Bijlagen bij rapport ICT-kanskaart
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Deelnemers Stuurgroep Deelnemers Begeleidingscommissie Cultuur en organisatie van de brandweer I-situatie en basisinformatievoorziening brandweer Overzicht kansen Beoordeling kansen Lijst afkortingen
Deelnemers Stuurgroep (bijlage 1)
De heer drs. J. Verburg
Min BZK, DGOOV, Directie Veiligheid, Informatiebeleid en Projecten*
De heer drs. F.J.A. van Eekeren,
Alliantie voor Vitaal Bestuur
Mevrouw drs. W.G.J. Brouwer
Min BZK, DGOOV, Directie Rampenbeheersing en Brandweer*
De heer ing. S.T.M. van Riel (tot 1 januari 2004)
NVBR Portefeuillehouder ICT
De heer ing. A.F.M. Schippers MPA (na 1 januari 2004)
NVBR Portefeuillehouder ICT
De heer drs. A.H.G. Tinselboer Innovatie en Informatiebeleid
Min BZK, DGMOS, Directie
(* Opmerking: benaming van de directies geldt tot 1 september 2004, daarna is er sprake van resp. de Directie Strategie (de heer Verburg) en de Directie Brandweer en GHOR (mevrouw Brouwer)
Bijlage 1
Deelnemers Begeleidingsgroep (bijlage 2)
Mevr. mr. P.T Veldhuis-Beem
Min BZK, DGOOV, Directie Rampenbe heersing en Brandweer *
De heer ing. J.A. de Geus
Min BZK, DGOOV, Directie Rampenbe heersing en Brandweer*
Mevr. drs. P.M. Poland
Min. BZK, DGMOS, Directie Innovatie en Informatiebeleid
De heer drs. L.P.W. Kee
Min BZK, Directie Innovatie en Informa tiebeleid
De heer drs. F. Gerritsen
NVBR
(* Opmerking: benaming van de directies geldt tot 1 september 2004, daarna is er sprake van de Directie Brandweer en GHOR )
Bijlage 2
Cultuur en organisatie van de brandweer (bijlage 3)
Om een beeld te krijgen van de manier waarop de brandweer bijdraagt aan de veiligheid in Nederland beschrijven wij in deze bijlage de taken en de cultuur en organisatie van de brandweer. De taken van de brandweer kunnen het beste worden geïllustreerd aan de hand van de veiligheidsketen. De brandweer oefent zijn taken niet geïsoleerd uit, maar in samenwerking met andere ‘partners in de veiligheidsketen’. De voornaamste partners zijn politie, ambulancezorg, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en gemeentelijke diensten. De veiligheidsketen kent de volgende schakels:
VEILIGHEIDSKETEN BRANDWEER
Figuur 1.
Pro-act ie
Gebiedsgericht voorkomen
Prevent ie
Brongericht voorkomen
Preparat ie
Voorbereiden opt reden
Repressie
Effect gericht opt reden
Nazorg
Afhandelen, evalueren & Leren
Veiligheidsketen brandweer
In het vervolg op deze bijlage willen wij aandacht besteden aan de brandweerzorg, rampenbestrijding en externe veiligheid welke de hele veiligheidsketen omvatten.
Bijlage 3, blad 1
In de Brandweerwet zijn de taken van de brandweer geregeld. In artikel 1 staat onder meer: - er is in elke gemeente een gemeentelijke brandweer, behoudens indien ingevolge samenwerking met andere gemeenten een regeling ter zake tot stand gekomen is - de gemeenteraad regelt de organisatie, het beheer en de taak van de gemeen telijke brandweer bij verordening - de regels inzake de organisatie betreffen in elk geval de personeels- en materieelsterkte. Bij de algemene maatregel van bestuur kunnen over de minimumsterkte voorschriften worden gesteld. Het college van burgemeester en wethouders hebben de zorg voor: - het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brand gevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt - het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. 1 Brandweerzorg 1.1
Gemeentelijke brandweer
De brandweerzorg is een gemeentelijke taak. De brandweerwet van 1985 regelt de brandweertaken. Het blussen van branden en het redden van mensen zijn de meest tot de verbeelding sprekende taken. Dit kunnen “gewone branden” zijn, maar ook bijzondere branden zoals een industriële brand, scheepsbrand, vliegtuigbrand of natuurbrand. Bij bijzondere branden moet soms een beroep worden gedaan op specialisten van andere korpsen. Daarnaast geeft de brandweer technische hulpverlening, bijvoorbeeld bij ongevallen. Tenslotte bestrijdt de brandweer waterongevallen en ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Er zijn in totaal 475 gemeentelijke brandweerkorpsen. Ten behoeve van de brandweerzorg zijn alle stappen van de veiligheidsketen van toepassing. De brandweer maakt plannen voor het gemeentelijk gebied om risico’s te beperken en effectief te kunnen optreden (proactie) en adviseert het bestuur daarover. De brandweer verleent namens het bestuur vergunningen en geeft adviezen om de brandveiligheid te verhogen (preventie). De brandweer oefent om verschillende soorten branden te bestrijden en te kunnen helpen bij ongevallen (preparatie). De brandweer bestrijdt branden en verleent hulp bij ongevallen (repressie). Na een incident evalueert de brandweer het optreden om daarvan te leren voor de toekomst. De staat van de ICT-situatie bij de gemeentelijke brandweer is mede afhankelijk van de ICT-ontwikkeling bij de betreffende gemeente.
Bijlage 3, blad 2
1.2
Regionale brandweer
Naast de gemeentelijke brandweer is er in elke regio een openbaar lichaam (regionale brandweer) ingesteld (artikel 3 brandweerwet 1985). De regionale brandweerorganisatie heeft samengevat als voornaamste taken: - het instellen en in standhouden van een regionale brandweeralarmcentrale - het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel - de voorbereiding van en coördinatie bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen (WRZO) - het waarschuwen van de bevolking door middel van het sirenenet - het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting - het adviseren van de gemeentebesturen op het gebied van de brandpreventie, van voorbereidende maatregelen op het gebied van de brandbestrijding en beperking in bepaalde objecten en het aanschaffen van materieel - het verzorgen van grote gezamenlijke oefeningen - het verzorgen van opleidingen. Deze taken van de regionale korpsen vragen veel afstemming en gegevensuitwisseling met de gemeentelijke korpsen. De kwaliteit van de gegevens die een gemeentelijk korps kan leveren, hangt vaak weer samen met de kwaliteit van de informatievoorziening in de betreffende gemeente. Het gaat bijvoorbeeld over de te alarmeren functionarissen, de risico-objecten en allerhande dynamische informatie met betrekking tot inrichtingen, gebouwen, (verkeers) infrastructuur en gebeurtenissen zoals wegopbrekingen en (ver)bouwplannen. De regioorganisatie wordt zo geconfronteerd met de verschillen in kwaliteit van gemeentelijke gegevens en systemen. 2 De rampenbestrijding Een kenmerk van rampenbestrijding is dat de brandweer de bestrijding niet alleen ter hand neemt, maar dat er “opschaling” plaatsvindt en er dan multidisciplinair moet worden opgetreden. De brandweer heeft bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen wettelijk een coördinerende taak tenzij de verantwoordelijke bestuurder anders beslist. Dat laatste kan het geval zijn bij bijvoorbeeld gijzelingen of epidemieën waar respectievelijk de politie en GHOR/GGD de logische coördinatoren zijn. Net als bij de basis-brandweerzorg is ook hier de gehele veiligheidsketen van toepassing. Hierbij is niet alleen de brandweer betrokken, maar ook de politie, GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) en gemeenten. Afhankelijk van de aard van de ramp kunnen ook andere organisaties bij de rampenbestrijding betrokken worden, zoals waterschappen, infrastructuurbe-
Bijlage 3, blad 3
heerder (bijvoorbeeld Nederlandse Spoorwegen, Rijkswaterstaat, Energiebedrijf NUON) en bedrijfsbrandweren (bijvoorbeeld Schiphol, DSM). Het is dus van belang dat de partners in de rampenbestrijding (brandweer, politie, GHOR en gemeenten) elkaar kennen en weten wat men van elkaar kan verwachten 1. Hiervoor is on line informatie- en kennisuitwisseling nodig en moet er ook samen worden geoefend 3 Externe veiligheid Het onderwerp externe veiligheid komt vooral voor in de stappen pro-actie en preventie van de veiligheidsketen. Het voorkómen van risico’s op branden, rampen en onveilige situaties vraagt structurele aandacht van de brandweer. Het gaat hier om de eerste twee schakels van de veiligheidsketen, de proactie en preventie. Zo worden er bij vergunningverlening op het terrein van bouwen, ruimtelijke ordening, milieu en horeca adviezen ingewonnen bij de brandweer of vergunningen verleend door de brandweer. Naast de veiligheid van concrete objecten (preventie) doet de brandweer analyses van de totale veiligheidssituaties van een gebied (proactie): welke maatregelen en acties zijn nodig om de risico’s van bepaalde situaties zo klein mogelijk te houden en hoe worden de effecten als er iets misgaat zo goed mogelijk beperkt? Voor de preventie en proactie is samenwerking nodig met andere partijen in de veiligheidsketen zoals gemeentelijke afdelingen Bouw en Woningtoezicht, Ruimtelijke Ordening en Milieu, maar ook met de politie en de GHOR. Er wordt soms ook een beroep gedaan op specialisten van andere korpsen. 4 Het brandweerveld Per 1 januari 2003 telt Nederland 475 gemeentelijke korpsen. Er zijn grote verschillen in omvang en organisatieontwikkeling tussen bijvoorbeeld grote steden en kleine gemeenten. In sommige regio’s werken de gemeentelijke korpsen samen met het regionale brandweerkorps om daarmee gezamenlijk professionaliteit en kennis te kunnen opbouwen. Per 1 januari 2003 zijn er in totaal 32 regionale korpsen. Sinds enkele jaren is er een branchevereniging voor de brandweer: de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). De NVBR streeft als branchevereniging van de brandweer naar gemeenschappelijke belangenbehartiging, kwaliteitsverbetering en kennisdelen. In totaal werken er ruim 27.000 mensen bij de brandweer. Hiervan is 19% beroepskracht. De overige 81% werkt als vrijwilliger bij de brandweer.
1
Voor een nadere beschrijving zie de website van de NVBR: www.nvbr.nl
Bijlage 3, blad 4
De opleiding van brandweerofficieren, vindt plaats bij het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (NIBRA). Dit instituut fungeert daarnaast als kennisinstituut voor brandweerzorg en rampenbestrijding. De VNG treedt op het terrein van veiligheid op als belangenbehartiger van gemeenten. Een voorbeeld hiervan is de start van project Verankering Kwaliteitszorg (E45). Dit beoogt het kwaliteitsdenken (volgens het INKmodel) in de veiligheidsketen te verankeren. Op rijksniveau is de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties systeemverantwoordelijk voor de brandweerzorg en rampenbestrijding. 5 De organisatie en cultuur van de brandweer: met “de laarzen in het bluswater” De brandweer is traditioneel sterk taakgericht en actiegericht. Dit leidt er toe dat de inspanningen en aandacht bij de brandweer zich in de eerste plaats richten op de bestrijding van de branden en rampen en het redden van slachtoffers. Bij die taken lopen brandweerlieden risico’s. Het “bureauwerk” wordt vaak minder gewaardeerd en komt daarmee soms op de tweede plaats. Als gevolg hiervan zijn de administratieve taken en procedures vaak minder ontwikkeld. Plannenmakerij en visies zijn niet populair. “Met plannen of systemen kun je immers geen branden blussen”. De focus ligt primair op de eigen taak en niet direct op de samenhang met andere taken. Dit vind je terug in de informatievoorziening. Het brandweerkorps bestaat voor een 81% uit vrijwilligers. Het effect hiervan is dat de brandweer dicht bij de samenleving staat. Het betekent ook dat een kleine groep de bedrijfsvoering van de brandweer moet trekken. Deze organisatie en cultuur hebben op twee belangrijke punten effecten gehad voor het functioneren van de brandweer: - de brandweermensen zijn doeners en goed in improviseren en routinematig handelen. De bedrijfsvoeringkant is minder sterk ontwikkeld. Er is bijvoorbeeld in de regel weinig management-informatie om prestaties te meten en te volgen, te sturen en te verantwoorden. ICT wordt als bedrijfsmiddel niet hoog gewaardeerd - de organisatie is intern gericht, wat belemmerend werkt op de samenwerking met andere hulpdiensten en de daarvoor nodige informatie uitwisseling. Wel kan worden opgemerkt dat er een kentering in houding en denken gaande is, zeker in het meldkamerdomein. Hier blijken systemen als GMS de bewust-
Bijlage 3, blad 5
wording van het belang van ICT en samenwerking daarbij te versterken. De brandweer staat voor een verschuiving van aandacht. Door de maatschappelijke discussie over veiligheid is de aandacht van de brandweer sterk verbreed. Bij vrijwel elke taak moet interdisciplinair (met andere hulpdiensten) worden gewerkt. Er komt meer nadruk op de gehele veiligheidsketen te liggen waardoor samenwerking het centrale kenmerk wordt van het brandweerwerk. Ook de relatie met het bestuur wordt intensiever. Het bestuur wordt door burgers aangesproken op de verantwoordelijkheid voor veiligheid. Dit betekent dat het politiek spel belangrijker wordt. In dit spel moet de bestuurder veiligheidsbeleid formuleren, middelen vrijmaken voor dit beleid, de kwaliteit van de uitvoering verbeteren en zich verantwoorden. De brandweer moet als veiligheidsadviseur van het bestuur deze met raad en daad bijstaan en de brandweertaken kwalitatief goed en transparant uitvoeren. Deze verschuiving vraagt een stevige inzet van ICT. Dit is de directe aanleiding om dit ICT-kanskaart onderzoek te doen.
Wat betekent de organisatie en cultuur van de brandweer voor de te selecteren ICT-kansen? De ICT-kansen moeten passen in de volgende context: - ICT hoort bij de bedrijfsvoering van de organisatie en de ondersteunende taken en heeft daarmee minder waardering dan de direct operationele taken - ICT-kansen zullen direct hun meerwaarde moeten bewijzen. Er is geen belangstelling voor experimenten op lange termijn - liever demonstreren dan een rapport schrijven, laat zien hoe het kan werken (ICT moet zich bewijzen) - kansen moeten het samenwerken ondersteunen - het is een plus als een ICT-kans de relatie tussen korps en bestuur kan versterken.
Bijlage 3, blad 6
I-situatie en basisinformatievoorziening brandweer (bijlage 4)
In deze bijlage wordt de I-situatie van de brandweer beschreven. Om een beeld te vormen welke innovatiekansen het meest kansrijk zijn, is door Twynstra Gudde onderzocht wat de huidige situatie van de informatievoorziening van de brandweer is. Hierbij wordt bepaald in hoeverre ICT-kansen in een vruchtbare bodem vallen en er voldoende ICT-fundament aanwezig is om innovaties door te voeren. Hiervoor zijn twee onderzoeken uitgevoerd. Het eerste is een analyse van twintig informatieplannen van de brandweer. Het tweede onderzoek bestond uit tien groepsinterviews met regionale en gemeentelijk brandweerkorpsen en een milieudienst met behulp van een I-scan 2. De informatieplannen brengen vooral de ambitie ten aanzien van de informatievoorziening van de brandweer in beeld. De I-scan brengt vooral de feitelijke situatie en kwaliteitsperceptie van de informatievoorziening in beeld. In deze bijlage wordt van beiden kort verslag gedaan. De bijlage wordt afgerond met een beschouwing over de basisinformatievoorziening bij de brandweer en criteria voor de selectie van innovatiekansen. 1.
De ambitie ten aanzien van informatievoorziening
Voor informatieplannen geldt dat papier geduldig is. Het gaat om plannen en het is onzeker of alle plannen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. De waarde van de plannen ligt vooral in hun rol als referentiekader en houvast voor het verder ontwikkelen van de I-functie in een brandweerorganisatie. De visie van de NVBR op informatievoorziening De NVBR heeft op 6 juni 2003 via de Raad van Regionale Commandanten een visie op informatievoorziening opgesteld. Deze visie stelt dat informatievoorziening een belangrijk bedrijfsmiddel van de (regionale) brandweer is, dat verder ontwikkeld en geprofessionaliseerd moet worden.
2
de I-scan is een public domain diagnose instrument voor de informatievoorziening in een organisatie, zie www.elo.nl
Bijlage 4, blad 1
De visie3 stelt voor dat brandweerkorpsen deze professionalisering samen moeten aanpakken. Samen (1x25 regio’s) prevaleert boven afzonderlijk (25x1 regio). Samenwerking met gemeenten en andere operationele diensten staat eveneens voorop. Dit vertaalt zich naar: - zo min mogelijk zelf gegevens creëren (hergebruik van gegevens) - zorgdragen voor één uitwisselingsstandaard - bouwen aan een vraagorganisatie voor de sector brandweer - samenwerken met politie, gemeentelijke diensten en GHOR. De NVBR wil deze visie via zijn netwerk realiseren en vertalen naar concrete acties. Doel is uiteindelijk een geprofessionaliseerde I-functie in de sector realiseren. Onderdelen uit deze visie zijn eveneens in enkele I-plannen aangetroffen, maar in den regel ontbreken de elementen uit de NVBR-visie. Doelen en beleid De onderzochte plannen tonen een zeer divers beeld qua doelen. De meeste plannen sommen algemene doelen op zoals: professioneler kwalitatief beter, en meer toegesneden informatievoorziening. In enkele plannen zijn de doelen verbonden aan bestuurlijke vraagstukken en besluiten zoals het inspelen op een gemeentelijke herindeling, het stroomlijnen van basisregistraties, effectiever oefenen, integrale brandveiligheid, dichter bij de burger en samenwerking met andere hulpdiensten. Dit is een uitzondering. Vaak ontbreekt een heldere operationalisering van de genoemde doelen in de uit te voeren acties of projecten. Doelen die wel aangetroffen zijn hebben vaak een adaptief of centraliserend karakter: - aansluiten bij bestaande architecturen - uniformering bereiken - centrale opslag van gegevens.
3
http://www.nvbr.nl/cms/show/id=494670):
Bijlage 4, blad 2
De aangetroffen strategie om de doelen te bereiken lijkt veelal het resultaat van bijeenkomsten waarin de aanpak/prioriteiten zijn bepaald. Uitgeschreven sterkte/zwakte en kansen/bedreigingen analyses ontbreken op enkele uitzonderingen na. Zo is bijvoorbeeld geen vertaling aangetroffen hoe met het fenomeen Elektronische Overheid of basisregistraties om te gaan, terwijl gebouw-, persoon-, kaart-, bedrijf- perceel en adresgebonden informatie een stabiele kern vormt van de informatiehuishouding van de sector brandweer. Beleidsmatig vinden wij wel keuzen voor zelf doen of uitbesteden van ICTtaken en soms richtinggevende uitspraken met betrekking tot apparatuur, gegevens, programmatuur en middleware. De “wat” vraag is veelal wel benoemd. De “Hoe & Wanneer” vraag veel minder. Gevonden I-projecten In de plannen en tijdens de gesprekken is een omvangrijke reeks van initiatieven gevonden, breed gevarieerd in omvang, reikwijdte, complexiteit en potentieel resultaat. Deze variëren van het structureel organiseren van de risicoinventarisatie uitmondend in een gebiedsgerichte risicokaart tot het realiseren van een on line objectengids, het uitrusten van de sectie informatievoorziening (POIRE) met gereedschappen, implementeren van kennis-management, de informatisering van onderdelenmagazijn (IMS), realiseren van intranet voorzieningen en het koppelen van de CBS-registratie met GMS. Overigens wordt snel duidelijk dat de implementatietrajecten van C2000 en GMS de I-capaciteit van de sector op dit moment grootdeels opsouperen. Deze inspanningen leiden overigens wel tot een geconstateerde verhoogde ontwikkelingsgraad in het meldkamerdomein. De abruptheid waarmee de implementatie verloopt levert volgens zeggen nog wel problemen met het structureel verankeren op. Knelpunten Veel plannen en organisaties proberen in te spelen op de lokaal (veelal intern) gevoelde problemen. Problemen die genoemd worden zijn: - de moeite om geld te krijgen voor ICT–investeringen; - het onderbenutten van bestaande toepassingssoftware, het vooral werken met eilandoplossingen zonder systemen te verbinden; - het moeilijk uitwisselen van gegevens (ontbreken van harmonisatie en eenduidigheid met betrekking tot begrippenkader en annotatie); - het moeilijk ontsluiten van brongegevens, veelal vanuit de gemeenten (a.g.v. hindernissen op financieel, juridisch en technisch/organisatorisch vlak); - de beperkte capaciteit en kennis beschikbaar voor de I-functie; - de ICT-organisatie (zeker de structurele ondersteuning, onderhoud en informatiemanagement) is vaak een “ondergeschoven kindje”; - de neiging om dingen perfect te willen doen leidt tot uitblijvend resultaat en vertraging.
Bijlage 4, blad 3
Het is in deze omgeving moeilijk om de I-functie structureel op te zetten en de informatievoorziening als een infrastructuur structureel in de bedrijfsvoering te beleggen. Dit leidt, uitzonderingen daar gelaten, tot terugval op behapbare initiatieven, routinewerk en ad hoc-werkwijze. De visie van de bestuurders en doorzettingsvermogen respectievelijk de mondelinge overtuigingskracht van de verantwoordelijk manager maakt, zo bleek in de gesprekken, of de I-plannen ook daadwerkelijk tot uitvoering komen en structureel tot de verbetering van de I-functie bijdragen. Gestructureerde uniforme voorzetjes voor landelijke thema’s zoals architectuur, stappenplannen en thema-gerichte modelproject-voorstellen en “verkoop” adviezen ontbreken nog. 2 De feitelijke situatie van de informatievoorziening De feitelijke situatie van de informatievoorziening bij de brandweer is onderzocht met behulp van de I-scan. De I-scan is een instrument dat de beelden van de betreffende brandweerorganisatie over hun eigen situatie op tafel brengt. Op basis van deze beelden kan een gesprek worden gevoerd over de huidige situatie. Het algemene beeld dat hieruit naar boven komt is als volgt (hierbij moet worden opgemerkt dat individuele korpsen ten opzichte van dit beeld flinke uitschieters naar boven en naar beneden kunnen vertonen): - de informatievoorziening kent binnen de brandweersector een dominant lage ontwikkelingsgraad; - de geïnterviewde personen plaatsten hun eigen I-situatie in het grensvlak van een actiegerichte (INK-fase 1) naar een proces-gerichte (INK fase 2) organisatie van de informatiefunctie.
Bijlage 4, blad 4
In de onderstaande tabel en figuren is de I-situatie van de brandweersector gebaseerd op tien I-scans voor de zes I-gebieden weergegeven. Deze Igebieden zijn strategie, beleid, toepassingen, gegevens, infrastructuur en ICTorganisatie. In de eerste figuur tonen wij de spreiding van de scores over de regio’s naar de I-gebieden. Wij zien dat er een beeld ontstaat van achterblijven, mede veroorzaakt door het grote scorebereik van laagste en hoogste score. Koplopers zitten in het bovensegment, “middenmoters” in het middensegment en achterblijvers in het ondersegment. Een segment wordt bepaald door het scorebereik (hoogste en laagste score). De absolute score past in het bereik 0500 overeenkomstig de vijf INK fasen (101-200 = procesgericht). Tabel 1.Score van de verschillende deelnemers verdeelt naar koplopers, middenmoters en achterblijvers (gebaseerd op scorebreedte) Regio
ICT
/Laag
Strategie
Beleid
Toepassingen
Gegevens
Infra
org.
regio 1 regio 2 regio 3 regio 4 regio 5 regio 6 regio 7 regio 8 regio 9 regio 10 Gemid.
133 247 177 33 197 205 147 353 120 133 174
127 213 210 95 173 170 133 210 113 173 161
117 173 177 138 187 140 160 270 123 133 161
110 167 180 103 153 177 117 233 113 133 148
183 210 210 193 207 233 207 353 183 197 217
170 247 230 157 247 173 220 377 157 247 222
voorlopers middenmoters achterblijvers
Bijlage 4, blad 5
Score ICT/INK Sector Brandweer
strategie 500 400 300 ICT organisatie
beleid 200 100 0
infrastructuur
toepassingen
gegevens koplopers
middenmoters
achterblijvers
© Twynst ra Gudde
Figuur 1.
Overzicht Scoreprofiel I-scan
In dit figuur (Spin) zijn de scores voor de koplopers, de middenmoters en de achterblijvers elk naar hun groep gemiddeld weergegeven om een karakteristiek van die groep te kunnen tonen. Wat opvalt, is: - I-beleid kent in de volle breedte een lage ontwikkeling - ICT-organisatie en infrastructuur zijn de best ontwikkelde gebieden. Gegevens en Toepassingen en Strategie/beleid zijn bij de achterblijvers en bij de middenmoters de laagst ontwikkelde gebieden. De I-functie is niet gelijkmatig ontwikkeld.
Samenvat t ing score I-fot o obv I-scan MAXIMUM
RICHTEN
GEMIDDELDE INRICHTEN
Exellent MINIMUM
VERRICHTEN
Ket en
Syst eem
Proces
Act ivit eit St rat egie
Figuur 2.
Beleid
Toepassingen
Gegevens
Infrast ruct uur Organisat ie
© Twynst ra Gudde
Samenvatting scores naar richten, inrichten & verrichten
Bijlage 4, blad 6
Daarbij valt op dat het verrichten (gewoon doen) in de regel hoger scoort dan richten (beleid). Dit past bij de klassieke taak van de brandweer als een actiegerichte organisatie die geoefend is en goed kan improviseren vanuit een routinekarakter. Het informatiebeleid en de organisatie van de gegevens en de toepassingen blijken het minst ontwikkeld. Het blijkt een probleem om vanuit vastgestelde beleidskaders de informatievoorziening planmatig te realiseren. Het communicatiesysteem C2000 en het gemeenschappelijk meldkamer Systeem (GMS) hebben de korpsen bewust gemaakt van het belang van informatie- en communicatietechnologie. Deze systemen dwingen de organisatie te streven naar een hogere ICT-ontwikkelingsgraad. Vooralsnog blijft dit beperkt tot het meldkamerdomein. De invoering van deze systemen vergt een grote inspanning van de brandweerorganisatie om deze systemen ook organisatorisch structureel te verankeren. Ook, zo blijkt uit de gesprekken, dreigt de inspanning voor C2000 en GMS alle energie op te slokken die nodig is voor andere noodzakelijke ICT-ontwikkelingen. 3 Verbeterpunten en aanbevelingen Op basis van de uitgevoerde inventarisatie komen de onderzoekers tot de onderstaande verbeterpunten: - de I-functie verdient een koppositie op de managementagenda gezien de rol van informatie in het primaire proces en voorgenomen verbetering van kwaliteit, prestaties en samenwerking - de I-strategie van de zwaailichtensector, gekenmerkt door grote (door politiek en maatschappij aangejaagde) veranderingen, vraagt om een duidelijke verbinding tussen politiek doel en I-resultaat - de realisatie van de I-doelen dient in samenhang op alle I-gebieden plaats te vinden. Een beetje bijspijkeren op deelgebieden levert geen zichtbare verbetering als geheel op. - de I-functie dient structureel verankerd te worden in het bedrijfsproces. Dat vraagt om meer dan een “mannetje” voor de computers. Informatievoorziening en informatiemanagement bepalen het succes van de bedrijfsvoering - de organisatorische aspecten in ICT-projecten blijven lang onderhuids terwijl zij de slaagkans bepalen. Ook gegevensharmonisatie bepaalt de slaagkans van projecten. De sector wordt uitgedaagd aan te sluiten bij de bestuurlijke thema’s en zich te verdiepen in de wensen van burger, bedrijf en bestuurder en zo de broodnodige verbeteringen in de I-functie te kunnen “verkopen”. De inspanningen zijn van een omvang en complexiteit dat programmering op (inter)regionaal gebied vaak verstandig is. Daarbij zal balans gevonden moeten worden tussen zelf doen (“invented here”) en samenwerken zodat de resultaten zonder
Bijlage 4, blad 7
omvangrijke inspanningen verkregen kunnen worden. Het I-gebied “gegevens” vraagt om een referentie-architectuur (het oleaatje van de ICT) waaruit samenhang en afbakening ten behoeve van uitwisselen/ontsluiten van gegevens blijkt. Dit ondersteunt het hergebruik van gegevens en benutting van het stelsel van authentieke basisregistraties. De sector wordt uitgedaagd tot het intensiveren van de boodschap dat informatie de smeerolie is voor de samenwerkende en presterende brandweerorganisatie. Verbeteren en innoveren begint immers met bewustwording. 4 Innovaties of basisinformatievoorziening? Het onderzoek naar de I-situatie bij de brandweer maakt de noodzaak zichtbaar van het verbeteren van de basisinformatievoorziening van de brandweer. Heeft het zin om innovatiekansen uit te werken als de fundamentele bouwstenen in de I-functie van de brandweer niet op orde zijn? En, over welke fundamentele bouwstenen hebben wij het dan? Het onderzoek naar de I-situatie noemt er een aantal (zie hiervoor3). Ook op het congres “Geslaagd voor veiligheid?” zijn de volgende suggesties gedaan: - de beschrijving van de werkprocessen - de geëxpliciteerde informatiebehoefte - het maken van een logisch gegevensmodel - de bepaling van aansluiting op Authentieke Registraties - het ontwikkelen en beschikbaar stellen van standaarden van werkprocessen, protocollen, uitwisselingsstandaarden - het verder vormgeven van kennisuitwisseling in de brandweer-sector - het programmeren van acties en projecten om de bovengenoemde fundamentele bouwstenen te ontwikkelen en in te voeren. Deze suggesties sluiten aan bij de geconstateerde verbeterpunten en de geformuleerde aanbevelingen. Wij benutten ze bij het selecteren van de ICT-kansen.
Bijlage 4, blad 8
Relevantie van de ICT-situatie bij de brandweer voor de te selecteren kansen. Wij concluderen het volgende: - de capaciteit voor ICT-activiteiten is beperkt. De organisatie is al belast met de invoering van twee belangrijke interdisciplinaire systemen C2000 en GMS - de ontwikkeling van de ICT-functie bevindt zich op het grensvlak van actiegericht en procesgericht werken - de basisinformatievoorziening van de brandweer is over het algemeen zwak ontwikkeld. Een aantal fundamentele zaken zoals een goede gegevenshuishouding en een overzicht van noodzakelijke informatiesyste men (functionele architectuur) ontbreekt vaak - de makers van informatieplannen hebben de ervaring dat het moeilijk is bij het bestuur aandacht en geld te krijgen voor ICT-ontwikkeling. Met het oog op deze punten dienen de te selecteren innovatiekansen: - aan te sluiten bij ingezette ontwikkelingen zonder dat voor de realisatie een groot beslag op mensen en middelen noodzakelijk is. (Dit laatste tenzij er voor de versterking van de I-functie door het bestuur substantieel middelen worden vrijgemaakt) - leidt de kans tot versterking van de basisinformatievoorziening van de brandweer.
Bijlage 4, blad 9
Overzicht kansen (bijlage 5)
In deze bijlage hebben op verzoek de kanskaarten zoals die zijn voortgekomen uit de versnellingskamersessie en oriëntatie-gesprekken getypeerd. Achtereenvolgens zijn van de 34 kanskaarten de onderstaande typeringen opgenomen: - titel - beknopte beschrijving - indicatie haalbaarheid en gehanteerde overwegingen - indicatie toegevoegde waarde en gehanteerde overwegingen. In de presentatie aan de stuurgroep/begeleidingsgroep van 15 december 2003 is de relatieve positionering van kanskaarten ten opzichte van haalbaarheid en toegevoegde waarde geplot. Uit deze plot zijn voor drie dominante beleidsopgaven/maatschappelijke trends de deelverzameling van gerelateerde kansen genomen. Deze deelverzameling is wederom getoond en daaruit is ter beeldvorming de top drie gelicht. De gehanteerde thema’s zijn: door Twynstra Gudde samen met de begeleidingsgroep uit een door de deelnemers van de VK- sessie geprioriteerde lijst van dominante trends/opgaven gekozen. Deze thema’s zijn: - samenwerken - managen van verwachtingen/risicocommunicatie - prestatie en kwaliteit. De oogst aan kanskaarten uit de Versnellingskamersessie en gesprekken zijn in de onderstaande tabel weergegeven: Tabel 1.
Nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Kanskaarten
Titel Gemeentelijke vergunningensysteem Cameratoezicht info op mk CRP-systeem mobiel RCS kerninfo delen RCC Basisregistratie AR’s benutten Voorlichting bevolking Internet/TV Simulatie ten behoeve van brandveiligheid Landelijk Informatieloket Proactief Media informeren Oren/ogen burgers vergund Bluswater on line Keteninfo kennen & stromen Taken expliciet op Internet Dekkingskaart voor bestuur Intranet verzorgingsgebied
Bijlage 5, blad 1
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
Kennisnet hulpverlening AVLS op voertuigen/teams Telogensysteem horeca APK op vergunningen Koppel reg. Opl.comp.uren Groeiplan vormgeving I-functie Gemeentelijke inspecties PDA/GPRS Dynamisch aanvalskaart Gevolgenplot RCC/GCC Website vrijwilligersprofiel WKR monitor in MARAP Spelsimulatie coördinatie/IV Meldingenplot burgernet Mobiele/thuis werkplek OVD Gouden uurtje info MK/RCS Veilig OOV-nutsvoorziening CBS aanklikmodule Dashboard politiek/bestuur Videoconferenc. GCC/RCC Standaardisatie en kennis delen
Bijlage 5, blad 2
In de onderstaande tabel is de relatieve positionering van de kansen op de schalen haalbaarheid en toegevoegde waarde weergegeven. Ze geeft daarmee een indruk van de bruikbaarheid van de kans. Hoge haalbaarheid gecombineerd met hoge toegevoegde waarde duidt op winstpakkers. Daar waar de haalbaarheid hoog is en de toegevoegde waarde lager is, nog steeds sprake van meepakkers. Is de haalbaarheid laag en de toegevoegde waarde eveneens, dan kunnen wij spreken van afvallers. Daar waar de scores op hoge toegevoegde waarde maar een lagere haalbaarheid is veelal sprake van hobbels, die eerst overwonnen moeten worden om te kunnen oogsten. Dit beeld is opgenomen in de onderstaande grafieken.
Haalbaarheid
Positionering kanskaarten
MEEPAKKERS
WINSTPAKKERS
AFVALLERS
HOBBELS
Toegevoegde waarde
© Twynstra Gudde
Figuur 1.
Positionering kanskaarten: het principe
Bijlage 5, blad 3
10
23
26 34
25
6
17
20
16
11 14
29
4
7
31
1 2
32 28
35
27
12
33
30
8
21 22
5 19
3
9 13
18 15
24
Toegevoegde waarde
Figuur 2.
De positionering van de 35 kansen
Wij beschrijven nu één voor één de kansen, waarbij de nummering correspondeert met de in figuur 2 geplote positionering. 1.
Gemeenschappelijke vergunningensysteem (1)
1.1
Beschrijving
Er wordt een vergunningensysteem ontwikkeld dat zowel door vergunningverleners, handhavers als toezichthouders en gebruikers van vergunningen informatie benut wordt. Dit uniforme systeem sluit aan op de lopende herziening in vergunningen (VROM, BZK, VWS) en wordt als een webgebaseerd geografisch ontsloten informatiesysteem aangeboden aan de gemeenten, provincies, milieudiensten en andere betrokkenen. 1.2
Indicatie haalbaarheid
De haalbaarheid wordt in hoge mate bepaald door het no-nonsense vormgeven van de ondersteuning voor de vergunningsverlening, inspectie en handhavingsprocessen en de daarbij te hanteren classificaties. De werkprocessen zijn redelijk uniform, de classificaties en het feitelijk gebruik en informatieproducten kunnen behoorlijk variëren. De haalbaarheid staat onder druk vanwege het grote aantal partijen en reeds gedane investeringen op dit vlak in deelsystemen. Bijlage 5, blad 4
1.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde zit in consistentie en directe beschikbaarheid van informatie en maakt zo ook gegevensontsluiting ten behoeve van meldkamers respectievelijk rampen-coördinatiesystemen mogelijk. Vergroot slagvaardigheid, efficiency en potentieel ook de effectiviteit. 1.4
Typering
Deze kans valt in het vak “Hobbels”. De hobbel is vooral de samenwerking en harmonisatie van werkwijze met betrekking tot vergunningen via het ontwerp van het informatiesysteem. 2.
Cameratoezicht info op meldkamer (2)
Het betreft het direct op verzoek toegankelijk maken (doorschakelen) van beelden vanuit het cameratoezicht zowel dat op publieke als commerciële basis (winkelgebieden, bedrijventerreinen, snelwegen, tankstations, horeca, etc.) in de meldkamers. Dit vergroot het inzicht in de aard van meldingen bijvoorbeeld die van het openbaar meld-systeem maar ook bij calamiteiten. Primair kan de koppeling via Internet (streaming video/Webcam) tot stand gebracht worden. Aankiezen van verbindingen op basis van gebied en of meldingadres. 2.1
Indicatie haalbaarheid
De haalbaarheid wordt vanuit technische optiek als goed gekwalificeerd. Wij verwachten discussie over de voorwaarden waaronder dit mag en de bereidheid van private/commerciële organisaties om deze beelden op verzoek door te geven. Het “big brother is watching you” gehalte en daarmee politieke gevoeligheid van deze kanskaart is evenwel groot. 2.2
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde van dergelijke beelden in de meldkamer worden beperkt geacht. Natuurlijk brengen deze beelden in cruciale situaties meer zekerheid over de aard en werkelijk optreden van het incident. Wanneer de mobiele werknemers van de veiligheids-diensten ook hun beelden kunnen doorgeven neemt de toegevoegde waarde onzes inziens toe. 2.3
Typering
Wij typeren deze kanskaart als een “afvaller”.
Bijlage 5, blad 5
3.
CRP-systeem mobiel (3)
Deze kanskaart omvat het op een mobiele werkplek (bijvoorbeeld brandweerauto) beschikbaar maken van de laatst bekende (minimaal dag opgave) van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (soort en hoeveelheid) in een bepaald bedrijf/inrichting. Deze gegevens zitten nu veelal op papier in het kastje bij de entree van het bedrijf en worden dagelijks ververst. Nu komen deze gegevens dagelijks elektronisch binnen en worden benut bij calamiteiten. 3.1
Indicatie haalbaarheid
De haalbaarheid van deze kanskaart wordt gemiddeld geschat. Bedrijven moeten immers gegevens met concurrentiele waarde toeleveren. Via een autorisatie/raadpleegregistratie onder behoud van een afsprakenstelsel kan de toegang geautoriseerd verlopen. Samenwerking met de bedrijfsbrandweren kan hiermee worden bewerkstelligd. 3.2
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt redelijk hoog geschat omdat het de veiligheid van de brandweerlieden verhoogt en meer zekerheid biedt over de toe te passen manier van bestrijden. 3.3
Typering
Wij geven deze kanskaart de typering “hobbel” mee. 4.
RCS kerninfo delen RCC (4)
4.1
Beschrijving
Het gaat hierom het ontwikkelen van een kernonderdeel van een webgebaseerd, geografisch georiënteerd rampen-coördinatiesysteem waarmee de kerninformatie per deelproces kan worden gedeeld kan tussen de bestuurlijk en operationeel betrokken functionarissen. Hiermee wordt gelijk informatiestand en gerichte informatie verstrekt. Het geeft daarmee mede invulling aan het POIRE gedachtegoed dat door NVBR in samenwerking met BZK ontwikkeld is. Het geeft tevens vorm en inhoud aan de taken van de multi-disciplinaire sectie informatievoorziening in het RCC/GCC. Moderne IMAP en OPEN-GIS gebaseerde technologie maken deze kernmodule van een RCS koppelbaar met andere bestaande en te ontwikkelen modules. Hierbij kan eveneens gebruik gemaakt worden van het onlangs gedefinieerde IMRA-model voor uitwisseling van informatie met betrekking tot de rampenbestrijding.
Bijlage 5, blad 6
4.2
Indicatie haalbaarheid
De ontwikkeling van een dergelijke kernmodule is goed haalbaar. Wel vereist het een duidelijke afbakening van de te bieden functionaliteit en te realiseren koppelvlakken. Er is wel enige gevoeligheid te verwachten bij het vormgeven vanuit de samenwerkingspartners. 4.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt als redelijk hoog beoordeeld, omdat het invulling geeft aan het principe van gelijke informatiestand en communiceert via kernbeelden/kaarten die zowel voor operationeel als bestuurlijk georiënteerde betrokkenen goed te lezen zijn en hen beiden doen focussen. Gecombineerd met een vragensysteem biedt het krachtig ondersteuning instrument voor professionals bij calamiteiten. 4.4
Typering
Wij hebben deze kans getypeerd als “winstpakker”. 5.
Basisregistraties AR benutten (5)
Deze kanskaart omvat het bieden van infrastructuur voor de informatiehuishouding van de brandweer/zwaailichtensector. Het gaat om het ontsluiten van de basisregistraties (gebouwen, personen, bedrijven, kaart, percelen en adressen) alsmede ontsluiten van themagerichte registraties zoals de risicokaart, gevaarlijke stoffenroute, vergunningen, bestemmingsplannen en dergelijke. In aanleg lijkt vooral de registratie kaart (Top-10 vector) en gebouw/adres bijzonder waardevol voor de brandweer gezien het feit dat veel gegevens gebouw of plaatsgeoriëteerd zijn.
5.1
Indicatie haalbaarheid
De haalbaarheid wordt gemiddeld geschat en wel omdat rondom het AR-stelsel nog veel gedoe met betrekking tot eigendom, gebruikscondities, verrekening en het ontbreken van een convenant over het delen van basisgegevens tussen gemeenten en brandweerdiensten ontbreekt. Het oprichten/benutten van een samenwerkingsverband met de partners en succesvolle proeven lijken de hobbels die genomen moet worden om landelijke implementatie mogelijk te maken te maken en gebruik te versnellen.
Bijlage 5, blad 7
5.2
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is groot. Nu ontbreken deze gegevens simpelweg of worden apart opnieuw ingewonnen, herhaald vastgelegd en niet geactualiseerd/gesynchroniseerd. Er is zowel efficiency als effectiviteitswinst te behalen en scoort ook goed op het politieke thema samenwerken. 5.3
Typering
Niettemin scoren wij deze kanskaart als “hobbel” vanwege de politieke moed en gedrevenheid die nodig is om de partijen bereid te vinden samen aan de slag te gaan om dit neer te zetten en over de traditionele kaders heen te kijken en te werken. 6.
Voorlichting bevolking via Internet/TV (6)
6.1
Beschrijving
Deze kanskaart gaat over het voorlichten van de bevolking door gebruik te maken van een regionaal opgezette website, waarin de gegevens die ook via de radio en TV/Kabel ter beschikking worden gesteld via internet aan te bieden. Synchronisatie van de beelden kan via de internetsite ineens gerealiseerd worden. Dezelfde internetsite kan ook benut worden voor het proactief informeren aan de media. 6.2
Indicatie haalbaarheid
De kanskaart wordt goed realiseerbaar geacht. Er is redelijk veel kennis over de risico-communicatieaspecten van dergelijke distributie van informatie. Technisch achten wij dit ook goed haalbaar. 6.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt hoog geschat, omdat het past bij het beleidsthema managen van verwachtingen en risicocommunicatie, en het de rampenbestrijders dwingt informatievoorziening en communicatie strikt en strak te organiseren en te instrumenteren, waardoor uiteenlopende berichtgeving voorkomen kan worden. Het sluit aan bij kanskaart (4) 6.4
Typering
Wij typeren de kanskaart als “winstpakker”. 7.
Simulatie ten behoeve van (brand)veiligheid (7)
Bijlage 5, blad 8
Deze kanskaart omvat het maken van een of meerdere simulaties (VR) georiënteerd als SIMCITY of SIMS hoe je spelen met brandveiligheid kan combineren met bewustwording en managen van verwachtingen. Wanneer kun je de hulpdiensten verwachten, wat kan je als speler doen om hun resultaat te vergroten. Welke keuze op het gebied van ruimtelijke ordening dragen bij en belemmeren de (brand)-veiligheid. 7.1
Indicatie haalbaarheid
Een dergelijk VR-spelpakket is goed te realiseren. Wel ligt er een lastig keuze vraagstuk, hoe je de beïnvloeding precies functioneel en doelgericht kan uitvoeren en welke spelelementen je in balans met leren en bewust worden mag, kan en moet invlechten. 7.2
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt als beperkt ervaren, ondanks het feit dat het nauw aansluit bij het managen van verwachtingen. Het heeft namelijk een spelletjesgehalte hoewel de werking daarvan niet onderschat moet worden. 7.3
Typering
Wij typeren deze kanskaart als “meepakker”.
8.
Landelijk informatieloket (8)
8.1
Beschrijving
Dit is de realisatie van een landelijk informatieloket waar je informatie en gegevens kan betrekken over de brandweer, rampen-bestrijding, externe veiligheid en basisbrandweerzorg alsmede bedrijfsvoering. Het is een portaal dat de veelheid aan websites op dit gebied verbind een eenduidig ontsluit vanuit een kennismodel. Wij vergelijken dit met de webportalen voor watermanagement en cultuurhistorie die vele organisaties op dit gebied (gaan) verbinden. 8.2
Indicatie haalbaarheid
De technische haalbaarheid van een dergelijk loket/portaal is hoog, maar de organisatorische haalbaarheid wordt lager geschat vanwege de belangen en waarde die aan profilering wordt gehecht.
Bijlage 5, blad 9
8.3
Indicatie toegevoegde waarde
Voor de vakprofessional biedt een dergelijk portaal de weg naar informatie/kennis over het eigen vakgebied en aanpalende gebieden zowel qua vak als in geografische zin. Het sluit goed aan bij het thema samenwerken. 8.4
Typering
Wij typeren deze kanskaart als een grensgeval tussen een “hobbel” en een afvaller. 9.
Proactief media informeren (9)
9.1
Beschrijving
Het omvat het proactief informeren van de media, door qua voorlichting strak achter de eigen informatievoorziening aan te lopen en de beelden van de calamiteit en voorspelbare scenario’s direct te benoemen. Informatie wordt proactief aan de media verstrekt waarbij de kans met betrekking tot het aangeven van de marge/zekerheid met betrekking tot de antwoorden actief kan worden aangegeven. Het risico-communicatieaspect kan hier goed worden opgenomen. Dit is een samenwerkingsproject tussen de hulpdiensten en hun voorlichters en die van de gemeenten. 9.2
Indicatie haalbaarheid
Het project is uitvoerbaar en sluit aan op kanskaart (4). Door de politieke en bestuursgevoeligheid van communicatie en de mogelijke terughoudendheid om de media proactief te informeren wordt de haalbaarheid niettemin laag geschat. 9.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt gemiddeld geschat omdat de nasleep en miscommunicatie beperkt kan worden bij effectief communiceren zonder dat de journalistieke vrijheid in het geding komt. Het sluit goed aan bij transparante overheid en samenwerken. 9.4
Typering
Niettemin wordt deze kanskaart als een twijfelgeval tussen “hobbel” en “afvaller” gewaardeerd.
Bijlage 5, blad 10
10. 10.1
Ogen en oren burgers benutten vergunde situaties (10) Beschrijving
Een meldpunt voor burgers om (veronderstelde) geconstateerde bijzonderheden met betrekking tot vergunningen, gevaarlijke situaties en dergelijke door te geven met betrekking tot brandveiligheid. Door burgers gemaakte foto’s (MMS) en berichten (SMS) dan wel E-mail en telefoon kunnen hier worden aangemeld. De burger kan aandachtspunten bij de vergunning of algemene eisen aan de inrichting/gelegenheid inzien. 10.2
Indicatie haalbaarheid
Een dergelijk website/meldpunt is redelijk eenvoudig in te richten.
10.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is van beperkte omvang. Het is een aanvullend instrument. Het is de vraag of de burger genoeg ziet en bereid is dat te melden. Betrouwbare ontvangen info is in den regel wel waardevol. 10.4
Typering
Wij typeren deze kanskaart als “meepakker”. 11.
Bluswater on-line (11)
Bluswater on line is een voorziening dat de brandkranen en waterinnamepunten on line vanuit de leidingeninfrastructuur en preparatie ter beschikking stelt aan de brandweer. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van internettechnologie waarmee de info in principe tot op de brandweerauto kan worden gebracht. Er is sprake van samenwerking met zowel de waterdistributiebedrijven als de waterschappen (onttrekking oppervlaktewater). 11.1
Indicatie haalbaarheid
De haalbaarheid van deze kanskaart wordt hoog geschat. Er is als een prototype ontwikkelt in IJssel-Vecht.
11.2
Indicatie toegevoegde waarde
Bijlage 5, blad 11
De toegevoegde waarde ligt vooral in het operationele vlak en wordt als gemiddeld beschouwd. 11.3
Typering
Wij typeren deze kanskaart als een goede “meepakker”. 12.
Keteninformatie kennen en doen laten stromen (12)
12.1
Beschrijving
Deze kanskaart ligt op het vlak van “goede voorbereiding leidt tot resultaat” en probeert de keten van brandweertaken eerst goed in kaart te brengen om daarna de keteninformatie te doen laten stromen. Ze stimuleert het aangaan van samenwerking. Resultaat zijn proces- en informatiestroom georiënteerde visualisaties en beschrijvingen, waarmee de sector haar ketengerichte samenwerking en informatiehuishouding kan organiseren. 12.2
Indicatie haalbaarheid
Het maken van een dergelijke inventarisatie is redelijk eenvoudig te realiseren. Het doen laten stromen van keteninformatie is een stuk lastiger omdat daar duidelijke hobbels op het gebied van cultuur, kennis/info = macht en managementstijl liggen. Er bestaat een risico op de managementhouding, “wat worden wij wijzer van papier, doe ons maar geld of systemen”. 12.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde van een dergelijke visualisatie ligt in het bundelen van de waaier van initiatieven in de sector, waarop weinig regie plaatsvindt en die in potentie het predikaat “niet door ons bedacht” krijgen. Daarnaast biedt het een bewezen meerwaarde in het verleiden/overtuigen van ketenpartners samen de uitdaging van verbinden vorm te geven. 12.4
Typering
Wij waarderen deze kanskaart als een “hobbel” op het grensgebied van de winstpakkers.
13 Taken expliciet op Internet vermelden (13)
Bijlage 5, blad 12
13.1
Beschrijving
Deze kanskaart haakt in op het communiceren van verwachtingen. Op een website vertellen wij als brandweer wat wij doen als publieke taak, waar je ons betaald voor kan inschakelen en wat wij niet doen en waar je dan terecht kan. Dit sluit aan bij de transparante overheid. 13.2
Indicatie haalbaarheid
Dit is een lastig haalbare kanskaart omdat wij veronderstellen dat de takendiscussie, zowel lokaal als nationaal, veel politieke lading heeft en direct schuring met de partners veroorzaakt. De toegevoegde waarde naar het publiek en bestuur is behoorlijk, omdat ze inspeelt op het managen van verwachtingen. Het “nee”-zeggen en betaling verlangen zal wel discussie uitlokken. 13.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is redelijk. 13.4
Typering
Wij typeren deze kanskaart als een afvaller in het grensgebied van de “hobbels”. 14.
Dekkingskaart voor bestuur (14)
14.1
Beschrijving
Deze kanskaart realiseert een gereedschap ervoor en een qua opzet uniforme dekkingskaart voor het bestuur en het eigen management. In eerste instantie hebben wij het hier over een dekkingskaart op aanrijtijden in het eigen verzorgingsgebied. Door deze kaarten met een bandbreedte langs de grenzen van het verzorgingsgebied op te zetten wordt samenwerking met de aangrenzende korpsen uitgelokt. In tweede instantie denken wij ook aan dekkingskaarten het halen van doelen/normen op het gebied van proactie/preventie halen wij de doelen met betrekking tot monitoren van vergunningen, beschikbaar hebben van gekwalificeerde (opleiding & training) van brandweer-lieden in kazernes, etc. Hier is een link te leggen met de WKR.
Bijlage 5, blad 13
14.2
Indicatie haalbaarheid
Wij achten deze kanskaart zeer haalbaar, ondanks de politieke gevoeligheid van de mogelijke uitkomsten die in de kaart moeten worden geplot. 14.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt hoog geschat. De effectiviteit van de discussie in relatie tot het managen van verwachtingen met bestuur en politiek is hier aan de orde. 14.4
Typering
Dit is een “winstpakker”. 15.
Intranet voor het verzorgingsgebied (15)
15.1
Beschrijving
Het realiseren van een intranetfaciliteit voor elke regio waardoor alle aangesloten gemeenten, provincies, collega hulpdiensten en andere direct betrokkenen inzage hebben in de lopende projecten, beschikbare gegevensverzamelingen, nieuwtjes, etc. Enerzijds is het een infrastructuur voor weten wat er is en wat er gebeurd en anderzijds biedt het een raamwerk voor samenwerking. 15.2
Indicatie haalbaarheid
Het realiseren van een dergelijke voorziening in technische zin is goed haalbaar. Het vullen en gevuld houden is een opgave die minder eenvoudig is en expliciete verankering van het vullen en verversen van de website in het werken vereist. Het is deze inschatting die de score op haalbaarheid laag laat zijn. 15.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt zolang de basisnutsvoorziening OOV (OOV-net) er niet is/komt redelijk hoog geraamd omdat het samenwerken en opwaarderen van de informatievoorziening en kennis huishouding hierdoor sterk kan worden gefaciliteerd.
15.4
Typering
Bijlage 5, blad 14
Wij typeren deze kanskaart als een “hobbel”. 16.
Kennisnet voor hulpverlening (16)
16.1
Beschrijving
Deze kanskaart gaat over het creëren van een kennisnet voor de OOV- sector in plaats van alleen veel energie te steken in een brandweerkennisnet.
Natuurlijk maakt de rode bloedgroep prominent deel uit van dit kennisnet, maar de multidisciplinariteit maakt ook dat wij vooral ook kennis tussen de disciplines moeten laten stromen. Het is de opzet van een kennisinfrastructuur voor de veiligheidssector. 16.2
Indicatie haalbaarheid
Wij achten de haalbaarheid redelijk indien er geen verdringing van de huidige monodisciplinaire kennisnetwerken nagestreefd wordt. 16.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is redelijk gezien de maatschappelijke vraag naar samenwerking en hergebruik van kennis in relatie tot de samenwerkende en presterende overheid. 16.4
Typering
Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 17.
AVLS op voertuigen en teams (17)
17.1
Beschrijving
Deze kanskaart gaat over het op alle voertuigen aanbrengen van locatiebepaling met retourmelding naar de meldkamers. Anders dan de huidige techniek stellen wij voor gebruik te maken van standaard GPS gebaseerde plaatsbepaling in combinatie met C2000 datatransmissie. Ook belangrijke teams, bijvoorbeeld bij natuurbrandbestrijding zouden met een mobiele faciliteit uitgerust moeten kunnen worden, waardoor direct zichtbaar is waar eenheden zich bevinden. 17.2
Indicatie haalbaarheid
Bijlage 5, blad 15
Dit is redelijk haalbaar, zij het dat C2000 nog niet direct beschikbaar is in geheel Nederland. 17.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde wordt redelijk geschat omdat het de meldkamer/ officieren helpt met overzicht over calamiteiten en de wijze van bestrijden alsmede op tijd terugtrekken van eenheden bij gevaar. 17.4
Typering
Wij waarderen deze kanskaart als een “winstpakker”. 18.
Telogensysteem Horeca (18)
18.1
Beschrijving
Deze kanskaart laat een telogensysteem instaleren in horeca gelegenheden waar de bezoekersaantallen van een dergelijke omvang zijn dat getwijfeld wordt aan de vereiste evacuatieprofielen bij calamiteiten. Ze geeft inzicht in het aantal aanwezigen en toont de veiligheid via en oplopende kleur (groen= veilig) (geel=aan de grens) (rood=onveilig). Zo dwingt het bezoeker en uitbater na te denken of je wel naar binnen gaat omdat je geïnformeerd bent over de kans dat je bij calamiteiten er ook weer heelhuids uitkomt. De index en haar historie met betrekking tot de “weer veilig er uit”-indicator wordt op internet/0900 nummer toegankelijk gemaakt waardoor je op voorhand kunt zien of je veilig er in en eruit kunt. 18.2
Indicatie haalbaarheid
Dit is een gevoelig onderwerp met een hoge potentiële discussiewaarde. Hoewel technisch zeer eenvoudig uit te voeren valt te bezien of de gedragsbeinvloeding via dit instrument werkt. 18.3
Indicatie toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is redelijk gezien vanuit het oogpunt van transparantie en managen van verwachtingen.
18.4
Typering
Bijlage 5, blad 16
Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 19.
APK op vergunningen (19)
19.1 Beschrijving Deze kanskaart gaat over het omdraaien van het principe van vergunningen. Daarbij wordt door de overheid een soort APK-keuring verlangd van bedrijven op eerder verstrekte vergunningen. De overheid voert steekproefsgewijs controles op de APK-keuringen uit. De keuringen zelf worden gecertificeerde bedrijven uitgevoerd. Handhaving blijft een taak van de overheid. Dit principe dient te worden gefaciliteerd met een informatiesysteem voor centraleregistratie omdat deze uitbesteding potentieel het verlies van overzicht in zich draagt en daarmee de overheid op achterstand kan zetten bij het sturen met informatie. 19.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid van een dergelijke oplossing wordt laag geschat gezien de vereiste samenwerking en politieke invloed van de voorgestelde oplossing. Het bouwen van een ondersteunend systeem wordt als goed uitvoerbaar gedacht. 19.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van deze kanskaart is redelijk. Het biedt zicht op prestaties, lost het capaciteitsvraagstuk op en biedt ruimte voor zelfregulering. Nadeel zit in het losweken van deskundigheid vanuit de controlerende instellingen en op afstand komen van professionals, die daar door potentieel de voeling met het werkterrein kwijtraken dan wel niet meer de situaties ter plekke goed kennen. 19.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “hobbel”.
20.
Koppeling uren/opleiding/oefenen en competenties (brevet) (20)
Bijlage 5, blad 17
20.1 Beschrijving Deze kanskaart gaat over het koppelen van de registraties van urenverantwoording, oefenen, roosters en de registraties ten behoeve van competentiemanagement en het brandweerpaspoort. Hiermee wordt herhaald invoeren en daarmee de administratieve lastendruk bij de korpsen verlicht. 20.2 Indicatie haalbaarheid Wij schatten de haalbaarheid redelijk in. Het is immers een zaak van het ontwerpen van de koppelstructuur, de grote leveranciers en vragers bijeen brengen en het laten maken/implementeren. 20.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is redelijk hoog omdat het een direct knelpunt oplost en efficiency bewerkstelligt. 20.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 21.
Groeiplan vormgeven I-functie (21)
21.1 Beschrijving De kanskaart gaat over het maken van een groeiplan/stappenplan om de Ifunctie langs gestructureerde weg en samenhangend vorm te geven. In dit plan komen begrippen als architectuur, de rol van informatie, uitwisseling, relatie met werkprocessen, applicaties en gegevens aan de orde. Via het groeiplan dat eveneens gevisualiseerd zou kunnen/moeten worden, wordt op deze manier de handvatten voor programmering van het doen laten groeien van de I-functie binnen de sector en in individuele brandweerorganisaties vorm gegeven. 21.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid van deze kanskaart is gemiddeld tot laag afhankelijk van de inschatting van weerstand tegen een blauwdrukbenadering met betrekking tot de I-functie en de mate waarin een dergelijk groeiplan als hulpmiddel of keurslijf gezien wordt.
Bijlage 5, blad 18
21.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde schatten wij in op redelijk tot hoog aangezien wij zien dat veel organisaties moeite hebben met het in samenhang inrichten en doen laten groeien van de I-functie. En dat terwijl informatie een belangrijk bedrijfsmiddel is om de kwaliteit van de organisatie en de werkprocessen te verbeteren. 21.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “hobbel”.
22.
Gemeenschappelijke inspecties met betrekking tot PDA/GPRS (22)
22.1 Beschrijving Het gezamenlijk uitvoeren van inspecties op vergunde situaties, door een personeelspool met multi-inzetbaar personeel gebruik makende van ICT in de vorm van PDA met GPS en GPRS waardoor een handcomputer ter plekke de vergunningsinformatie van alle betrokken partijen samenhangend kan tonen en de registratie van de inspectie met betrekking tot digitale camera en vinklijsten verwerkt kunnen worden. 22.2 Indicatie haalbaarheid De technische haalbaarheid wordt hoog geschat. (Er zijn soortgelijke ervaringen in andere werkvelden). Organisatorisch ligt er wel een hobbel om te nemen, maar dit werkveld is wel in beweging. 22.3 Indicatie toegevoegde waarde Deze kanskaart stuurt aan op efficiency, vermindering lastendruk, vergroten van effectiviteit, samenwerken en synergie tussen de diverse betrokken diensten. 22.4 Typering Wij schatten deze kanskaart in als een “hobbel”.
Bijlage 5, blad 19
23.
Dynamische aanvalskaart (23)
23.1 Beschrijving De dynamische aanvalskaart is een combinatie van een bereikbaarheidskaart (hoe kom ik ter plekke en hoe kan ik naar binnen) en een aanvalsplan (hoe kan ik de bestrijding/hulpverlening opzetten. Beiden zijn resultaat van de preparatiefase. Het dynamische karakter zit in het on line op verzoek ter beschikking stellen van deze kaart/plannen via een mobiele draadloos verbonden computer. Daarmee kan de informatie ook benut worden om ter plekke het actuele aanvalsplan mee te plotten en zo inzicht/overzicht te geven in de bestrijding/hulpverlening ter plekke. Dit is ook handig voor evaluatiedoeleinden.
23.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid van deze kanskaar wordt hoog geschat. 23.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde wordt eveneens hoog geschat. 23.4 Typering Met deze hoge scores kwalificeren wij deze kanskaart als een “winstpakker”. 24.
Gevolgenplot RCC/GCC & risicokaart (24)
24.1 Beschrijving De gevolgenplot is een kaart waarop voor risico-objecten de mogelijke gevolgen in termen van risico, verspreidingsgebied ernst en scenario’s zijn uitgewerkt. Daarmee is het enerzijds een hulpmiddel voor de scenarioplanners en preparatisten. Anderzijds is het een krachtig hulpmiddel voor oefenen en het managen van verwachtingen bij bestuurders. Voor publieksdoeleinden lijkt ons dit minder geschikt. De gevolgenplot omvat een instrument (GIS-gebaseerd) dat gekoppeld is aan de scenariobeschrijvingen en samenhangende aanpak/informatiebehoefte. Ze kan gekoppeld worden met kanskaart nummer 4.
Bijlage 5, blad 20
24.2 Indicatie haalbaarheid De kanskaart wordt als moeilijk haalbaar ingeschat, vanwege het feit dat de hieruit voortvloeiende informatie wellicht politiek ongewenst is. Technisch is er een meer dan gemiddelde haalbaarheid. Daarnaast wordt de discussie over mogelijke gevolgen als lastig, complex en gevoelig ervaren. 24.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van deze kanskaart is redelijk groot omdat ze sterk in gaat op het verbeteren van prestaties, leveren van kwaliteit en het managen van verwachtingen. Bovendien slecht ze als het goed is de kloof tussen brandweer en bestuurders. 24.4 Typering Deze kanskaart wordt als een “hobbel” gekwalificeerd. 25.
Website vrijwilligers (25)
25.1 Beschrijving Dit is een website primair gericht op vrijwilligers die zich willen kwalificeren/aanmelden voor een baan in het brandweervak. De bezoeker kan via de website een vragenlijst mede gebaseerd op competentieprofielen invullen waarmee helder wordt welke baan bij de brandweer/hulpdiensten voor hem/haar geschikt is en waar ze terecht kan. 25.2 Indicatie haalbaarheid Een dergelijke website is eenvoudig te realiseren. De inhoud op de website zou multidisciplinair van aard moeten zijn. Daarmee wordt de inhoud kant wel lastiger. 25.3 Indicatie toegevoegde waarde Niettemin is de toegevoegde waarde niet zo heel hoog ondanks het feit dat het ook hier samenwerken en managen van verwachtingen betreft. 25.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “meepakker”.
Bijlage 5, blad 21
26.
WKR monitor in MARAP opnemen (26)
26.1 Beschrijving In deze kanskaart maken wij een WKR monitor in de MARAP van de brandweer opdat enerzijds hierop gestuurd kan worden en anderzijds eenvoudig gemonitord kan worden. Hier hoort een informatie-systeem bij dat als module op een standaard MARAP-systeem voor de sector zou kunnen dienen, waar bij de gegevens bij voorkeur via koppelvlakken uit andere systemen zou moeten worden betrokken. 26.2 Indicatie haalbaarheid Dit is redelijk eenvoudig te doen, er kan ook met manuele invoer al veel bereikt worden. Waar de WKR op gaat letten is redelijk goed bekend. 26.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde wordt als redelijk hoog ingeschat omdat het management en bestuur direct instrumenten geeft om op de WKR aspecten te gaan letten en rapporteren. 26.4 Typering Wij kwalificeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 27.
Spelsimulatie ten behoeve van coördinatie en informatie-voorziening (27)
27.1 Beschrijving In deze kanskaart gaat het om een spelsimulatie/managementgame waarin gedragsaspecten en werkmethoden in relatie tot managementstijl, cultuur en het uit te voeren werkproces. Wij denken hier vooral om het onderwerp coördinatie en informatievoorziening in relatie tot beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming zowel in het RCC/GCC als in het CORT/CTPI. 27.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid van een dergelijke spelsimulatie achten wij vrij groot ondanks de lastige vragen en ontwikkelmechanismen die er in verwerkt moeten worden.
Bijlage 5, blad 22
27.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van een dergelijke spelsimulatie wordt hoog geschat vanwege de overbruggingswaarde tussen bestuurder en leidinggevenden van de hulpdiensten en de focus op effectiviteit en resultaat gecombineerd met gedragsbeïnvloeding. Tevens kan hiermee actiepunt 73 van het actiepunt met betrekking tot de vuurwerkramp feitelijk geïmplementeerd en ingebed worden. 27.4 Typering Wij classificeren deze kanskaart als een “hobbel” met winstpakker allure. 28.
Meldingenplot & burgernet (28)
28.1 Beschrijving Deze kanskaart gaat uit van het realtime kunnen maken van een meldingenplot uit 112/09008844 bronnen zodat de meldingen van burgers geplot kunnen worden (waar komt het telefoontje vandaan). Nummerherkenning en plaatsbepaling zijn hierbij aan de orde. Bij het ontbreken van nummer/locatie herkenning kan de postcode of plaatsindicatie van de beller worden ingevoerd. 28.2 Indicatie haalbaarheid Deze techniek is haalbaar zoals blijkt uit de proef met betrekking tot verkeersintensiteit in West Brabant. Als hobbel wordt de privacy gevoeligheid van deze gegevens genoemd. Aan de andere kant kunnen de meldingsgegevens qua persoon en locatie worden gescheiden. Geen plot van namen van bellers in het scherm, dan wel toestemming verzoeken bij de registratiekamer. 28.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde blijkt vooral in chaossituaties waar het van groot belang is te weten waar de beller is. 28.4 Typering De kanskaart wordt door ons gekwalificeerd als een “”winstpakker”.
Bijlage 5, blad 23
29.
Mobiele werkplek OVD (thuis) (29)
29.1 Beschrijving De kanskaart gaat over het realiseren van een mobiele beveiligde werkplek waarmee leidinggevenden van de hulpdiensten rechtstreeks inzage hebben in de essentiële informatie vanuit meldkamers respectievelijk coördinatiecentra. Een variant hierop is de thuiswerkplek. 29.2 Indicatie haalbaarheid Technisch goed realiseerbaar, maar op beveiligingsniveau (authenticiteit lastiger. Organisatorisch is er een hobbel vanuit managementoptiek. 29.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde kan aanzienlijk zijn. Er kan vooral in het gouden uurtje (direct na de opschaling en voordat de coördintie-centra echt bemenst en operationeel zijn) informatie gedeeld worden waardoor effectiever kan worden gewerkt. 29.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 30.
Gouden uurtje info (Meldkamer/RCC) (30)
30.1 Beschrijving Het betreft het ontwikkelen van faciliteiten ter ondersteuning van het gouden uurtje (periode tussen moment besluit om te gaan opschalen en het feitelijk operationeel zijn van de coördinatiecentra). De faciliteiten betreffen een coördinatie-informatiesysteem om enerzijds meldkamerinformatie te kunnen volgen en anderzijds informatie over de calamiteit te kunnen vastleggen en gestructureerd te kunnen verspreiden/delen met de betrokkenen. 30.2 Indicatie haalbaarheid Een dergelijk systeem is realiseerbaar zij het dat de koppeling met GMS niet eenvoudig is. Verder kan wel doorgeborduurd worden op eerdere ervaringen MBD coördinatiebehoefte in Amsterdam en het landelijke POIRE project en de
Bijlage 5, blad 24
CCB-referentiekaders. 30.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van een dergelijk informatiesysteem wordt als hoog geschat. Het sluit aan bij samenwerken en leveren van prestaties/kwaliteit en is sterk knelpunt georiënteerd.
30.4 Typering Wij schatten deze kanskaart in als kansrijk “winstpakker”. 31.
Veilige OOV-nutsvoorziening (31)
31.1 Beschrijving Deze kanskaart springt in op het realiseren van een veilige OOV-infrastructuur (netwerk) ook wel de nutsvoorziening OOV genoemd. Inmiddels wordt deze via ITO beschikbaar gemaakt voor de politiesector. De brandweer toont eveneens bovenmatige belangstelling om daarop aan te sluiten. 31.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid wordt als gemiddeld geschat omdat er bij ITO ook nog een forse taakstelling op het uitrollen in de politiesector ligt. 31.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde wordt als hoog gekwalificeerd omdat het een basisvoorziening is die de informatie-uitwisseling primair faciliteert en bij ontbreken hindert. 31.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “hobbel” met duidelijke “winstpakker” kenmerken. 32.
CBS aanklikmodule (32)
32.1 Beschrijving Hiermee bedoelen wij een softwaremodule , al dan niet web-gebaseerd, waar-
Bijlage 5, blad 25
door gegevens vanuit verschillende systemen in willekeurige formaten, mits voorzien van een herkenningsleutel (formaat sjabloon) kunnen worden omgezet in een CBS aangifte die vervolgens via elektronische weg kan worden verzonden en rapportage faciliteiten kent. Daarmee lossen wij het probleem van veel overtikken en regelmatig opnieuw zoeken op. Door de koppelmodule flexibel van opzet te laten zijn kan deze aan een willekeurig software pakket worden gekoppeld. 32.2 Indicatie haalbaarheid Dit is zondermeer realiseerbaar zij het dat het niet perse loont om voor alle gewenste CBS gegevens koppelingen te maken. Het kan bij de sjablonen dan wel werken om bronnen te vermelden die daarbij worden benut. 32.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde ligt vooral in het wegnemen van grote administratieve last en het realiseren van efficiency. Voor een aantal systemen kan wellicht een structurele koppeling worden gemaakt. 32.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als “winstpakker”. 33 Dashboard Politiek en bestuur (33) 33.1 Beschrijving Deze kanskaart gaat over het maken van een dashboard voor politiek en bestuur dat zicht geeft op de prestaties van de brandweer op de basis taakgebieden, projecten en aandachtsvelden. Ze kan gezien worden als een uiting die rechtstreeks gekoppeld zou moeten worden aan de kwaliteitsindicatoren van het E45 programma maar dan vertaald naar externe rapportage over het wel en wee van de brandweer. Het gaat vooral over een methode van visualiseren, de goede beelden uitzenden en de onderliggende info structureel slim kunnen vergaren. 33.2 Indicatie haalbaarheid Dit is zondermeer haalbaar hoewel de link met het komende E45 implementatieprogramma VNG/NIBRA/NVBR wel aandacht behoeft. 33.3 Indicatie toegevoegde waarde
Bijlage 5, blad 26
De toegevoegde waarde is groot omdat het voortborduren op procesgeoriënteerde werken een eerste aanzet geeft naar trendanalyse, en het managen van verwachtingen bij bestuurders. Daarnaast biedt het managers een instrument om de uitvoering van hun beleid mede op te sturen. 33.4 Typering Wij kwalificeren deze kanskaart als een “hobbel met potentie”. 34.
Videoconferencing GCC/RCC (34)
34.1 Beschrijving Het aanbrengen van videoconferencing hulpmiddelen in de GCC/RCC’s van Nederland opdat het bestuurlijk overleg bij calamiteiten zonder fysieke bewegingen van bestuurders kan plaatsvinden. Deze faciliteiten kunnen ook benut worden voor regionaal overleg en het delen van kennis van vakprofessionals. Biedt in potentie ook ruimte voor gesprek tussen bestuurders en burgers/bedrijven via MSN-achtige koppelingen. 34.2 Indicatie haalbaarheid Wij achten deze kanskaart technisch goed realiseerbaar. Wel zal het gebruik van dergelijke techniek vragen oproepen bij behoudende bestuurders. De vier grote steden gebruiken de faciliteit al en kunnen het goede voorbeeld geven. 34.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde wordt als aanzienlijk beschouwd omdat het de beschikbaarheid van de bestuurders bij calamiteiten vergroot en een oplossing biedt voor het aspect van “op de eigen plek willen blijven vanuit de eigen verantwoordelijkheid in de gemeente” 34.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”. 35.
Standaardisatie en kennis delen
35.1 Beschrijving Deze kans is met name aangedragen op het congres “Geslaagd voor veiligheid”. Opvallend vaak is door deelnemers aan dit congres de noodzaak van
Bijlage 5, blad 27
standaardisatie van procedures en werkwijzen genoemd. De NVBR noemt in zijn visie op informatievoorziening als een van de doelen: het zorgdragen voor één uitwisselingsstandaard voor gegevens. Veel wielen worden blijkbaar steeds opnieuw uitgevonden en onvoldoende met elkaar gedeeld. Voor standaardisatie komen volgens de respondenten in aanmerking: - checklisten voor handhaving - toolkit handhaving brandveiligheid - werkprocessen - communicatieplannen brandweerzorg en rampen - digitaal handboek operationele procedures - protocollen logboek acties en klantcontacten - uitrukprocedures - afstemmen alarmeren - aanpak nazorg - beproefde formats, uniforme aanpakken. Voor het kennisdelen wordt gedacht aan een landelijk informatiepunt (of kennisnet). 35.2 Indicatie haalbaarheid De haalbaarheid van standaardisatie wordt als goed gekwalificeerd. De realisatie van standaarden zal op landelijk niveau moeten worden uitgevoerd en vraagt veel overleg en lange adem. 35.3 Indicatie toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van standaarden wordt hoog geacht. Standaardisatie is een voorwaarde voor de basisinformatievoorziening bij de brandweer. 35.4 Typering Wij typeren deze kanskaart als een “winstpakker”, zij het dat die winst pas na enkele jaren zichtbaar wordt, na het formuleren en het toepassen van de standaarden.
Bijlage 5, blad 28
Beoordeling kansen (bijlage 6)
Bijlage 6, blad 1
benutten van basisregistraties (Authentieke Registraties)
In kaart brengen van de informatieketens
Maken van standaarden en kennisdelen.
Kennisnet hulpverlening
Integraal vergunningensysteem
Mobiel CRP-systeem
Cultuur en organisatie van de brandweer Passend bij doe-karakter en de no nonsens houding?
Niet direct, AR vraagt lange adem en veel afspraken met andere partners. Vraagt administratieve inspanning
Niet direct, wel bij de cultuur van technische medewerkers die gewend zijn aan standaarden. Kennisdelen vraagt externe gerichtheid
Nvt
Vraagt behoorlijke omslag vanwege het grotere accent op administratieve procedures en samenwerking.
Ja, informatie over gevaarlijke stoffen op de wagen, past bij het operationele karakter. De betrouwbaarheid van de informatie moet hoog zijn
Bijdrage versterking relatie management-bestuur?
Niet direct, te zijner tijd wel betere informatiepositie voor verantwoording en sturing
Nee, dit kost eerst inspanning zonder direct resultaat in operationele zin. Kan op korte termijn wel leiden tot kwaliteitsverbetering voor operatie Ja, kan gebruikt worden om eigen organisatie en functioneren transparant te maken
Standaarden niet direct van toepassing Kennisdelen wel van belang voor juiste reactie op ontwikkelingen en beheersing van kosten
Regio’s kunnen van elkaars ervaringen leren. Geldt ook voor bestuur en management
Ja, veel beter inzicht in de veiligheid en risico’s. Is goede basis voor beleid
Nvt, zij het dat politiek gevoelige incidenten mogelijk minder optreden door meer adequate bestrijding
Ja, dit maakt koppelvlakken en geeft basis voor overleg en afstemming
Standaarden zijn randvoorwaardelijk voor samenwerken. Door samen standaarden te maken en kennis te delen leren partijen elkaar kennen. Wederzijds halen en brengen in samenwerkingsverbanden
Ja, wiel wordt niet zelf uitgevonden. Leren van elkaar. Halen en brengen in een netwerk
Ja, vooral door samenwerking met gemeente.
Nvt, vraagt wel samenwerking met vergunningplichte bedrijven
Criterium /kansen
Maatschappelijk trends en verbeteropgaven Bijdrage betere samenwerking?
Ja, door gemeenschappelijke gegevensbasis minder misverstanden, soepeler. Sluit aan bij visie NVBR
Bijlage 6, blad 1
Ja, betere management en sturingsinformatie, betere operationele informatie
Ja, dit is noodzakelijke stap om inzicht te krijgen in eigen functioneren
Ja standaardisatie maakt voorspelbaar, uitwisselbaar
Ja, best practices en leren van anderen komt beschikbaar
Ja met name in de preventie wordt de kans op optreden van incidenten verkleind.
Ja, adequatere bestrijding door beter geïnformeerd zijn over gevaarlijke stoffen
Aansluiting ingezette ontwikkelingen, Vooruitlopen op I&O ontwikkelingsgraad?
Loopt wel vooruit op I&O ontwikkelingsgraad (overgang van actiegericht naar procesgericht). Realisatietermijn 5-10 jaar. Wel 1e stap op korte termijn mogelijk
Ja, sluit aan bij nadruk op kwaliteit. Gezien de overgang van actiegericht naar procesgericht, goed moment
Standaardisatie sluit wel aan bij de ontwikkeling van actiegericht naar procesgericht
Ja, gezien stap naar procesgericht. Loopt misschien iets vooruit, maar dat hangt ook af van de inhoud van het kennisnet (is ook al gestart)
Dit loopt wel vooruit op huidige I&O ontwikkeling. Kan daarom alleen bij voorlopers worden gestart als pilot en kennisontwikkeling voor bredere toepassing op termijn.
Loopt ver vooruit op ontwikkelingen. Vraagt medewerking van vergunning-plichtige bedrijven. Kan alleen gerealiseerd bij voorlopers. Voorlopig experimenteren.
te groot beslag mensen en middelen nodig?
vraagt t.z.t. fikse inspanning, daarom deels volgend op werkzaamheden van verantwoordelijke ministeries. Wel landelijk (NVBR) eigen info behoefte bepalen en communiceren Ja, gegevensfundament voor zowel operationele als management informatie
Vraagt inspanning en administratieve competenties. Kan wel landelijk worden opgepakt.
Standaarden kan landelijk worden opgepakt
Moet centraal en met andere partners in de veiligheidsketen worden opgepakt.
Ja, groot beslag, forse investering in alle lagen van informatievoorziening.
Ja, dit staat aan de basis van inzicht in eigen behoeften t.a.v. informatie en gegevens
Ja, behoort tot basisbouwstenen van een van het informatiegebouw
Ja, beschikbaarheid van kennis is basisvoorziening
Dit legt een groot beslag op mensen en middelen. Gezien het belang van innovatie-denken is landelijke steun nodig. Na basisgegevens is vergunninginformatie de volgende laag gegevens die behoort tot de basis. Dit zou zeker versterken.
Bijdrage betere kwaliteit en prestaties?
I-situatie en Basisinformatievoorziening
Versterking basisinformatievoorziening?
Nvt
Bijlage 6, blad 2
Lijst afkortingen (bijlage 7) APK:
AR:
AVLS: CBS: RK-CCB: CORT: CTPI: CPR: EZ: GCC: GGD: GHOR: GPRS: GPS: IMAP: IMRA: IMS: INK: I & O: ITO: KNVBH: MARAP: WVD: MK: OOV: OPEN-GIS: OVD: NIBRA: NUON: NVBR: PDA: POIRE: RCC: RCS: RWS: SMS: VNG: VROM: WKR: VWS:
Algemene Periodieke Keuring voor de kwaliteit van voertuigen dat als metafoor wordt gebruikt voor een keuring op brandveiligheid Authentieke Registratie (een wettelijke geregelde basisregistratie binnen de overheid voor bijvoorbeeld gebouwen, adressen, bedrijven, topografische onder gronden) Automated Vehicle Location System (plaatsbepalingssysteem voor voertuigen) Centraal Bureau Statistiek Referentiekader Crisis & conflictbeheersing Commando Rampterrein Coördinatieteam Plaats Incident Centraal registratiepunt gevaarlijke stoffen Ministerie van Economische Zaken Gemeentelijk Coördinatie Centrum Gemeenschappelijke Geneeskundige Gienst Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen General Packet Radio Service Global Positioning System Methode information mapping voor toegankelijk maken van gegevens Informatiemodel Rampenbestrijding Integraal Materieel Systeem Instituut Nederlandse kwaliteit Informatie en Organisatie ICT organisatie van de politie, de huidige naam is ICS Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening Management Rapportage Waarschuwings- en verkenningsdienst Meldkamer Openbare Orde en Veiligheid Groep bedrijven en overheden die open standaarden voor Geografische Informatie Systemen nastreeft Officier Van Dienst Nederlands Instituut voor Rampenbestrijding en Brandweer Energiebedrijf Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Personal Digital Assistent ProjectOperationele Informatievoorziening Regionale Brandweerkorpsen Regionaal Coördinatie Centrum Rampen Coördinatie Systeem Rijkswaterstaat Short Message Service Vereniging Nederlandse gemeenten Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport
Bijlage 7, blad 1