Stichting Pensioenfonds
Pensioenbrochure
Versie 2012
2
Inhoudsopgave 1 2 3
Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? ........................................ 4 Wanneer kan ik met pensioen? ........................................................ 5 Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik? ............................................... 5 3.1 U kunt bijsparen voor extra pensioen ......................................... 6 4 Hoeveel pensioen krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd? 6 4.1 Partnerpensioen ...................................................................... 6 4.2 Wezenpensioen ....................................................................... 7 5 Wat betaal ik voor de pensioenregeling? ........................................... 7 5.1 Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen?............. 8 5.2 Wat betekent een ‘vaste pensioenpremie’ voor mij? ..................... 8 6 Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen? .................................. 8 6.1 Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben? ............................................................................................. 8 6.2 Wat gebeurt er als ik bij een andere werkgever ga werken? .......... 9 6.3 Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word? ............................ 9 6.4 Wat gebeurt er als ik ga scheiden?............................................ 10 6.5 Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken? ............................... 11 7 Welke keuzemogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga? ....... 11 7.1 Eerder met pensioen gaan ...................................................... 12 7.2 Deeltijdpensioen ..................................................................... 12 7.3 Uw ouderdomspensioen deels veranderen in partnerpensioen ...... 12 7.4 Eerst wat meer, en daarna wat minder ouderdomspensioen krijgen . ............................................................................................ 13 8 Hoe weet ik hoeveel ouderdomspensioen ik krijg? ............................. 13 8.1 Hoe krijg ik mijn pensioen? ...................................................... 13 8.2 Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen? .............................................................................. 13 9 Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde? ............................................. 14 10 Waardeoverdracht? ....................................................................... 14 10.1 Wat is waardeoverdracht?........................................................ 15 10.2 Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling?.................................................................. 15 10.3 Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht? . 15 10.4 Wanneer kan ik de waardeoverdracht aanvragen? ...................... 15 11 Welke informatie moeten ik en het pensioenfonds geven? .................. 16 11.1 Welke informatie moet ik geven? .............................................. 16 11.2 Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven? ................. 16 12 Waar kan ik terecht met klachten? .................................................. 16 13 Nuttige adressen ........................................................................... 17 14 Begrippenlijst ............................................................................... 18
3
Wat is pensioen? Er zijn 3 soorten pensioenen in uw pensioenregeling: Ouderdomspensioen; Partnerpensioen; Wezenpensioen. Het ouderdomspensioen is uw inkomen als u stopt met werken omdat u 65 jaar wordt. Uw nabestaanden kunnen pensioen krijgen als u overlijdt. Uw partner kan partnerpensioen krijgen en uw kinderen wezenpensioen Uw werkgever heeft een pensioenregeling bij het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg Inleiding Deze brochure
geeft antwoord op de vragen: Wanneer kan ik met pensioen? Hoeveel pensioen krijg ik? Wat krijgen mijn partner en kinderen als ik overlijd? Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga?
In deze brochure staat alleen de belangrijkste informatie uit uw pensioenregeling. Het kan zijn dat u na het lezen nog vragen heeft. Deze vragen kunt u stellen aan ons pensioenbureau, telefoonnummer 0464116076. De volledige pensioenregeling staat in het pensioenreglement. U kunt dit reglement raadplegen op www.pensioenfondsmgl.nl of opvragen bij het pensioenfonds. U kunt geen rechten ontlenen aan deze brochure. In het pensioenreglement van het pensioenfonds staat de pensioenregeling van uw werkgever. Als er in het pensioenreglement iets anders staat dan in deze brochure, gaat het pensioenreglement voor.
Bewaar deze brochure goed! Misschien hebt u hem in de toekomst nog nodig. 1
Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op?
U bouwt ouderdomspensioen op zodra u meedoet met de pensioenregeling. U bent dan deelnemer. U mag met de pensioenregeling meedoen vanaf de eerste dag dat u voor uw werkgever werkt. U blijft meedoen met de pensioenregeling tot u met pensioen gaat. Of tot de dag dat u weggaat bij uw werkgever. Ingeval u arbeidsongeschikt raakt, blijft u deelnemer zolang u recht heeft op premievrije voortzetting van pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid.
4
2
Wanneer kan ik met pensioen?
U kunt met pensioen op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Voorbeeld: op 28 augustus in het jaar 2022 wordt u 65 jaar. U kunt vanaf 1 augustus 2022 met pensioen. U krijgt dit pensioen totdat u overlijdt.
3
Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik?
W kunnen nu nog niet zeggen hoeveel ouderdomspensioen u precies krijgt als u 65 bent. Wel kunnen we zeggen dat uw pensioenregeling een ‘uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling’ is. Dat betekent dat uw pensioenuitkering afhangt van de salarissen die u tot aan uw pensioen jaarlijks verdiend hebt. Hoeveel pensioenuitkering u krijgt, weet u pas precies als u met pensioen gaat. Uw ouderdomspensioen hangt af van: Wat uw pensioengrondslag is in de tijd dat u meedoet met de pensioenregeling. De pensioengrondslag is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt; Wat uw opbouwpercentage is. Dat betekent: hoeveel procent van uw pensioengrondslag u ieder jaar aan pensioen opbouwt. Voor u is dat 1,875% per jaar; Hoeveel jaar u meedoet aan de pensioenregeling; Of u voltijd of deeltijd werkt. U kunt zelf uitrekenen hoeveel ouderdomspensioen u ieder jaar opbouwt. Kijk daarvoor naar het voorbeeld hieronder. Het voorbeeld gaat over iemand die voltijd werkt en een opbouwpercentage heeft van 1,875%. Pensioengevend jaarsalaris – franchise = pensioengrondslag Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw Pensioengrondslag: € 35.000 - € 12.966 *
= € 22.034
Jaarlijkse pensioenopbouw voor ouderdomspensioen: € 22.034 x 1,875% = € 413,14 * niveau 2012 Wat is de franchise? En waarom gaat die van uw jaarsalaris af als we de pensioengrondslag berekenen? De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. U bouwt dus niet over uw hele salaris pensioen op. Dat is ook niet nodig, want u krijgt op uw 65ste een AOW-uitkering van de overheid. Hoe hoog die AOW-uitkering is, berekent de Sociale Verzekeringsbank.
5
Voor het bedrag van de AOW-uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Daarom trekt het pensioenfonds een bedrag van uw jaarsalaris af als zij uw pensioengrondslag berekent. Het bedrag dat het pensioenfonds aftrekt, heet de franchise. Dit bedrag kan ieder jaar worden aangepast aan de stijging van de AOW-uitkering. Ieder jaar krijgt u een pensioenoverzicht van het pensioenfonds. Daarin staat hoeveel pensioen u hebt opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen. Uw pensioengevend jaarsalaris staat ook op het pensioenoverzicht.
3.1
U kunt bijsparen voor extra pensioen
Wanneer u voor extra ouderdomspensioen wilt sparen, bieden wij u de mogelijkheid om een gedeelte van uw pensioengrondslag te sparen in de zogenaamde pensioeneffect spaarregeling die het pensioenfonds heeft ondergebracht bij Aegon. U maakt via een beleggingsprofiel een keuze hoe u deze extra te sparen gelden wenst te beleggen en Aegon voert dit voor u uit. Periodiek ontvangt u van Aegon een overzicht van uw pensioeneffectrekening. Bij uitdiensttreding of pensionering koopt het pensioenfonds voor het gespaarde bedrag ouderdomspensioen in. In het geval van uw overlijden wordt hier partnerpensioen voor ingekocht. Deelnemers die vallen onder de CAO voor dagbladjournalisten zijn uit hoofde van de minimumpensioenafspraken in die CAO verplicht om 1% van hun pensioengrondslag in deze regeling te sparen.
4
Hoeveel pensioen krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd?
In uw pensioenregeling is ook een partnerpensioen en een wezenpensioen geregeld. Deze pensioenen kunnen belangrijk zijn voor als u een partner en/of kinderen hebt en u overlijdt. Met partner bedoelen we de man of vrouw met wie u een relatie hebt. Deze relatie kan zijn: een huwelijk; een geregistreerd partnerschap bij de burgerlijke stand; een notarieel bekrachtigde samenleefovereenkomst.
4.1
Partnerpensioen
U kunt het partnerpensioen verzekeren op risicobasis. Bij toetreding in ons pensioenfonds dient u aan te geven of u voor verzekering van het partnerpensioen kiest. U wordt dan zonder meer geaccepteerd voor deze verzekering. Ook wanneer u binnen 2 maanden na het aangaan van een samenleefverband zoals hierboven vermeld het partnerpensioen wil verzekeren kan dat zonder voorwaarden. Wanneer u later besluit om het partnerpensioen te verzekeren, kan dat per 1 januari van elk kalenderjaar. U dient dan wel een gezondheidsverklaring in te
6
vullen ten behoeve van de herverzekeringsmaatschappij. Deze verzekeringsmaatschappij beoordeelt dan of u opgenomen kan worden in de verzekering en of er normaal tarief van toepassing is. Verzekering van het partnerpensioen is niet standaard: u dient zelf aan te geven of u dit wenst te verzekeren!! De te betalen premie voor het partnerpensioen bedraagt op dit moment (2012) 1,9% van de pensioengrondslag. Het partnerpensioen is verzekerd op risicobasis: uw partner heeft uitsluitend recht op een partnerpensioen als u overlijdt tijdens uw deelnemerschap. Deze verzekering stopt bij einde van uw deelnemerschap of pensionering. Om ervoor te zorgen dat uw partner ook na uw ontslag of pensionering recht heeft op een partnerpensioen zetten wij bij einde deelneming een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen om in partnerpensioen. In dit geval wordt uw ouderdomspensioen zodanig verlaagd dat de verhouding tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen 100 / 70 is. Stel dat u uw baan verliest en dat u direct daarna een werkloosheidsuitkering krijgt. Als u dan overlijdt terwijl u die werkloosheidsuitkering krijgt, heeft uw partner toch recht op een partnerpensioen. Uw partner krijgt dan 70% van het ouderdomspensioen dat u zelf had opgebouwd op het moment dat u uw baan verloor. 4.2
Wezenpensioen
Het wezenpensioen is inkomen voor uw kinderen als u overlijdt. Het wezenpensioen bedraagt 14% van het ouderdomspensioen dat u bereikt zou hebben als u tot uw 65e gewerkt zou hebben. Als u na uw einde dienstverband of pensionering overlijdt bedraagt het wezenpensioen 14% van uw opgebouwde ouderdomspensioen. Het wezenpensioen wordt in beginsel alleen uitgekeerd aan kinderen tot de leeftijd van 18 jaar. Oudere kinderen die nog studeren ontvangen zolang zij studeren een uitkering tot de leeftijd van 27 jaar. Ook gehandicapte kinderen ontvangen tot de leeftijd van 27 jaar een wezenpensioen.
5
Wat betaal ik voor de pensioenregeling?
U en uw werkgever betalen samen voor de pensioenregeling. Samen betaalt u 23,3% van uw pensioengrondslag. De premieverdeling tussen werkgever en werknemer is onderdeel van het sociaal beleid van de onderneming. De premie die u moet betalen voor de pensioenregeling houdt de werkgever maandelijks in op uw bruto salaris. Wanneer u heeft gekozen voor verzekering van het partnerpensioen op risicobasis wordt de premie hiervoor eveneens op
7
uw bruto salaris ingehouden. De premie voor het partnerpensioen bedraagt 1,9% van de pensioengrondslag.
5.1
Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen?
In bijzondere situaties kan uw werkgever minder premie gaan betalen. Hij kan zelfs helemaal stoppen met premie betalen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de werkgever financiële problemen heeft. Als dat zo is, krijgt u meteen bericht van het pensioenfonds. Het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft wel bestaan. Maar het pensioen dat u in de toekomst opbouwt, verandert. 5.2
Wat betekent een ‘vaste pensioenpremie’ voor mij?
De werkgever en het pensioenfonds hebben een vaste pensioenpremie afgesproken. Een ‘vaste pensioenpremie’ betekent dat uw werkgever aan het pensioenfonds een vast percentage van de pensioengrondslag aan premie betaalt. De werkgever betaalt dus niets meer en niets minder. In uw geval heeft de werkgever een vaste pensioenpremie afgesproken van 23,3%. Het is de bedoeling dat dit bedrag hoog genoeg is om de pensioenregeling van te betalen. Het kan zijn dat de kosten toch hoger worden dan verwacht. Dan is de vaste premie te laag. Het pensioenfonds kan dan besluiten dat u tijdelijk minder pensioen opbouwt, want uw werkgever gaat niet méér betalen. Dit gebeurt niet vaak, maar als het gebeurt, krijgt u daarover een brief van het pensioenfonds. Het pensioenfonds kan later besluiten om de vermindering van de pensioenopbouw in het verleden terug te draaien. Dat gebeurt als de premie weer genoeg is om de pensioenregeling te bekostigen en het pensioenfonds daarvoor genoeg geld heeft. 6 6.1
Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen? Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben?
Als u stopt bij uw werkgever, doet u ook niet meer mee met de pensioenregeling. U bouwt dan geen nieuw ouderdomspensioen meer op. Maar het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft staan. Het is niet mogelijk dat u blijft meedoen met deze pensioenregeling. Uw partner heeft geen recht meer op (een gedeelte van het) partnerpensioen als u stopt bij uw werkgever. U kunt wel een deel van het ouderdomspensioen veranderen in een partnerpensioen. In paragraaf 7.3 staat hoe dat gaat. Als u al arbeidsongeschikt bent wanneer u stopt bij uw werkgever, blijft u wel meedoen met de pensioenregeling. In paragraaf 6.3 staat hoe dat gaat.
8
6.2
Wat gebeurt er als ik bij een andere werkgever ga werken?
Als u bij een andere werkgever gaat werken, doet u niet meer mee met de pensioenregeling die u nu hebt. Het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd, blijft staan. Maar u bouwt geen pensioen meer op in deze regeling. Bij uw nieuwe werkgever bouwt u waarschijnlijk ook pensioen op. Dat gebeurt dan met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Soms is de nieuwe pensioenregeling beter dan de oude. Bijvoorbeeld als in de nieuwe regeling uw pensioen beter wordt geïndexeerd. Dan kan het voordelig zijn om het opgebouwde pensioen uit de pensioenregeling die u nu hebt aan de nieuwe pensioenregeling over te dragen. Dat noemen we ‘waardeoverdracht’. In paragraaf 9 en 10 kunt u meer lezen over indexatie en waardeoverdracht. 6.3
Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word?
Als u ziek of arbeidsongeschikt wordt, blijft u meedoen met de pensioenregeling. Vanaf het moment dat u een zogenaamde WIA uitkering ontvangt, heeft u na 1 jaar recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. Als u volledig arbeidsongeschikt wordt, bouwt u ook volledig ouderdomspensioen op. Maar u hoeft geen premie meer te betalen. Het kan zijn dat u nog gedeeltelijk premie moet betalen, als u behalve dat u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent ook gedeeltelijk in dienst bij de werkgever blijft. Als u arbeidsongeschikt wordt, hebt u volgens de wet recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als u volledig arbeidsongeschikt wordt, krijgt u een WIA-uitkering en als u voor een deel arbeidsongeschikt wordt, krijgt u een WGA-uitkering. Het UWV bepaalt voor hoeveel procent u arbeidsongeschikt bent. Datzelfde percentage gebruikt het pensioenfonds om te bepalen hoeveel pensioen u nog mag opbouwen. De risicopremie voor het partnerpensioen moet uzelf blijven betalen als u de verzekering wenst te laten doorlopen. In de tabel hieronder staat hoeveel pensioen u nog mag opbouwen als u arbeidsongeschikt bent. Voor hoeveel procent bent u arbeidsongeschikt?
Voor hoeveel procent gaat de pensioenopbouw door?
80 tot 100% arbeidsongeschikt 65 tot 80% arbeidsongeschikt 55 tot 65% arbeidsongeschikt 45 tot 55% arbeidsongeschikt 35 tot 45% arbeidsongeschikt 0 tot 35% arbeidsongeschikt
100% 72,5% 60% 50% 40% 0%
9
6.4
Wat gebeurt er als ik ga scheiden?
Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen. Namelijk het deel dat u hebt opgebouwd toen u getrouwd was. Waar heeft mijn ex recht op? Bent u getrouwd of hebt u een partnerschap bij de burgerlijke stand laten registreren? Dan heeft uw ex recht op de helft van uw ouderdomspensioen nadat u gescheiden bent. Dit recht heeft uw ex ook als u gescheiden bent van tafel en bed (dan bent u nog getrouwd maar woont u niet meer bij elkaar). Het gaat om de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd toen u getrouwd was of toen u geregistreerd was als partners. We noemen dit ‘verevening’. Uw ex én u krijgen allebei een pensioenoverzicht van het pensioenfonds. U kunt als echtgenoten of partners ook andere afspraken maken. Dit kan in de huwelijkse voorwaarden, in de voorwaarden voor het partnerschap of in de scheidingsovereenkomst. Woonde u samen maar was u niet getrouwd? En had u ook geen geregistreerd partnerschap? Dan heeft uw ex geen recht op een deel van het ouderdomspensioen als u uit elkaar gaat. Ook niet als u een samenlevingscontract had. Wat gebeurt er als na de scheiding mijn ex of ik overlijden? Als u overlijdt vóór uw ex, krijgt uw ex geen deel van het ouderdomspensioen. En als uw ex eerder overlijdt dan u, krijgt u het hele pensioen. Wat gebeurt er als mijn partner en ik andere afspraken hebben gemaakt over de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding? U kunt ook afspreken dat u en uw ex allebei een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. We noemen dat çonversie’. Als uw ex overlijdt, dan vervalt het ouderdomspensioen van uw ex. U houdt dan alleen uw eigen deel van het ouderdomspensioen. En als u overlijdt, vervalt uw ouderdomspensioen. Uw ex houdt dan zijn of haar eigen deel aan ouderdomspensioen. Hoe maak ik afspraken over de verdeling van mijn pensioen? U kunt hierover afspraken maken door een formulier in te vullen. Dat formulier krijgt u bij een groot postkantoor, bij Postbus 51 of bij uw echtscheidingsadvocaat. Ook kunt u het formulier downloaden van internet. Tot twee jaar na de dag dat u bent gescheiden, kunt u nog afspraken maken over der verdeling van uw pensioen. Uw pensioenfonds moet deze afspraak wel eerst goedkeuren.
10
Wat krijgt mijn ex aan partnerpensioen als ik overlijd? U hebt een partnerpensioen op risicobasis. Dit betekent dat uw ex geen partnerpensioen krijgt als u overlijdt. Maar in één situatie krijgt uw partner dit wel. Welke situatie is dat? Stel dat u gaat scheiden terwijl u al gestopt bent met de pensioenregeling. En stel dat u een deel van uw ouderdomspensioen hebt veranderd in een partnerpensioen. Dan krijgt uw ex wel partnerpensioen als u overlijdt. Men noemt dit bijzonder partnerpensioen. Als u ook hebt afgesproken dat u en uw partner allebei een zelfstandig pensioen krijgen, dan verandert het partnerpensioen in een ouderdomspensioen voor uw ex. 6.5
Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken?
U bouwt minder pensioen op als u in deeltijd werkt of gaat werken. We berekenen uw pensioenopbouw dan als volgt. We berekenen uw pensioengrondslag alsof u voltijd werkt; We berekenen de deeltijdfactor. Dat is de verhouding tussen het aantal uren dat u werkt en het aantal uren dat bij uw werkgever geldt als voltijd. Bijvoorbeeld: u werkt 32 uur per week, en bij uw werkgever betekent een voltijd baan 36 uur per week. De deeltijdfactor is dan 32 / 36= 0,88889. De voltijd pensioengrondslag x de deeltijdfactor x het opbouwpercentage = uw pensioenopbouw per jaar. 7
Welke keuzemogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga?
U kunt bij de pensioenregeling uit een aantal mogelijkheden kiezen: u kunt eerder met pensioen gaan; u kunt een deeltijdpensioen aanvragen; u kunt uw ouderdomspensioen deels veranderen in een partnerpensioen; U kunt eerst wat meer en daarna wat minder ouderdomspensioen krijgen. Als u voor een van deze mogelijkheden kiest, dan verandert de hoogte van uw ouderdomspensioen. En misschien ook de hoogte van het partnerpensioen. U kunt op twee manieren zien hoe uw pensioen verandert; 1. u kunt het zelf uitreken. U gebruikt hiervoor de tabellen in de bijlage van het pensioenreglement. U kunt ook bij het pensioenfonds een verzoek indienen om de effecten te berekenen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.
11
7.1
Eerder met pensioen gaan
In principe gaat u met pensioen als u 65 jaar wordt. Wilt u eerder met pensioen, dan kunt u dit aanvragen bij het pensioenfonds. De eerste datum waarop u met pensioen kunt gaan is wanneer u 55 jaar bent. Als u uw pensioen eerder in laat gaan, betekent dat wel dat uw jaarlijkse uitkering lager is dan wanneer u op uw 65e met pensioen zou gaan. Als u uw pensioen eerder volledig wilt laten ingaan dan op 65 jaar, moet u wel daadwerkelijk stoppen met werken per die eerdere datum. 7.2
Deeltijdpensioen
U kunt ook met deeltijdpensioen gaan. Dat betekent dat u tussen uw 55e en 65e in deeltijd gaat werken. De periode waarin u met deeltijdpensioen bent, moet echter minimaal 1 jaar duren. U spreekt eerst met uw werkgever af hoeveel uur u nog doorwerkt. U kunt hier geen afspraken over maken met het pensioenfonds. Als u bijvoorbeeld 60% van de oorspronkelijke uren per week blijft werken, kunt met deeltijdpensioen voor 40%. Dit betekent dat u alvast 40% krijgt van het ouderdomspensioen dat u op dat moment hebt opgebouwd. Voor 60% blijft u meedoen met de pensioenregeling. Voor dit deel blijft u ook pensioen opbouwen. In paragraaf 6.5 staat hierover meer informatie. Uw pensioen wordt wel lager als u met deeltijdpensioen gaat. Op het gedeelte dat u eerder met pensioen gaat zijn de vervroegingfactoren van toepassing die in de bijlage bij het pensioenreglement staan. Wilt u met deeltijdpensioen gaan, dan kunt u dat aanvragen bij het pensioenfonds. Doe dit minimaal zes maanden vóór de gewenste ingangsdatum. 7.3
Uw ouderdomspensioen deels veranderen in partnerpensioen
Gaat u met pensioen of uit dienst ? En hebt u een partner? Wanneer u het partnerpensioen op risicobasis heeft verzekerd verandert het pensioenfonds automatisch een gedeelte van het ouderdomspensioen in partnerpensioen. Wanneer u het partnerpensioen niet op risicobasis heeft verzekerd kan het pensioenfonds een deel van uw ouderdomspensioen veranderen in partnerpensioen. Het pensioenfonds zal u van tevoren vragen of u dat wilt. Na omzetten van uw ouderdomspensioen in partnerpensioen mag uw partnerpensioen in totaal niet hoger zijn dan 70% van het verlaagde ouderdomspensioen. Zie verder artikel 13 van het pensioenreglement en de omrekenfactoren in de bijlage bij het reglement.
12
7.4 Eerst wat meer, en daarna wat minder ouderdomspensioen krijgen U kunt ervoor kiezen om in de eerste vijf jaren van pensionering een hogere uitkering te ontvangen dan daarna. De verhouding tussen het hogere en lagere ouderdomspensioen is dan gelijk aan 100 : 75.
8
Hoe weet ik hoeveel ouderdomspensioen ik krijg?
Ieder jaar krijgt u van het pensioenfonds een overzicht van uw pensioenopbouw: de jaaropgave (UPO). In de jaaropgave staat hoeveel pensioen u kunt verwachten als u 65 jaar bent. In de jaaropgave staat ook hoeveel ouderdomspensioen u al hebt opgebouwd. Als u niet meer meedoet, krijgt u niet meer ieder jaar een overzicht. 8.1
Hoe krijg ik mijn pensioen?
Voor u met pensioen gaat, krijgt u een opgave van uw pensioenfonds. Hierin staat hoeveel pensioen u per maand krijgt. Hebt u een partner en hebt u ervoor gekozen om het ouderdomspensioen deels te veranderen in partnerpensioen? Dan staat er ook in hoeveel het partnerpensioen is als u overlijdt. In het overzicht staan de bruto bedragen. Zodra u met pensioen bent, krijgt u iedere maand een bedrag op uw bankrekening. U krijgt het pensioen totdat u overlijdt. Hoe krijgt mijn ex zijn of haar deel van het pensioen? Zodra u met pensioen gaat, heeft uw ex-partner recht op uitbetaling van zijn of haar deel van het ouderdomspensioen. Wanneer u een verzoek tot verevening heeft ingediend bij het pensioenfonds, betaalt het pensioenfonds dit deel rechtstreeks aan uw ex. Overlijdt uw ex, dan krijgt u het hele ouderdomspensioen weer zelf.
8.2 Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen? Het pensioenfonds houdt loonheffing in op uw pensioen. Bovendien houdt het pensioenfonds een premie in voor de Zorgverzekeringswet. Deze bedragen gaan van uw pensioen af voordat u het pensioen op uw rekening krijgt. U krijgt ieder jaar een jaaropgave van uw pensioenfonds. Hierin staan de volgende bedragen: het bedrag dat u aan pensioen hebt gekregen; het bedrag dat is ingehouden aan loonheffing; het bedrag dat is ingehouden aan premie Zorgverzekeringswet. U hebt deze jaaropgave nodig voor uw belastingaangifte. Bewaar het dus goed!
13
9
Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde?
Wat is indexatie? Prijzen veranderen. Bijna alle producten worden na verloop van tijd duurder. Met € 100,- kunt u over een paar jaar waarschijnlijk minder kopen dan nu. Daarom is het belangrijk dat het pensioen dat u nu hebt opgebouwd nog evenveel waard is als u met pensioen gaat. Het pensioenfonds kan hiervoor zorgen door uw pensioen te indexeren. In dat geval krijgt u meer pensioen. Zo houdt uw pensioen zoveel mogelijk zijn waarde, ook als de prijzen hoger worden. Wanneer indexeert het pensioenfonds mijn pensioen? Het pensioenfonds probeert jaarlijks uw pensioen te indexeren, maar indexatie is geen recht. Het bestuur van het pensioenfonds besluit ieder jaar of zij de pensioenen kan indexeren. Het pensioenfonds kan alleen indexeren als het voldoende vermogen heeft. Als u in een bepaald jaar een indexatie krijgt, is het niet zeker of u het jaar erop weer een indexatie krijgt. En de indexatie kan in het ene jaar hoger zijn dan in het andere jaar. Het pensioenfonds noemt dit een ‘voorwaardelijke indexatie’. Hoe wordt het ouderdomspensioen geïndexeerd? Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met het gemiddelde van de prijsontwikkeling en de loonontwikkeling (1,81%). Uw opgebouwde pensioen is dit jaar met 0% verhoogd. Uw pensioenfonds heeft de pensioenuitkeringen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: — Over het jaar 2011 met 0%. De prijzen/lonen gingen toen met 1,10% omhoog — Over het jaar 2010 met 0%. De prijzen/lonen gingen toen met 1,32% omhoog — Over het jaar 2009 met 0%. De prijzen/lonen gingen toen met 2,89% omhoog. Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen uit beleggingsrendement. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
14
10 Waardeoverdracht? 10.1 Wat is waardeoverdracht? Uw pensioenregeling stopt als u weggaat bij uw werkgever en dus niet meer meedoet met de pensioenregeling. Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, gaat u meedoen met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Dan kunt u ervoor kiezen om het pensioen van uw huidige werkgever over te dragen naar de pensioeninstelling van uw nieuwe werkgever. Het pensioen gaat dan mee in de pensioenregeling van de nieuwe pensioeninstelling. Dit noemen we waardeoverdracht. U hebt dan geen pensioen meer bij ons pensioenfonds.
10.2 Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling? Als u weggaat bij uw werkgever, kunt u waardeoverdracht aanvragen bij de pensioeninstelling van uw nieuwe werkgever. Het pensioenfonds moet hieraan meewerken. Er is een uitzondering: als u al niet meer meedoet aan de pensioenregeling vóór 8 juli 1994, hoeft het pensioenfonds niet aan waardeoverdracht van dat pensioen mee te werken.
10.3 Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht? We kunnen niet zeggen of het in uw geval verstandig is om de waarde van het opgebouwde pensioen over te dragen. Dat hangt af van de pensioenregelingen van uw huidige en nieuwe werkgever. Als u goed weet wat de verschillen zijn, kunt u een verstandige keuze maken. Is er bijvoorbeeld een verschil in hoe de pensioenen worden geïndexeerd? U krijgt hierover informatie van uw nieuwe pensioenfonds. Ook het pensioenvermogen voor de huidige en nieuwe pensioenregeling kan een rol spelen bij het maken van die keuze. Als u het prettig vindt om van één pensioeninstelling pensioen te ontvangen, kan dit ook een reden zijn om voor waardeoverdracht te kiezen. U krijgt dan alleen pensioenopgaven van de pensioeninstelling van uw laatste werkgever. 10.4 Wanneer kan ik de waardeoverdracht aanvragen? U kan de waardeoverdracht aanvragen binnen zes maanden nadat u bij een nieuwe werkgever bent gestart. U vraagt de waardeoverdracht aan bij de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Een tijdje later krijgt u van die pensioeninstelling een opgave voor de waardeoverdracht. Gaat u hiermee akkoord, dan wordt de waarde uit uw huidige pensioenregeling overgedragen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. U krijgt van de nieuwe pensioeninstelling een opgave van uw pensioen na waardeoverdracht.
15
11 Welke informatie moeten ik en het pensioenfonds geven? 11.1 Welke informatie moet ik geven? U moet het pensioenfonds alle informatie geven die nodig is om de pensioenregeling uit te voeren. Bijvoorbeeld als u verhuist, een partner heeft, kinderen heeft of gaat scheiden. In het pensioenreglement staat precies welke informatie u het pensioenfonds moet geven. 11.2 Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven? Als u erom vraagt, moet het pensioenfonds u deze informatie geven: het pensioenreglement; een jaarverslag; de jaarrekening; de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en het pensioenfonds; belangrijke informatie over beleggingen van het pensioenfonds; een overzicht waarop staat hoeveel pensioen u hebt opgebouwd; een berekening van de gevolgen van de keuzes. Bijvoorbeeld als u kiest voor deeltijdpensionering of eerder stoppen met werken; de ‘verklaring inzake beleggingsbeginselen’; informatie die speciaal voor u relevant is; informatie over de hoogte van de dekkinggraad van het pensioenfonds. De dekkingsgraad zegt of het pensioenfonds genoeg geld heeft om alle pensioenen te kunnen betalen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter het financieel gaat met het pensioenfonds; als de toezichthouder het pensioenfonds een aanwijzing heeft gegeven. Dat betekent dat de toezichthouder vindt dat het pensioenfonds iets niet goed doet en aangeeft wat er wel moet gebeuren; of er een bewindvoerder is aangewezen voor het pensioenfonds; hoe het pensioenfonds omgaat met klachten: of er een herstelplan is voor de korte termijn of voor de lange termijn en wat dat plan dan is. Dit plan zorgt voor het verhogen van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. 12 Waar kan ik terecht met klachten? Bent u het niet eens met een beslissing van het pensioenfonds? Dan kunt u een klacht indienen bij het bestuur van het pensioenfonds. In het pensioenreglement vindt u deze procedure onder artikel 25.
16
13 Nuttige adressen Hieronder is nog een aantal nuttige adressen opgenomen. Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg Postbus 5100 6301 PC SITTARD www.pensioenfondsmgl.nl Mercator 3 6351 KW SITTARD 046-4116076 g.mulders@mgl.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG 070-3334444 www.minszw.nl Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op internet. www.svb.org UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. kunt dit nalezen op internet. 0900-9294 www.uwv.nl Ombudsman Pensioenen Bordewijklaan 10 2591 XR DEN HAAG 070-3338999 www.ombudsmanpensioenen.nl
17
14 Begrippenlijst AOW Algemene Ouderdomswet Deelnemer Een deelnemer is een werknemer van een van de werkgevers van LMG II of de Trompetter groep die niet verplicht is deel te nemen aan de pensioenregeling van de Grafische Bedrijfsfondsen. Franchise De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. Dat komt omdat u op uw 65ste al een basispensioen krijgt: een AOW-uitkering. Voor het bedrag van de AOW-uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Dit bedrag noemen we de franchise. Gewezen deelnemer U bent een gewezen deelnemer als u vroeger pensioen hebt opgebouwd bij een pensioenfonds, maar dat nu niet meer doet. U hebt dan nog wel pensioen staan bij dat pensioenfonds. Een gewezen deelnemer noemen we ook wel een slaper. Loonindex Het percentage waarmee het indexcijfer regelingslonen volwassen medewerkers alle bedrijven over de maand oktober van het voorafgaande kalenderjaar is gestegen ten opzichte van het indexcijfer regelingslonen volwassen medewerkers alle bedrijven over de maand oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Ouderdomspensioen De uitkering die u ontvangt vanaf de datum dat het pensioen ingaat tot het moment dat u overlijdt. Partner De persoon met wie u getrouwd bent, met wie u een geregistreerd partnerschap hebt of met wie u ongehuwd samenwoont op de manier die in het pensioenreglement staat. Partnerpensioen De uitkering die uw partner krijgt als u overleden bent. Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg.
18
Pensioengrondslag Het deel van het pensioengevend jaarsalaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris minus de franchise. Pensioengevend jaarsalaris Het vaste jaarsalaris inclusief de vakantietoeslag en de einde jaarsuitkering voorheen de voorjaarsuitkering. Prijsindex Het percentage waarmee de consumentenprijzen stijgen. De prijzen van oktober van een bepaald jaar worden vergeleken met de prijzen van oktober van het jaar ervoor. De stijging is de prijsindex. UWV Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze organisatie voert bijvoorbeeld de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uit.
19
20