Landschapsgeschiedenis studeren in Groningen De Rijksuniversiteit Groningen verzorgt een éénjarige masteropleiding Landschapsgeschiedenis die gericht is op verleden, heden en toekomst van het Nederlandse en Europese landschap. Ook kan een tweejarige research master worden gevolgd die geheel gewijd is aan de studie van het landschap.
Landschappen leren lezen Het landschap behoort tot de meest waardevolle cultuurschatten van onze Nederlandse en Europese samenleving. In een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur ontstond in elke regio een geheel eigen cultuurlandschap dat tal van zichtbare en onzichtbare sporen bevat van een boeiend verleden. Wie deze sporen leert lezen, ontdekt een ongekend rijke inspiratiebron voor de samenleving van nu én die van de toekomst. Het landschap heeft namelijk niet alleen een historische dimensie. Het is tegelijkertijd ook het podium én het decor voor al onze huidige en toekomstige ruimtelijke activiteiten. Wie zich op het cultuurlandschap richt, is dus niet alleen bezig
met de rijke erfenis uit het verleden, maar ook met de vormgeving van het landschap van de toekomst. In de master en research master Landschapsgeschiedenis word je opgeleid tot landschapsspecialist: iemand die veel kennis heeft van de opbouw en ontstaansgeschiedenis van het huidige landschap, het landschap op een interdisciplinaire manier kan analyseren en deze landschapskennis weet toe te passen in de praktijk van ruimtelijke ordening, erfgoedzorg, landschapsbeheer, landschapsplanning en landschapsbeleid.
Masteropleiding Sinds september 2007 is het mogelijk om aan de Rijksuniversiteit Groningen een éénjarige masteropleiding of een tweejarige research masteropleiding Landschapsgeschiedenis (Eng. Landscape History) te volgen. Het zijn de enige masteropleidingen in Nederland die zich exclusief richten op verleden, heden en toekomst van het cultuurlandschap. Doel van de opleiding is om een gedegen kennis te ontwikkelen van de opbouw, ontstaanswijze en betekenis van het landschap en deze actief te leren inzetten in de praktijk van ruimtelijke ordening, erfgoedzorg, landschapsbeleid, landschapsplanning en landschapsbeheer.
Bodemkundig veldwerk in het Drentsche Aa-gebied
Wat leer je tijdens deze masteropleiding?
Je krijgt een gedetailleerd inzicht in de opbouw en ontstaansgeschiedenis van de Nederlandse cultuurlandschappen en leert deze in een Europees perspectief te plaatsen; je krijgt een praktische scholing in het analyseren van de opbouw en ontstaansgeschiedenis van het landschap met behulp van bronnen en methoden uit verschillende vakgebieden (oud schrift, archiefonderzoek, historische kartografie, GIS, historische geografie, naamkunde, paleobotanie, veldbodemkunde, landschapsbelevingsonderzoek); je ontdekt de gevarieerde betekenis die het landschap voor mensen heeft en krijgt ook inzicht in de ontwikkeling die het begrip landschap in de afgelopen eeuwen heeft doorgemaakt;
je maakt kennis met de praktijk van het landschapsonderzoek, het landschapsbeheer, het landschapsbeleid en de erfgoedzorg tijdens werkbezoeken aan diverse organisaties en gastcolleges van praktijkmensen; je leert tijdens diverse veldpractica en excursies de rijke variatie aan cultuurlandschappen in Nederland kennen; tijdens een buitenlandse excursie naar Zuid-Engeland en/of het internationale Waddengebied maak je kennis met een aantal hoofdthema’s in de Europese landschapsgeschiedenis; tijdens een stage in Nederland of in het buitenland maak je kennis met de praktijk van het landschapsonderzoek, de landschapsplanning of het landschapsbeheer; door het verrichten van een eigen masterscriptie-onderzoek leer je hoe je op een wetenschappelijk niveau zelfstandig een landschapsvraagstuk kunt analyseren en oplossen.
Sterke punten van de master Landschapsgeschiedenis in Groningen
Sterk interdisciplinaire benadering: bronnen en onderzoeksmethoden uit verschillende vakgebieden worden met elkaar verbonden tot een samenhangend beeld van opbouw en geschiedenis van het landschap; goede verbinding van wetenschap en praktijk: de opleiding is niet louter academisch van opzet, maar richt zich evenzeer op de maatschappelijke praktijk van landschapsbeheer, erfgoedzorg, landschapsbeleid en ruimtelijke ordening; de masteropleiding omvat ook veel praktisch werk: praktijkcursussen, veldwerk, werkbezoeken, excursies; de opleiding heeft een uitstekend netwerk van instellingen voor stages en verdieping van de studie, in binnen- en buitenland; ruime mogelijkheden om een persoonlijk accent te geven aan de eigen opleiding (thematisch, disciplinair, periode, landschap, nationaal-internationaal); goede mogelijkheden om landschapsgeschiedenis te verbinden met architectuur- en stedenbouwgeschiedenis, archeologie, ecologie, geschiedenis, geografie, planologie en landschapsarchitectuur; enige plaats in Nederland waar in de opleiding uitgebreid aandacht wordt besteed aan historische buitenplaatsen en landgoederen; veel mogelijkheden tot contact met andere studenten (eigen e-mailnetwerk; borrels; excursies) veel persoonlijke aandacht van docenten (veel contacturen; diverse individuele gesprekken per studiejaar).
Individueel én collectief – studenten uit allerlei vakgebieden De masteropleiding Landschapsgeschiedenis biedt een goede afwisseling van individuele activiteiten en samenwerking met andere studenten. De opleiding is toegankelijk voor bachelorstudenten (zowel HBO als universitair) met een gevarieerde vooropleiding, zoals onder meer kunst- en architectuurgeschiedenis, geografie, planologie, geschiedenis, archeologie, landschapsarchitectuur, landinrichtingswetenschappen, biologie, bos- en natuurbeheer. Hierdoor kom je als student in aanraking met verschillende perspectieven op het landschap en leer je dwarsverbanden te leggen tussen verschillende vakgebieden. Tijdens je studie leer je de overige masterstudenten goed kennen tijdens gezamenlijke colleges, studieopdrachten,
werkbezoeken,veldpractica en excursies. Naast het reguliere studieprogramma worden jaarlijks 2-3 dagexcursies georganiseerd naar diverse cultuurlandschappen van Nederland, vaak naar aanleiding van een actueel landschappelijk vraagstuk of een recent verschenen publicatie. Daarnaast wordt jaarlijks in juni een buitenlandse excursie naar Zuid-Engeland of het internationale Waddengebied georganiseerd.
Studenten op de Friese Waddendijk tijdens de excursie Cultuurlandschappen Noord-Nederland
In overleg met je docent is het goed mogelijk om jouw masteropleiding een sterk persoonlijk accent te geven dat aansluit bij je persoonlijke vooropleiding en je persoonlijke interesses, bijvoorbeeld in een historisch-geografische, landschapsarcheologische, historisch-ecologische, sociaalwetenschappelijke of maatschappelijke richting. In vrijwel alle studieonderdelen bestaat de mogelijkheid om een eigen richting te geven aan de te bestuderen onderwerpen, de te gebruiken bronnen en de te volgen methoden. Zo ontstaat niet alleen een opleiding die goed aansluit bij je persoonlijke interesse, maar ontwikkel je ook een geheel eigen profiel waarmee je je op de arbeidsmarkt kunt onderscheiden.
Historische buitenplaatsen en landgoederen als specialisatiemogelijkheid Sinds 2012 zijn aan onze opleiding een bijzonder hoogleraar (prof.dr. Yme Kuiper) en een universitair docent (dr Elyze Storms-Smeets) op het terrein van historische buitenplaatsen en landgoederen aangesteld. Deze verzorgen vanaf februari 2013 nieuw onderwijs op het terrein van verleden, heden en toekomst van buitenplaatsen en landgoederen, waarbij zowel de geschiedenis van de bewoners, als die van het huis, tuinen, parken en het omringende landschap aandacht krijgt. Concreet gaat het om een vak Inleiding Historische Buitenplaatsen en Landgoederen (10 ECTS) dat ieder jaar in semester 2 (februari t/m juni) wordt verzorgd en een veldpracticum (5 ECTS) Historische Buitenplaatsen en Landgoederen dat ieder jaar in juni wordt verzorgd en waarbij studenten op lokatie een buitenplaats of landgoed interdisciplinair gaan bestuderen. In 2014 is dit practicum op het fraaie kasteel Middachten in De Steeg (Gld). Studenten kunnen binnen hun master- of research masteropleiding deze vakken volgen en indien gewenst ook volledig specialiseren op dit terrein (stage, masterscriptie).
De Mastervakken De masteropleiding Landschapsgeschiedenis aan de RUG bestaat uit zes studieonderdelen die tezamen een goede afwisseling bieden van theorie en praktijk, van historisch- en toekomstgerichte kennis én van individuele en collectieve werkvormen. In twee gevallen kan worden gekozen uit twee mogelijkheden (zie hieronder: 1a of 1b; 5a of 5b). 1a. Landschapsgeschiedenis: Inleiding cultuurlandschappen (10 ECTS) In dit vak krijg je een uitgebreid overzicht van de opbouw en ontstaansgeschiedenis van de Nederlandse cultuurlandschappen. Met als vertrekpunt het huidige landschap en zijn actuele problematiek wordt in een reeks hoorcolleges uitgebreid stilgestaan bij de geologische ondergrond, de archeologische voorgeschiedenis en de middeleeuwse en postmiddeleeuwse ontstaansgeschiedenis van onze cultuurlandschappen. In werkcolleges leer je om te gaan met een aantal belangrijke bronnen, zoals historische kaarten, bodemkaarten, archiefstukken en plaats- en
veldnamen. Ook zijn er twee dagexcursies die je door de landschappen van Noord- en MiddenNederland voeren. Tot slot schrijft iedere student een werkstuk over een zelfgekozen landschappelijke regio. Voor studenten die in een eerdere opleiding reeds een vergelijkbare historisch-geografische inleiding op het Nederlandse landschap hebben gehad, bestaat de mogelijkheid om in plaats van de bovenstaande inleiding het hieronder vermelde onderzoekscollege te volgen. Docent: prof.dr.ir. Theo Spek. Blok 1 en 2. 1b. Landschapsgeschiedenis: Onderzoekscollege (10 ECTS) Dit vak richt zich op het vergroten en verdiepen van het inzicht in het moderne onderzoek op het terrein van de landschapsgeschiedenis en de daaraan grenzende landschappelijke en cultuurhistorische vakgebieden. Ook krijg je een uitgebreide cursus in Academisch schrijven en presenteren (zowel in het Nederlands als in het Engels). Hoog aangeschreven gastdocenten uit de vakwerelden van de landschapsgeschiedenis, historische geografie, architectuurgeschiedenis, geschiedenis, aardwetenschappen en landschapsarcheologie vertellen in een gastcollege over hun recente onderzoek en discussiëren met studenten over de door hen gekozen onderzoeksaanpak, de bereikte resultaten en de implicaties van hun onderzoek voor wetenschap en praktijk. Enkele colleges vinden op lokatie plaats en worden aangevuld met een veldbezoek of een rondleiding door een onderzoeksinstituut. Studenten leggen in groepjes van twee of drie een projectdossier aan over één van de zeven onderwerpen met behulp van aanvullende literatuurstudie, veld-, archief- en museumbezoek, een verdiepend interview met de docent en het schrijven van een wetenschappelijke recensie. Als student krijg je in dit onderzoekscollege niet alleen uit de eerste hand informatie over de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het terrein van het cultuurlandschap, ook krijg je een gedetailleerd inzicht in hoe gekwalificeerde onderzoekers en onderzoeksinstellingen in de praktijk hun onderzoek uitvoeren. Elk studiejaar wordt een geheel nieuw programma van zeven of acht onderzoekscolleges verzorgd. Sinds 2013 maakt ook cursus Academische schrijfvaardigheid (Nederlands en Engels) deel uit van het programma. Docenten: dr. Jeroen Benders & dr. Femke Kramer. Blok 2. 2. Landschapsgeschiedenis: Bronnen en Methoden (10 ECTS) In dit vak krijg je de mogelijkheid om je praktische vaardigheden bij het onderzoeken van landschappen te verbreden en te verdiepen. Onder leiding van de eigen docenten en externe vakspecialisten volg je vijf verplichte modules: 1. cursus oud schrift (paleografie) (1 ECTS). Docent: mevr.drs. Elske Copper. Blok 1. 2. cursus archiefonderzoek (4 ECTS). Docenten: dr. Jeroen Benders & drs. Jona van Keulen. Blok 1. 3. cursus inleiding GIS of cursus GIS voor gevorderden (5 ECTS). Docenten: drs Gert Weitkamp Bakker & dr Martijn van Leusen. Blok 1 of 3 (Inleiding GIS); blok 2 of 4 (GIS voor gevorderden). 3. Landschapsgeschiedenis: Historiografie (5 ECTS) Hier verdiep je je inzicht in de conceptuele en theoretische grondslagen van de landschapsgeschiedenis. Door middel van indviduele literatuurstudie bestudeer je de ontwikkeling van het begrip landschap van de Late Middeleeuwen en heden, de meervoudige betekenis die het landschap in onze huidige samenleving heeft én de lange termijn ontwikkeling die het wetenschappelijk onderzoek van het cultuurlandschap in Nederland en omringende landen heeft
doorgemaakt. Door het kritisch lezen van de denkwijzen van anderen, scherp je je eigen gedachten over het vak. Het vak wordt afgerond met een gesprek van een uur met de docent. Docent: prof.dr.ir. Theo Spek. 4. Landschapsgeschiedenis: Actuele Ruimtelijke Vraagstukken (5 ECTS) Binnen de Nederlandse en Europese ruimtelijke ordening speelt de zorg voor het cultuurlandschap een steeds belangrijker rol. In het vak maak je kennis met de wijze waarop overheden, landschapsbeheerders, belangengroeperingen en burgers in de praktijk omgaan met dit soort ruimtelijke en cultuurhistorische vraagstukken. We gaan zeven keer op werkbezoek bij organisaties die zich bezighouden met het Nederlandse landschap. Onderzoekers, ontwerpers en beleidsmakers vertellen over hun dagelijkse werkpraktijk, we brengen een veldbezoek en voeren een discussie met de medewerkers. Als student help je mee bij de voorbereiding van één van de werkbezoeken, waarover je ook een afsluitende paper schrijft. Docenten: prof.dr.ir. Theo Spek & drs. Anne Wolff. 5a. Landschapsgeschiedenis: Stage (10 ECTS) De masteropleiding Landschapsgeschiedenis bevat een stage van minimaal zeven weken (langere stages mogen ook). Zowel in Nederland als in het buitenland beschikt de vakgroep over talrijke stagemogelijkheden bij organisaties die bezig zijn met landschappelijk onderzoek, landschapsbeleid of landschapsbeheer. Een stage bij een van die instellingen geeft de gelegenheid de eerder opgedane inzichten toe te passen op een vraagstuk uit de praktijk. Tevens is de stage een goede verkenning van een mogelijk toekomstig werkterrein. Eventueel kun je in plaats van een stage ook kiezen voor het vak ‘Landschapsgeschiedenis: Specialisatieproject’ (10 ECTS) (zie hieronder). Docent: prof.dr.ir. Theo Spek.
5b. Landschapsgeschiedenis: Specialisatieproject (10 ECTS) Wie er niet voor kiest om op stage te gaan (vak 5a), kan als alternatief het specialisatieproject volgen. Ook kun je kiezen om zowel stage te lopen als het specialisatieproject te volgen. In dat geval volg je een masterprogramma van 10 ECTS extra, oftewel 70 ECTS. Het specialisatieproject is bedoeld om een eigen accent (specialisatie) te geven aan je masterstudie. Je kiest daartoe uit de navolgende modulen een programma van minimaal 10 ECTS: 1. Cursus Toponymie (3 ECTS) – Plaatsnamen, waternamen en veldnamen vormen een interessant en belangrijk onderdeel van het historische landschap. In deze cursus leer je onder leiding van een ervaren docent op dit terrein om historische toponiemen te interpreteren en toe te passen in een landschapshistorisch onderzoek. Docent: dr. Karel Gildemacher. Blok 3.
2. Cursus Historische Kartografie (3 ECTS) – Tijdens deze cursus aan de Universiteit Utrecht krijg je een uitgebreid overzicht van de geschiedenis van de kartografie en leer je in de praktijk hoe je op een kritische wijze historische kaarten kunt toepassen in je onderzoek. Docenten: dr. Peter van der Krogt & dr. Paul van den Brink. Blok 3. 3. Veldpracticum Historische Buitenplaatsen (5 ECTS) – Onder leiding van twee nieuwe docenten van de opleiding leer je hoe je de geschiedenis en cultuurhistorische waarde van een historische buitenplaats of landgoed kunt analyseren. Docenten: prof.dr.ir. Yme Kuiper en dr. Elyze StormsSmeets. Blok 4. 4. Cursus Cultuurlandschappen van Noord-Nederland (3 ECTS) – Ieder jaar organiseert het Kenniscentrum Landschap van de RUG een cursus voor studenten, praktijkmensen en geinteresseerde vrijwilligers waarin de opbouw en geschiedenis van de cultuurlandschappen van Groningen, Friesland en Drenthe centraal staan. De cursus wordt verzorgd door een keur aan externe specialisten op dit terrein. Coördinator: drs Anne Wolff. Blok 3. 5. Cursus Paleoecologie (5 ECTS) – Wie geïnteresseerd is in de ecologische aspecten van de landschapsgeschiedenis kan vanaf het studiejaar 2014-2015 een cursus paleoecologie volgen waarin je leert hoe je uit de microscopische studie van stuifmeelresten (pollen), macroresten en houtskool de vegetatiegeschiedenis van een gebied kunt analyseren. Docenten: prof. dr. René Cappers; dr. Renée Bekker; prof.dr.ir. Theo Spek. Roostering nog onbekend. 6. GIS voor gevorderden (5 ECTS) – Wie voor het hierboven genoemde vak Bronnen & Methoden heeft gekozen voor de module Inleiding GIS kan aanvullend deze gevorderdencursus doen. Hierin leer je aan de hand van interdisciplinaire databases complexe vraagstukken met behulp van GIS op te lossen. Docent: dr Marien de Bakker (blok 2) of dr. Martijn van Leusen (blok 4). 7. Buitenlandse excursie Zuidwest-Engeland (3 ECTS) – Tijdens een busexcursie van zeven dagen bezoeken we een groot aantal bijzondere landschappen in het zuiden van Engeland (o.a. enclosure landscapes Kent, woodland pastures New Forest, hillforts Dorset, Jurassic Coast Dorset, prehistorisch landschap Stonehenge, Engelse landschapstuin Stourhead). Delen van de excursie bereid je zelf voor, andere delen worden door Engelse gastdocenten verzorgd. Deze excursie wordt éénmaal in de twee jaar gegeven (juni 2013/2015). Docenten: prof.dr.ir. Theo Spek en drs. Anne Wolff. Blok 4. 8.
Buitenlandse excursie Internationale Waddengebied (3 ECTS) – Tijdens een busexcursie van vijf dagen bezoeken we een groot aantal interessante landschappen in het Waddengebied van Ostfriesland, Schleswig-Holstein en Jutland (DK), onder andere verdronken nederzettingen en cultuurlandschappen op het Duitse Wad, de Holländerkolonisation bij Hamburg, de beroemde Halligen (onbedijkt terpenlandschap) van Sleeswijk en de Deense Vikingstad Ribe. Deze excursie wordt éénmaal in de twee jaar gegeven (juni 2014/2016). Docenten: prof.dr.ir. Theo Spek en drs. Anne Wolff. Blok 4.
In overleg met prof.dr.ir. Theo Spek en na toestemming van de Examencommissie kun je er ook voor kiezen om een of meer andere vakken of modulen bij de RUG of een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit te volgen en deze te laten tellen als onderdeel van het Specialisatieproject. Ook is het mogelijk om het specialisatieproject als vooronderzoek van je masterscriptie te gebruiken. Hierdoor kun je een meer uitgebreid scriptieproject uitvoeren (20 + 10 ECTS). Docenten: prof.dr.ir. Theo Spek & dr. Jeroen Benders.
6. Landschapsgeschiedenis: Master-scriptie (20 ECTS) De opleiding wordt afgesloten met een onder begeleiding van een docent uit te voeren wetenschappelijk onderzoek en de vastlegging daarvan in een masterscriptie. Hierin laat je zien dat je onder individuele begeleiding van een docent in staat bent om wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar een landschappelijk onderwerp. Naast het gebruik van relevante literatuur leer je hoe je primair bronnenmateriaal kunt inzetten voor het oplossen van een wetenschappelijk en/of maatschappelijk vraagstuk. Belangrijk accent in het onderzoek (en in de studie in het algemeen) ligt bij het verbinden van bronnen en onderzoeksmethoden uit diverse richtingen, bijvoorbeeld (1) landschappelijk veldwerk; (2) archiefonderzoek; (3) historisch-kartografisch onderzoek; (4) booronderzoek dan wel interpretatie van geomorfologische kaarten, bodemkaarten, AHN; (5) interpretatie van archeologisch onderzoek; (6) onderzoek van plaatsnamen, waternamen en veldnamen; (7) interpretatie paleobotanisch onderzoek; (8) landschapsbelevingsonderzoek; (9) GISbewerking. Er zijn bij het kiezen van een scriptieonderwerp ruime mogelijkheden om aan te sluiten bij onderzoeksvragen uit de praktijk. De opleiding heeft zeer veel contacten met allerlei werkgevers die veel interesse hebben voor masterscriptie-onderzoek en daar ook bij willen faciliteren. Docenten: prof.dr.ir. Theo Spek & dr. Jeroen Benders. Extra vakken: Het bovengenoemde vakkenpakket kan desgewenst worden uitgebreid met één of meer extra vakken die door andere opleidingen die bij de RUG of een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit worden verzorgd. Na afronding worden deze vakken op je Groningse masterdiploma bijgeschreven. Hiervoor is vooraf toestemming nodig van de coördinator van de opleiding (prof.dr.ir. Theo Spek) en van de Examencommissie van de opleiding.
Wie zijn de docenten ? De Master Landschapsgeschiedenis wordt gecoördineerd door prof.dr.ir. Theo Spek (hoogleraar Landschapsgeschiedenis) die ook een belangrijk deel van het onderwijs en de persoonlijke begeleiding van studenten verzorgt. Hij wordt bijgestaan door universitair docent dr Jeroen Benders (middeleeuws historicus), drs. Anne Wolff (architectuur- en landschapshistoricus), prof.dr. Yme Kuiper (specialist historische buitenplaatsen), dr. Elyze Storms-Smeets (historisch geograaf en specialist historische buitenplaatsen) en talrijke externe gastdocenten. Vijf externe vakspecialisten verzorgen een cursus binnen het studieonderdeel ‘Landschapsgeschiedenis: Bronnen en Methoden’. Het studieonderdeel ‘Landschapsgeschiedenis: Actuele Ruimtelijke Vraagstukken’ wordt gegeven door zeven gastdocenten die werkzaam zijn in de praktijk van het landschapsbeleid, de landschapsplanning en het landschapsbeheer. Ook in het Onderzoekscollege treden diverse gerenommeerde wetenschappers als gastdocenten op. Studenten krijgen hierdoor een breed en actueel inzicht in zowel de wetenschappelijke als maatschappelijke praktijk met betrekking tot onderzoek, beheer en beleid van de Nederlandse cultuurlandschappen.
Instroommomenten: 1 september en 1 februari Je kunt op twee momenten per jaar starten met de master Landschapsgeschiedenis: 1 september en 1 februari. Omdat veel basisvakken in het eerste semester (september t/m december) worden verzorgd, is instroming per 1 september aantrekkelijker dan instromen per 1 februari. Toch leert de ervaring van de afgelopen jaren dat ook bij een start op 1 februari een goed studieprogramma kan worden vastgesteld dat tot relatief weinig studievertraging leidt. Wie op 1 september wil beginnen met de master doet er goed aan om uiterlijk 15 juni een toelatingsverzoek te doen bij onze Examencommissie (zie hieronder). Wie op 1 februari wil starten, kan het beste dit toelatingsverzoek vóór 15 december doen. Eventueel kan ook na deze data nog om toelating worden verzocht, maar doe dit in nauw overleg met prof. Theo Spek.
Toelatingseisen en toelatingsprocedure Zowel academische studenten als HBO-studenten met een afgeronde bachelor-opleiding kunnen worden toegelaten tot de master Landschapsgeschiedenis. Geschikte vooropleiding zijn onder meer: Kunst- en Architectuurgeschiedenis, Geschiedenis, Landschapsarchitectuur, Aardwetenschappen, Geografie, Planologie en Biologie. Ook diverse groene en op RO gerichte HBOopleidingen (o.a. Van Hall-Larenstein) sluiten doorgaans goed aan bij de master Landschapsgeschiedenis. Iedere kandidaat die zich wil inschrijven voor de master Landschapsgeschiedenis dient een brief met een verzoek tot toelating te sturen aan de Toelatingscommissie van de Opleiding Kunst-, Architectuur- en Landschapsgeschiedenis, t.a.v. prof.dr.ir. Th. Spek, Oude Boteringestraat 34, 9712 GK Groningen (e-mail
[email protected]). In deze brief vraag je om toelating tot de master, met daarbij een kort CV waarin vooral belangrijk is om een goed overzicht te geven van de genoten vooropleiding (inclusief vakkenpakket) en eventuele werkervaring. De Examencommissie beoordeelt of je direct kunt worden toegelaten of dat een schakelprogramma (maximaal 30 ECTS) nodig is.
De criteria die de Examencommissie daarbij hanteert zijn: 1. Aantoonbare academische vaardigheden, blijkend uit een met succes afgeronde academische opleiding in één van de tien studiejaren voorafgaande aan de startdatum van de te volgen masteropleiding; 2. Aantoonbare kennis van het Nederlandse en/of Europese cultuurlandschap, blijkend uit met succes afgeronde onderwijselementen c.q. opleidingen op academisch dan wel HBO-niveau, in één van de tien studiejaren voorafgaande aan de startdatum van de te volgen masteropleiding; 3. Aantoonbare kennis van cultuurhistorie, historische geografie, (cultuur)geschiedenis, erfgoedzorg dan wel andersoortige historische benaderingswijzen, blijkend uit met succes afgeronde onderwijselementen c.q. opleidingen op academische dan wel HBO-niveau, in één van de tien studiejaren voorafgaande aan de startdatum van de te volgen masteropleiding. Indien de kandidaat niet voldoet aan één of beide van de criteria 2 en 3, dan kan dit gebrek worden gecompenseerd door aantoonbare meerjarige werkervaring (minimaal drie jaar) op het terrein van landschap en/of cultuurhistorie. Voor HBO-studenten zal ter voorbereiding meestal een schakelprogramma worden voorgeschreven, met een omvang van 30 ECTS. De totale duur van schakelprogramma en masteropleiding tezamen bedraagt dan 1,5 jaar. In de afgelopen drie jaar hebben diverse HBOstudenten dit traject met goed gevolg doorlopen. De combinatie van een HBO-vooropleiding en een academische master Landschapsgeschiedenis blijkt op de arbeidsmarkt heel geliefd te zijn. Studenten met een universitaire bacheloropleiding krijgen afhankelijk van hun vooropleiding een beperkt (10-30 ECTS) schakelprogramma voorgeschreven, of worden direct toegelaten tot de master. De samenstelling van het eventueel te volgen schakelprogramma is gebaseerd op de door de examencommissie geconstateerde kwalitatieve en/of kwantitatieve tekortkomingen op de bovengenoemde drie criteria. Het schakelprogramma omvat maximaal 30 ECTS (half studiejaar). Dit programma kan parallel aan het masterprogramma worden gevolgd, waardoor het mogelijk is om beide binnen anderhalf studiejaar af te ronden. Het schakelprogramma dient binnen twee jaar na aanvang van de studie te zijn afgerond. Veel voorkomende schakelvakken (bachelorvakken) zijn: (1) Inleiding Landschapsgeschiedenis; (2) Historische buitenplaatsen en landgoederen; (3) Cultureel Erfgoed; (4) Bachelorscriptie. Diverse studenten volgen de opleiding naast een baan. Diverse studenten hebben op deze wijze met succes hun masteropleiding Landschapsgeschiedenis weten af te ronden en op die manier hun expertise en werkkansen weten te vergroten. In de meeste gevallen dient daarbij rekening te worden gehouden met een studieduur van 2-2,5 jaar. Studenten die in de afgelopen jaren reeds een andere academische masteropleiding hebben afgerond, dienen bij inschrijving voor een tweede master rekening te houden met het zeer hoge tarief van het verhoogde collegegeld. Een aantal studenten heeft afgelopen jaar gekozen voor het combineren van de master Landschapsgeschiedenis met een andere masteropleiding bij de RUG of op een andere universiteit. Door twee opleidingen parallel te volgen in plaats van na elkaar, vermijden zij zo het hoge collegegeld voor een tweede master. Omdat er sinds september 2012 geen langstudeerdersboete
meer bestaat, is er in principe ruim voldoende tijd om beide opleidingen af te kunnen ronden. Wel dienen beide parallel gevolgde masteropleidingen tegelijkertijd te worden begonnen én te worden geeindigd.
Kenniscentrum Landschap RUG In het najaar van 2010 is aan de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen een nieuw Kenniscentrum Landschap worden opgericht. Het Kenniscentrum Landschap richt zich op vier hoofdtaken: a. het verzorgen van een kwalitatief hoogstaande master- en research master opleiding op het gebied van de landschapsgeschiedenis; b. de ontwikkeling en uitvoering van fundamenteel-wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de Nederlandse en Europese cultuurlandschappen; c. de uitvoering van toegepast wetenschappelijk onderzoek in opdracht van overheden en maatschappelijke organisaties; 4. het verzorgen van wetenschappelijke cursussen voor het werkveld van ruimtelijke ordening, natuur- en landschapsbeheer, erfgoedzorg e.a. Het Kenniscentrum Landschap wordt geleid door prof.dr.ir. Theo Spek. Betaalde opdrachten worden zoveel mogelijk uitgevoerd door jong afgestudeerden (en soms ook masterstudenten), onder coaching van prof. Spek. Het Kenniscentrum Landschap telt momenteel zes medewerkers. Verdere informatie is te vinden op: www.rug.nl/let/kenniscentrumlandschap.
Research Master Sinds 2007 is het mogelijk om aan de Rijksuniversiteit Groningen de tweejarige Research Master Art History and Archaeology (120 ECTS) te volgen met een studieprofiel dat geheel is gewijd aan de studie van het landschap. De opleiding kan zowel door buitenlandse (Engelstalige) als door Nederlandse studenten (Nederlandstalig) worden gevolgd. Een deel van het onderwijs is in het Engels. Omdat het hier gaat om een selectieve opleiding dienen studenten te solliciteren om te worden toegelaten.
Vergeleken met de éénjarige master is meer tijd en ruimte beschikbaar voor persoonlijke verdieping en persoonlijke studieaccenten. Nog meer dan in de Master staat binnen de ReMa het leren verrichten van wetenschappelijk onderzoek centraal: je wordt opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker. Wel blijft met deze opleiding ook een carriere in het maatschappelijke veld zeer goed mogelijk. Ook wordt meer aandacht besteed aan de internationale aspecten van het vakgebied (Europese cultuurlandschappen, internationale stage, deelname internationaal congres). Desgewenst kan de opleiding worden afgesloten met het schrijven van een onderzoeksvoorstel voor promotieonderzoek (begeleid door de desbetreffende hoogleraar). Dit voorstel kan aan het einde van de opleiding worden ingediend bij financiers als NWO. Van studenten die de ReMa volgen, wordt een grote mate van zelfstandigheid en grondig werken verwacht. De ReMa is meer onderzoeksgericht en individueler dan de gewone Master. Wel kunnen een of meer van de hierboven genoemde reguliere mastervakken worden opgenomen in het vakkenpakket van de Research Master. De ReMa bevat twee verplichte vakken van 10 ECTS, één op het terrein van de landschapsarcheologie, één op het terrein van de architectuur- of kunstgeschiedenis. De ReMa-scriptie een omvang van 30 ECTS. Blijft over een omvang van 70 ECTS die kan worden gevuld met vakken uit de bovengenoemde master Landschapsgeschiedenis en met mastervakken uit het onderwijsaanbod van de RUG en/of andere universiteiten in binnen- of buitenland. In de ReMa kan een student naar eigen keus een eigen specialisatie uitwerken. Vanwege de extra tijd die daarvoor beschikbaar is, is de verdieping hier groter dan in alle andere universitaire onderwijsvormen. De exacte inhoud van het studieprogramma wordt in overleg met een persoonlijke mentor vanuit de staf van het Kenniscentrum Landschap vastgelegd. Deze mentor begeleidt je persoonlijk tijdens je gehele ReMa-studie. Aan het begin van elk studiejaar wordt gezamenlijk een gespecificeerd studieplan opgesteld. Regelmatig wordt in persoonlijke gesprekken de studievoortgang besproken. Het ReMa-profiel Landschapsgeschiedenis is toegankelijk vanuit verscheidene Bacheloropleidingen die verwant zijn met landschap en geschiedenis, zoals geografie, geschiedenis, landinrichtingswetenschappen, biologie, planologie, archeologie, kunstgeschiedenis en aardwetenschappen. Of de vooropleiding voldoende op het ReMa-profiel Landschapsgeschiedenis is afgestemd, is ter beoordeling van de toelatingscommissie. Deze commissie kan aanvullende eisen stellen om de aansluiting met de ReMa te verbeteren. De student dient in dat geval een beperkt schakelprogramma te volgen. De toelatingseisen voor de Research Master zijn vrij streng. Kandidaten dienen in hun bacheloropleiding goede resultaten te hebben gehaald (gemiddeld eindcijfer 8; scriptie 8 of 9). In bepaalde gevallen kan de commissie ook besluiten om kandidaten met een wat lager gemiddelde dan 8 toe te laten (afhankelijk van persoonlijke motivatie, referenties van docenten en inhoud van het studieplan). Voor de ReMa geldt in principe één instroommoment: 1 septembeer. Voor toelating dient vóór 1 juni van het desbetreffende jaar een sollicitatiebrief te worden toegestuurd aan de Toelatingscommissie Research Master Art History and Archaeology, t.a.v. mevr. drs Ita de Regt, Oude Boteringestraat 34, 9712 GK Groningen. In deze brief geeft de kandidaat aan welke
persoonlijke motivatie hij/zij heeft voor het volgen van deze studie en welke persoonlijke accenten hij/zij wil gaan leggen. In sommige gevallen nodigt de commissie de student ook uit voor een gesprek. Een ReMa heeft een eigen afdelingsbestuur, een eigen examencommissie en een eigen onderwijscommissie. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de website van de Research Master Art History and Archaeology van de RUG. Ter voorbereiding van de toelatingsprocedure kan de kandidaat één of meer verkennende gesprekken voeren met prof.dr. ir. Theo Spek. Ook kan via hem een studiegids met nadere informatie over deze research master worden toegestuurd.
Beroepsmogelijkheden Het landschap staat de laatste jaren in het brandpunt van de maatschappelijke belangstelling, zowel in Nederland als in Europa. Op de arbeidsmarkt is de afgelopen jaren dan ook veel vraag geweest naar mensen die een brede en integrale kennis van het landschap hebben en deze kennis weten in te zetten in ruimtelijke ordeningsprocessen, erfgoedbeheer en natuur- en landschapsbeheer. Mogelijke werkgevers in Nederland zijn onder meer: de rijksoverheid (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Ministeries van LNV, OCW en VROM, Ruimtelijk Planbureau, Milieu en Natuur Planbureau), provincies (erfgoedhuizen, diensten RO), grotere gemeenten, onderzoeksinstituten (Alterra, Fryske Akademy), ingenieurs- en adviesbureaus, (landschaps)architectenbureaus, natuurbeschermingsorganisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provinciale Landschappen), waterschappen en instellingen voor het hoger onderwijs (universiteiten, HBO-instellingen). Als gevolg van de economische en financiële crisis is de situatie in vrijwel alle academische werkvelden, waaronder ook die van landschap en erfgoed, in de afgelopen periode duidelijk verslechterd. Op korte termijn (komende 2-3 jaar) zijn de verwachtingen dan ook mager. Daar staat tegenover dat op middellange en lange termijn een zeer grote uitstoot van arbeidskrachten uit de landschaps- en erfgoedzorg zal plaatsvinden vanwege de vergrijzing (met pensioen gaan van medewerkers van 55 jaar en ouder), waardoor vrijwel alle organisaties naar verwachting binnen 510 jaar een grote behoefte aan nieuwe arbeidskrachten zullen hebben. Bovendien heeft meer dan driekwart van alle tot dusverre afgestudeerde studenten Landschapsgeschiedenis betaald werk in het eigen vakgebied gevonden, de meesten op tijdelijke basis, een aantal ook op vaste contracten. Afgestudeerden werken momenteel onder meer bij: Landschapsbeheer Groningen, Cultuurland Advies in Wapenveld, Noordpeil Landschapsarchitecten in Sneek, Staatsbosbeheer, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKL Limburg (Landschapsbeheer), Landschapsbeheer Friesland, Projectbureau Dorp, Stad en Land (Rotterdam), de Fryske Akademy in Leeuwarden, de Winnipeg Art Gallery (Canada) en de Rijksuniversiteit Groningen zelf. De tweejarige Research Master biedt de mogelijkheid voor een carrière in het wetenschappelijk onderzoek (kennisinstituten, universiteiten, internationaal). Een mogelijk vervolg op de studie is de uitvoering van een promotieonderzoek bij de vakgroep of elders. Binnen de opleiding kan een dergelijk traject worden voorbereid en aangevraagd.
Nadere informatie prof. dr. ir. Theo Spek (hoogleraar Landschapsgeschiedenis) Rijksuniversiteit Groningen Kenniscentrum Landschap Oude Boteringestraat 34 9712 GK Groningen Tel. 050 – 3638951 / 06-20136689 e-mail
[email protected] mevr. Judie Bogers MA (studieadviseur) Rijksuniversiteit Groningen Afdeling Kunst- en Architectuurgeschiedenis Oude Boteringestraat 34 9712 GK Groningen Tel. 050-3636092 e-mail
[email protected] Belangstellenden voor bovengenoemde studies zijn altijd welkom om met prof. Theo Spek een afspraak te maken voor een verkennend gesprek.
Roostering van het studiejaar 2013-2014
September Kalenderweek 36 37 38 Maandag 2 9 16 Dinsdag 3 10 17 Woensdag 4 11 18 Donderdag 5 12 19 Vrijdag 6 13 20 Zaterdag 7 14 21 Zondag 8 15 22 Syllabusweek 1 2 3 C C C blok1
Februari Kalenderweek 6 7 8 Maandag 3 10 17 Dinsdag 4 11 18 Woensdag 5 12 19 Donderdag 6 13 20 Vrijdag 7 14 21 Zaterdag 8 15 22 Zondag 9 16 23 Syllabusweek 23 24 25 C C C blok3
39 23 24 25 26 27 28 29 4 C
9 24 25 26 27 28 1 2 26 C
40 30 1 2 3 4 5 6 5 C
41 7 8 9 10 11 12 13 6 C
10 3 4 5 6 7 8 9 27 C
maart 11 10 11 12 13 14 15 16 28 C
koninginnedag 30 april kerst 25/26 dec pasen 20 apr/21 april hemelvaart 29 mei goede vrijdag 18 april pinksteren 08/09 juni bevrijdingsdag 5 mei gronings ontzet 28 augustus
October 42 43 14 21 15 22 16 23 17 24 18 25 19 26 20 27 7 8 C T
12 17 18 19 20 21 22 23 29 C
13 24 25 26 27 28 29 30 30 T
semester1 November 44 45 46 47 28 4 11 18 29 5 12 19 30 6 13 20 31 7 14 21 1 8 15 22 2 9 16 23 3 10 17 24 9 10 11 12 T T C C blok2
semester2 april 14 15 16 31 7 14 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 31 32 33 T T C
17 21 22 23 24 25 26 27 34 C
48 25 26 27 28 29 30 1 13 C
18 28 29 30 1 2 3 4 35 C blok 4
49 2 3 4 5 6 7 8 14 C
mei 19 5 6 7 8 9 10 11 36 C
December 50 51 9 16 10 17 11 18 12 19 13 20 14 21 15 22 15 16 C C
20 12 13 14 15 16 17 18 37 C
21 19 20 21 22 23 24 25 38 C
52 23 24 25 26 27 28 29 17 vrij
1 30 31 1 2 3 4 5 18 vrij
2 6 7 8 9 10 11 12 19 C
22 26 27 28 29 30 31 1 39 C
juni 23 2 3 4 5 6 7 8 40 T
24 9 10 11 12 13 14 15 41 T
08 november 2012 Voorlichtingsdag 23 november ouders voorlichting 30 januari 2014 Welcoming Ceremony 31 januari 2014 Open dag op locatie 15/16/17 april College Carrousel 06 juni 2014 Last Minute Groningen ??? voorlichting Letteren 27 en 29 augustus 2014 Welcoming Ceremony
vrijmaken voor
Januari 3 13 14 15 16 17 18 19 20 T
25 16 17 18 19 20 21 22 42 T
Publicatie rooster 4 20 21 22 23 24 25 26 21 T
5 27 28 29 30 31 1 2 22 T
26 23 24 25 26 27 28 29 43
27 30 1 2 3 4 5 6 44 HT
sem 1
juli 28 7 8 9 10 11 12 13 45 vrij
29 14 15 16 17 18 19 20 46 vrij
30 21 22 23 24 25 26 27 47 vrij
16 juli 2013
31 28 29 30 31 1 2 3 48 vrij
32 4 5 6 7 8 9 10 49 vrij
augustus 33 34 11 18 12 19 13 20 14 21 15 22 16 23 17 24 50 51 vrij vrij
35 25 26 27 28 29 30 31 52 vrij