BIJLAGEN bij rapport
LEERLINGENVERVOER dat gaat over doelen en kosten
Rekenkamercommissie Heerenveen April 2009
Inhoudsopgave Bijlage 1
Onderzoeksopzet .................................................................. 1
Bijlage 2
Bronnenlijst ........................................................................... 3
Bijlage 3
Soorten scholen .................................................................... 6
Bijlage 4
Beleidsdoelen leerlingenvervoer ........................................... 8
Bijlage 5
Rechtmatigheid verordening ............................................... 10
Bijlage 6
Logboek gemeentelijke politiek ........................................... 12
Bijlage 7
Telefonische enquete ouders.............................................. 15
Bijlage 8
De kosten van het leerlingenvervoer
Bijlage 9
Vergelijking met andere gemeenten ................................... 24
Bijlage 10
Tevredenheid scholen ......................................................... 31
Bijlage 11
Beoordeling dossiersleerlingenvervoer................................ 33
Bijlage 12
Definitie leerlingenvervoer gemeente Heerenveen ……………………………………………...…41
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer
per jaar................ 23
Bijlage 1
Onderzoeksopzet
Onderzoeksmodel
Beleid A Kaders stellen/ controleren
Uitvoering C
B
D Vervoeren van leerlingen (vervoerder)
Uitwerken van beleidskaders/ controleren
Toe/afwijzen aanvagen
(raad)
(college)
(college)
Vraag 1
Vraag 3, 4,5,8
Vraag 2
Vraag 6,7
Rechtmatigheid Doeltreffendheid Doelmatigheid
Rechtmatigheid Doeltreffendheid Doelmatigheid
Rechtmatigheid Doeltreffendheid Doelmatigheid Tevredenheid
Rechtmatigheid Doeltreffendheid Doelmatigheid Tevredenheid
Volledig normenkader (A) Kaders stellen/ controleren We vellen een oordeel over de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid langs de volgende lijnen: 1 De doelen van de gemeente op het gebied van leerlingenvervoer zijn helder; – het beleid is specifiek, meetbaar en tijdgebonden (evalueerbaar); – de gemeente kan sturen op resultaat (resultaatgericht); 2 Het beleid is doelmatig en doeltreffend; – het doel wordt tegen zo lage mogelijke kosten bereikt (doelmatig); – er wordt systematisch en consequent toegewerkt naar de realisatie van doelen (doeltreffend); 3 De verordening Leerlingenvervoer 2004 is rechtmatig. Heerenveen blijft binnen de landelijke wet- en regelgeving; 4 De sturing en controle van de gemeenteraad is adequaat. Er is actieve aandacht voor dit onderwerp. De alternatieve beleidskeuzes zijn expliciet gemaakt en een weloverwogen keuze is gemaakt. De uitvoering van het beleid wordt gecontroleerd. (B) Uitwerken van beleidskaders/ controleren We beoordelen de praktijk aan de hand van de volgende normen: 1 De sturing van het college is adequaat. Er is actieve aandacht voor kwaliteit en kostenbeheersing bij de uitbesteding van vervoer. De risico’s van kostenoverschrijdingen zijn beperkt door het college. 2 De vervoerder heeft een prikkel om goede kwaliteit te leveren voor de afgesproken prijs. 3 De controle van het college is adequaat. Het college krijgt op reguliere basis managementinformatie en neemt maatregelen (indien noodzakelijk).
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 1
(C) Toekennen/afwijzen aanvragen De besluiten van het college zijn rechtmatig. 1 Ouders worden geïnformeerd over de mogelijkheden. 2 Het aanvraagproces is helder en klantvriendelijk. 3 Het interne proces van de afhandeling verloopt doelmatig – de ambtelijke organisatie is voldoende geëquipeerd om de aanvragen te behandelen (capaciteit, hulpmiddelen, procedures); – de beoordeling van de aanvragen is verifieerbaar; – het proces verloop zorgvuldig en consequent; – de hardheidsclausule wordt consequent toegepast; – er is interne controle (functiescheiding) bij de afhandeling van aanvragen; 4 De toekenningen/afwijzingen zijn rechtmatig (conform de verordening): – besluiten worden binnen de gestelde termijnen verstrekt; – besluiten komen volgens de juiste procedure tot stand; – een afwijzing wordt voorzien van een motivatie, waarbij gewezen wordt op de mogelijkheid van beroep; – ouders zijn tevreden over het aanvraagproces. (D) Vervoeren van leerlingen Voor de beoordeling van de kwaliteit van het vervoer hanteren we de volgende normen: 1 De vervoerskosten passen binnen de raming. 2 De vervoerder houdt zich aan de gestelde kwaliteitseisen in het vervoerscontract. 3 De vervoerskosten en het dienstenpakket van de vervoerder verhouden zich ten opzichte van andere gemeenten met een vergelijkbaar leerlingenvervoer. 4 80% van de ouders en scholen is tevreden over de kwaliteit van het leerlingenvervoer.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 2
Bijlage 2
Bronnenlijst
Schriftelijke stukken – Gemeente Heerenveen, Bestek leerlingenvervoer en lokaal vervoer Heerenveen, datum onbekend – Gemeente Heerenveen, bijlage 2 ‘werkprocessen naar status, type en voorziening 2006’ – Gemeente Heerenveen, Offerteaanvraag aanbesteding lokaal vervoer en leerlingenvervoer, datum onbekend – Gemeente Heerenveen, Productenraming 2006. – Gemeente Heerenveen, Programmabegroting 2006. – VNG, brief aan B&W betreffende leerlingenvervoer, 20 februari 2001 – Gemeente Heerenveen, 1e nota van inlichtingen betreffende Europese aanbesteding (2002/S 43-033299), 2 april 2002 – Gemeente Heerenveen, offerte lokaal vervoer en leerlingenvervoer, april 2002 – Graydon profiel monitoring, algemene en financiële informatie van Oenema Taxi- & Groepsvervoer, geraadpleegd op 24 april 2002 – Oenema Taxi- & Groepsvervoer, brief aan de gemeente Heerenveen betreffende aanpassing aanbesteding leerlingenvervoer – lokaal vervoer, 19 april 2002 – Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende aanbesteding leerlingen- en lokaal vervoer, 27 mei 2002 – Gemeente Heerenveen, brief aan Oenema Taxi- & Groepsvervoer betreffende voorgenomen gunning bestek lokaal vervoer en leerlingenvervoer, 7 mei 2002 – Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende vragen raad verordening leerlingenvervoer, 11 juni 2002 – Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende leerlingenvervoer naar logeerhuizen, 27 oktober 2003 – Gemeente Heerenveen, brief aan ouders betreffende opstapplaats leerlingenvervoer, 9 oktober 2003 – Gemeente Heerenveen, besluitenlijst B&W, 4 november 2003 – Gemeente Heerenveen, brief aan ouders betreffende problemen in het vervoer, 6 november 2003 – Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende aanpassingen verordening leerlingenvervoer, 2 april 2003 – Gemeente Heerenveen, besluitenlijst B&W, 15 april 2003 – Gemeente Noordoostpolder, Verordening leerlingenvervoer gemeente Noordoostpolder, 22 mei 2003. – Gemeente Hoogeveen, Verordening leerlingenvervoer gemeente Hoogeveen, 16 juni 2003. – Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende aanpassing verordening leerlingenvervoer, 2 april 2004 – Gemeente Heerenveen, raadsvoorstel betreffende aanpassing verordening leerlingenvervoer, 13 april 2004 – Gemeente Steenwijkerland, Verordening leerlingenvervoer gemeente Steenwijkerland 2004, 13 april 2004. – Gemeente Heerenveen, agenda gemeenteraad, 7 juni 2004 – Gemeente Heerenveen, brief aan directie speciale school It Oerset betreffende leerlingenvervoer 2004/2005, 10 juni 2004 – Gemeente Heerenveen, raadbesluit betreffende aanpassing verordening leerlingenvervoer, 7
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 3
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
juni 2004 Gemeente Heerenveen, raadsbesluit betreffende aanpassing verordening leerlingenvervoer, 7 juni 2004 Gemeente Heerenveen, verordening leerlingenvervoer gemeente Heerenveen, 10 juni 2004 Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2005, oktober 2005 Gemeente Heerenveen, verslag commissie AZ, 10 november 2005 Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2006-2, 10 oktober 2006. Gemeente Heerenveen, verslag commissie AZ, 30 oktober 2006 Gemeente Heerenveen, besluitenlijst B&W, 8 mei 2006 Gemeente Heerenveen, notitie weerstandsvermogen 2006, 12 juni 2006 Gemeente Heerenveen, B&W advies betreffende vragen leerlingenvervoer, 8 augustus 2006 Gemeente Heerenveen, Productenraming 2007, 26 september 2006. Gemeente Heerenveen, Programmabegroting 2007, 26 september 2006. Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2007-2, 9 oktober 2007. Gemeente Heerenveen, verslag commissie AZ, 22 oktober 2007 Gemeente Heerenveen, besluitenlijst B&W, 27 november 2007 Gemeente Heerenveen, Productenrealisatie 2006, 24 april 2007. Gemeente Heerenveen, Programmarekening 2006, 24 april 2007 Gemeente Heerenveen, Programmarekening 2006, 24 april 2007. Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2007-1, 31 mei 2007. Gemeente Heerenveen, verslag commissie AZ, 21 mei 2007 Gemeente Heerenveen, verslag commissie AZ, 25 juni 2007 Gemeente Heerenveen, artikelen uit gemeentelijke regeling delegatie en mandaat, mails van dhr. Nijzing, 16 oktober 2008 en 5 november 2008. Gemeente Heerenveen, tabellen leerlingenvervoer.xls, mail van dhr. Siebenga, 2 oktober 2008. Gemeente Heerenveen, Productenrealisatie 2007, 22 april 2008. Gemeente Heerenveen, Programmarekening 2006, 22 april 2008 Gemeente Heerenveen, Programmarekening 2007, 22 april 2008. Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2008-1, 27 mei 2008. Gemeente Heerenveen, bestuursrapportage 2008-2, 30 september 2008. Gemeente Heerenveen, Heerenveen leerlingenvervoer overzicht.xls, mail van mevr. Booy, 26 september 2008.
Literatuur – Binnenlands Bestuur Peiling: ‘De gemeentelijke bijdrage aan het leerlingenvervoer in het bijzonder moet worden beperkt’ – CG-Raad e.a., Informatierapport: ‘Vlug & veilig naar school’, april 2002. – VNG, Brief aan college betreffende leerlingenvervoer, 27 februari 2003. – Mensus, Klanttevredenheidsonderzoek Leerlingenvervoer Utrecht, januari 2004 – Gemeente Castricum, Notitie evaluatie Beleidsregels Leerlingenvervoer 2004, 1 april 2005. – CG-Raad e.a., Kwaliteitsmeter leerlingenvervoer, mei 2005. – Raadsinformatiebrief gemeente ’s-Hertogenbosch betreffende evaluatie leerlingenvervoer per 1 juni 2005 als gevolg van het handhaven van de verordening leerlingenvervoer en de Europese aanbesteding leerlingenvervoer, 30 augustus 2005. – Projectgroep Leerlingenvervoer, Notitie: ‘Toenemende bezuinigingen op het leerlingenvervoer en de problemen hierdoor voor ouders en kinderen’, januari 2006.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 4
– – – – – – – – – – – – – – – –
VNG, Brief aan college betreffende nieuwe bedragen en ontwikkelingen voor het schooljaar 2006-2007, 10 maart 2006. Persbericht: Veilig vervoer voor scholieren, 28 november 2007. CG-Raad, Bericht: ‘Kinderen en ouders in de problemen door toenemende bezuinigingen in het leerlingenvervoer, 2 november 2007. Kwaliteit, Novio, 14 december 2007. Gemeente Wijchen, Leerlingenvervoer, 13 december 2007. Positief resultaat adviesraad leerlingenvervoer Harlingen, Project Adviesraden Leerlingenvervoer, 14 december 2007. Bericht betreffende Kwaliteitsmeter leerlingenvervoer, Project Adviesraden Leerlingenvervoer, 14 december 2007. Gemeente Leerdam, Voorstel aan de raad betreffende leerlingenvervoer, 10 mei 2007. Modelverordening leerlingenvervoer, Handboek Leerlingenvervoer, mei 2007 Wet & Recht: Vervoer naar school en terug, Vereniging Spierziekten Nederland, 11 september 2007. Regels rond leerlingenvervoer, Project Adviesraden Leerlingenvervoer, 11 september 2007. Hits leerlingenvervoer in database VNG, 11 januari 2008. Productbeschrijving leerlingenvervoer, dirksland.nl, 11 januari 2008. Gemeente Heerenveen, Folder leerlingenvervoer, april 2008 VNG, Wijziging modelverordening leerlingenvervoer, 23 april 2008 Binnenlands Bestuur, Artikel: Steeds meer jongeren op speciale scholen, 7 juli 2008
Respondenten Mevr. K. Booy Mevr. T. Hoekstra Dhr. H. Hindriks Dhr. D.H. Siebenga Dhr. K. Feenstra Dhr. L. Bouma Dhr. Klompmaker Mevr. Z. Weijs Mevr. A. Pubben Mevr. M. de la Crois It Oerset Duisterhoutschool De Zwaai
Functie Kwaliteitsmedewerker gemeente Heerenveen Medewerker afdeling WIMO gemeente Heerenveen Teamleider afdeling WIMO gemeente Heerenveen Beleidsmedewerker financiën gemeente Heerenveen Wethouder gemeente Heerenveen Medewerker afdeling WIMO gemeente Heerenveen Adjunct directeur Oenema B.V. Ambtenaar gemeente Steenwijkerland Ambtenaar gemeente Noordoostpolder Ambtenaar gemeente Hoogeveen Speciale school voor basisonderwijs Heerenveen Cluster 3, Drachten Cluster 4, Drachten
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 5
Bijlage 3
Soorten scholen
In het rapport wordt gesproken over drie soorten scholen: – scholen op grond van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO); – scholen op grond van de Wet op de Expertise Centra (WEC); – scholen op grond van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO). Leerlingen van scholen op grond van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) waaronder alle Mbo-opleidingen vallen, en van scholen op grond van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (Whw) waaronder HBO opleidingen en universiteiten vallen, kunnen geen aanspraak maken op het leerlingenvervoer. Scholen op grond van de Wet het Primair Onderwijs (WPO) De wet maakt onderscheid tussen: – scholen voor basisonderwijs; – scholen voor speciaal onderwijs. Scholen voor basisonderwijs Scholen voor basisonderwijs worden onderverdeeld in: – scholen die uitgaan van een bepaalde levensovertuiging: o Openbare school. Deze werken niet vanuit een bepaalde godsdienst of levensovertuiging, maar staan open voor kinderen van alle godsdiensten en levensbeschouwingen. o Bijzondere school. Deze scholen geven les vanuit een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, zoals rooms-katholiek, protestantschristelijk of islamitisch. o Algemeen bijzondere school. Deze gaat uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Vanuit dit uitgangspunt kunnen kinderen een eigen levensbeschouwing opbouwen en een eigen inbreng hebben, met respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. – scholen die uitgaan van een bepaalde onderwijskundige stroming. Zowel openbare scholen als bijzondere scholen kunnen hun onderwijs inrichten volgens een bepaalde opvoeding- en onderwijsmethode. Voorbeelden hiervan zijn Montessori, Jenaplan, Dalton of Freinet.
Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) Kinderen die onvoldoende baat hebben bij de extra zorg op de basisschool en een intensievere vorm van zorg nodig hebben, gaan naar een school voor speciaal basisonderwijs (sbo). Het zijn kinderen die in het verleden werden opgevangen op lom-, mlk- en iobk-scholen. Deze scholen worden in de volksmond vaak ‘speciaal onderwijs’ genoemd, maar vallen in feite onder het ‘reguliere’ onderwijs.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 6
Scholen op grond van de Wet op de Expertise Centra (WEC) Voor kinderen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn, is er het zogeheten speciaal onderwijs. Voor deze scholen bestaat er een indeling in vier categorieën (clusters): – Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen, of meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap. – Cluster 2: scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, of meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps. – Cluster 3: scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps. – Cluster 4: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap en onderwijs aan kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten. De scholen voor speciaal onderwijs zijn verbonden aan zogenaamde REC’s en bieden onderwijs in de basisschoolleeftijd. Een aantal van de scholen heeft ook een afdeling voor voortgezet onderwijs. Deze VO-afdelingen variëren in niveau. Over het algemeen is HAVO-niveau het hoogste niveau dat wordt aangeboden. Scholen op grond van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) Deze scholen zijn: – praktijkonderwijs – vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs); – havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs); – vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) – andere vormen van voortgezet onderwijs.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 7
Bijlage 4
Beleidsdoelen leerlingenvervoer
De beoordeling omvat: 1 Doel uit de productenbegroting voor het leerlingenvervoer. 2 Doelen uit de programmabegroting voor beleidsveld … 3 Maatschappelijke effecten uit de programmabegroting voor beleidsveld Algemene bevinding: De evalueerbaarheid en resultaatgerichtheid van de doelen voor het brede onderwijsveld zijn goed evalueerbaar en resultaatgericht (zie maatschappelijke effecten). Bij de beoordeling van de doelen voor een bepaald beleidsveld, in dit geval ‘onderwijs’ is de ‘beste’ score bepalend voor het geheel. Daarnaast zijn maatschappelijke effecten doelen van de ‘hoogste’ categorie. Het afgeleide doel voor het leerlingenvervoer kan specifieker worden geformuleerd. Het blijft nu vaag aan welke kwaliteitseisen moet worden voldaan. 1 Doel voor leerlingenvervoer uit de productenraming Mogelijk maken van vervoer van en naar school, voor kinderen die binnen de kaders van de Wet Leerlingenvervoer vallen.
Evalueerbaarheid
Resultaatgerichtheid
Voldoende (S+M voldoende, T onvoldoende)
onvoldoende
Voor een doel in de productenraming heeft de evalueerbaarheid een ‘krappe’ voldoende. Onduidelijk is aan welke kwaliteitseisen moet worden voldaan. De raad heeft immers in aanvulling op de eisen in de wet eigen kaders gesteld in de Verordening leerlingenvervoer.
2 Doelen voor het beleidsveld onderwijs uit programmabegroting1 Meer kinderen een optimale ontwikkeling en schoolloopbaan bieden. Preventie en aanpak van achterstanden in de (onderwijs)ontwikkeling van kinderen verbeteren. Meer kinderen die de schoolloopbaan afsluiten met een diploma dat past bij hun kwaliteiten. Minder leerlingen die voortijdig de school verlaten.
1
Evalueerbaarheid
Resultaatgerichtheid
Onvoldoende (S+M+T onvoldoende) Onvoldoende (S+M+T onvoldoende) Onvoldoende (S+M+T onvoldoende) Voldoende (S voldoende, M krappe voldoende, T onvoldoende)
onvoldoende
onvoldoende
onvoldoende
voldoende
Doel 6 en 8 hebben betrekking op volwasseneneducatie. Deze zijn buiten beschouwing gelaten.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 8
2 Doelen voor het beleidsveld onderwijs uit programmabegroting1 De samenwerking en afstemming tussen scholen, ouders en hulpverleners verbeteren. De aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt verbeteren.
Evalueerbaarheid
Resultaatgerichtheid
Onvoldoende (S+M+T onvoldoende) Onvoldoende (S+M+T onvoldoende)
onvoldoende
onvoldoende
Toelichting: omdat voortijdig schoolverlaters concreet zijn is ‘minder leerlingen’ meetbaar, in tegenstelling tot ‘meer kinderen’ een ‘optimale ontwikkeling en schoolloopbaan bieden’ wat niet concreet is.
3 Maatschappelijke effecten voor het beleidsveld onderwijs uit 2 programmabegroting 10% minder leerlingen die voortijdig de school verlaten zonder startkwalificatie. Een sluitende opvang van (dreigende) voortijdig schoolverlaters (indicatie: 100% van de leerlingen in deze doelgroep krijgt een aanbod in de rebound/time out voorziening). De onderwijsachterstand (m.n. op taalgebied) in het basisonderwijs is verminderd met 10%.
Evalueerbaarheid
Resultaatgerichtheid
Goed (S+M goed, T onvoldoende) Goed (S+M goed, T onvoldoende)
goed
Goed (S+M goed, T onvoldoende)
voldoende
voldoende
Toelichting: de evalueerbaarheid is goed vanwege de kengetallen en omdat ook de activiteit (bijvoorbeeld de indicatie) genoemd wordt. Deze activiteit is vervolgens ook te koppelen aan de vermindering van 10%. Dit is hiermee de uitwerking ‘Hoe’ op de ‘Wat’. Enige dat ontbreekt is een jaartal. Niet duidelijk is daardoor wat de horizon van de doelstelling is.
2
De twee effecten die betrekking hebben op volwassenenonderwijs zijn buiten beschouwing gelaten.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 9
Bijlage 5
Rechtmatigheid verordening
De mate waarin de Verordening van Heerenveen past binnen de actuele wet- en regelgeving is beoordeeld aan de hand van de modelverordening van de VNG. Deze modelverordening is op 23 april 2008 bijgesteld en omvat daarmee een actueel overzicht van de regelgeving op het gebied van het leerlingenvervoer. De verschillen met de modelverordening zijn geanalyseerd en vervolgens beoordeeld op eventuele onrechtmatigheden.
I II
III
Verschillen verordening Heerenveen t.o.v. modelverordening VNG Tekstueel, niet onrechtmatig Gemaakte keuzes als gevolg van lokaal beleid, niet onrechtmatig Procedures en termijnen, niet onrechtmatig
Toelichting
Voorbeeld: de definitie voor gehandicapte leerling is vereenvoudigd en op verschillende plaatsen doorgevoerd. Kilometerafstand 4 kilometer voor speciale scholen voor basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs –
–
IV
Normbedragen
V
Terminologie niet passend bij terminologie actuele wetgeving.
Extra artikel: Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding. De formulering van artikel 10 is aangepast aan de formulering van artikel 16. Hier is, om de bestuurslast beperkt te houden, bepaald dat alleen in het geval het college een negatieve beschikking op de gevraagde voorziening geeft, het advies van de genoemde commissie betrokken dient te worden. Er is geen reden om deze handelswijze voor de WPO scholen anders te regelen.
De normbedragen zijn in de verordening Heerenveen zijn gebaseerd op het prijspeil 2004 (in artikel … staat dat het prijspeil 1998 van toepassing is). De verordening is niet aangepast voor de jaarlijkse indexering. In de verordening is bepaald dat de bedragen jaarlijks worden geïndexeerd. – De verordening Heerenveen hanteert de term ‘school voor speciaal voortgezet onderwijs’ in de definities. Deze naam bestaat niet meer. – De verordening Heerenveen hanteert de term ‘schoolplan’. De onderwijsinspectie controleert echter het gegeven aantal lessen (dus de schooltijden) aan de hand van de schoolgids.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 10
VI
Verschillen verordening Heerenveen t.o.v. modelverordening VNG Procedures en termijnen, onrechtmatig (niet conform laatste jurisprudentie)
Toelichting
–
– VII
Tekstueel ter bevordering van doelmatigheid uitvoering en gebruiksgemak verordening, niet onrechtmatig
–
–
–
–
Jurisprudentie: de rechter gaat niet meer uit van één hoofdverblijf. Leerlingen kunnen twee structurele feitelijke verblijfplaatsen hebben. Van daaruit moet het college afzonderlijk toetsen of er recht is op de bekostiging van leerlingenvervoer. Bij de bepaling van de totale reistijd moet de wachttijd worden meegerekend. In de Verordening Heerenveen wordt gesproken over abonnement en strippenkaart voor OV, terwijl in de VNG verordening dit algemener wordt gesteld. Vanwege consistentie in de verordening is artikel 3, derde lid, komen te vervallen. Het gaat hier om een specificatie van een groep leerlingen die feitelijk onder titel 3 valt. In het geval een leerling, vallende onder het regime van de Wet op de expertisecentra, gehandicapt is en recht heeft op aangepast vervoer kunnen ouders ook kiezen voor bekostiging van eigen vervoer. In Heerenveen is deze mogelijkheid voor deze groep leerlingen nog niet opgenomen in de verordening Diverse ontwikkelingen maken het nodig om de hardheidsclausule duidelijker in te kaderen. Tijdens onderwijstijd komt het voor dat leerlingen zorg (gefinancierd vanuit de AWBZ) nodig hebben. De aanwezigheid van deze zorg op scholen maakt dat aanvragers van leerlingenvervoer een beroep doen op de hardheidsclausule. Jurisprudentie bepaalt al dat dit met succes kan gebeuren omdat de hardheidsclausule ruim omschreven is. Gezien het feit dat leerlingenvervoer bedoeld is om het recht op onderwijs te effectueren, en niet om kinderen in staat te stellen om zorg te ontvangen, wordt deze hardheidsclausule aangepast met de woorden ‘het vervoer voor onderwijs’.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 11
Bijlage 6
Logboek gemeentelijke politiek
Actie Leerlingenvervoer wordt na een Europese aanbesteding gegund aan Oenema BV. Looptijd contract van 12 augustus 2002 tot 11 augustus 2005 met de mogelijkheid drie keer één jaar te verlengen. Betreft de beantwoording van vragen gesteld door raadsleden tijdens de behandeling van de behandeling van de verordening leerlingenvervoer op 4 april 2002. De vragen gaan over de gevolgen van de gewijzigde Regeling zitplaatsregeling en over de mogelijkheid vervoerskosten door het GAK te laten betalen. Dit laatste is met ingang van 1 augustus 2002 niet meer mogelijk. Raad gaat, zonder hoofdelijke stemming en zonder bespreking, akkoord met het wijzigen van artikel 30 van de verordening Leerlingenvervoer 4 april 2002. Vaststellen aanpassing verordening Leerlingenvervoer gemeente Heerenveen (per 1 augustus 2003). In de commissie AZ is het stuk besproken. Een commissielid geeft aan het eens te zijn maar vind wel dat telkens een bijstelling plaats moet vinden. Een ander commissielid geeft een compliment aan de afdeling die het stuk heeft opgesteld. Het stuk komt als B-stuk op de agenda van de raad. In de raad is er niet over gesproken. Het stuk omvat 1A4 raadsvoorstel Namens het college wordt gestart met een proef met een gezamenlijke opstapplaats bij winkelcentrum De Greiden (ingang C1000/Konmar) voor een aantal leerlingen van sbo It Oerset. Verzoek aan het college om op grond van de hardheidsclausule in te stemmen met het vervoer van leerlingen van en naar logeerhuizen. Het college stemt in mits dit past in het bestaande vervoer en niet leidt tot meerkosten. Aanpassing verordening leerlingenvervoer. Betreft artikel 24, indexering van de inkomenstabel en hoogte eigen bijdrage. Zowel in de commissie als de raad behandeld als B-stuk.
Datum 27 mei 2002
Wie College (S31)
20 juni 2002
College (S35)
2 december 2002
Raad
15 april/21 mei/10 juni 2003
College/com missie AZ/Raad (S40)
9 oktober 2003
Ambtelijke organisatie
27 oktober 2003
College (S39)
13 april/13 mei/7 juni 2004
Naar aanleiding van de bestuursrapportage 2005-2 licht de burgemeester toe dat er een audit gedaan is naar de uitvoering van het leerlingenvervoer. De uitvoering verloopt niet geheel conform de verordening. Ook geeft hij aan dat in januari 2006 samenwerking met andere gemeenten besproken wordt. (Deze samenwerking heeft betrekking op een mogelijke gezamenlijke aanbesteding.)
10 november 2005
College/Com missie SAZA/Raad (S43) Commissie AZ (S14)
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 12
Actie Besluit organisatieverandering en hiermee dat het leerlingenvervoer wordt overgebracht naar de afdeling WIMO, de afdeling waar alle aanvragen van burgers worden behandeld. – De organisatiestructuur in de gehele gemeente is gewijzigd zodat uitvoering en beleid niet meer door één persoon worden uitgevoerd. De coördinatie tussen beleid en uitvoering wordt geregeld door een ‘regisseur’. – De gemeente wilde bezuinigen en processen daardoor op zodanig manier inrichten dat deze het meest efficiënt werden uitgevoerd. Het college besluit een voorstel aan te houden om: – de raad te vragen de verordening leerlingenvervoer aan te passen (verhoging kilometergrens en indexering bedragen), – in te stemmen met verlenging van het contract met taxibedrijf Oenema, – in te stemmen met de gunning voor indicatiestelling aan SCIO consult en – nadere uitwerking/onderzoek van de bedrijfsvoering op het gebied van BTW, rechtmatigheid en taakstelling. Op 8 mei stemt het college met alle punten in met de aantekening dat het conceptraadsvoorstel eerst in de inspraak wordt gebracht en daarna opnieuw in het college wordt besproken. In de notitie weerstandsvermogen 2006 is aangegeven dat de verordening de mogelijkheid biedt tot het vragen van een bijdrage aan ouders met leerlingen in het basisonderwijs, het toepassen van het draagkrachtbeginsel en het hanteren van opstapplaatsen. Verder staat er: “wij bereiden thans een aanpassing van de verordening voor, om zodoende de uitgaven beter te beheersen”. In de begroting 2006 tot en met 2009 is de begroting met ¤ 100.000 opwaarts bijgesteld. (vervolg 30 oktober 2006) De fractie Leefbaar Heerenveen stelt schriftelijke vragen aan het college. Aanleiding hiervoor zijn gesprekken van twee ouders met de wethouder over het toekennen van een andere vorm van vervoer. Deze verandering is ontstaan naar aanleiding van nieuwe indicaties door SCIO. In het antwoord op deze vragen zegt de wethouder toe na afhandeling van alle aanvragen de procedure te evalueren en te bekijken of de verordening danwel de werkwijze aanpassing behoefd. (zie verder 30 oktober 2006) Naar aanleiding van bestuursrapportage 2006-2 vraagt een raadslid ‘Waar blijft het voorstel om grip op de kosten van het leerlingenvervoer te krijgen?’ Wethouder Feenstra licht toe dat er sinds dit jaar een onafhankelijke indicatie is en de probleemsituaties zijn geïnventariseerd. Als het probleem inzichtelijk is gemaakt komt er een nieuw voorstel. (zie verder 21 mei 2007) Een raadslid geeft aan dat er een analyse van de kosten moet komen en wil weten hoe verdergegaan moet worden. Wethouder Feenstra antwoordt dat hij had gedacht dat na één jaar strakker sturen een analyse te maken was. Het blijkt dat de huidige strakke werkwijze nog onvoldoende oplevert. Hij hoopt nu in het voorjaar van 2008 de goede analyse te kunnen maken omdat er dan vergelijkingscijfers zijn. De bedrijfsvoering is nu goed, maar dat zegt niet meteen dat de kosten teruglopen. Het screenen en toewijzen verloopt helder.
Datum 2006
Wie College
25 april 2006/ 8 mei2006
College (S15)
12 juni 2006
College (S16)
8 augustus 2006
Raad (S36)
30 oktober 2006
Commissie AZ
21 mei 2007
Commissie AZ (S18)
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 13
Actie Een raadslid vraag waarom er niet meer schot zit in het leerlingenvervoer en wil weten hoe het verder moet. Wethouder Feenstra geeft aan twee jaar nodig te hebben om over het leerlingenvervoer vergelijkingscijfers te krijgen. Hij komt in februari 2008 met een aangepaste Verordening beleidsregels. Bij de bespreking van de bestuursrapportage op 22 oktober 2007 wil de commissie AZ meer uitleg bij de open eindfinanciering van het leerlingenvervoer. Wethouder Feenstra geeft aan dat de kosten oplopen. Om dit te beheersen is de indicatie ondergebracht bij een onafhankelijk orgaan en daarmee efficiënter geworden. De wethouder zegt toe dat de raad eind 2007 of begin 2008 een notitie ontvangt over het leerlingenvervoer. – Instemmen met contractverlenging voor het leerlingenvervoer voor de tussenperiode 12 augustus 2008 en 14 december 2008, op basis van de huidige voorwaarden – Instemmen met voorwaarde uitvoering leerlingenvervoer eerste helft 2009 conform najaar 2008.
Datum 25 juni 2007
Wie Commissie AZ (S19)
22 oktober 2007
Commissie AZ en wethouder (S20)
27 november 2007
College (S21)
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 14
Bijlage 7
Telefonische enquête ouders
De telefonische enquête is uitgevoerd onder zeventig ouders van kinderen die op het moment van onderzoek (oktober 2008) met het aangepast vervoer, door taxibedrijf Oenema, worden vervoerd. De vragen hebben betrekking op drie categorieën: – het aanvraagproces; – nakoming van kwaliteitseisen in het contract; – klachten en/of problemen; – conclusie en aanbevelingen.
Aanvraagproces 1 Op welke manier hoorde u van de mogelijkheid van leerlingenvervoer? De meeste ouders (60%) hoorden via de Hoe informatie over Aantal Percenta school of de peuterspeelzaal dat zij leerlingenvervoer ouders ge leerlingenvervoer konden aanvragen. ontvangen Andere informatiebronnen zijn de via school/peuterspeelzaal 42 60% gemeente (10%) en andere ouders of via gemeente 7 10% vrienden (7%). Ook jeugdzorg of 2 3% gezinsbegeleiding en het taxibedrijf hebben via taxibedrijf/Oenema een taak in de ‘voorlichting’. jeugdzorg/gezinsbegeleidin 3 4% g via andere ouders/vrienden 5 7% anders 3 4% weet niet 8 11% 2 Was het de allereerste keer 70 100% Totaal gemakkelijk om leerlingenvervoer bij de gemeente aan te vragen? 3 Was het gemakkelijk om voor de 2e en volgende keren leerlingenvervoer aan te vragen? De meeste ouders vonden de eerste aanvraag gemakkelijk (78 %). Enkele ouders konden zich de eerste aanvraag niet meer herinneren omdat dit al een aantal jaren geleden was. De meeste ouders (82%) die de eerste aanvraag makkelijk vonden, noemden als reden dat de vragen en formulieren helder en gemakkelijk te begrijpen waren. Ook noemden enkele ouders dat de gemeente, school of gezinsbegeleiding hen hierbij geholpen had. Van de 12 ouders die de eerste aanvraag moeilijk vonden, noemden 9 ouders als reden dat de gemeente erg veel wilde weten. Daarnaast noemden enkele ouders dat de vragen lastig waren of dat de gemeente hen erg lang in onzekerheid liet.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 15
Aantal
1e aanvraag
Percentage
makkelijk
55
79%
moeilijk
12
17%
weet niet/ geen mening Totaal
3
4%
70
100%
Verschil Aantal volgende Aantal Percentage tussen aanvraag eerste en makkelijk volgende aanvraag Ook 41 makkelijk 53 76% makkelijk 2e moeilijk 12 weet niet/ 2 geen mening 2e 9 moeilijk 15 21% makkelijk Ook moeilijk 3 2e 3 weet niet/ 2 3% makkelijk geen mening 70 70 100% Totaal Totaal
De meeste ouders (76%) vonden het ook makkelijk om de tweede en volgende keren het leerlingenvervoer aan te vragen. Voor enkele ouders was het de eerste keer dat zij het leerlingenvervoer aanvroegen, en konden dus geen mening geven over de volgende aanvragen. Opvallend is dat van de 55 ouders die de eerste aanvraag nog makkelijk vonden, 12 ouders de volgende aanvragen moeilijk vonden. Als belangrijkste reden hiervoor noemden ouders het stellen van hogere eisen door de gemeente met de invoering van de nieuwe WMO, gevolgd door de belasting die de (nieuwe) verplichte jaarlijkse indicatie met zich meebrengt. Ook is opvallend dat 9 van de 12 ouders die het aanvragen de eerste keer moeilijk vonden, dit de volgende keren wel makkelijk vonden. Zij gaven aan dat zij nu wisten hoe het proces precies in elkaar zat of de volgende keren minder informatie hoefden te verstrekken aan de gemeente. Zoals een ouder het verwoorde: “Ons kind gaat niet voor niets naar een speciale school. Het is niet prettig voor ons om door de hele molen van psychologische testen e.d. te moeten. Dat is pijnlijk, terwijl ons kind echt duidelijk een beperking heeft. Daar komt nog bij dat ons kind zich door de jaren heen wel ontwikkelt, maar dit gaat in beperkte mate en langzaam. Daarom is het zowel emotioneel als fysiek belastend om ieder jaar een nieuwe indicatie te moeten krijgen.”
e
Aantal
Percentage
45 3 2 5
82% 5% 4% 9%
Totaal
55
100%
waarom 1 aanvraag moeilijk Veel papierwerk/gemeente wil erg veel weten vragen moeilijk te begrijpen anders
9 1 2
75% 8% 17%
Totaal
12
100%
waarom 1 aanvraag makkelijk vragen/formulier zijn helder/gemakkelijk gemeente heeft goed geholpen beide anders e
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 16
Kwaliteitseisen 4 Haalt en brengt het taxibedrijf uw kind normaal gesproken op de afgesproken tijd? (of binnen 5 minuten daarna)? Het grootste deel van de kinderen (86%) wordt normaal gesproken op de juiste tijd opgehaald. Voor sommige kinderen geldt dit niet. Enkele ouders daarvan gaven aan dat het op de heenweg niet goed gaat en op de vervoer op Aantal Percentage terugweg wel (of andersom) bijvoorbeeld juiste tijd omdat andere kinderen op de route soms te ja 60 86% laat klaar staan, waardoor de chauffeur vertraging oploopt. soms 10 14% 70 100% Totaal Komt uw kind op tijd (tussen 5 en 15 minuten voor aanvang van de les) op school aan? Het grootste deel van de kinderen (87%) op tijd op Aantal Percentage komt op tijd op school aan. Dit is niet altijd school het geval, de oorzaak ligt dan in het niet op ja 61 87% tijd thuis ophalen. soms 8 12% weet niet 1 1%
5
Totaal
70
100%
6 Wat vindt u van de reistijd van uw kind van en naar school? Twee derde van de ouders is tevreden met beleving Aantal de reistijd van hun kind van en naar school. reistijd Een derde vindt de reistijd te lang, zeker in goed 46 verhouding met de afstand. te lang 24 Totaal
70
Percentage 66% 34% 100%
Toelichting van ouders bij hun beleving over de reistijd “Ikzelf vind de reistijd eigenlijk te lang, ruim een uur. Maar mijn kind vindt het hartstikke leuk om in de bus te zitten, vooral omdat de chauffeur erg goed met hem en de andere kinderen omgaat, dus wie ben ik dan om daarover te klagen?” “Mijn kind wordt als eerste opgehaald, dus de heenreis duurt voor hem erg lang. Daar staat tegenover dat de chauffeur hem ook als eerste thuisbrengt, waardoor de gemiddelde reistijd wel goed is.” “Ik vind de reistijd te lang. Ik begrijp dat de rit langer duurt dan wanneer ik mijn kind zelf zou brengen, en dat het taxibedrijf de route zo moet uitkiezen dat deze efficiënt is. Ik ben ook heel blij dat mijn kind gebruik kan maken van het leerlingenvervoer, maar ik vind een ritje dat normaal gesproken 20 minuten zou duren en nu anderhalf uur toch echt veel te lang.”
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 17
7
Wordt uw kind goed vastgezet in een eigen veiligheidsgordel?
kind in Aantal Percentage Bijna alle kinderen (91%) worden goed veiligheidsvastgezet in de gordel of zetten zichzelf gordel vast waarbij de chauffeur de kinderen ja 64 92% controleert en daarna pas wegrijdt. Enkele soms 3 4% ouders gaven aan dat de chauffeur dit weet niet 3 4% meestal wel doet, maar soms alleen zegt dat de gordels vast moeten, zonder te 70 100% Totaal controleren of dit ook echt gebeurt of zelfs gewoon wegrijdt zonder ook maar enkele aandacht aan de gordels te besteden. 8 Wat vindt u van de manier waarop de taxichauffeur(s) omgaan met uw kind? De meeste ouders (79%) zijn tevreden met omgang Aantal Percentage de manier waarop de taxichauffeurs chauffeurs met omgaan met hun kind. Daarbij is een vaste kind chauffeur die goed om kan gaan met de prima 55 79% doelgroep een succesfactor. normaal 14 20% slecht 1 1% Totaal
70
100%
Toelichting van ouders over de omgang van chauffeurs met hun kind “We hebben één of twee vaste chauffeurs en die regelmatig werken en goed is voor ons kind. Hij voelt zich op zijn gemak in de taxi en wanneer er iets aan de hand is, weten de chauffeurs hoe ze het beste op hem kunnen reageren.” “De chauffeurs die we hebben, kunnen goed met de doelgroep omgaan, mijn kind stapt met plezier in de taxi.” “Dat ligt eraan welke chauffeur we hebben, de ene chauffeur heeft iets met kinderen en gaat er leuk mee om, de andere is ongeduldig of ongeïnteresseerd. Of de één kan wel orde houden in de bus en de ander niet.” “De chauffeur kan absoluut niet met kinderen met een beperking omgaan. Zo vertelt hij in de bus grappen of verhalen die eigenlijk alleen voor volwassenen bestemd zijn. Dat vind ik een zeer kwalijke zaak.”
Klachten of problemen ‘Overal in Nederland zijn grote problemen met het leerlingenvervoer. Kinderen worden op de foute plek afgezet, chauffeurs weten de weg niet. En soms worden kinderen op vrijdagmiddag pas om half zes in plaats van om drie uur op school opgehaald’ (bron: NOVA tv, 17 februari 2007). Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de branchevereniging voor het beroepspersonenvervoer, erkent de problemen: ‘De kwaliteit van het leerlingenvervoer per taxi staat onder druk. Door de wijze van aanbesteden van opdrachtgevers en omdat er te weinig geld voor leerlingenvervoer wordt uitgetrokken, kunnen taxibedrijven vaak niet de kwaliteit bieden die zij doorgaans leveren. De ouders of verzorgers van de leerlingen moeten nadrukkelijk bij de opdrachtgunning betrokken zijn en de prijs die kwaliteit heeft, moet betaald kunnen worden’ (bron: www.knv.nl).
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 18
9
Heeft u wat betreft het leerlingenvervoer (wijze van vervoer) van uw kind wel eens een klacht of een probleem klachten/problemen Aantal Percentage gehad? ja 27 39% 39% van de ouders heeft wel eens een klacht of probleem gehad. nee 43 61% 70 100% Totaal 10 Bij klachten/problemen, waar heeft dit probleem betrekking op? Al deze klachten hadden betrekking op het vervoer door het taxibedrijf. Een onbekwame chauffeur werd het vaakst genoemd, gevolgd door onregelmatigheden qua ophaal- en thuisbrengtijden, wijze van vervoer of chauffeur. Het belang van een chauffeur met affiniteit met de doelgroep en de regelmaat dat al eerder onderkend werd (zie bijlage 8) wordt hier nog eens onderstreept. Direct contact met de chauffeur is van belang voor de informatieoverdracht, van belang voor de situatie in de taxi. Andere klachten hadden onder andere betrekking op de communicatie van het taxibedrijf, het vergeten van een kind bij het halen/brengen, het overstappen van taxi’s in bussen, en de reistijd. Klachten betreffen: onbekwame chauffeur niet bellen als ze te laat zijn teveel kinderen in één busje kind niet opgehaald/thuisgebracht onregelmatigheden qua tijd, chauffeur of wijze vervoer overstappen in andere bus daardoor geen e contactmogelijkheid met 2 chauffeur anders meerdere onderwerpen Totaal
Aantal 7 4 1 2 5
Percentage 25% 15% 4% 7% 19%
1
4%
5 2 27
19% 7% 100%
11 Bij klachten/problemen, wat heeft u toen met deze klacht gedaan? De meerderheid van de ouders (40,7%) heeft naar aanleiding van de klacht of het probleem contact opgenomen met het taxibedrijf/Oenema, zoals de procedure voorschrijft. Nog een aantal ouders (11,1%) heeft contact opgenomen met het taxibedrijf/Oenema, maar dan in combinatie met contact met de chauffeur of de gemeente. Wanneer ouders met meerdere personen/organisaties contact opnemen, is dit veelal omdat er niet adequaat gereageerd wordt door de eerste persoon/organisatie. wat gedaan met klacht niets niets, andere ouders hebben contact gezocht contact opgenomen met chauffeur contact opgenomen met taxibedrijf/Oenema contact opgenomen met gemeente contact opgenomen met chauffeur en taxibedrijf contact opgenomen met taxibedrijf/Oenema en gemeente contact opgenomen met school Anders Totaal
Aantal 1 1 6 11 1 1 2
Percentage 4% 4% 22% 40% 4% 4% 7%
3 1 27
11% 4% 100%
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 19
Ouders die contact opnemen met de chauffeur Direct contact met de chauffeur is belangrijk voor het doorgeven van ‘dagelijkse’ dingen. Dit kan zijn om door te geven dat een kind voor in het busje moet zitten om niet misselijk te worden, maar ook veranderingen in medicijnen te melden of dingen die het kind heeft meegemaakt waardoor het mogelijk ‘van slag’ is. 12
Bij klachten/problemen, is de klacht nu inmiddels (naar uw tevredenheid) opgelost? klacht opgelost Aantal Het grootste deel van de klachten die mensen ja 19 hadden, is opgelost (70%). Enkele ouders hebben nee 6 recent een klacht gehad en wachten nog op de behandeling daarvan. Van de ouders waarvan de weet niet 2 klacht nog niet is opgelost, licht een ouder toe: 27 Totaal
Percentage 70% 22% 7% 100%
Conclusie en aanbevelingen 13 Welk cijfer op een schaal van 1 tot 10 zou u de uitvoering van het leerlingenvervoer willen geven? Bijna de helft van de ouders geeft het leerlingenvervoer een 8 en het gemiddelde cijfer is een 7,6. De meeste ouders zijn dus erg tevreden met het leerlingenvervoer. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het type school waar het kind naar toe gaat en de tevredenheid van de ouder. Cijfer
14 Zijn er nog dingen die u graag verbeterd zou willen zien? Hoewel de ouders over het opties verbetering Aantal algemeen tevreden zijn, ziet de ja 39 meerderheid (56%) nog wel ruimte nee 31 voor verbetering. 70 Totaal
Percentage 56% 44% 100%
De 39 ouders die mogelijkheden tot verbetering zien, noemen samen 50 verbeteringen. De meest genoemde verbeteringen zijn een kortere reistijd (30%) en de kwaliteit van de chauffeur (12%). Ouders zien ook mogelijkheden voor verbetering van de communicatie, voornamelijk wat betreft het doorgeven van wijzigingen (10%), het aanvraagproces bij de gemeente (10%), het verzorgen van begeleiding op de taxi (10%) en het hebben van een
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 20
vaste chauffeur (8%). Tot slot wordt het voor de deur afzetten en ophalen, het op tijd komen, het niet meer hoeven overstappen, een betere controle op pesten in de taxi en de mogelijkheid voor het zelf kiezen van het taxibedrijf genoemd. Mogelijkheden verbetering vaste chauffeur kwaliteit chauffeur begeleiding in de taxi Communicatie voor de deur afzetten/ophalen kortere reistijd op tijd komen Aanvraagproces Overig Totaal
Aantal
Percentage
4 6 5 5 2
8% 12% 10% 10% 4%
15 2 5 6
30% 4% 10% 12%
50
100%
De ouders die een onvoldoende geven voor het leerlingenvervoer, zien allemaal ruimte voor verbeteringen. Dit zijn de kwaliteit van chauffeur (als in goed om kunnen gaan met de doelgroep), het hebben van een vaste chauffeur en de communicatie. Hierbij wordt het belang van de succesfactoren de kwaliteit van de chauffeur en het hebben van een vaste chauffeur nogmaals onderstreept. Verder is interessant dat drie van de zes ouders die een 10 geven, ook ruimte zien voor verbeteringen. Één ouder noemt een kortere reistijd en twee ouders noemen het aanvraagproces bij de gemeente. Opties verbetering naar cijfer Aantal ouders dat opties voor verbetering ziet Aantal ouders dat het cijfer geeft % ouders per cijfer dat opties voor verbetering ziet
4
5
cijfer 7
6
8
9
Totaal
10
2
3
6
11
13
1
3
39
2
3
7
13
32
7
6
70
100%
100%
86%
85%
41%
14%
50%
56%
Tot slot geven verschillende ouders ook nadrukkelijk hun complimenten over het leerlingenvervoer. Compliment van een ouder “Ik ben erg blij dat mijn kind gebruik kan maken van het leerlingenvervoer en daardoor naar een goede school kan. De chauffeur gaat geweldig met de kinderen om, de taxi is vrijwel altijd op tijd en wanneer dit niet zo is, wordt daar netjes over gebeld en daarbij is de reistijd ook prima.”
De onderzoeksopzet De klanttevredenheid is onderzocht bij ouders van kinderen die gebruik maken van het aangepast (taxi)vervoer. De achterliggende reden is dat dit de grootste categorie toekenningen van de gemeente betreft. Daarnaast is de kwaliteit van het aangepast
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 21
vervoer de laatste tijd negatief in het nieuws gekomen. Door deze groep te raadplegen kan de situatie in Heerenveen vergeleken worden met deze berichtgeving.
Omschrijving T.b.v. de enquête geselecteerde leerlingen Geen telefoonnummer bekend Ouders die aangaven niet gebeld te willen worden Ouders met meer dan 1 kind in het vervoer (dus dubbel in het bestand Sample Ouders die gebeld zijn Verkeerd nummer in bestand Ouders die niet thuis waren op de dagen dat gebeld is Ouders die geen gebruik meer maakten van het vervoer Ouders die hebben meegedaan aan de enquête Responspercentage sample Tabel B5.1 De onderzoekspopulatie
Aantal 155 20 2 1 132 132 13 47 2 70 53%
Van de kinderen van de ouders die hebben meegedaan aan de enquête, gaat het grootste deel (54%) naar een cluster 3 school, gevolgd door het speciaal basisonderwijs (20%). Dit vormen binnen het leerlingenvervoer ook de grootste groepen. Type school speciale school voor basisonderwijs cluster 2 cluster 3 cluster 4 voortgezet onderwijs Totaal
Aantal
Percentage
14
20%
11 38 6 1
16% 54% 9% 1%
70
100%
Tabel B5.2 Het onderzoekssample per type school
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 22
Bijlage 8
De kosten van het leerlingenvervoer per jaar
2005 Vervoer door bedrijven Openbaar vervoer Bijdragen aan ouders Indicatie Vergoedingen van ouders Directe kosten leerlingenvervoer Gymvervoer Overhead
Prim. wijziging Begr. 295.106 175.000
begrotin realisatie g 470.106 458.350 11.220 17.340
0 34.083
-11.220 16.743
-500
-500
-100
400
498.166
492.333
-5.833
20.490 24.292
23.363 24.292
2.873 0
542.948
539.988
-2.960
323.256
175.000
20.490 24.292 367.948
2006 Vervoer door bedrijven Openbaar vervoer
prim. wijziging begroting realisatie begr. 368.057 130.000 498.057 519.313 11.332 11.332 5.654
Directe kosten leerlingenvervoer Gymvervoer Overhead Totale netto lasten
2007 Vervoer door bedrijven Openbaar vervoer Bijdragen aan ouders Indicatie Vergoedingen van ouders Directe kosten leerlingenvervoer Gymvervoer Overhead Totale netto lasten jaarrekening
-11.756
11.220 17.430
Totale netto lasten
Bijdragen aan ouders Indicatie Vergoedingen van ouders
verschil
175.000
17.513 30.000 -505 426.397
130.000
18.645 17.698 462.740
130.000
verschil 21.256 -5.678
17.513 30.000 -505
8.285 25.459 -1.134
-9.228 -4.541 -629
556.397
557.577
1.180
18.645 17.698
44.995 17.698
26.350 0
592.740
620.270
27.530
realisatie
verschil
prim. begr. 402.038 11.445 17.688 30.300
wijziging begroting 515.038 11.445 17.688 3.300
540.742 596 -141 4.149
25.704 -10.849 -17.829 849
-510
-510
-1.742
-1.232
546.961
543.604
-3.357
18.831 18.096
31.220 18.096
12.389 0
583.888
592.920
9.032
460.961
113.000
-27.000 86.000
18.831 18.096 497.888
86.000
Opstelling inclusief overhead en gymvervoer Primaire begroting (netto lasten) Wijziging
2005 368.000 175.000
2006 463.000 130.000
2007 497.000 86.000
2008 563.000 135.000
Gewijzigde begroting (netto lasten) Jaarrekening (netto lasten)
543.000 540.000
593.000 620.000
583.000 593.000
698.000 -
Verschil jaarrekening tov begroting
3.000 voordelig
27.000 nadelig
10.000 nadelig
-
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 23
Bijlage 9
Vergelijking met andere gemeenten
Kosten Leerlingenvervoer op hoofdlijnen 3 Kosten (in euro) 2006
Heerenveen
Hoogeveen
Noordoostpolder
Steenwijkerland
€ 557.576
€ 1.206.462
€ 785.000
€ 853.419
Kosten (in euro’s) 2007
€ 543.604
€ 1.112.706
€ 828.000
€ 891.677
Aantal kinderen leerlingenvervoer 06-07 Aantal kinderen leerlingenvervoer 07-08 Kosten per kind4 5 Kosten per kind Rangorde 2007
218
284
348
232
209
259
371
223
€ 2.558 € 2.601 2
€ 4.248 € 4.296 4 (duurst per kind)
€ 2.256 € 2.232 1 (goedkoopst per kind)
€ 3.679 € 3.999 3
De kosten per kind variëren van € 2.232,- tot € 4.296,- in de vergelijking tussen de kosten in de jaarrekening 2007 versus het aantal kinderen in het vervoer in schooljaar 2007-2008. De kosten per kind zijn het laagst in de gemeente Noordoostpolder. De gemeente Hoogeveen heeft de hoogste kosten per kind. Waarom de gemeente Noordoostpolder het ‘goedkoopst’ is en de gemeente Hoogeveen het ‘duurst’ kan verschillende oorzaken hebben. Enkele van deze oorzaken onderzoeken we in het vervolg van deze bijlage. Op basis hiervan komen als belangrijkste indicatoren voor het verschil in kosten de volgende kenmerken naar boven: – – –
3
Hoe meer kinderen een vergoeding op basis van openbaar vervoer ontvangen: hoe lager de gemiddelde kosten; Hoe meer kinderen individueel vervoerd worden: hoe hoger de gemiddelde kosten. Hoe lager de kilometergrens hoe hoger de gemiddelde kosten.
Het betreft de kosten exclusief overhead en gymvervoer. Dit betekent dat voor de gemeente Heerenveen de hier gepresenteerde kosten lager zijn dan het bedrag genoemd in de jaarrekening.
4
Voor de berekening zijn de kosten van het kalenderjaar 2006 gedeeld door het aantal kinderen uit het
5
Voor de berekening zijn de kosten van het kalenderjaar 2007 gedeeld door het aantal kinderen uit het
schooljaar 2006-2007. schooljaar 2007-2008.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 24
Geografische gegevens Heerenveen
Hoogeveen
Totaal aantal inwoners Grondgebied gemeente (in km2)* Aantal kernen
42.775 140
Grootste kern Aantal inwoners 7 grootste kern Aantal inwoners buiten grootste kern
6
Steenwijkerland
54.311 129
Noordoostpolder 45.775 596
16
9
11
32
Heerenveen 28.628
Hoogeveen 38.389
Emmeloord 24.798
Steenwijk 17.138
14.147
15.922
20.977
25.981
43.119 330
De inwoneraantallen van de gemeenten schommelen voor drie van de vier rond de 43.000. De gemeente Hoogeveen heeft met 54.311 de meeste inwoners. De gemeente Noordoostpolder heeft verreweg het meeste grondgebied en de gemeente Hoogeveen het minste grondgebied. Het aantal kernen is in de gemeente Steenwijkerland beduidend hoger dan bij de andere gemeenten. Deze gemeente kent ook het grootste aantal inwoners dat buiten de grootste kern woont. De spreiding in geografische gegevens geeft hiermee geen aanleiding voor een verklaring van het verschil in de gemiddelde kosten per kind. Spreiding aantal kinderen naar vervoersvorm schooljaar 07-08 Soort vervoer Heerenveen Hoogeveen Noordoostpolder Aangepast vervoer Individueel aangepast vervoer8 Aangepast weekendvervoer eigen vervoer openbaar vervoer Totaal aantal kinderen
Steenwijkerland
172 -
248 -
239 -
190 9 3
1
-
-
2
11 25 209
10 1 259
22 110 371
5 2510 223
We onderscheiden vijf typen vervoer. Eigen vervoer en openbaar vervoer zijn goedkoper dan vervoer via een taxibedrijf, individueel vervoer is door het gebrek aan combinatie een erg dure variant voor een gemeente. Het aangepast weekendvervoer gebeurt normaal gesproken over grote afstand en daardoor met beperkte combinatiemogelijkheden, maar hoeft maar twee keer per week te gebeuren. Niet alle gemeenten hebben het taxivervoer
6
Peildatum 1 januari 2008.
7
Peildatum 1 januari 2008.
8
Individueel aangepast vervoer betreft zowel het vervoer van een kind dat op grond van zijn of haar handicap niet met andere kinderen vervoerd kan worden als het vervoer van een kind naar een school waarvoor geen combinatiemogelijkheden zijn.
9
De drie kinderen uit Steenwijkerland die individueel vervoerd worden (twee naar Almere en één naar
10
Van de 25 kinderen met openbaar vervoer krijgen 22 kinderen een vergoeding voor het openbaar
Voorst) nemen samen ¤ 100.800,- voor hun rekening. Dit is ¤ 33.600,- per kind. vervoer. In de praktijk rijden ze met de auto of met een schoolbus.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 25
uitgesplitst over alle categorieën. Van Heerenveen is bekend dat de categorie individueel aangepast vervoer bijvoorbeeld niet in het systeem is te onderscheiden. Indien er wel individueel vervoerd wordt zijn deze kinderen opgenomen in de categorie ‘aangepast vervoer’. De gemeente Steenwijkerland, een van de ‘duurdere’ gemeenten, geeft aan dat de drie kinderen in het individueel aangepast vervoer per kind ¤ 33.600,- kosten. Dit betekent dat als deze kinderen in de opstelling in tabel B9.1 buiten beschouwing gelaten worden, dat de gemiddelde kosten per leerling in die gemeente dalen van ¤ 3.999,- naar ¤ 3.595,-. De gemeente Noordoostpolder, de ‘goedkoopste’ gemeente heeft in verhouding de meeste kinderen in de categorie openbaar vervoer; de gemeente Hoogeveen, de ‘duurste’ gemeente, de minste kinderen. In de gemeente Noordoostpolder maken veel van deze 110 kinderen gebruik van een schoolbus waarvoor zij een openbaar vervoerstarief betalen. Op basis van de spreiding in vervoerstypen kunnen we stellen dat: – Hoe meer kinderen een vergoeding op basis van openbaar vervoer ontvangen: hoe lager de gemiddelde kosten; – Hoe meer gemeenten individueel vervoerd worden: hoe hoger de gemiddelde kosten. Spreiding naar route (individueel) aangepast vervoer Soort vervoer Heerenveen % Hoogeveen % Binnen eigen gemeente Naar grote stad Overig
68
40%
12 7% Leeuwarden 93 54%
141 0 Assen 12 107
Noordoost- % Steenwij- % polder kerland 108 6211 57% 45% 32% 0%
43%
48 Zwolle 83
20% 35%
40 Zwolle 13 73
Totaal kinderen 172 248 239 193 in aangepast vervoer excl. weekendvervoer (zie tabel 3) Afstand tot Leeuwarden: Assen: Zwolle: Zwolle: 14 plaats 32,5 km 37,6 km 43,7 km 41,7 km De afstand die de kinderen in de taxi’s overbruggen vormt een belangrijk bestanddeel van de kosten. Om een beeld van de variatie te scheppen zijn drie categorieën onderscheiden: binnen de eigen gemeente; buiten de gemeente naar de dichtstbijzijnde
11
Vervoer binnen de gemeente betreft 62 leerlingen. Hiervan worden er maar vier binnen Steenwijk-stad vervoerd. Van de overige 58 leerlingen worden er 40 vervoerd vanuit o.a. Vollenhove, Giethoorn, Wanneperveen, Blokzijl, Basse, De Pol, Kuinre, Oldemarkt, Ossenzijl en Steenwijkerwold naar Steenwijk, en 18 van Kalenberg naar Scheerwolde.
12
De 107 kinderen gaan o.a. naar Zwolle/Smilde/Steenwijk/Groningen/Haren, etc.
13
De kinderen die vermeld staan onder overig worden vervoerd naar Meppel (45), Emmeloord (21),
14
De afstand van Steenwijk tot Zwolle is weliswaar 41,7 km., maar de leerlingen die wij bijvoorbeeld
Almere (2), Voorst (1) Haren (2)Beetsterzwaag (1)en Wolvega (1). vanuit Oldemarkt naar Zwolle vervoeren overbruggen een afstand van ongeveer 55 km.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 26
21% 38%
‘grote’ stad en overig vervoer buiten de eigen gemeente. Vervoer binnen de gemeente omvat ook het vervoer tussen de verschillende kernen van de gemeente. Het moet daarmee niet verward worden met vervoer ‘binnen de bebouwde kom’. De gemeente Steenwijkerland heeft in verhouding het minste aantal kinderen dat binnen de gemeente vervoerd wordt. De gemeente Hoogeveen de meeste kinderen. Beide gemeenten zijn relatief ‘dure’ gemeenten per kind. De spreiding naar route geeft hiermee geen aanleiding voor een verklaring van het verschil in de gemiddelde kosten per kind. Spreiding naar gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid beoordelen we aan de hand van de verordeningen van de diverse gemeenten en de beleidskeuzen die de gemeenten hierin hebben gemaakt. We onderscheiden hierin vijf categorieën: de kilometergrens, voorwaarden voor openbaar vervoer, het drempelbedrag, de financiële draagkracht en de ophaalplaats. Ter vergelijking zijn ook de normen uit de modelverordening van de VNG opgenomen.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 27
Gemeentelijk beleid 1) Kilometergrens – School voor basisonderwijs (art. 11) – speciale school voor basisonderwijs (art. 11) – speciaal onderwijs (art. 15) – voortgezet speciaal onderwijs (art. 15) 2) Openbaar vervoer – Minimum leeftijd (evt. met begeleider; art. 12) – Maximale reistijd openbaar 20 vervoer 3) Drempelbedrag – boven inkomensgrens (art. 23) – bij type school (art. 23)
4) Financiële draagkracht – boven aantal kilometers (art. 24) – boven inkomensgrens (art. 22 24) – bij type school (art. 24) 5) Ophaalplaats (art. 3)
Heerenveen 15
Hoogeveen
16
Noordoostpolder17
Steenwijkerland18
Modelverord ening VNG19
6
6
6
6
6
4
2
6
4
6
4 4
2 4
6 6
4 4
6 6
9 jaar
9 jaar
9 jaar
9 jaar
9 jaar
1,5 uur
1,5 uur
1,5 uur
1,5 uur
1,5 uur
€ 17.700,-
€ 17.700,-
€ 17.700,-
€ 17.700,-
School voor basisonderwij s
School voor basisonderwijs en speciale school voor basisonderwijs
School voor basisonderwijs en speciale school voor basisonderwijs
School voor basisonderwijs en speciale school voor basisonderwijs
School voor basisonderwij s en speciale school voor basisonderwij s
20 km
20 km
20 km
20 km
20 km
€ 28.500,-
€ 22.700,-
€ 22.700,-
€ 28.500,-
School voor basisonderwij s Thuis of centrale ophaalplaats
School voor basisonderwijs
School voor basisonderwijs
School voor basisonderwijs
School voor basisonderwij s
Thuis of centrale ophaalplaats
Thuis of centrale ophaalplaats
Thuis of centrale ophaalplaats
€ 17.700,-
€ 22.700,-
21
23
15
Gebaseerd op de verordening die op 1 augustus 2004 in werking is getreden.
16
Gebaseerd op de verordening die op 26 juni 2003 is vastgesteld.
17
Gebaseerd op de verordening die op 22 mei 2003 is vastgesteld. De gemeente heeft op 9 oktober 2008 een nieuwe verordening vastgesteld. Deze nieuwe verordening kent alleen andere drempelbedragen omdat hier de nieuwste indexeringen zijn verwerkt. Voor de vergelijkbaarheid zijn in deze tabel de ‘oude’ bedragen opgenomen.
18
Gebaseerd op de verordening die op 13 april 2004 is vastgesteld.
19
In de nieuwste verordening hanteert de VNG hogere bedragen voor het drempelbedrag en de eigen bijdrage als gevolg van het doorvoeren van de indexering. De hier opgenomen bedrag komen uit een eerdere versie van de verordening, vergelijkbaar met die van de andere verordeningen.
20
Dit betreft zowel de reistijd voor het primair onderwijs (artikel 13), speciaal basisonderwijs (artikel 13), speciaal onderwijs (artikel 18), voortgezet onderwijs (artikel 18) en de reistijd voor gehandicapte leerlingen (artikel 25 en 26).
21
In de nieuwe verordening is een bedrag van ¤ 22.050,- opgenomen.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 28
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het beleid van de onderzochte gemeenten verschilt op de categorieën: kilometergrens, drempelbedrag en de financiële draagkracht. De gemeente Noordoostpolder, de ‘goedkoopste’ gemeente hanteert de hoogste kilometergrens (overal 6 kilometer). De gemeente Hoogeveen, de ‘duurste’ gemeente hanteert de laagste kilometergrens (overal 2 kilometer). Onder dezelfde omstandigheden komen hierdoor in de gemeente Hoogeveen meer kinderen in aanmerking komen voor een vergoeding dan in de gemeente Noordoostpolder. Met betrekking tot de toepassing van het drempelbedrag geeft de VNG-verordening aan dat dit van toepassing is voor leerlingen op scholen voor basisonderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs. Dit is door drie van de vier gemeenten gevolgd, behalve door de gemeente Heerenveen die alleen voor basisonderwijs kiest. Hierdoor zijn de mogelijkheden in Heerenveen om een bijdrage van ouders te vragen geringer dan in de andere gemeenten. Overigens zijn de keuzes van de gemeenten niet beperkt tot deze twee categorieën. De gemeente Wijchen hanteert het drempelbedrag bijvoorbeeld ook voor het voortgezet onderwijs. De inkomensgrens bij de financiële draagkracht ligt in drie van de vier gemeenten lager dan het bedrag dat de VNG hiervoor noemt. Alleen Heerenveen hanteert hetzelfde bedrag als de VNG verordening. Als alle omstandigheden hetzelfde zouden zijn in vergelijking met de andere gemeenten kan de gemeente Heerenveen hierdoor aan minder ouders een bijdrage vragen. De spreiding naar beleid wijst in de richting van de volgende relatie met de gemiddelde kosten per leerling: – Hoe lager de kilometergrens hoe hoger de gemiddelde kosten per kind. Aanbesteding De gemeenten Noordoostpolder (de ‘goedkoopste’ per kind) en Steenwijkerland (een van de duurdere per kind) vormen percelen in dezelfde aanbesteding. Dit betekent dat de basis voor de berekening van de kosten in beide gemeenten hetzelfde is. De gemeente Hoogeveen (‘duurste’ gemeente) heeft gezamenlijk aanbesteed met de provincie en in het vervoer is ook de Wmo meegenomen. Deze laatste combinatie is ook in Heerenveen gemaakt, maar deze gemeente heeft de aanbesteding niet met andere gemeenten uitgevoerd. De spreiding naar soort aanbesteding geeft hiermee geen aanleiding voor een verklaring van het verschil in de gemiddelde kosten per kind.
22
Het betreft bedragen op basis van prijspeil 1998.
23
In de nieuwe verordening is een bedrag van 29.500 euro vastgesteld.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 29
Vervoersvoorwaarden Voorwaarden Leerlingen mogen maximaal … minuten na het afgesproken tijdstip van huis opgehaald worden De aflever- en ophaaltijd aan school moet gelegen zijn binnen een tijdmarge van … tot … minuten voor het aanvangstijdstip, resp. na het eindtijdstip van de school ophaalplaats kinderen
Heerenveen
Hoogeveen
Noordoostpolder 5-10 minuten
Steenwijkerland
5 minuten
10
5 tot 15 minuten
10
Maximaal 15 minuten
15
thuis
thuis
thuis
Thuis en centrale ophaalplaatsen daar waar het kan 18
10
Centrale ophaalplaats gebruikt 0 0 0 voor … kinderen Aantal begeleiders in het 0 0 aangepast vervoer? De gemeenten variëren op alle onderscheiden punten uit de vervoersvoorwaarden. De gemeenten Noordoostpolder en Steenwijkerland hanteren de meest ‘ruime’ marges in de ophaaltijden. De gemeente Steenwijkerland hanteert als enige gemeente centrale opstapplaatsen. De spreiding naar vervoersvoorwaarden geeft hiermee geen aanleiding voor een verklaring van het verschil in de gemiddelde kosten per kind. Overige acties van gemeenten om grip te houden op de kosten
Alle gemeenten proberen de kosten van het vervoer binnen de raming te houden. Enkele voorbeelden van wat gemeenten op dit vlak hebben gedaan. – In de gemeente Heerenveen is een paar jaar geleden besloten om de indicatiestelling, het bepalen of een kind in staat is met het openbaar vervoer te gaan, uit te besteden aan SCIO consult. De gemeente heeft verder interesse in het model dat in de gemeente Opsterland is gekozen waarbij het vervoer niet meer namens de gemeente wordt aanbesteed. – De gemeente Hoogeveen heeft in het verleden een schoolbus ingezet. Door een verandering in de leerlingsamenstelling is dit nu niet meer mogelijk. – De gemeente Noordoostpolder noemt vooral interne maatregelen, zoals het afgeven van meerjarige beschikkingen, streng controleren of de aangevraagde school wel de dichtstbijzijnde school is. Deze gemeente heeft een keer per jaar overleg met de scholen om te bespreken welke leerlingen eventueel met het openbaar vervoer naar school kunnen. – Ook Steenwijkerland overlegt met de scholen over de mogelijkheid kinderen met het openbaar vervoer naar school te laten gaan. Verder geeft de gemeente aan combinaties in ritten te zoeken, bijvoorbeeld met andere gemeenten. – Steenwijkerland geeft daarnaast aan dat een factor in de toenemende kosten is dat scholen steeds vaker van elkaar afwijkende schooltijden kennen, bijvoorbeeld een lesrooster van vier dagen van 09.00 tot 17.00. Ook het praktijkonderwijs heeft afwijkende schooltijden. Hierdoor wordt het moeilijker om ritten te combineren.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 30
0
Bijlage 10
Tevredenheid scholen
Aanvraagproces 1
Zijn ouders die voor het eerst met uw school in aanraking komen op de hoogte van de mogelijkheid voor leerlingenvervoer? School 1 School 2 School 3 Ja De meeste ouders hebben Nee, wij informeren ze. voorafgaand aan het intakegesprek al contact gehad met de gemeente. Overige ouders verwijzen wij naar het leerlingenvervoer.
2
Houdt u contact met de gemeente over het beleid dat de gemeenten voeren ten aanzien van leerlingenvervoer? Bent u van het beleid van de afzonderlijke gemeenten op de hoogte? School 1 School 2 School 3 Ja Er is geen contact omtrent ja, ja. beleid. Wel ben ik op de hoogte van de verschillen in beleid.
Kwaliteitseisen 3
Worden kinderen uit Heerenveen over het algemeen op tijd voor de aanvang van de lessen gebracht? School 1 School 2 School 3 Ja Ja ja
4
Worden kinderen uit Heerenveen over het algemeen snel na schooltijd weer opgehaald door het taxibedrijf? School 1 School 2 School 3 Ja Ja ja
5
Moet u aanvullende maatregelen treffen om leerlingen uit Heerenveen voor- of na schooltijd op te vangen totdat zij door het taxibedrijf worden opgehaald? School 1 School 2 School 3 Nee Nee Nee
Klachten 6
Heeft u wat betreft het leerlingenvervoer van kinderen uit Heerenveen wel eens een klacht of een probleem gehad? School 1 School 2 School 3 nee Ja ja
7
Is de klacht of het probleem nu inmiddels opgelost? School 1 School 2 n.v.t. Meestal wel
School 3 ja
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 31
8
Hoe heeft u de klacht of het probleem aan de orde gesteld? School 1 School 2 School 3 n.v.t. Via het vervoersbedrijf, de Eerst contact met coördinator van de school, chauffeur, soms met de ouders of via de vervoerbedrijf. chauffeur.
9
Hoe is het contact tussen u en de chauffeurs? School 1 School 2 Leerkrachten hebben Prima contact met de chauffeurs. De invuller heeft geen klachten gehoord.
10
11
Hoe is het contact tussen u en taxibedrijf Oenema? School 1 School 2 Prima Prima
School 3 Goed
School 3 Goed
Hoe is het contact tussen u en de gemeente Heerenveen? School 1 School 2 School 3 Prima Indien nodig prima Goed, behalve op het gebied van indicatie
Beleid 12
Merkt u verschil in het vervoer van kinderen uit Heerenveen in vergelijking tot andere gemeenten? School 1 School 2 School 3 Nee Geen verschil of weinig Ja
13
Heeft u aanbevelingen voor de gemeente om het vervoer te verbeteren? School 1 School 2 School 3 Nee, op dit moment niet – Voor ernstig Meer differentiatie in het
– –
–
–
gedragsmoeilijke leerlingen individueel vervoer. Vooral vaste chauffeurs. Niet elk jaar andere vervoerder en dus andere chauffeurs. Blijven kijken naar wat goed is voor het kind. Chauffeur moet om kunnen gaan met de problematiek en kunnen overleggen.
indiceren, met name voor VSO-ZML en stage.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 32
Bijlage 11
Beoordeling dossiers leerlingenvervoer
Dossierselectie In totaal zijn 77 dossiers onderzocht, 41 toekenningen, 24 afwijzingen en 12 bezwaarschriften. Aantal onderzocht
%
2 19 19 1 41
1% 9% 10% 1%
Totaal
Totaal aantal toekenningen 182 218 209 179 788
Aantal onderzocht 18 6 24
% 100% 100%
Totaal
Totaal aantal afwijzingen 18 6 24
Aantal onderzocht
%
1 0 0 5 1 1 12
100% 9% 10% 100% 100% 100%
Totaal
Totaal aantal bezwaarschriften 1 0 0 9 1 1 12
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009
2007-2008 2008-2009
2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009
Doelmatigheid en klantgerichtheid aanvragen Beoordeeld is in welke mate ouders de vragen op het aanvraagformulier op een juiste en volledige wijze hebben beantwoord. Door ouders te verstrekken gegevens
Aanvraagformulier – Gegevens leerling – Gegevens aanvragers – Ingangsdatum vervoer
2006-2007 Goed Onvolleingedig of vuld onjuist ingevuld
% onvolledig t.o.v. 19 toekenningen
2007-2008 Goed Onvolleingedig of vuld onjuist ingevuld
% onvolledig t.o.v. 19 toekenningen
16 10
3 9
16% 47%
16 12
3 7
16% 37%
14
5
26%
17
2
11%
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 33
Type school Frequentie vervoer Type vergoeding Aanvullende gegevens aangepast vervoer – Inkomensgegevens – Verklaring mbt bezoek school met geloofsovertuiging Bijlagen – Legitimatiebewijs ouder – Inkomensgegevens verzamelinkomen – Recente rapportage van een orthopedagoog/ psycholoog of psychiater. – Machtigingsformulier – – – –
10 17 19 10
9 2 0 9
47% 11% 0% 47%
13 19 17 13
6 0 2 6
32% 0% 11% 32%
6 Niet beoor deeld
13 Niet beoorde eld
68% -
11 15
8 4
42% 21%
18
1
5%
17
2
11%
1
18
95%
5
14
74%
10
8
42%
12
7
37%
16
2
11%
13
6
32%
De doelmatigheid van het aanvraagformulier is goed in de zin dat het voldoende informatie levert voor de gemeente om de aanvraag te kunnen beoordelen. Wel bevat het formulier meer velden dan voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is. De klantgerichtheid van het formulier laat hierdoor te wensen over. Ouders wordt gevraagd dubbele informatie te leveren (gegevens aanvragers) of informatie waarvan zij in veel gevallen niet goed op de hoogte zijn (type school) waardoor zij op andere punten informatie aanleveren die op hen niet van toepassing is (inkomensgegevens). Ouders worden ook gevraagd redenen te geven voor een aanvraag voor aangepast vervoer terwijl de gemeente het SCIO opdracht geeft dit te beoordelen. GEGEVENS AANVRAGERS Het betreft gegevens als naam, adres, telefoonnummer, maar ook nationaliteit, sofinummer, nummer identiteitsbewijs en geldigheid legitimatiebewijs en bankrekeningnummer. Een groot deel (respectievelijk 37% en 47%) vult de gegevens in dit onderdeel niet volledig in. Dit heeft nauwelijks gevolgen voor de behandeling van de aanvraag. Een groot deel van de gegevens over de identiteit blijkt uit de kopie van het legitimatiebewijs dat ouders bij de eerste aanvraag dienen aan te leveren. Een bankrekeningnummer is alleen nodig als een vergoeding voor eigen vervoer of openbaar vervoer wordt verstrekt. INGANGSDATUM VERVOER Ouders worden gevraagd een concrete ingangsdatum te noemen. Ouders vullen zowel een concrete datum in, als een omschrijving zoals ‘nieuw schooljaar’. Bij deze
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 34
beoordeling zijn beide antwoorden als volledig aangemerkt. Respectievelijk 26% en 11% van de aanvragers geeft geen antwoord bij deze vraag. In het aanvraagformulier voor het schooljaar 2008-2009 is het formulier aangepast aan het gedrag van de ouders en is ook een antwoordmogelijkheid ‘nieuwe schooljaar’ toegevoegd. GEGEVENS SCHOOL Ouders geven wel de naam, het adres, plaats en telefoonnummer van de school in, maar maken veel fouten bij het invullen van het soort onderwijs. Ouders kunnen hiervoor kiezen uit basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. De omschrijving (voortgezet) speciaal onderwijs is in dit kader van toepassing op de cluster 1, 2, 3 en 4-scholen, de scholen die vallen onder de Wet op de Educatiecentra. Respectievelijk 47% en 32% van de ouders kiest een onjuist type. Zij kiezen de optie ‘speciale school voor basisonderwijs’ terwijl hun kind een school bezoekt die valt onder de WEC. De vergissing is begrijpelijk omdat deze categorie scholen ook onderwijs omvat aan kinderen van basisschoolleeftijd. Het type school dat hier aangegeven wordt is leidend voor de manier waarop enkele andere vragen ingevuld moeten worden, bijvoorbeeld de vraag over de eigen bijdrage. TYPE VERGOEDING Ouders wordt gevraagd of zij een vergoeding wensen voor openbaar vervoer, eigen vervoer of aangepast (taxi) vervoer. Op het aanvraagformulier is duidelijk aangegeven dat het verstrekken van aangepast vervoer in Heerenveen geen regel is maar uitzondering omdat de gemeente in principe uitgaat van een vergoeding voor openbaar vervoer. De meeste ouders maken hier een keuze. Of deze keuze ‘juist’ is blijkt pas na de beoordeling van het kind door het SCIO. Alleen bij eigen vervoer speelt de keuze van de ouders een bepalende rol. Ook hier heeft de keuze van de ouders wel gevolgen voor de manier waarop zij het verdere formulier invullen, vooral de vraag over aanvullende gegevens aangepast vervoer. AANVULLENDE GEGEVENS AANGEPAST VERVOER Aangepast vervoer is vervoer in een taxi, taxibusje of rolstoeltaxi. In het aanvraagformulier vraagt de gemeente naar de reden achter een aanvraag voor aangepast vervoer maar veel ouders begrijpen de vragen niet of niet volledig. In respectievelijk 47% en 32% van de beoordeelde aanvraagformulieren is deze vraag onjuist of onvolledig ingevuld. De gegevens die de ouders invullen spelen bovendien nauwelijks een rol bij de beoordeling van de aanvraag. Het SCIO adviseert over het benodigde vervoerstype. INKOMENSGEGEVENS Op grond van de verordening zijn inkomensgegevens van ouders alleen nodig als ouders een aanvraag doen voor vervoer naar een basisschool en kinderen niet gehandicapt zijn. Op het aanvraagformulier is aangegeven dat deze gegevens ook van belang zijn voor speciale scholen voor basisonderwijs. (De manier waarop de gemeente aanvragen beoordeelt wordt later behandeld.) Mede omdat ouders een foute keuze maken bij het type school is respectievelijk 68% en 42% van de aanvraagformulieren op dit punt onjuist ingevuld. Daarnaast wordt ouders standaard gevraagd (dus ook ouders die geen
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 35
aanvraag indienen voor vervoer naar een basisschool) inkomensgegevens aan te leveren en een machtigingsformulier in te vullen. VERKLARING GELOOFSOVERTUIGING Voor kinderen die vanwege de geloofsovertuiging vervoerd worden naar een school die niet de dichtstbijzijnde school is, is een verklaring van de ouders nodig. Op het aanvraagformulier wordt ouders gevraagd een dergelijke verklaring te ondertekenen. Deze ondertekening is opgenomen vlak boven de ondertekening van het formulier. Omdat uit het dossier niet blijkt in welke mate de door de ouders gevraagde school de dichtstbijzijnde was, is niet duidelijk in welke mate de verklaringen nodig zijn. LEGITIMATIEBEWIJS De meeste ouders (respectievelijk 95% en 89%) voegen, zoals het aanvraagformulier aangeeft, een kopie bij van hun paspoort of identiteitsbewijs. Voor de beoordeling van de aanvraag is een dergelijke kopie alleen nodig bij een eerste aanvraag leerlingenvervoer. Omdat de dossiers zijn opgebouwd per schooljaar is niet op te maken in welke mate ouders bij een mogelijk eerdere aanvraag al een kopie legitimatiebewijs hebben ingediend. INKOMENSGEGEVENS Deze inkomensgegevens zijn alleen nodig (op grond van de verordening) voor ouders van leerlingen die een school voor basisonderwijs bezoeken maar toch wordt in het aanvraagformulier hier standaard naar gevraagd, met bij de betreffende vraag een toelichting. Respectievelijk 95% en 74% van de meeste ouders geeft uit eigen beweging geen gehoor aan dit verzoek. RECENTE RAPPORTAGE De rapportage is van belang voor een (her)indicering door het SCIO. Als door het SCIO een meerjarige indicatie is afgegeven en de omstandigheden niet veranderd zijn, is een dergelijke rapportage dus niet nodig. In eerste instantie sturen weinig ouders een dergelijke rapportage op. De gemeente schort vervolgens de behandeling van de aanvraag op tot een dergelijke rapportage ontvangen is. Uiteindelijk is in respectievelijk 42% en 37% van de dossiers een rapportage aangetroffen. MACHTIGINGSFORMULIER Dit machtigingsformulier gebruikt de gemeente om bij de belastingdienst een IB-60 formulier op te vragen waarmee het verzamelinkomen kan worden bepaald. Op grond van de verordening is dit alleen van belang als de leerling een school voor basisonderwijs bezoekt. Van de onderzochte aanvragen hadden er slechts twee betrekking op dit type onderwijs. Toch vullen de meeste ouders (respectievelijk 16 en 13) een dergelijke machtiging in. Met de machtiging is ook het aanleveren van inkomensgegevens door de ouders in feite overbodig. Met ingang van het schooljaar 2008-2009 is de gemeente afgestapt van de werkwijze met de machtiging. In de praktijk leverde dit vaak vertraging op bij de behandeling van de aanvraag omdat de gegevens moeizaam werden verstrekt door de belastingdienst of door de belastingdienst naar het huisadres werden verstuurd
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 36
in plaats van naar de gemeente. Ouders worden nu gevraagd zelf een formulier aan te vragen en bij de aanvraag te voegen. Rechtmatigheid beschikkingen TIJDIGHEID Op grond van artikel 4.13 van de Algemene wet bestuursrecht dienen aanvragen voor leerlingenvervoer binnen 8 weken (56 dagen) afgehandeld te zijn. Als onvoldoende gegevens aangeleverd zijn om de aanvraag te beoordelen kan de gemeente de behandeling ‘opschorten’ (artikel 4.15 Awb). Deze termijn loopt vanaf de dag waarop om aanvullende gegevens is gevraagd tot de dag waarop deze gegevens ontvangen. Als tijdige afhandeling niet mogelijk is kan de gemeente de behandeling ‘verdagen’ met een ‘redelijke termijn (art 4.14 Awb). Onderzochte dossiers 2006-2007 2007-2008
19 19
Tijdigheid niet te 24 bepalen 3 4
Tijdig
Niet tijdig
13 15
3 0
Aantal dossiers met opschorting 12 5
Aantal dossiers met verdaging 1 0
In beide schooljaren is ongeveer 1/3 van de onderzochte en beoordeelbare aanvragen binnen de termijn (Awb) afgehandeld. VOLLEDIGHEID In de toekenningen wordt aangegeven welke voorziening is toegekend en wanneer deze voorziening ingaat. Als sprake is van aangepast vervoer wordt gemeld dat het vervoer in combinatie met andere kinderen wordt uitgevoerd. In alle beschikkingen wordt aangegeven dat ouders de mogelijkheid hebben tegen het besluit bezwaar aan te tekenen en hoe zij dit kunnen doen. Ook wordt gewezen op de mogelijkheid een voorlopige voorziening. Hiermee kan, als sprake is van spoedeisende omstandigheden, worden voorkomen dat het besluit onmiddellijk wordt uitgevoerd. Beschikkingen die een hogere kans hebben op beroep zijn afwijzingen. Hierbij is volledigheid extra belangrijk. De 18 afwijzingen uit het schooljaar 2007-2008 en de 6 afwijzingen uit het schooljaar 2008-2009 zijn beoordeeld op de volgende punten.
24
Of het aanvraagformulier, of de aanvullende gegevens hebben geen datumstempel van ontvangst gekregen.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 37
Wettelijke basis (artikelnummer) opgenomen Gemeld of hardheidsclausule is toegepast In de afwijzing wordt aanvrager doorverwezen naar een andere instantie Intrekken van toegekende tijdelijke voorziening
20072008 “ja” 10
%
56%
20082009 “ja” 5
%
83%
2 5
3% 28%
0 1
0% 14%
3
0%
0
14%
In respectievelijk 56% en 83% van de afwijzingen is een wettelijke basis voor het besluit opgenomen en in respectievelijk 3% en 0% is melding gemaakt van de hardheidsclausule. In de andere afwijzingen worden ouders niet attent gemaakt op de mogelijkheid die de gemeente heeft om de hardheidsclausule toe te passen. Naast de meer ‘technische’ zaken rondom de afwijzingen is ook beoordeeld op wat voor aanvragen deze afwijzingen betrekking hebben. 2007-2008
2008-200925
2
0
7
1
7
5
2
0
18
6
geen aanvullende gegevens verstrekt: niet beoordeelbaar aanvraag voor vervoer naar schooltype waarvoor de verordening niet geldt. aanvraag voor vervoer naar school binnen de kilometergrens Overig
De meeste afwijzingen (respectievelijk 7 en 5) hebben betrekking op aanvragen voor vervoer naar een school die op minder dan zes (bij een reguliere basisschool) of vier kilometer (bij speciaal onderwijs) afstand van de woning van de leerling ligt. In deze gevallen heeft de gemeente geoordeeld (na advies van het SCIO) dat de leerling op de fiets (eventueel met begeleiding) van de ouders naar school kan.
25
Het aantal afwijzingen in het schooljaar 2008-2009 is lager dan in 2007-2008. Dit heeft geen relatie met een gewijzigd beleid in dit jaar, maar met het feit dat op het moment van dit onderzoek het schooljaar 2008-2009 pas enkele maanden bezig is.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 38
JUISTHEID Om de juistheid van de beschikkingen te beoordelen moeten een aantal vragen beantwoord zijn. Hiervoor zijn 19 dossiers uit schooljaar 2006-2007 en 19 dossiers uit schooljaar 2007-2008 beoordeeld op de mate waarin uit het schriftelijke dossier blijkt of deze vragen verifieerbaar beantwoord zijn.
1. Woont de leerling in Heerenveen? 2. Voldoet de school aan de criteria in de verordening? 3. Is de afstand van de woning tot de school groter dan de kilometergrens? 4. Is de school de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en zo nee is door de ouders een verklaring van geloofsovertuiging ondertekend? 5. Is de leerling in staat om op de fiets of met het openbaar vervoer (evt. met begeleiding) naar school te gaan? 6. Voldoet het openbaar vervoer van het woonadres naar de school aan de criteria? 7. Is op basis van schooltype en inkomen ouders vrijstelling van het drempelbedrag of eigen bijdrage aan de orde? 8. Is toepassing van de hardheidsclausule aan de orde?
Verifieerbaar op basis van schriftelijk dossier ja ja ja deels
ja deels deels deels
Over het algemeen is de dossieropbouw uitstekend en kan de beoordeling van een aanvraag, ook aan de hand van de uitdraai van de motivatie bij een beslissing, goed worden gevolgd. Uitzonderingssituaties worden beschreven en door de toetsing door het SCIO baseert de gemeente zich op een onafhankelijk deskundig advies met betrekking tot de mogelijkheden van de betreffende leerling. Ook in die gevallen dat een aanvraag niet lijkt te passen binnen de grenzen van de verordening wordt de aanvraag uitgebreid beoordeeld. Twee situaties zijn aangetroffen van een werkwijze die strijdig is met de verordening. – In situaties die niet conform de verordening zijn dient het college te beslissen, en niet het afdelingshoofd. – Bij één dossier is geconstateerd dat een ouderlijke bijdrage is gevraagd terwijl dit op grond van de verordening niet aan de orde was. 1. Woont de leerling in Heerenveen? De gemeente controleert dit door een controle op de gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie. Via deze controle worden ook de juiste persoonsgegevens gekoppeld in het systeem dat voor het leerlingenvervoer wordt gebruikt. In vrijwel alle dossiers (respectievelijk 19 en 18) is een uitdraai van deze controle te vinden.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 39
2. Voldoet de school aan de criteria in de verordening? De enige melding van het type van de school in het papieren dossier is wat de ouders hebben aangegeven op het aanvraagformulier. Uit een vergelijking van de invoer in het systeem (met een controle via internet) en de informatie op het aanvraagformulier blijkt de informatie van de ouders in veel gevallen onjuist te zijn. In het papieren dossier is geen verifieerbare melding opgenomen van het type van de school. Uit een analyse van de afwijzingen blijkt ook dat dit punt beoordeeld wordt. 3. Wat is de afstand van de woning tot de school in kilometers? De afstand wordt berekend aan de hand van de routeplanner van de ANWB op internet. In de meeste dossiers (in beide jaren 16 van de 19) is een uitdraai van deze controle aanwezig. In de procesgegevens (een uitdraai van de beoordeling van de aanvraag) wordt in de gevallen dat een uitdraai ontbreekt wel melding gemaakt van eerdere berekeningen. 4. Is de school de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en zo nee is door de ouders een verklaring van geloofsovertuiging ondertekend? In de schriftelijke dossiers is niet terug te vinden of de school waar een leerling naartoe wordt vervoerd de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Medewerkers geven aan dat zij dit in voorkomende gevallen aantekenen in het elektronische dossier. Hierdoor is ook niet duidelijk of de verklaringen die ouders afleggen (zes aanvragen in 2007-2008) van toepassing zijn of niet. 5. Is de leerling in staat om op de fiets of met het openbaar vervoer (evt. met begeleiding) naar school te gaan? De gemeente beantwoordt deze vraag niet in alle gevallen verifieerbaar in het dossier. In de meeste gevallen is het oordeel wel verifieerbaar en gebaseerd op een onderzoek door het SCIO (in respectievelijk 14 en 12 dossiers). Medewerkers geven aan dat zij geen advies aan het SCIO vragen als de situatie op basis van de door de ouders aangeleverde gegevens duidelijk genoeg is. Dit is bijvoorbeeld het geval als uit de rapportage van een expert blijkt dat de leerling een zeer lage intellectuele ontwikkeling of zeer duidelijk beperkende fysieke handicaps heeft. Dit wordt volgens de medewerkers in voorkomende gevallen in het elektronische dossier aangegeven. 6. Voldoet het openbaar vervoer van het woonadres naar de school aan de criteria? De beoordeling wordt door de gemeente uitgevoerd met behulp van de internetsite 9292ov.nl en is in respectievelijk 15 en 8 van de onderzochte dossiers aangetroffen. Medewerkers geven aan dat in die gevallen dat een uitdraai niet in het dossier aanwezig is, uit het elektronische dossier blijkt dat een meerjarige indicatie voor aangepast vervoer is toegekend en een berekening daardoor niet nodig is (bijvoorbeeld als de leerling nog steeds jonger is dan 9 jaar). In de rapportage van het SCIO (indien aan de orde) wordt ook aandacht besteed aan de geschiktheid van het openbaar vervoer. De criteria die hiervoor gehanteerd worden zijn helder aangegeven. De wijze van beoordeling blijft vaak vaag. Het is aan de lezer van het dossier om aan de hand van (in sommige gevallen) handmatig toegevoegde schooltijden te berekenen of aan de voorwaarden is voldaan.
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 40
7. Is op basis van schooltype en inkomen ouders vrijstelling van het drempelbedrag of een eigen bijdrage aan de orde? Omdat het juiste schooltype alleen in het elektronische systeem is aangegeven blijkt dit niet duidelijk uit het schriftelijke dossier. Daarnaast was het voor 2006 niet gebruikelijk in Heerenveen om een bijdrage aan ouders te vragen. Vervolgens is besloten dit wel te gaan doen maar ouders die daar nog nooit mee in aanraking waren geweest hier niet alsnog mee te confronteren. Medewerkers geven aan dat zij deze laatste overweging niet in alle gevallen verifieerbaar opnemen in het dossier. De dossiers uit schooljaar 20072008 zijn op dit punt beoordeeld. In drie situaties is aan de ouders een drempelbedrag of eigen bijdrage opgelegd. Opvallend is dat dit in 1 dossier ook gebeurd is bij ouders wier kind naar een speciale school voor basisonderwijs gaat. Op grond van de verordening van Heerenveen is dit niet toegestaan. 8. Is toepassing van de hardheidsclausule aan de orde? In de beschikkingen is niet standaard opgenomen of de hardheidsclausule is toegepast. Dit blijkt wel uit het schriftelijke dossier hoewel ook hier de specifieke term hardheidsclausule niet altijd gebruikt wordt. Op grond van de verordening en de mandaatregeling is de toepassing van de hardheidsclausule voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders. In de praktijk is het oordeel aan de behandelende ambtenaar die in uitzonderingssituaties in eerste instantie contact dient op te nemen met de kwaliteitsmedewerkers die vervolgens het afdelingshoofd dienen te raadplegen. Dit contact is in een aantal gevallen gedocumenteerd in het dossier (dit is niet precies geanalyseerd). De wethouder geeft aan van dergelijke beslissingen informeel op de hoogte te worden gesteld.
Bijlage 12 Definitie leerlingenvervoer gemeente Heerenveen De gemeente Heerenveen gebruikt d volgende edfinitie voor leerlingen vervoer: Lerlingenvervoer is het vervoer van leerlingen van en naar de dichtstbijzijnde geschikte school, dan wel nar de dichtsbijzijnde school op grond van levensbeschouwing: - als deze verder dan de kilometer-grens van het woonadres ligt, of - als de leerling door een handicap geen grbuik kan maken van het openbaar vervoer. De vorm waarin leerlingenvervoer wordt vestrekt kan zijn: - een vergoeding voor kosten van openbaar vervoer - een vergoeding voor eigen vervoer - aangepast vervoer
Rekenkamercommissie Heerenveen: Bijlagen Leerlingenvervoer 41