeelsplanning. Op het moment van uitval wordt de betreffende ondernemer geconfronteerd met onderbezetting. Een uitzendbureau, gespecialiseerd in deze branche, kan deze uitval opvangen door geschikt personeel uit te zenden op momenten dat daar behoefte aan is. Tijdens dit onderdeel geeft een uitzendbureau de opdracht om te onderzoeken of het haalbaar is om onder een apart label een specialisatie op te zetten. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Opdracht
Project
het aanbod op de arbeidsmarkt in een bepaald gebied onderzoeken.
Opdracht en leerverslag
PGO
de vraag op de arbeidsmarkt in een bepaald gebied onderzoeken.
Opdracht en leerverslag
PGO
trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt bepalen.
Opdracht en leerverslag
PGO
een concurrentieanalyse uitvoeren.
Opdracht en leerverslag
PGO
een presentatie geven over het uitgevoerde onderzoek.
eindpresentatie
PGO
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2 en 4
Kennis en Inzicht Toepassing Kennis en Inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Desk en Fieldresearch Aanbevolen literatuur Kotler, P. et al. (2006). Principes van marketing. Amsterdam: Pearson Prentice Hall
9043016225
Verhoeven, N. (2009). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Onderwijs
9059316711
Zwegers, J.M.M. (2010). Organisatie en arbeidsmarkt. Kluwer
9013021735
73
Berghuis, E. (2008). Arbeidsmarktdynamiek: ontwikkelingen in (inter)nationaal perspectief. Boom onderwijs.
9047300491
Werf van der S., (2007). De verdeling van arbeid: een verkenning van vraag en aanbod, beleid en sociale zekerheid. Coutinho.
9046900320
Bekker, S. (2005). Jong en oud op de arbeidsmarkt: generaties, transities en levensloop. Reed Business Information
9059016815
Soest, E. van (2003). Arbeidsvoorziening. LEMMA
9059317378
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) -
www.werk.nl, www.rabobank.nl en www.cbs.nl
74
Code bouwsteen:
SLB 1.2
Naam bouwsteen:
Studieloopbaan-begeleiding 1.2
Studielast:
3 EC
Periode:
1.3.4
Duur:
1 semester
Instapniveau:
Toelating bachelor
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud
Het aanleren van de grondprincipes van systematische, geplande ontwikkeling van competenties krijgt in het eerste jaar veel aandacht. Daarnaast is het eerste jaar een jaar van oriëntatie ,zowel een oriëntatie op de opleiding HRM zelf, als op het werkveld van HR. Belangrijk is dat je na het eerste jaar zeker weet of je de goede opleiding hebt gekozen of niet. Al deze onderwerpen komen aan de orde in tien bijeenkomsten en individuele gesprekken, die verspreid over het studiejaar worden verzorgd door je studiecoach. Gedurende het jaar werk je planmatig aan leerdoelen die je gedurende het jaar vaststelt en eventueel bijstelt. Elke keer als je aan je leerdoelen hebt gewerkt, leg je schriftelijk vast op welke manier je gewerkt hebt aan de eigen ontwikkeling en welke vorderingen je gemaakt hebt. Je studiecoach beoordeelt dit document (portfolio) halverwege en aan het eind van het eerste studiejaar. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en)
De opleiding en het HR werkveld te beschrijven
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Werkcolleges Bijeenko msten studielo opbaancoaching
Participatie Portfolio
Je eigen visie op studeren, het werkveld en de opleiding te benoemen M.b.v. de feedback die je krijgt, je sterke punten en ontwikkelpunten te herkennen Je eigen sterke punten en ontwikkelpunten waar te nemen Een reflectie te geven op je eigen ontwikkeling Aan te geven waarom de opleiding HRM al of niet een goede keuze is
75
SMART leerdoelen op te stellen Te oefenen met nieuw gedrag Bouwsteendoelstellingen: Cesuur Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Leervaardigheden
Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 55% op portfolio 80% op participatie
Niveau van toetsing:
Toepassing van kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Bloemen, P en Dekkers, J. (2013). Greep krijgen op je studieloopbaan,tweede volledig herziene druk, OAB Dekkers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
76
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Onderzoek 2
Studielast:
3 EC
Periode:
1.3.5.
Duur:
9 weken gedurende module 2 van jaar 1
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie
Schriftelijke communicatie (bronnen)
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline Rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
In Onderzoek 1 zijn de basisprincipes van onderzoek doen aan de orde geweest en heeft de student geoefend met het doen van kwalitatief onderzoek en het coderen van transcripten. In het onderdeel Onderzoek 2 leert de student op een methodische wijze een kleinschalig kwantitatief onderzoek te verrichten en daar verslag van te doen. Opnieuw worden alle stappen en fasen van het onderzoeksproces doorlopen. De cursus wordt afgesloten met een onderzoeksverslag van een (zelf gekozen) onderzoeksvraag. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
77
Weten:
participatie
Colleges Opdracht Consultaties
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Een onderzoeksplan maken Een tijdspad opstellen Beschrijven waaruit een onderzoeksplan is opgebouwd Op basis van een beperkt literatuuronderzoek een conceptueel model opzetten en de begrippen definiëren Begrippen omzetten in meetbare instrumenten voor een survey interview Keuzes maken voor de wijze waarop enquêtes uitgevoerd moeten worden keuzes maken voor de wijze waarop bij enquêtes respondenten en deelnemers benaderd dienen te worden een codeboek opstellen een aantal eenvoudige, beschrijvende analyses van telkens één of twee variabelen beschrijven, herkennen, uitvoeren en interpreteren gegevens overzichtelijk weergeven in een grafiek of tabel Bouwsteendoelstellingen:
Hulpmiddelen
een aantal samenvattende eigenschappen van variabelen beschrijven (centrum maten, modus, mediaan, gemiddelde, gewogen gemiddelde, standaard deviatie, kruistabel) deze samenvattende eigenschappen herleiden (berekenen) enkele basistechnieken met behulp van SPSS of Exell uitvoeren een stuk tekst samenvatten en begripsmatig zodanig beschrijven dat het antwoord geeft op voorafgestelde onderzoeksvragen de aspecten van kwantitatief onderzoek ten aanzien van betrouwbaarheid en validiteit benoemen
78
Inzien
Participatie
Colleges, consultaties en opdracht
Participatie
Colleges, consultaties en opdracht
De student ontdekt het belang van literatuuronderzoek voor het ontwikkelen van een conceptueel model en het operationaliseren van de enquete De student ziet het belang van de steekproeftrekking Toepassen De student kan een kleinschalig kwantitaief onderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren Cesuur
55% for yhe whole peroject. 80% for active participation
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Saunders, M. Lewis, P, and Thornhill, A., Research Methods for Business Students (2012). Pearson. 0273750755 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
79
Code bouwsteen:
HR1VP
Naam bouwsteen:
Vergaderen/ Presenteren
Studielast:
3 EC
Periode:
1.4.1
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Toelating Bachelor
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson
Korte beschrijving van de inhoud Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt. Je leert welke hulpmiddelen je op welke manier kunt inzetten. Je leert vooral om boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je ook hoe je een presentatie van iemand kunt beoordelen en op welke manier je opbouwende kritiek kunt leveren. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering, maar je leert ook welke processen in een vergadering binnen een groep kunnen spelen. Je leert hoe je een vergadering voorbereidt, hoe je als voorzitter een vergadering leidt en hoe je als deelnemer een effectieve bijdrage aan een vergadering levert.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Productenmap en Participatie
Werkcolleges
Individuele presentaties en groepspresentatie en Productenmap
Werkcolleges
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: 1. weet je hoe communicatie werkt en wat de rol is van non-verbale communicatie 2. kun je een presentatie houden: je laat zien hoe je een presentatie voorbereidt; je laat zien hoe je een presentatie opbouwt; je laat zien hoe je een presentatie ondersteunt (bijvoorbeeld met Powerpoint); je laat zien dat je je publiek kunt boeien je laat zien dat je constructieve feedback op een presentatie kunt geven.
Prezi/PowerPoint
80
3. weet je hoe je moet vergaderen:
Productenmap en participatie
Rollenspelen tijdens werkcollege
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Cesuur productenmap
55% 80%
je weet en laat zien hoe je een vergadering voorbereidt; je laat zien hoe je een vergadering als voorzitter leidt; je laat zien hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert.
Participatie
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 9 en 12
Weten Inzien Toepassen Analysereen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Gramsbergen-Hoogland, Y.H. & Van der Molen, H.T. (2013). Gesprekken in organisaties (5e gew. dr.). Groningen: Wolters-Noordhoff.
978-90-01-81542-4
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen)
81
Nuttige websites over vergaderen: http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/vergaderen/ Prachtig! Compleet, duidelijk, met mooie hyperlinks. http://www.leren.nl/cursus/socialevaardigheden/overtuigenbeinvloeden/basisbegrippen.html Via de zelfde site. Vertaling van een Amerikaanse cursus. Very American, but useful all the same. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/samenwerken Rijk gevulde site, ook met goede informatie over vergaderen, dat hier gezien wordt als een vorm van samenwerken. http://www.youtube.com/watch?v=YPrAC2gjU8I “Youtube’je” over vergaderen: hilarisch ! http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/ve rgaderen http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/dis cussieren Een discussie leiden (rol voorzitter). http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/ar gumenteren Een beetje technisch, maar direct van toepassing op de week waarin structureren en argumenteren wordt behandeld.
82
Van managementsite.nl, ook rijk gevuld; bovendien toepasbaar in andere domeinen, zoals Techniek of Social Work: http://www.managementsite.nl/2421/persoonlijkeeffectiviteit/vergaderen-hoe-moet-dat-alweer.html http://www.managementsite.nl/2167/performance-management/5-tipsefficint-vergaderen.html http://www.managementsite.nl/2757/persoonlijke-effectiviteit/9-tips-omeffectiefvergaderen.html http://www.managementsite.nl/4519/persoonlijke-effectiviteit/12-tipssnelle-vergadering.html http://www.managementsite.nl/2018/persoonlijkeeffectiviteit/vergaderingtips.html Vergadertips. http://www.managementsite.nl/2467/self-assessments/checklist-leidenvergadering.html Checklist voor het leiden van een vergadering. http://www.managementsite.nl/175/self-assessments/hoe-vergaderenlastige-mensen.html Vergaderen met lastige mensen.
Nuttige websites over presenteren: Universiteit Twente
Een korte online cursus presenteren, gericht op je ontwikkeling, met een handige voor- en nameting. http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6-Presenteren/Voormeting/voormeting.html Learnit
Een heldere online cursus presenteren met mooie oefeningen. http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/ Carrièretijger http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/modellen/present atie Rijksuniversiteit Groningen
http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/pr esenteren/index http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/mondelingevaardigheden/voorstudenten/poster-presentatie
Over posterpresentaties:
83
Over Powerpoint, in het Engels, but so instructive: http://www.presentationskills.biz/presentation-delivery/how-not-topresent-with-powerpoint.htm En verder…. Over Lichaamstaal
Een schat aan informatie over non verbale communicatie en lichaamstaal, ook bij presenteren en vergaderen. http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html Over argumenteren http://www.argumentenfabriek.nl/ Een aantal journalisten en wetenschappers heeft er zijn werk van gemaakt om de argumenten van complexe problemen helder in kaart te brengen: de argumentenfabriek.
84
Code bouwsteen:
HR1OM
Naam bouwsteen:
Operationeel Management
Studielast:
3 EC
Periode:
1.4.2
Duur:
9 weken in module 4 jaar 1
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Frederiek Dekens
Korte beschrijving van de inhoud Binnen operationeel management maken de studenten kennis met de operationele processen binnen organisaties, hoe middelen ingezet kunnen worden, hoe processen gestuurd en gepland kunnen worden en wat de relatie is tot HRM. Gedurende 8 weken worden hoorcolleges verzorgd en wordt in week 9 een toets afgenomen met kennis-, inzicht en toepassingsvragen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: de stappen van het ontwerpproces voor een dienst of productieproces uitleggen
Korteantwoordentoets Hoorcollege
de inzet van middelen (mensen, faciliteiten, machines, verbruiksgoederen) verklaren
Korteantwoordentoets Hoorcollege
aangeven welke criteria te gebruiken zijn voor planning en sturing van de operationele processen
Korteantwoordentoets Hoorcollege
de planning van operationele processen verklaren
Korteantwoordentoets Hoorcollege
uitleggen onder welke omstandigheden een majeure wijziging van de operationele processen geboden is (o.a. BPR); uitleggen hoe een dergelijke wijziging kan worden doorgevoerd
Korteantwoordentoets Hoorcollege
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
6
Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht
85
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Walstra, J., (2014). Operationeel management in de dienstverlening, 2 Editie, 2014, Amsterdam, Pearson Education Benelux
ISBN e
Aanbevolen literatuur
Lovelock, Christopher H., & Jochen Wirtz (2006). Dienstenmarketing –5e editie. Amsterdam, Pearson Education Benelux Lovelock, Christopher H., & Jochen Wirtz (2004). Services Marketing – People, Technology, Strategy. 5th edition. Upper Saddle River, N.J. Pearson Prentice Hall Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
86
Code bouwsteen:
HRMAR1
Naam bouwsteen:
Marketing 1
Studielast:
3 EC
Periode:
1.4.1
Duur:
1 periode
Instapniveau:
Geen
Taal bouwsteen:
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er etc. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurren. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
87
1. De student kan de marketingmanagement concepten onderscheiden. 2. De student kent de termen maatschappelijk verantwoordelijkheid en marketingethiek. 3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch marketingmanagementproc
Bouwsteendoelstellingen:
Schriftelijk tentamen De verdeling over de stof is evenredig. Met de open vragen wordt vooral toepassing getoetst.
Toetsvorm(en)
HC en WC
Werkvorm(en)
Rekenmachine,
Hulpmiddelen
88
7.
8.
9.
10. 11.
es, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. De student kan positioneringstrategieën formuleren. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
DC 4. Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing
N2: Inzien
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kotter, Marketing Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)
89
Code bouwsteen:
1.4
Naam bouwsteen:
Business English 2
Studielast:
3 EC
Periode:
1.4.5.
Duur:
9 weeks
Instapniveau:
B1
Combinatie Taal bouwsteen:
English
Eigenaar:
Drs. Ms. Tatiana Naaijer-Ciff
Korte beschrijving van de inhoud Students will cover the following functions at this level: greetings and introductions, meetings and negotiations, business letter, email, memo and report writing. On completion of this course, they will have a sound grasp of the rudiments of the English language and will be able to communicate effectively in the business environment. There is also a focus on English grammar and vocabulary, which directly relates to the before mentioned skills.
Doelstellingen The competences developed in this course include: Knowledge and understanding of business terminology Knowledge of methods and techniques useful in basic business life The capacity to study, understand and evaluate relevant business publications and writings The capacity to report (orally and in writing) in English on different aspects of business and using different methods Critical evaluation of your peers’ work After completing this course, you are knowledgeable about the most important aspects of business English. You will also be able to understand basic business terminology, writings and listening passages. You will be able to produce basic business English writing and speaking texts and passages at a B2-C1 level (Common European Framework CEF).
Work forms The course is based on exercices that combine different skills and utilise both receptive and productive factors of language in context learning. These exercises focus on realistic situations that may arise in any professional business lifestyle. The skills are: reading (newspaper and magazine articles, reports, graphs) writing (memos, emails, reports, business letters, minute taking, press releases, guidelines) listening (general conversations, interviews, presentations, meetings) speaking (meetings, brainstorming, negotiations, press conferences, debates) presenting (plans, press conferences, individual business plans) The following tools will be utilized in the autonomous learning aspect of the course: Portfolio Practice file (can be purchased and studied independently)
90
Test methods: Part
Weight
Norm grade
A) Written Test
50%**
5.5
B) Oral Test Final Grade
50%** Average** of A + B
5.5 5.5
at least to **5.5 Components cannot compensate for each other, both parts need to be reach averaged. If one component scores below the norm, your maximum mark will be a 5.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Market Leader Upper Intermediate by Cotton, Falvey & Kent, 3rd edition
9781408237090
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
91
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Ontslag
Studielast:
3 EC (84 uur studiebelasting)
Periode:
1.4.5.
Duur:
9 weken
Instapniveau:
geen
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Marjolein Hensen-Broeders
Korte beschrijving van de inhoud
Een werkgever wordt verwacht op de hoogte te zijn van alle geldende wet- en regelgeving. Nog belangrijker is, dat een werkgever, wet- en regelgeving op een correcte manier weet toe te passen. Als wet- en regelgeving verkeerd wordt toegepast kan dit grote (financiële) consequenties hebben. De kans op een financiële claim wordt steeds groter bij het juridiseren van de samenleving. Conflicten worden niet meer uit de weg gegaan en de gang naar de rechter niet geschuwd. Ook in arbeidsrelaties is dit een tendens. En daarbij laten niet alleen werkgevers laten zich bijstaan door deskundigen, maar ook werknemers. In het licht van bovenstaande is kennis van -de in de praktijk bestaande- ontslagprocedures onmisbaar. Dit is uiteraard helemaal van belang voor iedereen die zich binnen een onderneming bezig houdt met Human Resource Management (HRM)/ Personeel en Organisatie (P&O) zoals bijvoorbeeld een personeelsfunctionaris of Officemanager. Werkvormen PGO Moduulopdracht (MO) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Toetsvorm(en) Opdracht
Werkvorm(en) Project
Weten: Alle in de in de praktijk- bestaande ontslagprocedures te benoemen.
Opdracht + participatie
PGO + MO
Een praktisch, uitvoerbare, oplossing rondom een specifieke ontslagsituatie te geven.
Opdracht + participatie
PGO + MO
Een schriftelijk beleidsvoorstel met betrekking tot ontslag te schrijven
Opdracht + participatie
PGO + MO
Cesuur
55% voor Opdracht 80% voor participatie
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
92
3,6,9
Kennis en Inzicht Toepassen Kennis en Inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Roest, O.A.P, Basisboek recht, dertiende druk, Noordhoff Uitgevers. Leerboek HRM, Kluytmans, eerste druk, 2010. Wetteksten Hoger Onderwijs 2014/2015 Aanbevolen literatuur Schets van het Nederlandse Arbeidsrecht Bakels,P. MR, I.P.(meest recente druk). Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Bakels, Prof. Mr. I.P. AsscherVonk en Prof. Mr. W.H.A.C.M. Bouwens (meest recente druk). Wetteksten Hoger Economisch Onderwijs 2012-2013. (…druk) Arbeidsrecht, Marion Treep, meest recente druk , Boom Lemma uitgevers, Den Haag Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk. Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- de UWVontslagprocedure. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk. Juridische Vaardigheden, Vaardig met arbeidsrecht- het collectief ontslag. Boom Juridische Uitgevers, laatste druk.
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
93
Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de post-propedeutische fase:
Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2015-2016 Jaar 2 cohort 2014-2015 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Vak
Vak
Vak
Vak
HRM 2
Prestatie beoord.
Loopbaan 2
Strategisch 1
Bedrijfscommunicatie
HRM 3
HRD 1
Strategisch 2
Marketing 2
CM/MD
Mediation
Change management
Conceptueel denken
Mond. comm. 3
Psych./Diagnostiek
SLB
VAS
RAG
Coaching
Adviesvaardigheden
Jaar 3 cohort 2013-2014 Periode 1
Periode 2
Periode 3 en 4
Vak
Vak
Minor
Strategisch HRM: jaarplan
Strategisch HRD
Change and Innovation module 3
Ziekteverzuimbeleid
Externe opdr.
Stratisch HRM: reorganisatie
Arbeidsmarkt 2
Externe opdrachten
Teambuilding
SLB 3
Arbeids/org. Psychologie
International HRM module 4 Healthy Careers module 4
Jaar 4 Vak Stage Scriptie
Schematisch overzicht Post- Propedeuse programma HRM 2015-2016 In aanvulling op de Moduultentamenregeling de doorstroomeisen in de Post-Propedeutische fase van de HRM.
opleiding
Toelaatbaarheid tot de stage HRM. De student is in de Post-Propedeutische fase toelaatbaar tot de stage wanneer hij/ zij: a) in het bezit is van 150 EC uit de P- en hoofdfase, b) de onderwijseenheden onderzoek 1 & 2 succesvol heeft afgerond en c) de onderwijseenheden SHRM en SHRD gevolgd heeft.
94
Jaar 2 Code bouwsteen:
HR2BC
Naam bouwsteen:
Bedrijfscommunicatie
Studielast:
3 EC
Periode:
2.1.1
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Basiscommunicatie, management
Combinatie
n.v.t.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane Klaarwater
Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student aan de hand van een communicatiestrategie en een bedrijfscommunicatieplan op te stellen waarbij de interne en externe communicatie goed op elkaar zijn afgestemd. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
PGO
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Niveau Bloom: weten Kan de student verschillende massa communicatie theorieën noemen. Niveau Bloom: weten Kan de student verschillende communicatiestrategieën noemen. Niveau Bloom: weten Kan de student de verschillende communicatiestromen in een organisatie noemen. Niveau Bloom: inzien Kan de student de relatie uitleggen tussen bedrijfsidentiteit, bedrijfsimago en bedrijfsreputatie.
95
Niveau Bloom: inzien
MC toets
PGO
MC toets
Hoorcollege
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
BedrijfsCommunicatieplan
PGO
Bedrijfscommunicatieplan
PGO
Bedrijfscommunicatieplan
PGO
Bedrijfscommunicatieplan
PGO
Bedrijfscommunicatieplan
PGO
Kan de student uitleggen wat onder employer branding wordt verstaan; Niveau Bloom: inzien Kan de student aangeven waar een Bouwsteendoelstellingen:
Hulpmiddelen
effectieve tekst aan moet voldoen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de belanghebbenden in kaart brengen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de communicatiedoelen formuleren op een doeltreffende wijze (met betrekking tot kennis, houding, gedrag van de doelgroepen). Niveau Bloom: toepassen Kan de student effectieve teksten ten behoeve van media uitingen schrijven. Niveau Bloom: toepassen Kan de student de boodschap in verschillende media overbrengen, zowel intern als extern. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Kan de student aan de hand van een situatie-analyse een geïntegreerd communicatieplan opstellen, waarbij interne en externe communicatie goed op elkaar zijn afgestemd. Cesuur Bedrijfsplan Cesuur MC toets
55% 55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
96
2, 11
communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
9001802443 Herlé, M. en Rustema, C. (2012). Corporate Communication Worldwide. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
97
Code bouwsteen:
HR2HRM 2
Naam bouwsteen:
Functiewaardering
Studielast:
3 EC
Periode:
2.1.2
Duur:
9 weken gedurende module 1 jaar 2
Instapniveau:
Jaar 1
Combinatie: Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Wolter van der Berg
Korte beschrijving van de inhoud Bij HRM2 wordt de focus gelegd op het HR-instrument Functiewaardering. Studenten verdiepen zich in de theorie van functiewaardering, weten welk effect functiewaardering heeft binnen een organisatie en leren functies beschrijven. Ook wordt de relatie met belonen gelegd. Tevens worden de rollen van HR-adviseur en leidinggevende in relatie tot functiewaardering uitgediept. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteenoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Hulpmiddelen
Na afronding van HRM2 Weten kent de student de theorie van functiewaardering Inzien begrijpt de student de rol van hr adviseur in het functiewaarderingsproces.
Toepassen stelt de student een functiebeschrijving op. waardeert de student een functie volgens een functiewaarderingssysteem. doet de student een voorstel aangaande onderhavig beloningsvraagstuk voert de student een gesprek met de manager , verschaft overzicht en legt rol uit. Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
98
Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 6, 7.
Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht, Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
99
Building block code:
Marketing 2
Building block name:
Marketing Management
Study load:
84 study hours, 3 EC
Period:
2.1.3
Duration:
9 weeks
Entry level: Building block language:
For HRM students Nederlands
Module Coordinator:
Rinke Bolster
Concise description of the contents: Consumer behaviour has changed radically over the years and the communication channels are also changing at a rapid rate. Services have become as important as products, if not more important in certain situations. The Internet and ecommerce and other developments have brought about major changes in marketing. Despite all those changes, a number of aspects have remained unchanged. Consumers still look for brands that do what they promise to do; brands that fulfil the promises they make in terms of price-quality ratios, availability and experience. Marketing remains the business function that determines the needs and wishes of the customer, then determines which submarkets can be serviced the best, and then develops the best products, services and programs to service those markets. The purpose of marketing is to satisfy the customer in a profitable way by building valuable relationships with the customer. Marketers cannot do that on their own: they need to collaborate closely with other people in the company and with other organisations in the value chain to be able to offer the customer superior value. Many people view marketing as advertising and sales. This is however not the case. Real marketing is not so much about sales, as it is about knowing what the customer is asking for! Organisations become market leaders by better understanding the customer’s needs and by offering solutions that win over the customer with their excellent value, quality and service. All the advertising in the world could not ever make up for the absence of customer satisfaction. Marketing is all about making the same process that must lead to the fulfilment of the end user’s needs applicable to the interaction with other groups. Paying customers only form one of the interest groups in our society; it is important to also reach others that form part of our society. Marketing is not the exclusive domain of production companies, wholesalers and retails, but also of all sorts of other individuals and organisations. Lawyers, accountants, doctors, theme parks, tour operators and TV stations all make use of marketing to regulate the demand for their services. The same applies to hospitals, museums and artists. No politician will ever get the votes and no holiday resort the tourists without producing and developing a proper marketing plan. In this module, we will delve deeply into the basic principles of the subject, Marketing. It is not only important to know how the consumer makes the purchasing decision, but especially how you can influence and anticipate that process with your marketing policy. The marketing management process forms the foundation of the subject of Marketing. The marketing management process is the process whereby the marketer analyses the opportunities in the market, selects the target group, composes the marketing mix and leads the marketing activities (Kotler, 2006: 26).
Knowledge and skills
100
Work forms
PBL, lectures, workshops, guest lectures, consultation hours, project group Most important objectives and test methods: Objective:
Test method:
Gain insight into marketing strategy and operationalization
Written assignment
Applied market research
Part of the written assignment PBL
101
Code bouwsteen:
VAS
Naam bouwsteen:
Verplichte Algemene Studiepunt (VAS)
Studielast:
84 studieuren, 3 EC
Periode:
2.1.4.
Duur:
jaar
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane Klaarwater
Korte beschrijving van de inhoud Verplichte algemene studiepunten zijn bedoeld om je de verantwoordelijkheid te geven over het invullen van een aantal studiepunten, waardoor je de mogelijkheid krijgt om je naar behoefte breed of verdiepend te ontwikkelen. Je kunt de activiteiten in hele studiepunten verrichten. Je kunt bijvoorbeeld een aantal dagen meelopen bij een uitzendbureau, een opdracht uitvoeren voor een docent van HRM, meehelpen op een open dag en een boek lezen. Je kunt natuurlijk ook lid zijn van de schoolkrant en meelopen in het werkveld. Zo zijn er dus verschillende mogelijkheden om invulling te geven aan je verplichte algemene studiepunten. Houd zelf een gedetailleerde administratie bij van de uren die je aan de verschillende activiteiten hebt besteed.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
In aanvraag te fomuleren producten
opdracht
Hulpmiddelen
Competenties ontwikkelen die in het HR beroepenveld van belang zijn Laten zien dat hij kennis heeft opgedaan van het beroepen- en opleidingenveld
zelf activiteiten plannen en organiseren en hiervoor verantwoordelijkheid dragen Verwoorden in zijn portfolio het beeld van de werkzaamheden in het beroepenveld. Cesuur
Geen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
102
1.
Toepassing kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
geen Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
103
Code bouwsteen:
Conceptueel denken
Naam bouwsteen:
Conceptueel denken (ontwerpen /creëren)
Studielast:
84 uur studielast, 3 EC
Periode:
2.1.5
Duur:
9 weken
Instapniveau:
1e jaar HRM
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud De kern van deze onderwijseenheid is het bevorderen van het creatief en concept-denken. Je maakt daarbij gebruik van diverse technieken, theorieën en oefeningen voor je bewustwording en verbeelding om te kunnen innoveren. Frappa is opgebouwd rondom het concept koffie. Zo worden theoretische modellen weergegeven in de vorm van koffiefilters. Figuurlijk omdat je na het creëren van zoveel mogelijk ideeën (divergeren), de informatie moet filteren (convergeren). Daarnaast ook letterlijk omdat de meeste creatieve en conceptuele modellen in de vorm van een lemniscaat, ijsberg of in de vorm van een filter kunnen worden weergegeven. Daarnaast is deze Frappa drank ook erg luchtig. Met humor en door afstand te houden en te proeven, creëer je lucht in jouw innovatieve proces en in je hoofd en lichaam. Misschien klinkt deze beschrijving nog aardig frappant en abstract…maar daar leer je zelf helderheid in te scheppen.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Verschillende theoretische modellen ten aanzien vancreatieve/conceptuele processen en bijbehorende denkwijzen begrijpen.
Toetsvorm(en)
werkcolleges
Werkvorm(en)
Opdracht leerverslag presentatie
Hulpmiddelen
Byttebier
Kan door het opdoen van filosofische kennis, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken). Kan verschillende theoretische modellen ten aanzien van creatieve/conceptuele processen en bijbehorende denkwijzen hanteren. Kan door het uitvoeren van bewustwordingsoefeningen, los komen van bestaande structuren en processen (lateraal leren denken) Kan bijdragen aan een creativiteitsstimulerend klimaat.
104
Kan denken en werken in termen van concepten en nieuwe concepten ontwikkelen Wordt zich bewust van de eigen leerstijl, aannames en paradigma’s en creëert een open houding Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Kan middels reflectie de eigen rol en positie in de groep bepalen Kan middels een pitch een vernieuwd concept / visie / ideeën / of andere uitkomst presenteren en onderbouwen, en de werkwijze waarop deze ideeën tot stand gekomen zijn uiteenzetten.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 6, 8
Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
geen Aanbevolen literatuur Byttebier, I. (2002). Creativiteit Hoe? Zo! Tielt: Lannoo. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
105
Code bouwsteen:
HR2PP
Naam bouwsteen:
Prestatiebeoordeling en prestatiemanagement
Studielast:
3 EC
Periode:
2.2.1
Duur:
9 weken gedurende module 2 jaar 2
Instapniveau:
Vakken jaar 1 en HRM2
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Wolter van der Berg
Korte beschrijving van de inhoud
Kennis van beoordelings- en beloningssystemen behoort tot de basisgereedschappen van een HR-adviseur. Studenten maken niet alleen kennis met deze instrumenten, maar diepen deze instrumenten ook uit en adviseren directie over het gebruik hiervan en de gevolgen voor de organisatie. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht.
Werkvormen
Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht Eindgesprek
Opdracht leerverslag eindgesprek
Hulpmiddelen
Na het onderdeel
Prestatiebeoordeling en prestatiemanagement Weten Kent de student de theorie rondom belonen en beoordelen Inzien Kan de student beoordelingssystemen en beloningssystemen verklaren Toepassen Kan de student beoordelingssystemen en beoordelingssystemen toepassen op een concrete vraagstelling. Kan de student een adviesrapport schrijven inzake beoordelen en belonen en de uitkomsten van dit rapport presenteren.
Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek
Opdracht leerverslag eindgesprek Opdracht leerverslag eindgesprek
106
Analyseren analyse van de situatie een vraagstelling formuleren.
Opdracht Eindgesprek
Bouwsteendoelstellingen: Cesuur
Toetsvorm(en) 55%
Opdracht leerverslag eindgesprek Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 3, 7
Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht
Oordeelsvorming Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
107
Code bouwsteen: Naam bouwsteen: Studielast: Periode: Duur: Instapniveau: Combinatie
HR2HRM 3 HRM3 Flexibilisering
Taal bouwsteen: Eigenaar:
Nederlands Frederiek Dekens
3 EC 2.2.2 9 weken in module 2 van jaar 2 HRM1, HRM2, Loopbaan 1 gevolgd
Korte beschrijving van de inhoud
HRM 3 legt de focus op mobiliteit van medewerkers binnen en buiten de organisatie. Studenten adviseren de directie van een grote schoolorganisatie hoe ze de medewerkers in beweging krijgen, waardoor de (strategische) doelen van de organisatie behaald kunnen worden en de organisatie een grote verandering kan ondergaan. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht.
Werkvormen
Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Inzien Kan de student het belang van mobiliteit voor organisaties en werknemers benoemen;
Opdracht Eindgesprek
Kan de student vormen van mobiliteit onderscheiden.
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek Opdracht Consultatie Eindgesprek
Toepassen Kan de student kennis van mobiliteit toepassen op beleidsuitgangspunten die worden aangereikt.
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Kan de student relevante HR-instrumenten inzetten bij mobiliteitsvraagstukken.
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Na afronding van HRM3 Weten Kent de student de theorie rondom mobiliteit.
Hulpmiddelen
Leerboek
108
Analyseren, synthetiseren Kan de studenten de effecten van voorgesteld organisatiebeleid op de mobiliteit binnen de organisatie analyseren. Kan de student oplossingsrichtingen voorstellen ten aanzien van de discrepantie Bouwsteendoelstellingen:
Opdracht
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
tussen de huidige en gewenste situatie inzake mobiliteit binnen de organisatie.
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
1, 6, 8, 9
55%
Niveau van toetsing:
Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) http://www.hrpraktijk.nl http://www.intermediair.nl http://www.duurzameinzetbaarheid.nl
109
Code bouwsteen:
HR2CM
Naam bouwsteen:
Competentiemanagement / Management Development
Studielast:
3 EC
Periode:
2.2.3
Duur:
9 weken gedurende module 2 jaar 2
Instapniveau:
Vakken jaar 1
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Wolter van der Berg
Korte beschrijving van de inhoud
Tijdens het onder competentiemanagement-ManagementDevelopment maken studenten niet alleen kennis met deze HR-instrumenten, maar worden deze ook diepgaand uitgewerkt. Hoe kunnen de instrumenten in een organisatie worden ingezet, wat vraagt dit van de HR-adviseur, wat is de rol van de leidinggevende, hoe wordt een competentieprofiel samengesteld en hoe staan de instrumenten in verhouding tot de strategische doelen van een organisatie. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Werkvormen Opdracht Consultatie Eindgesprek Leerverslag waarin wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het individueel leerproces en het groepsproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Kent de student de theorie rondom Competentie Management
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Kent de student de theorie rondom Management Development
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Kent de student de relatie met andere personeelsinstrumenten en de waarde van koppeling
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Adviseert de student hoe CM en MD ingezet kunnen worden om organisatiedoelen te helpen bereiken cq problemen helpen op te lossen binnen de organisatie
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Na het volgen van CM/MD:
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
110
2,3
Kennis en inzicht Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
111
Code bouwsteen:
HR2RAG
Naam bouwsteen:
Reïntegratie / Arbeid / Gezondheid
Studielast:
3 EC
Periode:
2.2.4
Duur:
9 weken
Instapniveau:
n.v.t.
Combinatie
n.v.t.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane Klaarwater
Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student casemanagement binnen een organisatie toe te passen aan de hand van de Wet Verbetering Poortwachter, de Arbowet en de Ziektewet.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Niveau Bloom: weten Kent de student wet- en regelgeving omtrent Arbeid en Gezondheid waaronder de Wet Verbetering Poortwachter, de Arbowet en de Ziektewet.
Niveau Bloom: weten Verschillende soorten ziekteverzuim noemen. Niveau Bloom: weten Noemen uit welke onderdelen een reïntegratiedossier bestaat. Niveau Bloom: weten Weet de student wat reïntegratie in het 1e spoor en reïntegratie in het 2e spoor is.
112
Niveau Bloom: inzien
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
MC toets
Hoorcollege
Assessment
Sociaal Medisch Overleg
Assessment
Sociaal Medisch Overleg
Kan de student verschillende psychologische theorieën met betrekking tot Arbeid en Gezondheid uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student de onderdelen van Bouwsteendoelstellingen:
Hulpmiddelen
casemanagement bij reïntegratie uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student het Sociaal Zekerheidsstelsel in Nederland uitleggen. Niveau Bloom: inzien Kan de student uitleggen welke zorgsystemen (Kwaliteit, Arbo en Milieu) er zijn. Niveau Bloom: inzien Kan de student uitleggen wat de effecten van „Occupational Health and Safety‟ Law zijn (USA). Niveau Bloom: inzien Kan de student specifieke groepen en hun problemen met betrekking tot Arbeid en Gezondheid schetsen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student wetgeving op het gebied van Arbeid en Gezondheid toepassen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student een Sociaal Medisch Overleg voeren met een bedrijfsarts en leidinggevende. Kan de student procesmanagement van reïntegratie voeren.
113
Niveau Bloom: toepassen
Assessment
Sociaal Medisch Overleg
Opdracht
Sociaal Medisch Overleg
Assessment
Sociaal Medisch Overleg
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Cesuur
55% MC toets (norm is 55% = cesuur van 70% MC questions) 55% Sociaal Medisch Overleg
Kan de student de belangen en mogelijkheden van interne en externe partijen onderkennen en benutten.
Niveau Bloom: toepassen Kan de student een reïntegratiedossier opstellen. Niveau Bloom: toepassen Kan de student interventies initiëren, (laten) implementeren en evalueren.
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 4, 9
Toepassen, kennis en inzicht
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN 978 90 5871 576 0
Weijts, W. en Van Duinhoven, C. (2011). Casemanagement bij verzuim en re-integratie. Zaltbommel: Thema. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.uwv.nl
114
Code bouwsteen:
HR2MC3
Naam bouwsteen:
Mondelinge Communicatie 3 (HR gespreks- technieken)
Studielast:
3 EC
Periode:
2.2.5
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Mondelinge Communicatie 1 en 2
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson
Korte beschrijving van de inhoud De onderwijseenheid Mondelinge Communicatievaardigheden 3 bestaat uit de onderdelen interculturele gespreksvoering, instroom-, doorstroom- en uitstroomgesprekken binnen organisaties. Aangezien in het werkveld sprake is van een toenemende mate van internationalisering en medewerkers verschillende culturele achtergronden kunnen hebben, moet je in staat zijn om te communiceren met leidinggevenden, medewerkers en cliënten ongeacht hun etnische en maatschappelijke achtergrond. Binnen de opleiding HRM wordt derhalve aandacht besteed aan interculturele gespreksvoering. Daarnaast wordt van een professional in het HRM werkveld verwacht begeleiding en uitvoering te kunnen geven aan instroom-, doorstroom- en uitstroomgesprekken binnen een organisatie. Onder instroomgesprek wordt dan het selectiegesprek verstaan. Voorbeelden van doorstroomgesprekken zijn: disciplinegesprek, slecht-nieuwsgesprek, gesprek ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling (POP), functioneringsgesprekken en beoordeling. Gesprekken ten aanzien van ontslag en exitgesprekken zijn uitstroomgesprekken. Instroomgesprekken vinden ook plaats bij organisaties die zich bezig houden met arbeidsmarkttoeleiding. Te denken valt aan het voeren van een intakegesprek met uitzendkrachten/gedetacheerden, een intakegesprek voor loopbaanadvisering en een intakegesprek reïntegratie. Het intakegesprek voor uitzendkrachten/gedetacheerden komt tijdens deze onderwijseenheid ook aan bod. De intakegesprekken voor loopbaanadvisering en voor reïntegratie worden behandeld in respectievelijk onderwijseenheid loopbaan 1 (periode 1.3) en de minor Individu.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
115
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student: De begrippen ‘interculturele gespreksvoering’ en ‘systeemtheoretische visie’ uitleggen.
Productenmap
Werkcollege
Aangeven op welke wijze culturele verschillen van invloed kunnen zijn op de gespreksvoering.
Productenmap
Werkcollege
De begrippen ‘cultuur’, ‘normen’, ‘waarden’ en ‘circulaire beïnvloeding’ uitleggen.
Productenmap
Werkcollege
Benoemen wat het TOPOI-model van Edwin Productenmap Hoffman inhoudt.
Werkcollege
Benoemen wat het onderzoek van Geert Hofstede inhoudt en op welke wijze de uitkomsten van dit onderzoek toe te passen zijn.
Productenmap
Werkcollege
Het verschil uitleggen tussen F-, M- en Gculturen.
Productenmap
Werkcollege / rollenspel
De interactiepatronen en de pyramide van David Pinto benoemen.
Productenmap
Werkcollege
De drie stappen methode van David Pinto uitleggen. Verschillende gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, parafraseren, doorvragen, concretiseren, reflecteren van gevoel, open vragen stellen, aandachtgevend gedrag, samenvatten etc. ten toon spreiden spreiden in de context van interculturele gespreksvoering.
Productenmap
Werkcollege
Verschillende instroomgesprekken benoemen.
Productenmap
Werkcollege
Verschillen tussen instroomgesprekken aangeven ten aanzien van de inhoud en rol van de gespreksleider.
Productenmap
Werkcollege
en Assessment
Een intakegesprek uitvoeren en hierbij relevante Productenmap gespreksvaardigheden en regulerende vaardigheden tonen.
Rollenspel
De doelstellingen van en verschillen tussen een functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek en disciplinegesprek benoemen.
Productenmap
Werkcollege
De doelstellingen en opzet van een POP uitleggen. Eerder genoemde gesprekken uit te voeren en hierbij relevante gespreksvaardigheden inzetten en regulerende vaardigheden tonen.
Productenmap
Werkcollege
De doelstellingen van een exit-gesprek benoemen en deze uitvoeren.
Productenmap
Rollenspel
116
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Een slecht-nieuwgesprek uitvoeren.
Assessment
Rollenspel
Om verschillende gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, parafraseren, doorvragen, concretiseren, reflecteren van gevoel, open vragen stellen, aandachtgevend gedrag, samenvatten etc. ten toon spreiden spreiden in de context van een slecht-nieuws gesprek.
Assessment
Rollenspel
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
4, 6 en 12
Weten
Stenden-competentie: Internationalisering: Je positief indentificeren en omgaan met culturele verschillen in een internationaal team.
Inzien Toepassen Analysereen
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Gramsbergen; Hofstede; Hoffman Aanbevolen literatuur
117
•
Chaney, L.H. & Martin, J.S. (2007). Intercultural Business Communication. New Jersey: Pearson Prentice Hall (ISBN 0-13*186009-7)
•
Gramsbergen-Hoogland, Y. & Molen van der, H. (2008). Gesprekken in organisaties. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv (ISBN 978 9001-70625-8)
•
Hofstede G. (1991). Allemaal andersdenkenden. Omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact (ISBN 90-254-6913-2)
•
Hoffman, E. & Arts, W. (1994). Interculturele gespreksvoering. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum (ISBN 90 313 1532 x)
•
Hoffman, E. (2009) Interculturele gespreksvoering. Theorie en praktijk van het topoi-model. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 978 90 313 6182 3) Janssen, D. e.a. (2002). Zakelijke communicatie. Deel 2.
•
Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv (ISBN 90 01 43299 9)
•
Neuliep, J.W. (2009). Intercultural Communication. Los Angeles: Sage Publications Inc. (ISBN 978-14129-6770-9 pbk)
•
Nunez, C., Nunez Mahdi, R. & Popma, L. ( 2007). Interculturele Communicatie. Van ontkenning tot wederzijdse integratie. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV (ISBN 978 90 232 4363 2)
•
Pinto, D. (2007). Interculturele communicatie een stap verder. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 97890 313 5132 9)
•
Schermer, K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv (ISBN 978 90 01 50097 8)
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://www.geert-hofstede.com
118
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Loopbaan 2
Studielast:
3 EC
Periode:
2.3.1
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Loopbaan 1
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline Rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
Loopbaanmanagement wordt in dit onderdeel zowel vanuit het perspectief van de organisatie, van de loopbaanadvisuer als het inidvidu behandeld. De organisatie streeft naar het verbinden van individuele capaciteiten en ambities met de personele behoeften en mogelijkheden van een organisatie. Maar je kunt loopbaanmanagement ook omschrijven als het managen van je eigen of andermans loopbaan. Met negen metaforen van Inkson wordt een gemeenschappelijke taal voor professionals in het werkveld geschapen, een taal om met cliënten en medewerkers te praten èn een hulpmiddel waarmee zij zelf creatief naar hun loopbaan kunnen kijken.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Participatie opdracht
Hoorcollege Werkcollege Opdracht
Inkson, K Understanding Careers 2014
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Kennis De stakeholders in een loopbaan te benoemen. De modellen van loopbaanmanagement uit te leggen. Te benoemen waarom kennis van beroepen en zelfkennis van belang zijn voor loopbaanmanagement. Uit te leggen wat jobhunting is. Sociologische begrippen als ‘field’ en ‘habitus’ een deel van de verschillen en ongelijkheid in loopbanen te verklaren.
119
De invloed van sociale klasse, etnische afkomst, opleiding en geslacht op loopbanen te onderkennen. Loopbanen als resultaat van eigen acties in kaart te brengen. Uit te leggen hoe mensen hun identiteit en talenten willen uitdrukken in hun werk.
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Uit te leggen wat Career Construction Theory betekent. De begrippen ‘destination’, ‘topography’ en ‘career maps’ in loopbaanreizen uit te leggen. Het verschil uit te leggen tussen grenzen aan loopbanen en grenzeloze loopbanen. Theoretische begrippen op de loopbaan van een zelfgekozen individu toe te passen. De economische waarde van loopbanen te benoemen. Uit te leggen hoe bedrijven hun human recourses beschermen. Te benoemen waarom flexibiliteit in bedrijven een voorwaarde is voor loopbaanpaden. Uit te zoeken wat bedrijven hun personeel voor hun loopbaan aanbieden. Te benoemen welke veranderingen in houdingen en aspiraties t.a.v. loopbanen kunnen ontstaan. Patronen van psychologische ontwikkeling in ieders leven te benoemen. De Five-stage theory van Super uit te leggen. De Lifespan theory van Levinson uit te leggen. Verschillen tussen loopbanen van vrouwen en mannen te benoemen. De theorie over ‘Taken in early, mid en late career’ uit te leggen. De faciliterende werking van sociale netwerken in loopbanen uit te leggen. Effectieve netwerken te benoemen. Het begrip Social capital uit te leggen.
120
De techniek van ‘impression management” toe te passen. Het begrip mentorship uit te leggen. Een interview met een MRM-er voor te bereiden. De congruentie tussen persoon en werk uit te leggen De Work Adjustment theory uit te leggen Het psychometrische assessment uit te leggen Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Participatie opdracht
Hoorcollege Werkcollege Opdracht
opdracht
Werkcollege Opdracht
Hulpmiddelen
De theorie van Holland uit te leggen De methoden om werkmogelijkheden in te schatten Het process van career decision making uit te leggen De theorie over ‘rollen in het theater van het (werk)leven’ uit te leggen De formele en informele verwachtingen van werkrollen toe te lichten. Role transitions te herkennen Role innovations te herkennen Balans tussen werk en privé te benoemen. Storytelling in loopbanen in loopbaanveranderingen te gebruiken. Inzien De student ziet in dat verschillende perspectieven nodig zijn om loopbanen te begrijpen en te sturen Toepassen De student kan loopbaanmanagement vanuit het perspectief van de organisatie, de loopbaanadvisuer en het individu schetsen De student kan de negen metaforen op een casus toepassen De student geeft een mening over het belang van de verschiilende perspecieven voor de eigen loopbaan Cesuur
55% 80% norm actieve Participatie
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
121
5
Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Inkson, K. (2014). Understanding Careers: The Metaphors of Working Lives. Pages Sage, Thousand Oaks ISBN: 0-761929-50-9 Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
122
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
HRD 1 (training en ontwikkeling, het ontwerp, uitvoering en evaluatie)
Studielast:
3 EC
Periode:
2.3.2
Duur:
9 weken
Instapniveau:
1e anderhalf jaar
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud
De opdracht voor dit onderdeel bestaat uit het doorlopen van de ontwerpcyclus voor het ontwerpen van een HRD-interventie. In dit geval is gekozen voor opleiden als interventie, maar andere interventies doorlopen hetzelfde ontwerpproces. Bij deze opdracht kun je ervan uitgaan dat op enig moment is besloten dat opleiden/trainen noodzakelijk is gebleken. Vervolgens wordt dan altijd bekeken of dat wordt ingekocht of dat het intern wordt opgepakt. In dit geval wordt besloten dat er zelf iets ontworpen moet worden; een training. Context waarbinnen de training ontwikkeld moet worden is het opleidingsproces van (school)loopbaanbegeleiders en/of Decanen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Na afronding van dit onderdeel is de student in staat om: Het belang van HRD binnen een organisatie te duiden
Opdracht werkcolleges
Opdracht
Een ontwerp te maken voor een leersituatie
Opdracht werkcolleges
Het belang van het vaststellen van de leernoodzaak te verwoorden
Hulpmiddelen
Eindgesprek
Opdracht werkcolleges
Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek
Gewenst gedrag te analyseren
Leerdoelen op te stellen
Opdracht werkcolleges Opdracht werkcolleges
Opdracht Eindgesprek Opdracht Eindgesprek
123
Leerstof te bepalen en te ordenen Didactisch vorm te geven
Opdracht werkcolleges
Opdracht Eindgesprek
Te evalueren
Opdracht werkcolleges
Verbeteringen voor te stellen op basis van een evaluatie
Opdracht werkcolleges
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Opdracht Eindgesprek Opdracht Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Eindgesprek De elementaire aspecten van schoolloopbaanbegeleiding (SLB) te benoemen Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
5 en 6
Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Hoobroeckx, Froukje (2002). Onderwijskundig ontwerpen : het ontwerp als basis voor leermiddelenontwikkeling Bohn Stafleu Van Loghum Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
124
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Mediation en conflicthantering
Studielast:
3 EC (84 uur studiebelasting
Periode:
2.3.3
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Marjolein Hensen-Broeders
Korte beschrijving van de inhoud
Er is een toenemende aandacht voor mediation. Daardoor krijgen steeds meer professionals er direct of indirect mee te maken. Dit geldt ook voor studenten die in de toekomst functies vervullen waarin ze kunnen verwijzen naar mediation. In dit onderdeel leert de student hoe een HR-functionaris een rol kan spelen bij conflictpreventie én indien er toch sprake is van arbeidsgerelateerde conflictsituaties hoe een HR-functionaris hierin een bemiddelende rol kan vervullen. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Werkvorm(en)
De student heeft elementaire kennis Toets met betrekking tot soorten van conflicten. Vormen van conflictbehandeling te Toets benoemen.
Werkcollege/Training
Toets
Werkcollege/Training
Toets
Werkcollege/Training
Een conflictanalyse uit te voeren Conflictstrategieën te benoemen.
Toets en Uitleggen wat mediation inhoudt. Assessment/leerverslag Voor- en nadelen van mediation benoemen en aangeven wanneer mediation een geschikte vorm is voor conflictbehandeling. Toets en De student kan de rol van een assessmen/leerverslag mediator benoemen. Toets De student heeft kennis van de juridische aspecten van mediation.
De student weet wat de Harvardmethode bij het onderhandelen inhoudt. De student weet wat mediation vaardigheden zijn en kan deze herkennen en toepassen.
Hulpmiddelen
Werkcollege/Training
Werkcollege/Training
Werkcollege/Training Werkcollege/Training
Toets
Werkcollege/Training
Assessment en leerverslag
Werkcollege/Training
125
Assessment en De student weet wat leerverslag verwijsmogelijkheden zijn en kan deze toepassen. Assessment en De student kan als bemiddelaar optreden in een gesprek tussen twee leerverslag partijen.
Cesuur: Bouwsteendoelstellingen:
Werkcollege/Training
Werkcollege/Training
55 van de 100 punten voor het assessment en leerverslag én 55 Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
van de 100 punten voor het tentamen. Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5
Niveau van toetsing: Toepassen Kennis en Inzicht, Communictaie en Leervaardigheden.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Apol, G., Kalff, S., Reijerkerk, L. & Uitslag, M. (2006). Conflicthantering en mediation. Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v.
Aanbevolen literatuur
Mediation op het werk, Dr. A.F.M. Brenninkmeijer e.a., 2007, SDU Uitgevers bv. Juridische aspecten van mediation, mr. Eva Schutte en mr. Jacqueline Spierdijk, 2011, SDU Uitgevers bv. Mediation in de praktijk, M.D. Vreugdenhil, eerste druk, Boomdoc. Excellent onderhandelen, Roger Fisher e.a., 38e druk, Buisness Contact Onderhandelen met lastige mensen, William Ury, 18e druk, Buisness Contact. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
126
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Psychologie / Diagnostiek
Studielast:
3 EC
Periode:
2.3.4
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline Rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
Psychologie is een belangrijk fundament voor de aankomend HR professional. Deze zal immers organisatieprocessen en gedrag van individuen en groepen willen begrijpen, voorspellen en beïnvloeden. Ook om goed te kunnen functioneren in jaar 3 van de opleiding, waarin een start gemaakt wordt met het uitvoeren van externe opdrachten, is het belangrijk om essentiële kenmerken van en verschillen tussen de belangrijkste psychologische mensvisies en hun manifestaties binnen het HR werkveld te kunnen benoemen. Daarnaast wordt in dit onderdeel ingegaan op gevolgen van perceptie en attributie en groepsgedrag. Psychodiagnostiek is een specifiek onderdeel van de psychologie dat zich richt op het meten van gedrag en persoonlijkheidskenmerken voor het kunnen adviseren over iemands geschiktheid voor een bepaalde functie of opleiding of als input voor een loopbaanadvies of een gesprek over iemands loopbaan. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Na afloop van deze opdracht is de student in staat om:
Kennis
Wijsman, Psycholo en sociol Participatie
Colleges Opdracht
Essentiele kenmerken van en verschillen tussen de belangrijkste psychologische mensvisies en hun manifestaties binnen het HR werkveld te benoemen De implicaties van resultaten van internationaal onderzoek op het gebied van interactie psychologie en verhouding persoon-taak- organisatie voor het HR vakgebied te onderkennen
127
Uit te leggen welke gevolgen menselijke perceptie mogelijkheden en attributie hebben voor de HR praktijk Te benoemen hoe groepen ontstaan en onder welke condities processen van conformatie en Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Participatie opdracht
Colleges Opdracht Eindgesprek
Hulpmiddelen
gehoorzaamheid optreden. Een definitie te geven van psychodiagnostiek Te omschrijven wat de waarde is van standaardisatie Kenmerken van selecteren te schetsen (ethisch, juridisch, wenselijke antwoorden) Verschillen weer te even tussen een ongewapend oordeel en psychodiagnostiek Het matchingsprincipe te omschrijven De meetpretentie en de voorspellende waarde van verschillende instrumenten te benoemen Factoren te onderkennen die de betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument beïnvloeden De onderzoeksgegevens te vergelijken met het functieprofiel Vast te stellen waar de geschiktheidsdrempel ligt Mondeling en schriftelijk systematisch te rapporteren over de resultaten van het selectieonderzoek. De COTAN-kwaliteitseisen toe te passen op de meetinstrumenten van het selectieonderzoek Inzien De student beseft dat mensbeelden bepalend zijn voor de manier waarop HRM wordt vormgegeven De student wordt meer bewust van perceptie en beoordelingstendensen De student evalueert de waarde van psychodiagnostiek in selectie van personeel
128
Toepassen
opdracht
Opdracht Eindgesprek
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Cesuur
55%
De student kan een praktijkcasus analyseren vanuit verschillende mensvisies, perceptie en attributie mechanismen, en vanuit groepsprocessen en de opdrachtgever adviseren over de te volgen jobcoaching De student kan een selectiecasus uitwerken en in een rapport weergeven wat de selectieresultaten zijn en een onderbouwd advies geven over de meest geschikte kandidaat
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 5, 8
Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
129
Wijsman, E, Psychologie en Sociologie, Wolters Noordhoff, Groningen. Hoofdstukken Gedrag en Invloeden op gedrag (1), Persoonlijkheid (2), Attitude (5), Perceptie (6), Groepsprocessen (9), Sociale beïnvloeding (11). Kooreman, A.(2006) Het psychologisch rapport: van sluitpost tot visitekaartje. Amsterdam: Harcourt. Laak, J.J.F. ter & Goede, M.P.M. de (2005). Psychologische diagnostiek; inhoudelijke en methodologische grondslagen. Amsterdam: Harcourt Book Publishers. Hoofdstukken 5, 6 en 8. Spijkerman, R. & Admiraal, D. (2000). Loopbaancompetentie, management van mogelijkheden. Alphen aan den Rijn: Samsom. Drenth, P.J.D. & Sijtsma, K. (2006). Testtheorie: Inleiding in de Theorie van de Psychologische Test en zijn Toepassingen. Bohn Stafleu van Loghum. Handleidingen tests in te zien bij docent Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
130
Code bouwsteen:
HR2COA
Naam bouwsteen:
Coaching
Studielast:
3 EC
Periode:
2.3
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Basiscommunicatie
Combinatie
N.v.t.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane Klaarwater
Korte beschrijving van de inhoud In dit onderdeel leert de student een coachingstraject te ontwerpen en methodisch een coachingsgesprek te voeren. Hierbij laat de student zien over verschillende coachingstechnieken te beschikken. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Leerverslag
Training
Leerverslag
Training
Leerverslag
Training
Leerverslag
Training
Leerverslag
Training
Leerverslag
Training
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Niveau Bloom: weten De eigenschappen en vaardigheden noemen waar een coach over dient te beschikken. Niveau Bloom: weten De rol van een coach te benoemen. Niveau Bloom: weten Valkuilen bij coaching te benoemen. Niveau Bloom: inzien Uitleggen uit welke verschillende fasen een veranderingsproces kan bestaan. Niveau Bloom: inzien Uitleggen wat verstaan wordt onder coaching en het verschil met adviseren en therapie aan te geven.
131
Niveau Bloom: inzien
Leerverslag
Training
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Niveau Bloom: toepassen
Leerverslag
Training
Assessment
Training en daarnaast zelf gesprekken HRvoeren
Assessment
Training en coachingsgesprekken
Leerverslag
Zelfstudie
Verschillende vormen van coaching te onderscheiden en aan te geven in welke situaties deze verschillende vormen juist wel of juist niet goed inzetbaar zijn. Hulpmiddelen
Een coachingstraject te ontwerpen. Niveau Bloom: toepassen Een coachingsgeprek in te richten en uit te voeren. Niveau Bloom: toepassen
Verschillende coachingstechnieken toe te passen. Niveau Bloom: analyseren en synthetiseren Op eigen coachtechnieken en vaardigheden te reflecteren. Cesuur
55% van de 100 punten voor het assessment en 55% van de 100 punten voor het leerverslag
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
5
Toepassen, Kennis en Inzicht Communicatie Leervaardigheden
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
9024418097 Ham, M. van den. (2008). Duurzaam coachen. Arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect. Amsterdam: Boom. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
132
Code bouwsteen:
HR2SM
Naam bouwsteen:
Strategic Management 1
Studielast:
6 EC
Periode:
2.4.1
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands/English within the School of Business
Eigenaar:
Erik Jan Rodenhuis
Korte beschrijving van de inhoud
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
133
•
After having completed this course, the student:
CBL
•
Is capable of using strategic management terms, concepts, research, theories, and techniques and makes contextual applications to a given case;
Test with MC questions.
•
Identifies the central strategic issues and problems in complex, comprehensive cases; analyzes forces in an organization’s internal environment and draws strategically significant conclusions based on the analysis;
•
analyzes the forces in an organization’s external strategic environment and draws strategically significant conclusions based on the analysis; makes an accurate profile of strengths, weaknesses, opportunities, and threats as a basis for further strategic decision making;
•
develops, and evaluates, a range of appropriate strategic options based on an understanding of the organization’s strategic position;
Bouwsteendoelstellingen:
•
is able to consider appropriate ways to express the strategic purpose of an organisation;
•
can identify the influence of different stakeholder group in terms and can set priorities in stakeholder management
•
understands the various processes of strategy development, strategic planning and implementation;
Cesuur
Toetsvorm(en)
CBL Lecturers
Fundamentals of Strategy (2009), Johnson G. en Scholes K.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
55% 55% MC test
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3,8 10, 11
Toepassing Kennis , inzicht en oordeelsvorming
134
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Johnson, G., Whittington, R. & Scholes, K. (2012). Fundamentals of Strategy. Harlow: Pearson Education Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
135
Code bouwsteen:
HR2AV
Naam bouwsteen:
Consultancy (Strategic Management 2)
Studielast:
3 EC
Periode:
2.4.2
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Modulen Communicatie 1, 2 en 3
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jan Peter Peterson
Korte beschrijving van de inhoud Binnen alle functies binnen het HR-werkveld (personeelsadviseur, re-integratieadviseur, loopbaanadviseur, assessment-adviseur, coach) vervult de afgestudeerde HRM-er een adviserende rol. Vaak binnen een constellatie van complexe relaties en belangen. Daarom is het voor de beginnend beroepsbeoefenaar belangrijk om verschillende rolopvattingen en adviesoriëntaties te kunnen onderscheiden en de invloed van de eigen paradigma’s en die van de gesprekspartner te onderkennen. Wanneer een adviesvraag zich aandient moet de afgestudeerde HRMer het adviesvraagstuk kunnen typeren en het adviesproces ontwerpen. Om duidelijkheid te verschaffen richting de cliënt en om de concurrentie met collega-adviseurs aan te kunnen gaan is het van belang dat de adviseur een realistische offerte op kan stellen en het offerteproces op heldere wijze vorm kan geven. Wanneer de offerte wordt geaccepteerd komt het adviesproces in een volgende fase, tijdens dit proces is het van belang dat de adviseur zich bewust is van uiteenlopende opvattingen met betrekking tot het kernproces van adviseren en in staat is enkele van deze zienswijzen op het eigen proces toe te passen. In dit onderdeel maakt de student daartoe kennis met de gestructureerde denkbeelden van Hannah Nathans m.b.t. adviseren en met de adviesconcepten van Adriaan Bekman. Studenten verkennen de mogelijkheden om een horizontaal adviesproces in te richten. Om een adviesproces niet alleen procesmatig maar ook inhoudelijk goed te verzorgen, is het van belang dat er onderzoek wordt gedaan om zowel de vorm als de inhoud van het advies te optimaliseren. Daarnaast wordt de communicatieve component niet verwaarloosd; adviseren kan niet plaatsvinden zonder communicatie. Studenten leren weerstanden en tegenstellingen te duiden en onderkennen, en passende acties te ondernemen, zij schrijven een adviesrapportage en brengen middels een presentatie het organisatieadvies over. Hierbij houden zij rekening met factoren die van invloed zijn op de acceptatie en ontwikkelen passende strategieën. De studenten werken in groepen van drie personen aan een P&O vraagstuk, waarbij zij zich bekwamen in de vijf vaardigheden die een adviseur moet bezitten: zelfmanagement, communicatieve vaardigheden, creatieve vaardigheden, organisatorische vaardigheden en strategische vaardigheden. Binnen de cursus doorlopen de studenten aan de hand van een realistische casus alle voornoemde adviesstappen, waarbij de bijeenkomsten input vormen voor de activiteiten, gesprekken en reflecties in de periode tussen de bijeenkomsten.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Test with cases and MC
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
136
Verschillende rolopvattingen en adviesoriëntaties onderscheiden. De invloed van de eigen paradigma’s en die van de gesprekspartner onderkennen. Adviesvraagstukken typeren en een adviesproces te ontwerpen. Een realistische offerte opstellen en het offerteproces Vormgeven.
Kernprocessen van adviseren toepassen Adviesconcepten onderscheiden en een horizontaal adviesproces inrichten. Onderzoek doen om de vorm en inhoud van het advies optimaliseren. Weerstanden en tegenstellingen onderkennen en passende acties ondernemen. Factoren herkennen die van invloed zijn op de acceptatie en passende strategieën ontwikkelen. Het adviesproces afronden. Middels een presentatie het adviesproces en het organisatieadvies overbrengen.
Cesuur toesting.
55% for the Case; 70% for the MC part.
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 6 en 12
Weten Inzien Toepassen Analysereen, synthetiseren Integreren
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Nathans, H. (2005), derde druk, Adviseren als tweede beroep. Deventer: Kluwer
ISBN
9013028802
137
De Mythe doorbroken, Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO, A. Nauta, M.R. de Bruin, R. Cremer Aanbevolen literatuur
•
Grit, R & Gerritsma, M. (2011) Competent adviseren. Groningen: Wolters-Noordhoff • Nederhoed, P. (2000) Helder rapporteren. Houten: Bohn Stafleu / Lochem • Heerink, M. (2007) Rapporteren. Amsterdam: Pearson • Bekman, A. (2005) Adviseren in verandering, een horizontale manier van adviseren. Assen: Koninklijke van Gorcum BV • Bekman, A. (1997) Adviseren, het geheim van de smid. Assen: Van Gorcum In de hand-out genoemde suggesties m.b.t. de inhoudelijke kant van het advies Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
138
Code bouwsteen:
HRM2CM
Naam bouwsteen:
Change Management
Studielast:
3 EC
Periode:
2.4.3
Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands / Engels
Eigenaar:
Dhr, E. Rodenhuis
Korte beschrijving van de inhoud
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
After completion of this competent , the student 1. Is able to describe the tools, processes , skills and principles involved in change management
Opdracht Short answer test
Project Tutorials Hoorcolleges
Kotter Jo P. Leadin Chang
2. Is able to relate change to required objectives
Presentation
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
3. nieuw: Is able to judge the effectiveness and appropriateness of choices in a change processes 4. Is able to design a plan for implementation of change Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
3, 8, 10
Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kotter, Leading Change, Harvard Business Review
139
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
140
Code bouwsteen:
SLB 2
Naam bouwsteen:
Studieloopbaan begeleiding 2
Studielast:
3 EC
Periode:
2.1, 2.2, 2.3, 2.4
Duur:
9 weken verdeeld over het gehele studiejaar
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud
Tijdens de groepsbijeenkomsten heeft de studiecoach een structurerende rol en is facilitator bij het groepsproces tijdens de bijeenkomst. De bijeenkomsten worden voorbereid door twee studenten, met hulp van de studiecoach. Deze denkt mee en geeft aanwijzingen voor de invulling van het programma. De voorbereidende studenten bepalen in overleg met de studiecoach hoe het betreffende thema zo goed mogelijk uit de verf kan komen. De thema’s die in ieder geval aan de orde komen zijn: • •
ethische dilemma’s; de NVP gedrags- en beroepscode; netwerken en personal branding; en ‘ik als professional’.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de Portfolio student: participatie
Werkvorm(en) Slb bijeenkomsten individuele gesprekken
Hulpmiddelen
WVO
bespreekbaar maken van werk en studie gerelateerde situaties, met het oog op de ontwikkeling van de HBO kerncompetenties, kortom de eigen effectiviteit als aankomend HR professional; bespreekbaar maken van leerpunten in je functioneren als student; uitwisselen van feedback op je functioneren als student; oefenen met het evalueren van je leerproces, het formuleren van inzichten en opstellen van leerdoelen en je ontwikkelingsplan;
141
oefenen in het effectief samenwerken; kennismaken met methodieken ten behoeve van persoonlijke ontwikkeling en loopbaanbegeleiding; Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
zicht krijgen op trends en ontwikkelingen in het HRM werkveld Cesuur
55% 80% Participation
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
Leervaardigheden
Leervaardigheid
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
142
Code bouwsteen:
HR3HREO
Naam bouwsteen:
Strategisch HRM (Reorganisatie)
Studielast:
3 EC
Periode:
3.1.1
Duur:
9 weken gedurende module 1 jaar 3
Instapniveau:
Jaren 1 en 2
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Wolter van der Berg
Korte beschrijving van de inhoud
Studenten schrijven voor de directie een reorganisatieplan. De organisatie moet krimpen en de directie wil weten wat de gevolgen zijn voor de organisatie. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een notitie wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht.
Werkvormen Opdracht Consultatie Eindgesprek Leerverslag waarin wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het individueel leerproces en het groepsproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van Strategisch HRMReorganisatie
Inzien De student kan met eigen woorden vertellen wat een reorganisatie, sociaal plan en outplacement inhoudt. De student typeert de rollen van de diverse belanghebbenden.
Opdracht+ Eindgesprek
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Reorganisatieplan + Consultatie + Eindgesprek
143
Analyseren, synthetiseren De student weegt belangen af en motiveert keuzes in organiseren van de reorganisatie. De student stelt aan de hand van een analyse van de situatie een sociaal plan op met outplacement als onderdeel. (In het 3e jaar wordt een hoger beheersingsniveau dan “toepassen” verwacht. Vandaar dat ik het leerdoel anders geformuleerd heb en onder het beheersingsniveau “synthetiseren” heb gezet. Kun je je hierin vinden?). Integreren
Opdracht+ Eindgesprek
Reorganisatieplan + Consultatie + Eindgesprek
Opdracht+
Reorganisatieplan
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
De student kan over een bezuinigingsdoelstelling adviseren. De student treedt zelfstandig op jegens de opdrachtgever.
Eindgesprek
+ Consultatie + Eindgesprek
Cesuur
55%
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 3, 8
Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
144
Code bouwsteen:
HR3ZVB
Naam bouwsteen:
Strategisch HRM-Ziekteverzuimbeleid
Studielast:
3 EC
Periode:
3.1.2
Duur:
9 weken in module 1 jaar 3
Instapniveau:
RAG
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Frederiek Dekens
Korte beschrijving van de inhoud
In opdracht van de directie schrijven studenten in een kleine groep een beleid en advies betreffende ziekteverzuim. In de organisatie bestaat de behoefte aan een goed onderbouwd en geactualiseerd ziekteverzuimbeleid met daarin onder andere aandacht voor de rol van leidinggevenden, HRM, Arbodienst, bedrijfsarts, ondernemingsraad en natuurlijk de medewerkers zelf. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een beleidsnotitie wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht. Ter ondersteuning wordt een hoorcollege verzorgd over het schrijven van beleidsnotities. Werkvormen
Hoorcollege Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Opdracht+ Eindgesprek
Beleidsnotitie Eindgesprek
Opdracht Eindgesprek
Beleidsnotitie
Hulpmiddelen
Na afronding van het onderdeel ziekteverzuimbeleid: Inzien Kan de student de effecten van wet- en regelgeving op de organisatie aangeven. Toepassen Kan de student wet- en regelgeving toepassen op de organisatie.
Eindgesprek
145
Analyseren, synthetiseren Kan de student ziekteverzuim binnen een (middelgrote) organisatie analyseren en kwantificeren.
Opdracht Eindgesprek
Beleidsnotitie
Opdracht
Beleidsnotitie
Toetsvorm(en) Eindgesprek
Werkvorm(en) Eindgesprek
Eindgesprek
Kan de student op basis van een analyse Bouwsteendoelstellingen:
aangeven welke verzuimoorzaken aanwezig zijn.
Integreren Een beleidsnotitie schrijven op het gebied van Opdracht gezondheid en verzuim waarin een advies wordt uitgebracht aan de directie van een (middelgrote) organisatie. De student beoordeelt de voorgestelde maatregelen op effectiviteit en kosten.
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
2, 6, 7
Opdracht + eindgesprek
Hulpmiddelen
Beleidsnotitie
Beleidsnotitie + eindgesprek
55%
Niveau van toetsing:
Toepassing Kennis en Inzicht Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F., en Blankemeijer, R. (2014). Leerboek human resource management. Tweede druk, Noordhoff. Weijts, W., en van Duinhoven, C. (2011) Casemanagement bij verzuim en reintegratie. Tweede druk, Thema. Berkenbosch R.J, en Koetsenruijter A.W.M. (2013). Schrijven van beleidsnotities. Vierde druk. Noordhoff
9789001730055
Aanbevolen literatuur
Potting, K. (2010). Personeelsmanagement nader becijferd. 3e druk, Couthinho. Baarda, P.R., en Kouwenhoven, C.P.M. (2007). Ken- en stuurgetallen voor personeelsmanagement. Tweede druk, Kluwer. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
146
http://www.grafimediacao.nl http://www.arboportaal.nl/ http://cbs.nl http://www.arbografimedia.nl http://duurzameinzetbaarheid.nl/
147
Code bouwsteen:
HR3HPL
Naam bouwsteen:
Strategisch HRM: jaarplan
Studielast:
3 EC
Periode:
3.1.3
Duur:
9 weken gedurende module 1 jaar 3
Instapniveau:
Jaren 1 en 2
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Wolter van der Berg
Korte beschrijving van de inhoud In opdracht van de directie ontwikkelen studenten een strategisch HR jaarplan. Met relevante kenen stuurgetallen en met raadpleging van interne en externe bronnen. Studenten voeren analyses hierop uit, die uitmonden in een plan van aanpak waarbinnen de lange termijn belangen van de organisatie worden vertaald naar de eigen HRM verantwoordelijkheid. Studenten maken gebruik van een personeelsinformatiesysteem en analyseren de data, waarna een plan wordt geschreven. Wekelijks vindt een consultatiemoment plaats waarin studenten hun kennis delen met elkaar en de docent en de voortgang bespreken van de opdracht.
Werkvormen
Consultatie Opdracht Eindgesprek Individueel leerverslag, waarin aan het einde van de opdracht wordt gereflecteerd op de inhoud van de opdracht, het groepsproces en het individuele leerproces. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van Strategisch HRM-Jaarplan: Weten De student kent de belangrijkste ontwikkelingen in het HRM vakgebied.
Opdracht Eindgesprek
Eindgesprek
Toepassen De student maakt gebruik van HRM ken- en stuurgetallen.
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
Analyseren, synthetiseren De student analyseert de sterken en zwakten, kansen en bedreigingen op HRM gebied voor een middelgrote organisatie. De student kan prioriteiten stellen inzake meerdere problematieken door het afwegen van belangen. De student stelt een Strategisch Personeelsplan op voor een middelgrote organisatie.
Opdracht
Opdracht Eindgesprek
Opdracht Consultatie Eindgesprek
148
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
1, 2, 3, 6
Kennis en inzicht Toepassing Kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Kluijtmans, F. (2014). Leerboek HRM, tweede druk, Noordhoff Uitgevers. Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
149
Code bouwsteen:
HR3EXOP1 en HR3EXOP2
Naam bouwsteen:
Externe Opdrachten
Studielast:
6 EC
Periode:
3.1.4; 3.2
Duur:
18 weken
Instapniveau:
Onderzoek 1 en 2, Adviesvaardigheden
Combinatie
n.v.t.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane Klaarwater
Korte beschrijving van de inhoud Het onderdeel Externe Opdrachten geeft gelegenheid om in moduul 1 en 2 van het 3e studiejaar circa één dag per week ervaring op te doen in de praktijk op het gebied van HRM, HRD of toegepast onderzoek. De opgedane kennis en vaardigheden in voorgaande studiejaren zullen dus worden toegepast in een concrete werk- of onderzoekssituatie.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Niveau Bloom: toepassen Verwachtingsmanagement hanteren bij een externe opdrachtgever. Niveau Bloom: toepassen Een bijdrage leveren op het gebied van toegepast onderzoek, HRM of HRD binnen een organisatie. Niveau Bloom: toepassen Laten zien te beschikken over een professionele houding (gemotiveerd, flexibel, respectvol, goed voorbereid, passende kleding, accuraat, punctueel). Niveau Bloom: toepassen Afgesproken deadlines behalen en gemaakte afspraken nakomen. Indien er wijzigingen optreden in afspraken informeert de student betrokkenen tijdig en adequaat.
150
Niveau Bloom: toepassen
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Niveau Bloom: toepassen
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Goed samenwerken (collegiaal en hulpvaardig).
Met eigen ideeën en initiatieven komen en vanuit andere invalshoeken werken. Niveau Bloom: toepassen
Hulpmiddelen
opdracht
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Scoring rubric opdracht
Uit te voeren opdracht
Scoring rubric opdracht
Presentatie
Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht)
Uit te voeren opdracht
Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht)
Uit te voeren opdracht
Leerverslag (ook opgenomen in scoring rubric opdracht)
Uit te voeren opdracht
Aantoonbaar en actief de bestaande kennis toepassen. Niveau Bloom: toepassen Een (externe) opdracht in een groep en conform de eisen uitvoeren. Niveau Bloom: toepassen Een professionele presentatie geven die aansluit bij het publiek. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Methodisch (7S model) een organisatie in kaart te brengen en te analyseren of de inrichting van de organisatie samenhang heeft en in evenwicht is en daar de eigen mening over geven. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Nieuwe inzichten verkrijgen middels vragen aan de organisatie, literatuur en andere bronnen. Niveau Bloom: analyseren, synthetiseren Kritisch te zijn ten opzichte van het eigen functioneren en aandacht te besteden aan de eigen ontwikkeling. Cesuur
55% van de 100 punten
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
151
Afhankelijk van de opdracht wordt gewerkt aan: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12.
Toepassen, Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming, Communicatie, Leervaardigheden
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Schermer, K. (2013). De effectieve projectgroep. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv
978-90-01-91050-1
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
152
Code bouwsteen:
SLB 3
Naam bouwsteen:
Studieloopbaanbegeleiding 3
Studielast:
3 EC
Periode:
3.1.5
Duur:
1 semester
Instapniveau:
1e twee jaar HRM
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
153
Korte beschrijving van de inhoud Bij intervisie wordt op een systematische manier aandacht geschonken aan werk- en ontwikkelingsvraagstukken. Door de stappen te volgen van de intervisiemethode die je hebt gekozen worden ervaringen omgezet in nieuwe inzichten, die kunnen leiden tot uitbreiding van je gedragsrepertoire. In de begeleide intervisie bijeenkomsten voer je met een groep derdejaars studenten gestructureerd overleg om werk- en studiesituaties te verhelderen en te bewerken. Een vorm van collegiale consultatie met als doel het op peil houden of verbeteren van je functioneren. Intervisie en begeleide intervisie Een belangrijk verschil tussen begeleide intervisie in het eerste semester van het derde studiejaar en intervisie tijdens de stage is –het woord zegt het al- de begeleiding. Gebleken is dat een docent vaak nét even een andere invalshoek neemt, of doorvraagt waar studenten tevreden zijn met het antwoord. De vorm intervisie is echter in beide gevallen hetzelfde. De studiecoach heeft in het 3e studiejaar de functie van ‘facilitator op afstand’. Eén of meer studenten begeleiden de bijeenkomst, de studiecoach komt pas in beeld als de studenten aanvulling en/of hulp nodig hebben bij hun leerproces, en vertoont voorbeeldgedrag als het gaat om vragen stellen en reflecteren. Als het goed is ben je dan in het stagejaar klaar om intervisie zelfstandig vorm te geven. Kenmerken (begeleide) intervisie Het gaat bij begeleide intervisie om situaties waar de probleeminbrenger invloed op heeft. Dit betekent dat een intervisievraag/ probleem altijd een zakelijke en een persoonlijke kant heeft. De zakelijke kant wordt gevormd door het werk als insteek te nemen. De persoonlijke kant komt naar voren doordat het gaat om de persoonlijke manier van handelen omtrent het probleem. In begeleide intervisie gaat het vaak om een dilemma waar je op meerdere manieren tegenaan kunt kijken en wat op meerdere manieren aangepakt kan worden. Deze keuzevrijheid en het bieden van alternatieven voor het oplossen van een probleem vormen één van de belangrijkste aspecten van intervisie. Andere aspecten van intervisie komen naar voren in de volgende definitie: Er is sprake van:
• • • • •
collegiale ondersteuning; onderlinge advisering bij werkproblemen; een leergroep bestaande uit gelijken; een gezamenlijke vastgestelde structuur; een poging om tot oplossingen en inzichten te komen;
een zelfsturend en op reflectie
gericht leerproces. Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Portfolio participatie
Slb bijeenkomsten
VAS
VAS
154
bespreekbaar maken van werk- en studiegerelateerde situaties, met het oog op persoonlijke ontwikkeling; uitwisselen van feedback op je functioneren; oefenen met het formuleren van je professionele ontwikkeling (mede aan de hand van het portfolio); verwerven van intervisievaardigheden en inzicht krijgen in het omgaan met intervisie met betrekking tot het toekomstige werkveld.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
Leervaardigheden
Leervaardigheden
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Geen Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
155
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Strategic HRD
Studielast:
3 EC
Periode:
3.2.1
Duur: Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar: Korte beschrijving van de inhoud
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
1. Het verschil te onderkennen tussen strategisch HRD en HRD strategieën
Toetsvorm(en)
Project Consultatie
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Opdracht Leerverslag Eindgesprek
2. Verschillende internationale HRD strategieën te kunnen toepassen 3. De ontwikkeling te schetsen van training en Ontwikkeling naar Strategisch HRD 4. De relatie te kenschetsen tussen HRM en HRD 5. De rol van management in SHRD te beschrijven 6. Beslissingen te kunnen nemen mbt outsourcing van HRD 7. Gestructureerde HRD initiatieven te nemen binnen kleine en middelgrote organisaties 8. Het fenomeen van „De lerende organisatie‟ te beschrijven en het ontwikkelingsperspectief ten Kenschetsen
156
9. Transformationele veranderingen te sturen vanuit een HRD perspectief 10. HRD beslissingen te kunnen nemen in een internationale omgeving Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
11. Te onderkennen op welke manier HRD kan bijdrage aan de waarden van de organisatie, integriteit, diversiteit, milieu.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
5, 6, 10
Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
157
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Arbeidsmarkt 2
Studielast:
3 EC
Periode:
3.2.2
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Eerste 2 jaren HRM en onderzoekseenheden
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud
Het succes van de organisatie (en HRM) wordt voor een groot deel bepaald door aantrekken van het juiste personeel. Naast het inzetten van de juist werving en selectie instrumenten, is het belangrijk om kennis te hebben van de arbeidsmarkt, en werkgelegenheidsbeleid in het bijzonder. In groepjes van twee studenten een onderzoek uitvoeren met daarbij de volgende uitgangspunten: Doelstelling onderzoek Een eenduidig beeld bieden van (de ontwikkeling van) de arbeidsmarkt op Europees, Nederlands en Regionaal niveau binnen de sector.................., dat kan dienen als uitgangspunt en basis voor beleidsontwikkeling door de ‘de drie O’s’ (overheid, onderwijs en ondernemers). Probleemstelling onderzoek Wat kan, anno nu, een jongere in Friesland merken van de inspanningen om de doelstelling uit de EU 2020-strategie, om meer werkgelegenheid te creëren, te halen?
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
1. Kent de student het Europese, Nationale en Regionale (Friesland) werkgelegenheidsbeleid
Project Consultatie
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
onderzoeksrapport
2. Kan de student aangeven welke invloed het geformuleerde beleid heeft voor een specifieke doelgroep. 3. Kan de student de verschillende beleiden met elkaar in verband brengen en een eigen oordeel vormen hierover
158
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
4, 10, 11
Toepassing Kennis en Vaardigheden Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
Verhoeven, N. Wat is onderzoek? Den Haag: Boom onderwijs. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.overheid.nl http://www.europanu.nl/id/vg9pl67j6rzj/werkgelegenheids_en_sociaal_beleid www.uwv.nl www.werk.nl
159
Code bouwsteen: Naam bouwsteen:
Teambuilding
Studielast:
3 EC
Periode:
3.2.3
Duur:
9 weken
Instapniveau:
Basiscommunicatie
Combinatie
n.v.t.
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Marjolein Hensen-Broeders
Korte beschrijving van de inhoud
Teams kunnen –zoals gezegd- geweldige resultaten bereiken. Een goed team is in staat zeer complexe problemen op te lossen of enorme successen te behalen. Maar waarom is teamwork zo populair? Wat zijn de succesfactoren? Valkuilen? Waarom kunnen we niet zonder teams en vinden we het tegelijkertijd soms ook vervelend. In deze training gaan studenten op zoek naar de geheimen en raadselen rondom het werken in teams. Hierbij laat de student zien een goede teamanalyse te kunnen uitvoeren en daarbij management en teamleden van advies te kunnen voorzien waardoor de effectiviteit van een team/organisatie wordt verbeterd.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
.Uitleggen wat groepsdynamica is en hoe het werkt.
Productmap
Training
Uitleggen wat de verschillende stadia zijn van het groepsvormingsproces.
Productmap
Training
Uitleggen wat teamrollen zijn en hoe deze van invloed zijn op de teameffectiviteit.
Productmap
Training
Kunnen benoemen van jouw voorkeurstemrollen en de bijdrage die daarmee aan het team wordt geleverd.
Productmap
Training
Kunnen benoemen van de belangrijkste thema’s die de effectiviteit van teams beïnvloeden.
Productmap
Training
Kunnen benoemen en toelichten van de principes Productmap van teamcoaching.
Training
160
Kunnen toepassen van verschillende interventies
Productmao
Training
om teameffectiviteit te verbeteren.
Cesuur:
55 van de 100 punten voor de procuctmap
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
5, 6, 8
Toepassen kennis en inzicht, Communicatie, Leervaardigheden.
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
Remmerswaal, J., Handboek Groepsdynamica, Nelissen, Soest, 2004 Remmerswaal, J., Begeleiden van groepen, Groepsdynamica in praktijk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2001 Belbin, M., Management teams, Academic Service, Den Haag, 2006 Belbin, M., Teamrollen op het werk, Academic Service, Den Haag, 2009 Schouten, J., Verbeteren van teams, Thema, 2007 Lingsma, M., Aan de slag met teamcoaching, Nelissen, Soest, 2005 Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
161
Code bouwsteen:
HR3EXOP1 en HR3EXOP2
Naam bouwsteen:
Externe opdrachten
Studielast:
3 EC
Periode:
3.2
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jane KLaarwater
Korte beschrijving van de inhoud Zie beschrijving Externe opdrachten 3.1
162
Code bouwsteen:
AOP
Naam bouwsteen:
Arbeids- & Organisatiepsychologie
Studielast:
3 EC
Periode:
3.2.5
Duur:
9 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Danny Beetsma
Korte beschrijving van de inhoud Zaken uit dat vak die tijdens dit onderdeel aan de orde komen zijn: • • • • • • • •
wederzijdse beïnvloeding van individu en organisatie; motiveren van mensen; functioneren van mensen in groepen; communicatie en informatieoverdracht; macht en leiding geven; overleg en besluitvorming; structuur van organisaties; cultuur en organisatieverandering; stress en conflicthantering.
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen
Weten
Short answering test
Kan de student benoemen welke fundamenten liggen onder gedrag in organisaties. Inzien Kan de student een inschatting maken van welke persoonlijkheid het beste bij welk type baan of organisatie past.
163
Toepassen Kan de student de verschillende motivatie theorieën onderscheiden en toepassen op een casus. Kan de student bepalen welke rol emoties spelen in een bepaalde casus over gedrag in organisaties. Analyseren en Integreren Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Kan de student op basis van een analyse een advies geven om een effectief team te creëren. Kan de student een analyse maken van leiderschap binnen een organisatie en bepalen of aanpassingen wenselijk zijn en welke dat dan zijn. Kan de student een analyse maken van politiek gedrag binnen een organisatie en daar een standpunt in bepalen. Kan de student op basis van een analyse een onderbouwd advies geven ten aanzien van het oplossen van een conflictsituatie. Kan de student op basis van een analyse van een case een advies geven over de aanpak van een gewenste organisatie verandering. Cesuur Short Answering Test
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: 5. 8. 9. 10.
Niveau van toetsing: Toepassing kennis en vaardigheden Oordeelsvorming
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) Robbins, S. P. (2011). Gedrag in organisaties. Pearson.
ISBN 10e
editie.
Aanbevolen literatuur
164
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
165
Code bouwsteen:
Minor
Naam bouwsteen:
Healthy Careers
Studielast:
3 EC
Periode:
Moduul 4
Duur:
9 weken
Instapniveau:
jaar 2 afgerond
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Jacqueline rietveld
Korte beschrijving van de inhoud
Steeds meer werkgevers erkennen de urgentie om iets te doen aan klachten, verzuim en preventie en vragen om professionals in Arbeid & Gezondheid die werknemers, managers en organisaties begeleid bij het gezond en productief houden van mensen en organisaties. In de minor Healthy Careers staat vitaal werken centraal en wordt aangesloten bij het lectoraat en de muzich agogische modellen van Social Works & Arts en bij de onderzoekslijn ‘vitaliteit’ van de School of Business (Dr. Alexander Grit). Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
participatie
Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten
Kennis Kennis heeft van Motivatie en Arbeid & Gezondheidtheorieën vanuit psychologie, sociologie/recht, filosofie/ethiek en economie;
opdrachten
Weet hoe werknemers met psychische klachten gemotiveerd aan het werk kunnen (blijven) en deze kennis kan toepassen in arbeidssituaties; Muzische interventies kan toepassen loopbaanadvisering of loopbaantraining;
Hulpmiddelen
Hofstee, Bredt, F. (2011). Gezond
gedrag is besmette
bij
Weet hoe psychodiagnostiek gebruikt kan worden als (start van) loopbaanadvisering of loopbaantraining;
Luth, J.K. samenst. (2011) Muzische theorie
Leeftijdsgericht organisatiebeleid kan ontwikkelen op het gebied van gezondheid en ziekte; Onderzoek kan doen naar voorwaarden voor vitaliteit
166
Deze onderzoeksvragen van het werkveld methodisch kan onderzoeken en op basis daarvan een advies voor vervolgstappen kan formuleren; Multidisciplinair kan samenwerken binnen een Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
participatie
Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten
Hulpmiddelen
projectgroep en reflecteren op eigen inbreng en bijdrage; Inzien Verschillende mens- en arbeidvisies kan onderscheiden, herkennen en gebruiken bij eigen visieontwikkeling in loopbaanvraagstukken en de meerwaarde van muzische interventies bij loopbaanadvisering
opdrachten
Toepassen De student kan een passende loopbaancoaching ontwikkelen ter bevordering van vitaliteit, deze toepassen en evalueren op effectiviteit
participatie
De student kan een onderzoeksvraag over voorwaarden van vitaliteit beantwoorden door middel van een kwalitatief onderzoek op organisatie of maatschappelijk niveau
presentatie
opdrachten
Colleges Trainingen Consultatie Opdrachten
De student kan een client adviseren over vitaal werken door middel van een psychodiagnostisch onderzoek Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
2, 3 ,5, 6, 10
Toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
167
Luth, J.K.W. samenst. (2011) Reader Muzische Theorie. Leeuwarden, Stenden Behrend, D. (2008) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Coutinho, 5e druk. ISBN 978 90 4690 075 8 Huizinga, J. Homo Ludens, (1938 / 2010) Proeve eener bepaling van het spelelement der cultuur, Amsterdam University Press ISBN 978 90 8964 194 6 De invulling van de vrije ruimte van minoren in 'De Creatieve Professional' blz. 26 www.stenden.com/Documents/Creatieve%20professional%20II.pdf DiSK, Digitale Sociale Kaart, wegwijzer naar werk, wonen, welzijn en zorg in gemeente en regio. http://www.digitale-sociale-
168
kaart.nl/organisatie/outsiders21/beroepenorientatieenloopbaanplanning.html David Rebergen. Psyche en werk. Yperen, T. van & Bommel, M. van (2009). Erkenning interventies: criteria 2009-2010; Erkenningscommissie (Jeugd)Interventies Bilthoven, NJi / RIVM Spreen, M. , Timmerman, M.E., Horst, P. ter & Schuringa E. (2010) Formalizing Clinical Decisions in Individual Treatments: Some First Steps. Journal of Forensic Psychology Practice, 10:285–299, 2010. Geestelijke GezondheidsZorg Eindhoven en de Kempen, Eindhoven Behrend, D (2000) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Hoofdstuk 2 en 4, Coutinho, 5e druk. ISBN 9789046900758 Einden, H. van den, Pecht, R.(2004). De Groene Spelen voor jong en oud. Albert Sickler bv, 1e druk. ISBN 90725942312004 Te vinden op BB: Folders in pdf.formaat van uitgeverijen van coachspellen: Gerrickens - Thema Behrend, D (2000) Muzisch-agogische methodiek, een handleiding. Hoofdstuk 2 en 4, Coutinho, 5e druk. ISBN 9789046900758 Einden, H. van den, Pecht, R.(2004). De Groene Spelen voor jong en oud. Albert Sickler bv, 1e druk. ISBN 90725942312004 Te vinden op BB: Folders in pdf.formaat van uitgeverijen van coachspellen: Gerrickens Thema Drenth, P.J.D.& Sijtsma, K. (1990) Testtheorie, inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen. Houten, Van Loghum Slaterus Kooreman, A. (2003) Het psychologisch rapport; van sluitpost tot visitekaartje. 3e druk, Swets en Zeitlinger
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
169
Code bouwsteen:
HR3MIN2
Naam bouwsteen:
International HRM
Studielast:
3 EC
Periode:
Module 4
Duur:
9 weken module 4 jaar 3
Instapniveau:
P en jaar 2
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Frederiek Dekens
Korte beschrijving van de inhoud
During the minor IHRM students will study the interplay of factors in the international and domestic environment of the organisation (labour market, legislations, unions, culture, political, economical, legal system, etcetera), the internationalisation strategy and goals of the organisation and practises in reaching these and HRM issues and instruments. Several educational methods are part of the minor such as weekly CBL sessions in which cases will be discussed, fieldtrips, a group assignment advising the top management of a hotel chain, an individual assignment, studentled seminars and learner reports. Werkvormen (Guest)Lectures CBL Workshops Group and individual assignments Student-led seminars Fieldtrips: visit to an international company and the Royal Tropical Institute Learner reports in which students describe the preparation of the cases, discuss the outcomes and reflect on their learning process per case. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Describe and analyze the characteristics, Participation contributions and limitations of prominent models of human resource management (HRM)
CBL
Explain the differences between contingency and divergence theories of HRM and different institutional and cultural factors
(Guest) Lectures
Lecture
Understand how and why HRM approaches in the Asian context are similar to, or different from, those in the West
Participation
CBL
Evaluate the applicability of HRM approaches and discuss the implications of change for HRM
Participation
CBL
170
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Understand the origin and validity of three different views on culture: positivist, interpretive and critical. Explain the major points of difference between these views. Present the different management knowledge developed by each view. Analyze a situation using each of the three views Combine each mode of analysis to reach an enriched understanding of a Situation and diversity management
Participation
CBL
Understand the concepts of ethics, corporate social responsibility, equal opportunity and diversity management
Participation (Guest) lecture
CBL Lecture
Differentiate perspectives of corporate social responsibility Explain how ethical employment practices can contribute to sustainable business success and social development Critically evaluate the gaps between the aspirations of corporate social responsibility and diversity management strategies
Participation
CBL
Describe the role of European/international labor Unions
Participation
CBL
Understand the process of strategic management and appreciate its implementation from differing perspectives Know and distinguish between the various modes of entry for international strategy Identify ways that project management and organizational behavior conceptualize the implementation of strategy
Participation Advice
CBL Group assignment + presentation
Explain why IHRM and SHRM are an integral part of all stages of the process of strategic management
Participation Advice
CBL Group assignment + presentation
Analyze the competitive position of an organization, its resources and core competences
Participation Advice
CBL Group assignment + presentation
Formulate IHRM strategies, policies and practices based on the corporate, international and business level strategies of the organization
Advice
Group assignment + presentation
Critically evaluate the success of IHRM from multiples perspectives (e.g. customers, owners, managers and employees)
Participation Advice Literature review
CBL Group and individual assignment
Hulpmiddelen
171
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Explain the importance of knowledge sharing for the competiveness of the multinational. Distinguish the range of mechanisms that multinationals have at their disposal to enhance knowledge sharing.
Participation
CBL
Discuss the nature of development programs Participation for global leaders with reference To the objectives, content and limitations of Advice these programs
CBL +guest lectures Group assignment + presentation
Critically evaluate the main objectives and effectiveness of cross-cultural skills training for expatriates Identify and discuss a range of emerging issues relating to the design, content and delivery of crosscultural skills training for expatriates
Participation
CBL + guest lecture + fieldtrip
Identify the key components of an effective performance management system (PMS)
Participation
CBL
Participation Advice Explain why PMSs developed for domestic employees are not automatically usable at international locations. Explain the role that a nation’s culture plays in the effective execution of PMSs Compare and contrast PMSs in some leading world economies. Design a comprehensive and effective PMS for an MNC.
Hulpmiddelen
CBL Group assignment + presentation
Understand the complexities faced by IHR managers
Participation
Fieldtrip CBL
Identify the international total reward objectives for the MNC and the employee Differentiate between the key components of global total rewards Explain the going rate and balance sheet approaches to international compensation and their advantages/disadvantages Explain the current best practices to the tax equalization and tax protection approaches to international taxation
Participation Advice
CBL + guest lecture Group assignment + presentation
Apply IHRM competences to a comprehensive case study
Participation Advice
CBL + guest lecture Group assignment + presentation
172
Defend chosen IHRM methods to implement change using the right IHRM terms
Participation Literature review
CBL Assignments + Presentation
Understand the complexity of doing business in an international environment. Identify the different HRM issues in an international
Participation Advice Literature
CBL, SLS Group and individual
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
context.
review
assignment
Apply the PESTEL method understanding the international business environment of chosen countries.
Participation
SLS
Cesuur
Assignments: 55% CBL: 79% Fieldtrips: 100% and are obligatory. Lectures: 80%
Hulpmiddelen
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
1, 2, 3, 4, 6, 8,
Knowledge and insight Apply knowledge and insight Judgement of relevant data Communication
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Harzing, A.W.; Pinnington, A. (2011). International Human Resource Management, third edition, Sage Publications. Articles published on Blackboard. Aanbevolen literatuur
Sparrow, P. (2009). Handbook International Human Resource Management, integrating People, Process, and Context,Wiley. Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
173
Code bouwsteen:
Minor
Naam bouwsteen:
Change and Innovation
Studielast:
15 EC
Periode:
3.3/ 3.4
Duur:
8 weken
Instapniveau: Combinatie Taal bouwsteen:
Engels/ English
Eigenaar:
Mr Erik Jan Rodenhuis
Korte beschrijving van de inhoud
Werkvormen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
After completion of the module, the student is able to:
174
•
•
•
Distinguish the key differences between the Prescriptive and the Analytical streams of strategy and the consequences for the vision on organisational change
•
Understand the interdependencies between strategic choice, the organisations trajectory process and the actual change processes taking place
•
Explain the relationships between management, leadership and organisational change
•
Evaluate the impact of sustainability, workforce diversity and business ethics on the need for organisational change
Bouwsteendoelstellingen:
•
Understand the trends and considerations of innovation trends;
•
Recognize the drivers and consequences of organisational change on the individual employee level, organisational level and societal level.
•
Evaluate strengths and weaknesses of different approaches to change and the role of change agents
•
Be capable to provide a seminar to fellow students in a student-led seminar and provide them with a learning experience.
CBL
Burnes, B. (2009) Managin Change
Tutorials Student-led seminars
Describe how organizations can manage change effectively Identify the range of choices that organizations have when considering change
Project
Lecturers
Distinguish the key differences between the planned and emergent approaches to organisational change
•
Cesuur
Aassignment Student Led Seminars CBL
Guest lectures
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
55%
175
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
1, 3, 8, 9, 10, 11, 12
Toepassen Kennis en Inzicht, Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Burnes, B. (2009). Managing change: a Strategic Approach to Organisational Dynamics. Harlow: FT Prentice Hall Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
176
Code bouwsteen:
HR4STA
Naam bouwsteen:
Stage
Studielast:
42 EC
Periode:
Jaar 4
Duur:
1176 uren
Instapniveau:
150 EC van de 180 EC (jaar 1, 2 en 3)
Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar
Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud
Het vierde studiejaar staat volledig in het teken van de praktijk, waarbij de implementatie van de theorie binnen het werkterrein van Human Resource Management moet plaatsvinden. In dit afsluitende jaar van de opleiding wordt een harmonieuze overgang naar de arbeidsmarkt beoogd. Dit vormt de verbinding tussen wat binnen de opleiding aan theoretische vorming wordt aangeboden en de praktijk in de stagebiedende instellingen/bedrijven.
Werkvormen
Praktijk Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Participatie
177
Kerntaken van het beroep 1. De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hrwerkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. 2. De hr-professional is verantwoordelijk voor de informatievoorzieing op het gebied van hr; geeft gevraagd en ongevraagd informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van hr, richt daarvoor hr-informatiesystemen in en beheert deze. 3. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hrwerkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. 4. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externearbeidsmarkttransities, voert
Bouwsteendoelstellingen:
Portfolio (case study, instellingsverslag voortgangsverslagen en stageeindverslag)
Toetsvorm(en)
Praktijk
Stagebegeleider en stagedocent (coach)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
178
deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 5. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele ‘éénop-één situaties’, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. 6. De hr-professional adviseert het management over hractiviteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij formuleert hij meetbare hrdoelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. 7. De hr-professional maakt financiële verkenningen, berekeningen en kostenbatenanalyses op de hrwerkterreinen, maakt hierbij gebruik van kenen stuurgetallen en rapporteert daarover aan het management. 8. De hr-professional anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategie- en cultuurveranderingen naar hrwerkterreinen en hruitvoeringspraktijken. 9. De hr-professional is in staat om de rol van effectief hrleiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en gebruikt de implicaties daarvan in zijn uitvoeringspraktijken. 10. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en beroepspraktijk. 11. De hr-professional is een ‘reflective practioner’ met oog voor het belang van corporate governance en ethiek. Hij heeft een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van de eigen beroepspraktijk en hij is in
179
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
staat om sturing te geven aan zijn eigen ontwikkeling en die van zijn omgeving en om het transitieproces naar concrete actie in gang te zetten. 12. Ondernemerschap: In staat zijn om zich te richten op zijn of haar managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en zorg voor de wereld.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
1, 6 en 10
N2: Toepassen van kennis en inzicht
2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 12
N3: Oordeelsvorming
1 tot en met 12
Communicatie en leervaardigheden
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Code bouwsteen:
HR4SCR
Naam bouwsteen:
Scriptie
Studielast:
18 EC
Periode:
4.4
Duur:
504 uren
Instapniveau:
Jaar 1, 2 en 3 van de opleiding
Combinatie Taal bouwsteen:
Nederlands
Eigenaar:
Maarten Raangs
Korte beschrijving van de inhoud
De afstudeeropdracht is een werkstuk waarin de student aantoont over de nodige vaardigheden en intellectuele bagage te beschikken tot het behalen van het diploma. De student dient te bewijzen op 180
zelfstandige wijze een uitgebreide opdracht die zich over meerdere maanden uitstrekt tot een goed einde te kunnen brengen. De scriptie moet onder andere bestaan uit een theoretische reflectie en bestudering van een praktijksituatie, er dient kritisch te worden geflecteerd ten aanzien van de literatuur. Daarnaast moet de student blijk geven van een eigen visieontwikkeling en dient de scriptie een heldere argumentatielijn te bezitten en voldoende diepgang te bieden.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Na het volgen van deze bouwsteen kan de student:
Scriptie en Praktijk eindpresentatie/verdediging
Werkvorm(en) Hulpmiddelen Scriptiebegeleider
De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hr-werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zo nodig bij, zowel binnen de nationale als internationale context. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hr-werkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken De hr-professional adviseert het management over hr-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en) Hulpmiddelen
181
worden; daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. De hr-professional levert door middel van het (zelfstandig) uitvoeren dan wel het beoordelen of begeleiden van praktijkgericht onderzoek een bijdrage aan de verbetering en innovatie van zijn organisatie en de beroepspraktijk.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
1, 3, 6 en 10
N3: Oordeelsvorming Communicatie
Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Verhoeven, N. (2011). Wat is Onderzoek? Groningen: Boom Lemma
9059316711
Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Bijlage D Nadere toelichting op de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische en de post-propedeutische fase: Verkorte studieroute HRM. Het verkorte studieprogramma van de opleiding HRM is ontstaan vanuit de situatie dat er meerdere studenten aanwezig waren in het voltijdse programma die beschikten over een groot deel toegekende vrijstellingen. Er wordt geen standaard verkort programma aangeboden en toegekende vrijstellingen zijn individueel.
182
De geldende afspraken binnen HRM verkort. 1. Uitgangspunt is het voltijdse programma van HRM. Vorm, inhoud en grootte zijn leidend voor het verkorte programma. 2. De aanvraagprocedure voor de vrijstellingen is van kracht zoals beschreven in deze OER. 3. Er zijn een groot aantal vakgebieden (bouwstenen) aangewezen en beschreven met een zelfstudieprogramma. Die onderwijsonderdelen kunnen in een begeleide situatie of in een zelfstudie situatie met consultatie gevolgd worden. Bouwstenen met zelfstudieprogramma’s (in alfabetische volgorde)zijn: Basiscommunicatie (1.1 en 1.2), Bedrijfscommunicatie (2.1), Engels 1 (1.1), Engels 2 (1.4), Externe opdrachten en trends HRD (3.1 en 3.2), Finance - BE3 (1.2), Loopbaan 1 (1.3), Management 1(1.1), Marketing 1 (1.4), Ontslag 1(1.3), Operationeel; Management (1.4) en Vergaderen en presenteren (1.4). 4. Alle onderwijseenheden welke niet vrijgesteld zijn en geen aangeboden zelfstudiepakket hebben zijn verplicht te volgen studieonderdelen in de daarvoor bestemde moduulperioden. 5. Deelname aan het verkorte studieprogramma is mogelijk bij bij gemiddelde toekenning van vrijstelllingen tussen de 60 en 80 ec studiebelasting. 6. Door de combinatie van vrijstellingen en de mogelijkheid tot zelfstudiepakketten tekent de student zelf per module in voor de verplichte onderwijseenheden en bespreekt met de loopbaanbegeleider de studieplanning. Zie voor vrijstellingen ook de Bijlage Vrijstellingenbeleid
Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2013-2014 (verkorte studieprogramma) Propedeutische fase
Jaar 1 cohort 2013-2014 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Vak
Vak
Vak
Vak
Business English 1
HRM 1
Loopbaan 1
Marketing 1
Management
Onderzoek 1
Arbeidsmarkt
Business English 2
Management acc.
Bedrijfsadm.
Ontslag
Operationeel Man.
SLB 1.1
Finance
Recht
Vergaderen/presenteren
Basiscommunicatie
Schrift.comm.
Onderzoek 2
SLB 1.2
Schematisch overzicht Propedeuse programma HRM 2013-2014 (Verkorte studieroute) In grijs de aangeboden programma onderdelen met een zelfstudiepakket.
Overzicht onderwijsprogramma HRM Voltijd 2014-2015 Verkorte studieprogramma Post-propedeutische fase
Jaar 2 cohort 2012-2013 183
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Vak
Vak
Vak
Vak
HRM 2
Prestatie beoord.
Loopbaan 2
Strategisch 1
Bedrijfscommunicatie
HRM 3
HRD 1
Strategisch 2
Marketing 2
CM/MD
Mediation
Change management
Conceptueel denken
Mond. comm. 3
Psych./Diagnostiek
SLB
VAS
RAG
Coaching
Adviesvaardigheden
Jaar 3 cohort 2011-2012 Periode 1
Periode 2
Periode 3 en 4
Vak
Vak
Minor
Strategisch HRM: jaarplan
Strategisch HRD
Change and module 3
Ziekteverzuimbeleid
Externe opdrachten.
International HRM module 4
Stratisch HRM: reorganisatie
Arbeidsmarkt 2
Healthy Careers module 4
Externe opdrachten
Teambuilding
SLB 3
Arbeids/org. Psychologie
Innovation
Jaar 4 Vak Stage Scriptie
Schematisch overzicht Post- Propedeuse programma HRM 2013-2014, Verkorte studieprogramma. In grijs de aangeboden programma onderdelen met zelfstudiepakket.
In aanvulling op de Moduultentamenregeling de doorstroomeisen in de PostPropedeutische fase van de opleiding HRM. Toelaatbaarheid tot de stage HRM. De student is in de Post-Propedeutische fase toelaatbaar tot de stage wanneer hij/ zij: a) in het bezit is van 150 EC uit de P- en hoofdfase, b) de onderwijseenheden onderzoek 1 & 2 succesvol heeft afgerond en c) de onderwijseenheden SHRM en SHRD gevolgd heeft. d) de student verkorte studieroute kan afwijking van deze afspraken aanvragen bij de examencommissie om daarmee het studieprogramma studeerbaar te houden.
184
Bijlage E Jaartoetsrooster HRM
185
Schooljaar 2015-2016 Jaartoetsrooster Nr 1.1
Modules Inleiding in Management
Human Resource Management Vak
Management & Man. Accounting
1.2
1.3
Progress codes
Toetsing
Opdrachten PGO
HR1MA6
Business English 1
English 1 Schriftelijk Mondeling
HR1EN1
Basis Communicatie
Productenmap
HR1BC
Studieloopbaanbegeleiding 1.1
Portfolio
HR1SLB1
HRM1
Opdracht PGO
HR1HRM1
Onderzoek 1
Opdracht Tentamen
HR1ON1
Bedrijfsadministratie
Opdracht
HR1BE
Schriftelijke Communicatie
Literatuurverslag
HR1SC
Finance
Opdracht
HR1FI
Recht 1
Tentamen
HR1RE
Loopbaan 1
Groeps- en ind. opdracht, HR1LB1 leerverslag en eindgesprek.
Arbeidsmarkt 1
Opdracht en leerverslag
HR1AM1
SLB 1.2
Portfolio
HR1SLB1
HRM & Financiën
HRD en Onderzoek
186
Onderzoek 2
1.4
Opdracht presentatie
HR1ON2
Marketing en Communicatie 1
187
2.1
2.2
Marketing 1
Tentamen
HR1MAR1
Vergaderen en Presenteren
Presentaties en Productmap
HR1VP
Operationeel Management
Tentamen
HR1OM
Business English
English 2 Schriftelijk Mondeling
HR1EN2
Ontslag
Opdracht PGO
HR1ONTS
HRM 2
Opdracht adviesgesprek eindgesprek leerverslag
HR2HRM2
Bedrijfscommunicatie
Opdracht CBL
HR2BC
Marketing 2
Tentamen
HR2MAR2
Conceptueel denken
Opdracht presentatie
HR2CON
VAS
Flexibel
HR2VAS
Prestatiebeoordeling
Opdracht presentatie eindgesprek leerverslag
HR2PP
HRM 3
Opdracht eindgesprek leerverslag
HR2HRM3
CM/ MD
Opdracht eindgesprek leerverslag
HR2CM
Marketing en Communicatie 2
HRM
188
Mondelinge communicatie 3
Productmap assessment
HR2MC3
RAG
Tentamen
HR2RAG
189
Dossier SMO 2.3
2.4
3.1
HRD Loopbaan 2
Opdracht
HR2LB2
HRD 1
Opdracht
HR2HRD1
Mediation
assessment Toets
HR2MED
Psychologie, Diagnostiek
Opdracht
HR2PD
Coaching
Leerverslag Assessment
HR2COA
Strategic Management 1 Strategic Management 2
Exam Assignments
HR2SM1 HR2SM2
Change Management
Tentamen Opdracht presentatie
HR2CHA
SLB 2
Portfolio
HR2SLB2
Adviesvaardigheden
Opdracht/productmap
HR2AV
Strat. HRM: Jaarplan
Opdracht eindgesprek leerverslag
HR3HPL
Strat. HRM: Ziekteverzuim
Opdracht eindgesprek leerverslag
HR3ZVB
Strat.HRM: Reorganisatie
Opdracht eindgesprek leerverslag
HR3REO
Externe opdrachten
productenmap
HR3EXOP
SLB 3
Portfolio
HR3SLB3
Strategic Management
Strategisch HRM
190
3.2
Strategisch HRD Strategisch HRD
onderzoeksrapport adviesrapport presentatie leerverslag
HR3SHRD
Externe opdrachten
portfolio
HR3EXOP
Arbeidsmarkt 2
Opdracht
HR3AM2
Teambuilding
portfolio
HR3TB
tentamen Minor Minor
HR3AOP
Arbeidsorganisatie/ Psychologie 3.3 3.4
Minor Minor
4
Stage Scriptie
Scriptie
191
Bijlage F
Opleidingsspecifieke regels
In de bijlage kunnen opleidingsspecifieke regels worden opgenomen, mits voldaan wordt aan het navolgende juridisch kader:
Juridisch Kader 1. De opleidingsspecifieke regels mogen niet in strijd zijn met het bepaalde in de OER, noch de student benadelen. 2. In geval van strijdigheid en of benadeling van de student gaat het bepaalde in de OER boven de opleidingsspecifieke regel(s) in deze bijlage. 3. Bovenstaand juridisch kader dient als eerste te worden opgenomen in deze bijlage
192
Bijlage G Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.
1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot zes weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder ‘programmaonderdeel’ wordt verstaan elke notitie in Progress. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden geretourneerd. 4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de procedure. 6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de student zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen. 7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar. 8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op een vrijstelling. 9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht. 10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is. 11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid.
Bijlage H
Literatuurlijst/ Literature List
Basiscommunicatie, vergaderen en presenteren. 1. Gesprekken in organisaties, Noordhoff Uitgevers, 5 druk 193
English 1 en 2. 2. Market Leader upper intermediate coursebook & practice file Benelux pack, Pearson Publishers, 3rd Edition HRM 1. 3. Leerboek HRM , Noordhoff Uitgevers, 1 Druk Loopbaan 1. 4. Understanding Careers A Metaphor-Based Approach, Sage Publication, 1st edition Management. 5. Organisation and Management an International Approach, Noordhoff Uitgevers, 2nd Edition Management accounting. 6. Basisboek bedrijfseconomie, Noordhoff Uitgevers, 9 Druk 7. Basisboek bedrijfseconomie opgaven, Noordhoff Uitgevers, 9 Druk Marketing 1. 8. Principes van Marketing met MyLan NL toegangscode, Pearson Education, 6th Edition. Onderzoek 1 en 2. 9. Wat is onderzoek?, Boom Uitgevers, 4 Druk. Operationeel Management. 10. Walstra, J. Operationeel Management in de dienstverlening, 2014, Pearson Education, 2nd Edition PGO 11. Probleemgestuurd leren een wegwijzer voor studenten, Noordhoff Uitgevers, 6 Druk. Recht 1, ontslag. 12. Basisboek Recht, Noordhoff Uitgevers, 13 e Druk. 13. Wetteksten Hoger Onderwijs 2013 2014, Noordhoff Uitgevers, 29 Druk SLB 14. Greep krijgen op je studieloopbaan hbo, Dekkers onderwijsadviesbureau, 2 Druk. Adviesvaardigheden. 15. Adviseren als tweede beroep, Kluwer, 3 Druk. Bedrijfscommunicatie. 16. Corporate communication worldwide, Noordhoff Uitgevers, 2 Druk Change Management. 17. Leiderschap bij verandering, Academic service Uitgeverij, 1 druk. 194
Coaching. 18. Duurzaam coachen arbeidsgerelateerde coaching met een blijvend effect, Uitgeverij Nelissen, 1 druk. HRD. 19. Onderwijskundig ontwerpen 3, Bohn Stafleu van L:ochum, 1 druk. HRM 2 en HRM 3. 20. Leerboek HRM, Noordhoff Uitgevers, 1 druk. Loopbaan 2. 21. Understanding Careers A Metaphor-Based Approach, Sage Publication, 1st edition Marketing 2. 22. Principes van Marketing met MyLan NL toegangscode, Pearson Education, 6th Edition. Mediation. 23. Conflicthantering en mediation, Uitgevrij Coutinho BV, 2e druk. Psychologie en diagnostiek. 24. Psychologie en sociologie, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Re-integratie, Arbeid en Gezondheid. 25. Casemanagement bij verzuim en reintegratie, Uitgeverij Thema, 1e druk. Strategisch management 1 en 2. 26. Fundamentals of strategy, Pearson Education, 2nd Edition. Arbeids- en Organisatiepsychologie. 27. Gedrag in organisaties, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Arbeids- en Organisatiepsychologie. 28. Set; Gedrag in organisaties + samenvatting, Noordhoff Uitgevers, 6e druk. Externe opdrachten(verplichte literatuur extra) 29. Schermer, K. (2013). De effectieve projectgroep. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv
195