Strategisch beleidsplan SSPOH 2013-2016
Strategisch beleidsplan SSPOH 2013-2016
Inhoudsopgave
Voor we beginnen…
Voor we beginnen… 5 Speerpunt 1: Eigentijds onderwijs 6 Speerpunt 2: Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg 10 Speerpunt 3: Personeel 13 Speerpunt 4: Integrale kindcentra 0-13 16 Speerpunt 5: Aansluiting PO-VO 19 Voortgang en coördinatie 21 Investeringen 22
Den Bosch kent een jarenlange traditie van samenwerking en overleg tussen de schoolbesturen in het primair onderwijs. Deze samenwerking is in juli 2009 geformaliseerd met de oprichting van SSPOH, de Stichting Schoolbesturen Primair Onderwijs ’s-Hertogenbosch. In de stichting werken drie schoolbesturen samen: ATO Scholenkring, Signum en Leijestroom. Ook de basisscholen Imam Albogari, Antonius Abt en de Vrije School zijn in de stichting vertegenwoordigd. De gemeente ’s-Hertogenbosch verzorgt het ambtelijk secretariaat. SSPOH is een platform voor afstemming en overleg over het lokaal primair onderwijsbeleid. De stichting voert dit onderwijsbeleid uit en is daarvoor de gesprekspartner van de gemeente. Het huisvestingsoverleg met de gemeente vindt ook via SSPOH plaats. Het bestuur van SSPOH voelde de behoefte om zijn activiteiten duidelijker te richten en in een strategisch perspectief te plaatsen. Dat heeft geleid tot dit strategisch beleidsplan. We benoemen daarin vijf speerpunten voor de jaren 2013-2016. Per speerpunt beschrijven we onze doelen en de wijze waarop we die doelen willen bereiken. In het plan klinken in grote mate de ervaringen, wensen en ambities door die zijn uitgewisseld tijdens de gemeentelijke directeurendag in 2012. Het strategisch plan heeft een hoog ambitieniveau. Het vraagt om nadere uitwerking en operationalisering door de schoolbesturen. Zij nemen de activiteiten op in hun jaarplannen. Een deel zal onder aansturing en verantwoordelijkheid van SSPOH plaatsvinden.
Stichting Schoolbesturen Primair Onderwijs ’s-Hertogenbosch Postbus 104 5240 AC Rosmalen (073) 850 78 50
Uiteindelijk moeten de resultaten zichtbaar zijn op de werkvloer, en in het leven van de kinderen voor wie we ons werk doen. We vertrouwen erop dat we met dat gezamenlijke doel voor ogen onze ambities voor de komende jaren met elkaar zullen waarmaken. Het bestuur van SSPOH
5
Speerpunt 1: Eigentijds onderwijs Het is de opdracht van scholen om uit ieder kind te halen wat erin zit, het te helpen al zijn talenten te ontwikkelen en te benutten. Het onderwijs gaat uit van de uniciteit van kinderen en neemt de ontwikkelbehoefte van kinderen als uitgangspunt. Onderwijs moet kinderen toerusten met de vaardigheden die nodig zijn om verantwoordelijk burger te kunnen zijn in de 21e eeuw, in het besef dat onderwijsinstellingen dat niet alleen kunnen. Waar willen we naartoe?
In 2016 krijgen nagenoeg alle kinderen thuisnabij, in hun eigen wijk, eigentijds onderwijs. Iedere wijk heeft een passend onderwijsaanbod voor ieder kind. Er is een beperkte aanvullende voorziening in de stad als thuisnabij onderwijs onmogelijk blijkt. Onderwijs vormt de volwassenen van de toekomst. In 2016 heeft iedere school / ieder kindcentrum in zijn visie beschreven hoe haar aanbod inspeelt op de eisen die aan burgers in de 21e eeuw worden gesteld. De medewerkers zijn in staat om voor ieder kind aan zijn onderwijsbehoefte tegemoet te komen. Zij zijn professionals die beschikken over actuele kennis en de nodige competenties. Iedere school / ieder kindcentrum werkt stelselmatig aan de ontwikkeling van individuele medewerkers en van het team, gericht op het kunnen realiseren van eigentijds onderwijs. Samenwerking met ouders is onontbeerlijk. Het ligt op de weg van de school / het kindcentrum om vanuit haar professionaliteit die samenwerking aan te gaan en te versterken. Dat gebeurt vanuit partnerschap: school / kindcentrum en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid jegens het kind. De school / het kindcentrum betrekt ouders bij het nadenken over inhoud en vorm van het onderwijs. De school / het kindcentrum is er zich van bewust dat zij een maat-
6
schappelijke organisatie is en stelt zich als zodanig op. Zij verbindt zich met andere maatschappelijke organisaties die een rol kunnen spelen bij het opvoeden van kinderen. Er is sprake van een goede samenwerking en van uitwisseling van expertise. Hoe komen we daar? 2013 Partnerschap Het schoolse leren maakt slechts een beperkt deel uit van het leerproces van kinderen. Leren gebeurt ook in andere contexten. SSPOH zal – op bestuurlijk niveau – bestaande contacten met maatschappelijke organisaties intensiveren en nieuwe partners zoeken waarmee samenwerking relevant kan zijn. SSPOH verricht daartoe een inventarisatie van bestaande en gewenste partners. 2013 Competenties Leerkrachten komen met een basisopleiding van de opleidingsinstituten. Er is meer nodig om een volledig gekwalificeerde medewerker te zijn aan een van de SSPOH-scholen. De besturen van SSPOH stellen daar vanuit hun verantwoordelijkheid en ambitie ook eisen aan. SSPOH zal bepalen wat medewerkers aan de scholen van de SSPOH-besturen moeten kunnen en kennen om eigentijds onderwijs te realiseren. Innovatieve competenties worden benoemd en benut. De vaardigheden om educatief partnerschap met ouders te realiseren, behoren in ieder geval tot de aanvullingen. Vervolgens zorgt SSPOH dat de noodzakelijke aanvul2014 - 2015 lingen op de basisopleiding ook beschikbaar zijn. Daarbij is een rol weggelegd voor opleidingsscholen en academische basisscholen.
7
16
Visievorming 2014 - 20 De besturen van SSPOH sturen erop dat het schoolplan / kindcentrumplan een duidelijke koppeling laat zien tussen het beeld dat de school / het kindcentrum heeft van de eisen die aan een burger in de 21e eeuw worden gesteld en de wijze waarop de school / het kindcentrum er door onderwijs en opvoeding aan bijdraagt dat de leerlingen aan die eisen kunnen voldoen.
2013 Specialisatie SSPOH onderzoekt welke vormen van specialisatie nodig zijn om eigentijds onderwijs te realiseren. Onderdeel van het onderzoek is ook de vraag of het nodig is het functiegebouw aan te passen door nieuwe functies in te voeren (functiedifferentiatie), dan wel bepaalde specialistische werkzaamheden als onderdeel van bestaande functies te organiseren (taakdifferentiatie). 16
Ontwikkelingsgericht personeelsbeleid 2013 - 20 Eigentijds onderwijs kan niet zonder competent personeel. De besturen van SSPOH voeren ontwikkelingsgericht personeelsbeleid, zodat medewerkers hun handelingsrepertoire kunnen vergroten en specialistische kennis kunnen verwerven. Flexibele huisvesting 2013 - 2016 Eigentijds onderwijs vraagt om een andere fysieke omgeving. De schoolbesturen streven ernaar in ieder geval bij nieuwbouw of verbouwingen alternatieve en flexibele vormen van huisvesting te realiseren, die een diversiteit aan groeperingsvormen mogelijk maken. Scholen / kindcentra worden uitgedaagd om in relatie tot hun visie op eigentijds onderwijs, binnen de beschikbare mogelijkheden de fysieke omgeving te optimaliseren. 16
ICT, een must in het onderwijs 2013 - 20 Eigentijds onderwijs is niet denkbaar zonder daarbij ICT te betrekken. SSPOH zorgt ervoor dat de scholen / kindcentra in de formulering van hun visie ingaan op ICT en het gebruik daarvan in het onderwijs. SSPOH ontwikkelt daarnaast nieuwe doelstellingen ten aanzien van de inzet van ICT, waarbij een verbinding wordt gelegd met de ontwikkeling van kinderen en de onderwijsdoelen.
8
9
Speerpunt 2: Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg De professional, of dat nu een leraar, directeur of bestuurder is, moet bereid en in staat zijn om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn doen en laten en om daarover verantwoording af te leggen, zowel verticaal (aan zijn meerdere, zoals directeur of inspectie) als horizontaal (aan belanghebbenden, zoals ouders en collega’s). Een professional is transparant over wat hij doet, waarom hij dat doet en wat dat oplevert. Hij is in staat te reflecteren op zijn handelen en is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om dat te verbeteren. Wat voor de professional geldt, geldt ook voor een professionele organisatie. Niet alleen individuele teamleden, ook teams en bestuurders moeten zich bezighouden met kwaliteitszorg. Waar willen we naartoe?
In 2016 kunnen alle scholen / kindcentra op een deugdelijke wijze hun opbrengsten verantwoorden, zowel aan hun bestuur als aan andere belanghebbenden, zoals ouders. Het gaat niet uitsluitend om opbrengsten op het terrein van taal en rekenen, maar ook om vaardigheden die nodig zijn in de 21e eeuw: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden (21th Century Skills). In 2016 hebben de scholen / kindcentra goed functionerende kwaliteitszorg, waarmee zij in een cyclisch proces (plan-do-check-act) aantoonbaar werken aan het optimaliseren van hun kwaliteit. Ze besteden daarbij ook aandacht aan het borgen van verworvenheden. In 2016 handelen leraren, directeuren en bestuurders aantoonbaar vanuit het besef dat kwaliteit en kwaliteitszorg een intrinsiek onderdeel zijn van hun professionaliteit.
10
Hoe komen we daar? 2013 Collegiale nabijheid SSPOH richt kwaliteitskringen in, waarin professionals uit de scholen systematisch de kwaliteitszorg in de scholen verbeteren. De kwaliteitskringenzijn zo mogelijk per wijk georganiseerd; collegiale nabijheid in plaats van professionele eenzaamheid. 2013 Extra zorg, extra handen? SSPOH onderzoekt of het noodzakelijk en mogelijk is stafcapaciteit te organiseren ten behoeve van de kwaliteitszorg. 2013 Tussen- en eindopbrengsten in beeld SSPOH past de Primair Onderwijs Monitor (POM) zodanig aan dat ook de tussenopbrengsten en de eindopbrengsten van de scholen in beeld worden gebracht, in aansluiting op de toetskalender. Om de administratieve lasten te beperken, maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande informatie. 14
Meten is weten 2013 - 20 SSPOH ontwikkelt een set van indicatoren en normen om op efficiënte wijze de kwaliteit van de scholen / kindcentra te kunnen bepalen. We zoeken aansluiting bij de Vensters voor Verantwoording van de PO-Raad. 2016
Kwaliteitszorg op alle niveaus 2013 Cyclisch en kwaliteitsbewust denken en handelen beperkt zich niet tot het niveau van de leerkracht en de school / het kindcentrum. Ook de besturen werken met een kwaliteitscyclus, die ze met elkaar afstemmen. 2016
2013 Van smalle naar brede professionaliteit De SSPOH-besturen sturen nadrukkelijk op de implementatie van kwaliteitszorg op de scholen / kindcentra door de vrijblijvendheid te be-
11
perken. We leggen het eigenaarschap van kwaliteitszorg bij de professionals neer als onderdeel van professioneel denken en doen. SSPOH organiseert deskundigheidsbevordering gericht op het vervangen van smalle professionaliteit (ik heb ervoor doorgeleerd en ben daarom een autoriteit) naar brede professionaliteit (ik ben in staat en bereid aan belanghebbenden uit te leggen wat ik doe en waarom ik dat doe). We maken daarbij gebruik van de directeurendag, van kwaliteitskringen en netwerken (IB, ICT), van opleidingsscholen en de academische basisschool. 16
Plan-do-check-act: ook in projecten 2013 - 20 We passen cyclisch handelen ook toe in de projecten van de scholen / kindcentra en besturen. Ook daarin is plan-do-check-act het stramien waarop aan bevordering van kwaliteit gewerkt wordt.
Speerpunt 3: Personeel Goed onderwijs vraagt om goed en voldoende personeel. Schoolbesturen dienen permanent te werken aan de professionele ontwikkeling van al hun personeel, onderwijzend en nietonderwijzend. Daarnaast zorgen besturen voor betrokkenheid van personeelsleden door goed werkgeverschap. Waar willen we naartoe?
Alle personeelsleden beschikken over de competenties zoals die door SBL voor leraren en door de NSA voor schoolleiders zijn gedefinieerd, inclusief de REP-competenties. Alle personeelsleden zijn bekend met de vaardigheden die passen bij het onderwijs in de 21e eeuw. Zij beschikken over de competenties om kinderen deze vaardigheden bij te brengen. Medewerkers van de SSPOH-scholen zijn trots op en betrokken bij de organisatie waar zij werken. Hun werk geeft hen veel voldoening. Samenwerken in SSPOH-verband is vanzelfsprekend. SSPOH is (mede)verantwoordelijk voor de opleidingen, zowel op MBO- als op HBO-niveau. Hoe komen we daar? 2013 Versterking contacten REP-Academie en opleidingsscholen De REP-Academie en de (Academische) Opleidingsscholen hebben een rol bij het op niveau brengen en houden van de competenties van personeelsleden. De contacten met deze partijen worden geïntensiveerd om te komen tot een zo effectief mogelijke invulling van deze rol. 2013 Herijking van functies Het kindcentrum is meer dan een optelsom van de samenstellende delen met hun eigen personeelsleden. Een doelmatig functiegebouw is een noodzakelijke voorwaarde. SSPOH zal daarom het functiegebouw van het kindcentrum herijken.
12
13
2013 Startkwalificaties SSPOH benoemt de startkwalificaties voor leerkrachten aan de Bossche basisscholen, mede op basis van het rapport ‘Een goede basis’ (Commissie Meijerink) en betrekt hierbij de beleidsvoornemens van de minister van OCW. 2013 Werkplezier, trots en betrokkenheid Het verhogen van werkplezier, trots, tevredenheid en betrokkenheid vraagt om een gerichte aanpak. SSPOH ontwikkelt een plan om deze gerichte aanpak te verwezenlijken.
2016
Eén CAO voor het kindcentrum 2013 SSPOH bepleit aan landelijke overlegtafels het onder één CAO brengen van personeelsleden die in een kindcentrum werkzaam zijn. 14
20 SPW-opgeleide pedagogisch medewerkers De inzet van de SPW-opgeleide pedagogisch medewerker wordt verbreed tot het gehele kindcentrum.
14
Lesgeven… moet je doen! 2013 - 20 SSPOH bevordert dat de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar onder de aandacht wordt gebracht van leerlingen in het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld door middel van maatschappelijke stages. 2016
Hoe functioneer ik, wat kan beter? 2013 De besturen van SSPOH zullen in afstemming met elkaar de uitvoering van de gesprekkencyclus stimuleren en bewaken. Bekwaamheidsdossiers worden op orde gebracht en gehouden. 16
Beroepsregistratie 2013 - 20 De SSPOH-besturen stimuleren dat leerkrachten deelnemen aan het register voor leraren en dat directeuren deelnemen aan het NSA-register. 16
2013 - 20 Leren met en van elkaar SSPOH bevordert netwerkleren, onder andere door kenniskringen en andere (virtuele) gemeenschappen in te richten. 2016
Uitwisseling en mobiliteit 2013 SSPOH bevordert de (tijdelijke) uitwisseling van personeelsleden tussen schoolbesturen en vrijwillige mobiliteit.
14
15
Speerpunt 4: Integrale kindcentra 0 –13 Kinderen zijn het vertrekpunt. Het pedagogisch en didactisch handelen van professionals moet erop gericht zijn dat kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Voor die ontwikkeling is een veilige omgeving een belangrijke voorwaarde. De ouders zijn partners van de professional. Waar willen we naartoe?
In 2016 zijn alle scholen een kindcentrum. SSPOH realiseert kindcentra in samenwerking met de partnerorganisaties voor kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. De kindcentra hebben per wijk een dekkend aanbod ingericht voor de ondersteuning aan leerlingen. Alle kinderen bezoeken een kindcentrum. Het komt niet voor dat kinderen thuis zitten bij gebrek aan een passend (onderwijs)aanbod. De kindcentra hebben hun eigen ‘kindcentrumgids’ voor ouders, waarin het pedagogische en didactische concept duidelijk staat beschreven. Deze gids voldoet aan de wettelijke vereisten van de schoolgids. Het kindcentrum is een organisatorische eenheid zonder schotten, met één aansturing, en een flexibele en ontschotte inzet van personeel van de partners die samen het kindcentrum inrichten. Er zijn hogere opbrengsten gerealiseerd ten opzichte van 2011. Opbrengsten betreffen niet alleen cito-scores voor taal en rekenen, maar alle gebieden waarop het kindcentrum werkt aan de ontwikkeling van kinderen.
16
Hoe komen we daar? 2013 Management en organisatie kindcentra 0-13 SSPOH geeft in overleg met de partners de organisatie en het management van de kindcentra nader vorm. Eveneens in overleg met de partners worden regelingen ontwikkeld die duidelijk maken tot welke (financiële) inbreng ieder van de partners verplicht is en hoe de verantwoordelijkheden binnen de kindcentra liggen. 2013 Monitoring SSPOH richt een monitor in, waarmee men zicht krijgt op opbrengsten en processen. 2014
Functiebeschrijvingen en combinatiefuncties 2013 Het functiegebouw van de kindcentra wordt uitgewerkt door taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in functiebeschrijvingen vast te leggen. Er worden combinatiefuncties ingericht, die bijdragen aan een flexibele en ontschotte inzet van personeel in de kindcentra. 16
Planmatige professionalisering 2013 - 20 Er vindt planmatige professionalisering van het personeel plaats; trainingen en cursussen die bijdragen aan professioneel en opbrengstgericht handelen, maar ook intervisie, kenniskringen en netwerken. Het management van de kindcentra is verantwoordelijk voor de organisatie van deze professionalisering en krijgt daarbij ondersteuning van onder andere Compas en Passage/Regionaal Samenwerkingsverband. Er is een stedelijke werkgroep die borg staat voor de professionele ontwikkeling.
17
16
Hoe meer zielen… 2013 - 20 SSPOH bevordert de sociale cohesie in de wijk door de gebouwen van de kindcentra beschikbaar te stellen voor wijkactiviteiten die daaraan bijdragen. Ruimte voor 0-4 2013 - 2016 In het overleg met de gemeente over onderwijshuisvesting kiest SSPOH het uitgangspunt: in nieuwbouw moet ruimte gecreëerd worden voor kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang. 2016
Ouderbetrokkenheid 2013 De kindcentra werken planmatig aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Het doel is in partnerschap met ouders zo goed mogelijk bij de ontwikkelingsbehoefte van het kind aan te sluiten. SSPOH zoekt in dat verband samenwerking met organisaties die opvoedingsondersteuning bieden. Samenwerking met kinderopvang 2013 - 2016 SSPOH staat open voor een intensieve samenwerking met of overname van centra voor kinderdagopvang.
Speerpunt 5: Aansluiting PO–VO De overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs moet voor de leerling zo zijn vormgegeven, dat hij of zij een ononderbroken ontwikkeling kan doormaken. Daarvoor zijn doorlopende leerlijnen en een eenduidige pedagogische benadering noodzakelijk. In het recente verleden is de relatie tussen het primair en het voortgezet onderwijs verbeterd. Het is belangrijk om vervolgstappen te zetten en nog meer dezelfde taal te gaan spreken. Waar willen we naartoe?
Leerlingen kunnen een goede overgang maken van PO naar VO dankzij een effectieve (warme) overdracht.
De aansluiting van leerlijnen in het PO en VO is verbeterd en de pedagogische benadering is eenduidiger. Hoe komen we daar? 13
20 Intensivering contacten VMBO Het VO-veld is divers en niet voor alle scholen is verbetering van de aansluiting met het PO prioriteit. We richten ons in eerste instantie op die scholen waarvoor dat wel geldt. We intensiveren het contact dat we hierover al hebben met het VMBO op bestuurlijk niveau. 2013 Afstemming referentieniveaus taal en rekenen Als gevolg van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen (2010) wordt in het voortgezet onderwijs in 2013-2014 een rekentoets ingevoerd. De eerste pilots laten zien dat intensivering nodig is van het reken- en taalonderwijs in het voortgezet onderwijs. Voor optimaal onderwijsrendement zijn doorlopende leerlijnen nodig. Dat vraagt om een onderwijsinhoudelijke benadering. SSPOH neemt daartoe initiatieven.
18
19
2013 Tienercollege…? Op diverse plaatsen zijn of worden tienercolleges of puberscholen gerealiseerd; scholen voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Dat is een manier om doorlopende leerlijnen te realiseren. SSPOH vindt dit een interessante ontwikkeling en onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid om op deze manier te komen tot een meer formele koppeling van basisonderwijs en voortgezet onderwijs. 2013 - 2014
Optimalisering basisschooladvies De kwaliteit van de adviezen die de basisschool aan de leerlingen geeft over vervolgonderwijs is van groot belang. Niet alleen voor ouders en leerlingen, ook voor scholen voor voortgezet onderwijs. Zij worden immers beoordeeld op basis van gegevens over doubleren en ‘afstroom’ van leerlingen. PO en VO hebben dus beide belang bij goede adviezen. Dat belang wordt nog groter als de Cito eindtoets, zoals het voornemen is, later in het jaar wordt afgenomen zodat die in mindere mate bepalend is voor de toelating tot een vervolgopleiding. SSPOH neemt het initiatief om met het VO in overleg te treden over het optimaliseren van het basisschooladvies. Centrale vraag daarbij is: wanneer is een advies goed? 16
Organisatorische koppeling groepen 8 en onderbouw VO 2013 - 20 Elkaar beter leren kennen en begrijpen, dat kan bijvoorbeeld door een organisatorische koppeling van groep 8 met de onderbouw van het VO. Bij voorkeur op kleine schaal, met scholen die elkaars partner willen zijn. De praktijk kan betrokkenen overtuigen dat een warme overdracht meerwaarde heeft. De besturen van SSPOH maken mankracht vrij om dit planmatig vorm te geven.
Voortgang en coördinatie We hebben afspraken gemaakt over de coördinatie en het bewaken van de voortgang. Vijf ‘portefeuillehouders’ nemen het eigenaarschap van de speerpunten op zich. Speerpunt 1 - Eigentijds onderwijs: Els van der Pol Speerpunt 2 - Kwaliteit en kwaliteitszorg: Joop van Lanen Speerpunt 3 - Personeel: Titus Hoedemaker en Theo Vorstenbosch Speerpunt 4 - Integrale kindcentra 0-13: Jan Timmers Speerpunt 5 - Aansluiting PO-VO: Peter Sonnenberg In iedere SSPOH-vergadering wordt kort stilgestaan bij de voortgang van de activiteiten en worden zo nodig afspraken gemaakt. Jaarlijks wordt in een van de SSPOH-vergaderingen uitgebreid gerapporteerd over de voortgang van een van de speerpunten en wordt waar nodig bijgestuurd. De voorzitter van SSPOH bewaakt deze agendering. 1e vergadering: speerpunt 1 3e vergadering: speerpunt 2 5e vergadering: speerpunt 3 7e vergadering: speerpunt 4 8e vergadering: speerpunt 5
20
21
Investeringen Een substantieel deel van de activiteiten die we in dit strategisch beleidsplan benoemen, valt binnen de verantwoordelijkheid en het takenpakket van de bestuurders van SSPOH. Ze komen aan de orde in overleg dat zij met andere organisaties voeren of moeten gerealiseerd worden door aansturing van de eigen organisatie. De bestuurders en/ of hun stafleden moeten daarin tijd investeren. Daaraan is geen prijskaartje gehangen. Binnen de Bossche bestuurlijke infrastructuur is een aantal stichtingen ontstaan, die zich alle op een specifiek onderwerp of beleidsterrein richten. Voorbeelden daarvan zijn Stichting Edudat, Stichting Digidact en Compas. De reden om een aparte stichting in te richten is veelal van financiële aard. De stichtingen kennen eigen geldstromen, die de schoolbesturen gescheiden willen houden van de reguliere bekostiging. De besturen van deze stichting worden bemenst door (rechts)personen die ook deel uitmaken van SSPOH. SSPOH heeft zich ontwikkeld tot een overkoepelende organisatie. In de vergaderingen van SSPOH worden besluiten genomen die ook de andere stichtingen (kunnen) raken. Zo fungeert SSPOH als het beleidsorgaan van waaruit de beleidslijnen worden uitgezet die in en door middel van andere stichtingen, waaronder de schoolbesturen, worden uitgevoerd. SSPOH maakt in 2013 een overzicht van deze bestuurlijke constellatie en de geldstromen die daarin omgaan.
22
ATO-Scholenkring ‘s-Hertogenbosch Postbus 185 5240 AD Rosmalen (073) 850 77 88
[email protected] www.ato-scholenkring.nl
Basisschool De Driestroom Waalstraat 30 5215 CK ’s-Hertogenbosch (073) 613 91 58
[email protected] www.vsdedriestroom.nl
Signum Onderwijs Postbus 104 5240 AC Rosmalen (073) 850 78 50
[email protected] www.signumonderwijs.nl
Jenaplanschool Antonius Abt Oberon 17 5221 LT Engelen (073) 639 40 90
[email protected] www.antoniusabt.nl
Stichting Leijestroom Postbus 62 5260 AB Vught (073) 657 68 68
[email protected] www.leijestroom.nl
Basisschool Imam Albogari Marconistraat 82 5223 CH ’s-Hertogenbosch
[email protected] (073) 851 14 20
[email protected] www.imamalbogari.nl