Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen deelgemeente Prins Alexander 2013
Deze stimuleringsregeling is op 16 juli 2013 vastgesteld door het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander en is gebaseerd op (de): - bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, - deelgemeenteverordening 2010 (Gemeenteblad, 2010-58 en zoals nadien gewijzigd) en de bijbehorende Lijst van bevoegdheden (Gemeenteblad, 2010-73 en zoals nadien gewijzigd), - Subsidieverordening Rotterdam 2005 (Gemeenteblad, 2005-120 en zoals nadien gewijzigd), - Uitvoeringsregeling Subsidieverordening Rotterdam 2005 (Gemeenteblad, 2006-8 en zoals nadien gewijzigd) en de daaraan toegevoegde modellen en protocollen, - artikel 4 van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 op grond waarvan het dagelijks bestuur nadere regels en beleidsregels kan vaststellen, - nadere regels subsidie meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, gemeenteblad 2009, 131, - nadere subsidieregels SISA, gemeenteblad 2009, 132. Deze documenten zijn te vinden via www.rotterdam.nl/subsidies.
Inhoudsopgave
Pag. 1
Inleiding
2
2
Algemene uitgangspunten
2
3
Beleidsuitgangspunten
3
4
Systeemrandvoorwaarden
7
5
Uitsluitingsgronden
7
6
Subsidie en financieringswijze
7
7
Indiening aanvraag
8
Bijlagen: 1. Tekst programmabegroting 2013 2. Mogelijke ideeën voor pilots 3. Subsidieaanvraagformulier
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
1
1.
Inleiding
De deelgemeente Prins Alexander (hierna te noemen ‘de deelgemeente’) is binnen de gemeente Rotterdam een grote en belangrijke entiteit. Participatie, samenwerken, netwerken en vraaggericht werken staan hoog in het vaandel bij het deelgemeentebestuur. De deelgemeente gelooft in een kleinschalige interactieve aanpak: een aanpak die, gelet op het goede netwerk van instellingen en organisaties in het gebied, zeker mogelijk is. De deelraad en het dagelijks bestuur van de deelgemeente werken hiertoe samen met maatschappelijke partners (groot en klein) aan een nieuwe gebiedsgerichte visie voor Welzijn, Zorg en Wonen. Die nieuwe visie is noodzakelijk door de decentralisatie van een aantal Rijkstaken naar gemeenten en de ontwikkeling van de stedelijke visie op Zorg en Welzijn. De deelgemeente wil anticiperen op de ontwikkelingen en zorgdragen voor duurzame resultaten. Daarom vertaalt de deelgemeente (zoveel als mogelijk), stedelijke kaders naar een visie voor het gebied. Ook vertaalt deze nieuwe visie zich in een accentverschuiving voor de inzet van Zorg, Welzijn en Wonen: van zorgen voor naar zorgen dat. Dit vraagt een kanteling in de inzet van maatschappelijke partners. Met de opbrengsten uit de diverse discussie- en netwerkbijeenkomsten met samenwerkingspartners zijn beleidsuitgangspunten voor de visie op vernieuwing Welzijn, Zorg en Wonen opgesteld. Om ervaring op te doen met vernieuwde vormen van (samen)werken en het ontwikkelen van alternatieve dienstverlening welzijn, zorg en wonen is door de partners de wenselijkheid uitgesproken pilots te starten. Het streven is om de (eerste) resultaten van de pilots mee te nemen in het visiedocument dat de deelraad in 2014 wil meegeven aan de gebiedscommissie Prins Alexander. In de programmabegroting 2013 is € 250.000,00 gereserveerd voor deze pilots. Deze eenmalige impuls stelt partners in de gelegenheid zich voor te bereiden op de transities Jeugdzorg, AWBZ en participatiewet, en te oefenen met de gebiedsgerichte invulling hiervan. Met deze stimuleringsregeling richten we ons tot organisaties die hieraan willen bijdragen.
2.
Algemene uitgangspunten
2.1. Doel van de subsidie Een subsidie op grond van deze stimuleringsregeling heeft ten doel om innovatie op het gebied van welzijn, zorg en wonen in de deelgemeente te bewerkstelligen. Deze innovatie dient aan te sluiten bij de grote veranderingen in het zorgstelsel zoals beschreven in het Regeerakkoord ‘’Bruggen Slaan’’ en het Zorgakkoord. Het gaat om arrangementen welzijn, zorg en wonen die mensen in staat stellen langer zelfstandig te wonen, regie over het eigen leven te behouden en te versterken (bevorderen van zelfredzaamheid). 2.2. Doelgroep Alle inwoners, woonachtig binnen de grenzen van de deelgemeente Prins Alexander. Gelet op de geformuleerde uitgangspunten zijn er diverse specificaties te maken: - Beperkt zelfredzame inwoners van de deelgemeente die zelfstandig wonen met een hulpvraag op het gebied van welzijn, zorg en wonen, inclusief zijn/haar sociaal netwerk. - Zelfredzame en vitale inwoners die door preventieve dienstverlening een uitgestelde zorgvraag krijgen.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
2
-
Mantelzorgers en/of vrijwilligers die een bijdrage leveren in hun wijk, buurt en/of zich inzetten voor inwoners met een hulpvraag. Aanvragers die voor een subsidie in aanmerking willen komen dienen in het kader van deze stimuleringsregeling zich te richten op één of meerdere van de genoemde doelgroepen binnen de deelgemeente. 2.3. Aanvragers De stimuleringsregeling geldt voor subsidieaanvragen van non-profitorganisaties binnen de regio Rotterdam met aantoonbare ervaring en/of binding met het werken in een grootstedelijke situatie met de omschreven doelgroepen en kennis van het gebied Prins Alexander. Wij streven ernaar dat eventuele onderaannemers die ingezet worden gevestigd zijn in de gemeente Rotterdam. Deze bepaling sluit samenwerking (cocreatie/cofinanciering) met profitorganisaties niet uit. 2.4. Looptijd stimuleringsregeling De subsidieperiode loopt tot eind 2013 (een aantal activiteiten die zijn gestart in 2013 mogen doorlopen in 2014).
3.
Beleidsuitgangspunten
Plannen dienen een uitwerking te bevatten van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan één of meerdere van onderstaande beleidsuitgangspunten die zijn vastgesteld door de deelraad: 3.1.
Vraaggericht werken Idee: Vraaggericht werken zorgt voor een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van het zorg- en welzijnswerk. Vraaggericht werken betekent dat de welzijnswerker of de zorgverlener als het ware kruipt in de huid van degene met een zorg- of welzijnsvraag. Bij vraaggericht werken gaat het vooral om goed luisteren: Wat wil de hulpvrager? Wat heeft hij echt nodig? De professionals weten wat er speelt bij de burger en in de wijk. Zij zijn aanwezig, toegankelijk en proactief. Situaties worden op tijd aangepakt. Het is hierbij overigens van belang dat eerst wordt gezocht naar oplossingen voor een zo goed mogelijk antwoord op de vraag, voordat gedacht wordt in termen van belemmeringen en obstakels. Vraaggericht werken betekent ook dat de welzijnswerker of de zorgverlener de reflex om meteen hulp te verlenen onderdrukt. Het accent verschuift van zorgen voor naar zorgen dat. Eerst kijkt de professional of mensen hun zorg- of welzijnsvraag zelf of met behulp van hun eigen netwerk kunnen oplossen. Blijkt echter dat mensen professionele hulp nodig hebben dan zal deze hulpvraag, binnen de grenzen van het mogelijke, zo goed en precies als mogelijk moeten worden beantwoord. Van de organisaties en hun medewerkers vraagt dit een verandering van denken en doen. Het gaat hier om niets minder dan een cultuurverandering.
3.2.
Integrale samenwerking Idee: Integrale samenwerken leidt tot kostenbesparing en een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van het zorg- en welzijnswerk. Integrale samenwerking betekent dat goed wordt gekeken naar wat er in een wijk op het gebied van zorg en welzijn moet worden gedaan. Een belangrijke vraag hierbij is: Wat kan door vrijwilligers, en wat kan door professionals worden gedaan? De
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
3
professional legt verbindingen met en tussen burgers, met andere professionals en diensten om passende ondersteuning te realiseren. Integrale samenwerking houdt dus in (1) dat aansluiting wordt gezocht bij de netwerken in de buurt en het netwerk van de hulpbehoevende; en (2) dat de verschillende organisaties hun werkzaamheden goed op elkaar afstemmen en goed met elkaar samenwerken als dit nodig is: Dubbel werk moet worden voorkomen en het belang van de organisatie dient ondergeschikt te zijn aan het belang van degene met een hulpvraag. Organisaties bezien hun meerwaarde in voorkomende situaties. In elke wijk zal worden gewerkt met integrale, interdisciplinaire wijkteams die de aansluiting dienen te zoeken bij de informele netwerken. Voor een goed functionerend wijkteam is het belangrijk – en dit kan niet genoeg benadrukt worden – dat men het organisatiebelang, de organisatiebevoegdheden en taken ondergeschikt maakt aan de samenwerking in wijkteamverband. Het is de bedoeling dat men elkaars competenties in het wijkteam zo veel als mogelijk aanvult en versterkt. Aan de wijkteams moeten zoveel mogelijk (financiële) bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden gedelegeerd. Ook het inrichten van één toegang voor zorg en welzijn bevordert de integraliteit. 3.3.
Versterken burgerkracht Idee: Overheid en de zorg- en welzijnspartners kunnen de zorg- en welzijnsvraag niet langer alleen beantwoorden. Er zal nauw met burgers/de civil society samengewerkt moeten gaan worden. Burgerkracht betekent voor zorg en welzijn de aansluiting zoeken bij de netwerken in de buurt en het netwerk van iemand met een hulpvraag. Dit betekent dat de zorg- en welzijnsprofessionals aansluiting zullen moeten gaan zoeken bij de burger en niet andersom. Hier ligt een belangrijke taak/rol voor de organisaties weggelegd. Als men de kracht van burgers wil gaan benutten, zal de professional zich moeten richten op het ondersteunen van de eigen regievoering van de burger, het versterken van het vermogen om zelfstandig de regie te voeren; het versterken van de eigen kracht van burgers dient gebaseerd te zijn op hun mogelijkheden, talenten en wensen. Gestimuleerd wordt wat mensen wel kunnen. Dit kost tijd en vraagt om gerichte investeringen van de zorg- en welzijnsorganisaties. Die zullen met name moeten gaan investeren in de bijscholing van medewerkers en de omscholing van vrijwilligers tot generalisten. De zorg- en welzijnsprofessionals zullen ook moeten durven gaan loslaten en zorg- en welzijnsvragen moeten durven gaan overlaten aan de burger zelf.
3.4.
Integratie Wonen in Zorg en Welzijn Idee: Zorg en welzijn is in belangrijke mate ook een woonvraagstuk (steeds meer mensen zullen langer thuis gaan wonen, waardoor de vraag naar goede zorgwoningen zal toenemen). Een goede samenwerking/integratie van wonen in zorg en welzijn is daarom cruciaal. Integratie van Wonen in Zorg en Welzijn betekent dat samen met de woningbouwcorporaties goed zal moeten worden gekeken naar welke behoeften er zijn. De woningvoorraad zal zo veel als mogelijk aan de behoeften moeten worden aangepast.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
4
De integratie van Wonen in Zorg en Welzijn betekent ook dat creatief zal moeten worden omgegaan met zorgvastgoed dat als gevolg van de extramuralisering van de zorg leeg zal komen te staan. De integratie van Wonen in Zorg en Welzijn betekent eveneens dat naast de kwaliteit van leven goed oog moet worden gehouden voor de leefbaarheid van de wijken. Hierbij kan een indirecte toegevoegde waarde, zoals de afzetbaarheid van woningen een rol spelen. Als het gaat om wonen is het wenselijk dat de woon-, zorg- en welzijnsorganisaties zich niet alleen laat leiden door de eigen bedrijfsvoering, maar echt met elkaar durven gaan kijken naar waar de investeringen in een wijk naar toe geleid moeten worden. Naast het fysieke aspect van wonen, kent de integratie van Wonen in Zorg en Welzijn ook nog een ander aspect: Met name de huismeesters van de corporaties hebben gemakkelijk toegang tot de leefwereld die achter een voordeur schuilgaat. Woningcorporaties in het algemeen en huismeesters in het bijzonder spelen zodoende ook een belangrijke signalerende rol. Voor de woningbouwcorporaties moet daarom ook plek worden ingeruimd in de wijkteams. 3.5.
Financieringsmodel Idee: De wijze van financieren is van grote invloed op de wijze van samenwerken en het leveren van goede zorg en het uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig welzijnswerk. Uiteindelijk zullen de verschillende financieringsstromen bij elkaar worden gevoegd, maar tot 2017 zullen in de gemeente Rotterdam de gelden geoormerkt blijven. Het is met het oog op een goede kwalitatieve dienstverlening belangrijk dat de zorg- en welzijnsorganisaties binnen de marges van een budget vrij kunnen bewegen. Het is zodoende belangrijk om niet met al te specifieke budgeten, die soms zelfs op productniveau worden vormgegeven, te werken. Dit werkt namelijk verstikkend en bemoeilijkt het formuleren van een gepast antwoord op een concrete zorg- en welzijnsvraag. Een overweging in dit verband is om in financieel opzicht aan te sluiten bij vormen van ketenafstemming die nu reeds door de zorg- en welzijnspartners in de deelgemeente worden ontwikkeld. Een voorbeeld van een dergelijke, onlangs ontwikkelde keten in de deelgemeente Prins Alexander is de keten dementie. Het is ook wenselijk dat er budget wordt vrijgemaakt voor niet voorziene vormen van zorg die op dit moment financieel technisch gezien tussen de wal en het schip raken, maar die eigenlijk wel geleverd zouden moeten worden. Stedelijk acht men vanwege de grote bezuinigingen aanvullende financiering zoals eigen bijdragen, fondsen, sponsors en donaties van bedrijven nodig. Aanbieders wordt in de vorm van een inspanningsverplichting gevraagd de mogelijkheden daartoe te verkennen.
3.6.
Resultaatverantwoordelijkheid Idee: De wijze van verantwoording is bepalend voor de vormgeving van de bureaucratie. Hoe minder bureaucratie, hoe meer aandacht er aan het zorg- en welzijnswerk kan worden besteed. Het is belangrijk te weten welke resultaten er worden geboekt. Het afleggen van verantwoording blijft zodoende belangrijk. Het lijkt wenselijk te zijn om meer te sturen op outcome dan op output. Niet al de verleende diensten kunnen immers in producteenheden worden uitgedrukt. Door te sturen op outcome worden de zorg- en
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
5
welzijnsorganisaties in grotere mate verantwoordelijk gemaakt voor het oplossen van de zorg- en welzijnsproblemen in een wijk. Stedelijk wordt bepaald dat inzake het opdrachtgeverschap op maatschappelijk effect gestuurd wordt. In de opdracht staat wat de opdrachtgever als resultaat gerealiseerd wil zien, maar niet hoe de aanbieder dat moet doen. 3.7.
Wijkwelzijn Idee: Het welzijn van een wijk draagt in belangrijke mate bij aan het goed functioneren van de wijk. Wijkwelzijn betekent goed samenleven in een veilige wijk. Dit betekent dat overheid, dienstverleners en burgers goed met elkaar communiceren. Dit betekent op zijn beurt dat het niet moeilijk moet zijn elkaar te vinden en dat men zonder moeite de problemen in een wijk met elkaar kan bespreken. Met name de toegankelijkheid van de overheid en de dienstverlenende organisaties moet goed zijn. Onderdeel van wijkwelzijn is ook dat de drempel tot sport- en culturele voorzieningen zo laag mogelijk wordt gehouden, zodat aan zo veel mensen als mogelijk de mogelijkheid kan worden geboden om in maatschappelijke verbanden te participeren. Dit draagt bij aan de sociale cohesie en het welzijn van een wijk en een gebied. Dit element dient in overleg met de verenigingen, stichtingen en clubs te worden uitgediept.
3.8.
Ruimte voor maatschappelijke ondernemers Idee: De huidige zorg- en welzijnsvraag vraagt om creatieve oplossingen. Er komen steeds meer maatschappelijke ondernemingen die op een creatieve en constructieve manier een bijdrage kunnen leveren aan het beantwoorden van de zorg- en welzijnsvraag. (Idealiter participeren er ook burgers in deze ondernemingen. Waar mogelijk moeten burgers hiertoe gestimuleerd worden.) Het is belangrijk deze ondernemingen de ruimte te bieden. Tegelijkertijd moet het nog wel mogelijk zijn om met al de spelers in een gebied bij elkaar te komen en goede afspraken te maken.
3.9.
Optimalisatie van het gebruik van maatschappelijk vastgoed Idee: Er wordt veel geïnvesteerd in het eigen- en het maatschappelijk vastgoed. Toch wordt dit vastgoed niet altijd optimaal gebruikt. Het is belangrijk dat het eigen- en maatschappelijk vastgoed zo goed als mogelijk wordt benut. De organisaties gaan over hun eigen vastgoed. De overheid kan echter wel een aanjagende rol spelen als het erop aan komt de zorg en het welzijn op een fysieke manier anders, effectiever en vooral beter te organiseren. Het is wenselijk als er meer aandacht komt voor het multifunctionele (desnoods permanente) gebruik van het vastgoed.
3.10. Inkoopstrategie Aanbesteden behoort tot de mogelijkheden, mits instellingen aan behoorlijke kwaliteitseisen voldoen; over voldoende innovatiekracht beschikken; bereid zijn om actief mee te werken aan het opstellen en het implementeren van de integrale gebiedsplannen; en voldoen aan de hierboven genoemde uitgangspunten. Bekende instellingen genieten (zonder voorbij te gaan aan de kwaliteitseisen vooralsnog de voorkeur boven onbekende instellingen. Indien een nieuwe instelling in de toekomst een aanbesteding wint, dan geldt een zekere verplichting om het
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
6
personeel van de instelling die de aanbesteding niet gegund is, maar die voorheen wel werkzaam was in het gebied, over te nemen.
4. Systeemrandvoorwaarden In aanvulling op de genoemde beleidsuitgangspunten en gelet op het kader, zoals verwoord onder “Alternatieve dienstverlening Welzijn” op blz. 150 van de Programmabegroting 2013 (bijlage 1) zijn de volgende systeemrandvoorwaarden bepaald: Projecten moeten een link hebben met toegang tot welzijn en zorg, (stimuleren) vrijwilligerswerk, ketenfinanciering, wijkondernemingen en sturen en verantwoorden op outcome. Projecten zijn een innovatieve cocreatie van diverse samenwerkingspartners en laten een vernieuwing van dienstverlening zien. Projecten kennen voor aanvragers een cofinanciering van een omvang van tenminste het gevraagde subsidiebedrag. Projecten dienen een concrete, substantiële bijdrage te leveren aan de gewenste maatschappelijke effecten. Projecten moeten na de pilotperiode zonder overheidssubsidie gecontinueerd kunnen worden. De hoogte van de subsidie moet in redelijke verhouding staan tot het beoogde bereik van de doelgroep (investering per klant). De activiteiten/dienstverlening moeten toegankelijk zijn voor een brede doelgroep en zich niet beperken tot eigen klanten. Projecten waarbij de begroting voor het merendeel bestaat uit personeelslasten en overhead verdienen niet de voorkeur. Suggesties van de deelraad voor mogelijke pilots zijn opgenomen in bijlage 2.
5. Uitsluitingsgronden Er bestaat geen recht op subsidie op grond van deze regeling indien de aanvrager voor dezelfde activiteiten en periode een financiering ontvangt op grond van de AWBZ, de Zorgverzekeringswet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, een overeenkomst of een andere subsidieregeling, tenzij het cofinanciering betreft.
6. Subsidie en financieringswijze 6.1. Subsidieplafond Voor deze stimuleringsregeling is in totaal éénmalig (in 2013) € 250.000,00 beschikbaar. Dit bedrag komt beschikbaar onder voorbehoud van afgifte van een verklaring van geen bezwaar van het College van B&W. Het maximaal te subsidiëren bedrag per aanvraag is € 50.000,00. 6.2. Subsidievorm Er is sprake van een incidentele (eenmalige) subsidieverlening vanuit de Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen deelgemeente Prins Alexander 2013. Het uitgangspunt voor het verlenen van een incidentele subsidie is niet dat de activiteiten eenmalig zijn, maar dat de activiteiten op den duur op eigen kracht, zonder subsidie van de overheid, worden voortgezet. Aan de hand van de ingediende plannen zal het dagelijks bestuur voor de meest geschikte subsidievorm1 kiezen.
1
Budgetsubsidie, exploitatiesubsidie, prestatiesubsidie, investeringssubsidie (art. 17, lid 1 SvR 2005).
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
7
6.3. Betalingssystematiek De betalingssystematiek leggen wij vast in de verleningsbeschikking. Veelal vindt gedeeltelijke bevoorschotting plaats voor de uitvoeringsperiode. (bijvoorbeeld 80%). Het resterend bedrag wordt verleend na vaststelling van de subsidie. Het dagelijks bestuur kan hier desgewenst van afwijken.
7. Indiening aanvraag 7.1. De aanvraag Potentiële aanbieders kunnen subsidie aanvragen met het daarvoor bestemde aanvraagformulier (bijlage 3). De aanvraag moet voorzien zijn van een plan van aanpak en begroting. 7.2. Termijnen Potentiële aanbieders kunnen een complete subsidieaanvraag inclusief onderbouwing tot uiterlijk 1 september 2013 indienen. De aanvraag dient gericht te zijn aan: Deelgemeente Prins Alexander T.a.v. het dagelijks bestuur Postbus 84205 3009 CE Rotterdam 7.3. Behandeling van de aanvraag Aanbieder krijgt een ontvangstbevestiging na het inzenden van de subsidieaanvraag. Indien er vragen zijn neemt de deelgemeente na ontvangst van de aanvraag zo snel mogelijk contact op. Onvolledige aanvragen worden niet in behandeling genomen. De aanbieder wordt in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen twee weken te completeren. 7.4. Beoordeling Voor de beoordeling van complete aanvragen stelt deelgemeente Prins Alexander een selectiecommissie samen met daarin vertegenwoordigers van de deelgemeente, stedelijk cluster Maatschappelijke Ontwikkeling en zo mogelijk vertegenwoordigers van externe (onafhankelijke) partners. 7.5. Weging De selectiecommissie toetst de ingediende plannen aan de beleidsuitgangspunten en systeemrandvoorwaarden. Aanvullend spelen bij de beoordeling van de aanvragen ook de onderstaande factoren een rol: -
-
kwaliteit van de aanvraag: visie, aantoonbare ervaring, kennis van het gebied, samenwerking, innovativiteit, kosten/baten-overzicht, inzicht in co-financiering, bereik doelgroep, planning, duurzaamheid. mate waarin de voorgestelde activiteiten bijdragen aan de doelstelling van deze stimuleringsregeling. mate waarin de voorgestelde activiteiten concreet iets opleveren voor de burger. mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers spreiding van de projecten over de deelgemeente spreiding van de projecten m.b.t. de gespecificeerde doelgroepen differentiatie in activiteiten.
Het is mogelijk dat er meer goede plannen zijn dan er geld beschikbaar is. In dat geval worden de plannen in volgorde van kwaliteit gehonoreerd totdat het budget op is.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
8
7.6. Besluit Het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander streeft er naar om op basis van het advies van de selectiecommissie voor 1 oktober 2013 te besluiten welke aanvragen worden afgewezen en welke worden gehonoreerd alsook onder welke voorwaarden. 7.7. Verkrijgen van subsidie Aan het verkrijgen van een subsidie voor een plan zijn voorwaarden verbonden die in de regelgeving en in deze stimuleringsregeling zijn opgenomen. In de subsidiebeschikking worden deze voorwaarden opgenomen. Indien niet aan de subsidievoorwaarden/afspraken wordt voldaan kan de deelgemeente de verleende subsidievoorschotten terugvorderen. 7.8. Hardheidsclausule Het dagelijks bestuur handelt in overeenstemming met deze stimuleringsregeling, tenzij dat voor één of meer belanghebbende(n) gevolgen zou kunnen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de stimuleringsregeling te dienen doelen.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
9
Bijlage 1 (tekst programmabegroting 2013)
Alternatieve dienstverlening Welzijn Per 2015 wil Rotterdam de gebiedsgerichte organisatie / inkoop van welzijn en zorg realiseren. Het jaar 2013 wordt daarmee een overgangsperiode, waarin voorbereidingen, leermomenten op de grotere ontwikkelingen zoals de decentralisatie Awbz kunnen worden georganiseerd. Het gaat daarbij om te werken aan de transformatie. Ofwel hoe wordt welzijn ingevuld als voorportaal op zorg, dichtbij mensen. Met een ingewikkelde diversiteit aan partners, doelgroepen en ondersteuningsvragen als ook een nieuw werkveld. Dat vraagt een andere kijk op dienstverlening, een goede positie van de klant/ bewoner en innovatieve oplossingen. Onze deelgemeente kent een groot aantal doelgroepen die te maken hebben met deze transitie. Om vernieuwing en samenwerking tussen partners te stimuleren stellen we voor een Gebiedsgerichte stimuleringsregeling overheveling AWBZ begeleiding - WMO te creëren. Partners op zorg en welzijn kunnen gezamenlijk en onder inbreng van cofinanciering hier aanvragen voor indienen. Wij stellen u voor voor uitvoering van deze regeling in 2013 eenmalig € 250.000 te reserveren. Een dergelijke regeling is uit te werken in 2012 en begin 2013 en af te stemmen op eventuele stedelijke initiatieven tot het inzetten op pilots. Thema's voor een verdere uitwerking komen enerzijds voort uit de visie ontwikkeling met het maatschappelijk middenveld als ook uit de ervaringen vanuit het Woon Service gebied en kunnen ondermeer gaan over: Hoe welzijn en het vrijwilligerswerk in te zetten als voorportaal op zorg en dus professionele inzet van begeleiding; Hoe begeleiding aan diverse doelgroepen te realiseren (welke vormen van begeleiding kunnen met behoud of verbetering van kwaliteit aan een combinatie van doelgroepen worden aangeboden); Welke collectieve voorzieningen voorkomen een beroep op individuele voorzieningen? En hoe ze te ontsluiten; Vraagverheldering als methodiek en versterking van sociale netwerken als resultaat; Is OK groepsactivering en maatschappelijke participatie te koppelen aan het bieden van collectieve ondersteuning en begeleiding; Dienstverlening wijkbus - doorontwikkeling binnen wijk, welzijn en zorg; Welke technologische innovaties zijn beschikbaar en kansrijk om individuele begeleiding collectief aan te bieden (spreekuur ouderen per digitale verbinding/ intake informatie); Ontwikkelen diensten, bijvoorbeeld boodschappenservice, was- en strijkservice.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
10
Bijlage 2 (mogelijke ideeën voor pilots) In het kader van het visietraject is een gedachtevorming gehouden over mogelijke suggesties voor pilots. Hieronder een weergave van de uitkomsten. Het is aan aanbieders om voorstellen voor pilots te formuleren. Dit kan op basis van deze gedachtevorming, maar dit is geen voorwaarde: aanbieders worden uitgenodigd tot het indienen van innovatieve plannen. 1. Rondom de wijkverpleging komen meerdere grote thema’s samen en daarom lijkt het goed om misschien rondom de wijkverpleging een pilot op te zetten. 2. Het is misschien een idee om een pilot op te zetten rondom de sportvoorzieningen voor mensen met een beperking en mensen met hersenletsel. Deze pilot kan ook gecombineerd worden met andere pilots. 3. Wellicht kan rondom het thema ‘contact tussen ouderen en jongeren’ een pilot worden opgestart. 4. Het lijkt wenselijk te zijn om meer te sturen op outcome dan op output. Het is wellicht mogelijk om rondom dit thema een pilot op te zetten. 5. Het bevorderen en versterken van de samenwerking tussen de verschillende takken van zorg en welzijn zou een vruchtbaar onderwerp kunnen zijn voor een pilot. 6. Het is belangrijk dat er niet alleen geïnvesteerd wordt in de zieke ouderen, maar ook in degenen die nog vitaal zijn. Dit is een vorm van preventieve investering in vitale ouderen die op den duur de nodige positieve effecten zal hebben. In dit verband kan bijvoorbeeld gedacht worden aan aantrekkelijke sportabonnementen. 7. Een mogelijk idee is een pilot rondom de zogenaamde innovatieve dienstverlening, zoals een was- en strijkservice. 8. Een pilot rondom de eenzaamheidsproblematiek onder ouderen. Deze problematiek zou met eet-, beweeg- en ontmoetingsactiviteiten bestreden kunnen worden. 9. Het is wenselijk om via een pilot te kijken of de Jeugdzorg meteen geïntegreerd kan worden in wat nu Maatschappelijke Ondersteuning wordt genoemd. Als men integraal wil gaan samenwerken dan is een scheiding tussen Jeugdzorg enerzijds en Maatschappelijke Ondersteuning anderzijds eigenlijk onbestaanbaar. 10. Begin met elkaar in een wijk en formuleer met elkaar een vraaggerichte integrale oplossing voor het totale vraagstuk. Behoud wat goed is en schrap wat niet langer houdbaar is. Wees van daaruit vernieuwend en innovatief. 11. Andere thema’s die zich goed lenen voor een pilot zijn: Jongerenoverlast; vereenzaming; vergrijzing en het toenemen van de zorgvraag in dit verband; sociale cohesie; meedoen of afglijden; armoede.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
11
Bijlage 3 (aanvraagformulier)
AANVRAAGFORMULIER verlening incidentele subsidie 2013 op grond van Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen deelgemeente Prins Alexander 2013
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit aanvraagformulier dient uiterlijk 1 september 2013 door het dagelijks bestuur ontvangen te zijn. Het volledig ingevulde formulier wordt toegezonden aan de:
Deelgemeente Prins Alexander T.a.v. het dagelijks bestuur Postbus 84205 3009 CE Rotterdam -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
12
Deel 1: Algemene gegevens 1. Gegevens van de aanvragende organisatie Naam Bezoekadres Postcode + Woonplaats Postadres Postcode + Woonplaats Telefoon Fax E-mail Website Doelstelling aanvragende organisatie
2. Contactpersoon / correspondentieadres (alleen in te vullen als dit afwijkt van het adres onder vraag 1) Naam Adres Postcode + Woonplaats Telefoonnummer waar u overdag bent te bereiken E-mail
Kopie van paspoort of rijbewijs bijvoegen. Indien van toepassing de machtiging van het bestuur bijvoegen. Tevens dient u bij de eerste subsidieaanvraag een afschrift van de statuten of het reglement en een actueel uittreksel van het Verenigings- en Stichtingenregister van de Kamer van Koophandel mee te sturen. Deze documenten hoeven niet bijgevoegd te worden indien ze reeds bij een eerdere aanvraag zijn meegestuurd en in de tussentijd geen wijzigingen zijn opgetreden.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
13
3. Financiële gegevens IBAN* BIC
: …. …. …. …. .. : ……..
Ten name van: Te
:
*Toelichting: Waarom heb ik een IBAN en BIC nodig? Binnen een aantal jaren zal er binnen Europa geen verschil meer bestaan tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen. Voortaan zal voor al het betalingsverkeer gebruik gemaakt worden van een internationaal bankrekeningnummer (het IBAN) en van een bank identificatie code (de BIC). Wat is IBAN? IBAN is de afkorting voor International Bank Account Number. Het IBAN van Nederlandse bankrekeningnummers bestaat uit 18 tekens (cijfers en letters) en het huidige rekeningnummer komt er in voor. Voorbeeld: Het IBAN van rekeningnummer 123456789 van de Rabobank is NL44 RABO 0123 4567 89. Wat is BIC? BIC staat voor Bank Identifier Code (BIC). De BIC is de internationale identificatiecode van een bank. Elke bank heeft een eigen unieke code van 8 tekens. De BIC van de Rabobank is bijvoorbeeld: RABONL2U. Meer informatie? Ik verwijs u naar de folder ”Wat is een IBAN en BIC?” (www.prinsalexander.nl/deelgemeente/aan de balie/deelgemeentelijke subsidies)
4. Rechtsvorm Vereniging Stichting NV BV Natuurlijk persoon Opgericht in Inschrijving KvK. te
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
Nr.
14
5. De bestuurssamenstelling en indien van toepassing samenstelling Raad van Toezicht (indien de bestuursvorm op een andere manier is georganiseerd dan hieronder aangegeven, dient de gevraagde informatie via een bijlage meegezonden te worden). Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Naam Adres Postcode + Woonplaats Telefoon E-mail In functie sedert Nr paspoort of rijbewijs Kopie van paspoort of rijbewijs bijvoegen. 6. Algemene gegevens betreffende de subsidieaanvraag Doel van de subsidieaanvraag (omschrijving) Wanneer vind(t)(en) de activiteit(en) plaats? Totale kosten (dmv. een bijgevoegde begroting van de subsidiabele activiteit) Gevraagde subsidiebijdrage deelgemeente PA Gevraagde subsidie bij derden voor dezelfde activiteit Specifieke resultaatverwachtingen van de te subsidiëren activiteit
Deel 2: Specifieke gegevens De aanvraag gaat vergezeld van tenminste: - een beschrijving van de voorgenomen activiteiten; - een financiële begroting met toelichting.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
15
Deel 3: Verklaring / Ondertekening Hierbij verklaart ondergetekende(n), daartoe gemachtigd namens het bestuur van de aanvrager, dit formulier naar waarheid en zonder voorbehoud te hebben ingevuld. Naam: Functie: Handtekening: Datum
Plaats
Naam: Functie: Handtekening: Datum
Plaats
Naam: Functie: Handtekening: Datum
Plaats
Opsturen Het geheel ingevulde en ondertekende formulier, voorzien van alle benodigde bijlagen in een voldoende gefrankeerde envelop, opsturen zoals op het voorblad van dit aanvraagformulier is aangegeven.Indien hieraan niet is voldaan, kan uw aanvraag niet worden behandeld. Denk aan het bijvoegen van de gevraagde stukken: - een afschrift van de statuten of het reglement en een actueel uittreksel van het Verenigings- en Stichtingenregister van de Kamer van Koophandel; - indien van toepassing machtiging van het bestuur; - evt. overzicht bestuurssamenstelling en samenstelling Raad van Toezicht; - evt. kopieën legitimatiebewijzen; - een beschrijving van de voorgenomen activiteiten; - een financiële begroting met toelichting.
Stimuleringsregeling innovatie Welzijn, Zorg en Wonen
16