Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Simón Bolívarlaan 30 - 1000 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348 http://economie.fgov.be - http://statbel.fgov.be
Vak in te vullen door de enquêteur:
Groeps- / huishoud- / respondentnr.: /
/
Voornaam : Enquêteursnr.:
ICT- EN INTERNETGEBRUIK BIJ HUISHOUDENS Tweede kwartaal 2013 Jaarlijks organiseert de FOD Economie een enquête bij de Belgische huishoudens naar het gebruik en bezit van Informatie en Communicatie Technologie (ICT). In deze vragenlijst willen we u een aantal vragen stellen over het gebruik en bezit van computers en internet. Uw deelname aan deze enquête is uitermate belangrijk voor de kwaliteit van het onderzoek. Voor de betrouwbaarheid van de resultaten is het belangrijk dat ook personen die zelden of nooit een computer of internet gebruiken, onderstaande vragen beantwoorden. Het invullen van de vragenlijst zal 15 à 20 minuten in beslag nemen. Graag ontvingen wij de ingevulde vragenlijst zo vlug mogelijk terug. U kan desgewenst ook via internet antwoorden. Raadpleeg hiervoor de instructies die de enquêteur u overhandigde. Indien u nog vragen hebt, kunt u van maandag tot en met vrijdag, telkens van 9.15 uur tot 12 uur en van 14 tot 16 uur, terecht op het gratis nummer 0800 92 502. Wij hopen op uw medewerking. Alvast bedankt! Wie binnen uw gezin dient de vragen te beantwoorden? Alleen de door de enquêteur aangeduide persoon komt in aanmerking voor deelname aan het onderzoek. Het gaat voor alle duidelijkheid om de persoon van minstens 16 jaar oud en jonger dan 75 jaar die als laatste van het gezin verjaard is. Hoe de vragenlijst in te vullen? Antwoorden doet u door het nummer te omcirkelen van de antwoordmogelijkheid die op u of uw gezin van toepassing is. Als er meerdere antwoorden gegeven mogen worden, dan zal dit aangegeven worden in de vraag: “U mag meerdere antwoorden omcirkelen”. Mogen wij u vriendelijk verzoeken alle vragen waarnaar u doorverwezen wordt, te beantwoorden? Indien er naast de door u gekozen antwoordmogelijkheid “ Ga naar volgende vraag” staat, beantwoordt u de eerstvolgende vraag. Indien in de verwijzing een vraagnummer vermeld staat (bijvoorbeeld“ Ga naar vraag 3”), ga dan onmiddellijk over naar de overeenkomstige vraag. De tussenliggende vragen hoeft u dan niet te beantwoorden. Het kan gebeuren dat u een antwoord nadien wil wijzigen. In dat geval omcirkelt u het nummer van het nieuwe antwoord en doorkruist u (X) het nummer van het eerst gegeven antwoord.
Deel A: COMPUTER- EN INTERNETGEBRUIK DOOR UW GEZIN Deel A van de vragenlijst peilt naar het computer-en internetgebruik van uw gezin. Bij het beantwoorden van deze vragen mag u zich laten bijstaan door andere gezinsleden. Ook als u alleenstaand bent en er dus geen andere gezinsleden zijn, vragen wij u de volgende vragen te willen beantwoorden.
1. Heeft iemand uit uw gezin thuis één of meerdere computers ter beschikking? Met computer bedoelen we een vaste pc (desktop), draagbare computer (bv. laptop), tablet-pc (bv. iPad) en handcomputer (bv. pda), maar geen gsm, smartphone of spelcomputer zoals een PlayStation of Nintendo. Computers van het werk die thuis staan, worden ook meegerekend.
Ja, de enige computer in het huishouden............................................................1
Ga naar volgende vraag.
Ja, er zijn meerdere computers in het huishouden..................................... 2
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 3.
Nee..................................................................................................................................................... 3
2. Beschikt iemand uit uw gezin thuis over een ID-kaartlezer waarmee de gegevens op een elektronische identiteitskaart (eID) kunnen worden gelezen?
Ja.........1
Nee.....2
Ga naar vraag 4.
3. Is iemand uit uw gezin van plan om in de komende 12 maanden een computer aan te kopen?
Ja.........1
Nee.....2
4. Heeft iemand uit uw gezin thuis toegang tot internet, ongeacht of die toegang ook wordt gebruikt? Indien nee, heeft iemand van uw gezin thuis ooit toegang tot internet gehad?
Ja ................................................................ 1
Ga naar vraag 6.
Nee, maar vroeger wel .............. 2
Ga naar vraag 8. Ga naar volgende vraag.
Ga naar volgende vraag.
Nee, nooit gehad ............................ 3
5. Is iemand uit uw gezin van plan om in de komende 12 maanden toegang tot internet te verkrijgen?
Ja.........1
Nee.....2
6. Via welke van de volgende apparaten heeft uw gezin thuis toegang tot het internet? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Een vaste computer of desktop........................................................................................................1
Een laptop, notebook of netbook ...................................................................................................2
Een gsm of smartphone ........................................................................................................................3
Een tablet-pc (bv. iPad)...........................................................................................................................4
Een handcomputer (bv. pda, palmtop)........................................................................................5
Een mp3-speler........................................................................................................................................... 6
Een e-reader...................................................................................................................................................7
Digitale tv met mogelijkheid tot e-mailen en/of surfen (bv. Netbox).................. 8
Ga naar vraag 8.
Een spelconsole of draagbaar spelcomputertje met mogelijkheid tot
e-mailen en/of surfen.............................................................................................................................9
Ga naar volgende vraag.
7. Welke types internetaansluiting worden bij u thuis effectief gebruikt? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Een ADSL, VDSL, SHDSL of ander DSL-type (snel internet rechtstreeks
aangesloten op de telefoonlijn) ................................................................................................................................................................ 1
Een vaste breedbandverbinding via kabel, glasvezel, Ethernet, PLC, enz. ........................................................... 2
Een mobiele breedbandverbinding via satelliet of WiFi ....................................................................................................... 3
Een mobiele breedbandverbinding (ten minste 3G, bv. UMTS, mobiele WiMAX)
van een gsm-netwerk via een gsm of smartphone ................................................................................................................. 4
Een mobiele breedbandverbinding (ten minste 3G, bv. UMTS, mobiele WiMAX) van een
gsm-netwerk via een apparaat (maar geen gsm of smartphone) met een USB-sleutel (dongel),
gsm-modem of een kaart (bv. desktop, laptop of tablet-pc met een geïntegreerde simkaart) ............ 5
Een mobiele smalbandverbinding (zoals bv. 2G+, GPRS en WAP) via een gsm of een modem
Ga naar vraag 9.
in een laptop ........................................................................................................................................................................................................... 6
Inbelverbinding via een gewone telefoonlijn of ISDN ............................................................................................................. 7
8. Omwille van welke redenen hebt u thuis op dit moment geen toegang tot het internet?
U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Ik heb ergens anders toegang tot het internet ............................................................................................ 1
Internet is niet gewenst omdat bv. de inhoud schadelijk is ............................................................... 2
Internet is niet nodig omdat ik er geen interesse voor heb of het niet nuttig vind ......... 3
Het materiaal is te duur ................................................................................................................................................ 4
De verbindingskosten zoals abonnements- of telefoonkosten zijn te hoog ......................... 5
De vaardigheden ontbreken ....................................................................................................................................... 6
Bezorgdheid om privacy of veiligheid ................................................................................................................. 7
Een fysieke of zintuiglijke handicap .....................................................................................................................8
In de buurt waar ik woon is breedbandinternet niet beschikbaar ...............................................9
Andere dan bovenvermelde redenen .................................................................................................................. 10
Ga naar vraag 11.
9. Hebt u thuis al langer dan 12 maanden toegang tot het internet?
Ja...........1
Nee.......2
10. Welke van de volgende redenen hebben uw gezin ertoe aangezet om thuis toegang tot het internet te nemen? Overloop eerst alle mogelijkheden, daarna mag u maximaal 3 antwoorden omcirkelen.
Omdat het goedkoper is geworden om internet in huis te halen ............................................................................................1
Om thuis aan informatie te geraken (bv. over werkaanbiedingen, over reizen, over immo, in het kader
Ga naar volgende vraag.
Omdat het eenvoudiger is geworden om internet in huis te halen........................................................................................ 2
van schoolwerk, enz.) ............................................................................................................................................................................................... 3
Om aan telewerken te kunnen doen............................................................................................................................................................... 4 Omdat iedereen tegenwoordig internet heeft......................................................................................................................................... 5
Om op elektronische wijze van overheidsdiensten gebruik te maken................................................................................ 6
Om elektronisch te kunnen bankieren.......................................................................................................................................................... 8
Om te kunnen e-mailen of chatten.................................................................................................................................................................. 7 Om te kunnen winkelen via het internet...................................................................................................................................................... 9
Voor ontspanning zoals onlinespelletjes of om films of muziek te downloaden........... ............................................ 10
Omdat het inbegrepen was in een totaalpakket van digitale televisie of van een telefoonabonnement...11
Ga naar volgende vraag.
11. Hebt u thuis toegang tot interactieve digitale televisie (iDTV)? Hiermee bedoelen we dat u digitaal tv kijkt en de mogelijkheid hebt om via de decoder een beroep te doen op interactieve diensten zoals het herbekijken van tv-programma’s, het actief deelnemen aan spelprogramma’s, het opvragen van achtergrondinformatie en het (al dan niet tegen betaling) oproepen van films. Dit gebeurt o.a. door gebruik te maken van “de rode knop”.
Ja...........1
Nee.......2
Ga naar volgende vraag.
Deel B: PERSOONLIJK COMPUTER- EN INTERNETGEBRUIK Deel B van de vragenlijst peilt naar uw eigen computer- en internetgebruik. Het is de bedoeling dat u deze vragen zelf, zonder hulp van anderen, beantwoordt.
GEBRUIK VAN DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAART (eID)
12. Wanneer gebruikte u voor het laatst uw elektronische identiteitskaart (eID) op elektronische wijze?
Tijdens de laatste drie maanden ...............................................................................1
Tussen drie maanden en een jaar geleden................................................ 2
Meer dan een jaar geleden............................................................................................. 3
Nog nooit mijn eID-kaart op elektronische wijze gebruikt.................... 4
Niet van toepassing, ik heb nog geen eID-kaart............................................ 5
Hiermee bedoelen we dat u thuis of elders gebruik gemaakt hebt van een eID-kaartlezer om uw identiteit kenbaar te maken of documenten elektronisch te ondertekenen.
Ga naar volgende vraag.
GEBRUIK VAN COMPUTERS Met computer bedoelen we in de volgende vragen zowel een vaste pc (desktop), draagbare computer (bv. laptop), tablet-pc (bv. iPad) als handcomputer (bv. pda), maar geen gsm, smartphone of spelcomputer zoals een PlayStation of Nintendo.
13. Wanneer gebruikte u voor het laatst een computer? Het maakt niet uit of dit thuis, op het werk of elders was.
Tijdens de laatste drie maanden ...............................................................................1
Tussen drie maanden en een jaar geleden........................................................ 2
Meer dan een jaar geleden............................................................................................. 3
Nog nooit een computer gebruikt............................................................................. 4
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 15. Ga naar vraag 15. Ga naar vraag 17.
14. Hoe dikwijls gebruikte u een computer tijdens de laatste drie maanden? Het maakt niet uit of dit thuis, op het werk of elders was.
Elke dag of bijna elke dag ..........................................................................1
Minstens één keer per week, maar niet elke dag....................2
Minstens één keer per maand, maar niet elke week............3
Minder dan één keer per maand...........................................................4
Ga naar volgende vraag.
15. Welke van de volgende computeractiviteiten hebt u ooit uitgevoerd, ook al is het al lang geleden? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Bestanden of mappen kopiëren of verplaatsen ........................................................................................................................................ 1
Kopiëren en plakken (of knippen en plakken) van tekst of andere informatie in een document ....................... 2
Rekenkundige (basis)formules gebruiken in een rekenblad zoals bv. in Excel ............................................................... 3
Bestanden comprimeren of zippen ..................................................................................................................................................................... 4
Nieuwe hardware zoals een printer of een modem installeren ................................................................................................... 5
Een computerprogramma schrijven in een gespecialiseerde programmeertaal .......................................................... 6
Bestanden tussen computer en andere apparatuur overbrengen (bv. vanuit een digitale camera
of vanuit of naar een gsm, mp3- of mp4-speler) ..................................................................................................................................... 7
Configuratieparameters van softwareapplicaties, behalve deze van internetbrowsers, wijzigen
of verifiëren ............................................................................................................................................................................................................................ 8
Met behulp van presentatiesoftware (bv. PowerPoint) elektronische presentaties maken,
met eventueel bv. afbeeldingen, geluidsfragmenten, videoclips, grafieken of tabellen ........................................... 9
Installeren van een nieuw besturingssysteem of vervangen van een oud besturingssysteem ........................... 10
Geen van bovenvermelde activiteiten ................................................................................................................................................................ 11
Ga naar volgende vraag.
16. Vindt u uw huidige computervaardigheden voldoende ontwikkeld als u een nieuwe betrekking op de arbeidsmarkt zou moeten uitoefenen of als u van job zou moeten veranderen binnen het jaar? Gelieve het antwoord “Niet van toepassing” te omcirkelen als u noch werknemer, noch zelfstandige, noch werkloze bent.
Voldoende ............................................................1
Niet voldoende ................................................. 2
Niet van toepassing ...................................... 3
Ga naar volgende vraag.
GEBRUIK VAN MOBIELE TELEFOONS EN SMARTPHONES
17. Gebruikte u tijdens de laatste drie maanden een mobiele telefoon (gsm) of smartphone?
Ja.........1
Nee.....2
18. Gebruikte u tijdens de laatste drie maanden een mobiele telefoon (gsm) of smartphone voor beroepsdoeleinden?
Ja.........1
Nee.....2
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 19.
Ga naar volgende vraag.
HUIDIG INTERNETGEBRUIK
Met internet gebruiken bedoelen we in de volgende vragen zowel e-mailen, surfen als chatten.
19. Hebt u het internet ooit al gebruikt? Waar en op welke manier (via een computer of een ander apparaat) maakt niet uit.
Ja.........1
Nee.....2
Een zoekmachine (bv. Google) gebruiken om informatie te vinden .............................................................................1
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 23.
20. Welke van de volgende activiteiten in verband met internet hebt u ooit uitgevoerd, ook al is het al lang geleden? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
E-mails met bijlagen (zoals bv. documenten, foto’s, afbeeldingen) versturen .......................................................2
Berichten posten in chatrooms, nieuwsgroepen of onlinediscussiefora (bv. op sociaalnetwerksites
zoals Facebook) ....................................................................................................................................................................................3
Telefoneren over het internet via bv. Skype of VoIP ..............................................................................................................4
Films, muziek, enz. delen via zogenaamde peer-to-peernetwerken (bv. Napster, Kazaa) ................................5
Een webpagina creëren .................................................................................................................................................................... 6
Tekst, spelletjes, afbeeldingen, films of muziek uploaden (bv. naar sociaalnetwerksites) .............................. 7
De veiligheidsinstellingen van internetbrowsers wijzigen ................................................................................................ 8
Geen van bovenvermelde activiteiten ......................................................................................................................................... 9
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 22.
21. Vindt u uw huidige internetvaardigheden voldoende ontwikkeld om de volgende zaken te doen? Ga lijn per lijn te werk. Gelieve per lijn juist één antwoord te omcirkelen. Voldoende
Niet
Niet van
voldoende
toepassing
Via internet communiceren met familieleden, vrienden of collega’s
11
12
13
Persoonlijke gegevens beveiligen
21
22
23
Eigen computer beveiligen tegen virus- of andere computerinfecties
31
32
33
Ga naar volgende vraag.
22. Wanneer gebruikte u voor het laatst het internet? Waar en op welke manier maakt niet uit.
Tijdens de laatste drie maanden .......................................................................................................................................................................... 1
Tussen drie maanden en een jaar geleden .................................................................................................................................................. 2
Meer dan een jaar geleden ....................................................................................................................................................................................... 3
Ga naar vraag 24. Ga naar vraag 29. Ga naar vraag 37.
23. Omwille van welke redenen gebruikt u geen internet? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Internet is niet gewenst omdat bv. de inhoud schadelijk is ........................................................................................................... 1
Internet is niet nodig omdat ik er geen interesse voor heb of het niet nuttig vind ...................................................... 2
Het materiaal is te duur ............................................................................................................................................................................................. 3
De verbindingskosten zoals abonnements- of telefoonkosten zijn te hoog ...................................................................... 4
De vaardigheden ontbreken .................................................................................................................................................................................... 5
Verminderd gezichtsvermogen .............................................................................................................................................................................. 6
Moeite met het gebruik van een toetsenbord ............................................................................................................................................. 7
Andere motorische hindernissen ......................................................................................................................................................................... 8
Bezorgdheid om privacy of veiligheid ............................................................................................................................................................... 9
Andere dan bovenvermelde redenen ............................................................................................................................................................... 10
Ga naar vraag 43.
24. Hoe dikwijls gebruikte u het internet tijdens de laatste drie maanden? Waar en op welke manier maakt niet uit. Elke dag of bijna elke dag ............................................................................................. 1 Minstens één keer per week, maar niet elke dag....................................... 2 Minstens één keer per maand, maar niet elke week............................... 3
Ga naar volgende vraag.
Minder dan één keer per maand.............................................................................. 4
25. Waar gebruikte u het internet tijdens de laatste drie maanden? Op welke manier maakt niet uit. Gebruik kolom A om te antwoorden. U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Kolom A
Kolom B
(antwoord op
(antwoord op
vraag 25)
vraag 26)
Thuis
1
-
Op het werk, dat elders is dan thuis
2
-
Als student of leerling in de school, hogeschool, universiteit of in een andere onderwijsinstelling
3
-
Bij iemand anders thuis
4
-
Bibliotheek
5
50
Postkantoor
6
60
Gemeentehuis, overheidsdienst
7
70
Vereniging, vzw
8
80
Internetcafé
9
90
Hotspot
10
100
Op een openbare plaats die niet hierboven vermeld werd
11
110
Elders
12
-
Ga naar volgende vraag.
26. Op welke van de omcirkelde openbare plaatsen in kolom A van vraag 25 was de internettoegang minstens één keer gratis? Gebruik kolom B van vraag 25 om te antwoorden. U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Omcirkel de code(s) in kolom B van vraag 25 als de internettoegang minstens één keer gratis was.
Ga naar volgende vraag.
27. Gebruikt u één van de volgende draagbare apparaten om via een draadloze internetverbinding buitenshuis maar niet op het werk op het internet te gaan? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Een gsm of smartphone via GPRS, … (minder dan 3G) ..............................................................................................................1
Een gsm of smartphone via UMTS, HSDPA, … (ten minste 3G) .............................................................................................2
Een gsm of smartphone via WiFi of mobiele WiMAX ...................................................................................................................3
Een draagbare computer via een gsm-netwerk met een USB-sleutel (dongel), gsm-modem of een kaart
(bv. laptop, tablet-pc of handcomputer met een geïntegreerde simkaart) .......................................................................4
Een draagbare computer via WiFi of mobiele WiMAX (bv. laptop, tablet-pc of handcomputer
met een geïntegreerde simkaart) ........................................................................................................................................................5
Geen van bovenvermelde apparaten, maar wel een ander mobiel toestel (bv. mp3-speler, e-reader) ...............6
Ik gebruik geen mobiel toestel om buitenshuis maar niet op het werk op het internet te gaan ............................7
Ga naar volgende vraag.
28. Voor welke van de volgende activiteiten gebruikte u het internet om privéredenen tijdens de laatste drie maanden? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Communicatie Het versturen en/of ontvangen van e-mails............................................................................................................................................................................................ 1 Deelnemen aan sociale netwerken (bv. Facebook, Twitter, MySpace, Skyrock, Netlog): een gebruikersprofiel aanmaken, . berichten versturen of een andere inbreng aan één of meerdere sociale netwerken ...........................................................................................2 Telefoneren over het internet via bv. Skype of VoIP........................................................................................................................................................................... 3 Videogesprekken houden via webcam over het internet............................................................................................................................................................... 4 Berichten sturen naar chatsites, nieuwsgroepen of naar onlinediscussiefora........................................................................................................... 5 Gebruik maken van instant messaging, d.i. in realtime communiceren met anderen door het typen van tekst, via bv. Windows Live Messenger....................................................................................................................................................................................................................... 6 Informatie zoeken en/of gebruik maken van onlinediensten Het vinden van informatie over goederen of diensten..................................................................................................................................................................... 7 Gebruik maken van onlinediensten in verband met reizen of reisgerelateerde logies......................................................................................... 8 Software downloaden met uitzondering van spelletjes .................................................................................................................................................................9 Het lezen of downloaden van onlinenieuws, dagbladen of nieuwsgerelateerde tijdschriften, met een abonnement op nieuwsdiensten of -producten om deze op regelmatige basis te ontvangen (RSS inbegrepen) ....................................................................10 Het lezen of downloaden van onlinenieuws, dagbladen of nieuwsgerelateerde tijdschriften, zonder een abonnement op nieuwsdiensten of -producten om deze op regelmatige basis te ontvangen (RSS inbegrepen) ....................................................................11 Zich inschrijven op een nieuwssite om op regelmatige tijdstippen nieuwsberichten te ontvangen........................................................... 12 Bankieren en/of goederen of diensten verkopen Internetbankieren......................................................................................................................................................................................................................................................... 13 Verkoop van goederen of diensten, bv. via eBay................................................................................................................................................................................... 14 Beroepsleven Werk zoeken of solliciteren................................................................................................................................................................................................................................... 15 Deelnemen aan professionele netwerken (bv. LinkedIn, Xing, Viadeo): een gebruikersprofiel aanmaken, berichten versturen of een andere inbreng aan één of meerdere professionele netwerken .................................................................................................... 16 Burgerlijke en/of politieke deelname Lezen van meningen over burgerlijke of politieke kwesties op websites (bv. blogs, sociale netwerken) .............................................. 17 Plaatsen van meningen over burgerlijke of politieke kwesties op websites (bv. blogs, sociale netwerken) ........................................ 18 Deelnemen aan onlineberaadslagingen of -stemmingen om burgerlijke of politieke kwesties af te bakenen (bv. petities) ..................................................................................................................................................................................................................................... 19 Vorming en/of opleiding Informatie opzoeken over het onderwijs- of opleidingsaanbod............................................................................................................................................... 20 Een onlinecursus volgen ongeacht het soort onderwijs................................................................................................................................................................ 21 Via het internet één of meerdere wiki’s (bv. Wikipedia, een online-encyclopedie) raadplegen om kennis over om het even welk onderwerp te bekomen .........................................................................................................................................................22 Het internet raadplegen met de bedoeling iets te leren, maar op een andere manier dan door het raadplegen van één of meerdere wiki’s....................................................................................................................................................................................................... 23
Gezondheid Zoeken naar informatie in verband met gezondheid, bv. over ziekte, voeding of verbetering van de gezondheid..................... 24 Via een website een afspraak maken met een arts, een paramedicus of een andere gezondheidsspecialist (al dan niet verbonden aan een ziekenhuis of een centrum voor gezondheidszorg).......................................................................................... 25 Creativiteit Eigen gecreëerd materiaal zoals tekst, beeldbestanden, foto’s, videobestanden, muziek uploaden naar om het even welke website met de bedoeling het te delen....................................................................................................................................................................... 26 Het aanmaken van websites of blogs....................................................................................................................................................................................................... 27 Vrije tijd Het downloaden van spelletjes of van hun updates...................................................................................................................................................................... 28 Het spelen van spelletjes over het internet met anderen........................................................................................................................................................ 29 Het spelen van spelletjes via het internet, maar niet met anderen................................................................................................................................. 30 Het luisteren naar webradio............................................................................................................................................................................................................................ 31 Het online afspelen van muziek.................................................................................................................................................................................................................... 32 Het downloaden van muziek............................................................................................................................................................................................................................ 33 Het kijken naar webtelevisie............................................................................................................................................................................................................................ 34 Het online afspelen van beeld- of videomateriaal (bv. foto’s, films)................................................................................................................................. 35 Het downloaden van beeld- of videomateriaal (bv. foto’s, films)........................................................................................................................................ 36 Ga naar volgende vraag.
GEBRUIK VAN E-GOVERNMENT
29. Hieronder staan een aantal manieren opgesomd waarop u de overheid of een openbare dienst elektronisch kan contacteren. Met overheid bedoelen we zowel de diensten van de gemeenten (bv. de burgemeester, de lokale politie, de openbare bibliotheek, de dienst Bevolking, …), de provincies, de gewesten (bv. de VDAB), de gemeenschappen en de federale overheid van België (bv. de FOD Financiën), alsook de Europese overheid. Ook openbare ziekenhuizen en instellingen die sociale uitkeringen beheren (zoals het RIZIV en de RVA) behoren tot de overheid.
Wanneer hebt u om privéredenen voor het laatst via internet of e-mail contact gehad met de overheid of een openbare dienst? Ga lijn per lijn te werk. Gelieve per lijn juist één antwoord te omcirkelen. Meer dan 12
Laatste 3
Laatste 12
maanden
maanden
Informatie verkrijgen uit websites van de overheid
11
12
13
Contact met de overheid via e-mail
21
22
23
Officiële formulieren downloaden
31
32
33
41
42
43
Formulieren invullen en versturen via websites van de overheid (bv. via Tax on web, webenquêtes, …), maar niet via e-mail
maanden geleden of nooit
Ga naar volgende vraag tenzij u elk van de drie codes 13, 33 én 43 omcirkeld hebt: ga dan naar vraag 33. 30. Waarvoor gebruikte u tijdens de laatste twaalf maanden om privéredenen websites van de overheid of van openbare diensten? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Belastingaangifte voor de personenbelasting ............................................................................................................................................................................................ 1 Om aanspraak te kunnen maken op sociale uitkeringen (zoals werkloosheidsuitkeringen, pensioen, kinderbijslag, …) ............. 2 Om persoonlijke documenten (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) of akten (geboorte-, huwelijks- of overlijdensakte) aan te vragen ........................................................................................................................................................................................................................................................................ 3 Voor documentatie en informatie van openbare bibliotheken (beschikbaarheid van catalogi, opzoekingen doen,…) ...................... 4 Inschrijving in het hoger onderwijs of aan de universiteit ................................................................................................................................................................ 5 Aangifte van adreswijziging ....................................................................................................................................................................................................................................... 6 Andere ........................................................................................................................................................................................................................................................................................ 7
Ga naar volgende vraag
31. Had u één of meerdere van de volgende problemen wanneer u tijdens de laatste twaalf maanden om privéredenen websites van de overheid of van openbare diensten gebruikte? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Technische storing van de website ................................................................................................................................................................ 1 Onvoldoende, onduidelijke of verouderde informatie ..................................................................................................................... 2 Ik had ondersteuning nodig, maar vond deze noch online, noch offline .......................................................................... 3
Ga naar volgende vraag.
Eén of meerdere andere problemen ............................................................................................................................................................ 4
32. Bent u tevreden of ontevreden over de volgende zaken bij het gebruik van websites van de overheid of van openbare diensten tijdens de laatste twaalf maanden? Ga lijn per lijn te werk. Gelieve per lijn juist één antwoord te omcirkelen.
Voornamelijk
Voornamelijk
Niet van
tevreden
ontevreden
toepassing
Gemakkelijk vinden van informatie
11
12
13
Bruikbaarheid van de beschikbare informatie
21
22
23
Informatie over de voortgang of de opvolging van de aanvraag
31
32
33
Gemakkelijk gebruikmaken van diensten via de website
41
42
43
Ga naar volgende vraag.
33. Hebt u tijdens de laatste twaalf maanden om privéredenen op een andere manier dan via websites contact opgenomen met de overheid of met openbare diensten en zo ja, hoe? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Ja, telefonisch maar niet via sms ................................................................................................................................................................... 1 Ja, via e-mail ................................................................................................................................................................................................................... 2 Ja, door persoonlijk langs te gaan ................................................................................................................................................................. 3 Ja, via de post ................................................................................................................................................................................................................. 4 Ja, via sms ........................................................................................................................................................................................................................ 5 Ja, via fax ............................................................................................................................................................................................................................ 6 Ja, maar op een andere manier ....................................................................................................................................................................... 7 Neen ....................................................................................................................................................................................................................................... 8
Ga naar volgende vraag als u code 43 op vraag 29 omcirkeld hebt. Ga anders naar vraag 35.
34. Waarom hebt u tijdens de laatste twaalf maanden om privéredenen geen formulieren ingevuld en verstuurd via websites van de overheid? U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Er was geen website voorzien waar die formulieren ingevuld en naar de overheid verstuurd konden worden .............................................................................................................................................................................................................. 1 Gebrek aan persoonlijk contact; ik verkies persoonlijk langs te gaan .............................................................................. 2 Gebrek aan een onmiddellijke reactie ........................................................................................................................................................ 3 Ik heb meer vertrouwen in het versturen van papieren formulieren ................................................................................. 4 Er was een technische storing op de website tijdens het invullen of versturen van het formulier of de formulieren ....................................................................................................................................................................... 5 Gebrek aan vaardigheden of kennis (bv. doordat ik niet wist hoe ik de website moest gebruiken of het gebruik ervan te ingewikkeld was) ...................................................................................................................... 6 Ongerustheid over de bescherming en beveiliging van persoonlijke gegevens ........................................................ 7 De betrokken diensten vereisen hoe dan ook een persoonlijk bezoek of het versturen van papieren formulieren ...................................................................................................................................................................................... 8 Gebrek aan of problemen met een elektronische handtekening, elektronische identiteit of elektronisch certificaat (vereist om me te authenticeren of de dienst te gebruiken)
......................................... 9
Iemand anders heeft het formulier of de formulieren voor mij ingevuld en elektronisch verstuurd ....... 10 Ik moest de afgelopen 12 maanden voor privédoeleinden geen formulieren naar een overheidsdienst versturen ............................................................................................................................................................. 11 Andere dan bovenvermelde redenen ........................................................................................................................................................... 12
Ga naar volgende vraag.
TOEKOMSTIG INTERNETGEBRUIK Met internet gebruiken bedoelen we in de volgende vragen zowel e-mailen, surfen als chatten.
35. Zou u het internet meer willen gebruiken? Waar of op welke manier maakt niet uit. Ja.........1 Nee.....2
Ga naar volgende vraag. Ga naar vraag 37.
36. Welke van de volgende redenen vormen voor u een belemmering voor een intensiever internetgebruik? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Onvoldoende kennis van vreemde talen.....................................................................................................................................1 Te weinig tijd.....................................................................................................................................................................................................2 Te trage verbinding......................................................................................................................................................................................3 Extra kosten voor een langere verbindingstijd of groter downloadvolume.....................................................4 De kosten van online-inhoud (bv. betaalsites)........................................................................................................................5 De inhoud is niet interessant genoeg om het internet meer te gebruiken......................................................6 Ik heb te weinig kennis of vaardigheden; of ik vind de websites niet gebruiksvriendelijk...................7 Bezorgdheid om de privacy of veiligheid.....................................................................................................................................8 Geen van bovenvermelde redenen...................................................................................................................................................9
Ga naar volgende vraag.
E-COMMERCE De volgende vragen gaan over het aankopen of bestellen van goederen en diensten via internet (e-commerce),
zoals bijvoorbeeld van films, muziek, boeken, software en hardware, huishoudgoederen, kleding, voeding en dergelijke. Ook de aankoop via internet van aandelen of obligaties en aankopen op internetveilingen zoals eBay komen in aanmerking. Een bestelling komt in aanmerking indien uzelf de bestelling geplaatst hebt via internet, ook al deed u dit voor iemand anders. Het plaatsen van een bestelling of aankopen via sms of mms of via een met de hand getypte e-mail worden niet beschouwd als het kopen of bestellen via internet. Bestellingen of aankopen voor beroepsmatig gebruik tellen niet mee. Ook alles wat gratis is, zoals gratis software (freeware), bestanden die u gratis downloadt, reservaties in restaurants en dergelijke, komt niet in aanmerking voor deze vragen. 37. Wanneer kocht of bestelde u voor het laatst goederen of diensten voor privégebruik via het internet? De besteldatum geldt als referentie. Tijdens de laatste drie maanden....................................................................................1
Ga naar volgende vraag.
Tussen drie maanden en een jaar geleden............................................................2
Ga naar volgende vraag.
Meer dan een jaar geleden.................................................................................................3
Ga naar vraag 41.
Nog nooit iets via internet gekocht of besteld.....................................................4
Ga naar vraag 41.
38. Welke goederen of diensten kocht of bestelde u tijdens de laatste twaalf maanden via het internet voor privégebruik? Gebruik kolom A om te antwoorden. U mag meerdere antwoorden omcirkelen. Kolom A
Kolom B
(antwoord op
(antwoord op
vraag 38)
vraag 39)
Voeding of kruidenierswaren
1
-
Huishoudgoederen zoals bv. meubels, speelgoed, huishoudtoestellen, kunst
2
-
Geneesmiddelen of medicijnen waarvoor een voorschrift noodzakelijk is
3
-
Geneesmiddelen of medicijnen waarvoor geen voorschrift noodzakelijk is
4
-
Films
5
50
Muziek
6
60
Boeken, tijdschriften of kranten (digitale boeken (e-books) inbegrepen)
7
70
E-learningmateriaal (onlinecursussen)
8
80
Kleding of sportgerief
9
-
Computer- en videospelletjes en/of bijbehorende upgrades
10
100
Computerprogramma’s en/of bijbehorende upgrades met uitzondering van spelletjes
11
110
Computerhardware
12
-
Elektronische toestellen zoals gsm’s, camera’s, …
13
-
Telecommunicatiediensten zoals een abonnement voor digitale tv of diensten m.b.t. telefoon of gsm zoals het opladen van belwaarde of afsluiten van een abonnement
14
-
Aandelen, financiële diensten of verzekeringen
15
-
Toeristische verblijfsaccommodatie zoals hotelkamers en vakantiehuizen
16
-
Andere met reizen te maken bestedingen zoals bv. het aankopen van vliegtickets of het huren van wagens
17
170
Tickets voor evenementen
18
180
Andere
19
-
Ga naar volgende vraag.
39. Welke van de omcirkelde goederen in kolom A van vraag 38 hebt u niet via de post verkregen, maar wel via een rechtstreekse webtoegang of door ze zelf te downloaden? Gebruik kolom B van vraag 38 om te antwoorden. U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Omcirkel de code(s) in kolom B van vraag 38 indien niet via de post.
Ga naar volgende vraag.
40. U hebt de afgelopen 12 maanden voor privégebruik goederen of diensten gekocht of besteld via het internet. Kan u aangeven of er verkopers waren uit de volgende landen? Het gaat om het postadres van de verkoper die de goederen of diensten levert. Voor digitale goederen of diensten geldt het adres van de firma die de goederen of diensten online aanbiedt. U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
België..........................................................................................................................1
Een ander EU-land...............................................................................................2
Een niet-EU-land...................................................................................................3
Land van herkomst van de verkoper onbekend......................................4
41. Hebt u de afgelopen 12 maanden via het internet deelgenomen aan weddingschappen, gokspelletjes of loterijen?
Ja.........1
Nee.....2
42. Welke van de volgende consumentenrechten van de Europese Unie in verband met internetaankopen kent u? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Dat voor de meeste goederen het recht bestaat om de aankoop te annuleren en dat ik bij annulering recht heb
op een snelle terugbetaling van de betaalde som..................................................................................................................................1
Dat de levering van goederen binnen de 30 dagen na het plaatsen van de bestelling dient te gebeuren....................2
Dat de bescherming van de privacy en andere persoonlijke gegevens gegarandeerd moet zijn ....................................3
Dat het recht bestaat om geïnformeerd te worden over contractuele voorwaarden..............................................................4
Ik ken geen van bovenvermelde consumentenrechten........................................................................................................................5
Ga naar volgende vraag.
Ga naar volgende vraag
Ga naar volgende vraag. GEZINSINKOMEN
43. In welke categorie bevindt zich het gemiddelde maandelijkse netto-inkomen van alle gezinsleden samen? Indien u het niet exact weet, gelieve dan een schatting op te geven.
899 euro per maand of minder .............................................................. 1
Tussen de 900 euro en 1.199 euro per maand ........................... 2
Tussen de 1.200 euro en 1.499 euro per maand ....................... 3
Tussen de 1.500 euro en 1.899 euro per maand ....................... 4
Tussen de 1.900 euro en 2.399 euro per maand ....................... 5
Tussen de 2.400 euro en 2.999 euro per maand ....................... 6
Tussen de 3.000 euro en 3.899 euro per maand ....................... 7 3.900 euro per maand of meer ............................................................... 8
Ga naar volgende vraag
OVER UZELF
44. Wat is uw geboortedatum?
/
/ 19
Ga naar volgende vraag
45. Bent u man of vrouw?
Man ..................................... 1
Ga naar volgende vraag
Vrouw ................................. 2
46. Wat is de postcode van uw woonplaats (domicilie)?
Einde
Dank u voor de medewerking! Gelieve deze vragenlijst in de bijgevoegde voorgedrukte envelop terug te sturen naar de FOD Economie. Een postzegel is niet nodig.
I C T EN INTERNETGEBRUIK BIJ HUISHOUDENS
©Foto - Fotolia.com