Zorgprotocol Basisschool De Vijf Eiken Versie januari 2014
1
Zorgprotocol
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
1 leerlingenzorg, 1 zorgroute, jaarschema Protocol Bij-Werkers Protocol (hoog)begaafdheid Protocol Dyslexie Protocol Herfstleerlingen Protocol Doublure ZAT (zorg advies team) Tutoring Rugzak-leerlingen Protocol MRT OPP Toetsvoorwaarden/afnameprotocol (afname cito) kort overzicht afspraken verklarende woordenlijst IGDI Schakelklas Afspraken oudergesprekken Verantwoordelijkheden in tijdspad (wie doet wat?) Groepsplannen in ParnasSys (momenteel niet van toepassing) Werkplan ib
Bijlagen: 1. format HGPD 2. protocol Bij-Werkers 3. protocol (hoog)begaafdheid 4. protocol Dyslexie 5. protocol Herfstleerlingen 6. Format OPP 7. Protocol Schakelklas
2
1. leerlingenzorg, 1 zorgroute, jaarschema 1. 1. Wat bedoelen wij met leerlingenzorg? Onder leerlingenzorg verstaan wij het geheel van maatregelen dat genomen wordt om kinderen te helpen om op hun ontwikkelingsniveau te kunnen functioneren. In dit protocol wordt beschreven hoe wij omgaan met de zorg binnen onze school.
1. 2. In onze zorg naar kinderen onderscheiden we de zes fasen van de 1-zorgroute: Stap 1: Cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht Stap 2: Groepsbespreking Stap 3: Leerlingbespreking Stap 4: Individueel handelingsplan, plan van aanpak Stap 5: Extern handelen: HGPD, consultaten en/of begeleiding Stap 6 Externe zorg: verwijzing naar een PCL, CvL, Instelling voor jeugdzorg etc. Cyclus hgw
Stap 1: Cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht Op groepsniveau doorloopt de leerkracht 4 keer per jaar de cyclus van HGW: 1. Evalueren vorig groepsplan, verzamelen van leerling-gegevens in een groepsoverzicht. 2. Signaleren van onderwijsbehoefte. 3. Benoemen van de onderwijsbehoefte van deze leerlingen. Is er voldoende informatie om deze onderwijsbehoefte te benomen? -ja: wat zijn de pedagogisch-didactische behoeften van de leerling - nee: welke informatie is nodig om dit vast te kunnen stellen? 3
4. Groeperen van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een subgroep. - Welke leerlingen hebben vergelijkbare onderwijsbehoeften? Hoe kunnen we hen groeperen op een manier die enerzijds tegemoetkomt aan hun onderwijsbehoeften en anderzijds organisatorisch haalbaar is? 5. Opstellen voor een plan voor de hele groep, verdeeld in 3 subgroepen (onderwijsarrangementen). Op basis van de doelen die de leerkracht wil bereiken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen ontwerpt hij samen met de IB een onderwijsaanbod voor de hele groep en de subgroepen. In dit groepsplan wordt beschreven hoe de leerkracht de komende periode met de verschillen in de groep zal omgaan. 6. Uitvoeren van de plannen. De leraar voert de plannen uit en zo nodig past hij de plannen aan op basis van dagelijkse observaties en reflecties. Elke cyclus wordt afgerond met een groepsbespreking waarin de groepsleerkracht en de IB de afgelopen periode evalueren en aandachtspunten voor de komende periode bespreken.
Stap 2: de groepsbespreking In de groepsbespreking, bespreken de groepsleerkracht en IB-er vier keer per jaar de volgende vragen: - Hebben de leerlingen geprofiteerd van de aanpak in de groepsplannen? - Zo ja, wordt de aanpak in het volgende groepsplan zo voortgezet? - Zo nee, wat moet er aangepast worden? Als er een leerling herhaaldelijk onvoldoende profiteert van de groepsplannen, kan besloten worden om de leerling aan te melden voor de leerlingenbespreking (stap 3). - Welke leerlingen zijn op basis van de gegevens in het groepsoverzicht gesignaleerd en wat zijn hun pedagogisch-didactische behoeften? Weet je niet genoeg om de onderwijsbehoeften vast te stellen? Welke informatie heb je nog nodig om dit wel vast te kunnen stellen? Verzamel deze informatie doelgericht op basis van een duidelijke vraag. - Welke leerlingen hebben vergelijkbare onderwijsbehoeften en hoe zijn zij te groeperen in een groepsplan? - Heeft de groepsleerkracht begeleiding van de IB-er nodig bij het opstellen of uitvoeren van het groepsplan? Zo ja, dan formuleren zij samen een duidelijke begeleidingsvraag. - Als de onderwijsbehoeften van een leerling onduidelijk blijven of als de leerling onvoldoende profiteert van het groepsplan, dan kan de leerling eventueel aangemeld worden voor de leerlingbespreking. De intern begeleider vult tijdens de groepsbespreking de belangrijkste bevindingen, afspraken en besluiten in op het verslagformulier van de groepsbespreking. 4
Voordat de leerlingbespreking plaats vindt, wordt een gesprek met de ouders gehouden. Hierin wordt besproken of de ouders de signalen van de school herkennen, welke signalen zij thuis zien, wat thuis en op school goed gaat en welke vragen zij voor de bespreking hebben. Zo wordt er een duidelijke vraag voor de leerlingbespreking geformuleerd. De deelnemers van de leerlingbespreking ontvangen informatie over de leerling ter voorbereiding van de bespreking.
Stap 3: Leerlingbespreking De leerlingbespreking wordt geleid door de IB-er. Zij zorgt ervoor dat deze gestructureerd verloopt. Bij deze leerlingbespreking kunnen ook andere (externe) deskundigen aanwezig zijn, zoals een RT-er, rugzakbegeleider, schoolarts of leerlingbegeleider (AB). Het doel van de bespreking is om de geformuleerde vragen te beantwoorden, de onderwijsbehoeften van de leerling te verhelderen en te kijken hoe aan de onderwijsbehoeften van de leerling tegemoetgekomen kan worden. Na aanleiding van de bespreking kan het volgende besloten worden: - Als de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen een groepsplan te realiseren zijn, dan kan er een individueel handelingsplan opgesteld worden.(stap 4) - Als de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven, ook na intern onderzoek door de groepsleerkracht of IB dan kan er een externe handelingsgerichte diagnose (HGPD) aangevraagd worden (stap 5a). Dit kan ook nodig zijn voor vragen naar bepaalde diagnosen van leerlingen of een verwijzing naar de jeugdzorg. Hiervoor wordt door de leerkracht, ib en ouders het HGPD formulier ingevuld. - Als de onderwijsbehoeften van de leerling duidelijk zijn, maar de IB onvoldoende in staat is om de groepsleerkracht te begeleiden, kan – wanneer dat gewenst is – bij het tegemoetkomen aan deze behoeften, externe (ambulante) begeleiding aangevraagd worden (stap 5b). Samen met het zorgadvies-team worden één of meer duidelijke consultatie- of begeleidingsvragen geformuleerd. Hier voorafgaand wordt door de leerkracht, ib en ouders het HGPD formulier ingevuld. - Als herhaalde inspanningen niet voldoende blijken te zijn, kan verwijzing naar een andere basisschool of een school voor speciaal (basis)onderwijs het overwegen waard zijn (stap 6). De leerlingenbespreking is een belangrijk schakelmoment naar de externe zorg. Na afloop ervan vindt een terugkoppeling naar de ouders plaats. De uitkomsten van de bespreking, de antwoorden op hun vragen en de manier waarop de school en ouders gaan samenwerken worden hierbij besproken. Wanneer externe hulp nodig is, vraagt de IB-er de ouders naar hun toestemming, hun hulpvragen, wensen en verwachtingen omtrent de externe hulp. Wanneer de bespreking met IB over een aantal specifieke leerlingen is geweest, moet door de groepsleerkracht hiervan een klein verslag (al is het in een paar zinnen) in ParnasSys gezet worden in de vorm van een notitie. Dit kan ook met de gesprekken van de ouders. Zo kan later altijd nagekeken worden wat besproken is, ook als de leerling naar een andere groep gaat.
Stap 4: Individueel handelingsplan, plan van aanpak Als de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen het groepsplan te realiseren zijn, dan kan er besloten worden om een individueel handelingsplan (HP) op te stellen. In het HP staat een doel aangegeven en hoe de komende periode gewerkt zal worden om dit doel te bereiken. Ook hierin staan de onderwijsbehoeften van de leerling centraal: wat heeft deze leerling pedagogisch en didactisch nodig om het gestelde doel te behalen? Het HP is er op gericht dat de leerling weer gaat profiteren van de groepsplannen. Het plan geldt voor dezelfde periode als de andere plannen en wordt in de groepsbespreking geëvalueerd: zijn de doelen behaald? Een HP is zoveel mogelijk een onderdeel van – of bijlage bij – het groepsplan. Wanneer het HP onvoldoende resultaat oplevert, vindt opnieuw aanmelding bij de leerlingenbespreking plaats. Er moet dan gekeken worden of er een
5
nieuw handelingsplan opgesteld wordt of dat er ‘externe stappen’ gezet moeten worden (stap 5 en 6).
Stap 5: Extern handelen: HGPD, consultaten en/of begeleiding Op basis van de besluiten die in de leerlingbespreking genomen zijn, kunnen de volgende stappen gezet worden: 5a. Diagnostiek. Wat zijn de diagnostische vragen die naar voren zijn gekomen bij school en de ouders? Wie kan deze vragen het beste beantwoorden: HGPD door de bovenschoolse commissie van het samenwerkingsverband (psycholoog/orthopedagoog, schoolarts of schoolmaatschappelijkwerk), een onderwijsbegeleidingsdienst (onderwijsadviseur of leerlingbegeleider), een Regionaal Expertise Centrum, een instelling voor jeugdzorg, een particulier bureau of maatschap of inbrengen in het ZAT? (ZAT zie 5.1) 5b. Consultatie of begeleiding. Wat zijn de consultatie- of begeleidingsvragen die naar voren zijn gekomen bij de school en de ouders? Wie kan deze vragen het beste beantwoorden: een ambulante begeleider uit het speciaal (basis)onderwijs, een leerlingbegeleider van de onderwijsbegeleidingsdienst of een deskundige uit de jeugdzorg (een ouderbegeleider of autismespecialist bijvoorbeeld)? - Wat zijn de doelen van de consultatie of begeleiding? - Zijn deze doelen bereikt? - Zo ja, de consultatie of begeleiding is niet langer nodig en wordt beëindigd. - Zo nee, in de leerlingenbespreking wordt besproken wat de vervolgstappen zijn. Stap 5.1: Bespreken in ZAT Indien er tijdens of na het werken met het HGPD, diagnostische vragen en/of zorgen en/of handelingsverlegenheid, blijven. Dan is het mogelijk de leerling in te brengen in het Zorgadvies team van onze school. In het zorgadvies team zit een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijk werker, een schoolverpleegkundige, een sbo-leerkracht en de intern begeleider. Ouders en leerkracht worden uitgenodigd om samen met de deskundigen de volgende stap te bepalen en zetten (zie H7 ZAT).
Stap 6 Externe zorg: verwijzing naar een PCL, CvL, Instelling voor jeugdzorg etc. Wanneer het voor de school niet mogelijk blijkt te zijn om aan de onderwijsbehoeften van de leerling tegemoet te komen, wordt na overleg met de ouders en met hun toestemming, een traject van verwijzing in gang gezet, bijvoorbeeld naar: - Een andere basisschool - Een school voor speciaal basisonderwijs; hiervoor is een besluit van de Permanente Commissie Leerlingenzorg nodig. - Een school voor speciaal onderwijs; hiervoor is een indicatie door de Commissie van Indicatiestelling nodig. Met deze indicatie voor het speciaal onderwijs kan de leerling met een rugzakje ook op het reguliere onderwijs blijven of naar een speciale basisschool gaan.
6
Jaarschema leerlingenzorg Wk Incidentele zorgleerlingen uitvallers
Intensieve zorgleerlingen
groepsniveau
(continu overleg)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Zorgoverleg ib/dir in mt Ingepland ZAT
Start GP 1 groepsbespreking groepsbespreking Lln bespreking
- Inventarisatie zorgleerlingen werkgroep zorg - ZAT
ZAT Zorgoverleg ib/mt Groepsplan 2
groepsbespreking groepsbespreking Lln bespreking
ZAT
ZAT Zorgoverleg ib/mt
CITO-Toetsen Groepsplan 3 groepsbespreking groepsbespreking Lln bespreking Zorgoverleg ib-mt
ZAT Groepsplan 4 groepsbespreking groepsbespreking
CITO-Toetsen Zorgoverleg ib/mt groepsbespr.(39)
groepsbespr.(39)
Overdracht
ZAT Groepsplan 1
(De weken in het jaarschema kunnen door vakantie’s, cito e.d. veranderen, IB maakt ieder schooljaar een passend schema voor het betreffende schooljaar).
7
2. Protocol Bij-Werkers (zie bijlage)
8
3. Protocol (hoog)begaafdheid (zie bijlage)
9
4. Protocol Dyslexie (zie bijlage)
10
5. Protocol Herfstleerlingen (Zie bijlage)
11
6. Protocol Doublure In de wet op het onderwijstoezicht wordt gesteld dat het onderwijs afgestemd moet worden op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling. Bij zorgleerlingen, dus leerlingen waarvoor een meer specifieke ondersteuning nodig is, moet systematisch gewerkt worden aan die aspecten van de ontwikkeling die achterblijven. Mocht blijken dat deze specifieke ondersteuning niet genoeg heeft opgeleverd dan kan een van de mogelijk oplossingen voor zorgleerlingen gezocht worden in groepsdoublure. Uitgangspunten zijn: - Groepsdoublure of groepsversnelling moet geschieden op basis van zorgvuldige afweging. - Groepsdoublure of groepsversnelling vormt de verantwoordelijkheid van het gehele team. - Voorafgaande aan groepsdoublure is er sprake geweest van nadrukkelijke extra ondersteuning, uitgaande van de specifieke onderwijsbehoefte van het kind. - Groepsdoublure moet zo min mogelijk voorkomen, het moet dus echt de beste oplossing zijn voor de problemen van het kind. - Zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan doubleren (indien noodzakelijk dan liefst groep 1 t/m 4). Centraal staat: De school beslist over de plaatsing van leerlingen in de groepen. Wanneer ouders het niet eens zijn met het genomen besluit, dan kunnen zij gebruik maken van de geldende klachtenprocedure zoals deze omschreven staat in de schoolgids Doublure 1. Een doublure is een verantwoordelijkheid van het hele team. 2. Doubleren wordt spaarzaam en liefst zo jong mogelijk toegepast, omdat: - De effecten van een doublure in een aantal gevallen maar beperkt zijn. Immers, de bedoeling is dat kinderen aan kunnen sluiten bij de opvolgende groep. - Het gevoel van opnieuw falen belangrijke negatieve gevolgen kan hebben voor het sociaal welbevinden. - Demotivatie op de loer ligt. - Het zelfvertrouwen geschaad kan worden. - Er vaak op het moment van doubleren een gat ontstaat bij bepaalde vakken tussen waar het kind zit en waar de opvolgende groep is: vaak is het kind verder, soms achter en cruciaal is dat het kind moet kunnen aanhaken: er moet geen mismatching plaatsvinden. Een voorkomend moment voor een eventuele doublure vormt de overgang van groep 2 naar groep 3. Een kind kan langer de tijd nodig hebben om sociaal emotioneel te versterken en de basisvaardigheden, die het nodig heeft voor het leren van de technische vaardigheden(lezen en rekenen), voldoende te beheersen. Een wankele basis maakt de kans van slagen in groep 3 gering. Het verschil in leeftijd tussen groep 1 en groep 2 is goed inpasbaar in de kleuterklas en omgeving, ouders en kind zijn een bouwverlenging in de regel gauw vergeten. Toch kunnen er op andere momenten ook doublures plaatsvinden. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de technische vaardigheden (lezen, rekenen en spellen) onvoldoende beheerst worden om de lesstof vanaf groep 6 met redelijk succes te kunnen volgen. De lesstof vanaf groep 6 is meer gericht op het toepassen van geleerde technische vaardigheden om met name kennis te kunnen verwerven. Vanaf groep 6 zullen doublures sporadisch voorkomen. Op onze school willen dit zo vaak mogelijk verhinderen. Dit kunnen we ondervangen op school. De school is ingericht op het werken met verschillende niveaus. Kinderen leren hun eigen (on)mogelijkheden kennen en ook daar mee om te
12
gaan. Dit brengt uiteraard verschillen met zich mee, die we weer terugzien in de uiteindelijke eindbeoordeling en schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs. Voor doubleren gelden de volgende afspraken: - Er is gewerkt met handelingsplannen om het kind te ondersteunen. Deze handelingsplannen zijn volgens vastgestelde procedure met ouders besproken. - Het kind is ter sprake gebracht in de leerlingenbespreking. - In veel gevallen is het van belang een doublure te overwegen op basis van advies uit extern onderzoek of een consultatief gesprek met externen. - Het team moet er van overtuigd zijn dat er een grote kans bestaat dat de doublure een meerwaarde heeft. - Ouders worden ingelicht over voornemens rond doubleren als de leerlingenbespreking daartoe besluit (eerste gesprek in januari, vervolggesprek in maart en evt. juni). - Na een doublure wordt het traject van extra ondersteuning en handelingsplannen eventueel voortgezet totdat het kind opgenomen is in de opvolgende groep. Ook wanneer een kind blijvend extra ondersteuning nodig heeft, dient er gewerkt te worden met een handelingsplan als basis voor een verantwoorde ondersteuning. - In het nieuwe schooljaar nodigt de leerkracht de ouders na 6 weken uit voor een gesprek rond de voortgang en verwerking van de doublure van het kind. In november worden de ouders een tweede maal, tijdens de 10 minutengesprekken, uitgenodigd voor een vervolggesprek. Indien de doublure goed verloopt, geldt daarna weer de gang van zaken rond oudergesprekken zoals die gewoon is op de school. - Een doublure kan 1 maal worden toegepast op een schoolloopbaan van 8 jaar. Het proces rond de doublure wordt gedocumenteerd in ParnasSys. De school houdt bij hoe de verdere schoolloopbaan van het kind verloopt en documenteert dit ook in ParnasSys. Criteria Overgang naar groep 3 is mogelijk als: 1. Er voldoende scores zijn op de onderdelen van de Cito-toetsen: Taal voor kleuters, en Ordenen 2. Er sprake is van een voldoende ontwikkeling naar het oordeel van de verantwoordelijke groepsleerkracht: onderbouwd door observatie gegevens m.b.t. de cognitieve ontwikkeling, sociaalemotionele ontwikkeling, werkhouding, concentratie vanuit KIJK! Doublure wordt overwogen als het kind niet voldoet aan (een van) de twee criteria. Met uitzondering van kinderen met een eigen leerweg dan wel een rugzak. Overgang naar een volgende groep is mogelijk als: 1. Er voldoende scores zijn op de onderdelen van de schoolvaardigheidtoetsen. 2. Er sprake is van een voldoende ontwikkeling naar het oordeel van de verantwoordelijke groepsleerkracht onderbouwd door observatiegegevens uit de groep en eventueel methodegebonden toetsen. 3. De groepsleerkracht het kind in staat acht met de verworven technische vaardigheden (lezen, rekenen en spellen) aan de slag te kunnen in de volgende groep. Doublure wordt overwogen als het kind niet voldoet aan een van de hierboven genoemde criteria. Met uitzondering van kinderen met een eigen leerweg dan wel een rugzak.
13
7. ZAT (zorg advies team) Indien er tijdens of na het werken met het HGPD, diagnostische vragen en/of zorgen en/of handelingsverlegenheid, blijven. Dan is het mogelijk de leerling in te brengen in het Zorgadvies team van school. In het zorgadvies team zit een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijk werker, een schoolverpleegkundige, een sbo-leerkracht en de intern begeleider. Ouders en leerkracht worden uitgenodigd om samen met de deskundigen de volgende stap te bepalen en zetten. Het ZAT vindt 5 keer per schooljaar plaats. Voor iedere bijeenkomst is 3 uur gepland. In het eerste uur worden onderwijskundige vernieuwingen, nieuws uit het team en lopende zaken besproken. De andere 2 uren zijn ingepland als zorgleerlingen-consultatie. Iedere bijeenkomst worden 2 zorgleerlingen besproken waar advies bij nodig is. De eerste vijftien minuten van de bijeenkomst wordt de leerkracht door de leden van het zorgteam bevraagd. Vervolgens zijn ouders welkom om aan het gesprek deel te nemen. Samen met de leerkracht, zorgteam en ouders wordt gekeken wat de beste vervolgstappen zijn. Indien noodzakelijk wordt het kind en de leerkracht 1-2 weken voorafgaand aan de bijeenkomst geobserveerd. Deze observatie wordt meegenomen in het gesprek met ouders en leerkracht.
Huidige bezetting ZAT: Orthopedagoog: Gemma Verdiesen (wsns consulent en voorzitter pcl) Schoolmaatschappelijk werk: Andrea van Koolwijk Schoolverpleegkundige: Mayke Slenter SBO-consulent: Marianne Joossen (tevens ook collegiale consulent) Intern begeleider: Margriet Bisschop Leerkracht: de groepsleerkracht van de leerling Planning: 13.00-14.00 14.00-14.15 14.15-15.00 15.00-15.15 15.15-16.00
14
onderwijskundige vernieuwingen, nieuws uit het team, lopende zaken bespreken Zat-leden en leerkracht van de leerling bespreken de leerling (leerling 1). Ouders, Zat-leden en leerkracht, bespreken de leerling en bepalen vervolgstappen. Zat-leden en leerkracht van de leerling bespreken de leerling (leerling 2). Ouders, Zat-leden en leerkracht, bespreken de leerling en bepalen vervolgstappen.
8. Tutoring Indien we merken dat leerlingen uit de kleuterklas niet de einddoelen van groep 1 of 2 halen, worden deze leerlingen in de tutoring geplaatst (leerlingen met d-e score, taalachterstand, doublure). De tutor bekijkt samen met de intern begeleider welke leerlingen in de tutoring plaatst kunnen nemen. De intern begeleider heeft voorafgaand met de betreffende groepsleerkracht bekeken welke kinderen tutoring nodig hebben. De tutor-leerkracht analyseert de toetsen, bekijkt waar de kinderen op uitvallen en stelt groepjes samen. Tijdens de tutoring gaan leerlingen uit groep 1 en 2 in kleine groepjes ‘pre-teachen’ met de tutor leerkracht. Dit kan zijn op gebied van rekenen en/of taal. We streven ernaar om de groepjes niet groter dan 4 te laten zijn. De volgende materialen worden gebruikt tijdens de tutoring: Rekenen: Met sprongen vooruit en diverse ontwikkelingsmaterialen (naar gelang waar de uitval is) Taal: Bas spreekt een woordje mee, ontwikkelingsmaterialen, piramide (en extra woordenschat uit de klassen bij het thema)
15
9. Rugzak-leerlingen 9.1 Aanvraag nieuwe rugzak/verwijzing Indien uit de leerlingbespreking en overleg in het ZAT (zie stappen zorgroute), is gebleken dat de leerling extra middelen nodig heeft om de school te doorlopen , dan kan er een rugzak aangevraagd worden bij het desbetreffende REC. De intern begeleider helpt de ouders bij het aanmelden van de leerlingen. Hierna worden de desbetreffende materialen voor aanmelding door de intern begeleider (met overleg van de groepsleerkracht en rugzakbegeleider) in orde gemaakt. Deze worden door intern begeleider met ouders besproken, hierna door directeur ingezien en ondertekend. Ib zal zorgen dat de aanvraag op de juiste plek terecht komt. Indien er een indicatie wordt afgegeven, krijgt de school het signaal en wordt rugzakbegeleiding zsm ingezet. De leerling krijgt 3 maal per week extra begeleiding van de rugzakbegeleider en/of mrt-er. (hier kan van afgeweken worden indien de leerling meer/minder tijd nodig heeft, men moet denken aan vermoeidheid etc) 9.2 Groot overleg Er vind driemaal per jaar een groot overleg plaats. Rugzakbegeleider, groepsleerkracht, ouders en ambulant begeleider van het betreffende REC zullen hierbij aanwezig zijn. Intern begeleieder en rugzakbegeleider bespreken voor het groot overleg, de leerling en of aanwezigheid van IB noodzakelijk is. Ib zal altijd het opstart-groot-overleg en het laatste overleg van het schooljaar aanwezig zijn. 9.3 Contact De rugzakbegeleider heeft een coördinerende taak, houdt het overzicht over de rugzakleerlingen en de betreffende afspraken. De rugzakbegeleider onderhoudt de contacten met de leerkracht, ouders en ambulant begeleider. De rugzakbegeleider koppelt dit regelmatig terug met de intern begeleider.
16
10. Protocol MRT (zie bijlage)
17
11. OPP Het ontwikkelingsperspectief (opp) is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een langere periode. Het is gebaseerd op een goed beargumenteerde prognose van de uitstroombestemming naar het voortgezet onderwijs. Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld vanaf een didactische leeftijd (dl) van 40 maanden. Het zijn leerlingen waarvan we voorzien dat ze het niveau van eind groep 7 niet halen. Op grond van minimaal drie methodeonafhankelijke toetsresultaten wordt een leerrendementsverwachting aangegeven. Voor het vaststellen van de uitstroombestemming verzamelen we gegevens over de leerrendementsverwachtingen en leeropbrengsten, de cognitieve mogelijkheden, de stimulerende en belemmerende factoren en de specifieke talenten en interesses van leerlingen. De uitstroombestemming wordt niet te laag ingeschat, opdat leerlingen niet in een leerroute terecht komen waardoor zij onvoldoende uitgedaagd worden. Samen met ouders worden de doelen in het OPP vastgesteld, deze wordt beoordeeld door de orthopedagoge die aan deze school gekoppeld is (volledigheid, doelen etc). Vervolgens wordt het door alle partijen ondertekend. Het OPP wordt 2 keer per jaar geëvalueerd. (format, zie bijlage)
18
12. Toetsvoorwaarden/afnameprotocol (afname cito) Afname handleiding DMT en AVI De leerkracht neemt in zijn/haar eigen klas de DMT en AVI af. De directie zorgt dat hiervoor : X dagen ingevuld worden door een vervanger.
12.1 DMT De volgende toetsen worden afgenomen in de groepen: Midden groep 3 4 5 6 7 8
kaart 1a en 2a 1c, 2c en 3c 3b 62 of minder gelezen dan ook 2b en 1b 3a 73 of minder gelezen dan ook 2a en 1a 3c 81 of minder gelezen dan ook 2c en 1c 3b 89 of minder gelezen dan ook 2b en 1b
Eind groep 3 4 5 6 7
kaart 1b, 2b en 3b 1a, 2a en 3a 3c 66 of minder gelezen dan ook 1c en 2c 3b 77 of minder gelezen dan ook 2b en 1b 3a 86 of minder gelezen dan ook 2a en 1a
8
Benodigdheden: - stopwatch - pen/potlood - dmt-leeskaarten - dmt-scoringslijsten - eventueel een groepsoverzicht om alle gegevens te noteren. Waar moet je op letten? - Bij iedere kaart mogen de kinderen maximaal 1 minuut lezen (op de seconde, dus géén seconde meer of minder!!) - Verruil tijdens de afname je gebruikelijk helpende rol voor een meer afstandelijke… je bent nu toetsleider. - DMT: Lees de korte afname instructie van de dmt door op blz 14 van de cito dmt-avi map, dmtdeel. - Hieronder staan ook tips. - Neem de toets in een aparte ruimte af. - Om snel door te kunnen gaan is het handig om altijd een wachtend kind op de gang te hebben. (met een boekje) Dan hoef je niet te wachten tot het volgende kind uit de klas is.
12.2 AVI Als je gaat toetsen neem je de kaart van één niveau hoger dan het avi-niveau dat de leerling de vorige keer beheerste. Waren het vorige keer de A-kaarten dan moet je nu de B kaarten doen. Waren het de B kaarten? Juist… dan nu de A kaarten.
19
Benodigdheden: - stopwatch - pen/potlood - avi-leeskaarten - avi-scoringslijsten - eventueel een groepsoverzicht om alle gegevens te noteren. Waar moet je op letten? - Bij iedere kaart mogen de kinderen maximaal 1 minuut lezen (op de seconde, dus géén seconde meer of minder!!) - Verruil tijdens de afname je gebruikelijk helpende rol voor een meer afstandelijke… je bent nu toetsleider. - DMT: Lees de korte afname instructie van de dmt door op blz 14 van de cito dmt-avi map, dmtdeel. - Hieronder staan ook tips. - Neem de toets in een aparte ruimte af. - Om snel door te kunnen gaan is het handig om altijd een wachtend kind op de gang te hebben (met een boekje). Dan hoef je niet te wachten tot het volgende kind uit de klas is. Wat is fout? - Een verkeerd woord lezen zonder het alsnog te verbeteren. - Een woord spellend lezen zonder het daarna alsnog in één keer te lezen (dus hakken zonder plakken). - Een woord overslaan. - Woorden omwisselen. - Woorden tussenvoegen. - Wanneer het oplezen van een woord langer dan 5 seconden duurt. In dat geval wordt het woord voorgezegd en fout geteld. Wat is niet fout? - Verkeerde klemtoon - Versprekingen en haperingen, waarna het woord alsnog goed wordt gelezen. - Een woord wordt goed gelezen, nadat het eerst gespeld is. - Een fout woord wordt verbeterd door het goede woord. - Dialectuitspraak. - Ze in plaats van zij, je in plaats van jij, we in plaats van wij, z’n in plaats van zijn. Dilemma’s bij uitspraak van leerlingen: wat wordt goed gerekend? Kaart Leeswoord Toegestane realisaties/wat mag/wat mag niet? Avi- E4 A Jam Zowel de Nederlandse uitspraak ‘sjem’ als de Engelse uitspraak. Cake Zowel de Nederlandse uitspraak ‘keek’ als de Engelse uitspraak. Avi-E4 B Wonderlijk Achtervoegsel ‘-lijk’ mag alleen worden uitgesproken als ‘luk’ Zenuwachtig Achtervoegsel -ig’ mag uitgesproken als ‘ig’ en ‘ug’ Avi- M5 A Musical Zowel de Nederlandse uitspraak als de vernederlandste versie mogen. AVI- M5 B Droevig Achtervoegsel -ig’ mag uitgesproken als ‘ig’ en ‘ug’ Dromedaris Zowel met de korte en lange o uitgesproken ‘drommedaris’ en ‘droomedaris’ AVI- M6 A Akelig Achtervoegsel -ig’ mag uitgesproken als ‘ig’ en ‘ug’ Avi-M6 B Ambulance Zowel de Franse uitspraak als de vernederlandste uitspraak 20
Avi-E6 B Avi- M7 A Avi-M7 B
Mzzl Titanic compagnie VOC Texel Avi- E7 B Smart Avi – Plus B Texel Rottumeroog Rottumerplaat
‘ambulans’ Alle uitspraken zijn toegestaan. Fouten worden niet meegeteld. Alle uitspraken zijn toegestaan. Fouten worden niet meegeteld. Alle uitspraken zijn toegestaan. Fouten worden niet meegeteld. Alle uitspraken zijn toegestaan. Fouten worden niet meegeteld. ‘teksel’ en ‘tessel’ mogen Engelse en Nederlands uitspraak mogen. ‘teksel’ en ‘tessel’ mogen Zowel met korte en lang u uitgesproken: ‘rottumeroog’ en ‘rottumeroog’ Zowel met korte en lang u uitgesproken: ‘rottumeroog’ en ‘rottumeroog’
12.3 Overige CITO-toetsen Handleiding: Gebruik de handleiding van de desbetreffende toets voor de afname. Zorg dat je goed weet welke hulpmiddelen de kinderen mogen wel of niet mogen gebruiken. Toetsboekjes: Als er een antwoordformulier bij de toets hoort, gebruiken we die. Anders gebruiken we de toetsboekjes. Tot en met groep 4 is het meestal zo dat je werkt in de boekjes. Antwoordbladen moet je zelf kopiëren. Als je bij Spellingtoets eigen lijnstructuur wilt gebruiken, mag dat. (Let wel op de handleiding: soms heb je meerkeuzevragen erbij.) Schrijfgerei: pen of potlood. Het is goed om ergens een bakje met extra potloden te hebben staan. Klassenopstelling: in toetsstand, uit elkaar. Tijdstip: De toetsen worden afgenomen tijdens de ochtendschooltijden. De dag na de vakantie is niet zo handig, en ook de vrijdagmiddag niet. Instructie vooraf: Zoals in de handleiding aangegeven is. Dit moet iedere leerkracht wel doen. Handig om de toetsmap in de klas te hebben, waar je gelijk voor elke toets kunt vinden wat er belangrijk is voor de afname van de toets. Instructie bewustwording: Voor de leerlingen mag het belang worden aangegeven van de toetsen. Dit niet overdrijven maar evenwichtig brengen. Want bewustwording kan het behalen van goede resultaten stimuleren. Het directe instructiemodel maakt hier ook gebruik van: aangeven van het doel van de les (of in dit geval de toets). Extra inhoudelijke instructie: Het is verleidelijk om een extra instructie(en/of hulpmiddelen) te geven aan de kinderen over de onderwerpen die zij nog niet (voldoende) hebben gehad. Ons advies is om dit tot een minimum te beperken. Probeer opvallende zaken te noteren en probeer die zaken dan tijdens reguliere lessen aan bod te laten komen. Oefenen met oude toetsen: Kinderen moeten wennen aan een toets (vooral de manier van vragen). Wanneer dit belangrijk is zal daar in de handleiding specifieke aandacht voor zijn. Het is belangrijk om de toets volgens de protocollen af te nemen. Wanneer je toch specifiek wil oefenen is het hier
21
ook van belang om dit te koppelen aan de ‘gewone’ lessen. Eventueel gebruik je een oude toets. Dus belangrijk: verbindt het aan je gewone aanbod, aan je curriculum. Rol van de IB-er: De I.B-er is verantwoordelijk voor het juist uitvoeren van de toetskalender. De IB -er controleert of de collega’s zich houden aan de afspraken en geen eigen dingen gaan doen. Inhalen van toetsen: Voor kinderen die de toets in moeten halen, gelden dezelfde regels als voor de andere kinderen. Beschikbare tijd: We volgen de handleiding. Ook wat betreft dyslecten geeft de handleiding suggesties. Bespreek vooraf met IB voor welke kinderen je auditieve ondersteuning biedt. Vermeld dit bij bijzonderheden zodat ook volgende leerkrachten dezelfde ondersteuning bieden. Extra werk: Zorg voor een activiteit die direct kan worden opgemaakt na de toets. Je kiest een activiteit die de kinderen zelfstandig op hun plaats kunnen uitvoeren. Het liefst geen gerommel in de laatjes veroorzaken. Het moet geen geruis opleveren. Probeer in ieder geval de leerlingen te wijzen op het feit dat ze nu nog een keer de toets kunnen nakijken! Orde: Stilte in de klas. Als er een vraag is, mag die gesteld worden, als het gaat over de toetsprocedure. Ook zijn er nog pedagogische gronden, die maken dat je kinderen bepaalde aandacht mag geven. Bijv. faalangstige kinderen extra schouderklopje, kinderen met ADHD helpen om de aandacht erbij te houden. Stagiaire: Afname wordt in principe niet door stagiaire gedaan. Als de basisvoorwaarden niet in orde zijn, mag er zeker niet getoetst worden door een stagiaire. Ook een LIO ‘er mag dat dan niet. Er moet veiligheid zijn, orde en er moet kennis zijn van de toets. Dat maakt ook dat alleen de leerkracht die verantwoordelijk is voor de groep de toetsen af mag nemen. Toetshulpen: Je mag hulp bieden als het procedureel gericht is. Zie orde.
12.4 Invoeren toetsen in Parnassys: Voer de toetsen in binnen een week na afname en binnen de maand waarin de toets is afgenomen. Een maand later geeft een ander beeld wat betreft de didactische leeftijd en leerrendement. Let op; bij de bovenbouwgroepen hoeven de kinderen meestal alleen kaart 3 te doen bij de DMT. Kaart 1 en 2 moet je per leerling invoeren en dus niet als groep. Voor kinderen die toetsen maken van een ander toetsmoment (bijv. een halfjaar verder of eerder), neem contact op met leden van de werkgroep zorg over de wijze van invoeren. Voor groep 4: niet kaart 1 en 2 en 3 gezamenlijk invoeren!! Voor alle toetsen geldt de volgende invoer: Stap 1: Open Parnassys Stap 2: Ga naar het tabblad: groep Stap 3: Selecteer de juiste groep Stap 4: Ga naar het tabblad : toetsen en kies voor: niet methodegebonden toets Stap 5: Klik onder aan de pagina op: nieuwe toets invoeren Stap 6: Selecteer de juiste toets. Let goed op dat je de juiste toetsversie aanklikt (M5, E3 etc) TIP: Als je bij het hoofdvakgebied even aangeeft om welk vak het gaat, komen bv. alleen de rekentoetsen in beeld. Dit scheelt zoeken, want anders staat alles door elkaar.
22
Stap 7: Vul de juiste toetsscore in en klik op voltooien als je helemaal klaar bent. TIP: Vul de toetsuitslagen op de computer pas in als alle kinderen de toets hebben gemaakt! Let bij het invoeren van de toetsuitslagen op de datum: verander die in de datum waarop je de toets hebt afgenomen. (neem de afnamedag van het laatste deel van de toets)
12.5 Uitdraaien van de toetsen: Stap 1: Kies overzichten Stap 2: Kies leerlingvolgsysteem Stap 3: Kies Niet methodegebonden toetsen groep Stap 4: Kies de derde van boven: niet methode toets onderdeel (met alle waarden en evt. opm. per onderdeel) Bij de kleutertoetsen krijg je dan de toetsoverzichten per onderdeel, scroll door tot je bij het laatste blad bent met het totaal en draai dat uit. Draai de toetsoverzichten tweemaal in kleur uit, een voor de map, een voor de IB
23
13. kort overzicht afspraken/ verklarende woordenlijst Groepsanalyse/analyseformulier: Een overzicht waarin de behaalde citoscores per vak (van de hele klas) worden genoteerd en nieuwe doelen worden gesteld. De vervolgstappen om tot het nieuwe gestelde doel te komen staan in het groepsplan. In het analyseformulier wordt de groepsgemiddelde vaardigheidsscore geanalyseerd en geëvalueerd. Dit gebeurt 2 keer per jaar n.a.v. de Cito-scores. Groepsoverzicht: Het overzicht waarin de belemmerende en stimulerende factoren en onderwijsbehoefte van ieder kind beschreven staan. Dit wordt minimaal 3 keer (september, februari en juli) per jaar door de leerkracht bijgesteld. De leerkracht heeft door middel van het groepsoverzicht de warme overdracht met de nieuwe leerkracht van de klas, voor de afloop van het schooljaar. De nieuwe leerkracht observeert aan het begin van het schooljaar of de factoren nog steeds van toepassing zijn en stelt dit bij. Tevens stelt de leerkracht gedurende het schooljaar bij, richtlijnen zijn hiervoor de genoemde maanden. Tijdens de groepsbespreking worden dit besproken tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht. Groepsplan: Een gedetailleerde beschrijving van de hele klas in verschillende niveaugroepen waarin staat wat er gedaan wordt, met welk doel en hoe de leerkracht dit gaat uitvoeren. Het groepsplan geeft concrete en praktische aanwijzingen voor de manier waarop de leerkracht omgaat met de verschillende onderwijsbehoeften van de leerling in zijn/haar groep. Een groepsplan is doelgericht. Doelgericht onderwijs, met hoge verwachtingen tav leerlingen, leidt tot een beter resultaat. De groepsplannen worden 4 keer per jaar opgesteld en geëvalueerd. We werken met kortere periodes, hierdoor wordt het aantal te behalen doelen overzichtelijker en makkelijker om te evalueren. Daarnaast zien we eerder of een plan aangepast moet worden. Het is belangrijk dat je als leerkracht kritisch kijkt of de gestelde doelen passend zijn voor je groep. Ditzelfde geld of de aanpak binnen de (sub)groep. Deze aanvullingen, passend bij je groep, worden opgenomen in het groepsplan (in ParnasSys). De groepsplannen worden besproken tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht. De groepsplannen voor de Bij-Werkers worden door de Bij-Werkers leerkracht opgesteld en geëvalueerd. De basis en verdiept groep wordt door de eigen groepsleerkracht opgesteld, bijgewerkt en geëvalueerd. Vaardigheidsscores: In het overzicht worden de gemiddelde vaardigheidsscores en de niveauscore I t/m V van de groep van het afgelopen jaar in beeld gebracht. Vaardigheidsgroei: In het overzicht staat de vaardigheidsgroei voor de doelen per klas per toets opgenomen. Deze worden geanalyseerd na iedere toetsronde en eventueel aangepast door IB n.a.v. afgenomen Cito-toetsen. Arrangementen: De leerlingen worden op grond van hun toetsresultaten en onderwijsbehoeften (groepsoverzicht) toegewezen aan de arrangementen. Een leerling hoeft niet bij elk leergebied op hetzelfde niveau te zitten. Het kan best zijn dat een leerling bijvoorbeeld veel beter is in spelling dan in rekenen. Het is dus mogelijk dat een leerling voor verschillende vakken in verschillende arrangementen zit. Het kan zijn dat een leerling, op grond van zijn onderwijsbehoeften, ondanks de behaalde score toch in een ander arrangement geplaatst wordt. Met het basisarrangement bedoelen we het aanbod dat alle leerlingen krijgen en dat passend is voor de middenmoot van 60% van de leerlingen. Leerlingen die meer aankunnen dan het 24
basisarrangement krijgen daarnaast een verdiept arrangement aangeboden. Verdieping betekent vooral minder instructie, minder oefening en meer autonomie bij verdiepingsstof. Leerlingen die meer moeite hebben met de stof krijgen een intensief arrangement, gestapeld op het basisarrangement. Intensiveren betekent aanvankelijk vooral extra instructie en extra inoefening Arrangement Verdiept
Basis Intensief
Zeer intensief
25
Cluster van specifieke onderwijsbehoeften Uitdaging door complexe opdrachten Cognitieve autonomie Verkorte instructie Matige hoeveelheid inoefening Meervoudig strategisch handelen Gemiddelde aanbod Methode wordt gevolgd Verlengde instructie Extra inoefening van specifieke deelvaardigheden Visuele ondersteuning Ondersteuning bij meervoudig strategisch handelen Ondersteuning met concreet materiaal Ondersteuning van de competentie Verlengde instructie Extra inoefening van specifieke deelvaardigheden Visuele ondersteuning Enkelvoudig strategisch handelen Langdurige ondersteuning met concreet materiaal Compenserende strategieën Ondersteuning van de competentie
14.IGDI Instructiefasen IGDI model Passend spellingonderwijs bestaat uit een kernachtige efficiënte introductie en instructie, gevolgd door het daadwerkelijk leren, ‘door te doen’. Dit doen wordt tussentijds en in de afsluiting geëvalueerd, zodat leerlingen zelf kunnen aangeven wat ze geleerd hebben en hoe ze het ervaren hebben. 1. Start les 0 terugblik op voorgaand werk (welke werkwijze, categorie en aanpak/strategie is de vorige keer aan de orde geweest?) Bespreek het voorgaande werk op basis van correctie 0 vat voorkennis samen 2. Oriëntatie les (3 minuten) 0 onderwerp en lesdoel aangeven (welke werkwijze, categorie en aanpak / strategie komt aan de orde?) 0 geef lesoverzicht 3. Presentatie/uitleg (5 minuten) 0 geef concrete voorbeelden 0 denk hardop 0 demonstreer 0 leg uit 4. (In)Oefening van de strategieën en samenwerkend leren (5 minuten) 0 laat de leerlingen onder uw begeleiding oefenen (toepassing van de strategie aanpak) 0 kinderen passen de strategie hardop denkend toe 0 geef korte en duidelijke opdrachten 0 stel veel vragen vanuit denken-delen-uitwisselen 5. Zelfstandig of in duo’s toepassen van strategieën (12 minuten) 0 zorg ervoor dat de leerlingen onmiddellijk kunnen beginnen 0 zorg ervoor dat de inhoud gelijk is aan de voorafgaande lesfase 0 maak kinderen bewust van een kritische werkhouding 0 laat leerlingen weten dat hun werk wordt gecontroleerd 0 laat leerlingen elkaar helpen (tweetallen, groepjes) 0 geef extra toepassingsopdrachten aan goed presterende leerlingen 5.1 Verlengde instructie (minimaal 10 minuten) voor zwakke spellers Pas hierbij modelleren toe: 0 Fase 1: doe voor (demonstreer) 0 Fase 2: begeleid (uitvoeren) 0 Fase 3: toepassend door de leerlingen, controle van de leerkracht 6. Evaluatie (5 minuten) Terugkoppeling/feedback (gedurende elke lesfase) 0 Laat leerlingen vertellen wat ze geleerd hebben 0 Laat leerlingen vertellen wat goed ging en wat ze de volgende keer anders gaan doen 0 Controleer of de lesdoelen bereikt zijn (hele groep of in kleine groepjes) 7. Periodieke terugblik 26
inhoudelijke afronding van de les, zowel voor de instructiegroep als voor de groep die zelfstandig werkt 0 Geef procesfeedback 0 Geef feedback op netheid en correct werken 0 Geef veel aanmoediging 0 Plaats de les in de context van een lessenreeks
27
15. Schakelklas Om kinderen met ernstige taalachterstand, in groep 2, tegemoet te komen werken wij samen met basisschool de Brakken. Doelstelling van de schakelklas is: Een taalachterstand, groter dan een jaar, proberen in te halen door middel van een jaar lang intensief taalonderwijs. Het is de bedoeling dat de leerlingen na dat jaar op hun eigen niveau kunnen deelnemen aan het regulier onderwijs zonder noemenswaardige belemmeringen op taalgebied. Doelgroep: Op onze school gaan we werken met taalzwakke leerlingen van groep 2 met een taalachterstand. Deze groep is al een tijd op de basisschool, zodat zij al gewend is aan het schoolsysteem en kinderen kennen. Het is de bedoeling dat de Schakelklas deel uitmaakt van de doorgaande lijn op de basisschool. Het onderwijs in de Schakelklas lijkt op wat er gebeurt in de reguliere klas, maar is intensiever, kleinschaliger, langduriger, meer gericht op de meest essentiële taalvaardigheden voor schoolsucces, aangevuld met uitdagende methodieken en gevarieerde activiteiten. Dat wil zeggen: veel aandacht zal gegeven worden aan de ontwikkeling van de woordenschat en het begrijpend luisteren. We zullen ons richten op de tussendoelen en doelstellingen van het taalonderwijs. De ouders zullen we proberen actief bij het taalproces te betrekken d.m.v. contactmomenten en inschakelen bij activiteiten. Collega’s worden op de hoogte gehouden d.m.v. collegiale bezoeken, presentatie van de vooruitgang tijdens teambijeenkomsten en het delen van ideeën. Op die manier kunnen zij profiteren van deze speciale manier van “taalonderwijs.” Het overleg tussen de schakelklasleerkracht en de groepsleerkracht van de kinderen wordt in overleg regelmatig gepland. Communicatie betrokken leerkrachten: Begin van het schooljaar worden de leerlingen door besproken en nader kennis gemaakt. Voorafgaande aan de 10 minuten gesprekken worden de leerlingen door besproken. Eind gesprek / overdracht leerlingen op het einde van het schooljaar. Indien nodig worden er extra gesprekken ingepland. Communicatie met ouders: Op het einde van het schooljaar worden de ouders en de nieuwe leerlingen van de schakelklas uitgenodigd voor een kennismaking. Begin van het schooljaar wordt er een informatie avond georganiseerd. Kijkochtenden. 10 minuten gesprekken. Hulp in de klas bij activiteiten. Indien nodig worden er extra gesprekken ingepland. Communicatie met IB: E-mail, die van belang is voor de IB, wordt in een CC opgenomen. De IB houdt twee keer per jaar een klassenrondje in de schakelklas. (indien nodig wordt dit vaker ingepland) 28
Selectie: Wij selecteren de leerlingen op de volgende wijze: Leerkracht signaleert een taalachterstand en oordeelt op grond van vooraf opgestelde selectiecriteria, toetsgegevens en observatiegegevens of dit een mogelijke leerling voor de schakelklas zou kunnen zijn. Er moet een potentieel aanwezig zijn om de achterstand weg te kunnen werken in een jaar. Er mogen geen andere oorzaken zijn van de taalachterstand. Dit wordt met de IB besproken. Leerkracht motiveert zijn / haar voordracht. Uitslagen van de afgenomen toetsen: Cito Taal ( D of E score) Cito Rekenen ( D of E score) KIJK observatielijst (uitval op taalgebied) Onderdelen van de TAK (passieve woordenschat en woordomschrijvingen moet onvoldoende zijn) Er vindt overleg plaats met de logopedist, met aanvullende informatie, bij kinderen die onder behandeling zijn. Er wordt een gesprek met de ouders gevoerd door de leerkracht en betreffende IB, waarin de doelstelling wordt uitgelegd en de toestemming van de ouder(s) wordt gevraagd.
29
16. Afspraken oudergesprekken Bij het eerste tien-minutengesprek worden alle ouders uitgenodigd en ingepland door de groepsleerkrachten voor een gesprek over hun kind (groep 1 t/m 8). Bij de andere ouder-contact-avonden en tien-minutengesprekken worden de ouders uitgenodigd als: - bij het eerste gesprek afgesproken is dat er een vervolggesprek plaats zal vinden, en deze nog niet heeft plaatsgevonden. - op verzoek van ouder - op verzoek van leerkracht, bij zorgen - op advies van IB/directie Indien er doublure heeft plaatsgevonden vindt het eerste gesprek plaats voor het eerste tienminutengesprek en een tweede gesprek tijdens het eerste tien-minutengesprek.
30
17. Verantwoordelijkheden in tijdspad (wie doet wat?) Week Wat 1 Start groepsplan 1 2 3 Groepsbespreking 1
4 5
Leerlingbespreking 1
6 7 8 9
Benodigdheden
Wie? leerkracht Lk: stelt groepsoverzicht evt. bij. stelt evt. groepsplan bij na overleg Ib: maakt verslaglegging Lk: maakt na gesprek aantekening in ParnasSys Ib: maakt verslaglegging
Ib:voorbereiden ZAT, doorsturen materialen ZAT 1 leerkrachten Lk: evalueert groepsplan Lk: stelt groepsplan op
12
Zien/Kijk invullen (okt) Evalueren groepsplan 1 Opstellen nieuw groepsplan Start groepsplan 2 Groepsbespreking 2
13 14
Leerlingbespreking 2
Lk: maakt na gesprek aantekening in ParnasSys Ib: maakt verslaglegging
10 11
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
31
Lk: stelt groepsoverzicht evt. bij. stelt evt. groepsplan bij na overleg Ib: maakt verslaglegging
Ib:voorbereiden ZAT, doorsturen materialen ZAT 2 citoweek citoweek citoweek Evalueren groepsplan 2 Opstellen nieuw groepsplan Start groepsplan 3 Groepsbespreking 3
Lk: evalueert groepsplan leerkrachten Lk: stelt groepsoverzicht evt. bij. stelt evt. groepsplan bij na overleg Ib: maakt verslaglegging
25 26
Leerlingbespreking 3
27 28 29 30
Ib:voorbereiden ZAT, doorsturen materialen ZAT 3
33
Kijk!/zien invullen (mei) Evalueren groepsplan 3 Opstellen nieuw groepsplan Start groepsplan 4 Groepsbespreking 4
34
Citoweek Citoweek
31 32
35
Citoweek Leerlingbespreking 4
36 37 38 39 40
Lk: maakt na gesprek aantekening in ParnasSys Ib: maakt verslaglegging
leerkrachten Lk: evalueert groepsplan leerkrachten Lk: stelt groepsoverzicht evt. bij. stelt evt. groepsplan bij na overleg Ib: maakt verslaglegging
Lk: maakt na gesprek aantekening in ParnasSys Ib: maakt verslaglegging Ib:voorbereiden ZAT, doorsturen materialen
ZAT 4 Groepsplan 1 Groepsbespreking 5 Overdracht nieuwe klas/leerkracht
Ib: maakt verslaglegging leerkrachten
(De weken in het jaarschema kunnen door vakantie’s, cito e.d. veranderen, IB maakt ieder schooljaar een passend schema voor het betreffende schooljaar).
32
18. Hoe ga ik aan de slag als ik groepsplannen maak in ParnasSys? (stap 1-5 zijn noodzakelijk bij het invullen in ParnasSys) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Groep aanklikken Plannen Nieuwe individuele plannen opstellen Kinderen per vakgebied (en niveau) selecteren. (bijv: spelling minimumgroep groepsplan) Vragen invullen !! Let op bij doelen: einddoel van de periode in vaardigheidsgroei (en niveau cito 1 t/m 5) én methode doel koppelen aan kerndoel 7. Tevens kunnen er voor bepaalde kinderen, aangepaste doelen zijn. Denk aan dyslexie etc. Voorbeeld groepsplan: Schuin gedrukt staat in ParnasSys al gevraagd/beschreven groep Probleemomschrijving uitvoering Doel Aanpak spelling minimum Probleemomschrijving: Vragen invullen die (staat standaard in standaard in ParnasSys namen leerlingen (die ParnasSys, zelf staan heb je aangevinkt) aanvullen indien nodig) Dit is een deel van de Doel: evaluatie, vallen Wat we willen tussentijds dingen op. bereiken: Beschrijf deze. Methodedoel: Heb je interventies (wat moet het kind aan gepleegd? Beschrijf het einde van de 10 deze. weken geleerd Heb je ondertussen hebben?) iets anders aangepakt? Alle kinderen laten een vaardigheidsgroei zien van (zie lijst VS) Cito m6: Pietje vs 78-1 Klaas vs 63-3 Miepje vs 40-5 (alle leerlingen van dat subgroepje) Wanneer we dat willen bereiken: De datum van de evaluatieperiode Hoe we dat doel kunnen meten: Wat gebruik je? 33
Evaluatie
Doel gehaald ja/nee: Gemeten resultaat: Per leerling het behaalde resultaat en of ze het doel hebben gehaald Beschrijf ook wel toetsinstrument je hebt gebruikt. Evaluatie van de gekozen aanpak: Heeft jouw aanpak de kinderen vooruit gebracht? Ja, doorgaan op deze manier of iets in je aanpak veranderen? Nee, wat zou jij als leerkracht dan kunnen doen? Vervolg: hoe verder in het nieuwe plan
Methode? Cito? Andere toetsen? Observaties? Kijk/Zien?
spelling basis
Aanpak: (staan standaardvragen in ParnasSys, zelf aanvullen indien nodig) Bijv: -methodematerialen - computerprogramma’s - overige materialen - afstemmen instructie en verwerking van onderwijsbehoefte Idem
Idem
Idem
spelling plus
Idem
Idem
Idem
34
19. Werkplan IB Vervolgstappen uitbreiding zorgplan Wanneer Juni 2013 Augustus 2013
Wat Zat oriëntatie ZAT-aanpassen
Augustus 2013
Interne rugzakbegeleider
September 2013
Ib- consultatie
Oktober 2013
OPP
November 2013 November 2013
Groepsplannen Ib- consultatie
December 2013 December 2013
Januari 2014 Februari-juni 2014 Februari 2014
Intake kleuters leerlijnen rekenen in kaart; overzicht waar de ‘gaten’ in de methode zijn met betrekking tot cito en kerndoelen. Intake kleuters OPP datamuur
Februari- maart 2014
Intake kleuters
Maart 2014
leerlijnen spelling in kaart; overzicht waar de ‘gaten’ in de methode zijn met betrekking tot cito en kerndoelen. Hb-presentatie CITO Afspraken citoherfstleerlingen Herzien/aanvullen protocol zorg Oriënteren gp – begrijpend lezen
Maart 2014 Maart 2014 Maart 2014 April 2014 April 2014
Mei 2014 35
leerlijnen lezen in kaart;
Wie Zat bijwonen op andere school Het eerste zat volgens nieuwe structuur Doorspreken met wsns begeleider Rugzakbegeleider neemt de rugzakleerlingen op zich. Bespreekt minimaal 1 keer per maand met IB knelpunten etc. Margriet heeft IB intern overleg met collega IB (Anspach) - knelpunten ib bespreken - inspectiebezoek anspach Margriet- consultatie opp opstellen met gemma Groepsplan Rekenen Margriet heeft IB intern overleg met collega IB (Anspach) - knelpunten ib bespreken - groepsplannen Onderzoeken protocol intake kleuters Overleg rekenwerkgroep en margriet
Eerste opzet intake protocol kleuters Cursus opp opstellen Opzet datamuur maken, oriënteren andere scholen. Bespreken intake protocol kleuters, met de kleuterbouw/mt Overleg margriet taalwerkgroep
Margriet-team Evalueren eind cito groep 8 Kleuterbouw- Margriet MT-Margriet Bij ib-overleg WSNS/land van nassau, Margriet brengt vraag in, hoe andere scholen dit doen. Overleg margriet taalwerkgroep
X X X
X
X X X
X X
x
Mei 2014 Augustus 2014
36
overzicht waar de ‘gaten’ in de methode zijn met betrekking tot cito en kerndoelen. ib Intake kleuters
Ib-plannen 2014-2015 in kaart brengen In gebruik name intake protocol kleuters
Bijlagen 1. format HGPD en invul-handreiking 2. protocol Bij-Werkers 3. protocol (hoog)begaafdheid 4. protocol Dyslexie 5. protocol Herfstleerlingen 6. Format OPP 7. Protocol schakelklas
37