STUDENTENSTATUUT ROC VAN AMSTERDAM
Uitgave : ROC van Amsterdam / ROC van Flevoland Auteur : Bestuursdienst / JZ Kenmerk : Studentenstatuut ROCvA 2015 Vastgesteld door de Colleges van Bestuur op : 16-02-2015 Traject OR ROCvA : n.v.t. Traject CSR ROCvA : 11-05-2015 ingestemd Studentenstatuut ROC van Amsterdam
2
Inhoudsopgave
Inleiding
03
1.
Algemene bepalingen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Uitleg begrippen..........................................................................................................05 Reikwijdte.................................................................................................................... 05 Onderwijsovereenkomst ............................................................................................ 05 Stageovereenkomst.................................................................................................... 06 Aard en doel studentenstatuut .................................................................................. 06 Aanspreekbaarheid..................................................................................................... 06
2.
Toelatingsbeleid
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Toelatingsprocedure.................................................................................................. 07 Aanmelding /voorlopige inschrijving .......................................................................... 07 Bepalen van geschiktheid........................................................................................... 07 Extra toelatingscriteria................................................................................................ 07 Intakegesprek............................................................................................................. 08 Extra begeleiding/ondersteuning................................................................................ 08 Besluit tot toelating /afwijzing...................................................................................... 08
3.
Het ROC als leefomgeving
1. 2. 3.
Kernwaarden.............................................................................................................. 09 Prettige sfeer.............................................................................................................. 09 Veilige leeromgeving.................................................................................................. 09
4.
Inhoud en kwaliteit van het onderwijs
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderwijs in de Nederlandse taal .............................................................................. 10 Kwaliteit van onderwijs en examens........................................................................... 10 Begeleiding van studenten.......................................................................................... 10 Informeren van studenten en ouders.......................................................................... 10 Studievorderingen....................................................................................................... 10 Studieadvies en bindend studieadvies........................................................................ 11
5.
Rechten en plichten van studenten
A. 1. 2. 3.
Rechten van studenten Recht op respect......................................................................................................... 12 Recht op vrijheid van godsdienst................................................................................ 12 Recht op vrijheid van meningsuiting en medezeggenschap....................................... 12
B. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Plichten van studenten Professionele werkhouding......................................................................................... 12 Inzet van de student.................................................................................................... 12 Aan-en afwezigheid ....................................................................................................13 Kledingvoorschriften ...................................................................................................13 Studentenpas.............................................................................................................. 13 Identificatieplicht studenten......................................................................................... 14
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
3
6.
Disciplinaire maatregelen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Gevolgen wangedrag en overtreding leefregels ........................................................ 15 Overtreding van regels m.b.t. drugs, alcohol en wapens ........................................... 15 Soorten maatregelen...................................................................................................15 Gronden voor opleggen van disciplinaire maatregelen............................................... 15 Procedure schorsing ................................................................................................. 16 Procedure overplaatsing en verwijdering.................................................................... 16
7.
Slotbepalingen
1. 2.
Inwerkingtreding en duur studentenstatuut ................................................................ 18 Toepassing recht en geschillen...................................................................................18
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
4
Inleiding
Het studentenstatuut hoopt een bijdrage te leveren aan het verder verbeteren van het onderwijs en de sfeer op school. Het studentenstatuut stelt ook de kaders vast waarbinnen we met elkaar wensen om te gaan en kan ook een hulpmiddel zijn bij het voorkomen en het oplossen van conflicten binnen het ROC en bij het bevorderen van gelijke rechten voor iedere student. In dit studentenstatuut staat een aantal basisrechten van studenten, zoals het recht op goed onderwijs en het recht op een veilige school. Daarnaast bevat het statuut een aantal plichten, zoals inzet voor de gekozen opleiding en het respecteren van de gedragsregels. De vraag hoe wij als ROC onze studenten een goede en interessante opleiding op een prettige school kunnen bieden en tegelijkertijd kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen die op ons als school rusten, is een actueel thema geworden. Dit statuut behandelt dan ook naast de rechten en plichten die een student heeft, ook thema's, zoals beroepshouding, kledingvoorschriften en respectvol gedrag. Dit studentenstatuut is aan de Centrale Studentenraad van het ROC van Amsterdam voorgelegd ter instemming. De Centrale Studentenraad heeft hier op 8 april 2015 zijn goedkeuring aan gegeven. Onze school kan namelijk alleen goed functioneren indien zij een stevige basis heeft die breed door studenten gedragen wordt. Wij denken dat dit studentenstatuut een waardevolle aanvulling kan zijn op deze fundering. Aldus vastgesteld en ondertekend op 11 mei 2015 ROC van Amsterdam
De heer E.C.M. de Jaeger Voorzitter College van Bestuur
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
5
1.
1.
Algemene bepalingen
Uitleg begrippen
BPV:
Beroepspraktijkvorming ook wel stage genoemd.
CSR:
Centrale Studentenraad.
KV:
Klassenvertegenwoordiger.
KVO:
Klassenvertegenwoordigersoverleg.
SLB-er:
Studieloopbaanbegeleider ook wel mentor genoemd.
SR:
Studentenraad.
Student:
De man of vrouw die: zich digitaal of op andere wijze heeft aangemeld bij het ROC; een onderwijsovereenkomst heeft gesloten met het ROC; een BPV dan wel stage overeenkomst heeft gesloten met het ROC; een examenovereenkomst heeft gesloten met het ROC; een niet bekostigde opleiding volgt bij het ROC; om andere redenen in ons studentvolgsysteem is opgenomen.
Het ROC:
ROCvA in ruimste zin van het woord.
Stage:
Hieronder valt zowel de wettelijk omschreven beroepspraktijkvorming als andersoortige stageplaatsen in de ruimste zin van het woord.
WEB:
Wet Educatie Beroepsonderwijs.
2.
Reikwijdte
1. 2.
Het studentenstatuut is van toepassing op alle studenten van het ROC. De student ontvangt bij aanvang van de opleiding informatie, die voor het volgen van de opleiding van belang is. De belangrijkste zaken over de inhoud van de opleiding en de examinering zijn vastgelegd in: Onderwijsovereenkomst met algemene bepalingen; Stage /BPV-overeenkomst met bijbehorende algemene bepalingen (indien van toepassing); Examenovereenkomst met bijbehorende algemene bepalingen (indien van toepassing); Studentenstatuut; Klachtenreglement Studenten; Studiewijzer; Gedragscode ICT; Privacyreglement; Kosten en Financiering; Reglement Speciale Doelgroepen; Examenreglement; Reglement Ombudsman; Reglement Vertrouwenspersoon; Overige reglementen. Dit statuut zal niet inhoudelijk ingaan op onderwerpen die in de andere reglementen worden behandeld. Er zal worden volstaan met een verwijzing naar het van toepassing zijnde reglement.
3.
4.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
6
3.
Onderwijsovereenkomst
1.
Er is pas sprake van inschrijving als student of extraneus vanaf het moment dat de toelating is vastgelegd in een: onderwijsovereenkomst (al dan niet gecombineerd met een praktijkovereenkomst) of examenovereenkomst Bij het ondertekenen van de onderwijs/examenovereenkomst gaan student en het ROC een verplichting met elkaar aan met het doel dat de student de opleiding gekwalificeerd verlaat.
2.
4.
Stageovereenkomst
1.
In het beroepsonderwijs vindt een belangrijk gedeelte van de opleiding plaats in de vorm van beroepspraktijkvorming (BPV), ook wel stage genoemd. Zowel het ROC als de student dienen zich in te spannen om te zorgen voor een stageplaats. De student kan zelf een suggestie doen voor een stageplaats. Indien het een BPV stage betreft, moet de stageplaats ten minste voldoen aan de door het kenniscentrum gestelde eisen. De stageovereenkomst moet binnen een week na aanvang van de stage, getekend door alle partijen, zijn ingeleverd bij het Bureau Studentenzaken.
2. 3. 4.
5.
Aard en doel studentenstatuut
1.
In het studentenstatuut staat aangegeven wat de rechten en plichten van studenten zijn en wat zij van het ROC mogen verwachten bij het volgen van onderwijs. Het studentenstatuut geeft algemene richtlijnen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van het onderwijs, het creêren van een prettige omgeving voor studenten en het duidelijk maken wat partijen van elkaar mogen verwachten in de ruimste zin van het woord. Het studentenstatuut is opgesteld als duurzaam document dat jarenlang kan gelden zonder te hoeven worden gewijzigd.
2.
3.
6.
Aanspreekbaarheid
1.
Zowel medewerkers als studenten van het ROC worden geacht de inhoud van het studentenstatuut te kennen en zich hier aan te houden. Een ieder is te allen tijde aanspreekbaar op het naleven van genoemd statuut. Het studentenstatuut is gepubliceerd op de website van het ROC.
2. 3.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
7
2.
Toelatingsbeleid
1.
Toelatingsprocedure
1.
Toelating bestaat uit: Aanmelding /voorlopige inschrijving; Bepalen van geschiktheid voor opleiding en beroep; Intakegesprek; Besluit toelating of afwijzing. Wanneer toelating tot de gekozen opleiding niet mogelijk is, zal het ROC zich inspannen om een ander passend aanbod te doen.
2.
2.
Aanmelding /voorlopige inschrijving
1. 2. 3.
Aanmelding geschiedt bij voorkeur digitaal. Tijdige aanmelding geeft de aanmelder geen automatisch recht op toelating. Indien een aanmelding onvolledig wordt ontvangen, wordt de aanmelder een termijn van 14 dagen gegeven om eventuele gebreken te herstellen. Indien de aanmelder de gebreken niet binnen de termijn herstelt, behoudt het ROC zich het recht voor om de aanmelding niet in behandeling te nemen. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk aan de aanmelder verzonden.
4.
3.
Bepalen van geschiktheid
1.
Na ontvangst van een aanmelding zal het ROC informatie verzamelen om te kunnen bepalen of de kandidaat student: wettelijk toelaatbaar is; een goed beeld heeft van de opleiding, het beroep en de eisen die aan hem gesteld zullen worden; voldoende bekwaam geacht wordt om aan de gestelde eisen van de opleiding en het beroep te voldoen. Een persoon wordt niet toegelaten tot een opleiding indien hij niet bekwaam, niet in staat of niet geschikt is om een bepaalde opleiding te volgen. Om de vraag te kunnen beantwoorden of iemand geschikt is voor een bepaalde opleiding, kijkt men naar onderstaande omstandigheden: Beschikt de betreffende persoon over de vereiste vooropleiding en noodzakelijke competenties? Zo nee, is het aannemelijk dat de betreffende persoon die competenties binnen redelijke termijn kan ontwikkelen? Heeft de desbetreffende persoon realistische verwachtingen van het beroep en de opleiding? Kan de desbetreffende persoon voldoen aan de specifieke eisen die soms aan de uitoefening van een beroep worden gesteld (bijvoorbeeld fysieke eisen)? Zo nee, kan de desbetreffende persoon met eventueel extra begeleiding in staat worden gesteld om aan alle bovenstaande eisen te voldoen? Toelating tot een andere MBO instelling geeft het ROC geen verplichting om de student toe te laten, wanneer zij van mening is dat de student niet beschikt over de noodzakelijke competenties (mits onderbouwd).
2. 3.
4.
4.
Extra toelatingseisen
1.
Het College van Bestuur kan jaarlijks- voor aanvang van het nieuwe schooljaar- voor bepaalde opleidingen extra toelatingseisen vaststellen bovenop de criteria die geformuleerd zijn in de Wet Educatie Beroepsonderwijs.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
8
2.
Het ROC informeert studenten indien voor een opleiding extra toelatingseisen gelden.
A. 1.
Branche specifieke eisen In bepaalde sectoren gelden specifieke toelatingseisen, waaraan een student moet voldoen om in aanmerking te komen voor een stageplaats. Indien een student niet aan deze eisen voldoet, zal de opleiding hem niet inschrijven. Voor de opleidingen in de domeinen Zorg & Welzijn en Sport & Veiligheid is het kunnen overleggen van een Verklaring Omtrent Gedrag van maximaal twee maanden oud een toelatingseis.
2. 3.
B. 1.
2.
3.
Omgang met personen van het andere geslacht (handen schudden) Als een student vanwege geloofsovertuiging geen lichamelijk contact mag hebben met iemand van het andere geslacht, zal per opleiding bepaald worden of dit een belemmering is voor het volbrengen van de opleiding en het functioneren in de beroepspraktijk. Het volgen van een opleiding in het domein Zorg & Welzijn zal er altijd toe leiden dat een student meer fysiek in contact staat met andere mensen. Het geven van een hand is dan ook een toelatingseis. Het ROC behoudt zich het recht voor om de eis van het handen schudden ook bij andere opleidingen te stellen, indien het weigeren om een hand te schudden het volgen van de opleiding, het vinden van een stageplaats en in de toekomst, mogelijk het vinden van een baan, bemoeilijkt.
5.
Intakegesprek
1.
3.
Aan de toelating van een kandidaat student tot het ROC gaat altijd een intakegesprek vooraf. Het intakegesprek is onderdeel van de toelatingsprocedure, met name om de motivatie, verwachtingen en capaciteiten van de kandidaat student scherp in beeld te krijgen. Het intakegesprek is ook bedoeld om nog meer specifieke informatie te geven over de opleiding en het beroep. De kandidaat student heeft het recht om voor het intakegesprek informatie te ontvangen over: de wijze waarop de intake plaatsvindt; de gestelde doelen en voorwaarden; de toegepaste normen. Het ROC kan besluiten de intakeprocedure over een bepaalde periode te spreiden.
6.
Extra begeleiding/ondersteuning
1.
4.
Aan kandidaat studenten zal tijdens de intake worden gevraagd of er bijzondere eigenschappen of omstandigheden zijn die mogelijk een belemmering zouden kunnen zijn om de opleiding met goed resultaat te volbrengen. Wanneer hier sprake van is, zal de toelatingscommissie onderzoeken in welke mate het ROC de student de benodigde begeleiding/ondersteuning kan bieden. In het Reglement Speciale Doelgroepen staat opgenomen wanneer men een beroep kan doen op extra begeleiding. Dit kan onder meer indien een student valt onder de Wet Passend Onderwijs of indien men een Topsporter/Toptalent is. Tijdens het intakegesprek zal worden bekeken of het ROC de kandidaat student een op diens behoefte aangepast opleidingsaanbod kan aanbieden. De extra begeleiding/ondersteuning zal schriftelijk worden vastgelegd.
7.
Besluit tot toelating of afwijzing
1.
Een kandidaat student wordt schriftelijk geïnformeerd of hij toegelaten zal worden tot de opleiding of niet. Na de toelating wordt de onderwijsovereenkomst aan de student toegestuurd. Als een kandidaat student wordt afgewezen voor de gekozen opleiding, kan een alternatief studieadvies worden gegeven.
2.
2.
3.
2.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
9
3.
Het ROC als leefomgeving
1.
Kernwaarden
1.
2.
In onze school laten we ons leiden door onze kernwaarden. Dit geldt ook voor onze relatie met studenten. Met de kernwaarden wil het ROC transparant maken wat men van haar kan verwachten en wat zij op haar beurt van studenten verwacht. Onze kernwaarden zijn: aandacht; ambitieus; betrouwbaar; prettig; vakkundig /daadkrachtig. Deze kernwaarden komen terug in ons beleid, onze reglementen en ons gedrag.
2.
Prettige sfeer
1.
Het ROC hecht grote waarde aan een prettige en veilige leeromgeving. Student en het ROC zijn samen verantwoordelijk voor om dit te realiseren. In dit kader verwacht het ROC van een student dat hij hier ook een bijdrage aan levert door respect te tonen voor anderen, ongeacht afkomst, religie, uiterlijk, etniciteit of politieke overtuiging. Er is geen ruimte voor verbale of nonverbale uitingen met een discriminerend, intimiderend en /of seksistisch karakter. Ongewenst gedrag zoals agressie, geweld, pesten, discriminatie en (seksuele) intimidatie, wordt onder geen enkele omstandigheid getolereerd. Privé relaties tussen docenten en studenten zijn verboden, ongeacht of de docent betrokken is bij de opleiding van de student en ongeacht de leeftijd van de student. Het ROC behoudt zich het recht voor om disciplinaire maatregelen te treffen bij de partijen.
2. 3.
3.
Veilige leeromgeving
1.
Het ROC hecht grote waarde aan de veiligheid en het welzijn van haar studenten en medewerkers. Een ieder dient zich in te spannen voor een prettige sfeer en de ander te beschermen tegen gevoelens van onveiligheid in de school. Een ieder hoort zich in de gebouwen van het ROC en de nabije omgeving netjes te gedragen en er voor te waken om de veiligheid en gezondheid van henzelf en /of anderen niet in gevaar te brengen. Elk MBO College heeft de vrijheid om per locatie of MBO College nadere huisregels te stellen op het gebied van orde en veiligheid. Deze (huis)regels mogen niet in strijd zijn met het studentenstatuut op straffe van nietigheid. Het MBO College zorgt voor bekendmaking van de huisregels aan studenten en medewerkers.
2. 3.
4.
5.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
10
4.
Inhoud en kwaliteit van het onderwijs
1.
Onderwijs in de Nederlandse taal
1.
De les- en voertaal binnen het ROC is de Nederlandse taal, tenzij functioneel het voeren van een andere taal dan Nederlands gewenst is.
2.
Kwaliteit van onderwijs en examens
1. 2.
De student heeft recht op het kunnen volgen van goed en goed georganiseerd onderwijs. Indien onderwijsactiviteiten door ziekte of overmacht uitvallen, wordt dit zo spoedig mogelijk aan de student gemeld en wordt voorzien in een passende oplossing. De kwaliteit van het onderwijs is een inspanningsverplichting van zowel school als student. Van de student mag verwacht worden dat hij zich inzet en inspant voor zowel zijn eigen studieloopbaan als die van zijn klas- /groepsgenoten. Van het ROC mag verwacht worden dat men zich houdt aan de afspraken die zijn vastgelegd in de onderwijsovereenkomst, studiewijzer en het examenreglement. De student heeft er recht op dat medewerkers zich professioneel gedragen en zich onthouden van kwetsende handelingen of uitlatingen. Van de student wordt verwacht dat hij medewerkers met respect aanspreekt.
3.
4.
3.
Begeleiding van studenten
1.
De student kan een beroep doen op een passende begeleiding, waar onder de studie- en beroepskeuzevoorlichting en de studieloopbaanbegeleiding. De begeleider is het eerste aanspreekpunt voor de student voor al zijn vragen over de opleiding. De student heeft regelmatig, maar minstens drie maal per studiejaar, contact met zijn begeleider over zijn studievoortgang. De begeleider verwijst de student zo nodig naar andere deskundigen binnen het ROC in geval van vragen en problemen die de studievoortgang stagneren. Met toestemming van de student, zorgt de begeleider ervoor dat hij zo snel mogelijk op de hoogte is van de resultaten van die verwijzingen en bespreekt ze daarna met de student. Indien een student een probleem heeft met zijn begeleider kan hij zich wenden tot de opleidingsmanager.
2. 3. 4. 5. 6.
4.
Informeren van studenten en ouders
1.
Het ROC zal communicatie aan studenten zowel aan de student als aan de ouder/ wettelijk vertegenwoordiger richten. Studenten van 18 jaar en ouder kunnen schriftelijk aangeven dat de informatie uitsluitend aan hen moet worden gestuurd.
2.
5.
Studievorderingen
1. 2.
Studievorderingen worden vastgelegd in het studentenvolgsysteem. De opleiding organiseert een regelmatige bespreking van de vorderingen /toets resultaten met de student in het kader van de begeleiding en studievoortgang. Van de gesprekken over de studievorderingen en van de afspraken en adviezen daarover, wordt een beknopt verslag gemaakt. Dat verslag wordt vastgelegd in het studentenvolgsysteem. Als de SLB-er en de student het niet eens kunnen worden over het verslag, wordt de reden daarvan aan het verslag toegevoegd.
3.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
11
6.
Studieadvies en bindend studieadvies
A 1.
Entree-opleidingen Het ROC is gehouden om 4 maanden na de start van de opleiding een bindend studieadvies te geven aan de student. Dit kan zowel positief als negatief zijn. In het toelatingsbeleid over Entree-opleidingen staat dit verder uitgewerkt.
2. B. 1. 2. 3.
4.
5.
C. 1. 2.
3. 4. 5.
Opleidingen niveau 2 t/m 4 Een student mag verwachten dat het ROC zijn studievoortgang monitort en daarover met hem in gesprek gaat. Wanneer de studie dreigt te stagneren, zal het ROC met de student in gesprek gaan met het doel om een positieve wending te geven aan de studieloopbaan. In eerste instantie zullen dit de standaard voortgangs/begeleidingsgesprekken zijn. Wanneer dit onvoldoende resultaat oplevert, wordt overgegaan tot het afgeven van een eerste schriftelijk studieadvies. In dit eerste studieadvies wordt vastgelegd wat het probleem of de hulpvraag is, welke interventies/acties nodig zijn en wie daarvoor wat gaat doen (student en/of het ROC). Er wordt een evaluatiedatum afgesproken. Na de evaluatie kan geconstateerd worden dat het studieadvies effect heeft gehad óf (nog) niet. In dit laatste geval wordt een tweede studieadvies opgesteld. Als na evaluatie van het tweede studieadvies nog steeds onvoldoende resultaat is geboekt, kan het ROC overgaan tot een bindend studieadvies. Dit zal gegeven worden als de student onvoldoende in staat blijkt om aan de opleidingseisen te voldoen. Dit kan vanwege capaciteiten of vanwege inzet zijn. Procedure voor zowel Entree als niveau 2 t/m 4 Een bindend studieadvies wordt schriftelijk en met redenen omkleed, gestuurd aan de student en indien de student minderjarig is aan de ouders. De opleidingsmanager kan een bindend studieadvies afgeven indien hij van oordeel is dat: de student niet in staat is het overeengekomen opleidingstraject met succes af te ronden; de student zich daartoe aantoonbaar onvoldoende inspant; de student bij herhaling geen gevolg heeft gegeven aan schriftelijk gemaakte afspraken. In de brief wordt de student te kennen gegeven dat de opleiding (met onmiddellijke ingang of op een nader te bepalen tijdstip) wordt beëindigd. Tegen dit besluit kan de student bezwaar indienen bij de voorzitter van de directie van het MBO College. De voorzitter van de directie van het MBO College kan, nadat hij de student heeft gehoord, besluiten het studieadvies van de opleidingsmanager nietig te verklaren, dan wel het gedeeltelijk of volledig over te nemen. Dit wordt de student in een schriftelijk en gemotiveerd besluit medegedeeld.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
12
5.
Rechten en plichten van studenten
A.
Rechten van studenten
1.
Recht op respect
1.
2. 3.
Binnen het ROC behandelt men elkaar met respect ongeacht afkomst, uiterlijk, religie of geslacht. Wangedrag en discriminerende uitingen, handelingen of gedragingen in de ruimste zin van het woord worden niet geaccepteerd. Studenten hebben het recht om in gelijke gevallen gelijk te worden behandeld. Het ROC kan voor studenten met een handicap bepaalde voorzieningen treffen. Een student die gepest wordt dan wel van wie op andere wijze zijn rechten worden geschonden, kan zich achtereenvolgens wenden tot de studieloopbaanbegeleider, opleidingsmanager of vertrouwenspersoon voor advies.
2.
Recht op vrijheid van godsdienst
1.
2.
Het ROC is een openbare onderwijsinstelling, dat betekent dat zij geen geloof uitdraagt. Het ROC respecteert een ieders recht op godsdienstvrijheid binnen de kaders die de wet hieraan verbindt. Bidden is binnen de locaties van het ROC toegestaan mits dit plaats vindt in de eigen tijd van de student (voor of na school en tijdens pauze of lesuitval) en het gebeurt op een plaats waar anderen niet gestoord worden. Bidden is geen geldige reden voor verzuim van lessen of niet afleggen van examens.
3.
Recht op vrijheid van meningsuiting en medezeggenschap
1.
Studenten hebben het recht om hun mening te uiten mits dit niet kwetsend is of de voortgang van het onderwijs belemmert. Het ROC staat open voor opbouwende kritiek en positieve ideeën van studenten gericht op het verbeteren van de organisatie of van de kwaliteit van het onderwijs. Het ROC stimuleert de studenten om actief betrokken te zijn bij de mening- en besluitvorming over kwesties binnen het ROC, waarmee ze direct te maken hebben. Studenten hebben het recht op inspraak en het recht zich te verenigen in KVO's, studentenraden en in het vormen van een CSR. Het ROC zal de KVO, SR en CSR bij het uitoefenen van hun medezeggenschapsrechten ondersteunen en faciliteren. Nadere richtlijnen staan opgenomen in het Reglement van de CSR, het huishoudelijk reglement van de CSR en het jaarplan.
2.
3.
B.
Plichten van de student
4.
Professionele werkhouding Het ROC leidt haar studenten op om te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Daar hoort een professionele werkhouding bij. Professionaliteit uit zich in het nakomen van afspraken, goede werkhouding, het zich houden aan de huisregels van het ROC en een open, respectvolle communicatie naar elkaar.
5.
Inzet van de student
1.
De student maakt een goed onderwijsproces mogelijk, stelt zich leerbaar op en spant zich in om aan de opleidingseisen te voldoen. De student zal de in het kader van de opleiding gegeven opdrachten naar beste vermogen uitvoeren.
2.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
13
3.
4.
5. 6.
6.
De student is verplicht om de benodigde studiematerialen (boeken, schrijfgerei, laptop /tablet) bij zich te hebben. Het bij herhaling geen gevolg geven aan het gestelde in dit artikel kan leiden tot het treffen van sancties en maatregelen. Studenten onthouden zich tijdens schooltijd van het gebruik van alcohol en drugs. Tevens zorgen zij ervoor dat zij tijdens hun schooltijd niet onder invloed van alcohol en /of drugs zijn als gevolg van gebruik van middelen vóór aanvang van de schooltijd. Studenten zorgen dat ze tijdig aanwezig zijn om de onderwijsactiviteiten te volgen. Studenten proberen altijd eerst zelf eventuele problemen uit te praten en op te lossen, zonder zaken te laten escaleren.
Aan- en afwezigheid Om de schoolloopbaan succesvol te laten verlopen, is het volgen van geplande onderwijsactiviteiten binnen en /of buiten het schoolgebouw een voorwaarde. Herhaaldelijk verzuim -geoorloofd en /of ongeoorloofd - kan de studievoortgang belemmeren.
1.
2.
Voor alle studenten is aanwezigheid bij de lessen verplicht. Afwezigheid van studenten die nog leerplichtig zijn en /of jonger dan 23 jaar zijn en nog geen startkwalificatie van minimaal niveau 2 bezitten, wordt direct doorgegeven aan Bureau Leerplicht. Er kunnen legitieme redenen zijn waarom niet aan de aanwezigheidsplicht kan worden voldaan. Hiervoor gelden strikte regels die zijn opgenomen in het verzuimprotocol van het ROC.
7.
Kledingvoorschriften
1.
Studenten dienen representatief en verzorgd gekleed gaan in de onderwijssituatie (waaronder begrepen de beroepspraktijkvorming). De kleding en het uiterlijk van studenten dienen altijd binnen de normen van goede zeden te blijven. Kledingvoorschriften en beperkingen hieraan gelden zowel voor mannen als vrouwen. Het dragen van een hoofddoek of andersoortige hoofdbedekking op grond van religieuze overwegingen is binnen het ROC toegestaan, tenzij dit het volgen van theorie- of praktijkonderwijs bemoeilijkt, gevaarlijk of onmogelijk maakt. In dat geval dient de student de hoofdbedekking af te doen op straffe van verwijdering uit de les. Gezicht bedekkende kleding (zoals bijvoorbeeld gezichtssluiers, boerka's, bivakmutsen) is niet toegestaan. Dit verbod geldt voor alle ruimten en terreinen waar het ROC gebruik van maakt (ook stageplaatsen tenzij anders is aangegeven) en die voor de studenten toegankelijk zijn. Het besluit om gezicht bedekkende kleding te verbieden wordt onder andere ingegeven door de wens tot het: bevorderen van open communicatie; bevorderen van veiligheid; voorkomen van fraude. Het ROC zal periodiek verifiëren of bepaalde uniforme kleding- en gedragsregels die zij hanteert voor de studenten, goed zijn afgestemd op de feitelijk geldende regels in een bepaalde sector of beroep.
2.
3.
4.
5.
8.
Studentenpas
1.
De student ontvangt aan het begin van de opleiding een persoonsgebonden studentenpas. De student is verplicht op school een pasfoto te laten maken ten behoeve van de studentenpas. De student is gehouden de pas zorgvuldig te behandelen en altijd bij zich te dragen bij het bezoeken van gebouwen van het ROC, bij examens of bij buitenschoolse activiteiten die met de opleiding te maken hebben. Waar de technische faciliteiten dit toestaan, is de student verplicht zich op het schoolterrein te laten registreren met behulp van de studentenpas. De student die zijn studentpas niet bij zich heeft, dient zich te melden bij de receptie waar hij een dagpas kan lenen indien hij zich middels zijn ID kan identificeren. Per MBO College kunnen nadere regels gesteld worden over het lenen van de dagpas.
2.
3. 4.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
14
9.
Identificatieplicht
1.
Het ROC behoudt zich het recht voor personen de toegang tot het gebouw of het onderwijs of examens te ontzeggen indien zij zich niet middels een studentenpas dan wel middels een geldig ID kunnen identificeren als student van het ROC. Het ROC draagt steeds zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de student Indien het ROC twijfelt aan de identiteit van de student, dan wordt deze niet toegelaten tot het gevraagde bewijs is geleverd.
2. 3.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
15
6.
Disciplinaire maatregelen
Wanneer een student zich gedraagt op een manier die strijdig is met de (huis)regels van het ROC, kunnen maatregelen getroffen worden. De maatregelen hebben tot doel om structurele gedragsverandering van de student te bewerkstelligen, enerzijds in het belang van ontwikkeling van de gewenste beroepshouding en anderzijds in het belang van veiligheid en welzijn van medewerkers en studenten. 1.
Gevolgen wangedrag en overtreding leefregels
1.
Tegen een student die de huisregels van het ROC overtreedt, wangedrag vertoont of met opzet /door grove nalatigheid schade toebrengt aan gebouwen/eigendommen van het ROC of van derden, kunnen door het ROC disciplinaire maatregelen worden getroffen. Tevens zal het ROC alle schade op de student verhalen. Bij minderjarige studenten zullen de betrokken ouders /verzorgers over het gedrag en de eventuele schade worden ingelicht. De aansprakelijkheid bij schade tijdens stages is separaat geregeld in de stageovereenkomst en bijbehorende bepalingen.
2. 3.
2.
Overtreding van regels m.b.t. drugs, alcohol en wapens
1.
Roken is in de gebouwen en op de terreinen van het ROC alleen toegestaan in de daartoe aangewezen gebieden. Het gebruik, het bezit of het verhandelen van drugs, alcohol of wapens is in de gebouwen en op de terreinen van het ROC verboden. Het ROC is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit het niet nakomen van deze maatregel. In het kader van orde en veiligheid kunnen, al dan niet in samenwerking met de politie, (regelmatige) controles van de lockers en/of tassen gehouden worden.
2.
3.
3.
Soorten maatregelen
A 1.
Mondelinge aanwijzingen Deze lichte maatregelen worden mondeling gegeven en hoeven niet in een studentendossier te worden opgenomen. Hieronder vallen onder andere: een mondelinge berisping; verwijdering uit de situatie waarin de gedraging plaatsvindt; de verplichting tot het verrichten van extra taken; uit de klas sturen. Deze maatregelen kunnen door docenten, SLB-ers en opleidingsmanagers gegeven worden.
2. B. 1.
2.
Disciplinaire maatregelen De volgende disciplinaire maatregelen kunnen worden opgelegd aan studenten op de gronden zoals omschreven in artikel 4: schorsing; overplaatsing; verwijdering. Het College van Bestuur heeft de voorzitter van de directie van het MBO College gemandateerd om de in lid 1 genoemde disciplinaire maatregelen te nemen.
4.
Gronden voor opleggen van disciplinaire maatregelen
1.
Een disciplinaire maatregel kan worden gegeven op één of meer van onderstaande gronden: Niet nakomen van zijn verplichtingen op grond van de (aanvullende) onderwijsovereenkomst en het studentenstatuut
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
16
2. 3. 4.
Het plegen van of betrokken zijn bij strafbare feiten op de terreinen en/of in de gebouwen van het ROC (bijvoorbeeld diefstal, bedreiging, geweld, racisme). Ernstig vermoeden van overtreding van de regels van het ROC op het gebied van drugs, alcohol en wapens. Herhaalde les-/ordeverstoring. Overtreding van de huisregels. Indien het ROC van mening is dat het welzijn/de veiligheid van de studenten of de voortgang van het onderwijsproces in het geding is. Wangedrag van de student in de ruimste zin van het woord. Bij een vermoeden dat strafbare feiten zijn gepleegd, kan de directie de politie inschakelen en /of aangifte doen. Besluiten tot het opleggen van een disciplinaire maatregel worden schriftelijk aan de student medegedeeld. Disciplinaire maatregelen worden pas definitief nadat de student is gehoord. Schade ontstaan door het opleggen van een disciplinaire maatregel (bv financiële schade, gemiste examens, studievertraging dan wel welke schade dan ook) komen geheel en al voor rekening en risico van de student.
5.
Procedure schorsing
1.
8. 9.
Indien een student zich zodanig gedraagt dat het ROC een schorsing overweegt wordt de student geconfronteerd met het ongewenste gedrag en wordt hij in de gelegenheid gesteld om zijn verhaal te doen. Eventueel andere betrokkenen en /of getuigen worden ook gehoord. In situaties waarin onmiddellijk optreden van het ROC vereist is, kan de student met onmiddellijke ingang geschorst worden voor maximaal 5 schooldagen. Indien nader onderzoek gewenst of noodzakelijk is, kan de student maximaal 3 dagen verplicht verlof worden opgelegd wegens onderzoek. Naar aanleiding daarvan zal worden besloten of een sanctie wordt opgelegd. Tijdens het verplicht onderzoek/ verlof /schorsing heeft de student geen toegang tot de gebouwen en terreinen van het ROC. De student wordt voorzien van thuiswerk. Het ROC kan ook besluiten dat de student tijdelijk wordt uitgesloten van lessen maar wel op school te werk wordt gesteld. Dit is ter beoordeling aan de opleidingsmanager. Het besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk mondeling /telefonisch aan de student, en indien deze minderjarig is ook aan diens ouders /verzorger, meegedeeld. Dit wordt zo spoedig mogelijk gevolgd door een brief waarin onderstaande zaken worden vermeld: aanleiding voor schorsing; duur van de schorsing; begin en einddatum van schorsing. De leerplichtambtenaar ontvangt een afschrift van deze melding indien de student kwalificatie plichtig is. Na afloop van de schorsing kan de student terugkeren naar het onderwijs. De student kan een bezwaar indienen tegen zijn schorsing bij de directie van zijn MBO College.
6.
Procedure verwijdering /overplaatsing
2. 3.
4. 5. 6.
7.
Hetgeen hieronder onder A, Ben C wordt gesteld m.b.t. verwijdering, geldt ook voor overplaatsing. A. 1. 2.
B. 1.
Voorgenomen besluit Het ROC kan besluiten een student van school te verwijderen indien zij van mening is dat hiervoor gronden aanwezig zijn. Het voornemen tot definitieve verwijdering wordt de student, en indien de student minderjarig is ook aan zijn ouders/verzorgers, gemotiveerd bij schrijven medegedeeld, met inachtneming van het gestelde in de leerplichtwet. Verweergesprek De student en diens ouders /verzorgers worden in de gelegenheid gesteld binnen 5 schooldagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering aan te geven of zij gehoord willen worden.
Studentenstatuut ROC van Amsterdam
17
2.
De directie zal de student en zijn ouders dan per omgaande uitnodigen voor een gesprek. De student en /of zijn ouders /verzorgers kunnen zich laten bijstaan door een raadsman.
C. 1.
Bezwaar Na de hoorzitting ontvangt de student schriftelijk het besluit om hem al dan niet definitief van het ROC te verwijderen. Tegen het definitieve besluit tot verwijdering kan de student binnen een redelijke termijn na dagtekening van de brief een bezwaarschrift indienen bij het ROC. De student kan, gedurende de procedure tot verwijdering, de toegang tot de gebouwen en terreinen van het ROC ontzegd worden indien men van mening is dat de student een bedreiging vormt voor de veiligheid. In dat geval vindt altijd melding plaats aan de leerplichtambtenaar, het College van Bestuur en de inspectie.
2. 3.
17 Studentenstatuut ROC van Amsterdam
7.
Slotbepalingen
1.
Inwerkingtreding en duur statuut
1. 2.
Dit statuut treedt in werking op de datum van ondertekening voor de duur van twee jaar. Het statuut kan tussentijds worden gewijzigd op verzoek van het College van Bestuur of de CSR. Elke twee jaar vindt een evaluatie plaats en wordt onderzocht of het statuut naar tevredenheid van alle partijen werkt. Indien partijen geen verzoek tot wijziging van het statuut aan de ander hebben kenbaar gemaakt, wordt het statuut van rechtswege verlengd voor de duur van twee jaar.
3. 4.
2.
Toepasselijk recht en geschillen
1. 2.
Op dit studentenstatuut is het Nederlands recht van toepassing. Indien een student van mening is dat er sprake is van een ernstige schending van het studentenstatuut die hem direct raakt, dan wel hij het niet eens is met een besluit of handelen van het ROC, dan heeft hij onderstaande mogelijkheden: melding bij de directie /het bestuur; inschakelen van een vertrouwenspersoon /de ombudsman; een schriftelijke klacht indienen bij de directie van zijn MBO College; een schriftelijke klacht indienen bij de Klachtencommissie studenten; het aanspannen van een procedure bij de rechtbank. In de afzonderlijke reglementen staat beschreven hoe men aldaar een klacht kan indienen.
3.
18 Studentenstatuut ROC van Amsterdam