Strategische visie Logistieke Hotspot Rivierenland MEI 2015
Titel
Strategische visie Logistieke Hotspot Rivierenland
Samengesteld door
Jan Looman, Per Canisius, Peter Smaal
Deze visie is een coproductie van de LHR met een aantal
specialisten uit uiteenlopende disciplines die in
verschillende sessies hun bijdragen hebben geleverd:
• Paul Kleijne, Arcus Plus
• Nico Overbeeke, Finnovare
• Frans-Peter Scheer en Joost Snels, WUR
• Mike Blansjaar, Hezelburcht
• Matthijs Zwart, Oost NV
Adresgegevens
Logistieke Hotspot Rivierenland
Medelsestraat Oost 13
4004 LE Tiel
Datum
Mei 2015
Strategische visie Logistieke Hotspot Rivierenland MEI 2015
©2015 Logistieke Hotspot Rivierenland
Inhoud
Samenvatting
Samenvatting................................................................................................................................................................ 5
Doelen van de Logistieke Hotspot Rivierenland zijn het stimuleren van economische ontwikkelingen, werkgelegenheidsgroei en toename van de toegevoegde waarde in de regio (bijdrage aan het bruto regionaal product). De LHR heeft de ambitie om een logistieke hotspot van internationale betekenis te worden. Om deze doelen te kunnen bereiken is een duidelijk strategie en richting nodig die vastgelegd is in deze visie.
Deel A - 1: INLEIDING................................................................................................................................................ 7 Deel A - 2: LANGE TERMIJN PERSPECTIEF LHR: WAT WILLEN WE WORDEN?........................................ 8 Deel A - 3: DE ACTUELE SITUATIE: WAT IS LHR NU?....................................................................................... 9 Deel A - 4: MARKTDYNAMIEK: ONTWIKKELINGEN IN DE LOGISTIEK..................................................... 15 Deel A - 5: STRATEGISCH PLAN............................................................................................................................ 17 Deel A - 6: HET ACTIEPLAN.................................................................................................................................... 23 Deel A - 7: HET AANBOD VAN BEDRIJVENTERREINEN................................................................................. 26
Deel B - 1: INLEIDING/AANLEIDING TOT DE VISIE AGROFOOD EN -LOGISTIEK................................. 27 Deel B - 2: LANGE TERMIJN PERSPECTIEF VOOR LHR IN DE AGROFOOD/LOGISTIEK...................... 28 Deel B - 3: DE ACTUELE SITUATIE NU................................................................................................................ 29 Deel B - 4: MARKTDYNAMIEK............................................................................................................................... 31 Deel B - 5: STRATEGIE AGROFOOD EN –LOGISTIEK...................................................................................... 32
Infografic: LOGISTIC HOTSPOT RIVIERENLAND, YOUR LOGISTIC EMBASSY........................................ 34
Logistic Hotspot Rivierenland,
your logistic embassy
LANGE TERMIJN PERSPECTIEF In een periode van 15 tot 20 jaar ontwikkelt de LHR zich tot een logistieke hotspot van internationaal formaat. De kernpunten van de LHR in dat toekomstbeeld zijn: • eindpunt, hub en extended gate in de logistieke keten; • hypermoderne logistieke systemen en diensten; • modaliteiten weg, water, spoor, een control tower, innovatieve verkeersregelsystemen op de verschillende modaliteiten; • toegevoegde waarde , LHR als ‘zwaartepunt’ in de logistieke keten; • LHR biedt goede distributiekanalen in Nederland en richting het achterland; de LHR biedt hoogwaardige VAL mogelijkheden mede door een op de vraag afgestemd aanbod van personeel; uitstekende douane-faciliteiten; • aanbod van bedrijventerreinen, gecombineerd met optimale facilitering van en dienstverlening aan bedrijven die ruimte zoeken (‘warm bad’); • mondiaal netwerk gerealiseerd met regio’s overzee waarmee een levendige import en export is ontwikkeld; • LHR is goed gesettled in de regio als netwerkorganisatie met ruim 200 bedrijven als lid en structurele samenwerking met de WUR, Food Valley, Health Valley en relevante nieuwe partners; • Integratie met andere hotspots in Gelderland en daarbuiten. Opschaling tot landelijke samenwerking tussen de Nederlandse logistieke hotspots.
WAAR STAAT RIVIERENLAND NU Om het bovenstaande perspectief te bereiken ligt er voor Rivierenland een opgave vanuit de positie waarin de regio zich nu bevindt. • Terugblikkend op de afgelopen jaren zien we een zorgelijke ontwikkeling t.a.v. werkloosheid en arbeidsmarkt (dit is niet uniek voor Rivierenland, maar in heel Nederland zichtbaar); • Rivierenland onderscheidt zich als economische regio meer op nationaal niveau dan op internationaal niveau; op beide schaalniveaus is nog veel winst te behalen; • Rivierenland kan t.o.v. de concurrenten nog een stevige verbeterslag maken, met name op het verbeteren van de arbeidsmarkt, het verder versterken en doen groeien van de logistieke sector inclusief multimodale faciliteiten, en de beschikbaarheid en locatie eigenschappen van gronden (bv grote kavels); • Rivierenland heeft in de logistiek in zijn algemeenheid en in de agrobusiness veel potentie om zich te ontwikkelen; • De samenwerking tussen de gemeenten in Rivierenland wordt steeds sterker en uit zich onder andere in het RAP. Dit is een belangrijke stap in de gezamenlijke economische ontwikkeling; • De samenwerking tussen de 3 O’s (ondernemers, onderwijs, overheid) neemt meer en meer toe hetgeen voor een sterke positie als hotspot een belangrijke voorwaarde is; • De bovenregionale samenwerking met de andere hotspot-regio’s in Gelderland is eveneens een goede en belangrijke ontwikkeling en dient voorgezet te worden richting een goed gefaciliteerde en sterke structuur waarbinnen deze samenwerking zich verder kan ontwikkelen.
MARKTDYNAMIEK De markt voor FDI in Europa trekt de komende jaren naar verwachting aan en daarbij verandert de aard en schaal van de investeringsprojecten. Zo neemt het belang van kennis als locatiefactor toe, worden investeringsprojecten gemiddeld kleiner van omvang (gemeten naar werkgelegenheid) en groeit het aandeel expansieprojecten. De traditioneel belangrijke sectoren binnen FDI in Nederland blijven ook de komende jaren van belang. Daarnaast kan groei verwacht worden rondom segmenten zoals IT/E-commerce, duurzame bedrijvigheid (‘cleantech’) en zakelijke dienstverlening.
5
Op hoofdlijnen geldt voor (Zuid-West) Gelderland hetzelfde beeld. Overigens, de belangrijke sectoren onder buitenlandse bedrijven in Gelderland zijn met name elektronica/ICT, life sciences/health en industrial engineering/machinery & tools. Binnen Nederland geldt Gelderland als de achtste regio waar het gaat om het aantrekken van buitenlandse bedrijven, en vijfde regio voor distributiecentra. Deze DC’s richten zich vooral op life sciences/health en ICT/elektronica. Van de recent aangetrokken buitenlandse bedrijven in Gelderland vertegenwoordigt meer dan de helft een kantoorfunctie, 7% een logistieke vestiging (waarvan 3 vestigingen in de agrofoodsector). Buitenlandse bedrijven zijn met name afkomstig uit Europa (Duitsland, Frankrijk, UK) en de USA. Inspelen op de marktdynamiek betekent voor de LHR vooral: • Het neerzetten van een breed logistiek profiel om te voorkomen dat de LHR een eenzijdig stempel / imago krijgt en daardoor kansen mist; • Internationaal zijn er veel kansrijke groeiregio’s die de LHR niet allemaal zelf kan exploreren; de netwerken van NDL en NFIA zijn nodig om de internationale groeikansen efficiënt te benutten; • Innovaties in de logistieke dienstverlening die de LHR kan bieden zijn essentieel om ons te onderscheiden (kwaliteit, VAL e.d.)
STRATEGIE LHR Onze strategie is het zeer goed organiseren en uitdragen van ons product, van de processen en van de promotie van de LHR gericht op specifiek geformuleerde doelgroepen. Deze strategie voeren we uit in nauwe samenwerking met OOST NV, NDL en de NFIA’s in de mondiale regio’s die wij als kansrijk betitelen. De kwaliteit van de regio zit hem in de kracht van de samenwerking tussen de leden van de LHR onderling alsook met onderwijsinstellingen en overheden. Schaalvergroting van de organisatie LHR is noodzakelijk voor een goede concurrentiepositie in Nederland en om ons op internationale schaal daadwerkelijk op de kaart te zetten.
PROJECTEN EN TRAJECTEN Onder andere ter versterking van het product dat de LHR aanbiedt initieert de LHR diverse projecten. Rivierenland wil nieuwe ondernemers, nationaal en internationaal, die geïnteresseerd zijn in business en / of vestiging in Rivierenland excellente service geven. Het gaat hierbij onder andere om de ontwikkeling van een controltower, samenwerkingsproject ‘extended gates’ en een administratief vliegveld. Het eerste speerpunt, agrofood en –logistiek, voorziet in de ontwikkeling van een Food & Logistics Innovation Centre (FLIC) en een Fresh Consolidation Centre (FCC). De communicatie op internationaal vlak zal bestaan uit het verder versterken van de relaties met NDL, NFIA’s, Dynalog en andere partijen. Eenzelfde aanpak geldt voor nationaal opererende bedrijven waarvoor Rivierenland interessant is. Jaarlijks zal LHR deelnemen aan c.q. betrokken zijn enkele relevante (internationale) beurzen. De LHR organiseert voor de certificaathouders (algemeen dan wel thematisch) workshops, ondernemerstafels, netwerkbijeenkomsten, excursies, handelsreizen en -ontvangsten e.d.. Al deze specifieke communicatie-acties vinden plaats in een context van algemene pr en marketing via de website, social media en advertorials dan wel advertenties e.d. in de media.
6
DEEL A - 1
De functie van de nieuwe buitenlandse vestigingen die naar Nederland komen betreft in eerste instantie vooral marketing & sales, gevolgd door distributiecentra en hoofdkantoren. De belangrijkste donorregio’s zijn de VS en Azië (China, Taiwan, Korea).
Inleiding
De LHR heeft de ambitie om een logistieke hotspot van internationale betekenis te worden. De gunstige ligging van de regio in Nederland en in de Trans-Europese netwerken (zoals de Rhine-Alpine Corridor, de North-Sea - Baltic Corridor, de North Sea – Mediterranean Corridor), de aanwezigheid van sterke logistieke clusters in de regio en het toenemend draagvlak voor deze ontwikkeling bij de overheden, het regionale bedrijfsleven en het onderwijs maken deze ambitie kansrijk. Doel van de LHR is het stimuleren van economische ontwikkelingen, werkgelegenheidsgroei en toename van de toegevoegde waarde (bijdrage aan het bruto regionaal product) in de regio. Om dit doel te kunnen bereiken is een duidelijk strategie en richting nodig die vastgelegd is in deze visie. Aanleidingen tot deze visie zijn: • Er zijn veel kansen voor de LHR om op basis van de logistieke kwaliteiten van de regio economische vooruitgang te genereren; • Het inspelen op de marktdynamiek en het maken van de daarbij passende keuzes is nodig om een duidelijk profiel als regio neer te zetten; • Er ligt een opgave om vanuit de huidige positie een sterke nationale en internationale speler te worden; • De economische ontwikkelingskansen liggen in zowel de oost-west corridor (A15) als de noord-zuid corridor (A2), en zijn te benutten door een gezamenlijk optrekkende regio. De LHR kiest voor een breed spectrum van logistieke diensten en richt zich daarbij in beginsel op álle relevante goederenstromen, nationaal en internationaal. Met relevant bedoelen we die goederenstromen waarin groei en toegevoegde waarde te zien zijn (e-commerce, medische technologie, health, agrofood, chemie) en die de LHR vanwege haar onderscheidend vermogen naar de regio weet toe te halen of te versterken. Dit position paper beschrijft de lange termijn ontwikkeling van de LHR die wij voor ogen hebben. Het bestaat uit twee delen. Deel A gaat over de ontwikkeling van Rivierenland als logistieke hotspot in algemene zin. Deel B gaat over de ontwikkeling van agrofood/-logistiek als uitwerking van ons eerste speerpunt.
7
DEEL A - 3
DEEL A - 2
De actuele situatie: wat is LHR nu?
In een periode van 15 tot 20 jaar ontwikkelt de LHR zich tot een logistieke hotspot van internationaal formaat.
3.1 HET HUIDIGE ECONOMISCHE PROFIEL VAN RIVIERENLAND
DE KERNPUNTEN VAN DE LHR IN DAT TOEKOMSTBEELD ZIJN:
WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT
•
• •
•
•
•
•
• •
8
Lange termijn perspectief LHR: wat willen we worden?
De LHR is als hotspot zowel een ‘eindpunt’ (regionaal verzorgende functie, er vindt distributie plaats naar en van in de regio gelegen eind- of beginpunten), een hub (internationaal georiënteerd, de LHR fungeert als schakel in grensoverschrijdende of zelfs continentale stromen) en een extended gate (achterlandlocaties, met dezelfde kenmerken als de zeehavens, die bedrijven dezelfde mogelijkheden en dienstverlening bieden als een zeehavenlocatie, en die via snelle en frequente multimodale verbindingen met deze zeehavens zijn verbonden); De LHR anticipeert voortdurend op de belangrijke trends en innovaties in de logistiek en biedt daardoor hypermoderne logistieke systemen en diensten; De infrastructuur is voor alle modaliteiten volledig up-to-date door een combinatie van (1) de modaliteiten weg, water, spoor met (2) een control tower voor de keuze van de op dat moment meest geschikte modaliteit in combinatie met excellente management informatie én (3) innovatieve verkeersregelsystemen op de verschillende modaliteiten, met name op de weg (vooral inzetten op innovatieve verkeersregelingen); De LHR biedt tal van toegevoegde waarde activiteiten in de regio als gevolg waarvan het een ‘zwaartepunt’ in de logistieke keten is geworden. Deze toegevoegde waarde heeft een aantrekkende werking op nationale en internationale partijen, met als gevolg meer bedrijfsvestigingen in de regio en meer handel met Rivierenlandse bedrijven; Deze toegevoegde waarde activiteiten zijn (niet limitatief): LHR biedt goede distributiekanalen in Nederland en richting het achterland; de LHR biedt hoogwaardige VAL mogelijkheden mede door een op de vraag afgestemd aanbod van personeel; uitstekende douane-faciliteiten; LHR biedt ruimte voor bij de vraag passende bedrijfsvestiging door het diverse aanbod van bedrijventerreinen, gecombineerd met optimale facilitering van en dienstverlening aan bedrijven die ruimte zoeken (‘warm bad’); De LHR heeft in nauwe samenwerking met OOST NV, NDL en NFIA een mondiaal netwerk gerealiseerd met regio’s overzee waarmee een levendige import en export is ontwikkeld. Dit zijn regio’s die meerwaarde zien in LHR als ontsluiting van de Europese markt en/of regio’s die voor bedrijven uit Rivierenland interessante afzetmarkten bieden; LHR is goed gesettled in de regio als netwerkorganisatie met ruim 200 bedrijven als lid en structurele samenwerking met de WUR, Food Valley, Health Valley en relevante nieuwe partners; LHR is geïntegreerd met de andere hotspots in Gelderland, werkt met hen samen onder de noemer Logistics Valley en werkt samen met de Vijfsterrenregio in Noord-Oost Brabant. Vanuit het besef dat schaalvergroting onmisbaar is, wordt dit proces opgeschaald tot landelijke samenwerking tussen de Nederlandse logistieke hotspots. Daarnaast spelen de verbindingen met partners direct over de grenzen en de afzetmarkten in Europa een steeds belangrijkere rol.
Rivierenland telde in 2013 circa 98.600 banen (inwonertal circa 250.000). Zakelijke diensten, zorg & welzijn, industrie, detailhandel en groothandel zijn de belangrijkste sectoren in Rivierenland. Van de in totaal circa 98.600 banen nemen deze sectoren met 64.000 banen 65% van de werkgelegenheid in Rivierenland voor hun rekening. Deze sectoren zijn samen met bouw en transport in Rivierenland sterker vertegenwoordigd dan landelijk gemiddeld. De werkgelegenheid in Rivierenland daalt. Er zijn medio 2013 7.300 werkzoekenden in de regio, waarvan verwacht wordt dat dat stijgt tot 9.000 eind 2014 (8,9%, landelijk is dit 9,3%). (bron: UWV 2013). In Rivierenland wordt bij 40% van alle nieuwe vacatures personeel gevraagd met een opleiding op laag niveau. Sector vervoer en opslag heeft een aandeel van 5 a 6 % op de arbeidsmarkt in de regio Zuid-Gelderland; de integrale logistieke werkgelegenheid in die regio bedraagt momenteel ongeveer 12%.
BEDRIJFSLEVEN Met bedrijven als Kuehne + Nagel, DHL, TNT, CEVA, van Uden, Vonk heeft de regio Rivierenland grote spelers in de logistieke wereld binnen haar grenzen. Daarnaast heeft de regio diverse grote spelers in de agrofood, zoals Fruitmasters, de Groot, H+S Coldstores plus een aantal kleinere innovatieve (agro)tech bedrijven die mogelijk niet altijd even bekend zijn maar (internationaal) vaak een sterk eigen netwerk hebben. Binnen de LHR zijn samenwerkingsverbanden opgestart met onder andere Greenport Gelderland, de WUR en Food Valley, die de kracht van de regio verder kunnen versterken. Uit de diverse bronnen over de economische positie van Rivierenland komt een beeld naar voren van goede logistieke kwaliteiten en voorwaarden, een clustering van verladers en gespecialiseerde logistieke dienstverleners en actieve clusters binnen de agrofoodsector (in concreto fruit, paddestoelen, laanbomenteelt en glastuinbouw). Alhoewel ook Rivierenland uiteraard de effecten van de crisis voelt zien we ook positieve ontwikkelingen.
ING REGIOVISIE: GELDERSE REGIO’S HERSTELLEN IN VERSCHILLEND TEMPO. ZUIDWEST-GELDERLAND GROEIT HET SNELST Na twee jaar van krimp is in 2014 in Gelderland sprake van economisch herstel. Met een verwachte groei van 1% presteert de provincie iets beter dan het landelijk gemiddelde (0,7%). De groeiverschillen tussen de regio’s zijn relatief groot. Zuidwest-Gelderland gaat met 1,4% duidelijk voorop, terwijl de Achterhoek met 0,7% de rij sluit. De opgaande lijn van de economische activiteit wordt in 2015 verder doorgetrokken, waardoor de economie voor het eerst sinds de crisis twee opeenvolgende jaren van groei kent. Het groeitempo van de Gelderse economie lag de afgelopen jaren onder het landelijke gemiddelde. De provincie kende pas in 2011 enig herstel van de fikse krimp in 2009. De Achterhoek liet met -1,2% gemiddeld per jaar, tussen 2009 en 2013 de grootste krimp zien. Na een tweede krimpfase in 2012 en 2013 is nu in 2014 voor het eerst sprake van enig herstel.
9
Momenteel zijn er bij verschillende gemeenten nog wel enkele grote kavels beschikbaar; daarnaast lopen er ruimtelijke procedures waardoor er in ieder geval vanaf 2017 grote kavels beschikbaar komen.
ZUIDWEST-GELDERLAND PROFITEERT VAN AANTREKKEN INDUSTRIE, LOGISTIEK EN BOUW Groeiverschillen tussen sectoren liggen aan de basis van het uiteenlopende groeitempo. De maakindustrie (o.a. metalektro, machinebouw) laat net als het wegtransport, de logistiek en de bouw dit jaar mooie groeicijfers zien. Ook in de zakelijke dienstverlening is voor het eerst sinds jaren weer sprake van groei. Daar staat tegenover dat overheid en zorg minder presteren. De economie van Zuidwest-Gelderland profiteert van een extra vraag naar bouwmaterialen (stenen). Belangrijk neerwaarts risico is wel de impact van de Russische boycot van peren (en appels), hoewel in de eerste helft van het jaar het exportvolume van peren met maarliefst 90% is gestegen. De Gelderse economie is eind 2014 naar verwachting nog altijd 4% kleiner dan in 2008. In 2015 trekt de groei in meer sectoren aan, maar blijft Gelderland iets achter bij de gemiddelde groei in Nederland. Naast de flinke invloed van overheid (stabiel) en zorg (krimp) speelt ook de lagere groei in bouw en maakindustrie daarbij een rol.
VOORZIENINGEN / INFRASTRUCTUUR De regio is gelegen op een kruispunt van diverse infrastructurele voorzieningen. De A2 en A15 doorsnijden de regio, maar ook de A50, A12 en A73 zijn gemakkelijk bereikbaar. De Waal en het Amsterdam-Rijnkanaal zorgen voor verbindingen met de mainports en de Waal tevens voor goede achterlandverbindingen. Met de containerterminal in Medel zijn deze vaarwegen beter te benutten vanuit de regio. In de regio ontbreekt momenteel nog een goede aansluiting op het spoor. Hiernaast zijn binnen een straal van 100 kilometer vier luchthavens te vinden.
BEDRIJVENTERREINEN Medel is het regionale bedrijventerrein van Rivierenland. Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel en Druten vervullen een subregionale taak op dit vlak. De overige gemeenten hebben lokale terreinen. Momenteel wordt het Regionale bedrijventerreinen programma herijkt. In Medel is een uitbreiding van ruim 50 hectare in voorbereiding. Zaltbommel werkt aan verdere uitbreiding van de Wildeman en ook in Geldermalsen kunnen nog grotere kavels geleverd worden. In de markt neemt de vraag naar grotere kavels toe. Het (b)lijkt in de praktijk momenteel lastig om de toenemende vraag goed te matchen met het aanbod in de regio. Als gevolg daarvan bestaat het risico dat belangstellenden momenteel niet gefaciliteerd kunnen worden in Rivierenland. Het probleem hierbij is dat politiek en procedures een vertragende werking hebben op het realiseren van aanbod. Daarnaast blijkt het vaak lastig om fysiek de precies passende kavel aan te bieden. Als gevolg hiervan is de match tussen vraag en aanbod een aandachtspunt.
ONDERWIJS In Rivierenland biedt ROC Rivor MBO-opleidingen aan in de logistieke sector. In de directe omgeving (ArnhemNijmegen) biedt de HAN HBO-opleidingen op dit vlak. In Rivierenland is het Platform Logistieke en Transport actief, dat zich vooral richt op de relatie arbeidsmarkt-onderwijs. Daarnaast hebben de regio’s ArnhemNijmegen en de Liemers, waarmee samengewerkt wordt, een Logistiek Expertise Centrum.
VESTIGINGSKLIMAAT Rivierenland trekt (evenals Gelderland in zijn algemeenheid) vooral binnen Nederland nieuwe vestigers aan. Het aantal buitenlandse vestigingen op het gebied van internationale logistiek was de afgelopen jaren beperkt. Van de 183 buitenlandse distributiecentra die in 2011-2013 in Nederland zijn gevestigd zijn er 13 in Gelderland terecht gekomen (7%). 83% van deze projecten landt in Zuid-Holland, Noord-Brabant, Noord-Holland en Limburg.
TOTAAL AANTAL BUITENLANDSE VESTIGINGEN IN RIVIERENLAND (BRON: NFIA) • • • • • •
• •
66 buitenlandse vestigingen in totaal 9 logistieke vestigingen (waarvan 2 in 2010-heden) Eén van deze logistieke vestigingen betreft een bedrijf actief in de agrofood sector (Danone Nederland) Vijf vestigingen zijn logistieke dienstverleners (creëren ook veruit de meeste werkgelegenheid) Zes distributiecentra bedienen Europa, de overige alleen Nederland 70% van de 66 vestigingen betreft een kantoorfunctie (hoofdkantoor, marketing & sales) als hoofdfunctie, waarvan één vestiging actief is in de agrofood sector Overige vertegenwoordigde sectoren: met name ICT/electronica, life sciences/health en industrial engineering/machinery & tools 8% van deze vestigingen betreft een productiefunctie als hoofdfunctie (n=5), overwegend in de chemische sector
3.2 BENCHMARK CONCURRERENDE REGIO’S Om LHR goed te kunnen positioneren is meer zicht nodig op het onderscheidend vermogen. Daarom is een analyse op hoofdlijnen gemaakt van de belangrijkste concurrerende knooppunten/regio’s in de logistieke ‘banaan’. Het gaat om de regio’s: • Noord-Limburg (Venlo, Venray) • Midden-Limburg (Weert, Roermond) • West-Brabant (Breda, Roosendaal, Moerdijk) • Midden-Brabant (Tilburg, Waalwijk) • ‘A-61’ Duitsland Deze regio’s zijn vanuit de praktijk belangrijke concurrenten van LHR en ook herkenbare logistieke entiteiten in de ‘markt’. De vergelijking is gebaseerd op de belangrijke logistieke vestigingsvoorwaarden en de kwaliteit van het regionaal vestigingsklimaat voor logistiek.
10
11
De conclusies van deze marktanalyse/ benchmark zijn:
REGIO
STERKTE TEN OPZICHTE VAN LHR
West-Brabant
• • • •
ZWAKTE TEN OPZICHTE VAN LHR
• Hogere grond- en huurprijzen Ligging ten opzichte van 2 wereldhavens (met name Moerdijk) Omvang arbeidsmarkt en logistieke sector Aantal multimodale terminals/ faciliteiten • Relatief meer congestie • Afstand tot Duitse achterland Ambitieuze en gedreven lokale acquisitie • Beperkte beschikbaarheid grote kavels
Midden-Brabant
• Ligging ten opzichte van 2 wereldhavens • Omvang arbeidsmarkt • Aantal multimodale terminals/ faciliteiten
• Hogere grond- en huurprijzen (met name Moerdijk) • Relatief meer congestie • Afstand tot Duitse achterland • Ligging Vossenberg-west II
Midden-Limburg
• “onbekende”, kleine markt: minder concurrentie voor nieuwe logistieke vestigers op arbeidsmarkt • Ligging tussen Venlo en Brainport
• Beperkte logistieke infrastructuur/ faciliteiten • Beperkte omvang arbeidsmarkt • Matig logistiek imago en trackrecord • Beperkte omvang logistieke sector
Noord-Limburg
• Meer grond en logistiek vastgoed beschik- • Relatief meer congestie baar • Aantal multimodale terminals/ faciliteiten • Aard/omvang logistieke infrastructuur met name kennis • Ambitieuze en gedreven lokale acquisitie
A-61 Duitsland
• Lagere vastgoedprijzen • Ligging(dichtbij) Ruhrgebied • Omvang arbeidsmarkt(met name Mönchengladbach)
• Beperkte logistieke infrastructuur, minder ruimte • Iets meer congestie • Hogere arbeidskosten
Concurrentiekracht LHR (- beter dan LHR, 0 gelijkwaardig aan, + mindergoed dan LHR)
LOCATIES & MODAVASTGOED LITEITEN
LOGISTIEK CLUSTER
ARBEIDSMARKT
MARKEOPERATING & TIONELE ACQUISITIE KOSTEN
NOORDLIMBURG
-
-
-
0
-
0
MIDDENLIMBURG
0
0
+
+
+
0
MIDDENBRABANT
-
-
-
-
0
-
WESTBRABANT
-
-
-
-
-
-
A61 DUITSLAND
+
+
+
0
+
+
Toelichting bij indicatoren: locaties & vastgoed = beschikbare locaties/ruimte; modaliteiten = beschikbaarheid terminals & infra; logistiek cluster = aanwezige kennisinfra; arbeidsmarkt = omvang/ruimte op arbeidsmarkt; marketing en acquisitie = de mate waarin dit plaatsvindt; operationele kosten = kosten arbeid en vastgoed.
12
Uit de concurrentieanalyse kan kort samengevat worden afgeleid dat: • Op ongeveer de helft van de criteria de concurrenten beter scoren dan LHR; • Dat sommige criteria niet te beïnvloeden zijn (fysieke afstand mainports); • Dat LHR t.o.v. de concurrenten nog een stevige verbeterslag kan maken, met name op het verbeteren van de arbeidsmarkt, het verder versterken en doen groeien van de logistieke sector inclusief multimodale faciliteiten, en de beschikbaarheid en locatie eigenschappen van gronden (bv grote kavels);
3.3 SAMENWERKING VAN DE LHR IN ONTWIKKELING De LHR is rondom 2010 als een bottom up initiatief ontstaan vanuit de regio Rivierenland, onder andere naar aanleiding van de economische visie die in die periode werd opgesteld (EPO), de plannen omtrent de ontwikkeling van een containerterminal op Medel en de signalen vanuit het bedrijfsleven om gezamenlijk meer te doen met de logistieke kracht van Rivierenland (Kamer van Koophandel, VNO-NCW). Het initiatief is vervolgens opgepakt door de regio Rivierenland, dat in samenwerking met een aantal voorlopers uit het bedrijfsleven, de KvK, VNO-NCW een organisatiestructuur heeft ontwikkeld waarbinnen een Businessplan en een Masterplan zijn opgesteld (2012). Om het draagvlak van de LHR te kunnen versterken en overheid, onderwijs en ondernemers op gelijkwaardige wijze te kunnen laten deelnemen is medio 2014 de Stichting Logistieke Hotspot Rivierenland en de Logistieke Hotspot Rivierenland BV opgericht. Er is een Raad van Commissarissen die toezicht houdt. In de stichting participeren gemeenten, de provincie Gelderland via Oost NV en vele bedrijven uit de regio. Naast de eerder genoemde inhoudelijke doelen beoogt deze organisatie ook een bijdrage te leveren aan samenwerking binnen de regio en samenwerking met omliggende regio’s (procesdoelen). De onderlinge samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs is in deze regio nog niet sterk ontwikkeld, zeker als je het vergelijkt met andere hotspots. Gebleken is dat deze samenwerking ook niet vanzelf van de grond komt en veel inspanningen vraagt. Een belangrijke ontwikkeling in de regio is de realisatie van een zogenaamd RAP, het Regionaal Acquisitie Punt van alle Rivierenlandse gemeenten. Het RAP is hét loket voor bedrijven die geïnteresseerd zijn in de regio waar alle informatie over vestigingsmogelijkheden beschikbaar is. Het loket wordt bemenst door één vast contactpersoon, die directe relatie heeft met alle gemeenten, zodat er sprake is van transparante informatie en korte lijnen. De provincie Gelderland ondersteunt vanaf het begin het LHR-initiatief en mede op hun verzoek is een samenwerking met de andere Zuid-Gelderse regio’s Arnhem-Nijmegen en de Liemers, die zich ook logistiek profileren, ontstaan. Dit heeft geleid tot een samenwerkingsverband tussen de drie regio’s, Oost NV en de provincie Gelderland, dat opereert onder de naam Logistics Valley. Logistics Valley kent nog geen formele organisatiestructuur, maar is vooral een netwerk van een steeds groeiend aantal partijen in Zuid-Gelderland die zich direct of indirect met logistiek bezighouden. In zowel acquisitie als pr en marketing trekken deze partijen binnen de Logistics Valley gezamenlijk op, hetgeen zich uit in gezamenlijke presentaties op beurzen en bij handelsreizen en afstemming van promotie, marketing en acquisitie. Daarnaast heeft de LHR de afgelopen periode sterk geïnvesteerd in het uitbouwen van het netwerk, zowel binnen de regio Rivierenland als op nationale schaal, richting onderwijs en bedrijfsleven, met de Nederlandse mainports (Haven Rotterdam, haven Amsterdam) en met de organisaties die de buitenlandse economische belangen van Nederland behartigen. Naast Oost NV zijn dat met name de NFIA, NDL en Dynalog.
3.4 SAMENVATTEND: DE ECONOMISCHE AANTREKKINGSKRACHT VAN RIVIERENLAND Samenvattend kunnen op basis van bovenstaande schets de volgende conclusies getrokken worden: • Terugblikkend op de afgelopen jaren zien we een zorgelijke ontwikkeling t.a.v. werkloosheid en arbeidsmarkt (dit is niet uniek voor Rivierenland, maar in heel Nederland zichtbaar);
13
• • • •
Rivierenland onderscheidt zich als economische regio meer op nationaal niveau dan op internationaal niveau; op beide schaalniveaus is nog veel winst te behalen; Rivierenland heeft in de logistiek in zijn algemeenheid en in de agrobusiness veel potentie om zich te ontwikkelen; De samenwerking tussen de gemeenten in Rivierenland wordt steeds sterker en uit zich onder andere in het RAP. Dit is een belangrijke stap in de gezamenlijke economische ontwikkeling; De samenwerking tussen de 3 O’s (ondernemers, onderwijs, overheid) neemt meer en meer toe hetgeen voor een sterke positie als hotspot een belangrijke voorwaarde is; De bovenregionale samenwerking met de andere hotspot-regio’s in Gelderland is eveneens een goede en belangrijke ontwikkeling en dient voorgezet te worden richting een goed gefaciliteerde en sterke structuur waarbinnen deze samenwerking zich verder kan ontwikkelen.
Marktdynamiek: ontwikkelingen DEEL A - 4
•
in de logistiek
4.1 INLEIDING De LHR heeft de ambitie om vanuit de logistieke kwaliteiten en potenties Nederlandse en buitenlandse partijen aan te trekken t.b.v. handelsbevordering en vestiging in de regio. Een analyse van de marktdynamiek is daarbij onontbeerlijk.
4.2 (MONDIALE) GROEIREGIO’S EN -SECTOREN McKinsey heeft onderzocht welke sectoren/technologieën veel economische impact zullen hebben komende jaren. Hierbij ligt de nadruk op al langer lopende innovaties rondom ICT/Internet en minder op hypes zoals ‘renewable energy’ en ‘3D printing’. Het is derhalve risicovol om te zeer op zoek te gaan naar nieuwe markten waarbij de bestaande markten (met meer impact) uit het oog zouden worden verloren. Er valt een sterke opkomst te verwachten van e-commerce (onder meer fashion, elektronica / ICT, speelgoed) en medische logistiek mede onder invloed van de vergrijzing. Belangrijke partijen met betrekking tot e-commerce zijn de Verenigde Staten, Engeland, Duitsland en Japan. Gezien het profiel en de kennis van de regio alsook de eerdere beleidsmatige keuzes van de regio en de inspanningen die de LHR op dit vlak (met name in China) al heeft gepleegd zijn ook de mondiale ontwikkelingen in de agrofood en –logistiek interessant. In deel B van deze visie gaan we daar uitgebreider op in.
4.3 TRENDS ALGEMEEN Afgelopen jaren toonde een neergaande trend in omvang FDI wereldwijd, dit geldt met name voor Europa (inkomend). Met het herstel van de wereldeconomie wordt vanaf 2014 weer groei verwacht in FDI (FDI Report 2014). De operaties van buitenlandse vestigers worden echter kleiner in omvang en zijn meer gericht op samenwerkingsvormen zoals joint-ventures, gezamenlijke R&D e.d. Daarnaast loont het om meer aandacht te geven aan uitbreidingsprojecten van in de regio bestaande vestigers (‘retention’). Projecten worden steeds meer kennis gedreven; het belang van de aanwezigheid van ‘talent’ neemt toe als locatiefactor. Bedrijven zijn steeds nadrukkelijker bezig met efficiency en innovatie. Het optimaliseren van de supply-chains wordt hierin steeds belangrijker.
LOGISTIEK Een verdere groei van wereldhandel en investeringsstromen is te verwachten, zij het vooral buiten Europa. Binnen Europa blijft Nederland de belangrijkste gateway en voor Nederland blijft logistiek dus een belangrijke factor, waarbij de concurrentiepositie voortdurend moet worden bevochten. Productie, logistieke en technische dienstverlening integreren meer en meer, en de markt vraagt om verdere ontwikkeling van VAL ten koste van sec warehousing: oftewel de pure opslag wordt steeds meer vervangen door verschillende en uiteenlopende vormen van aanvullende dienstverlening. Concurrentie zit hem naast de multimodale voorzieningen en een scherp aanbod van meters met name in de toevoeging van kwaliteit: zoals slimme logistieke oplossingen (flexibiliteit, kennis, veiligheid, snelheid, service), logistieke clusters, goede dienstverleners en dito werknemers.
14
15
De markt voor FDI in Europa trekt de komende jaren naar verwachting aan en daarbij verandert de aard en schaal van de investeringsprojecten. Zo neemt het belang van kennis als locatiefactor toe, worden investeringsprojecten gemiddeld kleiner van omvang (gemeten naar werkgelegenheid) en groeit het aandeel expansieprojecten. De traditioneel belangrijke sectoren binnen FDI in Nederland (ICT/elektronica, life sciences/ health en industrial engineering/machinery & tools) blijven ook de komende jaren van belang. Daarnaast kan groei verwacht worden rondom segmenten zoals IT/E-commerce, duurzame bedrijvigheid (‘cleantech’) en zakelijke dienstverlening. De functie van de nieuwe buitenlandse vestigingen die naar Nederland komen betreft in eerste instantie vooral marketing & sales, gevolgd door distributiecentra en hoofdkantoren. De belangrijkste donorregio’s zijn de VS en Azië (China, Taiwan, Korea). Op hoofdlijnen geldt voor (Zuid-West) Gelderland hetzelfde beeld. Overigens, de belangrijke sectoren onder buitenlandse bedrijven in Gelderland zijn met name elektronica/ICT, life sciences/health en industrial engineering/machinery & tools. Binnen Nederland geldt Gelderland als de achtste regio waar het gaat om het aantrekken van buitenlandse bedrijven, en vijfde regio voor distributiecentra. Deze DC’s richten zich vooral op life sciences/health en ICT/elektronica. Van de recent aangetrokken buitenlandse bedrijven in Gelderland vertegenwoordigt meer dan de helft een kantoorfunctie, 7% een logistieke vestiging (waarvan 3 vestigingen in de agrofoodsector). Buitenlandse bedrijven zijn met name afkomstig uit Europa (Duitsland, Frankrijk, UK) en de USA. Inspelen op de marktdynamiek betekent voor de LHR vooral: • Het neerzetten van een breed logistiek profiel om te voorkomen dat de LHR een eenzijdig stempel / imago krijgt en daardoor kansen mist; • Internationaal zijn er veel kansrijke groeiregio’s die de LHR niet allemaal zelf kan exploreren; de netwerken van NDL en NFIA zijn nodig om de internationale groeikansen efficiënt te benutten; • Innovaties in de logistieke dienstverlening die de LHR kan bieden zijn essentieel om ons te onderscheiden (kwaliteit, VAL e.d.)
DEEL A - 5
4.4 CONCLUSIES
Strategisch plan
5.1 INLEIDING Het ontwikkelingsperspectief (hfs. 2), de huidige positie van LHR (hfs. 3) en de marktdynamiek (hfs. 4) zijn de basis voor het strategische marketing- en acquisitieplan. Op basis hiervan stellen we vast wat onze doelgroepen zijn en hoe we die kunnen bereiken. Waar zitten onze potentiële partners (nationaal / internationaal) die kansen zien in Europa / Nederland, die daadwerkelijk volume en toegevoegde waarde realiseren en die wij als LHR meerwaarde kunnen bieden? Vervolgens gaan we in op de organisatorische setting waarin wij onze ambities willen realiseren. Daarnaast staat of valt een goede strategie met een goed product, een goede prijs, een goed proces en goede promotie.
5.2 DOELGROEPEN De juiste markten vinden we door vast te stellen waar de marktdynamiek zit en dit te combineren met de sterke kanten van de LHR (concurrentiekracht). Uit de analyse in de vorige hoofdstukken kan worden afgeleid dat de kansen te vinden zijn in e-commerce, health / medische logistiek, high tech maakindustrie. In die sectoren ontwikkelen zich wereldwijd de grote volumes. Daarnaast is LHR onderscheidend op agrofood en –logistiek en liggen daar kansen, bezien vanuit de Rivierenlandse identiteit en kennis en de ontwikkeling van ons netwerk. Rivierenland heeft de potentie om haar concurrentiekracht te versterken dankzij de aanwezigheid van sterke logistieke partijen. Daarbij is het wel noodzakelijk om de samenwerking verder uit te bouwen. De trends in hoofdstuk 4 laten namelijk zien dat de klant steeds meer vraagt om kwaliteit, integratie van productie en logistiek etcetera. Voor een deel zijn dat opgaven voor de individuele bedrijven in Rivierenland (innovatie), voor een deel dienen deze opgaven juist in onderlinge samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderwijs opgepakt te worden. Ook laat hoofdstuk 3 zien dat Rivierenland, maar ook Gelderland, nog niet goed scoort in het aantrekken van buitenlandse investeerders. Hier moet dus meer gebeuren. Voor Rivierenland is het nu de uitdaging om zich verder te onderscheiden vanwege de aanwezige logistieke en agrofood clusters en de internationale oriëntatie daarvan.
PRODUCT/MARKT – DOELGROEPEN SAMENGEVAT
Marktdynamiek (kansen) >
Kwadrant rechts boven is “meest kansrijk”(er is sprake van een sterk aanbod en veel marktdynamiek) E-Commerce Logistiek Medtech Logistiek
Agrofood Logistiek
Maakindustrie High Tech Kantoorfunctie (internationaal)
16
Concurrentiekracht regio (sterkten) >
17
We richten ons met de LHR op de volgende doelgroepen:
Daarnaast is er samenwerking met de andere Zuid-Gelderse hotspots, de stadsregio Arnhem-Nijmegen en de Liemers.
INTERNATIONAAL Op het internationale niveau kiezen we er in onze algemene acquisitiestrategie voorlopig NIET voor om zelf actief in regio’s overzee te infiltreren, maar daarvoor de samenwerking met Oost NV, NDL, de NFIA en Dinalog verder uit te bouwen (in tegenstelling tot onze strategie op het gebied van agrofood en –logistiek, waar we WEL zelf mondiale activiteiten initiëren). Dit heeft te maken met de fase waarin de LHR organisatie zich momenteel bevindt; er zijn al lopende trajecten vanuit het verleden en er moeten keuzes gemaakt worden. Deze algemene strategie houdt dus in dat we met de genoemde partners afspraken maken over deze samenwerking en hen structureel en periodiek informeren over de relevante ontwikkelingen en projecten in de LHR, zodat zij goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en kwaliteiten van LHR en relevante leads uit hun netwerk aan LHR kunnen koppelen. Naarmate de LHR-organisatie groeit ontstaan er meer kansen en mogelijkheden om, vanuit het eerste speerpunt agro, ons ook internationaal actief te profileren op de andere sectoren.
Het is gezien de opgaven waar we voor staan van strategisch belang deze organisatie verder uit te bouwen en op te schalen. Het schaalniveau waarop wij nu opereren is op termijn te beperkt om de concurrentie goed het hoofd te kunnen bieden en onze internationale ambities waar te maken. Intensieve samenwerking op de schaal van minimaal Zuid-Gelderland en, vervolgens, met regio’s zoals Noord-Oost-Brabant en/of andere hotspots in Nederland is noodzakelijk om internationaal gewicht in de schaal te leggen. Uiteindelijk zijn we per saldo sterker als de samenwerking van de logistieke hotspots in Nederland zich ontwikkelt van concurrentie naar complementariteit. Vanuit een dergelijke samenwerking kan Nederland zich met de topsector Logistiek internationaal sterk blijven profileren en presenteren en de concurrentiepositie handhaven en uitbouwen. Onze visie is dat dit per saldo ook voor de individuele logistieke hotspots in Nederland beter uitpakt dan een ‘ieder voor zich’ model. Dit is in de ogen van sommigen wellicht een utopisch model, maar desalniettemin toch een wezenlijke opgave in mondiaal verband.
NATIONAAL Op nationaal niveau is onze strategie om de doelgroepen retailbedrijven, supermarktketens, e-commerce, logistieke dienstverleners en groothandels in NL en intermediairs te benaderen. Dit doen we vanuit de brede insteek dat we als LHR mikken op een in beginsel brede logistieke markt. Het is de opgave voor de LHR om zich bij deze brede range van partijen bekend te maken, te laten zien wat we te bieden hebben en actief op hun wensen qua vestiging in te spelen.
AGROFOOD EN -LOGISTIEK Als startpunt van de LHR ligt de inhoudelijke focus de komende periode op agrofood en –logistiek. Op nationaal niveau ontwikkelen we de LHR tot de plek voor Food Innovation, gerelateerd aan trade, logistics van veld tot consument, added value vers-producten en waste-reductie. Internationaal ontwikkelen we de reeds opgestarte trajecten door in een aantal regio’s mondiaal ons netwerk op te bouwen bij de NFIA’s aldaar, samenwerkingsverbanden van bedrijven en individuele bedrijven in samenwerking met NDL en OOST NV. Zie verder deel B. Dit speerpunt kan in de verdere ontwikkeling van de LHR aangevuld worden met andere kansrijke sectoren, zoals e-commerce en health.
5.3 SAMENWERKING BOVENREGIONAAL EN NATIONAAL
Het ligt buiten de directe scope van de LHR om een dergelijke ontwikkeling tot stand te brengen. Er zal sowieso veel water door de Rijn, de Waal, de Maas moeten stromen om deze complexe opgave te realiseren. Dat vraagt om een nationale top-down visie en aanpak in combinatie met een bottom up proces vanuit de logistieke hotspots. Bottom up opschalen van de samenwerking ligt wél in de directe invloedsfeer van de LHR. Wij ambiëren als eerste fase in de opschaling een sterke (Zuid) Gelderse organisatiestructuur met de volgende kenmerken: organisatie die zich als probleemeigenaar erkent; • gedragen door overheden, bedrijfsleven, onderwijs; • vanuit die sectoren werving van spraakmakende toppers die ambassadeur zijn van de Logistieke Hotspots in Gelderland (bestuurders, CEO’s, wetenschappers van binnen of buiten Gelderland); • goed geëquipeerd, voldoende tijd en middelen; • een duidelijke regiefunctie, waardoor initiatieven veel breder bekend zijn en onderling afgestemd worden. De LHR zal aan deze in onze ogen noodzakelijke ontwikkeling een impuls geven door op Gelderse schaal het initiatief te nemen om met de andere Gelderse hotspots, de provincie en Oost NV deze opgave te agenderen en uit te werken in een concreet en realistisch ontwikkelingsmodel. Een vervolgstap is om daarna logische verbanden te zoeken met partijen buiten Gelderland, zoals bijvoorbeeld de Vijf Sterren regio Noordoost Brabant. Hoe ver de polsstok reikt is nu nog niet te voorspellen, maar met een inspirerend en uitdagend (ambitieus) beeld voor ogen zal de LHR hierin stappen willen blijven zetten.
De LHR opereert momenteel in een formele organisatiestructuur binnen Rivierenland die er als volgt uitziet.
5.4 DE VIER P’S UITGEWERKT BLOEDGROEP STICHTING LOGISTIEKE HOTSPOT RIVIERENLAND
BLOEDGROEP BLOEDGROEP BLOEDGROEP
RAAD VAN COMMISSARISSEN
18
LOGISTIEKE HOTSPOT RIVIERENLAND B.V.
PROJECT PROJECT
HET PRODUCT Onder het product verstaan we de specifieke, logistiek gerelateerde locatiefactoren van de regio, zoals de infrastructuur, arbeidsmarkt, toeleveranciers etc. en de te leveren diensten en producten (toegevoegde waarde: TVW). Producten die LHR biedt of gaat bieden: • Alle modaliteiten voor zowel logistieke operaties binnen Nederland als richting de achterlanden: weg, water, spoor, administratieve vliegveld, ICT (uitbreiden glasvezel, wifi netwerk) van uitstekende kwaliteit en toereikende capaciteit, met de juiste achterland verbindingen; • Logistieke innovaties; Centrale cross chain control tower (4C), waar multimodale ladingstromen worden gecoördineerd, gecombineerd en op elkaar afgestemd; • Op de vraag aansluitende arbeidsmarkt in samenwerking met het Platform Transport en Logistiek; • Internationaal netwerk van extended gateways / inland terminals overzee ten behoeve van een snelle directe inland-inland terminal afhandeling; • Logistieke innovaties onder andere voortvloeiend uit de samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven (vrachtwagens zonder chauffeur, schonere brandstoffen, dynamische transportmanagement systemen etcetera);
19
•
•
Extended gate functie t.o.v. onze mainports hetgeen inhoudt: • Bijdragen aan het snel afhandelen van containers uit de mainports op inland terminals d.m.v. het bijdragen aan goede verbindingen en snelle afhandeling bij voorkeur over water of spoor en niet over de weg; • De verdere kwaliteitsontwikkeling van het logistieke cluster in Rivierenland als bijdrage aan de totale kwaliteit die we vanuit Nederland kunnen bieden aan klanten; dit zien we breed: van vestigingsmilieu tot goed aanbod van personeel tot grondprijzen tot ontvangst van potentiele investeerders in ‘warm bad’ tot duurzaamheid/energie e.d.; • Het leveren van een bijdrage aan de internationale positie van Nederland door de connecties die wij mondiaal leggen. E.e.a. met de bedoeling dat dit goederenstromen veroorzaakt naar Rivierenland via o.a. de mainports; • Het in afstemming met de mainports opzetten van projecten die bijdrage aan de optimalisatie van verbindingen tussen mainports en achterland ( (b.v. gezamenlijke barge shuttle naar Duisburg alwaar vervoer per trein verder Europa in is georganiseerd); Warme bad voor potentiele vestigers en investeerders: • realiseren van One Stop Shopping: via dat centrale informatiepunt kan een bedrijf aan alle relevante informatie komen voor business en/of vestiging in Rivierenland incl. alle informatie over aanbod industriegrond (omvang, beschikbare hectares, prijzen, voorwaarden, kwaliteiten, ontsluiting e.d.); • begeleiding van het vergunningverleningstraject i.s.m. betreffende gemeente: zorgdragen voor een zo soepel mogelijk vergunningentraject met als uitgangspunt om, binnen de wettelijke en beleidsmatige randvoorwaarden, dat wat bedrijven vragen mogelijk te maken; • aanbieden van uiteenlopende expertises die vestigende bedrijven nodig hebben of wensen: logistieke expertise, financiële expertise, accountancy, belastingadviseurs, technische ondersteuning etcetera.
PROCES
DE PRIJS
De centrale boodschap van onze communicatie is: LHR, your logistic embassy to Europe Voor alle business met belangrijke logistieke aspecten moet je in Rivierenland zijn. Want we liggen midden in Nederland en strategisch ten opzichte van het Europese achterland, we hebben alle modaliteiten, veel kennis, gemotiveerd personeel en een prachtige omgeving.
• • • • •
Hier gaat het om het verkoopproces vanuit de regio aan potentiële investeerders in de regio. Investeringen kunnen dan betrekking hebben op concrete vestiging dan wel op samenwerking / handel tussen deze partijen en Rivierenlandse bedrijven (matchmaking en handelsbevordering). Rivierenland wil nieuwe ondernemers, nationaal en internationaal, die geïnteresseerd zijn in business en / of vestiging in Rivierenland excellente service geven. Hiervoor zal de LHR de samenwerking doorzetten en verder uitbouwen met alle gemeenten in de regio en met OOST NV, met de regionale bedrijven die bovengenoemde diensten verlenen en met partijen als de WUR, Food Valley en NDL ten behoeve van (specifieke) inhoudelijke kennis.
PROMOTIE Onze primaire doelgroepen zijn internationale en nationale bedrijven, die geïnteresseerd zijn in Nederland / Europa en die zaken willen doen dan wel zich willen vestigen in deze regio. Middels de communicatie over LHR bieden wij deze doelgroepen inzicht in de mogelijkheden die LHR biedt en zullen deze bedrijven zich vestigen in de regio dan wel hier zaken doen. Daarnaast zijn alle nationale en regionale partijen, publiek en privaat, die baat hebben bij de ontwikkeling van LHR en mee willen werken daaraan onze doelgroep. Dankzij onze communicatie zullen zij deelnemen aan de LHR en een financiële en personele bijdrage leveren waardoor ons gezamenlijke logistieke product sterker wordt. Ook zijn maatschappelijke groeperingen en de bewoners die gevolgen ondervinden van de LHR (positief of negatief) onze doelgroep. Dankzij onze communicatie generen wij draagvlak, zullen partijen willen participeren indien zij positieve gevolgen zien dan wel zullen zij meer begrip hebben voor de ontwikkelingen wanneer deze negatieve effecten hebben.
Het gaat hier om: grondprijzen; de prijs van arbeid; de prijs van de diensten die aangeboden worden; specifiek de prijs van logistieke dienstverlening en van transportkosten.
De communicatie vanuit LHR is proactief en sturend, zodat wij zelf de beeldvorming over LHR aansturen. Wij zorgen ervoor dat de regie in de communicatie bij ons ligt, zodat we zo min mogelijk hoeven te ‘reageren op’ en zelf actief sturen op communicatie over de LHR.
Alhoewel de LHR geen directe invloed heeft op deze prijzen (prijsvormings-verantwoordelijkheid ligt bij andere partijen) zullen wij afstemming hebben met die partijen om (binnen onze mogelijkheden) zorg te dragen voor een zo scherp mogelijk aanbod richting de markt, waarbij het uiteraard niet alleen gaat om de scherpste prijs maar ook om de prijs-kwaliteitverhouding.
20
marktgericht
indirect
MARKETING COMUNICATIE & PR • Website • Advertenties • Publicaties • Etc.
ONTWIKKELEN NETWERKEN • Intern • Extern • Evenementen
ORGANISEREN EVENEMENTEN • Seminars • Events • Workshops
DIRECTE BENADERING • Desk research • Hitlijst van bedrijven • Account Management
direct
bedrijfsgericht
Concreet: Voor wat betreft de grondprijzen gaat het om de gemeenten en het Industrieschap Medel. Uiteraard treden wij niet in de verantwoordelijkheid van deze partijen omtrent het vaststellen van grondprijzen. Wij zullen onze marktervaringen delen met gemeenten en industrieschap, met name op het moment dat grondprijzen in het vestigingsklimaat een concreet issue blijken te zijn; De prijs van arbeid wordt vooral bepaald door landelijke cao’s. Onze aandacht gaat daarom vooral uit naar prijs-kwaliteit, oftewel het belang van voldoende en goed geschoolde arbeidskrachten. Deze opgave ligt in Rivierenland bij het Platform Logistiek, dat zich bezighoudt met arbeidsmarkt en onderwijs. LHR werkt daarmee samen; Onze doelgroepen, met name bedrijven die zich vestigen, kunnen behoefte hebben aan een breed scala van diensten: logistieke expertise, financiële expertise, accountancy, belastingadviseurs, technische ondersteuning etcetera. LHR maakt afspraken met het zich ontwikkelende netwerk van bedrijven die participeren in de LHR over hun rol als preferred supplier LHR, zodat we expertise kunnen aanbieden aan vestigers. Onderdeel van die afspraak is een bij de kwaliteit van dienstverlening passende prijs, zodat deze marktconform aangeboden worden; Veel projecten die de LHR opstart betreffen een optimalisatie van de logistieke keten. Een efficiëntere aansturing van productstromen leidt tot lagere kosten. In combinatie met een hoge concentratie van transportondernemers en lage aanrijkosten kan LHR hier zeer concurrerend zijn.
De marketing en acquisitie voor LHR bestaat uit vier vormen: algemene marketingcommunicatie en PR, ontwikkeling van relevante netwerken bij intermediaire partijen, het organiseren van eigen evenementen en de directe benadering van de doelgroepen (potentiële vestigers).
21
Onze strategie is het zeer goed organiseren en uitdragen van ons product, van de processen en van de promotie van LHR gericht op specifiek geformuleerde doelgroepen. Deze doelgroepen zijn benoemd enerzijds vanuit een brede insteek, de LHR voor alle logistieke dienstverlening op welk terrein dan ook, en anderzijds specifiek vanuit het speerpunt agrofood. Dit speerpunt is een startpunt voor LHR en kan later uitgebreid worden met eventuele andere speerpunten (denk aan health/zorglogistiek, e-commerce etc.). Deze strategie voeren we uit in nauwe samenwerking met OOST NV, NDL en de NFIA’s in de mondiale regio’s die wij als kansrijk betitelen. Het gaat dan om meerjarige processen, omdat het winnen van deze markten een lange termijn aanpak vergt. De kwaliteit van de regio zit hem in de kracht van de bedrijven, de onderwijsinstellingen en de overheden. Met al deze partijen willen we dan ook een verregaande samenwerking opbouwen. In het verlengde hiervan zal de LHR inzetten op intensivering van de samenwerking met andere hotspots en schaalvergroting van de organisatie. Dit is noodzakelijk voor een goede concurrentiepositie in Nederland en om ons op internationale schaal daadwerkelijk op de kaart te zetten. Deze ontwikkeling gaat gepaard met het realiseren van een heldere regiefunctie en het creëren van een netwerk van ambassadeurs die mede bijdragen aan de uitrol van LHR. Operationalisatie van deze strategie vindt plaats middels de specifieke uitwerking van de 4 P’s.
DEEL A - 6
5.5 SAMENVATTEND
Het actieplan
In het actieplan werken we de strategie uit in een aantal (meerjarige) actielijnen. Jaarlijks vertalen we die in een jaarprogramma. Deze vertaling biedt tegelijkertijd het aanknopingspunt om de uitvoering van deze visie te evalueren en waar nodig bij te stellen. Dit hoofdstuk gaat over de algemene actielijnen. In het deel over agrofood en –logistiek gaan we in op de acties specifiek in die sector.
NATIONALE NETWERK Twee actielijnen: • Opbouwen van een structurele relatie met Oost NV, NFIA, NDL en Dinalog • Uitbouw netwerk richting de 20 grootste logistieke spelers in de Nederlandse markt. Nodig: • Vertaling strategische visie in value proposition (in samenwerking met RAP Regio Rivierenland, overleg aanbieders bedrijfsterreinen van gemeenten); • Roadshow nationaal (netwerkpartners): toelichten bij organisaties en afspraken maken over samenwerking; • Periodieke contacten en up to date houden propositie LHR.
INTERNATIONALE NETWERK De relaties met China worden de komende periode verder uitgebouwd en verstevigd. Deze bestaan momenteel uit twee speerpunten. Ten eerste de relatie met Xiamen, alwaar een MOU wordt afgesloten met de Logistics Association aldaar, die ruim 500 aan logistiek gelieerde ondernemingen vertegenwoordigt. Begin 2015 zullen zij de regio bezoeken. Ten tweede worden een samenwerkingsrelatie aangegaan met circa 25 agrologistieke bedrijven in China en de China Development Bank, die geïnteresseerd zijn in de Europese markt. Verdere uitbouw van het netwerk in Azie (2014-2016) en in volgende termijn Zuid-Amerika en Afrika.
UITBOUW EN VERSTERKING ORGANISATIE LHR De komende periode zal de LHR verder inzetten op het vergroten van de betrokkenheid van het regionale bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen. Dit gebeurt door een combinatie van bilaterale gesprekken met deze partijen, bijeenkomsten in de vorm van ronde tafels, workshops e.d., betrekken van deze partners bij ontvangsten van partijen van buiten de regio’s en betrekken van deze partners bij de projecten die we opstarten. Tevens zullen wij deze partijen uitnodigen om zelf te komen met ideeën en voorstellen over versterking van de regio vanuit hun perspectief. De LHR neemt daarnaast het initiatief om met de andere hotspots en de provincie Gelderland afspraken te maken over de invulling van de regiefunctie op bovenregionaal niveau, over de coördinatie van de activiteiten en over ambassadeurschap.
PROJECTEN LHR Onder andere ter versterking van het product dat de LHR aanbiedt initieert de LHR diverse projecten. Hier gaat het dus veelal om de strategie gericht op voortdurende innovatie van het logistieke product en de logistieke dienstverlening die de LHR te bieden heeft. Concrete voorbeelden daarvan zijn momenteel: •
22
CONTROL TOWER: Om goederenstromen te kunnen optimaliseren zijn excellente coördinatie en sturingsmiddelen nodig. Op dit moment ontbreekt een platvorm / portal om vraag en aanbod van
23
•
•
•
•
goederen wereldwijd voor alle soorten van transport samen te brengen. Die daarna de optimale vorm van transport samenstelt, regelt en bewaakt. Om de LHR verder logistiek te ontwikkelen is het noodzakelijk dat voor de hele regio logistieke processen centraal, onafhankelijk gecoördineerd kunnen worden in de Control tower. ADMINISTRATIEF VLIEGVELD: Een administratief vliegveld is in feite een verplaatsing van douane handelingen, die eigenlijk op bijvoorbeeld Schiphol of een ander vliegveld zouden plaatsvinden, naar een specifieke regio. In feite worden bij een administratief vliegveld de containers uit het vliegtuig direct op een vrachtwagen geplaatst en naar het administratief vliegveld in de specifieke regio vervoerd. Pas op het administratief vliegveld worden de handelingen, normaliter door bv. de douane op Schiphol uitgevoerd, op de locatie binnen de LHR uitgevoerd. Voordelen zijn dat men precies weet wanneer de container binnenkomt, de container staat dus niet ‘in de rij’ bij de douane op Schiphol. UITBREIDING TERMINAL: Op een termijn van circa 5-7 jaar is de verwachting dat de huidige containerterminal op Medel zijn maximale capaciteit heeft bereikt, en er extra capaciteit nodig is om door te groeien. Om die reden is een onderzoek gestart naar uitbreidingsmogelijkheden van de containerterminal, zodat deze tijdig gerealiseerd kunnen worden. Momenteel spitst het onderzoek zich toe op drie locaties, namelijk uitbreiding ten noorden van de huidige terminal op Medel, uitbreiding van capaciteit door middel van de locatie AGC op Kellen (alwaar de glasfabriek is stil gelegd) of uitbreiding ten zuiden van de sluis op Biezenburg. SAMENWERKING EXTENDED GATEWAYS INTERNATIONAAL: De LHR is al geruimere tijd bezig om handels- en distributiekanalen op te zetten binnen en buiten Europa. Gericht wordt gekeken naar regio’s die van oudsher een belangrijke band onderhouden met Nederland als uitvalsbasis voor handel, import en exportrelaties en specifiek Rivierenland als draaischijf in nationale en internationale ketens. Een belangrijk aspect hierbij is de aanwezigheid van internationaal opererende bedrijven in de ‘foreign regions’, die vaak ook een foothold hebben in Europa, Nederland en specifiek Rivierenland. Op deze wijze zijn de trekker van de hotspot in contact gekomen met vele interessante regio’s. Zo zijn contacten gelegd met vertegenwoordigers van de Cikarang dry port gelegen nabij Jakarta, Indonesië. Evenals in Europa doet zich daar ook de situatie voor dat de mainports vanwege ruimtegebrek samenwerking zoeken met regio’s de nabijheid van de haven voorzien van inlandterminals en warehousing capaciteiten, teneinde transportstromen te optimaliseren en te versnellen. In verkennende gesprekken die met deze vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van andere havens overzee zijn gevoerd kwam het idee naar voren om directe relaties tussen logistieke regio’s in Zuid Gelderland en die in Azië te realiseren, waardoor de overzeese transportstromen alsmede de regionale economieën hier en daar een impuls gegeven kunnen worden. Het betreft het aansterken van bestaande banden en handelsrelaties en het verbeteren (versnellen, goedkopers ketens, douane afwikkelingen) van het proces om daarmee het vestigingsklimaat van beide regio’s aantrekkelijker te maken. AANTAKKEN OP TREINVERBINDINGEN DUISBURG I.S.M. HAVEN ROTTERDAM: momenteel vindt een inventarisatie plaats van goederenstromen vanuit de regio die per schip naar Duisburg kunnen worden vervoerd en via Duisburg verder per trein kunnen worden vervoerd. Dit traject kan gezien worden als een opmaat voor een railterminal in de regio zelf, waar naar het zich laat aanzien momenteel nog te weinig goederenstromen voor zijn. Ook de Rotterdamse haven heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in een dergelijke goederenstroom, hetgeen mogelijkheden biedt tot samenwerking.
•
•
begeleiding van het vergunningverleningstraject i.s.m. betreffende gemeente: zorgdragen voor een zo soepel mogelijk vergunningentraject met als uitgangspunt om, binnen de wettelijke en beleidsmatige randvoorwaarden, dat wat bedrijven vragen mogelijk te maken; aanbieden van uiteenlopende expertises die vestigende bedrijven nodig hebben of wensen: logistieke expertise, financiële expertise, accountancy, belastingadviseurs, technische ondersteuning etcetera.
COMMUNICATIE De communicatie op internationaal vlak zal bestaan uit het verder versterken van de relaties met NDL, NFIA’s, Dynalog en andere partijen die op ons pad komen t.b.v. de algemene internationale profilering van de regio. Concreet houdt dit in het periodiek contact houden met deze partijen en hen op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen in de regio. Eenzelfde aanpak geldt voor de directe benadering van nationaal opererende bedrijven waarvoor Rivierenland interessant is. Ook hierin rolt LHR het netwerk uit via in eerste instantie bilaterale contacten op basis waarvan een duurzame relatie opgebouwd wordt. Jaarlijks zal LHR deelnemen aan c.q. betrokken zijn bij 3-5 relevante (internationale) beurzen, waar de LHR afhankelijk van de aard van de beurs al dan niet met een stand en al dan niet in samenwerking met andere partijen zichtbaar zal zijn. Jaarlijks organiseert LHR voor de certificaathouders (algemeen dan wel thematisch) workshops, ondernemerstafels, netwerkbijeenkomsten, excursies, handelsreizen en -ontvangsten e.d. Dit zullen er circa 4-6 per jaar zijn. Al deze specifieke communicatie-acties vinden plaats in een context van algemene pr en marketing via de website, social media en advertorials dan wel advertenties e.d. in de media. Jaarlijks werken we de specifieke acties uit in ons jaarplan.
WARM BAD TRAJECT / ONE-STOP-SHOPPING Rivierenland wil nieuwe ondernemers, nationaal en internationaal, die geïnteresseerd zijn in business en / of vestiging in Rivierenland excellente service geven. In het programma LHR ontwikkelen wij een traject om die service tot stand te brengen. Dit heeft veel relatie met het in de regio op te starten traject ROB en met het RAPoverleg in de regio. Daarom willen wij de ideeën omtrent deze ontwikkeling breed in de regio afstemmen. Het gaat hierbij om het zo eenvoudig mogelijk en transparant aanbieden van allerlei expertises en informatie nodig voor ondernemen en bedrijfsvestiging in Rivierenland gecombineerd met, veel belangrijker nog, een excellente service-gerichte instelling.
24
Service: • realiseren van 1 centraal informatiepunt voor bedrijven die interesse hebben in de regio; • realiseren van One Stop Shopping: via dat centrale informatiepunt kan een bedrijf aan alle relevante informatie komen voor business en/of vestiging in Rivierenland; • alle informatie over aanbod industriegrond (omvang, beschikbare hectares, prijzen, voorwaarden, kwaliteiten, ontsluiting e.d.);
25
Het aanbod van bedrijventerreinen
Er zijn verschillende methodieken denkbaar om de inspanningen van de LHR te vertalen naar de geraamde vraag naar bedrijventerreinen. Belangrijke kanttekening is dat op het regionale relatieve microniveau deze ramingen aan beperkingen onderhevig zijn: het blijft een calculated guess, omdat de resultaten van bedrijfsvestiging sterk afhangen van de mate waarin de LHR succesvol is in de (inter)nationale werving. De gebruikelijke ramingsmethodieken houden maar in beperkte mate rekening met nieuwe (beleids)impulsen en zijn veelal gebaseerd op historische analyses en/of macro-economische scenario’s (vaak ook nog beleidsvrij). Daarnaast kan op dit schaalniveau het al dan niet binnenhalen van bedrijven met een vraag naar grote kavels (waar naast een goede werving ook een dosis ‘toeval’ bij komt kijken) het beeld sterk positief of negatief kantelen (denk hierbij aan de recente ontwikkeling van K+N op Medel van circa 11 ha). Toch is actie nodig om actief te kunnen sturen op de beschikbaarheid van voldoende bedrijfsterreinen in de komende jaren. De LHR heeft daarbij de ambitie om de markt te sturen en groei af te dwingen en dus niet om de markt te volgen. Dat wil zeggen dat ramingen voor de LHR richtinggevend maar niet alles bepalend zijn. Uiteraard is er oog voor de risico’s van dergelijke ontwikkelingen: wanneer gekozen wordt voor een meer aanbodgerichte ontwikkeling van bedrijventerreinen (uiteraard gebaseerd op de eisen en wensen van potentiele vestigers, kwalitatief en kwantitatief) zal er aan de voorkant geïnvesteerd moeten worden om dit aanbod tot stand te brengen en zullen publieke en/of private partijen risico’s moeten nemen.
DEEL B - 1
DEEL A - 7
Inleiding/Aanleiding tot de visie Agrofood en -logistiek
Dit deel van de LHR-visie gaat specifiek in op het eerste speerpunt van de LHR, agrofood en -logistiek. Zoals in deel A gesteld is dat niet het enige speerpunt van de LHR, maar profileert de LHR zich op logistiek in zijn algemeenheid. Gezien echter het profiel van Rivierenland, de onderscheidende kracht en reeds in gang gezette trajecten op dit thema neemt de LHR een prominente rol op zich in agrofood en –logistiek.
AFBAKENING Binnen de regio is Greenport Gelderland een belangrijk samenwerkingsverband van de sector (zie ook hoofdstuk 3). Via de pacten van Greenport Gelderland worden tal van agrofoodprojecten geïnitieerd. De LHR wil hier aanvullend op zijn. Dat betekent dat de LHR zich vooral richt op de logistieke aspecten van agrofood en, teneinde dubbel werk te voorkomen, minder op de ontwikkelingen die geen logistieke aspecten bevatten.
Momenteel vindt in de regio Rivierenland een herijking van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen plaats. Uit de analyses tot nu toe blijkt dat er enerzijds (meer dan) voldoende aanbod is, maar dat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten. Voor de LHR is relevant dat met name het faciliteren van de vraag naar grote kavels op dit moment niet goed mogelijk is in de regio. De ontwikkeling van grote kavels op Medel in een gebied van circa 80 hectare die binnen 2 jaar op de markt gaan komen is daarom voor de LHR essentieel. Tegelijkertijd moet er ook verder gekeken worden naar de ontwikkelingsmogelijkheden daarna. Gezien de gemiddelde tijd van ruimtelijke ontwikkelingen dient daar nu al over nagedacht te worden. Daarbij moet de herstructureringsopgave in de regio betrokken worden, zeker nu de ladder voor duurzame verstedelijking een zwaardere positie in het ruimtelijke ordeningsveld heeft gekregen. De actuele praktijk leert dat zowel de A15 als de A2 aantrekkingskracht uitoefent op bedrijven en dat beide assen derhalve kansen bieden voor de regio. de voorkeur voor bedrijven voor of de A15 of de A2 heeft vooral te maken met de oriëntatie van bedrijven op dan wel west-oost dan wel noord-zuid. Bij de gemeentelijke acquisiteurs in de regio is het beeld dat locaties langs beide assen niet of nauwelijks met elkaar concurreren maar vooral als aanvullend gezien kunnen worden. Om die reden is het goed te zien dat ook langs beide assen aanbod aan bedrijventerrein voorzien is. Binnen Rivierenland zal dit in de uitwerking van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen en het ROBoverleg verder opgepakt worden. Bij beide trajecten is de LHR betrokken. De inzet van de LHR in deze trajecten is om op basis van de resultaten van de herijking en het op te stellen plan van aanpak ontwikkeling ROB met de relevante partners in de regio tijdig om de tafel te gaan en een traject op te starten dat gericht is op een structureel passend aanbod aan bedrijventerreinen, ook als de huidige locaties waar ruimte is of komt (Medel, Wildeman, Hondsgemet e.d.) vollopen. Dat betekent ruimte creëren voor vestiging op herstructureringslocaties en aanvullend op nieuwe locaties. Voorbereidingen daarvan moeten, zoals gezegd, tijdig starten: namelijk nu!
26
27
LHR in de agrofood/logistiek
De actuele situatie nu
De in hoofdstuk 2 van deel A beschreven lange termijn visie voor de logistieke positie van LHR in zijn algemeenheid biedt uiteraard ook de basis voor de lange termijn visie op agro. Essentieel voor de uitbouw van de agropositie van de LHR zijn de extended gate functie van LHR t.o.v. de mainports, de centrale ligging in Nederland en het multimodale aanbod dat de LHR biedt.
Nederland is nummer 2 export land van de wereld van agro en foodproducten. Groente en fruit neemt daar met een aandeel van bijna 30% het grootste deel voor zijn rekening. Meer dan 80% van deze export gaat naar Europa (vooral Duitsland) en een klein deel naar Azië en Afrika. Van de Nederlandse groente- en fruitoogst wordt 68% uitgevoerd, 52% van de export van groente en fruit is re-export.
WAT ZIJN DAN DE KERNPUNTEN VAN DE AGRO-POSITIE VAN LHR OP DE LANGE TERMIJN?
De positie van Gelderland Onderstaande tabel geeft een kwantificering van de agrofood productie positie van Gelderland in Nederland: • Nederlands fruit: 28% van de Nederlandse fruitproductie vindt plaats in Gelderland. De productverdeling is als volgt, grofweg 40% appelen, 40% peren, 8% aardbeien, 7% kleinfruit (bessen, frambozen), 5% overig; • Qua handelspositie heeft Gelderland circa 50% van de Nederlandse fruitproductie in handen omdat productie uit Utrecht en Noord-Brabant mede verhandeld wordt in Gelderland (info Fruitmasters, 2008); • Sierteelt: 12% van de Nederlandse sierteelt productie en 6% van de NL potplant productie. Sierteelt is qua productiewaarde groter dan lokaal fruit! • De omzetvolumes van boomkwekerij, paddenstoelen en groenten zijn relatief laag.
De LHR heeft een centrale positie in de logistiek van agroproducten voor zowel export als re-export en heeft zich ontwikkeld tot het nationale retailcentrum van Nederland. Deze positie vervult LHR zowel voor goederenstromen binnen Nederland als voor stromen richting het Europese achterland over de corridors. Vanuit de gateway rol van Nederland heeft LHR ingespeeld op de ontwikkelingen binnen Europa door zich qua doorvoer niet alleen te focussen op Duitsland en Frankrijk maar ook in te spelen op de groeimogelijkheden verder in Europa, zoals Oost-Europa en het Middellandse Zee gebied. De LHR heeft tezamen met het Rivierenlandse cq Zuid-Gelderse bedrijfsleven een bijdrage geleverd aan een Europese agrologistieke keten waardoor verse producten dagelijks in heel Europa geleverd kunnen worden. Mondiaal heeft de LHR een netwerk opgebouwd in Midden- en Zuid-Amerika, zuidelijk Afrika en Azië. Deze netwerken zijn nodig om als nationaal retailcentrum jaarrond het volledige assortiment te kunnen bieden (responsiviteit). De LHR ambieert daarmee een totale logistieke ontzorging van de retail middels de realisatie van een Fresh Consolidation Centre (FCC). Onder een FCC verstaan we een voorziening waar grote (Nederlandse) retailers hun bestemming hebben gevonden. Het gehele assortiment versproducten (agf, vlees/ vis, zuivel, sierteelt etc.) is hier jaarrond beschikbaar en kan snel en klant specifiek uitgeleverd worden. Het FCC van de LHR levert niet enkel aan supermarkten, zij weet ook binnensteden, zorginstellingen en homedeliveries op de meest innovatieve wijze te organiseren. Het FCC trekt nieuwe gerelateerde bedrijven aan (handel, groente en fruitsnijderijen), toeleverende bedrijven (verpakkings- en conserverings technologie etc.) en dienstverlenende bedrijven (ICT, financieel, uitzendbureaus etc.). Het FCC ontwikkelt zich tot Mega Consolidatie Centra (MCC) en ontzorgt klanten ook met non-food producten. Binnen het FCC ontwikkelen zich nieuwe productgroepen en bedrijven: ingrediënten, reststromen, spare-parts, waarbij net als bij vers voedsel responsiviteit van groot belang is De LHR combineert deze logistieke ambities met innovatieve ambities. De LHR heeft zich in een periode van 15 tot 20 jaar ontwikkeld tot de plek voor Food Innovations, gerelateerd aan trade, logistics van producent tot consument, added value vers-producten en waste-reductie. Hierdoor heeft de LHR een blijvende voorsprong in de Nederlandse agrologistieke sector en een unieke plaats in de Nederlandse Agro-Food wereld die in zijn totaliteit wereldleider is. Deze ontwikkelingen komen tezamen in de realisatie van een Food & Logistics Innovation Centra (FLIC). Kort gezegd is het FLIC een fysieke plek waar de nieuwe innovaties op het gebied van Food en Logistics als eerste in de wereld getest en toegepast worden. Thema’s zijn: • ‘s werelds meest hightech quality track&trace systems (QTT); online monitoring en sturing van voedselproducten en hun kwaliteitsontwikkeling in de keten tot op het moment van consumptie; • Nieuwe distributie concepten zoals home deliveries en e-commerce. • minimalisatie voedselverspilling en inspelen op specifieke marktwensen (o.a. kwaliteit en smaak, ready to eat), uiteraard volledig food safe (licence to deliver); • innovaties op het gebied van verpakken en mild-processing ter verlenging van shelf-life en kwaliteit.
28
DEEL B - 3
DEEL B - 2
Lange termijn perspectief voor
Als gevolg van deze kwaliteiten en voorzieningen staat de LHR goed op het netvlies van de grote nationale spelers in de agrofoodketen, dus zowel producenten / telerscooperaties, handelaren, retailers en cateraars, logistieke dienstverleners e.d. Als gevolg van onder andere de hoogwaardige kwaliteit die LHR levert op het gebied van agrologistiek zijn ook vele spelers in het internationale agrospeelveld met belangen in Europa partner van de regio geworden.
SECTOR
HECTARE AANDEEL GELDERLAND IN NEDERLAND (%)
PRODUCTIE WAARDE GELDERLAND (MILJOEN EURO PER JAAR)
Fruit
28%
230
Snijbloemen
12%
254
Potplanten
6%
112
Boomkwekerij
15%
88
Paddenstoelen
20%
52
Groenten
2%
27
Bevolking en oppervlakte
12%
-
Tabel 1: Productie aandelen van Gelderland in Nederland (o.b.v. hectare) en de gerelateerde productie waarde in 2008 (miljoen euro). Rivierenland is van oudsher een regio die een belangrijk deel van zijn identiteit ontleend aan de agrofood en -logistiek, in bijzonder fruit. Fruitteelt en fruithandel zijn naast transport belangrijke economische dragers in de regio. De fruitteelt en –handel zijn internationaal georiënteerd, hetgeen een relatief grote afhankelijkheid van de ontwikkelingen in de export met zich meebrengt. De regio Rivierenland is binnen Gelderland koploper als het op exportaandeel aankomt. De groothandel en agrarische sector zijn in Rivierenland goed voor een vijfde van de regionale economie en meer dan een derde van de export. Meer dan driekwart van de peren wordt bijvoorbeeld geëxporteerd. Duitsland is met een derde van de fruitexport veruit de belangrijkste bestemming Binnen de regio is een belangrijk samenwerkingsverband actief, Greenport Gelderland. Door meer samenwerking, onderling en binnen de tuinbouwketen, willen de vijf clusters waaruit dit samenwerkingsverband bestaat hun gezamenlijke economische positie verder versterken. De ambitie is om de tuinbouw in het Rivierengebied nog meer op de (inter)nationale kaart te zetten. Binnen de tuinbouwclusters vormen de ondernemers pacten met alle relevante partijen in hun regio en voeren een eigen verbeterprogramma uit. Het kernteam van Greenport Gelderland stimuleert deze samenwerking in de clusters en coördineert (en faciliteert) een aantal overkoepelende, strategische projecten op het gebied van onder andere scholing, duurzaamheid en gebiedsprofilering. Greenport Gelderland is voor LHR een uitstekende samenwerkingspartner op het vlak van de agrologistieke ontwikkeling.
29
In relatie tot de ambitie uit hoofdstuk 2 kunnen we echter constateren dat de regio nog sterker moet worden in het onderscheidende vermogen op zowel mondiaal niveau als nationaal niveau. De belangrijkste opgave is om vanuit de (deels nog te ontwikkelen) kwaliteiten van de regio partijen van buiten hier naar toe te halen. Die kwaliteiten zijn, het is al eerder gezegd, aanwezig: • de goede centrale ligging van de regio met de te ontwikkelingen logistieke kwaliteiten (multimodaliteit etcetera); • de kwantitatieve omvang van het agrofood cluster; • de aanwezigheid van een aantal technologisch vooruitstrevende en innovatieve bedrijven in de sector agrofood.
DEEL B - 4
Enkele kengetallen van de sector zijn (bron Ambities 2012-2015, Greenport Betuwse Bloem): • 1.600 (tuinbouw)bedrijven; • 7.600 ha oppervlakte; • € 700 mln. - € 800 mln. netto toegevoegde waarde per jaar; • Ruim 14.000 arbeidsplaatsen, ingevuld door 20.000 mensen; • 10% van de Nederlandse tuinbouw; • Tuinbouw is één van de krachtigste economische clusters van Gelderland; • Tuinbouw in Gelderland groeit hard, de bruto toegevoegde waarde is 30% meer gegroeid dan in de rest van Nederland.
Marktdynamiek
Een rapportage van ING uit 2010, Logistiek van agro, food en feed producten, geeft een heldere samenvatting van de ontwikkeling in de agrologistiek op het nationale schaalniveau. Het belang van logistiek van agrofood voor Nederland is groot. Eén op de drie vrachtwagens is gevuld met deze producten. Het wegvervoer speelt met een aandeel van 95% in het vervoer van agroproducten van Nederland naar Europa een dominante rol. Door toenemende concurrentie als gevolg van internationalisering, de economische crisis en ketenomkering treedt er in de sector schaalvergroting op. Ook verdergaande eisen op het gebied van duurzaamheid leiden tot (logistieke) veranderingen. Het werkveld van de logistiek dienstverlener is als gevolg van de ontwikkelingen in de sector aan verandering onderhevig. Marges staan door toenemende concurrentie voortdurend onder druk. Dit heeft ook effect op de logistiek, omdat het logistieke aanpassingen vraagt. Belangrijke ontwikkelingen voor de logistieke keten zijn ontwikkelingen als televeilen, toename van gemaksproducten (convenience food) en de CO2-footprint. Eveneens is vergroting van de efficiëntie door optimalisatie, afstemming en samenwerking binnen het bedrijf, binnen de keten en tussen ketens belangrijk om steeds responsiever te opereren (zie hoofdstuk 2) De voortdurende schaalvergroting en de toenemende internationalisering in de agro-, food- en feedketen zorgen ervoor dat zich in deze supply chains nieuwe logistieke kansen voordoen. Bovendien zorgt de economische crisis er voor dat veel bedrijven een strategische heroverweging maken en nieuwe initiatieven ontwikkelen. Alleen bij proactief beleid en door strategische investeringen kunnen ondernemers voorop blijven lopen in de sector. Meer concreet zijn voor de LHR de volgende marktontwikkelingen relevant. De internationale handel en de volumes van agrofoodproducten nemen toe. Meer en meer wordt in het buitenland geproduceerd en voeren we in. De grote volumes zitten op een global to global niveau. Om een volledig en jaarrond assortiment aan te bieden is global tot global noodzakelijk. Dat neemt niet weg dat ook local to local belangrijk blijft. Lokale productie voor de regio is van belang uit het oogpunt van beleving van de consument, van kwaliteit en vanuit de binding en kennis die blijft bestaan als de regio ook zelf produceert en die noodzakelijk is voor innovatie. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van reefers vanuit het toenemende belang van conditionering . De markt vraagt namelijk om een breed assortiment dat jaarrond en vers te verkrijgen is. Dat moet dan ook nog snel en van constante kwaliteit. De kracht van het Nederlandse agrocluster op de West Europese markt is responsiviteit. Responsiviteit in de vorm van snelle leveringen, en een jaarrond en breed assortiment. Voor de Zuid- en Oost-Europese markt kan dat fysiek niet alleen meer vanuit Nederland zelf. Daarvoor zijn buitenlandse clusters nodig die lokale productie, overzeese import en Nederlandse export combineren. En juist agro bv Nederland bezit de expertise om de logistiek hiervan te organiseren. Voor Rivierenland is het belangrijk om de regionale clusters te verbinden met intermodale vervoersmogelijkheden. Daarbij speelt de vraag of de export naar de internationale clusters vooral via de haven van Rotterdam verloopt of via rail en binnenvaart richting het Europese achterland gaat. Met name rail biedt voor Rivierenland betere kansen dan short-sea omdat er dan meer volume met toegevoegde waarde activiteiten (met marge en werkgelegenheid) in deze regio kan plaatsvinden. Een andere marktontwikkeling is de toenemende aandacht voor tracking en tracing, die zich ontwikkeld tot op het niveau van het individuele product. Nederland is actief in de ontwikkeling van tracking en tracing systemen en de overgang van het fifo principe (first in first out) naar fefo (first expired first out) waardoor de versketen op shelf-life en gevraagde hoeveelheid bestuurd kan worden. Dit kan gerealiseerd worden middels proeftuinen en pilotprojecten, waar juist de LHR op in zal spelen.
30
Tot slot noemen we nog de toenemende aandacht voor de reductie van afvalstromen. In de hele keten wordt circa een derde weggegooid. Het terugdringen daarvan alsmede de verwaarding van reststromen is een opgave waarin ook de logistiek een rol speelt.
31
DEEL B - 5
KERNGROEP VAN TREKKERS
Strategie agrofood en –logistiek
PRODUCT Om de ambities uit hoofdstuk 2 waar te maken zetten we in op de stapsgewijze realisatie van een FCC en een FLIC (in beide gevallen hebben we te maken met een groeimodel). Hiervoor is het nodig om in samenwerking met Greenport Gelderland de regionale spelers die we daarbij nodig hebben te mobiliseren en op te lijnen om deze ontwikkelingen in gang te zetten. Daarnaast bouwen we aan een nationaal en internationaal netwerk van partijen die we naar de regio toe willen halen (dat kan zowel gericht zijn op vestiging van partijen zijn als op matchmaking c.q. logistieke dienstverlening). De uitrol van het FCC kan starten met groente en fruit. Vanuit de sterke positie die de regio daar al in heeft kan de promotie en marketing van de regio gestart worden en partijen geworven worden voor participatie. Voor de productgroep vlees en vis is het noodzakelijk eerst te onderzoeken hoe de regio zich hier in kan positioneren. Met name de verplaatsing van activiteiten vanuit de mainports naar de regio en de daarmee samenhangende douanefaciliteiten zal zowel met de mainports als met de voedsel- en warenautoriteit besproken moeten worden. Er zal gebouwd moeten worden aan een profiel van de regio op deze productgroep om hier verder succesvol in te zijn. Ook de ontwikkeling van een FLIC gebeurt volgens een groeimodel waar we op bescheiden schaal mee kunnen starten. In samenwerking met regionale partners, Greenport Gelderland, de WUR en Oost NV willen we tot een innovatieagenda komen, die de basis is voor de uitrol van het FLIC. Voor de uitvoering van deze innovatieagenda tuigen we een PPS constructie op met geïnteresseerde bedrijven, de WUR, Oost NV e.d. Een van de daaropvolgende stappen is om bijvoorbeeld bij één van de participerende partijen een fysieke vestiging van het FLIC te realiseren (circa 100 m2) alwaar opgestart kan worden met de presentaties van innovaties.
DOELGROEPEN De ketenregie voor de Europese afzet in de agrofood sector ligt hoofdzakelijk in Nederland. Dit betekent dat Nederlandse bedrijven de global sourcing organiseren en de (inter)nationale afzet naar haar klanten. Qua sourcing zijn Nederlandse handelsbedrijven sterke relaties aangegaan met de internationale productiegebieden waardoor volume en kwaliteit jaarrond zeker wordt gesteld. Qua doelgroepen is het daarom in de eerste plaats relevant te toetsen onder welke voorwaarden deze Nederlandse bedrijven voor de LHR zouden kiezen. Momenteel bevinden deze groente en fruit handelsbedrijven zich veelal in Barendrecht en/of Venlo en voor sierteelt in het Westland/Aalsmeer. Daarbij is het het meest efficiënt om de internationale relaties via deze partijen verder uit te bouwen daar zij veelal al een uitgebreid netwerk hebben. Daarnaast bouwt de LHR rechtstreeks haar internationale connecties uit, hetgeen een voortzetting is van de contacten die de afgelopen 2-4 jaar zijn gelegd.
Er dient een compacte groep van trekkers (vanuit regionale bedrijfsleven, Greenport Gelderland, WUR, Oost NV) met verschillende expertises en vaardigheden samengesteld te worden die o.l.v. een projectleider de ontwikkeling van het FCC en FLIC vorm gaat geven. Deze trekkers werven we uit het netwerk van de LHR. Binnen deze kerngroep wordt een plan van aanpak uitgewerkt, een planning en een financieel dekkingsplan (business cases).
VERKENNING IN DE SECTOR Zowel voor het FCC als het FLIC is een verkenningsronde in de sector nodig om de ideeën te toetsen, aan te vullen, kritisch te bekijken en partners te vinden. Dit gebeurt middels bedrijfsinterviews, ronde tafels, het opstellen van business cases en het vinden van financiering e.d. Tal van thema’s kunnen de revue passeren, zowel verbonden aan het FLIC als aan het FCC: • Innovaties in de vers-logistiek op het gebied van productkwaliteit (houdbaarheid, smaak, gezondheid, uitval etc) en transparantie (planning, ICT, RFID, informatie standaardisatie); • Realisatie van sterke handelscentra van (inter)nationale allure die zorgen voor lokale werkgelegenheid en betere marges. Inzichtelijk maken waar de toegevoegde waarde activiteiten het beste plaats kunnen vinden; • Onderling sterke logistieke verbindingen tussen de (5) clusters/pacten in de regio en in verbinding met het landelijk netwerk door multi-modale knooppunten; • Versterken relaties met overzeese productiegebieden en Europese afzetmarkten; • Integratie van voedsel en reststromen (closed loop) en integratie van logistiek + energetische efficiëncy + landschappelijke inpassing; • Verbeter de logistieke draaischijf positie van Rivierenland. Laat zien dat het werkt onder praktijkomstandigheden door met een bedrijvenconsortium een aantal product-markt combinaties te kiezen. Bijvoorbeeld : • Logistieke bundeling en ruimtelijke clustering van toegevoegde waarde activiteiten per pact en afzonderlijke ketenschakel (teelt, verwerking, handel, logistiek); • Vers logistiek. Nieuwe technieken voor bewaren (o.a. compact en droog vervoer), tracking & tracing (o.a. RFID, bundeling) en organisatie (THT garantie, rijpheid, minimale uitval, FEFO etc); • Fruit en champignon conserven uit de Betuwe per container naar Medel voor de export per boot naar verder weg gelegen markten, Importfruit uit Rotterdam per binnenvaart naar Medel en in Geldermalsen uitpakken voor toegevoegde waarde activiteiten (verbreden assortiment); • Een (tijdelijk) opstappunt voor het (in eerste instantie via Duisburg, later via eigen opstappunt) rechtstreeks per spoor vervoeren van snijbloemen, potplanten, laanbomen naar Italië et cetera • Een (tijdelijk) Distributie centrum om een grote nationale retailer (AH, Jumbo) de voordelen van Medel aan te tonen.
OPSTART FCC EN FLIC Op basis van de verdere marktverkenning en het uitgewerkte plan van aanpak zal na een go/no go de beide initiatieven gerealiseerd gaan worden. Hiermee geeft de LHR invulling aan haar ambities en levert een belangrijke regionale, nationale en internationale bijdrage.
ACTIEPLAN In aansluiting op de logistieke plannen van Greenport Gelderland ziet het actieplan voor agrologistiek er als volgt uit: 1. Samenstellen van een kerngroep van trekkers voor zowel FCC als FLIC, die de uitrol verder ter hand nemen; 2. Bespreking van de ontwikkeling van FCC en FLIC met de sector (bedrijfsinterviews en gezamenlijke bijeenkomsten) vertaald in een uitwerking van deze visie (waaronder sterkte-zwakte-analyse van LHR t.o.v. concurrerende regio’s) en verdere acties in business plannen; 3. Opstart FCC en FLIC
32
33
Logistic Hotspot Rivierenland,
your logistic embassy GROEIEND NETWERK
>50
SECTOREN | VRAAG & AANBOD ARBEIDSMARKT
NAUWE SAMENWERKING
Transport & Logistiek
Overheid, onderwijs- en kennsinstellingen en bedrijfsleven
van ondernemers met momenteel al meer dan 50 partners
ÉÉN LOKET Kwaliteit (locale) arbeidsmarkt Duurzame relatie Betrouwbare partner Werkgelegenheid steigt
Agro
Techniek
Zorg
Grote flexibiliteit Hoge arbeidsmoraal Breder aanbod aan personeel
GOEDE VERBINDING A15
A2
A27
A73
A50
DUURZAAM TRANSPORT OVER WATER Rivieren: Amsterdam-Rijnkanaal, Waal Containerterminal in Tiel
ste
rda
m-
Rij
Arnhem
nk
Culemborg
an
A50
aal
A2
CENTRALE Rotterdam LIGGING
Geldermalsen
Waal
Tiel
A15
Waal
Druten Nijmegen
GELDERMALSEN
TIEL
ZALTBOMMEL
Bedrijventerrein Pavijen www.culemborg.nl
Bedrijvenpark Westerhout-Zuid www.druten.nl
Bedrijventerrein Hondsgemet www.geldermalsen.nl
Bedrijvenpark Medel www.medel.nl
Bedrijventerrein De Wildeman www.de-wildeman.nl
Sweden Denmark
Ireland
Lithuania Belarus
United Kingdom
Poland Belgiu
Germany m
kia
France
Austria Italy
Slovenia
Hungary Romania
va
Switzerland
ldo
´s-Hertogenbosch
Slova
Mo
A73
Ukraine
Czech Rep.
Luxembourg
Zaltbommel
A27
34
DRUTEN
IMPORT & EXPORT
Am
REGIO RIVIERENLAND
Utrecht
CULEMBORG
35