Studentenstatuut deel 2 2011- 2012 Opleiding voor Management, Economie en Recht Voltijd Academie voor Management & Human Resources
1
Beste student, Graag overhandigen we je de Studiegids van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd 2011-2012. Je vindt hierin alle belangrijke informatie met betrekking tot je studie, zoals jaarplanning, inhoud van de opleiding, docenten en de voorzieningen. Aanvullende belangrijke regelingen zijn de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de toetsregels. Behalve deze papieren versie is op de Studentenportal van onze website de meest recente versie van deze Studiegids is te vinden. Die versie is tevens de rechtsgeldige. Voor vragen en aanvullende informatie kun je uiteraard altijd bij de medewerkers van de opleiding en ondergetekende terecht. Wij wensen je een heel prettig en succesvol studiejaar!
Namens het docententeam, Marjolein Moonen Teamleider MER
2
1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 3 3.1 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2 5.3 6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6 6.2.7 6.2.8 6.2.9 6.2.10 6.2.11 6.2.12 6.2.13 6.2.14 6.2.15 7
Inleiding ……………………………………………………………… 4 Hoe vind je de weg in het Studentenstatuut ………………….. 4 Status Studentenstatuut deel 1 …………………………………. 4 Status Studentenstatuur deel 2 …………………………………. 5 Belangrijke adressen en telefoonnummers …………………… 5 De opleiding Management, Economie & Recht ………………. 7 Onderwijvisie ………………………………………………………… 7 Onderwijsvormen …………………………………………………. 9 Globale omschrijving onderwijs …………………………………. 9 Organisatie van de opleiding MER ……………………………… 13 Academie MHR ……………………………………………………… 13 Organisatie MER ……………………………………………………. 14 Informatievoorziening …………………………………………… 15 Docenten …………………………………………………………… 20 Praktische informatie ………………………………………………. 25 Roostertijden ……………………………………………………… 25 Jaarplanning ………………………………………………………… 26 Voorzieningen ………………………………………………………. 32 Onderwijsplan ……………………………………………………… 46 Het onderwijsplan ………………………………………………… 46 Beschrijving Onderwijseenheden ……………………………… 55 Gedurende de hele studie ………………………………………… 55 Jaar 1: Propedeuse blok 1 ……………………………………… 57 Jaar 1: Propedeuse blok 2 ……………………………………… 61 Jaar 1: Propedeuse blok 3 ……………………………………… 66 Jaar 1: Propedeuse blok 4 ………………………………………. 69 Jaar 2: Hoofdfase blok 1 ………………………………………… 72 Jaar 2: Hoofdfase blok 2 …………………………………………. 74 Jaar 2: Hoofdfase blok 3 ………………………………………… 75 Jaar 2: Hoofdfase blok 4 …………………………………………. 78 Jaar 3: Hoofdfase blok 1 ………………………………………… 82 Jaar 3: Hoofdfase blok 2 ………………………………………… 87 Jaar 3: Hoofdfase blok 3 en 4 ……………………………………. 89 Jaar 4: Hoofdfase blok 1 en 2 …………………………………… 90 Jaar 4: Hoofdfase blok 3 en 4 …………………………………… 90 Niet aan studiejaren gebonden onderdelen …………………… 94 OER …………………………………………………………………… 95
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Frauderegeling …………………………………………… 128 Competentieprofiel MER ………………………………… 130 Toetsreglement Academie MHR ………………………… 137 Reglement Loket Rechtsbescherming ………………… 139
3
1
Inleiding
Deze studiegids vormt het handboek voor de opleiding voor Management, Economie en Recht-voltijd van De Haagse Hogeschool. Alle belangrijke informatie met betrekking tot de opleiding, de academie waartoe de opleiding behoort en de hogeschool staat in het Studentenstatuut. Omdat de gids ter perse gaat voor de start van het studiejaar per 1 september 2011, kan het zijn dat niet alle informatie up-to-date is. Vandaar dat de opleiding MER-voltijd aanvullende informatiekanalen kent, te weten: • Het Studentennet: http://portal.hhs.nl op Studentennet vind je alle informatie met betrekking tot algemene zaken. Om de juiste berichten te zien moet je MER-voltijd toevoegen aan je profiel. • Het Blackboardplatform: https://blackboard.hhs.nl op Blackboard vind je alle informatie met betrekking tot onderwijsinhoudelijke zaken; • OSIRIS: in OSIRIS vind je alle resultaten van de afgelegde tentamens en kun je de studievoortgang raadplegen en controleren of de behaalde resultaten juist zijn verwerkt. Iedere student wordt geacht bovengenoemde kanalen regelmatig te raadplegen.
1.1
Hoe vind je de weg in het Studentenstatuut
De rechten en plichten van iedere student aan De Haagse Hogeschool zijn opgenomen in het Studentenstatuut van De Haagse Hogeschool. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen, namelijk het hogeschooldeel (deel 1 ) en het academiedeel (deel 2). Zie ook Studentenstatuut deel 1, Hoofdstuk 1. Alle studenten ontvangen een exemplaar van het Studentenstatuut deel 2 (de studiegids). Het Studentenstatuut deel 1 is te raadplegen op het Internet via www.hhs.nl onder “Statuten & overige regelingen”, op papier bij het secretariaat van het academiebureau, bij de studentendecaan en in de hogeschoolbibliotheek. In de studiegids vind je de volgende zaken via de inhoudsopgave: • Studentenstatuut deel 2 • Adressen en telefoonnummers • Het opleidingsdeel en de bijbehorende jaarplanning • De Onderwijs- en Examenregeling • Modulebeschrijvingen • Regelingen Examencommissie • Beroeps- en competentieprofiel
1.2
Status Studentenstatuut deel 1
In deel 1 (het hogeschooldeel) staan rechten en plichten die gelden voor iedere student van ‘De Haagse Hogeschool’. Belangrijke onderwerpen in deel 1 van het studentenstatuut zijn: inschrijving, onderwijs, tentamens, examens en getuigschriften, rechtsbescherming en medezeggenschap. Deel 1 wordt jaarlijks door het College van Bestuur vastgesteld en geldt steeds voor de duur van een studiejaar (een studiejaar vangt aan op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar).
4
1.3
Status Studentenstatuut deel 2
In deel 2 (het academiedeel) staan voor studenten van een opleiding/academie van de hogeschool: A. informatie over de opleiding/academie; algemene informatie, roostertijden, jaarplanning, voorzieningen, communicatie; B. de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding. Deze regeling bestaat uit twee delen: • een Onderwijs- en Examenregeling - Hogeschool (OER - Hogeschool), en; • een Onderwijs en Examenregeling - Opleiding (OER - Opleiding). De delen vullen elkaar aan en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk deel vormt een apart document. De OER - Hogeschool regelt de rechten en plichten van alle hogeschoolstudenten ten aanzien van het onderwijs, examens en tentamens. In de OER opleiding staan bepalingen die alleen gelden voor studenten van de desbetreffende opleiding of eventueel groep van opleidingen; C. algemene hogeschoolinformatie. Deel 2 wordt jaarlijks, met uitzondering van de OER - Hogeschool, door de academiedirecteur van de betreffende academie na instemming van de academieraad en met goedkeuring van het College van Bestuur vastgesteld en geldt voor de duur van een studiejaar. Bij wijzigingen van de OER - Opleiding, die in het nadeel zijn van studenten die al eerder met de opleiding waren begonnen, worden indien nodig overgangsregelingen getroffen. De OER - Hogeschool wordt jaarlijks door het College van Bestuur vastgesteld. Deel 2 treedt in werking op 1 september 2011 en heeft een geldigheidsduur tot en met 31 augustus 2012. De Onderwijs- en Examenregeling (zie hierboven sub B) is gebaseerd op het Studentenstatuut deel 1 en de ‘Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’ (WHW), met name op hoofdstuk 7 van deze wet. In dit hoofdstuk van de WHW worden voorschriften gegeven voor het onderwijs, de examens en de tentamens. Deze wet is te vinden in de bibliotheek van het gebouw van de hogeschool aan het Johanna Westerdijkplein 75 en ook op de website http://www.overheid.nl. Studentenstatuut deel 2 is te vinden op het Studentennet van de hogeschool.
1.4
Belangrijke adressen en telefoonnummers
Bezoekadres De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein 75 2521 EN Den Haag. Het centrale telefoonnummer is (070) 445 8888. Postadres De Haagse Hogeschool Academie voor Management & Human Resources Postbus 13336 2500 EH Den Haag Telefoon: (070) 445 8204 Faxnummer: (070) 445 8174
5
Studie-informatiepunt en Centrale Studenten Inschrijving: Telefoon: (070) 445 8545 OV. 0.05 Geopend ma en di: 11.00-18.30 uur Wo, do en vrij: 11.00-16.30 uur Het secretariaat van de academie voor M&HR Telefoon (070) 445 8174 SL 3.05 E-mail:
[email protected] Geopend dagelijks 9.00-12.00 en 13.00-16.00 uur; op dinsdag van 9.00-12.00 (’s middags gesloten) Ligging en openingstijden gebouw De Haagse Hogeschool ligt tegenover station Hollands Spoor en is uitstekend bereikbaar met het openbaar vervoer. De openingstijden van het gebouw zijn: maandag t/m donderdag van 08.00 uur tot 23.00 uur en vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur. In het weekend is het gebouw alleen open bij bijzondere evenementen.
6
2
De opleiding Management, Economie & Recht
2.1
Onderwijsvisie
De Haagse Hogeschool heeft een onderwijsvisie geformuleerd die ervan uitgaat dat studenten bij binnenkomst gekwalificeerd zijn en willen presteren. De hogeschool wil zorgen dat studenten zich welkom, gekend (naam), erkend (evc’s) en uitgedaagd (hbo-niveau) voelen. Voor de poort wordt aandacht en steun gegeven bij het keuze- en toeleidingsproces. De hogeschool wil een internationale en multiculturele uitstraling hebben en passen in en samenwerken met de directe omgeving. De academie voor M&HR (Management en Human Resources) heeft die visie van ‘De Haagse Hogeschool’ vertaald naar de specifieke situatie van de opleidingen in de academie. Kernwoorden van de onderwijsvisie zijn: 1. 2. 3. 4.
Talentontwikkeling; Differentiatie en flexibiliteit; Maatwerk; Inhoud is leidend en vorm volgt inhoud.
Dat betekent: • • • • • • •
We houden rekening met onze instroom die zeer divers is; We zorgen voor een stevig systeem van begeleiding; We bieden studenten uitdagingen, in het kader van talentontwikkeling; We binden studenten door het bieden van keuzevrijheid en structuur; We maken maatwerk mogelijk (flexibilisering in tempo); We werken vanuit de eisen die het uitgangspunt van competentiegericht onderwijs met zich meebrengt; We geven ook samen met (groepen) studenten studieonderdelen vorm (co-creation).
Voor MER-voltijd betekent dat, dat we nadruk leggen op de volgende aspecten: • Voltijdstudenten zijn hoofdzakelijk afkomstig van mbo en havo. De aansluiting met het hbo levert voor sommige studenten problemen op. De deficiënties worden door de opleiding vastgesteld en er worden deficiëntieprogramma’s georganiseerd; • Verder wordt gezorgd voor een stevige begeleiding, die bestaat uit tutoring (waarbij oudere jaars studenten vakmatige ondersteuning bieden aan studenten die daarom vragen) en studie(loopbaan)begeleiding; • Er is een heldere lijn van studie(loopbaan)begeleiding door de opleiding heen: de student begint in een strakke structuur en gaandeweg mag hij de studie zelf meer vorm geven in een lossere structuur. De opleiding wordt van vooral aanbod gestuurd geleidelijk meer vraag gestuurd; • Voltijdstudenten hebben vaak wel een beeld van het beroep waarvoor ze worden opgeleid, maar wat het voor hen persoonlijk betekent om beroepstaken van een adviseur of manager uit te voeren, is meestal nog niet helder. Competentiegericht opleiden biedt de mogelijkheid om hier vanaf het begin van de opleiding aandacht aan te besteden. Beroepsgerichtheid en de actualiteit in de beroepsuitoefening staat steeds centraal. Er is sprake van geïntegreerd leren dat tot uitdrukking komt in de integratie van theorie en praktijk en de integratie van beroepsvormende en persoonsvormende aspecten. Kennis, houding en vaardigheden worden daarom zoveel mogelijk in, al dan niet gesimuleerde, praktijksituaties toegepast.
MER leidt op tot bedrijfskundigen Alle MER-opleidingen hebben landelijk een zogenaamd beroepsprofiel opgesteld. De programma’s zijn dus in de basis gelijk. De afgestudeerde aan de opleiding voor Management, Economie en Recht (bachelor of Business Administration) kan terecht in een breed werkveld, bestaande uit overheids-, profit, en non-profit organisaties. Hij houdt zich bezig met bedrijfsorganisatorische, financieel-
7
economische en juridische vraagstukken. Hij ontwikkelt en voert voorstellen uit, die zullen leiden tot een verbetering van de samenhang tussen de verschillende beleidsniveaus (strategisch, tactisch en operationeel). Hij past zijn deskundigheid toe op verschillende domeinen: organisatieontwikkeling, financiën, informatie, personeel en kwaliteitszorg. MER leidt op tot managementposities; het kan daarbij gaan om een leidinggevende functie maar ook om functies waarbij processen of projecten moeten worden gemanaged. e
De bachelor of Business Administration voert zijn beroep uit in de wereld van de 21 eeuw, een wereld die constant in beweging is en waar de ontwikkelingen zeer snel gaan. Dit vraagt specifieke kwaliteiten van de afgestudeerde van MER. Zo moet hij in staat zijn organisaties en processen integraal te benaderen, waarbij samenwerking met andere specialisten en klanten een grote rol speelt. Verder moet hij in toenemende mate ICT- en managementinformatie- en communicatiesystemen kunnen benutten, resultaatgericht kunnen werken, in staat zijn te werken in en met multiculturele teams en medewerkers kunnen coachen. De opleiding kent twee functieprofielen: die van manager en die van adviseur. In de rol van adviseur zul je veel één-op-één-klantencontacten hebben en vanuit verschillende invalshoeken je klanten advies kunnen geven. In de rol van manager werk je mee in projecten en stuur je vaak deelprojecten aan. De rol van manager van zowel processen als mensen is een doorgroeifunctie, je stuurt specialisten aan en helpt ze om de uitkomsten van hun werk te kunnen begrijpen en interpreteren. De adviseur In een functie als adviseur kijk je over een afdeling heen, of kijk je naar de organisatie en de omgeving. Je moet bijvoorbeeld de behoeften van klant en organisatie op elkaar afstemmen en dan moet je natuurlijk met de belangen van beide partijen rekening houden. Een makelaar is een adviseur, maar ook een intercedent van een uitzendorganisatie en een kwaliteitszorgmedewerker. Je bent breed inzetbaar, maar je bent niet op elk gebied ook inhoudsdeskundig. Je adviseert omdat je problemen in samenhang kunt zien. De adviseur begint bijvoorbeeld als intercedent of als schadebeoordelaar bij een verzekeringsmaatschappij. Waar ligt het accent voor je kennis en vaardigheden? • • • • • • •
Zelfstandig en ondernemend zijn; Klantgericht (een beetje commercieel dus) zijn; Kunnen organiseren, communiceren en adviseren; Kennis en inzicht hebben in administratie, contracten en offertes kunnen opstellen; Je neemt initiatief, maar je kunt ook goed samenwerken; Je kunt mondeling en schriftelijk goed communiceren; Je kunt onderzoek doen en adviezen geven op het gebied van de organisatie, kwaliteitszorg, regelgeving, financiële en commerciële zaken.
De manager (van processen) Als je net afgestudeerd bent, zul je niet gelijk als manager aan de slag gaan, maar zul je bijvoorbeeld als projectmedewerker starten, met verantwoordelijkheid voor een deel van een project. Je stuurt dan deelprocessen aan. Later kun je dan doorgroeien naar de rol van projectmanager waarbij je zowel verantwoordelijk bent voor het proces als voor het aansturen van de mensen. Als projectmedewerker zal je zelfstandig en kritisch tot de kern van een (deel)probleem moeten kunnen komen. Je moet gedegen onderzoek kunnen doen en de uitkomsten analyseren om vervolgens een advies te geven waarmee het bedrijfsproces verbeterd kan worden en dat advies (mede) invoeren. Je houdt in je advies rekening met samenhangende gebieden zoals communicatie en personeelsbeleid. Waar ligt het accent voor je kennis en vaardigheden? • • • • •
Je bent sterk in het oplossen van problemen en kunt goed organiseren en communiceren; Je hebt inzicht in organisatieprocessen, regelgeving, politieke verhoudingen en financiën; Ambitie, durf, doelgerichtheid, realistisch zijn en doorzettingsvermogen zijn van belang; Je moet onder grote tijdsdruk kunnen werken en snel dingen leren; Je hebt overtuigingskracht en je kunt leiding geven.
8
3
Onderwijsvormen
Elk blok van de MER heeft een thema waarbinnen je aan de competenties kunt werken. In elk thema ligt de nadruk op andere competenties. Die thema’s zijn hieronder, per jaar, terug te vinden. Omdat niet iedere student op dezelfde manier leert, wordt het onderwijsprogramma op verschillende manieren aangeboden. Je werkt in projecten, maar krijgt ook hoorcolleges, werkcolleges en consultancy. Daarnaast leer je tijdens de studieloopbaan en tijdens je stage.
3.1
Globale omschrijving onderwijs
Inhoud propedeuse Hieronder staat voor de propedeuse beschreven wat de thema’s inhouden. Specifieke informatie voor elk blok vind je verderop in de studiegids. De propedeuse begint met een blok “Kennismaken met de MER”. In dit blok maak je kennis met je klas, met je studieloopbaanbegeleider, met het beroep en met de vakgebieden waarmee je te maken krijgt. Blok twee, “Invloed van de omgeving”, staat in het teken van marketinggerelateerde onderwerpen. Je brengt bijvoorbeeld een advies uit aan een klein bedrijf in de omgeving. In blok drie, “Bedrijfsvoering”, staan financiën centraal, wat moet je weten van kosten en budgetten om je projecten en offertes goed te laten verlopen. Blok vier tenslotte is het blok “Mens en organisatie”. Je leert hoe bedrijven in elkaar zitten en het belang van interne communicatie in die bedrijven. Inhoud tweede jaar: In het tweede jaar zijn er weer vier blokken. Je begint met een blok “Onderzoek en processen”. Je leert hoe je onderzoeken op een professionele manier aanpakt. Het tweede blok is een minorblok en staat dus in het teken van je keuzeruimte. Je kunt kiezen voor een minor van je eigen opleiding, maar je mag ook een minor doen van een andere opleiding binnen de hogeschool of zelfs binnen een andere hoger-onderwijsinstelling in binnen- of buitenland. Meer informatie vind je op Blackboard (MER-vt Minors) en studentennet (Studie Keuzemodulen en minors Minorcatalogus).De complete catalogus staat in het studenten volgsysteem OSIRIS. Blok drie en vier staan in het teken van respectievelijk “Analyse en omgeving” en “Bedrijfsvoering”. Je leert onder andere over (financiële) bedrijfsprocessen en voert een extern project uit voor een opdrachtgever. Inhoud derde jaar In het derde jaar zijn de eerste twee blokken gevuld met colleges en trainingen en in blok drie en vier doe je externe projecten. Blok één heeft als thema “Strategisch Management in Internationaal Perspectief”. Wat is strategisch denken en hoe gebruik je een strategie in een organisatie zijn onderwerpen in dit blok. Je leert welke invloed de wereld heeft op ons rechtssysteem en je leert ook welke internationale economische ontwikkelingen een rol spelen in ons bedrijfsleven. Blok twee heeft als thema “Adviseren via Projectmatig Werken”. Hierbij leer je onder andere hoe je projecten aan kunt pakken. Meer praktijkervaring komt aan bod bij een project voor een externe opdrachtgever. Je onderzoekt een complex bedrijfsprobleem en geeft advies aan de opdrachtgever, bijvoorbeeld een strategisch marketingadvies. In de tweede helft van het jaar loop je stage gedurende 21 weken.
9
Inhoud vierde jaar De eerste helft van het vierde jaar kun je je studie een individueel tintje geven via je minorkeuze. Vervolgens studeer je af door het doen van een onderzoek voor een organisatie waaraan je op basis van je onderzoek advies uitbrengt. Aan het afstuderen is een voortraject verbonden om je zoveel mogelijk ' tools'te bieden om succesvol af te studeren. Het onderwijs in het vierde jaar is deels per studiejaar variabel om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de actualiteit.
Buitenschools curriculum Business Game In het eerste jaar ben je samen met studenten van andere opleidingen tijdens de Business Game bezig met het oprichten en runnen van een bedrijf. Niet echt, maar in spelvorm. Je zit een week bij elkaar, bent de directie en neemt allerlei besluiten. Je gaat langs bij de bank, de accountant, de Kamer van Koophandel, de gemeente. Je huurt of koopt een pand, koopt in, maakt reclame en verkoopt. Daarna bekijk je of de resultaten zijn wat je ervan verwacht. Praktijkweek In de Praktijkweek maak je nader kennis met de beroepspraktijk. Dat houdt in dat beroepsbeoefenaars naar de hogeschool komen om hun ervaringen te delen, maar dat je ook naar bedrijven toegaat om een beter beeld te krijgen van het MER-gerelateerde werkveld. Communicatietraining Als (beginnend) manager houd je je constant bezig met groepsprocessen. Vaak werk je niet alleen, maar moet je in teamverband zaken oplossen of voor elkaar krijgen. Inzicht in groepsprocessen is dus van groot belang. En als zo vaak begint, inzicht in een proces, met inzicht in het eigen gedrag. Daarom krijg je in het tweede studiejaar een intensieve communicatietraining, waarbij je samen met andere studenten drie dagen naar de Ardennen gaat. Via allerhande oefeningen krijg je daarbij inzicht in je eigen gedrag binnen een groep, waardoor je je beter kunt handhaven in een groep en de groepsprocessen beter kunt doorzien en aansturen. Deze activiteit vindt buiten de school plaats en heeft een verplicht karakter. Projecten In elk jaar van de opleiding krijg je te maken met projecten. De opleiding is beroepsgericht en dat betekent dat we veel werken met praktijkopdrachten. Dat zijn specifieke beroepsproblemen en beroepsactiviteiten. Soms zijn het opdrachten in de vorm van een case, ontleend aan de praktijk en bewerkt voor het onderwijs. In de latere jaren komen de opdrachten rechtstreeks van bedrijven en instellingen, zowel uit de profit- als uit de non-profit sector. Je krijgt te maken met opdrachten en projecten die je bekijkt vanuit verschillende invalshoeken. Je gebruikt al je kennis en vaardigheden om oplossingen te vinden. We spreken dan van integraal management. Dat daarbij ook bijzondere aandacht is voor de ontwikkeling van persoonlijke en managementvaardigheden is vanzelfsprekend. Die variëren van sociale en communicatieve vaardigheden als vergaderen, motiveren, presenteren, adviseren en leidinggeven tot kennis over organisatie en bedrijfseconomie. Je krijgt inzicht in de financiële, economische en juridische aard van problemen. Ook de ICT, de personeelskant, de organisatorische en commerciële aspecten van een bedrijf komen naar voren.
10
Stage In het 2e semester van jaar drie ga je 21 weken op stage. Dat kan zowel in het binnen- als in het buitenland. Het is de bedoeling dat je zelf een stageplaats verwerft. Om je hierbij te ondersteunen e vindt in het 2 jaar een voorlichtingsbijeenkomst plaats. In de periode daarna oriënteer je je op de werkzaamheden die je tijdens de stage wilt doen. In een gesprek met de studieloopbaanbegeleider bespreek je deze keuze. Meer informatie over de stage vind je in de stagewijzer. Afstudeeropdracht De afstudeeropdracht wordt gedaan in de vorm van een "meesterproef": een omvattend praktijkonderzoek in een organisatie met als doel een advies om een lastig managementvraagstuk op te lossen. Evenals bij de stage zoek je zelf een opdracht. De stage biedt vaak aanknopingspunten om een voor jouw geschikte afstudeeropdracht te formuleren. Meer informatie vind je in de afstudeerwijzer. HUBA campagne Staat voor hulp bij (belasting)aangifte: door de fiscus geselecteerde belastingplichtigen worden geholpen bij hun IB-aangifte door vierdejaars BE en MER studenten. Deze campagne vindt plaats in het gebouw van de HHS, eind maart/ begin april. Ter voorbereiding vinden in februari en maart gedurende 6 weken bijeenkomsten van 1 dagdeel plaats. Aanwezigheid hierbij is verplicht. Voor de inzet tijdens de HUBA week kun je rekenen op 6 à 7 blokken (= klein dagdeel), ook ‘s avonds en zaterdag.
Internationalisering Het derde jaar staat onder andere in het teken van internationalisering. Er vindt in dat jaar een internationale activiteit plaats, dat kan een reis zijn, maar ook een uitwisseling met een buitenlandse Hogeschool. Ook projecten kun je uitvoeren in een internationale context, samen met studenten van buitenlandse instellingen. In het vierde jaar is het mogelijk om stage te lopen in het buitenland. Als je een goed eigen initiatief hebt, neem dan contact op met je studieloopbaanbegeleider.
Keuzemogelijkheden Binnen je studie is een aantal studiepunten vrij invulbaar. De mogelijkheden staan vermeld in de OER - Opleiding.
Periode-indeling Voor elk studiejaar geldt een identieke verdeling in vier blokken. Daarbinnen vallen studie- en toetsweken. In de studieweken vinden volgens rooster o.a. hoor-, werk-, en/of responsiecolleges en gesprekken met begeleiders plaats. In de toetsweken vinden de mondelinge en schriftelijke toetsen plaats en worden er presentaties gehouden.
Het aantal studiepunten en de studielast Tijdens de studie wordt een regelmatige werkinzet van de student verwacht van gemiddeld ca. 40 uren per week. Omdat een studiejaar 42 weken van 40 uren omvat, bedraagt de totale jaarinzet 1680 uur. Dit zijn z.g. studiebelastingsuren (SBU’s); hieronder vallen zowel de uren die de student aan het volgen van colleges, werkgroepen, opdrachten en practica dient te besteden, als de tijd die met zelfstudie en toetsvoorbereiding gemoeid is. De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten (stp), waarbij één studiepunt staat voor 28 studiebelastingsuren (sbu’s). Het aantal studiepunten geeft aan, hoeveel uur de gemiddelde student aan een studieonderdeel dient te besteden. De studiepunten zijn over de verschillende studieonderdelen verdeeld conform de hierna opgenomen studiepuntentabellen. Studiepunten worden toegekend indien de student een cijfer van 5,5 of hoger heeft behaald voor de toets, dan wel het predikaat “voldaan” of “voldoende” ten aanzien van studieonderdelen waarbij dat van toepassing is. De standaardregeling voor de toekenning van studiepunten is dat als de student een cijfer 5.5 behaalt voor een toets, of het predikaat voldoende dan wel voldaan aan een project of stage, de studiepunten conform de hierna opgenomen studiepuntentabellen worden toegekend. Aan welk studiejaar de studiepunten worden toegerekend, wordt bepaald door de datum waarop een toets is
11
afgelegd (of een project behoort te zijn afgerond). Het studiejaar loopt telkens van 1 september tot en met 31 augustus. Uitzonderingen op deze standaardregeling staan hieronder afzonderlijk vermeld bij de desbetreffende examenregelingen. Als eenmaal studiepunten zijn toegekend in een bepaald studiejaar, kunnen ze voor hetzelfde onderdeel niet nogmaals worden toegekend, ook niet in een ander studiejaar. Dus: als je de toets voor het betreffende onderdeel met goed gevolg hebt afgelegd, worden de daaraan verbonden studiepunten toegekend en vermeld in de studievoortgangsrapportage. In ieder studiejaar kun je 60 studiepunten behalen. Het totale studieprogramma omvat 240 studiepunten: 60 in de propedeuse en 180 in de hoofdfase. Let op: De SBU’s zijn globale richtlijnen! De ervaring leert dat er tussen individuele studenten verschillen zijn in de tijd die zij nodig hebben om zich de stof eigen te maken.
12
4
Organisatie van de opleiding MER
4.1
Academie voor M&HR
Organisatie opleiding, overlegstructuur, commissies De academiedirecteur, de heer W.N. Looije, geeft leiding aan de academie voor Management & Human Resources, waarvan de opleiding MER en ook de opleiding Personeel & Arbeid deel uitmaken. Voor de opleiding MER is de teamleider, Marjolein Moonen, verantwoordelijk. De examencommissie (zie ook deel B, Onderwijs- en examenreglement, van deze studiegids) stelt officieel de uitslag van het examen, waarvan het propedeutisch examen een specifiek onderdeel is, vast. Aan de MER-opleiding is een opleidingscommissie (OC) verbonden (zie ook Studentenstatuut deel I). De OC bestaat voor tenminste de helft uit studentleden en heeft mede ten doel de rol van de studenten in het kader van de inrichting van het onderwijs te versterken. De commissie heeft een drietal taken: • • •
Het adviseren van het opleidingsmanagement over de onderwijs- en examenregeling; Het jaarlijks beoordelen van de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling; Het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de academieraad en het managementteam over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleiding.
Iedere academie van De Haagse Hogeschool heeft een medezeggenschaps- of academieraad (zie ook deel 1). De medezeggenschapsraad van de Academie M&HR (de “Academieraad”) bestaat uit studenten en personeelsleden van de beide opleidingen die de afdeling verzorgt. De vergaderingen zijn openbaar. De Academieraad heeft instemmingsrecht bij belangrijke beleidsvoornemens, zoals de begroting en het reglement van examens en toetsen van de opleidingen in de academie. personeelsleden en studenten kiezen de leden van de raad: studentleden om de anderhalf jaar en leden uit het personeel om de 3 jaar. De regeling van de Academieraad ligt ter inzage bij de secretaris van de Academieraad. Om bepaalde zaken onder de aandacht te brengen, kan contact worden opgenomen met de secretaris van de Academieraad. Meer informatie en namen van leden van de Academieraad is te vinden op het studentennet. De academies van De Haagse Hogeschool worden vertegenwoordigd in de Hogeschoolraad (zie deel 1).
13
4.2
Organisatie MER
Begeleiding De individuele studiebegeleiding, die de opleiding haar studenten biedt is als volgt opgezet: Studieloopbaanbegeleider Alle studenten krijgen een eigen studieloopbaanbegeleider gedurende de hele studieperiode. De studieloopbaanbegeleider begeleidt je in jouw ontwikkeling naar beginnend beroepsbeoefenaar MER. Hij sluit aan op de ontwikkelingsfase waarin jij je bevindt en richt zich op jouw professionele ontwikkeling. Je kunt bij hem terecht voor de volgende zaken: • • • •
Begeleiding bij het zicht krijgen in jezelf als persoon; wat is jouw motivatie om deze studie te doen, wat zijn jouw interesses, wat zijn jouw verwachtingen en hoe beïnvloedt jouw achtergrond je studie; Begeleiding bij het zicht krijgen op de opleiding en vragen daarover beantwoorden; Begeleiding bij het maken van studieplannen en bij het reflecteren op je studie; Begeleiding bij jouw (individuele) studieprogramma bij studieversnelling en bij studievertraging.
Je hebt tijdens je opleiding regelmatig contact met je studieloopbaanbegeleider. Je voert individuele gesprekken. In de propedeuse ligt de nadruk op oriëntatie en studievoortgang. In het tweede jaar speelt je keuze in je vrije ruimte voor een minor en maak je een POP (Persoonlijk Ontwikkel Plan). In het derde jaar maak je een keuze voor je stage en in het vierde jaar kies je voor twee minoren en maak je een keuze voor je afstudeeropdracht. Voor vragen over projecten en en andere onderwijseenheden kun je terecht bij de vakdocenten. Behalve bij je studieloopbaanbegeleider kun je ook terecht bij de decaan. Daarnaast is er een vertrouwenspersoon aangesteld voor de Academie voor Management & Human Resources, waaronder ook MER valt. De hogeschool heeft ook een hogeschoolpsycholoog (verwijzing via decaan). Hieronder krijg je in het kort informatie over wat deze personen voor je kunnen doen. Decaan Naast alle zakelijke problemen op studiegebied kunnen er ook persoonlijke problemen van invloed zijn op je studie. Natuurlijk kun je die problemen ook met je studieloopbaan/projectbegeleider bespreken, maar mocht je die niet met één van hen wensen te bespreken, dan kun je een afspraak maken met de decaan, mevrouw Karin Verbrugge (gegevens voor bereikbaarheid worden gepubliceerd op het studentennet). Zij zoekt met jou op basis van (vertrouwelijke) gesprekken naar een oplossing. Onthoud vooral goed dat in geval van problemen het voor ons niet belangrijk is met WIE je praat, als je maar met IEMAND praat! Vertrouwenspersoon Zie studentennet/studentenvoorzieningen. Je kunt in een situatie terechtkomen, waarin je het gedrag van een ander ongewenst vindt en als (seksueel) intimiderend ervaart. Of iets ongewenst, lastig of onaangenaam is in een contact, bepaal je zelf. Je kunt de vertrouwenspersoon gebruiken om over je situatie te praten, maar je mag ook advies verwachten, of hulp bij het zoeken naar oplossingen. De vertrouwenspersoon voor de opleiding MER is mevrouw Astrid van Dijk-van Erp.
14
Getuigschrift, titel en civiele effecten Het diploma van de opleiding MER geeft recht op het dragen van de titel “Bachelor of Business Administration” (BBA).
Regeling Financiële Ondersteuning bij Studievertraging (F.O.S.) De studentendecaan geeft advies en informatie over de FOS-regeling. Deze biedt studenten, die studiefinanciering in de vorm van een beurs genieten en die buiten hun schuld studievertraging hebben, de mogelijkheid van extra financiële ondersteuning. Studenten moeten zo snel mogelijk vertragingen/voorvallen melden bij de studentendecaan. (zie deel Studentenstatuut 1)
Landelijke samenwerking De opleiding MER van de Haagse Hogeschool is lid van het landelijke opleidingsoverleg Management, Economie en Recht (LOO-MER).
4.3
Informatievoorziening
Medewerkers academie Op het studentennet van de opleiding MER onder de link “wie-wat-waar” vind je de informatie over de medewerkers aan de opleiding. Die informatie wordt gedurende het jaar actueel gehouden.
15
Waar en bij wie kun je terecht met vragen Student
Informatie via Studentennet informatie over docenten, cijfers, roosters, dagelijks nieuws en mededelingen Informatie via Blackboard informatie over onderwijseenheden Studiegids informatie over de MER, De Haagse Hogeschool, regels, reglementen, examen/toetsregelingen, jaarrooster OSIRIS Informatie over behaalde toetsresultaten en studievoortgang
Academiebureau Studiepuntenregistratie Algemene vraagbaak Interne communicatie Organisatie en uitvoering toetsen
Centrale Studenten Inschrijving Ovaal 0.05, tel. 070-4458545 Studentenregistratie Bewijs van inschrijving
Studieloopbaanbegeleider Eerste aanspreekpunt Studiebegeleiding Problemen Verwijzing Coaching
Docent Eerste aanspreekpunt voor inhoudelijke zaken Leerstof Feedback
Decaan (K. Verbrugge) Studieadvies Studiefinanciering Persoonlijke problemen die de studievoortgang belemmeren
Teamleider Mevrouw M.C.Moonen
aanspreekpunt fase,
Academiedirecteur De heer W.N. Looije
16
Bereikbaarheid van docenten voor studenten Om buiten de lesuren een docent te bereiken, kan iedere student gebruik maken van het e-mailadres van de docent en zo een afspraak maken. Via studentennet/de roosters kom je erachter of een docent lesgeeft. Loop niet zomaar steeds binnen in een docentenkamer, stel je eerst op de hoogte of een docent daar ook zou kunnen zijn. We hanteren de volgende richtlijnen: • • • • •
Een docent is voor studenten in eerste instantie alleen per e-mail te bereiken; De docent kan van deze regel afwijken door zelf afspraken te maken. Hij maakt in ieder geval tijdens de kennismaking bekend hoe hij bereikbaar wil zijn (e-mail, spreekuur, telefoon privé, etc.); De docent beantwoordt e-mail binnen een redelijke termijn (in de regel binnen twee werkdagen); Vragen over cijfers, ziekte en afwezigheid, afwijkingen van het rooster, worden niet per e-mail beantwoord; Informatie over o Cijfers: via studentennet (OSIRIS) o Roosters: via studentennet o Ziekte en andere afwezigheid: studentennet.
Bereikbaarheid Academiebureau Het Academiebureau MER is dagelijks geopend van 9.00 - 12.00 uur, van 13.00 - 16.00 uur en is op dinsdagmiddag gesloten. Het Academiebureau bevindt zich op SL 3.05. Telefonisch te bereiken op 070-445 8174 en via e-mail:
[email protected].
Roosterbureau Lesrooster De lesroosters worden voor een geheel lesblok van 10 weken vastgesteld. Tenzij er sprake is van overmacht wordt, gedurende het lesblok, een eenmaal vastgesteld rooster niet meer gewijzigd. Wel kunnen er verschuivingen plaatsvinden in de toegewezen lokalen. Het lesrooster voor het gehele blok wordt gepubliceerd op studentennet. Het definitieve lesrooster voor een kalenderweek (ook op lokaalniveau) kan worden bekeken vanaf woensdagmiddag voorafgaande aan die kalenderweek. Ruimtereservering Een student kan één van de volgende lokalen reserveren: projectruimte, werkcollege of beamerlokaal. Er worden geen ruimten beschikbaar gesteld voor zelfwerkzaamheid. Aanvragen zijn alleen mogelijk in het lopende blok. Lokaalaanvragen dienen minimaal 3 werkdagen van tevoren ingediend te worden. Dit kan door een e-mail te sturen naar het Academiebureau t.a.v. Tamara Omtzigt:
[email protected]. Vermeld hierin de volgende details: datum, opleiding, activiteit, tijdsduur, lokaaltype en aantal personen. Even langslopen bij het Academiebureau kan natuurlijk ook, er liggen speciale formulieren voor een lokaalaanvraag klaar op de balie. Vragen over roosterzaken Voor alle vragen over roosterzaken kan de student zich wenden tot het Academiebureau.
Toetsen Tentamenbureau Het tentamenbureau regelt de organisatie rondom de tentamens. Hierbij kun je denken aan: het inhuren en instrueren van surveillanten, het maken van de tentamenroosters en het organiseren van de afname van de tentamens. Leidend voor de uitvoering van de taken en werkzaamheden van het tentamenbureau is het onderwijs en examenreglement (OER) aangevuld met de toetsregels die jaarlijks door de examencommissie worden vastgesteld.
17
Mevrouw N. Koegler is verantwoordelijk voor het tentamenbureau. Zij is bereikbaar op maandag, dinsdag en vrijdag tijdens de reguliere openingstijden van het academiebureau. Tijdens tentamenperiodes is er een aparte tentamenbalie geopend: SL 3.01.
[email protected] Toetsrooster Het toetsrooster voor een toetsronde wordt in de regel minimaal 6 weken voor aanvang van die ronde gepubliceerd op studentennet. Onverhoopte wijzigingen in het rooster worden op dezelfde plaats kenbaar gemaakt. Aan het begin van het studiejaar wordt via het studentennet nadere informatie gegeven over de toetsorganisatie.
Postvak medewerkers De postvakken van de docenten bevinden zich in de gang bij het kruispunt van Strip en Slinger. Let op dat je de spullen in het goede postvak stopt. De student is verantwoordelijk voor het correct in het postvak van de juiste persoon afleveren van stukken.
Informatieborden Elke opleiding beschikt over informatieborden waar studenten actuele mededelingen met betrekking tot de studie vinden. Deze borden zijn te vinden tegenover het Academiebureau.
Bijkomende kosten voor de MER-opleiding Propedeuse De genoemde bedragen zijn slechts indicatief! De kosten voor boeken bedragen ongeveer € 850,-. Verdere kosten voor: • • •
Studiematerialen; Introductieperiode (€ 55) Praktijkweek (te verwachten kosten € 20)
Hoofdfase De kosten voor boeken bedragen ongeveer € 550,-. Verdere kosten voor: • •
Buitenlandreizen (afhankelijk van bestemming, tussen € 10 en € 800); Communicatietraining (€ 200);
18
Communicatie Binnen de Academie voor Management & Human Resources en de daaronder ressorterende opleidingen MER en P&A zijn de volgende afspraken gemaakt m.b.t. de interne communicatie naar de studenten. De volgende communicatiemiddelen worden door de academie gebruikt: • Portal (studentennet) • Webber (roosterprogramma IRIS) • Mail (
[email protected]) • OSIRIS (studenten volg – en inschrijfsysteem/cijferregistratie) • Post • Blackboard Er worden drie rubrieken onderscheiden waarover de opleiding haar studenten regelmatig informeert. De informatie wordt verstrekt via de vastgestelde communicatiemiddelen. De drie rubrieken die onderscheiden worden zijn: • Informatie over het rooster • Informatie over de studievoortgang • Informatie over de studie Informatie over het rooster Binnen de Academie voor Management & Human Resources informeren wij over het rooster op de volgende wijze. Type roosterinformatie Rooster blok 1, 2, 3 en 4 Tentamenrooster Roosterwijzigingen
Communicatiemiddel Webber (Roosterprogramma IRIS) en de portal Webber (Roosterprogramma IRIS) en de portal Webber (Roosterprogramma IRIS) en de portal
Informatie over de studievoortgang De Haagse Hogeschool gebruikt OSIRIS als studenten volg- en inschrijfsysteem. De academie voor M&HR maakt gebruik van OSIRIS om behaalde resultaten vast te leggen. Deze resultaten zijn voor de studenten inzichtelijk via OSIRIS student. Aan de resultaten die staan vermeld in OSIRIS kan de student rechten ontlenen twee maanden na de datum waarop de toets plaats vond. Check dus regelmatig je resultaten in OSIRIS. Daarnaast wordt OSIRIS gebruikt om studenten zich in te laten schrijven voor minoren van De Haagse Hogeschool. Informatie over de studie Binnen de academie voor M&HR wordt, naast de geplande onderwijsactiviteiten in het rooster, het onderwijs aangeboden via andere communicatiemiddelen. De volgende communicatiemiddelen worden binnen de academie gebruikt. Type informatie Onderwijsinhoud Syllabi Blokboek Reader Studentenstatuut en studiegids Diverse regelingen Stage – en afstudeerwijzer Wie, wat, waar (medewerkers academie)
Communicatiemiddel Blackboard Blackboard en/of hardcopy Blackboard en/of hardcopy Blackboard en/of hardcopy Portal en v.w.b. de studiegids ook hardcopy Portal en studiegids Blackboard en/of hardcopy Portal
19
Studentennieuwsbrief ‘M(e)ER weten’ Twee maal per jaar komt de studentennieuwsbrief ‘M(e)ER weten’ uit. Deze bevat informatie over de opleiding, maar ook over mogelijkheden op het gebied van talentontwikkeling, internationalisering of creatieve invulling van de minorruimte. De nieuwsbrief bevat bovendien portretten van bijzondere studenten en/of MER-alumni en verdere informatie van belang voor de studie of toekomst. De redactie bestaat uit talentvolle studenten van de opleiding.
4.4
Docenten
Docenten van de opleiding MER-voltijd Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Drs. M.G.A. van Asseldonk SL 3.35 8240
[email protected] ma t/m vr Marieke van Asseldonk studeerde arbeids- en organisatiepsychologie aan de Radbouduniversiteit van Nijmegen. Binnen de MER verzorgt zij trainingen op het gebied van communicatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Daarnaast is ze coördinator van het tutorprogramma. Ook is zij studieloopbaanbegeleider, stagebegeleider en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Dhr. J. Baardewijk
Naam
Kamer
Werkdagen
@hhs.nl
Werkdagen
Mw. drs. A. M. Becht SL 3.35 8240
[email protected] ma, di, do Agaath Becht studeerde Communicatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij heeft gewerkt in diverse organisaties als communicatieadviseur en als docent en studiecoach aan de Master International Communication van de Haagse Hogeschool.. Binnen de MER verzorgt zij vakken als Formuleren, Rapporteren, Interviewen en is zij slb-er, stagebegeleider en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Werkdagen
Mw. drs. C.I. van Beest-Barendregt SL 3.29 7977
[email protected] ma t/m do Corine van Beest-Barendregt studeerde Onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Binnen de MER verzorgt zij trainingen op het gebied van communicatie en onderzoeksvaardigheden. Daarnaast is zij instroomcoördinator, propedeusecoordinator minorcoördinator, studieloopbaanbegeleider, stagebegeleider, afstudeerbegeleider en verricht ze onderzoek op het gebied van studiesucces.
20
Naam
Kamer
Telefoonnr. (070445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. mr. drs. B.G.L.M. Broersma ST 3.91 8248
[email protected] ma t/m vr Brigitte Broersma, PABO, Middelburg. Pedagogische Wetenschappen, (spec. Orthopedagogiek ) Tilburg. . Rechtsgeleerdheid, (spec. Bedrijfsrecht), Leiden. Onderwijswetenschappen, onderhanden, CELSTEC. Universiteit Portsmouth ( UK ) Master of European Law and Policy, ( spec. Eastern Europe, Higher Education in Europe ). Stagebegeleiding, afstudeerbegeleiding. Doceert kerngebieden Nederlands recht, Europees recht, Internationaal recht. Interesses: pedagogiek, studenten, studeren, hoger onderwijs, Europese betrekkingen en Europese politieke verhoudingen. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070445….) Zie portal
E-mail
Werkdagen
Dhr. drs. E. SL 3.33
[email protected] Ma t/m vr Büyükçifçi Ercan Büyükçifçi studeerde Bedrijfskunde en Sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Psychologie (alleen propedeuse) aan de Universiteit Leiden. Hij werkte als businessconsultant voor diverse overheidsorganisaties. Binnen de MER verzorgt hij als docent-onderzoeker lessen rondom sociologische aspecten binnen organisaties en het doen van onderzoek. Hiernaast begeleidt hij studenten bij het afstuderen. Als onderzoeker voert hij een sociologisch onderzoek uit en is hij lid van de kenniskring van het lectoraat Burgerschap en Diversiteit. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Dhr. drs. H.B.F. Chin ST 3.93 7976
[email protected] ma t/m vr Henk Chin studeerde Ontwikkelingsprogrammering aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Binnen de MER verzorgt hij de cursus steekproeftheorie en de training SPSS, is hij stagecoördinator, stagebegeleider en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Werkdagen
Mw. ÇelikKarakaya MSc. SL 3.27 Zie portal Zie portal ma t/m vrij Mü erref Çelik-Karakaya studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij werkte bij Twynstra Gudde en adviseerde de rijksoverheid over het resultaatgericht sturen van projecten en processen. Ze heeft gewerkt voor o.a. het ministerie van Binnenlandse Zaken, Rijkswaterstaat, VROM inspectie en verschillende gemeenten en provincies. Zij is nu werkzaam als docent Bedrijfskunde, afstudeerbegeleider en studieloopbaanbegeleider binnen de MER. Naam
Kamer
Telefoonnr. E-mail Werkdagen (070-445….) Dhr. L.H. Deckers SL 3.27 8239
[email protected] di t/m wo Ludo Deckers studeerde wiskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Binnen de MER verzorgt hij trainingen op het gebied van rekenvaardigheid en financiële rekenkunde.
21
Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. A.H.H. van A.H.H.vanDijkDijk-van Erp ST 3.91 8132
[email protected] ma, di, vr Astrid van Dijk-van Erp studeert voor de Master Begeleidingskunde. Zij studeerde Bachelor Arbeidsmarktpolitiek/Personeelsbeleid, Post-HBO Loopbaan-/Mobiliteitsadviseur en Post-HBO Competentiegericht Coachen. Zij heeft 30 jaar ervaring in het HRM-vak als adviseur, beleidsmedewerker en loopbaanadviseur bij verschillende Ministeries en Gemeenten. Zij is werkzaam geweest als Sociaal Raadsvrouw in Voorschoten. Bij de MER is zij studie-loopbaanbegeleider/-coach en tevens coördinator. Zij geeft de HRM-vakken, Management-vaardigheden en is coördinator voor de Sollicitatie- en Communicatie-training. Zij is stage- en afstudeerbegeleider. Zij is bovendien Vertrouwenspersoon voor de Academie voor Management & Human Resources, waar de MER onderdeel van uitmaakt Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Dhr. mr. W.H. Dubbeldam ST 3.87 8241
[email protected] ma, di, do, vr Wim Dubbeldam studeerde Rechten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Voor de MER-opleiding verzorgt hij onder andere de onderdelen Belastingrecht in jaar 3 en 4 en de HUBA (hulp bij aangifte)campagne in het 4e jaar. Hij is betrokken bij de MER-businessclub. Naam
Kamer
Telefoonnr. E-mail Werkdagen (070-445….) Dhr. A. Eigenraam ST 3.97 8118 A.
[email protected] ma t/m vr Binnen de academie voor M&HR verzorgt Arno Eigenraam management- en marketingcursussen en cursussen op het terrein van bedrijfseconomie. Voor de MER is hij actief op het gebied van bedrijfseconomie en strategie. Qua opleiding heeft dhr. Eigenraam een economische en bedrijfskundige achtergrond. Naam Kamer Telefoonnr. E-mail Werkdagen (070-445….) Mw. drs. M.A. Frantsen SL 3.33 8224
[email protected] ma, di en do Marianne Frantsen studeerde Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Binnen de MER verzorgt zij onderwijs op het gebied van Human Resource Management, onderzoeksvaardigheden, interculturele communicatie en diversiteit. Daarnaast begeleidt zij studenten bij projecten voor externe opdrachtgevers en stages en afstuderen. Tevens is zij lid van de academiebrede examencommissie. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. drs. R.S. Groen SL 3.29.2 8258
[email protected] Ma t/m wo Rosa Groen studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en rondde deze studie af met een Onderzoeksmaster. Zij heeft verder gestudeerd aan de Universidad Complutense in Madrid en daar gewerkt als docent Engels aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en freelance journalist voor het dagblad Trouw. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam deed zij de Postacademische Dagbladopleiding Journalistiek (PDOJ), waarna zij een jaar werkte als redacteur bij de Leeuwarder Courant. Binnen de MER verzorgt zij trainingen op het gebied van onderzoeksvaardigheden en mondelinge en schriftelijke communicatie. Daarnaast is zij SLB-er, stage- en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Telefoonnr. E-mail Werkdagen (070-445….) Dhr. J. Hayes ST 3.97 8118
[email protected] ma t/m do John Hayes studied at The West London Institute and London Teacher Training Centre specializing in professional language training for business and government. He is a language trainer/assessor for full & part-time students and currently researching language and literacy as part of an applied linguistics programme.
22
Naam
Kamer
Telefoonnr. (070445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. I.A.M. Huisman SL 3.31 8046
[email protected] ma, di en do Irene Huisman is coach/ trainer en geregistreerd supervisor met een ruime ervaring in communicatieonderwijs, training, coaching en onderwijsontwikkeling. Bij de MER is zij docent communicatieve vakken, managementvaardigheden, studieloopbaanbegeleider, stagebegeleider. Bij Masters en Professional courses docententrainer Studieloopbaanbegeleiding. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
L.KampermanMw. L. Kamperman ST 3.97 8216
[email protected] ma, do, vr Loes Kamperman studeerde Engels en houdt zich voornamelijk bezig met training en toetsing van Engels. Daarnaast begeleidt zij studenten tijdens stage en afstuderen. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Dhr. A.M.W.G. A.M.W.G.Koehler@hh Koehler ST 3.97 8216 s.nl ma t/m vr Antonie Koehler studeerde Aardrijkskunde en Economische Wetenschappen en Recht aan de lerarenopleiding en hierna Handelswetenschappen aan de Katholieke Leergangen. Hij doceert de onderdelen uit het vakgebied Finance & Control. Daarnaast begeleidt dhr. Koehler studenten tijdens praktijkopdrachten, stage en afstuderen. Naam
Kamer
Werkdagen
W.M.B.vanLet@hhs. Mw. W.M.B. van Let ST 3.95 7982 nl ma t/m vr Mia van Let volgde de bachelor P&A, master P&A (Nijmegen), hoofdopleiding Bedrijfskunde (IBOZeist) en post-HBO opleidingen tot Supervisor en Coaching & Consultancy. Zij heeft ervaring als personeelsconsulent, beleidsadviseur, senior M&O-adviseur en hoofd personeelszaken. Binnen de MER verzorgt zij cursussen/projecten op het gebied van HRM en is zij studieloopbaanbegeleider, stagebegeleider en afstudeerbegeleider. Zij is voorzitter van de academiebrede examencommissie. Naam
Kamer
Telefoonnr. E-mail Werkdagen (070-445….) Dhr. drs. N. Marra SL 3.33 8058 N.Marra@ hhs.nl ma t/m do Nico Marra studeerde openbaar bestuur en sociologie van planning en beleid aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Binnen de MER verzorgt hij cursussen op het gebied van Human Resouce Management en is hij stage- en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
E.F.Nagtegaal@hhs. Dhr. E.F. Nagtegaal ST 3.87 8241 nl ma t/m vr Eddy Nagtegaal studeerde Economie aan de lerarenopleiding , daarna Staathuishoudkunde en de Statistiek (Algemene Economie MO-B). Hij doceert bij de MER-opleiding de vakken Economie, Dienstenmarketing, Internationale Economische Ontwikkelingen. Daarnaast is hij coördinator afstuderen.
23
Naam
Kamer
Mw. C. de Nie
SL 3.31
Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….) 8242
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
[email protected]
Ma-, wo- t/m vrijochtend en di ochtend of middag Cuny volgde de bachelor Academie voor Lichamelijke Opvoeding, de post-HBO opleidingen tot Supervisor en de post- HBO opleiding Coaching & Consultancy en is CH-Q gecertificeerd loopbaanbegeleider Zij heeft ervaring als docent, projectmanager, manager, supervisor, adviseur, coach en onderzoeker. Binnen de MER verricht zij veel verschillende taken, vooral in de begeleiding. Haar netwerk zit vooral in sport, onderwijs, zorg en welzijn. Ze werkt naast de MER veel voor en in de Schilderswijk. Studenten kunnen altijd aankloppen voor opdrachten in het werkveld. Werkdagen
Dhr. drs. H.L.N. H.L.N.Peterse@ Peterse ST 3.93 7976 hhs.nl di, wo, do, vr Hein Peterse heeft algemene economie gestudeerd in Tilburg. Na een korte loopbaan bij het Ministerie van WVC is hij in het middelbaar onderwijs terecht gekomen. Bij de MER is hij vooral betrokken bij cursussen op het gebied van marketing. Daarnaast is hij coördinator van het projectonderwijs. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Dhr. drs. F.M. de F.M.dePoorter@ Poorter SL 3.29 7977 hhs.nl ma t/m vr Frank de Poorter studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij is hogeschoolhoofddocent. Daarnaast is hij coördinator van jaar 2, coördinator talentontwikkeling, alumnicoördinator, eindredacteur van de studentennieuwsbrief en stage-, afstudeer- en studieloopbaanbegeleider. Daarnaast verzorgt hij trainingen op het gebied van communicatieve vaardigheden en doet hij onderzoek op het gebied van studiesucces en diversiteit. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. mr W.M.J. Pruijssers ST 3.97 8136 Zie portal ma/di/do/vr Wil Pruijssers studeerde internationaal recht aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Zij deed haar werkervaring op in de commerciële dienstverlening als inkoopmanager, marketing manager accountmanager en business consultant. Binnen de MER verzorgt zij trainingen op het gebied van communicatieve vaardigheden, marketing en recht. Ook is zij studieloopbaanbegeleider, stagebegeleider en afstudeerbegeleider. Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. mr. A.M. de A.M.deRuiter@hhs. Ruiter nl ST 3.95 7983 ma, di, do Anne de Ruiter studeerde Engelse Taal- en Letterkunde tot Bachelorniveau en Nederlands Recht tot Masterniveau aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Daarnaast heeft zij de post-HBO opleiding Coaching en Consultancy gevolgd. Na een periode in de advocatuur is zij gaan werken als bedrijfsjurist bij de gemeente Den Haag. Inmiddels is zij alweer een aantal jaren werkzaam bij de opleiding MER als docent recht. Bovendien is zij lid van de hogeschoolraad. en tevens van het lectoraat filosofie van de beroepspraktijk.
24
Naam
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
Dhr. Th. Schlaman
Naam
E-mail
Werkdagen Ma-vrij
@hhs.nl
Kamer
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Telefoonnr. (070-445….)
E-mail
Werkdagen
Mw. E.A.A. e.e.a.verstappen@h Verstappen Msc. SL 3.92.2 7351 hs.nl Ma-vrij Loes Verstappen studeerde Management, Economie en Recht aan de Hogeschool van Utrecht, daarna Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Zij deed haar werkervaring op binnen het bankwezen. Zij doceert bij de MER- opleiding bedrijfskundige vakken. Naam
Kamer
Werkdagen
Dhr. drs. R.W.A. R.W.A.Wallaart@hh Wallaart ST 3.93 7976 s.nl ma t/m do Rob Wallaart studeerde biochemie aan de Leidse Universiteit. Hij werkte bij TNO en bij de Universiteit Leiden als wetenschappelijk medewerker. Na een studie systeemanalyse volgde een carrière in de ICT bij verschillende internationale ingenieurs- en constructiebureaus. Nu is hij werkzaam als docent ICT bij de opleiding MER.
5
Praktische informatie
5.1
Roostertijden
1e uur: 08:45 – 09:30 e 2 uur: 09:30 – 10:15 PAUZE 10:15 – 10:30 e
3 uur: 10:30 – 11:15 4e uur: 11:15 – 12:00 PAUZE 12:00 – 12:15 e
5 uur: 12:15 – 13:00 6e uur: 13:00 – 13:45 7e uur: 13:45 – 14:30 PAUZE 14:30 – 14:45 e
8 uur: 14:45 – 15:30
9e uur: 15:30 – 16:15 PAUZE 16:15 – 16:30 e
10 uur: 16:30 – 17:15 e 11 uur: 17:15 – 18:00 PAUZE 18:00 – 18:30 e
12 uur: 18:30 – 19:15 13e uur: 19:15 – 20:00 PAUZE 20:00 – 20:15 e
14 uur: 20:15 – 21:00 15e uur: 21:00 – 21:45 e 16 uur: 21:45 – 22:30
25
5.2
Jaarplanning
Kort overzicht jaarplanning Studentenvakanties 2011-2012 Voor 2011-2012 zijn de volgende studentenvakanties vastgesteld: Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekeinde Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
data
week 42 52-1 9 14-15 20 22 29 - 34
! "
#
" $
$ "
Start studiejaar 2011-2012: maandag 3 september 2011 Ter informatie onderstaand een compleet overzicht van de jaarindeling: Periode data Start blok 1 maandag 29 augustus 2011 Start blok 2 maandag 14 november 2011 Start blok 3 maandag 6 februari 2012 Start blok 4 maandag 23 april 2012 Start studiejaar 2012 - 2013 maandag 3 september 2012
week 35 46 6 17 36
Instroomactiviteiten Open Dagen en Proefstuderen 2011-2012 Op de volgende data en tijdstippen vinden de instroomactiviteiten (Open Dagen en Proefstuderen) plaats: Datum Donderdag 25 augustus 2011 Zaterdag 5 november 2011 Donderdag 8 december 2011 Vrijdag 9 december 2011 Zaterdag 4 februari 2012 Donderdag 8 maart 2012 Vrijdag 9 maart 2012 Vrijdag 20 april 2012 Vrijdag 15 juni 2012
Tijden 18.00 – 21.00 uur
Activiteit Inschrijfavond
10.00 – 14.00
Open Dag
Afhankelijk per opleiding
Proefstuderen
Afhankelijk per opleiding
Proefstuderen
10.00 – 14.00
Open Dag
Afhankelijk per opleiding
Proefstuderen
Afhankelijk per opleiding 16.00 – 20.00
Proefstuderen Open Dag
16.00 – 20.00
Open Dag
26
Jaarrooster MER-voltijd, 2011/2012 Juli/Augustus 2011 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
29 ma 18
29 di 19
29 wo 20
29 do 21
29 vr 22
30 ma 25
30 di 26
30 wo 27
30 do 28
30 vr 29
31 ma 1
31 di 2
31 wo 3
31 do 4
31 vr 5
32 ma 8
32 di 9
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
32 wo 10
32 do 11
32 vr 12
36 wo 7
36 do 8
36 vr 9
Zomervakantie: tot en met vrijdag 26 augustus 2011
Augustus/September 2011
week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
33 ma 15
33 di 16
33 wo 17
33 do 18
33 vr 19
34 ma 22
34 di 23
34 wo 24
34 do 25
34 vr 26
START BLOK 1 35 35 35 ma di wo 29 30 31
Zomervakantie
Zomervakantie
Introductieweek
Zomervakantie
Zomervakantie
Introductieweek
Zomervakantie
Zomervakantie
Introductieweek
Zomervakantie
Zomervakantie
Stage
35 do 1
35 vr 2
36 ma 5
36 di 6
Entreetentamens Studieweek Studieweek Stage
Introductieweek zs
zs
zs
zs
zs
zs
Blok 1: maandag 29 augustus t/m vrijdag 11 november
September/Oktober 2011 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
37 ma 12
37 di 13
37 wo 14
37 do 15
37 vr 16
38 ma 19
38 di 20
38 wo 21
38 do 22 1
38 vr 23
39 ma 26
39 di 27
39 wo 28
39 do 29 2
39 vr 30
40 ma 3
40 di 4
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
1 2 3
40 wo 5
40 do 6
40 vr 7 3
Reunie afgestudeerden MER-voltijd Propedeusediplomering Diploma-uitreiking 4MER
27
Oktober/November 2011 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
41 ma 10
41 di 11
41 wo 12
41 do 13
41 vr 14
42 ma 17
42 di 18
42 wo 19
42 do 20
42 vr 21
43 ma 24
43 di 25
43 wo 26
43 do 27
43 vr 28
44 ma 31
44 di 1
Studieweek
Herfstvakantie
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Herfstvakantie
Studieweek
Studieweek
Internationale week
Herfstvakantie
Studieweek
Studieweek
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
44 wo 2
44 do 3
44 vr 4
48 wo 30
48 do 1
48 vr 2
52 do 29
52 vr 30
November/December 2011
week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
45 ma 7
45 di 8
45 wo 9
45 do 10
45 vr 11
START BLOK 2 46 46 46 ma di wo 14 15 16
46 do 17
46 vr 18
47 ma 21
47 di 22
47 wo 23
47 do 24
47 vr 25
48 ma 28
48 di 29
Tentamenweek
blok 1
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Tentamenweek
blok 1
Minorruimte
Minorruimte
Minorruimte
Tentamenweek
blok 1
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
Blok 2: maandag 14 november t/m vrijdag 3 februari
December 2011/Januari 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
49 ma 5
49 di 6
49 wo 7
49 do 8
49 vr 9
50 ma 12
50 di 13
50 wo 14
50 do 15
50 vr 16
51 ma 19
51 di 20
51 wo 21
Herk. Studieweek blok 1 Herk. Minorruimte blok 1 Herk. Studieweek blok 1
Herk. Studieweek blok 1 Herk. Minorruimte blok 1 Herk. Studieweek blok 1
Herk. Studieweek blok 1 Herk. Minorruimte blok 1 Herk. Studieweek blok 1
Minorrruimte
Minorrruimte
Minorrruimte
51 do 22
51 vr 23
52 ma 26
52 di 27
52 wo 28
Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie
28
Januari 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
1 ma 2
1 di 3
1 wo 4
1 do 5
1 vr 6
2 ma 9
2 di 10
2 wo 11
2 do 12
2 vr 13
Herk. Studieweek blok 1 Herk. Minorruimte blok 1 Herk. Studieweek blok 1
Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie
Minorrruimte
3 ma 16
3 di 17
3 wo 18
3 do 19
3 vr 20
4 ma 23
4 di 24
4 wo 25
Tentamenweek blok 2
Business Game
Minorruimte
Minorruimte
Studieweek
Studieweek
Minorrruimte
Minorrruimte
4 do 26
4 vr 27
8 do 23
8 vr 24
12 do 22
12 vr 23
Februari 2012
week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
5 ma 30
5 di 31
5 wo 1
5 do 2
5 vr 3
START BLOK 3 6 6 6 ma di wo 6 7 8
6 do 9
6 vr 10
7 ma 13
7 di 14
7 wo 15
7 do 16
7 vr 17
8 ma 20
8 di 21
8 wo 22
Business Game
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Tentamenweek blok 2
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Tentamenweek blok 2
Stage
Stage
Stage
Minorruimte
Afstuderen Voorbereiding HUBA
Afstuderen Voorbereiding HUBA
Afstuderen Voorbereiding HUBA
Blok 3: maandag 6 februari t/m vrijdag 20 april
Maart 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
9 ma 27
9 di 28
9 wo 29
9 do 1
9 vr 2
10 ma 5
10 di 6
10 wo 7
10 do 8
10 vr 9
11 ma 12
11 di 13
11 wo 14
Voorjaarsvakantie
Studieweek
Studieweek
Voorjaarsvakantie
Studieweek
Studieweek
Voorjaarsvakantie
Stage
Stage
Voorjaarsvakantie
Afstuderen Voorbereiding HUBA
Afstuderen Voorbereiding HUBA
11 do 15
11 vr 16
12 ma 19
12 di 20
12 wo 21
Herk. Studieweek blok 2 Herk. Studieweek blok 2 Herk. Stage blok 2 Afstuderen Voorbereiding HUBA
29
Maart/April 2012 Pasen
week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
13 ma 26
13 di 27
13 wo 28
13 do 29
13 vr 30
14 ma 2
14 di 3
14 wo 4
14 do 5
14 vr 6
15 ma 9
15 di 10
15 wo 11
15 do 12
15 vr 13
16 ma 16
16 di 17
16 wo 18
16 do 19
Herk. Studieweek blok 2 Herk. Studieweek blok 2 Herk. Stage blok 2
Herk. Studieweek blok 2 Herk. Studieweek blok 2 Herk. Stage blok 2
Herk. Studieweek blok 2 Herk. Studieweek blok 2 Herk. Stage blok 2
Tentamenweek blok 3
Afstuderen Voorbereiding HUBA
Afstuderen HUBA
Afstuderen
Afstuderen
16 vr 20
Tentamenweek blok 3 Stage
Blok 4: dinsdag 23 april t/m vrijdag 13 juli
April/ Mei 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
START BLOK 4 17 17 17 ma di wo 23 24 25
Koninginnedag
17 do 26
17 vr 27
18 ma 30
18 di 1
Hemelvaart
18 wo 2
18 do 3
18 vr 4
19 ma 7
19 di 8
19 wo 9
19 do 10
19 vr 11
20 ma 14
20 di 15
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Communicatiietraining
Studieweek
Studieweek
Studieweek
Stage
Stage
Stage
Stage
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
20 wo 16
20 do 17
20 vr 18
24 wo 13
24 do 14
24 vr 15
Mei/Juni 2012 Pinksteren
week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
21 ma 21
21 di 22
21 wo 23
21 do 24
21 vr 25
22 ma 28
22 di 29 1
22 wo 30
22 do 31
22 vr 1
23 ma 4
23 di 5
23 wo 6
23 do 7
23 vr 8
24 ma 11
24 di 12
Herk. Studieweek blok 3 Herk. Studieweek blok 3 Herk. Stage blok 3
Herk. Praktijkweek blok 3 Herk. Studieweek blok 3 Herk. Stage blok 3
Herk. Studieweek blok 3 Herk. Studieweek blok 3 Herk. Stage blok 3
Tentamenweek blok 4
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
1
Tentamenweek blok 4 Stage
Praktijkweek week 22 vanaf maandagmiddag 13.00 uur
30
Juni/Juli 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
25 ma 18
Studieweek
Studieweek
zs
zs
Hertentamenweek blok 4
zs
zs
zs
zs
28 vr 13 1 zs
Studieweek
Studieweek
zs
zs
Hertentamenweek blok 4
zs
zs
zs
zs
zs
Stage
Stage
Stage
zs
zs
zs
zs
zs
1
25 di 19
25 wo 20
25 do 21
25 vr 22
26 ma 25
26 di 26
26 wo 27
26 do 28
26 vr 29
27 ma 2
27 di 3
27 wo 4
27 do 5
27 vr 6
28 ma 9
28 di 10
28 wo 11
28 do 12
Diploma-uitreiking 4MER
De uitreiking van de propedeusegetuigschriften voor 2011-2012 vindt plaats in september 2012
Juli/Augustus 2012 week dag datum algemeen Propedeuse bijzonderheden 2MER bijzonderheden 3MER bijzonderheden 4MER bijzonderheden
29 ma 16
29 di 17
29 wo 18
29 do 19
29 vr 20
30 ma 23
30 di 24
30 wo 25
30 do 26
30 vr 27
31 ma 30
31 di 31
31 wo 1
31 do 2
31 vr 3
32 ma 6
32 di 7
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
32 wo 8
32 do 9
Zomervakantie: tot en met 24 augustus 2012
31
32 vr 10
5.3 Voorzieningen Studentenvoorzieningen Hieronder worden in alfabetische volgorde de studentenvoorzieningen die de hogeschool biedt beschreven. Hoewel ernaar gestreefd wordt deze informatie gedurende het jaar bij te houden, wordt voor actuele informatie (zoals openingstijden, locatie, telefoonnummers en georganiseerde activiteiten) voor zover mogelijk verwezen naar de informatie over de studentenvoorzieningen op het studentennet bij o.a. "Studentenvoorzieningen" en via de optie: “wie, wat, waar & organisatie”. ACKU ACKU is het servicebureau op het gebied van cultuur, kunst en uitgaan in Den Haag voor alle studenten en heeft daartoe goede contacten met het culturele- en uitgaansleven in Den Haag. ACKU begeleidt studenten bij projecten op gebied van muziek, dans, theater en film. Iedere maand gaat ACKU uit eten met studenten gecombineerd met een bezoek aan een voorstelling in een van de theaters van Den Haag. HAPPEN EN STAPPEN is voor studenten het uitje € 7,50 (incl. diner + voorstelling). ACKU biedt ook verschillende cursussen aan o.a. Capoeira, yoga, fotografie, buikdans, toneel; kaartjes voor voorstellingen, handige uitgaanstips en hulp bij de organisatie van culturele initiatieven. Iedere laatste donderdag van de maand heeft ACKU de beschikking over de kleine zaal van het PAARD van TROJE voor studententalent. Je bent altijd welkom met vragen of ideeën. Website: www.acku.nl E-mail:
[email protected] Via Studentennet: http://studentennet.hhs.nl/acku Betalen op de hogeschool Voor alle betalingen van diensten en producten binnen de vestigingen van de hogeschool wordt gebruik gemaakt van de Chipknip. Alle bankpassen van de Nederlandse banken zijn geschikt voor gebruik van de chipknip. In vestigingen van de hogeschool bevindt zich een aantal oplaadpunten voor de Chipknip, te weten: Hoofdvestiging - Centraal Restaurant - Restaurant 2e etage Ovaal - Restaurant 3e etage Slinger - Restaurant 4e etage Slinger - Centrale hal, naast de coffeecorner “Mockamore”. Vestiging Laan van Poot: kantine. Vestiging Delft: in de centrale hal Vestiging Zoetermeer: geen oplaadpunt beschikbaar. Beveiliging Alle vestigingen van de hogeschool (Laakhaven, Laan van Poot, Delft en Zoetermeer) maken voor de beveiliging van de gebouwen en de omgeving gebruik van een externe beveiligingsdienst. Voor de locaties Laan van Poot, Delft en Zoetermeer wordt gebruik gemaakt van surveillanten, die het gebouw afsluiten. Op de vestiging Laakhaven wordt gebruik gemaakt van een beveiligingsdienst in volcontinu rooster. De beveiligingsmedewerkers zijn te vinden naast de hoofdingang, in Ovaal 0.01. Telefoonnummer intern: 8001. Op de vestiging Laan van Poot wordt het gebouw dagelijks geopend en gesloten door een beveiligingsbedrijf. De coördinator conciërge is gedurende de openingsuren verantwoordelijk als toezichthouder. Op alle avonden is het gebouw open voor verhuur. Tijdens deze avonden word toezicht uitgevoerd door een beveiliger van de beveiligingsdienst. Op de vestiging Delft wordt het gebouw dagelijks geopend en gesloten door een beveiligingsbedrijf. De conciërge is gedurende de dag verantwoordelijk als toezichthouder. Bij avondopening (op de maandag en woensdag) wordt toezicht uitgevoerd door een beveiliger van de beveiligingdienst. De beveiligingsmedewerkers zijn voor alle locaties gastheren in het gebouw. Ze hebben een signalerende, maar ook optredende taak richting medewerkers en studenten. Ze zijn verantwoordelijk
32
voor het openen en sluiten van het gebouw, de uitvoer van het sleutelbeheer, het uitvoeren van surveillance, toezicht en handhaving op naleven huisregels, het beheer van gevonden voorwerpen, het uitvoeren van de brandsluitronde en hebben zij een coördinerende rol tijdens calamiteiten. Ook onderhouden de beveiligingsmedewerkers, in nauw overleg met de beveiligingcoördinator van de vestiging Laakhaven, nauwe contacten met de politie in de wijk. Deze samenwerking heeft onder andere geleid tot het instellen van een spreekuur van de wijkagent op de hoofdvestiging. Dit spreekuur kan gebruikt worden voor het vragen van advies, het melden van incidenten en voorvallen of uitwisselen van ervaringen. Voor meer informatie of een afspraak kun je contact opnemen met het hoofd beveiliging. Bibliotheekvoorzieningen De hogeschool heeft een centrale bibliotheek in de vestiging Laakhaven en dependances in de vestiging aan de Laan van Poot en in de vestigingen in Delft en Zoetermeer. De bibliotheek beschikt over een actuele boekencollectie, een ruim aanbod van tijdschriftabonnementen, afstudeerscripties van vrijwel alle opleidingen, educatieve video' s en digitale informatiebronnen, verzameld in de zogenoemde digitale bibliotheek. De digitale bibliotheek bestaat uit databanken, digitale tijdschriften en e-books. De digitale bibliotheek is voor alle studenten en medewerkers beschikbaar op locatie en thuis. Toegang is te verkrijgen via het studentennet en via Blackboard. Naast de directe weg naar een databank is het mogelijk met ‘simultaan zoeken’ meer databanken gelijk te benaderen. De centrale bibliotheek heeft ca 500 studieplaatsen, waarvan circa 150 zijn uitgerust met pc’s en een aantal met videoafspeelapparatuur. Er zijn 2 ‘stille ruimtes’, 1 met en 1 zonder PC’s, waar men individueel en in alle rust kan studeren. Op de eerste etage is een instructieruimte waar trainingen verzorgd worden. De bibliotheekvestiging in Delft is volledig toegerust voor zelfbediening. Bij problemen kan men zich tot de receptie wenden. De hogeschoolbibliotheek is vrij toegankelijk voor studenten en medewerkers van de hogeschool. De meeste materialen worden uitgeleend. Uitlening geschiedt op vertoon van collegekaart of lenerspas en is gratis. Verlengen van de uitleentermijn is mogelijk aan de balie via de telefoon en via internet. Veel afstudeerscripties zijn in digitale vorm beschikbaar op www.hbo-kennisbank.nl. Afstudeerders wordt aangeraden via de opleiding de eindscriptie in de HBO-kennisbank te laten opnemen. Bij gebruikmaking van (diensten van) de bibliotheek geldt het Bibliotheekreglement van de Haagse Hogeschool, dat als bijlage 5 is opgenomen in deel 1 van het studentenstatuut. Alle informatie en nieuws over de bibliotheek is te vinden op studentennet onder Studentenvoorzieningen>Faciliteiten>Bibliotheek. Vestiging Laakhaven Website: www.dehaagsehogeschool.nl of via het studentennet http://studentennet.hhs.nl/bibliotheek Email:
[email protected] Vestiging Laan van Poot E-mail:
[email protected]/
[email protected] Vestiging Zoetermeer E-mail:
[email protected]/
[email protected] Vestiging Delft E-mail:
[email protected]/
[email protected]
33
Bureau Studentenzaken Bureau Studentenzaken ontwikkelt en ondersteunt initiatieven voor een veelvormig studentenleven en een breed aanbod van studentenvoorzieningen zowel binnen de hogeschool als in ‘Den Haag studentenstad’. Bureau Studentenzaken levert een bijdrage aan een stimulerende leeromgeving in De Haagse Hogeschool. Bureau Studentenzaken: • ondersteunt studenteninitiatieven en organisaties; • onderhoudt een uitgebreid in- en extern netwerk, brengt partijen samen, legt verbanden; • adviseert het College van Bestuur; • draagt actief bij aan de organisatie van evenementen en organiseert zelf evenementen; • behartigt de belangen en bewaakt de rechtspositie van individuele studenten en groepen; • levert een bijdrage aan het hogeschoolbeleid o.a. op gebied van leefbaarheid, evenementen, geloof, politiek, diversiteit en commercie. • is een expertisecentrum op gebied van studentenvoorzieningen, extra-curriculaire talentontwikkeling, evenementen, het verenigingsleven, Den Haag als studentenstad, studentenbelangen, enz. Zowel studenten als studentenorganisaties kunnen contact opnemen met het Bureau Studentenzaken. http://studentennet.hhs.nl/bureaustudentenzaken Centrale Studenten Inschrijving (CSI) Bij de Centrale Studenten Inschrijving (CSI) worden de aanmeldingen en inschrijvingen – via Studielink- van de studenten van alle vestigingen van de hogeschool verwerkt. Bij de CSI vindt ook de uitschrijving van afgestudeerden en studiestakers plaats. Je kunt hier ook terecht voor vragen over de in- en uitschrijvingprocedures, toelaatbaarheid en de hoogte van het collegegeld. E-mail CSI:
[email protected] of via http://studentennet.hhs.nl/csi Repro/ copyshop Hoofdvestiging Centrale Repro De centrale Repro van de hogeschool is ingericht voor een snelle uitvoering van grotere reproductieopdrachten. De Repro maakt afdrukken in zwart/wit of in kleur. Bij de Repro zijn verschillende soorten voorbeelden beschikbaar. Er is een aantal afwerkmogelijkheden zoals nieten, inlijmen, plastificeren of vouwen/ hechten. Openingstijden: maandag tot en met vrijdag 08.00-17.00 uur Locatie: Strip 0.82 (bij de Laad-en losruimte aan het eind van de Strip) Inlichtingen: tel. 070-445 8005 Copyshop (servicebalie) Bij de copyshop kunnen op first-in/ first-out-basis productieopdrachten gebracht worden. Er is een copier speciaal voor afdrukken op overheadsheets. Er zijn speciale papiersoorten en –formaten en sheets beschikbaar. Ook kun je in de copyshop terecht voor de verschillende inbindmogelijkheden. Het servicedeel van de copyshop staat ter beschikking van studenten en medewerkers. Openingstijden: maandag tot en met vrijdag 09.00 tot 19.30 uur Locatie: Strip 0.76 Inlichtingen: 070-445 8005 Storingen Bel: 070-445 7777 of meld de storing bij het Servicecentrum op Ovaal 0.03 Multifunctionals Op een groot aantal plaatsen in het gebouw en in de bibliotheek staan voor studenten en medewerkers multifunctionals (gecombineerde kleuren en zwart/wit copiërs/ printers) op gemakkelijk toegankelijke plaatsen. Printen/ kopiëren kan alleen betaald worden met een chipknip of student exchange card. Papier, toner en nietjes voor de multifunctionals worden door het Facilitair Bedrijf bijgevuld. Er mogen alleen sheets gebruikt worden die bij het Servicecentrum zijn gekocht of door het Servicecentrum, zijn goedgekeurd. Bereikbaarheid Servicecentrum: zie onder subtitel: “Servicecentrum”
34
Vestiging Laan van Poot Het Servicecentrum van de vestiging Laan van Poot zorgt ervoor dat kopieeropdrachten door de koerier naar de repro-afdeling van de hoofdvestiging worden gebracht en vice versa. Het servicecentrum zelf fungeert als kleine copyshop met beperkte voorzieningen waar medewerkers en studenten gebruik van kunnen maken. Multifunctionals De multifunctionals voor medewerkers staan bij het Servicecentrum. De multifunctionals voor studenten bevinden zich op de begane grond in de kantine en in de bibliotheek. Printen/ kopiëren kan alleen betaald worden met een chipknip of student exchange card. Papier, toner en nietjes worden door de conciërge bijgevuld. Er mogen alleen sheets gebruikt worden die bij het Servicecentrum zijn gekocht of goedgekeurd. Bereikbaarheid Servicecentrum: zie onder subtitel: “ Servicecentrum” Vestiging Delft Het Servicecentrum van de vestiging Delft zorgt ervoor dat kopieeropdrachten door de koerier naar de reproafdeling van de hoofdvestiging worden gebracht en vice versa. Het Servicecentrum zelf fungeert als kleine copyshop met beperkte voorzieningen waar medewerkers en studenten gebruik van kunnen maken. Multifunctionals: De multifunctionals voor medewerkers en studenten staan bij het Servicecentrum en bij de eigen afdelingen en op gangen. Printen/ kopiëren kan alleen betaald worden met een chipknip of student exchange card. Papier, toner en nietjes worden door de conciërge bijgevuld. Er mogen alleen sheets gebruikt worden die bij het Servicecentrum zijn gekocht of goedgekeurd. Bereikbaarheid Servicecentrum: zie onder subtitel: “ Servicecentrum” Vestiging Zoetermeer Op de 4e etage vind je de receptie van de academie. Bereikbaarheid Servicecentrum: zie onder subtitel: “ Servicecentrum” Multifunctionals: De multifunctional bevindt zich op de 2e etage en er kan alleen met een chipknip afgerekend worden. Storingen multifunctionals binnen alle vestigingen Storingen aan de multifunctionals in de gangen moeten gemeld worden aan de conciërge of bij het Servicecentrum. Een storing mag nooit door de gebruiker zelf verholpen worden. Bij het melden van storingen aan de multifunctionals moet altijd het nummer genoemd worden dat op het apparaat staat en de plek waar deze staat moet doorgegeven worden. Het nummer begint altijd met MFK (is kleur) of MFZ)is zwart/wit). Bereikbaarheid Servicecentrum: zie onder subtitel: “ Servicecentrum” EHBO/ Bedrijfshulpverlening (BHV) De Arbeidsomstandighedenwet bepaalt dat de hogeschool de beschikking moet hebben over deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening. Binnen de hogeschool zijn medewerkers opgeleid. Dit zijn de zogenaamde BHV-ers. Zij zijn speciaal opgeleid om de gewenste bijstand in voorkomende gevallen te kunnen leveren. Het gaat dan om: - Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen (EHBO), - het beperken en het bestrijden van brand, - het voorkomen en beperken van ongevallen en het in noodsituaties alarmeren, - evacueren van alle medewerkers, studenten en andere personen die in de schoolgebouwen aanwezig zijn. De BHV-ers zijn bij calamiteiten de eerst verantwoordelijken tot het moment waarop de officiële hulpverleningsorganisaties zijn gearriveerd en deze de verantwoordelijkheid hebben overgenomen. De BHV-ers worden regelmatig getraind tijdens herhalingscursussen en "stille" oefeningen om hun kennis en vaardigheden op peil te houden. In het geval van een calamiteit beslist in de eerste fase de ploegleider en vervolgens het hoofd BHV, welke acties genomen zullen worden en of het Crisis Management Team wordt opgeroepen. Het Crisis Management Team, beslist uiteindelijk of er gehele- of gedeeltelijke ontruiming plaatsvindt en maakt afspraken over in- en externe communicatie. Het team bestaat uit het hoofd BHV, de voorzitter van het College van Bestuur, de directeur Facilitair Bedrijf en de directeur Communicatie&Marketing.
35
Instructie bij brand en ongevallen Brand? Bommelding? Ontruiming? Blijf rustig en volg onderstaande veiligheidsinstructies. Problemen of vragen? De BHV-er (bedrijfshulpverlener) weet wat er moet gebeuren en biedt hulp. Je herkent een BHV-er aan oranje/ gele reflecterende veiligheidsjasjes. Aan de binnenzijde van toegangsdeuren van werkkamers en van onderwijsruimten vind je ook stickers met Brand 1. Sla alarm via een handbrandmelder 2. Bel of waarschuw • Hoofdvestiging: 070 - 445 80 00 • Locatie Laan van Poot: 070 – 448 32 22 of informeer het Servicecentrum • Locatie Delft: 015-2606333 of informeer het Servicecentrum • Locatie Zoetermeer: 079 – 320 87 87 3. Waarschuw personen in de omgeving 4. Schakel apparaten uit 5. Kleine brand? Blus deze met beschikbare blusmiddelen. Ontruiming 1. Je wordt gealarmeerd via het ontruimingsalarm met slow whoop 2. Sluit ramen, kasten en laden 3. Schakel apparaten uit 4. Sluit de deur, maar niet op slot 5. Ga zo snel mogelijk naar de verzamelplaats, gebruik vluchtroutes, geen liften: Hoofdvestiging, richting het station, tussen de bomen Vestiging Laan van Poot: de Hellashal Vestiging Delft: Inholland Vestiging Zoetermeer: het voetpad bij de ingang van Bredewater 22 Ongeval 1. Bel het alarmnummer (070 445) 8000 en zie verder onder BRAND 2. Wacht op hulp. Functiebeperking voorzieningen De Haagse Hogeschool heeft een veelheid aan voorzieningen getroffen voor studenten die door een functiebeperking of chronische ziekte hinder ondervinden bij hun studie. Het eerste aanspreekpunt is de studentendecaan van de opleiding. Voor meer informatie: http://studentennet.hhs.nl/functiebeperking. Gezondheidscentrum: H/Health Point Bij de vestiging Laakhaven is een gezondheidscentrum gevestigd. In dit centrum werken verschillende hulpverleners: huisarts, diëtist, huidtherapeut, verpleegkundige en fysiotherapeut. H/Health Point is bedoeld voor studenten en medewerkers. Adres: Johanna Westerdijkplein 67. Tel. 070-880 44 75. E-mail:
[email protected] Internet: www.h-healthpoint.nl Haagse Winkel Aan de Talentlaan bevindt zich De Haagse Winkel (OV 0.82). Mocht je een pen, calculator of collegeblok nodig hebben kun je hier terecht. Je kunt er ook terecht voor bijvoorbeeld fietslampjes, Tshirts, sweaters, etc. De Haagse Winkel is elke collegedag geopend van 10:00 tot 16:00 en is te vinden onder trap 2 in de centrale hal van de Hoofdvestiging
36
H/ Link H/Link is het magazine voor studenten en medewerkers van de hogeschool. Net als Link Online (op de intranetportal) heeft het blad een onafhankelijk karakter en brengt nieuws van binnen en buiten de hogeschool, achtergronden, opinie, onderwijs, informatie over studeren en studentenleven. H/Link looft bovendien jaarlijks een prijs uit voor de meest nieuwswaardige afstudeerscriptie, waarvoor afstudeerders zich kunnen aanmelden via www.dehaagsehogeschool.nl/linkscriptieprijs. H/Link is te vinden in de gebouwen van De Haagse Hogeschool in speciale displays. Medewerkers van De Haagse Hogeschool vinden het blad in hun postvakje. H/Link verschijnt maandelijks. Link Online is te vinden op intranet. E-mail:
[email protected]. Telefoon: 070- 4458813/14 Hogeschoolsport De hogeschool beschikt over een Bureau Hogeschoolsport dat het hele schooljaar door een breed programma van sportieve activiteiten aanbiedt. Er is een Hoofd Bureau Hogeschoolsport die wordt ondersteund door een sportraad, bestaande uit studentvertegenwoordigers van verschillende opleidingen. Een groot deel van de activiteiten (groepslessen en -trainingen, kennismakingscursussen en competities) wordt aangeboden in de sporthal van de hogeschool, maar ook buiten de hogeschool kan in veel externe sportaccommodaties goedkoop gesport worden. De eigen sportaccommodatie beschikt tevens over een prachtige fitnesszaal. Bij Bureau Hogeschoolsport in het Ovaal 0.72 kun je terecht voor het aanschaffen van een sportpas, fitnesspas en/of spinningpas en kan worden ingeschreven voor diverse kennismakingscursussen en competities. Studenten die belangstelling hebben voor het lidmaatschap van de sportraad kunnen een mail sturen naar
[email protected]. Het complete sportprogramma en alle overige informatie vind je ook in de gratis sportbrochure en op www.hhs.nl/sport. ICT (Dienst Informatie- & Communicatietechnologie) De Dienst ICT verzorgt: ICT faciliteiten, telefonie en de audiovisuele middelen (verder te noemen AVmiddelen) binnen de hogeschool. Voor vragen over het gebruik van deze functionaliteit en voor het melden van storingen kun je terecht bij de Service Desks. Op de Centrale Service Desk (SL 2.58) in Den Haag zijn extra faciliteiten beschikbaar zoals scanner en verkoop van losse ICT middelen zoals opslagmedia; deze zijn tevens verkrijgbaar bij de Haagse Winkel in het Atrium aan de Talentlaan (OV 0.79). AV-middelen zoals videocamera’s, beamers en demonstratiesets kunnen vooraf worden gereserveerd via de website van de ICT-ServiceDesk (te vinden via het studentennet). Op deze pagina’s vind je allerlei informatie over gebruik van ICT, telefonie en AV-middelen, alsmede de openingstijden. De Service Desks zijn voor alle locaties (ook) bereikbaar via email en telefoon, zie: http://studentennet.hhs.nl/ict-servicedesk Email:
[email protected]
37
International Office Het International Office zorgt voor de inkomende internationale student en de uitgaande zittende student. Voor inkomende studenten zorgt het International Office voor VISA, verblijfsvergunningen, verzekeringen enz. Voor de inkomende master, exchange, en prepschool studenten draagt het International Office ook zorg voor de aanmelding en toelating. Zittende studenten kunnen bij het International Office informatie krijgen over stagelopen en studeren in het buitenland, subsidiemogelijkheden, verzekeringen, verblijfsvergunningen in Nederland enz., kortom alles wat met internationale mobiliteit te maken heeft. Bij het International Office kun je informatie krijgen over niet-onderwijsinhoudelijke zaken die een stage of een opleiding in het buitenland met zich meebrengt. Bij het zoeken van je stageplaats kun je het beste contact opnemen met je stagecoördinator. Het boekje ‘Stage lopen en Studeren in het buitenland’ bevat veel nuttige informatie voor studenten die een tijdje in het buitenland willen doorbrengen. Je kunt dit boekje krijgen bij het International Office of je stagecoördinator of digitaal op de internetpagina van het International Office bekijken. Meer informatie kun je vinden op het studentennet: http://studentennet.hhs.nl/internationaloffice Voor alle vragen rondom immigratieprocedures:
[email protected] Voor alle vragen met betrekking tot beursprogramma' s:
[email protected] Voor algemene vragen:
[email protected] Locatie: Ovaal 0.74 Intranet en website De website van de hogeschool bestaat uit een intern netwerk voor studenten (Studentennet) en voor medewerkers (Medewerkersnet) en een niet afgesloten deel voor externe bezoekers. 1. Studentennet Voor de studenten van alle vestigingen (de hoofdvestiging en de vestigingen Laan van Poot, Delft en Zoetermeer) is een informatiesysteem ingericht waarin informatie- en communicatiesystemen zijn geïntegreerd: Studentennet. Via Studentennet is alle voor de studie relevante informatie benaderbaar. De student vindt hier onder andere berichten van de opleiding en de hogeschool, toetsresultaten, roosters, statuten en regelingen, keuzeonderwijseenheden, minors, formulieren, inschrijfsystemen en de wie-wat-waar. Ook biedt het informatie over studentenvoorzieningen als bibliotheek, ICT-servicedesk, studentendecanaat en dergelijke. Tevens biedt Studentennet rechtstreeks, single-sign-on toegang tot externe applicaties als webmail, Blackboard, OSIRIS (studievoortgang) en IRIS (roosters). Om toegang te krijgen tot Studentennet moet een student inloggen via http://studentennet.hhs.nl. Dit kan vanaf iedere pc met internetaansluiting, zowel van binnen de hogeschool als van daarbuiten. 2. Medewerkersnet Voor medewerkers is Medewerkersnet ingericht. Om toegang te krijgen tot Medewerkersnet moet een medewerker inloggen. 3. Externe website Op http://www.dehaagsehogeschool.nl staat alle niet-afgeschermde informatie. De externe website is gericht op externe doelgroepen o.a. potentiële studenten, decanen, alumni, bedrijven en (stage)instellingen. Er is één gezamenlijke externe website voor alle vestigingen van de hogeschool.
38
Lockers Hoofdvestiging De beschikbare lockers in het gebouw zijn onderverdeeld in korte termijn en lange termijn lockers. De lockers bij de bibliotheek zijn korte termijn lockers. De lange termijn lockers zijn te vinden in de fietsenkelder en tegenover Slinger 3.62. Korte termijn lockers (1 dag) De korte termijn lockers vind je langs de wand naast de entree van de bibliotheek. Deze lockers mogen uitsluitend gebruikt worden tijdens de openingstijden van het gebouw. Openingstijden gebouw hoofdvestiging: Maandag t/m donderdag: van 0.800 uur tot 23.00 uur Vrijdag: van 0.800 uur tot 19.00 uur Na sluitingstijd worden de lockers bij de bibliotheek geopend en wordt de inhoud in bewaring genomen. Tegen betaling van bewaar- en administratiekosten kun je de inhoud afhalen bij de beveiliging (Ovaal 0.01, telefoonnummer 070 – 445 8001). De hogeschool is niet aansprakelijk voor beschadiging en vermissing van eigendommen. Je wordt geacht kennis te hebben genomen van de voorwaarden voor het gebruik van de lockers. Deze voorwaarden zijn aangebracht aan de zijkant van ieder lockerblok en tevens verkrijgbaar bij het Servicecentrum. Voor bereikbaarheid zie: Servicecentrum. Lange termijn lockers (half jaar of jaar) Je kunt ook een locker voor een langere termijn huren. Deze lockers zijn te vinden in de fietsenkelder en tegenover Slinger 3.62. De verschillende mogelijkheden zijn: - 1e week studiejaar tot en met laatste week studiejaar: € 25,- september tot en met december: € 12,- januari tot en met juni: € 18,De sleutels van de lange termijn lockers zijn alleen via het Servicecentrum te verkrijgen (Ovaal 0.03) na het betalen van een borg van € 37,50.Voor meer informatie kun je ook terecht bij het Servicecentrum. Vestiging Laan van Poot Op de Laan van Poot zijn lockers vrij beschikbaar voor het opbergen van sporttassen/ kleding. Studenten moeten zelf voor een hangslotje zorgen en zijn zelf verantwoordelijk voor hun spullen. Aan het eind van het schooljaar moeten de studenten de lockers leeghalen, anders worden ze geleegd door de beveiliging. De hogeschool is niet aansprakelijk voor beschadiging en vermissing van eigendommen. Tevens moeten aan het eind van het studiejaar alle fietsen meegenomen worden naar huis, anders worden ze verwijderd. Vestiging Delft De lockers bevinden zich in de hal bij de garderobe op de begane grond. In Delft kan het huren van een locker alleen voor lange termijn. Deze termijn loopt van de eerste week - tot en met de laatste week van een studiejaar. De kosten per huurtermijn zijn € 25,-. Daarnaast betaal je per huurtermijn en per locker een borg van € 10,50. Bij het Servicecentrum kun je terecht voor meer informatie, de algemene (huur) voorwaarden, betaling van huur en borg voor het ophalen van de sleutel.
39
Vestiging Zoetermeer Er zijn geen lockers. Loopbaancentrum Wat kan het Loopbaancentrum voor je betekenen? Tijdens openingstijden van het centrum kun je binnenlopen, vragen stellen aan een loopbaanadviseur en jezelf oriënteren op opleidingsmogelijkheden (documentatie en sites). Je kunt zelf kiezen uit verschillende onderdelen en daarmee een eigen traject samenstellen. Onderdeel hiervan kan zijn: • individueel testtraject (interesse, studiehouding en -motivatie, capaciteiten, persoonlijkheid), • gesprekken (over doorstuderen, het benaderen van de arbeidsmarkt, dilemma’s, het samenstellen van een actieplan), • modules (over kwaliteiten en valkuilen, wensen en waarden, vaardigheden en inspiratiebronnen) • en een groepsgewijze heroriëntatiecursus. De medewerkers van het Loopbaancentrum staan voor je klaar als er meer nodig is om je te helpen. Ga bijvoorbeeld een oriëntatiegesprek aan, stel je eigen loopbaanpad samen en bespreek met een medewerker wat voor jou de beste ‘route’ is. http://studentennet.hhs.nl/loopbaancentrum E-mail:
[email protected]. Tel.070-445 85 95 Openingstijden voor inloop: maandag, woensdag, donderdag van 10.00u – 16.00u dinsdag van 12.00u – 16.00u. vrijdag van 10.00u - 13.00u (Deeltijd-studenten kunnen eventueel een afspraak maken na 17.00u). Noodfonds Studenten van de hogeschool kunnen in bepaalde omstandigheden een beroep doen op het Noodfonds. Het fonds is bedoeld om studenten die in acute financiële nood van aantoonbaar tijdelijke aard verkeren, financiële ondersteuning te bieden door middel van kortlopende renteloze leningen. Het Noodfonds is niet bedoeld als aanvulling of correctie op het normale systeem van studiefinanciering en evenmin voor collegegeldbetaling. Aanvragen moeten altijd gedaan worden bij de studentendecaan van de betreffende opleiding. Deze stuurt de aanvraag schriftelijke door naar de commissie Noodfonds. Deze commissie beslist over toekenning van een lening. Ondersteunend Onderwijs Nederlands Voor hbo’ers is het een vereiste om over een goede Nederlandse taalvaardigheid te beschikken. Zij moeten in hun toekomstige beroep maar ook tijdens de studie in staat zijn om op een correcte wijze schriftelijke rapportages, verslagen of adviezen te schrijven. Studenten die toelaatbaar zijn op het hbo blijken echter vaak problemen te ondervinden met het Nederlands. Zij hebben bijvoorbeeld moeite met het structureren van teksten, met formuleren, argumenteren of met (werkwoord)spelling. Een te beperkte woordenschat of een gebrekkige zinsbouw vormen eveneens regelmatig een struikelblok, vooral voor die studenten voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. Daarom is er binnen De Haagse Hogeschool een programma beschikbaar om studenten te ondersteunen in de ontwikkeling van hun Nederlandse schrijf- en spreekvaardigheid. Dit programma wordt verzorgd door het Bureau Ondersteunend Onderwijs Nederlands (BOON).
40
Verschillen per opleiding: Opleidingen stellen zelf vast of zij gebruik maken van het programma Ondersteunend Onderwijs Nederlands of niet. Er zijn opleidingen waarbij het programma deel uitmaakt van het curriculum, maar er zijn ook opleidingen die hun studenten incidenteel in de gelegenheid stellen om het programma te volgen. Ook zijn er opleidingen die geen gebruik maken van het onderwijs van BOON. Programma BOON: Voor de opleidingen die het programma van BOON volgen, geldt het volgende. Om op een snelle en efficiënte manier een beeld van de taalvaardigheid van eerstejaarsstudenten te krijgen, maken de studenten bij de start van hun opleiding een instaptoets Nederlands. Afhankelijk van de uitslag van de toets komen zij in aanmerking voor een vorm van ondersteunend onderwijs Nederlands. Er zijn lessen Zakelijk Schrijven, Werkwoordspelling en Spreekvaardigheid. Kijk het volledige programma van BOON, het jaarrooster en de wijze van inschrijven op: http://studentennet.hhs.nl/boon Contact: Mw. J. Kelter mw. M.W.C. van de Molengraaf coördinator/ docent onderwijsadministratie tel.: 8641 tel.: 8394 e-mail:
[email protected] e-mail:
[email protected] RegioRegisseur De RegioRegisseur biedt diverse mogelijkheden voor studenten die contact willen leggen met het bedrijfsleven. De RegioRegisseur zoekt actief naar kennisvragen van het bedrijfsleven en antwoorden op die kennisvragen bij het onderwijs. Een deel van de kennisvragen kunnen worden beantwoord door middel van een project(opdracht), een stage of een afstudeeropdracht. De RegioRegisseur biedt studenten via haar website (www.regioregisseur.nl) de mogelijkheid om zich te presenteren aan bedrijven in de regio Haaglanden. Hierna kunnen interessante koppelingen volgen tussen bedrijven en studenten, wat vaak leidt tot succesvolle samenwerkingen. De bedrijven variëren van multinationals tot eenmanszaken en de vragen zijn divers en uitdagend. Om wat concrete voorbeelden te noemen uit het afgelopen jaar: marktonderzoek voor een kapperszaak, productontwikkeling voor een ict bedrijf en het bouwen van een nieuwe attractie voor Madurodam waarbij studenten mbo/ hbo van verschillende opleidingen samenwerken. Voor meer informatie kun je met de RegioRegisseur contact opnemen: Website: www.regioregisseur.nl Email:
[email protected] Tel: (070) 445 88 35 Restauratieve voorzieningen Op alle vestigingen zijn (meerdere) kantines aanwezig, waarbinnen het aanbod van kantine tot kantine kan verschillen. Ook staan op alle vestigingen van de hogeschool automaten voor dranken en etenswaren, onder meer bij restaurants en collegezalen. Er zijn automaten voor warme drank (onder andere koffie, thee, soep en chocolade), frisdrank en snoep. Hoofdvestiging Etenswaren en dranken zijn verkrijgbaar in het centrale restaurant, de drie kantines, een koffiecorner, Café DOK 75 en uit de automaten en op locatie (banqueting). Het centrale restaurant heeft het meest uitgebreide assortiment: koffie, thee, melkproducten, frisdranken, brood en beleg, snacks, fruit, koeken, snoep, soep, warme- en koude snacks en warme maaltijden. Er is ook halal-voedsel verkrijgbaar. Bij mooi weer kan er gebruik gemaakt worden van het terras aan het water van de Strip. In de academiekantines kun je koffie, thee, melkproducten, frisdranken, brood en beleg, snacks, soep, fruit, koeken en snoep krijgen. Naast de hoofdingang bevindt zich koffiecorner Mockamore. Hier kan men terecht voor bijzondere soorten koffie, gebak en bagels. In ST 0.02 vind je het Grand Café Dok75. Dit restaurant heeft een uitgebreide lunch- en dinerkaart, geserveerd middels plateservice. Dok75 is een leerbedrijf, dat samen met de Academie voor Facility Management gerund wordt. Centraal restaurant: Openingstijden: 08.00 - 21.00 uur Vrijdag geopend tot 17.00 uur Academiekantines: Locatie: ovaal 2e verdieping, slinger 3e verdieping en slinger 4e verdieping Openingstijden: 10.00 - 15.00 uur
41
MockaMore: Locatie: naast de hoofdingang Openingstijden: 08.00 - 18.00 uur (vrijdag tot 17.00) Dok75 Locatie: ST 0.02 Openingstijden: maandag t/m donderdag van 09.30 tot 19.00 vrijdag van 09.30 tot 14.00 uur Vestiging Delft Locatie: begane grond Openingstijden: 10.00 - 15.00 uur Tijdens tentamenweken: 11.30 - 13.30 uur Hier vind je een variatie aan soepen, diverse warme snacks en belegde broodjes. Telefoon: 015 - 2606214 Betaalwijze: chipknip Vestiging Laan van Poot Locatie: in de Aula op de begane grond Openingstijden: 09.00 - 16.00 uur Tijdens tentamenweken 09.00 - 15.00 uur Hier vind je een variatie aan soepen, diverse warme snacks en belegde broodjes. Telefoon: 070 - 448 3234 Betaalwijze: chipknip Vestiging Zoetermeer Locatie: 5e etage Openingstijden: 10.00 - 13.30 uur. Hier vind je een restaurant met lunchfaciliteiten. Betaalwijze: chipknip Servicecentrum Het Servicecentrum is het algemene aanspreekpunt van het Facilitair Bedrijf en is in de hoofdvestiging te vinden naast de hoofdingang (OV 0.03). Ook zijn er Servicecentra op de vestigingen aan de Laan van Poot, Delft en Zoetermeer. Bij de balie van de Servicecentra kun je o.a. terecht voor: • Algemene vragen over de facilitaire dienstverlening; • aanvragen van evenementen, reserveren van algemene ruimten en faciliteiten (alleen op naam van een medewerker); • doorgeven van klachten, wensen en storingen op de volgende gebieden: o Kopieerapparaten o Koffieautomaten o Snoep- en frisdrankautomaten o Beheer en Onderhoud o Schoonmaak o Etc • aanvragen / mutaties op de volgende gebieden: o Reisverzekering o Exchange kaarten • Huur van lockers • Toegang AVM-lokaal
42
Bereikbaarheid Servicecentra Servicecentra Hoofdvestiging Balie Telefoon
OV 0.03 070- 445 7777
Emailadres
Servicecentrum @hhs.nl
Servicecentrum Laan van Poot Bij ingang 070- 448 3223
Servicecentrum Delft Bij ingang 015- 260 62020
Servicecentrum Zoetermeer Bij ingang 079- 320 8787
[email protected] [email protected] [email protected] l
Openingstijden ma-do: ma-vr: 08.00- 19.30 08.00– 18:30 vrij: 08.00- 17.00 In de onderwijsvakanties gelden beperkte openingstijden
ma-vr: 08.00- 18.00 NOVA do: tot 01.00
ma-vr: 08.00- 17.00
Sponsorfonds Het College van Bestuur heeft een fonds van waaruit bijzondere initiatieven van studenten, die bijdragen aan de positieve beeldvorming van de hogeschool, financieel ondersteund worden. Er zijn criteria opgesteld voor het verlenen van sponsorgeld. Meer informatie is verkrijgbaar bij Bureau Studentenzaken. http://studentennet.hhs.nl/sponsorfonds Studentendecanen De studentendecaan is een onafhankelijke functionaris die studenten raad geeft bij studieaangelegenheden, hen begeleidt bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard en, waar nodig, bemiddelt en/ of verwijst. Het decanaat heeft als hogeschoolvoorziening een ondersteunende functie in het kader van het bereiken van meer studierendement en minder studievertraging. Het decanaat is in alle opleidingen aanwezig. De dienstverlening van het decanaat omvat globaal: • het vanuit een onafhankelijke en vertrouwelijke positie verlenen van hulp, het adviseren en begeleiden van studenten bij studiemoeilijkheden, handicap danwel functiebeperking en/ of problemen van persoonlijke aard, waaronder in de eigen leef- en woonsituatie, inclusief gerichte verwijzing; • het geven van voorlichting en informatie aan groepen en individuele studenten op het terrein van onderwijs en opleidingen in algemenere zin, studiefinanciering, fondsen en sociale regelingen; • bemiddelen tussen enerzijds docent en/ of opleiding en anderzijds student waar het betreft het oplossen van problemen gerelateerd aan de opleiding, het onderwijssysteem van de opleiding en/ of hogeschool en het functioneren als student. Bovendien, indien een bevredigende oplossing niet wordt bereikt, het bijstaan van de student bij het in gang zetten en volgen van een bezwaar- of beroepsprocedure; • het signaleren van knelpunten en (on)gevraagd adviseren van de directie, de teamleiding, de examencommissie en slb-ers inzake het onderwijs en alles wat daar mee samenhangt. Informatie over de bereikbaarheid van decanen is te vinden in de studiegids van de opleiding en via http://studentennet.hhs.nl/decanaat Studentenhuisvesting Stichting DUWO beheert een aanzienlijk aantal kamers voor studenten. Iedere student kan zich inschrijven als kamerzoekende. Informatie: www.duwo.nl. Studentenorganisaties Binnen De Haagse Hogeschool zijn verschillende organisaties actief, zowel studentenverenigingen als studieverenigingen. Een overzicht vind je op: Studentenorganisaties - Studentennet De Haagse Hogeschool Studenten en studentenorganisaties kunnen voor ondersteuning en advies bij initiatieven op de hogeschool terecht bij Bureau Studentenzaken.
43
Studentenpsycholoog De studentenpsycholoog kan helpen bij het oplossen van studie- en studentenproblemen. Dat betekent dat een student zowel met studieproblemen als met persoonlijke problemen die de opleiding hinderen, een beroep op de studentenpsycholoog kan doen. In de begeleiding binnen de Haagse Hogeschool richt de studentenpsycholoog zich vooral op studiegerelateerde problemen. De hulp kan bestaan uit gesprekken, trainingen/ cursussen, werkboeken/ informatiebladen, webpagina’s en computerprogramma’s. Ook kan gerichte verwijzing plaatsvinden binnen en buiten de onderwijsinstelling. Studenten kunnen op eigen initiatief een afspraak maken met de studentenpsycholoog, maar ook na een doorverwijzing door de studentendecaan, of studieloopbaanbegeleider. Voor een eerste afspraak kunnen studenten terecht op de spreekuren op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag in OV1.68 van de hoofdvestiging. Op het Loopbaancentrum (OV 1.68) ligt een lijst waarop studenten zich dienen in te schrijven voor het spreekuur. In een kort gesprek wordt besproken wat de knelpunten zijn en welke weg het beste kan worden bewandeld om deze aan te pakken. Met de informatie, die de student over zichzelf geeft, wordt uiteraard strikt vertrouwelijk omgegaan. http://studentennet.hhs.nl/studentenpsycholoog Email:
[email protected],
[email protected] Vertrouwenspersonen ongewenst gedrag Iedere student die geconfronteerd wordt met ongewenst gedrag kan zich wenden tot de vertrouwenspersoon van de desbetreffende academie of opleiding, of bij een van de andere vertrouwenspersonen van de Haagse Hogeschool. De student kan met de vertrouwenspersoon het probleem in een vertrouwelijke sfeer bespreken en gezamenlijk zoeken naar mogelijke oplossingen om een einde te maken aan het ongewenst gedrag. De namen van de vertrouwenspersonen en overige informatie zijn vermeld op http://studentennet.hhs.nl/vertrouwenspersonen en in de studiegids van elke opleiding. Zie voor meer informatie ook studentenstatuut deel 1. Verzekeringen De hogeschool heeft een WA-verzekering afgesloten waardoor alle werknemers, vrijwilligers en stagiaires verzekerd zijn met betrekking tot werkzaamheden die zij voor de hogeschool verrichten. Het dekkingsgebied hiervoor strekt zich ook uit buiten de gebouwen van de hogeschool. Voor sommige opleidingen gelden aparte regelingen die beschreven staan in de studiegids. Ga je op stage? Vraag je stagebegeleider of e-mail naar
[email protected] voor De Haagse Stageovereenkomst! Voor stages in USA en/ of Canada dient een aanvullende verzekering te worden afgesloten. Informatie via
[email protected] Informatie: http://studentennet.hhs.nl/decanaat
44
6
Onderwijsplan
a. Indeling van het onderwijs Het onderwijs van de opleiding is ingedeeld in een propedeutische fase en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft, zoals wettelijk verplicht is, een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. De propedeutische fase omvat 60 studiepunten; de hoofdfase 180 studiepunten. De opleiding is ingedeeld in vier blokken van min of meer gelijke lengte; een blok omvat 10 lesweken. Per blok wordt gestreefd naar is een evenredige studielast van 15 studiepunten. b. Jaaroverzicht propedeuse en hoofdfase Jaar 1
Blok 1 Kennismaken met de MER
Jaar 2
Onderzoek en Processen
Blok 2 Invloed van de omgeving Minorruimte
Jaar 3
Strategisch Management in Internationaal Perspectief Minorruimte
Adviseren via Projectmatig Werken Minorruimte
Jaar 4 c.
Blok 3 Bedrijfsvoering
Blok 4 Mens en Organisatie
Analyse en Omgeving Stage
Bedrijfsvoering Stage
Afstuderen
Afstuderen
Propedeuse De propedeuse omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met het aantal studiepunten. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de Studiegids Studiejaar 2011-2012 van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd en is tevens te vinden op studentennet (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd > Curriculum opleiding).
d. Indien de toets van een onderwijseenheid bestaat uit verschillende deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de normering per deeltoets vermeld.
Studiejaar MER voltijd 2011 - 2012 Jaar 1: Propedeuse blok 1 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie Inleiding: M&OI Privaatrecht: PRIV Economisch Denken: ECD Finance: Inleiding: FI Basis Managementvaardigheden 1: - Word: WORD - Formuleren: FORM - Presenteren: PRES Zakelijk Engels: EN 1 Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 1
aantal studiepunten 2 3 3 4
3
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets
5,5
Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5
- Overall toets - Casustoets - Assessment en 80% aanwezigheidsplicht Overall toets
5,5 5,5 5,5
Opdracht
5,5 Voldaan
15
45
Jaar 1: Propedeuse blok 2 Naam onderwijseenheid Macro Omgeving: MO Publiek Recht: PUBL Marketing: MARK Bedrijfsadministratie: BA Projectvaardigheden: - Businessgame: BG - Vergaderen: VERG
aantal studiepunten 3 3 3 5
- Interviewen: INT - Excel 1: EXC 1 Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5 5,5
- Participatie - Opdracht en 80 % aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80 % aanwezigheidsplicht - Overall toets
Voldaan 5,5 5,5 5,5
14
Jaar 1: Propedeuse blok 3 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie: - Processen: M&OP - Omgevingsanalyse: OA Interne Verslaggeving: IV Financiering: FIN Bedrijfsadministratie: BA Basis Managementvaardigheden 2 - Zakelijk Engels 1a: EN 1a - Rapporteren: RAPP Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 3
aantal studiepunten 4 3 3 3 3
Toetsvorm
Minimale eis
- Kennistoets - Opdracht Kennistoets Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
- Spreek- en schrijfvaardigheidtoets - Opdracht
5,5 5,5
16
Jaar 1: Propedeuse blok 4 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie Gedrag: M&OG Arbeidsrecht: ARB Integraal Project: IP Praktijkweek: PRAKW Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV - Kritisch Denken Jaar 1: KDJr 1 Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 4
aantal studiepunten 4 3 4 1 3
Toetsvorm
Minimale eis
Casustoets
5,5
Kennistoets Opdracht en kennistoets 80% aanwezigheidsplicht
5,5 5,5 Voldaan
- Opdracht - Portfolio
Voldaan 5,5
15
46
Specificatie geclusterde onderwijseenheden propedeuse (deeltoetsen) Stpt1 Deeltraining
Onderwijs- Omschrijving eenheid M&O
Management & Organisatie
4
Afkorting
Min. eis Wedeeltoets ging
SBU2
Processen
M&OP
5,5
3
84
Omgevingsanalyse
OA
5,5
1
28
BM1
Basis Managementvaardigheden 1
4
Formuleren Presenteren Word
FORM PRES WORD
5,5 5,5 5,5
2 1 1
56 28 28
BM2
Basis Managementvaardigheden 2
3
PROJV
Projectvaardigheden
3
Oriëntatie op Loopbaan en Beroep
EN 1a RAPP BG VERG INT
5,5 5,5 Voldaan 5,5 5,5
2 1 1 1 1
56 28 28 28 28
OLP
3
Engels 1a Rapporteren Business Game Vergaderen Interviewen Studievaardigheden Kritisch Denken Jaar 1
SV
Voldaan
2
56
5,5
1
28
f.
KDJr 1
Hoofdfase De hoofdfase omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met het aantal studiepunten. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de Studiegids Studiejaar 2011-2012 van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd en is tevens te vinden op studentennet. Indien de toets van een onderwijseenheid bestaat uit verschillende deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de normering per deeltoets vermeld.
Jaar 2: Hoofdfase blok 1 Onderzoek en processen Naam onderwijseenheid Externe verslaggeving: EV Processen in organisaties: PIO Onderzoeksvaardigheden 1 - Steekproeftheorie: ST - SPSS: SPSS ICT in organisaties: IIO
Aantal studiepunten 3 3 4 3
Kwantitatief Onderzoek: KO
3
Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
16
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5
- Kennistoets - Opdracht Kennistoets en groepsopdracht Kennistoets en groepsopdracht
5,5 5,5 5,5 5,5
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid. 2 Binnen een geclusterde onderwijseenheid wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen gemiddelde van de cijfers voor deeltoetsen.
de
47
Jaar 2: Hoofdfase blok 2 Minorruimte Naam onderwijseenheid Minorruimte Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
Aantal studiepunten 15
Toetsvorm
Minimale eis 5,5
15
Jaar 2: Hoofdfase blok 3 Analyse en Omgeving Naam onderwijseenheid
Aantal studiepunten Branche & Markt: B&M 3 Toegepast Personeelsmanagement: 3 TPM Onderzoeksvaardigheden 2 3 - Excel 2: EXC 2 - Deskresearch: DR Financieel Rekenen: FR 2 Extern Project 1: EP 1 3 Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 3 14
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Casustoets
5,5 5,5
- Overall toets - Opdracht Kennistoets Assessment
5,5 Voldaan 5,5 5,5
Jaar 2: Hoofdfase blok 4 Bedrijfsvoering Naam onderwijseenheid Bedrijfscommunicatie: BC Investeringsbeslissingen: IB Bedrijfsrecht: BDR Management Informatie Systemen: MIS Communicatietechnieken: - Gesprekstechnieken: GESPR
Aantal studiepunten 3 3 3 3 3
- Onderhandelen: OND - Communicatietraining: COMT Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal Blok 4
Toetsvorm
Minimale eis
Opdracht Kennistoets Casustoets Overall toets
5,5 5,5 5,5 5,5
- Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Participatie en Opdracht
5,5 5,5 Voldaan
15
48
Specificatie geclusterde onderwijseenheden hoofdfase jaar 2 (deeltoetsen) Onderwijs- Naam eenheid
3
Stpt Onderdeel
Afkorting Min. eis We- SBU deeltoets ging
ONDV 1
Onderzoeksvaardigheden 1
4
Steekproeftheorie ST SPSS SPSS
5,5 5,5
2 2
56 56
ONDV 2
Onderzoeksvaardigheden 2
3
COMM
Communicatietechnieken
Deskresearch Excel 2 Gesprekstechnieken Onderhandelen Communicatietraining
5,5 5,5 5,5
1 2 1
28 56 28
5,5 Voldaan
1 1
28
3
DR EXC2 GESPR OND COMT
28
Jaar 3: Hoofdfase blok 1 Strategisch Management in Internationaal Perspectief Naam onderwijseenheid Aantal Toetsvorm studiepunten Strategie: 5 - Strategisch Denken incl. - Assessment Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (SD) - Toepassing Strategie (TS) - Assessment Bedrijfsanalyse & Fiscaal Recht: 4 - Fiscaal Recht 1: Winstbelastingen - Overall toets (WB) - Bedrijfsanalyse en Aspecten van Ondernemen (BAO) - Opdracht - Portfolio Strategische en Economische Ontwikkelingen (PORT) - Kennistoets Internationale & Interculturele 6 Oriëntatie: - Europees Recht (ER) - Kennistoets 4 - Internationale Activiteit (IA) - Participatie - Internationale Betrekkingen (IBT) - Kennistoets - Interculturele Communicatie en Diversiteit (ICD) - Kennistoets en 80% - Managementtraining (MT) aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht Totaal blok
Minimale eis 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
5,5 Voldaan 5,5 5,5 5,5
15
3
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid. % Voor de internationale activiteit kan in principe worden ingeschreven voor de volgende bestemmingen: Istanbul, Marokko, Den Haag, Brussel, Leuven, Berlijn. Aan iedere activiteit is een quotum gebonden; ingeschreven studenten die ‘boventallig’ zijn, worden ingedeeld bij hun tweede- of derde keuze.
49
Jaar 3: Hoofdfase blok 2 Adviseren via Projectmatig Werken Naam onderwijseenheid Aantal studiepunten 5 Extern project 2 (EP 2) 9 Analyseren en Adviseren: 6 - Adviesvaardigheden (ADVV) - Kritisch Denken Jaar 3 (KDJr 3) - Projectmanagement (PM) Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Totaal blok 2
Toetsvorm
Minimale eis
Assessment
5,5
- Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Kennistoets en Portfolio - Overall toets en Opdracht
5,5 5,5 5,5
15
Jaar 3: Hoofdfase blok 3 en 4 Stage * Naam onderwijseenheid Stageperiode Totaal periode 3 en 4
Aantal studiepunten 30
Toetsvorm Assessment
Minimale eis 5,5
30
* Ingangseis stageperiode Studenten die in het derde jaar stage willen lopen, moeten naast hun propedeusediploma minimaal 40 van de 60 studiepunten van het tweede jaar (hoofdfase) hebben behaald.
& Het niveau van het externe project moet liggen op “onderzoek en advies op basis van een complex organisatievraagstuk” bijvoorbeeld een strategisch marketingadvies, afdelingswerkplan, strategisch personeelsplan, implementatieplan etc.
50
Specificatie geclusterde onderwijseenheden (deeltoetsen) hoofdfase jaar 3 Onderwijs- Naam eenheid
STRAT
B & FR
I&IO
A&A
Strategie
Bedrijfsanalyse & Fiscaal Recht
Internationale & Interculturele Oriëntatie
Analyseren & Adviseren
Stpt6 Onderdeel
5
4
6
6
Afkorting
Strategisch Denken incl. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen SD Toepassing Strategie TS Fiscaal Recht 1: Winstbelastingen Bedrijfsanalyse en Aspecten van Ondernemen Portfolio Strategische en Economische Ontwikkelingen Internationale Betrekkingen Managementtraining Europees Recht Interculturele Communicatie en Diversiteit Internationale Activiteit Adviesvaardigheden Kritisch Denken Projectmanagement
Min. eis We- SBU deeltoets ging
5,5
3
84
5,5
2
56
WB
5,5
2
56
BAO
5,5
1
28
PORT
5,5
1
28
IBT
5,5
2
56
MT ER
5,5 5,5
1 1
28 28
ICD
5,5
1
28
VOLD
1
28
ADVV KDJr3
5,5 5,5
2 2
56 56
PM
5,5
2
56
IA
6
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid.
51
Jaar 4: Hoofdfase blok 1 en 2 Minorruimte Naam onderwijseenheid Minorruimte Totaal blok 1 en 2
Aantal studiepunten 30 30
Toetsvorm
Aantal studiepunten 5 15 3 4
Toetsvorm
Minimale eis 5,5
Jaar 4: Hoofdfase blok 3 en 4 Afstuderen Naam onderwijseenheid Voortraject Afstuderen (VAFST) Afstuderen (AFST) Bedrijfsanalyse (BAN) Capita Selecta - Maatschappelijke Oriëntatie (MO) - Actuele Onderwerpen (AO) Fiscaal Recht 2: - Fiscaal Recht: Loon en Inkomstenbelasting (LIB) - Hulp bij Belastingaangifte (HUBA) Totaal periode 3 en 4
3
30
Minimale eis
Opdracht Opdracht Opdracht
Voldaan 5,5 5,5
- Participatie
Voldaan
- Participatie, Presentatie en 80% aanwezigheids-plicht
Voldaan
- Overall toets - 80% aanwezigheidsplicht
5,5 Voldaan
Specificatie geclusterde onderwijseenheden (deeltoetsen) hoofdfase jaar 4
Capita Selecta8
4
FR2
Fiscaal Recht 2
3
7
Naam
Stpt7 Onderdeel
Onderwijseenheid CS
Afkorting Min. eis We- SBU deeltoets ging 5,5 2 Maatschappelijke Oriëntatie MO 56 Actuele Onderwerpen 5,5 2 AO 56 Fiscaal Recht: Loon- en LIB Inkomstenbelasting 5,5 2 56 Hulp bij Belastingaangifte HUBA (HUBA) 5,5 1 28
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid
$
De onderwijseenheid Capita Selecta bevat een aanbod dat jaarlijks wordt aangepast aan trends, maatschappelijke ontwikkelingen en innovaties binnen het MER-domein.
52
Minorruimte Minoren algemeen In 2008 is in de hele Haagse Hogeschool het systeem van major–minor geïmplementeerd. Dat wil zeggen dat je je major doet bij de opleiding waar je voor gekozen hebt en dat je door middel van de minorruimte je eigen accenten kunt leggen, je kunt verbreden of verdiepen. De opleiding MER-voltijd biedt in 2011/2012 vier minors aan. In het tweede en vierde jaar van de opleiding is er voor studenten de mogelijkheid om een minor bij andere opleidingen te volgen. Een overzicht van alle minoren staat op het studentennet (minorcatalogus). De catalogus is inhoudelijk te raadplegen via OSIRIS. Deelname aan minoren Voor het volgen van minors waarvan in de minorcatalogus in OSIRIS staat vermeld dat zij toegankelijk zijn voor MER-studenten hoeft geen toestemming gevraagd te worden. Voor de overige minoren dient toestemming gevraagd te worden aan de minorcoördinator. Minor in het buitenland In toenemende mate zullen studenten komen met eigen voorstellen voor het volgen van een minor in het buitenland. Om te kunnen beoordelen of deze minor van voldoende niveau is worden de volgende criteria gehanteerd (in het Engels, zodat studenten op de juiste manier naar informatie kunnen vragen): The provider of the course has an accreditation on the level of higher education of an official board of accreditation (national or international); The course is well described: content, learning objectives and assessment. The course information is clear about the amount of credits (ects). If the credits are not specified in ects, it is clear how many hours are spent on learning activities (contact, selfstudy). De student levert deze informatie aan, waarna de examencommissie van de opleiding besluit of de minor is toegestaan. Op de website van het Netwerk Accreditatie-instellingen: International Network of Quality Assurance Agencies in Higher Education staat een (niet uitputtende) lijst met officiële accreditatie-instellingen. Website: www.inqaahe.org OSB De student kan een deel van de vrije ruimte invullen met de keuzeonderwijseenheid Oriëntatie op Studie en Beroep (OSB). Dit onderdeel geeft de mogelijkheid om te oriënteren op een eventuele vervolgstudie of op het werkveld. De volledige regeling rondom OSB staat op het studentennet van de opleiding (link: studie – OSB). Op deze site staat beschreven hoe de student studiepunten kan verdienen en wat de eisen zijn. De studiepunten worden toegekend in de minorruimte in de hoofdfase, maar de student kan al vanaf dag één aan de slag met de oriëntatie bij bedrijven en instellingen. Keuzeonderwijseenheden Een andere mogelijkheid is het volgen van keuzeonderwijseenheden. De Haagse Hogeschool biedt jaarlijks een aantal keuzeonderwijseenheden aan voor studenten van alle opleidingen. Deze eenheden zijn te vinden op het studentennet van de Haagse Hogeschool. Een andere mogelijkheid is het volgen van keuzeonderwijseenheden op andere hogescholen/ universiteiten. Talentontwikkelingsprogramma Sinds enkele jaren draait binnen de opleiding een talentontwikkelingsprogramma waarmee studenten binnen hun minor- dan wel vrije ruimte extra competenties kunnen behalen en gericht aan hun CV kunnen werken.
In het studiejaar 2011-2012 vallen de volgende onderdelen onder het talentontwikkelingsprogramma:
53
Talentontwikkelingscatalogus 2011- 2012 Onderdeel
Omschrijving
Tutoring
Vakinhoudelijke ondersteuning een-op-een van tweede- en derdejaars studenten aan propedeuse- en tweedejaars studenten voor propedeusevakken. Contact:
[email protected] Student mentoring Het begeleiden van eerstejaars studenten bij de aanvang van hun studie MER-voltijd, gericht op een succesvol verloop van de studie. Contact:
[email protected] Nieuwsbriefredactie Lidmaatschap van de opleidingsnieuwsbrief, schrijven van artikelen voor de nieuwsbrief en voorlichtingsmateriaal. Contact:
[email protected] /
[email protected] Twee cursussen van oplopend niveau die een aparte vermelding op je CambridgeMER-diploma geven van het door jou bereikte uitstroomniveau voor certificaten Engels. Duur van een cursus: 12 weken. Meerdere instapmogelijkheden in elk studiejaar. Elke cursus bereidt je voor op extern te behalen Cambridge –certificaten. Het betreft Zakelijk Engels 2 (EN2) en Zakelijk Engels 3 (EN3). Contact:
[email protected] /
[email protected] Welkomstgesprekken Voeren van gesprekken met aankomende studenten gericht op binding, motivatie en het afstemmen van verwachtingen tussen student en opleiding. Contact:
[email protected] /
[email protected] StudentAssisteren van de docent bij begeleiding en beoordeling van mondelingeassistentschap communicatievakken en projecten. Contact:
[email protected] /
[email protected] Begeleiden van Begeleiding modules gericht op ondernemen en recht / begeleiding leerlingen van profielwerkstuk. middelbare scholen Contact:
[email protected] Honours lezingen Bijwonen van lezingen exclusief voor deelnemers aan het talentontwikkelingsprogramma. Contact:
[email protected]/
[email protected] Versnelling Door het volgen van enkele modules per blok in een hoger leerjaar versnellen van de studieduur. Contact:
[email protected] MER Business Club Informele ontmoetingen met veelal bekende personen uit bedrijfsleven of politiek, die over hun beroepspraktijk en leven vertellen, op een aantal maandagavonden in blok 3. Ook wordt een bedrijfsbezoek afgelegd. Bedoeld voor derde- en vierdejaars studenten die meer willen dan MER. Contact:
[email protected] Voorlichtingsactivitei- Deelname aan diverse voorlichtingsactiviteiten als Open Dagen, ten Proefstuderen, Meeloopdagen en schoolbezoeken. Contact:
[email protected] Organisatie introduc- Organisatie van de introductiedagen voor de propedeuse. tiedagen Contact:
[email protected] Jaarboekcommissie Samensteller jaarboek en organisatie van het eindfeest voor de vierdejaars studenten. Contact:
[email protected]
54
6.2 Beschrijving onderwijseenheden Hieronder tref je per studiejaar de omschrijvingen van de onderwijseenheden per blok. Verdere inhoud van de onderwijseenheid vind je op Blackboard en voor de propedeuse bovendien in de blokboeken. 6.2.1. Gedurende de hele studie
Naam onderwijseenheid
Studieloopbaanbegeleiding
Code onderwijseenheid
SLB
Studielast
n.v.t.
Periode
Doorlopend gedurende de studiejaren.
Leerdoelen
Studieloopbaanbegeleiding draagt in het bijzonder bij aan de ontwikkeling van de competentie Zelfmanagement: handelen vanuit de vereiste beroepshouding en op basis van reflectie de eigen beroepshouding verder ontwikkelen. Begeleiding in de ontwikkeling van de student naar beginnend beroepsbeoefenaar MER. De studieloopbaanbegeleiding sluit aan op “de persoon” van de student in zijn/haar ontwikkelingsfase en is gericht op de professionele ontwikkeling van die student. Hierbij wordt per studiejaar ingegaan op het studieprogramma. Begeleiding door een studieloopbaanbegeleider.
Inhoud
Werkvorm (en) Toetsvorm Literatuur
Aanwezigheidsverplichting tijdens de individuele gesprekken. Je hebt minimaal 2 tot 4 gesprekken per studiejaar met je studieloopbaanbegeleider. Literatuur wordt door de studieloopbaanbegeleider ingebracht.
55
6.2.2 Jaar 1: Propedeuse Naam onderwijseenheid
Studievaardigheden
Code onderwijseenheid
SV
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Propedeuse: blok 1 t/m 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Zelfmanagement niveau 1: Handelen vanuit de vereiste beroepshouding en op basis van reflectie de eigen beroepshouding verder ontwikkelen. Kan reflecteren op eigen ervaringen, kwaliteiten, motieven en competenties. Motiveren niveau 1: Kan zichzelf en anderen motiveren en stimuleren De onderwijseenheid geeft de student inzicht in: De studievaardigheden, die nodig zijn voor de studie, met daarbij duidelijkheid over het beroepsprofiel en de bijbehorende competenties; de persoonlijke kwaliteiten en beperkingen, motieven, interesses en drijfveren in relatie tot de studieloopbaan ontwikkeling; de wijze waarop hij/zij de eigen ontwikkeling zichtbaar kan maken binnen de studie, met als doel een professionele identiteit te ontwikkelen. Het gaat hierbij om verkenning van het werkveld en het eigen maken van de combinatie van: Werkveldoriëntatie gericht op het gebied van Management, Economie en Recht; studievaardigheid; studiehouding en de houding die nodig is voor het werkveld; de MER-Competenties. De student leert doelen stellen met betrekking tot zijn/haar studieloopbaan en theorie en praktijk te koppelen, Tijdens het (werk)college, de training en/of de carrousel krijgt de student theorie, instructies en oefeningen aangedragen om beter te kunnen studeren. (Werk)college, training en carrousel.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Literatuur wordt door de docent ingebracht.
Inhoud
56
Jaar 1: Propedeuse Blok 1 Naam onderwijseenheid
Management & Organisatie Inleiding
Code onderwijseenheid
M&OI
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Draagt bij aan de volgende competenties: Analyseren: niveau 1. Samenwerken: niveau 1. Adviseren: niveau 1. Omgeving, structuur, besluitvorming en praktijk van organisaties. Inrichten, beheersen en verbeteren van processen in organisaties. Verschillende ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie systematisch analyseren en beschrijven (politiek, economisch, technologisch, sociaal en maatschappelijk). Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets: wordt mede getoetst aan de hand van casuïstiek.
Literatuur
Verplicht: Praktijkgerichte benadering van organisatie en management. ISBN 9789001210274; 6e druk. Werkboek met dezelfde titel ISBN 97890011210298; 6e druk. Aanbevolen: Management en organisatie; theorie en toepassingen; 8e druk. Economische pagina' s uit kranten en tijdschriften. Via internet managers online.
Naam onderwijseenheid
Privaatrecht
Code onderwijseenheid
PRIV
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Bedrijfskundige vraagstukken toetsen aan relevante juridische kaders. Financiële, juridische en organisatorische risico’s voor een organisatie signaleren en analyseren. Analyseren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Het overkoepelende thema is schade. Schade ontstaat meestal uit contract of een onrechtmatige daad. Tijdens het eerste college wordt duidelijk hoe een contract moet worden opgesteld. Daarna komen de regels rond contracten aan de orde. Ook wordt aandacht geschonken aan hoe om te gaan met de wetbundel en hoe te handelen als er schade is gerezen uit een onrechtmatige daad. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Wetteksten hoger onderwijs 2011-2012, Noordhoff, ISBN 9789001794392 e Loonstra, Hoofdlijnen Nederlands Recht, Noordhoff, 9 druk 2009 ISBN 978 90 01 71336 2
Inhoud
Inhoud
57
Naam onderwijseenheid
Economisch Denken
Code onderwijseenheid
ECD
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertaling in beleidsdoelstellingen en alternatieven, evenals het voorbereiden van besluitvorming. Analyseren: niveau 1 Micro-economie: markt en omgeving. Rekenvaardigheid. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Onderneming en omgeving Schondorff H.1 t/m 7 + 20 t/m 22 Aanbevolen: Syllabus rekenvaardigheid
Naam onderwijseenheid
Finance inleiding
Code onderwijseenheid
FI
Studielast
n.v.t.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen Inhoud Werkvorm (en)
Kennismaking met verschillende financiële begrippen en administratieve vaardigheden ter voorbereiding op blok 3. Analyseren: niveau 1 De financiële structuur van een organisatie analyseren en beoordelen. Werkcollege.
Toetsvorm
n.v.t.
Inhoud
Literatuur
Basiskennis boekhouden, Fuchs, nieuwste druk uitgever Noordhoff Basiskennis boekhouden, opgaven en werkboek, Fuchs, nieuwste druk, Noordhoff Financiering voor profit - en non- profit organisaties, Koetzier & Epe, nieuwste druk, uitgever Noordhoff Interne Verslaggeving, Koetzier & Epe, nieuwste druk, uitgever Noordhoff
58
Naam onderwijseenheid
Word
Code onderwijseenheid
WORD
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen Inhoud
Werkvorm (en)
Schriftelijke informatie met behulp van Word duidelijk presenteren. Geavanceerde rapporten opzetten, in MS WORD, en rapporten geschikt maken voor verspreiding. Aan bod komen o.a.: opmaakprofielen; index- en inhoudsopgave; kop- en voetteksten; verwijzingen; rekenfuncties en redigeren. Training.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Wordt in de les bekend gemaakt. Aanbevolen: E-Learning HHS
Naam onderwijseenheid
Formuleren
Code onderwijseenheid
FORM
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Vaardigheid ontwikkelen in schriftelijke communicatie. Communiceren: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Afhankelijk van het gekozen doel de brief op de juiste wijze te structureren en briefconventies op de juiste wijze toe te passen. In het Nederlands brieven schrijven met verschillende doeleinden in foutloos en correct Nederlands. Hoofd- en bijzaken onderscheiden m.b.t. een probleemsituatie die schriftelijk moet worden opgelost. Taalgebruik, stijl en toon aan te passen aan het beoogde publiek, kortom zich in de lezer te verplaatsen. Werkcollege.
Inhoud
Werkvorm (en) Toetsvorm Literatuur
Casustoets: het schrijven een zakelijke klachtenbrief, informatieve brief of circulaire n.a.v een casus. Verplicht: Studiehandleiding op Blackboard Aanbevolen: Praktische cursus Spelling, M. Klein en M. Visscher, Noordhoff, 6e druk, ISBN: 9789001794859 Corresponderen: zakelijke e-mail en brieven, Braas en Van der Pas, e Noordhoff 4 druk, ISBN 9789001794750 Groene boekje, SDU, ISBN 9789012105903
59
Naam onderwijseenheid
Presenteren
Code onderwijseenheid
PRES
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Vaardigheid ontwikkelen in presenteren. Communiceren: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Zelfmanagement: niveau 1 Het kunnen voorbereiden en uitvoeren van een presentatie met gebruikmaking van alle hulpmiddelen alsmede het kunnen beoordelen van presentaties van medestudenten. Werkcollege en practicum.
Toetsvorm
Assessment en 80% aanwezigheidsverplichting.
Literatuur
Verplicht: Studiehandleiding Presenteren via Blackboard Aanbevolen: Praten en iets zeggen. De impact van woorden. Door S. Wieringa, eerste druk, Scriptum, 9789055947348
Naam onderwijseenheid
Zakelijk Engels
Code onderwijseenheid
EN1
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
In het Engels kunnen communiceren in een zakelijke omgeving. Communiceren: niveau 1 Begrijpen en gebruiken van zakelijk Engels, verwerven van specifieke woordenschat, EFR niveau B1. Werkcollege.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: e J. Cook, Success with BEC Preliminary, student’s book, 1 druk, 2008, Summertown Publishing, ISBN 9781902741802 Aanbevolen: Diverse taalverwervingsites, lijst op Blackboard onder EN1 / BEC1 Prelim.
Inhoud
Inhoud
60
6.2.3 Jaar 1: Propedeuse Blok 2 Naam onderwijseenheid
Macro Omgeving
Code onderwijseenheid
MO
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen Inhoud Werkvorm (en)
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertaling in beleidsdoelstellingen en alternatieven evenals het voorbereiden van besluitvorming. Analyseren: niveau 1 Macro-economie, geld- en bankwezen. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Onderneming en omgeving Schondorff H.7 t/m 15, behalve H.10 Aanbevolen: Financieel Dagblad
Naam onderwijseenheid
Publiek Recht
Code onderwijseenheid
PUBL
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Bedrijfskundige vraagstukken toetsen aan relevante juridische kaders. Financiële, juridische en organisatorische risico’s voor een organisatie signaleren en analyseren. Analyseren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Publiek Recht omvat colleges: Staatsrecht; Bestuursrecht; Strafrecht. Hoor- werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Hoofdlijnen Nederlands Recht, Loonstra, vervolg boek Nederlands Recht onderdeel privaatrecht.
Inhoud
61
Naam onderwijseenheid
Marketing
Code onderwijseenheid
MARK
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Marketingaspecten in een bedrijf herkennen en kunnen adviseren over mogelijkheden. Ontwerpen: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Kennis van de basisbegrippen en denkwijze in de marketing. Toepassing van het marketing denken. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Marketing, de Essentie, Kotler, Pearson Education,9789043010580
Naam onderwijseenheid
Bedrijfsadministratie
Code onderwijseenheid
BA
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Werkvorm (en)
Blok 2 en 3. Toetsing in blok 3. De financiële structuur van een organisatie analyseren en beoordelen. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Implementeren: niveau 1 Opzetten en uitvoeren van een eenvoudige administratie van een handelsonderneming. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Basiskennis boekhouden, nieuwste druk, Noordhoff ISBN 9789001324032 Basiskennis boekhouden, opgaven en werkboek, Fuchs, 1e druk, Noordhoff ISBN 9789001324049 Aanbevolen: Alle literatuur die vertrekt uit de basis van de bedrijfseconomie. Allerlei gratis cursussen basis administratie via internet.
Inhoud
Leerdoelen
Inhoud
62
Naam onderwijseenheid
Business Game
Code onderwijseenheid
BG
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Opzetten van een eigen bedrijf waarbij de onderstaande competenties van belang zijn: Adviseren: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Onderzoeken: niveau 1 Samenwerken: niveau 1 Motiveren: niveau 1 Er wordt samen gewerkt in groepen die zijn samengesteld uit verschillende opleidingen: CE, BE, AC, MER, IBMS en SBRM.
Inhoud
Studenten krijgen de opdracht om met ongeveer 10 personen een bedrijf op te zetten en dat gedurende een week draaiende te houden. Er dienen relaties aan gegaan te worden met instanties zoals de accountantsdienst, de Kamer van Koophandel, de bank, de belasting, het Centrum voor Werk en Inkomen en het inkoopbureau. Er zullen diverse beroepsgerelateerde producten geleverd moeten worden zoals een ondernemingsplan, een marketingplan, een boekhouding, een rapport en een presentatie. Een van de opdrachten is te kijken in hoeverre de reclamecampagne van een bedrijf moet worden aangepast wanneer men zich in het buitenland vestigt.
Werkvorm (en)
Beroepsgerelateerde aspecten zijn: een brancheoverleg, een hoorzitting met de gemeente, een reclamecampagne, sollicitatiegesprekken (in de rol van sollicitant en van ondervrager), een verslag en een eindpresentatie. De voertaal tijdens de Business Game is Engels. Practicum.
Toetsvorm
Participatie.
Literatuur
Studiehandleiding die uitgereikt wordt tijdens de Business Game
63
Naam onderwijseenheid
Vergaderen
Code onderwijseenheid
VERG
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Doelmatig vergaderen, waarbij problemen oplossen en besluiten nemen centraal staan. Communiceren: niveau 1 Samenwerken: niveau 1 Begrijpen van de diverse communicatieprocessen tijdens een vergadering. Toepassen van de verschillende vergaderrollen en -technieken; maken van notulen van een vergadering, die aan alle eisen voldoen; opstellen van een goede agenda voor een vergadering; voorzitten van een vergadering gericht op consensus; voorzitten van een vergadering gericht op besluitvorming; verschillende manieren van besluitvorming hanteren; een vergadering structureren. Training.
Toetsvorm
Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Vergaderen en onderhandelen, Schermer, 5e druk, Bohn Stafleu Van Loghum, ISBN 9789031341566
Naam onderwijseenheid
Interviewen
Code onderwijseenheid
INT
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Ontwikkelen van de vaardigheid interviewen. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Onderzoeken: niveau 1 Verschillende doelen die men met een interview kan bereiken herkennen en toepassen. Verschillende typen interview op basis van de geformuleerde doelen herkennen en toepassen (non-directief vs. directief) Te bevragen onderwerp in thema’s opdelen; verschillende typen vragen en doorvraagtechnieken herkennen en toepassen teneinde het geformuleerde doel te bereiken, passend binnen het type interview; vragenlijst opstellen op basis van geformuleerd interviewdoel; afspraken maken en bevestigen; verslag doen van de uitkomsten van de interviews. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
M. Hulshof, leren interviewen, Wolters Noordhoff
Inhoud
Inhoud
64
Naam onderwijseenheid
Excel 1
Code onderwijseenheid
EXC1
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Excel hanteren om bedrijfsinformatie overzichtelijk te presenteren en te analyseren. Analyseren: niveau 1 Beheersen: niveau 1 Implementeren: niveau 1 Ontwerpen: niveau 1 Een werkblad gebruiken, bewerken en vormgeven. Gegevens presenteren in een grafiek en het toepassen van de functies in Excel. Een rekenmodel in de praktijk ontwerpen. Training
Inhoud Werkvorm (en) Toetsvorm Literatuur
Overall toets: aantonen van praktische vaardigheden d.m.v. individuele toets op de computer. Verplicht: Wordt in de les bekend gemaakt.
65
6.2.4 Jaar 1: Propedeuse Blok 3 Naam onderwijseenheid
Management & Organisatie Processen
Code onderwijseenheid
M&OP
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Verschillende ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie systematisch analyseren en beschrijven (politiek, economisch, technologisch, sociaal maatschappelijk). Analyseren: niveau 1 Samenwerken: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Besturing, structuur, logistiek, balanced scorecard. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Management en organisatie; theorie en toepassingen; 8e druk; Keuning en werkboek logistiek van Visser Economische pagina' s uit kranten en tijdschriften, via internet managers online
Naam onderwijseenheid
Omgevingsanalyse
Code onderwijseenheid
OA
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van de omgeving en de gevolgen van veranderingen op de mogelijkheden en processen van een bedrijf. Onderzoeken: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Analyseren van de omgeving van een zelfgekozen bedrijf. Beoordelen wat de gevolgen voor een bedrijf zijn van ontwikkelingen in de omgeving. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Literatuur van marketing, management en economisch denken.
Inhoud
Inhoud
66
Naam onderwijseenheid
Interne Verslaggeving
Code onderwijseenheid
IV
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
De financiële structuur van een organisatie analyseren en beoordelen. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Implementeren: niveau 1 Wat zijn kosten? Hoe wordt een kostprijs berekend en hoe kan men een eenvoudig budget opstellen? Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Interne Verslaggeving, Koetzier & Epe, nieuwste druk uitgever Noordhoff
Naam onderwijseenheid
Financiering
Code onderwijseenheid
FIN
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3
Leerdoelen
Inhoud Werkvorm (en)
De financiële structuur van een organisatie analyseren en beoordelen. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Implementeren: niveau 1 Financiële structuur, ondernemingsvormen. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Financiering voor profit - en non- profit organisaties, Koetzier & Epe, nieuwste druk. uitgever Noordhoff Aanbevolen: Alle literatuur die vertrekt uit de basis van de bedrijfseconomie. Allerlei gratis cursussen basis bedrijfseconomie/financiering op internet.
Inhoud
67
Naam onderwijseenheid
Zakelijk Engels 1a
Code onderwijseenheid
EN1a
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen Inhoud Werkvorm (en)
In het Engels kunnen spreken/schrijven in een zakelijke omgeving. Communiceren: niveau 1 Verdieping schrijf- en spreekvaardigheid, EFR niveau B1. Werkcollege.
Toetsvorm
Spreek- en schrijfvaardigheidtoets.
Literatuur
Docent levert studie- en oefenmateriaal.
Naam onderwijseenheid
Rapporteren
Code onderwijseenheid
RAPP
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Leren wat de elementen van een rapport zijn en wat erbij komt kijken om een gestructureerd en lezergericht rapport te maken. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 In de eerste les worden de elementen behandeld van een rapport en daarna gaan studenten zelf aan de slag. Het is hierbij van belang dat zij een goede analyse kunnen maken. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met het onderdeel Omgevingsanalyse. Hoorcollege en consultancy.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Verplicht: Rapport over Rapporteren, W.Hoogland, R. Dik, I.Brand. Noordhoff, 6e druk, ISBN 9789001768997
Inhoud
68
6.2.5 Jaar 1: Propedeuse Blok 4 Naam onderwijseenheid
Management & Organisatie Gedrag
Code onderwijseenheid
M&OG
Studielast
4 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Onderzoeken van veranderingsbehoeften en –noodzaak in een organisatie. Een verandering(project)plan opstellen. Analyseren: niveau 1 Motiveren: niveau 1 Samenwerken: niveau 1 De meest vigerende issues uit de psychologie, de sociale psychologie en de sociologie. Werkcollege.
Toetsvorm
Casustoets.
Literatuur
Verplicht: Wijsman E., Psychologie en Sociologie, 2008 Noordhoff uitgever, ISBN 978-90-01-76375-6
Naam onderwijseenheid
Arbeidsrecht
Code onderwijseenheid
ARB
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Bedrijfskundige vraagstukken toetsen aan relevante juridische kaders. Adviseren: niveau 1 en 2 Analyseren: niveau 1 en 2 Arbeidsrecht gaat over wederzijdse rechten en plichten van een werkgever en een werknemer. Aan de orde komen: De inhoud van de arbeidsoverkomst; welke contractsvrijheid hebben een werkgever en een werknemer; bedingen over bijvoorbeeld de proeftijd; ziekte van de werknemer; de werking van een cao; de veiligheid in een onderneming; het ontslagrecht. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Hoofdstukken Sociaal Recht, Loonstra, editie 2012, Noordhoff Wetteksten HEO, 2011-2012, Noordhoff, ISBN 9789001794392
Inhoud
Inhoud
69
Naam onderwijseenheid
Integraal project
Code onderwijseenheid
IP
Studielast
4 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Uitvoeren van een bedrijfsanalyse. Financiële- en juridische structuur van een organisatie analyseren en beoordelen. Analyseren: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Samenwerken: niveau 1 Analyseren van de in- en externe omgevingsfactoren van een bedrijf. Integraal toepassen van alle leerstof uit blok 1 t/m 4. Project en consultancy.
Toetsvorm
Opdracht en kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Alle in jaar 1 gehanteerde literatuur
Naam onderwijseenheid
Praktijkweek
Code onderwijseenheid
PRAKW
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Nadere kennismaking met het werkveld van de MER. Zelfmanagement: niveau 1 In de praktijkweek staat het beroepsbeeld centraal. Tijdens deze week vinden gastcolleges, workshops en bedrijfsbezoeken plaats die een nadere kennismaking bieden met het MER-werkveld. Workshop, gastcollege en bedrijfsbezoeken.
Toetsvorm
80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
n.v.t.
Inhoud
Inhoud
70
Naam onderwijseenheid
Kritisch Denken
Code onderwijseenheid
KDJr1
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Kritisch leren denken en redeneren. Analyseren: niveau 1 Communiceren; niveau 1 Zelfmanagement: niveau 1 De training Kritisch Denken bestaat uit de onderdelen redeneren, structureren, analyseren en evalueren. In de opleiding MER komen deze onderdelen in verschillende jaren aan bod.
Inhoud
Tijdens het werkcollege wordt informatie gegeven over de verschillende onderdelen en worden oefeningen gemaakt. Daarnaast oefent de student thuis met het softwareprogramma Rationale en verzamelt de opdrachten in een portfolio. In het werkcollege worden de huiswerkopdrachten besproken.
Werkvorm (en)
Bij de methodiek hoort een heel bruikbaar software-programma; Rationale, dat ook wordt ondersteund door de HHS-ICT-afdeling. Studenten kunnen het, dankzij een HHS-licentie, voor een redelijk bedrag kopen via Surfspot. Werkcollege en zelfstudie.
Toetsvorm
Portfolio.
Literatuur
Aanbevolen: Kritisch Denken, Pearson Education Benelux, 9789043017961
71
6.2.6 Jaar 2: Hoofdfase Blok 1 Naam onderwijseenheid
Externe verslaggeving
Code onderwijseenheid
EV
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Analyseren van financiële en juridische aspecten, interne processen en bedrijf- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerkingen te versterken. Analyseren: niveau 2 Adviseren: niveau 2 Communiceren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2
Inhoud Werkvorm (en)
Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur !"
#
$
%
Naam onderwijseenheid
Steekproeftheorie
Code onderwijseenheid
ONDV 1 (ST)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het opzetten en uitvoeren van een onderzoek ten behoeve van beleidsvorming en daarover verantwoording afleggen. Onderzoeken: niveau 2 Deze onderwijseenheid behandelt de inductieve statistiek. Deze vorm van statistiek houdt zich bezig met de mogelijkheid om op basis van een beperkt aantal gegevens ( uit een steekproef) conclusies met een algemene geldigheid te trekken. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Een samenvatting van de gebruikte theorie staat op Black Board. Aanbevolen: Aanbevolen: Cijfers spreken voor economie, Joep Brinkman, Noordhoff, ISBN:978-90-0116628-1
Inhoud
72
Naam onderwijseenheid
SPSS
Code onderwijseenheid
ONDV 1 (SPSS)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Het met behulp van het programma SPSS opzetten en uitvoeren van een onderzoek ten behoeve van beleidsvorming en daarover verantwoording afleggen. Analyseren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Deze onderwijseenheid behandelt hoe de verwerking van steekproefgegevens met behulp van het programma SPSS verloopt. Training.
Inhoud Werkvorm (en) Toetsvorm Literatuur
Opdracht: de resultaten van een enquête verwerken in SPSS en dat in een zakelijk adviesrapport weergeven. Verplicht: Een handleiding van SPSS staat op Black Board Aanbevolen: Cijfers spreken voor economie, Joep Brinkman, Noordhoff, ISBN:978-90-0116628-1
Naam onderwijseenheid
ICT in Organisaties
Code onderwijseenheid
IIO
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Adviseren over het gebruik van ICT systemen ter ondersteuning van de bedrijfsprocessen. Adviseren: niveau 1 Analyseren: niveau 2 Communiceren: niveau 2 Inzicht verkrijgen in de organisatorische basis van systemen, hun strategische rol en organisatorische- en managementveranderingen die voorafgaan aan elektronisch zakendoen en de opkomende digitale onderneming. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets en groepsopdracht.
Literatuur
Verplicht: Bedrijfsinformatiesystemen, Laudon, 11e druk, Pearson Education ISBN 9789043017442 Aanbevolen: Ondersteunend studiemateriaal op de website van Pearson Education
Inhoud
73
Naam onderwijseenheid
Kwantitatief Onderzoek
Code onderwijseenheid
KO
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het opzetten en uitvoeren van een kwantitatief onderzoek ten behoeve van beleidsvorming en daarover verantwoording afleggen. Analyseren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Samenwerken: niveau 2 Aangereikt en geoefend wordt het gangbare wetenschappelijke model voor empirisch kwantitatief onderzoek. Werkcollege en consultancy
Toetsvorm
Kennistoets en groepsopdracht.
Literatuur
Verplicht: Baarda D.B., Dit is onderzoek, Noordhoff, Groningen/Houten. ISBN 978-90-0171386-7 en de collegestof Aanbevolen: Jansen E.P.W.A. en Th.H. Joosten, Enquêteren, het opstellen en gebruiken van vragenlijsten, Groningen 1998 ISBN 9001051030
Inhoud
6.2.7 Jaar 2: Hoofdfase Blok 2 Naam onderwijseenheid
Minorruimte
Code onderwijseenheid
Minor
Studielast
15 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Inhoud
Blok 2 is gereserveerd voor het volgen van een minor. Zie voor het aanbod de onderwijscatalogus in OSIRIS.
74
6.2.8 Jaar 2: Hoofdfase Blok 3 Naam onderwijseenheid
Branche en Markt
Code onderwijseenheid
B&M
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van financiële, en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfsof organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. Onderzoeken: niveau 1 Analyseren: niveau 1 Vier onderwerpen komen aan de orde: consumentengedrag en business-to-businessmarketing; de specifieke problemen bij dienstenmarketing; invloed van de overheid op de branche en arbeidsmarkt; mogelijkheden van internetmarketing. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Marketing, de essentie Kotler , Pearson education 9789043010580 Onderneming en omgeving, Schondorff, Thieme 9789006951110 Marketing.com, W. van der Mark, Druk 2, Noordhoff uitgevers, 9789001804251
Naam onderwijseenheid
Toegepast Personeelsmanagement
Code onderwijseenheid
TPM
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie. Adviseren: niveau 2 Analyseren: niveau 2 Innoveren: niveau 2 Motiveren: niveau 2 Personele instrumenten worden behandeld, geclusterd naar de volgende thema' s: sturen van personeelsstromen; motiveren en beheren; ontwikkelen van het personeel. Werkcollege.
Toetsvorm
Casustoets.
Literatuur
Verplicht: Kluytmans F., e.a. Leerboek HRM, 1e druk (2010), Noordhoff Uitgever, Groningen/Houten, 978-90-0178887-22
Inhoud
Inhoud
75
Naam onderwijseenheid
Excel 2
Code onderwijseenheid
ONDV 2 (EXC 2)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Excel hanteren om bedrijfsinformatie overzichtelijk te presenteren en te analyseren. Analyseren: niveau 2 Beheersen: niveau 2 Implementeren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Maken van wat-als analyses en scenario' s, informatie in lijsten beheren, gegevens analyseren m.b.v. draaitabel rapporten. Training.
Inhoud Werkvorm (en) Toetsvorm
&
Literatuur
Verplicht: Wordt bij de les bekend gemaakt. Aanbevolen: )
Naam onderwijseenheid
Desk Research
Code onderwijseenheid
DR
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het kunnen inzetten van deskresearch als component bij het opzetten en uitvoeren van een onderzoek. Onderzoeken: niveau 1 Bij deskresearch worden de volgende zaken behandeld: efficiënt informatie opzoeken via internet; het kunnen beoordelen van de kwaliteit van bronnen; het kunnen selecteren van bronnen; het belang van deskresearch bij onderzoek begrijpen; relatie begrijpen tussen bronnen en internet zoekmogelijkheden. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
n.v.t.
Inhoud
'
(
76
Naam onderwijseenheid
Financieel Rekenen
Code onderwijseenheid
FR
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Beoordelen en analyseren van de financiële situatie van een organisatie. Analyseren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Kennis en inzicht verkrijgen in de fundamentele rekenkundige aspecten van de financiële beroepswereld, zoals de kredietverlening. Aanbrengen van de basisbegrippen in financiële berekeningen. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: J.C.M.Gruijters, Financiële Rekenkunde voor het HEO, ISBN 978-90-01-70977-8 min. 5e druk
Naam onderwijseenheid
Extern Project
Code onderwijseenheid
EP 1
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
In de praktijk een onderzoek opzetten en uitvoeren. Analyseren: niveau 1 Onderzoeken: niveau 1 Communiceren: niveau 1 Relaties beheren: niveau 1 Aan de hand van een onderzoeksopdracht van een bedrijf een kwantitatief onderzoek opzetten en uitvoeren. Project.
Toetsvorm
Assessment: eindrapport en presentatie door onderzoeksgroep.
Literatuur
Verplicht: Basisboek methoden en technieken, Baarda & de Goede
Inhoud
Inhoud
77
6.2.9 Jaar 2: Hoofdfase Blok 4 Naam onderwijseenheid
Bedrijfscommunicatie
Code onderwijseenheid
BC
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Communiceren met interne- en externe belanghebbenden, gericht op het bevorderen van toekomstgericht denken, in alle niveaus in de organisatie en binnen relevante netwerken en ketens. Adviseren: niveau 2 Analyseren: niveau 2 Communiceren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 In deze onderwijseenheid wordt een overzicht gegeven van elementen op het gebied van bedrijfscommunicatie en specifiek een communicatieplan. Met behulp van een communicatieplan kan planmatig en gestructureerd een oplossingsrichting en advies worden geboden voor een communicatieprobleem in een organisatie. Werk- en hoorcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Verplicht: Boeien, binden, verrassen, verleiden. Essentie van Communicatie. Door W. Michels, eerste druk, Wolters Noordhoff, 9789001768850 Reader
Naam onderwijseenheid
Investeringsbeslissingen
Code onderwijseenheid
IB
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. Analyseren: niveau 2 Adviseren: niveau 2 Beheersen: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Hoe kun je investeringsbeslissingen onderbouwen en hoe beheer je vlottende activa. Wat is de gewenste financiële structuur. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Financiering voor profit - en non- profit organisaties, Koetzier & Epe, nieuwste druk, uitgever Noordhoff Interne Verslaggeving, Koetzier & Epe, nieuwste druk, uitgever Noordhoff
Inhoud
Inhoud
78
Naam onderwijseenheid
Bedrijfsrecht
Code onderwijseenheid
BDR
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Onderkennen van alle aspecten, welke bij het leiden van een onderneming een rol spelen (privaat- en publiekrechtelijk). Analyseren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 Opbouwen van kennis van het recht dat bij het ondernemen een rol speelt, dit zijn o.a. de juridische aspecten van een onderneming. Maar ook de juridische aspecten van personeel in de onderneming, derden in een onderneming en ICT in een onderneming, evenals relaties in het buitenland en met het buitenland komen aan de orde. Hoorcollege.
Toetsvorm
Casustoets.
Literatuur
Verplicht: Bedrijfsrecht op een bedrijfskundige manier ISBN 978-90-01-77997-9 Prof. Mr. A. Brack, vijfde druk Noordhoff uitgevers. Groningen Houten.
Naam onderwijseenheid
Management Informatie Systemen
Code onderwijseenheid
MIS
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
MS ACCESS hanteren om bedrijfsinformatie overzichtelijk te presenteren, analyseren en implementeren. Analyseren: niveau 1 Implementeren: niveau 1 Onderzoeken: niveau 1 Bedrijfsgegevens structureren m.b.v. normaliseren. Kennis verkrijgen van de achtergrond van een relationele database en het verwerken, opvragen en rapporteren van bedrijfsgegevens uit de relationele database MS ACCESS. Training.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: Databases en Access 2010, Groenendijk, 6e druk, Academic Service ISBN 9789039526491
Inhoud
Inhoud
79
Naam onderwijseenheid
Gesprekstechnieken
Code onderwijseenheid
GESPR
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het leren beheersen van gesprekstechnieken in en zakelijke en sociale omgeving. Analyseren: niveau 1 Coachen: niveau 1 Zelfmanagement: niveau 2 Communiceren: niveau 2 Motiveren: niveau 1 In deze onderwijseenheid worden de volgende gesprekken behandeld: Functioneringsgesprekken Slechtnieuwsgesprekken Adviesgesprekken Conflicthanteringgesprekken Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Verplicht: n.v.t.
Naam onderwijseenheid
Onderhandelen
Code onderwijseenheid
OND
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Leren onderhandelen met de “Harvard Methode”. Communiceren: niveau 3 Deze training behandelt onderhandelingssituaties uit het dagelijkse leven, specifiek wordt ingegaan op salarisonderhandelingen. Verder wordt er op manipulatietechnieken en schijnargumentaties ingegaan. De training is gebaseerd op de uitgangspunten van de "Harvard methode". Training
Toetsvorm
Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Verplicht: Excellent onderhandelen: ’Roger Fisher, William Ury, Bruce Patton, ISBN 9789047000280 Aanbevolen: ‘De dirty tricks van het onderhandelen; ’ G. van HoutemISBN: 9789077881521
Inhoud
Inhoud
80
Naam onderwijseenheid
Communicatietraining
Code onderwijseenheid
COMT
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 4.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
In de praktijk ervaren wat het belang is van goed communiceren. Communiceren: niveau 2 Zelfmanagement: niveau 2 Samenwerken: niveau 2 Motiveren: niveau 2 Eervaren wat het belang is van goed communiceren. Effectief kunnen communiceren om een doel te bereiken. De valkuilen van samenwerken herkennen; hierbij is het groepsproces belangrijk. Outdoor training.
Toetsvorm
Participatie en Opdracht.
Literatuur
Literatuurkeuze vanuit de verschillende onderwijseenheden van de MER-opleiding.
Inhoud
81
6.2.10 Jaar 3: Hoofdfase Blok 1 Naam onderwijseenheid
Strategisch Denken & Toepassing Strategie
Code onderwijseenheid
STRAT (SD & TS)
Studielast
5 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Systematisch analyseren en beschrijven van verschillende ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie (politiek, economisch, technologisch, sociaal maatschappelijk) en hierover adviseren. Analyseren: niveau 3 Samenwerken: niveau 3 Adviseren: niveau 3 Onderzoeken: niveau 3 Strategisch denken (SD) wordt toegepast vanuit het grootbedrijf en midden en kleinbedrijf. Hierin staan de volgende thema’s centraal: algemene strategie; marketing; recht; ict; maatschappelijk verantwoord ondernemen. Toepassing strategie (TS) is gebaseerd op het uitwerken van een praktische case. Werkcollege.
Toetsvorm
Assessment.
Literatuur
Verplicht: H.Kleijn/ F.Rorink, Verandermanagement; nieuwste druk, uitgever Pearson Education
Naam onderwijseenheid
Fiscaal Recht 1: Winstbelastingen
Code onderwijseenheid
B&FR (WB)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van financiële, en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfsof organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. Adviseren: niveau 2 In deze onderwijseenheid komen de onderstaande wetten aan bod: Wet inkomstenbelasting 2001 box I, onderdeel winst; Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Hoorcollege.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: Belastingrecht voor Bachelors en Masters: Theorieboek 2011, Aarts e.a., Convoy, 978-90-7956-4316 Belastingrecht voor Bachelors en Masters: Werkboek 2011, Aarts e.a., Convoy, 978-90-7956-4323 Belastingwetten 2011 Aanbevolen: Belastingrecht met de wet in de hand, Boom Uitgevers.
Inhoud
Inhoud
82
Naam onderwijseenheid
Bedrijfsanalyse en Aspecten van Ondernemen
Code onderwijseenheid
B&FR (BAO)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. Analyseren: niveau 3 Samenwerken: niveau 3 Adviseren: niveau 3 Een rapport maken aan de hand van drie gekozen onderwerpen uit een ondernemingsplan bij het midden- en kleinbedrijf. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Verplicht: Alle literatuur die tot dit moment in de opleiding is gebruikt
Naam onderwijseenheid
Portfolio strategische en economische ontwikkelingen
Code onderwijseenheid
B&FR (PORT)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Verschillende ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie systematisch analyseren en beschrijven: Analyseren: niveau 3 Samenwerken: niveau 3 Adviseren: niveau 3 Onderzoeken: 3 De verschillende ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie systematisch analyseren en beschrijven.(politiek, economisch, technologisch, sociaal maatschappelijk) en hierover adviseren Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Het Financieel Dagblad (gedurende het blok zelf abonnement nemen)
Inhoud
Inhoud
83
Naam onderwijseenheid
Europees Recht
Code onderwijseenheid
I&IO (ER)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Kennismaken met Europese Recht. Regelgeving bij allerhande domeinen, transport, de handel, de gezondheidszorg, het milieu, het voedsel, consumentenrecht etc. en Europese subsidies( Analyseren: niveau 1 Adviseren: niveau 1 De onderwijseenheid Europees recht omvat een beschrijving van de relaties welke de Brusselse overheid heeft met de burgers in Nederland en de overige lidstaten. ( en soms daarbuiten: Neighbourhoodpolicy) . De lessen beginnen met colleges Europese instellingen en gaan dan over naar de typische Europese onderwerpen, het Europese privaatrecht en het Europese publiekrecht . Nederland is een lidstaat van de Europese Unie en daarmee is Europeanisering ook in Nederland een feit, d.w.z. dat de uitvoering van het beleid in Nederland ook deels sommigen beweren dat Europeanisering 68% van de Nederlandse regelgeving beheerst, door het Europese beleid en het Europese recht. De hoorcolleges staan beschreven ( op nadere uitleg) in de syllabus die de studenten in de eerste week van het nieuwe cursusjaar kunnen downloaden, via CER op Black Board. Uit de syllabus wordt gewerkt en de student heeft deze als werkmateriaal bij zich op het college Hoorcollege
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: Syllabus op BB, bestaande uit artikelen van de vijf grote instituten binnen het Europese recht. Door het lezen van artikelen over al deze instellingen valt het Europese recht op zijn plaats.
Naam onderwijseenheid
Internationale Activiteit
Code onderwijseenheid
I&IO (IA)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Studenten tijdens de opleiding een internationale ervaring laten beleven. Communiceren: niveau 2 Relaties beheren: niveau 2 Zelfmanagement: niveau 2 Voor de internationale activiteit kan in principe worden ingeschreven voor de volgende bestemmingen: Istanbul Marokko Den Haag Brussel Leuven Berlijn Aan iedere activiteit is een quotum gebonden: ingeschreven studenten die ‘boventallig’ zijn, worden ingedeeld bij hun tweede- of derde keuze. Participatie.
Toetsvorm
Actief deelnemen aan alle activiteiten.
Literatuur
n.v.t.
Inhoud
Inhoud
84
Naam onderwijseenheid
Internationale betrekkingen
Code onderwijseenheid
I&IO (IBT)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Inzicht verkrijgen in internationale goederen- en kapitaalstromen en hierbij zonodig op een adequate wijze reageren op veranderingen in de (internationale) omgeving. Analyseren: niveau 3 Onderzoeken: niveau 3 In deze onderwijseenheid worden de onderstaande onderwerpen behandeld: betalingsbalans; internationaal betalingsverkeer en –handelsverkeer; economische integratie; valutamarkten; vrijhandel versus protectie; Europese Unie; internationale kredietverlening. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets.
Literatuur
Verplicht: “Onderneming en Omgeving” H. 16 t/m 19 Aanbevolen: Financieel Dagblad
Naam onderwijseenheid
Interculturele Communicatie en Diversiteit
Code onderwijseenheid
I&IO (ICD)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Intercultureel communiceren en zicht krijgen op culturele verschillen in organisaties. Adviseren: niveau 2 Analyseren: niveau 2 Communiceren: niveau 3 Relaties beheren: niveau 2 Samenwerken: niveau 2 Deze onderwijseenheid behandelt zes onderwerpen: cultuur en cultuurverschillen; interculturele communicatie; identiteiten; uitsluitingprocessen en vooroordelen; culturele dilemma’s; interculturele competenties. Werkcollege.
Toetsvorm
Kennistoets en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Verplicht: Blom, H.,uitgeverij Coutinho, 2008, 978 90 469 0084 0 Studiestof die tijdens het college opgegeven en behandeld wordt.
Inhoud
Inhoud
85
Naam onderwijseenheid
Managementtraining
Code onderwijseenheid
I&IO (MT)
Studielast
1 studiepunt.
Periode
Blok 1.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Bewustzijn en vaardigheid ontwikkelen t.a.v. de verschillende managementrollen en taken in de praktijk. Coachen: niveau 1 Beheersen: niveau 2 Communiceren: niveau 3 Motiveren: niveau 2 De taken van de manager en de vaardigheden die daarbij horen. Het uitgangspunt hierbij is de theorie van Quinn en het competing value framework. Hoe verhoud jij je tot die taken en vaardigheden? Dat onderzoek je door oefeningen op de verschillende gebieden die Quinn onderscheidt. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Aanbevolen: Robert Quinn, Handboek managementvaardigheden ISBN 978 90 39525531
Inhoud
86
6.2.11 Jaar 3: Hoofdfase Blok 2 Naam onderwijseenheid
Extern project
Code onderwijseenheid
EP 2
Studielast
9 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Het opzetten en uitvoeren van een onderzoek op basis van een complex organisatievraagstuk en daarover adviseren. Analyseren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Adviseren: niveau: 2 Communiceren: niveau 1 Relaties beheren: niveau 1 Aan de hand van een complex organisatievraagstuk met een groep het probleem onderzoeken en een advies uitbrengen voor het bedrijf. Project. Ter introductie zijn er workshops rond onderzoek, plan van aanpak, communicatie met bedrijf, voeren van intakegesprek. Assessment.
Inhoud Werkvorm (en) Toetsvorm Literatuur
Verplicht: Basisboek methoden en technieken, Baarda & de Goede Competent afstuderen en stagelopen, Kempen en Keizer Noordhoff, 789001468248
Naam onderwijseenheid
Adviesvaardigheden
Code onderwijseenheid
A&A (ADVV)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Vaardigheden, persoonlijkheid van de student en de rol in het adviestraject tijdens de onderwijseenheid EP analyseren en verbeteren. Meer rolbewustzijn als adviseur en inzicht in het krachtenveld waarin men zich beweegt. Adviseren: niveau: 2 Analyseren: niveau 2 Onderzoeken: niveau 2 Communiceren: niveau 2/3 Na de training hebben studenten meer kennis van de fasen van een adviesproces en communicatieprocessen. Adviesvaardigheden is een compacte, interactieve en praktijkgerichte training bestaande uit twee modules: Introductie - activiteiten voor het extern project; assessment om het projectproces te evalueren. Training.
Toetsvorm
Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Aanbevolen: Competent afstuderen en stagelopen, Kempen en Keizer, Noordhoff 789001468248
Inhoud
87
Naam onderwijseenheid
Kritisch Denken
Code onderwijseenheid
A&A (KDJr 3)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Verdieping kritisch leren denken en redeneren. Analyseren: niveau 2 Communiceren; niveau 2 Zelfmanagement: niveau 2 De training Kritisch Denken bestaat uit de onderdelen redeneren, structureren, analyseren en evalueren. In de opleiding MER komen deze onderdelen in verschillende jaren aan bod.
Inhoud
Werkvorm (en)
Tijdens het werkcollege wordt informatie gegeven over de verschillende onderdelen en worden oefeningen gemaakt. Daarnaast oefent de student thuis met het softwareprogramma Rationale en verzamelt de opdrachten in een portfolio. In het werkcollege worden de huiswerkopdrachten besproken. Werkcollege en zelfstudie.
Toetsvorm
Kennistoets en portfolio.
Literatuur
Aanbevolen: Kritisch Denken, Pearson Education Benelux, 9789043017961
Naam onderwijseenheid
Projectmanagement
Code onderwijseenheid
A&A (PM)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 2.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het inrichten en leiden van een projectorganisatie. Samenwerken: niveau 2 Implementeren: niveau 2 Communiceren: niveau 2 Ontwerpen: niveau Kennismaken met de basisprincipes van projectmanagement als managementdiscipline: wat vooraf weten; welke voorbereidingen; hoe een project uitvoeren; hoe een project succesvol afronden. Ook komt aan de orde hoe een toekomstige projectleider zich dient te gedragen en zou moeten handelen; dus welke competenties belangrijk zijn in welke fase van het project. Werkcollege.
Toetsvorm
Overall toets en opdracht.
Literatuur
Verplicht: De competente projectleider, Marcel Sijer, Noordhoff Uitgevers, 2006 ISBN 9789001700034
Inhoud
88
6.2.12. Jaar 3: Hoofdfase Blok 3 en 4
Naam onderwijseenheid
Stage
Code onderwijseenheid
STAGE
Studielast
30 studiepunten.
Periode
Blok 3 en 4.
Leerdoelen en Inhoud Ingangseis stage
Nadere informatie over de stage zie de stagewijzer op Blackboard. Studenten die in het derde jaar stage willen lopen, moeten naast hun propedeusediploma minimaal 40 van de 60 studiepunten van het tweede jaar (hoofdfase) hebben behaald. Assessment.
Toetsvorm Literatuur
Aanbevolen Competent afstuderen en stagelopen, Kempen en Keizer, Noordhoff 789001468248
89
6.2.13. Jaar 4: Hoofdfase Blok 1 en 2
Naam onderwijseenheid
Minorruimte
Code onderwijseenheid
Minor
Studielast
30 studiepunten.
Periode
Blok 1 en 2.
Inhoud
Blok 1 en 2 zijn gereserveerd voor het volgen van minoren. Zie voor het aanbod de onderwijscatalogus in OSIRIS.
6.2.14. Jaar 4: Hoofdfase Blok 3 en 4 Naam onderwijseenheid
Voortraject Afstuderen
Code onderwijseenheid
VAFST
Studielast
5 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van beleidsvraagstukken d.m.v. kwalitatief - en kwantitatief onderzoek en daar conclusies aan verbinden. Voorbereidend traject op de onderwijseenheid afstuderen: Plan van Aanpak Kwalitatief - en kwantitatief onderzoek Rapporteren Afstudeerkringen Marketing. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Verplicht: Basisboek Methoden en Technieken – Baarda en de Goede Rapport over Rapporteren – Hoogland en Dik Aanbevolen: Onderzoek doen! – Fischer en Julsing
Inhoud
90
Naam onderwijseenheid
Afstuderen
Code onderwijseenheid
AfST
Studielast
15 studiepunten.
Periode
Blok 3 en 4.
Leerdoelen Inhoud
Werkvorm (en)
Aantonen te beschikken over een brede beroepsbekwaamheid. Het schrijven een afstudeerrapport, onder begeleiding van een docent en bedrijfsbegeleider. In het rapport wordt een beleidsvraagstuk(ken) ( ( % $ %% gedaan. Opdracht.
Toetsvorm
Beoordeling (intern en extern) van scriptie, presentatie en verdediging.
Literatuur
Aanbevolen: Basisboek Methoden en Technieken – Baarda en de Goede Rapport over Rapporteren – Hoogland en Dik Onderzoek doen! – Fischer en Julsing
Naam onderwijseenheid
Bedrijfsanalyse
Code onderwijseenheid
BAN
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen Inhoud Werkvorm (en)
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. Maken van een integrale bedrijfsanalyse van een beursgenoteerde onderneming vanuit een internationale context. Werkcollege.
Toetsvorm
Opdracht.
Literatuur
Verplicht: (financiële functie) Integrale bedrijfsanalyse; Schilstra, nieuwste druk, uitgever Noordhoff
91
*
Naam onderwijseenheid
Maatschappelijke Oriëntatie (Capita Selecta)
Code onderwijseenheid
MO
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Krijgt inzicht in complexe maatschappelijke problemen en uitdagingen en gaat zelfstandig, creatief, ‘out of the box’ en pro actief om met het oplossen en uitvoeren van problemen en uitdagingen Bevorderen van het begrip voor de diversiteit van en het wederzijds respect tussen betrokkenen. Door middel van een onbetaalde stage, ervaring opdoen in een maatschappelijke context, met als doel het bewerkstelligen van een maatschappelijk effect (op de lange termijn). ‘Stage’ wil zeggen er in en bij een organisatie gewerkt wordt en indien mogelijk - in aanraking komt met de doelgroep waar de organisatie voor werkt.
Inhoud
Werkvorm (en)
Deze onderwijseenheid is gestoeld op het Amerikaanse: Community based service learning. Praktijkleerervaring.
Toetsvorm
Participatie.
Literatuur
n.v.t.
Naam onderwijseenheid
Actuele Onderwerpen (Capita Selecta)
Code onderwijseenheid
AO
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Analyseren van maatschappelijke processen: Analyseren: niveau 3 Communiceren: niveau 3 Collegereeks van docenten vanuit de Lectoraten over actuele onderwerpen ter bevordering van het maatschappelijke bewustzijn. Bestudering van wetenschappelijke artikelen op het gebied van trends, maatschappelijke ontwikkelingen en innovaties binnen het MER-domein. Bezoek aan een aan het thema gelieerde instantie of organisatie. Hoorcollege en werkcollege.
Toetsvorm
Participatie, presentatie en 80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Aanbevolen: NRC Handelsblad, Volkskrant, Trouw, Algemeen Dagblad, Financieel Dagblad, Elsevier, Financial Times, New York Times, International Herald Tribune.
Inhoud
92
Naam onderwijseenheid
Loon- & Inkomsten Belasting 2011
Code onderwijseenheid
Fiscaal Recht 2 (LIB)
Studielast
2 studiepunten.
Periode
Blok 3.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het kunnen toepassen van de Nederlandse loon- en inkomstenbelasting. Adviseren: niveau 2 In deze onderwijseenheid wordt aan de hand van wettelijke bepalingen de hoofdlijnen van de Nederlandse loon- en inkomstenbelasting, uitgezonderd "winst uit onderneming" en "box 2" behandeld; zowel theoretisch als praktisch (dit komt terug bij de HUBA - campagne: hulp bij belastingaangifte). Praktijkervaring
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: Belastingrecht voor Bachelors en Masters: Theorieboek 2010 Aarts e.a., Convoy, 978-90-7956-4118 Belastingrecht voor Bachelors en Masters: Werkboek 2010 Aarts e.a., Convoy, 978-90-7956-4125 Belastingwetten 2010 of 2011 Aanbevolen: De kleine gids voor de Nederlandse sociale zekerheid 2011, Kluwer
Naam onderwijseenheid
HUBA
Code onderwijseenheid
HUBA
Studielast
1 studiepunt
Periode
Blok 3
Leerdoelen
Werkvorm (en)
Het in de praktijk toepassen van de wet loon- en inkomstenbelasting door middel van het meewerken aan de HUBA - campagne. Adviseren: niveau 2 Met behulp van software een aangifte voor de Nederlandse inkomstenbelasting voor particulieren verzorgen; en dit ook daadwerkelijk bij de HUBA - campagne - hulp bij belastingaangifte - doen. Praktijkervaring
Toetsvorm
80% aanwezigheidsplicht.
Literatuur
Verplicht: 3 a 4 syllabi tijdens practicum uitgereikt
Inhoud
Inhoud
93
6.2.15. Niet aan studiejaren gebonden onderdelen Naam onderwijseenheid
Zakelijk Engels 2
Code onderwijseenheid
EN2
Studielast
3 studiepunten.
Periode
Blok 2 van alle studiejaren.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
In het Engels kunnen communiceren in een zakelijke omgeving op onderstaand niveau. Communiceren: niveau 2 Begrijpen en gebruiken van zakelijk Engels mondeling en schriftelijk. Verwerven van een specifieke woordenschat. EFR - niveau B2. Werkcollege.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: J.Hughes, Success with BEC Vantage, student’s book, 1st edition, Summertown Publishing 2008, ISBN 9781902741871 Aanbevolen: Diverse taalverwervingssites, zie Blackboard EN2 / BEC Vantage
Naam onderwijseenheid
Zakelijk Engels 3
Code onderwijseenheid
EN3
Studielast
3 studiepunten
Periode
Blok 2 van alle studiejaren.
Leerdoelen
Werkvorm (en)
In het Engels kunnen communiceren in een zakelijke omgeving, schriftelijk en mondeling op onderstaand niveau. Communiceren: niveau 3 Begrijpen en gebruiken van zakelijk Engels mondeling en schriftelijk. Verwerven van specifiek vocabulaire. EFR - niveau C1. Werkcollege.
Toetsvorm
Overall toets.
Literatuur
Verplicht: P. Dummett, Success with BEC Higher, student’s book, 1e editie 2008, Summertown publishing, ISBN 9781902741888 Aanbevolen: Diverse taalverwervingssites, te vinden op Blackboard EN3 / BEC Higher
Inhoud
Inhoud
94
7
95
Dit document geeft het hogeschool- en opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling samengevoegd weer. Per artikel volgen eerst gecursiveerd de regelingen op hogeschoolniveau en daarna de regelingen en verbijzonderingen op opleidingsniveau.
Artikel 1
Begripsbepalingen
Hogeschooldeel In deze regeling wordt verstaan onder: Academie Academiedirecteur Academieraad Afsluitend examen Assessment
Assessor
Associate degree (Ad) Associatedegreeprogramma (Ad-programma) College van Beroep voor de Examens College van Bestuur Competentie Competentieprofiel
Deeltijdopleiding
Een opleiding of een groep van opleidingen onder leiding van een academiedirecteur. De functionaris die leiding geeft aan een academie. Medezeggenschapsorgaan op academieniveau; in de WHW deelraad genoemd (artikel 10.25 WHW). Het examen waarmee een student een opleiding of het Ad-programma daarbinnen, afsluit. Een integraal onderzoek dat leidt tot beoordeling en terugkoppeling van het bereikte niveau van één of meer competenties, vastgesteld door assessoren aan de hand van vooraf bepaalde beoordelingscriteria, op basis van waarneembaar gedrag en in relatie tot een situatie die zich in de reële beroepspraktijk voordoet of in de beroepspraktijk zelf. De assessor is degene die leerprocessen evalueert met behulp van een assessment. Door specifieke training interpreteert hij adequaat en betrouwbaar door studenten behaalde toetsresultaten en hij stelt vast in hoeverre een student de getoetste (deel)competenties verworven heeft. De wettelijke graad die toegekend wordt aan studenten die het Associatedegreeprogramma met succes hebben afgerond. Een programma binnen een opleiding met een studielast van ten minste 120 studiepunten dat leidt tot het behalen van de graad Associate degree. Het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW (zie ook hoofdstuk VII van het studentenstatuut deel 1). Het bestuur van de hogeschool zoals bedoeld in artikel 10.2 WHW en in artikel 1.1 sub j WHW. Een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding, dat nodig is om in een beroepscontext beroepsproducten te realiseren die aan de geldende kwaliteitseisen voldoen. De set competenties die een beginnende beroepsbeoefenaar in een bepaald beroepsdomein moet bezitten om in een beroepssituatie adequaat te kunnen handelen. Het competentieprofiel is gerelateerd aan het landelijk vastgestelde competentieprofiel. Een opleiding die zodanig ingericht is dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag wordt genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Deze werkzaamheden kunnen in het opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling aangemerkt worden als onderwijseenheden (WHW art 7.27).
96
Duale opleiding
Examen
Examencommissie
Examinator Extraneus
Functiebeperking
Getuigschrift
Hogeschool Hogeschooldeel Hoofdfase Keuzeonderwijseenheid Major
Minor Minorruimte
Een opleiding waarin het volgen van onderwijs (onderwijsdeel) gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening (praktijkdeel) in verband met dat onderwijs (artikel 7.7 lid 2 WHW). De beroepsuitoefening vindt plaats op basis van een overeenkomst gesloten door de opleiding, de student en de werkgever (artikel 7.7 lid 5 WHW). Het examen is afgelegd indien de toetsen van de tot een opleiding of propedeutische fase van een opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus (artikel 7.10 lid 2 WHW). Het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt aan kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (artikel 7.12 WHW). Persoon, aangewezen door de examencommissie, die belast is met het afnemen van toetsen (artikel 7.12 WHW). Degene die door de hogeschool is ingeschreven als extraneus en die volgens artikel 7.36 WHW uitsluitend het recht heeft om de toetsen van de onderwijseenheden behorende tot de opleiding, alsmede de examens behorende tot de opleiding af te leggen en in principe recht heeft op toegang tot de inrichtingen en verzamelingen van de hogeschool (zoals de bibliotheek). Een zichtbare of onzichtbare beperking in het functioneren als gevolg van een handicap of chronische ziekte, zoals bedoeld in artikel 1 WGBH/CZ. Het kan hierbij gaan om onder meer uiteenlopende lichamelijke beperkingen, chronische ziekten, psychische problematiek en dyslexie. Het bewijsstuk dat uitgereikt wordt wanneer de examenkandidaat het propedeutische of afsluitende examen van de opleiding of van het Adprogramma met goed gevolg afgelegd heeft, zoals bedoeld in artikel 7.11 lid 1 WHW. De Haagse Hogeschool. Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat van toepassing is op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen inclusief de Ad-programma’s van de hogeschool. Het deel van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase. Een door een opleiding, ter keuze van de student, aangeboden onderwijseenheid of activiteiten of werkzaamheden binnen of buiten de hogeschool ter invulling van de minorruimte. De studielast bedraagt maximaal 6 studiepunten. Dat deel van de opleiding waarmee de student mede in staat gesteld wordt het competentieprofiel te verwerven. De major vormt samen met de minorruimte de voorbereiding op het behalen van het getuigschrift van het propedeutische- respectievelijk afsluitende examen. Een onderwijseenheid van 15 studiepunten ter invulling van de minorruimte. Het deel van de opleiding met een door de opleiding vast te stellen omvang dat de student zelf kan invullen, gesanctioneerd door de examencommissie.
97
Onderwijsdeel Onderwijseenheid Onderwijs- en examenregeling Onderwijsprogramma
Opleiding
Opleidingscommissie
Opleidingsdeel Overmacht
Praktijkdeel Propedeutisch examen Propedeutische fase
Student
Het gedeelte van de duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs. Een samenhangend onderdeel van de opleiding dat de student afsluit met een toets (artikel 7.3 WHW). Een onderwijseenheid kan in het opleidingsdeel worden aangeduid als o.a. ‘cursus’ of ‘module’.
! " # Het geheel van onderwijseenheden (inclusief stages en door de student te kiezen onderwijseenheden in de minorruimte) en de daaraan verbonden toetsen die behoren tot de propedeutische fase en de hoofdfase of tot het Ad-programma. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van competenties of doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3 WHW). Opleidingen kunnen voltijd, deeltijd en duaal worden aangeboden. Waar in deze onderwijs- en examenregeling sprake is van een opleiding, wordt een bacheloropleiding bedoeld, inclusief het Ad-programma, indien een opleiding dit programma kent. De adviescommissie die voor elke opleiding wordt ingesteld en die tot taak heeft de advisering over en de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de onderwijs- en examenregeling wordt uitgevoerd, alsmede het adviseren van de academiedirecteur en de academieraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding( artikel 10.3c van de WHW). Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat een uitwerking vormt van het hogeschooldeel en alleen geldt voor de (voltijd-, deeltijd- of duale variant van de) desbetreffende opleiding. Van overmacht is sprake als een tekortkoming niet aan de desbetreffende (tekortschietende) persoon kan worden toegerekend, omdat zij niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit beroepsuitoefening en dat deel uitmaakt van het onderwijs. Het examen waarmee de student de propedeutische fase van de opleiding afsluit. De eerste periode van de opleiding, voorafgaand aan de hoofdfase, waarin studenten inzicht krijgen in de inhoud van de opleiding en het toekomstige beroep. Aan het einde van deze fase is selectie en verwijzing mogelijk (artikel 7.8 WHW). Degene die door de hogeschool is ingeschreven voor een voltijd- deeltijd- of duale opleiding, en ondermeer het recht heeft om deel te nemen aan het onderwijs van de hogeschool.
98
Studentendecaan Studentenstatuut
Studieadvies
Studiejaar Studieloopbaanbegeleider Studiepunt Toets
Topsporter
Topprestatie Verkort programma
Versneld programma Voltijdopleiding Werkdag WHW
De onafhankelijke functionaris die studenten adviseert en begeleidt bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard, en waar nodig bemiddelt. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen (artikel 7.59 WHW): het instellingsspecifieke deel (deel 1) en het (gedeeltelijk) opleidingsspecifieke deel (deel 2). Het eerste deel bevat een algemene beschrijving van de studieopbouw, de ondersteunende faciliteiten die de student aangeboden worden, de rechten en verplichtingen van de studenten en de hogeschool en een overzicht van de regelingen die de rechten van de studenten beschermen. Het tweede deel bevat de onderwijs- en examenregeling en een overzicht van de studentenvoorzieningen. Advies aan de student over de voortzetting van de opleiding binnen of buiten de opleiding, dat wordt uitgebracht aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase of zolang de student het propedeutische examen niet behaald heeft (artikel 7.8b WHW). Er bestaan 3 studieadviezen: positief - , aangehouden- en negatief bindend studieadvies. Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt het proces waarin de student zijn eigen studie en loopbaanambities leert sturen. Doelen van de studieloopbaanbegeleiding zijn studie-, beroeps- en loopbaan(keuze)processen, zelfregie en talentontwikkeling. De studielast zoals gedefinieerd in artikel 7.4 WHW. Eén studiepunt is volgens het European Credit Transfer System (ECTS) gelijk aan 28 uur studie. Het begrip toets staat gelijk aan het in de WHW genoemde begrip tentamen (artikel 7.10 WHW). Een toets is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan bestaan uit verschillende deeltoetsen. Een student die nationaal of internationaal op het hoogste niveau meedoet aan wedstrijden en die via het NOC*NSF een status heeft gekregen of een student die op het hoogste landelijk niveau zijn sport bedrijft . Er dient sprake te zijn van een tijdsbesteding van 15 uur (gemiddeld) per week. Prestatie op hoog niveau, ter beoordeling van het College van Bestuur Verkort programma is een bachelorprogramma met een propedeuse en aan het einde een bachelorgetuigschrift. Het studieprogramma is ‘verkort’ omdat de student op grond van zijn verwante opleiding of werkervaring in aanmerking komt voor vrijstellingen. Onderwijsprogramma waarin het reguliere aantal studiepunten binnen een kortere doorlooptijd worden aangeboden en getoetst, bijvoorbeeld 240 studiepunten in 3 jaar. Een opleiding waarbij de praktische vorming ( zoals stages) deel uitmaakt van het onderwijs. Alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, de verplichte feestdagen en de vakantiedagen zoals formeel vastgesteld voor medewerkers van de hogeschool. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad 1992, 593).
99
Opleidingsdeel Aanschuifmodule Erkenning Verworven Competenties (EVC)
Geaccrediteerd Specialisatie Studentennet
Artikel 2
Een reguliere onderwijseenheid die de student volgt bij een andere opleiding ter invulling van een deel van de minorruimte Mogelijkheid voor studenten met veel werkervaring en opleiding/cursussen op HBO-niveau in het beroepsveld van MER om deze werkervaring te laten waarderen. De kandidaat doorloopt de procedure voordat hij zich inschrijft aan de opleiding. Aan de procedure zijn kosten verbonden. MER deeltijd is een erkend aanbieder. De EVC procedure is opgezet volgens de kwaliteitsnorm van het kenniscentrum EVC. Voorzien van een keurmerk, dat aangeeft dat een opleiding aan door de overheid vastgestelde minimale kwalitatieve maatstaven voldoet. Verdieping/afstudeerrichting binnen het majorprogramma ( specialisatie manager of adviseur) Portal, Blackboard, e-mail, Osiris
Reikwijdte
Hogeschooldeel Het hogeschooldeel vormt samen met het opleidingsdeel de onderwijs- en examenregeling (artikel 7.13 WHW). Het hogeschooldeel (inclusief de bijlagen) is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen van de hogeschool in het studiejaar 2011-2012 . Aan onderwijs- en examenregelingen die golden in voorafgaande studiejaren kan de student geen rechten ontlenen, tenzij anders is bepaald in de overgangsregelingen in het opleidingsdeel. Elk opleidingsdeel vormt een aanvulling op het hogeschooldeel en geldt alleen voor de desbetreffende opleiding of voor de desbetreffende groep van opleidingen. Opleidingsdeel Het opleidingsdeel is van toepassing op de voltijd variant, van de opleiding voor Management Economie en Recht van De Haagse Hogeschool. Voor zover aan eerdere onderwijs- en examenregelingen rechten kunnen worden ontleend, zijn deze beschreven in het opleidingsdeel onder artikel 6.l van de OER.
Artikel 3
De taal waarin het onderwijs gegeven wordt (art 7.2 WHW)
Hogeschooldeel: 1. Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands, tenzij in het opleidingsdeel – gemotiveerd - is aangegeven dat het onderwijs of delen daarvan in een andere taal wordt/worden gegeven. 2. Indien het onderwijs wordt gegeven in een andere taal dan het Nederlands is de gedragscode ‘vreemde talen’ van toepassing. Deze is te vinden in het studentenstatuut deel 1. Opleidingsdeel Het volgende onderdeel van het onderwijs wordt gegeven in het Engels wegens de deelname van (internationale) studenten van de opleiding International Business and Management Studies: Business Game.
100
Artikel 4
Toelatingseisen
Hogeschooldeel Inschrijving en toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van het reglement in- en uitschrijving van De Haagse hogeschool. Op de website van de hogeschool staat de meest recente informatie over toelatingseisen en voorwaarden vermeld voor inschrijving voor de propedeutische – en hoofdfase (www.haagsehogeschool.nl) .
Artikel 5
Vrijstellingen en toegang tot routes
Hogeschooldeel 1. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor een of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van documenten waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten (inhoud en niveau) van het desbetreffende toets voldaan heeft. Voorbeelden van deze documenten zijn: akte, diploma, getuigschrift, certificaat. 2. De examencommissie kan, mits de opleiding hiertoe specifiek beleid en een specifieke procedure ontwikkeld heeft, een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor één of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van eerder -buiten het hoger onderwijs- door (werk)ervaring verworven competenties, kennis of vaardigheden, mits de student op een door de opleiding vast te stellen wijze, kan aantonen dat hij reeds aan de vereisten van de desbetreffende toets voldaan heeft (bijvoorbeeld door middel van een ervaringscertificaat of EVCrapportage). 3. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang verlenen tot een verkort programma; vrijstelling verlenen van toetsen verbonden aan onderwijseenheden met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 60 studiepunten, indien de student in het bezit is van een diploma van een door de hogeschool als verwant aangemerkte mbo-opleiding. In het opleidingsdeel is vastgelegd welke mbo-opleidingen als verwant zijn aangemerkt en wat de omvang en inhoud van de vrijstelling is. 4. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang bieden tot een versnelde route op basis van nader te stellen criteria. 5. In het opleidingsdeel is geregeld hoe een student een verzoek tot vrijstelling en/of toegang tot een route moet indienen. 6. De examencommissie deelt, binnen 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag, haar beslissing over de omvang en soort van de verleende vrijstelling schriftelijk aan de student mee. De examencommissie vermeldt in haar besluit: a) de datum waarop zij de vrijstelling heeft verleend; b) de betreffende toetsen verbonden aan onderwijsheden waarvoor zij de vrijstelling heeft verleend; c) de geldigheidsduur van de vrijstelling is gelijk aan de geldigheidsduur van toetsresultaten. Opleidingsdeel a. Vrijstelling op basis van overige documenten Een student die op basis van elders behaalde diploma' s, certificaten, getuigschriften of aktes in aanmerking meent te komen voor vrijstelling van onderwijseenheden, kan hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie. Zie hiervoor lid c . b. Vrijstellingen op basis van eerder door werkervaring verworven competenties Indien een aspirant student die toelaatbaar is tot de opleiding, een EVC-procedure heeft doorlopen bij een erkende EVC-aanbieder en beschikt over een Ervaringscertificaat dan wel EVCrapportage voor dat opleidingsprofiel, stelt de examencommissie vast of en voor welke vrijstellingen hij in aanmerking komt. De EVC-procedure staat beschreven in de handleiding EVC die te verkrijgen is bij het secretariaat van MER-deeltijd (
[email protected]). Deze procedure is ook geldig voor MER-voltijd. c.
Procedure voor het aanvragen van vrijstellingen De student die op een van bovengenoemde gronden recht meent te hebben op vrijstelling van toetsen verbonden aan onderwijseenheden, kan hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie. Dit verzoek moet uiterlijk vóór 1 oktober voor de vakken van het eerste blok
101
van de propedeuse en 20 werkdagen voor aanvang van de overige onderwijseenheden door de examencommissie ontvangen zijn. De student dient hierbij gebruik te maken van het vrijstellingenformulier van de opleiding dat verkrijgbaar is via (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd Met dit verzoek dienen ter ondersteuning bewijsstukken meegestuurd te worden: studiebelasting, gebruikte literatuur, gebruikte toetsing en gewaarmerkte cijferlijst. Binnen 15 werkdagen na indienen van het verzoek ontvangt de student van de examencommissie schriftelijk uitsluitsel m.b.t. diens verzoek.
Artikel 6
Inrichting van het onderwijs
Hogeschooldeel 1. Een bacheloropleiding heeft een totale studielast van 240 studiepunten (artikel 7.4b WHW). 2. Indien een opleiding een Ad-programma heeft, heeft deze een totale studielast van ten minste 120 studiepunten. 3. Het curriculum van een bacheloropleiding en van het Ad-programma binnen een opleiding is verdeeld in een propedeutische- en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 studiepunten. 4. Voor voltijd- en duale opleidingen geldt dat de propedeutische- en hoofdfase zijn verdeeld in semesters. Het onderwijs in het semester kan onderwezen worden in een periode van 20 weken of twee periodes van elk 10 weken. De studielast van de opleiding is zodanig verdeeld over de jaren en binnen de jaren over de semesters dat de student een goede studievoortgang wordt gewaarborgd (WHW 7.8b lid 3). 5. De precieze indeling van de deeltijdopleidingen en van de AD-programma’s van voltijd-, deeltijden duale opleidingen in de propedeutische en hoofdfase is geregeld in het opleidingsdeel van dit artikel. 6. De onderwijseenheden met de bijbehorende studiepunten worden beschreven in het opleidingsdeel (artikel 7.13 WHW). De minimale omvang van een onderwijseenheid bedraagt 3 studiepunten. In afwijking hiervan kunnen in de propedeutische fase voor 3 studiepunten en in de hoofdfase eveneens voor 3 studiepunten, kleinere onderwijseenheden gedefinieerd worden. 7. De academiedirecteur bepaalt na overleg met de examencommissie de perioden die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor het afleggen van toetsen en examens en legt deze door middel van een jaarkalender vast. In de jaarkalender worden daarnaast de weken vastgelegd die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor onderwijs en de weken waarin de examencommissie bijeenkomt. De academiedirecteur zorgt voor de bekendmaking van jaarkalender via het studentennet voor 1 september. 8. Een bacheloropleiding omvat een major en een minorruimte. De major is gericht op de verwerving van het competentieprofiel. De minorruimte is gericht op verbreding of verdieping van de competenties die een student in de major verwerft. 9. De major van een voltijdopleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 195 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een voltijdopleiding heeft een studielast van 45 studiepunten. De student kan deze minorruimte invullen met 3 minors of met 2 minors en keuzeonderwijseenheden. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. 10. De major van een deeltijd- en duale opleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 240 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een deeltijd- en duale opleiding bedraagt maximaal 45 studiepunten. De precieze omvang van de minorruimte is in het opleidingsdeel opgenomen. De student mag deze minorruimte met maximaal 15 studiepunten aan keuzeonderwijseenheden vullen. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. 11. Voor minoren gelden de volgende bepalingen: a. In de opleidings-OER is een lijst opgenomen van minoren en keuzeonderwijseen- heden, inclusief eventuele instapeisen en nadere voorwaarden, waaruit de student bij de invulling van de minorruimte kan, c.q. moet kiezen, zonder individuele toetsing vooraf van de examencommissie. b. Elke student maximaal kan één basisminor kiezen; daarin kunnen ook eerder elders behaalde onderwijseenheden (als gevolg van switchen van opleiding) worden opgenomen. c. De opleiding kan de student verplichten maximaal één minor te kiezen uit een door de opleiding te bepalen lijst. Als de opleiding daarvoor kiest, is dat vermeld in de opleidings-OER.
102
d. De student kan aan de examencommissie toestemming vragen de minorruimte op een andere wijze in te vullen, bijvoorbeeld door het volgen van onderwijs bij andere Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs die door de NVAO zijn geaccrediteerd, of door een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs die door de NUFFIC als gelijkwaardig wordt aangemerkt. e. In het opleidingsdeel wordt beschreven welke procedure de student dient te volgen om goedkeuring van de examencommissie te verkrijgen voor door hem voorgestelde invulling van de minorruimte. f. Aan deelname aan een minor verzorgd door de hogeschool zijn voor de student geen kosten verbonden. g. Het hogeschoolaanbod van (basis)minoren is toegankelijk via het studentennet. 12. Deelname van een student aan een opleidingscommissie gedurende een jaar wordt beschouwd als het volgen van een keuzeonderwijseenheid van 3 studiepunten, tenzij in het opleidingsdeel een afwijkende studielast is vastgelegd. Opleidingsdeel e. Beroeps- en competentieprofiel opleiding Het beroeps- en competentieprofiel van de opleiding is neergelegd in de documenten “Beroepsprofiel Management, Economie en Recht” (LOO-MER, 1999) en “Uitwerking competenties Management, Economie en Recht (LOO-MER, 2001). Voor de studenten die zijn ingestroomd in of na 2008 is het beroeps- en competentieprofiel neergelegd in “Competentieprofiel Management, Economie en Recht” (LOO-MER, 2008). Het competentieprofiel van de Opleiding Management, Economie en Recht van De Haagse Hogeschool is opgenomen in bijlage 2. Andere genoemde documenten zijn gepubliceerd op studentennet (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd > Curriculum opleiding) en de website van De Haagse Hogeschool.. f.
Indeling van het onderwijs Het onderwijs van de opleiding is ingedeeld in een propedeutische fase en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft, zoals wettelijk verplicht is, een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. De propedeutische fase omvat 60 studiepunten; de hoofdfase 180 studiepunten. De opleiding is ingedeeld in vier blokken van min of meer gelijke lengte; een blok omvat 10 lesweken. Per blok wordt gestreefd naar is een evenredige studielast van 15 studiepunten.
g. Jaaroverzicht propedeuse en hoofdfase
Jaar 1
Blok 1 Kennismaken met de MER
Jaar 2
Onderzoek en Processen
Blok 2 Invloed van de omgeving Minorruimte
Jaar 3
Strategisch Management in Internationaal Perspectief Minorruimte
Adviseren via Projectmatig Werken Minorruimte
Jaar 4
Blok 3 Bedrijfsvoering
Blok 4 Mens en Organisatie
Analyse en Omgeving Stage
Bedrijfsvoering Stage
Afstuderen
Afstuderen
' Propedeuse De propedeuse omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met het aantal studiepunten. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de Studiegids Studiejaar 2011-2012 van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd en is tevens te vinden op studentennet () * ) * + ,. / " * 0 " " 1' i.
Indien de toets van een onderwijseenheid bestaat uit verschillende deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de normering per deeltoets vermeld.
103
Jaar 1: Propedeuse blok 1 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie Inleiding: M&OI Privaatrecht: PRIV Economisch Denken: ECD Finance: Inleiding: FI Basis Managementvaardigheden 1: - Word: WORD - Formuleren: FORM - Presenteren: PRES Zakelijk Engels: EN 1 Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 1
aantal studiepunten 2 3 3 4
3
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets
5,5
Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5
- Overall toets - Casustoets - Assessment en 80% aanwezigheidsplicht Overall toets
5,5 5,5 5,5
Opdracht
5,5 Voldaan
15
Jaar 1: Propedeuse blok 2 Naam onderwijseenheid Macro Omgeving: MO Publiek Recht: PUBL Marketing: MARK Bedrijfsadministratie: BA Projectvaardigheden: - Businessgame: BG - Vergaderen: VERG
aantal studiepunten 3 3 3 5
- Interviewen: INT - Excel 1: EXC 1 Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5 5,5
- Participatie - Opdracht en 80 % aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80 % aanwezigheidsplicht - Overall toets
Voldaan 5,5 5,5 5,5
14
104
Jaar 1: Propedeuse blok 3 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie: - Processen: M&OP - Omgevingsanalyse: OA Interne Verslaggeving: IV Financiering: FIN Bedrijfsadministratie: BA Basis Managementvaardigheden 2 - Zakelijk Engels 1a: EN 1a - Rapporteren: RAPP Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 3
aantal studiepunten 4 3 3 3 3
Toetsvorm
Minimale eis
- Kennistoets - Opdracht Kennistoets Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
- Spreek- en schrijfvaardigheidtoets - Opdracht
5,5 5,5
16
Jaar 1: Propedeuse blok 4 Naam onderwijseenheid Management en Organisatie Gedrag: M&OG Arbeidsrecht: ARB Integraal Project: IP Praktijkweek: PRAKW Oriëntatie op Loopbaan en Beroep - Studievaardigheden: SV - Kritisch Denken Jaar 1: KDJr 1 Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 4
aantal studiepunten 4 3 4 1 3
Toetsvorm
Minimale eis
Casustoets
5,5
Kennistoets Opdracht en kennistoets 80% aanwezigheidsplicht
5,5 5,5 Voldaan
- Opdracht - Portfolio
Voldaan 5,5
15
105
Specificatie geclusterde onderwijseenheden propedeuse (deeltoetsen) 9
Onderwijs- Omschrijving eenheid M&O
Stpt Deeltraining
Management & Organisatie
4
Afkorting
Min. eis Wedeeltoets ging
SBU
Processen
M&OP
5,5
3
84
Omgevingsanalyse
OA
5,5
1
28
BM1
Basis Managementvaardigheden 1
4
Formuleren Presenteren Word
FORM PRES WORD
5,5 5,5 5,5
2 1 1
56 28 28
BM2
Basis Managementvaardigheden 2
3
PROJV
Projectvaardigheden
3
Oriëntatie op Loopbaan en Beroep
EN 1a RAPP BG VERG INT
5,5 5,5 Voldaan 5,5 5,5
2 1 1 1 1
56 28 28 28 28
OLP
3
Engels 1a Rapporteren Business Game Vergaderen Interviewen Studievaardigheden Kritisch Denken Jaar 1
SV
Voldaan
2
56
5,5
1
28
f.
KDJr 1
10
Hoofdfase De hoofdfase omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met het aantal studiepunten. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de Studiegids Studiejaar 2011-2012 van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd en is tevens te vinden op studentennet. Indien een toets bestaat uit verschillende onderdelen of deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de weging in de onderwijs en examenregeling vermeld.
Jaar 2: Hoofdfase blok 1 Onderzoek en processen Naam onderwijseenheid Externe verslaggeving: EV Processen in organisaties: PIO Onderzoeksvaardigheden 1 - Steekproeftheorie: ST - SPSS: SPSS ICT in organisaties: IIO
Aantal studiepunten 3 3 4 3
Kwantitatief Onderzoek: KO
3
Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
16
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Kennistoets
5,5 5,5
- Kennistoets - Opdracht Kennistoets en groepsopdracht Kennistoets en groepsopdracht
5,5 5,5 5,5 5,5
#
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen Binnen een geclusterde onderwijseenheid wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen gemiddelde van de cijfers voor deeltoetsen. 10
de
106
Jaar 2: Hoofdfase blok 2 Minorruimte Naam onderwijseenheid Minorruimte Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 2
Aantal studiepunten 15
Toetsvorm
Minimale eis 5,5
15
Jaar 2: Hoofdfase blok 3 Analyse en Omgeving Naam onderwijseenheid
Aantal studiepunten Branche & Markt: B&M 3 Toegepast Personeelsmanagement: 3 TPM Onderzoeksvaardigheden 2 3 - Excel 2: EXC 2 - Deskresearch: DR Financieel Rekenen: FR 2 Extern Project 1: EP 1 3 Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal blok 3 14
Toetsvorm
Minimale eis
Kennistoets Casustoets
5,5 5,5
- Overall toets - Opdracht Kennistoets Assessment
5,5 Voldaan 5,5 5,5
Jaar 2: Hoofdfase blok 4 Bedrijfsvoering Naam onderwijseenheid Bedrijfscommunicatie: BC Investeringsbeslissingen: IB Bedrijfsrecht: BDR Management Informatie Systemen: MIS Communicatietechnieken: - Gesprekstechnieken: GESPR
Aantal studiepunten 3 3 3 3 3
- Onderhandelen: OND - Communicatietraining: COMT Studieloopbaanbegeleiding: SLB Totaal Blok 4
Toetsvorm
Minimale eis
Opdracht Kennistoets Casustoets Overall toets
5,5 5,5 5,5 5,5
- Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Participatie en Opdracht
5,5 5,5 Voldaan
15
107
Specificatie geclusterde onderwijseenheden hoofdfase jaar 2 (deeltoetsen) Onderwijs- Naam eenheid
Stpt11 Onderdeel
Afkorting Min. eis We- SBU deeltoets ging
ONDV 1
Onderzoeksvaardigheden 1
4
Steekproeftheorie ST SPSS SPSS
5,5 5,5
2 2
56 56
ONDV 2
Onderzoeksvaardigheden 2
3
Communicatietechnieken
5,5 5,5 5,5
1 2 1
28 56
COMM
Deskresearch Excel 2 Gesprekstechnieken Onderhandelen Communicatietraining
5,5 Voldaan
1 1
28
3
DR EXC2 GESPR OND COMT
28 28
Jaar 3: Hoofdfase blok 1 Strategisch Management in Internationaal Perspectief Naam onderwijseenheid Aantal Toetsvorm studiepunten Strategie: 5 - Strategisch Denken incl. - Assessment Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (SD) - Toepassing Strategie (TS) - Assessment Bedrijfsanalyse & Fiscaal Recht: 4 - Fiscaal Recht 1: Winstbelastingen - Overall toets (WB) - Bedrijfsanalyse en Aspecten van Ondernemen (BAO) - Opdracht - Portfolio Strategische en Economische Ontwikkelingen (PORT) - Kennistoets Internationale & Interculturele 6 Oriëntatie: - Europees Recht (ER) - Kennistoets 12 - Internationale Activiteit (IA) - Participatie - Internationale Betrekkingen (IBT) - Kennistoets - Interculturele Communicatie en Diversiteit (ICD) - Kennistoets en 80% - Managementtraining (MT) aanwezigheidsplicht - Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht Totaal blok
Minimale eis 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
5,5 Voldaan 5,5 5,5 5,5
15
11
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid. Voor de internationale activiteit kan in principe worden ingeschreven voor de volgende bestemmingen: Istanbul, Marokko, Den Haag, Brussel, Leuven, Berlijn. Aan iedere activiteit is een quotum gebonden; ingeschreven studenten die ‘boventallig’ zijn, worden ingedeeld bij hun tweede- of derde keuze.
108
Jaar 3: Hoofdfase blok 2 Adviseren via Projectmatig Werken Naam onderwijseenheid Aantal studiepunten Extern project 213 (EP 2) 9 Analyseren en Adviseren: 6 - Adviesvaardigheden (ADVV) - Kritisch Denken Jaar 3 (KDJr 3) - Projectmanagement (PM) Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Totaal blok 2
Toetsvorm
Minimale eis
Assessment
5,5
- Opdracht en 80% aanwezigheidsplicht - Kennistoets en Portfolio - Overall toets en Opdracht
5,5 5,5 5,5
15
Jaar 3: Hoofdfase blok 3 en 4 Stage * Naam onderwijseenheid Stageperiode Totaal periode 3 en 4
Aantal studiepunten 30
Toetsvorm Assessment
Minimale eis 5,5
30
* Ingangseis stageperiode Studenten die in het derde jaar stage willen lopen, moeten naast hun propedeusediploma minimaal 40 van de 60 studiepunten van het tweede jaar (hoofdfase) hebben behaald.
2 Het niveau van het externe project moet liggen op “onderzoek en advies op basis van een complex organisatievraagstuk” bijvoorbeeld een strategisch marketingadvies, afdelingswerkplan, strategisch personeelsplan, implementatieplan etc.
109
Specificatie geclusterde onderwijseenheden (deeltoetsen) hoofdfase jaar 3 Onderwijs- Naam eenheid
STRAT
B & FR
I&IO
A&A
Strategie
Bedrijfsanalyse & Fiscaal Recht
Internationale & Interculturele Oriëntatie
Analyseren & Adviseren
Stpt14 Onderdeel
5
4
6
6
Afkorting
Strategisch Denken incl. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen SD Toepassing Strategie TS Fiscaal Recht 1: Winstbelastingen Bedrijfsanalyse en Aspecten van Ondernemen Portfolio Strategische en Economische Ontwikkelingen Internationale Betrekkingen Managementtraining Europees Recht Interculturele Communicatie en Diversiteit Internationale Activiteit Adviesvaardigheden Kritisch Denken Projectmanagement
Min. eis We- SBU deeltoets ging
5,5
3
84
5,5
2
56
WB
5,5
2
56
BAO
5,5
1
28
PORT
5,5
1
28
IBT
5,5
2
56
MT ER
5,5 5,5
1 1
28 28
ICD
5,5
1
28
VOLD
1
28
ADVV KDJr3
5,5 5,5
2 2
56 56
PM
5,5
2
56
IA
14
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid.
110
Jaar 4: Hoofdfase blok 1 en 2 Minorruimte Naam onderwijseenheid Minorruimte Totaal blok 1 en 2
Aantal studiepunten 30 30
Toetsvorm
Aantal studiepunten 5 15 3 4
Toetsvorm
Minimale eis 5,5
Jaar 4: Hoofdfase blok 3 en 4 Afstuderen Naam onderwijseenheid Voortraject Afstuderen (VAFST) Afstuderen (AFST) Bedrijfsanalyse (BAN) Capita Selecta - Maatschappelijke Oriëntatie (MO) - Actuele Onderwerpen (AO) Fiscaal Recht 2: - Fiscaal Recht: Loon en Inkomstenbelasting (LIB) - Hulp bij Belastingaangifte (HUBA) Totaal periode 3 en 4
3
30
Minimale eis
Opdracht Opdracht Opdracht
Voldaan 5,5 5,5
- Participatie
Voldaan
- Participatie, Presentatie en 80% aanwezigheids-plicht
Voldaan
- Overall toets - 80% aanwezigheidsplicht
5,5 Voldaan
Specificatie geclusterde onderwijseenheden (deeltoetsen) hoofdfase jaar 4
Capita Selecta16
4
FR2
Fiscaal Recht 2
3
g.
Naam
Stpt15 Onderdeel
Onderwijseenheid CS
Afkorting Min. eis We- SBU deeltoets ging 5,5 2 Maatschappelijke Oriëntatie MO 56 Actuele Onderwerpen 5,5 2 AO 56 Fiscaal Recht: Loon- en LIB Inkomstenbelasting 5,5 2 56 Hulp bij Belastingaangifte HUBA (HUBA) 5,5 1 28
Buitenschools deel van het voltijd- of deeltijdcurriculum Het buitenschools deel van het curriculum van de voltijdopleiding omvat een stageperiode, de afstudeeropdracht, de Business Game, de Praktijkweek, de Communicatietraining, Externe Projecten, de Internationale Activiteit, een aantal optionele onderdelen uit de Capita Selecta en de HUBA-campagne. Nadere bepalingen, voorwaarden en informatie zijn beschreven in de stagewijzer, de afstudeerwijzer en specifieke handleidingen per onderwijseenheid. Deze documenten zijn te vinden op Blackboard. De modulebeschrijvingen staan vermeld in de studiegids van de opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd 2011-2012.
h.
Procedure keuze en goedkeuring voor een minor De toetscommissie publiceert namens de examencommissie op studentennet een lijst met wel/niet toegestane minors uit de minorcatalogus van De Haagse Hogeschool. Voor wel toegestane minors uit die lijst hoeft de student geen toestemming te vragen. Voor de minors van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd wordt standaard toestemming
15
Het totale aantal studiepunten wordt pas toegekend na het behalen van de verschillende onderdelen van de onderwijseenheid De onderwijseenheid Capita Selecta bevat een aanbod dat jaarlijks wordt aangepast aan trends, maatschappelijke ontwikkelingen en innovaties binnen het MER-domein.
111
verleend. De student kan zich niet voor meer dan 1 minor tegelijk inschrijven. De student dient uiterlijk 15 werkdagen voor inschrijving voor de gekozen minors en/of onderwijseenheden een schriftelijk verzoek tot goedkeuring in bij de toetscommmissie, indien dit een minor betreft die niet op de lijst staat. Deze taak wordt namens de examencommissie uitgevoerd door de toetscommissie; de examencommissie blijft verantwoordelijk. De toetscommissie geeft over de aanvraag binnen 10 werkdagen schriftelijk uitsluitsel. OSB De student kan een deel van de minorruimte invullen met de keuzeonderwijseenheid Oriëntatie op Studie en Beroep (OSB). Dit onderdeel geeft de mogelijkheid om te oriënteren op een eventuele vervolgstudie of op het werkveld. De volledige regeling rondom OSB staat op het studentennet (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd OSB). Op deze site staat beschreven hoe de student studiepunten kan verdienen en wat de eisen zijn. Goedkeuring van OSB-activiteiten is gedelegeerd aan de studieloopbaanbegeleiders en wordt getoetst door de examencommissie. i.
De jaarkalender De jaarkalender is te vinden in de Studiegids Studiejaar 2011-2012 van de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd en is tevens te vinden op studentennet (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd > Jaarkalender).
j.
Overgangsmaatregel indien onderdelen van het onderwijsprogramma zijn gewijzigd. Met ingang van september 2008 bestaat een nieuw onderwijsprogramma. Voor studenten die voor die datum zijn ingeschreven bestaat een overgangsmaatregel. Gedurende 1 jaar nadat een studiejaar uit het oude onderwijsprogramma voor het laatst is aangeboden worden nog bezemonderwijs en toetsen over de stof van het oude programma aangeboden. De examencommissie doet uitspraak over het afronden van deze onderdelen.
k.
Het is mogelijk een keuzeonderwijseenheid in te vullen met het lidmaatschap van de opleidingscommissie. Aan het lidmaatschap zijn de volgende eisen verbonden: a. actief inzetten in de opleidingscommissie; b. verplichte aanwezigheid bij de vergaderingen van opleidingscommissie; de data zijn gepubliceerd in de jaarkalender van de opleiding; c. kort verslag van de activiteiten die voor de opleidingscommissie zijn ontplooid inclusief een urenverantwoording. Dit verslag dient in de maand juli van het collegejaar toegestuurd te worden aan het docentlid van de OC die verbonden is aan de opleiding. Het lidmaatschap van de student wordt beoordeeld op basis van bovenstaande eisen. Bij een voldoende beoordeling levert een jaar lidmaatschap drie studiepunten op.
l.
Bezemregelingen en conversietabel In het studiejaar 2011-2012 is een aantal onderwijseenheden gewijzigd. In onderstaande tabel is te zien welke wijzigingen hebben plaats gevonden. Sommige eenheden bestaan niet meer en worden als bezemvak aangeboden, andere onderwijseenheden zijn verplaatst naar een ander blok of hebben een andere naam gekregen.
112
Periode
Onderwijseenheid
Wijziging
Jaar 1 Jaar 1 Jaar 1 Jaar 1 Jaar 1
M&O Manager M&O Gedrag M&O Processen Individuele Opdracht Organisatieanalyse (IOO) Economisch Denken
Jaar 1 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 2 Jaar 2 Jaar 2 Jaar 2 Jaar 3
Presenteren Studieloopbaanbegeleiding SPSS Deskresearch Bedrijfscommunicatie Extern project Studieloopbaanbegeleiding Internationaal Recht
Jaar 3
Studieloopbaanbegeleiding
Inhoudelijk Inhoudelijk Inhoudelijk Naamswijziging Omgevingsanalyse (OA) Een toetsmoment met handhaving van de te bestuderen theorie Verschuift van blok 4 naar blok 1 Inhoudelijk Verschuift van blok 3 naar blok 1 Verschuift van blok 1 naar blok 3 Verschuift van blok 3 naar blok 4 Verschuift van blok 4 naar blok 3 Inhoudelijk Inhoudelijk en naamswijziging Europees Recht Inhoudelijk
Artikel 7
Als bezemvak aangeboden Ja Ja Ja
Ja
Ja Ja Ja
Financiële bijdragen
Hogeschooldeel 1. De hogeschool stelt de inschrijving niet afhankelijk van een andere geldelijke bijdrage dan het collegegeld. 2. De opleiding kan een student vragen leer(hulp)middelen aan te schaffen, als de opleiding deze noodzakelijk acht voor het studieprogramma. 3. In het opleidingsdeel is aangegeven welke leer(hulp)middelen de opleiding noodzakelijk acht om het onderwijs te kunnen volgen en wat de omvang is van de kosten die de aanschaf van deze leer(hulp)middelen met zich meebrengt. • Indien er kosten verbonden zijn aan activiteiten die als onderwijseenheid zijn opgenomen in het onderwijsprogramma, biedt de opleiding de student een gelijkwaardig alternatief aan, indien hij die kosten niet kan of wil maken. Hiertoe dient de student een verzoek in bij de examencommissie. De examencommissie besluit in overleg met de docent. Opleidingsdeel a. Leer(hulp)middelen De volgende leer(hulp)middelen acht de opleiding noodzakelijk om het onderwijs met succes te kunnen volgen: boeken en studiehandleidingen. De kosten die dat met zich meebrengt, bedragen rond de € 850,- . In de hoofdfase zijn de kosten aanzienlijk lager aangezien een aantal boeken dat in het eerste jaar is aangeschaft opnieuw gebruikt wordt. Voor een overzicht van de benodigde literatuur zie de boekenlijst van de opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd achterin de Studiegids Studiejaar 2011-2012 of op het studentennet (Studentennet > Studie > Management, Economie & Recht-voltijd > Boekenlijst). b. De volgende training is in het onderwijsprogramma opgenomen: Communicatietraining. De kosten daarvan bedragen ongeveer € 200,-. Hiernaast kent de Opleiding voor Management, Economie en Recht voltijd bijkomende bijdragen voor de Introductieperiode (kosten ongeveer € 55,=), de Praktijkweek (kosten ongeveer € 20,-), internationale activiteiten (wisselend; afhankelijk van de gekozen bestemming tussen € 10,- en € 800,-, excursies, symposia en andere onderwijsactiviteiten.
113
Artikel 8
Toekennen van studiepunten
Hogeschooldeel • Elke onderwijseenheid heeft een omvang in studielast van 3 of meer hele studiepunten. Zowel in de propedeutische fase als in de hoofdfase mag de opleiding eenmaal voor 3 studiepunten kleinere onderwijseenheden definiëren. • De opleiding kent de studiepunten behorend bij een onderwijseenheid aan de student toe, wanneer deze minimaal voldaan heeft aan de volgende voorwaarden: a) de student heeft de aan de onderwijseenheid verbonden toets of de aan de onderwijseenheid verbonden deeltoetsen afgelegd en b) het eindresultaat behaald voor een onderwijseenheid moet minimaal 5,5 op een tienpuntsschaal of voldoende op een voldoende/onvoldoendeschaal zijn. Aan de resultaten van deeltoetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel voorwaarden verbinden, zie hiervoor artikel 11 lid 8 van dit reglement. c) de student heeft vrijstelling verkregen van het afleggen van de aan de onderwijseenheid verbonden toets. • Aan het met positief resultaat afleggen van een deeltoets kent de opleiding geen studiepunten toe. • De student kan eindresultaten behaald voor onderwijseenheden niet compenseren.
Artikel 9
Examencommissie
Hogeschooldeel 1. De academiedirecteur stelt één examencommissie in, die werkzaam is voor alle aan zijn academie verbonden opleidingen. 2. De academiedirecteur draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 3. De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. Stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die deze onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad; b. Borgt de kwaliteit van de toetsen en examens; c. Geeft richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van deze onderwijs- en examenregeling om de uitslag van toetsen en examens te beoordelen en vast te leggen; d. Beslist over verzoeken van vrijstelling voor het afleggen van een of meer toetsen, zoals bedoeld in artikel 5; e. Verbindt voorwaarden aan de toestemming tot het afleggen van een of meer onderdelen van de hoofdfase voordat de student het propedeutische examen met goed gevolg heeft afgelegd (zie art.18); f. Brengt het studieadvies uit voor de propedeutische fase, zoals bedoeld in artikel 18 van de OER; g. Behandelt verzoeken van studenten om voorzieningen en aanpassingen op grond van de wet Gelijke Behandeling inzake Handicap of Chronisch ziekte en bepaalt de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de toetsen af te leggen (WHW 7.13.m); h. Is bevoegd de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde toetsen te verlengen (WHW 7.13k); i. Is bevoegd te bepalen dat toetsen anders dan in de OER vastgelegd; mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd (WHW 7.13.l); j. Is bevoegd tot het verlenen van vrijstelling van de verplichting tot deelname aan praktische oefeningen, met het oog op de toelating tot het afleggen van de desbetreffende toets, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen (WHW 7.13. t); k. Behandelt verzoeken om nog niet tot uitreiking getuigschrift over te gaan (WHW 7.11.3); l. Beoordeelt fraude en legt sancties op tot maximum een jaar (WHW 7.12b). Indien een student of extraneus fraudeert, kan de examencommissie de betrokkene het recht ontnemen een of meer door de examencommissie aan te wijzen toetsen of examens af te leggen gedurende een door de examencommissie vast te stellen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving van betrokkene definitief beëindigen.
114
In de frauderegeling worden de mogelijke maatregelen nader gespecificeerd (zie de frauderegeling die als bijlage aan deze Onderwijs- en examenregeling is toegevoegd); m. Reikt het getuigschrift uit ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, nadat het instellingsbestuur heeft verklaard dat aan procedurele vereisten voor de afgifte is voldaan (WHW 7.11.2) en voegt hieraan een supplement toe & geeft desgevraagd verklaringen af over afgelegde tentamens; n. Verleent toestemming tot het volgen van minors, voor zover dat volgens artikel 6.11 vereist is; o. Het behandelen van bezwaren van studenten tegen beoordeling door een examinator. 4. Voor het afnemen van toetsen wijst de examencommissie examinatoren aan. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. 5. De examencommissie stelt een huishoudelijk reglement op van haar werkzaamheden. 6. Indien een student bij de examencommissie een verzoek of een bezwaar indient waarbij een examinator betrokken is die lid is van de examencommissie, neemt de betrokken examinator geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht. Opleidingsdeel Huishoudelijk reglement van de examencommissie. Het huishoudelijke reglement op basis waarvan de examencommissie functioneert is gepubliceerd op het studentennet (Studie > Management, Economie & Recht-voltijd > Examencommissie).
Artikel 10
Examens
Hogeschooldeel 1. Een opleiding kent een propedeutische fase en een hoofdfase. Aan beide fasen is een examen verbonden. Indien de student de toetsen van de tot de propedeutische of de hoofdfase of het Adprogramma behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd, heeft de student het desbetreffende examen afgelegd, behalve als er in het opleidingsdeel bepaald is dat het examen tevens een door de examencommissie zelf te verrichten onderzoek omvat (artikel 7.10 lid 2 WHW). 2. Indien de examencommissie heeft bepaald dat het examen tevens een door haar zelf te verrichten onderzoek omvat, stelt zij de inhoud van dat onderzoek jaarlijks voor aanvang van het studiejaar vast. De inhoud van dit onderzoek is vastgelegd in het opleidingsdeel. 3. Aan een student die een examen met goed gevolg heeft afgelegd reikt de examencommissie een getuigschrift uit (artikel 7.11 WHW).
Artikel 11
Toetsen
Hogeschooldeel 1. De student sluit een onderwijseenheid af met een toets. Een toets kan bestaan uit meerdere deeltoetsen. Aan deelname aan (deel)toetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel redelijke voorwaarden van organisatorische- en onderwijskundige aard verbinden. 2. De examencommissie kan bepalen dat een student, alvorens hij een toets kan afleggen, verplicht is deel te nemen aan bepaalde praktische oefeningen. De examencommissie kan vrijstelling geven van deze verplichting en al dan niet vervangende eisen stellen. In het opleidingsdeel is vermeld aan welke praktische oefeningen de student verplicht moet deelnemen, evenals de procedure die hij moet volgen om ontheffing van deze verplichting te krijgen (WHW 7.13 lid 2 sub t). 3. In het opleidingsdeel is bij de beschrijving van de onderwijseenheden (artikel 6) opgenomen op welke wijze de (deel)toetsen worden afgenomen (mondeling, schriftelijk, anderszins). 4. De examencommissie draagt er zorg voor dat de leerdoelen en/of competenties die getoetst worden, voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend zijn. 5. De examencommissie draagt er zorg voor dat de normering van de verschillende onderdelen van de toets voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend is. Indien de normering niet wordt
115
6.
7.
8.
9. 10. 11.
vermeld, geldt voor alle onderdelen van de toets dezelfde normering. Op basis van de kwalitatieve analyse van de toets kan de examinator de normering achteraf, met instemming van de examencommissie, aanpassen. Een (deel)toets wordt beoordeeld met een van de volgende kwalificaties: a. Onvoldoende aan te duiden als O, waarbij een onvoldoende de betekenis heeft van een cijfer lager dan 5,5; b. Voldoende aan te duiden met V, waarbij een voldoende de betekenis heeft van een cijfer hoger dan of gelijk aan 5,5. Indien een (deel)toets wordt beoordeeld met een cijfer, dan geldt dat het cijfer met de nauwkeurigheid van 0,1 (een tiende) op de schaal van 1,0 tot en met 10,0 wordt gegeven. Indien er sprake is van afronding rondt de opleiding de cijfers af op hele getallen. Is het eerste cijfer achter de komma kleiner dan 5 dan wordt het toetscijfer naar beneden afgerond (bijvoorbeeld: 6,48 wordt 6). Is het eerste cijfer achter de komma gelijk aan of groter dan 5 dan wordt het toetscijfer naar boven afgerond (bijvoorbeeld: 6,51 wordt 7). Bij cijfers die het resultaat zijn van een gewogen of berekend gemiddelde vindt geen afronding plaats. Indien dit cijfer bestaat uit meerdere decimalen worden deze teruggebracht tot 1 decimaal (bijvoorbeeld: 6,49 wordt 6,4). Hierbij vindt géén afronding plaats (bijvoorbeeld: 6,49 wordt afgekapt naar 6,4). De opleiding kan ervoor kiezen toetscijfers af te ronden op hele getallen. Indien de opleiding besluit tot afronding op hele getallen, is dit vastgelegd in het opleidingsdeel. Als een opleiding een onderwijseenheid toetst door middel van deeltoetsen die zij beoordeelt met een cijfer, dan is het eindresultaat voor die onderwijseenheid het rekenkundige gemiddelde van alle deeltoetsen. Indien bij middeling van de deelcijfers sprake is van een gewogen gemiddelde, dan geeft de opleiding dit in het opleidingsdeel aan. De opleiding kan in het opleidingsdeel vastleggen dat de resultaten van bepaalde deeltoetsen voldoende moeten zijn (5,5 of, bij afronding, 6 of V). Aan resultaten van deeltoetsen worden geen studiepunten toegekend. De opleiding kent geen beoordeling toe aan (deel)toetsen verbonden aan onderwijseenheden waarvoor de examencommissie vrijstelling heeft verleend.
Bekendmaking resultaat en bezwaar en beroep 12. De opleiding maakt het resultaat van een (deel)toets uiterlijk 15 werkdagen na afloop van de toets bekend in OSIRIS. Dit is de officiële bekendmaking. Aan de resultaten die staan vermeld in OSIRIS kan de student rechten ontlenen twee maanden na de datum waarop de toets plaatsvond. 13. Indien het resultaat niet binnen 15 werkdagen na afloop van de toets bekend is gemaakt in OSIRIS, kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het bezwaar moet binnen 17 20 werkdagen nadat het resultaat in OSIRIS gepubliceerd had moeten zijn, ingediend worden . 14. Indien een student het niet eens is met een beoordeling door een examinator, kan de student binnen 20 werkdagen na de officiële bekendmaking in OSIRIS, schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. De examencommissie kan zich bij het afhandelen van het bezwaar laten adviseren door bijv. de toetscommissie. 15. Indien een student bezwaar heeft aangetekend belegt de examencommissie zonodig een vergadering waarin zij zowel de student als de examinator kan horen. De examencommissie deelt de beslissing schriftelijk en uiterlijk 15 werkdagen nadat zij het bezwaar heeft ontvangen mee aan de student. De termijn vangt aan op de dag volgend op die waarop het schriftelijke bezwaar van de student is ontvangen. 16. De student kan tegen beslissingen van de examencommissie en examinatoren in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (artikel 7.61 WHW) (zie studentenstatuut deel 1, bijlage 8). Kennelijke fouten 17. De examencommissie kan kennelijke fouten in OSIRIS binnen 2 maanden na afloop van de toets herstellen. Tegen het herstelde resultaat kan de student binnen 20 werkdagen na het herstel in OSIRIS, bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Inzage 18. De opleiding stelt de student in de gelegenheid om inzage te krijgen in de beoordeelde toets op een nader door de opleiding te bepalen moment, doch in ieder geval uiterlijk 15 werkdagen na de officiële bekendmaking van het resultaat in OSIRIS. De termijn vangt aan op de dag volgend op 17
"
$
%
"
" $
116
die waarop het resultaat officieel is bekend gemaakt. Daarnaast kan de student de beoordeelde toets binnen deze termijn inzien op afspraak met de docent (artikel 7.13 WHW). Herkansing 19. De examencommissie biedt de student in beginsel voor elke (deel)toets ten minste één herkansing in hetzelfde studiejaar aan. Toetsen die de student niet in hetzelfde studiejaar kan herkansen, omdat een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma wegens het specifieke karakter van een onderwijseenheid, zijn opgenomen in het opleidingsdeel. Bij herkansing telt het hoogste resultaat. Opleidingsdeel a. Aanwezigheidsplicht Bij de volgende practica /werkcolleges moeten studenten minimaal 80% aanwezig zijn: Vergaderen, Interviewen, Presenteren, Business Game, Praktijkweek, Capita Selecta, Gesprekstechnieken, Communicatietraining, Onderhandelen, Managementtraining, Adviesvaardigheden, Interculturele Communicatie en Diversiteit, HUBA. Indien studenten de toets behorend bij deze practica/werkcolleges in hetzelfde studiejaar herkansen (of: in het volgende studiejaar opnieuw afleggen), geldt de aanwezigheidsplicht niet opnieuw. b. Toetsstof en vorm waarin getoetst wordt De leerdoelen en/of competenties die de opleiding toetst, zijn beschreven in de beschrijving van de onderwijseenheden, te vinden in de studiehandleidingen op Blackboard en in de moduleomschrijvingen in de studiegids. In de moduleomschrijvingen is waar nodig nader toegelicht in welke vorm de (deel)toetsen afgenomen worden. c.
Beoordeling van toetsen Indien een onderwijseenheid wordt afgerond met meerdere deeltoetsen dan is in de beschrijving van de onderwijseenheden aangegeven welke weegfactor geldt bij de totstandkoming van het eindcijfer van de betreffende onderwijseenheid.
d. Minimaal te behalen resultaat voor deeltoetsen Voor alle deeltoetsen moet de student minimaal het cijfer 5,5 of de beoordeling V behalen. e. Tijdstip toetsen en herkansingen De opleiding neemt (deel)toetsen af in de laatste week van de periode waarin de onderwijseenheid gegeven wordt (zie ook de jaarkalender in de studiegids), tenzij anders is vermeld in de desbetreffende studiehandleiding. De opleiding biedt mogelijkheid tot herkansing in de toetsweek van de volgende periode, met uitzondering van de (deel)toetsen Business Game in jaar 1, Praktijkweek in jaar 1, de Communicatietraining in jaar 2, de internationale activiteit in jaar 3 en de HUBA in jaar 4; hiervoor is de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid in het volgende studiejaar. De herkansingsmogelijkheid voor blok 4 vindt plaats twee weken na de eerste gelegenheid; zie hiervoor de jaarplanning in de studiegids.
Artikel 12 Regelingen met betrekking tot het uitvoeren van toetsen Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de uitvoering van (deel)toetsen. Het gaat daarbij om regels betreffende inschrijving, aanwezigheid, wijze van inleveren van opdrachten, gedrag, verboden handelingen en dergelijke. 2. Bij het afleggen van (deel)toetsen dient de student zich te legitimeren met een paspoort of identiteitskaart volgens Europees model, een Nederlands rijbewijs of een Nederlands verblijfsdocument; W document of gepriviligeerden-document (zie voor een overzicht www.identiteitsdocumenten.nl). 3. Zonder geldige legitimatie is er geen recht op deelname aan de toets. 4. Mondelinge toetsen en examens zijn niet openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders bepaalt (artikel 7.13 WHW). 5. Indien een student een toets aflegt bij een andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, zijn de regels die gelden in de opleiding waarbij hij de toets aflegt, op hem van toepassing.
117
Opleidingsdeel Data en tijdstippen Toetsperiodes staan aangegeven in de jaarplanning van de opleiding. De toetsroosters met exacte data en tijdstippen worden op het studentennet beschikbaar gesteld door het examenbureau. Toetsregels Als bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling is het toetsreglement van de opleiding opgenomen. Hierin worden de toetsregels beschreven die van toepassing zijn op de gang van zaken tijdens schriftelijke (deel)toetsen en tijdens toetsen die in een PC-lokaal worden afgenomen. Deze toetsregels zijn ook gepubliceerd in de digitale versie van de studiegids op het studentennet (Studentennet > Statuten & overige regelingen > Management, economie & recht-voltijd). Regeling afname van toetsen tijdens een buitenlandse stage De opleiding MER krijgt regelmatig van studenten die in het buitenland stage lopen en gedurende die periode toetsen moeten afleggen een verzoek om daar de toets af te mogen leggen. Gebleken is dat indien de student een aantal zaken vooraf niet geregeld heeft dit veel tijd gaat kosten en het haast onmogelijk wordt om een en ander voor elkaar te krijgen. Om dit nu te stroomlijnen binnen de opleiding en om vooraf aan de studenten duidelijk te maken hoe te handelen is deze regeling opgesteld: 1. De student heeft voorafgaande aan zijn stage alle mogelijke moeite gedaan om zijn toetsen te halen. 2. De student weet voordat hij in het buitenland op stage gaat om welke toetsen het gaat. 3. De student vraagt 13 werkweken voordat hij op stage gaat schriftelijk toestemming aan de examencommissie voor het afleggen van de toets in het buitenland. In dit verzoek wordt het belang beargumenteerd om tijdens de buitenlandstage de betreffende toets(en) af te leggen, op grond waarvan de examencommissie al dan niet toestemming verleent. 4. 13 werkweken voor aanvang van de stage (en houd er hierbij rekening mee dat de 6 weken zomervakantie niet meegerekend worden!) informeert de student de examencommissie waar hij op stage gaat en hoe groot het tijdsverschil is met Nederland, opdat de commissie eventueel het toetsrooster hierop kan aanpassen. 5. De examencommissie geeft pas definitief toestemming als de student minimaal 9 werkweken voordat de toets afgenomen wordt een naam van een contactpersoon en adres doorgeeft van een erkend scholingsinstituut waar de toets afgenomen kan worden. 6. De afhandeling van het proces wordt verricht door het Academiebureau. Proces 1. De student doet tot uiterlijk 13 werkweken voor de toets een aanvraag bij de secretaris van de Examencommissie en informeert over land van stage en tijdsverschil. 2. De Examencommissie geeft binnen 2 werkweken wel/niet akkoord. 3. Het roosterbureau regelt in aanvraag toetsen bij examenbureau dat tijdstippen van afname toets overeenkomen in Nederland en buitenland. 4. Student geeft minimaal 9 werkweken voor de dag van de toets naam en adres van contactpersoon in het buitenland door aan Academiebureau. 5. Het Academiebureau neemt contact op met contactpersoon, geeft reglementering door en maakt afspraken wanneer de toets afgenomen moet worden en hoe de toets in Nederland komt. 6. Het Academiebureau mailt de toets naar de contactpersoon en vraagt bevestiging van ontvangst. 7. De contactpersoon stuurt de gemaakte toets per fax en de originele versie per luchtpost naar het Academiebureau. 8. Het Academiebureau zorgt ervoor dat de gemaakte toets door de betrokken docent wordt nagekeken en stuurt een mail met bevestiging van ontvangst naar contactpersoon.
118
Artikel 13 Geldigheidsduur (deel)toetsresultaten en verleende vrijstellingen en bewaartermijn toetsen Hogeschooldeel 1. Resultaten behaald vanaf 1-9-2011 voor deeltoetsen, toetsen en vrijstellingen binnen het propedeutische examen zijn 3 jaar geldig, resultaten behaald binnen een hoofdfaseprogramma zijn 5 jaar geldig, tenzij in het opleidingsdeel een kortere geldigheidsduur voor deeltoetsen is vastgesteld. 2. Als overgangsregeling geldt: a. resultaten behaald tussen 1-9-2007 en 1-9-2011, zijn 10 jaar geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. b. resultaten behaald voor 1 september 2007, zijn onbeperkt geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. 3. In bijzondere gevallen en op schriftelijk verzoek van de student, kan de examencommissie besluiten om de geldigheidsduur te verlengen of om een aanvullende of vervangende toets af te nemen (artikel 7.13 WHW). Een besluit daarover deelt de examencommissie schriftelijk mee. Een regeling hiervoor is opgenomen in het opleidingsdeel. 4. De opleiding bewaart gemaakte toetsen ten minste zes maanden, te rekenen vanaf de officiële bekendmaking van het resultaat van de beoordeling. In geval van beroep tegen de uitslag van een toets bewaart de opleiding de desbetreffende toets gedurende de periode waarin nog niet onherroepelijk op het beroep is beslist. Opleidingsdeel a. Ontheffing van de geldigheidsduur De student kan via de volgende procedure om ontheffing van deze geldigheidsduur vragen: schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de examencommissie. De examencommissie deelt de betreffende student binnen twee werkweken het antwoord op het verzoek schriftelijk mee
Artikel 14 Bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking en voor studenten die een topprestatie leveren. Hogeschooldeel Een student met een functiebeperking heeft vanwege de Wet gelijke behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) en de WHW (artikel 7.13) recht op doeltreffende aanpassingen (dat wil zeggen: geschikt en noodzakelijk), tenzij deze voor de hogeschool een onevenredige belasting vormen. & Aanpassingen dienen ertoe belemmeringen weg te nemen of te beperken en de zelfstandigheid en volwaardige participatie van de student zoveel mogelijk te bevorderen. De aanpassingen kunnen betrekking hebben op de toegankelijkheid van gebouwen, het onderwijsprogramma (inclusief de stages), de studieroosters, de onderwijswerkvormen, de toetsing en de leermiddelen. De student met een functiebeperking die aanspraak wil maken op aanpassingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie (zie ook studentenstatuut deel 1, bijlage 11 bij Studentendecanen). Het verzoek moet voorzien zijn van een advies van de studentendecaan, dat gebaseerd is op de aan de studentendecaan overhandigde medische verklaring, waarin de persoonlijke gegevens van de student en de medische diagnose vermeld zijn. Bij dyslexie volstaat een dyslexieverklaring op grond van een door een erkende psycholoog of orthopedagoog verricht onderzoek. Wanneer de examencommissie dit voor het door haar te nemen besluit noodzakelijk acht, kan zij, op basis van geheimhouding, inzage krijgen in de medische verklaring. ' Uiterlijk 15 werkdagen nadat de student een intake heeft gehad met de studentendecaan, is het advies van de studentendecaan gereed. De examencommissie behandelt het verzoek binnen 15 werkdagen nadat het ontvangen is. Een besluit tot het uitvoeren van de toegekende voorziening wordt binnen 15 werkdagen nadat het besluit is genomen, uitgevoerd. Indien het een verzoek tot een complexe voorziening betreft kunnen elk van deze termijnen met 15 werkdagen worden verlengd. De betrokken instantie stelt de student op de hoogte van deze verlenging. ( Een student die topsport beoefent of een topprestatie op cultureel of ander gebied op het hoogste niveau levert, met een tijdsbesteding van ten minste 15 uur per week, kan een verzoek indienen
119
)
voor studiefaciliteiten. De student moet dit verzoek direct bij aanvang van het studiejaar, danwel direct na het optreden van de omstandigheden, indienen bij de examencommissie. De examencommissie beslist, na advisering door de coördinator topsport als het om sport gaat en door de studentendecaan van zijn opleiding als het om andere topprestaties gaat. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de academiedirecteur, kunnen doeltreffende voorzieningen worden toegekend aan studenten die niet vallen onder lid 1 of 5.
Artikel 15 diploma
Aanpassingen in geval van een buiten Nederland afgegeven
Hogeschooldeel 1. De student die niet beschikt over een in Nederland afgegeven diploma van het voortgezet onderwijs kan een verzoek indienen om gedurende het eerste jaar van inschrijving aan de hogeschool, voor Nederlandstalige (deel)toetsen 30% van de toetstijd extra te krijgen en/of gebruik te maken van een woordenboek. 2. De student richt het verzoek aan de examencommissie. 3. De examencommissie kan deze aanpassingen uitbreiden. In het opleidingsdeel is beschreven hoe de student een verzoek tot aanpassingen of uitbreiding daarvan moet indienen. Opleidingsdeel Verzoek tot (uitbreiding van) aanpassingen De student die recht meent te hebben op verlenging van de toetstijd en/of het gebruik van een woordenboek bij toetsen kan hiertoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie. Dit verzoek moet uiterlijk in de week van aanvang van de onderwijseenheid door de examencommissie zijn ontvangen. Deze procedure geldt ook voor een verzoek tot uitbreiding van de aanpassingen.
Artikel 16
Overmacht
Hogeschooldeel Wanneer een student door overmacht is verhinderd aan een toets deel te nemen kan de examencommissie, op schriftelijk gemotiveerd verzoek daartoe van de student (indien mogelijk voorafgaand aan de toets), besluiten dat deze de gelegenheid krijgt de desbetreffende toets op een ander moment af te leggen.
Artikel 17
Onregelmatigheden
Hogeschooldeel • Indien een student zich ten aanzien van enig onderdeel van de propedeutische fase of de hoofdfase aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt, kan de examencommissie hem deelname of verdere deelname aan daartoe aan te wijzen toetsen of examens ontzeggen voor een nader te bepalen termijn van ten hoogste één jaar (12 maanden) (artikel 7.12 WHW). Zie ook het fraudereglement dat als bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling is opgenomen. • Indien een student zich heeft schuldig gemaakt aan ernstige fraude, kan de examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven, het College van Bestuur adviseren de inschrijving te beëindigen. • Om fraude bij literatuuronderzoek tegen te gaan wordt gebruikgemaakt van het digitale programma Ephorus. • Indien een student zich tijdens een toets aan onregelmatigheden schuldig maakt, noteert de surveillant of examinator de naam van de desbetreffende student op het proces-verbaal of op het gemaakte werk. Hij meldt dit aan de desbetreffende student. De student krijgt de gelegenheid de toets af te maken en in te leveren. De examencommissie kent bij onregelmatigheden geen beoordeling toe voor de desbetreffende toets. Een kopie van het proces-verbaal komt in het dossier van de student. • Indien de onregelmatigheid pas na afloop van de toets of het examen wordt ontdekt, kan de examencommissie de desbetreffende student het getuigschrift of het bewijsstuk onthouden. Zij kan ook bepalen dat zij aan de betrokken student het getuigschrift of het bewijsstuk slechts kan
120
uitreiken na een nieuw onderzoek in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen van de toets of examen en op een door haar te bepalen wijze (artikel 7.12 WHW). Alvorens een beslissing ingevolge het eerste, tweede of derde lid te nemen, hoort (de voorzitter van) de examencommissie de student. De (voorzitter van de) examencommissie deelt de beslissing van de examencommissie zo spoedig mogelijk mee, indien mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De examencommissie maakt van haar beslissing en van de feiten waarop deze steunt een rapport op en zendt dat naar de academiedirecteur. De student kan tegen beslissingen van de examencommissie in beroep gaan bij het College van Beroep voor de examens van de Haagse Hogeschool (zie artikel 7.61 WHW en artikel 9 van dit reglement).
•
• •
Artikel 18 Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en studieadvies Hogeschooldeel 1. Geschiktheid voor de opleiding De examencommissie, onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur, geeft, de student 18 schriftelijk of per e-mail aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een opleiding (opleiding gestart op 1 september) resp. het tweede jaar van inschrijving voor de propedeuse (opleiding gestart in februari 19), schriftelijk advies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. Bij het opstellen van het negatief bindend studieadvies wordt in ieder geval het oordeel van de studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan betrokken. Het advies kan worden afgegeven zolang het propedeutische examen nog niet is behaald. 2.
Studieloopbaanbegeleiding De student heeft in de loop van elk studiejaar, zolang hij de propedeuse niet heeft behaald, met zijn studieloopbaanbegeleider minimaal twee gesprekken. In deze gesprekken wordt onder andere de studievoortgang besproken op basis van recente gegevens zoals vastgelegd in OSIRIS. De gesprekken vinden in het eerste halfjaar en in het tweede halfjaar plaats. De conclusies van de gevoerde gesprekken worden schriftelijk verstrekt aan de student en opgenomen in diens dossier. Opleidingsdeel De individuele studiebegeleiding die de opleiding voor Management, Economie haar studenten biedt, is als volgt opgezet: Alle studenten krijgen een studieloopbaanbegeleider. De student kan bij hem of haar terecht voor de volgende zaken: • Begeleiding bij het werken in groepen; • Helpen bij het zicht krijgen van de student in zichzelf als persoon; wat is de motivatie van de student om deze studie te doen, waar liggen de interesses van de student, wat zijn de verwachtingen van de student en hoe beïnvloedt een achtergrond de studie; • Helpen bij het zicht krijgen op de opleiding; • Helpen bij het maken van studieplannen en bij het reflecteren van de studie; • Hulp bij (individueel) studieprogramma bij studievertraging. Tijdens de opleiding heeft de student regelmatig contact met de studieloopbaanbegeleider in groepsverband of individuele gesprekken. In de propedeuse ligt de nadruk op oriëntatie, studievoortgang en minorkeuze. In de hoofdfase ligt de nadruk meer op loopbaanbegeleiding en denkt de student na over de keuzes die gemaakt moeten worden met betrekking tot resterende minorkeuze, stage / afstuderen en loopbaan na de studie.
18
#
#
*
# "
" $ "
$ "
%
$ "
"
%
"
121
Naast de studieloopbaanbegeleider kan de student ook terecht bij de decaan en het loopbaancentrum van De Haagse Hogeschool. Er is binnen de Academie voor Management & Human Resources voor studenten en medewerkers een vertrouwenspersoon aangesteld. De hogeschool heeft ook een hogeschoolpsycholoog (verwijzing via decaan). Zie voor meer informatie Studentenstatuut deel 1 (Studentennet > Statuten & overige regelingen > Management, economie & recht-voltijd > Studentenstatuut deel 1). Hogeschooldeel 3. Studieadvies, criteria en consequenties Voor de opleiding voor Management Economie en Recht gelden de volgende adviezen en criteria: 3.1. Positief advies; het advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student het propedeutische examen heeft behaald. 3.2. Aangehouden studieadvies; het advies aan de student, dat hij zijn studie binnen de opleiding voorlopig mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies voor het eerste jaar van inschrijving heeft behaald, maar het propedeutische examen niet heeft behaald. De student mag toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen, op voorwaarde dat hij voorrang geeft aan onderwijseenheden uit de propedeuse. De examencommissie kan voorwaarden verbinden aan het mogen deelnemen aan toetsen van onderwijseenheden van de hoofdfase. 3.3. Negatief bindend studieadvies; het bindende advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding niet mag voorzetten. Het advies wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies niet heeft gehaald. 3.3.1. Norm negatief bindend studieadvies: De normen verbonden aan het beoordelen van de studievoortgang en het afgeven van een negatief bindend advies zijn als volgt: -De student die deelneemt aan het gehele propedeuseprogramma krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 40 (resp. 2/3e van 60) studiepunten (exclusief studiepunten uit vrijstellingen)uit de propedeutische fase heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving. -De student aan wie vrijstelling is verleend voor een of meerdere onderwijseenheden, krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 2/3 van de nog te behalen studiepunten uit het propedeutische examen (studiepunten uit vrijstellingen tellen dus niet mee) heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving. -De student in het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase, krijgt een negatief bindend studieadvies, indien hij uiterlijk op 31 augustus (de opleiding is gestart op 1 september) van het tweede jaar van inschrijving het propedeutische examen niet heeft behaald. -Voor studenten die deelnemen aan een verkort en/of versneld programma, gelden dezelfde normen en tijdstippen waarop het studieadvies wordt afgegeven.
3.3.2. Nadere voorwaarden negatief bindend studieadvies Een negatief bindend studieadvies kan alleen worden gegeven wanneer de student, gelet op zijn studieresultaten en met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt wordt geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die daaromtrent zijn vastgesteld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, en • de student studiebegeleiding is aangeboden, • de gegevens over de studievoortgang van iedere student opgenomen zijn in het studievolgsysteem OSIRIS. De student tenminste eenmaal per halfjaar per e-mail is herinnerd aan de mogelijkheid de in OSIRIS vastgelegde gegevens in te zien, • de opleiding elk studiejaar voor elke onderwijseenheid tenminste een herkansing heeft
122
• • • •
geprogrammeerd, met uitzondering van onderwijseenheden met een specifiek karakter (bv een stage of selecterend project) waarvoor een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma, er vooraf een waarschuwing is afgegeven op een zodanig tijdstip dat de betreffende student de mogelijkheid heeft zijn studieresultaten te verbeteren (artikel 7.8b WHW), er rekening gehouden is met eventuele persoonlijke omstandigheden, de student in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord voordat de examencommissie het negatieve bindende studieadvies uitbrengt. Indien een student wenst dat de examencommissie rekening houdt met zijn persoonlijke omstandigheden, moet hij niet alleen de studentendecaan hierover informeren, maar ook zijn studiebegeleider. Daarnaast moet hij voor 1 juli een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie.
3.3.3. Consequentie van het negatief bindend studieadvies 1. Een student aan wie een negatief bindend studieadvies is verstrekt voor een bacheloropleiding (in voltijd, duaal of deeltijd) voor een Associate-degree programma mag zich niet meer aan De Haagse Hogeschool voor diezelfde bachelor opleiding of Associate-degree programma inschrijven. De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een Associatedegree programma, geldt ook voor de bachelor opleiding. De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een bachelor opleiding, geldt niet voor de mogelijkheid om zich in te kunnen inschrijven voor een eventueel Associate-degree programma van die opleiding. 2. De inschrijving van de student die tijdens het studiejaar een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen, wordt door het College van Bestuur beëindigd met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin de student schriftelijk is meegedeeld dat er sprake is van een negatief bindend studieadvies. Indien de student zijn inschrijving wil beëindigen met ingang van de maand volgend op de maand waarin het negatief bindend studieadvies is uitgebracht, kan hij hiertoe een verzoek indienen bij de Centrale Studenten Inschrijving in gevolge het Reglement inen uitschrijving. 3. Het negatief bindend studieadvies geldt voor het eerste inschrijvingsjaar volgend op het inschrijvingsjaar waarin het negatief bindend studieadvies is gegeven. Mocht een student zich daarna toch opnieuw voor de desbetreffende opleiding willen inschrijven, dan is dit toegestaan mits ten genoegen van de academiedirecteur aannemelijk wordt gemaakt dat de opleiding met succes kan worden gevolgd. 4. Bindende verwijzing naar specifiek hoofdfase programma De voltijd opleiding voor Management, Economie en Recht kent geen bindende verwijzing op basis van studieresultaten in de propedeuse naar een specifieke afstudeerrichting. 5. Aangehouden studieadvies en deelnemen aan toetsen in hoofdfase Een student die het propedeutische examen nog niet heeft behaald, maar wel een aangehouden studieadvies heeft ontvangen, dient voorrang te geven aan het behalen van de resterende onderwijseenheden uit het propedeutische programma, en mag al toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen. 6. Planning en data Aan de student die staat ingeschreven in de propedeutische fase van een opleiding die per 1 september is gestart, wordt in principe uiterlijk 31 juli van het daaropvolgende jaar op basis van de dan bereikte studieresultaten een studieadvies verstrekt. Indien er echter in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding Management, Economie en Recht voltijd is opgenomen dat tussen 31 juli en 1 september nog gelegenheid is om studiepunten te behalen (zie jaarkalender in artikel 6), wordt het negatief bindend studieadvies uiterlijk op 31 augustus verstrekt. Een waarschuwing voor een vermoedelijk negatief bindend studieadvies wordt uiterlijk 31 maart afgegeven. Een eventueel verzoek van de student om rekening te houden met zijn bijzondere omstandigheden dient uiterlijk 1 juli door de examencommissie te zijn ontvangen. Voordat de examencommissie definitief beslist wordt de student in de gelegenheid gesteld gehoord te worden (zie OER artikel 18, lid 8). 7. Uitstel van negatief bindend studieadvies De examencommissie kan van het toepassen van het negatief bindend studieadvies afwijken indien de persoonlijke omstandigheden van de student hiertoe aanleiding geven (zie WHW
123
artikel 7.8b en OER artikel 18) en besluiten tot uitstel van het negatief bindend studieadvies. Aan dit uitstel kunnen door de examencommissie nadere voorwaarden worden verbonden. Het besluit tot uitstel, inclusief de nadere voorwaarden, wordt schriftelijk aan de student medegedeeld. De examencommissie kan dit uitstel onder voorwaarden verlenen aan het einde van het eerste jaar resp. tweede jaar20 van inschrijving voor de propedeutische fase en overigens zo lang de propedeuse nog niet is behaald. 8. Persoonlijke omstandigheden Indien de student wenst dat de examencommissie rekening houdt met zijn persoonlijke omstandigheden dan dient hij op het moment dat deze omstandigheden zich voordoen of zo spoedig mogelijk daarna de studentendecaan en zijn studiebegeleider hieromtrent te informeren. De student is zelf verantwoordelijk voor het melden van omstandigheden en voor het in overleg treden om eventuele studievertraging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voorts moet de student voor 1 juli (opleiding gestart in september) resp. 1 januari (opleiding gestart in februari) de examencommissie schriftelijk verzoeken om rekening te houden met zijn persoonlijke omstandigheden. De bij de beoordeling betrokken persoonlijke omstandigheden van de student zijn: a. Ziekte; elke lichamelijke of psychische ongesteldheid van de student; b. Functiebeperking; een lichamelijke, zintuiglijke of psychische functiebelemmering; c. Zwangerschap; d. Bijzondere familieomstandigheden: -de verzorging van een langdurig zieke bloedverwant of iemand binnen het eigen samenlevingsverband; -langdurige psychische en/ of sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -langdurige financiële problemen als gevolg van sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -andere omstandigheden die door of namens het College van Bestuur als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt. e. Het beoefenen van topsport of vergelijkbare activiteiten op hoog niveau; (sport)activiteiten op (inter)nationaal niveau met een tijdsbesteding van tenminste 15 uur per week; f. Het lidmaatschap van de hogeschoolraad, een academieraad, een opleidingscommissie of het lidmaatschap van het bestuur van een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die volgens haar statuten tot doel heeft de exploitatie van studentenvoorzieningen, dan wel een daarmee, naar het oordeel van het College van Bestuur, gelet op de taak, gelijk te stellen orgaan; g. Andere door het College van Bestuur aan te geven omstandigheden waarbij de student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de hogeschool; h. Het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid. 9. Uitschrijving tijdens het studiejaar / tijdelijk staken van de opleiding De student die zijn inschrijving tijdens het studiejaar beëindigt, krijgt eveneens vóór 31 juli resp. uiterlijk 28 februari een negatief bindend studieadvies, indien hij op grond van de normen daarvoor in aanmerking komt. Een uitzondering op deze bepaling vormt de student, die om persoonlijke redenen de studie onderbreekt en de procedure om in aanmerking te komen voor erkenning van persoonlijke omstandigheden heeft doorlopen (zie lid 8 van dit artikel). Indien een student die zich eerder bij de opleiding heeft uitgeschreven, zich opnieuw voor deze opleiding inschrijft, moet hij binnen twee jaren van inschrijving de propedeuse hebben behaald, indien geen persoonlijke omstandigheden van toepassing zijn. 10. Onvoorziene omstandigheden/ hardheidsclausule In onvoorziene gevallen en in gevallen waarin toepassing van dit artikel leidt tot duidelijke onrechtvaardigheden, beslist de examencommissie onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur.
20
bij een opleiding gestart in februari: resp. aan het einde van het derde jaar van inschrijving voor de propedeutische fase.
124
11. Instellen beroep/ schorsende werking 1. De student die een negatief bindend studieadvies of onder voorwaarden daarvan uitstel heeft gekregen, kan daartegen, binnen 6 weken na dagtekening, beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroep moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming
[email protected] Als het beroep is ingesteld, dan wordt de uitvoering van het negatief bindend studieadvies tijdelijk opgeschort totdat het College van Beroep voor de Examens onherroepelijk heeft beslist over het beroep of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. 2. Indien het College van Beroep het beroep ongegrond verklaart of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken, wordt de student uitgeschreven met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het College van beroep de uitspraak heeft gedaan of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. Toelichting: Doorgaans kan een beroep niet meer voor het einde van het studiejaar waarin het negatief bindend studieadvies wordt gegeven behandeld worden door het College van Beroep voor de Examens. Dit hangt samen met het tijdstip waarop het negatief bindende studieadvies wordt gegeven (voor de septemberinstroom: aan het einde van een studiejaar) en met de voor beroep geldende termijnen. Door een schorsende werking aan een beroep toe te kennen, wordt bereikt dat studenten die een nbsa aanvechten, desgewenst, en voor de duur van het beroep, zich kunnen inschrijven bij de opleiding (septemberinstroom), dan wel voorlopig ingeschreven kunnen blijven (februari-instroom) Dit heeft twee voordelen. Enerzijds loopt de studiefinanciering door hangende het beroep. Anderzijds loopt men geen onnodige studievertraging op voor het geval het College van Beroep voor de Examens het beroep gegrond verklaart. De tijdens de duur van het beroep behaalde studieresultaten zijn rechtsgeldig (de student is immers ingeschreven), ze worden echter niet meegenomen bij de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, noch hebben ze gevolgen voor deze uitspraak. Indien het beroep ongegrond wordt verklaard, wordt de student uitgeschreven. De eventuele gevolgen van beëindiging van inschrijving voor het gebruik van studiefinanciering zijn voor de rekening van de student.
Artikel 19 Informatievoorziening Hogeschooldeel 1. Informatie over de organisatie van het onderwijs verstrekt de opleiding tijdig aan de student via het studentennet. De student dient het studentennet regelmatig te raadplegen. 2. De opleiding stelt het lesrooster voor een onderwijsperiode ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de periode aan de student ter beschikking; het rooster beslaat de gehele periode. 3. In de roosters die de opleiding aan de student ter beschikking gesteld heeft, brengt de opleiding geen wijzigingen meer aan, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden. In dat geval maakt de opleiding roosterwijzigingen ten minste 24 uur van tevoren bekend. Indien het niet mogelijk is studenten 24 uur tevoren op de hoogte te stellen, informeert de opleiding de student persoonlijk via de e-mail. 4. Voor toetsroosters gelden dezelfde regels; voor het onder lid 1 gestelde geldt dat de opleiding toetsroosters ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de toetsweek aan de student ter beschikking stelt.
Artikel 20
Slagen
Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn regelingen opgenomen met betrekking tot afstuderen, de beoordeling in de afstudeerfase en de vaststelling van de uitslag van het afsluitende examen. 2. De examencommissie stelt voor zowel het propedeutische examen als het afsluitende examen vast of de student geslaagd is ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’. De examencommissie vermeldt het predikaat ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’ op het getuigschrift. a) de student is ‘met lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende onderwijseenheden ten minste een 8,0 bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 7,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen;
125
b) de student is ‘met de hoogste lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende onderwijseenheden ten minste een 9,0 of hoger bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 8,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen. Resultaten behaald voor onderwijseenheden die beoordeeld zijn op een voldoende-onvoldoende schaal neemt de examencommissie niet mee bij de berekening van het gewogen gemiddelde. Onderwijseenheden waarvoor de student vrijstelling heeft verkregen, neemt zij evenmin mee. Bij de berekening van het gewogen gemiddelde is de zwaarte in studielast van de onderwijseenheden, uitgedrukt in studiepunten, de weegfactor. 3. De student die voor de helft of meer van het onderwijsprogramma van de propedeuse of de hoofdfase vrijstelling heeft gekregen, valt niet onder het bepaalde in lid 2; hij kan niet met lof of met de hoogste lof het propedeutische of afsluitende examen behalen. Dit artikellid is van toepassing op studenten die zich voor het studiejaar 2007/08 voor het eerst hebben ingeschreven voor een opleiding. Voor studenten die reeds voor het studiejaar 2007/08 stonden ingeschreven, geldt dat zij niet met (hoogste) lof het propedeutische of afsluitende examen kunnen behalen, indien zij voor driekwart of meer van het onderwijsprogramma vrijstelling hebben gekregen. Opleidingsdeel Regelingen: De regeling met betrekking tot het afstuderen, de beoordeling in de eindexamenfase en de vaststelling van de uitslag van het afsluitende examen zijn vermeld in de afstudeerhandleiding die is opgenomen in de bijlage van deze OER.
Artikel 21
Getuigschrift
Hogeschooldeel 1. Ten bewijze dat het propedeutische of afsluitende examen met goed gevolg afgelegd is, reikt de examencommissie aan de desbetreffende examenkandidaat het getuigschrift, de beoordelingslijst en in het geval van een afsluitend examen ook een supplement, dat voldoet aan het Europees standaardformaat uit. Dit gebeurt nadat de student aan de procedurele eisen voor de afgifte heeft voldaan. 2. Op het getuigschrift wordt vermeld: a. de datum van de vergadering waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student is geslaagd; b. de naam van de hogeschool en welke opleiding uit het Centraal register opleidingen hoger onderwijs het betreft; (Art 6.13 WHW); c. welke onderdelen het examen omvatte; d. bij het afsluitende examen: indien van toepassing, welke bevoegdheid daaraan is verbonden (zie artikel 7.6 WHW); e. bij het afsluitende examen: welke graad is verleend (artikel 7.10a WHW); en f. op welke tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel op welk tijdstip de opleiding de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan. 3. Op het supplement worden o.a. de volgende gegevens van de opleiding vermeld: a. de naam en inhoud; b. de oriëntatie en het niveau gerelateerd aan het Europese en nationale kwalificatieraamwerk; c. de functie voor de arbeidsmarkt. Het supplement wordt in het Engels opgesteld. 4. De student die voortijdig de studie staakt en aan wie de examencommissie geen getuigschrift kan uitreiken, ontvangt op zijn verzoek een verklaring van de examencommissie waarin vermeld wordt hoever hij met zijn studie is gevorderd en welke toetsen van het propedeutische en het afsluitende examen hij met goed gevolg heeft afgelegd. 5. De academie bewaart de processen-verbaal en de cijfer- of resultaatlijsten die ten grondslag liggen aan de getuigschriften tot dertig jaar nadat de student is uitgeschreven. 6. De academie bewaart afschriften van getuigschriften dertig jaar.
126
Artikel 22
Graden en titels
Hogeschooldeel 1. Het College van Bestuur verleent de graad van Bachelor aan degene die een bacheloropleiding met goed gevolg heeft voltooid. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘B’. 2. Degene die op grond van lid 1 gerechtigd is een graad in het hoger beroepsonderwijs in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen is tevens gerechtigd tot het in plaats daarvan voeren van: a. de titel van ingenieur, afgekort tot ing., als het gaat om een opleiding op het gebied van techniek en informatica; b. de titel baccalaureus, afgekort tot bc., als het gaat om andere hbo-opleidingen. 3. Deze titels worden, afgekort, vóór de naam geplaatst. 4. Het College van Bestuur verleent de graad Associate degree aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Ad-programma. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘Ad’.
Artikel 23
Certificaat bijzondere verdiensten
Hogeschooldeel 1. Studenten die actief zijn in organisaties ter verbetering van studie- en leefklimaat kunnen naast hun getuigschrift een certificaat ontvangen waarop de extra-curriculaire activiteiten vermeld staan. Een student kan een dergelijk certificaat zelf aanvragen, of door derden voor een certificaat worden voorgedragen. 2. Voor activiteiten binnen een academie of opleiding kan de aanvraag gedaan worden bij de desbetreffende academiedirecteur, voor hogeschoolbrede activiteiten bij het College van Bestuur.
Artikel 24 Slotbepaling Hogeschooldeel 1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de academiedirecteur op advies van de examencommissie, tenzij de examencommissie op het desbetreffende onderwerp bevoegd is. 2. De academiedirecteur kan, uitsluitend op advies van de examencommissie, voor bepaalde gevallen besluiten van dit reglement af te wijken indien toepassing van dit reglement zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt het belang dat dit reglement beoogt te beschermen meegenomen. 3. Bij wijzigingen van het hogeschool- en/of opleidingsdeel van de OER die gevolgen hebben voor reeds ingeschreven studenten, dient de opleiding een overgangsregeling vast te leggen in het opleidingsdeel.
127
Bijlage 1 Frauderegeling
Artikel 1 Definities 1. fraude en plagiaat: onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten daarvan, van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Waar in deze regeling wordt gesproken van fraude, wordt ook plagiaat bedoeld. 2. toets: het begrip toets staat gelijk aan het in de WHW genoemde begrip tentamen (artikel 7.10 WHW). Met het begrip worden alle toetsvormen aangeduid zoals schriftelijk tentamen, assessment, opdracht, enzovoort. Artikel 2 Vormen van fraude Vormen van fraude kunnen bijvoorbeeld zijn: • Tijdens de toets wordt een student betrapt op afkijken, of het bij zich hebben van ongeoorloofd materiaal (bijvoorbeeld spiekbriefjes, of boeken met bijgeschreven teksten, of personal organizers met daarin files die het te tentamineren vak betreffen). • Tijdens de toets wordt geconstateerd dat de student werk inlevert onder een andere naam dan de zijne. • Tijdens de toets wordt geconstateerd dat de student zich niet houdt aan regels die mede zijn ingesteld om fraude te voorkomen, zoals bijvoorbeeld de verplichting om mobiele telefoons uit te zetten of tassen voor in de zaal neer te leggen. • Bij het inleveren van werkstukken, programma’s, afstudeerscripties en dergelijke blijkt dat stukken van anderen zijn gebruikt. • Na afloop van de toets wordt geconstateerd dat een student zijn eigen materiaal aan anderen ter beschikking heeft gesteld om als (onderdeel van) te beoordelen werk in te leveren. • Op enig moment, voor tijdens of na een toets, blijkt dat De student heeft zich voorafgaande aan de toets in kennis gesteld van de vragen, opgaven of modelantwoorden van de betreffende toets. • Op enig moment wordt geconstateerd dat de student vervalste gegevens voor onderzoek in het kader van een vak en/of de scriptie heeft aangewend. Artikel 3 Vormen van plagiaat Vormen van plagiaat kunnen bijvoorbeeld zijn: • Delen van het werk van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk is letterlijk, al dan niet met aanhalingstekens, in de nieuwe tekst verwerkt zonder verder specificatie of zonder dat dit uit de bronvermelding blijkt; • Delen van het werk van anderen of eerder eigen werk is in eigen woorden in de nieuwe tekst verwerkt zonder dat dit uit de bronvermelding blijkt; • Uitgewerkte ideeën of vondsten van anderen worden gepresenteerd als eigen ideeën of vondsten. Artikel 4 Constateren van fraude 1. Fraude kan zowel op het moment van frauderen als ook naderhand worden vastgesteld. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. Artikel 5 Procedure 1. Wanneer tijdens het afnemen van een toets fraude wordt geconstateerd of vermoed, maakt de surveillant hiervan aantekening op het door de student in te leveren werk en neemt eventuele bewijsstukken in. De student krijgt de gelegenheid de toets af te maken en in te leveren. De examinator meldt de fraude/ het vermoeden van fraude schriftelijk bij de examencommissie onder
128
overlegging van de stukken en zijn bevindingen. De student ontvangt van de examencommissie een afschrift van deze melding binnen een week na ontvangst. 2. Wanneer de examinator na afloop van de toets fraude constateert of vermoedt, deelt hij dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie. Artikel 6 De examencommissie 1. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord. 2. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude en deelt de student schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in artikel 7 mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het Loket Rechtsbescherming. Het College van beroep voor de examens behandelt het beroep. 3. Indien plagiaat in een toets wordt geconstateerd of vermoed, kan de examencommissie besluiten eerder door dezelfde student ingeleverde toetsen te onderzoeken op plagiaat. De student is verplicht aan zo’n onderzoek mee te werken. Artikel 7 Sancties 1. Afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, kan de examencommissie de volgende sancties opleggen: • Ongeldig verklaring van (een gedeelte van) de betreffende toets; • Uitsluiting van de desbetreffende toets tot een maximum van een jaar; • Uitsluiting van meer, door de examencommissie aan te wijzen toetsen tot een maximum van een jaar; • Een combinatie van bovenstaande maatregelen. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de student definitief beëindigen.
Artikel 8 • •
Rechtsbescherming Tegen een sanctie die de examencommissie op basis van deze regeling heeft opgelegd kan de student of extraneus in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroepschrift moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming. Tegen een sanctie die het College van Bestuur op basis van deze regeling heeft opgelegd kan de student of extraneus bezwaar maken bij de Geschillenadviescommissie. Het bezwaar moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming.
129
Bijlage 2 Competentieprofiel MER, De Haagse Hogeschool De onderstaande 13 competenties vormen het MER-profiel. Het beoogde eindniveau van de competenties adviseren en ontwerpen ligt hoger voor het uitstroomprofiel adviseur en het beoogde eindniveau van de competenties beheersen en coachen ligt hoger voor het uitstroomprofiel manager. De overige negen competenties hebben voor beide uitstroomprofielen hetzelfde beoogde eindniveau. ADVISEUR ADVISEREN ANALYSEREN BEHEERSEN COACHEN COMMUNICEREN IMPLEMENTEREN INNOVEREN MOTIVEREN ONDERZOEKEN ONTWERPEN RELATIES BEHEREN SAMENWERKEN ZELFMANAGEMENT
NIVEAU
MANAGER NIVEAU
3 3 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3
2 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3 3
Onder een competentie wordt verstaan: “Een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en houding, dat nodig is om in een beroepscontext beroepsproducten te realiseren die aan de geldende 21 kwaliteitseisen voldoen .” In onderstaand overzicht worden de MER-competenties beschreven. De beschrijvingen maken duidelijk welk geheel van kennis, vaardigheden en houding van de MER-bachelor wordt verwacht om binnen een bedrijfskundige context beroepsproducten te kunnen realiseren. Door de niveau-indeling wordt helder welk niveau van handelen van de MER-bachelor wordt verwacht. In de beschrijving van het beoogde eindniveau zijn de Dublin descriptoren opgenomen. Deze geven het HBO (bachelor)niveau aan. BEIDE UITSTROOMPROFIELE N
UITSTROOMPROFIEL MANAGER UITSTROOMPROFIEL ADVISEUR
3
4
-
5
3
"
130
COMPETENTIE 1. ADVISEREN: ADVISEREN OVER BEDRIJFSKUNDIGE VRAAGSTUKKEN VANUIT EEN INTEGRAAL PERSPECTIEF. NIVEAU 1
NIVEAU 2
NIVEAU 3
KAN EEN ADVIES UITBRENGEN
KAN EEN ADVIESVRAAG HELDER KRIJGEN. KAN DIVERSE OPLOSSINGS-
KAN EEN COMPLEXE
VOLGENS VOORGESCHREVEN RICHTLIJNEN OP BASIS VAN EEN HELDER GEFORMULEERDE WENS VAN EEN OPDRACHTGEVER (1-OP-1 RELATIE). GEBRUIKT HIERBIJ BASISKENNIS EN VAARDIGHEDEN.
ALTERNATIEVEN FORMULEREN EN MOTIVEREN. KAN ZELFSTANDIG EEN GOED UITGEWERKT ADVIES OPSTELLEN EN UITBRENGEN. GEBRUIKT HIERBIJ UITGEBREIDE KENNIS EN VAARDIGHEDEN.
ADVIESVRAAG ONDERZOEKEN VANUIT INTEGRAAL PERSPECTIEF EN HELDER KRIJGEN. KAN DIVERSE (CREATIEVE) OPLOSSINGSALTERNATIEVEN FORMULEREN EN MOTIVEREN. KAN ZELFSTANDIG EEN GOED UITGEWERKT ADVIES OPSTELLEN EN UITBRENGEN, WAARVOOR DRAAGVLAK IS IN DE ORGANISATIE. GEBRUIKT HIERBIJ SPECIALISTISCHE KENNIS EN VAARDIGHEDEN.
COMPETENTIE 2. ANALYSEREN: INTERPRETEREN VAN GEGEVENS MET BEHULP VAN VERSCHILLENDE ANALYSETECHNIEKEN, ZODANIG DAT DE UITKOMSTEN DAARVAN GEBRUIKT KUNNEN WORDEN OM PROCESSEN AL DAN NIET BIJ TE STUREN. NIVEAU 1 KAN OP DE EIGEN WERKPLEK
NIVEAU 2 KAN OP AFDELINGSNIVEAU EEN
NIVEAU 3 KAN OP ORGANISATIENIVEAU
EEN PROBLEEM TOT DE KERNPUNTEN TERUGBRENGEN, MET BEHULP VAN EEN EENVOUDIGE ANALYSETECHNIEK. BEOORDEELT OF ER VOLDOENDE INFORMATIE IS. TREKT CONCLUSIES UIT DE BESCHIKBARE INFORMATIE.
COMPLEX PROBLEEM TOT DE KERNPUNTEN TERUGBRENGEN, MET BEHULP VAN MEERDERE ANALYSETECHNIEKEN. GAAT OP ZOEK NAAR AANVULLENDE INFORMATIE. TREKT CONCLUSIES UIT DE BESCHIKBARE INFORMATIE.
EEN COMPLEX BEDRIJFSKUNDIG PROBLEEM VANUIT INTEGRAAL PERSPECTIEF ONTLEDEN EN TOT DE KERNPUNTEN TERUGBRENGEN, MET BEHULP VAN MEERDERE ANALYSETECHNIEKEN. BETREKT HIERBIJ MEERDERE INFORMATIEBRONNEN BINNEN EN BUITEN HET VAKGEBIED EN MEERDEREN, COLLEGA' S EN MEDEWERKERS. TREKT CONCLUSIES UIT DE BESCHIKBARE INFORMATIE.
COMPETENTIE 3. BEHEERSEN: CONTROLEREN EN STUREN VAN IN GANG GEZETTE BEDRIJFSKUNDIGE PROCESSEN, VOLGENS DE PLAN-DO-CHECK-ACT-CYCLUS, OM DOELSTELLINGEN TE BEHALEN. NIVEAU 1 KAN, IN OPDRACHT, ENKELVOUDIGE PROCESSEN IN EEN ORGANISATIE BEWAKEN. SIGNALEERT VERSCHILLEN TUSSEN RESULTATEN VAN HET PROCES EN DE GEFORMULEERDE DOELSTELLINGEN.
NIVEAU 2 KAN ZELFSTANDIG PROCESSEN IN EEN ORGANISATIE BEWAKEN. SIGNALEERT VERSCHILLEN TUSSEN RESULTATEN VAN HET PROCES EN DE GEFORMULEERDE DOELSTELLINGEN.
NIVEAU 3 KAN ZELFSTANDIG, OP GROND VAN DE GESIGNALEERDE VERSCHILLEN TUSSEN RESULTATEN EN DOELSTELLINGEN, BEDRIJFSKUNDIGE PROCESSEN BIJSTUREN.
131
COMPETENTIE 4. COACHEN: HET BEGELEIDEN VAN HET ONTWIKKELINGSPROCES VAN MEDEWERKERS OP HET RAAKVLAK VAN INDIVIDU EN ORGANISATIE. NIVEAU 1 HEEFT ZICHT OP ONTWIKKELINGS-PROCESSEN EN KAN EENVOUDIGE INTERVENTIES PLEGEN.
NIVEAU 2 KAN EEN EENVOUDIG
NIVEAU 3 KAN VERSCHILLENDE
COACHINGSTRAJECT OPZETTEN EN UITVOEREN MET EEN MEDEWERKER, REKENING HOUDEND MET DE BELANGEN VAN ZOWEL HET INDIVIDU ALS DE ORGANISATIE.
COACHINGSSTIJLEN TOEPASSEN IN MEER COMPLEXE SITUATIES.
COMPETENTIE 5. COMMUNICEREN: EFFECTIEF SCHRIFTELIJK EN MONDELING COMMUNICEREN IN EEN MULTICULTURELE EN INTERNATIONALE ORGANISATIEOMGEVING. NIVEAU 1 KAN VERSCHILLENDE ASPECTEN VAN DE COMMUNICATIE EFFECTIEF EN GEÏNTEGREERD TOEPASSEN IN EEN BEDRIJFSKUNDIGE SETTING.
NIVEAU 2 KAN MONDELING EN
SCHRIFTELIJK COMMUNICEREN, INTERN OP ALLE NIVEAUS, EFFECTIEF EN IN DE GANGBARE BEDRIJFSTAAL, VEELAL IN HET NEDERLANDS EN/OF ENGELS.
NIVEAU 3 KAN COMMUNICATIE DOELBEWUST INZETTEN OM STRATEGISCHE DOELEN TE BEREIKEN.
COMPETENTIE 6. IMPLEMENTEREN: HET PLANMATIG UITVOEREN VAN EEN BEDRIJFSKUNDIGE VERANDERING. NIVEAU 1 KAN, ONDER BEGELEIDING,
NIVEAU 2 KAN ZELFSTANDIG EEN
NIVEAU 3 KAN ZELFSTANDIG EEN
EEN EENVOUDIGE BEDRIJFSKUNDIGE VERANDERING PLANMATIG AANPAKKEN.
EENVOUDIGE BEDRIJFSKUNDIGE VERANDERING PLANMATIG AANPAKKEN.
BEDRIJFSKUNDIGE VERANDERING PLANMATIG AANPAKKEN, WAARBIJ MEERDERE PARTIJEN VERSCHILLENDE BELANGEN HEBBEN.
COMPETENTIE 7. INNOVEREN: ONTWIKKELEN EN SUCCESVOL INVOEREN VAN NIEUWE OF VERBETERDE PRODUCTEN, DIENSTEN, STRATEGIEËN OF PROCESSEN. NIVEAU 1 KAN NIEUWE MOGELIJKHEDEN
NIVEAU 2 KAN (EEN COMBINATIE VAN)
NIVEAU 3 KAN (EEN COMBINATIE VAN)
OF PRODUCTEN OF PROCESSEN TOEPASSEN OM EIGEN WERKPROCESSEN TE VERBETEREN. HEEFT EEN ONDERZOEKENDE EN NIEUWSGIERIGE HOUDING, GERICHT OP TOEKOMSTIGE VERNIEUWING VAN STRATEGIE, PRODUCTEN, DIENSTEN, MARKTEN EN PROCESSEN.
NIEUWE MOGELIJKHEDEN OF PRODUCTEN OF PROCESSEN TOEPASSEN OM WERKPROCESSEN OP AFDELINGSNIVEAU TE VERBETEREN. KAN CREATIEF DENKEN, WAARDOOR NIEUWE MOGELIJKHEDEN OF OPLOSSINGEN WORDEN ONTDEKT OF ONTWIKKELD.
NIEUWE MOGELIJKHEDEN OF PRODUCTEN OF PROCESSEN TOEPASSEN EN VERSOREIDEN OM WERKPROCESSEN OP ORGANISATIENIVEAU TE VERBETEREN. KAN VERANDERINGEN MANAGEN.
132
COMPETENTIE 8. MOTIVEREN: ANDEREN STIMULEREN OM INITIATIEVEN TE ONTPLOOIEN, UITDAGINGEN AAN TE GAAN EN DEZE TE REALISEREN. NIVEAU 1 KAN ZICHZELF EN ANDEREN
NIVEAU 2 MOTIVEERT EN STIMULEERT
MOTIVEREN EN STIMULEREN IN EEN WERKSITUATIE WAAR GEWERKT WORDT AAN WEINIG COMPLEXE TAKEN.
MEDEWERKERS MET VERSCHILLENDE BELANGEN IN MEER COMPLEXE WERKSITUATIES, WAARBIJ REKENING WORDT GEHOUDEN MET DE DOELSTELLINGEN VAN DE ORGANISATIE.
NIVEAU 3 MOTIVEERT EN STIMULEERT VERSCHILLENDE GROEPEN / TEAMS BIJ DE REALISATIE VAN COMPLEXE OPDRACHTEN IN EEN ORGANISATIE. W EET WEERSTANDEN TE HANTEREN.
COMPETENTIE 9. ONDERZOEKEN: IN EEN BEDRIJFSKUNDIGE CONTEXT ONDERZOEK OPZETTEN EN UITVOEREN. NIVEAU 1 KAN ONDER BEGELEIDING EEN
NIVEAU 2 KAN ONDER GERINGE
NIVEAU 3 KAN ZELFSTANDIG EEN
EENVOUDIG BEDRIJFSKUNDIG ONDERZOEK GESTRUCTUREERD OPZETTEN EN UITVOEREN EN OVER DE VOORTGANG RAPPORTEREN.
BEGELEIDING EEN BEDRIJFSKUNDIG ONDERZOEK VAN GROTERE COMPLEXITEIT GESTRUCTUREERD OPZETTEN EN HET ONDERZOEK ZELFSTANDIG UITVOEREN EN ZICH DAAROVER VERANTWOORDEN.
COMPLEX BEDRIJFSKUNDIG ONDERZOEK OPZETTEN EN UITVOEREN EN ZICH DAAROVER VERANTWOORDEN.
COMPETENTIE 10. ONTWERPEN: STRUCTUREREN VAN BEDRIJFSPROCESSEN EN MIDDELEN OM INTERNE EN EXTERNE DOELSTELLINGEN (BETER) OP ELKAAR AF TE STEMMEN. NIVEAU 1 KAN BESTAANDE BEDRIJFSPROCESSEN EN STRUCTUREN IN KAART BRENGEN EN BESCHRIJVEN.
NIVEAU 2 KAN EEN VOORSTEL DOEN VOOR EEN PROCES- OF STRUCTUURONTWERP, REKENING HOUDEND MET KWALITEITSCRITERIA.
NIVEAU 3 KAN BESTAANDE PROCESSEN EN STRUCTUREN ZODANIG (HER)STRUCTUREREN DAT DE ORGANISATIE HAAR DOELSTELLINGEN VOLGENS KWALITEITSCRITERIA KAN BEREIKEN.
COMPETENTIE 11. RELATIES BEHEREN: ZELFSTANDIG (INTERNATIONALE) RELATIES VERKENNEN, VORMGEVEN, UITBREIDEN, BEHEREN EN EVALUEREN. NIVEAU 1 KAN HET KRACHTENVELD VAN IN- EN EXTERNE ACTOREN VAN EEN ORGANISATIE IN KAART BRENGEN. KAN BESTAANDE RELATIES BEHEREN EN EVALUEREN.
NIVEAU 2 KAN ZIJN RELATIEBESTAND FUNCTIONEEL BEHEREN,
UITBREIDEN EN EVALUEREN. IS ZICH BEWUST VAN CULTURELE DIVERSITEIT EN KAN DAARMEE REKENING HOUDEN.
NIVEAU 3 KAN CONTACTEN STRATEGISCH INZETTEN IN VERSCHILLENDE SITUATIES OM DOELEN TE BEREIKEN. IS ZICH BEWUST VAN CULTURELE DIVERSITEIT EN KAN DAARMEE REKENING HOUDEN.
133
COMPETENTIE 12. SAMENWERKEN: ALS BEDRIJFSKUNDIGE PROFESSIONAL CREËREN VAN EFFECTIEVE SAMENWERKINGSRELATIES, OOK IN MULTICULTURELE EN INTERNATIONALE CONTEXT. NIVEAU 1 KAN EEN CONCRETE BIJDRAGE LEVEREN IN HET TEAM; VERSTREKT INFORMATIE EN STELT VRAGEN.
NIVEAU 2 KAN EEN CONCRETE BIJDRAGE
NIVEAU 3 KAN
LEVEREN AAN DE RESULTATEN VAN HET TEAM EN AAN DE BESLUITVORMING IN HET TEAM, NEEMT ZIJN EIGEN DOELEN EN DIE VAN ANDEREN DAARIN MEE, REKENING HOUDEND MET DIVERSITEIT.
SAMENWERKINGSCONTACTEN AANGAAN GERICHT OP HET BEHALEN VAN GEMEENSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN EN PROFILEERT EN LEGITIMEERT ZICH BINNEN DIE CONTACTEN. KAN SAMENWERKINGSRELATIES CREËREN TUSSEN VERSCHILLENDE AFDELINGEN, EN BINNEN EN BUITEN DE ORGANISATIE, OOK IN INTERNATIONALE CONTEXT.
COMPETENTIE 13. ZELFMANAGEMENT: HANDELEN VANUIT DE VEREISTE BEROEPSHOUDING EN OP BASIS VAN REFLECTIE DE EIGEN BEROEPSHOUDING VERDER ONTWIKKELEN. NIVEAU 1 KAN REFLECTEREN OP EIGEN ERVARINGEN, KWALITEITEN,
NIVEAU 2 KAN, OP BASIS VAN REFLECTIE OP ZICHZELF EN DE OMGEVING,
IS ZICH BEWUST VAN DE
GESTRUCTUREERD AAN ZIJN ONTWIKKELING WERKEN.
MOTIEVEN EN COMPETENTIES.
COMPETENTIES DIE NODIG ZIJN VOOR DE FUNCTIE. VRAAGT FEEDBACK BINNEN SAMENWERKINGSRELATIES.
NIVEAU 3 KAN ZIJN EIGEN HANDELEN VERANTWOORDEN. IS IN EEN CONTINU PROCES BEZIG TE REFLECTEREN OP ZIJN EIGEN HANDELEN EN ZICH VERDER TE ONTWIKKELEN.
Gehanteerde criteria bij bepaling en formulering niveaus De niveaubeschrijving van de competenties is gebaseerd op drie componenten: complexiteit, transfer en verantwoording22. Complexiteit Complexiteit heeft zowel betrekking op de taak als de situatie van de beroepsbeoefenaar. Hoe hoger de complexiteit, hoe minder beroep kan worden gedaan op standaardprocedures en hoe meer creativiteit en probleemoplossingsvaardigheden nodig zijn. Transfer Transfer heeft betrekking op de mate waarin kennis, inzichten en vaardigheden in nieuwe situaties toegepast kunnen worden. Hoe meer de beroepsbeoefenaar in staat is tot transfer, hoe breder inzetbaar hij is. Een hoge mate van transfer vraagt een groot methodisch en reflectief vermogen. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid heeft betrekking op de mate waarin de beroepsbeoefenaar in staat is zelfstandig taken uit te voeren en verantwoordelijkheid te nemen. Een grote verantwoordelijkheid in het beroep vraagt een brede professionalisering (kennis van actuele, wetenschappelijke en internationale ontwikkelingen) en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid (inzicht in ethische, normatieve en maatschappelijke vragen).
6
47 -
( ,0
,3
1 8
" ,0
" , 9 : '; (5 3
/
,
%1
134
NIVEAU 1
NIVEAU 2
NIVEAU 3
DE STUDENT /
DE STUDENT / BEROEPSBEOEFENAAR VOERT EEN TAAK / BEROEPSPRODUCT UIT: ONDER INDIRECTE BEGELEIDING IN EEN MEER COMPLEXE SITUATIE MET MEER VARIABELEN WAARBIJ SPRAKE IS VAN EEN STANDAARDAANPAK, MET DE MOGELIJKHEID VAN EEN CREATIEVE OPLOSSING WAARBIJ UITGEBREIDE KENNIS EN VAARDIGHEDEN WORDEN GEBRUIKT WAARBIJ RESULTAATGERICHT GEWERKT WORDT EN KEUZES WORDEN GEMAAKT EN VERANTWOORD OVER TRAJECTEN IN DIVERSE CONTEXTEN
DE STUDENT /
BEROEPSBEOEFENAAR VOERT EEN TAAK / BEROEPSPRODUCT UIT: ONDER BEGELEIDING IN EEN NIET-COMPLEXE SITUATIE MET EEN GERING AANTAL VARIABELEN OP BASIS VAN AANGELEVERDE GEGEVENS WAARBIJ SPRAKE IS VAN EEN STANDAARDAANPAK (VOLGENS RICHTLIJNEN EN PROCEDURES) WAARBIJ BASISKENNIS EN VAARDIGHEDEN WORDEN GEBRUIKT WAARBIJ VERANTWOORDING VOOR EIGEN TAKENPAKKET WORDT AFGELEGD IN EEN BEPAALDE CONTEXT
BEROEPSBEOEFENAAR VOERT EEN TAAK / BEROEPSPRODUCT UIT: ZELFSTANDIG IN COMPLEXE SITUATIES MET VEEL VARIABELEN WAARBIJ NIEUWE PROCEDURES OF EEN NIEUW PLAN VAN AANPAK WORDEN ONTWIKKELD, WAARBIJ CREATIVITEIT WORDT GEBRUIKT OP BASIS VAN SPECIALISTISCHE KENNIS EN VAARDIGHEDEN WAARBIJ ZELFSTANDIG NIEUWE KENNIS EN VAARDIGHEDEN WORDEN VERWORVEN WAARBIJ OP DIVERSE NIVEAUS KEUZES EN OPLOSSINGEN WORDEN VERANTWOORD VANUIT EEN OVERSTIJGENDE KIJK OP PROBLEMEN
135
Vergelijking domeincompetenties met MER-competenties In onderstaand schema is een vergelijking gemaakt tussen de domeincompetenties van Business Administration (BA), zoals die centraal staan in 23 het vernieuwde beroepscompetentieprofiel van het Landelijk Overleg Management, Economie en Recht . De vergelijking laat zien dat de domeincompetenties goed worden afgedekt door de MER-competenties van De Haagse Hogeschool. DOMEINCOMPETENTIE :
MER-COMPETENTIE:
ADVISEREN ANALYSEREN BEHEERSEN COACHEN COMMUNICEREN IMPLEMENTEREN INNOVEREN MOTIVEREN ONDERZOEKEN ONTWERPEN RELATIES BEHEREN SAMENWERKEN ZELFMANAGEMENT
2
7+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
ONTWIKKEL EN VAN VISIE EN ONTWIKKEL EN VAN RELATIES
ANALYSERE
TOEPASS EN VAN
INRICHTEN BEDRIJFSPROCESSEN
ONTWIKKELEN ,
ZELFSTURE NDE COMPETENT IE
X X
X X
ANALYSERE N VAN FINANCIËLE EN JURIDISCHE ASPECTEN, IN- EN EXTERNE PROCESSEN X X
SOCIALE EN
N VAN BELEIDSVRA AGSTUKKEN
X
HRM
X X X X X X X X
X
X
X
X
X
X
X X X
X X
X
,0
! "
X X X
53
3
"
"
IMPLEMENTER EN EN EVALUEREN VAN EEN VERANDERING S-PROCES X X
X X
X X X
X X
X X
X X X X X X X
X
X X
X X
; (9
"
"
+
-
COMMUNICA -TIEVE COMPETENT IE
X X X X X X X
X X X
,
X X X X X X X X X X X X X
$1
136
Bijlage 3 Toetsreglement Academie voor M&HR (versie september 2011) Toetsregels Onderstaande regels zijn vastgesteld door de examencommissie van de academie MHR op grond van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) en deel 1 van het studentenstatuut, van de Haagse Hogeschool. Ze dienen ertoe de goede gang van zaken tijdens de toets te waarborgen. 1. Algemeen 1.1 De toetsregels zijn van toepassing op de gang van zaken tijdens schriftelijke (deel)toetsen en tijdens toetsen die in een PC-lokaal worden afgenomen. 1.2 De kandidaten worden geacht deze regels te kennen en in acht te nemen. Overtreding kan tot gevolg hebben dat de toets ongeldig wordt verklaard en/of dat er maatregelen tegen de betrokken kandidaat worden genomen. 2. Inschrijving 2.1 De mogelijkheid is aanwezig dat gedurende het studiejaar inschrijving voor toetsen wordt ingesteld. Dit zal gebeuren via het registratiesysteem Osiris. Studenten zullen hiervan tijdig op de hoogte gesteld worden. 3. Toezicht 3.1 Het toezicht op de gang van zaken tijdens de toets berust bij de medewerkers van het tentamenbureau. Daartoe is tenminste één medewerker, de surveillant, aanwezig in het lokaal waar de toets wordt afgenomen. 3.2 Kandidaten dienen de aanwijzingen van de surveillant en overige medewerkers van het tentamenbureau op te volgen. Kandidaten die hierin in gebreke blijven, kan de deelname aan de toets worden ontzegd. 3.3 Kandidaten die bedoelde medewerkers onheus bejegenen of anderszins hinderen bij de uitvoering van hun werkzaamheden, kan de deelname aan de toets worden ontzegd. 3.4 Het is de kandidaten niet toegestaan om tijdens of na afloop van de toets met de surveillant in discussie te treden. Indien de surveillant een kandidaat gelast om het lokaal te verlaten, dient deze daar onmiddellijk gevolg aan te geven. 3.5 De surveillant maakt proces-verbaal op van de gang van zaken tijdens de toets. Indien een onregelmatigheid plaatsvindt, wordt dit vermeld op het proces verbaal en meegedeeld aan de betrokken student. 3.6 Een kandidaat die bezwaar wil maken tegen de gang van zaken tijdens de toets en het procesverbaal wil inzien, kan daartoe na afloop van de toets (zo spoedig mogelijk) contact opnemen met de ambtelijk secretaris van de examencommissie. 4. Toelating tot de toetsen en legitimatie 4.1 De kandidaat dient op de gestelde tijd van aanvang van de toets in het lokaal aanwezig te zijn. 4.2 Een kandidaat die binnen een kwartier na aanvang van de toets arriveert, dient zich te melden bij het tentamenbureau. De daar aanwezige medewerkers dragen er zorg voor dat de student alsnog aan de toets kan deelnemen. 4.3 Een kandidaat die een kwartier na de aanvang van de toets of later arriveert, wordt niet meer toegelaten. 4.4 De kandidaat dient ter legitimatie een geldig legitimatiebewijs24 te overleggen. Wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, wordt de kandidaat de deelname aan de toets ontzegd. 4.5 Bij de aanvang van de toets dient de kandidaat de presentielijst te tekenen en het geldig legitimatiebewijs op tafel te leggen, zodat deze gecontroleerd kan worden. Gedurende de toets dient het legitimatiebewijs op tafel te blijven liggen. 4.6 Het legitimatiebewijs dient zich in ongeschonden toestand te bevinden. Indien deze beschadigd is, kan de kandidaat de deelname aan de toets worden ontzegd.
%
%
#
*
&+
#& + &
&
&
137
5. Gang van zaken tijdens de toets 5.1 Jassen, tassen, etuis, telefoons e.d. dienen vóór in het lokaal, of op een door de surveillant aangewezen plaats, te worden neergelegd. Telefoons dienen te zijn uitgeschakeld. 5.2 Na het begin van de zitting – dus al tijdens het uitdelen van de opgaven – is het de kandidaten niet toegestaan om te spreken. 5.3 De kandidaten mogen de opgaven pas inzien, als de surveillant daartoe het sein heeft gegeven. 5.4 Het is de kandidaten niet toegestaan om op enigerlei wijze met elkaar te communiceren of papieren en hulpmiddelen uit te wisselen. Overtreding van deze regel kan worden aangemerkt als fraude dan wel poging daartoe. 5.5 Alvorens aan de toetsopgaven te beginnen, controleert de kandidaat of de juiste toets aan hem is uitgereikt en of het aantal pagina’s overeenstemt met het op het tentamenvoorblad vermelde aantal. Vervolgens vult hij de op het voorblad gevraagde gegevens in en voorziet hij alle andere uitgereikte formulieren van zijn naam en studentnummer. 5.6 De kandidaat dient het voorblad tentamenuitwerking te voorzien van de vereiste gegevens en plaatst zijn handtekening op het voorblad. Indien de kandidaat hiermee in gebreke blijft, kan de toets ongeldig verklaard worden. 5.7 De kandidaat mag uitsluitend gebruikmaken van het verstrekte toetspapier en van de op de toetsopgave vermelde hulpmiddelen. Aanvullend papier wordt door de surveillant verstrekt. 5.8 Behoudens schrijfgerei en de in het vorige artikel genoemde zaken mogen zich geen voorwerpen op tafel bevinden. Overtreding van deze regel kan worden aangemerkt als fraude. 5.9 Het is de kandidaten niet toegestaan om tijdens de toets het lokaal te verlaten en daarna terug te keren. Toiletbezoek tijdens de toets is niet toegestaan. 6. Einde van de toetsen en in te leveren werk 6.1 Een kandidaat wordt geacht aan de toets te hebben deelgenomen, zodra de opgaven zijn uitgedeeld en/of de presentielijst is getekend. 6.2 Het is de kandidaten niet toegestaan binnen een kwartier na aanvang van de toets het lokaal te verlaten. 6.3 De toets eindigt, ook voor kandidaten die enige tijd na aanvang tot deelname zijn toegelaten, op het vastgestelde tijdstip. 6.4 De kandidaten dienen er op toe te zien dat het gemaakte werk wordt ingenomen door de surveillant. 6.5 De definitieve uitwerkingen mogen niet met potlood zijn geschreven. 6.6 De kandidaat dient op het in te leveren werk aan te geven, hoeveel pagina’s dit omvat. 6.7 Al het materiaal dat bedoeld is om beoordeeld te worden dient te worden voorzien van de naam van de student en studentnummer. 7. Onregelmatigheden en sancties 7.1 De surveillant maakt van eventuele onregelmatigheden aantekening in het proces-verbaal, dat wordt overgedragen aan de examencommissie en informeert de betrokken student, indien nog aanwezig in het lokaal, hierover. 7.2 Voor de toepassing van deze regels wordt met fraude gelijkgesteld: elke poging tot fraude dan wel medewerking daaraan. 7.3 Het hinderen van de medewerkers van het tentamenbureau en het niet opvolgen van de aanwijzingen van bedoelde medewerkers wordt in de regel aangemerkt als het verstoren van de goede gang van zaken binnen de hogeschool. 7.4 Geconstateerde onregelmatigheden zijn reden voor de examencommissie en/of het afdelingsmanagement maatregelen te treffen overeenkomstig hetgeen in het studentenstatuut deel 1 is bepaald.
138
Bijlage 4 Reglement Loket Rechtsbescherming Artikel 1. Begripsbepalingen 1. De begrippen die in dit reglement gebruikt worden hebben, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, dezelfde betekenis als de begrippen gehanteerd in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Studentenstatuut. 2. In dit reglement wordt voorts verstaan onder: a) de Wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), zoals laatstelijk aangevuld of gewijzigd; b) de hogeschool: de Haagse Hogeschool in stand gehouden door de Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden en Rijnstreek; c) het College van Bestuur: het College van Bestuur van de Haagse Hogeschool; d) student: een student, een aanstaande student, een voormalige student, een extraneus, een aanstaande extraneus of een voormalige extraneus; e) Loket Rechtsbescherming: de faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; f) College van Beroep voor de Examens: een college als bedoeld in artikel 7.61 WHW; g) Geschillenadviescommissie: een commissie bedoeld in artikel 7.63 WHW; h) Klachtencommissie ongewenst gedrag: de commissie die klachten over ongewenst gedrag behandelt. Artikel 2. Loket Rechtsbescherming (art. 7.59a WHW) 1. Een student dient een geschil of klacht schriftelijk of per e-mail voor te leggen aan het Loket Rechtsbescherming. Een klacht kan eventueel ook mondeling worden ingediend. Post: Haagse Hogeschool - Loket Rechtsbescherming Postbus 13336, 2501 EH Den Haag e-mail:
[email protected] Adres: Johanna Westerdijkplein 75, 2521 EN Den Haag, kamer OV 1.46 Telefoon 070-445 88 21 2. Het Loket Rechtsbescherming stuurt een ontvangstbevestiging naar de student en geeft daarbij aan dat het de klacht of het geschil heeft doorgestuurd naar het College van Beroep voor de examens, de Geschillenadviescommissie, de Klachtencommissie ongewenst gedrag of de academiedirecteur/ het College van Bestuur. 3. Indien het Loket Rechtsbescherming een klacht, beroep of bezwaar aan een onbevoegd orgaan heeft gezonden, zendt dit orgaan het desbetreffende stuk zo spoedig mogelijk terug naar het Loket Rechtsbescherming. 4. Een orgaan als bedoeld in lid 2 behandelt een klacht, beroep of bezwaar dat door een student rechtstreeks bij dit orgaan is ingediend, slechts na tussenkomst van het Loket Rechtsbescherming. Artikel 3. Termijn 1. De termijn voor het indienen van een beroep- of bezwaarschrift waarover het College van Beroep voor de Examens of de Geschillenadviescommissie moet oordelen, bedraagt zes weken. De termijn begint te lopen met ingang van de dag na de bekendmaking van de beslissing aan de student (schriftelijk of per e-mail). Indien het beroep of bezwaar is gericht tegen het niet of niet tijdig nemen van een besluit, geldt dat het beroep- of bezwaarschrift kan worden ingediend, indien tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop de student het bestuursorgaan of de medewerker in gebreke heeft gesteld. 2. De termijn voor het indienen van een klacht bedraagt een jaar nadat de handeling, nalatigheid of – ongewenste – gedraging zich heeft voorgedaan.
139
Artikel 4. Inhoud beroep-, bezwaar- of klaagschrift Een beroep-, bezwaar- of klaagschrift is gedateerd en ondertekend en houdt in: - naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de student; - studentnummer; - een aanduiding van de persoon die of het orgaan dat de handeling heeft verricht, het besluit heeft genomen, dan wel nalatig is geweest; - een duidelijke omschrijving van de handeling, de beslissing, of de nalatigheid; - de gronden waarop het beroep, het bezwaar of de klacht berust; - alle relevante stukken; bij beroep en bezwaar dient een afschrift van de beslissing waarop het geschil betrekking heeft, te worden meegestuurd (bij een beroep tegen een negatief bindend studieadvies dient in ieder geval de beslissing van de examencommissie en de meeste recente cijferlijst te worden meegestuurd). Artikel 5. Organen 1. College van Beroep voor de Examens Het College van Beroep voor de Examens behandelt geschillen over de beoordeling van de kwaliteit van door studenten. Het reglement van het College van Beroep voor de Examens is van toepassing. 2. Geschillenadviescommissie De Geschillenadviescommissie behandelt bezwaarschriften van studenten tegen beslissingen van bestuursorganen of medewerkers, genomen op grond van de WHW en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover het College van Beroep voor de Examens niet bevoegd is. Zie ook het reglement Geschillenadviescommissie. 3. Klachtencommissie ongewenst gedrag De Klachtencommissie ongewenst gedrag behandelt klachten die betrekking hebben op ongewenst gedrag van een medewerker of student. Zie ook de klachtenregeling Ongewenst gedrag. 4. Academiedirecteur/ College van Bestuur Een student die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een handeling of nalatigheid van een medewerker of een orgaan van de hogeschool en waarvoor de Klachtenregeling ongewenst gedrag niet van toepassing is, kan een klacht indienen bij het Loket Rechtsbescherming. Klachten worden behandeld door de academiedirecteur, tenzij de klacht betrekking heeft op een handeling of nalatigheid van de academiedirecteur. In dat laatste geval wordt de klacht behandeld door het College van Bestuur. Zie ook het reglement Klachten. Artikel 6. Registratie geschillen en klachten/ publicatie in jaarverslag Het Loket Rechtsbescherming draagt zorg voor de registratie van ingediende geschillen en klachten. Het aantal geregistreerde geschillen en klachten wordt gepubliceerd in het jaarverslag. Artikel 7. Slotbepaling Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement Loket Rechtsbescherming.”
140