Succesvol studeren bij Biologie en Life Science & Technology
Rijksuniversiteit Groningen
Inhoud Voorwoord
1.
De overstap naar de universiteit
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Academische vrijheid Academische verantwoordelijkheid Aanmelden voor het onderwijs Hoorcolleges, werkcolleges en practica Zelfstudie
2.
Tijdsmanagement
3.
Effectief Studeren
3.1 3.2
De kracht van herhaling Overige tips om effectief te studeren
4.
Risicoprofielen en hulptroepen
4.1 4.2
Risicoprofielen Hulptroepen
5.
Samenvatting
Voorwoord Beste student, Van harte welkom bij de opleidingen Biologie en Life Science & Technology! Je zit momenteel ongetwijfeld in een spannende tijd. Misschien heb je al meegedaan of ga je nog meedoen met allerlei introducties, of je bent misschien al op kamers gaan wonen. En in de komende tijd ga je nog veel meer spannende nieuwe indrukken in Groningen opdoen. Gaat de studie mee- of tegenvallen? Ontmoet je gezellige studiegenoten? En hoe druk ga je het eigenlijk krijgen met je studie? Voor een groot deel zullen die vragen straks vanzelf beantwoord worden, je moet het gewoon meemaken en ondergaan! Toch is er een belangrijk punt waar je even goed bij moet stilstaan. Tot enkele jaren geleden was het studentenleven voor velen ‘lang leve de lol’. Bijna alles kon en mocht, zonder dat je daar direct grote problemen van ondervond. Wat betreft gezelligheid is er de laatste jaren gelukkig niet veel veranderd: nog steeds is het studentenleven voor veel mensen de mooiste tijd van hun leven, waarbij er genoeg ruimte is voor plezier buiten de studie. Denk aan sport, vrienden, stappen, werk, hobby’s etc. Wat echter wel veranderd is, is de manier waarop je deze activiteiten kunt inplannen in de dagelijkse praktijk. Waar vroeger de studie voor velen een bijzaak was, en de nevenactiviteiten de basis van hun dagelijkse ritme, is het nu omgedraaid: de studie is de basis waar jouw studentenleven om draait, en daarbuiten kun je veel leuke dingen plannen. Dit komt onder andere omdat er sinds enkele jaren een Bindend Studieadvies (BSA) is ingesteld bij de RUG, wat inhoudt dat je in je eerste jaar minimaal 45 ECTS moet halen, en je propedeuse binnen 2 jaar. Lukt je dat niet, dan moet je de opleiding helaas definitief verlaten. En dat is bepaald geen pretje: je gaat dan weer terug naar af, je hebt een heel jaar (of zelfs twee!) tijd en geld gestoken in een studie die je niet kunt afronden, en je zult nieuwe toekomstplannen moeten maken omdat je niet in jouw favoriete vakgebied kunt verder studeren. Dat klinkt allemaal heel zwaar, en dat is het voor sommigen van jullie misschien ook wel. Er wordt ineens een hoop inspanning en verantwoordelijk van jou verwacht, en dat is voor iedereen lastig. Maar er is hoop! Je staat er namelijk bepaald niet alleen voor: je hebt de beschikking over verschillende hulptroepen die voor jou klaarstaan om je zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens je studie. Bovendien is studiesucces bij de studies Biologie en LST sterk afhankelijk van de tijd die je erin steekt. Als je de adviezen van de experts niet in de wind slaat, is de kans op goede resultaten groot. Je hebt je eigen succes grotendeels zelf in de hand, en als jij vast van plan bent om je propedeuse goed af te ronden, dan heb je zelf alle mogelijkheden om dat plan te laten slagen. De basis voor studiesucces begint voor jou vandaag, met het lezen van dit boekje: wij willen er namelijk voor zorgen dat jouw studiestart zo optimaal mogelijk verloopt. Er zijn ieder jaar een aantal problemen waar onze eerstejaars studenten
tegenaan lopen. Daardoor lopen sommigen in de eerste maanden van hun studie al een dusdanig grote studieachterstand op, dat ze aan het einde van het eerste semester al zo goed als kansloos zijn om hun BSA-norm te halen aan het einde van het studiejaar. Het valt ons als studieadviseurs op dat dit ieder jaar dezelfde soort problemen zijn. Het zijn echter bepaald geen onoverkomelijke problemen, zolang je ze maar direct aanpakt, vanaf het eerste moment dat je met je studie aan de slag gaat. Wacht je daar enkele weken of maanden mee, dan kan het spreekwoordelijke studieschip al gezonken zijn, voordat je het goed en wel in de gaten hebt. Doe dus je voordeel met de tips en aanwijzingen in dit boekje! De eerstejaarsproblematiek die we elk jaar terugzien staat in dit boekje beschreven. Maar we signaleren niet alleen, we geven ook aanwijzingen, oplossingen, tips en tricks, waardoor je zo goed mogelijk voorbereid bent op veelvoorkomende studieproblemen, en dus een betere studiestart kunt maken. Voor wie is dit boekje bedoeld? Voor alle aankomende eerstejaars studenten Biologie en LST. Denk jij op dit moment: “Ja heel leuk zo’n boekje, maar dat is vast niet voor mij bedoeld want ik zorg gewoon zelf wel dat ik niet in de problemen kom. Mij overkomt dat niet!”, of als je denkt: “Boeiend! Ik zie het vanzelf allemaal wel gebeuren”, of “Een boekje lezen heb ik nu even geen tijd voor of zin in, dat komt later nog wel een keer” ? Dán behoor jij precies tot de doelgroep! Onze ervaring is namelijk dat de studenten die zo reageren, vaak degenen zijn waar we vroegtijdig afscheid van nemen, omdat zij onvoldoende studiepunten scoren. Maar natuurlijk ook als je denkt: “Ik zou wel eens willen weten waar ik tegenaan kan lopen bij de overgang van middelbare school naar universitaire studie” of “Hoe moet ik straks eigenlijk studeren om goede studieresultaten te halen?”, is dit boekje uitermate geschikt als startpunt voor je studie. We hopen dat je een fantastische studententijd tegemoet gaat in de komende jaren. Wij staan voor je klaar om je te helpen in je studie, te beginnen met het verspreiden van dit informatieboekje. Veel plezier met lezen en heel veel succes met je studie! Trudeke Sanders en Karin Weel Studieadviseurs voor Biologie en Life Science & Technology
1. De overstap naar de universiteit De kans is groot dat je nog niet eerder op de universiteit hebt gestudeerd. Waarschijnlijk kom je van de middelbare school, of misschien heb je al een jaar op het HBO gestudeerd. Ook kan het zijn dat je eerder al een andere universitaire studie hebt gedaan waarmee je verplicht of vrijwillig bent gestopt. De switch naar de universiteit is in alle opzichten een grote stap. Niet alleen kom je in een heel nieuw onderwijssysteem terecht, maar ook buiten de studie vinden er vaak grote veranderingen plaats: je ontmoet veel nieuwe mensen, je gaat misschien wel op kamers wonen, je uitgavenpatroon verandert drastisch, etc. Met name in die zaken buiten de studie zul je vaak je eigen weg moeten vinden, wat in de praktijk meestal best wel meevalt. Het is een kwestie van ondergaan en hopelijk vooral genieten van de spannende nieuwe omgeving. Wat betreft de verandering van het onderwijssysteem waar je mee te maken krijgt, is er meer te vertellen. De universiteit is namelijk geen school. De meeste studenten passen zich gemakkelijk aan in de nieuwe onderwijsomgeving. Elk jaar is er echter een flinke groep studenten die daar aanzienlijk meer moeite mee heeft, wat grotendeels te voorkomen is met een goede voorbereiding. Een vooraf geïnformeerde student heeft immers al een grote voorsprong op een student die alles nog moet ontdekken als het studiejaar al is begonnen! De grootste veranderingen die je ervaart bij de overstap naar de universiteit, zijn de volgende: 1.1 Academische vrijheid Zoals gezegd: de universiteit is geen school. Het is een onderwijsinstituut, waar volwassen studenten onderwijs volgen, in een systeem van academische vrijheid en verantwoordelijkheid. Maar wat betekent dat eigenlijk, academische vrijheid? Het betekent dat jij de volledige vrijheid hebt om te bepalen hoe je je studie in de dagelijkse praktijk wilt invullen. Je kunt gebruik maken van hoorcolleges. Maar als jij vindt dat je die niet nodig hebt om studiepunten te halen, of als je ziek bent of op dat moment andere bezigheden hebt, dan heb je de vrijheid om niet naar een hoorcollege te gaan. Er is niemand die je afwezigheid bijhoudt, en ook is er geen onderwijsinspecteur die contact met je ouders opneemt omdat je er niet bent. Is het verstandig om regelmatig afwezig te zijn bij de studie? Nee, natuurlijk niet! Meer nog dan bij veel andere studies, is er bij Biologie en LST een zeer sterk verband tussen studieresultaten en aanwezigheid bij geroosterde onderwijsuren, zoals hoorcolleges, werkcolleges en practica. Bovendien, practica en veel werkcolleges hebben wel een aanwezigheidsplicht. Ben je daar afwezig, dan voldoe je niet alle eisen om het vak af te
ronden, ook al scoor je bijvoorbeeld wel een voldoende op het tentamen. Aanwezig zijn bij hoorcolleges is weliswaar meestal niet verplicht, maar de ervaring leert dat studenten die regelmatig afwezig zijn bij hoorcolleges vaak degenen zijn die vakken niet halen en tegen een negatief BSA aanlopen. Hoorcolleges worden niet voor niets gegeven: ze vormen een nuttige ondersteuning van de te bestuderen stof. Zorg dus dat je je academische vrijheid gebruikt, maar niet misbruikt: probeer altijd zoveel mogelijk aanwezig te zijn op geroosterde onderwijsuren. Mocht je onverhoopt een hoorcollege (moeten) missen, zorg er dan wel voor dat je in ieder geval de aantekeningen van een medestudent overneemt, zodat je de gemiste stof kunt inhalen. Je moet tijdens je studie naast de geroosterde onderwijsuren sowieso veel extra studie-uren maken. Academische vrijheid betekent dat je daar je eigen invulling aan kunt geven, oftewel: “Hoeveel uren ga ik precies maken en wanneer plan ik ze in?” Misbruik van academische vrijheid betekent: “Ik ga die zelfstudie uren niet inplannen, want niemand heeft me daartoe verplicht”. Tip 1: Geniet van je academische vrijheid, maar maak er geen misbruik van.
1.2 Academische verantwoordelijkheid Je zult al snel merken dat het er op de universiteit minder schools aan toegaat dan in je vorige onderwijsomgeving, juist omdat je de hierboven beschreven academische vrijheid hebt gekregen. Maar tegenover die academische vrijheid staat tegelijkertijd ook een nieuw soort eigen verantwoordelijkheid: er wordt veel van jou verwacht, zoals voldoende studiepunten halen, samenwerken en communiceren met andere studenten en met medewerkers van de universiteit, op de hoogte zijn van allerlei zaken rondom de opleiding, etc. Hiervoor ben je helemaal zelf verantwoordelijk. De praktijk is dat de opleiding informatie aanbiedt (zoals onderwijs, nieuwsberichten, regels en richtlijnen), en dat er van jou verwacht wordt daar actief en zelfstandig mee om te gaan. Dat betekent dus ook, dat als jij niet die verantwoordelijkheid neemt, alle negatieve gevolgen van die houding voor jezelf zijn. Zo moet je op de hoogte zijn van de regels en richtlijnen binnen de opleiding, digitaal nieuws en voorlichting vanuit de opleiding lezen, weten waar en wanneer je ergens verwacht wordt, etc. Anders gezegd: de opleiding biedt onderwijs en ondersteuning aan, het is aan jou om dat actief te consumeren. Doe je dat niet, kan dat je studiepunten kosten, met alle gevolgen van dien. Dat is natuurlijk doodzonde, dus zorg dat je vanaf de eerste dag actief bezig bent met het nakomen van je academische verantwoordelijkheden! Tip 2: Kom je academische verantwoordelijkheden vanaf de eerste dag na, door jezelf actief te betrekken bij je opleiding.
1.3 Aanmelden voor het onderwijs Omdat jouw academische vrijheid ook inhoudt dat je zelf mag kiezen welke vakken je wel of niet wilt volgen, en of je aan bepaalde toetsen wel of niet wilt deelnemen, zul je je naast je inschrijving bij de RUG nog apart moeten aanmelden voor de verschillende onderdelen binnen de studie. Docenten en onderwijsmedewerkers moeten namelijk vooraf weten hoeveel studenten ze in een hoorcollege, practicum of tentamen kunnen verwachten, om het onderwijs op maat te kunnen aanbieden. In de praktijk betekent dit, dat je je voor elk vak en elk tentamen afzonderlijk moet aanmelden via een internetsysteem. Hoe dat precies in zijn werk gaat hoor in de eerste week van de studie; voorafgaand aan de studie hoef je je daarover nog niet druk te maken. Maar wees er nu al wel van doordrongen dat je je tijdens je studie op tijd voor studieonderdelen moet aanmelden. Ben je te laat met een aanmelding, dan kun je niet aan het betreffende onderdeel (vak of tentamen) deelnemen. Ieder jaar overkomt het verschillende studenten dat ze te laat zijn met een aanmelding voor een vak of een tentamen, waardoor ze voor het betreffende vak geen studiepunten kunnen scoren en dus in de problemen komen met hun BSA norm of hun propedeuse. Dat is niet nodig, als jij je tijdig aanmeldt voor je vakken en tentamens. Zorg ervoor dat je na afloop van de uitleg over het gebruik van de internetsystemen (in de eerste studieweek), direct aan de slag gaat met datgene wat er van je wordt verwacht: actief gebruik maken van de verschillende internetsystemen, en je aanmelden voor de vakken en tentamens die je wilt volgen in het eerste semester van de studie. Tip 3: Maak actief gebruik van de computersystemen, meld je altijd tijdig aan voor vakken en tentamens, en controleer die aanmeldingen regelmatig.
1.4 Hoorcolleges, werkcolleges en practica Tijdens je studie zal je grofweg drie soorten onderwijs tegenkomen: hoorcolleges, werkcolleges en practica. * Een hoorcollege is een vorm van college waarbij een docent mondeling kennis overdraagt naar studenten in de collegezaal. Daarbij hoort ook interactiviteit: je wordt uitgenodigd om actief mee te denken en vragen te stellen of kritische opmerkingen te maken over de stof. Wees vooral niet bang om mee te doen, docenten waarderen een actieve houding juist heel erg! Meestal maakt de docent gebruik van een powerpoint presentatie om zijn verhaal te doen, en na afloop kun je de sheets vaak teruglezen via de digitale onderwijsondersteuning. Er wordt in korte tijd veel informatie gegeven over een bepaald onderwerp, en het is een kunst op zich om hoofd- van bijzaken te scheiden: wat is echt belangrijk, en welke informatie wordt als achtergrond of illustratie verteld? Belangrijk bij een hoorcollege is dat je je voorbereidt op wat komen gaat (lees
bijvoorbeeld de te behandelen stof vooraf door in het studieboek), en nog belangrijker is dat je na een hoorcollege zelfstandig aan de slag gaat om de stof te herhalen en verder uit te diepen (zelfstudie, zie 1.5). Hoorcolleges zijn over het algemeen niet verplicht, maar het is wel zeer aan te raden om aanwezig te zijn. Soms zijn er studenten in de collegezaal aanwezig die het college niet echt volgen. Dat heeft natuurlijk geen zin: je kunt dan beter thuisblijven want je leert dan niets van het college. Sterker nog, de kans is groot dat je je met afleidende activiteiten gaat bezighouden tijdens het college (zoals praten, krant lezen, met je telefoon spelen, etc). Dit is respectloos naar je medestudenten die wel graag willen opletten, en natuurlijk ook naar de docent die zijn/haar best doet kennis over te dragen. Ben je dus van plan om tijdens een hoorcollege mentaal afwezig te zijn, blijf dan ook fysiek afwezig door thuis te blijven of in de kantine te gaan zitten. Zorg dus dat jouw academische vrijheid niet ten koste gaat van de studie van een ander, en het respect voor de docent! Dat geldt ook voor te laat binnenkomen op een hoorcollege. Het is zeker niet ‘cool’ om te laat binnen te komen: docenten en je medestudenten, die wel op tijd zijn gekomen, worden hierdoor afgeleid. Sommige docenten zullen je daarom niet eens binnenlaten. * Een werkcollege is bedoeld om onder begeleiding van een docent opdrachten of sommen uit te werken, meestal in groepsverband. Binnen de studies Biologie en LST is het aantal werkcolleges in het eerste semester beperkt, later zal je deze onderwijsvorm vaker tegenkomen. Werkcolleges zijn erg belangrijk om te volgen, omdat er opdrachten en sommen worden behandeld die in vergelijkbare vorm op een tentamen kunnen terugkomen. Voor scheikundige en wiskundige vakken is het belangrijk om veel te oefenen, om je zo de stof goed eigen te maken en om goed voorbereid te zijn op het tentamen. Een enkele keer kun je ook alvast bonuspunten verdienen voor een tentamen door sommen te maken tijdens werkcolleges. Soms zijn werkcolleges verplicht, soms niet. * Practica zijn altijd verplicht! Je krijgt er een cijfer voor dat meetelt in de bepaling van je eindcijfer voor een vak. Meestal ga je tijdens practica experimenten doen die de stof illustreren die eerder in een hoorcollege is uitgelegd. Het heeft dus weinig zin om afwezig te zijn bij hoorcolleges en vervolgens wel aanwezig te zijn bij practica: je zult van de practica weinig leren en de kans dat je je practica met een onvoldoende afsluit neemt toe, omdat je onvoldoende bent voorbereid op de experimenten. Ook belangrijk om alvast te weten: er is vrijwel nooit een mogelijkheid om gemiste practica in te halen. Op vakantie gaan tijdens onderwijsweken waarin je verplichte practica hebt, betekent dat je automatisch het vak dat in die periode gedoceerd wordt niet zult halen, omdat je verplichte onderdelen mist. Op vakantie zonder gevolgen voor je studie kan alleen in de kerst- en zomervakantie! Als je zorgt dat je je tentamens al bij de eerste poging haalt, kun je van 1 tot 5 extra roostervrije weken tijdens het studiejaar genieten, namelijk de
weken waarin herkansingstentamens zijn geroosterd. Tentamens in 1x halen betekent dus dat je extra vrije tijd als verdiende beloning krijgt! Tip 4: Plan nooit een vakantie tijdens onderwijsweken, want dat kost je vrijwel altijd studiepunten.
1.5 Zelfstudie Vanaf de eerste dag dat je aan de studie begint, ligt het tempo hoger, en wordt er veel meer van je gevraagd dan op de middelbare school. Wellicht zal je dit in de eerste weken niet direct zo ervaren: je krijgt bij het begin van het studiejaar een roosterboekje voor de eerste weken, en zo op het eerste gezicht valt het aantal geroosterde uren eigenlijk best nog wel mee vergeleken met de uren die je op de middelbare school aanwezig moest zijn. Is dat nou wat ze bedoelen met ‘een zware studie’? Die gedachte is helemaal niet vreemd. Maar schijn bedriegt. Op de middelbare school moest je regelmatig huiswerk maken, vaak tussen de 1 en 3 uur per dag, maar sommigen hebben het VWO afgerond met veel minder inspanning dan dat. Op de universiteit wordt een ander soort ‘huiswerk’ van jou verwacht: zelfstudie-uren. Zelfstudie is één van de belangrijkste onderdelen om je studie tot een succes te maken. Sterker nog, onvoldoende zelfstudie-uren maken is misbruik maken van je academische vrijheid en een van de allerbelangrijkste redenen waarom studenten een negatief BSA scoren! Het is zelfs zó belangrijk, dat als je niet van plan bent om voldoende zelfstudie-uren te maken, je beter niet met de studie kunt beginnen. De kans op studiesucces is dan namelijk nihil. Tijdens zelfstudie-uren bereid je een hoorcollege voor, maak je je de behandelde stof uit een hoorcollege eigen, sla je feiten op in je langetermijngeheugen, bereid je je voor op een tentamen, etc. Hoeveel zelfstudie-uren moet je inplannen om een voldoende op een tentamen te kunnen halen? En hoe doe je dat op een zo effectief mogelijke manier? Dat leggen we allemaal uit in hoofdstuk 2 en 3. Tip 5: Veel en regelmatige zelfstudie-uren zijn essentieel om de stof voldoende te beheersen voor een tentamen.
2. Tijdsmanagement Je staat op het punt om te beginnen met een nieuw hoofdstuk in je leven: studeren op de universiteit. Misschien heb je nog geen idee hoe je leven er straks zal uitzien, of misschien heb je al allerlei plannen gemaakt, bijvoorbeeld gebaseerd op ervaringen van andere studenten. De studie gaat als het goed is een integraal onderdeel van je leven uitmaken, maar wat ga je naast de studie allemaal meemaken? Er is nog zoveel meer dan studeren alleen… En dat vinden we heel belangrijk: alle dingen die jij naast je studie doet zijn onderdeel van jouw persoonlijke ontwikkeling. Je alleen beperken tot studeren kan zelfs tot motivatieproblemen leiden, dus het is juist zaak dat je voldoende afwisseling in je studentenleven ervaart om plezier te houden in de studie. Bij zaken buiten de studie kun je denken aan vrienden, werken, sporten, commissies, stappen, verenigingen, reizen, internet, andere hobby’s en nog veel meer. En af en toe even helemaal lekker niks doen kan ook gewoon heel fijn zijn! Veel mensen vinden hun studietijd achteraf de leukste tijd van hun leven, het gevoel van zoveel vrijheid zal je waarschijnlijk in je latere leven nooit meer op dezelfde manier ervaren. Kortom, het is belangrijk om ook tijd over te houden voor leuke dingen buiten de studie. Voldoende tijd vinden voor al die activiteiten is op zich best mogelijk, maar het wordt lastiger als je tegelijkertijd ook nog serieus genoeg met je studie wilt bezig zijn en voldoende studiepunten wilt scoren. Hoe kun je zoveel mogelijk tijd overhouden voor dingen buiten het studeren om? Twee dingen zijn daarbij belangrijk: hoeveel tijd besteed je aan je studie (studieplanning of met een mooi woord ‘tijdsmanagement’), en hoe effectief besteed je die tijd? Als je in beide aspecten streeft naar het optimale zal je merken dat je ruim voldoende tijd overhoudt voor niet-studie gerelateerde zaken. In dit hoofdstuk gaan we in op jouw tijdsmanagement, in het volgende hoofdstuk behandelen we het effectief studeren. Misschien gebruikte je tijdens je schooltijd een agenda, bijvoorbeeld om je huiswerk in op te schrijven. Vroeger gebruikte men daarvoor een papieren agenda, tegenwoordig zien we steeds meer mensen een digitale agenda gebruiken, bijvoorbeeld op hun smartphone of via een internetpagina. Of je nou wel of niet al gewend bent om een agenda te gebruiken, op de universiteit is een (papieren of digitale) agenda een absolute must-have om je studentenleven in goede banen te leiden. Je schrijft er je geroosterde onderwijsuren in (zoals hoorcolleges, practica, tentamens, etc), en ook afspraken met vrienden, of met medestudenten om aan een studieproject te werken. Maar ook verjaardagen, bijbaantjes, feesten, familiebezoek, sporturen, evenementen etc. komen in je agenda terecht. Misschien denk je nu: “Ach, een agenda heb ik niet nodig, ik onthoud al mijn afspraken wel, en roosters zoek ik op internet op als ik ze nodig heb”. Deze manier van denken is een belangrijke bron van studieproblemen. Een agenda beheren is heel belangrijk, want: 1) het zorgt ervoor dat je minder snel belangrijke afspraken mist, en 2) het geeft jezelf een veel beter inzicht in de
hoeveelheid tijd die jij aan je studie- en niet-studie gerelateerde zaken besteedt, zodat je dat verder kunt optimaliseren. Hieronder volgt een toelichting op deze 2 belangrijke punten. 1) Je zult straks merken dat je als student een veel minder regelmatig leven leidt dan als scholier. Dat kan lastig zijn, maar die afwisseling maakt het studentenleven juist ook extra leuk! Op het VWO had je relatief veel structuur in je dagbesteding: je kreeg bij de start van het schooljaar je rooster uitgedeeld, dat vaak maar weinig veranderde tijdens het jaar. Grofweg zat je van maandag tot en met vrijdag ongeveer tussen 8.30 en 15.30 uur op school. Na de verplichte uren besteedde je waarschijnlijk nog wat tijd aan je huiswerk, zeker als er belangrijke toetsen in aantocht waren. Neem daarbij ‘standaard’ tijdsbestedingen zoals slapen, eten en reizen, en je dagindeling ziet er (zeker op doordeweekse dagen) behoorlijk gestructureerd uit. Op de universiteit ziet jouw dagindeling er behoorlijk anders uit. Geen week is hetzelfde geroosterd als de week ervoor: de ene dag heb je hoorcollege van 9.00 tot 12.00 uur in zaal X, en ’s middags een practicum van 13.00 uur – 16.00 uur in zaal Y. Maar op andere dagen begin je bijvoorbeeld met een werkcollege van 10.00 – 12.00 uur in zaal Z, en heb je ’s middags ‘vrij’. Het varieert van dag tot dag en van week tot week. Als je je rooster niet netjes in je agenda zet, zal je al snel de mist ingaan en colleges of practica missen. Ook al denk je dat je het nog zo goed in je hoofd hebt opgeslagen, of kunt opzoeken. Hetzelfde geldt voor niet-onderwijs gerelateerde afspraken: veel studenten komen al snel in een leven terecht waarin ze veel afspraken maken met vrienden, medestudenten, docenten of studieadviseurs en anderen. Die vinden plaats op allerlei momenten van de dag, en om dat goed bij te houden is een agenda een onmisbare tool. 2) De ervaring leert dat studenten biologie en LST gemiddeld ongeveer 40 uren per week aan hun studie besteden om tot goede studieresultaten te komen. Als je de hoeveelheid geroosterde onderwijsuren bij elkaar optelt, levert dat gemiddeld ongeveer 20 studie-uren per week, maar dit kan tijdens weken met verplichte practica tijdelijk (veel) hoger liggen. Bovenop deze geroosterde uren komen nog veel extra zelfstudie-uren die je moet maken om tot 40 studie-uren per week te komen (zie ook hoofdstuk 3). Veel studenten plannen deze zelfstudie-uren niet in hun agenda: ze volgen braaf het rooster op internet, en af en toe denken ze: “Vanmiddag heb ik geen geroosterde onderwijsuren, dus ga ik een aantal uren besteden aan zelfstudie”. Als je ze enkele weken later vraagt hoeveel studie-uren ze in totaal hebben gemaakt, dan kunnen ze die vraag niet duidelijk beantwoorden. Het is ook niet na te kijken want het staat nergens genoteerd. Zonder een agenda kun je dus nooit analyseren of je voldoende tijd aan je studie hebt besteed, en noodzakelijke aanpassingen maken in de hoeveelheid studie-
uren die je inplant in de toekomst. Je kunt dan ook nooit je tijdsmanagement optimaliseren, want daarvoor is een goed inzicht in je tijdsindeling absolute must. Als je kunt terugkijken hoe jij de achterliggende tijd hebt besteed, kun je ook ontdekken waar nog allerlei ‘loze uren’ in je dagbesteding zitten, die je in de toekomst nuttiger kunt besteden. Je kunt namelijk ervaren dat er chronisch te weinig uren in een week lijken te zitten, de tijd vliegt echt voorbij! Maar wie een agenda beheert kan tegelijkertijd ook de conclusie trekken dat er nog best uren in een week zitten die veel nuttiger hadden kunnen worden besteden. Een globale leidraad voor een gestructureerd studentenleven, waarin je alle aspecten (binnen en buiten de studie) goed kunt bijhouden, is dat je per dag grofweg 8 uur aan slapen spendeert, 8 uur aan studie, en 8 uur aan alle andere zaken daarnaast. Tip 6: Het gebruik van een (papieren of digitale) agenda is een absolute must om je studentenleven in goede banen te leiden.
3. Effectief studeren Al eerder genoemd in dit boekje: studieresultaat is sterk gerelateerd aan het aantal studie-uren dat je in de studie steekt. Vooral in het eerste jaar wordt relatief veel parate feitenkennis gevraagd op tentamens. Als je resultaten niet goed zijn, is een deel van de oplossing bijna altijd dat je simpelweg meer (zelfstudie)uren aan de studie besteden. Vaak is dat best mogelijk, maar toch lastig uit te voeren in de praktijk. Immers, het studentenleven is al zo druk en je hebt misschien voor je gevoel nu al chronisch te weinig tijd. Er is een tweede oplossing voor handen: in plaats van méér uren maken, ga je de studie-uren effectiever besteden, zodat je met hetzelfde aantal studie-uren hogere cijfers haalt. Misschien besef je het nog niet, maar het ene studie-uur is het andere studie-uur niet. Wat sla je op in je langetermijngeheugen tijdens een hoorcollege en tijdens zelfstudie uren, zodat je dat kunt reproduceren op een tentamen? Dat is ontzettend afhankelijk van de manier waarop je studeert, en wordt samengevat in dit hoofdstuk met de term ‘Effectief studeren’. Dé manier waarop je het beste kunt studeren is voor iedere student anders. Maar er zijn wel degelijk basistrucjes die elke student zou moeten toepassen, omdat ze wetenschappelijk bewezen zeer effectief zijn. Als je vanaf de eerste studiedag de studeertrucs opvolgt die in dit hoofdstuk staan beschreven, heb je de juiste basis direct te pakken, en is het alleen nog maar zaak dat je in de eerste maanden van de studie de puntjes op de i zet wat betreft jouw persoonlijk beste studiemethode. Als jij denkt dat je die trucjes niet nodig hebt, maak je het jezelf onnodig moeilijk om tot goede studieresultaten te komen, en dat is natuurlijk zonde. 3.1 De kracht van herhaling Waarschijnlijk heb je je wel eens geërgerd aan een tv-reclame die je voor je gevoel veel te vaak voorbij zag komen in korte tijd. Reclamebureaus maken met die strategie dankbaar gebruik van een eeuwenoud fenomeen dat bekend staat als ‘de kracht van herhaling’. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk keer op keer dat hoe vaker je een bepaalde boodschap binnenkrijgt, hoe beter je die boodschap in je langetermijngeheugen opslaat. Sterker nog: als die herhalingen kort op elkaar volgen, is de kans dat je de boodschap onthoudt nog veel groter. En dat is natuurlijk precies wat reclamebureaus proberen te bereiken. Jij als student kunt ook dankbaar gebruik maken van deze kennis over hoe het menselijk brein werkt: als je hetzelfde principe toepast in jouw studiemethode, ben je effectief aan het studeren. De wetenschapper die aan de basis stond van dit principe, was Herman Ebbinghaus. Hij introduceerde op basis van zijn experimenten de ‘leercurve’, die je op de volgende pagina ziet afgebeeld.
Bron: http://denkvisueel.nl/diensten/coaching-leergang/
Het principe hierachter is als volgt: als je leerstof voor de eerste keer hoort of ziet (bijvoorbeeld tijdens een hoorcollege), dan blijft dat maar moeilijk in je langetermijngeheugen zitten. Sterker nog, als je na het hoorcollege niets meer zou doen, dan weet je 20 minuten na afloop van dat college nog maar zo’n 60% van de behandelde stof, en na 40 minuten al minder dan 50%. Na 1 dag zit je op ongeveer 35%, na 6 dagen op 25% en na 30 dagen op 20%. Oftewel: je vergeet het meeste van de stof direct in het eerste uur na afloop van het college; een dag later weet je nog maar 35% van de stof! In het eerste stukje van de groene leercurve zie je dat terug. Wat je ook in die curve ziet, is het effect van herhaalmomenten. Zou je de stof niet herhalen, dan zou het kennisniveau teruglopen tot over de stippellijn van de linker/onderste curve. Maar op het moment dat je een herhalingsmoment introduceert (in dit geval na ongeveer 30 minuten), dan kom je weer terug op 100% kennis. Daarna begint het ‘vergeetproces’ opnieuw, maar de snelheid van het vergeten gaat nu langzamer dan in het geval van het eerste stuk van de curve (zonder herhaalmoment) en de kennis zakt minder ver weg. Na een 2e herhaalmoment ga je weer naar 100%, waarna de kennis weer minder snel en minder ver afneemt als na het 1e herhaalmoment. En zo verder, je ziet dat als je 4 of 5 keer herhaalt op gezette tijden, de stof bijna volledig in je langetermijngeheugen blijft zitten. En dat is precies wat jij nodig hebt om een tentamen goed te kunnen maken. Onderzoek heeft uitgewezen dat je dus gebaat bent bij veel herhaalmomenten, en die momenten kun je in de praktijk het beste inplannen door de
stof binnen 24 uur drie keer te behandelen, nog een keer te herhalen na een dag of 5 of 6. En natuurlijk vlak voor het tentamen nog een keer als ‘finishing touch’. Hoe kun je zorgen dat je de stof drie keer behandelt binnen 24 uur? Probeer een strategie te bedenken waarbij je elk college voorbereidt. Je kunt bijvoorbeeld 1 uur reserveren om de te behandelen stof vooraf globaal door te nemen. Je hoeft dan niet eens intensief te studeren, maar zorg ervoor dat je weet wat er in het college behandeld gaat worden. Je ziet dan ook al direct onderwerpen die je moeilijk vindt of niet begrijpt, welke je op het hoorcollege direct zult herkennen, waardoor je scherper oplet om het te begrijpen. Na de voorbereiding ga je naar het hoorcollege waar je natuurlijk goed oplet, aantekeningen maakt en eventueel vragen stelt indien nodig. Dit hoorcollege is de tweede keer dat je stof in korte tijd behandelt. Na het college is het zaak dat je zo snel mogelijk een rustige studeerplek opzoekt (bijvoorbeeld een bibliotheek of een studentenwerkplek), waar je de stof voor de derde keer doorneemt, door middel van intensief studeren. Alles bij elkaar reken je voor de voorbereiding een uur, voor het college drie uur, en voor de zelfstudie nog eens twee tot drie uur. Hiermee kom je op ongeveer zes tot zeven uur studie per dag. Probeer je dit vijf dagen in de week bij te houden, dan kom je dus op ongeveer 30-35 uur studie, waardoor je ook nog 5-10 uur per week overhoudt voor de vijfdaagse herhaling, om totaal op ongeveer 40 uur studie te komen. Natuurlijk ziet niet elke dag er zo uit. Soms heb je ’s ochtends om 9.00 uur al college. In dat geval kun je de voorbereiding de middag of avond ervoor doen. Of als je college aan het einde van de dag hebt, dan komt het misschien niet uit om daarna nog zelfstudie uren in te plannen, dus dan wordt dat wellicht de volgende dag. Soms heb je ook practicum op een dag, wat soms een hele ochtend of middag kan duren. Bedenk dat een practicum ook een vorm van herhaling is, een hele goede zelfs! Dus dan hoef je op zelfstudie weer wat minder te herhalen van die stof. Je merkt het, er is geen vast stramien waaraan je je kunt vasthouden. Daarvoor is het rooster te variabel. Maar waar het om gaat is dat jouw basis moet bestaan uit herhalen, herhalen, herhalen, en daarmee ongeveer 40 studie-uren per week halen. Als je de stof op deze manier goed bijhoudt, zal je merken dat je vlak voor het tentamen nog maar weinig hoeft te doen, eigenlijk alleen nog de puntjes op de i te zetten (lees: nog één keer alles doornemen als laatste herhaling). Als je maandag t/m vrijdag reserveert om die 40 uur te maken, kom je in een ritme waarbij je dagen maakt met van 9.00 uur tot 18.00 uur voor studietijd (inclusief pauzes, lunch, etc), en dan heb je nog het hele weekend en de uren na 18.00 uur om je met andere dingen bezig te houden. Meer dan genoeg tijd dus, zolang je maar zorgt dat je tijdsmanagement in orde is, met behulp van je agenda. En je kunt natuurlijk naar eigen inzicht variëren: doordeweeks elke dag een uur minder studeren, en in plaats daarvan bijvoorbeeld op zondag de middag te reserveren voor studie, om te compenseren voor die verloren uren.
Een veelgemaakte fout van studenten is dat ze de stof tijdens een vak onvoldoende herhalen (bijhouden), waardoor ze tijdens zo’n vak te weinig van de stof onthouden. Uit het bovenstaande verhaal blijkt dat het vrijwel geen zin heeft om alle hoorcolleges te bezoeken als je vervolgens nauwelijks zelfstudie-uren voor herhaling inbouwt. Je vergeet dan namelijk vrijwel alles weer, en vlak voor een tentamen moet je alles weer opnieuw leren. Je begrijpt, dat is een onmogelijke opgave. Ook al studeer je dan een paar dagen of zelfs een hele nacht door om in korte tijd heel veel studie-uren te maken als compensatie voor je eerder gemiste zelfstudie-uren, het tentamen is dan een mission impossible. Maak dus niet de klassieke fout van het niet herhalen van de stof! Tip 7: Studeren is alleen maar effectief als je herhaalt, herhaalt, en nog eens herhaalt. Gemiste zelfstudie-uren compenseren in de dagen vlak voor het tentamen is zeer ineffectief. 3.2 Overige tips om effectief te studeren Iedereen ontwikkelt in de loop van de tijd zijn eigen studiemethode. Wat voor een ander werkt, is voor jou misschien geen goede studiemethode. Toch zijn er in het algemeen methodes die bewezen wel of niet werken. We beschrijven ze hier kort, doe er je voordeel mee. * Zorg tijdens zelfstudie-uren voor een goede studieruimte. De ruimte moet rustig zijn om afleiding te voorkomen (bijvoorbeeld een bibliotheek). Als je weet dat je snel bent afgeleid door bijvoorbeeld je telefoon, neem de telefoon dan niet mee of bewaar hem in een kluisje in de buurt. Zorg ook voor voldoende luchtcirculatie: bijna de helft van alle zuurstof die je inademt gaat rechtstreeks naar je hersenen. * Vermijd veel suikers in koffie voorafgaand of tijdens het studeren. Suikers en cafeïne geven je een korte concentratie boost, om daarna langdurig het tegenovergestelde effect te veroorzaken. Eet en drink dus zoals je ook zou doen als je niet zou studeren. * Wissel voldoende af: niet alleen droge teksten en aantekeningen doornemen, maar maak vooral ook samenvattingen (die je later weer voor herhalingsmomenten kunt gebruiken), en overhoor jezelf of een studiemaatje door vragen te bedenken. * Plan realistisch, en houd rekening met tegenslag. Als jouw plan bijvoorbeeld is om in een week 5 hoofdstukken te bestuderen, plan dan niet op maandag t/m vrijdag steeds 1 hoofdstuk per dag. Als je dan onverhoopt een keer niet je dagplanning afkrijgt omdat er iets tussenkomt of omdat je je niet goed voelt, zorgt dat voor veel stress en onzekerheid. Plan in zo’n geval die 5 hoofdstukken in 4 dagen (ma t/m do), en plan voor vrijdag een vrije middag in. Kom je dan een dag niet toe aan wat je had gepland, dan haal je dat op je vrije vrijdagmiddag in. Houd je je wel aan je originele planning, dan kun
je jezelf belonen met een echt vrije vrijdagmiddag, of een extra herhaalmoment voor een hoger cijfer op het tentamen. * Ga niet zomaar van begin tot eind door een boek of een hoofdstuk heen, maar gebruik de ‘kapstokmethode’. Dit betekent dat je eerst de inhoudsopgave van een boek doorneemt. Vervolgens neem je per hoofdstuk eerst de paragraaftitels door om een goed beeld te krijgen van waar het hoofdstuk over gaat, en wat je dus kunt verwachten aan inhoud. Als je de globale structuur begrijpt, zal je de gedetailleerde stof vervolgens beter onthouden, omdat je de details in je hersenen aan de ‘kapstok’ van de structuur kunt ophangen. * Je concentratie neemt na verloop van tijd af, dus zorg voor voldoende pauzes. Probeer bijvoorbeeld minimaal een kwartier pauze te houden na elke 1 tot 1,5 uur zelfstudie. * Zoek (een) studiemaatje(s) waarmee je afspreekt om op gezette tijden samen te studeren, bijvoorbeeld in de bibliotheek. Het zorgt ervoor dat je je eerder aan je planning houdt dan als je die afspraak alleen maar met jezelf maakt. Je hebt nu immers een afspraak en een verantwoordelijkheid naar je medestudent, die je niet graag wilt ontlopen. * Zorg voor voldoende slaap. Een uitgeruste student kan zich beter concentreren en kan veel effectiever details onthouden. Een nachtje doorstuderen om gemiste studie-uren in te halen is minder effectief dan een nacht goed slapen. * Beloon jezelf als je je dag- of weekplanning goed hebt uitgevoerd. Een biertje smaakt zoveel lekkerder, een film entertaint zoveel meer, en een feest is veel gezelliger, als je in je achterhoofd niet steeds de gedachte meedraagt dat je achterloopt op je planning.
Tip 8: Hou je zoveel mogelijk aan bewezen algemene effectieve studiemethodes, en ontwikkel vanuit die basis je eigen studiemethode.
4. Risicoprofielen en hulptroepen Met de informatie uit de vorige drie hoofdstukken kun je je goed voorbereiden op de studiejaren die voor je liggen. Het is informatie die voor alle studenten van belang is, want iedere student ondergaat dezelfde overgang ondergaan van school naar universiteit, en elke student moet zichzelf een effectieve studiemanier aanmeten om zo succesvol mogelijk door de studie heen te lopen. De ene student loopt echter wel een groter risico om tegen studieproblemen aan te lopen dan de ander. Studieadviseurs hebben een jarenlange ervaring opgebouwd in het herkennen van gemeenschappelijke factoren van studenten die in de problemen komen. Daarom willen we de informatie uit dit boekje met jou delen. We hopen hiermee dat studenten die ook zonder advies geen grote studieproblemen zouden krijgen nog betere studieresultaten kunnen halen zonder dat ze daarvoor zelf eerst het wiel opnieuw moeten uitvinden. Maar we willen met name ook dat studenten, die wel een groot risico lopen op studieproblemen, beter voorbereid zijn op datgene wat komen gaat. Daarmee proberen we studieproblemen zoveel mogelijk voor te zijn. Voorkomen is immers beter dan genezen! Met de huidige BSAregels is zo snel mogelijk je studiestrategie aanpassen (waar nodig) essentieel om je studie te kunnen voortzetten. Tot slot wijzen we je op de hulptroepen die voor je klaar staan als je ondanks de informatie uit dit boekje toch het idee krijgt dat je niet aan goed studeren toekomt en daar meer hulp bij wilt krijgen. Natuurlijk is die hulp voorhanden. 4.1 Risicoprofielen Welke factoren zorgen ervoor dat een student een groter dan gemiddeld risico loopt om een negatief BSA? Als jij je herkent in één van de onderstaande factoren, dan is dat extra reden voor jou om vanaf de eerste studiedag de tips uit dit boekje op te volgen. Als je uit de informatie hieronder concludeert dat je een behoorlijk risico loopt op problemen, wanhoop dan niet want ook jij bent in staat om succes in onze studie te halen. Iedereen die aan de ingangseisen van de studie heeft voldaan, is in principe in staat om de studie succesvol te doorlopen. Je zult alleen een stapje extra je best moeten doen als je in een risicogroep zit. Motivatie is de allerbelangrijkste factor voor studiesucces. Onze ervaring is dat wie gemotiveerd is om de studie vanaf de eerste dag goed aan te pakken en bereid is zijn of haar manier van werken waar nodig aan te passen, gerust de BSA-norm kan halen.
* Ga eens na wat jouw gemiddelde cijfer voor de bètavakken op het VWO was (natuurkunde, scheikunde, wiskunde A en/of B, biologie). Hieronder zie je een grafiek die de relatie weergeeft tussen gemiddelde VWO cijfers voor bètavakken, en een positief of negatief bindend studieadvies aan het einde van het jaar. Uit deze grafiek kun je concluderen dat studenten die lager dan een 6,5 als gemiddelde scoorden op het VWO, een veel hoger risico lopen op een negatief BSA, dan studenten die een 7,0 of hoger scoren. Van de studenten die lager dan een 6,5 scoren als gemiddelde, haalt aan het einde van het jaar bijna 40% zijn BSA-norm niet (minimaal 45 ECTS). Dit betekent dus dat als jij gemiddeld lager dan een 6,5 scoorde op de bètavakken, je een groter risico dan gemiddeld loopt op een negatief BSA. Het goede nieuws is: van de studenten die een 6,5 of lager scoorden op het VWO, haalde toch bijna 60% uiteindelijk wel minimaal 45 studiepunten. De ervaring van de studieadviseurs is dat dit studenten zijn die vanaf de eerste dag op de juiste manier met hun studie aan de slag zijn gegaan: gestructureerd en gemotiveerd, volgens de tips die in dit boekje staan beschreven. Nogmaals: iedereen die aan Biologie of LST begint, kan in principe studiesucces halen!
100
80
<45 EC >45 EC
%
60 40 20 0 <6
6 < 6.5
6.5 < 7.0
7.0 < 7.5
Gemiddeld cijfer voor Bi/Na/Sk/Wk op VWO
7.5 >
* Hoe heb jij het VWO doorlopen? Ging het je gemakkelijk of moeilijk af? Moest je er veel voor doen om voldoendes te halen, of was het eigenlijk best wel een eitje om je examens te halen? Was het genoeg om een dag voor een toets flink te leren, of moest je veel tijd aan de voorbereiding van je toetsen spenderen? Laten we eens teruggaan naar de grafiek hierboven, waarbij we de conclusie trokken dat studenten met lager dan een 6,5 op de bètavakken in een risicogroep zitten. Als jij in die risicogroep zit, dan heb jij waarschijnlijk op één van de volgende manieren je VWO examens doorlopen: je moest het hele examenjaar flink aan de bak om te slagen (met ondanks je inspanningen nog steeds een 6,5 of lager voor de bètavakken), òf je hoefde niet zoveel te doen om je voldoendes binnen te slepen. Als jij in de laatste groep valt (dus als jij je examens met relatief weinig inspanning hebt doorlopen) dan loop je bij Biologie en LST een extra groot risico. Je hebt dan namelijk nauwelijks meegekregen hoe het is om voltijd (40 uur per week) bezig te zijn met studeren. Ook als je de neiging had je werk uit te stellen (altijd op het laatste moment leren voor een toets) zit je in een risicogroep. Onze ervaring is dat de overstap naar de universiteit dan extra lastig voor jou zal zijn, want met diezelfde houding red je het op de universiteit echt niet meer. Dit is één van de grootste problemen die we onder de eerstejaars tegenkomen. Ben jij dus gemakkelijk door je VWO gekomen zonder echt hoge cijfers te halen, wees dan extra alert en zorg ervoor dat je vanaf de eerste dag op de universiteit een stuk serieuzer met je studie om gaat, anders is de kans groot dat je in de problemen komt. Wacht niet af tot je het cijfer van je eerste tentamen hebt gekregen, want als je op dezelfde manier je studie gaat aanpakken als op het VWO dan zal dat vrijwel zeker een onvoldoende opleveren. * Heb je een functiebeperking, een chronische ziekte, een handicap, een aandoening in het autistische spectrum zoals PDD-NOS, ADD of ADHD, familieomstandigheden zoals een moeilijke thuissituatie, of dyslexie, dan kan dat problemen geven in de studie. Het is belangrijk dat je in de eerste of tweede week van de studie dit soort bijzondere omstandigheden direct bij een studieadviseur meldt. Dat is belangrijk om twee redenen: ten eerste omdat een studieadviseur jou dan vanaf de start van de studie extra kan ondersteunen waar nodig. Een studieadviseur kan jou namelijk helpen om structuur in je studie aan te brengen, om voorzieningen te treffen bij tentamens zodat er rekening wordt gehouden met jouw ziekte of dyslexie, etc. De tweede reden waarom je deze omstandigheden moet melden is omdat je misschien in aanmerking kan komen voor versoepeling van de BSA-regels of een financiële compensatie als je vertraging oploopt. Dit kan alleen geregeld worden als je het op tijd bij een studieadviseur meldt. Je verspeelt je rechten als je bijzondere omstandigheden te laat meldt, houd daar dus rekening mee als er bijzondere dingen spelen in jouw leven. Tip 9: Analyseer of jij in één van onze risicoprofielen valt. Zo ja, wees dan extra alert om vanaf de eerste dag alle tips uit dit boekje op te volgen.
4.2. Hulptroepen Tot nu toe heb je een hoop informatie gelezen waar je tijdens de eerste weken en maanden actief mee aan de slag kunt. Toch zijn de tips in dit boekje slechts een klein deel van alle hulp die voor jou beschikbaar is om een leuk en succesvol studentenleven te leiden. Sommige studenten volgen alle tips uit dit boekje netjes op, maar hebben desondanks toch het gevoel dat ze niet lekker in de studie meelopen. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat jouw studieresultaten toch tegenvallen, of dat je even niet lekker in je vel zit. Het kan ook zijn dat je de tips uit dit boekje wel graag wilt opvolgen, maar dat het je simpelweg niet lukt, bijvoorbeeld omdat je de motivatie mist, omdat je je steeds voorneemt dat volgende week echt te gaan doen (last hebt van uitstelgedrag), of omdat je bang bent dat het toch niet gaat lukken (faalangst). Gelukkig blijft de hulp vanuit de universiteit niet beperkt tot de informatie in dit boekje. Sterker nog, dit boekje is slechts een eerste handvat om jou een makkelijkere studiestart te bezorgen. De hulp die je daarnaast aangeboden krijgt bestaat uit verschillende componenten: we hebben mentoren (ouderejaars studenten) die je begeleiden in de eerste weken van de studie, zodat je ook praktische hulp krijgt bij de overgang naar de universiteit en alles wat daarbij hoort. In een later stadium van je studie krijg je de beschikking over een tutor (vakdocent) die jou inhoudelijk kan helpen tot het maken van de juiste keuzes tijdens je studie. En te allen tijde staan de studieadviseurs van de opleidingen Biologie en LST je bij met raad en daad. Zij hebben dit boekje geschreven, en zijn een belangrijke vraagbaak tijdens je hele studie. Je kunt bij ze terecht voor alle vragen die je bezig houden op het gebied van je studie. Wat voor problemen je ook ondervindt in je studie of je studievoortgang, neem contact op met een studieadviseur, en hij/zij zal proberen om jou zo goed mogelijk te helpen. Soms kunnen ze zelf direct hulp bieden, maar soms zullen ze je ook doorverwijzen naar een andere professional of instantie waar je hulp kunt krijgen. De studieadviseurs zijn onafhankelijk en hebben een vertrouwensfunctie: ze hebben dus niets te maken met ouders of docenten, en zullen ook nooit zonder jouw uitdrukkelijke toestemming met anderen praten over jouw probleem. Je zult de studieadviseurs regelmatig zien in voorlichtingscolleges: soms is het nodig om bepaalde informatie over de studie aan alle (eerstejaars) studenten te vertellen, zoals een instructie over de computersystemen, of voorlichting om tot een goede keuze van je hoofdrichting (major) te komen. De studieadviseurs zijn verantwoordelijk voor de informatievoorziening vanuit de opleiding naar de studenten: belangrijke mededelingen en actuele zaken communiceren ze via een elektronisch prikbord. Over hoe dit werkt krijg je in de eerste week meer informatie in een centrale voorlichtingsbijeenkomst. Ook kan studieadviseur contact met jou zoeken omdat hij/zij het idee heeft dat je hulp kunt gebruiken, bijvoorbeeld naar aanleiding van teleurstellende studieresultaten. Ga
vooral op zo’n gespreksuitnodiging in, want zo’n gesprek heeft het doel om samen met jou te kijken of je ondersteuning nodig hebt in je studie. De studieadviseurs bij Biologie en LST zijn Trudeke Sanders en Karin Weel en je kunt ze voor kleine vragen het makkelijkste bereiken via email (
[email protected] en
[email protected]), of persoonlijk via 1 van de regelmatige spreekuren. Als je langer dan 15 minuten denkt nodig te hebben, dan mag je ook een afspraak maken via http://gasanders.youcanbook.me of http://cemweel.youcanbook.me. Let op: Trudeke Sanders is de studieadviseur voor eerstejaars studenten, terwijl Karin Weel met name tweede- en derdejaars studenten ondersteunt. Tip 10: Schroom niet om gebruik te maken van de hulptroepen die altijd voor je klaarstaan. De studieadviseurs zijn beschikbaar om jou te helpen met studiegerelateerde of persoonlijke problemen.
5. Samenvatting Ter afsluiting van dit informatieboekje zetten we alle tips die we hebben zien langskomen nog eens duidelijk op een rij. Bewaar dit boekje goed, misschien dat je er in de toekomst nog eens een beroep op moet doen omdat je studieproblemen ondervindt. Het kan in ieder geval geen kwaad om af en toe dit boekje er nog eens bij te pakken, en deze samenvatting nog even snel door te nemen, als soort van ‘check-up’ om te zien of je nog dingen kunt verbeteren of aanpassen.
Tip 1: Geniet van je academische vrijheid, maar maak er geen misbruik van. Tip 2: Kom je academische verantwoordelijkheden vanaf de eerste dag na, door jezelf actief te betrekken bij je opleiding. Tip 3: Maak actief gebruik van de computersystemen, meld je altijd tijdig aan voor vakken en tentamens, en controleer die aanmeldingen regelmatig. Tip 4: Plan nooit een vakantie tijdens onderwijsweken, want dat kost je vrijwel altijd studiepunten. Tip 5: Veel en regelmatige zelfstudie-uren zijn essentieel om de stof voldoende te beheersen voor een tentamen. Tip 6: Het gebruik van een (papieren of digitale) agenda is een absolute must om je studentenleven in goede banen te leiden. Tip 7: Studeren is alleen maar effectief als je herhaalt, herhaalt, en nog eens herhaalt. Gemiste zelfstudie-uren compenseren in de dagen vlak voor het tentamen is zeer ineffectief. Tip 8: Hou je zoveel mogelijk aan bewezen algemene effectieve studiemethodes, en ontwikkel vanuit die basis je eigen studiemethode. Tip 9: Analyseer of jij in één van onze risicoprofielen valt. Zo ja, wees dan extra alert om vanaf de eerste dag alle tips uit dit boekje op te volgen. Tip 10: Schroom niet om gebruik te maken van de hulptroepen die altijd voor je klaarstaan. De studieadviseurs zijn beschikbaar om jou te helpen met studiegerelateerde of persoonlijke problemen.