ROC van Amsterdam ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING 2010 - 2011
Utrecht, september 2011
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 2 van 27
Vaststelling rapport Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering dat in de periode van maart tot en met mei 2011 plaatsvond bij Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam (hierna: ROC van Amsterdam). Het rapport is vastgesteld op 20 september 2011. Dit rapport mag alleen in zijn volledige vorm vermenigvuldigd worden zonder toestemming van de inspectie of de instelling.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 3 van 27
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 4 van 27
Inhoudsopgave Samenvatting
7
Inleiding 1.1 Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 1.2 Onderzochte opleidingen 1.3 Inkoop 1.4 Toezicht op talen en Leren, Loopbaan en Burgerschap 1.5 Uitgebreide informatie over het onderzoek 1.6 Onderbouwing van de beoordeling 1 2.1 2.2 2.3 2.4 2
3
9 9 9 9 9 10 10
Kwaliteit examinering bij Werkmaatschappij 8 Airport 11 Algemeen beeld 11 92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica) BOL 12 Afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) 13 Deskundigheid betrokkenen (standaard 2) en borging kwaliteit (standaard 6). 13
Kwaliteit examinering bij Werkmaatschappij Groot West 3.1 Algemeen beeld 3.2 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening) BOL 3.3 Afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) 3.4 Vertrouwen beroepenveld (standaard 1), deskundigheid betrokkenen (standaard 2) en borging kwaliteit (standaard 6).
15 15 15 16 17
Conclusies en vervolgtoezicht
19
Bijlage 1 Examenstandaarden en normering
21
Bijlage 2 Exameninstrumenten talen competentiegerichte opleidingen
25
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 5 van 27
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 6 van 27
Samenvatting Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering dat in de periode van maart tot en met mei 2011 is uitgevoerd bij ROC van Amsterdam. Resultaat van het onderzoek De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering die opleidingen onderzocht, waarvan in het onderzoeksjaar 2009-2010 geconstateerd is dat de examenkwaliteit onvoldoende was. De beoordeling per onderzochte opleiding staat in tabel 0.1.
Borging deskundigheid
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Afname, beoordeling, diplomering
Borging examinering
Naleving wettelijke eisen
Nederlands standaard 3 en 4
Moderne vreemde talen standaard 3 en 4
1
2
3
4
5
6
7
3/4
3/4
V
O
O
O
O
O
V
V
-
O
V
V
V
V
V
O
V
V
V
V
Eindoordeel: voldoende of onvoldoende examenkwaliteit
Vertrouwen beroepenveld
Standaard
Tabel 0.1 Beoordeling examenkwaliteit bij ROC van Amsterdam
Werkmaatschappij 8 Airport 92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica), BOL Werkmaatschappij Groot West 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = n.v.t.
Exameneenheid: Werkmaatschappij 8 Airport Eindoordeel onvoldoende De examinering van de onderzochte opleiding is van onvoldoende kwaliteit. De examenkwaliteit van de opleiding Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica) BOL is onvoldoende, omdat het exameninstrumentarium niet voldoet aan de uitstroomeisen en niet aan de toetstechnische eisen. Ook de examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering verlopen niet deugdelijk en de integrale examenkwaliteit is onvoldoende geborgd. Daarnaast is de deskundigheid van de betrokkenen bij de examinering is onvoldoende. ROC van Amsterdam heeft de inspectie op 15 september laten weten dat de opleiding Vliegtuigonderhoudstechnicus (crebonummer 92 472) niet langer actief is. Er zijn geen deelnemers meer ingeschreven en er vindt geen examinering meer plaats.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 7 van 27
Exameneenheid: Werkmaatschappij Groot West Eindoordeel voldoende De examinering van de onderzochte opleiding is van voldoende kwaliteit. Beoordelingskader inclusief normering Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de examenstandaarden en de bijbehorende normering, die zijn vastgesteld in de ministeriële 'Regeling standaarden examenkwaliteit mbo' (zie bijlage 1). De examenkwaliteit is voldoende wanneer vijf van de zeven standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval standaard 3, 4, 5 en 7. Maximaal twee van de standaarden 1, 2 en 6 mogen onvoldoende zijn om tot een voldoende eindoordeel te komen. Het oordeel voor de talen telt dit onderzoeksjaar niet mee in het eindoordeel van de opleiding. Vervolgtoezicht bij voldoende examenkwaliteit Bij de opleidingen waarvan de examenkwaliteit voldoende is, is het onderzoeksjaar 2010-2011 hierbij afgerond. Vervolgtoezicht bij onvoldoende examenkwaliteit Bij de opleidingen waarvan geconstateerd is dat de examenkwaliteit onvoldoende is, doet de inspectie een melding aan de minister van OCW. De minister kan besluiten op basis van artikel 6.1.5b, eerste lid, artikel 6.2.3b, eerste lid of artikel 6.3.2, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) bij onvoldoende examenkwaliteit het recht op examinering voor die opleiding aan de instelling te ontnemen. Omdat er geen deelnemers meer zijn ingeschreven op de opleiding Vliegtuigonderhoudstechnicus (92 472) en er geen onderwijs noch examinering meer plaatsvindt vindt er geen vervolgtoezicht meer plaats bij deze opleiding.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 8 van 27
Inleiding In het middelbaar beroepsonderwijs is de onderwijsinstelling verantwoordelijk voor de examenkwaliteit van de beroepsopleidingen. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering is uitgevoerd bij de opleiding(en), waarvan bij eerder onderzoek is geconstateerd dat de examenkwaliteit niet voldeed. De constatering ‘onvoldoende examenkwaliteit‘ betekent voor de instelling een verplichting tot verbetering van de kwaliteit van de examinering. Tijdens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering in 2010-2011 zijn alleen de standaarden beoordeeld, die in het onderzoek van 2009-2010 als onvoldoende zijn beoordeeld. De standaarden die in het reguliere onderzoek al voldoende waren, zijn alleen onderzocht als daar aanleiding voor was. 1.1 Regeling standaarden examenkwaliteit mbo De examenkwaliteit is beoordeeld aan de hand van de zeven standaarden, die in het Toezichtkader bve 2009 staan. Daarnaast is de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009 als kader gebruikt. De standaarden en de normering zijn vastgesteld in de ministeriële 'Regeling standaarden examenkwaliteit mbo'. In bijlage 1 staan de examenstandaarden met de bijbehorende criteria en portretten. In de portretten is beschreven wanneer toereikend aan een criterium is voldaan. 1.2 Onderzochte opleidingen In tabel 1.1 ziet u welke opleidingen in het kader van de kwaliteitsverbetering opnieuw zijn onderzocht. Tabel 1.1 Onderzochte opleidingen bij ROC van Amsterdam Crebo
Naam opleiding
Leerweg
90434
Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening)
BOL
92472
ken29 BOL Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica) * alleen van toepassing bij eindtermgerichte opleidingen
Deelkwalificatie(s)*
Exameneenheid en plaatsnaam bezochte locatie(s) Werkmaatschappij Groot West, Amsterdam Werkmaatschappij 8 Airport, Hoofddorp
1.3 Inkoop De instelling heeft tijdens de inventarisatiefase aangegeven of er sprake is van (deel)inkoop van exameninstrumenten en/of -diensten bij een leverancier en zo ja, wat er wordt ingekocht. Het (deels) ingekochte exameninstrumentarium wordt bij de onderwijsinstelling onderzocht, aangezien de leveranciers geen toezichtobject zijn voor de inspectie. 1.4 Toezicht op talen en Leren, Loopbaan en Burgerschap Bij de competentiegerichte opleidingen waarvan de deelnemers gestart zijn in cohort 2007 of later, onderzoekt de inspectie de exameninstrumenten voor Nederlands en de moderne vreemde talen. Daarnaast is bij deze opleidingen ook de verantwoording over Leren, Loopbaan en Burgerschap (ook wel: LLB) onderzocht. Voor het toezicht op talen is naast het Toezichtkader bve, ook de brief van de staatssecretaris van OCW van 22 december 2008 (kenmerk BVE/2008/88699) en de brief van 29 januari 2010 (kenmerk BVE/Stelsel 180716) van toepassing. Voor het toezicht op LLB is het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap 2007 van toepassing. De instelling levert een verantwoordingsdocument aan voor LLB.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 9 van 27
1.5 Uitgebreide informatie over het onderzoek Uitgebreide informatie over de standaarden, de normering, het toezicht op talen, de werkwijze bij inkoop en de opzet van het onderzoek treft u onder andere aan in: het Toezichtkader bve 2009; de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009; het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap 2007 (inclusief het addendum Nederlands in het kader van burgerschap 2007); de brief van de staatssecretaris van OCW van 22 december 2008 (kenmerk BVE/2008/88699); de brief van de staatssecretaris van OCW van 29 januari 2010 (kenmerk BVE/Stelsel 180716); Wet Referentieniveaus; website inspectie: www.onderwijsinspectie.nl 1.6 Onderbouwing van de beoordeling De resultaten van het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zijn gebaseerd op de aangeleverde zelfbeoordeling inclusief de onderliggende documenten, het onderzoek naar de exameninstrumenten en de gesprekken met vertegenwoordigers van de instelling. De voorlopige bevindingen van het onderzoek zijn ter afsluiting van het bezoek teruggekoppeld aan het college van bestuur. In deze rapportage leest u de onderbouwing van het eindoordeel per opleiding. De conclusies van het onderzoek en, indien van toepassing, het vervolgtoezicht staan in het laatste hoofdstuk vermeld.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 10 van 27
1
Kwaliteit examinering bij Werkmaatschappij 8 Airport
In dit hoofdstuk staat de beoordeling en de toelichting op de standaarden, die in het reguliere onderzoek 2009-2010 met een onvoldoende zijn beoordeeld. De oordelen van de standaarden die in dat onderzoek al met een voldoende zijn beoordeeld, zijn overgenomen. Alleen als er een aanleiding voor was, zijn standaarden opnieuw onderzocht. 2.1 Algemeen beeld In tabel 2.1 staat de beoordeling per onderzochte opleiding. De oordelen die niet vet staan, zijn de oordelen die zijn overgenomen uit het rapport 'Onderzoek kwaliteit examinering 2009-2010'. De nieuwe oordelen zijn vet weergegeven.
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Afname, beoordeling, diplomering
Borging examinering
Naleving wettelijke eisen
Nederlands standaard 3 en 4
Moderne vreemde talen standaard 3 en 4
1
2
3
4
5
6
7
3/4
3/4
V
O
O
O
O
O
V
V
-
O = onvoldoende / V = voldoende / - = n.v.t. / vet = nieuw oordeel
Toelichting bij beoordeling examenkwaliteit De examinering van de onderzochte opleiding is van onvoldoende kwaliteit. De examenkwaliteit van deze opleiding is onvoldoende, omdat het exameninstrumentarium niet voldoet aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. Ook de examenprocessen van afname en beoordeling verlopen niet deugdelijk, de diplomering verloopt wel deugdelijk. Daarnaast is de integrale examenkwaliteit in onvoldoende mate geborgd. Hoewel betrokkenen bij de examinering voldoende technisch inhoudelijk deskundig zijn, ontbreekt het aan toetstechnische kennis. Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit en de onderzochte opleiding voldoet aan alle wettelijke vereisten rondom examinering. Talen Bij de competentiegerichte opleiding Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica) zijn ook de exameninstrumenten voor Nederlands beoordeeld. Deze exameninstrumenten voldoen aan de uitstroomeisen en de toetstechnische eisen.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 11 van 27
Eindoordeel: voldoende of onvoldoende examenkwaliteit
Borging deskundigheid
92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica), BOL
Vertrouwen beroepenveld
Standaard
Tabel 2.1 Examenkwaliteit onderzochte opleiding
O
2.2 92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica) BOL Aanleiding onderzoek kwaliteitsverbetering Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering had betrekking op de uitstroom eisen (standaard 3) en de toetstechnische eisen (standaard 4) van het exameninstrumentarium. De dekkingsgraad en de beoordelingsvoorschriften van het beroepsgerichte exameninstrumentarium voldeden niet aan de eisen. Ook zijn de deskundigheid van de betrokkenen (standaard 2), de deugdelijkheid van de afname, de beoordeling, de diplomering (standaard 5) en de borging van de examenprocessen (standaard 6) opnieuw onderzocht en beoordeeld, omdat het exameninstrumentarium niet significant is verbeterd. Conclusie en toelichting beroepsgerichte exameninstrumenten Het exameninstrumentarium voldoet niet aan de uitstroomeisen en niet aan de toetstechnische eisen. De dekkingsgraad en de cesuur zijn onvoldoende. De informatie voor de deelnemer en het beoordelingsvoorschrift zijn eveneens onvoldoende. De afnamecondities zijn voldoende. De aangeboden exameninstrumenten zijn gebaseerd op meerdere versies van het kwalificatiedossier. De relatie tussen het instrumentarium en de inhoudelijke uitstroomeisen uit het kwalificatiedossier ontbreekt bij de praktische opdrachten. Daardoor is, net als tijdens het vorige onderzoek een jaar geleden, de dekkingsgraad niet vast te stellen. In de instrumenten zijn wel de kerntaken van de diverse kwalificatiedossiers en de competenties uit de tweede generatie kwalificatiedossiers herkenbaar. Er is geen relatie herkenbaar met de competenties van het eerste generatie kwalificatiedossier en ook zijn de competenties niet gerelateerd aan de werkprocessen. De dekkingsgraad met betrekking tot de inhoud van de opleiding is te laag en de weging tussen de proces- en productbeoordeling is onduidelijk. De examinering bestaat uit een aantal theoretische ‘PART’-toetsen en een proeve. De ‘PART’-toetsen bestaan uit meerkeuze vragen en worden ingekocht. De proeve bestaat uit één opdracht en een proces- en een productbeoordelingsinstrument en wordt in de eigen hangar afgenomen. Er zijn meerdere verschillende opdrachten, maar omdat de deelnemer slechts één opdracht uitvoert, wordt in onvoldoende mate aangesloten op deel A: Beeld van de beroepengroep van het kwalificatiedossier. De aangeboden opdrachten sluiten ook niet aan bij de vereisten van zowel het eerste als het tweede generatie kwalificatiedossiers. In de praktijk blijkt dat de deelnemer ook gedurende het opleidingsproces (buiten de proeve om) wordt beoordeeld op diverse onderdelen (inhoud, vaardigheid en kennis) Dit gebeurt tijdens de werkzaamheden in de hangar. Dit kan op zichzelf een goede vorm van examinering zijn; deze beoordelingen zijn echter niet opgenomen in het toetsplan (OS-OER) en daarom is ook niet duidelijk in welke mate deze beoordelingen als kwalificerende examinering worden beschouwd. Betreffende de productbeoordeling geldt dat de beoordelingscriteria voor alle opdrachten en ook voor de opdrachten van de opleiding 94390 Vliegtuigonderhoud (Monteur), BOL identiek zijn en niet gerelateerd zijn aan de werkprocessen of competenties. Afstemming van de beoordelingscriteria van de productbeoordeling op de specifieke opdrachten is noodzakelijk. Het is onwaarschijnlijk dat beoordelingcriteria één op één passen bij alle opdrachten. Niet vastgelegd is hoe beoordelingscriteria die niet van toepassing zijn op een specifieke opdracht gehanteerd moeten worden. De beoordelingsvoorschriften zijn hierdoor ontoereikend en de informatie voor de deelnemer is onvolledig. De informatie voor de afname van de proeve is niet beschreven in de OS-OER. Ook in de opdrachtenbeschrijvingen is deze informatie voor de deelnemers niet duidelijk.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 12 van 27
Conclusie en toelichting exameninstrumenten talen De opleiding 92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica), is een mboopleiding op niveau 4. De inspectie heeft de exameninstrumenten van Nederlands op CEF-niveau onderzocht. Het eindoordeel voor Nederlands is voldoende Voor Nederlands geldt dat de exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Luisteren, Lezen en Schrijven ingekocht zijn bij leverancier ICE en ongewijzigd ingezet worden. De inspectie heeft dit instrumentarium onderzocht en voldoende bevonden. Het oordeel voor het ingekochte exameninstrumentarium is overgenomen in het rapport. Voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren en Spreken geldt dat deze zelf ontwikkeld zijn. De aangeleverde instrumenten voor Spreken en Gesprekken voeren sluiten niet aan bij het CEF niveau B2 en zijn daarom als onvoldoende beoordeeld. In bijlage 2 staan de tabellen met daarin de oordelen. 2.3 Afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) De deugdelijkheid van de afname, de beoordeling en de diplomering is beoordeeld op het niveau van de opleiding. Conclusie en toelichting De onderzochte opleiding voldoet niet aan de eisen van deze standaard. Uit het gesprek met de examencommissie en het aangeleverde verantwoordingsdocument blijkt dat de aandacht van de examencommissie voornamelijk gericht is op het verloop van de afname en beoordeling van de PART-examens en onvoldoende op het praktijkdeel van de examinering. Dit geldt ook voor de ‘objectieve’ criteria zoals vermeld in de OS-OER, op basis waarvan de examencommissie de zak/slaagbeslissing neemt. Het examenbureau heeft onvoldoende zicht op het selectieproces van de opdracht die de kern van de proeve vormt. Hierdoor heeft de examencommissie onvoldoende zicht op de deugdelijkheid van de proeve waarmee de examinering afgesloten wordt. Op basis van de zak/slaagbeslissingscriteria vermeld in de OER kan worden gesteld dat de diplomering deugdelijk verloopt. Leren, Loopbaan en Burgerschap Werkmaatschappij 8 Airport heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap heeft ingericht. 2.4 Deskundigheid betrokkenen (standaard 2) en borging kwaliteit (standaard 6). Conclusie en toelichting deskundigheid van betrokkenen (standaard 2) De onderzochte opleiding voldoet niet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van de betrokkenen is onvoldoende. De vereiste toetstechnische deskundigheid bij de ontwikkeling en de vaststelling van de proeve ontbreekt. De examencommissie stelt zich verantwoordelijk voor de vaststelling van de exameninstrumenten, maar men verlaat zich voor de proeve op de deskundigheid en toelichting van de constructeur die ook zitting heeft in de examencommissie. Daarnaast verlaat examencommissie zich te veel op de controle van de European Aviation Safety Agency (EASA) en de Inspectie van verkeer en waterstaat (IVW) zonder in ogenschouw te nemen of deze criteria voldoende aansluiten bij de toetstechnische deskundigheid. Conclusie en toelichting borging van examinering (standaard 6) De onderzochte opleiding voldoet niet aan de eisen van deze standaard. De examinering is onvoldoende geborgd.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 13 van 27
De examencommissie vergewist zich in onvoldoende mate van de integrale kwaliteit van de examinering. Een extern deskundige maakt deel uit van de examencommissie, maar is veelal niet aanwezig. De rollen van lid examencommissie, ontwikkelaar, vaststeller en beoordelaar voor de praktijkopdrachten zijn belegd bij dezelfde functionaris. De examenprocessen zijn zodanig algemeen geformuleerd dat er risico voor afbreuk van kwaliteit bestaat. De examencommissie ziet onvoldoende systematisch toe op de voortgang en effectiviteit van genomen verbetermaatregelen.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 14 van 27
2
Kwaliteit examinering bij Werkmaatschappij Groot West
In dit hoofdstuk staat de beoordeling en de toelichting op de standaarden, die in het reguliere onderzoek 2009-2010 met een onvoldoende zijn beoordeeld. De oordelen van de standaarden die in dat onderzoek al met een voldoende zijn beoordeeld, zijn overgenomen. Alleen als er een aanleiding voor was, zijn standaarden opnieuw onderzocht. 3.1 Algemeen beeld In tabel 3.1 staat de beoordeling per onderzochte opleiding. De oordelen die niet vet staan, zijn de oordelen die zijn overgenomen uit het rapport 'Onderzoek kwaliteit examinering 2009-2010'. De nieuwe oordelen zijn vet weergegeven.
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Afname, beoordeling, diplomering
Borging examinering
Naleving wettelijke eisen
Nederlands standaard 3 en 4
Moderne vreemde talen standaard 3 en 4
1
2
3
4
5
6
7
3/4
3/4
V
V
V
V
V
O
V
V
V
O = onvoldoende / V = voldoende / - = n.v.t. / vet = nieuw oordeel
Toelichting bij beoordeling examenkwaliteit De examinering van de onderzochte opleiding is van voldoende kwaliteit. Het exameninstrumentarium voldoet aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. De examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk, maar de integrale examenkwaliteit is onvoldoende geborgd. Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit. Betrokkenen bij de examinering zijn voldoende deskundig. De onderzochte opleiding voldoet aan alle wettelijke vereisten rondom examinering. Talen Bij de competentiegerichte opleiding 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), BOL zijn ook de exameninstrumenten voor Nederlands en Engels beoordeeld. Deze exameninstrumenten voldoen aan de uitstroomeisen en de toetstechnische eisen. 3.2 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening) BOL Aanleiding onderzoek kwaliteitsverbetering Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering had betrekking op de uitstroom eisen (standaard 3) en de toetstechnische eisen (standaard 4) van het exameninstrumentarium.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 15 van 27
Eindoordeel: voldoende of onvoldoende examenkwaliteit
Borging deskundigheid
90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), BOL
Vertrouwen beroepenveld
Standaard
Tabel 3.1 Examenkwaliteit onderzochte opleiding
V
De dekkingsgraad, de cesuur, de informatie aan de deelnemer, de afnamecondities en de beoordelingsvoorschriften van het beroepsgerichte exameninstrumentarium voldeden niet aan de eisen. Daarnaast had het onderzoek naar kwaliteitsverbetering betrekking op de deugdelijkheid van de afname, de beoordeling en de diplomering (standaard 5), het vertrouwen van het beroepenveld (standaard 1), de deskundigheid van de betrokkenen (standaard 2) en de borging van de examenprocessen (standaard 6). Conclusie en toelichting beroepsgerichte exameninstrumenten Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische kwaliteitseisen. De dekkingsgraad en de cesuur zijn voldoende. De informatie voor de deelnemer, de afnamecondities en het beoordelingsvoorschrift zijn eveneens voldoende. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium is in de afgelopen periode in twee varianten ingezet. In eerste instantie is eigen materiaal ingezet omdat er nog geen instrument van leverancier SPL beschikbaar was, maar bij de laatste examens in februari 2011 is gebruik gemaakt van instrumenten van SPL. Voor de hanteerbaarheid door deelnemers en praktijkopleiders is het materiaal anders gestructureerd, maar dit heeft geen gevolgen voor dekkingsgraad, cesuur en beoordelingscriteria. Conclusie en toelichting exameninstrumenten talen De opleiding 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), is een mboopleiding op niveau 4. De inspectie heeft de exameninstrumenten van Nederlands en Engels op CEF-niveau onderzocht. Het eindoordeel voor Nederlands en Engels is voldoende. Engels wordt volledig ingekocht bij ICE en Nederlands wordt gedeeltelijk ingekocht bij ICE. De inspectie heeft dit instrumentarium op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Het oordeel voor het ingekochte exameninstrumentarium is overgenomen in dit rapport. De taalvaardigheden Spreken en Gesprekken voeren voor Nederlands zijn eigen producten. Het onderdeel Spreken voldoet aan de uitstroom eisen en toetstechnische eisen. De taalvaardigheid Gesprekken voeren voldoet wel aan de uitstroomeisen, maar niet aan de toetstechnische eisen. Doordat de deelnemer niet beschikt over een bijbehorend beoordelingsmodel, weet de deelnemer niet wat hij moet doen om een voldoende te behalen. Ten aanzien van de afnamecondities is het onduidelijk wie de leiding in het gesprek neemt. Ook ontbreekt een beoordelaarinstructie met algemene richtlijnen over de manier waarop de prestaties van de deelnemers beoordeeld moeten worden. In bijlage 2 staan de tabellen met daarin de oordelen. 3.3 Afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) De deugdelijkheid van de afname, de beoordeling en de diplomering is beoordeeld op het niveau van de opleiding. Conclusie en toelichting De onderzochte opleiding 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), BOL voldoet aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en de diplomering verlopen deugdelijk. De afname, beoordeling en diplomering worden conform het Handboek examinering Groot West georganiseerd. Indien er incidenten plaatsvinden wordt er een procesverbaal opgemaakt. Bij de proeves in de beroepspraktijk zijn de praktijkbegeleiders nauw betrokken en doen verslag bij eventuele incidenten. Het zicht op het verloop van de afname en beoordelingen richt zich voornamelijk op de verslaglegging van eventuele incidenten of het ontbreken daarvan. Dit is een aandachtspunt omdat er niet van mag worden uitgegaan dat bij gebrek aan incidenten het examen is verlopen zoals beschreven.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 16 van 27
Het is noodzakelijk dat de examencommissie ook andere directere instrumenten gaat inzetten. De proeves van januari 2011 zijn met de stagedocenten en bedrijven geëvalueerd. Na vaststelling van de beoordeling door de examencommissie worden de deelnemers geïnformeerd. De opleidingsmanager en de secretaris van de examencommissie tekenen de diploma’s. Leren, Loopbaan en Burgerschap Werkmaatschappij Groot West heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap heeft ingericht. 3.4 Vertrouwen beroepenveld (standaard 1), deskundigheid betrokkenen (standaard 2) en borging kwaliteit (standaard 6). Het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid van de betrokkenen en de borging van de examenkwaliteit is beoordeeld op het niveau van de opleiding. Conclusie en toelichting vertrouwen van het beroepenveld (standaard 1) De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. Het beroepenveld heeft voldoende vertrouwen in de examenkwaliteit. De aanwezige bedrijven hebben tijdens een evaluatiebijeenkomst hun vertrouwen in de wijze van examineren uitgesproken. De proeven van bekwaamheid worden met het beroepenveld besproken en de bedrijven zijn bij de afname en beoordeling betrokken. Er zal een extern lid zitting nemen in de examencommissie en tevens wordt de evaluatie van de examinering met de stagebedrijven verder opgezet. Conclusie en toelichting deskundigheid van betrokkenen (standaard 2) De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De betrokkenen zijn voldoende deskundig. Toetsconstructeurs, vaststellers, assessoren en de leden van de examencommissie zijn de afgelopen jaren geschoold. Dit is vastgelegd in een scholingsoverzicht. Op basis van een deskundigheidsformulier voor bedrijven en de inzichten van de bpv begeleiders is de deskundigheid van de praktijkopleiders in kaart gebracht. Hiermee is duidelijk welke praktijkopleiders kunnen worden ingezet bij de examinering in de beroepspraktijk. Voor de overige praktijkopleiders wordt een scholing opgezet. Conclusie en toelichting borging van examinering (standaard 6) De onderzochte opleiding voldoet niet aan de eisen van deze standaard. De examinering is onvoldoende geborgd. De opleiding heeft het afgelopen jaar in hoog tempo veranderingen en verbeteringen doorgevoerd. Er kan worden gesproken van een geslaagde opzet en de borging van het geheel wordt als de volgende logische stap gezien. Er zal een externe deskundige zitting nemen in de examencommissie. Daarnaast worden nog doelen en criteria voor de jaarlijkse zelfbeoordeling geformuleerd. Het geheel wordt nog afgesloten met een externe audit in het najaar.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 17 van 27
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 18 van 27
3
Conclusies en vervolgtoezicht
De inspectie heeft in de periode van maart tot en met mei 2011 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd bij ROC van Amsterdam. Dit onderzoek leidt tot de volgende conclusie. Voldoende examenkwaliteit De kwaliteit van examinering van de volgende onderzochte opleiding is voldoende. 90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening), BOL De inspectie voert geen vervolgtoezicht uit, aangezien de examenkwaliteit bij deze onderzochte opleiding voldoende is. Onvoldoende examenkwaliteit De kwaliteit van de examinering van de volgende onderzochte opleiding is onvoldoende. 92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica), BOL ROC van Amsterdam heeft de inspectie op 15 september laten weten dat de opleiding Vliegtuigonderhoudstechnicus (crebonummer 92 472) niet langer actief is. Er zijn geen deelnemers meer ingeschreven en er vindt geen examinering meer plaats. Vervolgtoezicht is derhalve niet meer aan de orde.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 19 van 27
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 20 van 27
Bijlage 1 Examenstandaarden en normering De standaarden Onderstaand worden 7 standaarden voor de examenkwaliteit gegeven. Bij elk van deze standaarden is een portret gevoegd. Deze portretten zijn zodanig opgebouwd dat wordt aangegeven wanneer toereikend aan een standaard wordt voldaan. Indien een standaard meer criteria omvat, wordt bij elk afzonderlijk criterium een portret gevoegd. Standaard 1: Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit Criterium:Vertrouwen beroepenveld examinering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Het representatieve beroepenveld heeft voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de examinering. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de voldoende mate van vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering. Zij treft zo nodig maatregelen om het vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering te verbeteren en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Het vertrouwen kan onder andere worden opgemaakt uit een representatief onderzoek, uit ervaringsgegevens die voortkomen uit de betrokkenheid van het beroepenveld bij de constructie en/of afname van de examens, of uit de gebleken tevredenheid van het beroepenveld over de kwaliteit van de net gediplomeerde nieuwe werknemer. Standaard 2: De deskundigheid van betrokkenen is geborgd Criterium:Borging deskundigheid Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, bijvoorbeeld aan de hand van gegevens uit de constructie en vaststelling van exameninstrumenten, de beoordeling en afname van examens en deelnemerevaluaties. Zij ziet erop toe dat betrokkenen, zowel binnenschools als buitenschools, voldoen aan de door haar vastgestelde vereisten inzake de gewenste deskundigheid voor examinering. Zij maakt voor zichzelf inzichtelijk in welke mate de betrokkenen aan de deskundigheidscriteria voldoen, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Er zijn wel elementen in de deskundigheid die verbeterd kunnen worden, maar er vallen als gevolg hiervan geen grote gaten in de examinering. Standaard 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen Criterium 1:Dekkingsgraad Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten dekken de kwalificatievereisten die zijn aangegeven in het eindtermendocument of het kwalificatiedossier zodanig af dat recht wordt gedaan aan het integrale kwalificatieprofiel. Van een toereikende dekking is alleen sprake indien de examinering uitgaat van een toetsvorm die past bij het beheersingsniveau
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 21 van 27
van de vereisten. Uitgangspunt voor de beoordeling van dekkingsgraad is dat alle vereisten uit het kwalificatiedossier onderdeel zijn van het examenprogramma. Er wordt over het geheel van het examen genomen geëxamineerd op het vereiste kwalificatieniveau. Eindtermgerichte opleiding Minimaal 75% van de eindtermen van de deelkwalificatie is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de eindtermen van de deelkwalificatie. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Competentiegerichte opleiding 1e generatie kwalificatiedossier Alle kerntaken en de bijbehorende relevante competenties (optellend tot minimaal 75% van de competenties) zijn geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij die kerntaken en competenties. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Competentiegerichte opleiding 2e generatie kwalificatiedossier Minimaal 75% van de werkprocessen per kerntaak is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de werkprocessen. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Criterium 2:Cesuur Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret.
Eindtermgerichte opleiding o De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. o Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de eindtermen. o Er is bij een deelkwalificatie sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur. o De cesuur voor de zak/slaagbeslissing ten aanzien van het diploma is dat alle deelkwalificaties die verplicht zijn voor het behalen van het diploma, met gunstig gevolg moeten zijn afgelegd.
Competentiegerichte opleiding gericht op 1e generatie kwalificatiedossier o De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. o Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de competenties en kerntaken. o Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de bovengenoemde cesuur.
Competentiegerichte opleiding gericht op 2e generatie kwalificatiedossier o De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. o Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 22 van 27
o
werkprocessen. Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur.
Standaard 4: Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen Criterium 1:Informatie deelnemer Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan de deelnemer weet wat er in het examen van hem verwacht wordt en welke punten hij waarmee kan behalen. De deelnemer weet wanneer hij wat moet doen om een voldoende te behalen. Dit betekent dat de beschrijving van een opdracht en/of gewenst resultaat, de beoordelingscriteria, de wijze van beoordeling en de cesuurbepaling bekend zijn voor de deelnemer. Criterium 2:Afnamecondities Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan voor de deelnemer en de beoordelaar duidelijk is onder welke omstandigheden een examen moet worden afgenomen. De te treffen voorbereidingen, de toegestane hulpmiddelen, de omschrijving van de context/setting van de examenopdracht en de inrichting van de examenlocatie zijn bekend voor de deelnemer en de beoordelaar. Criterium 3:Beoordelingsvoorschrift Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten zijn voorzien van een beoordelingsvoorschrift waaruit de beoordelaar duidelijk kan opmaken op grond waarvan een antwoord of prestatie van een deelnemer met een bepaalde (deel)score moet worden gewaardeerd. Er is beschreven hoe een zo objectief mogelijke beoordeling tot stand komt. Dit betekent dat het exameninstrumentarium de volgende zaken bevat: een inhoudelijk correct antwoordmodel of een beoordelingsschema (met beoordelingscriteria). een scoringsvoorschrift dat beschrijft welke antwoorden goed, gedeeltelijk goed en welke als fout moeten worden beschouwd, inclusief daarbij behorende waardering (punten). een beschrijving van hoe eventuele deelwaarderingen leiden tot een eindwaardering. een beoordelaarsinstructie met algemene richtlijnen over de wijze waarop de prestaties van deelnemers beoordeeld moeten worden. Standaard 5: De examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering zijn deugdelijk Criterium 1:De afname Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De afname verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van het verloop van de afname van examens, bijvoorbeeld aan de hand van processen verbaal en/of deelnemerevaluaties. De examencommissie maakt voor zichzelf inzichtelijk of het examenproces naar wens
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 23 van 27
verloopt, en analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als processen niet naar wens verlopen. Criterium 2:De beoordeling Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De beoordeling verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de beoordeling van examens, bijvoorbeeld aan de hand van resultatenanalyses, deelnemerevaluaties en gegevens uit (steekproefsgewijze) dubbele beoordelingen, op grond waarvan zij voor zichzelf inzichtelijk maakt of de beoordeling naar wens verloopt. Ook houdt zij bij wanneer zij beoordelingsresultaten aanpast en tot welke verbeteracties deze correcties leiden of hebben geleid. De examencommissie analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als de beoordelingen niet naar wens verlopen. Criterium 3:Diplomering en/of certificering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Diploma's en certificaten worden op deugdelijke gronden afgegeven. De examencommissie vergewist zich daarvan. De examencommissie kan zich desgevraagd verantwoorden over haar besluiten in deze. Standaard 6: De examenkwaliteit is voldoende geborgd Criterium:Kwaliteitsborging Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de integrale kwaliteit van de examinering. Zij doet dit met medewerking van onafhankelijke deskundigen. De examencommissie legt van de uitkomsten van deze beoordeling verantwoording af aan belanghebbenden, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Standaard 7: De instelling voldoet aan de wettelijke vereisten rondom examinering Criterium:Naleving wettelijke vereisten Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 24 van 27
Bijlage 2 Exameninstrumenten talen competentiegerichte opleidingen De inspectie heeft naast beroepsgerichte exameninstrumenten, ook exameninstrumenten voor talen onderzocht. Het oordeel voor talen heeft in het onderzoeksjaar 2010-2011 geen invloed op het eindoordeel van de opleiding. In deze bijlage vindt u de tabellen met daarin de beoordeling voor de onderzochte talen. De toelichting op de beoordeling staat in het hoofdstuk kwaliteit examinering van de exameneenheid waartoe de desbetreffende opleiding behoort. Nederlands en moderne vreemde talen volgens CEF Per taal is bekeken of de vijf taalvaardigheden (luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven) voldoen aan de uitstroomeisen (standaard 3) en de toetstechnische eisen (standaard 4). Hierbij is onder andere beoordeeld of de exameninstrumenten voldoen aan de beheersingsniveaus (CEF) zoals vastgelegd in de kwalificatiedossiers. Indien de eisen voor Nederlands vanuit het addendum of het brondocument verschillen van de eisen uit het kwalificatiedossier, geldt het hoogste niveau. Het oordeel voor Nederlands en/of moderne vreemde talen is voldoende, indien drie of meer taalvaardigheden voldoende zijn. Nederlands volgens referentieniveau Vanaf 1 augustus 2010 geldt de wet Referentieniveau. Dit betekent dat vanaf het cohort 2010-2011 het Referentiekader ‘doorlopende leerlijnen taal en rekenen’ geldt. De referentieniveaus gelden voor alle startende deelnemers, ongeacht het dossier waarop ze zijn ingeschreven, dus ook eindtermendossiers. Als zittende deelnemers (eerdere cohorten dan 2010) worden overgeschreven naar het nieuwste dossier 2010 waarvoor de referentieniveaus (vanaf 1 augustus 2010) gelden, dan gelden ook alle eisen uit het nieuwe dossier voor deze deelnemers, inclusief de referentieniveaus. De subdomeinen Luisteren, Spreken, Gesprekken, Schrijven, Lezen zakelijke teksten en Taalverzorging zijn beoordeeld op de uitstroomeisen (standaard 3) en de toetstechnische eisen (standaard 4). Hierbij is onder andere beoordeeld of de exameninstrumenten voldoen aan de referentieniveaus (F-niveaus: 3F voor mbo 4 en 2F voor mbo 1-2-3) zoals is vastgelegd in de kwalificatiedossiers. We geven in het onderzoeksjaar 2010 - 2011 nog geen eindoordeel voor Nederlands.
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 25 van 27
92472 ken29 Vliegtuigonderhoudtechnicus (Mechanica)
3
4
V
V
Oordeel per taalvaardigheid
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Luisteren, B2
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Standaard
Tabel B2.1 Beoordeling exameninstrumenten Nederlands op CEF-niveau
V
Lezen, B2
V
V
V
Gesprekken voeren, B2
O
O
O
Spreken, B2
O
O
O
Schrijven, B2
V
V
V
Eindoordeel exameninstrumentarium
Voldoende
O = onvoldoende / V = voldoende
90434 Juridisch medewerker (Zakelijke dienstverlening)
4
Luisteren, B2
V
V
V
Lezen, C1
V
V
V
Gesprekken voeren, C1
V
O
O
Spreken, B2
V
V
V
Schrijven, B2
V
V
V
Eindoordeel exameninstrumentarium
Oordeel per taalvaardigheid
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
3
Standaard
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel B2.2 Beoordeling exameninstrumenten Nederlands op CEF-niveau
Voldoende
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 26 van 27
4
Luisteren, B1
V
V
V
Lezen, B1
V
V
V
Gesprekken voeren, B1
V
V
V
Schrijven, B1
V
V
V
Eindoordeel exameninstrumentarium
Oordeel per taalvaardigheid
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
3
Standaard
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel B2.3 Beoordeling exameninstrumenten Engels op CEF-niveau
Voldoende
O = onvoldoende / V = voldoende
Rapportage kwaliteitsverbetering examinering 2010 - 2011 ROC van Amsterdam
p. 27 van 27