ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO
ROC West-Brabant te Etten-Leur Facilitaire dienstverlener (Facilitaire leidinggevende) Facilitair leidinggevende
Februari 2015
BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
25LX 280561 November 2014 12 december 2014 12 februari 2015
INHOUD
1 Inleiding .................................................................................................... 1 2 Conclusie en vervolg ................................................................................... 3 2.1 Conclusie ............................................................................................. 3 2.2 Vervolg ................................................................................................ 3 3 Resultaten ................................................................................................. 5 Bijlagen ..................................................................................................... 7 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebied .......................................................... 7 Bijlage II Beoordeling indicatoren 94180 Facilitaire dienstverlener (Facilitaire leidinggevende), 95750 Facilitair leidinggevende ............................................ 8
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde op 13 november 2014 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit bij ROC West-Brabant. Dit onderzoek heeft betrekking op de kwaliteit van het onderwijsproces. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Onderwijsproces 94180 Facilitaire dienstverlener (Facilitaire leidinggevende) 95750 Facilitair leidinggevende
Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 4, locatie Cingel College, Markendaalseweg 35, Breda
De aanleiding voor dit onderzoek is de uitkomst van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering in mei 2013 bij de opleiding Facilitair leidinggevende, waarvan het rapport is vastgesteld op 11 september 2013 (kenmerk 4153790-vl/25LX/BJ). Tijdens dit onderzoek zijn in de kwaliteit van het onderwijsproces tekortkomingen geconstateerd, met name op het gebied van studieloopbaanbegeleiding en de intake en plaatsing. Ten tijde van het vorige onderzoek waren ten behoeve van de intake en plaatsing en de studieloopbaanbegeleiding – de onvoldoende aspecten – reeds verbetermaatregelen getroffen, maar de resultaten ervan moesten nog effectiever zichtbaar worden op de werkvloer. Dit leidde tot het oordeel zwak onderwijs. Conform het toezichtkader bve 2012 (paragraaf 4.5.2. “Sancties bij herhaalde tekortkoming”) hadden we de opleiding in september 2013 als zeer zwak moeten beoordelen, omdat het onderwijsproces voor de tweede maal achtereenvolgens onvoldoende was. Echter, gelet op de substantiële verbeteringen die toen waren doorgevoerd, beoordeelden we de opleiding als zwak. In het onderhavige onderzoek naar kwaliteitsverbetering hebben wij ons specifiek gericht op de aspecten die eerder met een onvoldoende waren beoordeeld. Er zijn geen aanwijzingen het oordeel bij te stellen van de eerder als voldoende beoordeelde aspecten. Wij hebben gesprekken gevoerd met studenten, docenten en de directie. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies en het vervolg voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering kunt u lezen in hoofdstuk 3. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Hier is ook de werkwijze te vinden die de inspectie gebruikt bij onderzoeken naar kwaliteitsverbetering. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport.
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 1 van 8
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 2 van 8
2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en beschrijven wij het vervolg. 2.1 Conclusie Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot het oordeel voldoende voor het onderzochte kwaliteitsgebied. 2.2 Vervolg Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot het oordeel voldoende voor het onderzochte kwaliteitsgebied. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgtoezicht uit te voeren of voor deze opleiding afspraken te maken met de raad van bestuur.
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 3 van 8
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 4 van 8
3 Resultaten In dit hoofdstuk geven we het oordeel over het onderzochte kwaliteitsgebied. Daarna geven we hierop een toelichting. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering heeft geleid tot het volgende oordeel. Kwaliteitsgebied
Goed
Voldoende
1. Onderwijsproces
Onvoldoende
Slecht
•
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van het onderzochte kwaliteitsgebied weer. De oordelen over de aspecten die tijdens vorig onderzoek als voldoende zijn beoordeeld, zijn overgenomen. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderzochte indicatoren weergegeven. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming*
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen In het team dat de opleiding Facilitair leidinggevende verzorgt, is de afgelopen jaren veel veranderd. Die veranderingen hebben betrekking op de organisatie, de bemensing, de cultuur en de opbouw van het onderwijs. In het gehele proces staat de student centraal. Deze laagdrempelige benaderbaarheid zorgt er tevens voor dat docenten de studenten aan het werk zien en goed op de hoogte zijn van de vorderingen. De ingezette acties op het gebied van de studieloopbaanbegeleiding en intake & plaatsing laten een kwalitatieve verbetering van deze processen zien en werpen dan ook hun vruchten af.
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 5 van 8
Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende omdat de ingezette veranderingen op het gebied van intake & plaatsing en studieloopbaanbegeleiding daadwerkelijk resultaat laten zien. Ook is zichtbaar dat de betrokken en enthousiaste docenten werken vanuit een gemeenschappelijk didactisch concept waardoor er voor studenten voldoende structuur en duidelijkheid bestaat. De samenwerking binnen het team leidt niet alleen tot enthousiasme bij de docenten, maar ervaren studenten ook als positief. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. De inrichting van de studieloopbaanbegeleiding is een sterk punt van de opleiding. De studieloopbegeleiding heeft een spilfunctie. De studieloopbaanbegeleider is dé spin in het web binnen het opleidingsteam. Kern van de aangebrachte verbetering in de studieloopbaanbegeleiding is dat deze gestructureerder wordt vormgegeven. De studieloopbaangesprekken zijn herkenbaar gepositioneerd gedurende het schooljaar. Tijdens deze gesprekken monitort de studieloopbaanbegeleider consciëntieus de studievoortgang van elke student. De gesprekken worden consequent geregistreerd. Verslagen van deze gesprekken worden vastgelegd in het digitale studentvolgsysteem zodat de voortgang van de begeleiding is geborgd. Daarnaast worden er overzichten bijgehouden van de voortgang van de verschillende opdrachten en toetsen zodat ook docenten op de hoogte zijn van de studievoortgang van de studenten. Hierdoor kan het team pro-actief acteren op eventuele achterstanden en borgt eveneens het volgen van de ontwikkeling van studenten. De intake en plaatsing is voldoende. De startsituatie van de student wordt duidelijk in beeld gebracht. Tijdens het intakegesprek worden de vooropleiding en het doorstroomdossier besproken met de student door de studieloopbaanbegeleider. Ook dienen alle studenten een motivatiebrief te schrijven waarvan de inhoud onderwerp van gesprek is tijdens de intake. Wanneer bij de intake blijkt dat er geen voldoende beroepsbeeld aanwezig is bij de aankomende student, kan deze een dag meelopen in de beroepspraktijk. Op basis van de informatie vanuit de intake wordt een student al dan niet toegelaten tot de opleiding. Ook kan op grond van de informatie uit de intake besloten worden dat studenten door ervaring, vooropleiding en capaciteiten de opleiding versneld kunnen doorlopen. De opleiding zorgt hiermee voor een aantrekkelijk aanbod.
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 6 van 8
Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebied De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarbij zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
2. 3.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied. Deze normering wordt hieronder toegelicht.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
Voldoende
Onvoldoende Slecht
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 7 van 8
Bijlage II Beoordeling indicatoren 94180 Facilitaire dienstverlener (Facilitaire leidinggevende), 95750 Facilitair leidinggevende Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
1.3.3
Leertijd
1.5
Leeromgeving
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.6.1 1.6.2 1.7.1 1.7.2
1.8
1.8.1
Zorg
Onvoldoende
Indicatoren
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.4
Voldoende
1.8.2 Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Inhoud Programmering Differentiatie Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
• •
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Rapport onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo – ROC West-Brabant
pagina 8 van 8