Studeren bij ICT-Flex Studiegids BOL/BBL Cohort 2013
© Deltion College ICT-Flex 2004 – 2013
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Het ICT-Flex team past de organisatie van de opleidingen steeds aan. Het is dus heel goed mogelijk dat hier en daar iets verandert, of dat om praktische redenen (tijdelijk) andere regels gelden. Informatie daarover krijg je altijd via onze ICT-Flexwebsite
www.ict-flex.nl Het is dus belangrijk de website elke dag even te bekijken!
Bovendien moet je dagelijks je Deltion e-mail checken!
Dit boekje geeft de studenten aan de ICT-Flex opleidingen informatie over hun studie en de gang van zaken bij ICT-Flex .
© Deltion College ICT Flex 2004 – 2013
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
2
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................. 3 Vooraf .............................................................................................................. 4 ICT-Flex in het Deltion College .......................................................................... 6 Op niveau......................................................................................................... 8 Niveau 2: Medewerker ICT .................................................................................... 8 Niveau 3: Medewerker Beheer ICT ....................................................................... 8 Niveau 4: ICT Beheerder en Netwerkbeheerder ................................................... 9 Het diploma, een vreemd begin?..................................................................... 11 Het studieprogramma..................................................................................... 18 Docenten en begeleiders ................................................................................ 21 POP en Voortgang .......................................................................................... 24 Wat staat je te wachten? ................................................................................ 27 De dagelijkse gang van zaken .......................................................................... 32 Takenkaarten ................................................................................................. 36 Beoordelen .................................................................................................... 38 Belangrijke documenten ................................................................................. 43 Bijlage A: Beroepshouding .............................................................................. 45 Bijlage B: Regels voor werkstukken ................................................................. 47 Bijlage C: ICT-gebruik ...................................................................................... 49 Bijlage D: ECDL ............................................................................................... 50 Bijlage E: De huisregels ................................................................................... 51 Bijlage F: Competenties, Kerntaken en werkprocessen .................................... 52 Competenties ...................................................................................................... 52 Kerntaken en Werkprocessen ............................................................................. 53 Loopbaan en burgerschap................................................................................... 55 Taalniveaus voor Engels volgens ERK .................................................................. 55 Nederlands en Rekenen ...................................................................................... 55
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
3
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Vooraf Beste… Tja, hoe zullen we je noemen? Leerling? Student? Leerling klinkt ons een beetje te kinderachtig, student komt meer in de buurt. Je komt ten slotte bij ons om te studeren. Als student aan onze opleidingen moet je actief meedoen. Bij ICT-Flex kun je niet achteroverleunen in een studieruimte en alles over je heen laten komen. Je kunt niet de docent zijn kunstje laten doen, want jij doet het! Wij, de docenten, zorgen voor een plek, voor spullen en hulp, maar jij doet het. Wij zorgen voor de kansen en jij grijpt die!
Dit boekje Met een mooi woord: wij verwachten van je dat je actief studeert. Je wacht niet af, je doet wat. Daarover gaat dit boekje: hoe pak je dat aan, actief studeren bij ICT-Flex ? Lees dit boekje helemaal door en aarzel niet als je iets te vragen hebt. Wij zijn er om je te helpen. Wij, de docenten van ICT-Flex wensen je veel succes én plezier bij jouw actieve studie voor een ICT-beroep.
Kijk terug Dit boekje is bedoeld om je iets te laten leren en zoals gezegd: jij moet dat doen. Daarom staat aan het eind van elk hoofdstuk een “kijk terug” paragraaf met een samenvatting van wat je geleerd moet hebben. Na dit hoofdstuk zou je bijvoorbeeld moeten weten… wie “we” zijn… hoe we een student hier noemen… waarom we dat een goede naam vinden… wat we van jou verwachten… Je moet zelf kijken of je echt weet wat je na een hoofdstuk zou moeten weten. Die vakjes voor elke regel staan er niet voor niets: je kunt ze gebruiken om “af te vinken” wat je weet. En als je ontdekt dat je iets nog niet weet, kijk je terug! Of je vraagt hulp…
Belangrijke regel Een belangrijke regel die tijdens je hele studie geldt, is deze: Als je bij het lezen een woord, uitdrukking of zin tegenkomt die je niet begrijpt, zorg je ervoor dat je de betekenis te weten komt, voordat je aan het volgende onderdeel begint. Je begint niet aan een nieuwe paragraaf, voordat je alles wat in deze paragraaf staat snapt. Je begint niet aan een opdracht, als je niet alles wat in de opdracht staat begrijpt. Hoe je de betekenis van een woord, uitdrukking of zin te weten komt? Gewoon: opzoeken of vragen! Dit eerste hoofdstuk bijvoorbeeld kun je niet goed begrijpen als je niet weet wat er bedoeld wordt met het woord actief of met uitdrukking of als je niet weet wat afvinken is.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
4
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Tweede belangrijke regel Er is nog een tweede regel, die je nooit mag vergeten: Eerst studeren, dan doen…
Het is de bedoeling dat je steeds meer weet en kunt. Daarvoor moet je studeren: informatie verzamelen, lezen, ordenen en soms zelfs uit je hoofd leren. Veel opdrachten bestaan uit twee activiteiten: studeren en toepassen, dat wil zeggen in een opdracht gebruiken wat je geleerd hebt door te studeren. Als je goed leest wat hier staat, begrijp je de regel ook: om te kunnen gebruiken wat je geleerd hebt moet je eerst leren!
BPV Een belangrijk onderdeel van de studie wordt gevormd door de BPV, de Beroeps Praktijk Vorming. In gewoon Nederlands de stage(s). Zo belangrijk, dat je ieder schooljaar op stage gaat. Studenten niveau 4 gaan 2 x een half jaar op stage gedurende hun opleiding. Over de BPV vind je in dit boekje weinig informatie. Tegen de tijd dat je op stage gaat hoor je daar meer over en krijg je een apart BPV-boekje. Het opdrachtenboek is op onze website te bekijken. De BPV komt in dit boekje wel een paar keer ter sprake en één ding is zeker nu al van belang: om “op stage” te mogen moet je aan bepaalde eisen voldoen: Je moet voldoende kennis en vaardigheden hebben Je moet een goede beroepshouding laten zien Het is de bedoeling dat je in de BPV veel leert. Je hoeft niet alles wat je in de BPV nodig hebt al te kunnen of te kennen, want de BPV is er ook om te leren. Je leert er niet alleen kennis en vaardigheden die bij je vak horen, maar ook kennis en vaardigheden die bij een goede beroepshouding horen. Maar… je moet wel aan minimumeisen voldoen om aan de BPV te mogen beginnen: voldoende kennis, vaardigheden en een goede beroepshouding. Dit zal in samenspraak met je begeleider gaan. Onder een goede beroepshouding verstaan we onder andere: • • • •
je aan afspraken houden op tijd komen en niet te vroeg weggaan serieus omgaan op school goed voorbeeld geven aan andere studenten
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
5
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
ICT-Flex in het Deltion College Deltion College ICT-Flex is een zelfstandige unit binnen het ICT-Lyceum van het Deltion College. Het Deltion College is een Regionaal Onderwijs Centrum (ROC) voor middelbaar beroepsonderwijs (MBO). De opleidingen voor beroepen in de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) worden verzorgd door het ICT-Lyceum.
ICT-Lyceum Het ICT-Lyceum leidt ICT-ers op: computerbouwers, medewerkers van de technische dienst, servicedeskmedewerkers, systeem- en netwerkbeheerders, supportmedewerkers, programmeurs, ontwerpers en ontwikkelaars, projectleiders en managers. Dat kan langs twee wegen: de brede “gewone” opleiding, die we meestal “de BOL” noemen; de kortere, flexibele opleiding, die “ICT-Flex ” heet (je komt ook de naam “ICT BOL/BBL Flex” wel tegen).
BOL en BBL De afkorting BOL staat voor “Beroeps Opleidende Leerweg” en dat betekent dat je “normaal” naar school gaat. De andere leerweg die we kennen heet BBL en dat betekent “Beroeps Begeleidende Leerweg”. Die manier van studeren is alleen voor studenten die al werken in de ICT. Zo’n student noemen we een “BBL-er”. Een BBL-er werkt vier dagen in de week en komt één dag naar school om te studeren. Jij bent dus óf een BOL-er (je hebt geen werk in de ICT) óf een BBL-er. Je begrijpt dat voor BOLers en BBL-ers verschillende regels kunnen gelden. Bijvoorbeeld: een BOL-er gaat op stage om praktijkervaring op te doen, een BBL-er niet (want die doet in zijn werk al praktijkervaring op). Je kunt tijdens de opleiding veranderen van BOL-er in BBL-er en omgekeerd. Het komt voor dat een “gewone” BOL-er aan het eind van zijn of haar stage een baan krijgt bij het stagebedrijf. Hij (of zij) wordt dan BBL-er: vier dagen werken, één dag studeren. Het omgekeerde komt (helaas) ook voor: een BBL-er kan zijn of haar baan kwijt raken en gaat dan als “gewone” BOLstudent verder. Stage heet trouwens bij ons BPV (van Beroeps Praktijk Vorming) en die naam zullen we verder ook gebruiken.
ICT-Flex Bij ICT-Flex werkt een team docenten, dat opleidingen verzorgt voor drie ICT-beroepen: Medewerker ICT Medewerker Beheer ICT ICT-beheerder (met ICT-beheerder en de specialisten opleiding Netwerkbeheerder als uitstroom) Alleen bij ICT-Flex kun je de opleiding tot Medewerker ICT volgen. Alle BBL-studenten studeren ook bij ICT-Flex . ICT-Flex verzorgt ook de specialistenopleiding Applicatieontwikkelaar, maar in principe alleen voor BBL-studenten.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
6
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
“Les” ICT-Flex heet niet voor niets zo: de opleidingen zijn erg flexibel en daarom zetten we “les” ook tussen aanhalingstekens. Bij ICT-Flex moet je zelf actief kennis verzamelen en verwerven: gezellig op de laatste bank in de ruimte gaan zitten en de leraar het werk laten doen is er niet bij! Daarover lees je verderop in dit boekje meer.
Kijk terug Je hebt dit hoofdstuk goed gelezen en je zou dus nu iets moeten weten. Ga voor jezelf na of je… weet hoe deze school heet… weet wat voor soort school het is… weet wat een BOL-er is… weet wat een BBL-er is… weet of je een BOL-er of een BBL-er bent… weet waarom onze unit ICT-Flex heet… weet voor welke beroepen ICT-Flex opleidt… snapt waarom ICT-Flex ook wel “ICT BOL/BBL Flex” genoemd wordt… Het antwoord op deze vragen kun je alleen weten als je alles wat in dit hoofdstuk staat begrijpt. Ga daarom voor jezelf na of je weet wat er bedoeld wordt met… ICT-Flex is een zelfstandige unit binnen het ICT-Lyceum je leert veel over alle aspecten van het ICT-vak
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
7
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Op niveau Er zijn opleidingen voor ICT-beroepen op drie niveaus Niveau 2: Medewerker ICT Niveau 3: Medewerker beheer ICT Niveau 4: ICT-beheerder, Netwerkbeheerder en Applicatieontwikkelaar Hoe hoger het niveau, hoe zwaarder de studie. Zwaarder kan betekenen: meer weten, meer kunnen. Zwaarder kan ook betekenen: andere, meer ingewikkelde dingen weten en kunnen. Voor niveau 3 studenten zijn de niveau 2 en 4 opleiding in dit stadium niet belangrijk, dus daarover zeggen we hier niets.
Niveau 2: Medewerker ICT De Medewerker ICT doen een opleiding op niveau 2. Dat kan in twee jaar, maar je kunt het ook sneller afronden. De opleiding bestaat elk jaar uit een drie periodes theorie en een kwart jaar (één periode) BPV. Als je de opleiding niet binnen de gestelde 2 jaar kan afronden is het mogelijk om hier langer over te doen. Dit kan wel inhouden dat je nog een keer op stage moet. Als Medewerker ICT bouw je informatiesystemen en installeer je hard- en software op standalone PC’s. Je bent in staat storingen op te sporen en te verhelpen. Het ondersteunen van de gebruikers behoort tot jouw taak. Je gaat op een zorgvuldige manier met informatie om, wat betekent dat je o.a. verantwoordelijk bent voor het maken van back-ups.
Verder Als je een niveau-2 diploma hebt kun je doorstromen naar een ICT-opleiding op niveau 3. Het ICT-Flex team is van mening dat dat eigenlijk standaard is aangezien er te weinig werk is met een niveau 2 diploma. Het kan natuurlijk zo zijn dat je besluit niet door te gaan in de ICT. In dat geval heb je met je niveau 2 diploma wel een startkwalificatie, zoals de overheid dat eist, en kun je ergens anders starten bij een niveau 3 opleiding.
Niveau 3: Medewerker Beheer ICT De Medewerker beheer ICT doen een opleiding op niveau 3. Dat kan in twee jaar, maar dan moet je wel stevig doorwerken. De opleiding bestaat elk jaar uit een half jaar theorie en een half jaar BPV. Als je de opleiding niet binnen de gestelde 2 jaar kan afronden is het mogelijk om hier langer over te doen. Dit kan wel inhouden dat je in dat 3e jaar nog een keer stage moet lopen. Als Medewerker Beheer ICT bouw je informatiesystemen en installeer je hard- en software op stand-alone PC’s en eenvoudige netwerken. Je bent in staat storingen op te sporen en te verhelpen. Het ondersteunen van de gebruikers behoort tot jouw taak. Je gaat op een zorgvuldige manier met informatie om, wat betekent dat je o.a. verantwoordelijk bent voor het maken van back-ups.
Verder Als je een niveau-3 diploma hebt kun je doorstromen naar een ICT-opleiding op niveau 4. Er zijn op niveau-4 verschillende richtingen mogelijk. De mogelijkheden op niveau 4 zijn Systeembeheerder (of ICT Beheerder), Netwerkbeheerder en Applicatieontwikkelaar. Systeembeheerder en Netwerkbeheerder kunnen zowel in BOL als in de BBL-variant gevolgd
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
8
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
worden, de opleiding Applicatieontwikkelaar kan bij ICT-Flex alleen in de BBL-variant gevolgd worden.
Niveau 4: ICT Beheerder en Netwerkbeheerder Wat moet een ICT-beheerder niveau 4 kunnen? De ICT-beheerder is een ICT-generalist die fungeert als spil binnen de afdeling ICT. Hij houdt zich hier primair bezig met het beheer, de beveiliging en het onderhoud van het informatiesysteem. Van netwerken, computers en printers tot faxen en telefoons: hij zorgt ervoor dat deze werken. De ICT-beheerder houdt steeds goed bij welke nieuwe producten op de markt komen, om ervoor te zorgen dat het informatiesysteem binnen het bedrijf up-to-date blijft. De ICT-beheerder moet goed weten wat hij doet, berekeningen maken en vooruitkijken. Een ICT-beheerder werkt niet alleen en geeft vaak leiding aan een team van ICT-medewerkers. Vaak moet hij van alles tegelijk doen. Wat kost een nieuwe techniek? Is het nodig dat een nieuw product wordt gekocht? Is er niet ergens een goedkopere oplossing te vinden? Zulke vragen kan een ICT-beheerder alleen beantwoorden als hij veel van ICT weet. De ICTbeheerder werkt de hele dag samen met andere mensen. Soms weten ze veel van ICT, maar het kan ook best zijn dat ze er helemaal niets vanaf weten. Dan moet de ICT-beheerder ze rustig uit kunnen leggen wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren.
Wat moet een netwerkbeheerder niveau 4 kunnen? De netwerkbeheerder richt zich primair op het onderhoud, het beheer en de beveiliging van kleine tot middelgrote hybride netwerken. Medewerkers maken namelijk de gehele dag gebruik van het netwerk. Ze maken documenten, versturen e-mails, geven presentaties en voeren telefoongesprekken. Het netwerk verbindt hen met elkaar en met het internet, ook draadloos. Vanuit zijn specialisme adviseert hij collega's en/of opdrachtgevers. Om optimaal te kunnen functioneren is het voor de netwerkbeheerder van groot belang om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het vakgebied. De netwerkbeheerder kan goed samenwerken. Hij heeft verstand van telecommunicatie en internet, maar uiteraard ook van netwerken inclusief de beveiliging daarvan.
Nog verder Misschien heb je behoefte om naast ICT ook ander dingen te leren zoals ondernemen of wil je iets met elektronica doen. Binnen Deltion is veel mogelijk, vraag je begeleider naar de mogelijkheden.
Terugkijken Als je weet wat… met het woord niveau bedoeld wordt… de woorden hardware, software en netwerk betekenen moet je in dit hoofdstuk geleerd hebben… welke drie opleidingsniveaus er zijn… welke 4 opleidingen wij aanbieden… wat het beroep van een ICT ‘er zo ongeveer inhoudt…
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
9
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
wat je in grote lijnen moet weten en kunnen als ICT ’er… welke capaciteiten je moet hebben om ICT ‘er te kunnen worden… hoe lang de opleiding duurt (als je stevig doorwerkt)… waar je na niveau 2 (of 3) nog verder kunt studeren...
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
10
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Het diploma, een vreemd begin? Het lijkt misschien vreemd om ermee te beginnen, maar het is natuurlijk wel het doel van al jouw moeite: het diploma. De belangrijkste vraag is: “Hoe kom ik aan het diploma?” Het antwoord is simpel: door te bewijzen dat je een competente Medewerker ICT (niveau 2), Medewerker Beheer ICT (niveau 3) of ICT Beheerder / Netwerkbeheerder (niveau 4) bent. Maar van zo’n antwoord word je natuurlijk niet vreselijk veel wijzer!
Kwalificatiedossier In de eerste plaats is de vraag: wat is dat dan, een “competente ICT-er”? Het antwoord op die vraag vind je in het zogenaamde kwalificatiedossier: een document waarin het beroep van ICT-er beschreven staat. Je kunt deze documenten vinden op de website http://www.kwalificatiesmbo.nl/
Kerntaken… De opstellers van de kwalificatiedossiers hebben eerst naar de inhoud van het werk gekeken: wat doet de medewerker (beheer) ICT of wat moet hij of zij (kunnen) doen? Dat levert per ICT-beroep een paar kerntaken op: de belangrijkste activiteiten van/ in het beroep. Een voorbeeld: bij de beide opleidingen, Medewerker ICT en Medewerker Beheer ICT ziet men de volgende kerntaken: Installeren van Hard- en Software Onderhouden en beheren van hard- en software Ondersteunen van systeemgebruikers Dat zijn dus in (heel) grote lijnen de dingen die je moet kunnen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
11
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
…en werkprocessen De kerntaken zijn wel erg globaal, daarom zijn de schrijvers van het dossier een stap verder gegaan: elke kerntaak hebben ze uiteengerafeld in een serie werkprocessen: Kerntaken
Installeren van hard- en software
Onderhouden en beheren van hard- en software
Werkproces 1. Assembleren van systemen
2 en 3
2. Demonteren van systemen
2
3. Installeren en configureren van systemen en standaard applicaties
2 en 3
4. Realiseren van de bekabelingsinfrastructuur
2 en 3
1. Voorkomen van (ver)storingen
2 en 3
2. Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen
2 en 3
1. Instrueren van gebruikers Ondersteunen van systeem-gebruikers
Niveau
3
2. In behandeling nemen van incidentmeldingen
2 en 3
3. Afhandelen van incidentmeldingen
2 en 3
Helemaal precies weet je nu nog niet wat er van je verwacht wordt, maar het wordt al een beetje duidelijker! Waar het nu om gaat in de opleiding is dat je leert alle werkprocessen goed uit te voeren. We zeggen: je moet een werkproces beheersen. En om een diploma te krijgen moet je bewijzen dat je alle processen beheerst. En dat natuurlijk op het niveau van jouw eigen studie.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
12
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
ICT Beheerder Overzicht van de kerntaken en werkprocessen
De kerntaken zijn de kenmerkende activiteiten voor het beroep. Binnen een kerntaak worden verschillende beroepshandelingen uitgevoerd, de zogenoemde werkprocessen.
1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 1.1. Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast 1.2. Maakt een functioneel ontwerp 1.3. Maakt een technisch ontwerp 1.4. Maakt een plan van aanpak 1.5. Realiseert een testomgeving 2. Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 2.1. Levert een bijdrage aan het implementatieplan 2.2. Implementeert het informatie- of mediasysteem 2.3. Biedt ondersteuning bij de acceptatietest 2.4. Evalueert de implementatie 3. Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 3.1. Voorkomt (ver)storingen 3.2. Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen 3.3. Behandelt en handelt incidentmeldingen af 3.4. Stelt procedures op en bewaakt deze 3.5. Beveiligt het informatie- of mediasysteem 4. Organiseren van een (bestaande) servicedesk 4.1. Onderhoudt een servicedesk 4.2. Beheert een servicedesk 4.3. Stelt gebruikersinstructies op
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
13
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Netwerkbeheerder Overzicht van de kerntaken en werkprocessen De kerntaken zijn de kenmerkende activiteiten voor het beroep. Binnen een kerntaak worden verschillende beroepshandelingen uitgevoerd, de zogenoemde werkprocessen. 1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 1.1. Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast 1.2. Maakt een functioneel ontwerp 1.3. Maakt een technisch ontwerp 1.4. Maakt een plan van aanpak 1.5. Realiseert een testomgeving 2. Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 2.1. Levert een bijdrage aan het implementatieplan 2.2. Implementeert het informatie- of mediasysteem 2.3. Biedt ondersteuning bij de acceptatietest 2.4. Evalueert de implementatie 3. Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen 3.1. Voorkomt (ver)storingen 3.2. Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen 3.3. n.v.t. 3.4. Stelt procedures op en bewaakt deze 3.5. Beveiligt het informatie- of mediasysteem
Competenties Een werkproces beheers je pas als je genoeg weet, genoeg kunt én je op een passende manier gedraagt. Als er van je gezegd wordt dat je “competent” bent, betekent dat, dat je genoeg weet en kunt. Een competente scooterrijder weet wat alle verkeerstekens betekenen en hoe de regels in het verkeer zijn. Hij weet hoe hij zijn scooter moet starten, laten rijden en stoppen. Hij wéét dat niet alleen, hij kán het ook. Maar competent zijn betekent méér. Je bent pas competent als je ook doet wat er gedaan moet worden. De competente scooterrijder houdt zich aan de verkeersregels, is voorzichtig, ziet de gevaren voor zichzelf en voor anderen. En wat ook heel belangrijk is: je moet van alles tegelijkertijd kunnen!
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
14
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
De opstellers van de kwalificatiedossiers hebben een lijst opgesteld van alle competenties. Een paar voorbeelden (op de lijst staan er in totaal 25): Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Bij deze competenties kun je je vast wel iets voorstellen!
Werkprocessen en competenties De volgende stap is: welke competenties moet je hebben om een werkproces te beheersen? Dat wordt dus per werkproces een lijstje competenties. Weer een niveau-3-voorbeeld: bij het werkproces “Installeren en configureren van systemen” zijn dit de competenties: Formuleren en rapporteren: Nauwkeurig en volledig rapporteren Vakdeskundigheid toepassen: vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden en gevoel voor ruimte en richting tonen Materialen en middelen inzetten: geschikte materialen en middelen kiezen, materialen en middelen doeltreffend en doelmatig gebruiken, goed zorg dragen voor materialen en middelen Analyseren: oplossingen voor problemen bedenken, conclusies trekken, verbanden leggen Creëren en innoveren: verandering zoeken en introduceren Kwaliteit leveren: kwaliteitsniveaus halen, productiviteitsniveaus halen, systematisch werken Instructies en procedures opvolgen: werken conform voorgeschreven procedures en veiligheidsvoorschriften Dat is dus heel wat! In de kwalificatiedossiers kun je ook nog lezen wat er bedoeld wordt. Bij: “Kwaliteit leveren” bedoelen ze bijvoorbeeld dit: De medewerker beheer ICT pakt het werk ordelijk en systematisch aan en gebruikt zoveel mogelijk beproefde methoden zodat het installeren, configureren en testen van systemen in één keer goed en correct uitgevoerd wordt, de productiviteitsnormen gehaald worden en het opgeleverde informatiesysteem optimaal functioneert. In normale woorden: geen geklungel, maar vakwerk!
Kennis en vaardigheden Wat je in het lijstje competenties niet ziet, is dat je iets moet weten, maar dat is natuurlijk wel logisch: je kunt geen “vakdeskundigheid toepassen” als je die deskundigheid niet hebt! Zo kun je ook geen dingen doen als je niet weet hoe je ze moet doen en als je de vaardigheid niet hebt om ze te doen. De basis van alle competenties is dus kennis en kunde!
Hoe gaan we je dat leren? Bij ICT-Flex leer je competent te worden door de vakken die we je aanbieden te volgen. Zo’n vak is bijvoorbeeld “Software”: kennis die je nodig hebt voor bijna alle werkprocessen als medewerker beheer ICT. Je leert vaardigheden door te oefenen in de practica van de verschillende vakken. Een router aan de praat krijgen is zo’n vaardigheid. Je oefent dat in het datacommunicatiepracticum. Zo leer je en oefen je delen van werkprocessen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
15
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Je leert competent te worden door hele werkprocessen in de praktijk te oefenen en uit te voeren. Uiteindelijk zul je hele kerntaken moeten uitvoeren.
Studieprogramma In het volgende hoofdstuk lees je hoe dat bij ICT-Flex allemaal in elkaar steekt. Dat hoofdstuk gaat over ons studieprogramma.
Nog meer eisen Met de kerntaken en werkprocessen ben je er nog niet! De maatschappij verwacht van je dat je ook goed kunt functioneren als lid van de samenleving.
LB Wat betekent LB: loopbaan, burgerschap. Ook hier heb je kerntaken en werkprocessen. Die hebben niets te maken met je vak als ICT-er, maar met jou als onder andere werknemer, als student en als consument. LB is bij ICT-Flex een “vak”, waarover je in het volgende hoofdstuk meer leest. Een overzicht van de kerntaken en werkprocessen van LB staat in de laatste bijlage bij dit boekje.
Nederlands, Engels en Rekenen Ook aan je beheersing van het Nederlands, het Engels en Rekenen worden eisen gesteld. Er zijn Europese normen voor taalbeheersing en als MBO-student moet je aan die normen voldoen. Dat geldt voor alle studenten, ongeacht het beroep waarvoor ze studeren. Een overzicht van die eisen staat in de laatste bijlage bij dit boekje.
Diploma En wanneer krijg je het diploma? Als je bewezen hebt dat je alle werkprocessen als competente ICT-er beheerst. Dat kun je doen… • • • •
door het in de praktijk te laten zien, door te slagen voor een proeve van bekwaamheid (een soort examen), door een project uit te voeren… en door bewijsstukken aan te leveren.
In de volgende hoofdstukken krijg je dat precies uitgelegd.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
16
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Terugkijkend… Als je weet wat er bedoeld wordt met… Nee, daar stoppen we nu mee! Je bent nu een competente lezer: je weet dat je iets wat je niet begrijpt moet opzoeken of navragen, voordat je verder gaat. En je doet dat ook, dus dat hoeft niet meer iedere keer gezegd te worden. In dit hoofdstuk heb je geleerd… wat een kwalificatiedossier is en waar je er een kunt vinden… wat kerntaken en werkprocessen zijn… wat het wil zeggen als iemand competent is… waar je kunt vinden welke competenties er zijn… waarom je kennis en vaardigheden nodig hebt… hoe je competent kunt worden en… wat er nog meer van je verlangd wordt… bij LB… en bij Nederlands, Engels en Rekenen… op welke manieren je bewijzen kunt dat je competent bent.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
17
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Het studieprogramma Op weg om een competente ICT-medewerker te worden moet je dus werkprocessen leren beheersen en competenties verwerven. Competent worden kun je niet zonder kennis en vaardigheden. Om kennis te krijgen moet je leren en om vaardigheden te verwerven moet je oefenen. Dat doen we op school. We hebben alles wat er geleerd en geoefend moet worden in (school)vakken opgedeeld, zodat de opleiding overzichtelijk wordt.
Vakkennis en vaardigheden Sommige vakken hebben direct te maken met het beroep van ICT-er. Dat is bijvoorbeeld heel duidelijk voor… • • • •
Hardware Software Datacommunicatie ECDL
Door de opdrachten die je voor deze vakken doet, krijg je vakkennis en, omdat je veel moet doen, ook vaardigheid.
Andere vakken Naast de vakken waarmee je praktische ICT-vakkennis en vaardigheden leert, zijn er een paar algemene vakken. Dat zijn o.a.: • • •
Nederlands, Engels en Rekenen BPV-opdrachten Loopbaan en Burgerschap (LB)
Wat je in deze vakken leert heb je bij al je werk in de ICT nodig.
Nederlands, Engels en Rekenen Nederlands, Engels en Rekenen horen tot wat men in de ICT "Soft Skills" noemt. Skills is Engels voor vaardigheden. Soft skills is een term die in de ICT gebruikt wordt voor vaardigheden die niet direct met de techniek van de ICT te maken hebben, maar met het omgaan met mensen. Bij Soft Skills gaat het erom dat je goed uit je woorden kunt komen, iets duidelijk uitlegt, goed luistert, de juiste vragen stelt, een foutloos e-mailtje kunt sturen, een formulier correct kunt invullen, een handboek kunt lezen, de juiste informatie kunt vinden. Ook in het Engels. En, op een wat hoger niveau: een onderzoek doen, een rapport schrijven, een advies samenstellen en dat presenteren, een project documenteren, vergaderen. Ook in het Engels.
BPV-opdrachten Tijdens je stage leer je werkprocessen beheersen en werk je aan je competenties, maar BPV is bij ICT-Flex ook een “vak”, waarvoor je een aantal opdrachten moet uitvoeren. Die opdrachten hebben te maken met de organisatie waarin je als stagiair aan het werk bent. Je onderzoekt de organisatie en hoe die organisatie met ICT omgaat.
Loopbaan en burgerschap (LLB) Het “vak” LB is een voor alle MBO-studenten verplicht onderdeel van de studie. Het gaat over jou in onze samenleving (maatschappij), bijvoorbeeld…
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
18
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
• • •
Jij als student... Jij als werknemer… Jij als consument.
LB gaat over dingen als leren en je schoolcarrière plannen, maar ook over politiek, consumentenrechten, werknemerszaken zoals ARBO en medezeggenschap en gezondheid.
Sport Het Deltion College biedt je ook de mogelijkheid aan sport te doen. Bewegen is natuurlijk goed voor je gezondheid, maar sporten is ook om andere redenen belangrijk voor beroepsopleidingen. Bij het sporten kun je individuele competenties ontwikkelen of verbeteren. Doorzettingsvermogen, bijvoorbeeld: een hardloper leert steeds beter vol te houden, niet het bijltje erbij neer te gooien. Je niet door tegenslagen uit het veld laten slaan is er ook zo een. Teamsporten zijn goed voor het ontwikkelen en verbeteren van competenties die te maken hebben met samenwerken. Werken als lid van een team, leiding aanvaarden en leiding geven, kritiek krijgen en opbouwende kritiek geven, het zijn allemaal dingen die in de sport een rol spelen en die je in je beroep ook tegenkomt. Daarom is sport een verplicht onderdeel voor alle Deltion-BOL-studenten. Je kunt sporten in het Deltion Sport Expertise Centrum ofwel kortweg SportEC. Verderop lees je er meer over in de paragraaf over SportEC.
Tijdpad In de tijd uitgezet ziet de opleiding Medewerker ICT er als volgt uit: JAAR 1 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
School
BPV
JAAR 2 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
School
BPV
Het kan zijn dat je eerder op stage kan en mag. Ook kan het zijn dat je je de ICT-competenties reeds hebt aangetoond en in het tweede jaar niet meer op stage hoeft. In de tijd uitgezet ziet de opleiding Medewerker Beheer ICT er als volgt uit: JAAR 1 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
BPV
BPV
JAAR 2 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
BPV
BPV
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
19
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
In de tijd uitgezet ziet de opleiding ICT Beheerder/Netwerkbeheerder er als volgt uit: JAAR 1 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
School
School
JAAR 2 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
BPV
BPV
School
School
JAAR 3 Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
School
School
BPV
BPV
Deze plaatjes van de opleidingen mag je zien als uitgangspunt: dit is waarnaar we streven, maar we passen het individueel aan. Afhankelijk van je kennis, vaardigheden en beroepshouding kun je vroeger of later op stage (BPV) gaan. Bovendien proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met persoonlijke omstandigheden, maar... Je bent verplicht op BPV te gaan als je studieloopbaanbegeleider dat nodig of wenselijk vindt… Je bent verplicht je aan de regels voor BPV te houden: een periode van een half schooljaar, vijf dagen per week, 40 of 36 uur per week. De BPV is dus niet zo flexibel!
Terugblik Kun je nu uitleggen of beschrijven… wat we bedoelen met vakken… met welke vakken je aan je vakkennis werkt… waarom de BPV bij ICT-Flex ook een “vak” is… wat de afkorting LLB betekent en wat dat “vak” inhoudt… waarom er Sport in de opleiding zit… Hoe de opleiding in de tijd gezien opgezet is… Wat je BPV-verplichtingen zijn.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
20
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Docenten en begeleiders “We” zijn al vaak ter sprake gekomen in dit boekje en langzaam wordt het tijd wat langer stil te blijven staan bij ons, de docenten van het ICT-Flex team.
Onze taken De docenten van het ICT-Flex team hebben verschillende taken: • • • • •
Ze maken de opleidingen: de docenten hebben het studieprogramma bedacht, de trajecten en modulen opgezet, materiaal verzameld… Ze geven de opleidingen door les te geven, workshops te organiseren, taken en opdrachten te geven, vragen te beantwoorden… Ze begeleiden de studenten bij hun studie door gesprekken met ze te voeren, te helpen met het maken van plannen, de voortgang te controleren, afspraken te maken, oplossingen te zoeken bij studieproblemen… Ze beoordelen de studenten door toetsen te geven en na te kijken, door werkstukken te beoordelen, verslagen na te kijken… Drie van deze taken worden door vakdocenten gedaan, ieder op zijn eigen terrein: maken, geven en beoordelen. Eén taak doet een docent niet vanuit zijn vak: de studiebegeleiding.
Vakdocenten De vakdocenten zijn vakmensen op hun gebied. Zo zijn er docenten die gespecialiseerd zijn in hardware. Zij leren je bijvoorbeeld hoe je een computer samenstelt en bouwt, welk gereedschap je moet gebruiken en hoe je veilig moet werken. Een paar vakgebieden zijn: • • • • •
Hardware Software Datacommunicatie Servicedesk ECDL
Er zijn ook echte specialismen, bijvoorbeeld (maak je maar geen zorgen als je niet weet wat deze afkortingen betekenen): • • •
PHP VBA HTML
In het team zitten ook vakdocenten op heel andere gebieden, bijvoorbeeld: • • •
Nederlands Engels Projectmanagement
Op onze website kun je zien welke docenten welk ‘vak’ geven en waar je dus moet zijn met vak gerelateerde vragen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
21
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Jij en de vakdocent De vakdocent is verantwoordelijk voor alle modulen, taken en opdrachten op zijn vakgebied én voor de beoordeling van al jouw werk op zijn terrein. De vakdocent organiseert workshops over bepaalde onderwerpen en geeft soms “gewoon” les. Met alle vragen over een vakgebied ga je naar een van de vakdocenten. Het is logisch dat de “docent hardware” je het beste kan helpen als het om hardware gaat en dat je je het beste kunt laten helpen door de “docent Engels” als je problemen hebt met het schrijven van een emailbericht in het Engels. De vakdocent beoordeelt ook jouw werk op zijn terrein. Als je als opdracht krijgt een sollicitatiebrief met c.v. te maken in het Nederlands, lever je die in bij de “docent Nederlands”. Hij beoordeelt of jouw werk voldoende is gemaakt. Elke andere docent kan en mag deze opdracht dan aftekenen. Let op: Jij zorgt dan voor het bewijs (=akkoord van de vakdocent).
Begeleiding Naast vakdocenten heb je ook begeleiders. Een begeleider is één van de (vak)docenten van het ICT-Flex team, die je helpt bij je studie zonder op de eerste plaats aan zijn eigen vak te denken. Omdat je deze begeleider tijdens de hele tijd dat je studeert, voor Medewerker Beheer, houdt, noemen we hem jouw studieloopbaanbegeleider. Hij begeleidt je vanaf de eerste dag van je opleiding tot aan je diploma. Wie je studieloopbaanbegeleider is hoor je aan het begin van je studie. Je moet zo snel mogelijk kennis met hem maken, zodat je niet alleen de naam van je begeleider kent, maar ook zijn gezicht. En je moet natuurlijk zorgen dat je weet hoe, waar en wanneer je hem bereiken kunt.
Wat doet jouw studieloopbaanbegeleider? Jouw studieloopbaanbegeleider maakt samen met jou een plan: wat ga je wanneer doen? Dat plan heet het POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan of Persoonlijk Opleidings Plan) en je leest er meer over in het volgende hoofdstuk van dit boekje. Het POP is een soort afspraak tussen jou en je studieloopbaanbegeleider. Van het moment dat het POP klaar is, ga je samen met de studieloopbaanbegeleider kijken of je volgens dat plan werkt. De studieloopbaanbegeleider nodigt je regelmatig uit voor een gesprek, waarin jullie samen doornemen… • • • • •
hoe je vordert… of je volgens plan werkt… of de resultaten goed zijn… of er problemen zijn… en zo ja wat daaraan gedaan kan worden
In elk gesprek worden afspraken gemaakt, die netjes op papier worden gezet. Je maakt met je loopbaanbegeleider een afspraak wie dat doet. En in het volgende gesprek bekijk je samen met je begeleider wat er van die afspraken terecht is gekomen. Je studieloopbaanbegeleider is er om je te helpen, daar moet je van uitgaan. Hij probeert je te helpen om je opleiding in de kortst mogelijke tijd te doorlopen. Hij helpt oplossingen te zoeken als je studieproblemen hebt.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
22
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Initiatief In het begin zal je studieloopbaanbegeleider je uitnodigen voor een kort gesprek. Later, als je hebt laten zien dat je zelfstandig kunt werken en goede vorderingen maakt, doet hij dat minder vaak. Maar je kunt natuurlijk ook zelf het initiatief nemen. Als je hulp, advies of begeleiding nodig hebt, regel je een afspraak met je begeleider. Je kunt erin de meeste gevallen op rekenen dat je binnen een week een gesprek met hem hebt en in spoedgevallen binnen twee dagen. Natuurlijk hoef je de studieloopbaanbegeleider niet altijd persoonlijk te spreken. Je mag hem ook altijd e-mailen. Moet je wel zorgen dat je zijn e-mailadres hebt! Van niveau 3 studenten wordt anders dan bij niveau 2 studenten verwacht dat zij meer initiatief nemen. Met name bij het maken van een afspraak voor een gesprek en het op de hoogte houden van vorderingen e.d. moet de student initiatief nemen. Dit doen we zo omdat dat ook past bij het profiel van een niveau 3 student. Voor niveau 4 studenten geldt dat nog sterker.
Beoordeling Eerder las je al dat alle beoordelingen door de vakdocenten worden gedaan. Je studieloopbaanbegeleider is wat dat betreft neutraal. Er is maar één ding dat door de begeleider beoordeeld wordt: de beroepshouding. Meer over die beoordeling lees je in het document “Beroepshouding” achter in dit boekje.
Opleidingsmanager Het ICT Lyceum staat onder leiding van een opleidingsmanager. De opleidingsmanager mag je zien als de “baas” van de ICT-Flex docenten. Als je dus de baas zelf wilt spreken, moet je bij onze opleidingsmanager zijn. De opleidingsmanager weet het meeste van de organisatie van het Deltion College en van de regels en procedures binnen de school. Daarvoor moet je dus bij hem zijn. Maar val hem niet te snel lastig: als het per e-mail kan werkt dat voor jou en voor hem beter! De opleidingsmanager zit ook in de examencommissie. Als je het met een beoordeling niet eens bent, of als je vindt dat een docent (of je studieloopbaanbegeleider) zich niet aan de regels of afspraken houdt, moet je bij onze opleidingsmanager zijn. Wel eerst proberen om het samen met je docent en begeleider zelf op te lossen, natuurlijk!
Kijk achterom Dit moet je na dit hoofdstuk zeker weten: welke vier taken onze docenten hebben… wat we bedoelen met vakdocenten en vakgebieden… met welke zaken je naar een vakdocent gaat… wat een studieloopbaanbegeleider is en waarom hij zo heet… waarover de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider gaan… wie het initiatief voor zo’n gesprek neemt… met welke zaken je bij je studieloopbaanbegeleider moet zijn… wat de opleidingsmanager doet en wat jij met hem te maken hebt… hoe je met docenten en begeleider kunt communiceren…
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
23
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
POP en Voortgang Zolang je bij ICT-Flex studeert, wordt er informatie over jou en je studie vastgelegd. Dit hoofdstuk gaat over dingen die daarmee te maken hebben: • •
Het Persoonlijk Opleidings Plan (ook wel Persoonlijk Ontwikkelings Plan genoemd) of kortweg POP Het dossier
Wat is een POP en hoe kom je eraan? Zoals de naam al zegt is het persoonlijk opleidingsplan een plan. In dat plan staat… • • •
wat... wanneer en… hoe…
jij van plan bent bij ICT-Flex te studeren. Het is dus jouw plan. Je maakt dat plan samen met je eigen studieloopbaanbegeleider. Dat doe je tijdens je eerste POP-gesprek, dat je met je studieloopbaanbegeleider hebt. Na dit gesprek zet jij jouw POP op papier en levert het in bij je studieloopbaanbegeleider. Je studieloopbaanbegeleider kijkt of alles wat jullie hebben afgesproken goed op papier staat en als hij met je plan akkoord gaat, wordt het in je dossier opgeborgen. Over het dossier hebben we het later nog.
Wat staat er in een POP? Zoals gezegd staat in jouw POP wat, wanneer en hoe je wilt studeren. Er kan bijvoorbeeld dit in staan:
Ik begin met de opleiding Medewerker Beheer ICT. Die opleiding wil ik in twee jaar doen. Ik kom daarvoor 4 dagen per week naar school. Op de overige dagen besteed ik gemiddeld ten minste 2 uur per dag aan mijn studie. Als ik het diploma gehaald hebt ga ik door met de opleiding Netwerkbeheer. Deze opleiding wil ik in 1 jaar doen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
24
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Je kunt het plan ook gedetailleerder maken, b.v. zo: Activiteit
Begin
Klaar
Hardware en Software
September Januari 2013 2014
ECDL
September December 2013 2013
Eerste BPV-periode
Januari 2014
Juni 2014
In het plan moeten natuurlijk alle onderdelen staan die bij je opleiding horen, maar er kunnen ook extra dingen in staan, bijvoorbeeld: extra aandacht voor iets waar je moeite mee hebt (bijvoorbeeld spreken in het Engels)… een vak uit een andere opleiding volgen (bijvoorbeeld omdat je graag de commerciële kant op wilt)… iets extra’s doen dat niet in de opleiding zit, maar wel je kansen op een baan vergroot (bijvoorbeeld een website leren maken en onderhouden)
POP en dan? Je POP verdwijnt niet in een la om daarna vergeten te worden. Jij en je studieloopbaanbegeleider hebben regelmatig een POP-gesprek. Je bespreekt dan of jouw vorderingen kloppen met wat je in je plan hebt gezet. Neem zelf initiatief! Het hoort bij een juiste beroepshouding dat je zelfverantwoording aflegt. Door open en eerlijk te communiceren kan jouw begeleider rekening met jou, en jouw situatie, houden. Misschien komen je studieloopbaanbegeleider en jij tot de conclusie dat je POP aangepast moet worden. Iedere keer als je POP verandert, maak je een nieuw plan, dat weer door je studieloopbaanbegeleider goedgekeurd moet worden. Daarna gaat het in je dossier (en het oude plan gaat eruit).
Dossier Een dossier is verzameling bewijsstukken (werkstukken, certificaten, diploma's, beoordelingsformulieren) die gebruikt worden om te bewijzen dat je iets beheerst of een bepaalde competentie bezit. Ook jouw gegeven en intakeformulier zitten in dit dossier. Het is een map (in de ladekast in het kantoor van ICT-Flex), waarin jij alles bewaart wat je de moeite waard vindt om te laten zien: • • • •
Je POP… Jouw werkstukken, verslagen, presentaties… Een kopie van je certificaten, diploma’s, cijferlijsten, getuigschriften… En verder alles wat belangrijk is
Er zijn opdrachten tijdens je studie die worden aangegeven met “Bewijsstuk”. Deze opdrachten, meestal een overzicht, resultaat of een certificaat, komen dus in je dossier.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
25
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Kijk terug Heb je geleerd…? wat de afkorting POP betekent… wat de bedoeling van het POP is… wie het POP maakt… wanneer het POP veranderd wordt… waar jouw POP bewaard wordt… waar het dossier bewaard wordt… En heb je voorbeelden gevonden die voor jouw studie gelden?
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
26
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Wat staat je te wachten? In dit hoofdstuk proberen we je een idee te geven van wat je te wachten staat. We hebben het over… • • • • • • • • •
Lessen en klassen Practica en de regels daarvoor Begeleide zelfstudie Workshops Projecten SportEC Leerbedrijf Inschrijven Proeve van Bekwaamheid of Examen
Lessen en klassen Lessen bestaan niet bij ICT-Flex , klassen ook niet. Dat zal wel even wennen zijn, maar het duurt niet lang of je weet niet beter. Bij ICT-Flex kun je vijf dingen doen: • • • • •
een practicum begeleide zelfstudie een workshop een project een Proeve van Bekwaamheid of Examen
Daarnaast doe je een stukje van je studie bij het Deltion SportEC en soms in het ICT-leerbedrijf. Voor al deze mogelijkheden gelden regels, die in dit hoofdstuk uitgelegd worden.
Practica “Hardware” en “Software” zijn voorbeelden van practica. In een practicum ben je zelfstandig aan het werk onder begeleiding van een vakdocent. Je krijgt praktijkopdrachten die je moet uitvoeren. Je doet dat in je eigen tempo. Een practicum wordt gedaan in een practicumruimte. Zo hebben we de “Hardwareruimte” en de “Softwareruimte”. Er is bijvoorbeeld ook een “Datacommunicatie-ruimte”. Omdat er maar een bepaald aantal plaatsen in deze ruimten is, worden de practica “geroosterd”. Om mee te kunnen doen met een practicum, zul je jezelf in moeten schrijven voor deze practica. Hierover later meer in dit hoofdstuk.
Regels De regels voor het werken in de practicumruimten krijg je daar te horen. Twee algemene regels willen we hier alvast geven: Je moet je strikt aan de veiligheidsvoorschriften houden. Alle docenten letten daar streng op! Je raakt je plaats in een praktijkgroep kwijt, als je die plaats niet goed gebruikt.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
27
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
De eerste regel zal wel duidelijk zijn, maar misschien begrijpt je de tweede niet direct. We zeiden het al: er is maar een beperkt aantal plaatsen in de practicumruimten. Jij bezet één van die plaatsen om je practicumopdrachten te doen. Je mag dat in je eigen tempo doen, maar… • • • •
als je niet komt opdagen… als je je tijd verdoet… als je het voorbereidende werk niet doet… als je anderen het werken moeilijk of onmogelijk maakt…
raak je je plaats kwijt. Je kunt dan voorlopig geen praktijkopdrachten maken totdat je weer goedkeuring krijgt van je studieloopbaanbegeleider.
Extra werk Wil je extra werk doen in een practicumruimte? Wil je sneller vooruit door ook buiten het rooster aan je praktijkopdrachten te werken? Alles is bespreekbaar! Overleg met je vakdocent en probeer afspraken te maken. Daarbij geldt maar één algemene regel: jij zet de afspraken op papier. Daarna laat je ze door de vakdocent aftekenen. Je bergt ze op in je dossier.
Begeleide zelfstudie De meeste tijd ben je bij ICT-Flex bezig met zelf studeren. We noemen dat zelfstudie en omdat er altijd een docent in de buurt is, heet het “begeleide zelfstudie”. Wat dat is weet je eigenlijk al, want je bent er nu mee bezig! Ook de begeleide zelfstudie staat op je rooster met de naam “Flex”. Alle uren waarin “Flex” staat, ben je dus met je studie bezig. En ook voor zelfstudie geldt: je bent ook buiten je rooster welkom, zolang er plaats is. Een kwestie van overleggen met je studieloopbaanbegeleider!
Computerwerkplek Zelfstandig studeren kun je in alle studieruimten van ICT-Flex . Je kunt aan een van de tafels gaan zitten of op een computerwerkplek. Je mag je werkplek zelf kiezen, maar alle docenten zijn bevoegd je (om wat voor reden dan ook) een plaats toe te wijzen. Je moet in dat geval op die plaats zitten. Je bent verantwoordelijk voor de werkplek die je hebt gekozen of toegewezen hebt gekregen: zorg dat alles heel en netjes blijft. Is er iets niet in orde? Meld het bij de docent in het studieruimte
Notebook of laptop Studenten met een notebook of laptop moeten gebruik maken van de speciale notebook/laptopplaatsen. Je mag met je notebook of laptop niet ook nog een desktop in beslag nemen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
28
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Regels Voor de werkplekken gelden een paar eenvoudige regels: • • • • • •
een werkplek is een werkplek, géén speelplek… een werkplek is een werkplek, géén chatplek, downloadplek of bioscoopplek… een werkplek is een werkplek en géén praatplek… de werkplek moet netjes gehouden en achtergelaten worden… je houdt je aan de regels die voor ICT-gebruik gelden… je werkt voor jezelf en je moet ook anderen voor zichzelf laten werken.
De computers op de werkplekken in de studieruimten mag je alleen gebruiken om te studeren. Een werkplek bezet houden om spelletjes te spelen of privé te internetten is verboden. Als je niet met de computer werkt, mag je rustig op je werkplek blijven zitten, maar dan zet je het beeldscherm uit. Op de werkplek, in de studieruimten en in de gangen van het ICT-Lyceum mag je niet eten of drinken. Er mag nooit een fles, blik of pak op de werkplek staan, ook geen lege! Er mag géén rommel gemaakt worden en het is logisch dat je je werkplek opgeruimd achterlaat, als je weggaat. Je ‘deelt’ tenslotte deze werkplek met andere ICT-Flex-studenten!
ICT gebruik binnen Deltion Voor het gebruik van de computers gelden algemene regels. Je vindt ze in het document “ICTgebruik”. Dit document vind je op de ICT-Flex website en je kunt het ook bij de docenten krijgen. Voor het gebruik van E-mail, netwerkopslagruimte en afdrukken is er het document “Handleiding computergebruik”. Omdat dit document regelmatig veranderd kun je de nieuwste versie downloaden van de ICT-Flex website (www.ict-flex.nl). Dan nog een belangrijke regel: Je werkt voor jezelf en je moet de anderen ook de kans geven voor zichzelf te werken. Anders gezegd: je mag je collega-studenten niet van het werk houden en niet storen. Zoek de documenten “ICT-gebruik” en “Over computers en zaken die ermee te maken hebben” op en neem ze goed door.
Workshops We hebben dan wel geen “gewone lessen” bij ICT-Flex , dat betekent nog niet dat we nooit met een groep bij elkaar komen om naar een docent te luisteren. De vakdocenten organiseren “workshops”, waarin ze delen van de stof die je moet leren, behandelen. Workshops zijn (meestal) vrijwillig: je hoeft er niet naar toe, maar het mag wel. Je gaat alleen naar een workshop als je denkt er iets te kunnen leren. De vakdocent Nederlands organiseert bijvoorbeeld een workshop “Sollicitatiegesprekken”. Jij denkt: “Dat heb ik al zo vaak gedaan. Dat kan ik wel!” Dan ga je niet naar die workshop (mooi weer een uur tijd voor zelfstudie!). Maar als je denkt dat je zo’n workshop goed kunt gebruiken, ga je natuurlijk wél.
Intekenen Maar pas op, dat gaat wel volgens regels! De vakdocent laat weten (via de website of persoonlijk) wat er behandeld wordt, wanneer en waar de workshop plaatsvindt en hoe je je
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
29
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
kunt aanmelden. Soms staat er ook bij hoeveel studenten er moeten inschrijven om de workshop door te laten gaan. Houd altijd onze website (www.ict-flex.nl) in de gaten!
Verplichte workshops Zoals gezegd, de workshops zijn vrijwillig, maar ook hier is er een uitzondering. Jouw studieloopbaanbegeleider of de vakdocent kan je verplichten een of meer workshops te volgen.
Projecten De vierde bezigheid van de ICT-Flex studenten is het werken aan een project. In jouw studie zitten kleine en grote projecten, die je individueel of met een projectgroep uitvoert. Dat kan binnen de school zijn, maar ook daarbuiten. Omdat de projecten zo verschillend zijn, kunnen we er hier weinig over zeggen. Bij elk project krijg je het hoe, wat en wanneer te horen van de begeleidende docent of docenten.
Sport Expertise Centrum Het Sport Expertisecentrum of kortweg SportEC is de plaats binnen het Deltion College waar je kunt sporten. Voor alle BOL-studenten (ook de ICT-Flex studenten die de Beroeps Opleidende Leerweg volgen) is sport een verplicht onderdeel van de opleiding. Op de website van SportEC (www.sportkeuzedeltion.nl) kun je zien op welke uren je bij het SportEC terecht kunt, wat de mogelijkheden zijn en hoe je je aanmeldt of inschrijft. Start niet te laat met sporten, anders krijg je dat je aan het einde van je opleiding nog een aantal sportlessen moet volgen terwijl je verder klaar bent. De eerste2 sport clinics (zoals een serie bijeenkomsten van eenzelfde sport genoemd wordt) zijn reeds voor jou ingepland. Houdt hiervoor je email, onze website (www.ict-flex.nl) en de website van sport (www.sportkeuzedeltion.nl) in de gaten.
Leerbedrijf Leren in de praktijk is niet alleen leuker dan leren uit boeken, het is ook beter: in de praktijk leer je vaak sneller en je onthoudt gemakkelijker. Eén van de mogelijkheden om te leren in de praktijk is het leerbedrijf van het ICT-Lyceum. Het leerbedrijf is een onderdeel van de eigen ICT-afdeling van het Deltion College. Je kunt daar leren door te doen: in het leerbedrijf werk je aan de kennis en vaardigheden door in de praktijk de klussen uit te voeren die bij je beroep als ICT-er horen. Dat kan betekenen dat je ergens in de school een printertoner moet vervangen (en daarbij alles moet doen wat bij die klus hoort), maar het kan ook betekenen dat je meewerkt aan de inrichting van een ruimte of het versjouwen van computers. Het leerbedrijf werkt niet alleen binnen het Deltion College, maar ook bij andere organisaties in Zwolle: o.a. Wehkamp en de Isalaklinieken. Het kan dus ook zijn dat je “uitgezonden” wordt naar een van deze organisaties. Leren en werken in het leerbedrijf is niet verplicht. Eventueel kan je studieloopbaanbegeleider je aanmelden, b.v. omdat je te weinig uren hebt gemaakt tijdens de normale stage.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
30
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Inschrijven Wil je een practicum doen, een toets, een PVB of in sommige gevallen een workshop of een project, dan moet je jezelf daarvoor inschrijven. Dit doen we bij ICT-Flex allemaal digitaal. Op onze webpagina (www.ict-flex.nl) zie je een knop “INSCHRIJVEN”. Hier kun je door het opgeven van je naam en een geldig Deltion emailadres (…@st.deltion.nl) kiezen wanneer je wat wilt gaan doen. Let er wel op dat je deze inschrijving nog moet bevestigen. Natuurlijk wordt dit uitgebreid op onze website uitgelegd. Het ICT-team is wel heel streng wat inschrijven betreft: Niet ingeschreven is géén toegang tot het practicum, de toets etc.. En voor alle practica geldt: kom op de afgesproken tijd, anders kom je er niet meer in!
Proeve van Bekwaamheid of Examen Een examen afleggen kennen we allemaal. Bij ICT-Flex doen we dit dus ook. Voor een aantal vakken wordt dit ook echt ‘Examen’ genoemd. Aanmelden voor deze examens kan meestal bij de vakdocent. Maar ieder geval komt dit op de website te staan. Om aan te kunnen tonen dat je een beginnend beroeps beoefenaar bent, en dus de juiste competenties beheerst, zul je voor elke kerntaak een Proeve van Bekwaamheid af moeten leggen. In het kort noemen we dit een PVB. Voor elk PVB mag je één keer zakken! Haal je het de eerste keer niet, dan spreek je je begeleider en maken jullie samen een plan om aan je competenties te werken.
Achteromgekeken… In dit hoofdstuk staat heel wat informatie. Even checken of je alles hebt opgepikt: de mogelijke activiteiten bij ICT-Flex … twee voorbeelden van een practicumruimte… wat er op je rooster staat… de regels voor het gebruik van de practicumruimten… hoe je je plaats in een praktijkles kunt kwijtraken… wie de afspraken over extra werk op papier zet… wat we bedoelen met “begeleide zelfstudie”… hoe je aan een werkplek komt… wanneer je een computerwerkplek mag reserveren en wanneer niet… welke regels voor het gebruik van ICT gelden… wat een workshop is… of een workshop ook verplicht kan zijn… hoe je te weten komt welke workshops er zijn en wanneer… en hoe je zorgt dat je aan een workshop mee mag doen… waarom er over projecten weinig in dit hoofdstuk staat… en hoe je erachter komt welke regels voor projecten gelden… wat SportEC is en wat jij daarmee te maken hebt… wat het leerbedrijf is en waar dat werkt… hoe je jezelf in kan schrijven… wat een examen of PVB is.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
31
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
De dagelijkse gang van zaken Hoe ziet een dag op school er nu uit? We proberen dat hier een beetje duidelijk te maken. Denk er wel aan, dat we hier alleen voorbeelden geven. Je moet altijd zelf kijken wat voor jou concreet geldt.
Rooster Moet je naar school vandaag? Dat zie je op je rooster. Dit is altijd te vinden op onze eigen website (www.ict-flex.nl). Ook kun je de roosters vinden op de centrale rooster pagina van het Deltion College: roosters.deltion.nl Kies de roosters van het ICT-Lyceum. Je kijkt daar bij je opleidingscode (op deze website heet dat “klas”) en vindt er jouw rooster. De opleidingscodes voor beginnende niveau 2 studenten is X2FX1, voor beginnende niveau 3 studenten is dat X3FX1 en voor beginnende niveau 4 studenten is dat X4FX1. Roosterwijzigingen voor een dag vind je niet op de website. Die hoor je op school wel. In principe valt er bij ICT-Flex nooit iets uit: als een docent afwezig is, vangen we zijn taken op. En je kunt natuurlijk altijd zelfstandig verder… Voor mededelingen over roosterwijzigingen bij ICT-Flex ga je naar www.ict-flex .nl. Natuurlijk staan hier ook de standaard rooster van studenten en die van de docenten.
Lesuren… Het hele Deltion College werkt met “lessen” van 45 minuten: 1
2
3
4
5
6 (pauze)
8.30
9.15
10.15
11.00
11.45
12.30
9.15
10.00
11.00
11.45
12.30
13.15
7
8
9
10
11
13.15
14.00
15.00
15.45
16.30
14.00
14.45
15.45
16.30
17.15
Pauze? Er zijn bij ICT-Flex drie verplichte pauzes: • • •
’s morgens van 10:00 tot 10:15 uur tussen de middag van 12:30 tot 13:15 uur ’s middags van 14:45 tot 15:00 uur
Tijdens deze pauzes worden de studieruimten en de practicumruimten waar mogelijk afgesloten. Je mag tijdens deze pauzes naar de kantine van de school of naar de buitenruimten van de school gaan, maar je mag de school niet verlaten, behalve voor de middagpauze mits je op tijd weer terug bent natuurlijk. Deze pauzes gelden voor iedereen en daarom hoef je ze niet op de logboekkaart te vermelden.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
32
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Eigen korte pauzes Als je geconcentreerd studeert of aan de computer werkt, is het verstandig regelmatig korte pauzes te nemen. We raden je aan dat ook te doen. Je moet dat naar eigen inzicht doen, maar wel volgens de volgende regels: • • •
Je werkt tenminste drie kwartier voordat je pauzeert… Je pauzeert niet meer dan vijf minuten… Je mag pauzeren in de studieruimte, maar je mag anderen beslist niet storen…
Roken? Dat mag wel, maar ga dan even snel naar buiten en kom vijf minuten later weer terug. Als je te lang afwezig bent kan je dat een officiële waarschuwing opleveren!!!
Niet naar school? Als je volgens je rooster op school hoort te zijn en je moet om welke reden dan ook verzuimen, dan moet je dat zelf melden. Dit kun je doen door jezelf af te melden via RAPID. Tevens verwacht jouw begeleider een email met daarin de reden van afwezigheid. Verzuimen is alleen toegestaan bij ziekte. In alle andere gevallen vraag je zo mogelijk vooraf toestemming aan je studieloopbaanbegeleider. Vraag de toestemming op tijd! Alle studenten hebben een eigen Deltion-e-mailadres; mailen kan dus ook vanaf je werkplek op school. Aanwezig zijn en op tijd zijn, dat moet je in je beroep ook. We rekenen deze twee dingen daarom tot de beroepshouding. Als je niet komt opdagen, zonder geldige reden verzuimt of te laat komt betekent dat, dat je (nog) niet de juiste beroepshouding hebt…
Te laat? Als je te laat komt moet je altijd een mailtje sturen naar je studieloopbaanbegeleider, behalve als je hem gemaild hebt dat je later zou komen.
RAPID Binnen het Deltion College registreren we centraal waar studenten zijn per ‘les’, ‘uur’ of dagdeel. Bij ICT-Flex doen studenten dit door in het lokaal waar ze zitten hun Deltionpas (dit is de pas die je aan het begin van je studietijd krijgt, en niet te verwarren met de ICT-Flexpas) te scannen bij de daarvoor bestemde computer. Jij bent verantwoordelijk voor dit inscannen! Als je naar een workshop of practicum gaat, zul je jezelf uit moeten scannen in het lokaal waar je zelfstandig studeerde of aan je opdrachten werkte. En weer in moeten scannen in het lokaal waar je de workshop of practicum hebt. Zo zijn wij altijd op de hoogte waar je zit en worden je gemaakte uren geregistreerd. Dit is belangrijk aangezien elke student een minimaal aantal uren op school aanwezig moet zijn. Je loopbaanbegeleider of de decaan kan je hier meer over vertellen. Als je een toets gaat maken, dan hoef je jezelf niet uit te scannen! Een toets neemt meestal niet meer dan tien minuten in beslag.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
33
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Op de werkplek In de meeste gevallen kun je aan het werk zodra je op school bent. In de practicumruimten geldt dat niet: je moet daar altijd wachten tot je van de vakdocent toestemming krijgt om te beginnen. Op de zelfstudiewerkplekken mag je direct aan de slag. Je krijgt nu te maken met twee formulieren: • •
de opdrachtenkaart of takenkaart de logboekkaart
Takenkaarten Op de takenkaarten staan de opdrachten die je moet uitvoeren. Dat kunnen studieopdrachten, practicumopdrachten en praktijkopdrachten zijn. Takenkaarten zijn zo belangrijk dat we er in de volgende twee hoofdstukken uitgebreid op terugkomen. Je hebt natuurlijk al een idee van de takenkaarten, want je bent nu met een van de opdrachten van zo’n kaart bezig!
Practicum Voor de “vakken” Hardware en Datacommunicatie moet je drie dingen doen: • • •
Theorie leren… Een toets (voldoende) maken… Practicumopdrachten uitvoeren.
De regel daarbij is erg eenvoudig: eerst de theorie, dan het practicum. Alleen de practicumopdrachten voer je in het practicumruimte uit. De theorie leren kun je in de “gewone” zelfstudie-uren doen, maar we raden aan om dit thuis te doen. De toets maak je in de toetsruimte en pas als je voor de toets geslaagd bent, mag je naar de practicumruimte om de practicumopdrachten uit te voeren.
Toetsen in het toetsruimte ICT-Flex maakt o.a. gebruik van een toetssysteem met de mooie naam DOTS. In de takenboeken staat aangegeven of je een toets via dit systeem moet doen. Alle hardwaretoetsen doe je bijvoorbeeld via DOTS. Alle DOTS-toetsen doe je in het toetsruimte (GRN 2.067). Op het rooster (of tijdens je digitale inschrijving) vind je de openingstijden. Op deze tijden is het ruimte open voor alle studenten, mits ze zich hebben ingeschreven. Op de afgesproken datum en tijd ga je naar het toetsruimte, waar de toets al voor je klaar staat. Je mag alleen de week- of opdrachtenkaart die je wilt laten aftekenen (als je slaagt voor de toets) meenemen. Als je een afspraak voor een toets maakt, moet je ook zorgen dat je er (op tijd) bent.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
34
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Workshop Over workshops heb je hiervoor al het een en ander kunnen lezen. Het kan zijn dat je pas aan een workshop mag meedoen als je een of meer opdrachten hebt afgerond. Soms moet je een voorbereidingstaak doen.
Achteromgekeken… In dit hoofdstuk staat heel wat informatie. Even checken of je alles hebt opgepikt: waar je het rooster vindt, dat voor jou geldt… welke “lesuren” ICT-Flex heeft… hoe de regels voor de pauze zijn… hoe je je ziek moet melden… hoe dat zit met afwezigheid en verzuim… hoe je met de logboekkaart omgaat… hoe je kunt aan- en afmelden… en waar dat allemaal goed voor is.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
35
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Takenkaarten Herinner je je nog dat we over vakken geschreven hebben? Elk vak bestaat uit een of meer takenkaarten. Op elke opdrachtenkaart (deze naam gebruiken we ook wel) staat een reeks opdrachten. Bij deze opdrachtenkaart hoort een takenboek. Op de opdrachtenkaart kunnen de docenten aftekenen welke opdrachten je (voldoende) hebt uitgevoerd, in het takenboek staat wat elke opdracht precies inhoudt. De regel is: lees eerst het takenboek, voordat je ergens aan begint!
Takenkaart In de kop van de opdrachtenkaart staat het vak waarbij de kaart hoort:, bijvoorbeeld:
Opdrachtenkaart ECDL3 | Europees Computer Rijbewijs Niveau 3 Deze kaart hoort bij het vak NED3, dat is de het vak Nederlands voor Niveau 3. De rest van de opdrachtenkaart ziet er ongeveer zo uit: Nr Onderwerp 1
Diagnostische toets - Module 1
2
Examen – Module 1
3
Diagnostische toets – Module 2
Datum
Paraaf
Op de opdrachtenkaart staan alle opdrachten van een module. Dit is een stukje van de opdrachtenkaart bij de module “Start”. Sommige kolommen zijn al ingevuld: • •
Nr: het nummer van de opdracht; Onderwerp: naam van de opdracht
De andere kolommen zijn leeg en worden door de (vak)docent ingevuld: • •
Datum: de datum waarop de (vak)docent de opdracht heeft afgetekend; Paraaf: de paraaf van de (vak)docent, die jouw werk heeft beoordeeld.
N.B. het uiterlijk van takenkaarten kan verschillen!
Regels Eigenlijk zijn er géén algemene regels voor het werken aan takenkaarten. Bij sommige vakken of takenkaarten gelden wel volgorderegels, maar in het algemeen is je regel: jij bepaalt wat je wanneer wilt doen. Kijk bijvoorbeeld naar een module als ECDL3. Er zijn een aantal opdrachten en als jij het prettig vindt die opdrachten achter elkaar te doen en verder even niets anders, dan is dat jouw keuze. Of het een verstandige keuze is laten we in het midden. Jij mag het zelf weten, dus ga je gang!
Uitzonderingen Zoals al voorspeld, er zijn uitzonderingen. De softwarepractica om maar een voorbeeld te noemen moet je in de volgorde van de opdrachtenkaart doen. Die regel geldt voor hardware weer niet, maar daar is de regel: eerst slagen voor de toets, dan pas het practicum doen. Zo hebben sommige vakken hun eigen regeltjes, die de vakdocent je in het begin van de studie wel duidelijk zal maken. En kom je ergens niet uit? Altijd vragen!
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
36
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Speciale kaarten Elk “vak” heeft zijn eigen opdrachtenkaart(en), maar er zijn ook nog een paar bijzondere kaarten, bijvoorbeeld de BPV-kaart: hierop kun je de opdrachten voor school die je tijdens je stage moet uitvoeren laten aftekenen.
Achteromgekeken… Even checken of je alles hebt opgepikt: Wat een opdrachtenkaart is… Waarvoor een takenboek dient… Wat de kolommen opdrachtnummer en verplicht? betekenen… Wat jij invult en wat de docent… Welke regels in het algemeen gelden… En dat er uitzonderingen zijn… Welke speciale kaarten er zijn… En waar die voor dienen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
37
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Beoordelen In dit boekje is het woord “beoordelen” al een paar keer gevallen. Omdat het natuurlijk heel belangrijk is om te weten hoe jouw werk beoordeeld wordt, besteden we er een apart hoofdstuk aan.
Twee zaken te beoordelen Als we het hebben over het beoordelen van jouw werk moeten we naar twee zaken kijken: • •
Het beoordelen van opdrachten die je hebt uitgevoerd… Het beoordelen van jouw competenties als ICT-er.
Dat zijn nogal verschillende zaken! Laten we maar beginnen met het beoordelen van de opdrachten, want dat lijkt het eenvoudigste!
Ten minste voldoende… Elk vak bij ICT-Flex omvat een aantal opdrachten. Alle opdrachten zijn verplicht en alle opdrachten moeten voldoende worden uitgevoerd. In het takenboek van elke opdrachtenkaart staat een beschrijving van de opdracht. Daar staat precies wat er van je verwacht wordt en hoe de (vak)docent je werk gaat beoordelen.
Alles telt, mits… Daarbij gelden twee belangrijke regels: 1. Alles wat je doet telt mee, maar… 2. alleen als je het voldoende doet! Het ICT-team zorgt ervoor dat alles wat je doet meetelt voor het halen van je diploma. Je doet dus niets voor niks: als je een opdracht maakt haal je daarmee een stukje van je diploma. Misschien maar een héél klein stukje, maar toch… Maar er is wel een voorwaarde aan verbonden: alleen wat je goed genoeg doet of maakt telt mee. Je werk moet wel voldoende beoordeeld worden, anders moet je het over doen.
Voorbeeld Op de startkaart vind je een schrijfopdracht. In de opdracht staat dat je met Word een stuk over jezelf moet schrijven. Wat je moet schrijven staat in de opdracht en er staat ook iets over de beoordeling: Waaraan moet je denken? Bij het schrijven moet je letten op: ∗ ∗ ∗ ∗
Goede zinnen; Spelling; Goede indeling van je verhaal met een inleiding, een kern en een slot; Nette lay-out.
Dat zijn dus de dingen waarop de vakdocent gaat letten. Als je teveel fouten maakt, is je werk onvoldoende en krijg je er niets voor. De docent geeft je aanwijzingen om je werk te verbeteren en dat gaat zo door tot je “werkstuk” voldoende is. De docent geeft je dan een beoordeling “Goed” (G) of “Voldoende” (V). Die laatste beoordeling krijg je als de docent niet helemaal tevreden is over de manier waarop je de opdracht hebt uitgevoerd. Voorbeeld? Als je een brief moet schrijven en je moet hem wel vier keer overdoen voordat hij goed is…
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
38
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Wanneer ben je met een vak helemaal klaar? Je bent met een vak helemaal klaar als alle opdrachten (ook de eventuele extra opdrachten) van alle takenkaarten van dat vak zijn afgetekend, dus als je alle opdrachten voldoende hebt gemaakt. Let op! Voor sommige vakken geldt een andere beoordelingsregeling; de vakdocent legt je dat uit!
Extra opdrachten De vakdocent kan je ook een of meer extra opdrachten laten maken als je… • •
een opdracht niet voldoende uitgevoerd kunt krijgen; gefraudeerd hebt (b.v. het werk van een ander hebt gekopiëerd).
Alleen de vakdocent bepaalt hoeveel extra opdrachten je moet uitvoeren en aan welke eisen je werk moet voldoen!
Andere takenkaarten Er zijn ook takenkaarten met maar één opdracht. Meestal is dat dan een project, dat je alleen of in samenwerking met anderen moet uitvoeren. Er zijn ook BPV-takenkaarten, die wéér anders zijn. Je begrijpt wel dat voor de beoordeling van al die verschillende opdrachten weer andere regels nodig zijn. Het moet altijd duidelijk zijn hoe je beoordeeld wordt, voordat je aan een opdracht begint. Die regels hoeven we hier niet allemaal te bespreken: je komt ze vanzelf tegen als je bij die modulen aangekomen bent. Het enige wat je nu moet onthouden is de regel: als het je niet duidelijk is, moet je de docent om uitleg vragen!
Problemen Het is voor jou natuurlijk heel belangrijk dat de beoordeling eerlijk verloopt. Alle ICT-Flex docenten doen hun uiterste best om je vooraf te laten weten hoe er beoordeeld wordt en wat je moet presteren. Ze proberen ook je werk eerlijk te beoordelen. Toch kan het gebeuren dat je het met een beoordeling niet eens bent. Als je er met je vakdocent niet uitkomt, kun je bij je studieloopbaanbegeleider terecht. Kom je er met hem ook niet uit, dan heeft de opleidingsmanager (die lid is van de examencommissie) het laatste woord.
Competenties beoordelen Je kunt dan wel opdrachten voldoende uitvoeren, maar dat betekent nog niet dat je een competente ICT-er op niveau bent. Dat kunnen we alleen beoordelen door te kijken of je een werkproces beheerst.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
39
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Werkprocessen Een werkproces is een "klus" die bij je beroep als ICT-er hoort. Je hebt daarvan eerder voorbeelden gezien, zoals "Voorkomen van (ver)storingen". Dit werkproces hoort bij de taken van de Medewerker Beheer ICT (niveau 3), maar ook bij de taken van een Medewerker ICT (niveau 2).
Competenties Om dit werkproces te beheersen heb je competenties nodig: • • • • • •
Formuleren en rapporteren (niveau 2 en 3) Materialen en middelen inzetten (niveau 2 en 3) Analyseren (alleen niveau 3) Creëren en innoveren (alleen niveau 3) Kwaliteit leveren (niveau 2 en 3) Instructies en procedures opvolgen (niveau 2 en 3)
Kennis Je moet ook kennis bezitten van… • • • • •
hardware software bekabeling hulpmiddelen en gereedschappen normen, arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften
Vaardigheden En je… • • • • •
werkt ordelijk werkt zorgvuldig werkt gestructureerd werkt volgens voorgeschreven procedures werkt zelfstandig
Als dat allemaal samenkomt kun je zeggen: ik beheers dat proces!
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
40
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Beoordelen Hoe kunnen we nu beoordelen of je werkproces werkelijk beheerst? Dat kan op vier manieren: • • • •
Door je het werkproces in de praktijk te laten uitvoeren (in de BPV dus); Door je een project te laten uitvoeren (op school); Door je een proeve van bekwaamheid te laten afleggen (op school); Door je bewijsstuk aan te leveren (meestal door opdrachten of examens, op school), maar kunnen ook eerdere behaalde certificaten zijn
In alle gevallen gaat het erom dat jij het bewijs levert dat je een werkproces beheerst: je laat zien dat je het kunt.
In de BPV In de BPV voer je de werkprocessen echt uit, dus daar kunnen we zien of je het proces voldoende beheerst. Je praktijkopleider vertelt je wat hij van je verwacht en beoordeelt of je aan de eisen voldoet. Je krijgt van te voren te horen wat de eisen zijn, zodat je weet wat er van je verwacht wordt. Hoe dat precies in zijn werk gaat hoor je als je op stage gaat.
Project op school Een project is een omvangrijke klus die je uitvoert voor een opdrachtgever. Dat kan een docent zijn, maar ook iemand "van buiten". Een project omvat meestal meer werkprocessen. Als je het hele project goed uitvoert, beheers je dus de werkprocessen die nodig zijn om de klus te klaren. Projecten liggen niet klaar in de kast, maar er worden steeds nieuwe projecten bedacht. De organisatie van projecten zal dan ook steeds verschillend zijn. Ook hier geldt de regel: je krijg vooraf te horen aan welke eisen je moet voldoen. De opdrachtgever en een of meer docenten beoordelen of je aan de verwachtingen hebt voldaan. Hoe dat precies in zijn werk gaat hoor je als je aan een project gaat beginnen.
Proeve van Bekwaamheid Tijdens een Proeve van Bekwaamheid voer je volledige werkprocessen uit die bij één kerntaak horen. Door deze voldoende uit te voeren kunnen we zien dat je de competenties, van een beginnend beroepsbeoefenaar, beheerst. Hoe dat precies in zijn werk gaat hoor je op een later tijdstip.
Bewijsstukken Soms kun je het bewijs dat je een proces beheerst leveren door alle portfolio-opdrachten die bij het proces horen voldoende uit te voeren. Dat doe je dus op school. Bij zo'n werkproces hoort een lijst opdrachten uit de verschillende vakken. Als al die opdrachten afgetekend zijn (je hebt ze dus voldoende uitgevoerd), weten we dat je het proces beheerst. Voor deze werkprocessen geldt: het is een kwestie van handtekeningen op takenkaarten tellen, dus dat kun je zelf, samen met je studieloopbaanbegeleider!
Werkprocessenkaart Je krijgt een "werkprocessenkaart" van je opleiding. Op deze kaart staat bij elk werkproces precies op welke van de vier manieren (BPV, project, PvB of bewijsstuk) je het bewijs kunt leveren dat de je een competente ICT-er bent.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
41
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Kijk om… en bepaal voor jezelf of je nu weet… hoe een opdracht beoordeeld wordt… hoe je erachter komt wat je moet doen om een vak af te werken… wat de regel “Onvoldoende gemaakte opdrachten tellen niet” inhoudt… wanneer je extra opdrachten krijgt en van wie… wat de belangrijkste regel is… wat het portfoliopanel doet… waar je moet zijn als je problemen met de beoordeling hebt… wat er bij een werkproces komt kijken… op welke drie manier je kunt laten zien dat je een werkproces beheerst… wie dat beoordeelt…
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
42
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Belangrijke documenten In de bijlagen vind je een paar belangrijke documenten, die je moet lezen. De toets die je na het lezen van dit boekje moet maken, bevat óók vragen over deze documenten.
Verplichte documenten Dit zijn de documenten waarom het gaat: A. Beroepshouding: hoe wordt je beroepshouding beoordeeld? Regels voor werkstukken: hoe moeten werkstukken eruit zien? ICT-gebruik: welke regels gelden voor het gebruik van computers op school? ECDL ICT-Flex Huisregels Kerntaken en werkprocessen
B. C. D. E. F.
Andere documenten Andere documenten vind je op de ICT-Flex website (www.ICT-Flex .nl). Het is verstandig hier regelmatig naar te kijken omdat sommige documenten snel veranderen. Voor het gebruik van de ICT diensten als mail en afdrukken op de campus is het verstandig om het boekje “Over computers en zaken die ermee te maken hebben…” door te nemen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
43
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlagen Belangrijke documenten
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
44
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage A: Beroepshouding Een goede beroepshouding is net zo belangrijk als kennis en vaardigheden. Je kunt geen diploma halen en zelfs geen vak afronden, zolang je beroepshouding onvoldoende is.
Beroepshouding Tot de beroepshouding rekenen we o.a.: 1. Je aan de regels houden: op tijd komen, de procedures en voorschriften volgen, op de veiligheid letten, doen wat je opgedragen wordt, geen dingen doen die verboden zijn, bij je hebben wat je bij je hoort te hebben, je netjes afmelden als je verhinderd bent… 2. Je aan afspraken houden: op tijd zijn voor gesprekken, doen wat er afgesproken is, je werk op tijd inleveren, op tijd waarschuwen als er iets mis dreigt te gaan, je aan de planning houden… 3. Goed samenwerken: overleggen, open staan voor anderen, taken op je nemen en ze dan ook uitvoeren, je team niet in de steek laten, niet de kantjes eraf lopen, anderen helpen als ze problemen hebben… 4. Open staan voor kritiek: jezelf willen verbeteren, luisteren naar wat anderen over jou en je werk te vertellen hebben, naar je eigen manier van werken kijken… 5. Voldoende zelfstandig kunnen werken, maar ook weten wanneer je hulp moet vragen: je eigen weg zoeken, zelf kijken waar je iets vinden kunt, zelf proberen, maar niet te lang blijven doormodderen… 6. Initiatief tonen: zelf kijken wat er gedaan moet worden, niet alleen afwachten, zelf op zoek gaan naar informatie, verbetervoorstellen doen, vragen of je nog iets doen kunt…
Leren Natuurlijk hoef je niet alles direct perfect te doen. Je zit hier tenslotte om te leren. Je studieloopbaanbegeleider maakt daarover afspraken met je. Die afspraken worden vastgelegd en in je portfolio bewaard. Bij deze afspraken wordt vastgelegd: Wat je precies zult doen en/of laten Hoe lang je dat zult doen Voor welke studiepunten de afspraken gelden. Voorbeeld: “We hebben afgesproken dat jij één maand achter elkaar elke lesdag op tijd aanwezig zult zijn”.
Beroepshouding: opdrachten en beoordelen Met je gedrag op school moet je laten zien dat je een goede beroepshouding hebt. Een goede beroepshouding is een competentie die je moet hebben om je diploma of zelfs maar een vak te kunnen krijgen. Je studieloopbaanbegeleider beoordeelt jouw beroepshouding en maakt afspraken met je om je beroepshouding te verbeteren. Hij kan je daarvoor extra opdrachten geven. Daarvoor is de opdrachtenkaart “Extra” Om misverstanden te voorkomen: alle docenten kunnen je opdrachten “beroepshouding” geven, maar alleen de studieloopbaanbegeleider mag uiteindelijk de beoordeling geven.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
45
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Waarschuwing! Even een waarschuwing: denk er niet te licht over! Beroepshouding is een serieus onderdeel van je competenties en als je op school geen goede beroepshouding kunt laten zien, heb je een ernstig probleem. Denk niet dat je dat met een paar opdrachtjes wel even kunt compenseren. “Hij geeft je extra opdrachten, waarmee je het gebrek aan beroepshouding kunt compenseren” kan maar zo betekenen dat je twee maanden dienst moet doen op een servicedesk om te laten zien dat je wel op tijd kunt komen en er niet de kantjes vanaf loopt!
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
46
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage B: Regels voor werkstukken Veel opdrachten eindigen met een werkstuk dat je moet inleveren. Deze werkstukken moeten aan een paar algemene eisen voldoen.
Inhoud Natuurlijk moet de inhoud goed zijn, maar daar gaat het hier niet over. Wat er van de inhoud verlangd wordt, staat altijd duidelijk in de opdracht. Bij de inhoud horen in elk geval twee dingen, die voor alle werkstukken gelden: •
•
Je moet altijd je bronnen vermelden: hoe ben je aan de informatie gekomen? Vermeld je bronnen zo dat de lezer de informatie ook kan vinden. Bronnen zijn boeken (vermeld titel, auteur en pagina), tijdschriften (vermeld titel, auteur, naam en datum van het tijdschrift en pagina) en b.v. websites (vermeld de precieze URL). Als je een werkstuk samen met een ander (of met anderen) hebt gemaakt, moet je verantwoorden wie wat gedaan heeft. Welke bijdrage heb jij precies geleverd?
Indeling Hoe de indeling van je werkstuk moet zijn hangt van het soort en de grootte van het werkstuk af. Als voor de indeling speciale regels gelden, staat dat bij de opdracht. Voor alle werkstukken geldt: • • • • •
Het werkstuk moet een titel hebben Als je het werkstuk indeelt in hoofdstukken moet elk hoofdstuk een titel hebben. Je moet de tekst indelen in alinea’s. Geef alinea’s die over hetzelfde onderwerp gaan een kopje (zoals hier b.v. Indeling een kopje is). Een werkstuk met hoofdstukken moet een inhoudsopgave hebben. De bronvermelding en de verantwoording (zie hierboven) staan altijd achterin het werkstuk.
Taal Alle werkstukken moeten aan minimale taalregels voldoen: • • • • •
Geen spelfouten (gebruik de spellingcontrole van Word) Geen grammaticale fouten (gebruik de grammaticacontrole van Word) Goede zinnen (maak ze niet te lang) Goede interpunctie (hoofdletters, punten, komma’s) Werkstukken worden niet altijd op taal beoordeeld, maar een werkstuk met (teveel) taalfouten wordt geweigerd. De docent zal je opdragen eerst de fouten eruit te halen, voordat hij het werkstuk inhoudelijk beoordeelt.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
47
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Vormgeving Je bent redelijk vrij in het vormgeven van je werkstukken. Ook hier gelden minimale regels: • •
Goede pagina-indeling met in de kop, de voet, links en rechts voldoende witruimte. Maak de tekstregels vooral niet te breed, dat leest heel onplezierig. De instellingen voor deze pagina zijn: boven 4 cm, links en rechts 4 cm, voet 3,5 cm. Geef een werkstuk altijd een koptekst. In de koptekst zet je je naam, studentnummer en praktijkgroep, b.v. zo: Henk de Vries (86051619)
X2FX1
•
Gebruik een goed leesbare, kleine letter (niet groter dan 11 pt).
•
Geef je werkstuk altijd een voettekst. In deze voettekst komt in elk geval het paginanummer. Het is verstandig in de voettekst ook de bestandsnaam te zetten. Je kunt dan de opgeslagen tekst gemakkelijk terugvinden. Voorbeeld: zie de voettekst op deze pagina met bestandsnaam, de datum en het paginanummer. Gebruik goed leesbare letters: een “normaal” lettertype (géén Comic, géén vet type) en een “normale” letterhoogte. Titels mogen vet, gewone tekst niet. Cursief (Italic) is goed om accenten te leggen. Vet mag je daarvoor ook gebruiken, maar gebruik nooit onderstrepen.
•
Vuistregels: Soort tekst
Lettertype
Grootte
Titel
Alle niet te rare lettertypen
18-24 pt
Hoofdstuktitels
Alle niet te rare lettertypen
14-18 pt
Kopjes
Calibri, Verdana, Arial, Times New Roman
12-14 pt
Gewone tekst
Calibri, Verdana, Arial, Times New Roman
10-11 pt
• • • • •
Overzichten zet je bij voorkeur in een tabel (zie het voorbeeld met vuistregels). Een hoofdstuk begint altijd op een nieuwe pagina. Opsommingen maak je met een opsommingsteken of een nummering. Een groter werkstuk (zes pagina’s of meer) krijgt een voorblad met een titel. Werkstukken worden meestal niet op vormgeving beoordeeld, maar een werkstuk met (teveel) vormfouten wordt geweigerd. De docent zal je opdragen eerst de fouten eruit te halen, voordat hij het werkstuk inhoudelijk beoordeelt.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
48
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage C: ICT-gebruik De actuele versie van dit document vind je op de ICT-Flex website (www.ict-flex.nl).
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
49
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage D: ECDL Het “European Computer Driver’s License” is een onderdeel van de opleiding tot Medewerker Beheer ICT (niveau 3. Dit ECDL is een internationaal erkend diploma voor computergebruikers, waarvoor je een officieel examen moet doen.
Onderdelen Het ECDL-examen bestaat uit zeven onderdelen: • • • • • • •
Algemene Basisbegrippen Windows Word Excel PowerPoint Access Internet en e-mail
Voor elk deel moet je een officiële toets doen.
Examen Het examen wordt afgenomen bij het erkende toets centrum van het Deltion College. Je kunt ieder onderdeel apart afsluiten met een toets. De behaalde resultaten worden bewaard. Het officiële diploma krijg je automatisch als je álle onderdelen goed hebt afgerond. De eisen zijn hoog: je moet ten minste 75% van alle toetsvragen goed hebben beantwoord om te slagen voor een onderdeel.
Kosten De eerste toets hoef je bij het Deltion College niet te betalen. Dat geldt voor alle zeven onderdelen. Je mag zelfs gratis één toets herkansen. Daarna zijn de kosten van her toetsen voor jou: €15,- per toets (prijswijzigingen voorbehouden).
Aanvragen Dat examen moet worden aangevraagd en vervolgens worden afgelegd op de computer. Voor aanvragen kun je de laatste informatie vinden op onze website: www.ict-flex.nl. Als je een examen aangevraagd hebt mail je dat naar je studieloopbaan-begeleider. Je mail hem uiteraard ook de uitslag van de toets.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
50
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage E: De huisregels De regels van het Deltion College gelden ook bij ICT-Flex . Daarnaast hanteert ICT-Flex de volgende regels (die soms afwijken van wat je in de “Algemene informatiegids” leest): • • • • • • • • •
•
•
Alle informatie wordt gepubliceerd op de eigen ICTFlex website. Kijk daar dus regelmatig! Verlof aanvragen moet je altijd per e-mail doen. Je emailverzoek richt je aan je studieloopbaanbegeleider. Bij akkoord zal je zelf een melding in RAPID moeten maken. Melden van afwezigheid doe je met een e-mail aan je studieloopbaanbegeleider. Dus niet melden bij de receptie of per telefoon, maar altijd per e-mail. En natuurlijk zorg je dat deze melding ook via RAPID wordt gedaan! Als je geen gebruik kunt maken van e-mail, mag je het centrale nummer van Deltion bellen: 038-8503000. Het gebruik van mobiele telefoons is in de ruimten van ICT-Flex niet verboden, maar je mag beslist niemand storen. Tijdens workshops en andere groepsbijeenkomsten gaat je telefoon natuurlijk uit!. Studenten zijn verplicht hun studieloopbaanbegeleider op de hoogte te houden van alles wat met hun studie te maken heeft. Voor communicatie wordt zoveel mogelijk e-mail gebruikt. Maar ook zullen wij via onze website communiceren. Alle nieuwtjes zijn te zien op: www.ict-flex.nl. Werkstukken inleveren doe je per e-mail, behalve als in de opdracht iets anders staat. Studenten zijn verantwoordelijk voor de werkplek die ze gebruiken. Deze werkplek moet netjes worden achtergelaten. Als er iets met de werkplek mis is (computer doet het niet, muis weg…) meldt de student dat bij de verantwoordelijke systeembeheerder (VLAN servicedesk). De ruimten van ICT-Flex zijn studieruimten. Elk gedrag dat de studie van andere studenten stoort is verboden. De studenten moeten de aanwijzingen van de begeleidende docent opvolgen. Tot storend gedrag in de studieruimten rekenen we in ieder geval: Elke vorm van spelletjes spelen… Downloaden van iets anders dan studiemateriaal… MSN-en…(behalve met een leraar) Surfen op het web anders dan om voor de studie noodzakelijke informatie te zoeken. De studenten bepalen zelf wanneer de pauze houden, maar… het principe is: eerst werken, dan pauzeren (je gaat dus pas pauze houden als je ten minste drie kwartier gewerkt hebt) tijdens je pauzes mag je de school niet verlaten (dit geldt niet voor de verplichte middagpauze) de officiële pauzes zijn voor iedereen verplicht en deze tijd telt nooit mee bij het uitrekenen van de aanwezigheid.
RAPID Elke student zorgt er zelf voor dat hij in gescand staat daar waar hij ook daadwerkelijk zit! Uitzondering: toetsen.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
51
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Bijlage F: Competenties, Kerntaken en werkprocessen Competenties Dit is de volledige lijst met alle 25 competenties: A. Beslissen en activiteiten initiëren B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I.
Presenteren
J.
Formuleren en rapporteren
K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken O. Creëren en innoveren P. Leren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S. Kwaliteit leveren T. Instructies en procedures opvolgen U. Omgaan met verandering en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan W. Gedrevenheid en ambitie tonen X. Ondernemend en commercieel handelen Y. Bedrijfsmatig handelen De lijst is voor alle Mbo-opleidingen geldig.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
52
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Kerntaken en Werkprocessen Hier volgt een compleet overzicht van de kerntaken en werkprocessen met de daarbij behorende competenties voor niveau 2 en niveau 3.
Medeweker ICT Niveau 2 – 95060 Kerntaak
1. Installeren van Hard- en Software
1. 2. 3.
4. 2. Onderhouden en beheren van Harden Software
1. 2. 2.
3. Ondersteunen van systeemgebruikers
3.
Werkproces Assembleren van systemen Demonteren van systemen Installeren en configureren van systemen en (standaard)applicaties Realiseren van de bekabelingsinfrastructuur Voorkomen van (ver)storingen Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen In behandeling nemen van incidentmeldingen Afhandelen van incidentmeldingen
Competenties J, K, L, S, T J, K, L, S, T J, L, R, S, T
J, K, L, S, T J, L, T J, L, T, V I, J, K, T, V I, J, K, R, T, V
Medewerker Beheer ICT Niveau 3 – 95070 Kerntaak
Werkproces 1. Assembleren van systemen
1. Installeren van Hard- en Software
2. Onderhouden en beheren van Harden Software 3. Ondersteunen van systeemgebruikers
3. Installeren en configureren van systemen en (standaard)applicaties 4. Realiseren van de bekabelingsinfrastructuur 1. Voorkomen van (ver)storingen 2. Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen 1. Instrueren van gebruikers 2. In behandeling nemen van incidentmeldingen 3. Afhandelen van incidentmeldingen
Competenties J, K, L, M, O, S, T J, K, L, M, O, R, S, T J, K, L, M, O, S, T J, L, M, O, S, T J, L, M, O, S, T, V D, I, J, K, R J, K, L, Q, R, S, T, V J, K, L, Q, R, S, T, V
Zoals je kunt zien lijken de twee opleidingen (niveau 2 en 3) heel veel op elkaar.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
53
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
ICT Beheer ICT Niveau 4 – 95321 / Netwerkbeheerder Niveau 4 95323 Kerntaak
Werkproces
Competenties
1.1 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast
1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
1.2 Maakt een functioneel ontwerp 1.3 Maakt een technisch ontwerp
B, E, H, I, J, K, L, M, N, P, Q, R, S
1.4 Maakt een plan van aanpak 1.5 Realiseert een testomgeving 2.1 Levert een bijdrage aan het implementatieplan
2. Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
2.2 Implementeert het informatie of mediasysteem 2.3 Biedt ondersteuning bij de acceptatietest
B, D, E, H, I, J, K, L, M, N, P, Q, S, t, V
2.4 Evalueert de implementatie 3.1 Voorkomt (ver)storingen
B, j, K, L, M, O, Q, R, S, T, V
3.2 Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen
3. Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen
3.3 Behandelt en handelt incidentmeldingen af (n.v.t voor Netwerkbeheer) 3.4 Stelt procedures op en bewaakt deze 3.5 Beveiligt het informatie- of mediasysteem
4. Organiseren van een (bestaande) servicedesk (n.v.t voor Netwerkbeheer)
4.1 Onderhoudt een servicedesk (n.v.t voor Netwerkbeheer)
E, I, J, M, N, Q, ,S, Y
4.2 Beheert een servicedesk (n.v.t voor Netwerkbeheer) 4.3 Stelt gebruikersinstructies op (n.v.t voor Netwerkbeheer)
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
54
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
Loopbaan en burgerschap Kerntaak
Werkprocessen 1.1 De politiek juridische dimensie 1.2 De economische dimensie
Burgerschap
1.3 De sociaal maatschappelijke dimensie 1.4 De dimensie vitaal burgerschap 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Loopbaan
Capaciteiten reflectie Motieven reflectie Werkexploratie Loopbaan sturing Netwerken
Nederlands en Rekenen Landelijk zijn er afspraken gemaakt over het te behalen niveau voor Nederlands en Rekenen. Dit niveau is bepaald op 2F. Meer informatie hierover is terug te vinden op de website van het steunpunt voor rekenen en taal binnen het MBO (www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl).
Taalniveaus voor Engels volgens ERK Het ERK is een gemeenschappelijk Europees ReferentieKader voor het leren, onderwijzen en beoordelen van de Engelse taal. Op Europees niveau heeft men afspraken gemaakt, hoe men de taalvaardigheid kan beschrijven. Voor de vaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken (monoloog en dialoog) heeft men een indeling gemaakt in de niveaus A, B en C.
A Beginnend taalgebruiker A1
B Onafhankelijk taalgebruiker A2
B1
C Vaardig taalgebruiker B2
C1
C2
Niveau B is het drempelniveau. Iemand op niveau B is een zelfstandig taalgebruiker. Deze kan zich onafhankelijk redden in de taal. Niveau A is het niveau van de beginnende taalgebruiker en niveau C is het niveau van de vaardige taalgebruiker. Binnen deze niveaus heb je dan nog weer een onderverdeling: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Het gaat van A 1 = bijna beginners (‘’faux débutants’’) t/m C2 = perfecte beheersing. Het kan voorkomen, dat je met lezen bijvoorbeeld niveau B1 hebt, terwijl je met spreken niveau A2 of zelfs niveau A1 hebt. Je hoeft dus niet voor alle vaardigheden hetzelfde niveau te hebben.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
55
Studeren bij ICT-Flex Niveau 2, Niveau 3 en Niveau 4 | Cohort 2013
In de volgende tabel kun je zien aan welke eisen een taalgebruiker op welk niveau je Engels en Nederlands moet beheersen: Niveau 2
Niveau 3
NL
ENG
NL
ENG
Luisteren
2F
A2
B1
B1
Lezen
2F
A2
B1
B1
Productie
2F
A2
B1
B1
Interactie
2F
A2
B1
B1
2F
A2
B1
B1
Begrijpen
Spreken Schrijven
De tabel op de volgende pagina laat zien wat het niveau B1 inhoudt.
Begrijpen Luisteren Begrijpen Lezen
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Spreken Interactie
Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Schrijven
Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Spreken Productie
B1
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef.
Studeren bij ICT-Flex 2013-2014.docx/4 september 2013
56