Inhoud bijlagen 1. RESULTATEN VAN VERANDERPROGRAMMA UWV 2004................................................... 80 2. KWALITEIT EN RECHTMATIGHEID .................................................................................... 99 3. SOCIAAL MEDISCH HANDELEN ........................................................................................112 4. REÏNTEGRATIE ..................................................................................................................114 5. HANDHAVING....................................................................................................................122 6. VOLUMEONTWIKKELINGEN .............................................................................................124 7. ONTWIKKELING WERKVOORRADEN ...............................................................................132 8. INVOERING NIEUWE WET- EN REGELGEVING ...............................................................134 9. INFORMATIEVOORZIENING.............................................................................................139 10. BEVEILIGING EN PRIVACY ............................................................................................142 11. VERANTWOORDING ICT.................................................................................................144 12. UITBESTEDING ...............................................................................................................150 13. KERNCIJFERS UWV 2004 ...............................................................................................152 14. STATISTISCHE INFORMATIE .........................................................................................153 Ziektewet...............................................................................................................................153 Wet Arbeid en Zorg ................................................................................................................155 Poortwachter / Claimbeoordeling............................................................................................157 WAO ......................................................................................................................................164 WAZ.......................................................................................................................................167 WAJONG ................................................................................................................................170 WW (ontslagwerkloosheid).....................................................................................................173 Reïntegratie AG......................................................................................................................177 Reïntegratie WW ....................................................................................................................184 Toeslagenwet.........................................................................................................................189 BIA ........................................................................................................................................189 Collecterende functie ..............................................................................................................190 Distribuerende functie handhaving..........................................................................................191 Collecterende functie handhaving...........................................................................................198 Bezwaar en Beroep ................................................................................................................199 15. PROJECTENOVERZICHT 2004 ........................................................................................204
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
78
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
79
1. Resultaten van Veranderprogramma UWV 2004 Vooraf In deze paragraaf worden de resultaten van het Veranderprogramma ultimo 2004 beschreven. Zoals bekend is met ingang van 2005 het veranderprogramma ingrijpend gewijzigd. In overleg met het Ministerie is besloten in 2005 de hoogste prioriteit te leggen bij voortgang van de going concern en bij de invoering van het beleidsprogramma. Dat maakte ook een herijking van het Veranderprogramma voor 2005 in het najaar van 2004 noodzakelijk. In 2005 zullen vanuit de genoemde prioriteitstelling alleen de hoogst noodzakelijke projecten doorgang vinden, de overige projecten worden getemporiseerd naar 2006. Vanaf begin 2005 zal dus worden gerapporteerd vanuit de nieuwe programmastructuur. Aan het einde van deze bijlage is een vertaaltabel opgenomen die de overgang van de oude naar de nieuwe situatie weergeeft. In deze paragraaf wordt gerapporteerd vanuit de “oude situatie”, over de zestien programma’s die in 2004 werden onderscheiden.
Programma Walvis/WFSV Algemeen Het programma realiseert alle noodzakelijke aanpassingen op de bedrijfsvoering van UWV, zodat UWV vanaf 1-1-2006 de Sociale Verzekeringswetten voor de distribuerende functie conform WALVIS en de WFSV kan uitvoeren. Resultaten 2004 Wetgeving Goedkeuring van de wetgeving door het parlement (Walvis juni 2004 en Wfsv december 2004) heeft later plaatsgevonden dan gepland. De met deze wetten samenhangende lagere regelgeving is in 2004 niet afgerond. Deze uitloop van het traject van wet- en regelgeving heeft geleid tot vertraging in de uitvoering van het programma Walvis/Wfsv. Vertragingen hebben met name betrekking op de dagloonmodule en aanpassingen van de materiesystemen. Tot het moment van definitieve besluitvorming worden aanpassingen aan processen en systemen gebaseerd op uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn vooraf met het Ministerie van SZW gedeeld. In 2004 is nader zicht ontstaan op de definitieve vorm van de Loonaangifte 2006 en van de rekenregels met betrekking tot het bruto-/netto traject, hoewel deze laatste nog niet zijn voltooid. Invoering premieloon De voorbereidingen tot invoering van het premieloon per 1 januari 2005 zijn succesvol voltooid. Dagloon Het functioneel ontwerp en het detail ontwerp van de dagloonmodule zijn in 2004 beschikbaar gekomen. Een eerste audit op het detailontwerp is uitgevoerd door de accountantsdienst. Tevens is de bouw van de eerste release van de dagloonmodule gerealiseerd. De dagloonmodule wordt gebouwd door dezelfde leverancier die de polisadministratie bouwt. Hiermee is gewaarborgd dat beide in samenhang goed zullen functioneren. Aanpassingen aan processen en systemen Businessanalyses zijn nagenoeg afgerond. Systeemontwerpen voor die materiesystemen die een aansluiting krijgen op de polisadministratie zijn gestart en lopen door naar 2005. Procesontwerpen zijn grotendeels gereed. Testen Het mastertestplan Walvis is opgeleverd en goedgekeurd. Onderliggende testplannen zijn in ontwikkeling.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
80
Cleanmanagementprocedures Cleanmanagementprocedures zijn 2004 nagenoeg afgerond. Deze procedures moeten borgen dat wijzigingen op processen en systemen, die in revisie zijn, beheerst verlopen. Planning en herijking projectenportfolio UWV Het programma Walvis/Wfsv heeft zijn planning herijkt. Naast verschuivingen in de tijd is een strakke en gedetailleerde planning per materiewet opgesteld die leidt tot de invoering van Walvis en de Wfsv per 1 januari 2006. Daarnaast is besloten om de doelsystemen eerst in 2006 rechtstreeks op de polisadministratie aan te sluiten. Dat is verantwoord, omdat de materiesystemen voor gegevens uit de referteperiodes gekoppeld moeten blijven aan de basisregistraties. De basisregistra ties worden via een synchronisatiemechanisme geactualiseerd met nieuwe gegevens uit de polisadministratie. Conclusie 2004 heeft een aantal concrete resultaten opgeleverd: Invoering premieloon, een dagloonmodule, businessanalyses en een groot deel van sys teem- en procesontwerpen en een mastertestplan. Het programma Walvis heeft op een aantal deelactiviteiten een beperkte achterstand opgelopen. Hoewel een deel van de verschuivingen in de planning binnen het jaar 2004 zijn opgevangen, schuiven een aantal ontwerp- en bouwactiviteiten door naar 2005. Het uitblijven van definitieve besluitvorming over nadere wet- en regelgeving blijft vooralsnog een aanhoudend punt van zorg.
Programma Sub (Polisadministratie en Werkgevers) Algemeen Dit programma realiseert de overgang van heffen en innen per 1-1-2006 naar de Belastingdienst inclusief de overgang van personeel. Daarnaast wordt de Polisadministratie onder dit programma gebouwd en eveneens per 1 -1-2006 operationeel opgeleverd. Binnen het programma wordt een actief beleid gevoerd om medewerkers die niet kunnen overgaan naar de Belastingdienst van werk naar werk te begeleiden. Daarnaast worden afspraken gemaakt en gerealiseerd rondom het afmaken van resterende taken en de inrichting van bijzondere premietaken die niet naar de belastingdienst overgaan. Er is een serviceorganisatie ingericht die deze taken uitvoert. Resultaten 2004 SUB Overgang van personeel naar de Belastingdienst In verband met de overgang van taken gaan 800 fte’s over naar de Belastingdienst. De overgang krijgt zijn beslag in drie tranches. Eind 2004 is conform de planning gestart met de selectie van de medewerkers voor de eerste tranche. Voorts is er aan het eind van het verslagjaar een convenant tussen UWV en Belastingdienst gesloten, waarin de spelregels rondom de overgang van UWVmedewerkers naar de Belastingdienst zijn neergelegd. Aanpassing planning Als gevolg van nieuwe inzichten op het terrein van de Loonaangifte 2006 en de nieuwe loon- en premieberekening zijn de ontwerpbeslissingen voor de automatisering bijgesteld. Hierdoor zijn de planningen en het gezamenlijke masterplan in september en oktober 2004 substantieel aangepast. Op basis van de nieuwe planning blijft UWV in staat de implementatie van de Wfsv tijdig te realiseren. Wet- en regelgeving De voorgenomen wetswijzigingen met betrekking tot WIA en de nieuwe zorgverzekeringswet (ZVW) zijn van directe invloed op de invoeringstrajecten van Walvis en Wfsv. Zij hebben in elk geval gevolgen voor de inhoud van de gegevenshuishouding van d e Polisadministratie en de uitkerings- en premiesystemen. De inpassing per 1 januari 2006 van deze nieuwe, ingrijpende aanpassingen van bestaande of nieuwe wet- en regelgeving vraagt opnieuw om inzet van verandercapaciteit van UWV. Ten aanzien van de ZVW lijkt het vooralsnog mogelijk deze samen met de Wfsv per 1 januari 2006 in te voeren. Duidelijk is inmiddels dat invoering van de Invoeringswet WIA die medio december 2004 voor een uitvoeringstoets aan UWV is voorgelegd, per 1 januari 2006 onmogelijk is gezien de samenloop met Walvis/SUB.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
81
Polisadministratie Per 1 januari 2006 moet sprake zijn van een operationeel systeem en een operationele organisatie, waarmee door Polisadministratie voldaan wordt aan de wettelijke en contractuele eisen. Automatisering In 2004 is de Europese aanbesteding voor de bouw van een belangrijk deel van de ICTvoorzieningen afgerond. In aansluiting hierop is de softwareleverancier gestart met de bouw. Voorts zijn in 2004 het “Request for information” en het “Request for proposal” (RFI en RFP) ten behoeve van het rekencentrum (de voorziening voor de technische ondersteuning) gepubliceerd. Medio augustus is gestart met de technische realisatie van een synchronisatiemechanisme tussen de Polisadministratie en de basisregistraties. Deze voorziening is nodig om te garanderen dat beide registraties in de overgangsjaren dezelfde gegevens bevatten. Voorbereiding van het terugvalscenario polisadministratie UWV heeft in het kader van de UWV-vorming een nieuwe bedrijfsarchitectuur in ontwikkeling genomen. De polisadministratie dient op deze architectuur aan te sluiten. Samen met C-ICT, de accountantsdienst UWV en een onafhankelijk bureau heeft SUB een Pre Integratie Test van de referentiearchitectuur UWV uitgevoerd. Naar aanleiding van het resultaat van de Pre Integratie Test is er een alternatief pad ingeslagen waarbij de referentiearchitectuur UWV is verlaten teneinde meer zekerheid te verkrijgen dat met de Polisadministratie kan worden voldaan aan WFSV en Walvis. Daarom zijn voorbereidingen gestart voor een terugvalscenario. In september zijn de volgende beheersmaatregelen door het programma voorgesteld en in december door de RvB bekrachtigd: 1) het programma polisadministratie levert per 1 januari 2006 niet alle functionaliteiten op. Vastgesteld is wanneer welke functionaliteit beschikbaar moet zijn. De planning is hierop afgestemd. 2) Met de belastingdienst wordt een gezamenlijke planning (masterplan) opgeleverd over de gehele SUB-keten. De wederzijdse afhankelijkheden (in totaal en per plateau) moeten daarin zijn geborgd. 3) Samen met C -ICT, Cap Gemini, de accountantsdienst UWV en een onafhankelijk bureau is een Pre Integratie Test van de referentiearchitectuur UWV uitgevoerd. Het terugvalscenario geeft de grootst mogelijke zekerheid dat het UWV p er 1 januari 2006 (en verder) minimaal kan voldoen aan de wettelijk eisen en aan de contractuele verplichtingen ten opzichte van de interne en externe partijen. Financiële consequenties Begin 2005 zijn de financiële consequenties van de planningswijziging in kaart gebracht. Er is op dit moment geen aanleiding te veronderstellen dat de beschikbare budgetten onvoldoende zullen zijn. Serviceorganisatie De Serviceorganisatie WG heeft als doel het transitieproces van UWV / WG zodanig effectief te laten verlopen dat medewerkers optimaal van werk naar werk worden begeleid. De feitelijk gerealiseerde afbouw van de WG-organisatie is conform planning verlopen. Dit betekent dat zo’n 375 WG-medewerkers in 2004 de divisie verlaten hebben. Het beginsel ‘van werk naar werk’ heeft zodoende in de praktijk daadwerkelijk invulling gekregen. Een effect is dat deze mensen later geen beroep doen op het Sociaal Plan. Conclusie Het programma is op onderdelen bijgesteld. In het project Polis zijn voorbereidingen gestart voor een terugvalscenario. Met dit scenario kan de polisadministratie per 1 januari 2006 voldoen aan de wettelijke eisen en aan de contractuele verplichtingen ten opzichte van de in- en externe afnemers.
Programma fo/bo (inrichting front office/back office) Algemeen Binnen UWV is gekozen voor decentrale uitvoering waarbij 17 regio’s zijn vastgesteld. Tevens is gekozen voor een front- en backoffice concept. Binnen elke regio wordt één gecombineerde UWVbackoffice/frontoffice vestiging gerealiseerd. Daarnaast worden 10 zgn. stand-alone frontoffices gerealiseerd. Uiterlijk 31-12-2008 moet het resultaat bereikt zijn.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
82
Resutaten 2004 Bij de FoBo -vorming wordt onderscheid gemaakt tussen de planfase en de uitvoeringsfase. In de planfase is het Huisvestingsbeleid UWV vastgesteld (2003) en is advies aan de Ondernemingsraad gevraagd en gekregen. Dit traject is in de eerste helft 2004 afgerond. Eind september 2004 is besloten dat UWV de komende tijd uitgaat van handhaving van de divisiestructuur. Voor de FoBo -ontwikkelingen betekent deze keuze dat voor de korte termijn niet langer integrale sturing van de uitvoeringsprocessen in de regio wordt nagestreefd. Concentratie van de uitvoering op een beperkt aantal front- en backofficelocaties in het land blijft wel onverminderd e en doelstelling. Per 1 oktober 2004 zijn de 15 FoBo-trekkers vervangen door 9 FoBo-inrichters. De belangrijkste deelaspecten van de opdracht van de FoBo -inrichters zijn huisvesting, personele migratie, gevalsmigratie en ict. De door de Fobo-inrichters op te stellen regioplannen worden vervat in één overkoepelend projectplan. Dit plan wordt opgesteld is samenspraak met het programma Huisvesting, en de directoraten C -ICT en F&I. Definitieve besluitvorming over de uitvoeringsfase moet nog plaatsvinden. In 2005 moet de grote omslag van planfase naar realisatiefase plaatsvinden. Conclusie Het programma is als gevolg van het besluit tot handhaving van de divisiestructuur heringericht. De regio’s hebben hun deelplannen aangeleverd. Op dit moment wordt in samenspraak met (het masterplan) huisvesting, ICT en F&I een overall plan opgesteld.
Programma OAT ( Ontvlechting Andere Taken ) Algemeen Het programma “Ontvlechting Andere Taken” heeft tot doel dat ultimo 2004 alle niet-wettelijke taken, van UWV zijn beëindigd. Ten aanzien van de O&O sector zijn aanvullende afspraken gemaakt. Het programma ziet toe op de doorvoering van systeemaanpassingen en afsplitsingen van processen, systemen en mensen. Het doel is de bestaande UWV systemen “schoon” te convergeren naar de targetsystemen. Het programma is een regieprogramma waarvan de activiteiten worden uitgevoerd door de lijn. Resultaten 2004 In 2004 liep in de realisatiefase van het programma een aantal projectgroepen voor de ontvlechting andere taken bij de opdrachtgeve rs ex SFB, ex-Gak, ex-GUO en ex-Cadan en een aantal lijnwerkgroepen voor de uitvoering van de aanvullende afspraken ten aanzien van de O&O sector (ex USZO). Gelet op de beweeglijkheid van het programma werd een deelproject risicomanagement toegevoegd dat zich onder meer richtte op de relaties van het programma OAT met de andere veranderprogramma’s. In het vierde kwartaal zijn alle systeem- en procesaanpassingen getest en geïmplementeerd en heeft de overdracht van dossiers aan de opdrachtgevers plaatsgevonden. Ultimo 2004 is een situatie bereikt waarin de contracten die door ex-uvi’s zijn afgesloten ten aanzien van de afhandeling van niet wettelijke taken, beëindigd zijn. De uitvoering is gestopt, de juridische aspecten zijn afgedekt en de systemen zijn aangepast (UWVdeel) of overgedragen. Er resteert in 2005 nog nazorg voor een beperkt gebied. Naar verwachting zal het programma eind tweede kwartaal 2005 volledig worden gedechargeerd. Voor de O&O sector zal overdracht van taken later (uiterlijk 2008, WW, respectievelijk uiterlijk 2011, AG) plaatsvinden. Met de uitzendbranche (ABU) is afgesproken dat de dienstverlening wordt gecontinueerd tot september 2005. Dit valt samen met de overgang van de uitvoering ZW naar het nieuwe systeem (ZWALUW) Conclusie Programma wordt volgens schema in 2005 afgerond.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
83
Programma POAA (Overheadreductie) Algemeen Dit programma had als doelstelling dat op 1-1-2007 de staf- en steundiensten zijn ingericht conform het nieuwe besturingsmodel . Daarnaast zijn de staf- en steundiensten dan aanzienlijk afgeslankt (2.340 fte’s minder eind 2006). Eind 3e kwartaal heeft de RvB besloten de invoering van het nieuwe besturingsmodel uit te stellen tot na 1-1-2008. Tevens is besloten om wel onverkort vast te houden aan de totale POAA reductiedoelstelling van 2.760 fte. M.u.v. de werkvelden Werkprocessen en Management & Beleid zijn de IM-plannen op de bovengenoemde besluitvorming aangepast en voorzien van een addendum waarin de reductietargets van de werkvelden naar organisatieonderdeel zijn weergegeven. Resultaten 2004 OR advies afgerond/ uitgebracht Nadat tussen bestuurder en OR overeenstemming is bereikt inzake de (vier) algemene randvoorwaarden m.b.t. het POAA – adviestraject is eind december 2004 door de OR haar eindadvies uitgebracht aan de bestuurder. UWV functieprofielen zijn voorzien van competenties De UWV-sleutelfuncties zijn vastgesteld en voorzien van competenties Functieprofielen per werkveld zijn opgesteld De functieprofielen per werkveld zijn nog niet gereed, omdat de sleutelfuncties pas aan het eind van het 3 e kwartaal definitief door de RvB zijn vastgesteld. De verwachting is dat deze in het 1e kwartaal 2005 gereed zullen zijn. Werken aan UW(V) perspectief Doordat het OR traject is vertraagd, is aan dit traject nog onvoldoende invulling gegeven. Tevens heeft het RvB besluit met betrekking tot de inrichting van een directoraat Mobiliteit de aanpak van de reductie zich verschoven van het mobiel maken van het personeel naar het uitwerken van “juridische regels” (CWI) opdat medewerkers boventallig verklaard kunnen worden. Deze aanpak plant het moment waarop de aanzeggingsgesprekken zullen plaatsvinden. Reductiedoelstelling 2004: 400 Fte’s De doelstelling om de omvang van de overhead ultimo 2004 maximaal 4300 Fte’s te laten zijn is ruimschoots gerealiseerd. De reductiedoelstelling voor 2005 (734 Fte’s) is reeds voor ruim 65% gerealiseerd. Conclusie Als gevolg van het besluit om de nieuwe besturingsuitgangspunten niet per 1-1-2006 te introduceren, maar wel de reductietargets te handhaven is het karakter van het programma veranderd. Hier bovenop zijn als gevolg van bedrijfseconomische ontwikkelingen extra reductiebesluiten genomen. De nadruk ligt nu op het realiseren van de overall reductietaakstelling UWV, waarvan de overheadreductie een onderdeel is. De wijze waarop deze overall taakstelling moet worden gerealiseerd, is de taakstelling voor het directoraat Mobiliteit.
Programma WW/ financieel afhandelen Algemeen Dit programma realiseert vooral de convergentie van een aantal ex-uvi systemen naar het UWVdoelsystemencomplex en de uniformering van de werkprocessen. De werkprocessen richten zich op het uitgangsprincipe ‘Werk boven Uitkering’. De divisie WW bereidt zich (evenals de divisie AG) tevens voor op de implementatie van Walvis. De werkprocessen ten aanzien van excasso en invordering als onderdeel van Financieel Afhandelen (FA) en het komen tot één FA- systeem, worden eveneens binnen dit programma gerealiseerd.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
84
Resultaten 2004 Project Convergentie Cadans Het jaar 2004 kenmerkte zich door de migratie van lopende gevallen uit oude systeemcomplexen (BVG & Detam) naar het nieuwe systeemcomplex UWV WW-Systeem. Het project is op 6 november 2004 formeel geëindigd. Voor wat betreft het Ketenprogramma zijn niet alle doelstellingen gerealiseerd. Vertragingen binnen de keten en dus ook bij de ketenpartners hebben geleid tot een verschuiving van een deel van het programma naar 2005. Project Historie De doelstelling is het veiligstellen van de historische data Ontslag Werkloosheid & Overige Soorten Werkloosheid van de verlatende systeemcomplexen van UWV-Cadans, UWV-GUO en UWV-GAK. Na afronding van een globale analyse en de goedkeuring van het projectplan is de detailanalyse voor UWV-Cadans uitgevoerd. Voor het veiligstellen en ontsluiten van de historische data zijn opdrachten inmiddels verstrekt. De proefconversie voor Cadans Detam is afgerond en wordt getest. De proefconversie voor BVG zal de eerste week van januari afgerond worden. Het realisatieplan, mastertestplan, implementatieplan en beheerplan zijn opgesteld. Convergentie GUO Doelstelling is het migreren van Ontslag-WW gevallen van GUO verzekerden naar doelsysteemcomplex UWS. In 2004 zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoering van nieuwe aanvragen en migratie van lopende GUO-uitkeringen. Die starten in het voorjaar van 2005. De informatieanalyses zijn uitgevoerd, de bouw heeft plaatsgevonden en de functionele acceptatietest is uitgevoerd. Daarnaast zijn het mastertestplan en onderliggende plannen opgeleverd. De implementa tiestrategie is uitgewerkt. Ook is de opleidingsstrategie uitgewerkt en is begonnen met de ontwikkeling van opleidingen. De aanpassing van AO en werkinstructies is gestart. Er is een communicatieplan met detailplanning opgeleverd. Convergentie OSW Doelste lling voor 2004: Aanpassing van de voor Overige Soorten Werkeloosheid (OSW) te gebruiken systemen voor de verwerking van alle UWV-cliënten en implementatie hiervan voor de verwerking van Cadans- en GUO-gevallen. In 2004 is het merendeel van de resultaten behaald. Van het WW -faillissementensysteem (WWF) is alleen de ‘Nota’s en Werkbriefjes’- functionaliteit uitgesteld tot volgend jaar. Terwijl in eerste instantie bedacht was om het Werktijdverkortingsysteem (WTV) onder te brengen in GAK-Nieuwe WW (GAK-NWW), is na analyse besloten ook dit in het vorst WW-systeem (VWW) onder te brengen. Dit reduceert het gebruik van het aantal systemen en stelt UWV in staat om eerder het GAK-NWW systeem uit te faseren. Project Werkproceskoppelingen • Suwinetmail Het ICT mailbeleid is aangepast op gebruik. De activiteiten zijn afgerond in 2004. • Modulaire aanvraagset WW Doelgroepgerichte aanvraagset (9 sets) is conform projectplan samen met CWI in 2004 vastgesteld. • Werkproceskoppeling Vooraankondiging WW Conform projectplan is de Werkproceskoppeling per 1-6-2004 gerealiseerd. • Werkproceskoppeling Reïntegratie Advies & Kennisgeving Op dit onderdeel is vertraging ontstaan aan CWI-zijde als gevolg van de bouw en implementatie van Sonar bij CWI. De mijlpaal "Integraal in productie" per 1/7/2005 is niet gewijzigd. Project Reïntegratiecoaching WW (klantmanagement) Volgens plan is op 1-7-2004 een rapportage en adviesrapport opgeleverd Daarnaast zijn conform plan, resultaten en aanbevelingen opgeleverd voor een doe-het-zelfpakket voor de cliënt en de Reïntegratietelefoon. Het begin van ketenbeproevingen heeft een iets latere start gekregen. De streefdatum voor de start van de implementatie per 1-10-2004 is niet haalbaar gebleken. Een nieuw sociaal beleid UWV was in ontwikkeling. Hieraan moet het implementatieplan getoetst worden. Daarnaast heeft nog een inhoudelijke verzwaring van het functieprofiel voor Reïntegratiecoach plaatsgevonden. Een functieprofiel voor de Teammanager RC WW is opgesteld en toegevoegd. Het Implementatieplan is het begin december vastgesteld. De startdatum van de implementatie hangt af van het advies van de OR. Vooruitlopend op de formele implementatie vindt op verscheidene locaties in het land op projectmatige basis een "proef"uitrol van de
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
85
Spilfunctie plaats. Daarnaast heeft een aantal activiteiten uit het implementatieplan al plaatsgevonden . Het jaar is afgesloten met het opleveren van een voorstel implementatieplan voor 2005. Ontwikkeling MCP/DKP In 2004 vond verdere optimalisatie van Minimum Controle Programma (MCP) plaats en werden twee automatiseringsprojecten uitgevoerd. Deze hadden betrekking op de bouw van de steekproeftools “Ontslagwerklozen” en “Overige soorten werkloosheid” van ex-uvi Bouw. Beide zijn gerealiseerd. In 2004 hebben de “leergangen kwaliteit UWV” aan medewerkers kwaliteit en de leergang “Integraal beoordelen processen (IBP)” aan medewerkers interne controle volgens plan plaatsgevonden. RCS/OPB (Rekening Courant Systeem) Project heeft voldaan aan de gestelde doelen en zal in januari zijn implementatie hebben. De gebruikersdocumentatie was 1 oktober gereed. Gebruikers Acceptatie Test was op 1 december (geslaagd) afgerond. Uniform Invordermodel Op 1 juli was er het in productie nemen van het Uniform Invordermodel voor de Ex-bouw populatie. Eind november vond de productie plaats van de rekenmodule Aflossingscapaciteit. Onder andere door de invoering van de wet TRI is de implementatie van het Uniform Invordermodel voor de ex-GAK populatie uitgesteld naar 24 -1-2005. Uniform Excassomodel Op 18 oktober was er de realisatie van het ledennummer 15 posities RCS en Invorderen en de realisatie van het Functioneel Deel Proces voor het ontsluiten van de Basisregistraties en de Operational Datastore -gedoogoplossing (ODS). Het ontsluiten van de BRS-GAK voor RCS en het invorderen via gedoogoplossing was in november. Conclusie De realisatie van het programma ligt grotendeels op schema.
Programma AG/Ziektewet (uitvoering arbeidsongeschiktheidswet) Algemeen Het programma richt zich op convergentie van de sys teemcomplexen m.b.t. beheren en betalen in de back-office, inclusief het uniformeren van de werkprocessen van zowel WAO als ZW. Daarnaast vindt innovatie van de sociaal medische functie (front-office) en de ZW plaats, wordt de stuur- en verantwoordingsinformatie verbeterd en vindt implementatie van de kwaliteitsvisie plaats. Resultaten 2004 Project Werk Boven Uitkering (WbU) Vanuit het project wordt gewerkt vanuit twee stromingen die met elkaar zijn verbonden: (A) de kwaliteit van inrichting (instrumentele kant van de verandering) en (B) de kwaliteit van samenwerking (attitudeverandering). Er worden drie klantgroepteams ingericht: WAJONG-, ZWArbo- en een claimteam. Tevens wordt een communicatieplan opgesteld waarin een ontwikkeld leerprogramma voor managers is opgenomen. In samenhang met de begroting volgen regionale plannen van aanpak WBU in januari 2005. A: Kwaliteit van inrichting De procesverbeteringen voorgesteld in de visienota ‘Werk boven uitkering’ zijn per klantgroep nader geconcretiseerd. De nieuwe werkprocessen zijn op hoofdlijnen gereed. De WbUdoelstellingen zijn voor iedere klantgroep geformuleerd. De competentieprofielen van de AD, VA, PB en MC zijn aangepast aan de WbU-visie
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
86
B: Kwaliteit van samenwerking De belangrijkste activiteiten die in november onder deze noemer hebben plaatsgevonden en meegenomen zijn in de werkconferenties voor regiomanagers en regiodirecteuren, zijn: een leerprogramma voor het management AG is ontwikkeld in samenwerking met de UWV academie (een zogenaamd cascademodel). Dit leerprogramma richt zich op het verbeteren van de onderlinge communicatie tussen de diverse managementlagen en op de rol van het management om de benodigde attitudeverandering binnen AG te richten en verrichten. Een lesplan basismodule Arbeidsdeskundige naar Reïntegratiecoach is ontwikkeld ten behoeve van methodisch reïntegreren. ZWALUW Het programma Ziektewet Aanpassingen in het kader van UWV-vorming (ZWALUW) heeft als doel het uitvoeringsproces van de Ziektewet van de zes ex-uvi’s opnieuw in te richten en te optimaliseren, dat wil zeggen: één organisatie, één werkproces, één systeemcomplex en de uitvoering van de ZW op 9 backoffice lokacties. Hiervoor zijn in 2004 voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling, systeemontwikkeling, testen, opleiding & organisatieontwikkeling én conversie & implementatie. De invoering van de nieuwe ZW organisatie is gepland op 1 september 2005. Vanaf dat moment worden alle ziekmeldingen volgens het nieuwe werkproces afgehandeld. Inregeling Kwaliteitsmanagementsysteem in divisie AG De activiteiten van dit project moesten ertoe bijdragen dat de regio’s en de divisie AG in 2005 certificeerbaar zijn. Deze doelstelling is door het project gerealiseerd: • Het kwaliteitshandboek is gereed. • De bevindingen audits zijn gehouden; • De afspraken m.b.t. de certificering zijn gemaakt; Kwaliteitsregistratiesysteem UWV Het doel van dit project is om de functionaliteiten van bestaande kwaliteitssystemen te migreren tot één uniform kwaliteitsregistratiesysteem voor de divisies AG, WW, IR en B&B. Deze doelstelling is door het project gerealiseerd. Een deel van de testfase loopt door in januari 2005, waarbij er met de staande organisatie afspraken gemaakt zullen worden over het oppakken van de “losse eindjes”. SMF Essentieel Het project heeft als doel een ingevoerd en geaccepteerd geïntegreerd informatiesysteem voor Cadans (2004) en GUO/USZO (2005), een opgeleide gebruikersorganisatie en koppelingen naar andere relevante informatiesystemen. In het 3 e kwartaal is besloten de scope van het project te beperken tot alleen Cadans. De beoogde start van de integrale implementatie per het 3 e kwartaal 2004 is als gevolg van de uitloop van PUIK verschoven naar 2005. Daarnaast zijn gedurende de ontwerpfase en de realisatiefase de consequenties van ASB duidelijk geworden. Voorafgaande aan het hoofdtraject is in april 2004 ADWork geïmplementeerd en is in oktober een bijgewerkte versie in gebruik genomen. Operationaliseren-RWP Met enige vertraging zijn de gestelde mijlpalen in 2004 gerealiseerd, inclusief een beperkte uitrol van O-RWP voor Cadans vanwege de opgetreden vertraging binnen het project SMF Essentieel. SPORT Medewerkers van de divisie AG zullen in het kader van “Werk Boven Uitkering” op een nieuwe wijze moeten gaan (samen) werken. Daartoe is een trainingsprogramma ontwikkeld. In 2004 zijn 135 groepen getraind. Reductie WAO Systemen (RWS) fase II (migratie Cadans BVG naar UWV-1) De invoering van RWS fase II (convergentie Cadans BVG naar UWV 1 systeem) is in 2004 uitgesteld met een periode van 5 maanden. Binnen de aangepaste planning heeft in oktober 2004 een succesvolle implementatie plaats gevonden. Het project bevindt zich in de nazorgfase, die in de eerste 2 maanden van 2005 wordt a fgesloten.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
87
RWS fase III (migratie Cadans Detam naar UWV-1) Het businessontwerp migratie Cadans Detam naar UWV-1 en het schoningstraject zijn afgerond. Verder heeft de eerste proefconversie plaatsgevonden. De overige deelprojecten, waaronder systeemaanpassingen zijn gestart. Alle deelplannen voor RWS fase III alsook het overall plan van aanpak fase III zijn opgeleverd. In de tweede helft van 2004 is de planning van dit project aangepast omdat de uitvoering van RWS fase II prevaleerde. Dat betekent dat een aantal activiteiten uit 2004 wordt doorgeschoven naar 2005. Overigens heeft dit geen consequenties voor de einddatum van het project. WAO Buitenlandgevallen De gevalsbehandeling van Cadans BVG, Cadans Detam en Bouw zijn overgedragen aan afdeling Bijzondere Zaken van vestiging Amsterdam. Tevens zijn de gevallen geconverteerd naar het betreffende Gak-systeem complex. De betalingen van de buitenlandgevallen Uszo zijn niet overgedragen aan Amsterdam. Dit heeft te maken met de gemaakte afspraken met het Ministerie van SZW met betrekking tot verlenging van de duur ‘afhandeling bovenwettelijke taken’ van de sector O&O. De frontoffice activiteiten voor de Uszo-gevallen zijn wel overgenomen. Het project is in 2004 beëindigd. Formele decharge volgt in 2005. Wajong In 2004 zijn de dossiers van Bouw, Cadans-B en Cadans-D zijn overgedragen aan de afdeling Bijzondere Zaken in Amsterdam. De mogelijke Uszo-gevallen (ongeveer 40) zijn onderzocht en in beeld. De overdracht van Wajong-dossiers wordt feitelijk uitgevoerd door afdeling Bijzondere Zaken te Amsterdam. Het project is in 2004 beëindigd. Formele decharge volgt in 2005. Eigen Risicodragen WAO Per 1 juli is het aantal aanvragen Eigen Risicodragen WAO enorm gestegen Door de toename van het werkaanbod voor de uitvoering en door de verscheidenheid in (van oudsher bestaande) procedures, is gekozen voor een projectmatige aanpak. In 2004 zijn de volgende belangrijke mijlpalen gerealiseerd: de afhandeling van de 1 juli aanvragen Eigen Risicodragen WAO (ER-WAO) voor Gak en Guo is belegd. De 1 juli aanvragen ER-WAO van Cadans, Bouw en Uszo zijn afgehandeld. De 1 juli aanvragen van Gak en Guo zullen per 1 april 2005 zijn afgehandeld. Verder wordt voorzien in een structurele UWV-brede oplossing voor deze probleemste lling vanuit de optiek van ‘Uitvoering en perspectief’. Interne en externe deregulering De doelstelling van het project is het afschaffen, vereenvoudigen en/of stroomlijnen van bestaande interne regelgeving binnen AG om daarmee een structurele besparing in de kosten van uitvoering te bewerkstelligen (doelstelling € 25 miljoen) en de doelmatigheid van de uitvoering van de werkzaamheden te vergroten. Met de realisatie van de dereguleringsvoorstellen wordt invulling gegeven aan besparingen die reeds onderdeel waren van de in 2004 ingeboekte efficiencydoelstellingen (die ten laste van de begroting 2004 zijn gebracht). Met de inmiddels afgeronde voorstellen is al een bedrag aan besparingen gerealiseerd. Invoering nieuwe wet- en regelgeving In december zijn de volgende uitvoeringstoetsen afgerond: • de uitvoeringstoets gevolgen verlaging leeftijd van 55 naar 50 jaar in Sociaal Akkoord 5 -112004 voor aSB; • de prétoets voor status Wijziging ArbeidsGehandicaptenbesluit (no-risk polis); • de prétoetsen Lagere Wet – en regelgeving voor zowel WIA als iWIA. In december is gestart met de Uitvoeringstoets voor de Invoeringswet WIA (= iWIA). De haalbaarheid van invoering van WIA-AG-2006 in diverse systeemcomplexen AG is onderzocht. Vooralsnog wordt één systeemcomplex (RESA/FASA) aangepast ten behoeve van de uitvoering WIA-AG-2006 Daarnaast is begonnen met : • de uitvoeringstoets voor status Wijziging ArbeidsGehandicaptebesluit (no-risk polis); • de prétoets voor schrappen verzekeringsplicht voor WAO-gerechtigden binnen EU; • de prétoets besluit beperking ERD WAO per 1-10-2005, in samenwerking met divisie WG.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
88
Implementatie herbeoordelingen aangepast schattingsbesluit per 1 oktober De herbeoordelingsoperatie is per 1 oktober 2004 gestart, met tijdige oplevering van nagenoeg alle beoogde resultaten. De verwachting is d at de nazorg (optimaliseren werkprocessen en rapportages) tot begin 2 e kwartaal 2005 zal duren. Hiervoor is een projectvoorstel voor 2005 ingediend. Wet verlenging loondoorbetalingverplichting bij Ziekte De aanleiding voor de Wet Verlenging Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte (VLZ) is het verder versterken van de verantwoordelijkheden van werkgever en werknemer voor de aanpak van het ziekteverzuim. Als gevolg van vertraging in de externe besluitvorming zijn enige activiteiten vertraagd doorgevoerd. Het project is gerealiseerd, behoudens dat in januari nog enige coachingsdagen en een voorlichtingsdag HK plaatsvinden. Conclusie Belangrijke resultaten in 2004 zijn de volledige implementatie van RWS fase II, de tijdige aanpassing van het project Aanpassen Schattingsbesluit en het opleveren van het vooronderzoek WIA. Daarnaast is het plan van aanpak project WBU opgesteld.
Programma (Inkoop) Reïntegratie Algemeen De maatregelen die in het programma worden getroffen richten zich op een snelle reïntegratie van verzekerden in het arbeidsproces. Een resultaat daarvan zal zijn een aantoonbare beperking van de programmakosten. Resultaten 2004 Modernisering AVZ/MIR De applicatie is per 1/1/2005 opgeleverd. In januari 2005 worden de conversie, de implementatie en de opleiding uitgevoerd. Tijdens het project zijn functionaliteiten waarmee in het projectplan geen rekening was gehouden, zoals het voorbereiden op de mogelijkheid tot verwerking van elektronische facturen alsnog opgenomen. Intensivering monitoring Het project is per 1 juli 2004 beëindigd. De eindrapportage is door de opdrachtgever en RvB goedgekeurd en toegestuurd aan SZW. Frontoffice/Backoffice IR In januari 2005 vindt een gesprek plaats met OR over adviesafhandeling van het IM-pla IR. Project is decharge verleend met ingang van uiterlijk 1 april 2005. Alle activiteiten worden opgenomen in going concern. ESF Het inzetten van cofinanciering van reïntegratietrajecten vanuit het ESF is in 2004 voorbereid. Het project ESF maakt inmiddels onderdeel uit van het veranderprogramma WBU. Conclusie Het programma IR ligt op schema.
Programma Bezwaar en Beroep ( B&B) Algemeen Het programma realiseert eind 2004 een eenheid bezwaar en beroep (verzekerden) die is ingericht volgens het fo/bo concept, met één werkproces en één ondersteunend systeem. Waar mogelijk wordt innovatief gewerkt aan verbetering van de dienstverlening. Een voorbeeld hiervan is de pilot mediation als middel ter beheersing van instroom B&B zaken.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
89
Resultaten 2004 Project Landelijke Implementatie HIP (LIP) De landelijke invoering van HIP heeft vertraging opgelopen en zal dus een doorloop kennen naar 2005. De oorzaak van de opgelopen vertraging is met name dat de uitrol van PUIK (kantoorautomatisering) gedeeltelijk is verschoven naar 2005. Daarnaast is er vertraging opgelopen bij de upgrade van FLOWer. Project Kwaliteitsmonitoring B&B Het kwaliteitsmanagementsysteem is inmiddels binnen Bezwaar en Beroep ontwikkeld en het Minimum Controle Programma Bezwaar is volledig uitgerold. Het Kwaliteit Registratie Systeem (KRS) is niet uitgerold in 2004. Als alternatief heeft Bezwaar en Beroep een bestaand eigen systeem aangepast. Dit systeem is in 2004 uitgerold. Verder is Bezwaar en Beroep door TNO voor ISO-certificering voorgedragen. Het project Kwaliteitsmonitoring zal een doorloop kennen naar 2005. Dit vanwege de temporisering van de uitrol van het Minimum Controle Programma Beroep, het uitrollen van het aangepaste KRS in 2005, de doorloop van opleidingen op het terrein van Kwaliteit en de noodzake lijke bijstelling in MCP als gevolg van budgettaire maatregelen. Project Productiebesturing De opzet van het systeem productiebesturing (Improver) is naar aanleiding van een pilot in 2004 aanzienlijk gewijzigd. De duur van het project is hierdoor met enige maanden verlengd. Eind 2004 is tot aanschaf van een systeem besloten. Het systeem wordt naar verwachting rond 1 februari 2005 in gebruik genomen. Project Mediation Binnen het project mediation is per 4 juni 2004 gestart met mediations. De evaluatie stond gepland voor 1 januari 2005. Echter, door vertraging in de aanloop van selectie van uitvoering van mediations is die datum niet gehaald. De evaluatie is nu gepland voor medio maart 2005. Conclusie Het programma B&B heeft bij de afronding enige vertraging opgelopen.
Programma FPO (Fraude, preventie en opsporing) Algemeen In het programma worden maatregelen getroffen die erop gericht zijn fraude te voorkomen en indien fraude gesignaleerd wordt zo snel mogelijk tot opsporing over te gaan. Het hele fraudeproces (witte en zwarte fraude) is daartoe in één keten gezet en onder verantwoordelijkheid gebracht van FPO. De bijzondere gevalsbehandeling vindt plaats op 17 regionale locaties, werkend met één gemeenschappelijk proces en systeem. Opsporing van werkgeversfraude wordt overgebracht naar de Belastingdienst. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van het programma SUB. Resultaten 2004 Inrichting en migratie BGBI (FPO-uitvoering) De doelstelling van het project is het realiseren van de inrichting van de uitvoeringsorganisatie FPO, bestaande uit BGBI en Opsporing. Per 1 januari 2004 zijn op 15 kantoren BGB-groepen van start gegaan. Per 1 juni 2004 is de organisatie geformaliseerd, incl. de nieuwe opsporingsorganisatie. Per 1 juli 2004 is ook de eenheid IA&R overgedragen aan de nieuwe lijnorganisatie. Daarmee is het doel van het project gerealiseerd. Per 1 -1-2005 zijn alle resterende plannen in dit kader gerealiseerd. Aandacht voor optimalisatie van de personele bezetting is door de lijnorganisatie overgenomen. Registratie BMT Het project is na een tijdelijke stilstand in het voorjaar in april opnieuw gestart. De oorspronkelijke einddatum (1 januari 2005) is niet gehaald. De deelprojecten opleidingen en implementatie zijn opgeschoven omdat het deelproject Interface Boris BMT meer tijd vergde. Ook het UWV-breed beschikbaar zijn van het systeem BMT liep uit in de planning. Het deelproject managementinformatie was op tijd gereed. Het deelproject BMT-Financieel afhandelen loopt synchroon met het nieuwe RCS/OPB systeem. Dit systeem is pas in 2005 operationeel. De nieuwe einddatum van het project is 1 maart 2005.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
90
Communicatie over rechten en plichten Doelstelling van dit project heeft is verbetering van de kennis en houding van uitkeringsgerechtigden ten opzichte van rechten en plichten én het verhogen van de controlebeleving. In 2004 zijn de volgende resultaten behaald: • Er is structureel aandacht besteed aan handhavingaspecten in de drie grote doelgroepbladen: UWV Perspectief (voor WAO’ers), UWV Nieuws (voor werkgevers) en Werkblad (voor WW’ers). • Er is een aantal brochures en folders gerealiseerd. • Er heeft een nulmeting Binnenland plaatsgevonden op spontane bekendheid van rechten en plichten. • De spontane bekendheid van rechten en plichten is ten opzichte van 2002 toegenomen. Ook de controlebeleving en de kans om gecontroleerd te worden is bij WW-uitkeringgerechtigden toegenomen. • De controlebeleving van WAO-uitkeringsgerechtigden is ten opzichte van 2002 gelijk gebleven. Ook denken evenveel WAO-uitkeringsgerechtigden dat de kans op controle (zeer) klein is. • In november/december 2004 is onderzoek gedaan bij WAO-uitkeringsgerechtigden in het buitenland naar spontane kennis en houding ten aanzien van rechten, plichten en controlebeleving. De meest opvallende conclusies zijn dat de spontane kennis en houding ten aanzien van rechten en plichten – ondanks verschillen tussen de landen - niet wezenlijk verschillen van die in Nederland Fraudealertheid Het project in gesplitst in 3 deelprojecten: Het deelproject Arendsoog is eind juli 2004 afgesloten. Het deelproject Samenwerking CWI en UWV i.h.k.v. Identiteitsfraude is opgenomen als onderdeel van het nieuwe programma Werk Boven Uitkering door ketensamenwerking. In het kader van het deelproject Trainingen fraudealertheid is in 2004 gestart met een meerjarig opleidingsprogramma training fraudealertheid. In 2004 zijn 1799 medewerkers van AG, WW en BGBI aangemeld voor de training fraudealertheid. 1412 medewerkers hebben de cursus inmiddels afgerond met een toets. Fraudebestendigheid processen en Effectmeting projecten In dit project zijn de voorgenomen projecten Preventief Handhaven en Effectmeting projecten samengevoegd. Preventief Handhaven Het project Fraudebestendigheid processen beoogde te bereiken dat het aspect fraudebestendigheid bij het realiseren dan wel wijzigen van een primair proces binnen UWV (domein verzekerden) aantoonbaar wordt beschouwd en ingebracht. Het project heeft in nauwe samenwerking met de divisies AG en WW een leidraad opgeleverd over de aspecten die de fraudebestendigheid van een (COPAFIJTH-)proces beïnvloeden. Aan de hand van deze kennis kan bepaald worden wat de risico’s voor het betreffende (primair- ) proces zijn en wat de maatregelen zijn die genomen kunnen worden om de risico’s te beheersen. Decharge wordt voorbereid. Effectmeting Projecten Het projectresultaat is dat binnen het UWV-domein Verzekerden in het vervolg voor handhavingsprojecten gewerkt gaat worden volgens één uniforme werkwijze. Na een aantal workshops is een protocol met betrekking tot die werkwijze opgeleverd, alsmede een implementatievoorstel. Het project wordt begin 2005 afgerond. Locatieonafhankelijk werken via GPRS In 2004 is onderzoek gedaan naar de werkbaarheid van draadloos dataverkeer met laptops met als opties de inzet van GPRS en UMTS door opsporingsfunctionarissen vanaf elke locatie. Het doel is efficiency- en effectiviteitwinst. Het onderzoek wees uit dat beide opties bruikbaar zijn met dien verstande dat GPRS traag is in overdracht van data en UMTS nog niet landelijk dekkend is. In oktober is projectdecharge verleend, besluitvorming over het vervolg (telewerken of GPRS) moet nog plaatsvinden. Review informatiesystemen en informatiebeveiliging Dit project heeft betrekking op de eerste fase van een proces dat de informatiebeveiliging van FPO moet borgen op een goed en beheerbaar niveau. Na afronding van een reeks vooronderzoeken wordt in januari 2005 een set documenten opgeleverd ter voorbereiding van de beslissing over de volgende fase.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
91
Implementatie FPO Inrichting Sta f & Control In de maand december 2004 is de inrichting van Staf & Control afgerond. Na een positief advies van de medezeggenschap zijn de medewerkers geplaatst in hun functies. Inrichting Specialistische Ondersteuning Nadat van de Ondernemingsraad een positief advies is ontvangen over het IM-plan SO en het bijbehorende Plaatsingsplan is de inrichting van SO – conform planning – in 2004 afgerond. Nagenoeg alle medewerkers konden worden geplaatst. De administratieve afwikkeling van e.e.a. vindt begin 2005 plaats. Inrichting KMS FPO is met ingang van 1 januari 2005 een ISO-gecertificeerd bedrijfsonderdeel. Handhavingsbeleid prostitutiebranche Via een aantal pilots wordt de in dit project de beoogde samenwerking met de belastingdienst en overige “convenantpartners” vormgegeven. Tevens wordt er voorlichting gegeven en informatie verstrekt aan exploitanten en prostituees op het gebied van dienstbetrekking en verzekeringsplicht. In 2004 hebben 24 exploitanten zich spontaan gemeld als werkgever. Conclusie Het programma FPO realiseerde grotendeels de in 2004 voorgenomen activiteiten
Programma ICT Algemeen Hoofddoelstelling van het programma ICT is een ict basis tot stand te brengen. Hiermee wordt een van de belangrijkste voorwaarden voor vernieuwing en integratie van UWV vervuld. Het gaat daarbij ondermeer om de uitrol van één UWV-netwerk, de uitrol van één kantoorautomatiseringomgeving, verdere ontwikkeling van systeemintegratie, het faciliteren van ketensamenwerking en het afronden van generieke software producten voor met name de logistieke toepassing zoals werkstroombesturing en elektronisch dossier. De strategische planning voor deze totale ontwikkeling is vastgelegd in de Koersnota ICT. Resultaten 2004 Uitrol/inrichting Puik werkplekken De vertraging die in het 2 e kwartaal is ontstaan bij de uitrol heeft geleid tot een nieuw migratieplan. In eerste instantie diende de nieuwe planning te resulteren in een afronding van het totale project eind 2004. Echter de problemen met de uitrol van de kantoorautomatisering bleken van dien aard dat besloten is een groot gedeelte van de uitrol van werkplekken te verschuiven naar 2005. Data/tekstintegratie (GCU) Dit project is gerealiseerd en landelijk uitgerold. Het GFW is nog niet volledig uitgefaseerd. Geïntegreerd klantbeeld Het geïntegreerd klantbeeld is opgeleverd. Basis is de samengestelde gegevensset, die specifiek voor de medewerker van CWI en GSD is. KCC maakt daar gebruik van voor de al bekende klanten. Overleg is gestart voor een volgende versie. Oplevering rekencentrum Het gunningadvies is neergelegd bij de RvB. De RvB heeft het advies overgenomen. De gesprekken met leverancier zijn in het verlengde van het advies gevoerd. Eind december is de voorovereenkomst getekend door de RvB. Hierdoor kan het rekencentrum voor Polis in 2005 worden vormgegeven. Elektronisch Archief en Elektronisch Dossier Release 1.0 (Inkijk EA-ED) en release 1.1 (volledige release voor Loon en Premievaststelling ) zijn geïmplementeerd. In december is de meest recente versie van de EA-ED release 3.0 opgeleverd en in beheer genomen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
92
Elektronische werkstroom besturing O.a. als gevolg van aangescherpte kwaliteitseisen is eind 2004 het project met enige vertraging tot een afronding gekomen en is onder meer een procesbesturingslaag in beheer genomen. Telefonie Eind 2004 is de gehele dienstverlening voor vaste telefonie van ABP CIS,SFB ICT diensten en Ordina gemigreerd naar één leverancier. Dit met uitzondering van HK-A en Heerlen waar de telefonie vervlochten is met derden. HK-A zal me dio tweede kwartaal in de dienstverlening van deze leverancier worden opgenomen. Voor Heerlen dient er nog onderzoek plaats te vinden over de migratie. Ketenprogramma Eind 2004 is de functionaliteit getest. De testen hebben aangetoond dat de berichten gekoppeld kunnen worden aan een dossier waarmee voldaan is aan de eis om in 2005 te kunnen starten met testen van het gehele ketenprogramma SUWI. Volledig vernieuwd intranet. De nieuwe technische infrastructuur is ontworpen en conform planning aan het directoraat Communicatie opgeleverd voor de invulling van een vernieuwd intranet. Wel is de uitbouw van het ontwerp vertraagd. Elektronisch werken Het elektronisch werken is technisch mogelijk. De definitie- en ontwerpfase van het werken met een elektronisch a rchief en dossier (elektronisch werken) zijn conform planning afgerond. Conclusie Met name het project PUIK is vertraagd. Veel van de andere activiteiten binnen het programma zijn in hoofdlijnen conform planning verlopen.
Programma F&I (Facilitair & Inkoop) Algemeen Het programma is gericht op het vormgeven van een nieuwe facilitaire organisatie voor UWV volgens het regiemodel (“van uitvoering naar besturing”). Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan het professionaliseren van het beleid, het beheer en de opslag van archieven. Activiteiten op het gebied van digitalisering van het archief zijn vanwege het UWV brede karakter van het thema digitalisering apart belegd. Resultaten 2004 Overgangsstructuur ingericht, medewerkers geplaatst De managementstructuur voor de overgangsfase en de overgangsstructuur F&I zijn ingericht. De medewerkers zijn nog niet formeel op hun nieuwe functie geplaatst, als gevolg van onder andere een nog niet vastgesteld functiehuis. De herinrichting van de afdeling Inkoop, die in de eindsituatie samen met het facilitair bedrijf -nieuwe-stijl één besturende organisatie (F&I) zal vormen, heeft zijn beslag gekregen. De plaatsings- en benoemingsgesprekken voor de afdeling zijn afgerond. De herinrichting van DIV is bijna afgerond. De centralisatie van het Documentair Logistiek Centrum op één plek in het land wordt uiterlijk in mei 2005, bij het leeg managen van Bos & Lommer, gerealiseerd. Regio’s zijn heringedeeld richting definitieve vormgeving De 18 Facilitair managers, verantwoordelijk voor de FoBo-regio’s en het hoofdkantoor, zijn in september benoemd. Deze benoemingen zijn het startpunt geweest voor de definitieve vormgeving van de herindeling van de regio’s. Deze herindeling is afgerond. Systeem van informatie- en kwaliteitsmanagement landelijk operationeel Het landelijk operationeel maken van het systeem van informatie - en kwaliteitsmanagement is vertraagd. De verwachting is dat het systeem in maart 2005 operationeel is.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
93
Uitbesteding van diensten De besluitvorming betreffende uitbesteding van facilitaire diensten is vertraagd als gevolg van een strategiewijziging rond het uitbesteden van F&I medewerkers. Begin juli is het ‘Algemeen kader uitbesteding’ vastgesteld door Raad van Bestuur en afgestemd met OR en vakbonden. Daaropvo lgend heeft de RvB UWV het voorgenomen besluit uitgesproken de productgroepen catering, receptie en manbewaking te gaan uitbesteden. De adviesaanvraag catering is in oktober aan de medezeggenschap voorgelegd. Archivering Het project Archivering is na het oplossen van een aantal knelpunten en het afronden van de voorgenomen activiteiten op gebied van archiefbeleid in september (voorlopig) stopgezet. Vervolgactiviteiten worden opgepakt als onderdeel van het Veranderprogramma 2005. Overige resultaten - De regels archiefbeleid zijn gereed, vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant. - De teruggang van 3800 naar 900 leveranciers is gerealiseerd. - De compliancy op facilitaire inkopen van meer dan 80% is gerealiseerd. - De uniforme, gestandaardiseerde implementatie van de productgroepen groenvoorziening, reststoffenmanagement, catering en BHV is per 1 januari 2005 een feit. - Op intranet is de digitale versie van de producten- en dienstencatalogus geplaatst. - De Servicepunten Facilitair Inkoop zijn operationeel. In het kader van verdere professionalisering is een Programma van Eisen voor de aanschaf van een Facilitair Management Informatie Systeem opgesteld. Een pakketselectie is in november gemaakt. Conclusie: Het programma heeft als gevolg van een strategiewijziging op het voornemen tot uitbesteding van een aantal facilitaire diensten enige vertraging opgelopen.
Programma P&O (Personeel & Organisatie) Algemeen Dit programma realiseert de randvoorwaarden die ervoor zorgen dat management en medewerkers enerzijds goed zijn toegerust op hun rol in de nieuwe UWV organisatie en anderzijds – waar nodig – geholpen kunnen worden van werk naar werk zowel binnen als buiten UWV. Resultaten 2004 Mobiliteitscentra In 2004 zijn 12 mobiliteitscentra opgericht om de mobiliteit in de organisatie op gang te krijgen. De aanpak was gericht op vrijwillige mobiliteit. In oktober 2004 is een Directeur Mobiliteit benoemd. De aanpak is vanaf dat moment gericht op gedwongen mobiliteit. In 2005 krijgen de mobiliteitscentra als gevolg van d e nieuwe aanpak de volgende taken: 1) werkgeverschap, 2) verwijsfunctie, 3) jobhunting (centraal), 4) loopbaanbegeleiding en 5) regie op interne vacatures. Leerprogramma mobiliteit in perspectief Het programma is gericht op het ondersteunen van managers b ij heroriëntatie op het eigen loopbaanperspectief en het ondersteunen door de managers van de medewerkers in hun proces van heroriëntatie. Daartoe zijn adviseurs van de UWV Academie bedrijfsbreed in gesprek geweest met regiodirecteuren/managers over het leertraject. Startconferenties zijn gehouden en aanvullende workshops worden op korte termijn gepland. Daarin komt onder meer het onderwerp verandermanagement aan de orde. Het programma kent een doorloop tot juli 2005. Project Invoeren Competentietaal en -systematiek In 2004 is één competentietaal en –systematiek beschikbaar gekomen. Het toekennen van competenties aan sleutelprofielen van het Functiehuis is gerealiseerd. In de vorm van workshops is de overdracht van de methode aan P&O’ers gerealiseerd. Zij kunnen zelf functieanalyses uitvoeren voor de functieprofielen in hun divisies en directoraten. Er is een UWV competentiewoordenboek beschikbaar. P&O’ers zijn opgeleid op het gebied van functieanalyse/ toekennen competenties. Het beheer van de competentieprofielen, welke bij de functieprofielen horen, is belegd bij de vaktafel en ingericht bij het Functiehuis UWV. Na afronden van het project wordt dit onderdeel regulier werk.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
94
Managers, medewerkers en P&O-professionals beschikken dan over instrumenten op het gebied van: arbeidscommunicatie, werving en selectie, beoordelings- en investeringsgesprekken, coaching, loopbaan ontwikkeling, en MD. Dit wordt gefaseerd ingevoerd (eind 2004/ begin 2005). Het aanbod betreffende trainingen voor managers, medewerkers en P&O’ers om competentiegerichte gesprekken te voeren is vastgesteld. Pilot routing en verwerking van formulieren P/View beheer De pilot is afgerond. Een complete vernieuwing was niet noodzakelijk. Volstaan kon worden met aanpassingen op het bestaande systeem. Digitalisering van personeelsdossiers hangt samen met heroriëntatie projectportfolio UWV heeft de RvB besloten de inrichting van een SSC in 2004/ 2005 geen doorgang te laten vinden. Hierdoor is ook de digitalisering van personeelsdossiers vertraagd. Conclusie De inrichting van het Shared Service Centre is na een besluit van de Raad van Bestuur uitgesteld. Voor het overige ligt het programma op koers.
Programma FEZ (financieel economische zaken) Algemeen Het Programma FEZ richt zich met name op verbete ring van de financiële huishouding en het beter en sneller beschikbaar krijgen van de nodige stuur- en verantwoordingsinformatie. Daartoe wordt het datawarehouse UWV ingericht en operationeel gemaakt. De doelstelling van het project Datawarehouse is de verbetering van de informatie ten behoeve van de externe verantwoording. Tevens vindt omzetting van de systemen voor de financiële administratie plaats binnen het programma FEZ. Resultaten 2004 Datawarehouse Om verschillende redenen is sinds mei 2004 gekozen voor een andere aanpak van het project Datawarehouse. Vanaf mei wordt gewerkt met speerpunten op basis van vragen van de klant. Deze speerpunten hebben een korte doorlooptijd, waardoor beter ingespeeld kan worden op de actualiteit. De • • •
volgende speerpunten zijn inmiddels afgerond: AG-informatie volgens de gegevensstandaard, Het laadproces van de applicatie "eigen Kosten en Activiteiten" (EKA), Eenmalige herbeoordelingen (HSB).
In de eerstkomende maanden zullen de volgende speerpunten worden afgerond: • Laadproces Relaties, • "Eigen Kosten en Activiteiten" (EKA): de module Personeel, • ORKA: risicocijfers WW Omzetting financiële systemen AP De doelstellingen zijn binnen de tijd en binnen budget afgerond Kwaliteitsborging FEZ In december is het kwaliteitsmanagementsysteem van FEZ door certificeringsinstantie TNO met een positief advies voorgedragen. In januari 2005 is het certificaat uitgereikt. PCC De afdeling PCC heeft in 2004 namens de Raad van Bestuur toezicht gehouden op de uitvoering van het Veranderprogramma. In het licht van de nieuwe structuur van het veranderprogramma wordt deze taak herbelegd. Conclusie Het programma FEZ loopt conform planning. Alleen het project Datawarehouse heeft enige vertraging opgelopen. Wij verwachten dat het project eind 2005 alle geplande resultaten behaald heeft.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
95
Programma Communicatie/Cliëntenparticipatie Algemeen De belangrijkste doelstellingen van dit programma zijn: - motiveren en informeren van medewerkers in een continu proces van cultuurverandering. - Bekend(er) maken van UWV bij alle stakeholders (imagoverbetering) - Verbetering van de toegankelijkheid van de organisatie voor generieke klantcontacten. Resultaten 2004 Internet/intranet De voorbereidingen voor verdere ontwikkeling van een klantgericht Internet zijn afgerond. Er is een werkende proof of concept met DigiD en de voorbereidingen voor de ontwikkeling en implementatie van elektronische formulieren zijn gerealiseerd. De start van de implementatie van het nieuwe intranet is als gevolg van technische problemen uitgesteld naar het eerste kwartaal van 2005. Twee van de drie trajectplanners die in het derde kwartaal inhoudelijk waren afgerond zijn op <www.uwv.nl> geïmplementeerd. Het betreft de planner 'Van herbeoordeling naar Werk' (AG) en 'Van werkloos naar werk' (WW). De inhoud van de derde planner die betrekking heeft op het aanvragen van zwangerschapsverlof wordt gebruikt om een generieke planner te ontwikkelen. Dit wordt in het eerste kwartaal van 2005 afgerond. In- en externe communicatie In 2004 zijn voor klanten ruim 400.000 vragen rondom werk en inkomen beantwoord via <www.uwv.nl>. Met CWI zijn afspraken gemaakt om deze kennis te delen. De implementatie daarvan vindt plaats in het eerste kwartaal 2005. Vanaf dat moment wordt ook het onderhoud samen uitgevoerd. Er is een kwantitatief onderzoek gedaan naar de waardering van de nieuwe site. De gemiddelde waardering komt uit op een rapportcijfer van 7,2. De resultaten worden gebruikt als input voor een kwalitatief onderzoek in het eerste kwartaal van 2005. Samen is dit de basis voor de verdere optimalisatie van het kanaal internet in 2005. Uniek Doelstelling van dit project is het optimaliseren van alle klantcontactuitingen (zoals folders, brochures, brieven en formulieren) binnen UWV. Daarnaast worden met het project kostenbesparingen beoogd. Wijzigingen in brieven, formulieren etc. verlopen inmiddels via een centraal Uniek-loket. Ook is de integratie van formulieren op gang gekomen. Voor systeemoutput is door de divisies een centrale beheerder aangewezen. KCC Het pand in Goes is opgeleverd, ingericht en geopend. Er zijn extra werkplekken in Assen gerealiseerd. Het 0900 nummer is openbaar aanbesteed. Met twee geselecteerde leveranciers wordt verder onderhandeld. Conclusie Het programma loopt nagenoeg op schema.
Programma Huisvesting Algemeen In 2004 is het in 2003 gestarte hoofdkantooronderzoek afgerond. Dit heeft geresulteerd in een gewijzigde inbedding van het herhuisvesting programma binnen de organisatie. De huisvestingtaken zijn medio 2004 overgegaan van F&I naar een nieuw opgericht directoraat onder leiding van een nieuwe directeur. Zijn opdracht is een kantorennetwerk te realiseren bestaande uit één hoofdkantoor, 10 frontoffices, 17 backoffices in combinatie met frontoffices en 2 Klanten Contact Centra. Om dit te bewerkstelligen heeft het programma een staf van ongeveer 30 fte’s ter beschikking. Resultaten 2004 Inrichting directoraat Huisvesting Het Inrichting- & Migratieplan is goedgekeurd door de Raad van Bestuur en is ter beoordeling voorgelegd aan de OR.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
96
Meerjaren Beleidsplan Huisvesting en Jaarplan Huisvesting 2005 Het directoraat Huisvesting heeft een nieuw huisvestingscenario ontwikkeld op basis van de nieuwe uitgangspunten: extra 3.000 fte krimp en maximale benutting van bestaande UWV locaties. Deze scenario’s hebben de basis gevormd voor het Meerjaren Beleidsplan Huisvesting en het Jaarplan Huisvesting 2005, die in december 2004 aan de Minister zijn aangeboden. De acties, die nodig zijn om het nieuwe kantorennetwerk te realiseren worden hieronder beschreven tezamen met de in 2004 bereikte resultaten. 1. Afstoot van bestaande panden De reductie van het aantal panden is in volle gang. In 2004 zijn de huurovereenkomsten van 37 locaties beëindigd. De medewerkers zijn in andere bestaande UWV locaties ondergebracht. 2. Verwerving nieuwe panden In 2004 zijn ten behoeve van de FoBo-vorming in Almere, Goes, Groningen, Rotterdam, Utrecht en Zwolle nieuwe panden verworven. Waar nodig is hiervoor ministeriële goedkeuring ontvangen. Alleen de locaties in Rotterdam en Zwolle moeten nog gebouwd worden. Waar zich mogelijkheden voordoen om onder gunstige condities met de frontoffices te participeren in de vorming van bedrijfsverzamelgebouwen zal UWV hierin participeren. In Assen, Emmen en Haarlem zijn gesprekken gaande. In Den Bosch zijn de besprekingen in een vergevorderd stadium. In Roermond participeert UWV beperkt in het BVG. Onderzoek naar uitbreiding van de activiteiten in het bestaande pand in Roermond is nog gaande. Daarnaast is UWV in alle CWI’s aanwezig met zijn casemanagement WW/reïntegratiecoach WW. 3. Inrichting van panden • Hoofdkantoor: gebouw C is ingericht en wordt bewoond. Gebouw D is op 1 december 2004 bouwkundig opgeleverd en wordt nu ingericht. • De KCC’s Goes en Assen zijn gereed. Nieuw gestarte projecten: • Ten behoeve van alle beoogde Fo en FoBo locaties worden projectplannen opgesteld. • Ten behoeve van de locaties Amsterdam, Almere, Goes en Groningen liggen concrete projectplannen met begrotingen voor. Het projectplan voor FoBo Hengelo is uit oogpunt van kostenreductie herzien. Conclusie Het programma is doorgestart op basis van een nieuw meerjarenplan huisvesting.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
97
Overgang oude naar nieuwe Veranderprogramma 2005
(sommige programma’s zijn gesplitst: zijn geplaatst waar zwaartepunt nu ligt)
Programma nieuw A: Fusie/transformatie
B: Sub/Polis C: Mobiliteit
D: WBU en keten
E: Klant
Buiten Veranderprogramma anders dan ICT met financiering uit Veranderprogramma
Gestopt/opgeschort/ gereed
Programma oud Programma 3: Fo/bo (programmabureau (regie op) migratie data, migratie gevalsbehandeling; systeemaanpassingen; huisvesting) Programma 11: ICT (Systeem Integratie Platform, Opera tional Data Storage (ODS); Puik; Informatiebeveiliging. GAV Programma 6: WW/FA (convergenties, invordering, excasso, rek courantsysteem) Programma 12: F&I (Privacy en beveiliging) Programma 7: AG/Zwaluw (Zwaluw; RWS Cadans) Programma 9: B&B (projecten LIP en Kwaliteitsmonitoring) Programma 1: Walvis/WFSV (geheel) Programma 2: SUB/ Polis (geheel) Programma 13: P&O (Mobiliteit; Keuzeplan arbeidsvoorwaarden. overig P&O regulier) Programma 5: POAA (progr.bureau) Programma 2: Sub/Polis Serviceorganisatie Programma 7: AG/Zwaluw (SMF-E, RWP/SPORT in WBU-ag) Programma 8: IR (ESF, Infovoorz.IR) Programma 6: WW/FA (ketenprogr,klantmgt) Programma 15: C&C (ketenintegratie el.dienstverl.) Programma 10: FPO (samenw. CWI/UWV ID Fraude; Witte veder) Programma 15: Cliëntenparticipatie & Communicatie/KCC Project ICT inter/intranet; input/outputmanagement; telefonie Project B&B mediation GII Programma 10: FPO (regulier) Programma 4: OAT (gereed: project progr. bur. resteert) Programma 14: FEZ (regulier: datawarehouse; PCC; Programma 16: Huisvesting (masterplan, aparte financiering) Programma 11: ICT (Comp, Centre Syst,Integratie;Comp.Centre GSP; Eur. Aanbesteding Applicatienieuwbouw en onderhoud; Bur. Vooronderzoeken en Adviezen; Verwerkingsinfrastructuur; ICT kantoren) Datawarehouse Certificering Kwaliteitsmanagementsysteem Overgang en Afbouw WG organisatie WIA AG (Wet en regelgeving) Arbeidsverledenbeschikking (Wet en regelgeving) Aanpassing Schattingsbesluit (Wet en regelgeving) Shared Service Centre (naar A, maar opgeschort) Projecten P&O (loopbaanperspectief) (gestopt) Project POAA “kwaliteit POAA” (gestopt) Project RWP AG (gestopt) Project programmaregie digitalisering (F&I gestopt) Auditmethodologie (FEZ gestopt) dig.goedkeuren facturen (FEZ gestopt) Elektronisch Archief/ Elektronisch Dossier (C-ICT gereed)
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
98
2. Kwaliteit en rechtmatigheid Hierna gaan we in op de behaalde resultaten op het gebied van de rechtmatigheid. Paragraaf 2.1 behandelt maatregelen die de rechtmatigheid moeten verbeteren; In paragraaf 2.2 zijn de rechtmatigheidscores 2004 opgenomen; Paragraaf 2.3 bevat de behandeling van in 2004 aangetroffen onvolkomenheden uit de periode voor 2004.
Verbetermaatregelen (distribuerend proces) Specifiek per wet
- WW Structurele maatregelen ingezet in 2004 met werking op rechtmatigheid 2005 Centrale maatregelen: -
-
-
Op het terrein van uniformering is de UWV WW leidraad opgeleverd; Project Uniformering Werkprocessen voor zowel Ontslagwerklozen als Overige soorten werkloosheid is in 2004 geïmplementeerd en afgerond, waarmee sprake is van één procesmodel gepaard gaande met een nieuwe functiehuishouding; De convergentie van de voormalige Uvi Cadans naar het UWS (ex uvi Gak systeem) is afgerond hetgeen betekent dat ongeveer 80% van de organisatie, voor Ontslagwerkloosheid, gebruik maakt van één ICT systeem en daarmee is tegelijkertijd sprake van uniforme uitvoering van processen en procedures. In 2005 vindt de convergentie van de ex uvi GUO naar UWS plaats; Op basis van een interne audit op de uitvoering van de bedrijfseconomische toets bij ontslag, zijn de instructies met betrekking tot de adviesaanvragen aan CWI in de leidraad aangescherpt. Tevens is een formulier verantwoordingsrapportage geïmplementeerd waarmee de uitvoering verantwoordt waarom al dan niet advies aan CWI is gevraagd.
Regionale maatregelen: Binnen de divisie WW is in het eerste half jaar 2004 het Dynamisch Kwaliteit Verbeterprogramma (DKP) ingevoerd. Het 2 e halfjaar 2004 is gebruikt om de werking hiervan te optimaliseren. Het effect zal zichtbaar worden in de rechtmatigheid van 2005. Dit geldt met name voor regionale verbetermaatregelen op het toetsen van de sollicitatieplicht en verwijtbaarheid bij ontslag via de kantonrechter. De kwalitatieve toets op sollicitatieactiviteiten kan pas tot volle wasdom komen nadat de reïntegratiecoach is ingevoerd (zie toelichting in punt 3). Sturen op kwaliteit en verbeteraanpak In het kader van de kwaliteitssturing en verbeteraanpak worden voor 2005 tussen directie WW en de regio nadere contractuele afspraken gemaakt tot reductie van fouten op dominante aspecten. Binnen de te maken contractafspraken zijn drie landelijke dominanten van toepassing: sollicitatieactiviteiten (zie in deze toelichting in punt 3), verwijtbare werkloosheid / maatregel en daglonen. Andere aanpak toets op controle van verplichtingen, in het bijzonder de toets sollicitatieverplichting Het wordt noodzakelijk geacht dat een te bewerkstelligen verbetering van de grootste foutdominant “sollicitatieplicht” een andere aanpak vergt. De controle op sollicitatieactiviteiten is momenteel vooral een generieke marginale administratieve toets. UWV streeft er naar de toetsing op sollicitatieactiviteiten een meer kwalitatief karakter te geven.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
99
Ten aanzien van de noodzakelijk geachte andere aanpak om te komen tot verbetering van de foutdominant “sollicitatieplicht” zijn een aantal maatregelen te benoemen. Frontoffice stuurt op basis van de contacten met de klant de backoffice aan Een belangrijke verandering is de ontwikkeling van casemanager tot reïntegratiecoach. Deze nieuwe functie in de frontoffice wordt door UWV ingericht om mensen effectiever naar werk te begeleiden. De reïntegratiecoach geeft binnen dit bestek naast de kerntaak reïntegratie evenzo uitvoering aan de kerntaak “handhaving en controle”, waaronder het toetsen of betrokkene in voldoende mate heeft gesolliciteerd. Bij constatering van onvoldoende sollicitatieactiviteiten leidt dit voor de backoffice tot verdere afdoening inzake toepassen van het maatregelenbesluit. Klantgroepen volgens risicoprofielen Aan de hand van vragenlijsten, aangevuld met statistische informatie worden klantprofielen opgesteld aan de hand waarvan is in te schatten welke kansen iedere werknemer heeft om op eigen kracht uit de WW te komen. Komt uit deze eerste onderzoeken naar voren dat een werknemer meer hulp nodig heeft, dan kan de reïntegratiecoach in overleg met de werknemer diverse instrumenten inzetten om op de snelste manier tot werkhervatting te komen. Cliëntencontact De hier genoemde klantprofielen zijn opgehangen aan een diagnosemodel, het zgn. Ankermodel (analyse van kansen en risico’s). In dit model wordt gekeken naar de motivatie van de werknemer, de nalevingbereidheid van rechten en plichten, de kansen om op eigen kracht aan het werk te komen, de arbeidsmarkt voor deze individuele werknemer en de kans dat hij, gezien zijn achtergronden, lang of minder lang in een uitkeringssituatie zal blijven hangen. Aan de hand van een zevental toetsen die regelmatig opnieuw worden uitgevoerd, worden op maat gesneden voorzieningen getroffen die een bepaalde intensiteit van begeleiding en controle door de reïntegratiecoach met zich meebrengen. In de contacten van de reïntegratiecoach zijn de handhavingcomponent en controle altijd evenzeer aanwezig: de taak van de reïntegratiecoach is om stimulerend op te treden waar successen worden behaald en corrigerend wanneer iemand tekort schiet. Dit laatste geldt met name met betrekking tot de hoeveelheid en kwaliteit van de verrichte sollicitaties. Ketenwerking Beoogd uitgangspunt van het Ankermodel is ook een ketenbrede samenwerking tussen CWI, UWV en gemeenten, waaronder het aanhaken van het CWI op het Ankermodel. De werknemers melden zich bij het CWI aan. Daarom dienen hier de eerste toetsen al te worden uitgevoerd en dient aan de hand van de uitkomst een intensiever of extensiever traject gestart te worden met de juiste ketenpartner als verantwoordelijke uitvoerder. Dus: voor die werknemers die op eigen kracht aan werk kunnen komen is CWI de aangewezen partij om hen te begeleiden en bovendien te controleren. Voor werkneme rs die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben is UWV de eerstverantwoordelijke. CWI heeft met werknemers voor wie zij verantwoordelijk is gemiddeld één keer per maand contact ter evaluatie van de werkloosheidssituatie. De intensiteit van het contact zal ook bepaald worden door de uitslag van de diagnostische instrumenten die ingezet worden om kansen en risico’s beter in te schatten. Dat betekent dat mensen die geneigd zijn om de regels beter op te volgen minder intensief gevolgd zullen worden dan me nsen waarvan de nalevingbereidheid minder hoog wordt ingeschat. UWV wordt door CWI geïnformeerd door middel van kennisgevingen over mogelijk verwijtbaar handelen van de werknemers die door CWI worden gecontroleerd. De verbetermaatregelen die vorenstaand zijn benoemd, zijn meer dan abstracte voornemens. De implementatie van de plannen om met reïntegratiecoaches te gaan werken worden op dit moment in het programma Werk boven Uitkering voorbereid. Het streven is erop gericht in maart 2005 te starten met de feitelijke selectie en opleiding van reïntegratiecoaches en dat in oktober 2005 divisie WW op de beschreven manier gaat werken.
- AG In het onderstaande wordt een toelichting gegeven op het verbetertraject voor wat betreft ZW en WAZO. Ten aanzien van WAO en Wajong geven de rechtmatigheidresultaten geen directe aanleiding tot verbetermaatregelen. Gelet op de afbouw van de WAZ worden voor de uitvoering van die wet ook geen verbetermaatregelen meer voorzien.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
100
ZW & WAZO Centrale maatregelen ZW uitvoering: Door middel van het ontwikkelen van één uitkeringssysteem (UZS) dat een uniform uitvoeringsproces op goede wijze ondersteunt, verwachten wij een bijdrage te kunnen leveren aan een structurele verbetering van de rechtmatigheid op diverse aspecten (daarmee ook betere ondersteuning dagloonvaststelling). De implementatie van dit systeem zal echter pas op 1 september 2005 plaatsvinden (project ZWALUW). Op 1 september 2003 is de gehele uitvoering van de ZW (exclusief SMF) onder verantwoordelijkheid van de Directie ZW gebracht, een separaat management, waardoor er meer aandacht is voor en sturing op resultaten. Tevens is in 2003 het besluit genomen om de uitvoering ZW te concentreren op negen backoffice locaties. Hierdoor ontstaat meer specialisatie (defragmentatie) en organisatorische regelruimte. Met ingang van januari 2005 heeft het MT-ZW besloten een uniforme beslisboom daglonen beschikbaar te stellen. Ook zijn de kwaliteitsmedewerkers van de verschillende ex-uvi’s, werkzaam op verschillende locaties, als regionale kwaliteitsteams ingericht waardoor de nodige knowhow en gerichte kennis bij elkaar zijn gebracht. Als gevolg daarvan kan een betere uitwisseling van kennis plaatsvinden waardoor omissies worden voorkomen. Sommige kantoren beschikken over DKP-tools waarmee het risico bij de uitvoering van een bepaald type product geanalyseerd wordt. Verbeteracties worden hierdoor efficiënter uitgevoerd. Dagloonberekeningen blijken al jarenlang erg foutgevoelig te zijn. Hoewel de financiële gevolgen per fout veelal beperkt zijn, vormt het aantal fouten een behoorlijk risico voor de rechtmatigheid. Binnen de ZW zijn diverse, vaak lokaal ontwikkelde, systemen/tools ter ondersteuning van de dagloonberekeningen in gebruik. Deze kennismodellen worden onder ZWALUW verbeterd, landelijk voorgeschreven en centraal onderhouden waardoor een éénvormige ondersteuning van dagloonvaststelling ontstaat. Daarmee worden ook de risico's van onjuiste wetsinterpretaties en achterstallig onderhoud ingeperkt. Regionale maatregelen: Kwaliteitsborging Vanaf 2002 is “kwaliteit” structureel opgenomen in het managementcontract van elke backoffice. De backoffices sturen onder andere op dominante fouten die in relatie worden gebracht met de financiële rechtmatigheid. Per backoffice is een prestatie -indicator bepaald voor maximaal 6 dominante fouten. De backoffice situatie (nulmeting) wordt bepaald aan de hand van de resultaten van de kwaliteitscontrole. Het kwaliteitsmanagement binnen de gehele ZW is vanaf 2003 verder vormgegeven door gebruikmaking van d e instrumenten Minimum Controle Programma (MCP) en Dynamisch KwaliteitsverbeterProgramma (DKP). Het MCP is een steekproefsgewijze meting die inzicht geeft in de mate waarin de uitvoerende eenheid in control is. Het DKP beoogt de manager een instrument in handen te geven waarmee deze gericht onderzoek kan doen naar knelpunten die bij MCP controles of op andere wijze aan het licht zijn gekomen. Hiermee kunnen gericht (individuele) verbetermaatregelen worden getroffen. Het verbetertraject krijgt steeds meer vorm door het structureel toepassen van de DEMING-circle, waarbij de focus ligt op het uitvoeren van de gedefinieerde verbetermaatregelen. Het proces van het structureel verbeteren wordt in de uitvoering enerzijds ondersteund door de kwaliteitsinstrumenten MCP/DKP en anderzijds door het kwaliteitsmanagementsysteem. Het vraagt tijd om het verbeterproces een structureel karakter te laten krijgen, waardoor het zoeken naar verbetermaatregelen behoort tot de dagelijkse routine. Wanneer dat punt bereikt is, mogen ook de maximale resultaten hiervan verwacht worden. Op dit moment bevinden we ons nog steeds in een groeiproces. Verstorend op dit proces zijn de organisatieontwikkelingen met invloed op de personele samenstelling, toenemende onzekerheden en dergelijke, alsmede de veelvuldige wijzigingen in wet- en regelgeving. Kortom met behulp van bovengenoemde maatregelen verwachten we de kwaliteit van de uitvoering tussen 2005 en 2007 structureel te kunnen verbeteren.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
101
- REA Allereerst is ten opzichte van het controlejaar 2003 al een verbetering van 4%1 bereikt. Dit is een indicatie voor de effectiviteit van eerder ingezette maatregelen zoals het hanteren van één referentiewerkproces en de inzichten vanuit de taskforce rechtmatigheid. REA-WW Geen aanvullende maatregelen nodig. Het onrechtmatigheidpercentage is reeds sterk afgenomen, van 3,16% in 2003 naar 0,34% in 2004. Belangrijkste oorzaak is de sterke afname van het aantal fouten op het aspect ‘loondoorbetaling’. Een belangrijke oorzaak van de afname op dit aspect ligt in de inspanningen van de naar aanleiding van het rechtmatigheidcijfer REA 2003 ingerichte taskforce rechtmatigheid REA. Daarnaast is het zo dat het foutaspect ‘wetoverschrijdende fondsbelasting’, nu nog goed voor 0,27% van de onrechtmatigheid, in het controlejaar 2005 vrijwel niet meer voorkomt. Per 1 januari 2005 zijn de artikelen 23 t/m 27 geschrapt uit de REA. De onderliggende regelingen zijn per die datum opgenomen in de WW, waarmee het risico op deze fout en in zijn algemeenheid op fouten binnen REA-WW minimaal wordt. REA-ZW Geen aanvullende maatregelen nodig. Het onrechtmatigheidpercentage is reeds sterk afgenomen, van 3,04% in 2003 naar 1,47% in 2004. Belangrijkste oorzaak is de sterke afname van het aantal fouten op het aspect ‘hoogte REA-ZW’. Een belangrijke oorzaak van de afname op dit aspect ligt in de inspanningen van de naar aanleiding van het rechtmatigheidcijfer REA 2003 ingerichte taskforce rechtmatigheid REA. De verwachting is dat met behulp van het inzicht dat vanuit de activiteiten van de taskforce rechtmatigheid REA in 2004 is ontstaan en met behulp van de bijbehorende verbetervoorstellen richting de directie van de divisie AG verdere, verbetering zal optreden in de rechtmatigheid op dit onderdeel in het controlejaar 2005. REA-WA Geen maatregelen nodig. Het onrechtmatigheidpercentage is reeds sterk afgenomen, van 0,14% in 2003 naar 0,02% in 2004. De impact is verwaarloosbaar. REA-AT Het onrechtmatigheidpercentage is reeds sterk afgenomen, van 4,97% in 2003 naar 2,23% in 2004. Ondanks dat de massa sterk is toegenomen, is het aantal fouten bijna teruggebracht tot de helft. Een aantal eerder ingezette maatregelen heeft hieraan bijgedragen: •
•
In 2003 zijn op inkoopgebied diverse conversieslagen gemaakt. Hierdoor zijn proces, procedures, systeem en aansturing voor de gehele uitvoering geüniformeerd. Zoals al eerder gesteld leiden conversieslagen (op korte termijn) vrijwel altijd tot problemen op het gebied van (o.a.) rechtmatigheid. De positieve effecten van bedoelde conversieslagen worden eerst nu zichtbaar. In 2004 is naar aanleiding van het rechtmatigheidcijfer REA 2003 een taskforce rechtmatigheid ingericht. Ten eerste hebben de activiteiten van de taskforce inzicht opgeleverd in de problematiek van de rechtmatigheid REA. Daarnaast zijn
verbetervoorstellen geformuleerd op de specifieke onderdelen richting de betrokken directies. Voor REA-AT heeft dit concrete maatregelen zichtbaar gemaakt, die er mede toe geleid hebben dat de foutaspecten uit 2003 ‘geen •
doelgroep’ en ‘product ten onrechte ingezet’ niet meer voorkomen over controlejaar 2004. Een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van onrechtmatigheid is geleverd door de vanuit overleg tussen IR en AG door AG uitgebrachte circulaire van 4 mei 2004, waarin een protocol voor het opstellen van een reïntegratievisie is opgenomen, waarbij het wel/niet sprake zijn van arbeidsgehandicaptestatus als verplicht item is opgenomen.
1
In controlejaar 2003 was het rechtmatigheidcijfer REA incl. onzekerheden vrijwel gelijk aan het rechtmatigheidcijfer excl. onzekerheden.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
102
In 2005 worden/zijn de volgende aanvullende verbetermaatregelen ingezet: •
•
Per 1 februari 2005 is IR overgegaan op één primair systeem voor (vrijwel) de gehele uitvoering (SIR, voor zowel inkoop als voorzieningen en de financiële afhandeling hiervan). Bij de bouw van het systeem is gewerkt aan oplossingen voor de onvolkomenheden van de oude systemen. Het resultaat is een systeem dat bijdraagt aan de kwaliteit van de producten die IR levert door de medewerker als het ware door het proces heen te leiden en hierbij de kwaliteit van de registraties te optimaliseren door het afdwingen van verplichte registraties. Voor de rechtmatigheid over controlejaar 2005 vormt de implementatie van het nieuwe systeem een risico vanwege de grote conversieslagen die wederom gemaakt zijn. Op termijn moet dit systeem bijdragen aan verbetering van het rechtmatigheidpercentage. In 2005 speelt d aarnaast nog de invoering van reïntegratiecoaching. Doel is alle activiteiten richting de klant met betrekking tot reïntegratie in één hand te leggen in de frontoffice en de administratieve afhandeling plaats te laten vinden in de backoffice. Verwachting is dat dit vanaf controlejaar 2006 een positief effect zal hebben op de rechtmatigheid. Voor 2005 betekent het echter een aantal negatieve effecten. Er moeten werkzaamheden overgedragen worden van IR naar AG en WW. In eerste instantie zou dit voor WW gebeuren per 1 oktober 2004 en voor AG per 1 januari 2005. IR heeft inmiddels wel personeel overgedragen, WW en AG zijn echter nog niet met de werkzaamheden gestart. De huidige planning is implementatie voor de WW per 1 april 2005 en voor AG per 1 oktober 2005, waarbij nog geldt dat implementatie verspreid in de tijd per kantoor plaatsvindt en niet in één keer. Dit betekent dat IR wel capaciteit heeft overgedragen, maar nog geen werk. Tevens is voorzien dat AG en WW ook gebruik gaan maken van het systeem SIR. Hierbij zal de nodige aandacht besteed worden aan instructie en aan het inregelen van kwaliteitsmetingen (MCP).
REA-AV Het onrechtmatigheidpercentage is toegenomen, van 1,48% in 2003 naar 4,29% in 2004. Deze toename heeft plaatsgevonden ondanks dat de massa sterk is afgenomen. Tevens is het aantal fouten met 50% gestegen. Hierbij valt nog wel op dat, ondanks de sterke afname van de massa en het bijbehorende aantal regels, het aantal gecontroleerde regels iets is toegenomen. Het aantal fouten op het aspect ‘vaststelling’ is het sterkst gestegen en veroorzaakt 3,07% van de onrechtmatigheid. Hierop ligt dan ook de focus bij het formuleren van verbetermaatregelen. In 2004 zijn al een aantal verbetermaatregelen ingezet: •
•
In de rapportage over controlejaar 2003 is al gewezen op het risico van een dalende rechtmatigheid in verband met de geplande conversieslagen in 2004. Medio 2004 zijn proces, de procedures en het geautomatiseerde systeem voor vrijwel de gehele uitvoering van voorzieningen geüniformeerd. Tevens is gezorgd voor één aansturing. Voor REA-AT is dit in 2003 gebeurd, waarbij het effect van een dalende rechtmatigheid in het controlejaar 2003 op vergelijkbare wijze optrad. Vanuit de stijgende rechtmatigheid die nu zichtbaar is binnen REA-AT is de verwachting dat de doorgevoerde conversies ook binnen REA-AV in 2005 en 2006 zullen leiden tot verbetering van het rechtmatigheidpercentage. Een substantieel gedeelte van het onrechtmatigheidpercentage heeft hiermee te maken. Tot in 2004 werden voorzieningendossiers nog afgehandeld door medewerkers binnen AG terwijl de verantwoordelijkheid al bij IR belegd was. Dit heeft geen positief effect gehad op de prioriteit die aan deze dossiers gegeven is en heeft geleid tot onduidelijkheden, onvolledigheden en vergrote complexiteit bij de verdere afhandeling binnen IR. In 2004 is naar aanleiding van het rechtmatigheidcijfer REA 2003 een taskforce rechtmatigheid ingericht. Ten eerste hebben de activiteiten van de taskforce inzicht opgeleverd in de problematiek van de rechtmatigheid REA. Daarnaast zijn verbetervoorstellen geformuleerd op de specifieke onderdelen richting de betrokken directies. Voor REA-AV heeft dit met name geleid tot betere afspraken tussen IR en de divisie AG. Dit blijkt nog niet uit de uitkomsten voor controlejaar 2004, maar op termijn moeten deze afspraken leiden tot verbetering van het rechtmatigheidpercentage.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
103
In 2005 worden/zijn de volgende aanvullende verbetermaatregelen ingezet: •
•
Van de 55 opmerkingen op het aspect vaststelling hebben er 3 betrekking op toekenning van een voorbereidingskrediet. De impact op het onrechtmatigheidpercentage is 0,75%. Om onduidelijkheden in de wetsinterpretatie voor de toekomst te voorkomen zijn deze gevallen met het oog op het verslagjaar 2005 voorgelegd aan de arbitragecommissie rechtmatigheid. Hieruit blijkt dat REA een aantal regelingen herbergt die gevoelig zijn voor afwijkende wetsinterpretatie. Uit het oogpunt van deregulering zijn deze regelingen niet uitputtend beschreven. In 2005 zal dan ook nog intensiever ingezet worden op monitoring van de gemaakte rechtmatigheidopmerkingen op dit gebied. Bespreken van casuïstiek met alle betrokkenen moet leiden tot meer inzicht in mogelijke wetsinterpretatie. In aansluiting op het vorige punt zal de procedure voor het afhandelen van rechtmatigheidopmerkingen binnen IR worden aangescherpt, zodat in alle gevallen bij het uiteindelijk definitief maken ervan vaststaat dat alle benodigde toelichting en/of stukken beschikbaar zijn gesteld en geraadpleegd, danwel dat deze niet beschikbaar zijn en dat de juiste interpretatie is toegepast.
Rechtmatigheid 2004 Rechtmatigheid distribuerende processen De regeling SUWI 2005 accountantscontrole treedt formeel in werking per 1 januari 2005. In de slotparagraaf van de Regeling is aangegeven dat waar dat mogelijk is ook reeds met betrekking tot het verslagjaar 2004 aan de nieuwe regels uitvoering zal moeten worden gegeven. Deze nieuwe regeling heeft als gevolg dat, met ingang van verslagjaar 2004, de onzekerheden die geconstateerd zijn in de rechtmatigheidmeting separaat worden verantwoord. De financiële foutbedragen als gevolg van de resterende onzekerheden - gerelateerd aan de gehele massa worden uiteindelijk getoetst aan aparte, voor onzekerheden geldende, controletoleranties. Hierna volgt een overzicht, volgens de nieuwe richtlijn, van de rechtmatigheidscores per wet en een analyse van de belangrijkste onvolkomenheden. In paragraaf 2.3 wordt aangegeven op welke wijze met oude onvolkomenheden is omgegaan. Rechtmatigheidscores per wet In tabel 2.1 wordt niet alleen de maximale rechtmatigheid op basis van de komende Regeling SUWI 2005 weergegeven maar ook de minimale rechtmatigheid. Dit laatste met het oog op een vergelijking met het verslagjaar 2003. In de tabel worden met andere woorden niet alleen de financiële fouten exclusief onzekerheid, maar ook de reeds vaststaande financiële rechtmatigheid inclusief onzekerheid weergegeven. Op basis van de komende Regeling SUWI 2005 bedraagt de maximale rechtmatigheid op UWVniveau 98%. De minimale rechtmatigheid op UWV-niveau bedraagt 97,4%. Over het verslagjaar 2003 lag dit cijfer op 97,8%.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
104
Tabel 2.1: Rechtmatigheidcijfers 2004 Maximale Wet
BIA Wajong WAO WAZ WW ZW REA WAZO TW UWV
Minimale
Verslagjaar 2003
Rechtmatigheid
Onzekerheden
Rechtmatigheid
(inclusief
(financieel exclusief
(financieel inclusief
onzekerheden)
onzekerheden) 99,4 99,7 99,5 99,2 94,9 94,8 91,7 98,0 97,2 98,0
onzekerheden) 99,1 99,7 99,4 98,2 93,7 89,5 88,8 97,8 96,0 97,4
94,9 99,8 100,0 97,8 93,1 92,7 87,2 98,2 97,9 97,8
0,3 0,1 1,0 1,2 5,3 2,9 0,2 1,2 0,6
Minimale rechtmatigheid: ontwikkeling in de tijd In vergelijking met 2003 is het resultaat op UWV-niveau gedaald met 0,4%. Deze daling kan voor een belangrijk deel verklaard worden door de lichte teruggang bij de WAO: deze wet weegt dermate zwaar in de totale massa dat een geringe daling van het resultaat daar onvermijdelijk in het UWV-cijfer zichtbaar is. In mindere mate is eveneens de significante toename van de WWmassa van invloed op het UWV-resultaat. In verslagjaar 2004 voldoen de Wajong en WAO nog steeds aan de 99%-norm. Inmiddels voldoet ook de BIA aan deze norm. Een viertal processen is ten opzichte van voorgaand verslagjaar verbeterd. Het betreft hier de uitvoering van de WW, REA, WAZ en BIA. De resultaten van ZW, TW en WAO zijn met respectievelijk 3,2%, 1,9% en 0,6% verslechterd. De uitvoering van de WAZO en Wajong is marginaal verslechterd. Maximale rechtmatigheid: toelichting per wet. Voor zover het rechtmatigheidpercentage onder 99% uitkomt maken we per wet een opsplitsing naar de aard van de belangrijkste onvolkomenheden. Dit onderscheid is onder andere belangrijk voor verdere verbetermaatregelen. Waar er sprake is van een onzekerheidsmarge boven 1% worden de belangrijkste onvolkomenheden apart toegelicht. - WW Het rechtmatigheidcijfer 2004 komt uit op een percentage van 94,9. Er is een onzekerheidsmarge van 1,2%. In tabel 2.2 wordt een opsplitsing gemaakt naar de aard van de onvolkomenheid.
Tabel 2.2 Onvolkomenheden WW Onvolkomenheid WW Sollicitatieactiviteiten Onderkennen verwijtbaarheid ontslag Wetoverschr. Fondsbelasting
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 1,65% 0,64% 0,57%
Onvolkomenheden met betrekking tot (het toetsen van) de sollicitatieplicht blijven onverminderd dominant aanwezig: 1,65% van de geconstateerde onrechtmatigheid is hierop terug te voeren.
Het (niet) onderkennen van verwijtbaarheid van het ontslag leidt tot een onrechtmatigheid van 0,64%. Hiervan heeft 0,37% betrekking op het onderkennen van verwijtbaarheid na ontslag met wederzijds goedvinden. Wetoverschrijdende fondsbelasting, in casu het ten onrechte belasten van de WW-fondsen in plaats van het REA-fonds, zorgt voor een onrechtmatigheid van 0,57% op wetniveau.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
105
De voornaamste onzekerheden doen zich voor bij de in tabel 2.2.A genoemde aspecten.
Tabel 2.2A Onzekerheden WW Onvolkomenheid WW Sollicitatieactiviteiten Onderkennen verwijtbaarheid ontslag Beschikbaarheid
Aandeel in onzekerheid 0,54% 0,32% 0,10%
De belangrijkste foutsoorten uit tabel 2.2 komen ook bij de onzekerheden terug. In het merendeel van de situatie is de rechtmatigheid (nog) niet vast te stellen. Ten aanzien van het aspect onderkennen verwijtbaarheid ontslag is nog een onderzoek gaande naar ontslag via de kantonrechter. - ZW Het rechtmatigheidcijfer 2004 komt uit op een percentage van 94,8; de onzekerheidsmarge bedraagt 5,3%. In tabel 2.3 wordt een opsplitsing gemaakt naar de aard van de onvolkomenheid.
Tabel 2.3 Onvolkomenheden ZW Onvolkomenheid ZW Maatregelen Communicatieformulier Dagloonvaststelling
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 1,72% 0,56% 0,44%
Voor wat betreft de aspectcode maatregelen werd verzuimd een maatregel op te leggen bij overtreding van de meldingsvoorschriften. Deze opmerkingen hebben een impact van 1,72% op het onrechtmatigheidcijfer ZW. Het ontbreken van het communicatieformulier ZW zorgt voor een onrechtmatigheid van 0,56%. Na ontvangst hiervan bleek geen recht op ziekengeld te bestaan. Met betrekking tot de dagloonvaststelling gaat het om een scala van over het algemeen “kleinere” opmerkingen. De voornaamste onzekerheden doen zich op de onderstaande aspecten voor.
Tabel 2.3A Onzekerheden ZW Onvolkomenheid ZW Verzekeringsplicht Uitstelbericht Aanvraagformulier
Aandeel in onzekerheid 2,59% 1,76% 0,61%
Een nog niet afgerond onderzoek naar de verzekeringsplicht zorgt voor een onzekerheid van 2,59%. Het ontbreken van het uitstelbericht ZW, het document waarop het voorduren van de ziekte is geregistreerd, veroorzaakt 1,76% van de onzekerheid bij de u itvoering van de ZW. - REA Het rechtmatigheidcijfer 2004 komt uit op een gewogen percentage van 91,7. De onzekerheidsmarge bedraagt 2,9%. In tabel 2.4 zijn de cijfers uitgesplitst naar deelcategorie. Als uitgangspunt hierbij is het onrechtmatigheidpercentage genomen, dit om de onderlinge verdeling over de verschillende deelcategorieën inzichtelijk te maken.
Tabel 2.4 Onrechtmatigheid REA naar deelcategorie Wet REA-WW REA-ZW REA-AV REA-AT REA-WA
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 0,34% 1,47% 4,29% 2,23% 0,02%
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
106
In de tabel 2.5 tot en met 2.8 wordt een opsplitsing gemaakt naar de aard van de onvolkomenheid per deelcategorie.
Tabel 2.5 Onvolkomenheden REA-WW Onvolkomenheid REA-WW Wetoverschr. fondsbelasting Loondoorbetaling
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 0,27% 0,06%
Met betrekking tot het aspect wetoverschrijdende fondsbelasting werd geconstateerd dat ten onrechte het REA-fonds in plaats van de WW-fondsen werd belast. Bij het aspect loondoorbetaling werd geconstateerd dat een REA-uitkering in verband met scholing of proefplaatsing werd toegekend terwijl niet vaststond dat het recht op loondoorbetaling, voorwaarde voor het recht op WW, was geëindigd. Het percentage onzekerheid bij REA-WW bedraagt 1,44%. Dit betreft dossiers waarbij een proefplaatsing is toegekend, zonder dat is vastgesteld dat er recht op WW bestaat.
Tabel 2.6 Onvolkomenheden REA-ZW Onvolkomenheid REA- ZW Hoogte REA-ZW Maatregelen
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 0,71% 0,35%
Bij REA-ZW had 0,71% van de opmerkingen betrekking op de vaststelling van de hoogte van de uitkering. Het gaat hierbij met name om de toepassing van de bepaling in de ZW waarin het recht op ziekengeld voor de arbeidsgehandicapte werknemer is geregeld. Het aspect maatregelen betreft de te late aangifte van de ziekmelding door de werkgever waardoor geen recht op ziekengeld vanaf de eerste ziektedag bestond. Deze foutsoort draagt 0,35% bij in de onrechtmatigheid.
Tabel 2.7 Onvolkomenheden REA-AT Onvolkomenheid REA- AT Wetoverschr. fondsbelasting Reïntegratie Vaststelling
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 1,09% 0,70% 0,44%
REA-AT omvat de inkoop van reïntegratie -instrumenten ten behoeve van de arbeidsinpassing van arbeidsgehandicapten. De belangrijkste onvolkomenheden werden geconstateerd op de aspecten wetoverschrijdende fondsbelasting en reïntegratie. In het eerste geval gaat het om declaraties die ten onrechte ten laste van REA-AT zijn geboekt in plaats van ten laste van de WW-fondsen (geen status arbeidsgehandicapte). Onvolkomenheden op het aspect reïntegratie hebben betrekking op het ten onrechte inzetten van het product, respectievelijk het niet tijdig beëindigen hiervan. Het percentage onzekerheid bij REA-AT bedraagt 0,59%. Dit betreft dossiers die zijn zoekgeraakt bij de overdracht van ex uvi Cadans naar ex uvi GAK, in verband met het converteren naar het GAK betaalsysteem.
Tabel 2.8 Onvolkomenheden REA-AV Onvolkomenheid REA- AV Vaststelling Sociaal medisch oordeel
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 3,07% 0,91%
REA-AV betreft de toekenning van diverse werknemersvoorzieningen waarvan door het directoraat Inkoop & Reïntegratie de facturering wordt afgehandeld. Het aspect vaststelling is de belangrijkste foutsoort binnen het totale aandachtsgebied van de REA. Doorgaans gaat het hier om onvolkomenheden bij de betaling van de declaraties. Meerdere onderliggende foutsoorten spelen hier een rol waarvan de vergoeding van reiskosten de meest voorkomende is.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
107
Wat betreft het aspect sociaal-medisch oordeel gaat het vooral om de toekenning van voorzieningen waarvoor geen arbeidsdeskundig advies aanwezig c.q. gevraagd is, dan wel dat betrokkene op grond van het ontbreken van de status van arbeidsgehandicapte niet voor de voorziening in aanmerking komt. Er is een onzekerheidmarge bij REA-AV van 0,85%. Dit betreft het merendeel dossiers die bij de conversie naar het GAK betaalsysteem zijn zoekgeraakt. - WAZO Het rechtmatigheidcijfer 2004 komt uit op een percentage van 98,0: de onzekerheid bedraagt 0,2%. In tabel 2.9 wordt een opsplitsing gemaakt naar de aard van de onvolkomenheid.
Tabel 2.9 Onvolkomenheden WAZO Onvolkomenheid WAZO Dagloonvaststelling Wetoverschr. fondsbelasting
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 1,14% 0,29%
Het aandachtsgebied WAZO betreft zowel claims vanuit de WAZ als vanuit de ZW. Het rechtmatigheidpercentage betreft beide deelterreinen. De belangrijkste onvolkomenheid betreft de vaststelling van het dagloon. De opmerkingen hadden merendeels betrekking op fouten in de berekening, onjuiste overname van loongegevens, wel of niet meenemen van bijzondere loonelementen en dergelijke. Dit aspect heeft een invloed van 1,14% op het onrechtmatigheidcijfer. - TW Het rechtmatigheidcijfer 2004 komt uit op een percentage van 97,2; de onzekerheidmarge bedraagt 1,2%. In tabel 2.10 wordt een opsplitsing gemaakt naar de aard van de onvolkomenheid.
Tabel 2.10 Onvolkomenheden TW Onvolkomenheid TW Inkomsten uit / ivm arbeid Toeslagenwet
Invloed op onrechtmatigheidpercentage 1,61% 0,61%
De Toeslagenwet wordt uitgevoerd bij meerdere wetten. De belangrijkste onvolkomenheid is het niet of onvoldoende rekening houden met neveninkomsten. Het gaat dan zowel om inkomsten van de cliënt zelf (0,84%) als die van diens partner (0,77%). De voornaamste onzekerheid doet zich voor op de volgende aspecten.
Tabel 2.10A Onzekerheden TW Onvolkomenheid TW Leefsituatie Aanvraagformulier
Aandeel onzekerheid 0,98% 0,23%
Onduidelijkheden met betrekking tot de leefsituatie van de cliënt zorgen voor een onzekerheid van 0,98%. Het ontbreken van het aanvraagformulier zorgt voor een onzekerheid van 0,23%. -
2.2.2. Resultaten afwijzingen
Afgewezen uitkeringsaanvragen zijn ook handelingen die in het rechtmatigheidpercentage dienen te worden betrokken. In het verslagjaar 2004 zijn op dit onderdeel o nvolkomenheden geconstateerd bij de uitvoering van de WAZO, REA, WAZ en ZW. Het aandeel in het UWVonrechtmatigheidpercentage van de ten onrechte afgewezen uitkeringsaanvragen bedraagt 0,03%. - 2.2.3. Resultaten formele opmerkingen Alleen financiële onvolkomenheden hebben invloed op rechtmatigheid. Voor sturing en beheersing zijn echter ook formele opmerkingen van belang. Formele opmerkingen ontstaan doordat eerst na aanvullend, extern onderzoek is komen vast te staan dat de steekproefregel inderdaad juist was en
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
108
kunnen enkel binnen het verslagjaar ontstaan. Onderstaande wordt een overzicht gegeven van de meest voorkomende formele opmerkingen. Tabel 2.11 bevat het aantal formele opmerkingen per wet.
Tabel 2.11 Formele opmerkingen per wet Aantal opmerkinge n
Formeel BIA Formeel Wajong Formeel WAO Formeel WAZ Formeel WW Formeel ZW Formeel REA Formeel WAZO Formeel TW
4 10 14 23 51 70 30 112 21
Aantal gecontroleerde gevallen 125 323 395 380 395 366 410 421 404
Percentage opmerkingen 3,1 3,1 3,5 6,4 11,6 15,3 7,3 32,2 5,1
In het onderstaande wordt voor de drie wetten met het hoogste percentage formele fouten een korte toelichting gegeven. - WW De formele opmerkingen kunnen uitgesplitst worden naar het aantal opmerkingen per foutsoort. De drie belangrijkste soorten worden weergegeven in tabel 2.12.
Tabel 2.12 Formele opmerkingen WW naar soort Soort opmerking Sollicitatieactiviteiten Onderkennen verwijtbaarheid ontslag Verwijtbaarheid - overig
Aantal 12 5 4
Dezelfde onvolkomenheden komen naar voren als bij de financiële fouten. Ten aanzien van de categorie sollicitatieactiviteiten is in 12 gevallen eerst na extern onderzoek komen vast te staan dat wel aan het getalscriterium werd voldaan. Onderkennen van verwijtbaarheid bij ontslag omvat een vijftal dossiers; 2 gevallen hadden betrekking op het ontbreken van onderzoek naar verwijtbaarheid na ontslag via de kantonrechter. - ZW De opmerkingen zijn divers van aard. De drie meest voorkomende foutsoorten zijn in tabel 2.13 opgenomen.
Tabel 2.13 Formele opmerkingen ZW naar soort Opmerkingen Aantal Uitstelbericht ZW Primaire beslissing Dagloonvaststelling
13 8 5
Onvolkomenheden met betrekking tot (de aanwezigheid van) het uitstelbericht ZW komen ook bij de formele fouten als belangrijke foutsoort naar voren. - WAZO De formele opmerkingen kunnen uitgesplitst worden naar het aantal opmerkingen per soort. De drie belangrijkste soorten worden weergegeven in tabel 2.14.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
109
Tabel 2.14 Formele opmerkingen WAZO naar soort Opmerkingen Aantal Beschikking Bedrag/periode Dagloonvaststelling
33 13 8
Het ontbreken van de beschikking in het dossier leidde in 33 gevallen tot een formele opmerking. In 13 gevallen werd een formele opmerking gemaakt omdat de beschikking onvolledige informatie bevatte. 2.2.4. Rechtmatigheid collecterend proces. Het collecterende proces over het jaar 2004 is rechtmatig uitgevoerd. De vastgestelde premiebaten zijn tot stand gekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. We hebben de onrechtmatigheden respectievelijk onzekerheden in het collecterende proces UWV 2004 geschat op 0,41% (een bedrag van € 74,7 mln.) respectievelijk 0,33% (een bedrag van € 59,1 mln.) van de vastgestelde premiebaten. De hiervoor genoemde percentages geven aan dat de geconstateerde onvolkomenheden geen materiële negatieve invloed hebben op de rechtmatigheid van de in 2004 vastgestelde premiebaten.
2.3. Onvolkomenheden van voor het verslagjaar 2004
2.3.1 Inleiding In het Controleprotocol zijn de rechtmatigheidpercentages gekoppeld aan het handelen en ten onrechte niet-handelen in het verslagjaar en de onvolkomenheden die daarbij gevonden zijn. Dit betekent dat niet herstelbare oude onvolkomenheden niet meetellen bij de bepaling van het rechtmatigheidpercentage. Herstelbare oude onvolkomenheden worden niet meegenomen bij het bepalen van het rechtmatigheidpercentage indien hiervoor een adequaat herstelplan wordt opgesteld en uitgevoerd. Bij de beoordeling van de herstelbaarheid van oude onvolkomenheden spelen juridische en economische overwegingen een rol.
2.3.2 Herstelplannen oude onvolkomenheden In het komende Controleprotocol SUWI 2005 is ten aanzien van Oude fouten en Herstelplannen vastgelegd dat de Raad van Bestuur besluit of een juridisch herstelbare fout al dan niet in de gehele massa opgespoord en hersteld moet worden. Wanneer de Raad van Bestuur besluit geen herstelplan uit te voeren waar juridisch herstel wel mogelijk is, dient in een afzonderlijke rapportage de economische afweging en kwantitatieve onderbouwing hiervan te worden vastgelegd. Dit onderdeel van het Controleprotocol 2005 is reeds voor 2004 van toepassing verklaard. Een tweetal principes wordt bij de onderbouwing gehanteerd: ? Integrale herstelacties op basis van individueel dossieronderzoek zijn op basis van economische motieven niet aan de orde. In tabel 2.16 wordt een overzicht van de indicatieve kosten per wet hiervan gegeven. ? Herstelplannen worden slechts opgesteld en uitgevoerd als door middel van selecties op basis van specifieke kenmerken uit de uitkeringsbestanden, de kans op het aantreffen van soortgelijke fouten kan worden verhoogd. Hiermee kan de omvang van de inspectie worden beperkt en wordt doelmatigheid gegarandeerd. 2.3.2.1.Herstelactie. Onvolkomenheden met betrekking tot de uitvoering van de “kopjesregeling” komen naar verhouding binnen de groep oude onvolkomenheden in aantal regelmatig voor. Daarbij komt dat de regeling over meerdere wetten wordt uitgevoerd. De directie WW heeft vastgesteld dat een herstelactie met betrekking tot de “kopjesregeling” bij de BIA gewenst is. Ook bij AG zal een herstelactie met betrekking tot het kopje in gang worden gezet. De directies AG en WW streven ernaar de herstelacties ultimo 2005 afgerond te hebben.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
110
2.3.2.2 Niet herstelbaar Tabel 2.15 geeft een overzicht van de oude onvolkomenheden die op economische gronden niet herstelbaar geacht worden. Herstelacties kunnen namelijk niet via bestandanalyses worden uitgevoerd. De hoge uitvoeringskosten die dossieronderzoek op nominatief niveau tot gevolg hebben, rechtvaardigen de beslissing geen herstelacties uit te voeren.
Tabel 2.15: Niet herstelbare oude onvolkomenheden Wet
Onvolkomenheid
WW
Onderkennen verwijtb. werkloos Aanvullend onderzoek Toetsing verwijtbaarheid Voorwaarden BIA Hoogte (vervolg)uitkering Hoogte BIA Aanvraagformulier Grondslag-/dagloonvaststelling Toetsing sollicitatieverplichtingen Geen doelgroep Wetoverschrijdende fondsbelast. Reïntegratie Leefsituatie Inkomsten uit / i.v.m. arbeid Aanvraagformulier
BIA
WAZ REA TW
Aantal
Invloed op onrechtmatigheid (vanaf 0,5%) 2,37% 0,99% 0,57% 1,81% 1,18% 0,94% 0,70% 0,69% 0,58% 0,57% 1,29% 1,67% 1,40% 0,94% 0,84%
5 3 2 2 3 3 1 3 4 1 3 5 6 12 2
In tabel 2.16 wordt een indicatieve berekening gegeven van de kosten van herstel in de massa van de oude fouten wanneer daartoe zou worden overgegaan.
Tabel 2.16. Raming herstelkosten oude fouten 2004 Wet
WAJONG WAO WAZ WW ZW REA WAZO TW
lopend bestand ultimo Hersteltijd per fte 3e kwartaal 2004 dossier in uren (manjaren) 141450 770701 55179 309444 62928 30489 41324 87758
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
1 1 1 1 1 1 1 1
102 556 40 223 45 22 30 63
kosten
€ 4.688.000 € 25.540.000 € 1.829.000 € 10.255.000 € 2.085.000 € 1.010.000 € 1.369.000 € 2.908.000
111
3. Sociaal medisch handelen Inleiding Conform de specificaties van het Protocol Sociaal Medisch Handelen UWV is over het jaar 2004 een dossiercontrole en een systeemaudit Sociaal Medisch Handelen (SMH) uitgevoerd. De bevindingen zijn hieronder weergeven. Dossiercontrole en systeemaudit SMH
Zowel de dossiercontrole als de audit zijn uitgevoerd door PC&K/SMH en gereviewd door de Accountantsdienst UWV. De vraagstelling die door middel van deze audit moet worden beantwoord is of de sociaal medische gevalsbehandeling rechtmatig is verlopen en of er voldoende waarborgen aanwezig zijn, zodanig dat deze gevalsbehandeling rechtmatig en doelmatig kan blijven verlopen. Door middel van dossiermetingen, interviews en een enquête is aan beide onderzoeksvragen invulling gegeven.
Dossieronderzoek Op basis van de uitkomsten van het dossieronderzoek 2003 zijn er verbetermaatregelen opgesteld. Binnen het coachingsoverleg van de staf VA en staf AD zijn de verbetermaatregelen uitvoerig aan de orde geweest. Het implementeren van de verbetermaatregele n en een adequate uitvoering van het MCP-SMH heeft ertoe geleid dat de rechtmatigheid van de verzekeringsgeneeskundige beoordelingen WAO, WAZ en WAJONG in het verslagjaar 2004 fors zijn verbeterd ten opzichte van het verslagjaar 2003, een stijging van 92,6% naar 95,3%. De rechtmatigheid van de arbeidskundige beoordelingen WAO, WAZ en Wajong ligt eveneens boven het niveau van 2003, een stijging van 91,4% naar 93,9%. Ook de uitvoering van de WAZ arbeidskundig liet een stijging zien van 87,6% naar 91,5%, waarbij voor deze wet voor het eerst de norm van 90% ruim werd gehaald. De rechtmatigheid van de verzekeringsgeneeskundige uitvoering van de ZW is ten opzichte van het verslagjaar 2003 duidelijk verbeterd mede door het met ingang van september 2003 ingevoerde MCP-ZW. Hier werd een stijging waargenomen van 84,3% naar 90,8%, waarbij ook hier aan de norm werd voldaan. Systeemaudit Algemeen De in 2003 ingezette ontwikkelingen met betrekking tot de inrichting van een kwaliteitsmanagementsysteem SMH zijn in 2004 onvoldoende doorgezet. De kwaliteit van de sociaal medische gevalsbehandeling laat desondanks een stijgende lijn zien ten opzichte van 2004, waardoor de doelstellingen met betrekking tot de inhoudelijke kwaliteit ultimo 2004 ruim zijn gehaald. De WAO instroom in 2004 is gedaald ten opzichte van 2003. Kaderstelling en besturing Door middel van het Jaarplan AG 2004 zijn doelen, maatstaven en normen duidelijk neergezet. Deze worden ook door de uitvoering als redelijk duidelijk ervaren. Voor de inhoudelijke kwaliteit is er een duidelijke prestatie -indicator vastgesteld. Ondanks de hoge productiedruk en de sturing daarop, is de sociaal medische rechtmatigheid in 2004 ten opzichte van 2003 sterk verbeterd. Systematiek van beheersing De sturing op inhoudelijke kwaliteit wordt vanaf 2002 ondersteund door de invoering van het Minimum Controle Programma (MCP). Deze dossiertoetsen worden door de uitvoering positief gewaardeerd als sturingsmechanisme. In het 4e kwartaal 2003 is dit MCP uitgebreid met de toets op herbeoordelingen en de Ziektewet. Er is nog onvoldoende sprake van benchmarking op uitvoerend niveau met betrekking tot sociaal medische rechtmatigheid en doelmatigheid. Verantwoordingssystematiek De verantwoordingsverplichting van de regiodirectie richting dire ctie is bekend, doch dit wordt niet overal op dezelfde wijze naar lagere echelons gecommuniceerd. Vanuit de bevindingen van de audit worden vragen gezet bij de volledigheid en betrouwbaarheid van de daarbij gehanteerde informatie wegens het ontbreken van een adequate borging met betrekking tot de vulling van de registratiesystemen. Tevens blijkt dat de verzamelde info het realiseren van het organisatiedoel “werk boven uitkering” nog steeds onvoldoende ondersteunt.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
112
Inrichting en condities In 2002 is het Claimbeoordelings - en Borgingssysteem (CBBS) ingevoerd. In het derde kwartaal 2003 is de CBBS-monitor in de lijnorganisatie geïmplementeerd. Gedurende het jaar 2004 werd de monitor meer als stuurinstrument gebruikt. Voor wat betreft de beheersing van het kwaliteitsniveau van de werkzame professionals is het wenselijk om een systeem van registratie van de certificering van VA’en en AD’en in te richten. Organisatie van Kwaliteit In 2004 heeft geen verdere uitbouw van het kwaliteitsmanagementsysteem SMH plaatsgevonden. De organisatie van kwaliteit in de uitvoering door middel van inzet van Staf-VA’en en Staf-AD’en is in 2004 onveranderd ten opzichte van 2003. In het laatste kwartaal van 2004 is begonnen met de inrichting van en directoraat Sociaal Medische Zaken met de daaraan gekoppelde wijziging in inhoudelijke aansturing. Dit zal naar verwachting een positieve invloed op de inhoudelijke kwaliteit hebben. Afdoening wettelijke herbeoordelingen eind 2003 UWV had de doelstelling de achterstanden bij de wettelijke herbeoordelingen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Een audit op de uitvoering van deze operatie leverde met betrekking tot de sociaal medische rechtmatigheid geen afwijkende bevindingen op ten opzichte van de reguliere dossiermetingen. Voor wat betreft de sturing op doelmatigheid wordt verwezen naar het onderdeel Verantwoordingssystematiek. Inrichten herbeoordelingen Aangepast schattingsbesluit (aSB) Gedurende het jaar 2004 is er op een projectmatige manier vorm gegeven aan de voorbereiding van uitvoering van de herbeoordelingen aSB vanaf 1 oktober 2004. Hiervoor is een apart registratiesysteem ontwikkeld en zijn instructiebijeenkomsten georganiseerd.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
113
4. Reïntegratie Aanpassing reïntegratie- en inkoopbeleid Om onze doelstelling van Werk boven uitkering de komende jaren effectief vorm te geven en de individuele klant maatwerk te bieden, hebben we in 2004 ons inkoopbeleid voor reïntegratiediensten aangepast. Centraal staat de noodzaak om de klant zoveel als mogelijk is op zijn zelfredzaamheid aan te spreken, deze zelfredzaamheid te ondersteunen waar nodig, en uit te gaan van de actuele vraag op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat sommige klanten zeer beperkt of niet ondersteund behoeven te worden, en dat andere klanten meer ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van een reïntegratietraject, nodig hebben. Daarom is een gedifferentieerd aanbod aan reïntegratiedienstverlening, verbonden aan een heldere diagnose per klant, de hoofdlijn van ons reïntegratie - en inkoopbeleid. Onderdeel van deze innovatie van het inkoopbeleid zijn de keuzes die in overleg met de Minister zijn gemaakt over duurzamer vormen van contracteren. Dit houdt in dat er een langere contractduur kan worden afgesproken dan de periode van één jaar die tot nu toe gebruikelijk was en dat d e contracten voor een deel van de best presterende reïntegratiebedrijven kunnen worden verlengd.
Aanbestedingsprocedure We sluiten contracten met reïntegratiebedrijven op basis van Europese aanbesteding. Hierdoor worden op een objectieve en transparante manier opdrachten gegund aan reïntegratiebedrijven. Om de procedure van aanbesteding te vereenvoudigen hebben we een aantal administratieve maatregelen genomen, zoals het slechts één keer per jaar aanleveren van standaardinformatie, het beperken van de omvang van het Programma van Eisen en het ontwikkelen van digitale aanbesteding. Elk kwartaal hebben we reïntegratietrajecten aan specifieke groepen ontslagwerklozen en arbeidsgehandicapten aanbesteed. In totaal hebben we circa 100.000 kandidaten aangemeld voor een reïntegratietraject. Dit is ruim 7% meer dan in 2003. Het aantal feitelijk gestarte trajecten in 2004 bedroeg bijna 87.000. Dit is 23% hoger dan in 2003. IWI constateerde in 2004 dat UWV in de periode van 2 jaar dat UWV reïntegratiediensten privaat aanbesteedt, correct heeft ingekocht. Voorts stelde IWI dat de aanbestedingsprocedure van UWV een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkelingen op de reïntegratiemarkt. Ook andere instanties hebben zich positief uitgelaten over de bijdrage die UWV levert aan de ontwikkeling van de reïntegratiemarkt. Enkele hoofdlijnen hieruit zijn: door de door UWV ingevoerde resultaatfinanciering zijn de prijzen gedaald en is de effectiviteit van de inkoop toegenomen. Door vereenvoudiging in het proces van aanbesteding, selectie en gunning zijn de transactiekosten voor zowel UWV als de reïntegratiebedrijven in 2004 gedaald. Plaatsingsresultaten Onderstaande tabel geeft een beeld van de plaatsingsresultaten van de afgelopen contractjaren: TABEL Plaatsingsresultaten afgelopen contractjaren jaar trajecten 2001 65.758 2002
92.362
2003
64.848
Plaatsing
Opmerkingen
27.412 42% is geplaatst. De doelsteling van plaatsing van 30% AG en 40% WW is gehaald. 23.567 26% is gerealiseerd. Dit percentage zal nog stijgen, maar de doelstelling van plaatsing van 30% AG en 40% WW zal vermoedelijk niet worden gehaald. 5.280 8% is geplaatst. Dit percentage zal nog stijgen. Doelsteling 30% AG en 40% WW plaatsingen
Ter toelichting op het in de tabel vermelde plaatsingsresultaat voor het contractjaar 2002 geldt dat de looptijd van het contract 2002 is gestart in de periode dat de economie zijn dieptepunt bereikte.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
114
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de plaatsin gspercentages naar instroomcohort.
TABEL Instroomcohort Instroomcohort
Netto instroom
Plaatsingen
12.418 14.897 14.186 18.501
1-4-2002 1-7-2002 1-10-2002 1-1-2003
4.002 4.348 3.881 4.498
Plaatsingspercentage
32 29 27 24
We zien dat het plaatsingspercentage hoger is naarmate de looptijd van de trajecten langer is. Voor het cohort dat op 1 april 2002 is gestart hebben de trajecten de maximale looptijd van 2 jaar inmiddels bereikt. Het plaatsingspercentage van dit cohort stijgt dan ook nog maar zeer langzaam.
Contractjaar 2001 C 2001
1/1/2004
1/4/2004
1/7/2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
79.357 58.458 20.899 13.599 9.713 3.886 65.758 48.745 17.013 26.253 18.559 7.694 31.738 23.388 8.350 7.767 6.798 969
79.357 58.458 20.899 13.599 9.713 3.886 65.758 48.745 17.013 26.873 19.096 7.777 34.632 25.822 8.810 4.253 3.827 426
79.357 58.458 20.899 13.599 9.713 3.886 65.758 48.745 17.013 27.162 19.333 7.829 35.202 26.233 8.969 3.394 3.179 215
79.357 58.458 20.899 13.599 9.713 3.886 65.758 48.745 17.013 27.319 19.477 7.842 37.121 28.076 9.045 1.318 1.192 126
79.357 58.458 20.899 13.599 9.713 3.886 65.758 48.745 17.013 27.413 19.562 7.851 38.087 28.953 9.134 258 230 28
Contractjaar 2002 C 2002
1/1/2004
1/4/2004
1/7/2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
107.743 69.399 38.344 14.547 8.663 5.884 89.094 57.657 31.437 11.472 7.863 3.609 19.274 14.184 5.090 58.348 35.610 22.738
108.409 69.615 38.794 15.240 9.070 6.170 92.027 59.992 32.035 15.058 10.135 4.923 25.542 18.387 7.155 51.427 31.470 19.957
108.402 69.617 38.785 15.563 9.240 6.323 92.351 60.109 32.242 18.447 12.145 6.302 31.252 22.046 9.206 42.652 25.918 16.734
108.383 69.602 38.781 15.713 9.329 6.384 92.360 60.094 32.266 21.244 13.785 7.459 37.282 25.711 11.571 33.834 20.598 13.236
108.383 69.602 38.781 15.805 9.369 6.436 92.362 60.096 32.266 23.567 15.089 8.478 43.141 28.691 14.450 25.654 16.316 9.338
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
115
Contractjaar 2003 C 2003
1/1/2004
1/4/2004
1/7/2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
19.739 11.338 8.401 1.658 1.151 507 7.529 5.188 2.341 81 78 3 104 91 13 7.344 5.019 2.325
37.161 19.578 17.583 3.925 2.255 1.670 21.621 11.224 10.397 414 327 87 535 406 129 20.672 10.491 10.181
59.920 28.044 31.876 6.526 3.298 3.228 36.988 18.056 18.932 1.340 798 542 1.325 924 401 34.323 16.334 17.989
76.902 31.938 44.964 9.390 4.250 5.140 54.621 23.907 30.714 2.915 1.533 1.382 2.839 1.836 1.003 48.867 20.538 28.329
82.369 35.890 46.479 11.744 5.085 6.659 64.848 27.361 37.487 5.280 2.450 2.830 5.517 3.293 2.224 54.051 21.618 32.433
Contractjaar 2004 C 2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
4.385 4.385 243 243 1.693 1.693 3 3 16 16 1.674 1.674 -
18.447 8.968 9.479 1.394 861 533 9.809 5.789 4.020 30 29 1 137 123 14 9.642 5.637 4.005
Contracten Vrije ruimte De uitvoering van de vrije ruimte contracten is in het laatste kwartaal 2004 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zijn de kaders eind december 2004 door de Raad van Bestuur vastgesteld voor de inrichting van de vrije ruimte in 2005. De belangrijkste kaders voor de vrije ruimte zijn: • Bij het afsluiten van vrije ruimte contracten moet kritisch gekeken worden naar het aantal kandidaten. Een zekere schaalgrootte is namelijk vereist voor het afsluiten van een vrije ruimte contract. • De vrije ruimte blijft nadrukkelijk ook openstaan voor nieuwe toetreders (dat zijn reïntegratiebedrijven die niet eerder een contractuele relatie met UWV hebben gehad). • De inkoop van voorschakeltrajecten (niet primair gericht op plaatsing in arbeid) via de vrije ruimte blijft mogelijk. Hierover zullen afspraken op basis van resultaatsfinanciering gemaakt worden. • Bij het afsluiten van vrije ruimte contracten wordt standaard rekening gehouden met de evaluatie na afloop van het contract.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
116
Vrije ruimte contractjaar 2002 1/1/2004 1/4/2004
1/7/2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
7.164 3.997 3.167 860 521 339 5.720 3.234 2.486 508 302 206 941 746 195 4.271 2.186 2.085
7.860 4.318 3.542 983 583 400 6.433 3.524 2.909 778 399 379 1.323 1.011 312 4.332 2.114 2.218
8.150 4.276 3.874 846 415 431 6.886 3.680 3.206 1.046 509 537 1.767 1.258 509 4.073 1.913 2.160
8.555 4.362 4.193 917 439 478 7.432 3.817 3.615 1.351 588 763 2.426 1.516 910 3.655 1.713 1.942
Vrije ruimte C 2003/2004 1/1/2004
1/4/2004
1/7/2004
1/10/2004
1/1/2005
Bruto AG WW Uitval AG WW Netto AG WW Plaatsing AG WW Geen plaatsing AG WW Lopend AG WW
626 577 49 34 34 0 105 80 25 0 0 0 5 5 0 100 75 25
3.186 1.896 1.290 197 171 26 1.035 607 428 7 7 0 25 24 1 1.003 576 427
4.422 2.632 1.790 484 381 103 2.749 1.362 1.387 55 34 21 137 125 12 2.557 1.203 1.354
6.085 3.636 2.449 797 619 178 4.053 2.156 1.897 159 75 84 414 344 70 3.480 1.737 1.743
5.985 3.474 2.511 711 436 275 4.570 2.735 1.835 290 197 93 573 465 108 3.707 2.073 1.634
2 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Signalen onvoldoende inzet reïntegratie We wijzen onze klanten nadrukkelijk op hun verplichtingen bij reïntegratie. Als hun medewerking niet voldoende is, worden wij hierover door reïntegratiebedrijven geïnformeerd. De meest voorkomende signalen zijn het niet verschijnen op de (eerste) afspraak en het niet meewerken aan het reïntegratietraject. Het percentage openstaande signalen is in de loop van het jaar aanzienlijk afgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven wat we met deze signalen hebben gedaan.
TABEL
Signalen AG Ontvangen meldingen Afgehandeld Opgelegde sancties
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
WW 2.324 867 189
Totaal 3.828 2.294 526
6.152 3.161 715
117
Het feit dat veelal geen sanctie wordt opgelegd heeft enerzijds te maken met het feit dat er geen verwijtbare handeling kan worden vastgesteld en anderzijds wordt soms geen sanctie opgelegd vanwege de ouderdom van de melding. WAJONG-gelden voor experimenten en voorlichting Motie Verburg experimenten en voorlichting 1 Stichting Leerwerkbedrijf Zuidoost
"The Sweet Store", een leerwerkbedrijf waar 60 jongeren met een (licht) verstandelijke handicap in 5 jaar tijd onder intensieve begeleiding worden voorbereid op een arbeidsplek in de detailhandel of horeca.
Kosten 2004 116.000 €
2 Kliq VPP
43.435 €
3 Kliq TPO
125.798 €
"Project Visuele PortfolioPresentatie". Verbetering van de toegang naar werkplekken voor jonggehandicapten door beïnvloeding van werkgevers. Tijdens acquisitie van werkplekken wordt een VPP-film getoond waarop een jonggehandicapte zich persoonlijk presenteert. Aantal deelnemers: 200.
"Project Training, Plaatsing en Onderhoud". Vergroting van de kans op werk(ervarings)plekken door het voor werkgevers aantrekkelijker te maken, werk ter beschikking te stellen. Werkgevers hoeven niet direct een dienstverband aan te gaan maar kiezen hier pas voor nadat de jonggehandicapte via de methodiek van jobcoaching is ingewerkt. Aantal deelnemers: 10.
4 CNV jongeren CV Bijsluiter
20.880 €
Het ontwikkelen van een CV Bijsluiter die werkgevers informeert over de mogelijkheden en kansen wanneer een jonggehandicapte solliciteert. De bijsluiter kan worden toegevoegd bij de sollicitatiebrief en CV van de jongere. De bijsluiter wordt zo ontwikkeld dat deze als bestand is te downloaden en goed printbaar is. Aantal bijsluiters dat verspreid wordt: 5.000
5 CNV jongeren Empowerment
47.376 €
6 Stichting Windroos Foundation
51.371 €
7 PSW Experiment PRB
40.000 €
8 Radar Sluitende aanpak
24.276 €
Empowerment voor Wajongeren. Het ontwikkelen van een empowermenttraining door en voor jongeren in de Wajong. Aantal deelnemers: 50
Project "Succesvol naar School en Werk" fase 2. Een toekomst traject voor jongeren die lijden aan schizofrenie of een aanverwante stoornis. Subsidie voor een bijdrage in de kosten Experiment toepassing persoonlijk reïntegratiebudget voor jongeren met een arbeidshandicap. Aantal deelnemers: 60. De voorbereidingsfase wordt gesubsidieerd. Eind juni 2005 wordt beoordeeld of het zinvol is door te gaan met de uitvoeringsfase.
De sluitende aanpak vormgeven voor de gehele Wajong-populatie (de nog onbekende 35%) en voor mensen die in de toekomst voor de Wajong gebruik kunnen gaan maken door het realiseren van een afstemmingsoverleg dat daadwerkelijk succesvolte trajecten realiseert gericht op plaatsing op de arbeidsmarkt voor Wajongeren uit de 'lastigste' doelgroepen. Aantal deelnemers: 60. Het betreft in eerste instantie alleen fase 1. Eind mei 2005 wordt beslist of de uitvoeringsfase gestart kan worden.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
118
9 NIZW Wederzijds (genoeg(en)?
16.000 €
Projectonderzoek: Welke voorwaarden moeten er worden gerealiseerd om de win-win-situatie tussen begeleid werkenorganisaties en vrijwilligersorganisaties bestaat (volgens de slotmanifestatie van Vrij baan) voor zowel jongeren als vrijwilligersorganisaties haalbaar en aantrekkelijk te maken?
10 Stadsdeel Zuidoost werkgeverstocht
5.800 €
Werkgeverstocht langs verschillende arbeidsprojecten voor jonggehandicapten in Amsterdam-Zuidoost.
11 Breedplatform verz. Informatievoorz.
118.912 €
12 NIZW NAH
105.158 €
Informatievoorziening reintegratie jonggehandicapten. Algemene informatie (brochures, wbsite e.d. in begrijpelijke taal); Helpdesk (voor advies op maat); Informatiepunt (empowerment rond werk). Een verkenning en vormgeving.
Vergroten van arbeidsmogelijkheden van mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel. Een ontwikkeling van prototype van producten.
Totaal Experimenten 1 Filmmij. Hoezo moeilijk?!
715.006 € 118.544 €
Een bijdrage in de documentaire serie over een school voor zeer moeilijk lerende en gedragsproblematische kinderen die werken aan plek in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.
2 NIZW factsheets uit kenniscentr.
44.800 €
Nog niet bekend wat maar wel hoeveel: 4 x 5000 exemplaren.
3 COC Nederland "Beperkt in beeld"
101.920 €
Een documentaire over Wajongeren en homoseksualiteit. Voor potentiële werkgevers en de wereld om de Wajongeren heen.
Totaal Voorlichting
265.264 €
Communicatiecampagne reïntegratie. Mede met het oog op de herbeoordelingen WAO zijn we begin september een communicatiecampagne reïntegratie gestart. Deze is gericht op twee doelen: het positief beïnvloeden van de beeldvorming van werkgevers over (het in dienst nemen van) arbeidsgehandicapten en het verbeteren van de informatievoorziening over alle reïntegratieregelingen. We zetten middelen in als TV-commercials, advertenties in landelijke en regionale dagbladen, in opinie -, branche- en vakbladen en artikelen in UWV-nieuws (voor werkgevers) en UWV-perspectief (voor alle WAO-, WAZ- en WAJONG gerechtigden). Ook hebben we een nieuwe brochure ontwikkeld voor werkgevers die overwegen een arbeidsgehandicapte in dienst te nemen. Deze gaat in op een aantal veronderstelde belemmeringen, op subsidieregelingen en risico verminderende maatregelen. In oktober 2004 hebben we het Servicecentrum Reïntegratie voor werkgevers opgericht. Het Servicecentrum heeft vooralsnog als taak om werkgevers te informeren over reïntegratie en over de mogelijkheden om een arbeidsgehandicapte aan te nemen.
Juistheid reïntegratieverslagen Het instrumentarium voor een periodieke meting van de juistheid toetsing reïntegratieverslagen is inmiddels beschikbaar. Wij hebben er echter om de volgende reden van afgezien om het nog in 2004 te operationaliseren. Uit onderzoek van IWI is gebleken dat wij de Wet verbetering Poortwachter adequaat uitvoeren. Ook een interne audit leidde tot die conclusie. Deze audit
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
119
resulteerde in een aantal aanbevelingen tot verbetering van zowel de tijdigheid als de juistheid van de toetsing. We verwachten ná 1 oktober een grote daling van het aantal einde-wachttijdaanvragen in relatie tot invoering van de wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte. Om die reden vinden wij het niet zinvol meer voor 2004 nog met een score de juistheid van de toetsing te verantwoorden. Het instrumentarium zal vanaf oktober 2005 geïmplementeerd worden wanneer de volumes einde-wachttijd-aanvragen weer materieel worden. Tegelijkertijd implementeren we dan de aanbevolen verbeteringen.
Samenwerking van UWV met Gemeenten m.b.t. reïntegratie in 2004
Inleiding In 2004 is de samenwerking tussen UWV en de gemeenten met betrekking tot reïntegratie verder geïntensiveerd en uitgebreid. Met circa 200 gemeenten heeft UWV in 2004 contacten gelegd of afspraken gemaakt om te komen tot concrete samenwerkingsafspraken met betrekking tot reïntegratie naar betaald werk en/of in over de inzet van sociale activering als instrument hierbij (2003: 100). Het gaat hierbij om afspraken over de reïntegratie van UWV-klanten met een WW -, WAO-, WAJONG- of WAZ-uitkering, de reïntegratie van klanten die zowel een UWV- als een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ontvangen of om deelname van UWV-klanten aan door de gemeente geïnitieerde, wijkgerichte , reïntegratie - en zorg projecten bestemd voor alle inwoners van de gemeente . Tevens zijn in 2004 een aantal gezamenlijke projecten gestart om ontslagen WIW’ers in een reïntegratietraject te plaatsen, alsmede op het terrein van de aanpak van WSW wachtlijsten. De samenwerking is tot stand is gekomen met zowel grote als middelgrote gemeenten. Ook kleine gemeenten raken in toenemende mate hierbij betrokken, met name in de regio’s Noord en Oost. In de praktijk raakt de samenwerking naar schatting 70% van alle UWV-klanten. UWV streeft er in principe naar om de komende jaren (2005 en 2006) te komen tot samenwerkingsafspraken over reïntegratie met alle gemeenten, met andere woorden tot een landelijke dekking. Landelijk totaalbeeld UWV heeft in 2004 me t bijna tweemaal zo veel gemeenten afspraken gemaakt als in 2003. Met meer dan 140 Gemeenten zijn afspraken gemaakt over de gezamenlijke aanpak van reïntegratie in samenloopsituaties WAO/ABW en/of de inzet van sociale activering voor UWVklanten. Met 35 gemeenten lopen verschillende andere projecten rond reïntegratie. I Samenwerking UWV met de G4 •
•
• •
Amsterdam: contracten in kader van p roject samenlopers deelgemeente Zuid voor zogenoemde voorschakeltrajecten en reïntegratietrajecten afgesloten, start in januari 2005. Voorts contract afgesloten voor Ondernemershuizen in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, Centrum en Zeeburg waarin iedereen informatie kan halen over het starten als zelfstandige. Ook contracte n gesloten voor trajecten in kader van pilot maatwerk dienstverlening (UWV i.s.m. HIV Vereniging Nederland) aan WAO-klanten met HIV/AIDS. In Nieuw -West is een p ilot samenwerking CWI-gemeente-UWV gestart. Rotterdam: pilot ten behoeve van reïntegratie in samenloopsituaties WAO/ABW voor klanten woonachtig in twee deelgemeenten van Rotterdam (Centrum en Delfshaven) is geëvalueerd. Afspraken zijn gemaakt over vervolgproject dat uitgebreid wordt over de gehele gemeente Rotterdam. Voorts convenant afgesloten over sociale activering. Utrecht: samenwerkingsovereenkomst gesloten met gemeente Utrecht. Voorts wordt samenwerkingsovereenkomst opgesteld over reïntegratie van “Samenlopers”. Ook participeert UWV in het project “Integrale wijkaanpak Activering en Werk Zuidwest”. Den Haag: evaluatie heeft plaatsgevonden van project over samenloop en sociale activering. De resultaten zijn bemoedigend te noemen. Reïntegratiebedrijf zal worden gevraagd om nieuwe offerte uit te brengen. UWV zal in 2005 een nieuw project starten met gemeente Den Haag voor kandidaten fase 4, 80/100% arbeidsongeschikt.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
120
II Samenwerking UWV met gemeenten in de regio 2 Regio Noord: • Met 34 gemeenten loopt de samenwerking m.b.t. samenloopgevallen. Daarnaast lopen bijzondere reïntegratietrajecten Regio Noord West • Met 16 gemeenten zijn afspraken gemaakt inzake samenwerking m.b.t. samenloopgevallen en/of sociale activering. • Met 13 Westfriese gemeenten is een convenant over samenloopgevallen opgesteld. • Daarnaast lopen bijzondere reïntegratietrajecten. Regio Oost • Met gemeenten in 4 RPA-gebieden (Twente, Stedendriehoek, Achterhoek en De Vallei) en de gemeente Arnhem zijn afspraken gemaakt inzake samenwerking met betrekking tot samenloopgevallen en/of sociale activering. • Daarnaast lopen bijzondere reïntegra tietrajecten. Regio Midden-West • Met ruim 30 gemeenten zijn afspraken gemaakt inzake samenwerking met betrekking tot samenloopgevallen en/of sociale activering. Regio Zuid-West • Met 8 gemeenten zijn afspraken gemaakt inzake samenwerking met betrekking tot samenloopgevallen en/of sociale activering. Regio Zuid-Oost • Met circa 15 gemeenten zijn afspraken gemaakt inzake samenwerking met betrekking tot samenloopgevallen en/of sociale activering. • Daarnaast lopen bijzondere reïntegratietrajecten. Thema “starten als zelfstandige” In verband met de beoogde overgang van de taak van het toekennen van starterskredieten van UWv naar gemeenten (per 1-1-2006 of 2007) is er een convenant gesloten met: • alle 6 gemeenten in de provincie Flevoland, • alle gemeenten binnen de IR regio Rijnmond, • 14 gemeenten rond Zwolle, • 16 gemeenten rond Arnhem en Nijmegen. Er zijn gesprekken gaande met de gemeenten Apeldoorn, Deventer, Groningen en Assen. Met de Gemeente Tilburg heeft UWV een gezamenlijk project (ESF/Equal gefinancierd) opgezet voor het begeleiden van uitkeringsgerechtigden van UWV of Gemeente naar arbeid als zelfstandige.
2
Hierbij wordt de regio-indeling CWI/UWV-WW aangehouden .
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
121
5. Handhaving Strategie en beleid Binnen UWV is de directie Fraudepreventie en Opsporing (FPO) verantwoordelijk voor het borgen van de fraudebestendigheid van UWV processen en het aanpakken van frauduleus handelen. Preventie en repressie zijn daardoor onlosmakelijk met elkaar verbonden. Algemene uitgangspunten voor ons beleid ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik zijn aan te treffen in Kompas 2005 en Uitvoering in Perspectief. Meer concrete uitgangspunten voor het UWV handhavingsbeleid liggen vast in het SZW Handhavingsprogramma 2003-2006. UWV heeft deze uitgangspunten vertaald naar operationele uitgangspunten in het handhavingsbeleid UW V 2003-2005. Om haar handhavingsbeleid uit voeren kiest UWV voor de volgende strategie: • UWV verankert handhaving in haar reguliere processen • UWV geeft prioriteit aan preventie in de vorm van: o Meer eenvoud in wet- en regelgeving o Duidelijke communicatie over recht en plichten o Creëren van draagvlak voor naleving • UWV geeft prioriteit aan bestrijding zwarte fraude • UWV geeft prioriteit aan bestrijding internationale fraude • UWV laat klantcontact een belangrijke rol spelen in de uitvoering van de handhavingstaak • UWV gaat slimmer en op deelterreinen meer controleren Verantwoordelijkheden voor M & O beleid Het ministerie van SZW is verantwoordelijk voor sturing, medebewind en toezicht. UWV is verantwoordelijk voor het verder vormgeven en uitvoeren van het handhavingsbeleid Beleidsvoorbereiding Uitgangpunt bij de beleidsvoorbereiding is de handhavingketen bestaande uit: • Preventie • Controle • Opsporing • Afdoening Bij de beleidsvoorbereiding rekening gehouden met randvoorden zoals: • de wetstechnische mogelijkheden in rela tie tot de mogelijke controle -instrumenten; • de technische mogelijkheden (systemen/interfaces) en gegevensdefinities in relatie tot de in te zetten instrumenten; • de afstemming van het werkpakket op de beschikbare formatie per schakel van de handhavingsketen, bijvoorbeeld de afstemming van het werkpakket met de voor controle en opsporing beschikbare capaciteit; • de besparingen van het handhavingsbeleid op de grote geldstroom en de bijdrage aan de SUWI doelstellingen? Aan handhaving zit een economische begrenzing. Dat houdt in dat we onze mensen en middelen daar willen inzetten, waar het risico het grootst is, daarbij strevend naar optimale efficiency door die subjecten/objecten te toetsen waar volgens risicoanalyses de kans op het aantreffen van fraude het grootst is. Alleen door onze inspanningen risicogericht en op basis van risicoprofielen aan te sturen, kan hierbij een optimum worden bereikt. Deze risicoprofielen zijn sterk gericht op het opsporen van zwarte fraude. Ten aanzien van witte fraude ligt het ris ico in het gebruik van derden gegevens bij de uitvoering van de reguliere processen. In het kader van een effectief preventiebeleid ten aanzien van witte fraude is het noodzakelijk de risico’s te onderkennen die verbonden aan het gebruik van gegevens van d erden. Voor de collecterende functie is in 2004 een risicoanalyse uitgevoerd waarbij de raakvlakken van het primaire proces en derden gegevens zijn geïnventariseerd en beoordeeld op potentieel misbruik in relatie getroffen maatregelen (restrisico’s). Of er maatregelen moeten worden genomen en zo ja welke zal in 2005 nader worden beoordeeld. Voor de distribuerende functie is deze inventarisatie nog gaande en zal in 2005 worden afgerond.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
122
Beleidsuitvoering Het operationeel maken van het handhavingsbeleid gebeurt via de Planning en Controlcyclus. Het handhavingsbeleid 2003-2005 is uitgangspunt voor de invulling van het hoofdstuk handhaving van het UWV jaarplan 2004, het FPO jaarplan 2004 en de jaarplannen van de divisies. Op deze manier zijn eenheid van beleid en uitvoering gewaarborgd. Verder maakt SZW met UWV kaderstellende afspraken in het Handhavingsarrangement (waarin ook het OM partij is) en het Opsporingsbeleidsplan over het gewenste handhavingsniveau. Al deze afspraken vinden hun vertaling via het UWV Jaarplan naar het FPO Jaarplan en de convenanten tussen FPO als verantwoordelijke directie voor handhavingsbeleid en de uitvoerende divisies. Naast verankering in de reguliere processen worden een aantal activiteiten projectgewijs uitgevoerd. De doorve rtaling van beleidsvoornemens van strategisch en tactisch niveau naar operationeel niveau is nog niet volledig tot uitdrukking gekomen in plannen en activiteiten van de divisies. Met het ministerie van SWZ zijn voor het jaar 2004 doelstellingen afgesproke n in de volgende gebieden: • Bevorderen nalevingbereid • Fraudealertheid • Risicoanalyse • Zwarte fraude • Samenwerkingsprojecten • Identiteitsfraude • Verantwoordingsinformatie • Internationale fraude • Tijdige toepassing sancties Beleidsverantwoording Periodiek legt UWV via het kwartaalverslag verantwoording af over de realisatie van deze doelen in kwartaalrapportages aan de opdrachtgever. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd in het jaarverslag over beleid en uitvoering Beleidsevaluatie De evaluatie van de gemaakte beleidskeuzes gebeurt eveneens via de P&C cyclus, na meting en verantwoording over de (tussentijdse) resultaten. Hierna vindt waar nodig bijstelling plaats. Door middel van een onafhankelijke functionaliteit monitoring bij FPO voorzien we in ex-post evaluaties van beleidsinstrumenten op het gebied van handhaving. Andere ex-post evaluatie instrumenten worden verworven via het UWV Kenniscentrum. Onze risicomodellen worden jaarlijks met behulp van de meest recente onderzoeksresultaten geëvalueerd.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
123
6. Volumeontwikkelingen Inleiding. T/m 1993 is er een gestage groei van aantal WAO -ers naar circa 763.000 eind 1993. Onder invloed van de wet TBA ( Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidsregelingen) wordt een daling geconstateerd tot ongeveer 697.000 ultimo 1996. Vanaf 1997 is er wederom sprake van een gestage groei tot het hoogste aantal van bijna 803.000 in de maanden januari/februari 2003. Vanaf maart/april 2003 zien we een continue daling naar 765.800 eind 2004. Recente ontwikkelingen. De daling in de laatste jaren van het aantal personen met een WAO-uitkering is te danken aan een sterke afname van de WAO-instroom waarbij de afname dermate groot is dat de instroom onder het niveau van de uitstroom duikt (tabel 1). Tabel 1. Ontwikkeling WAO-volume 2004 als 2002
2003
2004
% van 2002
Instroom WAO
92.387
66.335
59.167
64%
Uitstroom WAO
82.035
83.208
78.911
96%
WAO-ers ultimo
802.468
785.595
765.851
95%
Een daling van de WAO-instroom kan het gevolg zijn van een daling van het aantal werknemers. De omvang van de werknemerspopulatie is echter de laatste jaren nauwelijks afgenomen. De daling van de WAO-instroom kan dan ook nagenoeg volledig worden toegeschreven aan een afname van het risico om in de WAO te geraken: per 100.000 werknemers stromen er aanzienlijk minder in dan voorheen, namelijk 860 in 2004 versus 1.340 in 2002. De daling van de WAO-instroom manifesteert zich niet zo zeer als een glijdende, continue afname, maar als een plotselinge daling naar een vrij stabiel aanzienlijk lager niveau (grafiek 1). Het moment van de plotselinge daling, maart/april 2003, ligt bijna exact één jaar na het in werking treden van WvP (Wet verbetering Poortwachter). Dit gegeven maakt het zeer aannemelijk dat WvP een prominente rol heeft gespeeld in de drastische daling van de WAO-instroom. Waarschijnlijk zijn ook andere factoren (o.a. Pemba) van invloed geweest, maar WvP mag in deze situatie toch zeker worden beschouwd als een beslissende katalysator. Grafiek 1. Ontwikkeling WAO-volume INSTROOM / UITSTROOM: AANTAL
LOPENDE UITKERINGEN: AANTAL
35.000
900.000
Lopende uitkeringen WAO
Instroom WAO
Uitstroom WAO
29.000
850.000
23.000
800.000
17.000
750.000
11.000 31-12-99
700.000 31-12-00
31-12-01
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
31-12-02
31-12-03
31-12-04
124
De bij implementatie van WvP geuite vrees voor uitgestelde WAO-instroom uit het WvP -instrument “verlenging van de wachttijd” (eerst een dip in de WAO -instroom, later een top met terugkeer naar het oude niveau) is met het voortschrijden van de tijd overigens niet gegrond gebleken. De verlengingen zijn een succes gebleken omdat uit verlengingen nauwelijks WAO -instroom voortkomt. Welke elementen binnen WvP hebben uiteindelijk geleid tot de aanzienlijke reductie van de WAO-instroom? Om een indicatie hieromtrent te geven is de relatie gelegd met de diagnose die uiteindelijk heeft geleid tot instroom in de WAO. Uit deze analyses blijkt dat steeds minder personen in het WAOtraject belanden a ls gevolg van een nauwelijks medisch objectiveerbaar klachtenpatroon (zachte instroom). De zachte instroom laat een sterkere daling zien dan de harde instroom (wel objectiveerbare ziektebeelden), hoewel deze laatste eveneens opmerkelijk daalt. Tabel 2. Ontwikkeling harde en zachte WAO-instroom3 2004 als
Mannen Vrouwen Totaal
2002
2003
2004
% van 2002
Harde instroom
18.112
14.755
13.419
74%
Zachte instroom
16.538
12.632
11.514
70%
Harde instroom
16.168
11.599
10.342
64%
Zachte instroom
26.558
17.154
14.796
56%
Harde instroom
34.280
26.354
23.761
69%
Zachte instroom
43.096
29.786
26.310
61%
Totaal
77.376
56.140
50.071
65%
De grootste daling van de zachte WAO -instroom vinden we bij vrouwen. Het grootste deel van de totale instroomdaling tussen 2002 en 2004 van 92.387 naar 59.167 kan dan ook worden toegeschreven aan de verminderde WAO -instroom van vrouwen (tabel 3). Tabel 3. Ontwikkeling WAO-instroom bij mannen en vrouwen Werknemers gemiddeld
Mannen
Vrouwen
Instroom-%
2004 als
2003
2002
2004
2002
2004
% van 2002
t/m 44 jaar
2.654.738
2.568.995
18.766
12.846
0,7%
0,5%
71%
45 jr en ouder
1.224.776
1.273.816
23.244
16.284
1,9%
1,3%
67%
t/m 44 jaar
2.256.724
2.256.438
29.466
16.693
1,3%
0,7%
57%
762.241
854.622
20.911
13.344
2,7%
1,6%
57%
6.898.479
6.953.871
92.387
59.167
1,34%
0,85%
64%
45 jr en ouder Totaal
Instroom WAO
2001
Conclusie bij het voorafgaande is dat de instroom steeds meer uit ernstige gevallen bestaat en dat minder ernstige gevallen steeds minder in de WAO belanden. Vervolgens is nagegaan waar de veranderingen in het eerste ziektetraject zijn opgetreden. Op basis van onze gegevens blijkt duidelijk dat er aanzienlijk minder 39e-weeks-gevallen worden waargenomen en dat inherent hieraan de WAO -instroom is gedaald (figuur 2). Daarnaast blijkt uit CBS-gegevens dat er een daling is opgetreden van het verzuimpercentage. Beide bevindingen duiden erop dat met name het langdurige verzuim is afgenomen met als gevolg dat er minder personen de 39-weken-poort bereiken.
3
Exclusief agrarische sectoren en overheidssectoren vanwege het ontbreken van de benodigde gedetailleerde diagnose-informatie. De overige sectoren omvatten 85% van de totale WAO-instroom hetgeen representatief mag worden geacht.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
125
Dit laatste gegeven wederom in combinatie met de constatering dat de WAO -instroom steeds meer uit ernstige gevallen bestaat vormt een sterke aanwijzing dat vooral het langdurige ziekteverzuim als gevolg van zachte sociaal-medische problematiek een daling heeft ondergaan. Figuur 2. Ontwikkeling 39e-weeks-gevallen in relatie tot WAO -instroom AANTAL 200.000
39e-weeks-ziektegevallen
Instroom WAO
150.000
100.000
50.000
0 2001-1 2001-2 2001-3 2001-4 2002-1 2002-2 2002-3 2002-4 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m 2001-4 2002-1 2002-2 2002-3 2002-4 2003-1 2003-2 2003-3
2003-1 2003-2 2003-3 2003-4 2004-1 t/m t/m t/m t/m t/m 2003-4 2004-1 2004-2 2004-3 2004-4
Gezien het tijdstip waarop de daling van de WAO-instroom zich manifesteert, namelijk één jaar na implementatie van WvP, mag worden verondersteld dat vooral de aanscherping van de controle en ziekteverzuimbegeleiding in het kader van WvP dit effect op het zachte ziekteverzuim hebben gesorteerd. Een aanscherping die, onder meer, geoperationaliseerd is middels een gestructureerde aanpak van het middellang en langdurig verzuim aan de hand van probleemanalyses en plannen van aanpak bij zes respectievelijk acht weken ziekteverzuim. De intentie van WvP lijkt hiermee bereikt namelijk een reductie van de WAO-instroom door een herziening van de procesgang in het eerste ziektejaar met de daarbij behorende heldere verdeling van verantwoordelijkheden over de verschillen partijen in dit veld. De inperking van de instroom is zelfs dermate groot dat de uitstroom momenteel groter is dan de instroom met als gevolg een gestage afname van het aantal personen met een WAO-uitkering.
WAO-uitstroom is gedaald Hoe lager het aantal personen dat een WAO -uitkering ontvangt, des te lager zal het aantal WAO uitstromers zijn. De daling van de WAO-uitstroom tussen 2003 en 2004 is echter groter dan verwacht mag worden op basis van de afname van het aantal personen dat een WAO -uitkering ontvangt (tabel 4). Dit komt tot uiting in het uitstroompercentage dat licht is gedaald. Ontleden we het uitstroompercentage naar de verschillende redenen van uitstroom dan blijkt dat de uitstroom vooral is gedaald als gevolg van minder (spontaan) herstel. Een en ander ligt in de lijn der verwachting omdat als gevolg van WvP naar verhouding alleen de meer ernstige gevallen aan de Poort verschijnen waardoor er minder instroom is van potentiële uitstromers is. De afname van de WAO -uitstroom door (spontaan) herstel wordt enigszins getemperd door een toename van de WAO -uitstroom als gevolg van pensionering.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
126
Tabel 4. Uitstroom WAO naar reden van uitstroom
2001
2002
2003
2004
783.452
799.884
795.404
774.320
Uitstroom WAO
80.805
82.035
83.208
78.923
Uitstroompercentage*
10,3%
10,3%
10,5%
10,2%
* herstel
2,7%
3,1%
3,0%
2,5%
* herbeoordeling
1,5%
1,5%
1,6%
1,6%
* pensionering
3,8%
3,7%
3,8%
4,0%
* overlijden
1,1%
1,1%
1,1%
1,1%
* overig
1,2%
0,9%
1,0%
1,0%
Lopend WAO gemiddeld
Onderverdeeld naar:
* uitstroompercentage = uitstroom als % van het gemiddelde aantal personen met een WAO-uitkering (lopend WAO gemiddeld)
Ontwikkeling van de WW en werkhervatting Inleiding4 De werkloosheid neemt nog steeds toe, ondanks het lichte herstel van de economie. Welke factoren zijn van invloed op het beroep op de WW? Natuurlijk als eerste de werkloosheidswet zelf. Deze bepaalt namelijk wie er recht heeft op een WW-uitkering (toetredingseisen) en wat de maximale duur van deze uitkering is.5 Daarnaast is de WW conjunctuurgevoelig. De jaren van matige groei zijn merkbaar op de arbeidsmarkt. De werkloosheid neemt toe sinds 2001. Voor 2005 verwachten wij ook nog een stijging. Vooral de uitzendbranche is zeer gevoelig voor de conjunctuur. Een toename van werkgelegenheid in deze bedrijfstak wordt vaak gezien als signaal voor een aantrekkende arbeidsmarkt. De reïntegratieresultaten zijn ook afhankelijk van de conjunctuur. Het aantal werklozen dat in aanmerking komt voor een traject neemt toe, terwijl het moeilijker is om mensen na afronding van een traject in een dienstbetrekking te plaatsen. Na reïntegratie hervatten werklozen vaker het werk in een andere bedrijfstak dan waar ze vandaan komen, dan zonder reïntegratie. Dit wijst op een invloed van reïntegratietrajecten. Ook opleiding en leeftijd leveren een significante bijdrage aan een succesvolle plaatsing. De omvang en samenstelling van het aantal verzekerden verandert. Het aantal werkenden neemt af, vooral onder de jongeren. De arbeidsmarkt vergrijst, mede doordat de babyboomers nu in de leeftijdscategorie 55-60 jaar zitten. De matige economische groei en de demografische ontwikkelen hebben ook gevolgen voor onze ketenpartners. Jongeren die niet (meer) in aanmerking komen voor een WW-uitkering zullen sneller doorstromen naar de bijstand of als niet-uitkeringsgerechtigde bij het CWI ingeschreven staan. Matige economische groei beïnvloedt de WW De economische ontwikkeling heeft een groot effect op de arbeidsmarkt; op het aantal werklozen en op de samenstelling van dit aantal. Als het slecht gaat met de economie neemt het aantal WWuitkeringen, met enige vertraging, toe. In tijden van economisch herstel zal het beroep op de WW - ook met enige vertraging - weer afnemen, door zowel een lager instroomrisico als een hogere uitstroom (werkh ervatting). In figuur 1 is goed te zien dat door de matige economische groei tussen 2001 en 2003 het aantal werklozen is toegenomen. Deze stijging is wel minder groot dan verwacht. In 2004 trekt de economie weer iets aan, maar het is nog onduidelijk of dit herstel doorzet.
4 5
Deze inleiding die het karakter van samenvatting heeft kan eventueel weggelaten worden Een volgende UKV kwartaalverkenning besteedt hieraan nadere aandacht.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
127
Figuur 1 Ontwikkeling van het aantal lopende uitkeringen WW en mutatie-% BBP 6,0
450.000
5,0
400.000 350.000
4,0
300.000
3,0
250.000
2,0
200.000
1,0
150.000
0,0
100.000
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
0 1989
-2,0 1988
50.000 1987
-1,0
mut.% BBP (2005 geraamd) WW-uitkeringen (2005 geraamd)
Stijging WW zet nog door in 2005 Sinds 2002 is de instroom in de WW groter dan de uitstroom, waardoor het aantal lopende rechten nog gestaag toeneemt. Omdat de werkloosheid vaak met een vertraging van ongeveer een jaar reageert op de economische ontwikkeling, verwachten wij voor 2005 nog steeds een stijging van de WW (zie tabel 1). Bij de raming voor 2005 is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van mogelijke wetswijzigingen. Tabel 1 Ontwikkeling WW instroom, uitstroom, lopend bestand Instroom (x1.000)
Uitstroom (x1.000)
Lopend ultimo (x1.000)
Gerealiseerd 2001 2002
251,6 324,8
277,9 287,4
165,7 204,9
2003 2004
418,7 426,2
343,0 383,6
280,3 321,7
128,5 458,3
104,9 433,7
345,3 346,4
Raming 2005 1e kwartaal 2005 totaal
Met name de uitzendbranche conjunctuurgevoelig Er is groot verschil in conjunctuurgevoeligheid tussen bedrijfstakken. Vooral de uitzendsector kampt met een sterke invloed van de economie. Gaat het slecht met de economie, dan worden de uitzendkrachten als eerste ontslagen. Bij herstel nemen werkgevers juist deze tijdelijke krachten als eerste weer aan. Een toename van werkgelegenheid in deze sector is dan ook vaak een signaal voor een aantrekkende arbeidsmarkt. Veel in- en uitstroom bij conjunctuurgevoelige bedrijfstakken Tabel 2 laat zien dat naast de werknemers in de uitzendbranche, ook de werknemers in de bedrijfstakken ‘Bouw en Hout’ en ‘Landbouw, Visserij en Voeding’ een hoog instroomrisico hebben. De bedrijfstak ‘Bouw en hout’ is, naast seizoensgevoelig, ook gevoelig voor de ontwikkeling van de conjunctuur. De bedrijfstak ‘Landbouw, Visserij en Voeding’ is voornamelijk seizoensgevoelig. Opvallend is het grote verschil tussen leeftijdsklassen. Van de uitzendkrachten tussen 35 en 55 jaar stroomt maar liefst 36 op de 100 verzekerden de WW in. Bij de groep onder de 25 jaar ligt het risico een stuk lager. Deze jongeren hebben vaak korte dienstverbanden waardoor ze niet voldoen aan de toetredingseisen van de WW of doen geen beroep op een uitkering, bijvoorbeeld omdat ze na het uitzendwerk gaan studeren.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
128
Tabel 2 Instroomrisico 2004 naar bedrijfstak van herkomst en leeftijd tot 25-34 25 jr jr
35-44 jr
45-54 55 jr jren ouder
Landbouw,Visserij,Voeding 5,2 9,9 Bouw en Hout 14,7 13,2 Industrie sec 5,7 6,3 Winkelbedrijf en Groothandel 3,7 7,5 Transport 4,3 6,0 (Financ.) Dienstverlening 5,0 6,5 Uitzend 13,4 30,6 Gezondheid 2,7 3,7 Overheid Onderwijs 2,9 4,2 Overheid overig 4,2 3,6 Overig bedrijf en beroep 2,8 8,5 Overig Totaal 5,1 7,7 1 Geraamd op basis van gegevens t/m september 2004
9,3 11,4 5,7 7,2 4,7 6,3 35,9 3,3 2,4 1,6 7,6
9,8 10,5 5,9 6,9 4,9 6,1 36,2 3,4 1,9 1,3 6,2
12,7 8,1 7,1 6,4 5,9 6,3 31,2 3,5 1,4 0,9 5,0
8,7 11,7 6,0 6,1 5,1 6,2 25,4 3,4 2,4 2,0 5,9
6,3
5,5
5,4
6,2
totaal
De instroom in de WW van uitzendkrachten is groot. Maar in deze bedrijfstak vindt ook veel werkhervatting plaats. Tabel 3 laat zien dat van alle werkhervatters een kwart aan de slag gaat als uitzendkracht (tweede kolom). Een deel van deze personen komt oorspronkelijk uit een andere bedrijfstak, met name uit de industrie. De industrie kampt met een grote daling van het aantal banen dus het ligt voor de hand dat werklozen uit deze bedrijfstak het werk elders hervatten. Tabel 3 Verdeling van instroom naar bedrijfstak van herkomst en werkhervatting naar bedrijfstak van bestemming Instroom WW
Landbouw, Visserij, Voeding Bouw en Hout Industrie sec Winkelbedrijf en groothandel Transport (Financiële) dienstverlening Uitzend Gezondheid Overheid onderwijs Overheid overig Overig bedrijf en beroep Overig Totaal
Werkhervatters WW algemeen na reïntegratie
Verzekerde personen WW
6% 11% 13% 14% 5% 16% 15% 8% 1% 2% 8% 1%
3% 14% 7% 11% 4% 14% 25% 7% 3% 3% 8% 1%
2% 2% 8% 13% 5% 18% 19% 14% 4% 4% 9% 1%
4% 4% 12% 16% 6% 14% 4% 16% 6% 9% 10% 0%
100%
100%
100%
100%
Werkhervatting na reïntegratie Is het patroon van werkhervatting anders voor WW-ers met een reïntegratietraject? Ook klanten die een reïntegratietraject hebben ontvangen, hervatten het werk vaak in het uitzendbedrijf. Toch blijkt uit tabel 3 dat er verschillen zijn. Werklozen met een traject hervatten het werk vaker in de gezondheidszorg en de (financiële) dienstverlening dan de werklozen in het algemeen (kolom drie versus kolom twee). Het omgekeerde is te zien bij de ‘Bouw en Hout’. Werkloosheid is in deze bedrijfstak vaak van korte duur. Klanten stromen snel in –en uit de WW en komen niet in aanmerking voor een reïntegratietraject. Reïntegratie beïnvloedt patroon van werkhervatting Bij werklozen in het algemeen hervat ongeveer de helft het werk in dezelfde bedrijfstak. Bij klanten met een reïntegratietraject komt werkhervatting in dezelfde bedrijfstak minder vaak voor. Deze klanten hervatten het werk vaak elders. De re ïntegratiebedrijven slagen er dus vaak in om klanten te begeleiden naar werk in andere bedrijfstakken. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
129
de re ïntegratietrajecten de kwaliteiten van werknemers verbeteren. Doordat de klant zijn blik verruimd naar buiten de oorspronkelijke bedrijfstak is hij breder inzetbaar op de arbeidsmarkt. Economische situatie ongunstig voor plaatsingspercentage reïntegratietrajecten Door de stijgende instroom van de WW is er een toename van de te reïntegreren WW populatie. Het aantal ingezette trajecten neemt dan ook sterk toe. Het aantal plaatsingen als percentage van het aantal beëindigingen neemt echter af. De verzwakte economische situatie maakt het moeilijk om klanten na afronding van het traject te plaatsen in een dienstverband. Opleidingsniveau heeft invloed op werkhervatting en plaatsingspercentage Voor de WW -populatie in het algemeen geldt dat werklozen met een hogere opleiding een grotere kans op werkhervatting h ebben. Werklozen met een HBO of WO-opleiding hebben bijna twee keer zoveel kans op werkhervatting dan werklozen met alleen basisonderwijs. Op latere leeftijd wordt dit verschil kleiner. Hoger opgeleiden krijgen ook vaker een reintegratietraject. Zo’n 30 procent van de WW -ers die starten met een traject is hoog opgeleid (in de hele WW populatie is dit percentage ongeveer 20%). Tabel 4 laat zien dat leeftijd en opleiding een bijdrage leveren aan het plaatsingspercentage Naarmate het opleidingsniveau toeneemt, neemt ook het plaatsingspercentage toe. Opvallend is wel dat als opleiding buiten beschouwing wordt gelaten, personen tussen de 25 en 44 jaar een hoger plaatsingpercentage hebben dan de jongeren. Tabel 4 Plaatsingspercentages van WW naar opleidingsniveau en leeftijd, 2003 45-54 jr 20% 35% 39% 47%
55 jr en ouder 8% 12% 18% 20%
totaal 20% 35% 44% 50%
Totaal* 42% 49% 48% 40% *) Inclusief opleidingsniveau 'onbekend'; opleidingsgegevens van CWI
16%
42%
Basisonderwijs Vbo mavo vmbo Mbo havo vwo Hbo\wo
tot 25 jr 25% 34% 48% 70%
25-34 jr 22% 39% 49% 60%
35-44 jr 24% 43% 49% 54%
Aantal verzekerden neemt af UWV signaleert een dalende trend bij het aantal verzekerden in 2004. Deze daling is niet evenredig over alle leeftijdsgroepen. Vooral bij jongeren onder de 25 jaar is een sterke krimp te zien. De afname wordt veroorzaakt doordat jongeren vaak een kort en/of tijdelijk dienstverband hebben en als eerste worden ontslagen in economisch slechtere tijden. Op de korte termijn neemt dus het aantal werkende jongeren af, en stromen ze snel een uitkeringssituatie in. Het instroomrisico van de WW neemt sterk toe in deze groep. Vergrijzing van de arbeidsmarkt Personen die geboren zijn vlak na de tweede wereldoorlog zijn nu circa 55-60 jaar (de babyboomers). Het aantal werknemers neemt dus in de leeftijdsklasse op korte termijn sterk toe. Dit leidt tot een vergrijzing van de verzekerdenpopulatie. De instroom in de WW is bij deze leeftijdsgroep de laatste jaren niet snel gestegen. Het instroomrisico voor de 55-plussers is dan ook nauwelijks gestegen. De conjunctuur lijkt minder invloed te hebben op deze leeftijdsgroep dan op de jongeren. Aantal jongeren met WW groeit niet sterk Ondanks het de sterk gegroeide instroom van jongeren groeit het aantal jongeren met een WWuitkering veel minder dan het aantal ouderen met WW. Deze ontwikkeling heeft een aantal oorzaken: jongeren hebben vaker een kortdurende uitkering dan ouderen; jongeren vinden sneller werk dan ouderen en jongeren kiezen er vaker voor om weer fulltime te gaan studeren. Door deze ontwikkeling vergrijst de WW-populatie. Ook voor de groep jongeren waarvan de WW-uitkering afloopt geldt dat zij vaak ingeschreven blijven bij het CWI als werkzoekende. Zij blijven daardoor net als de groep die geen WW kregen op het budget van het CWI drukken. Een deel van deze jongeren krijgt na de WW wel een bijstandsuitkering en stroomt door naar het werkaanbod van de gemeentelijke sociale diensten. Effect op de ketenpartners Jongeren worden wel sneller werkloos in deze tijden maar blijven niet lang hangen in een WWuitkeringssituatie. Dit heeft gevolgen voor onze ketenpartnes. Jongeren die geen recht (meer) hebben op een WW-uitkering zullen vaak doorstromen naar de bijstand of ook zonder uitkering nog ingeschreven staan bij het CWI.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
130
Werklozen die geen WW (meer) krijgen zullen vaker een beroep doen op de bijstand. Zo’n vijf procent van de personen waarvan de WW-uitkering beëindigt komt in de bijstand terecht. Een ander deel (geschat op ongeveer zes procent) krijgt geen uitkering maar blijft nog wel ingeschreven staan bij het CWI als niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekende. Vooral bij ouderen, vrouwen, allochtonen, laagopgeleiden en personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen de ketenpartners een gezamenlijke inspanning moeten plegen om deze mensen weer aan het werk te helpen. Ook een wetswijziging van de WW heeft een directe invloed op onze ketenpartners. Aanscherping van toetredingseisen en afschaffing van de vervolg (en eventueel de kortdurende-) uitkering wijzigt de verdeling van de klantstromen in de keten.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
131
7. Ontwikkeling werkvoorraden Ontwikkeling werkvoorraden WAO en WW TABEL Ontwikkeling werkvoorraden 2004 Einde wachttijd WAO Werkvoorraad < 13 weken ultimo Werkvoorraad > 13 weken ultimo Wettelijke herbeoordelingen WAO WAO/WAZ/Wajong Werkvoorraad < 13 weken ultimo Werkvoorraad > 13 weken ultimo Werkvoorraden WW Werkvoorraad < 8 weken ultimo Werkvoorraad > 8 weken ultimo
2004 5.656 2.358 8.014
3e kw 18.503 1.595 20.098
2004 2e kw 16.524 1.290 17.814
2004 1e kw 16.843 2.337 19.180
2003 4e kw 20.113 2.475 22.588
pm pm 2.625
pm pm 17.163
54.678 20.213 74.891
41.793 16.810 58.603
31.244 8.900 40.144
32.938 649 33.587
30.229 1.898 32.127
28.375 917 29.292
35.372 1.737 37.109
36.290 1.075 37.365
2004
De totale werkvoorraad einde wachttijd WAO is in 2004 aanzienlijk gedaald van 22.588 ultimo 2003 naar 11.166 eind 2004; dit is een daling van ruim 50%. Deze daling hangt gedeeltelijk samen met het teruglopende aantal aanvragen. De werkvoorraad > 13 weken is in 2004 enigszins gestegen. Deze stijging is het gevolg van de invoering van het aangepaste Schattingsbesluit per 1 oktober 2004. Hierdoor moesten claimbeoordelingen worden uitgesteld. De voorraad wettelijke herbeoordelingen WAO/WAZ/Wajong is in de loop van 2004 vrijwel weggewerkt. Eind 2004 bedroeg de voorraad ruim 2.600, terwijl die halverwege 2004 bijna 75.000 bedroeg. De restvoorraad zal begin 2005 worden afgehandeld. De voorraad herbeoordelingen aangepast Schattingsbesluit bedroeg eind 2004 35.636. Deze voorraad is vanaf oktober opgebouwd. Vanwege een doorlooptijd van tenminste 8 weken voor de afhandeling wordt vanaf begin januari 2005 het tempo van toevoeging aan de werkvoorraad gelijk aan het tempo van afronding. De totale WW-voorraad is gedurende 2004 met 29% afgenomen. Van werkvoorraad > 13 weken is nauwelijks sprake, 2% ten opzichte van een norm van 15%.
Ontwikkeling werkvoorraden REA-voorzieningen In 2004 hebben we de werkvoorraad door extra inspanningen aanzienlijk teruggebracht. Deze is in 2004 gedaald van 3.170 dossiers naar 820 dossiers, een daling van 74%. Hierdoor zitten we ruim onder de reguliere werkvoorraad. De werkvoorraad is dan ook niet van invloed op de tijdige afhandeling van aanvragen.
Ontwikkeling werkvoorraden Bezwaar en Beroep De totale werkvoorraad Bezwaar en Beroep is in de loop van 2004 gedaald van 36.914 eind 2003 naar 32.724 eind 2004 (11%). Deze voorraad ligt onder de normwerkvoorraad, die is gedefinieerd als de instroom van het laatste kwartaal + 20%. In het laatste kwartaal 2004 hebben we extra capaciteit ingezet om het aantal te late bezwaarzaken te verlagen. In 2004 hebben we de werkzaamheden van onze centrale bezwaar en beroepsvestiging in Zeist gecentraliseerd naar de 17 regio’s. Tevens hebben we de lopende voorraad bezwaar- en beroepszaken die nog in Zeist lag, afgebouwd.
Openstaande posten Ongelabelde posten zijn uitkeringsdebiteuren die nog niet in een invorderingstraject zijn opgenomen. Gelabelde posten zijn uitkeringsdebiteuren die wel in een invorderingstraject zijn opgenomen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
132
TABEL
(in miljoenen euro's)
Ontwikkeling werkvoorraden openstaande posten 2004 4e kw
Ongelabelde posten AG WW Gelabelde posten AG WW Totaal
33,1 5,9
2004 3e kw 37,8 6,9
2004 2e kw 39,0 6,7
2004 1e kw 43,6 8,0
2003 4e kw 41,5 7,7
39,0
44,7
45,7
51,6
49,2
173,6 79,6
174,2 78,6
169,9 78,5
167,5 81,1
166,4 78,6
253,2 292,2
252,8 297,5
248,5 294,2
248,6 300,2
245,0 294,2
norm
69,3
267,7 337,0
De in de tabel opgenomen bedragen betreffen de bruto uitkeringsdebiteuren. Het volume ongelabelde posten is dit jaar afgenomen van € 49,2 mln. tot € 39,0 mln. Daarmee is het volume ongelabelde posten 0,23% van het uitkeringsvolume; dit is onder de norm van 0,39%. Het bedrag aan gelabelde posten is dit jaar toegenomen van € 245,6 mln. naar € 253,2 mln. Door de toename in het uitkeringsvolume is de doelstelling van 1,50% van het uitkeringsvolume desondanks gerealiseerd: het volume gelabelde posten is in 2004 gedaald van 1,50% tot 1,42%. Door extra inspanningen is het proces uitkeringsdebiteuren (zowel ongelabeld als gelabeld) op orde en binnen de normen. Mogelijke verstoringen hiervan als gevolg van systeemconvergenties kunnen eventueel leiden tot een incidentele normoverschrijding maar doen aan de structurele inbedding van dit proces niet af.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
133
8. Invoering nieuwe wet- en regelgeving Beleidsprogramma 2005 ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWETTEN Nadere wijziging Schattingsbesluit Betreft het (als gevolg van het Sociaal Akkoord) niet herkeuren van arbeidsongeschikten van 50 tot 55 jaar. Wijziging is ingevoerd met terugwerkende kracht tot en met 1.10.2004. Beslistermijn eindewachttijdbeoordeling WAO en Wajong Via een amendement op de Verzamelwet SV 2003 is de beslistermijn per 1.1.2005 teruggebracht van 13 naar 8 weken. Wijziging VLZ 2003 (invoering verhaalsregeling) Betreft invoering van de regeling verhaal van ziekengeld op ex-werkgevers van werknemers met een tijdelijk contract. In november 2004 aangenomen door de TK en in december 2004 door de EK (opgenomen in het wetsvoorstel Maximering ziekengeldlasten wachtgeldfonds voor de uitzendsector) De regeling gaat 1.3.2005 in. Uitbreiding no risk polis voor arbeidsgehandicapte jongeren (Aanpassing Arbeidsgehandicaptebesluit) Het kabinet wil m.i.v. 2006 de zogeheten 'no risk polis' voor werkgevers die arbeidsgehandicapten in dienst hebben, uit-breiden voor arbeidsgehandicapte jongeren. Om de aarzelingen bij werkgevers voor jongeren met een Wajong-uitkering weg te nemen gaat deze no risk polis niet langer vijf jaar gelden, maar gedurende het hele arbeidzame leven van de jongere. Werkgevers hoeven dan geen loon bij ziekte door te betalen als mensen met een arbeidshandicap ziek worden. In november 2004 heeft de Minister de Kamer toegezegd te streven naar eerdere invoering (rond 1.5.2005). Wijziging BW en enkele socialezekerheidswetten n.a.v. het Brown-arrest Met dit voorstel wordt een periode van ziekte als gevolg van de zwangerschap voorafgaande aan het zwangerschapsverlof alsmede een periode van ziekte tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof niet meegeteld bij de berekening van de termijn van twee jaren die voor het opzegverbod wegens ziekte geldt. Aangenomen door de TK en de EK en gepubliceerd in het Staatsblad van 15.2.2005. WERKLOOSHEIDSWET Vaststelling recht op basis van werkelijk arbeidsverleden WW Wetsvoorstel is in juni 2004 aangenomen door de TK en in november 2004 door de EK. Via een amendement wordt het verzorgingsforfait voor uitkeringsgerechtigden die kinderen verzorgen geleidelijk afgebouwd. Per 1.1.2005 in werking getreden (beoogde ingangsdatum was 1.1.2004). Wijziging Dagloongarantieregeling WW WW’ers vanaf 55 jaar, die binnen een jaar nadat ze werkloos zijn geworden een lager betaalde baan accepteren, krijgen de garantie dat ze bij latere werkloosheid een WW-uitkering krijgen op basis van het oude, hogere loon. De leeftijd voor deze regeling ligt nu op 57,5 jaar. Op 23.4.2004 is de Kamer geïnformeerd over deze maatregel die ouderen moet stimuleren om (eventueel lager betaald) werk te aanvaarden. Het besluit (wijziging Dagloonregels IWS) is op 24.9.2004 gepubliceerd in de Staatscourant. Ingangsdatum is 1.1.2005. Aanscherping toetredingsvoorwaarden WW (Afschaffen kdu en aanscherpen wekeneis). Werknemers moeten voortaan in 39 van de voorafgaande 52 weken hebben gewerkt om WW te kunnen krijgen. De verlaagde wekeneis voor kunstenaars blijft bestaan. Op 7.9.2004 is het voorstel ingediend bij de TK. Bekrachtiging van het Sociaal Akkoord van 5.11.2004 heeft geleid tot
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
134
aanpassing van het voorstel. De behandeling van de afschaffing van de kortdurende uitkering wordt aange-houden tot 1.4.2005 (i.v.m. SER-advies). Dit onderdeel is bij nota van wijziging uit het wetsvoorstel gehaald. Het wets-voorstel wordt begin maart 2005 plenair behandeld. Indien na advies van de SER besloten wordt tot afschaffing van de kortdurende uitkering, zal de ingangsdatum niet in de tweede helft van 2005 en ook niet in de eerste maanden van 2006 komen te liggen. De verlaagde wekeneis blijft alleen bestaan voor kunstenaars en daaraan ondersteunend personeel, zij het in aangepaste vorm: 26 uit 39 weken i.p.v. 16 uit 39 weken. Het concept-besluit is op 6.12.2004 voorgehangen bij de Kamer. Anticumulatie gouden handdruk Vergoedingen bij ontslag moeten op de uitkering in mindering worden gebracht (uitgezonderd scholingsgeld en werkgeversbijdragen in de bemiddelingskosten voor een andere baan). Tijdens de Algemene Beschouwingen heeft het kabinet op voorstel van de coalitiepartijen besloten dat werknemers een ontslagvergoeding van maximaal een jaarsalaris kunnen ontvangen zonder dat die wordt gekort op de WW -uitkering. Het wetsvoorstel zal worden aangepast. De behandeling wordt a.g.v. het Sociaal Akkoord van 5.11.2004 aangehouden tot 1.4.2005 (i.v.m. SER-advies). Wordt na dat advies besloten tot anticumulatie, dan zal de ingangsdatum niet in de tweede helft van 2005 en ook niet in de eerste maanden van 2006 komen te liggen. JOP-stages Deze stageplaatsen passen niet binnen de in de WW bestaande reïntegratie -instrumenten en daarom wordt ermee geëxperimenteerd gedurende een periode van 2 jaar (van begin 2005 tot 1.1.2007). Voor de stageplaats geldt niet de voorwaarde van uitzicht op een dienstbetrekking. Daarentegen geldt voor de stagiair weer wel een sollicitatieplicht. Een eventueel door de werkgever te verstrekken eenmalige bonus (tot max. €450,-) wordt niet op de uitkering in mindering gebracht. Op 16.11.2004 is het ontwerpbesluit bij de EK en TK voorgehangen. UWV krijgt de beleidsvrijheid om per direct op het experiment te anticiperen zodat jongeren met een WWuitkering die kunnen deelnemen aan een JOP-stage al vast geselecteerd kunnen worden. De ingangsdatum wordt waarschijnlijk voorjaar 2005. In januari 2005 afgehandeld door de Raad van State. Wijziging Regeling vrijstelling verplichtingen WW Uitkeringgerechtigden, die op 31.12.2003 57,5 jaar of ouder waren, op 1.1.2004 tenminste één jaar een ao-uitkering ontvingen en op of na die datum in de WW komen, zijn (met terugwerkende kracht t/m 1.1.2004) vrijgesteld van verplichtingen gericht op werkhervatting. Die vrijstelling geldt m.i.v. 1.1.2005 ook voor WW-uitkeringsgerechtigden, die op een proefplaats werkzaamheden verrichtten. Het experiment proefplaatsing is per die datum via de Wet Vereenvoudiging structureel in de WW opgenomen. Een werkloze werknemer mag maximaal drie maanden onbeloonde werkzaamheden verrichten met behoud van uitkering, mits er reëel uitzicht is op een aansluitende dienstbetrekking voor ten minste 6 maanden. Vrijstelling sollicitatieplicht vrijwilligers en mantelzorgers De Kamer heeft aangedrongen op een vrijstelling (onder voorwaarden) voor ouderen die na een jaar vruchteloos solliciteren vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken verrichten. Van april tot oktober 2004 is door UWV een pilot uitgevoerd om te bekijken hoe een dergelijke regeling vormgegeven moet worden. Na kennis te hebben genomen van het evaluatierapport van de UWV-pilot wil de Minister een definitieve, landelijk in te voeren regeling treffen. Daarin wordt een vrijstelling van de sollicitatieplicht opgenomen voor alle werklozen die 3 jaar of langer werkloos zijn en een aanzienlijk deel van de week (minstens 20 uur) als vrijwilliger en/of mantelzorger actief zijn. De leeftijdsgrens van 57,5 jaar vervalt. Op 3.3.2005 wordt er een AO over gevoerd. Wet Vereenvoudiging Betreft uitwerking van een aantal, mede op instigatie van UWV ontwikkelde dereguleringsvoorstellen op het terrein van de WW en de Wet REA. In juni 2004 aangenomen door de TK en in december 2004 door de EK. Op 1-1-2005 in werking getreden. Afwijkende ingangsdata gelden voor onderdelen die onder de werking van een nog geldend tijdelijk besluit vallen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
135
Hulpverlening in door de zeebeving getroffen gebieden met behoud van WW-uitkering Werkloze werknemers die, anders dan wegens vakantie, in het buitenland verblijven hebben geen recht op WW -uitkering. Van deze hoofdregel wordt via deze ministeriële regeling (op verzoek van UWV) afgeweken. WW-uitkeringsgerechtigden, die noodhulp verlenen of wederopbouwwerkzaamheden verrichten in het kader van een onder coördinatie van de VN georganiseerde hulpverleningsoperatie mogen daardoor in 2005 en 2006 gedurende maximaal drie maanden in de door de zeebeving getroffen gebieden in Azië en Afrika verblijven. De regeling is nog niet in werking getreden. Geen toetsing recht op loon bij een weerlegbaar rechtsvermoeden Vereenvoudigingsvoorstel dat deel uitmaakt van de adviesaanvraag aan de SER. Wijziging artikel 62 WW Betreft een wijziging van de WW ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/74/EG tot wijziging van richtlijn nr. 80/987/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de bescherming van werknemers bij insolventie van hun werkgever. In de Nederlandse wetgeving is alleen implementatie noodzakelijk van aanwijsregels die in grensoverschrijdende gevallen bepalen welk waarborgfonds van welke lidstaat bevoegd is. Hoofdstuk IV van de WW kent dergelijke aanwijsregels niet. Uiterlijk 8-10-2005 moeten de lidstaten aan deze richtlijn voldoen. REÏNTEGRATIE Vaststelling arbeidsgehandicapte Dereguleringsvoorstel. Voorstel is om uit te gaan van oordeel Arbodienst. Hiervoor is geen wetswijziging nodig. Vereenvoudiging is mogelijk via een beleidsregel UWV. Die moet nog door de RvB worden vastgesteld. Uniformering regelingen starterskrediet Dereguleringsvoorstel. Start pilot 1.1.2004. Via het wetsvoorstel Vereenvoudiging zouden de kredietverlening en de borgstelling in de wet REA vervallen. Het was de bedoe-ling in de WIZ (Wet Inkomensvoorziening zelfstandigen) de kredietverlening uit de BBZ over te nemen en open te stellen voor personen die van UWV een uitkering ontvangen. De overheveling van de kredietverlening naar de WIZ in het wetsvoorstel Vereenvoudiging is echter weer geschrapt. Overheveling REA-voorzieningen t.b.v. onderwijs-volgenden naar OC&W Beoogde invoering laatste tranche 1-8-2005. Preventieve inzet van reïntegratie-instrumenten/ Verlenging WW tijdens scholing na herbeoordeling Het Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen loopt nog door tot 1.7.2005. Een wetsvoorstel voorziet daarna in een structurele regeling van de preventieve inzet. (A). In dat voorstel wordt ook het verlengen van de WW- uitkering tijdens scholing na herbeoordeling meegenomen(B). Dit onderdeel zal medio 2005 in werking treden met twk tot en met 1.10.2004 (aanvang herbeoordelingsoperatie). Verder is er in opgenomen het beëindigen van de mogelijkheid om voor de periode 1998-2002 plaatsings- en herplaatsingssubsidies aan te vragen. (UWV pleit voor beëindiging met onmiddellijke ingang vanwege de aanzuigende werking die zal uitgaan van de aankondiging tot afschaffing per 1.7.2005). Verlenging TRI tijdens scholing na herbeoordeling Wijziging maakt het mogelijk de uitkering te verlengen tot het einde van de noodzakelijke scholing. Vervallen aanbestedingsregels SUWI Betreft een wijziging van het Besluit SUWI i.v.m. het verval-len van de aanbestedingsregels SUWI. Op dit moment zijn zowel de EU-aanbestedingsregels als de SUWI-aanbestedingsregels naast elkaar van toepassing. De wijziging volgt op een toezegging van de staatssecretaris aan de Kamer tijdens de begrotingsbehandeling SZW. De wijziging geldt voor de gemeenten én voor UWV. Het voorstel tot aanpassing is op 21-2-2005 bij de Kamer voorgehangen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
136
COLLECTEREND PROCES Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR Op 23.11.2004 door de TK aangenomen en op 21.12.2004 door de EK. Na aanvaarding van het (aangepaste) amendement Weekers c.s. gelden de rechtsgevolgen van een VAR ook voor een in het volgende jaar doorlopende opdracht, maar alleen als die opdracht vóór 1 november is verleend en op dat moment voor het volgende jaar nog geen VAR is afgegeven. De rechtsgevolgen worden in dat geval nog maximaal een jaar voortgezet. De ingangsdatum is 1.1.2005. Walvis harmoniseert loonbegrip premieheffing Is v.w.b. de aanpassing van het loonbegrip in de CSV per 1.1.2005 in werking getreden. Beëindiging verzekeringsplicht in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden (oplossing postactievenproblematiek) Betreft een voorstel tot het schrappen van de verzekeringsplicht (WW en WAO) voor binnen de EU wonende WAO-gerechtigden. Met dit wetsvoorstel loopt de regering feitelijk vooruit op de herziene Verordening 883/04 die op 20-5-2004 in werking is getreden. De toepassing daarvan is echter afhankelijk van de inwerkingtreding van de nieuwe Toepassingsverordening. HANDHAVING Tijdelijke opschorting van de werking van de Wet BEU Voorstel is na advies Raad van State omgezet in een nota van wijziging op het wetsvoorstel voor goedkeuring van opzegging ILO-verdrag 118. Dat voorstel is op 30.12.2004 in werking getreden. De akte van opzegging van het verdrag is op 20.12.2004 ingeschreven door het Internationaal Arbeidsbureau. De opzegging wordt een jaar later van kracht. Als gevolg van de opzegging eindigt de opschorting van de exportbeperking. Per 1.1.2006 worden dan de uitkeringen WAO en WAZ ingetrokken indien met het betrokken land per die datum (nog) geen handhavingsverdrag van toepassing is. Bijlage rechten en plichten van verzekerden verduidelijken Dereguleringsvoorstel. Is meegenomen in het wetsvoorstel Vereenvoudiging. Op 1.1.2005 in werking getreden. Herijking voorschriften verplichtingen werkgevers/ verzekerden Dereguleringsvoorstel. In het kader van de WIA wordt nu al een deel van de verplichtingen die thans in de WAO zijn opgenomen met die in de WW geharmoniseerd . Verder onderzoek vindt plaats en wordt naar verwachting begin 2005 afgerond. Aanpassen van het wettelijk kader boete en maatregelen Dereguleringsvoorstel. Onderzoek modaliteiten is gestart. Is laatste tranche van SZW -project “Stroomlijning handhavingsbepalingen” (duur ca. 2 jaar) Onderzoek GBA als authentieke bron Dereguleringsvoorstel. De GBA zal i.h.k.v. de voorgenomen modernisering van de GBA worden aangewezen als de Basisregistratie Personen. De wet GBA zal daartoe worden gewijzigd. Het streven is het wetsvoorstel in het voorjaar van 2005 voor advies naar de Raad van State te sturen, eind 2005 bij de TK in te dienen en met ingang van 1-1-2007 in werking te laten treden. Overgangsrecht beëindiging recht op toeslag binnen de EU/EER In een aangepast conceptwetsvoorstel is de gedeeltelijk eerbiedigende werking komen te vervallen. Er komt nu een afbouwregeling. Alle bestaande toeslagen worden afgebouwd in een periode van drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de Verordening waarmee de TW op bijlage IIbis wordt geplaatst. In februari 2005 voor advies naar de Raad van State.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
137
OVERIG Uitvoering ketenprogramma Betreft afspraken in het kader van samenwerking tussen UWV, gemeenten en CWI . Het Besluit Experimenten SUWI is op 7.4.2004 in werking getreden. Het Ketenprogramma 2005 is op 7.2.2005 aan de Kamer aangeboden Voorstellen aanpassing (wettelijk) kader terug- en invordering Betreft vereenvoudiging en versoepeling van regelgeving teneinde de omvang van de openstaande posten te verlagen. Uitwerking van modaliteiten is onderdeel van (langlopend) SZW-project. Zal waarschijnlijk niet in 2005 gerealiseerd worden). Zie Handhaving 2005 (5) onder 4. Vereenvoudiging Toeslagenwet en kopjesregeling. Dereguleringsvoorstel. Onderzoek van SZW zou in het 4 e kwartaal 2004 worden afgerond. Vereenvoudiging en deregulering SUWI; Betreft onderdelen van het Besluit SUWI, de Regeling SUWI en het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten. Wet inkomensaanvulling 2005 Betreft maatregelen ter ondersteuning van de koopkrachtontwikkeling van ouderen. Naast de maatregelen in dit wetsvoorstel worden er twee maatregelen genomen bij ministe-riële regeling (verlaging van de AOW -premie met 0,1% en de verhoging van de AOW -toeslag met € 40). In het wetsvoorstel gaat het om verhoging van het belastingtarief in de eerste en tweede schijf met 0,1% en de verhoging van de inkomensgrens van de ouderenkortingen met € 50. Tevens wordt in dit wetsvoorstel een wijziging aangebra cht in enkele sociale zekerheidswetten ten behoeve van de juiste vaststelling van het vakantiegeld. Het is de bedoeling de wet op 1 -4-2005 in werking te laten treden met terugwerkende kracht tot en met 1 -1-2005. In februari 2005 afgehandeld door de Raad van State. BEZWAAR EN BEROEP Mogelijkheid van vooraankondiging i.p.v. besluit dat direct voor bezwaar en beroep open staat Dereguleringsvoorstel. De uitkomsten van een proef met mediation/vooraankondigingen worden afgewacht. De eindevaluatie is voorzien voor maart 2005. Hoorplicht vervangen door horen op verzoek; Dereguleringsvoorstel. Justitie (commissie Scheltema) onderzoekt of dit in de AWB kan worden opgenomen. Dit onderzoek wordt afgewacht. Wetgeving m.b.t. massaal bezwaar Dereguleringsvoorstel. Hiermee wordt mogelijkheid geboden om zaken gevoegd af te doen. Na ambtelijke besluitvorming in het 4 e kwartaal 2004 is een wetsvoorstel in voorbereiding genomen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
138
9. Informatievoorziening Conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI geven wij hieronder op hoofdlijnen weer op welke wijze de betrouwbaarheid van de gegevens in onze kwartaal- en jaarverslagen wordt gewaarborgd en welke activiteiten we ondernemen om deze betrouwbaarheid verder te verbeteren.
Inleiding Een betrouwbare informatievoorziening is primair van belang ten behoeve van de sturing en beheersing van onze organisatie. Door middel van kwartaal- en jaarverslagen verantwoorden wij ons over de door ons geleverde prestaties en de daarbij behaalde resultaten. In onze kwartaal- en jaarverslagen is een breed scala van gegevens opgenomen. De gegevens zijn ruwweg in te delen in de volgende categorieën: 1. financiële verantwoordingsinformatie; 2. overige verantwoordingsinformatie; 3. statistische informatie.
Financiële verantwoordingsinformatie De borging van financiële verantwoordingsinformatie betreffende de uitvoerings- en de programmakosten is geregeld door achtereenvolgende controles binnen de primaire processen, binnen de administraties, door de controlafdelingen en de jaarlijkse rechtmatigheids- en accountantscontrole. Uiteindelijk wordt door onze Accountantsdienst een oordeel uitgesproken over de getrouwheid van de jaarrekening die onderdeel uitmaakt van het jaarverslag.
Overige verantwoordingsinformatie Onder deze noemer leggen we verantwoording af over de bedrijfsvoering in de brede zin van het woord. De overige verantwoordingsinformatie beslaat een breed terrein, waaronder prestatieindicatoren, productie - en voorraadgegevens. In veel gevallen gaat het om informatie die direct gegenereerd wordt uit de primaire uitvoeringsprocessen. Voorraadgegevens zijn niet direct af te leiden. Hierin kan een workflowmanagementsysteem voorzien. Er zijn verschillende workflowmanagementsystemen ontwikkeld (bijv. HIP voor Bezwaar & Beroep) en in ontwikkeling (bijv. de polisadministratie en E SMF voor AG). Door het gebruik van deze systemen wordt een juiste en volledige registratie van de benodigde gegevens sterk bevorderd. Deze workflowmanagementsystemen ondersteunen het primaire proces en genereren daarnaast de opera tionele informatie voor de dagelijkse aansturing van het proces. Voor de tactische en strategische informatievoorziening over de processen is een koppeling met het centrale Datawarehouse noodzakelijk. Dit wordt in het project Datawarehouse meegenomen. Het is economisch niet rendabel en praktisch niet uitvoerbaar om alle verantwoordingsinformatie onderwerp van accountantscontrole te maken. Belangrijke elementen bij de borging van de betrouwbaarheid van de verantwoordingsinformatie zijn de planning- en controlcyclus, het Datawarehouse, ISO-certificering en de uniformering van primaire processen. Hieronder lichten we genoemde punten kort toe. De verantwoordingsinformatie wordt opgebouwd binnen de reguliere planning- en controlcyclus, waarbij binnen de organisatie door lagere niveaus (kantoren, regio’s) wordt gerapporteerd aan hogere niveaus (divisies) en uiteindelijk aan de Raad van Bestuur. Onderdeel van de reguliere planning- en controlactiviteiten is dat waar mogelijk in het verwerkingsproces de administratieftechnische samenhang tussen de beschikbare financiële gegevens en andere (kern)gegevens wordt vastgesteld. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van de met de financiële gegevens samenhangende overige verantwoordingsinformatie bevorderd. Ten aanzien van de verantwoordingsinformatie die niet direct samenhangt met de financiële gegevens worden binnen de planning- en controlcyclus cijferbeoordelingen uitgevoerd, waarbij de uitkomsten zonodig worden teruggekoppeld aan de leveranciers van de betreffende gegevens.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
139
Voor de nabije toekomst geldt dat het Datawarehouse een belangrijke rol zal spelen in de verdere borging van de betrouwbaarheid van de verantwoordingsinformatie. In het project Datawarehouse zijn voor de sturing en de verantwoording drie informatieonderwerpen ontwikkeld: de uitvoeringskosten, de productaantallen en de bezettings- en ziekteverzuimgegevens. Met behulp van het Datawarehouse zal het door de ruimere koppelmogelijkheden beter mogelijk worden om feedback te geven aan aanleverende systemen over de kwaliteit van de brongegevens. Zowel de technische (via service level agreement als inhoudelijke controles kunnen dan automatisch uitgevoerd worden. De huidige informatiesystemen zijn wel uitgevoerd met enige controles, echter minder uitgebreid dan in de toekomstige situatie. In deze systemen worden echter geen nieuwe controles meer bijgebouwd. Ten behoeve van de kwaliteitsborging van de primaire processen op de middellange termijn werken we aan een integraal kwaliteitssysteem. Ons doel is dat eind 2004 70% van het kwaliteitsmanagementsysteem aantoonbaar op certificeerbaar niveau is. FEZ is in december 2004 iso gecertificeerd. In 2005 is UWV als geheel gecertificeerd, conform de doelstelling van Kompas 2005. De opzet en werking van het systeem zijn dan zodanig dat aantoonbaar wordt voldaan aan de minimale eisen van de kwaliteitsnorm ISO 9001:2000. We verwachten dat de borging van de betrouwbaarheid van gegevens dan aanzienlijk versterkt zal zijn. Wij merken op dat de primaire processystemen in een aantal gevallen verouderd zijn. Deze systemen zijn gericht op het verzorgen van de uitkeringsverstrekking, maar niet in alle gevallen adequaat ingericht op het genereren van kwantitatieve gegevens. Op de langere termijn verwachten wij dat het uniformeren va n de primaire processystemen een positieve bijdrage zal leveren aan de kwaliteit van de informatievoorziening. De workflowmanagementsystemen zullen hierin een belangrijke rol spelen.
Statistische informatie Ten behoeve van een betrouwbare registratie van brongegevens in de primaire processen ondernemen we de volgende activiteiten: • In 2004 zijn tussen alle afzonderlijke leveranciers van brongegevens en onze afdeling Beleidsinformatievoorziening ‘Service Level Agreements,’ (SLA’s) gemaakt en met de meeste leveranciers ook afgesloten. De resterende SLA zullen in 2005 worden afgesloten. In deze SLA’s zullen bepalingen opgenomen worden m.b.t. juistheid, volledigheid en tijdigheid van registratie van gegevens die worden verwerkt tot beleidsinformatie; • Ten aanzie n van de geregistreerde brongegevens worden controles en cijferbeoordelingen uitgevoerd, waarbij de uitkomsten worden teruggekoppeld aan de leveranciers van het aanleverende primaire proces; • De hiervoor reeds genoemde activiteiten in het kader van ISO-certificering zijn uiteraard ook relevant voor de betrouwbare registratie van brongegevens in de primaire processen die worden verwerkt tot statistische informatie. Door het inrichten van een aparte stafafdeling Metadatabeheer en Kwaliteitsmanagement wordt s pecifiek aandacht besteed aan de metadata 6 van de gegevens: In het kader van het verwerven van ISO-certificering ultimo 2004 zijn de hoofdprocessen van onze afdeling Beleidsinformatievoorziening volgens ISO-normen beschreven. Hierdoor komt de structuur van het informatieproces helder in beeld; Naast deze borgende activiteiten is het van belang dat er eenduidigheid bestaat over de te rapporteren zaken. Deze eenduidigheid wordt in opzet geborgd door een aantal interne gegevensstandaarden. Gezien de veelheid van (ex-uvi) systemen is de eenduidigheid van de geregistreerde brongegevens op dit moment nog niet optimaal voor alle kenmerken. Door herformulering van deze kenmerken naar een algemener begrippenniveau zijn deze gegevens echter bruikbaar op dit algemene niveau; daar komt bij dat aggregatie op zichzelf de betrouwbaarheid van gegevens vergroot. In het bijzonder is dit het geval bij sterk geaggregeerde informatie. De uniformering van de primaire processystemen kan gezien worden als het sluitstuk voor de verbetering van de eenduidige registratie in de primaire processen van brongegevens die worden veredeld tot statistische informatie.
6
De sector ‘Metadatabeheer en Kwaliteitsmanagement’ beheert de informatie over het informatievoorzieningsproces; in het bijzonder voor zover dit gaat over het maken van geüniformeerde begripsafspraken, standaard ISO-processen e.d.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
140
In het traject waarin brongegevens worden veredeld tot statistische informatie is reeds sprake van een afdoende controle op betrouwbaarheid en volledigheid.
Conclusie De betrouwbaarheid van de financiële verantwoordingsinformatie is in hoge mate geborgd via het managementcontrolsysteem ten behoeve van de interne sturing en beheersing en komt uiteindelijk tot uitdrukking in de accountantsverklaring bij de jaarrekening. Ter verhoging van de betrouwbaarheid van de overige verantwoordingsinformatie en de statistische informatie is een groeipad ontwikkeld dat doorloopt tot na 2005. In het bijzonder de borging in het kwaliteitsmanagementsysteem, ISO-certificering, de ontwikkeling van het Datawarehouse en de uniformering van de primaire processystemen spelen hierbij een belangrijke rol.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
141
10. Beveiliging en privacy In 2004 hebben we belangrijke vorderingen gemaakt op het gebied van beveiliging en privacy (B&P). De achterstanden in het tre ffen van maatregelen zijn voor een belangrijk deel ingelopen, waardoor het ultimo 2005 te bereiken streefniveau voor B&P in zicht komt. Daarbij zijn de volgende punten van belang: Thema Organisatie en Beleid B&P • Gedurende het jaar heeft de centrale B&P organisatie bestaande uit Stuurgroep B&P, Coördinatieoverleg B&P en Functionaris B&P gefunctioneerd; • De structuur van de toekomstige decentrale beveiligingsorganisatie is in kaart gebracht. Deze structuur wordt in 2005 geïmplementeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de in dat jaar door te voeren organisatiewijzigingen; • Op basis van het door de Raad van Bestuur goedgekeurde Tactisch Beleid B&P hebben bedrijfsonderdelen plannen opgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan de implementatie van dit beleid. Dit loopt door in 2005. Voor de gezamenlijke aspecten van deze plannen en de ondersteuning van bedrijfsonderdelen bij deze implementatie is een project gestart; • Wij hebben de ontwikkeling van een strategie voor B&P voor de komende jaren in gang gezet. In deze ontwikkeling wordt aandacht besteed aan zowel de externe mogelijkheden en bedreigingen als interne zwakh eden en sterke punten. Op basis hiervan hebben we een eerste aanzet tot een meerjarenplan voor de verdere ontwikkeling van B&P opgesteld. • Maandelijks worden B&P rapportages opgesteld, waarmee de voortgang in de resultaten van de genomen B&P maatregelen kan worden vastgesteld. • UWV-brede bewustwordingsactiviteiten worden gecoördineerd. Er is een algemene communicatie ter vergroting van het bewustzijn van B&P opgezet en uitgevoerd. Bedrijfsonderdelen worden op verzoek en op maat ondersteund, waarbij ontwikkelde hulpmiddelen, zoals een introductiepakket voor nieuwe medewerkers, worden ingezet. Thema toegangsbeveiliging en gegevensbescherming • Useraccounts in de kantoorautomatiseringomgeving zijn onder controle gebracht. Overbodige accounts zijn geschoond. Managers binnen de gehele UWV ontvangen inmiddels periodieke controle-informatie aan de hand waarvan zij correctieve acties kunnen ondernemen. • De useraccounts van overige systemen zijn inzichtelijk gemaakt en grotendeels gekoppeld aan de useraccounts in de kantoorautomatiseringomgeving ten behoeve van controle in 2005. • De (meest risicogevoelige) systemen van de UWV en de door systeemeigenaren opgestelde normen voor autorisaties zijn geïnventariseerd. Er is een zorgvuldig selectietraject doorlopen op basis waarvan software op het gebied van identity management is verworven. Implementatie van de controle op useraccounts vindt plaats in 2005 door een UWV brede uitrol van de in een pilot geteste aanpak. • De procedures met betrekking tot toegangsbeheer zijn aangescherpt. Er is een eerste aanzet gemaakt voor het ontwerp van een uniform UWV proces van beheer van useraccounts en autorisaties. Invoering van dit proces vindt plaats in 2005. • Toegang van private ondernemingen tot de systemen is afgebouwd met uitzondering van twee tijdelijke goedgekeurde situaties, waarvan de risico’s worden beheerst; • De administratie van gegevensverstrekkingen is op orde gebracht. • Uit hoofde van privacybescherming is de instructie Gegevensverstre kking aan derden (IGAD) tot stand gekomen en geïmpleme nteerd. Thema Bedrijfscontinuïteit (uitwijk, escrow en back-ups) • Op structurele wijze zijn de continuïteitseisen voor informatiesystemen en de werkelijke en contractuele voorzieningen van ICT-leveranciers in kaart gebracht en geanalyseerd. Uit hoofde hiervan brengen ICT-leveranciers in 2005 - na verkregen goedkeuring door systeemeigenaren verbeteringen aan. • Voor communicatie over calamiteiten wordt een waarschuwingslijst onderhouden. Naar aanleiding van een test van deze lijst is een UWV-breed inzetbare crisisorganisatie opgezet. Implementatie vindt plaats in 2005, waarbij rekening wordt gehouden met de in dat jaar door te voeren organisatiewijzigingen; • Een aanzet is gegeven voor het opstellen en afstemmen van calamiteitenplannen per bedrijfsonderdeel, het instellen van een centraal alarmnummer en het voorzien in uitwijklocaties/werkplekken.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
142
Thema ICT-functie en ICT leveranciers • Aan de aanbevelingen van de Accountantsdienst inzake de ICT-functie binnen de UWV is gevolg gegeven. Afronding vindt plaats in 2005. • Beveiligingsovereenkomsten met leveranciers zijn afgesloten en Third Party Mededelingen zijn ontvangen. Naar aanleiding hiervan worden in 2005 aan leveranciers gedetailleerde voorschriften verstrekt. • Naar aanleiding van een via een extern bureau georganiseerde inbraaktest in onze systemen en een virusaanval is een aantal voorgenomen technische maatregelen binnen UWV en bij haar ICT-leveranciers versneld doorgevoerd. • We hebben voor Suwinet een actieplan ontwikkeld en activiteiten uitgevoerd die tot een goedkeurende verklaring over opzet en bestaan van deze maatregelen over het verantwoordingsjaar 2004 hebben geleid. De balans opmakend kan gesteld worden dat ten aanzien van Beveiliging & Privacy belangrijke stappen in de goede richting gezet zijn, maar dat ook in 2005 nog risico’s zullen bestaan. De belangrijkste zijn: • Er dient nog een groot pakket aan verbetermaatregelen te worden uitgevoerd; voor een belangrijk deel via het project “Beveiliging & Privacy”. Dit project verbindt een groot aantal activiteiten, dat binnen alle bedrijfsonderdelen moeten worden uitgevoerd. Het aanta l onderlinge afhankelijkheden is noodzakelijkerwijs groot. Hierin schuilt te allen tijde een zeker risico. In dit geval op het niet tijdig kunnen implementeren van de noodzakelijke maatregelen. Normale principes van projectmanagement maken dit risico aanvaardbaar. • Voor nog niet alle in gebruik zijnde systemen is een uitwijkvoorziening operationeel. Het eerder genoemde project moet onder meer leiden tot de benodigde uitwijkvoorzieningen. Zolang dit niet het geval is, bestaat er een continuïteitsrisico. • De toegangsautorisatie is in 2004 weliswaar geschoond, maar nog niet op alle plaatsen in technische zin geïmplementeerd. Ook dit moet door middel van het project opgelost worden. Zolang dit niet is afgerond, blijft een zeker risico inzake integriteit en doel-binding-principe aanwezig. • UWV is een grootschalige en complexe organisatie, die bovendien sterk aan het veranderen is. Dit impliceert bijna per definitie een verhoogd continuïteitsrisico. Impactanalyses en zorgvuldig projectmanagement moeten het optreden van problemen voorkomen. Zoals gezegd zullen in 2005 vele maatregelen worden geïmplementeerd ter verbetering van de B&P-situatie. Redelijkerwijs mag verwacht worden dat na afloop van deze implementaties eind 2005 een goedkeurende verklaring over de B&P-situatie zal worden verkregen.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
143
11. Verantwoording ICT Inleiding De ICT-Governance binnen UWV is gebaseerd op het zogenoemde IS-Lite model van Gartner. Deze verantwoording volgt daarom de structuur van dit Governance model. Met ingang van 2004 volgt ook de Accountantsdienst van UWV in haar rapport van bevindingen deze structuur. Het hoofdlijnen van dit Governance model zijn beschreven in de Koersnota “Bedrijfsinrichting en ICT” en in het meerjarenbeleidsplan ICT 2005 en 2006. Figuur 1 is hiervan een beknopte weergave.
ICT Governance model UWV Situatie 2004
1
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Strategisch 2 3
IC T Co nc er n
8
8
6 8
t en em ag an sm ier nc ra ve Le
14
t en em ag an m ct ta on tc an Kl
7
4
12
13
& n ies ve vis ta Di ge s i er Ov
3
Tactisch
12
9
9
Organisatie ICT functie Beleid & Architectuur Informatieplanning Gegevensmanagement ICT-infrastructuur Systeemintegratie Beveiliging en privacy Applicatie ontwikkeling Functioneel Beheer Applicatie Beheer Technisch Beheer van systemen Financial Control ICT Personeelsbeleid ICT-personeel ICT-uitbesteding
13
14
10
Operationeel
Leveranciers
11
5
n 14-2-2005
Figuur 2: ICT Governance model UWV 1. Organisatie ICT-functie: Het governance model Het IT-Governance model UWV is afgeleid van het “IS-Lite” model van Gartner. Dit model voor het inrichten en besturen van een ICT org anisatie wordt gekenmerkt door: Een relatief ‘lichte’ centrale ICT functie die een aantal kernfuncties, zoals strategie, beleidsbepaling en regie uitvoert; Het zo dicht mogelijk bij de bedrijfsonderdelen plaatsen van de functionele kant van de ICTfunctie. Het uitbesteden van operationele werkzaamheden. ISO certificering. Begin november 2004 heeft de directeur Concern-ICT het ISO certificaat ontvangen uit handen van directeur TNO certification. Klantcontactmanagement en interne dienstverlening Door het aantrekken van een interim Hoofd voor de afdeling Innovatie & Projecten is gewerkt aan het verder invullen van de klantcontactmanagement functie en het verbeteren van de interne dienstverlening. Gebleken is dat de afstemming tussen C-ICT en overige bedrijfsonderdelen weliswaar verbeterd is, maar dat de klantcontactmanagement functie verder versterkt zou kunnen worden. Mede daarom is in de laatste vier maanden gewerkt aan een herinrichting van C-ICT, welke in de loop van 2005 geëffectueerd zal moeten worden. De permanente klantmonitor van de Regionale Service Dienst laat over het algemeen een stabiele klanttevredenheid zien.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
144
Beleid en Architectuur UWV Referentiearchitectuur Er is in samenwerking met vertegenwoordigers van de verschillende bedrijfsonderdelen een nieuwe versie van de Referentiearchitectuur opgesteld en voor nadere besluitvorming vrijgegeven. Naar verwachting zal deze versie begin 2005 worden vastgesteld. Bij de vaststelling van de vorige versie van de Referentiearchitectuur is aan de Accountantsdienst gevraagd de kwaliteit en toepassing ervan de evalueren. Dit onderzoek is in de tweede helft van 2004 uitgevoerd. Rapportage wordt begin 2005 verwacht. De functie van de referentiearchitectuur is om een consequente en samenhangende vertaling te vinden van de strategische keuzes door de Raad van Bestuur naar een gewenste bedrijfsinrichting en informatiehuishouding. Bij de start van UWV was er uiteraard sprake van een lappendeken. Inmiddels wordt meer en meer duidelijk hoe de informatiehuishouding binnen UWV naar een samenhangend geheel groeit. Delen hiervan zijn inmiddels gerealiseerd; veel projecten zullen een verdergaande samenhang en optimalisatie als resultaat hebben. De uniformerende werking van de referentiearchitectuur dient nog versterkt te worden. Eén van de manieren om dit te bereiken is om de referentiearchitectuur door middel van Project Startarchitecturen te ‘vertalen’ naar projecten en daarmee concrete business cases. Nog niet alle projecten hebben een dergelijke projectstartarchitectuur opgesteld of laten opstellen. De referentiearchitectuur heeft ook de basis gelegd voor een aantal generiek in te zetten software producten, zoals workflow en elektronisch archief. Zie hiervoor onder punt 8. Informatieplanning Onderstaande afbeelding geeft de essentie weer van het uit te voeren informatieplan van UWV. Gedurende enkele jaren wordt gewerkt aan de uniformering van de infrastructuur (rekencentrum, bedrijfsnetwerk), de kantoorautomatisering en telefonie, het beschikbaar stellen van voorzieningen voor systeemintegratie (enterprise service bus, in- en externe koppelingen), de samenvoeging van bestaande systemen (convergentie), de uniformering en optimalisering van interne bedrijfsprocessen en het introduceren van ‘elektronisch werken’ waardoor de dienstverlening verder kan worden gemoderniseerd en de efficiency kan worden verhoogd.
Veranderprogramma Innovatie materiesystemen Innovatie dienstverlening Innovatie bedrijfsvoering Convergentie Systeemintegratie Infrastructuur
Koersnota “Bedrijfsinrichting en ICT”. In mei is een nieuwe versie van de Koersnota door de Raad van Bestuur vastgesteld. Deze Koersnota kan gezien worden als het overkoepelende informatieplan van UWV. Eind 2004 is het Meerjarenbeleidsplan ICT 2005 en 2006 opgeleverd, dat inmiddels is aangeboden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierbij is rekening gehouden met de herprioritering die de Raad van Bestuur heeft aangebracht in de projectenportfolio. Divisies en Staven Alle divisies beschikken over informatieplannen (of een daarmee vergelijkbaar document) en hebben binnen hun organisatie informatiemanagers aangesteld. De Staven zoals FEZ, P&O, C&C en F&I beschikten – op een enkele uitzondering na – niet over informatiemanagers, noch was er sprake van een goedgekeurd informatieplan.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
145
Applicatieportfoliomanagement Binnen C-ICT is vanaf het begin van de fusie gewerkt aan het opstellen van een compleet overzicht van binnen UWV gebruikte applicaties. Medio 2004 is op basis hiervan en op basis van overleg met de verantwoordelijke bedrijfsonderdelen een eerste versie opgeleverd van het complete overzicht van uit te faseren applicaties, de killmanagement kalender. Gegevensmanagement In 2004 is een grote stap gemaakt op het gebied van de ontwikkeling en het beheer van het UWV Gegevensregister en UwvML (standaard voor interne gegevensuitwisseling). Zo is het gegevensregister in overeenstemming gebracht met de nieuwste NEN-norm en is een nieuwe beheertool voor het register in gebruik genomen. Met de verschillende bedrijfsonderdelen zijn afspraken gemaakt over de coördinatie van het gegevensmanagement binnen UWV, inclusief het eigenaarschap van de onderscheiden gegevens. Harmonisatie van gegevens heeft onder meer plaatsgevonden met de volgende projecten: Polis, dagloonberekening, ODS, Walvis en SUWI-keten. ICT- Infrastructuur Wide Area Network (WAN). Het nieuwe bedrijfsnetwerk is in 2004 opgeleverd, echter aantal activiteiten is vanwege Puik vertraging aan afzonderlijke projecten overgedragen. Vernieuwing en uniformering kantoorautomatisering Oorspronkelijk was het de bedoeling om eind 2004 alle werkplekken binnen UWV te voorzien van de nieuwe kantoorautomatisering. Fouten in de projectuitvoering en het onverwacht grote aantal (in totaal ±1.200) lokale applicaties (end user computing) zijn de oorzaak van de opgelopen vertraging. Daarop is besloten de uitrol te verschuiven naar 2005. Nieuw rekencentrum De verplichte Europese aanbesteding is in 2004 afgerond. De opdracht voor het inrichten van het nieuwe UWV rekencentrum is voorlopig gegund aan de combinatie IBM / Capgemini. Infrastructurele wijzigingen In de loop van 2004 zijn alle wijzigingen op de infrastructuur onder coördinatie van de afdeling Service- & Contractmanagement gebracht. Daarmee is het beheer van de infrastructuur op het gewenste kwaliteitsniveau gebracht. Systeemintegratie Het systeem integratie platform maakt een UWV brede uitwisseling van gegevens tussen applicaties in diverse interne en externe rekencentra mogelijk. Het tot stand brengen van dit integratie- en koppelingsmechanisme was noodzakelijk om 5 voormalige uvi’s en 4 rekencentra te kunnen samenvoegen tot één geheel. In 2004 is de ontwikkeling van het systeemintegratie platform gevorderd tot en met het test- en acceptatienetwerk. Dat wil zeggen dat vanaf 2005 de eerste productionele toepassingen in gebruik genomen kunnen worden. Hiermee is de basis gelegd voor een UWV-enterprise service bus (generieke transportfaciliteit). Per rekencentrum is een zogenaamde Conversie en Transformatie Server beschikbaar, waarmee de specifieke platformen en dataformaten kunnen worden omgezet naar de UWV standaard en andersom. In 2004 zijn alle voorbereidingen getroffen voor het realiseren van de in 2005 te koppelen applicaties, onder meer voor het migreren van de oude basisregistraties naar de nieuwe polisdatabase. In verband met gesignaleerde capaciteitsproblemen (performance) is in de loop van 2004 besloten de bestaande middelware voorzieningen aan te vullen met een operational data store. Hiermee worden gegevens uit (soms te trage) legacy systemen redundant opgeslagen en daarmee snel en in grote volumes beschikbaar voor afnemende applicaties. De ODS zal in de loop van 2005 in gebruik genomen kunnen worden voor onder andere de uniformering van de uitvoering van de ziektewet, excasso en Walvis. ICT- beveiliging en Privacy
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
146
Een verantwoording inzake beveiliging & privacy is te vinden in bijlage 7 van het UWV jaarverslag 2004. Ontwikkeling van bedrijfsapplicaties en generieke software In onderstaande tabel is te zien hoe ver de samenvoeging resp. vernieuwing van informatiesystemen is gevorderd. Voor bijna alle bedrijfsonderdelen zal in 2005 een situatie worden bereikt, waarbij nog slechts één cluster van applicaties wordt gebruikt. Uitzondering zijn de uitvoering van de WAO en de ontslag WW. Vanwege de ingebruikname van polis, Walvis en de invoering van WIA is – in overleg me t het Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid – besloten de verdergaande convergentie binnen de WAO en de WW ten minste een jaar uit te stellen. Bedrijfsonderdeel WG/Polis
6 systeemcomplexen
Stand ultimo 2004 6 systeemcomplexen
Stand ultimo 2005 6 systeemcomplexen
6 systeemcomplexen 6 systeemcomplexen 6 systeemcomplexen Veelvoud aan systemen, veelal verweven met de wetsystemen
4 systeemcomplexen 4 systeemcomplexen 6 systeemcomplexen Veelvoud aan systemen, veelal verweven met de wetsystemen
3 systeemcomplexen 3 systeemcomplexen 1 UWV ziektewetsysteem 1 uniform invorder-systeem; 1 e conver-gentie excasso
B&B
Systemen per uvi
1 systeem
1 systeem
1 nieuwe polisadministratie + 1 nieuwe dagloonmodule Onderzoek i.v.m. WIA 3 systeemcomplexen 1 UWV ziektewetsysteem 1 uniform invordersysteem; voortgaande convergentie excasso tot 1 systeem na 2006 1 systeem
IR
Geen systeem (bestond niet) Meerdere systemen Meerdere Websites Talloze intranetten (> 100) Meerdere kleine callcenters Ongestructureerde telefooncontacten. 5 financiële administraties 5 personeelsinformatiesystemen
1 systeem
1 systeem
1 systeem
1 systeem
1 systeem
1 systeem
1 website talloze intranetten ½ KCC
1 website 1 intranet 1 KCC
1 website 1 intranet 1 KCC
1 personeelsinformatiesysteem 1 financiële administratie
6 basisregistratiesystemen
6 basisregistratie systemen
1 personeelsinformatiesysteem 1 financiële administratie 1 datawarehouse 1 costaccountingsysteem 6 BRS-en
1 personeelsinforma-tiesysteem 1 financiële administratie 1 datawarehouse 1 costaccountingsysteem 6 BRS-en; start afbouw (gereed 2009)
AG WW ontslag Ziektewet Financieel Afhandelen
FPO Communicatie en KCC
Concern diensten
Heel UWV
Start UWV
2006
In 2004 is de bouw van de nieuwe polisadministratie uitbesteed aan Capgemini. Daarnaast is gewerkt aan het geschikt maken van bestaande applicaties om te kunnen functioneren als UWV doelsysteem (bijv. ten behoeve van de uitvoering van de Ziektewet en de afhandeling van de Werkloosheidswet).
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
147
Generieke software producten. In 2004 is een start gemaakt met de oplevering en implementatie van de verschillende generieke software producten. Dit zijn componenten binnen de informatiehuishouding van UWV waarvan meerdere bedrijfsonderdelen gebruik (kunnen) maken. Ontwikkeld zijn onder meer: • Proces- en werkstroombesturing. Binnen het bedrijfsonderdeel Bezwaar & Beroep wordt Flower gebruikt ter ondersteuning van de werkstroom. Ook ten behoeve van de modernisering van de Sociaal-Medische Functie zal worden gewerkt met dit pakket. • EA/ED (Elektronisch Archief / Elektronisch Dossier) is productierijp gemaakt. Het bestaande DANS-systeem (ex-GAK) is vervangen door ED/ED. Momenteel maken meer dan 2000 medewerkers van UWV hiervan gebruik. Het EA/ED zal de basis vormen voor de verdere uitrol van documentmanagement binnen UWV (en wellicht ook voor CWI). • Van het Generieke Correspondentie systeem UWV is de ontwikkeling afgesloten en gestart met de implementatie binnen de organisatie. Momenteel zijn er meer dan 500 gebruikers. Dit aantal zal op korte termijn stijgen naar 6 à 7.000 medewerkers. GCU vervangt het oude Gak brievenboeksysteem GFW en is UWV breed inzetbaar. • Voor zowel Internet als intranet is de basis infrastructuur geïmplementeerd. Op deze infrastructuur werkt ook het nieuwe UWV content management systeem. Medio 2004 is de vernieuwde internetsite uwv.nl zonder noemenswaardige problemen live gegaan. Voor het nieuwe intranet zal dat begin 2005 gebeuren. De gele kaarten applicatie (Pemba) is de eerste applicatie die naar de nieuwe infrastructuur gemigreerd is. Hiermee is een start gemaakt met het uitfaseren van de vele oude UWV inter- en intranetsites. • In het kader van de realisatie van POLIS is een integratietest tussen de verschillende generieke softwareproducten uitgevoerd. Het geheel bleek aan de gestelde eisen te voldoen. Eind 2004, begin 2005 zijn de implementeerbare producten bij de afdeling Service- en Contractmanagement in beheer genomen. Functioneel beheer van bedrijfsapplicaties en Generieke systemen Releasematig onderhoud In 2004 is, wat betreft onderhoud, voor de divisie WG een nullijn gehanteerd en voor de divisies AG en WW is onderhoud geminimaliseerd. Dit is mogelijk geworden als resultaat van de uitgevoerde convergentietrajecten, alsmede door vast te stellen welke applicaties in de toekomst zullen worden uitgefaseerd. Door het limiteren van het aantal releases tot max. 3 per jaar kan de continuïteit beter gegarandeerd worden. De Divisies hebben per leverancier een releasekalender. In 2005 zal de slag gemaakt worden naar een integrale releasekalender 2005. Deze release kalender heeft een horizon van 1 jaar vooruit en wordt 1 keer per kwartaal bijgewerkt op basis van de laatste ontwikkelingen. Regionale Service Desk Wat waarneembaar is binnen de dienstverlening van de RSD is dat door het vertragen van de uniformering de workload is toegenomen door: verhuizingen en autorisatieverzoeken en over de verschillende ex uvi’s heen waarbij de regie naar de verschillende leveranciers bij de RSD ligt. storingsgevoeligheid van de oude werkplekvoorzieningen. De doelstelling van het project PUIK was om in 2004 de uniformering van de kantoorautomatisering te realiseren. Aansluitend daarop zou de RSD de helpdeskactiviteiten van 3 huidige dienstenleveranciers insourcen. Door vertraging in de uitrol van nieuwe kantoorautomatisering gaat dit in 2005 plaatsvinden. Hiermee wordt een éénduidige gebruikersondersteuning gerealiseerd. Applicatiebeheer Continuïteit van de dienstverlening. Er zijn in 2004 afspraken met de externe dienstverleners gemaakt om de continuïteit van de dienstverlening op gebied van applicatiebeheer nu en in de toekomst te kunnen blijven waarborgen. De aansturing van de werkzaamheden van de bij de externe service providers werkzame applicatiebeheerders gebeurt middels een rolling forecast en releasekalender.
Technisch beheer van systemen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
148
Beschikbaarheidsincidenten De complexiteit van de opgetreden incidenten neemt toe. Dit is het gevolg van de toenemende verwevenheid van applicaties en rekencentra. Desondanks zijn de in de Service Level Agreements (SLA’s) afgesproken beschikbaarheidpercentages van ICT diensten gerealiseerd, op een paar incidenten na (Sasservirus). Sedert de oprichting van UWV is er een escalatieprocedure, waarbij 7*24 uurdiensten gedraaid worden door S&CM. De procedure wordt in werking gesteld bij incidenten met een grote impact. In 2004 is een koppeling tussen de escalatieprocedure en probleembeheer ingericht. Financial Control ICT Zoals uit de financiële verantwoording blijkt, zijn de kosten vo or standaarddiensten zoals kantoorautomatisering, printing en telefonie gedaald. Daar tegenover staan nieuwe kosten voor toegenomen functionaliteit, zoals de voorzieningen voor systeemintegratie. Door deelname aan een internationaal vergelijkend onderzoek wordt nagegaan of de ICT-kosten zich marktconform ontwikkelen. Hoewel nog niet alle analyses gereed zijn, wijzen de eerste tekenen er op dat UWV op een lager kostprijsniveau begint te komen dan vergelijkbare organisaties. Door deelname aan dergelijke benchmarks wordt het mogelijk actief te sturen op een optimale prijs/prestatie verhouding. Personeelsbeleid ICT- personeel ICT personeel bij Divisies ICT personeel is een blijvend aandachtspunt voor de divisies. Door interne verhuizingen is de inzetbaarheid van ICT personeel met een fors percentage afgenomen. ICT Personeel bij Concern ICT Uit een door Gartner uitgevoerd benchmark onderzoek is naar voren gekomen dat het volume van de personele bezetting van C-ICT, vergelijkenderwijs aan de norm voldoet. Dat wil zeggen: UWV beschikt vergelijkenderwijs over zowel de juiste aantallen als typen functies voor ICT. De afhankelijkheid van externe medewerkers is in 2004 te hoog geweest. Dit veroorzaakt risico’s voor de continuïteit. De oorzaak hiervan ligt enerzijds in de afslankingsoperatie binnen UWV, anderzijds in ontwikkelingen op de externe arbeidsmarkt. Het aantal interne overplaatsingen, ongeveer 40 medewerkers, bleef achter op de benodigde aantallen en kwaliteit, terwijl de aantrekkende arbeidsvoorwaarden op de externe arbeidsmarkt een overstap naar UWV minder aantrekkelijk maakt. De omgekeerde beweging wordt nadrukkelijker merkbaar. ICT- uitbesteding (incl. Service- en Contractmanagement) Aanbesteding en hercontractering In 2004 zijn 2 Europese aanbestedingen uitgevoerd: De werving van een exploitant voor het UWV hoofdrekencentrum. Deze procedure is afgesloten met een voorlopige gunning aan de combinatie IBM/Capgemini. De tweede aanbesteding betrof het contracteren van bedrijven die personeel leveren voor consultancy en detachering. Dit traject zal begin 2005 worden afgerond met het doen van een aantal gunningen. Tenslotte is onderhandeld over bestaande telefoniecontracten met als resultaat een lagere prijs voor bestaande dienstverlening. Dienstverlening onder Service Level Agreements De dienstverlening van de hoofdleveranciers, zijnde Ordina, Pink Roccade, SFB, ABP-Cis en Getronics, valt voor 100% onder een SLA. Alle leveranciers met een omzet van meer dan €100.000 zijn onder contractmanagement gebracht. TPM en beveiligingsovereenkomst. Beveiligingsovereenkomsten zijn afgesloten met Ordina, Pink Roccade, SFB, Getronics en ABP -CIS. Van alle leveranciers is een Third Party Mededeling 2003 ontvangen en door de Accountantsdienst besproken. Gesignaleerde tekortkomingen zijn omgezet in acties, welke voor een groot deel in de loop van 2004 zijn uitgevoerd. De TPM verklaringen over 2004 worden begin 2005 van alle leveranciers verwacht.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
149
12. Uitbesteding Uitbestedingen in 2004 In onderstaande tabel zijn de uitbestedingen opgenomen die in 2004 zijn voortgezet. Daarbij zijn overeenkomstig de in 2003 gewijzigde Regeling SUWI uitbestedingen van facilitaire aard en op het vlak van personeelsbeleid buiten beschouwing gelaten. Doelstelling bij de uitbestede ICT bedrijfsprocessen is het beheerst terugbrengen van de afhankelijkheid van de leveranciers van de oud uvi’s. Doorlopende uitbestede contracten Activiteit
Contractpartner
Contractduur
Jaarlijks Inkoopvolume
ICT Exploitatie en onderhoud PinkRoccade SZ maatwerkapplicaties t.b.v. UWV (ex-Gak) Complete technische infrastructuur ABP-CIS t.b.v. UWV (ex-USZO)
Complete technische infrastructuur Ordina t.b.v. UWV (ex-Cadans en exGUO) Complete technische infrastructuur SFB Diensten t.b.v. UWV (ex-Bouwnijverheid)
WAN (Wide Area Network)
Getronics
LAN (Local Area Network) en Generieke Services kantoorautomatisering
PinkRoccade (hoofdaannemer) en Versatel (onderaannemer) CapGemini
Bouw en onderhoud Polisadministratiesysteem
verlengd t/m 2005
€ 82,7 mln.
T/m 2005 met optie voor verlenging t/m 2007 T/m 2005 met optie voor verlenging t/m 2007 T/m 2005 met optie voor verlenging t/m 2007 2006
€ 45,5 mln.
T/m 2008
€ 6 mln.
T/m 2006 optie tot verlenging met telkens één jaar, geen einde aan verlenging
€ 3 mln.
€ 64 mln.
€ 27 mln.
€ 10 mln.
§
Aard van deze taken Geen van deze uitbestedingen behelst een kerntaak UWV; het gaat om ondersteunende activiteiten: onderhoud, exploitatie en nieuwbouw van systemen ten behoeve van de primaire processen. Dat de systemen naar behoren presteren en dat met cliëntgegevens vertrouwelijk wordt omgegaan wordt geborgd door de beveiligingsovereenkomst en uitgebreide test- en kwaliteitsprocedures.
§
Cliëntgegevens Gegeven de functie van deze systemen – technische ondersteuning van de primaire processen – is sprake van toegang tot cliëntgegevens die in de gevalsbehandeling een rol spelen. Het onderhouden van de UWV-systemen brengt dat met zich mee. De desbetreffende ICT-bedrijven krijgen de beschikking over cliëntgegevens en moeten als gebruiker van deze gegevens worden beschouwd. Derhalve zijn in de zogenoemde “Beveiligingsovereenkomst” waarborgen vastgelegd voor het vertrouwelijk hanteren van cliëntgegevens. In de contracten zijn afspraken vastgelegd inzake inregeling van een adequaat toegangsbeveiligingssysteem en in acht te nemen geheimhouding en privacy. Beide partijen dienen strikte vertrouwelijkheid in acht te nemen en zijn verplicht tot geheimhouding van informatie over elkaars cliënten. Voorts is
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
150
bepaald dat de leverancier zich verbindt om informatie en gegevens op te slaan op een voor derden niet toegankelijke plaats. Hij draagt er zorg voor dat deze informatie en gegevens niet door derden kunnen worden ingezien. •
Afhankelijkheid van huisleveranciers ICT UWV tracht de afhankelijkheid van de huisleveranciers van de voormalige uvi’s te verlagen door vanaf 2003 bij deze leveranciers (PinkRoccade, Ordina, ABP CIS en SFB Diensten) een uniformering van de producten, dienstverlening en tarieven door te voeren. Naast het realiseren van uniformiteit is in 2003 in de mantelcontracten de dienstverlening zodanig vastgelegd dat een bepaald onderdeel daarvan – na Europese aanbesteding – uit de contracten kan worden verwijderd en worden ‘gemigreerd’ naar de leverancier die de aanbesteding ‘wint’. Voorbeelden hiervan zijn de gunningen in 2003 van werkpleklicenties waaronder Microsoftlicenties aan PC-Ware en hardware werkplekken aan HP. Daarnaast is de aanbesteding Generieke Services voor de Kantoorautomatisering en LAN services in 2004 gegund aan PinkRoccade /Versatel waarmee de volledige werkplekautomatisering opnieuw is aanbesteed. De aanbesteding van het hoofd rekencentrum voor UWV heeft in 2004 plaatsgevonden en heeft geresulteerd in een voorlopige gunning aan IBM (contractering verwacht februari 2005). Met de uitkomst van deze aanbesteding wordt de aanzet gegeven tot een geleidelijke migratie van de exploitatie van informatiesystemen van de huisleveranciers naar deze nieuwe leverancier.
Aanbestedingen 2004 De aanbesteding en contractering van structurele overeenkomsten zijn binnen UWV gecentraliseerd. Daarmee wordt de rechtmatigheid inzake Europese Aanbesteding geborgd. Alleen op centraal niveau bestaat voldoende inzicht in de totale afname van UWV om te beoordelen of aanbesteding volgens de Europese richtlijnen noodzakelijk is. In 2004 zijn de in onderstaande tabel opgenomen trajecten via de procedure van Europese Aanbesteding tot contractering gekomen.
Tabel: Aanbestede, gecontracteerde trajecten in 2004 Activiteit
Contractpartner
Bouw en onderhoud Polisadministratiesysteem
CapGemini
Hercontractering vaste telefonie Hercontractering mobiele telefonie Facilitair ondersteunend systeem FMIS
Versatel Vodafone en KPN Facilitor
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
Inkoopvolume Type jaarlijks aanbesteding € 3 mln. Europese aanbesteding, niet-openbaar € 11,5 mln. Conform EAR uitzondering € 2,1 mln. Conform EAR uitzondering € 0,1 mln. Beneden EA grens
151
13. Kerncijfers UWV 2004 Kerncijfers UWV (Aantal x 1.000)
2004
2003
verschil
%
1
WW Nieuwe uitkeringen Beëindigde uitkeringen Lopende uitkeringen (ultimo)
426,2 383,6 321,7
418,7 343,0 280,3
WAO Nieuwe uitkeringen Beëindigde uitkeringen Lopende uitkeringen (ultimo)
59,2 78,9 765,9
66,3 83,2 785,6
-7,1 -11% -4,3 -5% -19,7 -3%
WAZ Nieuwe uitkeringen Beëindigde uitkeringen Lopende uitkeringen (ultimo)
6,2 6,6 55,5
6,9 7,2 55,9
-0,7 -10% -0,6 -8% -0,4 -1%
Wajong Nieuwe uitkeringen Beëindigde uitkeringen Lopende uitkeringen (ultimo)
9,4 5,0 142,5
8,2 4,4 138,2
1,2 0,6 4,3
15% 14% 3%
ZW Toegekende uitkeringen Beëindigingen Gemiddeld lopende uitkeringen
321,0 380,3 64,2
330,8 394,4 66,0
-9,8 -14,1 -1,8
-3% -4% -3%
WAZO (zwangerschap werknemers) Toegekende uitkeringen Beëindigde uitkeringen Gemiddeld lopende uitkeringen
131,2 125,9 42,5
143,9 131,3 45,5
-12,7 -5,4 -3,0
-9% -4% -7%
Omvang 2 Nieuwe werkgevers Beëindigde werkgevers Actuele werkgevers (ultimo)
35,6 40,0 352,0
46,8 49,7 356,4
-11,2 -24% -9,7 -20% -4,4 -1%
Actuele verzekerden (ultimo)
6.874
6.925
1
WW inclusief Ufo
2
Cijfers 2004 deels geraamd
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
7,5 40,6 41,4
-51
2% 12% 15%
-1%
152
14. Statistische informatie Ziektewet
Toegekende ZW-uitkeringen Naar vangnetgroep zwangere vrouwen flexwerkers werklozen overige vangnetgroepen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Naar geslacht man vrouw onbekend Totaal toegekende ZW-uitkeringen Gemiddeld lopende ZW-uitkeringen
1
2003
2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
perc. +/-
63.259
59.114
-6,6%
169.753
152.324
-10,3%
65.210
76.789
17,8%
32.562
32.728
0,5%
71.993
63.187
-12,2%
124.997
118.732
-5,0%
73.268
73.535
0,4%
43.671
45.154
3,4%
16.840
20.339
20,8%
15
8
143.208
142.453
-0,5%
187.567
178.487
-4,8%
9
15
330.784
320.955
-3,0%
12.744
11.175
-12,3%
27.932
24.064
-13,8%
19.502
22.720
16,5%
5.801
6.230
7,4%
7.102
6.223
-12,4%
22.729
20.698
-8,9%
17.384
17.114
-1,6%
12.743
12.971
1,8%
6.018
7.170
19,1%
3
13
28.286
28.557
1,0%
37.689
35.630
-5,5%
3
1
65.978
64.189
2
Naar vangnetgroep zwangere vrouwen flexwerkers werklozen overige vangnetgroepen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Naar geslacht man vrouw onbekend Totaal gemiddeld lopende ZW-uitkeringen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
-2,7%
153
Ziektewet (vervolg) 1
2003
2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
perc. +/-
Beëindigde ZW-uitkeringen Naar reden beëindiging bereiken maximale uitkeringstermijn overige redenen
36.006
35.404
-1,7%
358.384
344.908
-3,8%
11,5
8,9
-23,2%
8,1
7,5
-7,6%
3,2
2,8
-12,8%
15,1
13,0
-13,7%
9,1
8,9
-2,1%
394.390
380.312
-3,6%
48,6
50,1
3,1%
Gerealiseerde probleemanalyses % uiterlijk in 6e week na eerste ziektedag
42.520
45.297
6,5%
32%
35%
Gerealiseerde plannen van aanpak % uiterlijk in 8e week na eerste ziektedag
53.010
49.424
45%
55%
Gemid. ziekteduur beëindigingen in weken3 zwangere vrouwen flexwerkers w.v. uitzendkrachten (sector 52) werklozen overige vangnetgroepen
Totaal beëindigde ZW-uitkeringen
Gemiddelde daguitkering in euro's ZW
Arborol
1
-6,8%
voorlopige cijfers
2
gemiddeld lopend moet hier geinterpreteerd worden als gemiddeld lopend per dag
3
ziekteduur is berekend in kalenderdagen inclusief wachtdagen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
154
Wet Arbeid en Zorg 1
2003
2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
perc. +/-
153.101
139.971
-8,6%
16,6
15,3
-7,9%
71,6
74,2
3,6%
Zwangerschapsverlof werknemers Kerncijfers aanvragen gemiddelde verlofduur (weken)
2
gemiddelde daguitke ring in euro's Toekenningen naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 jaar en ouder onbekend totaal Gemiddeld lopende uitkeringen naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 jaar en ouder onbekend Totaal Beëindigde uitkeringen naar leeftijdklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 jaar en ouder Onbekend Totaal
10.324
9.055
-12,3%
102.942
91.864
-10,8%
30.463
30.174
-0,9%
140
135
-3,6%
4
4
143.873
131.232
-8,8%
3
3.121
2.732
-12,5%
32.534
29.608
-9,0%
9.805
10.071
2,7%
39
38
-2,8%
1
1
45.500
42.450
-6,7%
7.724
6.812
-11,8%
93.058
87.031
-6,5%
30.263
31.874
5,3%
145
150
3,4%
98
1
131.288
125.868
-4,1%
5.014
4.560
-9,1%
15,9
16,0
0,6%
53,32
54,09
1,4%
1.350
1.507
11,6%
3,8
3,8
0,0%
106,4
106,8
0,4%
Zwangerschapsverlof zelfstandigen Kerncijfers nieuwe uitkeringen 4 2
gemiddelde verlofduur (weken) gemiddelde daguitkering in euro's 5 Pleegzorg- en adoptieverlof Kerncijfers nieuwe uitkeringen 6 gemiddelde verlofduur (weken)
2
gemiddelde daguitkering in euro's
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
155
Wet Arbeid en Zorg (vervolg)
Pleegzorg- en adoptieverlof (vervolg) Nieuwe uitkeringen naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Nieuwe uitkeringen naar geslacht mannen vrouwen
2003 t/m 2e kw
2004 t/m 2e kw
1
1
1
perc. +/-
0,0%
352
323
-8,2%
905
1.094
20,9%
87
85
-2,3%
2
2
0,0%
3
2
724
841
16,2%
626
666
6,4%
319
259
-18,8%
248
204
-17,7%
15,6
16,4
5,1%
11
6
-45,5%
64
41
-35,9%
75
62
-17,3%
68
62
-8,8%
30
33
10,0%
Loopbaanonderbreking Kerncijfers aanvragen toegekende uitkeringen gemiddelde verlofduur (weken)
2
Toegekende uitkeringen naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Toegekende uitkeringen naar geslacht mannen vrouwen Vervangers naar uitkeringssituatie WWB, IOAW, IOAZ of Wajong-gerechtigde vervanger met wachtgeld vervanger zonder uitkering WW, WAO, WAZ of ANW -gerechtigde overige groepen w.v. samenloop uitkeringsgerechtigden 1
Voorlopige cijfers
2
De gemiddelde verlofduur is berekend in kalenderweken
87
66
-24,1%
161
138
-14,3%
4
4
0
0
0
2
30
14
3
2
3
1
3
Gemiddeld lopend moet hier geïnterpreteerd worden als gemiddeld lopend per dag
4
Tellen van lopende en beëindigde uitkeringen is niet goed mogelijk omdat de eindedatum vaak ontbreekt
5
Gegevens van 2004 raming
6
Nieuwe uitkeringen worden geteld op basis van betalingen, afwijzingen worden niet geregistreerd
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
156
Poortwachter / Claimbeoordeling 2003
2004
perc.
1
+/-
17.144
18.152
5,9%
61.599
64.015
3,9%
84.040
89.085
6,0%
83.460
90.249
8,1%
40.817
46.842
14,8%
114
126
135.330
141.831
4,8%
151.327
165.963
9,7%
517
675
287.174
308.469
7,4%
17.698
14.902
-15,8%
66.597
56.754
-14,8%
90.468
79.792
-11,8%
88.675
80.387
-9,3%
42.110
41.085
-2,4%
3
117
148.740
133.579
-10,2%
156.471
139.001
-11,2%
340
457
t/m 4e kw
13e weeks zieken 2 Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Onbekend Naar geslacht man vrouw onbekend Totaal 13e weekszieken Beëindigde 13-weekszieken Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
t/m 4e kw
2
Naar geslacht man vrouw onbekend Naar ziekteduur t/m 13 weken 13 t/m 26 weken 26 t/m <52 weken 52 weken en meer onbekend (administratief beeindigd)
1.978
1.178
-40,4%
112.983
92.663
-18,0%
78.165
58.711
-24,9%
45.148
40.303
-10,7%
67.277
80.182
Naar reden einde hersteld/beëindigd einde wachttijd bereikt
259.829
231.168
-11,0%
45.722
41.869
-8,4%
Totaal beëindigde 13e weekszieken
305.551
273.037
-10,6%
1 2
Voorlopige cijfers Geteld worden ziekmeldingen die ultimo verslagperiode 13 weken of langer ziek waren.
Beeindigingen worden geteld in de verslagperiode dat de beeindiging is geregistreerd.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
157
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 1
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
869
993
12,5%
612
799
23,4%
7.704
7.948
3,1%
7.515
8.474
11,3%
2003
Deskundigenoordelen passende arbeid reintegratie -inspanningen werkgever geschiktheid tot werken ontslagadviezen CWI 3 onbekend Totaal % deskundigenoordelen binnen 3 weken 4 % ontslagadviezen binnen 6 weken
Verlengingen/verkortingen Aantal verlengingen w.v. toegekend w.v. afgewezen Aantal verkortingen w.v. toegekend w.v. afgewezen Sancties sancties werkgever sancties werknemer Reintegratieverslagen aantal ontvangen RIV's aantal beoord eelde RIV's Toegekende WAO-aanvragen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
2004
-
5
16.700
18.219
8,3%
64,6%
57,6%
-10,8%
70,5%
68,8%
-2,4%
17.439
14.658
-19,0%
16.899
14.041
-20,4%
540
617
12,5%
422
398
-6,0%
381
370
-3,0%
41
28
-46,4%
3.287
2.099
-56,6%
1.700
1.086
-56,5%
59.163
51.813
-14,2%
48.935
48.971
0,1%
2.702
2.185
-19,1%
11.343
9.273
-18,2%
15.569
13.212
-15,1%
18.199
15.562
-14,5%
8.459
7.878
-6,9%
130
40
5
3
Excl ontslagadviezen RDA
4
Beide tijdigheden berekend excl. gevallen waar een van beide benodigde datums ontbreekt
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
158
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 1
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
26.793
23.352
-12,8%
29.478
24.756
-16,0%
131
42
380
282
-25,8%
3.496
3.169
-9,4%
280
261
-6,8%
854
712
-16,6%
19.221
14.886
-22,6%
2.254
1.770
-21,5%
303
266
-12,2%
201
133
-33,8%
3.519
2.954
-16,1%
814
659
-19,0%
973
764
-21,5%
197
179
-9,1%
13.639
10.296
-24,5%
558
479
-14,2%
586
374
-36,2%
205
175
-14,6%
4.649
6.920
3.010
2.371
1.263
1.500
23.691
19.968
-15,7%
31.399
27.256
-13,2%
48,7%
45,8%
-6,0%
1.312
926
56.402
48.150
-14,6%
3.052
2.537
-16,9%
10.295
8.555
-16,9%
12.197
10.195
-16,4%
11.301
9.986
-11,6%
4.262
3.713
-12,9%
2.356
2.979
2003
Toegekende WAO-aanvragen (vervolg) Naar geslacht man vrouw onbekend Naar diagnosehoofdgroep infectieziekten nieuwvormingen ziekten van het bloed endocriene ziekten psychische stoornissen zenuwstelsel oogziekten oorziekten hart- en vaatstelsel ademhalingsstelsel spijsverteringsstelsel huidziekten bewegingsapparaat urogenitaal stelsel zwangerschap en bevalling aangeboren afwijkingen onvoldoende omschreven aand. letsels onbekend Naar mate ao deels ao volledig ao w.v. medisch 80-100 onbekend Totaal toegekende WAO-aanvragen Afgewezen WAO-aanvragen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
2004
5
-21,2%
5
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
159
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 1
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
16.162
13.665
-15,4%
24.944
21.318
-14,5%
2.357
2.982
24.640
22.607
-8,3%
9.790
6.974
-28,8%
138
121
-12,3%
6.563
5.554
-15,4%
2.332
2.709
43.463
37.965
2003
Afgewezen WAO-aanvragen (vervolg) Naar geslacht man vrouw onbekend
5
Naar reden <15% ao of geschikt eigen werk hersteld voor EW overleden of 65 jaar geworden overige redenen (incl afw wegens sanctie) onbekend Totaal afgewezen WAO-aanvragen Toegekende WAZ-aanvragen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Naar geslacht man vrouw onbekend Naar diagnosehoofdgroep infectieziekten nieuwvormingen ziekten van het bloed endocriene ziekten psychische stoornissen zenuwstelsel oogziekten oorziekten hart- en vaatstelsel ademhalingsstelsel spijsverteringsstelsel huidziekten bewegingsapparaat urogenitaal stelsel zwangerschap en bevalling aangeboren afwijkingen onvoldoende omschreven aand. letsels onbekend
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
2004
-12,6%
22
20
-9,1%
282
250
-11,3% -0,7%
877
871
1.622
1.656
2,1%
1.635
1.813
10,9%
356
210
3.240
3.384
4,4%
1.191
1.209
1,5%
363
227
42
23
466
483
-45,2% 3,6%
24
28
16,7%
103
82
-20,4%
942
834
-11,5%
234
250
6,8%
38
43
13,2%
30
20
-33,3%
583
554
-5,0%
101
63
-37,6%
70
71
1,4%
15
18
20,0%
1.289
1.140
-11,6%
40
40
0,0%
31
18
-41,9% 85,7%
7
13
292
701
392
351
95
88
-10,5%
160
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 1
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
1.895
1.840
-2,9%
2.421
2.131
-12,0%
40,5%
37,0%
-8,6%
478
849
4.794
4.820
0,5%
25
22
-12,0%
237
241
1,7%
554
569
2,7%
663
895
35,0%
582
766
31,6%
231
262
1.392
1.701
22,2%
667
787
18,0%
233
267
1.728
2.118
22,6%
226
246
8,8% -17,6%
2003
Toegekende WAZ-aanvragen (vervolg) Naar mate ao deels ao volledig ao w.v. medisch 80-100 onbekend Totaal toegekende WAZ-aanvragen
2004
Afgewezen WAZ-aanvragen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Naar geslacht man vrouw onbekend Naar reden <25% ao of geschikt eigen werk hersteld voor EW overle den of 65 jaar geworden overige redenen en onbekend totaal Toegekende Wajong-aanvragen Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder
17
14
321
377
17,4%
2.292
2.755
20,2%
5.872
6.183
5,3%
652
662
1,5%
242
226
-6,6%
90
67
-25,6%
28
27
-3,6%
3.787
4.020
6,2%
3.096
3.145
1,6%
5
Naar geslacht man vrouw onbekend
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
1
161
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 1
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
29
14
-51,7%
47
66
40,4%
19
15
-21,1%
2003
2004
Toegekende Wajong-aanvragen (vervolg) Naar diagnosehoofdgroep infectieziekten nieuwvormingen ziekten van het bloed endocriene ziekten psychische stoornissen zenuwstelsel oogziekten oorziekten hart- en vaatstelsel ademhalingsstelsel spijsverteringsstelsel huidziekten bewegingsapparaat urogenitaal stelsel zwangerschap en bevalling aangeboren afwijkingen onvoldoende omschreven aand. letsels onbekend Naar mate ao deels ao volledig ao w.v. medisch 80-100 Totaal toegekende Wajong-aanvragen Afgewezen Wajong-aanvragen
47
52
10,6%
5.280
5.746
8,8%
350
294
-16,0%
88
59
-33,0%
62
63
1,6%
31
38
22,6%
17
23
35,3%
42
40
-4,8%
9
9
0,0%
168
127
-24,4%
33
21
-36,4%
4
4
0,0%
461
410
-11,1%
45
40
-11,1%
126
113
-10,3%
26
31
19,2%
249
230
-7,6%
6.635
6.935
4,5%
57,5%
58,8%
2,3%
6.884
7.165
4,1%
1.360
1.564
15,0%
440
451
2,5%
203
185
-8,9%
94
82
-12,8%
19
22
15,8%
859
1.260
5
Naar leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
162
Poortwachter / Claimbeoordeling (vervolg) 2003
2004
1
t/m 4e kw
t/m 4e kw
perc. +/-
1.031
1.116
8,2%
1.084
1.188
9,6%
860
1.260
1.097
1.283
510
520
2,0%
509
501
-1,6%
859
1.260
2.975
3.564
Afgewezen Wajong-aanvragen (vervolg) 5 Naar geslacht man vrouw onbekend Naar reden <25% ao of geschikt eigen werk hersteld voor EW overige redenen onbekend Totaal afgewezen Wajong-aanvragen 5
17,0%
19,8%
Een deel van de uitkomsten is nog onbekend. Deze zijn vermeld bij 'reden afwijzing onbekend'.
De uiteindelijke cijfers bij de toekenningen zullen daarom nog hoger worden en bij de afwijzingen lager. Van deze gevallen is ook nog geen leeftijd en geslacht bekend, vandaar het relatief hoge percentage 'onbekend' bij deze rubrieken bij de afgewezen geval len.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
163
WAO 2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
23.932
-16%
Nieuwe uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 28.382 deels arbeidsongeschikt 37.953 volledig arbeidsongeschikt 66.335 totaal Nieuwe uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal Nieuwe uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Nieuwe uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Nieuwe uitkeringen per 100 verzekerden
Lopende uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal 1
perc.
35.235
-7%
59.167
-11%
22.652
18.796
-17%
3.981
3.409
-14%
16.323
12.719
-22%
23.379
24.243
4%
66.335
59.167
-11%
32.537
29.130
-10%
33.798
30.037
-11%
66.335
59.167
-11%
2.652
2.264
-15%
12.909
11.021
-15%
18.017
16.254
-10%
21.273
18.976
-11%
11.484
10.652
-7%
66.335
59.167
-11%
0,96
0,86
-10%
257.694
-1%
508.157
-3%
765.851
-3%
79,9%
-0%
268.579
262.886
-2%
42.721
41.414
-3%
222.793
213.994
-4%
251.502
247.557
-2%
785.595
765.851
-3%
424.143
411.325
-3%
361.452
354.526
-2%
785.595
765.851
-3%
Lopende uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 259.757 deels arbeidsongeschikt 525.838 volledig arbeidsongeschikt 785.595 totaal 80,0% gemiddelde mate van arbeidsongeschiktheid Lopende uitkeringen naar diagnose psychische stoornis sen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
1
2003
Voorlopige cijfers
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
164
WAO (vervolg) 2003 t/m 4e kw Lopende uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Lopende uitkeringen samenloop met waz en/of wajong nuluitkeringen betalingen aandeel werkenden in loondienst 2 gemiddelde daguitkering Beëindigde uitkeringen naar reden einde herstel/herbeoordeling pensionering overlijden detentie overige redenen totaal
Beëindigde uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Beëindigde uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal
perc. +/-
4.982
4.153
-17%
54.872
-12%
139.665
134.845
-3%
237.897
230.016
-3%
340.940
341.965
0%
785.595
765.851
-3%
13.513
13.994
4%
24.254
22.582
-7%
761.341
743.269
-2%
28,3%
27,5%
-3%
€ 44,25
€ 44,29
0%
36.468
31.894
-13%
30.497
30.928
1%
8.446
8.352
-1%
450
884
7.347
6.853
-7%
83.208
78.911
-5%
30.113
-9%
48.798
-3%
78.911
-5%
26.166
-6%
27.955 4.904
4.579
-7%
23.087
21.450
-7%
27.262
26.716
-2%
83.208
78.911
-5%
45.171
42.161
-7%
38.037
36.750
-3%
83.208
78.911
-5%
1.300
1.210
-7%
10.507
9.372
-11%
15.204
14.130
-7%
14.992
13.336
-11%
41.205
40.863
-1%
83.208
78.911
-5%
1
Voorlopige cijfers
2
Percentage werkenden hebben betrekking op het jaar er aan voorafgaand
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
1
62.111
Beëindigde uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 33.124 deels arbeidsongeschikt 50.084 volledig arbeidsongeschikt 83.208 totaal Beëindigde uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
2004 t/m 4e kw
165
WAO (vervolg) 2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
Gemiddelde uitkeringsduur van beëindigde uitkeringen (in jaren) 2,7 herstel/herbeoordeling 12,9 overig 8,5 totaal Beëindigde uitkeringen per 100 uitkeringen
2
1
perc. +/-
3,4
24%
13,0
1%
9,1
8%
9,6
9,3
-2%
Herbeoordelingen naar soort 3,5,6 1e jaars herbeoordeling 5e jaars herbeoordeling professionele herbeoordeling overige herbeoordelingen totaal Herbeoordelingen naar effect 3,4,6 mate ao gelijk gebleven mate ao gedaald mate ao gestegen uitkering is beëindigd a.g.v. herbo of herstel onbekend effect uitkering is beëindigd niet a.g.v. herbo of herstel uitkering is beëindigd met onbekende reden
88.985
37.657
-58%
103.629
78.811
-24%
118.697
96.848
-18%
8.780
512
320.091
213.828
71%
71%
9%
9%
6%
6%
10%
10%
3%
3%
1%
1%
1%
1%
-33%
Mate ao gedaald en/of beeindigd a.g.v. herbo/herstel naar soort 3,6 1e jaars herbeoordeling 5e jaars herbeoordeling professionele herbeoordeling overige herbeoordelingen 4
4
Tijdigheid Herbeoordeling 1 e jaars WAO Herbeoordeling 5 e jaars WAO
25%
25%
10%
11%
26%
26%
2%
7%
45%
51%
52%
45%
1
Voorlopige cijfers
2
Beëindigde uitkeringen / (lopende uitkeringen begin jaar + nieuwe uitkeringen) * 100
3
Uitkeringen kunnen vaker dan 1 keer herbeoordeeld zijn
4
1e t/m 3e kwartaal 2004 (2e kolom) ten opzichte van 1e t/m 3e kwartaal 2003 (1e kolom)
5
Exclusief herbeoordelingen volgens hernieuwd schattingsbesluit per 1 oktober 2004
6
Exclusief herbeoordelingen voor bovenwettelijke uitkeringen (cijfers herzien voor 2003)
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
166
WAZ 2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
2.770
-16%
Nieuwe uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 3.307 deels arbeidsongeschikt 3.582 volledig arbeidsongeschikt 6.889 totaal Nieuwe uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal Nieuwe uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Nieuwe uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Nieuwe uitkeringen per 100 verzekerden
Lopende uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal 1
perc.
3.430
-4%
6.200
-10%
1.212
1.014
-16%
734
633
-14%
2.047
1.415
-31%
2.896
3.138
8%
6.889
6.200
-10%
4.995
4.374
-12%
1.894
1.826
-4%
6.889
6.200
-10%
13
15
15%
393
324
-18%
1.250
1.095
-12%
2.246
2.109
-6%
2.987
2.657
-11%
6.889
6.200
-10%
0,9
Lopende uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 20.865 deels arbeidsongeschikt 34.996 volledig arbeidsongeschikt 55.861 totaal 82,1% gemiddelde mate van arbeidsongeschiktheid Lopende uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
1
2003
0,8
-7%
21.241
2%
34.225
-2%
55.466
-1%
82,0%
-0%
10.722
10.669
0%
5.314
5.233
-2%
20.084
19.357
-4%
19.741
20.207
2%
55.861
55.466
-1%
38.607
38.380
-1%
17.254
17.086
-1%
55.861
55.466
-1%
Voorlopige cijfers
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
167
WAZ (vervolg) 2003 t/m 4e kw Lopende uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Lopende uitkeringen samenloop met wao en/of wajong nuluitkeringen betalingen aandeel werkenden in loondienst 2 gemiddelde daguitkering Beëindigde uitkeringen naar reden einde herstel/herbeoordeling pensionering overlijden detentie overige redenen totaal
Beëindigde uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Beëindigde uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal
perc. +/-
20
17
-15%
883
-8%
4.901
4.948
1%
14.187
13.921
-2%
35.792
35.697
0%
55.861
55.466
-1%
5.698
5.957
5%
3.375
3.469
3%
52.486
51.997
-1%
6,1%
6,1%
0%
€ 30,55
€ 31,19
2%
1.448
1.169
-19%
3.929
3.856
-2%
812
866
7%
14
23
1.002
681
-32%
7.205
6.595
-8%
2.394
-17%
4.201
-3%
6.595
-8%
1.126
1.115
-1%
757
694
-8%
2.552
2.188
-14%
2.770
2.598
-6%
7.205
6.595
-8%
5.194
4.657
-10%
2.011
1.938
-4%
7.205
6.595
-8%
5
5
221
172
557
523
-6%
903
799
-12%
5.519
5.096
-8%
7.205
6.595
-8%
1
Voorlopige cijfers
2
Percentage werkenden hebben betrekking op het jaar er aan voorafgaand
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
1
961
Beëindigde uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 2.869 deels arbeidsongeschikt 4.336 volledig arbeidsongeschikt 7.205 totaal Beëindigde uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
2004 t/m 4e kw
-22%
168
WAZ (vervolg) 2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
Gemiddelde uitkeringsduur van beëindigde uitkeringen (in jaren) 5,4 herstel/herbeoordeling 11,1 overig 9,9 totaal Beëindigde uitkeringen per 100 uitkeringen
2
1
perc. +/-
4,8
-11%
11,2
1%
10,1
2%
11,4
10,6
-7%
5.409
2.380
-56%
6.485
4.291
-34%
12.298
8.918
-27%
525
46
24.717
15.635
75%
75%
5%
4%
6%
6%
4%
4%
7%
8%
1%
1%
1%
1%
Herbeoordelingen naar soort 3,5 1e jaars herbeoordeling 5e jaars herbeoordeling professionele herbeoordeling overige herbeoordelingen totaal Herbeoordelingen naar effect 3,4 mate ao gelijk gebleven mate ao gedaald mate ao gestegen uitkering is beëindigd a.g.v. herbo of herstel onbekend effect uitkering is beëindigd niet a.g.v. herbo of herstel uitkering is beëindigd met onbekende reden
Mate ao gedaald en/of beeindigd a.g.v. herbo/herstel naar soort 3 11% 1e jaars herbeoordeling 5% 5e jaars herbeoordeling 4 10% professionele h erbeoordeling 2% overige herbeoordelingen 4 1
-37%
12% 7% 10% 0%
Voorlopige cijfers
2
Beëindigde uitkeringen / (lopende uitkeringen begin jaar + nieuwe uitkeringen) * 100
3
Uitkeringen kunnen vaker dan 1 keer herbeoordeeld zijn
4
1e t/m 3e kwartaal 2004 (2e kolom) ten opzichte van 1e t/m 3e kwartaal 2003 (1e kolom)
5
Exclusief herbeoordelingen volgens hernieuwd schattingsbesluit per 1 oktober 2004
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
169
WAJONG 2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
Nieuwe uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 297 deels arbeidsongeschikt 7.921 volledig arbeidsongeschikt 8.218 totaal Nieuwe uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
1
2003
perc.
341
15%
9.034
14%
9.375
14%
6.217
7.158
15%
35
46
31%
200
185
-8%
1.766
1.986
12%
8.218
9.375
14%
4.562
5.367
18%
3.656
4.008
10%
8.218
9.375
14%
6.627
7.224
9%
961
1.285
34%
389
558
43%
186
217
17%
55
91
65%
8.218
9.375
14%
4,47
4,97
11%
Lopende uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 3.103 deels arbeidsongeschikt 135.067 volledig arbeidsongeschikt 138.170 totaal 98,8% gemiddelde mate van arbeidsongeschiktheid
3.313
7%
139.191
3%
142.504
3%
98,8%
0%
81.079
86.851
7%
830
830
0%
3.414
3.377
-1%
52.847
51.446
-3%
138.170
142.504
3%
76.139
78.553
3%
62.031
63.951
3%
138.170
142.504
3%
Nieuwe uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Nieuwe uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Nieuwe uitkeringen per 100 18-jarigen
Lopende uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal Lopende uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal 1
Voorlopige cijfers
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
170
Wajong (vervolg)
Lopende uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal Lopende uitkeringen samenloop met wao en/of waz nuluitkeringen betalingen aandeel werkenden in loondienst gemiddelde daguitkering
2
Beëindigde uitkeringen naar reden einde herstel/herbeoordeling pensionering overlijden detentie overige redenen totaal
2004 t/m 4e kw
28.830
30.939
7%
36.156
36.264
0%
33.597
34.360
2%
25.832
26.381
2%
Beëindigde uitkeringen naar geslacht man vrouw totaal Beëindigde uitkeringen naar leeftijd 15 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar totaal
13.755
14.560
6%
142.504
3%
7.942
8.154
3%
7.195
6.763
-6%
130.975
135.741
4%
27,8%
27,0%
-3%
€ 38,56
€ 37,53
-3%
27%
982
1.249
1.034
1.004
-3%
1.183
1.052
-11%
283
552
95%
917
1.184
29%
4.399
5.041
15%
330
52%
4.711
13%
5.041
15%
1.981
2.562
29%
38
44
16%
155
214
38%
2.225
2.221
0%
4.399
5.041
15%
2.589
2.952
14%
1.810
2.089
15%
4.399
5.041
15%
956
1.084
13%
842
1.355
61%
526
666
27% -17%
584
484
1.491
1.452
-3%
4.399
5.041
15%
1
Voorlopige cijfers
2
Percentage werkenden hebben betrekking op het jaar er aan voorafgaand
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
perc. +/-
138.170
Beëindigde uitkeringen naar mate van arbeidsongeschiktheid 217 deels arbeidsongeschikt 4.182 volledig arbeidsongeschikt 4.399 totaal Beëindigde uitkeringen naar diagnose psychische stoornissen hart- en vaatstelsel bewegingsapparaat overig totaal
1
2003 t/m 4e kw
171
Wajong (vervolg) 2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
Gemiddelde uitkeringsduur van beëindigde uitkeringen (in jaren) 7,0 herstel/herbeoordeling 17,7 overig 15,3 totaal Beëindigde uitkeringen per 100 uitkeringen2
1
perc. +/-
7,4
6%
16,9
-5%
14,6
-5%
3,4
11%
3,1
Herbeoordelingen naar soort 3,5 6.696
3.517
-47%
21.917
26.527
21%
11.498
10.385
-10%
499
25
40.610
40.454
95%
95%
1%
1%
mate ao gestegen uitkering wordt beëindigd
1%
0%
2%
2%
onbekend effect uitkering is beëindigd niet a.g.v. herbo of herstel uitkering is beëindigd met onbekende reden
1%
2%
0%
0%
0%
0%
1e jaars herbeoordeling 5e jaars herbeoordeling professionele herbeoordeling overige herbeoordelingen totaal Herbeoordelingen naar effect 3,4 mate ao gelijk gebleven mate ao gedaald
0%
Mate ao gedaald en/of beeindigd a.g.v. herbo/herstel naar soort 3 1e jaars herbeoordeling 5e jaars herbeoordeling professionele herbeoordeling overige herbeoordelingen 4
4
4%
3%
2%
2%
7%
7%
1%
0%
1
Voorlopige cijfers
2
Beëindigde uitkeringen / (lopende uitkeringen begin jaar + nieuwe uitkeringen) * 100
3
Uitkeringen kunnen vaker dan 1 keer herbeoordeeld zijn
4
1e t/m 3e kwartaal 2004 (2e kolom) ten opzichte van 1e t/m 3e kwartaal 2003 (1e kolom)
5
Exclusief herbeoordelingen volgens hernieuwd schattingsbesluit per 1 oktober 2004
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
172
WW (ontslagwerkloosheid)
Beslissingen aantal beslissingen w.v. toegewezen w.v. afgewezen Afwijzingen naar reden afwijzing niet werkloos (art. 16) geen uitkering a.g.v. maatregel te weinig weken in loondienst arbeidsongeschikt geen werknemer (art. 3 t/m 8) overige redenen onbekend Afwijzingen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder onbekend Afwijzingen naar geslacht man vrouw onbekend 1
2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
537.739
524.590
418.745
426.194
1,8%
118.994
98.396
-17,3%
44.473
36.676
-17,5%
24.818
23.433
-5,6%
24.112
20.780
-13,8%
5.706
5.783
1,3%
2.457
3.198
30,2%
16.685
7.545
-54,8%
743
981
32,0%
27.336
24.177
-11,6%
37.187
28.697
-22,8%
27.937
23.042
-17,5%
18.627
15.799
-15,2%
3.908
3.111
-20,4%
3.992
3.560
-10,8%
7
10
42,9%
64.373
55.209
-14,2%
54.580
43.171
-20,9%
41
16
-61,0%
1
perc. +/-
-2,4%
Voorlopige cijfers
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
173
WW (ontslagwerkloosheid) (vervolg) 2003 t/m 4e kw Nieuwe uitkeringen naar soort kortdurende uitkering loongerelateerde uitkering vervolguitkering onbekend totaal Nieuwe uitkeringen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder onbekend Nieuwe uitkeringen naar geslacht man vrouw onbekend
2004 t/m 4e kw
1
perc. +/-
63.764
63.515
-0,4%
286.524
329.103
14,9%
14.010
18.392
31,3%
54.447
15.184
-72,1%
418.745
426.194
1,8%
59.306
60.328
1,7%
132.705
131.041
-1,3%
112.140
115.488
3,0%
78.813
82.791
5,0%
16.951
16.649
-1,8%
18.822
19.885
5,6%
8
12
50,0%
239.098
237.996
-0,5%
179.603
188.174
4,8%
44
24
-45,5%
4,9
5,1
4,8%
7,5
7,6
2,2%
6,2
6,4
3,3%
5,4
5,6
4,0%
5,7
5,4
-6,6%
5,9
5,5
-5,8%
0,0
0,0
6,1
6,2
Nieuwe uitkeringen per 100 verzekerden1 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder onbekend totaal 1
Voorlopige cijfers
2
Verzekerden op peildatum ultimo voorgaand jaar.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
2,3%
174
WW (ontslagwerkloosheid) (vervolg) 2003 t/m 4e kw Lopende uitkeringen naar soort kortdurende uitkering loongerelateerde uitkering vervolguitkering onbekend totaal Lopende uitkeringen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder onbekend Lopende uitkeringen naar geslacht man vrouw onbekend Lopende uitkeringen samenloop met wao, waz en/of wajong nuluitkeringen 2 betalingen3 gemiddelde daguitkering gemiddelde uitkeringsduur (in weken) Beëindigde uitkeringen naar soort kortdurende uitkering loongerelateerde uitkering vervolguitkering onbekend totaal
2004 t/m 4e kw
perc. +/-
18.770
18.411
-1,9%
201.022
238.878
18,8%
50.646
63.841
26,1%
9.883
611
-93,8%
280.321
321.741
14,8%
17.246
17.478
1,3%
63.647
66.539
4,5%
70.927
86.871
22,5%
59.238
74.887
26,4%
16.958
19.582
15,5%
52.301
56.380
7,8%
4
4
0,0%
164.821
182.649
10,8%
115.493
139.082
20,4%
7
10
42,9%
31.599
35.099
11,1%
34.825
24.924
-28,4%
245.496
296.817
20,9%
52
52
0,6%
65
70
7,7%
63.696
63.731
0,1%
206.566
249.613
20,8%
43.648
54.262
24,3%
29.118
16.034
-44,9%
343.028
383.640
11,8%
1
Voorlopige cijfers
2
Nuluitkeringen zijn gedefinieerd als lopende uitkeringen ultimo kwartaal waarbij er geen b etaling is verricht
3
Betalingen zijn gedefinieerd als lopende uitkeringen ultimo jaar excl. de nulbetalingen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
1
175
WW (ontslagwerkloosheid) (vervolg) 2003 t/m 4e kw Beëindigde uitkeringen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder onbekend Beëindigde uitkeringen naar geslacht man vrouw onbekend Beëindigde uitkeringen naar reden einde werkhervatting (totaal) ZW-uitkering maximum duur uitkering leeftijd 65 jr nul-uitkering a.g.v. maatregel overige niet genoemde redenen onbekend Gemiddelde uitkeringsduur bij beëindiging gemiddelde uitkeringsduur (in weken) Aandeel werkhervatting naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder totaal
2004 t/m 4e kw
1
perc. +/-
48.767
55.358
13,5%
109.726
123.733
12,8%
89.980
100.818
12,0%
61.308
67.451
10,0%
11.826
12.300
4,0%
21.416
23.965
11,9%
5
15
-
194.602
219.889
13,0%
148.403
163.729
10,3%
23
22
-4,3%
176.711
203.424
15,1%
38.749
42.739
10,3%
32.448
44.729
37,8%
5.099
4.331
-15,1%
1.789
1.574
-12,0%
69.590
68.847
-1,1%
18.642
17.996
-3,5%
41
43
3,7%
54%
53%
-0,9%
57%
56%
-0,4%
55%
58%
5,7%
51%
53%
5,5%
39%
43%
8,6%
14%
17%
24,%
52%
53%
2,9%
70%
71%
1,9%
62%
64%
2,1%
56%
54%
-3,9%
51%
47%
-6,6%
40%
37%
-8,6%
32%
33%
5,1%
55%
54%
-1,3%
Uitstroomkans2 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 tot 57,5 jaar 57,5 jaar en ouder totaal 1
Voorlopige cijfers
2
De uitstroomkans is gedefinieerd als het aantal beëindigingen in de verslagperiode gedeeld door de som van het aantal lopende uitkeringen ultimo vorig jaar en het aantal nieuwe uitkeringen in de verslagperiode (x100%)
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
176
Reïntegratie AG Trajecten AG per contractjaar1 naar type en resultaat
Contract 2004 definitief Verplichte aanbesteding Vrije Ruimte IRO 6 Totaal Contract 2003 definitief Verplichte aanbesteding Vrije Ruimte 3 Reïntegratietelefoon 4 IRO 6 Totaal Contract 2002 definitief Verplichte aanbesteding Vrije Ruimte 3 PRB Overige Projecten 5 Totaal
uitstroom met zonder plaatsing plaatsing
bruto instroom
uitval
netto 2 instroom
8968 213
861 41
5789 105
29 14
123 50
5.637 41
1653 10.834
91 993
970 6.864
15 58
17 190
938 6.616
35.890 3.423 5.513
5.085 578 129
27.361 2.051 5.357
2.450 61 718
3.293 294 1.207
21.618 1.696 3.432
546 44.826
29 5.792
432 34.769
31 3.229
18 4.794
383 26.746
69.602 4.362
9.369 439
60.096 3.817
15.089 588
28.691 1.516
16.316 1.713
198 4.978
5 171
182 4.825
39 590
49 1.422
94 2.813
79.140
9.984
68.920
16.306
31.678
20.936
lopende trajecten
Kosten AG trajecten (geaccordeerde trajectplannen), Verplichte aanbesteding (definitieve cijfers)
Contractjaar1
Aantal geaccordeerde trajectplannen Begrote kosten (in mln euro) Gefactureerde kosten (in mln euro) Gemiddelde begrote trajectprijs (euro)
2002
2003
2004
60.096
27.361
5.789
219,4
100,2
20,0
141,2
31,0
2,7
3.650
3.662
3.457
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbeste dingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005 Contactjaar 2004 is per juli 2004 gestart Definitieve cijfers t/m december 2004 2) Het verschil tussen bruto en netto instroom bestaat behalve uit uitval ook uit trajectplannen die nog in behandeling zijn 3) inclusief voorschakeltrajecten 4) reïntegratietelefoon m.i.v. 1-9-2003 5) bestaande onder meer uit zittend bestand, tweede kans trajecten en casemanagement s ervices 6) IRO: Individuele Reïntegratie Overeenkomst (m.i.v. 1 -1-2004)
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
177
Reïntegratie AG (vervolg) Verplichte aanbesteding naar diverse kenmerken Periode van 1-4-02 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers) bruto instroom
Contractjaar 20042 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder
netto uitval instroom 1
uitstroom met plaatsing
zonder plaatsing
lopende trajecten
459 1.973 2.860 2.694 982
45 204 297 223 92
298 1.297 1.833 1.754 607
3 12 5 8 1
13 35 46 21 8
282 1.250 1.782 1.725 598
4.592 4.376
367 494
3.036 2.753
17 12
68 55
2.951 2.686
Mate arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk ao volledig ao geen ao uitkering
2.289 3.080 3.599
189 323 349
1.573 2.018 2.198
7 8 14
24 53 46
1.542 1.957 2.138
Diagnose aangeboren bewegingsapparaat hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen diagnose
43 1.991 223 470 1.311 104 1.234 3.592
3 206 17 50 102 12 124 347
28 1.315 152 305 928 64 804 2.193
1 7 0 2 2 0 3 14
0 24 4 4 23 4 18 46
27 1.284 148 299 903 60 783 2.133
8.968
861
5.789
29
123
5.637
3.547 8.885 11.212 9.604 2.642
461 1.249 1.591 1.301 483
2.645 6.676 8.568 7.523 1.949
297 681 804 578 90
266 809 1.002 920 296
2.082 5.186 6.762 6.025 1.563
17.412 18.478
2.282 2.803
13.513 13.848
1.251 1.199
1.564 1.729
10.698 10.920
Mate arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk ao volledig ao geen ao uitkering
9.166 13.389 13.335
1.267 2.128 1.690
7.172 9.785 10.404
667 687 1.096
780 1.200 1.313
5.725 7.898 7.995
Diagnose aangeboren bewegingsapparaat hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen diagnose
217 6.472 732 1.478 9.149 321 4.219 13.302
27 990 110 244 1.322 60 648 1.684
166 5.153 571 1.146 6.536 228 3.183 10.378
23 551 40 131 307 33 271 1.094
15 780 73 161 497 41 417 1.309
128 3.822 458 854 5.732 154 2.495 7.975
Geslacht man vrouw
Totaal contractjaar 2004 Contractjaar 20032 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Geslacht man vrouw
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
178
Totaal contractjaar 2003
35.890
5.085
27.361
2.450
3.293
21.618
1) Het verschil tussen bruto en netto instroom bestaat behalve uit uitval ook uit trajectplannen die nog in behandeling zijn 2) Contractjaar 2003 beslaat aanbes tedingsperiode juli 2003 t/m april 2005 Contactjaar 2004 is per juli 2004 gestart
Reïntegratie AG (vervolg) Verplichte aanbesteding naar diverse kenmerken Periode van 1-4-02 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers) uitval
netto instroom 1
uitstroom met plaatsing
zonder plaatsing
lopende trajecten
8.156 19.128 21.042 17.484 3.792
988 2.528 2.717 2.369 767
7.148 16.572 18.278 15.075 3.023
2.186 4.347 4.657 3.482 417
2.953 7.397 8.402 7.862 2.077
2.009 4.828 5.219 3.731 529
Geslacht man vrouw
32.828 36.774
4.136 5.233
28.636 31.460
7.407 7.682
13.818 14.873
7.411 8.905
Mate arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk ao volledig ao geen ao uitkering
17.876 27.966 23.760
2.332 4.079 2.958
15.524 23.815 20.757
4.369 5.107 5.613
7.117 11.715 9.859
4.038 6.993 5.285
Diagnose aangeboren bewegingsapparaat hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen diagnose
421 11.301 1.209 2.579 22.182 564 7.613 23.733
44 1.574 175 352 3.092 85 1.093 2.954
378 9.708 1.034 2.225 19.029 477 6.511 20.734
109 2.521 232 634 4.402 114 1.469 5.608
147 5.113 588 1.101 8.370 243 3.280 9.849
122 2.074 214 490 6.257 120 1.762 5.277
69.602
9.369
60.096
15.089
28.691
16.316
Contractjaar 20022 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder
Totaal contractjaar 2002
bruto instroom
1) Het versc hil tussen bruto en netto instroom bestaat behalve uit uitval ook uit trajectplannen die nog in behandeling zijn 2) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
179
Reïntegratie AG (vervolg) Trajectduur uitstroom verplichte aanbesteding naar diverse kenmerken Periode Van 1-6-03 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers) trajectduur in weken 0 t/m 13 14 t/m 26 27 t/m 39 40 t/m 52
Contractjaar 20031 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar vanaf 55 jaar
Geslacht man vrouw
Diagnose
aangeboren bewegingsapp. hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen diagnose
Plaatsing
wel plaatsing geen plaatsing
Totaal
onbekend
165 337 410 298 75
200 488 505 399 89
114 349 451 378 116
41 198 231 252 52
24 89 174 137 46
3 3 3 5 1
16 26 32 29 7
625 660
807 874
691 717
395 379
238 232
7 8
52 58
299 465 521
425 539 717
354 473 581
179 241 354
155 119 196
5 4 6
30 46 34
9 266 24 60 239 22 145 520
10 348 25 91 263 18 212 714
9 347 29 63 191 19 170 580
6 205 19 46 48 6 91 353
2 140 12 25 31 6 58 196
1 2 1 2 1 2 6
1 23 3 5 32 2 10 34
666 619
816 865
619 789
275 499
68 402
3 12
3 107
1.285
1.681
1.408
774
470
15
110
Mate arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk ao volledig ao geen ao uitkering
53 t/m 65 66 t/m 78
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
180
Reïntegratie AG (vervolg) Trajectduur uitstroom verplichte aanbesteding naar diverse kenmerken Periode Van 1-4-02 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers) trajectduur in weken 0 t/m 13
14 t/m 26
27 t/m 39
40 t/m 52
53 t/m 65
Contractjaar 20021 Leeftijdsklasse 648 t/m 24 jaar 1.334 25 t/m 34 jaar 1.353 35 t/m 44 jaar 1.248 45 t/m 54 jaar 327 vanaf 55 jaar
873 1.811 1.951 1.715 410
943 1.880 2.118 1.811 391
783 1.924 2.179 1.892 447
738 1.788 2.007 1.881 425
531 1.296 1.505 1.305 256
316 824 954 744 141
173 494 560 428 63
133 390 423 317 33
1 3 9 3 1
Geslacht man vrouw
3.210 3.550
3.443 3.700
3.518 3.707
3.378 3.461
2.477 2.416
1.466 1.513
795 923
578 718
10 7
Mate arbeidsongeschiktheid 1.260 1.704 gedeeltelijk ao 2.021 2.767 volledig ao 1.629 2.289 geen ao uitkering
1.836 2.780 2.527
1.958 2.738 2.529
1.782 2.491 2.566
1.343 1.767 1.783
800 1.104 1.075
468 635 615
331 510 455
4 9 4
Diagnose aangeboren bewegingsapp. hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen diagnose
26 882 97 195 1.493 50 538 1.629
29 1.126 122 286 2.154 57 701 2.285
56 1.155 129 259 2.176 69 777 2.522
33 1.298 123 281 2.114 45 803 2.528
48 1.197 144 265 1.842 49 730 2.564
23 896 100 183 1.352 35 522 1.782
16 541 59 145 782 26 336 1.074
12 316 26 64 476 11 199 614
12 221 20 57 376 15 140 455
1 2
Plaatsing wel plaatsing geen plaatsing
1.772 3.138
2.554 4.206
2.954 4.189
2.714 4.511
2.058 4.781
1.489 3.404
854 2.125
425 1.293
267 1.029
2 15
Totaal
4.910
6.760
7.143
7.225
6.839
4.893 2.979
1.718
1.296
17
2.350 2.560
66 t/m 79 t/m 92 t/m 78 91 104
> 104 onbekend
7 3 4
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005
Subsidies Opdrachtgeverschap tot en met 4e kwartaal 2004 Aangevraagde basis subsidies Toegekende Trajecten Gemiddeld bedrag Basis subsidie (€) 1) Begroot bedrag Basis-subsidie (€ 1.000) 1) Uitgekeerd bedrag Basis -subsidie (€ 1.000) 2) Uitgekeerd bedrag Plaatsings-subsidie (€ 1.000) 2)
3.019 2.302 2.820 6.491 1.487
1) Op basis van de produk t- prijzen in de goedgekeurde trajectplannen 2) Op basis van betaalde facturen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
181
Reïntegratie AG (vervolg) Toegekende wettelijke Rea-instrumenten
Werkgeversvoorzieningen herplaatsingsbudget plaatsingsbudget pakket op maat voorzieningen eigen werk loondispensatie Werknemersvoorzieningen voorziening scholing proefplaatsing en deelname activiteit reïntegratie -uitkering vervoersvoorziening leef en werk persoonlijke ondersteuning communicatievoorziening voor doven loonsuppletie persoonsgebonden budget Voorzieningen voor zelfstandigen inkomenssuppletie toelage arbeidsgehandicapte zelfstandige starterskrediet Totaal
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
2003
2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
perc. +/-
339
158
-53%
1.388 174
1.349 69
-3% -60%
8.520 1.132
5.322 1.132
-38% 0%
10.684 1.545
6.883 684
-36% -56%
7.239 8.246
14.130 5.362
95% -35%
3.708 217
4.947 166
33% -24%
1.040 129
745 61
-28% -53%
22
26
18%
20 116
13 203
-35% 75%
44.519
41.250
-7%
182
Reïntegratie AG (vervolg) Toegekende wettelijke Rea-instrumenten naar diverse kenmerken, 4e kwartaal 2004 instrumenten voor zelfstandigen
werkgeversinstrumenten
werknemersinstrumenten
752 308 367 309 140 81
1.175 2.529 2.530 1.875 540 84
1 15 27 26 2
Geslacht man vrouw onbekend
1.095 794 68
4.704 4.009 20
42 29
Soort AO-uitkering WAO Wajong WAZ Combinatie van uitkeringen geen ao-uitkering/onbekend
294 234 34 7 1.388
1.272 271 41 11 7.138
28 2 3
Mate arbeidsongeschiktheid deels ao volledig ao geen ao-uitkering/onbekend
155 247 1.555
644 567 7.522
12 14 45
Diagnose aangeboren bewegingsapparaat hart & vaat letsel psyche zwangerschap overig geen ao-uitkering/onbekend
15 115 9 27 275 5 132 1.379
35 335 35 109 730 16 359 7.114
Totaal
1.957
8.733
Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
38
10 1 2 14 6 38 71
183
Reïntegratie WW Trajecten WW per contractjaar1 naar type en resultaat bruto instroom
uitval
netto 2 instroom
uitstroom lopende met plaatsing zonder plaatsing trajecten
Contract 2004 definitief Verplichte aanbesteding Vrije ruimte IRO 4 Totaal
9.479 538 4.217
533 9 154
4.020 323 2.350
1 0 38
14 1 9
4.005 322 2.303
14.234
696
6.693
39
24
6.630
Contract 2003 definitief Verplichte aanbesteding Vrije ruimte IRO 4 Reïntegratietelefoon3 Totaal
46.479 1.911 899 6 49.295
6.659 169 74 0 6.902
37.487 1.574 718 6 39.785
2.830 84 50 0 2.964
2.224 69 13 0 2.306
32.433 1.421 655 6 34.515
Contract 2002 definitief Verplichte aanbesteding Vrije Ruimte Overige Projecten5 Totaal
38.781 4.193 1.772 44.746
6.436 478 54 6.968
32.266 3.615 1.718 37.599
8.478 763 189 9.430
14.450 910 427 15.787
9.338 1.942 1.102 12.382
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005 Contractjaar 2004 is per juli 2004 gestart Definitieve cijfers t/m december 2004 2) Het verschil tussen bruto en netto instroom bestaat behalve uit uitval ook uit trajectplannen die nog in behandeling zijn 3) reïntegratietelefoon m.i.v. 1-9-2003 4) IRO: Individuele Reïntegratie Overeenkomst (m.i.v. 1 -1-2004) 5) bestaande onder meer uit tweede kans trajecten
Kosten WW trajecten (geaccordeerde trajectplannen), Verplichte aanbesteding (definitieve cijfers)
Aantal geaccordeerde trajectplannen Begrote kosten (in mln euro) Gefactureerde kosten (in mln euro) Gemiddelde begrote trajectprijs (euro)
Contractjaar1 2002 32.266 102,7 55,8 3.183
2003 37.487 108,0 22,1 2.881
2004 4.020 12,0 0,9 2.980
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m apri l 2005 Contractjaar 2004 is per juli 2004 gestart
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
184
Reïntegratie WW (vervolg) Verplichte aanbesteding uitgesplitst naar diverse kenmerken Periode van 1-4-02 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers)
Contractjaar 20042 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar vanaf 55 jaar Geslacht man vrouw Totaal contractjaar 2004
Contractjaar 20032 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar vanaf 55 jaar Geslacht man vrouw Totaal contractjaar 2003
Contractjaar 20022 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar vanaf 55 jaar Geslacht man vrouw Totaal contractjaar 2002
bruto instroom
uitval
netto instroom 1
uitstroom met plaatsing
zonder plaatsing
lopende trajecten
350 2.304 2.884 2.433 1.508
24 143 158 121 87
138 971 1.302 1.010 599
0 0 1 0 0
0 4 4 5 1
138 967 1.297 1.005 598
5.272 4.207
284 249
2.291 1.729
1 0
3 11
2.287 1.718
9.479
533
4.020
1
14
4.005
1.805 11.928 14.870 12.226 5.650
387 2.158 2.131 1.381 602
1.328 9.131 11.887 10.307 4.834
141 912 1.072 611 94
116 699 693 513 203
1.071 7.520 10.122 9.183 4.537
28.526 17.953
4.009 2.650
23.083 14.404
1.866 964
1.275 949
19.942 12.491
46.479
6.659
37.487
2.830
2.224
32.433
1.487 10.643 12.766 10.803 3.082
371 2.076 2.182 1.387 420
1.112 8.539 10.550 9.404 2.661
352 2.617 3.076 2.154 279
469 3.515 4.214 4.439 1.813
291 2.407 3.260 2.811 569
23.999 14.782
3.819 2.617
20.135 12.131
5.504 2.974
8.717 5.733
5.914 3.424
38.781
6.436
32.266
8.478
14.450
9.338
1) H et verschil tussen bruto en netto instroom bestaat behalve uit uitval ook uit trajectplannen die nog in behandeling zijn 2) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contractjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005 Contractjaar 2004 is per juli 2004 gestart
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
185
Reïntegratie WW (vervolg) Trajectduur uitstroom verplichte aanbesteding naar diverse kenmerken Periode Van 1-4-02 t/m 31-12-04 (definitieve cijfers) trajectduur in weken 0 t/m 14 t/m 27 t/m 40 t/m 53 t/m 66 t/m 79 t/m 92 t/m 13 26 39 52 65 78 91 104
Contractjaar 20031 Leeftijdsklasse 68 t/m 24 jaar 450 25 t/m 34 jaar 439 35 t/m 44 jaar 274 45 t/m 54 jaar 91 vanaf 55 jaar
105 567 638 359 97
56 418 438 296 69
26 138 197 145 27
1 17 21 34 8
> 104
onbekend
1 21 31 16 5
1
Geslacht man vrouw
788 534
1.099 667
829 448
331 202
45 36
Plaatsing wel plaatsing geen plaatsing
715 607
1.090 676
758 519
244 289
15 66
1
7 67
1.322
1.766
1.277
533
81
1
74
115 678 770 611 191
142 977 1.014 733 217
149 1.031 1.175 1.072 395
132 993 1.189 1.063 404
136 1.082 1.391 1.412 455
82 708 893 893 249
41 367 459 422 106
13 157 222 227 47
11 136 176 155 28
3 1 5
Geslacht man vrouw
1.411 954
1.895 1.188
2.440 1.382
2.378 1.403
2.814 1.662
1.768 1.057
826 569
386 280
299 207
4 5
Plaatsing wel plaatsing geen plaatsing
1.134 1.231
1.691 1.392
1.834 1.988
1.536 2.245
1.111 3.365
658 2.167
304 1.091
135 531
72 434
3 6
Totaal 2002
2.365
3.083
3.822
3.781
4.476
2.825
1.395
666
506
9
Totaal 2003
Contractjaar 20021 Leeftijdsklasse t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar vanaf 55 jaar
49 25
1
1) Contractjaar 2002 beslaat aanbestedingsperiode april 2002 t/m april 2004 Contrac tjaar 2003 beslaat aanbestedingsperiode juli 2003 t/m april 2005
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
186
Reïntegratie WW (vervolg) Toekenningen experimenten WW cumulatief aantal 2004
experimenten starten als zelfstandige - met verlenging herlevingstermijn 1 - met inkomstenkorting2
2004
t/m 4e kw t/m 3e kw
2004 t/m 2e kw
2004 t/m 1e kw
2003 t/m 4e kw
209
209
207
207
206
1.674
1.631
1.370
1.016
770
proefplaatsing3 4
797
639
532
436
352
loonsuppletie 3
346
339
307
274
223
7.003
5.805
4.998
4.255
2.994
3
3
2
2
2
64
64
64
64
64
11 35 20
11 35 20
11 35 20
11 35 20
11 35 20
10.162
8.756
7.546
6.320
4.677
preve ntieve inzet bij - collectief ontslag5 - meermalen ww 3 scholing - duurverlenging leraren6 - bedrijfsgerichte opleidingen6 - duurverlenging specifiek beroep 6 - productieve arbeid tijdens opleiding6 Totaal 1
) instroom vanaf 28-03-2002 niet meer mogelijk 2 ) ingangsdatum 28-09-2000 en einddatum 28-09-2004 per 01-06-2004 instroom niet meer mogelijk: maximale aantal van 1000 is bereikt 3 ) ingangsdatum 11-08-2000 en einddatum 11-08-2004 4 ) vanaf 1-10-2004 ingebed in ww (artikel 76a) 5 ) ingangsdatum 11-08-2000 en einddatum 01-07-2005 6 ) ingangsdatum 01-08-2000 en einddatum 01-08-2004
Beëindigingen experimenten WW cumulatief aantal t/m 4e kw 2004
experimenten starten als zelfstandige - met verlenging herlevingstermijn - met inkomstenkorting proefplaatsing preventieve inzet bij - collectief ontslag - meermalen ww
reden einde wel toegekend, maar valt voor aanvang uit einde LGU/max. loonsuppletie einde dienstverband loonsuppletie 13 weken nihil overige redenen
plaatsing
geen plaatsing
Totaal
% geplaatst
58 212
48 296
106 508
55 42
189
280
469
40
1.748 1
3.650 1
5.398 2
32 50
cumulatief aantal t/m 4e kw 2004 loonsuppletie 97 61 45 5 44
Totaal
252
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
187
Reïntegratie WW (vervolg) WIW vanaf januari 2003
rapportage t/m december 2004
soort activiteit - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - werksociale ervaringsdienstactivering plaats verband onbekend totaal Bruto-instroom WIW Uitval WIW Netto-instroom WIW 2 Uitstroom WIW 1 2
1.002
21
640
48
1.711
28 755 122
1 14 1
59 303 69
7 0 0
95 1.072 192
In 2004, t/m december, bedroeg de bruto-instroom 750 gevallen. het verschil tussen bruto en netto instroom bestaat niet uitsluitend uit uitval, maar ook uit wiw-aanmeldingen die nog in behandeling zijn.
soort stroom - - - - - - - - - - - - - bruto netto instroom instroom uitstroom
Aard van de sociale activering
157 300
dagritme vrijwilligerswerk arbeidstraining versterking sociale vaardigheden anders onbekend totaal3 3
11 177
110 240 9 146
9 40 2 21
179 321
145 236
15 46
1.145
886
133
per geval kunnen meerdere activiteiten voorkomen
soort activiteit - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - werksociale ervaringsdienstactivering plaats verband onbekend totaal Bruto instroom - al dan niet arbeidsgehandicapt 942 12 arbeidsgehandicapte 60 9 niet - arbeidsgehandicapte 1002 21 totaal Bruto instroom naar fonds Rea AWF totaal
524 116
32 16
1.510 201
640
48
1.711
915
10
396
23
1.344
87 1002
11 21
244 640
25 48
367 1.711
Betaalde kosten WIW naar fonds (x € 1,-) 818.409 46.848 Rea 11.833 22.420 AWF 830.242 69.268 totaal
2.165.917 1.142.764
0 0
3.031.174 1.177.018
3.308.681
0
4.208.192
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
188
Toeslagenwet 2003 t/m 4e kw
Lopende uitkeringen naar moederwet (ultimo periode) 2.348 Ziektewet 2 48.684 WAO 6.216 WAZ 6.440 Wajong 19.774 Werkloosheidswet 176 BIA 83.638 totaal Uitkeringen gemiddelde dagtoeslag (euro)
10,58
Tijdigheid Werkloosheidswet? 1
Voorlopige cijfers ? Exclusief GUO en USZO
2
lopende uitkeringen met een uitbetaling
1
perc.
t/m 4e kw
+/-
2.756
15%
2004
51.300
5%
5.966
-4%
5.903
-9%
25.814
23%
168
-5%
91.907
9%
11,08
5%
90%
BIA perc. +/-
2003
2004
t/m 4e kw
t/m 4e kw
nvt nvt nvt 75 241
nvt nvt nvt 72 271 1
252 64
190 154
-25% 141%
316
344
9%
nvt nvt nvt 175 649
nvt nvt nvt 164 569
-6% -12%
Lopende uitkeringen naar geslacht mannen vrouwen onbekend
540 284
481 252
-11% -11%
Totaal lopende uitkeringen
824
733
-11%
€ 25,99
€ 26,20
1%
Nieuwe uitkeringen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend Nieuwe uitkeringen naar geslacht mannen vrouwen onbekend Totaal nieuwe uitkeringen Lopende uitkeringen naar leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder onbekend
Gemiddelde daguitkering
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
-4% 12%
189
Collecterende functie 2003
Dienstverbanden nieuwe dienstverbanden lopende dienstverbanden beeindigde dienstverbanden Verzekerden voor ZW voor WAO voor WW voor minimaal 1 van ZW/WAO/WW Werkgevers nieuwe werkgevers actieve werkgevers beeindigde werkgevers Actieve werkgevers naar bedrijfsomvang 0 - < 5 werknemers 5 - <10 werknemers 10 - <50 werknemers 50 - <100 werknemers >= 100 werknemers totaal Premienota's vastgestelde premienota's Meldingen sv **
2004 *
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
4.624.682
3.781.371
-18%
7.746.617
7.635.038
-1%
4.813.156
3.860.404
-20%
6.882.844
6.832.430
-1%
6.868.294
6.816.127
-1%
6.859.001
6.807.057
-1%
6.924.480
6.873.791
-1%
46.759
35.594
-24%
356.438
352.025
-1%
49.704
40.007
-20%
189.735
188.057
-1%
70.067
69.099
-1%
76.393
75.225
-2%
10.416
10.067
-3%
9.827
9.577
-3%
356.438
352.025
-1%
401.866
392.167
-2%
12.697.244
10.250.282
-19%
*) De cijfers over 2004 zijn exclusief mutaties, die nog administratief verwerkt moeten worden. **) I.v.m. achterstallig onderhoud is een deel van de meldingen sv uit 2002 in 2003 verwerkt.
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
190
Distribuerende functie handhaving Handhaving reintegratie
Signalen onvoldoende inzet reintegratie aantal afkomstig van reintegratiebureau's waarvan AG meldingen waarvan WW meldingen waarvan samenloop
2004
perc.
t/m 4e kw
+/-
-
2.240 3.773 185
-
184 529 5
36.112 2,9% 1,8%
34.498 23,7% 15,0%
-4%
3.484 138
3.730 237
7% 72%
4.197
3.510
-16%
3.821
5.098
33%
22.095
20.093
-9%
1
Opgelegde sancties onvoldoende inzet reintegratie 1 waarvan AG waarvan WW waarvan samenloop 1
2003 t/m 4e kw
Gegevens over 2003 t/m 4e kw zijn niet beschikbaar.
Preventie Binnengekomen signalen werknemersfraude aantal fraudesignalen waarvan niet onderzoekswaardig 4 nog niet vastgesteld Inspanningen Opsporingsonderzoeken totaal aantal distribuerend totaal aantal identiteitsfraude Fysieke controles 2 ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Fysieke controles obv risicoanalyse ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
156
181
16%
1.149 31.418
1.896 30.778
65% -2%
– – – – – –
– – – – – 7.209
3
* voorlopige
cijfers Dit zijn fysieke controles volgens de definitie van de gege vensstandaard CDF. Controles waarbij sprake is van een zichtcontrole of een combinatie zicht- of stoelcontrole worden hier geteld. 3 Deze cijfers zijn vanaf 2004 voorlopig alleen op totaalbasis beschikbaar 2
4
In verband met wijziging van werk processen wijken deze percentages sterk af van de percentages van 2003
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
191
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Geconstateerde fraude 2003
2004 *
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
24.896
10.234
-59%
4.836
11.145
130%
6.312
7.172
14%
66
168
155%
36.110
28.719
-20%
Fraudeconstateringen naar wet ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig** totaal
15.860 7.451 11.147 816 836 36.110
7.782 5.582 13.727 755 873 28.719
-51% -25% 23% -7% 4% -20%
Fraudeconstateringen naar categorie witte fraude zwarte fraude overige fraude*** onbekend totaal
14.310 494 21.242 64 36.110
15.793 427 12.371 128 28.719
10% -14% -42% 100% -20%
Totaal benadelingsbedrag naar wet ( x 1.000 € )**** ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
1.192 11.340 8.331 1.291 2.789 24.943
780 10.495 9.167 1.384 1.718 23.546
-35% -7% 10% 7% -38% -6%
75 1.522 747 1.582 3.336 691
100 1.880 668 1.834 1.968 820
33% 24% -11% 16% -41% 19%
15.128 5.038 4.758 20 24.943
12.434 3.019 8.052 41 23.546
-18% -40% 69% 106% -6%
Gemiddeld benadelingsbedrag naar categorie ( x 1 € ) 1.057 witte fraude 10.198 zwarte fraude 224 overige fraude 314 onbekend 691 totaal
787 7.069 651 323 820
-26% -31% 191% 3% 19%
Oorsprong onderzochte fraudesignalen 4 intern a.g.v. reguliere gevalsbehandeling intern overig extern onbekend totaal
Gemiddeld benadelingsbedrag naar wet ( x 1 € ) ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Totaal benadelingsbedrag naar categorie ( x 1.000 € ) witte fraude zwarte fraude overige fraude onbekend totaal
+/-
* voorlopige cijfers ** de meest voorkomende combinatie is WW + TW gevolgd door WAO + TW *** dit betreft met name te late hersteldmelding zw **** Directoraat FPO voert nog controle - en herstelacties uit t.a.v. benadelingsbedragen. 4
dit zijn onderzochte signalen waaruit een fraudeconstatering is voortgekomen
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
192
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Geconstateerde fraude (vervolg) 2003
2004 *
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
Aantal nulbenadelingen naar wet ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
12.842 5.349 2.635 116 179 21.121
6.267 3.433 3.193 111 213 13.217
-51% -36% 21% -4% 19% -37%
Aantal nulbenadelingen naar categorie witte fraude zwarte fraude overige fraude onbekend totaal
2.149 113 18.823 36 21.121
3.096 178 9.863 80 13.217
44% 58% -48% 122% -37%
Gemiddeld duur fraude naar wet (boete) 5a ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
16 175 54 240 141 62
12 189 53 242 150 72
-25% 8% -2% 1% 6% 16%
Gemiddelde duur fraude naar categorie (boete) 5a witte fraude zwarte fraude overige fraude
87 425 40
82 552 46
-6% 30% 15%
218
138
-37%
62
72
16%
398 1.182 695 1.258 715 941
382 1.296 667 1.176 925 975
-4% 10% -4% -7% 29% 4%
919 1.212 561 941
856 1.409 904 975
-7% 16% 61% 4%
onbekend totaal Gemiddelde duur fraude naar wet (om) ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
+/-
5b
Gemiddelde duur fraude naar categorie (om) 5b witte fraude zwarte fraude overige fraude totaal * voorlopige 5a 5b
cijfers duur in kalenderdagen van overtredingen van de inlichtingenplicht (fraude) die bestuursrec htelijk zijn afgedaan
duur in kalenderdagen van overtredingen van de inlichtingenplicht (fraude) die strafrechtelijk zijn afgedaan
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
193
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Afdoening 2003
Afdoeningspercentage ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
2004 *
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
98,5% 93,7% 93,3% 93,8% 96,8% 95,8%
99,0% 93,7% 94,8% 93,0% 97,9% 95,8%
1% 1% 2% -1% 1% 0%
4.114 3.127 8.150 660 575 16.626
1.846 2.230 10.339 586 634 15.635
-55% -29% 27% -11% 10% -6%
232.565 349.132 684.741 85.862 80.089 1.432.389
113.740 302.898 801.499 84.384 77.067 1.379.588
-51% -13% 17% -2% -4% -4%
11.497 3.572 2.088 71 123 17.351
5.840 2.765 2.465 77 157 11.304
-49% -23% 18% 8% 28% -35%
213 479 763 50 33 1.538
78 360 731 53 19 1.241
-63% -25% -4% 6% -42% -19%
17 283 158 34 111 603
18 234 211 39 64 566
6% -17% 34% 15% -42% -6%
6
Opgelegde boetes ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Opgelegd boetebedrag ( x € 1 ) ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Waarschuwingen (fraudeconstateringen) ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Niet-opgelegde boetes ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Aantal processen-verbaal ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal *voorlopige cijfers 6
Het percentage fraudeconstateringen dat is afgedaan met een boete, waarschuwing of om
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
194
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Afdoening (vervolg) 2003
2004 *
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
Gemiddeld aangiftebedrag OM naar wet ( x € 1) ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
11.014 28.589 17.604 12.893 25.150 23.626
11.882 27.753 16.611 12.858 22.683 21.466
8% -3% -6% 0% -10% -9%
Gemiddeld aangiftebedrag OM naar categorie ( x € 1 ) witte fraude zwarte fraude overige fraude totaal
20.986 26.662 26.566 23.626
17.151 27.498 22.598 21.466
-18% 3% -15% -9%
Geconstateerde overtredingen overige verplichtingen7 32.136 ZW 28.659 WAO/WAZ/Wajong 172.997 WW 552 TW 784 overig 235.128 totaal
27.944 16.052 181.525 571 543 226.635
-13% -44% 5% 3% -31% -4%
Opgelegde maatregelen7 ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW overig totaal
27.161 6.098 97.654 457 719 132.089
24.476 3.552 93.650 460 510 122.648
-10% -42% -4% 1% -29% -7%
109.372 18.450 3.102 464 701 132.089
103.284 16.136 2.421 331 476 122.648
-6% -13% -22% -29% -32% -7%
Waarschuwingen (maatregelen) 7 ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW overig totaal
2.454 18.556 47.409 64 55 68.538
1.683 10.687 53.044 89 28 65.531
-31% -42% 12% 39% -49% -4%
Niet-opgelegde maatregelen ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW overig totaal
2.521 4.005 27.934 31 10 34.501
1.785 1.813 34.824 22 4 38.448
-29% -55% 25% -29% -60% 11%
Opgelegde maatregelen naar rechtsgrond Maatregelenbesluit WW 'verwijtbare werkloosheid'8 WW 'passende arbeid' 9 Overige wettelijke regels 10 onbekend totaal
+/-
7
7
* voorlopige 7 8
cijfers exclusief gegevens maatregelen UWV USZO WW art 24 lid a;
9
WW art 24 lid b; 10 o.a. ZW art 30, WW art 63, REA art 24 lid 4
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
195
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Afdoening (vervolg) 2003 Ingestelde terugvorderingen ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
Afdoeningspercentage bestuursrechtelijk 12 ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal Afdoeningspercentage strafrechtelijk ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
11
perc.
t/m 4e kw
+/-
16.987
12.311
-28%
46.481
38.358
-17%
37.590
38.300
2%
3.831
3.477
-9%
11
Terugvorderingsbedrag ( x € 1 mljn) 11 ZW WAO/WAZ/Wajong WW TW combi's / overig totaal
* voorlopige
2004 *
t/m 4e kw
5.591
2.627
-53%
110.480
95.073
-14%
35,8
21,0
-41%
97,4
76,5
-21%
46,4
40,9
-12%
3,9
4,2
8%
10,1
4,2
-58%
193,8
147,0
-24%
98,4%
98,8%
0,3%
89,9%
89,5%
-0,5%
91,8%
93,3%
1,6%
89,6%
87,8%
-2,0%
83,5%
90,6%
8,5%
94,1%
93,8%
-0,3%
0,1%
0,2%
116%
3,8%
4,2%
10%
1,4%
1,5%
8%
4,2%
5,2%
24%
13,3%
7,3%
-45%
1,7%
2,0%
18%
13
cijfers
exclusief gegevens terugvorderingen UWV USZO
12
Het percentage fraudeconstateringen dat is afgedaan met een boete of waarschuwing
13
Het percentage fraudeconstateringen dat is afgedaan met om
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
196
Distribuerende functie handhaving (vervolg) Afdoening (vervolg) 2003 t/m 4e kw
Opgelegde maatregelen uit het Maatregelenbesluit per wet ZW ziekmelding (cat 1.1) overige controlevoorschiften (cat 2) verschijnen geneeskundig onderzoek (cat 3.1) identificatie (cat 1.3) benadelen (cat 5.2) overig totaal ZW WW onvoldoende trachten arbeid (cat 4.1) WW-melding (cat 1.1) inschrijven als werkzoekende (cat 1.3) inleveren werkbriefje (cat 1.4) indienen aanvraag uitkering (cat 1.2) overig totaal WW AO melden feiten en omstandigheden (cat 1.4) AO-melding (cat 1.1) info / inlichtingen verstrekken (cat 1.2 en 1.3) overige controlevoorschriften (cat 2) onderzoek (cat 3.1) overig totaal AO TW TW aanvraag (cat 1.1) overig totaal TW onbekend /overig totaal Maatregelenbesluit
14
2004 * t/m 4e kw
perc. +/-
14
16.305
16.079
-1%
4.171
3.320
-20%
3.287
2.468
-25%
1.615
1207
-25%
850
780
-8%
497
346
-30%
26.725
24.200
-9%
35.620
33.866
-5%
13.077
13.007
-1%
10.692
12.692
19%
7.463
7.761
4%
1.756
2.116
21%
7.483
5.626
-25%
76.091
75.068
-1%
2.376
1.037
-56%
1.248
847
-32%
1.202
661
-45%
933
595
-36%
165
204
24%
174
208
20%
6.098
3.552
-42%
438
443
1%
19
17
-11%
457
460
1%
1
4
109.372
103.284
-6%
exclusief maatregelen UWV USZO
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
197
Collecterende functie handhaving 2.003
2.004
perc.
t/m 4e kw
t/m 4e kw
+/-
66%
65%
34%
35%
Aantal fraudeonderzoeken
826
888
Aantal fraude constateringen w.v. betrekking hebbend op grensoverschrijdende fraude
465
487
5%
29
78
169%
438
400
-9%
3
3
0%
6
8
33%
1
1
0%
3
7
133%
Bron van signalen die tot een fraudeonderzoek hebben geleid intern extern
Aantal fraude constateringen naar aard fraude * onjuiste/onvolledige/geen loonopgave (of te late aangifte) misbruik detacheringsregeling wegsluizen gelden via G-rekening misbruik SV-subsidie misbruik werknemersverzekeringen overige aard fraude totaal Benadelingsbedrag fraude (x € 1.000) premie werknemersverzekering bedrag misbruik G-rekening bedrag misbruik bedrijfstakregeling totaal Wijze van afdoening fraude (aantal) boete / geen sanctie procesverbaal naar OM totaal
Gemiddeld benadelingsbedrag (x €1) bij opgelegde boetes /geen sanctie bij verstuurde processen-verbaal naar OM
8%
17
74
335%
468
493
5%
18.266 878 3.435 22.579
18.980 628 3.026 22.634
4% -28% -12% 0%
297
365
23%
168
122
-27%
465
487
5%
48.557
46.476
-4%
19.114
10.883
-43%
100.607
266.424
165%
* bij een fraude constatering kan sprake zijn van meerdere categorieën aard fraude
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
198
Bezwaar en Beroep Bezwaar verzekerden 2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
perc. +/-
ZW aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
13.649 12% 50% 32% 6%
12.360 12% 52% 29% 7%
-9%
WW (en Bia) aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
44.781 9% 50% 34% 7%
56.868 9% 47% 35% 9%
27%
WAO aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en o verige
40.529 11% 49% 29% 11%
43.659 10% 52% 28% 10%
8%
WAZ aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
3.458 9% 50% 34% 7%
3.433 10% 49% 26% 15%
-1%
WAJONG aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
1.583 11% 48% 32% 9%
3.104 10% 52% 26% 12%
96%
REA aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
1.987 10% 47% 29% 14%
2.803 11% 50% 25% 14%
41%
TW aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige
2.115 8% 69% 18% 5%
2.326 10% 59% 20% 11%
10%
Werkvoorraad Tijdigheid
totaal AG-medisch / arbeidskundig werknemers overig
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
32.865
49% 71%
199
Bezwaar en beroep (vervolg) Bezwaar werkgevers
CSV aantal beslissingen w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing gehandhaafd gegrond, beslissing herroepen bezwaar ingetrokken en overige Tijdigheid
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
perc. +/-
13.794 17% 60% 18% 5%
24.628 22% 62% 10% 6%
79%
86%
86%
200
Bezwaar en beroep (vervolg) Beroep verzekerden 1) 2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
perc. +/-
afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
901 12% 25% 40% 23%
1.275 7% 61% 29% 3%
42%
WW (en Bia) afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
2.196 7% 51% 37% 5%
3.821 8% 47% 31% 14%
74%
WAO afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
5.958 4% 59% 21% 16%
6.868 5% 52% 22% 21%
15%
WAZ afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
482 16% 55% 18% 11%
546 13% 53% 21% 13%
13%
WAJONG afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
172 6% 62% 17% 15%
264 5% 61% 17% 17%
53%
REA
afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
132 7% 53% 26% 14%
278 9% 51% 23% 17%
111%
TW
afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
274 8% 53% 23% 16%
439 6% 22% 64% 8%
60%
ZW
1) Betreft beroep in eerste en tweede aanleg
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
201
Bezwaar en beroep (vervolg) Beroep werkgevers 1)
CSV afgehandelde beroepszaken w.v. percentage: niet ontvankelijk niet gegrond, beslissing bevestigd gegrond, beslissing vernietigd beroep ingetrokken en overige
2003 t/m 4e kw
2004 t/m 4e kw
perc. +/-
2.002 7% 50% 26% 17%
2.510 5% 54% 28% 13%
25%
1) Betreft beroep in eerste en tweede aanleg
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
202
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
203
15. Projectenoverzicht 2004
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
204
Bijlagen bij UWV Jaarverslag 2004
205