Strategisch beleidsplan CBO Meilân 2015-2019
Meiinoar (samen) verantwoordelijk
Voorwoord De naam CBO Meilân staat voor bloei (de maand mei), maar ook voor meiinoar (samen/ met elkaar). CBO Meilân wil elk kind tot bloei laten komen: kansen en ruimte bieden passend bij de specifieke behoeften en hen in hun ontwikkeling begeleiden. CBO Meilân werkt aan continue ontwikkeling van de organisatie en haar medewerkers om te blijven groeien en bloeien. Bloei staat voor stralen en zichtbare uitstraling. Het thema van dit strategisch beleidsplan, samen verantwoordelijk, is gekozen omdat we in de komende jaren de focus vooral willen leggen op samen verantwoordelijk zijn voor goed onderwijs. Ieder heeft talenten en die talenten moeten we gebruiken. Dat vraagt om actie en het nemen van verantwoordelijkheid. De gelijkenis uit Mattheüs 25:14-30 vertelt daarvan. Verantwoordelijkheid doet een appèl aan iedereen: medewerkers, leidinggevenden, bestuur en toezicht, en ook leerlingen en ouders. Samen willen we zorg dragen voor het beste onderwijs voor ieder kind gebruik makend van ieders expertise en betrokkenheid. Verantwoordelijkheid geven, verantwoordelijkheid nemen en verantwoordelijkheid dragen voor de ander zijn met elkaar verbonden. Dat vraagt om vertrouwen in elkaar en dat je op elkaar kunt rekenen. Het vraagt om durf en initiatief en om iets voor elkaar te willen en kunnen betekenen. Ook de leerlingen leren we om mede verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces en voor de ander. Dit strategisch beleidsplan is daarvan een voorbeeld. De basis voor de inhoud is gelegd tijdens een tweedaagse van schooldirecteuren op Schiermonnikoog. Er zijn een aantal pijlers benoemd waarop we ons de komende jaren willen richten. Ook is er input geleverd door personeelsleden, ouders van de GMR en de leden van de Raad van Toezicht. Vanuit de eigen context heeft ieder een bijdrage geleverd. Het eigenaarschap van dit plan en het daaruit voortvloeiend schoolplan is cruciaal voor de verwezenlijking. Samen met het bestuur staan de directeuren voor de realisatie van dit plan en de indicatoren. We spreken van gedeeld leiderschap, waarbij het directieteam zich verantwoordelijk voelt voor het realiseren van dit plan. Bij het opstellen van de schoolplannen en de daaruit voortvloeiende activiteitenplannen wordt afstemming gezocht tussen scholen zodat synergie kan ontstaan in planning en uitvoering. Daar waar scholen activiteiten op elkaar hebben afgestemd wordt van en met elkaar geleerd (lerende organisatie). De planning (inhoud en tijdspad) kan pas worden gegeven wanneer bovenstaande afstemming heeft plaats gevonden. College van Bestuur Sjoerd Seffinga Geert Heerschop
2
Samenhang Strategisch beleidsplan Het strategisch beleidsplan wordt gemaakt op stichtingsniveau en beschrijft de hoofdpunten van het beleid voor alle scholen van CBO Meilân voor de periode 2015-2019 met resultaat indicatoren. Scholen zijn aanspreekbaar op deze resultaat indicatoren en zullen deze vertalen naar het eigen schoolplan. Daarnaast zijn er ook schoolspecifieke ontwikkelthema’s die op basis van ontwikkelingen en interne en externe analyses worden opgesteld. Tezamen met de gezamenlijke beleidsthema’s vormen de schoolbeleidsthema’s het schoolplan.
Monitoring van resultaten beleidsthema’s Zowel het strategisch beleidsplan als het schoolplan omvat een periode van vier jaar. Jaarlijks worden de beleidsthema’s geconcretiseerd in een jaarplanning. De jaarplanning is het instrument om de voortgang te bewaken en de resultaten te monitoren. Jaarlijks wordt op basis van die monitoring verslag gedaan van de behaalde resultaten. De volgende jaarplanning sluit aan bij de verslaggeving van de voorgaande periode waarbij de te behalen resultaten over de periode van vier jaar uitgangspunt vormen. In het hoofdstuk over dynamische strategie is aangegeven dat aanpassingen en flexibiliteit noodzakelijk zijn. Uit monitoring en door externe- en interne ontwikkelingen kunnen koerswijzigingen ontstaan, deze worden in planvorming en verslagen vastgelegd en verantwoord. Er is een samenhang tussen de planning en control op het niveau van de stichting en op het niveau van de school. De monitoring van de schooljaarplannen wordt gedaan vanuit het bestuur met de schooldirecteur. De monitoring van de jaarplannen van het bestuur wordt gevolgd door de Raad van Toezicht, waarbij de Raad van Toezicht van goede informatie wordt voorzien door bestuur of externe deskundigen. De tevredenheid van leerlingen, ouders, medewerkers en omgeving is daarbij onze belangrijkste maatstaf.
3
Schema
Strategisch Beleidsplan
Schoolplan
Jaarverslag
Jaarplan
Schooljaarplan Jaarverslag
Jaarplan
Jaarverslag
Jaarplan
Schooljaarplan Jaarverslag
Schoolgids
Jaarplan
Schoolgids
Borgings- en uitvoeringsdocumenten: Zorgplan, handboek kwaliteitszorg, handboek personeelsbeleid, protocollen, etc.
Missie: entijds, ig e , d n ie e o B “ onderwijs.” rd e e ir p s ïn e christelijk g
4
Visie De visie maakt duidelijk wat we samen als CBO Meilân willen bereiken. De scholen van CBO Meilân zijn herkenbaar aan: - Boeiend onderwijs in een inspirerende en uitdagende leeromgeving. - Eigentijds onderwijs in belangrijke mate ondersteund door ICT. - Christelijk geïnspireerd onderwijs1 met expliciet aandacht voor andere levensbeschouwingen en leefwijzen. - Welbevinden en welzijn van kinderen en medewerkers. - Meer dan gemiddelde onderwijsresultaten. - Adaptief onderwijs. - Ambitie en innovatieve projecten. - Deskundige medewerkers, die zich continu ontwikkelen. - Gemotiveerde, gepassioneerde medewerkers, die zich samen verantwoordelijk voelen. - Medewerkers die in staat zijn om op basis van onderzoek en analyse continu te werken aan het best passende onderwijs voor elk kind. - Partnerschap van ouders en leerkrachten in opvoeding en onderwijs. - Fysieke en sociale veiligheid. - Deelname met partners in Kindcentra. - Positief imago door onderwijskwaliteit, betrouwbaarheid, heldere communicatie, moderne leermiddelen en functionele gebouwen. - Krachtige sturing op een lerende organisatie die zich richt op kennisdeling. - Inzet van ieders competenties, capaciteiten, talenten en vaardigheden.
1. In periode 2015/2019 verwachten we dat samenwerking met scholen van andere denominaties vorm gaat krijgen. CBO Meilân heeft daarbij als uitgangspunt gekozen voor de vormgeving van een samenlevingsschool of ontmoetingsschool met integrale inbedding van levensbeschouwingen waaronder vanuit onze inbreng de christelijke levensbeschouwing.
5
Pijlers strategisch beleid voor de periode 2015-2019 Op basis van verkenningen zijn we tot een aantal pijlers gekomen waarop de focus ligt. Deze thema’s zijn nader uitgewerkt met een aantal prestatie indicatoren zodat in de planning en control cyclus daarop kan worden teruggegrepen. Alle scholen van CBO Meilân werken vanuit de eigen context en verbinden zich aan de indicatoren genoemd in deze thema’s. Dat maken ze duidelijk in het schoolplan voor de periode 2015-2019. Scholen zijn daardoor verschillend in de uitvoering van de hoofdthema’s maar zijn aanspreekbaar op de indicatoren uit dit strategisch beleidsplan.
SAMEN VERANTWOORDELIJK en ONZE SPEERPUNTEN voor 2015-2019 Christelijk geïnspireerd Onderwijs - Samen verantwoordelijk voor zichtbaar christelijk geïnspireerd onderwijs in onze scholen. - Samen verantwoordelijk voor vormgeving van brede identiteit. Wanneer scholen samengaan met andere denominaties willen we o.a. de christelijke identiteit opnemen in deze brede identiteit. Partnerschap - Medewerkers en ouders zijn samen verantwoordelijk voor opvoeding en onderwijs van het kind. - Ouders en team zijn verantwoordelijke gesprekspartners over koers en organisatie van de eigen school. Boeiend en eigentijds onderwijs - Medewerkers zijn samen verantwoordelijk als ontwerpers van boeiend, uitdagend onderwijs dat leerlingen prikkelt en aanzet tot intrinsieke motivatie en een natuurlijke leerhouding. - Medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor de keuzes van methoden, hulpmiddelen, werkwijzen en innovatie die aansluiten bij de nieuwe ontwikkelingen. - Medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor een passend aanbod en talentontwikkeling. Geluk: welzijn en welbevinden - Medewerkers dragen samen zorg voor een goed pedagogisch klimaat. - Collega’s, ouders en kinderen zijn mede verantwoordelijk voor een goed pedagogisch klimaat door feedback te geven aan de leerkracht. - Bestuur en leidinggevenden zijn samen verantwoordelijk voor een goed werkklimaat voor medewerkers.
6
Deskundige medewerkers - Medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun eigen professionele ontwikkeling om duurzaam werkzaam te kunnen zijn en blijven in het onderwijs. Goed bestuur - Bestuur is eindverantwoordelijk voor de gehele organisatie maar kan dat niet alleen. Het is daarom noodzakelijk dat een ieder op zijn eigen plaats/ positie ook verantwoordelijkheid krijgt/neemt. - Verantwoordelijkheid daar waar mogelijk zo laag mogelijk in de organisatie beleggen, gebruikmakend van expertise en direct betrokkenheid en oog hebbend voor efficiency. - Leidinggevenden en bestuur zijn samen verantwoordelijk voor aansturing facilitering, monitoring, controle en (bij)sturing. School en omgeving - Samen verantwoordelijk voor het leggen van verbindingen met andere scholen en organisaties om te komen tot Kindcentra met meerwaarde voor een rijke omgeving voor de kinderen. - Samen zoeken naar oplossingen voor krimpgebieden.
7
Uitwerking van de pijlers strategisch beleid Christelijk geïnspireerd onderwijs CBO Meilân staat voor bijzonder (christelijk) onderwijs, geïnspireerd op de Bijbel en geworteld in de christelijke traditie en daaraan verbonden normen en waarden. CBO Meilân geeft vanuit de basis van de christelijke traditie, vorm en inhoud aan een levensbeschouwelijke identiteit, waar ruimte en aandacht is voor verschillende opvattingen. Wij willen het onderwijs zo vormgeven dat kinderen nadenken over zichzelf, de ander en de verhouding tot de ander. Vanuit de Bijbel als bron wil de stichting de kinderen op de scholen onderwijzen, vertellen, begeleiden en relaties leggen, want geloven heeft alles te maken met het leven van alle dag. Strategische uitspraken a. Levensbeschouwing is gericht op “waardenvolle” ontwikkeling van kinderen. b. We kiezen voor het integratiemodel waarbij alle kinderen, ieder met zijn/haar eigen achtergrond, deelnemen en inbreng hebben. c. We zoeken een balans tussen, denken, voelen en doen (hoofd, hart en handen). d. Identiteit is een essentieel onderdeel van het totale onderwijsproces. Aspecten 1. Inspiratie en bezinning. 2. Kennis en vaardigheden. Indicatoren CBO Meilân a. Biedt jaarlijks inspiratie- en bezinningsbijeenkomsten voor schooldirecteuren en leerkrachten. b. Organiseert jaarlijks scholingsbijeenkomsten voor schooldirecteuren en leerkrachten om kennis en vaardigheden te verbreden. c. Kiest bij samenwerking met openbaar onderwijs voor integrale vormgeving van identiteit waarbij duidelijk herkenbaar vorm wordt gegeven aan strategische uitspraken. De school a. Heeft een visie op Christelijk geïnspireerd onderwijs nader uitgewerkt in concrete activiteiten en gedragingen en betrekt zo mogelijk ouders daarbij. b. Heeft minimaal eens per twee jaar (of samen met andere scholen) een inspiratie bezinningsbijeenkomst waarbij eigen levensvragen en de professionele rol als leerkracht op een christelijke school centraal staan. c. Reflecteert over de wijze waarop Christelijke geïnspireerd onderwijs vorm krijgt en zichtbaar is in en buiten de school en anticipeert daarop. d. Heeft leerkrachten die vaardig zijn in het voeren en leiden van filosofische gesprekken.
8
De leerkracht a. Werkt vanuit de visie van de school en geeft vorm aan Christelijk geïnspireerd Onderwijs; b. Beschikt over kennis en vaardigheden die nodig zijn om daar vorm en inhoud aan te geven en verdiept/bekwaamt zich daarin. De leerkracht competenties: - Hij/zij kent de Bijbelverhalen en kan betekenis geven aan Bijbelverhalen én verhalen uit andere levensbeschouwelijke tradities. - Hij/zij heeft een open en respectvolle houding naar anderen en afwijkende meningen. - Hij/zij beschikt over verteltechnieken en begeleidt kinderen bij gesprekken over geloof, levensbeschouwing(en) en zingeving.
Partnerschap In de hedendaagse autoritatieve2 samenleving wordt door overleg gezocht naar consensus. Afstemming, met elkaar meebewegen en samenwerken zijn begrippen die zorgen voor harmonie en een goede basis voor ontwikkeling. Ouders zijn expert van hun kind en leerkrachten expert in onderwijs. Een goede samenwerking tussen deze partijen draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Vanuit dit tijdsbeeld zijn leerkrachten en ouders dan ook partners. Ze hebben een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de schoolontwikkeling van het kind. We verbinden ons aan deze missie en werken op elke school aan partnerschap. We stellen ons voortdurend de vragen: - Hoe bouwen we aan relatie en geven we vorm aan gelijkwaardigheid? - Wat hebben we nodig om een cultuur te bouwen waarin ouders optimaal worden meegenomen ten gunste van de ontwikkeling van de kinderen? Strategische uitspraak: a. Een goede samenwerking tussen ouders en leerkrachten draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. b. Ouders en leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. Aspecten 1. Ouderpartnerschap en ouderbetrokkenheid 2. Communicatie
2. Een autoritatieve opvoeding is een opvoedingsstijl die zowel betrokken, begripvol en accepterend als controlerend, veeleisend en gezaghebbend is tegenover het kind. Deze stijl van opvoeden stelt redelijke grenzen, geeft uitleg, toont begrip en doet al deze dingen met gezag.
9
Indicatoren CBO Meilân a. Heeft middels onderzoek zicht op ouder/leerkracht tevredenheid inzake samenwerking tussen ouders en leerkrachten op alle scholen en stuurt in samenspraak met de schooldirectie op de resultaten. b. Heeft door middel van onderzoek zicht op de effectiviteit van de communicatie tussen de school en de ouders en stuurt in samenspraak met de schooldirectie op de resultaten. c. Betrekt stakeholders bij evalueren van beleidskeuzes. d. Betrekt belanghebbenden (stakeholders) bij strategische keuzes zoals samenwerking tussen scholen. De school a. Heeft een visie op partnerschap in de school, deze wordt nader uitgewerkt in activiteiten en gedragingen. b. Heeft een cultuur waar: - Ouders welkom zijn. - Leerkrachten toegankelijk zijn, zodat de ouder zijn verhaal kwijt kan. - Beslissingen over kinderen worden genomen op basis van gelijkwaardigheid. - Ouders en leerkrachten samen verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind. - Een open communicatie is, waarbij respectvol met elkaar wordt omgegaan. - Sprake is van wederzijdse betrokkenheid. - Kinderen betrokken worden bij hun ontwikkelingen en (deels) aanwezig zijn bij de gesprekken met de ouders. - Voldoende contact momenten zijn met de ouders. - De ouders adequaat worden geïnformeerd over de resultaten van de kinderen, zodat ze goed op de hoogte zijn. - Zodra de ontwikkeling van het kind niet goed verloopt de leerkracht proactief contacten initieert. - In de jaarplanning rekening wordt gehouden met de situatie van ouders. - Voldoende mogelijkheden zijn voor inspraak. c. Heeft een ouderpanel en een leerlingenraad. d. Evalueert jaarlijks de vormgeving van ouderbetrokkenheid en partnerschap. Betrokken worden team, MR ouderpanel en mogelijk subgroepen. e. Heeft de competenties van leerkrachten die nodig zijn voor partnerschap in beeld en stuurt op ontwikkeling van competenties. De leerkracht a. Beschikt over benodigde competenties en geeft vorm aan partnerschap zoals deze door de school wordt vorm gegeven (zie indicatoren school – “de school heeft een cultuur waar…”.
10
Boeiend en Eigentijds onderwijs CBO Meilân staat voor eigentijds en boeiend onderwijs. Door gericht te zijn op de toekomst en de vraag naar verandering van leerprocessen, door de snelle technologische veranderingen, hebben we een innovatieve houding. Strategische uitspraken a. Het kind en zijn ontwikkeling staan centraal! b. Basisvaardigheden taal/lezen en rekenen zijn essentieel voor het kunnen functioneren in de huidige en toekomstig maatschappij. c. Ons onderwijskundig klimaat kenmerkt zich door waarden, verwondering en betrokkenheid waarbij samenwerking en sociale vorming belangrijk zijn. d. Ons onderwijs is gericht op verschillen in leerstijlen. We moeten kinderen zelfstandigheid, creativiteit en flexibiliteit leren om in de toekomstige maatschappij te kunnen functioneren. e. We maken gebruik van de nieuwe generatie leermiddelen om adaptief te kunnen werken en in te spelen op onderwijsbehoeften en talenten van leerlingen. Aspecten 1. 21 century skills: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ict geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden en samenwerken. 2. Basisvaardigheden en talentontwikkeling. 3. Ondernemende, onderzoekende medewerkers die in een lerende organisatie mede verantwoordelijkheid dragen voor het beleid.
11
Indicatoren CBO Meilân a. Monitort de resultaten van de basisvaardigheden van de leerlingen van iedere school en stuurt daarop in samenspraak met de schooldirecteur (kwaliteitsbewaking). b. Monitort het beleid van iedere school en stuurt in samenspraak met de schooldirecteur op processen en de hierna aangegeven resultaten (school/leerkracht). c.Participeert in een ICT IXperium om medewerkers continu op de hoogte te houden van ICT ontwikkelingen en mogelijkheden en hen daarmee laten werken/oefenen. d.Stelt middelen beschikbaar voor ontwikkeling van boeiend en eigentijds onderwijs. De school a. Heeft beleid waarin duidelijk wordt aangegeven op welke wijze vorm wordt gegeven aan gepersonaliseerd leren doormiddel van ICT en samen leren. De toepassingen hiervan zijn duidelijk zichtbaar in de praktijk. b. Heeft de 21 century skills opgenomen in het curriculum. De toepassingen hiervan zijn zichtbaar in de praktijk. c. Heeft voor leerlingen een passend onderwijsaanbod gerealiseerd met aandacht voor talentontwikkeling en toptalenten. d. Betrekt de leerlingen bij en maakt hen mede eigenaar van hun leerproces; e. Zorgt voor een omgeving waarin elk kind werkt in een persoonlijke digitale leeromgeving. f. Zet ICT in als hulpmiddel om een gedifferentieerd aanbod te kunnen bieden en als ondersteuning bij administratieve- en analyse processen voor leerlingenbegeleiding. De leerkracht a. Kan werken met nieuwe ICT toepassingen. b. Werkt opbrengst gericht en vanuit doelen, laat kinderen oefenen in samenwerken en samen leren. c. Sluit aan bij de verschillende leerstijlen en de talenten (mogelijkheden) van ieder kind. d. Geeft onderwijs op maat (en kan een passend aanbod bieden voor zijn leerlingen). e. Laat kinderen leren en werken aan hun talenten. f. Houdt rekening met voorkennis van leerlingen omdat kinderen veel informeel leren en speelt en daarop in. g. Boeit kinderen (zijn betrokken) en laat hen mede eigenaar zijn van hun leerproces; h. Is gekwalificeerd voor eigentijds onderwijs en werkt daarom continu aan eigen ontwikkeling. g. Heeft voldoende ICT-basisvaardigheden hebben om deze in hun lespraktijk in kunnen zetten. i. Werkt groep-doorbrekend waar dit meerwaarde heeft. j. Leert kinderen zelfstandig werken. k. Creëert een zichtbare rijke leeromgeving. l. Werkt met eigentijdse werkvormen, methoden & materialen.
12
Geluk Scholen van CBO Meilân hechten grote waarde aan het welzijn en welbevinden van de kinderen en de leerkrachten. Kinderen en leerkrachten komen het beste tot hun recht als: - Ze zich veilig voelen. - Ze zich gewaardeerd voelen - Ze mogen zijn zoals ze zijn. - Ze merken dat ze serieus genomen worden. Scholen van CBO Meilân vinden het belangrijk dat de kinderen met plezier naar school gaan. Aspecten 1. Pedagogisch klimaat. 2. Werkplezier (uitdaging/verantwoordelijk zijn/groei/waardering/werkdruk). Strategische uitspraken: a. Het pedagogisch klimaat op school/ in de groep is een voorwaarde voor het welbevinden van leerlingen. b. Een sociaal veilige, gezonde werkomgeving is een voorwaarde voor zowel leerlingen als medewerkers. c. Een open, respectvolle en gelijkwaardige communicatie is wezenlijk voor een ieder die onderdeel uitmaakt van de schoolorganisatie. d. (Mede) verantwoordelijk zijn voor eigen werk en ontwikkeling is belangrijk. Indicatoren CBO Meilân a. Monitort het pedagogisch klimaat van iedere school door middel van onderzoek (audits) en stuurt samen met de schooldirecteur op bevindingen en verbeteringen. b. Heeft een sociaal netwerk rondom de school mede vorm gegeven om adequaat problematieken waar kinderen de dupe zijn (of dreigen te worden) op te kunnen vangen. c. Heeft HRM beleid dat gemoderniseerd is met aandacht voor professionalisering en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. d. Schenkt in het HRM beleid jaarlijks aandacht aan ervaren werkdruk en inzetbaarheid. Op basis van nieuwe CAO afspraken (juni 2014) worden afspraken gemaakt over taakbelasting en werktijden. De school a. Evalueert jaarlijks, zo nodig vaker, het pedagogisch klimaat (beschreven in schoolplan) dat indien nodig wordt aangepast. b. Besteedt tijdens elk groepsbezoek expliciet aandacht aan het pedagogisch klimaat in de groep en wordt besproken met de leerkracht(en).
13
c. Vraag in de tevredenheidsonderzoeken (leerlingen, ouders en leerkrachten) specifiek aandacht voor het welzijn en welbevinden. De resultaten worden met alle betrokkenen besproken en zo mogelijk wordt actie ondernomen om welzijn en welbevinden te verbeteren. d. Heeft duidelijke omgangsregels opgesteld, deze worden gecommuniceerd met de leerlingen en de ouders en regelmatig geëvalueerd. e. Heeft een sociaal veilig schoolklimaat met een heldere aanpak. f. Heeft een leerlingvolgsysteem t.b.v. sociaal-emotionele ontwikkeling. g. De leidinggevende laat medewerkers groeien in ontwikkeling en geeft hen waardering en verantwoordelijkheid. De leerkracht a. Voert individuele gesprekken met de leerlingen over welzijn en welbevinden. b. Heeft zicht op de sociale verhoudingen in de groep (sociogram). c. Geeft in oudercontacten expliciet aandacht aan welzijn en welbevinden van de leerlingen. d. Spreekt leerlingen op een positieve manier aan op gedrag en omgang met elkaar.
14
School en omgeving De school maakt onderdeel uit van de omgeving en er zijn veel verbindingen met andere organisaties. CBO Meilân wil die verbindingen uitbreiden en versterken. Krimp zorgt voor kleiner wordende scholen waardoor de kwaliteit en bekostiging onder druk komt te staan. CBO Meilân wil daar waar nodig samenwerking tussen scholen bevorderen om pro-actief te anticiperen. Aspecten 1. Samenwerken met meerwaarde. 2. Verbinden en kwaliteitsversterking. 3. De gevolgen van krimp. Strategische uitspraken krimp a. Onderwijskwaliteit is afhankelijk van het te realiseren onderwijsaanbod en sociale omgeving: - Voldoende deskundigheid binnen het kleine schoolteam. - Kinderen moeten klasgenoten hebben om samen te kunnen leren/spelen. - Voldoende expertise om kinderen een passend aanbod te bieden. - Een rijke leeromgeving waarin kinderen hun talenten kunnen ontwikkelen. - Voldoende mogelijkheden voor voorschoolse periode en buitenschoolse opvang en activiteiten. b. Indien onderwijskwaliteit en bedrijfsvoering onder druk komen te staan wil CBO Meilân door samenwerking zoeken naar passende oplossingen. Indicatoren CBO Meilân a. Heeft de integratie van onderwijs en andere voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar vorm gegeven binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving. b. Werkt samen met kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen, zorg- en begeleidingsinstellingen en andere partners op basis van een intentie overeenkomst, om ervoor te zorgen dat elk kind zich kan ontwikkelen zowel in- als buiten de school. c. Heeft in 2017 op lokaal niveau afspraken gemaakt met als uitgangspunt het versterken van het buitenschools aanbod en bewegingsonderwijs. d. Werkt samen met scholen voor PO en VO onderwijs in de regio waarbij de doorgaande lijn middels gepersonaliseerd leren wordt gerealiseerd. e. Heeft samen met de stakeholders, ouders, teams en (dorps) Gemeenschap, in het kader van krimp een overleg gevoerd over de toekomst van het onderwijs in dorp en/of regio. In deze planperiode geldt dat in ieder geval voor de scholen in Terkaple, Oosterzee en Echtenerbrug. f. Heeft strategische uitspraken omgezet in concreet beleid. g. Heeft samen met collega schoolbesturen en de gemeentes een lange termijn perspectief opgesteld voor de spreiding van onderwijsvoorzieningen in de regio.
15
h. Draagt bij fusie van scholen zorg voor een onderwijsaanbod waarin de christelijke levensbeschouwing een belangrijke plaats krijgt en de school een eigen nieuwe identiteit. i. Heeft het formatiebeleid en personeelsbeleid aangepast aan een krimpende organisatie. De school a. Heeft een goede overdracht van gegevens van en naar de basisschool. (Kinderen van respectievelijk peuteropvang naar de basisschool en van de basisschool naar het Voortgezet Onderwijs). De informatie moet duidelijk zijn. b. Heeft een goede samenwerking met expertise centra in de regio om Passend Onderwijs te kunnen bieden voor ieder kind. c. Is direct betrokken bij gesprekken over samenwerking in hun regio.
16
Professionele medewerkers Voorwaarden voor de kwaliteit van het onderwijs op een school zijn: - Deskundige medewerkers met passie voor het vak en warme betrokkenheid naar de leerling. - Een goed werkend kwaliteitsmodel met een kwaliteitscyclus. CBO Meilân wil middels professionalisering beide aspecten continu ontwikkelen. Aspecten 1. Duurzame ontwikkeling. 2. Deskundige medewerkers. 3. Kwaliteitscyclus als eigen ontwikkel en verantwoordingsinstrument. 4. Aanname beleid. Indicatoren CBO Meilân a. Neemt in het HRM beleid op dat leraren worden opgeleid, dan wel worden aangenomen, die een onderzoekende vaardigheid hebben. We willen deze onderzoekende houding o.a. met het project “Onderwijs 21” vorm gaan geven. De resultaten moeten leiden tot zichtbare versterking/verbetering van ons onderwijs. b. Geeft deze leraren een positie binnen de schoolorganisatie waarin ze hun vaardigheden en talenten kunnen benutten en waardoor de kwaliteitscyclus verrijkt wordt (NOA)3. c. Heeft op bestuurs- en schoolniveau in 2017 een planmatige cyclus van kwaliteitszorg, op basis van een eigen jaarlijkse zelfevaluatie (NOA). d. CBO Meilân legt in haar beleid vast dat alle startende leerkrachten binnen drie jaar basis bekwaam moeten zijn en dat alle leerkrachten vanaf schaal La8 in 2019 de differentiatievaardigheden beheersen en vakbekwaam4 zijn (NOA). In scholing en begeleiding wordt daarop gestuurd. e. Zorgt voor planmatige begeleiding van elke startende leerkracht, op basis van een jaarlijkse vaardigheidsmeting. f. Maakt in het HRM beleid gebruik van een gevalideerd instrument waarmee de didactische vaardigheden van leerkrachten in beeld worden gebracht. g. Heeft in 2020 leraren waarvan 30% een WO-bachelor of een hbo/universitaire master heeft afgerond (NOA). h. Neemt in het HRM beleid het opleidingsbeleid op waarbij aandacht is voor inzetbaarheid van hoger opgeleiden in de scholen, eventueel gekoppeld aan functiedifferentiatie (NOA).
3. NOA Nationaal Onderwijs Akkoord 4. Leraren voldoen hieraan binnen zeven jaar (CAO) nadat zij als leraar gestart zijn.
17
De school a. Werkt met een gesprekkencyclus. b. Heeft de competenties van de leerkrachten beschreven en gescreend. c. Selecteert en werft personeelsleden die een goede bijdrage kunnen en willen leveren aan de realisatie van de pijlers van het beleid. De schooldirecteur a. Werkt continu aan het onderhoud van hun bekwaamheid en staan geregistreerd in het schoolleidersregister PO (NOA). b. Voldoet aan de registratie eisen: een afgeronde schoolleidersopleiding of een vergelijkbaar kennis- en vaardigheidsniveau. De leerkracht a. Werkt planmatig aan zijn/haar ontwikkeling. b. Heeft een actieve rol in de gesprekken cyclus. c. Heeft inzicht in eigen competenties. d. Heeft een onderzoekende houding.
18
Goed bestuur CBO Meilân heeft een goed functionerend en deskundig College van Bestuur nodig om sturing en leiding te kunnen geven aan de organisatie en de schooldirecteuren. In verband met pensionering van de huidige bestuurders in de planperiode 2015-2019 zal de Raad van Toezicht moeten besluiten over de toekomstige invulling en taakverdeling van het College van Bestuur. Aspecten 1. Bestuur en stafbureau in de toekomst. 2. Communicatie met stakeholders. 3. Planning en controll op inhoud. Indicatoren Bestuur CBO Meilân a. De communicatie met stakeholders is structureel vorm gegeven en vastgelegd in een notitie. b. Voert in 2017 een integraal beleid waarin ze stuurt op onderwijskwaliteit en waar ze het financieel management en het HRM beleid op afstemmen. Raad van Toezicht a. De Raad van Toezicht laat onderzoek doen naar de invulling van het College van Bestuur passend bij de toekomst van de organisatie. b. De Raad van Toezicht benoemt naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek een lid(leden) van het College van Bestuur. c. Het College van Bestuur benoemt indien nodig stafleden.
19