Strategisch Beleidsplan 2015 Oktober 2014
De inzet van het Strategisch Beleidsplan is om vanuit onze identiteit en visie te werken aan de voortdurende zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs en de zorg voor onze leerlingen en medewerkers. De beleidsmatige en financiële vertaling daarvan vinden we terug in de beleidsplannen en bijbehorende begrotingen van de locaties. Voor dit strategisch beleidsplan is inhoudelijk aansluiting gezocht bij het nieuwe Sectorakkoord VO 2014-2017. Het sectorakkoord heeft als motto: Klaar voor de toekomst! Samen werken aan onderwijskwaliteit. Met het nieuwe sectorakkoord vervalt het bestuursakkoord 2011-2015. Het toekomstbestendig maken van het voortgezet onderwijs en het beter kunnen inspelen op de verschillende talenten van jongeren zijn de belangrijkste opgaven voor het voortgezet onderwijs. In mei 2014 heeft het MT een plan van aanpak strategisch beleidsplan 2015 vastgesteld. In dit plan van aanpak wordt het toekomstbestendig maken van het onderwijs op Pantarijn vertaald aan de hand van ambities. Iedere ambitie is door de “kartrekkers”, in consultatie en participatie, verder uitgewerkt. Eind september zijn de resultaten verwerkt in het voorliggende Strategisch Beleidsplan 2015. De uitwerking van alle ambities hebben een looptijd van langer dan 1 jaar, en dus zal de uitwerking van de ambities doorlopen, en onderdeel vormen van het Schoolplan 2016-2019. De hoofdpunten uit het Strategisch Beleidsplan voor 2015 zijn hieronder vermeld. Ambitie 1. Uitdagend onderwijs voor elke leerling Goed onderwijs is onderwijs dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen en waarin leerlingen op hun niveau zinvol worden uitgedaagd en een zo goed mogelijk leerresultaat bereiken. De invoering van passend onderwijs en de vraag om aandacht voor talentontwikkeling vragen om een meer gevarieerd aanbod in de klas en in de school. Alle leerlingen moeten aanspraak kunnen maken op zinvol en uitdagend onderwijs waarbij hun talenten worden aangesproken en hun interesse wordt gewekt. Leerlingen willen zich in het onderwijs uitgedaagd voelen. De leerling volgt nog vaak de structuur, terwijl de structuur de leerling zou moeten volgen. Pantarijn richt zich op het bieden van uitdagend onderwijs voor elke leerling en streeft er naar dat maatwerk en meer gepersonaliseerd leren voor alle leerlingen mogelijk wordt. Voor het uitwerken van deze ambitie kan worden aangesloten bij het in maart 2014 door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geschreven Plan van Aanpak (top)talenten 2014-2018. Hij stelt dat het onderwijs een opdracht heeft om alle leerlingen het beste onderwijs te bieden, niet alleen aan leerlingen met (risico op) achterstand, maar ook aan leerlingen die juist meer in hun mars hebben. Hij doet daarbij onderstaande handreikingen: - naar onderwijs dat meer uitdaagt, door flexibeler organiseren van het onderwijs, en bv. talentenprogramma’s, talentcoördinatoren, etc. - Er komen in het VO meer mogelijkheden voor leerlingen om vakken op een hoger niveau te volgen.
-
Extra activiteiten voor toptalenten, zoals lessen in het vervolgonderwijs of opdrachten bij bedrijven, moeten mee kunnen tellen als onderwijstijd. In het VO moeten leerlingen vakken makkelijker eerder kunnen afsluiten, als zij daartoe in staat zijn. De tijd die vrijkomt kunnen zij besteden aan nieuwe uitdagingen. In het VMBO bestaan experimenten met vakmanschaps- en technologieroutes, die leerlingen versneld door het onderwijs heen leiden. In het HAVO en VWO kan alleen op individuele basis afgeweken worden van de onderwijsduur. De inzet van ICT stelt scholen in staat hun onderwijs veel flexibeler te organiseren en lesstof veel meer op de individuele leerling toe te snijden. naar onderwijs waarin bijzondere prestaties meer lonen. In het VO wordt het mogelijk dat scholen het diploma en de cijferlijst verrijken met vermeldingen van bijzondere prestaties: vermeldingen van het afronden van een of meer vakken op een hoger niveau, de deelname aan extra activiteiten, wedstrijden of talentenprogramma’s. Analoog naar het HO kunnen leerlingen met hoge cijfers in het VO een formele aantekening op het diploma krijgen. Een gemiddeld examenresultaat van een 8 of hoger ontvangt een judicium cum laude. Met het bedrijfsleven kunnen afspraken worden gemaakt over het beschikbaar stellen van beurzen voor toptalenten in het VO. Het Techniekpact werkt aan de vaardigheden van leraren in techniekonderwijs. Het onderwijskundig rapport moet informatie gaan bevatten over de talentontwikkeling en de onderwijsbehoefte van toptalenten, zodat middelbare scholen een startpunt hebben voor maatwerk voor individuele toptalenten. Regionale talentnetwerken worden opgericht. De Inspectie past de toezichtkaders voor VO aan. Via die aanpassing wordt heel duidelijk gemaakt dat iedere school hoort te zorgen voor onderwijs op maat, ook voor toptalenten. De Inspectie zal hieraan ook in haar rapportages meer aandacht besteden.
Startopbrengst kartrekkers Ons motto ‘ontdek je talent’ past goed bij uitdagend onderwijs. Een doelstelling van competentiegericht leren op Pantarijn kan zijn; uit een leerling halen wat erin zit. Gepersonaliseerd leren vraagt om keuzes. In de uitwerking is maatwerk nodig, oftewel individualiseren van het onderwijs. Uitdagend onderwijs heeft een relatie met activerende didactiek en met differentiëren (verschillende niveaus in de klas). Maak uitdagend onderwijs een vast agendapunt. Gebruik dat agendapunt als toetssteen. Twee sporen. Wat in je basisprogramma en wat in het extra programma Pantarijn. Maak kaders. Voor het lange termijn traject is een stip op de horizon nodig. Uitdagend onderwijs voor elke leerling betekent dat je leerlingen er continue moet bij blijven betrekken. Idee is om de knelpuntenregio leerlingen te laten interviewen over de vraag; hoe wil je dat het onderwijs eruit ziet. De betrokkenheid van leerlingen, en het luisteren naar leerlingen, kan verder worden vormgegeven door per locatie een klankbordgroep te hebben. Het moet voor een leerling niet vrijblijvend zijn, het moet wel waarde of status hebben. Ook het luisteren en de betrokkenheid van ouders is belangrijk. Je
zou voor ouders 1 keer per jaar een thema avond kunnen organiseren. Voor de ouders van PrO leerlingen en in Rhenen en Kesteren zou je een andere vorm moeten bedenken. Ambitie 2. Eigentijdse voorzieningen De maatschappelijke vraag aan het onderwijs verandert. Doordat de technologische drempel lager wordt en marktpartijen hierop inspelen, komen steeds meer digitale faciliteiten en digitaal leermateriaal beschikbaar. Deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe mogelijkheden én nieuwe vraagstukken voor het onderwijs. Nieuwe technologische mogelijkheden vragen een goed samenspel met pedagogische en didactische uitgangspunten van scholen en docenten. Pantarijn gaat de mogelijkheden die ICT biedt beter benutten en werken aan het eigentijdser maken van de voorzieningen in het onderwijs. ICT is daarbij geen doel, maar een middel om gepersonaliseerd leren te ondersteunen en meer maatwerk in het voortgezet onderwijs te realiseren. ICT kan er – mits op een goede manier ingezet en in aanvulling op bestaande middelen – aan bijdragen dat leerlingen op hun eigen manier en in hun eigen tempo kunnen leren. Deze ambitie vraagt wellicht om meer en betere ICT-faciliteiten (ICT-infrastructuur, devices), adequaat gepersonaliseerd leermateriaal dat individuele leerroutes faciliteert (leermiddelenbeleid), meer mogelijkheden voor adaptief toetsen (toetsbeleid) en meer draagvlak en expertise onder docenten. Startopbrengst kartrekkers: Uitgangspunt moet steeds zijn het onderwijs. Het begint dus met een onderwijsvisie. Dit moet per locatie (management) worden opgepakt en uitgewerkt en kan uiteraard per locatie anders zijn. Differentiatie in het onderwijs is noodzakelijk (binnen VMBO Wageningen bijvoorbeeld wordt gewerkt met 3 niveaus in een groep) en men ziet ook dat ICT hierin een belangrijke rol kan vervullen. De opdracht die vakgroepen / afdelingen krijgen is ‘hoe kan ICT jouw / het onderwijs verbeteren’. Docenten moeten worden uitgedaagd en gefaciliteerd om verder te kijken. Haal docenten uit hun comfortzone, breng ze in contact met nieuwe mogelijkheden: VO content, SharePoint, 365 office, mogelijkheden van de devices. Als dit duidelijk is, is de volgende stap BYOD. Ambitie 3. Brede vorming voor alle leerlingen Goed onderwijs is onderwijs dat zich richt op het individu én de maatschappij. Het voortgezet onderwijs bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt, maar het voortgezet onderwijs bereidt leerlingen ook voor op de maatschappij en draagt bij aan de persoonlijke vorming van leerlingen. Goed onderwijs speelt een belangrijke rol in de sociale ontwikkeling van jongeren: de overdracht van waarden, normen en gedragingen. Dit betekent dat er in het onderwijs niet alleen aandacht is voor de cognitieve en beroepsgerichte vaardigheden, maar dat het onderwijs ook gericht is op de persoonlijke en maatschappelijke vorming: de ontwikkeling van leerlingen als persoon, als actief deelnemer in de maatschappij, kortom als zelfbewuste en verantwoordelijke burgers.
Om zichtbaar te maken op welke manier leerlingen gewerkt hebben aan een brede voorbereiding op hun toekomst en welke resultaten ze hierbij geboekt hebben, gaat Pantarijn leerlingen een plusdocument meegeven. Het plusdocument vervult verschillende doelen. Voor het vervolgonderwijs vormt het plusdocument samen met het diploma en de cijferlijst het vertrekpunt. Voor de leerlingen is dit persoonlijke profiel de start van een CV waaraan ze in hun vervolgopleiding en loopbaan verder kunnen werken. Het is een persoonlijk document waarop succesvol afgeronde (talent)programma’s, stagevaardigheden en specifieke vaardigheden van de leerling op het gebied van bijvoorbeeld loopbaan, burgerschap, ondernemerschap, creativiteit of sport staan beschreven. Ook vaardigheden die leerlingen in de beroepsgerichte programma’s van het vmbo hebben ontwikkeld kunnen in een dergelijk document worden opgenomen, evenals het ontwikkelingsperspectief van leerlingen in het kader van passend onderwijs. Het plusdocument vergt dat Pantarijn een integraal beeld heeft van het functioneren van leerlingen: veel vaardigheden en competenties zijn immers vakoverstijgend. Ook ervaringen en oordelen van bedrijven of maatschappelijke organisaties over het functioneren van leerlingen kunnen op het document worden vermeld. Het plusdocument kan ook extra activiteiten gericht op de – brede of sociale – ontwikkeling van vaardigheden laten zien. Startopbrengst kartrekkers: Stip op de horizon: alle leerlingen kennen bij verlaten Pantarijn hun persoonlijke 3 goede basiscompetenties. Alle leerlingen kunnen hun persoonlijke vragen beantwoorden: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik. Pantarijn wil dat leerlingen de school verlaten met een diploma, cijferlijst en een plusdocument. Het plusdocument bestaat uit: het LOB dossier (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik), een competentielijst, incl. 3 goede basiscompetenties, het portfolio en de behaalde certificaten. Voor de plusdocumenten moet een format door Pantarijn worden ontwikkeld. De verdere ontwikkeling van een kader voor de locaties over LOB, talentenontwikkeling en Plusdocument, dient samen met de decanen van de locaties te worden uitgewerkt. Ambitie 4. Een lerende organisatie Een cruciale randvoorwaarde voor het realiseren van onderwijsambities is een lerende, veilige omgeving: in een lerende organisatie leren leerlingen meer. Dat vraagt om tijd voor docenten om zich verder te kunnen professionaliseren, om ruimte om maatwerk te kunnen leveren, en om het vertrouwen dat zij degenen zijn die binnen een duidelijke structuur en strategie leerlingen begeleiden in het opdoen van kennis en vaardigheden. De kwaliteit van de leraar kan alleen volledig tot uitdrukking komen als er binnen Pantarijn recht wordt gedaan aan de professionele ruimte van de leraar; de ruimte om zijn of haar expertise te benutten ten dienste van onderwijskwaliteit en het bieden van maatwerk aan leerlingen. Pantarijn activeert docenten om hun eigen praktijk te onderzoeken en ‘van binnenuit’ te verbeteren, altijd in directe relatie met het verbeteren van het leren door leerlingen. De versterking en borging van de professionaliteit van leraren en directie is een belangrijke sleutel tot het verder verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Diverse, recent verschenen studies wijzen op de noodzaak van een kwaliteitsslag als het gaat om de
professionaliteit én professionalisering van zowel leraren (onvoldoende beheersing basis- en complexe vaardigheden, startbekwaamheid, niet altijd zicht op sterke en zwakke punten; onvoldoende collegiale feedback) als directie (effectiviteit en kwaliteit van professioneel leiderschap). Voortdurende en gerichte professionalisering is noodzakelijk om toekomstbestendig onderwijs en de school als inspirerende leeromgeving voor leerlingen adequaat vorm te kunnen geven. Daarnaast draagt professionalisering van leraren, schoolleiders en bestuurders bij aan het vergroten van het vermogen van scholen om te anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen. Het scheppen van randvoorwaarden (tijd, netwerkvorming) voor de ontwikkeling van scholen als professionele leergemeenschappen met een verbetergerichte leercultuur is nodig. Die randvoorwaarden kunnen gericht zijn op het stimuleren en mogelijk maken van samenwerking tussen (teams van) leraren, vormen van peer review, intervisie en ontwikkeling, praktijkgericht onderzoek, netwerkvorming binnen en buiten de school en het creëren van ontwikkeltijd voor docententeams. Diverse recente onderzoeken hebben laten zien dat besturen en scholen in het voortgezet onderwijs nog veel kunnen winnen bij een samenhangende inzet en koppeling van HR-beleid aan de strategische, onderwijskundige doelen die zij nastreven. Om de doelen voor de professionele ontwikkeling van leraren en directie effect te laten hebben op toekomstbestendig onderwijs voor elke leerling, is versterking van het strategisch HR-beleid van Pantarijn een noodzakelijke voorwaarde. Startopbrengst kartrekkers Voor de zomervakantie is aan alle medewerkers gevraagd een kaartje in te vullen met de vraag: “Voor mijn verdere ontwikkeling en professionalisering als docent/mentor/medewerker heb ik nodig: ……..”. Velen hebben dit ingevuld en dat geeft een brede inkijk in de professionaliseringswensen van de individuele medewerkers. Er is dus duidelijk een grote behoefte onder de medewerkers. Er komt op hoofdlijnen uit dat de medewerkers worstelen met het aspect tijd, dat de medewerkers samen willen leren en op zeer uiteenlopende terreinen wensen hebben voor scholing. Opleiders en opleidingscoördinator gaan in gesprek met LD’s en teamleiders over de professionaliseringswensen die de medewerkers op de kaartjes hebben opgeschreven.
-
In een lerende organisatie leren leerlingen meer. Pantarijn wil een lerende organisatie zijn, te beginnen met lerende medewerkers, en de vraag is wat is er nodig om dat te worden of te blijven. Het eigenaarschap van een lerende organisatie moet bij alle medewerkers liggen met als doel dat leerlingen meer leren oftewel beter onderwijs! Intervisie vormt de basis voor een lerende organisatie. Een x aantal intervisiebijeenkomsten/jaar Locatiescholing is nu aanbodgericht. Dat moet voortaan vraaggerichter worden ingevuld. Bij locatiescholing een planning maken in consultatie met medewerkers (draagvlak creëren) van onderwerpen en bij start schooljaar openbaar maken.
-
In beeld brengen welke expertise er al is onder medewerkers. Gedurende het schooljaar workshops aanbieden van medewerkers voor medewerkers (bv. digibord, Magister, SharePoint, etc.) Melding maken op intranet van opleidingen en cursussen In taakbeleid wordt gesproken over 160 uur deskundigheidsbevordering. Start schooljaar afspraken maken tussen medewerker en leidinggevende over invulling hiervan. Onderwijskwaliteitszorgkader Onderwijskwaliteit hangt in sterke mate samen met het interne kwaliteitsbewustzijn op alle niveaus: op docenten-, team-, school- en bestuursniveau. De belangrijkste uitdaging is dan ook om met interne checks and balances een intrinsieke leer- en verbetercultuur tot stand te brengen binnen scholen. Alle professionals zijn eigenaar van hun onderwijskwaliteit en hebben een belangrijke rol bij het elkaar aanspreken op en verbeteren van de onderwijskwaliteit. Voor het ontstaan van een interne ‘verbetercultuur’ en het versterken van de horizontale verantwoording is het essentieel dat leraren en schooldirectie zelf heldere maatstaven kunnen formuleren voor goede onderwijskwaliteit. Met het voldoen aan de basiskwaliteit alléén zijn we er nog niet. Het streven naar goed onderwijs voor elke leerling moet in de genen van elke docent, schoolleider en school zitten. Alleen door het versterken van het onderling leren en de professionele dialoog kan er sprake zijn van een constante kwaliteitsborging en onderwijsontwikkeling met als motto: ‘goed worden, goed blijven’. Door gebruik te maken van een kader voor interne kwaliteitszorg kan Pantarijn ervoor zorgen dat cyclisch, doelgericht, systematisch en integraal aan de kwaliteit wordt gewerkt. Het kwaliteitszorgkader beantwoordt vijf vragen. Doen wij de goede dingen? Doen wij de dingen goed? Hoe weten wij dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen wij met die wetenschap? Onderwijskwalitieit Het benoemen van de doelstellingen van onderwijswijskwaliteit is onderdeel van de uitwerking van het onderwijskwaliteitszorgkader. De Inspectie van het Onderwijs brengt jaarlijks in mei de opbrengstenkaart VO uit voor elke locatie. De meerjarenopbrengsten VO 2014 zijn gebaseerd op resultaten behaald in 2011, 2012 en 2013. Pantarijn heeft de volgende doelstellingen: - Een door de Inspectie van het Onderwijs verkregen basisarrangement voor alle onderwijssoorten - Een slagingspercentage boven het landelijk gemiddelde - Een rendement onderbouw boven het landelijk gemiddelde - Een rendement bovenbouw, van 3-de leerjaar naar diploma, boven het landelijk gemiddelde - Een gemiddeld CE-cijfer boven het landelijk gemiddelde - Een gemiddeld SE-cijfer boven het landelijk gemiddelde
% geslaagden Opleiding Locatie Pantarijn Vwo MHV 96 Havo MHV 96 Mavo MHV 94 Rhenen n.v.t. Kesteren 98 Vmbo-k Wageningen 98 Rhenen 95 Vmbo-b Wageningen 95 Rhenen 100
2011 Landelijk Pantarijn 89 98 85 92 93 92 n.v.t. 100 93 97 94 96 94 97 96 86 96 n.v.t.
% leerlingen van 1e naar 3e klas zonder zittenblijven opleiding Vwo Havo Mavo Vmbo-k Vmbo-b *
locatie MHV MHV MHV Rhenen Kesteren Wageningen Rhenen Wageningen
Pantarijn 99 94 95 96 100 98 100 85
Landelijk* 97 – 100 92 – 100 94 – 100 94 – 100 94 – 100 96 – 100 96 – 100 96 – 100
2012 Landelijk Pantarijn 87 97 87 93 91 94 91 72 91 94 93 95 93 100 96 94 n.v.t. n.v.t.
2013 Landelijk 92 88 91 91 91 93 93 97 n.v.t.
% leerlingen bovenbouw dat zonder vertraging diploma haalt Pantarijn Landelijk* 69 54 – 69 54 56 – 70 79 78 – 89 58 78 – 89 94 78 – 89 87 77 – 90 95 77 – 90 87 86 – 96
de landelijke resultaten zijn uitgedrukt in de vorm van twee grenswaarden. Vijfentwintig procent van de scholen scoort onder de ondergrens en vijfentwintig procent van de scholen scoort boven de bovengrens.
opleiding Vwo Havo Mavo Vmbo-k Vmbo-b
locatie MHV MHV MHV Rhenen Kesteren Wageningen Rhenen Wageningen
Gem. schoolexamencijfer 2013 Pantarijn Landelijk 6,9 6,8 6,6 6,4 6,6 6,5 6,6 6,5 6,7 6,5 6,6 6,5 6,6 6,5 6,4 6,5
Gemiddelde examencijfer 2013 Pantarijn Landelijk 6,6 6,6 6,4 6,5 6,3 6,3 5,7 6,3 6,4 6,3 6,1 6,2 6,5 6,2 6,2 6,6
Praktijkonderwijs: behaalde diploma’s en certificaten 2012-2013 Aantal Percentage Pantarijn Pantarijn Landelijk Aka/niveau 1 diploma 18 45 26 Branchecertificaat 10 25 47
Praktijkonderwijs: plaatsing leerlingen bij uitstroom 2012-2013 Aantal Percentage Pantarijn Pantarijn Landelijk Werk (arbeid) 13 32,5 27,7 Arbeid en leren, bbl 5 12,5 8,8 Vervolgonderwijs ROC/AOC niveau 1 2 5,0 11,7 ROC/AOC niveau 2 8 20,0 15,3 anders 7,1 Overig onderwijs Andere school voor praktijkonderwijs 1 2,5 6,9 Andere school 2 5,0 4,0 andere school i.v.m. verhuizing 6,2 Overig Geen werk of school 7 17,5 7,1 Dagbesteding 2 5,0 4,1 Kernvakken: Engels, Nederlands en Wiskunde Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken Engels, Nederlands en Wiskunde. Pantarijn heeft als doel beter te scoren dan het landelijk gemiddelde. Gemiddelde examencijfer 2013 Opleiding
Vwo Havo Mavo
Vmbo-k Vmbo-b *
Locatie
MHV MHV MHV Rhenen Kesteren Wageningen Rhenen Wageningen
Engels Pantarijn
7,1 6,6 6,7 5,8 6,5 6,3 6,4 7,0
Wiskunde(A)*
Nederlands
Landelijk
6,9 6,7 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3 6,9
Pantarijn
6,5 6,2 6,2 6,2 6,2 5,5 6,1 6,0
Landelijk
6,5 6,2 6,3 6,2 6,2 6,1 6,1 6,6
Pantarijn
6,5 6,5 6,3 5,4 6,7 6,1 6,6 5,8
Landelijk
6,9 6,4 6,2 6,4 6,4 6,2 6,2 6,7
Op de locatie MHV is voor Wiskunde B het gemiddelde cijfer op Havo 6,6 (landelijk 6,6) en op VWO 7,0 (landelijk 6,9) en is voor Wiskunde C op het VWO het gemiddelde cijfer 6,1 (landelijk 6,5).
Taal en Rekenen De leerprestaties van alle leerlingen verbeterd door het vergroten van de taal- en rekenvaardigheid van leerlingen. Alle locaties hebben een taalbeleidsplan. Pantarijn heeft toets methodes geselecteerd die breed, zowel begrijpend lezen, spellingsvaardigheid als woordenschat, taalvaardigheid in beeld brengen. De taaltoets wordt in alle eerste klassen afgenomen en op grond van (individuele) resultaten wordt er gerichte ondersteuning aangeboden. Later in het jaar worden de leerlingen opnieuw getoetst en de vorderingen vastgesteld. Alle locaties van Pantarijn hebben ervaring opgedaan met de pilot rekentoetsen. Op alle locaties is een actieplan rekenonderwijs gemaakt.
opleiding Vwo Havo Mavo Vmbo-k Vmbo-b
Uitslag rekentoets 2013 Pantarijn >5 >6 98% MHV 68% MHV 35% MHV 34% Rhenen 76% Kesteren 16% Wageningen 38% 51% Rhenen 21% Wageningen 55% locatie
Uitslag rekentoets april 2014 Pantarijn >4 >5 98% 69% 66% 36% 64% 85% 95% 62% 53% 79% 67%
>6 87% 23% 45% 20% 58% 28% 17% 36%
Opbrengstgericht werken Pantarijn wil in 2015 voldoen aan alle criteria die de Inspectie voor het Onderwijs hanteert voor ‘opbrengstgericht werken’. Een school werkt volgens de criteria van de inspectie opbrengstgericht als zij: a) duidelijke doelen stelt b) zorgt dat leraren weten wat ze hun leerlingen moeten leren c) het onderwijs afstemt op wat leerlingen nodig hebben om te presteren d) problemen van leerlingen die de doelen niet halen analyseert e) problemen verhelpt door een goede leerlingenzorg f) jaarlijks nagaat hoe groepen leerlingen en de school als geheel presteren g) snel verbetert als prestaties tegenvallen Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 start de implementatie van Passend Onderwijs. De reeds vastgestelde basisondersteuning, de schoolondersteuningsprofielen van de scholen en de ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband moeten uiteindelijk samen een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning gaan vormen voor leerlingen in onze regio. Voor de implementatie van Passend Onderwijs binnen Pantarijn is een tijdelijk
procescoördinator aangesteld. Een Pantarijn beleidsvisie op Passend Onderwijs met aandacht voor type en kwaliteit van arrangementen dient te worden geschreven. Aantal zorg leerlingen per 1 okt. MHV VMBO/PrO Rhenen Kesteren Totaal
LWOO 2012
LGF 2012
% zorg ll. 2012
LWOO 2013
LGF 2013
% zorg ll. 2013
21 161 81 76 339
20 13 14 10 57
2,7 37,4 36,1 31,0
20 166 85 52 323
22 16 10 8 56
2,7 41,4 33,1 23,0
Risicomanagement Er zijn op dit moment geen redenen om aan te nemen dat de risicobeheersing binnen Pantarijn te wensen overlaat. Bij risicomanagement gaat het om het proces van identificatie, beoordeling en beheersing of afdekking van risico’s en ook om regelmatige evaluatie, consultatie en communicatie gedurende dat proces. Aan dit proces wordt een groeiend belang toegekend voor onderwijsinstellingen. De komende jaren zullen we daarom gebruiken om risicomanagement integraal onderdeel van de processen in de organisatie te laten worden. Financiën nieuw beleid Voor de uitvoering van bovenstaand nieuw beleid is in 2015 een beperkt budget beschikbaar van € 45.000.
Bijlage 1 Kartrekkers Ambitie 1 Els Bakers, Otto Wijma, Charl Pes, Ben Sanders (per 1-11) en Stella Efdé Ambitie 2 Els Bakers, Steef Otten en Herman Bremer Ambitie 3 Gabriël Enkelaar, Cocky Willemsz, Jeroen Peters en Stella Efdé Ambitie 4 Ank Hendricks, Arjen van ’t Veer, Henk Zwijnen en Stella Efdé Kwalitieitszorgkader Henk Timmer en Frank Spijkers Passend Onderwijs Martenjan Poortinga + MT lid Risicomanagement Gerard Hiddink en Stella Efdé