en
Cibap Pro
Dit is de Onderwijs- en Examenregeling van Cibap vakschool voor verbeelding. Deze OER gaat in met de start van het schooljaar 2014-2015 en vervangt de voorgaande regelingen.
1. Onderwijsvisie
Het Cibap staat voor onderwijs dat kwalitatief onderscheidend is en herkenbaar aan de vier elementen: creativiteit, vakmanschap, ondernemerschap en presentatievaardigheid. De beroepspraktijk staat bij het Cibap centraal; een goede samenwerking met het beroepenveld is dus essentieel. We begeleiden de leerloopbaan van onze studenten naar zelfstandige, betrokken en verantwoordelijke mensen, die hun plaats kunnen innemen in de samenleving. Leren doe je niet alleen. De samenhang in de deskundigheid van docenten en werkveld, in de relatie met de medestudenten, vormt onze student evenzeer. Om jonge mensen in staat te stellen zelfredzaam te zijn, willen we hen toerusten in hun vakmanschap om uiteindelijk een beroep uit te kunnen oefenen waarin hun talenten optimaal tot hun recht komen. De talenten erkennen, herkennen en ontwikkelen tot een zekere mate van excellentie, vraagt om een juiste inrichting van ons onderwijs. Elke student is uniek en verdient een goede pedagogische aanpak, een professionele begeleiding en een goed passend onderwijsaanbod. De student mag en kan kiezen en wordt daarmee verantwoordelijk voor zijn eigen studieloopbaan. Dit vergt een onderwijsorganisatie, waarin de student keuzes kan maken voor versnelling, verbreding of verdieping. Hiervoor is noodzakelijk dat het onderwijsproces en de begeleiding daarvan een grote mate van standaardisatie krijgt, waardoor optimale flexibiliteit en mogelijkheid van maatwerk ontstaan.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
1
en
Cibap Pro
2. De opleidingen in dit cohort Alle opleidingen op het Cibap staan beschreven in Kwalificatiedossiers (KD). Deze kwalificaties zijn landelijk vastgesteld door het onderwijs en het bedrijfsleven samen. In de KD’s worden de eisen beschreven waaraan een student voor zijn examinering moet voldoen. De kwalificatiedossiers staan op de site: www.kwalificatiesmbo.nl Hier staat per cohort de meest actuele versie. De volgende kwalificaties worden op het Cibap aangeboden:
OPLEIDING:
CREBO KWALIFICATIENUMMER DOSSIER:
Ontwerp en ruimte
91541 91542 94524
Ontwerp en media
Ontwerp en vakmanschap
90403 90401
Vormgeving ruimtelijke presentatie en Communicatie Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud Mediavormgever
90404 92741
Specialist schilderen
94521 en 94523
Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud
93686
Creatief vakmanschap
UITSTROOM:
AFKOR-TING
Stand-, winkel- en decorvormgevi ng Vormgeving productpresentatie Kleuren interieuradvise ur Grafische vormgeving Animatie/Audiovisuele vormgeving Interactieve vormgeving Specialist decoratie en restauratie Calculator/ onderhoudsspecialist Ondernemer
RV
Ontwerpend meubelmaker
VM
RP RI
MG MM MI VR VMM
*)Een kwalificatiedossier kan uit meerdere uitstroomvarianten bestaan
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
2
en
Cibap Pro
3. Studieduur/studielast
Een cursusjaar telt gemiddeld 40 weken van 40 studiebelastingsuren (sbu’s) studie, totaal een studielast van 1600 uren per cursusjaar. Het cursusjaar is opgedeeld in periodes 4 periodes van 10 weken. Op de begeleidingstabellen, die ook op de Cibap-site zijn te vinden vindt je het aantal begeleide uren per week. Daarnaast moet je een aantal uren aan andere opdrachten en je huiswerk besteden.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
3
en
Cibap Pro
4. Fase 1, 2 en 3 4.1. Werkwijze Voor de aanpak en planning van alle projecten in fase 1 en 2/3 maken de studenten gebruik van de onderdelen die beschreven staan in “Hoezo Pro”. Hierin staan de volgende onderdelen aangegeven: onderzoeken, plannen, realiseren (ontwerpen/uitvoeren), controleren en evalueren. De projectbegeleider begeleidt de studenten in dit proces. De projectbegeleider in fase 1 zal nog redelijk sturend zijn, terwijl de projectbegeleider in fase 2/3 meer coachend optreedt. De projecten in fase 1 zullen meer gestructureerd aangeboden worden door meer ruimte te geven aan de zogenoemde kern- en basisvakken. Bovendien zal in fase 1 de lessentabel intensiever zijn dan in de volgende fasen. In fase 2/3 zal de verhouding verschuiven naar meer ruimte voor projectdelen, waarbij meer zelfstandigheid van de student verwacht wordt. Kerndeel, basisdeel en projectdeel: Kerndeel: de vakken in dit deel hebben Cibap breed dezelfde opbouw en eisen: taal en algemene rekenvaardigheden en loopbaan en burgerschap. Bij de kernvakken worden de domeinen/dimensies zoveel mogelijk gekoppeld aan het project volgens de ontwikkelde leerlijn. Bij L&B worden voornamelijk de burgerschapsdimensies behandeld, het loopbaangedeelte ligt bij de studiecoach. Een koppeling is mogelijk, afhankelijk van de leerlijn. In dit kerndeel is maatwerk en flexibiliteit mogelijk. Studenten worden in staat gesteld in overleg met hun studiecoach, individuele keuzes te maken. Basisdeel: het basisdeel wordt gevormd door de Cibap kerncompetenties: presentatievaardigheden, ondernemerschap, creativiteit en vakmanschap. De inhoud van deze blokken kunnen per uitstroomrichting een andere inhoud/invulling en omvang (binnen kaders) hebben, maar zijn in de basiskennis gelijk voor het hele Cibap. In het basisdeel worden kennis, vaardigheden en houdingsaspecten aangeleerd om de projecten in het projectdeel te kunnen uitvoeren. Naarmate het project vordert kan het team het basisdeel ook inzetten om aan de projecten te werken. In dit basisdeel is maatwerk en flexibiliteit mogelijk. Studenten worden in staat gesteld, in overleg met hun studiecoach, individuele keuzes te maken. Projectdeel: in het projectdeel wordt gewerkt aan het project. In het projectdeel hebben de student en de docent meer vrijheid om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Er wordt doorgegaan op kennis en vaardigheden die tijdens de kern- en basisvakken zijn opgedaan. De student heeft ruimte om zijn eigen traject voor de uitvoering van (externe) opdrachten te kiezen. De samenstelling van het begeleidend team bij de verschillende projectdelen gedurende de week zal wisselen. Tijdens het projectdeel kunnen studenten naar behoefte door de studiecoach of de projectbegeleider bijeen geroepen worden voor specifieke trainingen of besprekingen. Ook kunnen bijvoorbeeld lezingen door externen worden georganiseerd.
4.2. Beoordeling
De beoordeling in fase 1, 2 en 3 zal plaatsvinden aan het einde van elk project in de vorm van een schouw. Tijdens de schouw presenteert de student al zijn in de projecttijd gemaakte werk. Er worden geen afzonderlijke producten beoordeeld, maar een aantal deskundige docenten doet gezamenlijk een uitspraak per werkproces aan de hand van vooraf bekende criteria en noteert daarvoor een score in punten. Elk onderdeel is dus gekoppeld aan een werkproces uit het kwalificatiedossier. Het kwalificatiedossier (zie blz. 2) is opgebouwd uit kerntaken met daarbij behorende werkprocessen. Op basis van de score kan een percentage worden vastgesteld: de mate waarin de student voldoet aan de kerntaak. (zie 4.3 Criteria voor fase 1, 2 en 3) Voorafgaand aan de eindschouw kan een tussenschouw georganiseerd worden. Oefeningen in het basisdeel worden niet in de schouw beoordeeld, maar kunnen wel voorwaardelijk zijn.
4.3. Criteria voor fase 1, 2 en 3
In het algemeen geldt dat alle studenten minimaal 85% van de geprogrammeerde onderwijstijd aanwezig moeten zijn. Wanneer een student meer dan 15% ongeoorloofd afwezig is zal hij / zij niet mee doen aan de schouw en ontvangt hij / zij een studieoordeel 3. ( zie 4.2. Terugkoppeling/studieoordelen/studiecoach)
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
4
en
Cibap Pro
De orientatieperiode in fase 1 In de eerste tien weken van fase 1 is de beoordeling passend bij het specifieke orienterende karakter van deze periode. (zie bijlage 1- beoordeling orientatieperiode fase 1) De student wordt in dit kader beoordeeld op vaardigheden, motivatie/inzet en proces. Voortgangscriteria voor fase 1 naar fase 2/3 Projectdeel De student heeft gemiddeld minimaal 30% van de maximale score behaald, aan het eind van jaar 1 over de periodes 1.2, 1.3 en 1.4 (voorlopige cesuur) Kerndeel Nederlands op niveau 2F2: minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld* Algemene rekenvaardigheden op niveau 2F2: minimaal een 3,5 per rekendomein, 5,5 gemiddeld* Engels A1: minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld* Loopbaan en burgerschap: de opdrachten moeten met minimaal een 4,0 worden afgerond en 5,5 gemiddeld Voortgangscriteria voor fase 2 naar fase 3 Projectdeel De student heeft in twee projecten per kerntaak minimaal 60% van de maximale score behaald (voorlopige cesuur) In het document Stappenplan Cibap Pro worden alle mogelijkheden benoemd en daarbij wordt aangegeven wat de eisen voor overgang naar de volgende fase of het volgende project zijn. (zie bijlage 2stappenplan Cibap Pro fase 2 en fase 3) Kerndeel Nederlands op niveau 3F1: minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld*. Algemene rekenvaardigheden op niveau 3F2: minimaal een 3,5 per rekendomein, 5,5 gemiddeld* Engels A2-2: minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld* Loopbaan en burgerschap: de opdrachten moeten met minimaal een 4,0 worden afgerond en 5,5 gemiddeld BPV: voor de beroepspraktijkvorming gelden de volgende eisen: 1 1. aantal uren moet behaald zijn ) 2. het functioneren in de BPV moet vakinhoudelijk voldoende zijn 3. het functioneren in de BPV moet met betrekking tot sociale omgang voldoende zijn 4. alle schoolopdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten 1 ) Wanneer het aantal BPV-uren niet is behaald leidt dit tot een uitgestelde BPV ter grootte van het aantal nog te maken BPV-uren. Toelatingscriteria voor fase 4 (examenfase) Projectdeel De student heeft in twee projecten per kerntaak minimaal 90% van de maximale score behaald (voorlopige cesuur) In het document Stappenplan Cibap Pro worden alle mogelijkheden benoemd en daarbij wordt aangegeven wat de eisen voor overgang naar de volgende fase of het volgende project zijn. (zie bijlage 2stappenplan Cibap Pro fase 2 en fase 3) Kerndeel Nederlands op niveau 3F2: minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld* Algemene rekenvaardigheden op niveau 3F2: minimaal een 3,5 per rekendomein, 5,5 gemiddeld* Engels op niveau A2/B1 (afhankelijk van eisen in kwalificatiedossier): minimaal een 4,0 per T (taalgebied), 5,5 gemiddeld* Loopbaan en burgerschap: de opdrachten moeten met minimaal een 4,0 worden afgerond en 5,5 gemiddeld BPV: voor de beroepspraktijkvorming gelden de volgende eisen: 1 1. aantal uren moet behaald zijn ) 2. het functioneren in de BPV moet vakinhoudelijk voldoende zijn 3. het functioneren in de BPV moet met betrekking tot sociale omgang voldoende zijn 4. alle schoolopdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten 1 ) Wanneer het aantal BPV-uren niet is behaald leidt dit tot een uitgestelde BPV ter grootte van het aantal nog te maken BPV-uren. Talen en Algemene rekenvaardigheden worden gewaardeerd in cijfers conform de landelijke richtlijnen. (zie bijlage 3-cohortenschema taal en rekenen)
4.4. Terugkoppeling / studieoordelen / studiecoach Op basis van de resultaten, vastgesteld tijdens de schouw wordt door de studiecoach een studieoordeel gegeven. Het studieoordeel is een bindend oordeel. Dit studieoordeel kan zijn: Studieoordeel 1: voldoet aan alle gestelde eisen, kan doorgaan
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
5
en
Studieoordeel 2: Studieoordeel 3:
Studieoordeel 4:
Cibap Pro voldoet niet aan alle eisen, maar kan wel doorgaan onder voorwaarden welke worden vastgelegd in het studentendossier. er bestaat twijfel over motivatie, beroepshouding en over geschiktheid voor deze opleiding en de toekomstige beroepspraktijk. N.a.v. het studieoordeel volgt een gesprek met de studiecoach in aanwezigheid van de teammanager. Gespreksverslag en afspraken worden vastgelegd in het studentendossier. de student houdt niet zich niet aan gemaakte afspraken uit studieoordeel 3. De student zal moeten stoppen met de opleiding. Het Student Traject Bureau begeleidt het uitschrijvingsproces.
De studiecoach informeert, begeleidt, signaleert, stuurt en archiveert het onderwijs leerproces van de student. De studiecoach bespreekt met de student de studievoortgang en de daaruit voortvloeiende vervolgstappen. Hij maakt hiervoor gebruik o.a van het stappenplan Cibap Pro en de daarbij behorende criteria. (zie bijlage 2stappenplan Cibap Pro fase 2 en fase 3) en beschikt ook over gegevens als de studieresultaten uit de schouw, portfolio, pap, pop, competentieprofielen, intake en informatie uit assessments. Bij de studiecoach ligt de regie over het overleg. Hierbij kunnen de ouders/verzorgers, docenten/projectbegeleider, de BPV begeleider en mogelijk een deskundige vanuit het STB betrokken zijn.
4.4. Mogelijkheid voor extra taak Een student in fase 2 / 3 die in het project voor één kerntaak tussen de 80 en 90% (voorlopige cesuur) van de punten scoort en daarmee zijn mogelijkheden voor de examenfase niet heeft aangetoond, kan voor deze kerntaak in aanmerking komen voor een extra taak. De taak wordt door het onderwijsteam geformuleerd en vastgesteld. De extra taak zal in een schoolvakantie op school moeten worden uitgevoerd.
4.5. Revisie Voor een gegeven studieoordeel kan revisie worden aangevraagd bij de studiecoach. Na de revisie kan de student tegen een toegekend studieoordeel schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaar wordt uiterlijk 5 werkdagen nadat het studieoordeel na de revisie is gegeven bij de directeur Onderwijs en Organisatie ingediend. Deze bepaalt, in overleg met de betrokkenen, of argumenten die in het bezwaar worden genoemd, gegrond zijn. Indien dit het geval is, dan krijgt de studiecoach de opdracht om het studieoordeel opnieuw met het onderwijsteam te bespreken.
4.6. Evaluatie In de halfjaarlijkse semesterevaluatie onder studenten, worden standaard enkele vragen gewijd aan de duidelijkheid van de opdrachten en de toetsing. Deze input wordt door de schrijvers en auditoren meegenomen in ontwikkeling van nieuwe lesstof en toetsing.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
6
en
Cibap Pro
5. Fase 4; de examenfase 5.1. Werkwijze examenfase De examinering in Cibap Pro vindt plaats door middel van een of meer meesterproeven in fase 4. (zie bijlage 4-informatie over het examenplan en de meesterproeven) De ingeschatte tijd voor een meesterproef is 5 weken. Hierin is een aparte opdracht opgenomen over ondernemingsvaardigheden, die ongeveer 5 dagen in beslag neemt. In de meesterproef worden voor Nederlands de onderdelen spreken/gesprekken voeren geëxamineerd. De overige onderdelen voor Nederlands worden via een apart instellingsexamen (schrijven) en via een centraal examen (lezen en luisteren) afgenomen. Voor moderne vreemde talen worden de beroepsspecificieke eisen opgenomen in de meesterproef. De generieke onderdelen worden afgenomen via ingekochte, door de onderwijsinspectie erkende instellingsexamens. Vanaf schooljaar 2017-2018 worden voor Engels centrale examens ingevoerd. (zie verder bijlage 3-cohortenschema taal en rekenen)
5.2. Examenplan De auditor/taakhouder kwaliteit en examinering is voor zijn opleiding (deel-)verantwoordelijk voor het opstellen van een examenplan. Voor aanvang van de examenfase stelt de examencommissie het examenplan van de opleiding vast. Zij maakt gebruik van de checklist examenplan examencommissie In het examenplan staat aangeven wat op welk moment in een bepaald schooljaar wordt geëxamineerd, m.a.w. waar studenten aan moeten voldoen om een diploma te halen. Het examenplan wordt per cohort vastgesteld. In het examenplan zijn de beroepsproef/beroepsproeven inbegrepen en de examinering van Nederlands, moderne vreemde talen en algemene rekenvaardigheden. Het examenplan is opvraagbaar bij het examenbureau (link:
[email protected]).
5.3. Planning examenonderdelen De auditor/taakhouder kwaliteit en examinering maakt per opleiding een planning van de verschillende projecten. Hierin zijn ook de examenonderdelen voor Nederlands, de moderne vreemde talen en Algemene rekenvaardigheden opgenomen.
5.4. Afname en beoordeling van examenonderdelen Het examenbureau, de teammanager en auditor/taakhouder kwaliteit en examinering zijn bij de uitvoering van het examenplan verantwoordelijk voor de afname en beoordeling van de examenonderdelen. De examencommissie is mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de beoordeelde examens in de vorm van een Meesterproef. (zie bijlage 4-info over het examenplan en de meesterproeven). Voor het beoordelen van de examens gelden de volgende richtlijnen objectief: de oordelen van de beoordelaar worden zoveel mogelijk geobjectiveerd. Hiervoor worden eenduidige beoordelingscriteria geformuleerd bij het examenonderdeel en er zijn minimal 2 beoordelaars aanwezig transparant: studenten zijn op de hoogte van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt en van de consequenties van een onvoldoende beoordeling rechtvaardig: beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.
5.5. Cesuur/beslisregels cohort 2012-2013 Projectdeel Kerntaken en werkprocessen Alle kerntaken/ werkprocessen uit het betreffende kwalificatiedossier, worden geëxamineerd in de meesterproef/meesterproeven. De meesterproef bestaat uit verschillende onderdelen, waarbij al deze werkprocessen (en daarmee ook kerntaken) aan bod komen. Uitgangspunt is dat een werkproces in één meesterproef kan worden aangetoond. De kandidaat moet aan het eind van de meesterproef voor elk werkproces een voldoende hebben behaald. (zie blz. 2 en bijlage 4-info over het examenplan en de meesterproeven)
Kerndeel ( zie bijlage 3-Cohortenschema taal en rekenen) Algemene rekenvaardigheden, Nederlands en Engels (zie bijlage 3-cohortenschema taal en rekenen) Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, algemene rekenvaardigheden en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een vijf), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een zes zijn. (een 5,5 wordt afgerond op 6,0) De behaalde resultaten voor Nederlands, algemene rekenvaardigheden en Engels worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
7
en
Cibap Pro
Algemene rekenvaardigheden Voor algemene rekenvaardigheden geldt een centraal examen voor alle domeinen. Er wordt een eindcijfer bepaald (heel cijfer van 1 – 10)
Nederlands Voor Nederlands is er sprake van centrale examinering bij de onderdelen lezen en luisteren. Voor de overige subdomeinen zijn er instellingsexamens (schrijven, inclusief taalverzorging, gesprekken voeren, spreken). Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager zijn dan een 5. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= een cijfer met een decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= een cijfer met een decimaal) gemiddeld tot een heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Zie ook het cohortenschema dat van toepassing is voor het betreffende cohort (het cohortenschema wordt uitgegeven door het COE (centraal orgaan examens)
Moderne vreemde talen (MVT), Engels Bij Engels is sprake van generieke eisen, opgenomen in elk kwalificatiedossier. Dit zijn ERK niveau B1 voor de de vaardigheden lezen en luisteren, ERK niveau A2 voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven. De examens worden voor cohort 2012-2013 afgenomen door middel van instellingsexamens. Vanaf schooljaar 2017-2018 zijn er centrale examens (waarschijnlijk voor lezen en luisteren). Naast generieke eisen zijn er beroepsspecifieke eisen. Deze zijn opgenomen in het kwalificatiedossier. Zie ook het cohortenschema dat van toepassing is voor het betreffende cohort (het cohortenschema wordt uitgegeven door het COE centraal orgaan examens)
Moderne vreemde talen (MVT), Duits Binnen de volgende Cibap opleidingen wordt Duits geëxamineerd: Vormgever Productpresentatie (RP) en Stand- winkel- en decorvormgeving (RV). Voor Duits geldt: drie van de vijf taalvaardigheden moeten voldoende zijn aangetoond op het vereiste ERK niveau, d.w.z. daarvoor moet een score van 5,5 of hoger worden behaald. Zie ook het cohortenschema dat van toepassing is voor het betreffende cohort (het cohortenschema wordt uitgegeven door het COE centraal orgaan examens)
Loopbaan en Burgerschap (L&B) Voor het onderdeel Loopbaan en Burgerschap wordt onderwijs gegeven volgens het document ‘Kwalificatieeisen loopbaan en burgerschap in het mbo, studiejaar 2011-2012’. Voor de studenten is het vak loopbaan en burgerschap ieder jaar in het reguliere lesprogramma opgenomen. In de examenfase moet de student ontwikkeling aantonen in zijn loopbaan oriëntatie en in de verschillende burgerschapsdimensies door middel van geschreven documenten of mondelinge presentaties. ( zie bijlage 5-kwalificatieeisen loopbaan en burgerschap)
5.6. Geslaagd/herexamen/ gezakt Voor het behalen van het diploma moeten alle werkprocessen/ kerntaken uit het kwalificatiedossier voldoende zijn aangetoond door middel van de meesterproef/meesterproeven (zie bijlage 4-Info over het examenplan en de meesterproeven) moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor Loopbaan en Burgerschap (zie bijlage 5kwalificatieeisen loopbaan en burgerschap) moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor Nederlands en de moderne vreemde talen (MVT) (zie bijlage 3-cohortenschema taal en rekenen) moet voldaan zijn aan de geldende eisen voor algemene rekenvaardigheden (zie bijlage 3cohortenschema taal en rekenen) moet de Beroepspraktijkvorming (BPV) voldoen aan de gestelde BPV urennorm en met een voldoende zijn afgesloten. (zie bijlage 6-kwalificatieeisen BPV) Per domein wordt tweemaal per jaar een diplomeringsvergadering gehouden. Voorzitter van de vergadering is coördinator van het examenbureau. Vanuit de examencommissie zijn voorzitter en /of secretaris aanwezig voor het toezicht op de juiste afhandeling. Het secretariaat van het examenbureau zorgt voor notulering. In de diplomeringsvergadering wordt vastgesteld of kandidaat geslaagd is of dat er sprake is van een herexamen of dat de kandidaat is gezakt.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
8
en
Cibap Pro
De volgende oordelen kunnen gegeven worden: Geslaagd:
De student voldoet aan alle eisen.
Herexamen:
De student voldoet niet aan alle voorwaarden omdat er onderdelen onvoldoende zijn. Hij/zij komt mogelijk in aanmerking voor een herexamen. 1.
2. 3. Gezakt:
Een herexamen binnen een meesterproef zal meestal bestaan uit het opnieuw doen van een of meer onderdelen van de meesterproef. Een herexamen voor een werkproces (los van de meesterproef of onderdelen daarvan) is bij wijze van uitzondering toegestaan. Een herexamen moet in verhouding staan tot het geheel en het werkproces is apart uit te voeren en te beoordelen. Voor de centrale examens Algemene rekenvaardigheden en Nederlands krijgt de student de mogelijkheid voor één herexamen. Hetzelfde geldt voor de instellingsexamens Nederlands en de moderne vreemde talen ( Engels en Nederlands, afhankelijk van het KD).
De examencommissie heeft vastgesteld dat de student niet in aanmerking komt voor een herexamen
6. Examenreglement 6.1. Examencommissie De examencommissie kan een deel van haar wettelijke taken delegeren naar derden. De examencommissie bestaat uit: Voorzitter: Secretaris: Leden:
J.H. Toebes (kwaliteit) W. Dol-Buit onderwijs) F. Warnar (administratie), B.de Boer (AOC Groene Welle, onderwijs), R. van de Velde (notulist) De examencommissie is bereikbaar via het mailadres:
[email protected] Verantwoordelijkheden De examencommissie bewaakt het totale proces van de voorbereiding, de constructie, de afname, de beoordeling, de uitslag en de evaluatie van de toetsen en examens voor die opleidingen waarvoor zij is ingesteld door het College van Bestuur. De examencommissie gebruikt voor het uitvoeren van haar taken de informatie die onder andere onafhankelijke deskundigen rechtstreeks aan haar verstrekken. (zie bijlage 7-toelichting op examineringsregels) De examencommissie legt verantwoording af aan het College van Bestuur. Taken met betrekking tot de vaststelling van de beoordeling worden uitgevoerd door het examenbureau, en de auditor/taakhouder kwaliteit en examinering. Hierbij is de coordinator van het examenbureau voorzitter. De examencommissie bewaakt het overzicht en besluit in uitzonderingssituaties. Taken De examencommissie voert de volgende taken uit: • evaluatie van het proces en product van voortgangs- en examentoetsing; • uitreiken certificaten en diploma’s (taak gedelegeerd aan onderwijsteams); • einduitslag vaststellen; • vrijstelling verlenen op basis van richtlijnen bevoegd gezag; • geheimhoudingsprocedures vaststellen (taak voorzitter en secretaris); • afhandelen klachten (taak voorzitter en secretaris); • vaststellen richtlijnen examinatoren en beoordelaars met betrekking tot beoordeling en uitslag, zoals de termijn waarbinnen uitslag bekent gemaakt wordt (taak voorzitter en secretaris); • aanwijzen examinatoren en beoordelaars (taak gedelegeerd aan examenbureau/onderwijsteams); • regels vaststellen met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van toetsen van het examen of examenonderdelen (taak voorzitter en secretaris); • instrueren van examinatoren en beoordelaars (taak gedelegeerd aan het examenbureau); • oordelen over geldigheid overmacht situaties en zo nodig toekennen extra toets gelegenheid (taak voorzitter en secretaris); • oordelen over geldigheid van het verzuim tijdens examinering (taak gedelegeerd aan examenbureau); • eindverantwoordelijk voor het bewaren van de gemaakte producten en/of beoordelingen. De bewaartermijn is 12 maanden. De taakhouders kwaliteit en examinering zijn hiervoor verantwoordelijk, steekproefsgewijs wordt dit gecontroleerd door de examencommissie.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
9
en
Cibap Pro
Criteria aanstelling leden De leden van een examencommissie moeten aan de volgende criteria voldoen: • zijn bekend met kwalificatiestructuur; • zijn op de hoogte van wettelijke eisen met betrekking tot toetsing en examinering; • beheersen van vaardigheden op het gebied van bewaking examencyclus; • hebben kennis van kwaliteitseisen met betrekking tot toetsing en examinering; • zijn geen lid van de commissie van beroep.
6.2. Examenbureau
Het Cibap kent een examenbureau dat zich, onder verantwoordelijkheid van een examencommissie, bezighoudt met het logistieke en administratieve proces van de examinering en diplomering. Het examenbureau is onderdeel van het studenten service centrum (STB) Het examenbureau is bereikbaar op het volgende mailadres:
[email protected].
6.3. Uitslag De uitslag wordt aan de student bekend gemaakt binnen 24 uur na de examenvergadering van het betreffende onderwijsdomein.
6.4. Geheimhouding Met betrekking tot geheimhouding geldt in algemene zin artikel H-32 en H-33 van de cao-BVE: zowel de werkgever als de werknemer neemt betrekking tot wat in of uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis komt de geheimhouding in acht die in maatschappelijk verkeer betamelijk is. Deze verplichting geldt ook na afloop van de arbeidsovereenkomst (H-33). Meer specifiek worden ten aanzien van geheimhouding en zorgvuldigheid eisen geformuleerd bij de beschrijving van de verschillende functionarissen en commissies.
6.5. Vrijstelling De examencommissie kan op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding, studie of ervaringsresultaten vrijstelling voor examinering verlenen. De student moet de aanvraag hiervoor schriftelijk indienen bij de examencommissie samen met kopieën van diploma’s en cijferlijsten of andere documenten waarop de vraag tot vrijstelling is gebaseerd. De examencommissie bepaalt of er recht is op vrijstellingen en welke dat zijn. Als de student vrijstelling heeft gekregen voor het betreffende onderdeel krijgt hij/zij een bewijs van vrijstelling.
6.6. Afwijkende examencondities Een student die gebruik wenst te maken van afwijkende examencondities, dient dit aan te vragen bij het examenbureau. Adres:
[email protected]
6.7. Inzagerecht, bewaartermijn, recht op bespreking Het schriftelijke en, het praktische examenwerk (gefotografeerd en digitaal vastgelegd) wordt gedurende tenminste 12 maanden na afname ter inzage voor belanghebbende bewaard. Na afloop van de 12 maanden wordt het schriftelijke en digitaal vastgelegde werk vernietigd.
6.8. Fraudebepalingen a.
b.
c.
d. e.
Het onderwijsteam kan maatregelen treffen tegen studenten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de student gehoord. De student kan zich, door een door hem aan te wijzen meerderjarig persoon laten bijstaan. Het onderwijsteam deelt zijn beslissing mede aan de student, mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de maatregelen die genomen zijn. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, en aan de inspectie. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: 1. plagiaat 2. spieken; 3. het niet opvolgen van instructies van surveillanten; 4. het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. De partijen die betrokken zijn bij een onderwijsovereenkomst die op de opleiding van toepassing is, worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden bij fraude, kunnen zijn: 1. het product wordt niet beoordeeld 2. het toekennen van een onvoldoende 3. het ontzeggen van deelname aan herexamen 4. het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan het examen bij een of meer examenonderdelen,
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
10
en
Cibap Pro
5. 6.
f. g.
het ongeldig verklaren van (delen) van het al afgelegde examen, het bepalen dat het diploma slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen. De student kan tegen een beslissing van het onderwijsteam bezwaar maken bij de Examencommissie. De student kan tegen een beslissing van de Examencommissie in beroep gaan bij bij de Ombudslijn mbo. De procedure hiervoor staat hieronder beschreven.
6.9. Onvoorziene omstandigheden In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de examencommissie.
6.10. Bezwaar en beroep Bezwaar
Een student kan tegen een beslissing van de examencommissie bezwaar maken bij het bevoegd gezag. Het bezwaar wordt binnen vijf werkdagen nadat de beslissing van de examencommissie schriftelijk aan de student is doorgegeven, schriftelijk bij het bevoegd gezag ingediend. Het bevoegd gezag stelt een onderzoek in en beslist binnen drie weken. Het bevoegd gezag stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de student alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. Het bevoegd gezag deelt zijn beslissing schriftelijk mede aan de student, aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, aan de examencommissie, directie en aan de inspectie.
Beroep Een student kan tegen een beslissing van het bevoegd gezag schriftelijk in beroep gaan bij de Ombudslijn mbo
Verzending beroep De student stuurt het beroepschrift aan de Ombudslijn mbo. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ingediend en is doorslaggevend bij de vaststelling van het beroep
Beroepschrift Het beroepschrift houdt in: - naam en adres van de indiener - datum van indiening - omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen beroep wordt ingediend (kopie meesturen). - de gronden van het beroep.
Termijn voor het indienen van beroep Het beroep wordt binnen vijf werkdagen nadat de beslissing van het bevoegd gezag schriftelijk aan de student is doorgegeven, schriftelijk ingediend .
Termijnen uitspraak beroep De Ombudslijn mbo stelt een onderzoek in en adviseert zo mogelijk binnen drie weken. Dit advies is bindend. De Ombudslijn mbo stelt bij zijn advies zo nodig vast op welke wijze de student alsnog in de gelegenheid kan worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De Ombudslijn mbo deelt zijn beslissing schriftelijk mede aan de student, aan de ouders, voogden of verzorgers van de student indien deze minderjarig is, aan de examencommissie, bevoegd gezag en aan de inspectie.
Adressen Bevoegd gezag CIBAP vakschool voor verbeelding T.a.v. mevrouw drs. O.G. Hoogland Bezoekadres: Nijverheidsstraat 11 8031DX Zwolle
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
Postadres: Postbus 868 8000AW ZWOLLE
11
en
Cibap Pro
Examencommissie CIBAP vakschool voor verbeelding t.a.v. de heer J.H.Toebes (voorzitter) Bezoekadres: Nijverheidsstraat 11 8031DX Zwolle
Postadres: Postbus 868 8000AW ZWOLLE
Ombudslijn mbo mevrouw drs. A.L.M. de Moor telefoon: 0348 – 753620 www.ombudslijnmbo.nl
[email protected]
Toezicht op Examinering Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
12
en
Cibap Pro
Bijlagen behorende bij dit onderwijs en examenreglement Bijlage 1-Beoordeling orientatieperiode fase 1 In periode 1 (oriëntatiefase) worden het werk van de studenten nog niet beoordeeld conform het kwalificatiedossier. In de eerste 10 weken worden alle in het projectboek aangeboden producten beoordeeld op vaardigheden, motivatie/inzet en proces. Ook voor de orientatiefase geldt dat alle studenten minimaal 85% van de geprogrammeerde onderwijstijd aanwezig moeten zijn. Bijlage 2-Stappenplan Cibap Pro fase 2 en fase 3 (Schema en criteria zullen u op verzoek worden toegezonden. Mailadres:
[email protected]) Vanaf periode 2 in het eerste jaar worden de studenten beoordeeld volgens de richtlijnen en eisen van het kwalificatiedossier. Het crebonummer van het het betreffende kwalificatiedossier kunt u vinden in het schema op pagina 2. Het gehele kwalificatiedossier kunt u raadplegen op www.kwalificatiesmbo.nl Bijlage 3-Cohortenschema taal en rekenen (zie seperaat pdf-document) In dit schema zijn de landelijke generieke eisen voor Nederlands, Engels en algemene rekenvaardigheden per cohort opgenomen Bijlage 4-Info over het examenplan en de meesterproeven In het examenplan staat aangeven wat op welk moment in een bepaald schooljaar wordt geëxamineerd, m.a.w. waar studenten aan moeten voldoen om een diploma te halen. Het examenplan wordt per cohort vastgesteld. In het examenplan zijn de beroepsproef/beroepsproeven inbegrepen en de examinering van Nederlands, moderne vreemde talen en algemene rekenvaardigheden. Ook de eisen voor de BPV maken onderdeel uit van het examenplan. Het examenplan is opvraagbaar bij het examenbureau (link:
[email protected]). De meesterproef/meesterproeven zijn gebaseerd op het kwalificatiedossier en het betreffende uitstroomprofiel. Alle op het Cibap gebruikte meesterproeven zijn ontwikkeld door toetsconstructeurs / schrijvers van het Cibap met ondersteuning van onderwijsadviesbureau ICE (www.bureau-ice.nl) Een vijftal docenten van het Cibap is gecertificeerd toetsvaststeller en kan daardoor de ontwikkelde proeven vaststellen conform het toezichtkader BVE van de onderwijsinspectie. (zie voor het toezichtkader: www.onderwijsinspectie.nl) Bijlage 5-Kwalificatieeisen loopbaan en burgerschap (zie link: http://www.kwalificatiesmbo.nl/loopbaan-enburgerschap.html) Kwalificatiedossiers vanaf 2012-2013 Vanaf de kwalificatiedossiers 2012-2013 geldt het document: Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012) Dit document is door de minister van OCW vastgesteld via het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB. Bijlage 6-Toelichting op examineringsregels : De examencommissie gebruikt voor het uitvoeren van haar taken de informatie die onder andere onafhankelijke deskundigen rechtstreeks aan haar verstrekken. In het bijzonder de Landelijke Regiegroep Examinering (MBO Raad, Colo – nu SBB, AOC Raad, NRTO en MKBNederland/VNO-NCW). Zij heeft hiervoor de volgende website opgezet: http://www.kwaliteitsborging.examineringmbo.nl/. Op deze site wordt het hele examenproces weergegeven. De Procesarchitectuur Examinering (PE) is een schematische weergave van het gehele examenproces in het mbo. Alle stappen die een mbo-school moet nemen om te zorgen voor goede examinering, komen aan de orde. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van het examenplan, inkopen en/of zelf samenstellen van examens, diplomeren en borgen van de examenkwaliteit.
140707 Voorstel OER Cibap Pro_vanaf_cohort_2012-2013
13