Studeerplanners
Leerjaar 2 Periode 3
1
Inhoudsopgave
Duits
3
Levensbeschouding (LBS)
5
Mens en Natuur
9
Nederlands
12
Wiskunde
15
Frans
17
Engels
20
Mens en Maatschappij
22
2
Duits , Leerjaar 2mavohavo 1. 2.
Periode 3, 2014-2015
*)
Herhaling Kapitel 1 t/m 4 Kapitel 5: Kuchen und Kebab
*)
BELANGRIJK :- Voordat Kapitel 5 wordt opgestart, vindt verdieping van Kapitel 3 en 4 plaats: o.a. door uitwerking van een mondelinge presentatie (« Ein Tag aus meinem Leben » over school, hobby’s en sport), Special A (Landeskunde) en leesteksten. Tevens wordt belangrijke basiskennis van Kapitel 1 t/m 4 herhaald en getoetst.
Leerdoelen Kapitel 5 – Kuchen und Kebab JE KUNT: : 1. vragen wat iemand anders graag eet en drinkt 2. zeggen wat je zelf graag eet en drinkt 3. zeggen wat je wilt eten en/of drinken 4. iets vertellen over eten en drinken in Duitsland – in een PPT presentatie 5. iets in een Duits restaurant bestellen - - in een sketch 6. vragen over diverse onderwerpen in het Duitse tv-journaal beantwoorden JE KENT/WEET 7. de Duitse g 8. de werkwoorden mögen, essen, nehmen 9. de persoonlijke voornaamwoorden er en ihn 10. de vierde naamval 11. de uitspraak van de Duitse g en ch 12. hoe je de werkwoorden mögen, essen, nehmen moet vervoegen 13. wanneer je er en wanneer je ihn moet gebruiken
PLANNING PERIODE 3 LES
DATUM
1 wk 5 her halen 2
wk 5
3
wk 6
4
wk 6
2014-2015 VOOR DE LES & HUISWERK
herhaling Kap1, RM en werkwoorden start: AB A: Da ist was los! uitwerking PPT op laptop
opdrachten Kap1 af; herhaling Kap2, RM en werkwoorden verder werken aan PPT en indienen opdrachten Kap2 af; herhaling Kap3, RM en werkwoorden PPT verbeteren en uit het hoofd leren
herhaling Kap4, RM en werkwoorden opdrachten Kap 3 en 4 af werken aan LESEDOSSIER
IN DE LES 1. uitleg PPT presentatie, laptops mee!!! 2. extra opdrachten bij Kap1 3. SPECIAL: AB S. 125-126, opdr. 1, 2 en 3. 3=luisteropdracht: CD in de les. 1. extra opdrachten bij Kap2 2. SPECIAL: AB S. 126-129, opdr. 4,5,6 en 7 7 = luisteropdracht: CD in de les. 1. extra opdrachten bij Kap3 en 4 2. SPECIAL: AB S. 129-130, opdr. 8 t/m 11. Mapje LESEDOSSIER -TWEE TEKSTEN:1. leestekst H, TB S. 51, opdr. 25 en 26 PLUS 2. leestekst TB S. 57 ‘Ein Dackelkind..’, opdr. 40 en 41.
oefentoets Kap 1- 4
presentaties PPT & feedback-formulier
presentatie + PPT klaar
3
5
wk 7
toets voorbereiden Kap1-Kap4: uitwerkingen verbeteren en leren. werken aan LESEDOSSIER
toets Kap1-Kap4: basiskennis / lezen / luisteren
6
wk 7
AB S. 131, opdr. 12 en 13 af. presentatie + PPT klaar
presentaties PPT & feedback-formulier
7
wk 8
werken aan LESEDOSSIER
Arbeitsbuch B meenemen!!!
werken aan LESEDOSSIER
mapje LESEDOSSIER indienen
start Kapitel 5: Kuchen und Kebab: Arbeitsbuch B opdr. 8
wk 8
9
wk 10
10
wk 10
11
wk 11
12
wk 11
13
wk 12
14
wk 12
15
wk 13
16
wk 13
wk 15 wk 15 wk 16 wk 16
opdrachten af
LOGO tv-journaal met vragen Kap5, AB B: opdr. groepjes maken voor ‚Sketch‘
wk 9 – VOORJAARSVAKANTIE t/m 1 maart uitleg « Sketch » van Kapitel 5 opdrachten af uitwerken « Sketch » opdrachten Kap. 5 LOGO tv-journaal met vragen opdrachten af Sketch nakijken werken aan Sketch Kap. 5 opdr. opdrachten af Kap.5 opdr. Sketch indienen Sketch verbeteren en leren opdrachten af Kap.5 opdr. Sketch verbeteren en leren 1e ronde Sketches opvoeren in de les opdrachten af Kap.5 opdr. sketch verbeteren en leren 2e ronde Sketches opvoeren in de les SO Kapitel 5 voorbereiden: Lernliste & SO Kapitel 5 – laatste sketches Redemittel E herhaling Kapitel 5 alles Kapitel 5 – Redemittel M luisteroefeningen leren voor oefentoets voor Periode 3: oefentoets voor Periode 3: werkwoorden K1werkwoorden K1-K4, Kapitel 5: K4, Kapitel 5: Redemittel E+M, Lernliste, Redemittel E+M, Lernliste, Grammatik Grammatik laatste les voor toetsweek Periode 3 laatste les voor toetsweek Periode 3 wk 14 PAASVAKANTIE t/m maandag 6 april 2e Paasdag – geen les toetsweek Periode 3 (Periodetoets 3) toetsweek Periode 3 projectdriedaagse EINDE PERIODE 3
TOETS OF OPDRACHT toets Kap1-4: basis, lezen, luisteren incl. Lesedossier PPT presentatie ‘Ein Tag aus meinem Leben’ SO Kapitel 5, Lernliste & Redemittel E Mondelinge Opdracht « Sketch » Periodetoets 3 (toetsweek), werkwoorden K1-K4, Kapitel 5: Redemittel E+M, Lernliste, Grammatik
DATUM Week 7&8 Week 6-7 Week 12 Week 11/12 Week 15-16
WEGING 2 2 1 2 4
4
Leerjaar 2 Levensbeschouwing Materiaal:
Periode 3
werkboek en tekstboek wijs worden Schrift / map Stencils die uitgereikt zijn tijdens de les bewaar je
Leerdoelen JE KENT/WEET:
X
Hoofdstuk 2 Seksualiteit 1. Je kent de begrippen op blz. 40 uit je tekstboek 2. Je weet wat normen en waarden zijn en kunt hier voorbeelden van geven 3. Je weet dat normen en waarden kunnen verschillen per tijd, plaats en persoon/groep 4. Je weet waarom mensen verschillende antwoorden geven op wat seksualiteit is 5. Je kent de geschiedenis van seksualiteit Je weet wat de normen en waarden op seksueel gebied waren.. - Van de oude Grieken - In de middeleeuwen - In de achttiende eeuw tot twintigste eeuw - Van 1960 - Nu (versekste samenleving?) 6. Je kent de viereenheid (LHSV) en de mogelijke combinaties 7. Je weet op welke manier verlangen met seksualiteit te maken heeft 8. Je kent de twee verschillen tussen menselijke en dierlijke seksualiteit 9. Je weet hoe op seksueel gebied invulling word gegeven aan de (hoofd)waarden vrijheid en gelijkwaardigheid 10. Je weet wat een dubbele moraal is 11. Je weet wat autonomie en heteronomie is en kunt dit uitleggen. 12. Je weet hoe orthodoxe leiders tegen (de autonomie van) seksualiteit aankijken Stencil 13. Je kent de normen en waarden op seksueel gebied van verschillende levensbeschouwingen JE KUNT:
X
14. Je kunt uitleggen wat voor jou belangrijk is en waarom 15. Je kunt jouw mening geven over seksualiteit en beargumenteren 16. Je kunt luisteren en begrip opbrengen voor iemand anders zijn/haar mening
De opdrachten die je niet in de les af krijgt is huiswerk Bij afwezigheid werk je door volgens de planner 5
Ben je eerder klaar in de les, dan maak je de extra opdrachten op internet http://www.damon.nl/wijsworden/ WEEK VAKINHOUD IN DE LES 5 Inleiding Vragen maken 6 §2 Vragen maken 7 §3 Vragen maken Sunny side of seks Docu. kijken 8 §4 Vragen maken 9 Voorjaarsvakantie 10 §5 Vragen maken (of gastles ?) 11 §5 Vragen maken (of gastles) 12 §6 Vragen maken 13 SO H2 14 Paasvakantie 15
16
Vanaf woensdag Toetsweek Geen toets voor LBS Toetsweek en Project
6
Kunst BVG (Praktijk)
leerjaar 2
Periode 3
“Kunst & Cultuur” Leerdoelen JE KENT/WEET: 14. Wat Aboriginals zijn 15. Je kunt kenmerken van Aboriginal Art noemen en toepassen
X
16. Wie Picasso is en dat hij zich liet inspireren door o.a. Afrikaanse kunst 17. Hoe je met gaas kunt werken 18. Hoe je vormen kunt verdikken op het gaas 19. Hoe je papier-maché netjes glad kunt afwerken 20. Hoe je met plakkaatverf dekkend en strak kunt schilderen 21. Wat een Afrikaans patroon is (geen Indianenstrepen!) 22. 23. 24. 25. 26. 27. JE KUNT: 28. Een eigen tekening maken met de symbolen van Australische Aboriginals 29. Het hele blad netjes vullen 30. 6 verschillende afbeeldingen van maskers (met verschillende uitdrukkingen) vinden en uitprinten 31. Zelfstandig de huiswerkopdracht Picasso (in eigen woorden!) maken 32. Inspiratie opdoen van Aboriginal art en dit vertalen naar een eigen werkstuk 33. Een originele vorm masker maken van gaas (knippen en buigen van gaas) 34. Je kunt de gezichtsuitdrukking versterken door delen te verdikken met krant / tape 35. Goed werken met papier-maché, glad aanbrengen 36. Vormen benadrukken met kleur – schilderen en kleuren mengen met plakkaatverf 37. Een patroon schilderen 38. Je huiswerk bijhouden (alle huiswerkopdrachten en afbeeldingen op tijd inleveren) 39. Zelfstandig een huiswerkopdracht uitvoeren 40. Er voor zorgen dat je werk kunt uitprinten 41. 42.
X
7
LES 1
WEEK 6
2
7
Uitleg huiswerkopdrachten
3
8
Uitleg opdracht Afrikaans masker.
4
10
Uitleg werken met kippengaas en aanbrengen van verdikkingen.
5
11
Uitleg werken met papier-maché
6
12
7
13
8
VAKINHOUD Australische Aboriginal Kunst, uitleg startopdracht
IN DE LES Startopdracht Kunst en Cultuur
Eventueel afmaken van de startopdracht. Klaar? Dan heb je tijd voor de huiswerkopdrachten. Inleveren huiswerkopdracht 1. Start opdracht Afrikaans masker. Maken van schetsen. Inleveren huiswerkopdracht 2. Werken aan de opdracht Afrikaans masker met kippengaas, verdikken van delen van het masker. Masker bedekken met papier-maché. Verder werken aan masker.
Uitleg dekkend schilderen met plakkaatverf
Als je les hebt: Werken aan de opdracht. Beschilderen in Afrikaanse tinten/patronen. Als je les hebt: Afwerken van de opdracht
Uitlooples, laatste les van periode 3
Laatste les voor masker.
15 Toetsweek / projectweek
9
16 Toetsweek / projectweek
TOETS OF OPDRACHT Startopdracht kunst en cultuur Opdracht masker Huiswerkopdracht Cultuur
Eventueel plusopdracht
DATUM Week 7 Uiterlijk Week 15 af 1&2 uiterlijk in de les van week 10 inleveren
WEGING
M-CIJFER
H-CIJFER
1 2 1
1
8
Mens & Natuur 2e klas
Periode 3
Onderwerpen module 10 en 11 1) Introductie 2) Ademhaling 3) Bloedsomloop 4) Spijsvertering 5) Homeostase 6) Zenuwstelsel 7) Beweging (Module 11) Leerdoelen KENNISDOELEN: 1. Je kent de organisatieniveaus binnen biologie en kunt voorbeelden daarvan kennen en herkennen. 2. Je kunt aangeven wat orgaanstelsels zijn 3. Je kunt de namen van de organen geven die gebruikt worden voor het verteringsstelsel 4. Je kunt aangeven hoe orgaanstelsels kunnen samenwerken 5. Je kunt op een doorsnede van het lichaam aangeven waar de organen zitten 6. Je kan beschrijven hoe zuurstof in het bloed komt 7. Je kan beschrijven hoe de lucht ‘schoon’ wordt gehouden 8. Je kan beschrijven hoe ademhaling plaatsvindt 9. Je kunt beschrijven welke functie bloed heeft bij het transport van voedingsstoffen 10. Je kent aantal aandoeningen gerelateerd aan bloedvatenstelsel 11. Je kan een beschrijving geven van hoe bloed vervoert wordt in het lichaam 12. Je weet het verschil in functie en plaats van de kleine en de grote bloedsomloop 13. Je weet de namen van de belangrijkste aders en slagaders 14. Je kan aangeven hoe een hart klopt 15. Je kan aangeven hoe de vertering van voedingsstoffen werkt en welke rol enzymen hebben 16. Je kan aangeven waar in het lichaam vertering plaatsvindt 17. Je kan de werking van de darmen beschrijven 18. Je kan het regelsysteem in je lichaam beschrijven, specifiek de functie van lever en de nieren 19. Je kan aangeven hoe de glucose regulering in het lichaam plaatsvindt 20. Je kent enkele afwijking(en) van verschillende regelsystemen. 21. Je weet waar in je lichaam zich zintuigen bevinden en wat zintuigen doen 22. Je weet wat een prikkel is, welke soorten prikkels bij bepaalde zintuigen horen 23. Je weet dat je zenuwen, hersenen en je ruggenmerg samen het zenuwstelsel vormen 24. Je kent de onderdelen aan de buitenkant en binnenkant van je oog met bijbehorende functies 25. Je weet wat accommoderen is 26. Je weet dat in je netvlies de zintuigen kegeltjes en staafjes zitten en kent de functies 27. Je kunt de bouw van oor beschrijven 28. Je kent voorbeelden van enkele afwijkingen in het zenuwstelsel 29. Je weet welke dieren een wervelkolom hebben 30. Je weet hoe de wervelkolom beweegt bij dieren 31. Je weet wat een skelet vertelt over de leefwijze 32. Je weet wat snelheid is en hoe je dit berekend 33. Je kunt omrekenen van km/uur naar m/s en omgekeerd VAARDIGHEIDSDOELEN: A. Je kunt de stappen van onderzoek doen goed doorlopen en bijvoorbeeld een goed onderzoeksvraag 9
x
x
KENNISDOELEN: formuleren aan de hand van een gegeven probleem. B. Je kunt opgedane kennis toepassen op situaties in je dagelijks leven LES
WEEK VAN
VAKINHOUD
IN DE LES
1
5
Introductie
Opdrachten maken Uitwerken LD 1 t/m 5
Ademhaling
x
2
5
Ademhaling
Opdrachten maken Uitwerken LD 6 t/m 8 Opdrachten maken
3
5
Ademhaling
Nakijken opdrachten
4
6
Bloedomloop
Opdrachten maken Uitwerken LD 9 t/m 14
5
6
Bloedsomloop
Opdrachten maken Practicum kippenhart
6
6
Bloedomloop
7
Spijsvertering
7
7
Spijsvertering
8
7
Spijsvertering
9
8
Homeostase
10
8
Homeostase
11
8
Homeostase
Opdrachten maken Nakijken opdrachten Opdrachten maken Uitwerken LD 15 t/m 17 Opdrachten maken Practicum enzymen Opdrachten maken Nakijken opdrachten Opdrachten maken Uitwerken LD 18 t/m 20 Opdrachten maken Practicum glucose gehalte in het bloed Opdrachten maken Nakijken opdrachten
12
9 10
Voorjaarsvakantie Zenuwstelsel
13
10
Zenuwstelsel
14
10
Zenuwstelsel
15
11
§ 11.1 Dieren bewegen
16 17
11 11
§ 11.2 Van lopen naar rijden § 11.3 Wielen laten bewegen
18
11
§ 11.4 Snelheid
19 20
12 12
Eindopdracht periode 3 Eindopdracht periode 3
Opdrachten maken Uitwerken LD 21 t/m 23 Opdrachten maken Practicum Opdrachten maken Nakijken opdrachten Uitwerken LD 24 t/m 28 Maken opdracht 1 t/m 16 Uitwerken LD 29 t/m 31 Maken opdracht 1 t/m 12 Maken opdracht 1 t/m 15 Nakijken opdrachten Maken opdracht 1 t/m 19 Uitwerken LD 32 en 33 Nakijken opdrachten
10
LES
WEEK VAN
21 22 23 24
12 13 13 13 14 15
VAKINHOUD
IN DE LES
Eindopdracht periode 3 Project klas 2 Project klas 2 Project klas 2 Paasvakantie t/m maandag 6 april Start toetsweek: woensdag 8 april
TOETSEN Deeltoets M10 Periodetoets module 10 en 11 OPDRACHTEN IN PORTFOLIO Leerdoelen uitwerken Module 10 Leerdoelen uitwerken Module 11 Eindopdracht module 10 Werkboek module 10 af en nagekeken Werkboek module 11 af en nagekeken
DATUM
DATUM
WEGING M-CIJFER 2 4 WEGING M-CIJFER 0 O/V/G 0 O/V/G 3 0 0
H-CIJFER
H-CIJFER O/V/G O/V/G
V = Voldaan NV = Niet voldaan (aanvullen/verbeteren)
11
NEDERLANDS
HOOFDSTUK 5 ‘Schoon’
Schooljaar: 2014-2015
Periode: 3
Klas: 2
Docent: RSC
Week
Activiteiten
Afronding
05
Lezen ‘Schema’s maken’: opdr. 1 t/m 5*
Taalportfolio
Lezen: taak ‘Je eigen huisdier’
Taalportfolio
Deeltoets Lezen
TOETS
06
S/K/L Ínformatief gesprek’: opdr. 1 t/m 4 (luisterfragmenten) Taalportfolio
07
S/K/L: taak ‘Het goede doel’
Taalportfolio
Schrijven ‘Affiche’: opdr. 1 t/m 4 (3/4 in portfolio)
Taalportfolio
Schrijven: taak ‘Houd de kantine schoon!’
Taalportfolio
Grammatica ‘Telwoord en bijwoord’: opdracht 1 t/m 7*
08
Spelling ‘Los of aan elkaar vast’: opdracht 1 t/m 7 (6*)
Taalportfolio
Taal en woordenschat ‘Ezelsbruggetje’ - Opdr. 1 t/m 6
12
09
Voorjaarsvakantie
10
Toets TW/Grammatica en Spelling
11
Studievaardigheid ‘Scholierensite’: opdr. 1 t/m 4 (portf.)
12
Test: test maken en nakijken.
TOETS
Controleer je portfolio!!!!
Inleveren: -
fictiedossier portfolio
Toets hoofdstuk 5 Eindtoets 13
Woe/do/vr: project
14
Paasvakantie
15
Fictie ‘Andere tijden’: opdr. 1 t/m 4 (portf.)
16
reserve
Taalportfolio
Let op: Heb je tijd over, dan ga je verder met de huiswerkopdrachten, het ICTmateriaal, je fictiedossier + de extra oefeningen.
13
TOETS OF OPDRACHT NEDERLANDS KLAS 2
DATUM
WEGING
Taken Lezen/SKL/Schrijven
Wk. 8
OVG
Deeltoets Lezen
Wk. 6
1
Deeltoets T&W, Grammatica en Spelling
Wk. 10
1
Fictiedossier
Wk. 12
1
Hoofdstuktoets 5 (toetsweek)
Wk. 12
4
Nederlands klas 2
M-
H-
CIJFER
CIJFER
Periode 3
Hoofdstuk 5 “Schoon” Leerdoelen X
43. Lezen
schema’s maken
44. Spreken/Kijken/Luisteren
informatief gesprek
45. Schrijven
affiche; opmaak
46. Studievaardigheid
scholierensite
47. Taal en woordenschat
ezelsbruggetje; vaktaal
48. Grammatica
telwoord; bijwoord
49. Spelling
los of aan elkaar
50. Fictie
andere tijden
14
Wiskunde Baken Poort H7 Pythagoras
klas2
H8 Procenten
Periode 3 H9 Vergelijken
1
§7-1 en §7-2
IN DE LES Opdracht 1 t/m 12
2
§7-3 en §7-4
Opdracht 13 t/m 23
3
§7-4 en §7-5
Opdracht 24 t/m 37
4
Afronden en herhalen mavo-stof
LES
VAKINHOUD
DATUM
Havo-stof Gemengde opdrachten G1 t/m G6 en * PLUS opdrachten P1 t/m P4 *
5
Rekenen
6
TOETS Hoofdstuk 7
7
Rekenen
8
Rekenen
9
§8-1en §8-2
Opdracht 1 t/m 13
10
§8-2en §8-3
Opdracht 14 t/m 25
11
§8-4 en §8-5
Opdracht 26 t/m 32
12
Afronden en herhalen mavo-stof
Havo-stof Gemengde opdrachten G1 t/m G8 of
* 13
Alle PLUS-opdrachten afronden en nakijken
14
TOETS Hoofdstuk 8
PLUS opdrachten P1 t/m P19 *
15
15
§9-1en §9-2
Opdracht 1 t/m 14
16
§9-2en §9-3
Opdracht 15 t/m 24
17
§9-4en §9-5
Opdracht 25 t/m 37
18
Afronden en herhalen mavo-stof
19
Alle PLUS-opdrachten afronden en nakijken
20
Rekenen
21
Rekenen
TOETS OF OPDRACHT Toets H7
DATUM
Havo-stof Gemengde opdrachten G1 t/m G7 en * PLUS opdrachten P1 t/m P7 *
WEGING 2
Toets H8
2
Rekentoets 3
1
Periodetoets H7 t/m H9
4
M-CIJFER
H-CIJFER
16
Frans
Periode 3
Chapitre 4: Sable et santé Chapitre 5: Marseille? C’est la fête Leerdoelen (chapitre 4 et 5) JE KENT/WEET: 51. Meer onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord 52. De vormen van de gebiedende wijs 53. de vervoeging van het ww pouvoir 54. de namen van lichaamsdelen 55. De vormen van het aanwijzend voornaamwoord 56. De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op-ir 57. De passé composé van hulpwerkwoorden avoir en être 58. De woorden die te maken hebben met gezondheid 59. De vormen van het aanwijzend voornaamwoord 60. De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op-ir 61. 62. JE KUNT: 63. Je kunt een gesprek voeren in het Frans 64. Je kunt naar een telefoongesprek luisteren 65. Je kunt een tijdschriftartikel lezen 66. Je kunt iets bestellen in een restaurant 67. Je kunt iemand beschrijven 68. Je kunt iemand uitnodigen 69. Een afspraak maken 70. Vertellen wat je hebt gedaan 71. Vragen hoe iemand zich voelt 72. Vertellen hoe je jezelf voelt 73. Een advies/opdrachten geven 74. 75.
X
X
17
WEEK 7
8
VOOR DE LES
IN DE LES
MONDELING VOORBEREIDEN Presentatie voorbereiden
EEN ONDERWERP kiezen en beginnen met schrijven Presentatie voorbereiden
Powerpoint maken
Nakijken en uitspraak oefenen Presentatie
10
Chapitre 4
Inleiding: 1 en 2
Leren voca 4.1
bron A: 3 (), 4 (),bron B: 5, 6 (),bron C: 7, 8, 9
Sable et Santé
Nakijken 1 t/m 9
11
Leren voca 4.2
bron D: 10, 11 (), 12, 13
Herhalen voca 4.1
bron E: 14 (), 15, 16,bron F: 17, 18 ()
Leren Grammaire D
Nakijken 10 t/m 18
Leren Phrases-clés E
bron G: 19 (),bron H: 20, 21,bron I: 22 ()
Leren voca 4.3 en 4.4
bron J: 23, 24 (), 25, 26
Herhalen voca 4.1 en 4.2
SO 4
Leren Grammaire J
bron K: 27 (), 28, 29
Herhalen vervoeging reg.m. ww op -er en de ww faire, prendre en aller
Froncolfolie + Lecture
Leren Phrases-clés K
Nakijken: 19 t/m 35 D-toets maken en bespreken
Tâche inleveren via Its Learning
12
Leren voor E-toets 4
E-Toets 4
Leren voca 5.1
Inleiding: 1 en 2 , bron A: 3 (), 4 bron B: 5 (), 6 (), bron C: 7, 8, 9 Nakijken 1 t/m 9
13
Leren voca 5.2
bron D: 10, 11, 12, bron E: 13 (), 14, 15
Herhalen voca 5.1
bron F: 16, 17 ()
Leren Grammaire D
Nakijken 11 t/m 17
Herhalen bepaald lidwoord en het bezittelijk voornaamwoord
18
Leren Phrases-clés E
bron G: 18 (),bron H: 19, 20
Leren voca 5.3 en 5.4
bron J: 22, 23, 24, 25
Herhalen voca 5.1 en 5.2
SO5
D-toets maken + Tâche inleveren
14
Leren voor de periode-toets
D-toets 4 en 5 oefenen
Werkwoorden leren 15
Leren voor de periodetoets
Alles herhalen voor de periodetoets Toetsweek
Toetsweek
16
Hoofdstuk 1 t/m 5 herhalen
SO werkwoorden Werkwoorden stencil invullen
TOETS OF OPDRACHT Mondeling SO chapitre 4 SO werkwoorden SO chapitre 5 Toets (toetsweek) (4/5)
DATUM Week 7/8 Week 12
Week 14 Week 15
WEGING 2 1 0
M-CIJFER
o
v
H-CIJFER
g
o
v
g
1 4
19
Year 2 English Chapter 5 Chapter 6
Periode 3 Hit the road Sounds cool!
Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. woorden die je kunt gebruiken als je reist. 2. woorden die met vervoersmiddelen te maken hebben. 3. wanneer de ´s´ in het Engels als ´z´ uitgesproken wordt. 4. waarom de Britten links rijden. 5. wanneer je de present simple voor de toekomst gebruikt. 6. wanneer je welke voorzetsels van tijd en plaats gebruikt. 7. hoe je de present perfect moet gebruiken. 8. woorden die je nodig hebt wanneer je dingen of mensen omschrijft. 9. woorden die je nodig hebt om over muziek of instrumenten te praten. 10. wanneer de letter ‘c’ wordt uitgesproken als ‘s’ en wanneer als ‘k’. 11. welke beroemde artiesten ook beroemde weldoeners zijn. 12. wat het verschil is tussen bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden. 13. hoe je voegwoorden moet gebruiken. 14. hoe je korte ja-/nee- antwoorden moet geven. JE KUNT: 15. om tickets en reisinformatie vragen. 16. reisinformatie geven. 17. praten over hoe lang iets al zo is. 18. vertellen hoe iets is gebeurd. 19. iets of iemand beschrijven. 20. vragen of iemand er net zo over denkt als jij. 21. vragen naar iemands muzieksmaak. 22. iets of iemand aanbevelen.
WEEK 5
LES 1
2
6
3 4
VOOR DE LES Start chapter 5 Listening A Pronunciation & Spelling B Reading C Speaking and writing D Stone 17 en 18 Reading Countries & Culture Listening E Reading F Grammar : Pres.simple for future
X
X
IN DE LES Opdracht A + B Ex. 1 t/m 6 Oefenen I-clips Leren: Voca A Opdracht C Ex. 7 t/m 10 ex. 11 t/m 14 Leren: Voca C / D en stones 17/18 leren Exercise 15 + 16 Ex. 17/18/19 Leren: Voca C&C en E TB p. 84 + 85 Ex 24 t/m 28 TB p.94 Ex. 1 +2 p.26 WB 20
7
5
Les 6 wk 8
7
Voorzetsels van plaats en tijd Irregular Verbs-list (zie Peppels) Reading F *-taak Speaking Writing G Stones 19 + 20 Grammar Present Perfect Listening E
SO Voca A t/m G en Stones ch. 5 Watching Alles af chapter 5
8 9
10
23 t/m 27/2 9 10
11
11 12
12
13
Start chapter 6 Listening Pronunciation & Spelling A + B Reading C VOORJAARSVAKANTIE Speaking and writing D Stone 21/22 Reading Countries & Culture Oefen SO irregular verbs Listening E
Toets leesvaardigheid Listening E Grammar : Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden Reading F Reading F *-taak Speaking writing G Stone 23 en 24
14
SO Voca A t/m G en Stones ch. 6 Grammar: voegwoorden korte ja/nee antwoorden
15
SO irregular verbs Watching H
13 16
Practise Ch. 5 en 6 Alles af chapter 6 EASTER HOLIDAYS
15
30/3 6/4 17
16
18 19 20
Start toetsweek woensdag 8/4 Einde toetsweek dinsdag 14/4 Projekt Einde periode 3
14
Practise Ch. 5 en 6
Leren: Voca A t/m F en stones 17/18 Leren: irregular verbs 1 t/m 12 TB p. 86/87 Ex. 29 t/m 31 Ex. 32 t/m 36 Voca G leren en stones 19/20 Grammar TB p.94-96 ex 3A/3B/4 TB p. 83 ex. 20 t/m 23 Alle voca en stones leren Maken Test yourself p.28 WB Leren: woorden en stones chapter 5 Handout met opdracht p.89 TB Nakijken Ch.5 , oefenen I-clips Leren irregular verbs 12 t/m 24 Opdracht A B Ex. 1 t/m 6 Ex. 7 t/m 9 Leren: Voca A en C en irr.verbs 1-24
ex. 10 t/m 13B Ex. 14/15 Leren: Voca A,C,D /stones / irr. verbs Ex. 16/17/18 Voca A C D + C&C en stones 21/22 leren Ex. 19, 20, 21 Ex. 1A/1B p.54/55 TB 114 Ex. 22 t/m 24 p.47/48 Leren stones en voca A t/m F TB p. 106/107 Ex. 25, 26, 27 Ex. 28A t/m 32 Leren alle voca en stones / irr. verbs Maken Test yourself p.57 WB Leren woordjes en stones chapter 6 Ex 2 t/m 5 p.55/56
Handout met opdracht p. 109 TB Nakijken Ch. 6 Test yourself ch. 5 + 6 58 t/m 59 Proeftoets en Oefenen I-clips
Leren woordjes en grammatica chapter 5 en 6 Leren woorden en grammar Ch. 5 en 6
21
TOETS OF OPDRACHT SO Voca A t/m G en Stones ch. 5 Toets leesvaardigheid SO Voca A t/m G en Stones ch. 6 SO irregular verbs Periodetoets: Chapter 5 + 6 Beoordeling werkschrift
WEEK
8 11 14 15 18/19
WEGING 1 2 1 1 4 1
M-CIJFER
H-CIJFER
22
M&M leerjaar
Periode 3
Leerdoelen Hoofdstuk 3 Migratie JE KENT/WEET: 1. De ongelijke spreiding verklaren van de wereldbevolking 2. Oorzaken van de groei kunnen verklaren 3. Oorzaken van afname kunnen verklaren 4. Soorten migratie 5. Indeling van de Nederlandse bevolking JE KUNT: De bevolkingsdichtheid uitrekenen De bevolkingsspreiding aflezen De toename van de bevolking uitrekenen Gebieden herkennen als vertrek of vestiging gebied Personen indelen in verschillende groepen Nederlandse bewoners
X
X
Altijd nodig: Tekstboek, werkboek, Atlas Leerdoelen Hoofdstuk 4 Romeinen en hoofdstuk 5 Monniken en ridders JE KENT/WEET: 1. Je moet kunnen uitleggen hoe het Romeinse Rijk is ontstaan 2. Je moet een aantal bekende keizers kunnen benoemen 3. Je moet kunnen uitleggen hoe het Romeinse Rijk werd bestuurd 4. Je moet een aantal kenmerken van de Romeinse cultuur kunnen noemen 5. Je moet kunnen uitleggen wat romanisering is en je moet daar voorbeelden bij kunnen noemen 6. Je moet kunnen uitleggen waarom christenen in het Romeinse Rijk werden vervolgd 7. Je moet kunnen uitleggen waarom keizer Constantijn uiteindelijk het Christendom als enige godsdienst maakte 8. Je moet kunnen uitleggen waarom het Romeinse Rijk uiteenviel 9. Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met de grote volksverhuizingen 10. Je moet uitleggen wat een domein is 11. Je moet kunnen uitleggen hoe het leenstelsel werkte 12. Je moet kunnen uitleggen waar de Islam is ontstaan JE KUNT: Een klein historisch onderzoek doen aan de hand van bronnen Historische informatie kritisch beoordelen op feiten of verzinsels Gebruik maken van de tijdbalk Oorzaak en gevolg scheiden De relaties tussen de verschillende middeleeuwse standen verklaren en omschrijven. De opkomst van de steden omschrijven De rol van de kerk verklaren en de verhouding met de koningen Directe en indirecte oorzaken van de kruistochten benoemen alsmede ook de gevolgen op korte en lange termijn 23
X
Altijd nodig: Werkboek en Informatie boek Geschiedenis Werkplaats Week
Vakinhoud
In de les
2
Hoofdstuk 3 Migratie
3.1.
3
Toetsweek 14-1 t/m 20-1
4
Toetsweek 14-1 t/m 20-1
5
Hoofdstuk 3 Migratie
3.2, 3.3. en 3.4.
6
Hoofdstuk 3 Migratie (3-2: verkort lesrooster) Hoofdstuk 4 Romeinen
Herhaling en 4.1.
7
Toets hoofdstuk 3 Migratie (11-2: verkort lesrooster
Bespreken toets en 4.2.
8
Hoofdstuk 4 Romeinen
4.3. en 4.4. + PO
9
Voorjaarsvakantie 21-2 t/m 1-3
10
Hoofdstuk 4 Romeinen
4.5 en 5.1. + PO
11
Hoofdstuk 4 Romeinen/ hoofdstuk 5 Monniken en ridders
5.2. en 5.3.
12
Hoofdstuk 5 Monniken en ridders
5.4. en 5.5.
13
Hoofdstuk 6 Steden en staten
6.1. en 6.2.
14
Pasen en aansluitende vrije dagen 30-3 t/m 6-4
15
Toetsweek 8-4 t/m 15-4
16
Toetsweek 8-4 t/m 15-4
TOETS OF OPDRACHT Toets H3 Migratie Praktische opdracht Eindtoets Romeinen en Middeleeuwen
DATUM Week 7 Week8-10 Week 15/16
WEGING 2x 1x 4x
H-CIJFER
24
M&M leerjaar
Periode 3
Leerdoelen hoofdstuk 1 'Ontdekkers en hervormers' Leerdoelen hoofdstuk 2 'Regenten en vorsten' KENNEN 6. Je kunt de begrippen Renaissance en Humanisme in je eigen woorden uitleggen 7. Je kunt een verklaring geven voor het ontstaan van de hervorming (reformatie) 8. Je kent de belangrijkste politieke oorzaken van de opstand tegen Spanje 9. Je kent de belangrijkste economische oorzaken van de opstand tegen Spanje 10. Je kent de belangrijkste godsdienstige oorzaken van de opstand tegen Spanje 11. Je kunt uitleggen waarom de Europeanen zelf op zoek gingen naar een zeeroute naar Indië. 12. Je moet minimaal 3 belangrijke ontdekkingsreizigers noemen en weten wat ze hebben ontdekt. 13. Je moet in je eigen woorden kunnen uitleggen wat een kolonie is 14. Je moet kunnen uitleggen wat een hervormer is 15. Je moet kunnen uitleggen wie Luther is en wat zijn ideeën over de kerk waren 16. Je moet kunnen uitleggen wie Calvijn is en wat zijn ideeën over de kerk waren 17. Je moet een aantal verschillen kunnen noemen tussen de protestanten en katholieken 18. Je moet weten wie Filips II is en welke rol hij in de Nederlanden speelde 19. Je moet kunnen uitleggen hoe het bestuur in de Nederlanden was geregeld 20. Je moet kunnen uitleggen wat een stadhouder is 21. Je moet kunnen uitleggen wie Willem van Oranje is 22. Je moet kunnen uitleggen wat de Beeldenstorm was 23. Je moet kunnen uitleggen wie de hertog van Alva was 24. Je moet kunnen uitleggen wat Watergeuzen zijn 25. Je moet weten wat wordt bedoelt met de Nederlandse Opstand 26. Je moet kunnen uitleggen waarom Nederland een republiek werd en geen koninkrijk KUNNEN De bevolkingsdichtheid uitrekenen De bevolkingsspreiding aflezen De toename van de bevolking uitrekenen Gebieden herkennen als vertrek of vestiging gebied Personen indelen in verschillende groepen Nederlandse bewoners.
X
X
Altijd nodig: handboek en werkboek Geschiedenis Werkplaats
25
Week
Vakinhoud
In de les
2
Afronden hoofdstuk 4 en 5
Herhaling 4 en 5
3
Toetsweek 14-1 t/m 20-1
4
Toetsweek 14-1 t/m 20-1
5
Hoofdstuk 1 Ontdekkers en hervormers
6
Hoofdstuk 1 Ontdekkers en hervormers (3-2: verkort 1.4., 1.5. en herhaling lesrooster)
7
Toets hoofdstuk 1 Ontdekkers en hervormers (11-2: verkort lesrooster)
8
Hoofdstuk 2 Regenten en vorsten
9
Voorjaarsvakantie 21-2 t/m 1-3
10
Hoofdstuk 2 Regenten en vorsten
2.3. en 2.4 + po
11
Hoofdstuk 2 Regenten en vorsten Hoofdstuk 3 Pruiken en revoluties
2.5, herhaling en 3.1
12
Hoofdstuk 3 Pruiken en revoluties
3.2 en 3.3.
13
Hoofdstuk 3 Pruiken en revoluties
3.3. en 3.4.
14
Pasen en aansluitende vrije dagen 30-3 t/m 6-4
15
Toetsweek 8-4 t/m 15-4
16
Toetsweek 8-4 t/m 15-4
TOETS OF OPDRACHT Toets H1 Ontdekkers en hervormers Praktische opdracht hoofdstuk 2 Eindtoets Ontdekkers en hervormers en regenten en vorsten
1.1., 1.2. en 1.3.
2.1. en 2.2 + po
DATUM Week 8 Week 10/11 Week 15/16
WEGING 2x 1x 4x
H-CIJFER
26