PENSIOENBROCHURE
De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg Vanaf 1 januari 2008 Antwoorden op de meest gestelde vragen Voor deelnemers geboren na 1 januari 1950 of toegetreden na 1 januari 2008
versie 3 december 2010
Deze brochure maakt onderdeel uit van de startbrief
Voorwoord Welkom bij Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg. In deze brochure maakt u kennis met de pensioenregeling van dit fonds. Onze regeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst. Dit betekent dat uw pensioenuitkering afhangt van wat u verdient heeft en hoe lang u voor Peek & Cloppenburg heeft gewerkt. Uw pensioenuitkering is niet afhankelijk van beleggingsresultaten of de door Peek & Cloppenburg betaalde premies. De brochure vermeldt in grote lijnen wat wel en wat niet mogelijk is binnen de pensioenregeling. Daarbij draait het om wat het pensioen inhoudt en welke keuzes u kunt maken om het pensioen voor uw situatie passender te maken. Nu nadenken over uw pensioen Veel mensen denken pas na over hun pensioen als 'de oude dag' nadert. Toch is het verstandig om daar eerder bij stil te staan. Ten eerste is het goed om te weten wat u financieel te wachten staat als u met pensioen gaat. En wat er met uw inkomen gebeurt, wanneer u voor die tijd arbeidsongeschikt zou raken of eerder stopt met werken. Ook andere gebeurtenissen hebben invloed op uw pensioen. Bijvoorbeeld wanneer u van baan verandert, trouwt of gaat scheiden. Ten tweede kunt u zelf keuzes maken, bijvoorbeeld om eerder met pensioen te gaan. U ontvangt dan een lager pensioen. U kunt ook later met pensioen, u ontvangt dan een hoger pensioen. Moeilijke begrippen Vaktermen zijn zoveel mogelijk vermeden, maar soms is dat niet mogelijk. In die gevallen vindt u de verklaringen in de begrippenlijst. De rekenvoorbeelden en figuren kunnen bepaalde zaken verder verduidelijken. Rechten Deze brochure is met de grootste zorg samengesteld. U kunt er echter geen rechten aan ontlenen. Dit kan alleen aan het officiële pensioenreglement, waarvan dit document een vereenvoudigde versie is. Er is uitgegaan van het meest recente pensioenreglement, met als ingangsdatum 1 januari 2008.
7-3-2011
2
Inhoud Voorwoord Introductie 1 2 3
Wat is pensioen? Wat biedt de pensioenregeling? Voor wie geldt de pensioenregeling?
Het ouderdomspensioen 4 5 6
Op welke leeftijd kan ik met pensioen? Hoe bouw ik mijn pensioen op? Hoe wordt mijn pensioen beschermd tegen inflatie?
Het pensioen voor nabestaanden 7 8 9 10 11
Wanneer krijgt mijn partner nabestaandenpensioen? Hoeveel bedraagt het nabestaandenpensioen? Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen als mijn partner en ik uit elkaar gaan? Wanneer komen mijn kinderen in aanmerking voor een wezenpensioen? Hoeveel bedraagt het wezenpensioen?
Keuzemogelijkheden 12 13 14
Welke keuzes kan ik maken? Wat is het gevolg als ik eerder of later stop met werken? Kan ik het nabestaandenpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen?
Bijzondere omstandigheden 15 16 17 18
Wat is het gevolg voor mijn inkomen als ik arbeidsongeschikt raak? Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik in dienst of uit dienst treed? Kan ik pensioen blijven opbouwen als ik werkloos word? Wat gebeurt er met het ouderdomspensioen als mijn partner en ik uit elkaar gaan?
Diversen 19 20 21 22 23 24 25
Is er voldoende geld om mijn pensioen uit te betalen en welke risico’s zijn er? Hoe vraag ik mijn ouderdomspensioen aan? Kan ik mijn pensioen afkopen? Wat moet ik zelf doen? Wie verzorgt mijn pensioen? Waar kan ik terecht met klachten? Waar kan ik terecht voor meer informatie?
7-3-2011
3
Begrippenlijst Bijlage: Toeslagenbeleid van Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg
7-3-2011
4
Introductie 1
Wat is pensioen?
AOW Als u 65 jaar wordt, ontvangt u van de overheid maandelijks een uitkering volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze uitkering is een basisvoorziening voor alle Nederlanders. Er zijn drie verschillende bedragen en die worden jaarlijks vastgesteld: • voor alleenstaanden • voor gehuwden of samenwonenden met een partner jonger dan 65 jaar • voor gehuwden of samenwonenden met een partner van 65 jaar of ouder. Indien u niet van uw 15e tot uw 65e in Nederland gewoond heeft kan het zijn dat uw AOW uitkering niet volledig is. In 2015 vervalt de toeslag voor de partner jonger dan 65 jaar. De AOW staat los van het inkomen dat u als werknemer voor uw 65e jaar had. Voor informatie over de AOW kunt u terecht bij de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl). (Ouderdoms)pensioen Via uw werkgever bouwt u tijdens uw dienstverband een pensioen op. Vanaf de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar) heeft u recht op een maandelijkse uitkering tot uw overlijden. De hoogte van deze pensioenuitkering is gebaseerd op uw vroegere salaris en aantal dienstjaren. Het pensioen ontvangt u van uw pensioenfonds. Uw AOW-uitkering ontvangt u van de Sociale Verzekeringsbank. Arbeidsongeschiktheid De pensioenregeling biedt ook een financiële voorziening voor het geval dat u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt. Nabestaandenpensioen en wezenpensioen Tot slot biedt de pensioenregeling ook een financiële voorziening voor uw eventuele partner en kinderen (tot 24 jaar) die achterblijven als u overlijdt.
2
Wat biedt de pensioenregeling?
Het ouderdomspensioen In deze pensioenregeling bouwt u een ouderdomspensioen op als aanvulling op de wettelijke AOW-uitkering vanaf 65-jarige leeftijd. Het nabestaandenpensioen Naast het ouderdomspensioen bouwt u ook elk jaar een stukje nabestaandenpensioen op. Dit verzekert uw partner van een bepaald inkomen in het geval u onverhoopt mocht komen te overlijden. Dit geldt ook bij overlijden na uw pensionering. Het wezenpensioen Het wezenpensioen voorziet in een inkomen voor uw kinderen in het geval u onverhoopt mocht komen te overlijden. Nabestaanden- en wezenpensioen voor aspirant-deelnemers Als u de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt bent u aspirant-deelnemer. Als u als aspirantdeelnemer komt te overlijden, heeft uw partner en/of uw kinderen recht op partner- en/of wezenpensioen.
7-3-2011
5
Flexibiliteit De pensioenregeling biedt u diverse keuzemogelijkheden. Daarmee kunt u uw pensioen afstemmen op uw persoonlijke situatie en wensen.
3
Voor wie geldt de pensioenregeling?
In de volgende gevallen bent u deelnemer aan de pensioenregeling: • u bent op of na 1 januari 2008 in dienst getreden én u bent 21 jaar of ouder èn u heeft een arbeidsovereenkomst met de werkgever; • U was al in dienst, en u bent na 1 januari 2008 21 jaar geworden; • u bent in of na 1950 geboren én u was deelnemer aan de pensioenregeling van het fonds zoals die luidde op 31 december 2007. Let wel: Het deelnemerschap vangt nooit eerder aan dan de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de leeftijd van 21 jaar wordt bereikt. Uw deelnemerschap eindigt: • bij pensionering; • bij overlijden; • bij beëindiging van het dienstverband. U blijft (gedeeltelijk) deelnemen als u arbeidsongeschikt wordt.
Het ouderdomspensioen 4
Op welke leeftijd kan ik met pensioen?
De pensioenregeling is erop gebaseerd dat u op uw 65e jaar met pensioen kunt. Ook de AOWuitkering van de overheid start op uw 65e.
5
Hoe bouw ik mijn pensioen op?
Pensioensalaris Het pensioensalaris bestaat uit 12 maal het maandsalaris, verhoogd met de vakantietoeslag, indien deze van toepassing is. Franchise U bouwt niet over uw gehele pensioensalaris pensioen op. Vanaf 65 jaar ontvangt u namelijk de AOW-uitkering. U bouwt geen pensioen op over het deel van uw pensioensalaris dat gerelateerd is aan de AOW-uitkering. Dit gedeelte heet de franchise. Per 1 januari van elk jaar wordt voor het komende kalenderjaar een franchise vastgesteld. In 2010 bedraagt de franchise € 10.481. Pensioengrondslag De pensioengrondslag is het pensioensalaris minus de franchise. Over dit deel bouwt u pensioen op. Premie Als deelnemer aan de pensioenregeling betaalt u maandelijks een premie. De hoogte van de premie is vastgesteld op 4,3 % van uw pensioengrondslag. Uw werkgever houdt deze premie in op uw salaris en legt daar zelf een bedrag bij.
7-3-2011
6
Middelloonregeling Elk jaar bouwt u over uw pensioengrondslag van dat betreffende jaar een stukje pensioen op. Dit betekent dat het te bereiken pensioen afhankelijk is van het gemiddelde loon. Er wordt dan ook gesproken van een middelloonregeling. Opbouwpercentage Over ieder jaar dat u meedoet in de pensioenregeling bouwt u pensioen op. De opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,63% van uw pensioengrondslag van dat jaar. Parttime werken Indien u parttime werkt, wordt uw pensioen opgebouwd naar evenredigheid met uw parttimepercentage. Ook uw premie wordt vastgesteld naar evenredigheid met uw parttimepercentage.
Voorbeeld 5.1 Maria werkt fulltime en heeft een bruto maandsalaris in 2009 van € 2.000. Ze ontvangt een vakantietoeslag van 8%. De franchise voor 2009 is vastgesteld op € 10.309. Haar pensioensalaris is 12 x € 2.000 x 1,08 = € 25.920 De pensioengrondslag voor 2009 wordt vastgesteld op € 25.920 - € 10.309 = € 15.611. In 2009 betaalt ze een maandelijkse pensioenpremie van 4,3% x € 15.611 / 12 = € 55,94. Dit wordt maandelijks van haar salaris ingehouden. Haar pensioenopbouw over 2009 is: 1,63% x € 15.611 = € 254,46 Voorbeeld 5.2 Angela werkt in 2009 fulltime en in 2010 parttime (40%). Haar pensioengevend salaris in 2009 is € 28.000 bruto per jaar. In 2010 is dit toegenomen tot € 30.000 (omgerekend naar een fulltime basis). Wat wordt haar pensioenopbouw over deze jaren? De franchise voor 2009 is € 10.309. De franchise voor 2010 is € 10.481. Het opbouwpercentage over 2008 en 2009 worden verondersteld gelijk te zijn, 1,63%. pensioengrondslag = pensioengevend salaris – franchise Angela’s pensioengrondslag over 2009 wordt: € 28.000 - € 10.309 = € 17.691 Haar pensioenopbouw over 2009 bedraagt: 1,63% x € 17.691 = € 288,36 Angela’s pensioengrondslag over 2010 wordt: € 30.000 - € 10.481 = € 19.519 Haar pensioenopbouw over 2010 bedraagt: 1,63% x € 19.519 = € 318,16, maar zij werkt parttime, dus: € 318,16 x 40% = € 127,26 Per 1 januari 2011 heeft Angela in totaal € 415,62 (= 288,36 + 127,26) aan ouderdomspensioen opgebouwd.
6
Hoe wordt mijn pensioen beschermd tegen inflatie?
In het algemeen wordt geld jaarlijks minder waard, hetgeen we als inflatie aanduiden. Bij een gelijkblijvend pensioenbedrag zou u dus elk jaar minder kunnen doen met dezelfde hoeveelheid euro's. Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg probeert u hiertegen te beschermen. Zolang u in dienst bent van uw werkgever wordt uw toekomstige pensioenopbouw in de eerste plaats beschermd tegen inflatie door de eventuele jaarlijkse salarisstijging. Uw jaarlijkse pensioenopbouw is immers gebaseerd op uw salaris. Over de aanpassing van uw opgebouwde pensioenaanspraken wordt jaarlijks door het bestuur beslist. Deze beslissing wordt genomen aan de hand van een vooraf vastgesteld mechanisme.
7-3-2011
7
Maar ook als u niet meer in dienst bent van uw werkgever, worden uw opgebouwde aanspraken op dezelfde wijze als tijdens uw dienstverband aangepast. Aanpassing van de opgebouwde pensioenaanspraken zal alleen dan (gedeeltelijk) achterwege blijven indien er niet voldoende geld aanwezig is. In extreme situaties zijn zelfs verlagingen mogelijk. Het mechanisme van vaststelling van de hoogte van de aanpassing, is erop gericht dergelijke extremen te voorkomen. Er wordt gestreefd naar een gemiddeld zo groot mogelijke kans op verhoging, bij een zo laag mogelijke kans op verlaging van de aanspraken.
Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling. Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit beleggingsrendement. Het pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de prijsinflatie (CPI-afgeleid). Zie ook de bijlage; Het toeslagenbeleid Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg
Het pensioen voor nabestaanden 7
Wanneer krijgt mijn partner nabestaandenpensioen?
Zou u onverhoopt overlijden tijdens het dienstverband, dan heeft uw partner recht op een nabestaandenpensioen. Ook bij overlijden na uw dienstverband, bijvoorbeeld na pensionering, heeft uw partner recht op een nabestaandenpensioen, mits er geen inruil van het nabestaandenpensioen heeft plaatsgevonden (zie vraag 14). Het maakt niet uit of u gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Het doet er voor de pensioenregeling ook niet toe of u een partner heeft van het andere of hetzelfde geslacht. Woont u ongehuwd samen en wilt u dat uw partner na uw overlijden nabestaandenpensioen ontvangt, dan zijn er twee voorwaarden: • U moet uw partner aanmelden bij het pensioenfonds; • Uw partner moet in een notarieel bekrachtigd samenlevingscontract zijn aangewezen als de begunstigde van het nabestaandenpensioen. Naast het nabestaandenpensioen kan uw partner recht hebben op een Anw-uitkering van de overheid. Anw staat voor Algemene Nabestaandenwet. Voor informatie over de precieze voorwaarden hiervoor kunt u, net als bij de AOW, terecht bij de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl).
8
Hoeveel bedraagt het nabestaandenpensioen?
Mocht u komen te overlijden tijdens uw dienstverband, dan is het nabestaandenpensioen gelijk aan 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Dit te bereiken ouderdomspensioen wordt vastgesteld alsof u tot de pensioendatum verder zou hebben gewerkt met de pensioengrondslag en het parttimepercentage (op basis van contracturen) die u op het moment van overlijden had. Bij overlijden na uw dienstverband (d.w.z. als u inmiddels bij een andere werkgever werkt of als u al gepensioneerd bent) is het nabestaandenpensioen gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd tijdens dit dienstverband bij uw werkgever.
7-3-2011
8
Als uw partner meer dan 10 jaar jonger is dan uzelf, wordt uw nabestaandenpensioen verminderd met 3% voor elk vol jaar dat de nabestaande meer dan 10 jaar jonger is dan uzelf. Met behulp van het onderstaande voorbeeld zullen we de regeling m.b.t. het nabestaandenpensioen verduidelijken. Voorbeeld 8.1 Herman is 67 jaar en hij is getrouwd met de 12,5 jaar jongere Joke. “Elk vol jaar dat de nabestaande meer dan 10 jaar jonger is dan de deelnemer” is in hun geval dus gelijk aan 2 jaar. Dit betekent voor Joke, dat zij bij het overlijden van Herman 6 % (= 2 x 3%) minder nabestaandenpensioen ontvangt. Stel dat het opgebouwde ouderdomspensioen jaarlijks € 20.000 bedraagt. Dan is het nabestaandenpensioen normaal gesproken € 14.000 (= 70% x € 20.000). Joke ontvangt echter € 840 (= 6% x € 14.000) minder. Haar nabestaandenpensioen wordt dus € 13.160 (= € 14.000 - € 840).
9
Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen als mijn partner en ik uit elkaar gaan?
Als u en uw partner uit elkaar gaan, houdt uw ex-partner recht op het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd in de periode dat u deelnemer was aan de pensioenregeling tot de scheidingsdatum. Bijzonder nabestaandenpensioen Het nabestaandenpensioen dat uw ex-partner ontvangt, wordt het ‘bijzonder nabestaandenpensioen’ genoemd. Het wordt aan uw ex-partner uitgekeerd vanaf de dag volgend op de maand van uw overlijden. Uw ex-partner kan op het moment van uit elkaar gaan ook afzien van het bijzonder nabestaandenpensioen. Dit moet dan worden vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijk gesloten overeenkomst. Het pensioenfonds moet de beslissing van uw ex-partner bevestigen in een verklaring. Nabestaandenpensioen over en weer Overigens geldt het hierboven gestelde over en weer. Als uw ex-partner een pensioen heeft opgebouwd in de periode dat u samen was, dan heeft u ook recht op nabestaandenpensioen als uw ex-partner overlijdt. Meerdere ex-partners Heeft u meerdere ex-partners, dan gelden er afwijkende situaties. Informatie hierover kunt u opvragen bij uw pensioenfonds (zie vraag 25). Op de gevolgen van een scheiding voor het ouderdomspensioen wordt bij vraag 18 nader ingegaan.
10
Wanneer komen mijn kinderen in aanmerking voor een wezenpensioen?
Uw kinderen hebben na uw overlijden recht op een wezenpensioen tot zij 24 jaar zijn. Het wezenpensioen gaat in op de dag volgend op de maand van uw overlijden. Naast het wezenpensioen kunnen zij recht hebben op een Anw-uitkering van de overheid. Anw staat voor Algemene Nabestaandenwet. Voor informatie over de precieze voorwaarden hiervoor kunt u terecht bij de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl).
7-3-2011
9
11
Hoeveel bedraagt het wezenpensioen?
Indien u komt te overlijden tijdens uw actieve dienstverband, bedraagt het wezenpensioen 15,4% van het te bereiken ouderdomspensioen, waarbij dit ouderdomspensioen wordt vastgesteld in de veronderstelling dat u tot de pensioendatum in de pensioenregeling zou hebben deelgenomen met het pensioensalaris en het parttimepercentage (op basis van contracturen) dat u op het moment van overlijden had. Mocht u na uw dienstverband komen te overlijden, dan bedraagt het wezenpensioen 15,4% van het ouderdomspensioen dat u tijdens uw dienstverband heeft opgebouwd. Het wezenpensioen wordt verdubbeld op het moment dat uw partner ook komt te overlijden. Het gezamenlijk uit te keren wezenpensioen kan nooit meer zijn dan vier maal het wezenpensioen per kind. Bij meer dan vier kinderen die in aanmerking komen voor wezenpensioen, zal het beschikbare bedrag gelijk over de kinderen worden verdeeld.
7-3-2011
10
Keuzemogelijkheden 12
Welke keuzes kan ik maken?
De pensioenregeling biedt u de mogelijkheid zelf keuzes te maken rond uw pensioen. Zo kunt u uw pensioen afstemmen op uw persoonlijke situatie en wensen. De volgende keuzes zijn mogelijk:
• • • • • •
13
Vervroegd met pensioen Uitstel van pensioen Nabestaandenpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen Ouderdomspensioen ruilen voor extra nabestaandenpensioen Een hoog-laag of laag-hoog uitkering van uw pensioen Verdere aanvulling van uw pensioen. Dit is echter niet in de pensioenregeling opgenomen. U kunt zich hiervoor richten tot een verzekeringsmaatschappij.
Wat is het gevolg als ik eerder of later stop met werken?
Vervroegd met pensioen De richtleeftijd voor het ouderdomspensioen is 65 jaar. U kunt er echter ook voor kiezen deze ingangsleeftijd te vervroegen. Het bestuur kan alleen toestemming verlenen voor een vervroegd ingaand ouderdomspensioen, als u minimaal 55 jaar bent en u niet (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent. Bovendien is vervroeging uitsluitend mogelijk als u niet meer werkzaam bent en ook niet meer van plan bent om te gaan werken. Voorbeeld 13.1 De hoogte van het opgebouwde ouderdomspensioen bedraagt bij normale aanvangsdatum (65 jaar) € 30.000. Hoe hoog zal het ouderdomspensioen zijn bij aanvang op een leeftijd van 58 jaar en 10 maanden? In bijlage 3 van het reglement is de bijbehorende “vervroegingsfactor” van 0,643 te vinden. Met behulp van deze vervroegingsfactor wordt de hoogte van het ouderdomspensioen (30.000 x 0,643 =) 19.290. Dit ouderdomspensioen loopt vanaf leeftijd 58 jaar en 10 maanden (levenslang).
Uitstel van pensioen Indien u langer wilt doorwerken, en u daarvoor toestemming van uw werkgever heeft, kunt u uw pensioen uitstellen. Er wordt na uw 65e echter geen pensioen meer opgebouwd. Uitstel kan uiterlijk tot uw 70e verjaardag. U kunt uw pensioen alleen uitstellen indien u nog steeds werkt. Voorbeeld 13.2 De hoogte van het opgebouwde ouderdomspensioen bedraagt bij normale aanvangsdatum (65 jaar) € 30.000. Hoe hoog zal het ouderdomspensioen zijn bij aanvang op een leeftijd van 67 jaar en 8 maanden? In bijlage 3 van het reglement is de bijbehorende “uitstelfactor” van 1,224 te vinden. Met behulp van deze uitstelfactor wordt de hoogte van het ouderdomspensioen (30.000 x 1.224 =) 36.720. Dit ouderdomspensioen loopt vanaf leeftijd 67 jaar en 8 maanden (levenslang).
7-3-2011
11
14
Kan ik het nabestaandenpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen?
Ruil nabestaandenpensioen Op de pensioendatum gaat uw ouderdomspensioen in. Verder heeft u dan ook een nabestaandenpensioen opgebouwd voor uw partner, ingeval u onverhoopt mocht komen te overlijden. Maar misschien heeft uw partner een eigen pensioen en heeft u geen behoefte aan een nabestaandenpensioen. Dan kunt u op uw pensioendatum afstand doen van het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd. In ruil daarvoor krijgt u een hoger ouderdomspensioen. Het verhogingspercentage wordt telkens voor een periode van drie jaar vastgelegd. Op 1 januari 2010 geldt een verhoging van maximaal 9,24%. Als u uw nabestaandenpensioen inruilt op pensioendatum (65 jaar), krijgt u een maximaal 9,24% hoger ouderdomspensioen. Wanneer u niet uw gehele nabestaandenpensioen inruilt of u heeft geen volledig nabestaandenpensioen opgebouwd, wordt de verhoging naar evenredigheid vastgesteld. Het kan natuurlijk ook zijn dat u geen partner heeft. In dat geval wordt het nabestaandenpensioen automatisch ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen. Voorwaarden Het inruilen van het nabestaandenpensioen voor een hoger ouderdomspensioen is aan een aantal regels gebonden. Deze luiden als volgt: - u kunt uw keuze éénmalig maken op het tijdstip van ingang van het ouderdomspensioen en deze keuze is onherroepelijk; - u dient een schriftelijke verklaring te overhandigen (notarieel bevestigd) waarin u verklaart afstand te doen van het nabestaandenpensioen en waarin uw partner hiermee instemt; - uw keuze heeft geen betrekking op eventueel bijzonder nabestaandenpensioen dat aan uw ex-partner is toegekend. De verhoging van het ouderdomspensioen wordt in dat geval naar evenredigheid verlaagd. Hoogte van het ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen na inruil In onderstaande voorbeelden wordt weergegeven hoe hoog het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen na het inruilen bedragen. Voorbeeld 14.1 Harry gaat met pensioen. Hij heeft een ouderdomspensioen opgebouwd van € 10.000 en een nabestaandenpensioen van € 7.000. Hoe hoog wordt het ouderdomspensioen als Harry afstand doet van het nabestaandenpensioen? Het ouderdomspensioen van Harry wordt verhoogd met 9,24% tot € 10.924. Verder heeft zijn partner na de ruil geen recht meer op nabestaandenpensioen. Voorbeeld 14.2 René heeft op zijn pensioendatum een ouderdomspensioen opgebouwd van € 15.000 en zijn opgebouwde nabestaandenpensioen bedraagt op dat moment € 10.500. Hoe hoog worden zijn ouderdomspensioen en zijn nabestaandenpensioen als hij besluit 50% van zijn nabestaandenpensioen in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen? René ruilt niet zijn gehele nabestaandenpensioen in. De verhoging van het ouderdomspensioen wordt dus naar evenredigheid met de verhoging bij gehele inruil vastgesteld. Voor René betekent
7-3-2011
12
dit dat zijn ouderdomspensioen 4,62% hoger wordt, namelijk € 15.693. Het nabestaandenpensioen voor zijn partner wordt gehalveerd en bedraagt na de ruil nog maar € 5.250. Ouderdomspensioen ruilen voor extra nabestaandenpensioen Andersom kunt u ook een gedeelte van uw ouderdomspensioen inruilen voor een hoger nabestaandenpensioen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn indien u geen volledig nabestaandenpensioen (voor uw tweede partner) heeft opgebouwd.
Voorwaarden Het inruilen van het ouderdomspensioen voor een hoger nabestaandenpensioen is aan een aantal regels gebonden. Deze luiden als volgt: - Het nabestaandenpensioen mag niet meer dan 70% van het ouderdomspensioen bedragen; - u kunt uw keuze éénmalig maken op het tijdstip van ingang van het ouderdomspensioen en deze keuze is onherroepelijk; - uw keuze heeft geen betrekking op eventueel bijzonder ouderdomspensioen dat aan uw ex-partner is toegekend. De verhoging van het nabestaandenpensioen wordt in dat geval naar evenredigheid verlaagd.
Een hoog-laag uitkering van uw ouderdomspensioen U kunt ervoor kiezen om de eerste 5 of 10 jaren van uw pensionering een hoger ouderdomspensioen te ontvangen. Vanzelfsprekend zal het ouderdomspensioen na die 5 of 10 jaren levenslang lager uitvallen. Deze keuze heeft geen gevolgen voor het nabestaandenpensioen. Voorbeeld 14.3 René heeft op zijn pensioendatum een ouderdomspensioen opgebouwd van € 15.000 en zijn opgebouwde nabestaandenpensioen bedraagt op dat moment € 10.500. Hoe hoog worden zijn ouderdomspensioen en zijn nabestaandenpensioen als hij besluit om de eerste 5 jaar voor een hoog ouderdomspensioen te kiezen. René zal de eerste 5 jaar € 17.925 ontvangen, daarna zal hij levenslang € 13.440 ontvangen. Het nabestaandenpensioen blijft € 10.500. Een laag-hoog uitkering van uw ouderdomspensioen U kunt ervoor kiezen om de eerste 5 of 10 jaren van uw pensionering een lager ouderdomspensioen te ontvangen. Vanzelfsprekend zal het ouderdomspensioen na die 5 of 10 jaren levenslang hoger uitvallen. Deze keuze heeft geen gevolgen voor het nabestaandenpensioen.
Bijzondere omstandigheden 15
Wat is het gevolg voor mijn inkomen als ik arbeidsongeschikt raak?
Als u arbeidsongeschikt wordt verklaard, dan krijgt u een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het eerste ziektejaar wordt het salaris volledig door de werkgever doorbetaald. Het tweede ziektejaar ontvangt u van uw werkgever 70% van uw salaris. Na het tweede ziektejaar krijgt u zoals gezegd een WIA-uitkering van de overheid. Deze WIA-uitkering bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 75% van uw laatst verdiende salaris. Hiervoor geldt een salarismaximum van € 48.715 (per 1 januari 2010).
7-3-2011
13
Indien uw pensioensalaris hoger is dan de WIA-loongrens van € 48.715 is dit meerdere bij het pensioenfonds verzekerd in de vorm van een WIA-excedentpensioen. Bij volledige arbeidsongeschiktheid is het WIA-excedentpensioen na het tweede ziektejaar gelijk aan 70% van uw salaris dat uitkomt boven € 48.715 (WIA-loongrens). Raakt u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan worden de WIA-uitkering en het WIA-excedentpensioen lager. Zolang u volledig arbeidsongeschikt bent, wordt uw pensioenopbouw voor 70% voortgezet zonder dat u premie hoeft te betalen. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt uw pensioenopbouw gedeeltelijk premievrij voortgezet.
16
Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik in dienst of uit dienst treed?
Indiensttreding en inkomende waardeoverdracht Het kan zijn dat u eerder bij een andere werkgever werkte. Komt u nu in dienst bij Peek & Cloppenburg, dan kunt u vragen om overdracht van de pensioenaanspraken die u bij uw vorige werkgever heeft opgebouwd. Het pensioenfonds neemt deze rechten dan over. Het fonds rekent de waarde van uw eerdere rechten om in een pensioenaanspraak bij het pensioenfonds. Die pensioenaanspraak wordt meegeteld bij uw opbouw in de pensioenregeling van het pensioenfonds. Uw eventuele nabestaande dient in te stemmen met de waardeoverdracht. Er zijn geen kosten verbonden aan een inkomende waardeoverdracht. Uitdiensttreding Vertrekt u bij Peek & Cloppenburg, dan stopt de deelname aan de pensioenregeling. U houdt recht op het ouderdomspensioen dat u tot dat moment heeft opgebouwd. Ook het nabestaandenen wezenpensioen dat u heeft opgebouwd, blijft in stand. Nieuwe baan en uitgaande waardeoverdracht Krijgt u een baan bij een andere werkgever, dan zijn er twee mogelijkheden. U kunt uw opgebouwde pensioenrechten laten staan bij het pensioenfonds. Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, kunt u uw pensioenaanspraken ook meenemen. Wat de beste beslissing is, hangt af van de verschillen tussen de twee regelingen. Vraag de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever om advies. Uw eventuele nabestaande dient in te stemmen met de waardeoverdracht. Er zijn geen kosten verbonden aan een uitgaande waardeoverdracht. Afkoop Als het door u opgebouwde pensioen kleiner is dan € 421 per jaar (bedrag 2010) kan het pensioenfonds uw pensioen afkopen. U ontvangt daar binnen 2,5 jaar na uitdiensttreding een brief over. De overheid past het genoemde bedrag jaarlijks op 1 januari aan.
17
Kan ik pensioen blijven opbouwen als ik werkloos word?
Als u voor 1 januari 2011 werkloos wordt, kunt u in sommige gevallen uw pensioenopbouw toch voortzetten. U kunt eventueel in aanmerking komen voor een bijdrage van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). Met deze bijdrage kan de pensioenopbouw worden voortgezet, maar alleen over het salaris dat meetelt voor de Werkloosheidswet. Als u voor een FVP-bijdrage in aanmerking komt, ontvangt u hiervoor vanzelf aanvraagformulieren.
7-3-2011
14
18 Wat gebeurt er met het ouderdomspensioen als mijn partner en ik uit elkaar gaan? Ouderdomspensioen Gaan u en uw partner uit elkaar, dan blijft uw ex-partner recht houden op de helft van het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd terwijl u samen was. Overigens geldt dit ook omgekeerd als uw partner in die periode pensioenrechten heeft opgebouwd. Voorwaarde hiervoor is dat u gehuwd was of een geregistreerd partnerschap had. Voor deelnemers met een samenlevingscontract geldt deze regel niet. Wilt u dat het pensioenfonds, zodra u met pensioen gaat, het ouderdomspensioen naar gescheiden rekeningnummers overmaakt dan moet u het formulier:”Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen” met de gemaakte afspraken naar het pensioenfonds toesturen. Dit formulier kunt u tot twee jaar na uw scheiding inleveren, u kunt het vinden op de website van www.postbus51.nl.
Nabestaandenpensioen Daarnaast houdt uw ex-partner recht op het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd over de jaren dat u deelnemer was, het zogenaamde bijzonder nabestaandenpensioen (zie vraag 9). Dit recht geldt ook voor ongehuwd samenwonenden zonder geregistreerd partnerschap. Uw expartner kan ook afzien van dit recht op bijzonder nabestaandenpensioen.
Zelfstandig recht op ouderdomspensioen Een andere mogelijkheid is om het deel ouderdomspensioen en het bijzonder nabestaandenpensioen waarop uw ex-partner recht heeft, om te zetten in een zogenoemd zelfstandig recht op ouderdomspensioen. In dat geval ontstaan er twee onafhankelijke pensioenrechten. Beide partijen én het pensioenfonds moeten het hiermee eens zijn. Wilt u gebruikmaken van deze mogelijkheid, informeert u dan bij het pensioenfonds.
Meerdere ex-partners Heeft u meerdere ex-partners, dan gelden afwijkende situaties. Informeert u over uw pensioen bij uw pensioenfonds.
7-3-2011
15
Diversen 19
Is er voldoende geld om mijn pensioen uit te betalen en welke risico’s zijn er?
Voor de opbouw van uw pensioen betaalt u jaarlijks aan het pensioenfonds een premie van 4,3% van uw pensioengrondslag. Ook uw werkgever betaalt een premie aan het pensioenfonds. Het totaal van de bijdrage van uw werkgever en uw eigen bijdrage wordt geacht voldoende te zijn om uw pensioen te kunnen uitbetalen. De werkgeversbijdrage voor de pensioenregeling kan verminderd of zelfs helemaal gestopt worden. Dit kan uitsluitend bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Als deze situatie zich voordoet worden de pensioenaanspraken die u nog zou opbouwen aan de gewijzigde omstandigheden aangepast. U wordt hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte gebracht. De pensioenaanspraken die u al heeft opgebouwd veranderen overigens niet. De mogelijke wijziging betreft dus alleen de in de toekomst nog op te bouwen pensioenaanspraken.
Welke risico’s zijn er? A. Het risico van ouder worden De mens wordt gemiddeld steeds ouder. Dat betekent dat het pensioen ook steeds langer moet worden uitgekeerd. Dit risico draagt het pensioenfonds. Ons pensioenfonds zal de premie steeds zodanig vaststellen dat met het ouder worden van de mens rekening wordt gehouden. B. Beleggingsrisico en herstelplan Om uw pensioen te kunnen uitkeren belegt ons pensioenfonds het ingelegde geld. Voor die beleggingen heeft de overheid strenge eisen gesteld. De Nederlandsche Bank ziet erop toe dat ons pensioenfonds niet te grote risico’s neemt. Uw pensioen is normaal gesproken niet afhankelijk van de schommelingen op de beurs. Toch kan het gebeuren dat de koersen erg dalen in een korte periode. Het kan dan zijn dat onze beleggingen te weinig waard zijn om de hoogte van uw pensioen te garanderen. In dat geval zullen wij een herstelplan maken. Dat herstelplan moet voldoen aan bepaalde eisen. De Nederlandsche Bank ziet daarop toe. Ons pensioenfonds zal dan proberen om binnen een bepaalde periode weer voldoende geld te hebben om uw pensioen helemaal te kunnen uitkeren. Als dat toch niet lukt, moet ons pensioenfonds uw pensioen verlagen. Dat zal alleen gebeuren als het echt niet meer anders kan. Er zijn twee soorten herstelplannen. Een langetermijnherstelplan en een kortetermijnherstelplan.
C. Langetermijnherstelplan Bij een langetermijnherstelplan zijn de beleggingen van ons pensioenfonds op korte termijn voldoende waard om de pensioenen helemaal uit te keren, maar bestaat het risico dat ons pensioenfonds dat na een bepaalde tijd niet meer kan. Ons pensioenfonds moet dan een plan maken om binnen 15 jaar weer voldoende geld te hebben om het hele pensioen uit te kunnen keren. Ons pensioenfonds heeft op 26 maart 2009 een langetermijnherstelplan ingediend bij de Nederlandsche Bank. D. Kortetermijnherstelplan Bij een kortetermijnherstelplan zijn de beleggingen niet meer voldoende waard om de pensioenen op korte termijn te kunnen uitkeren. Ons pensioenfonds moet dan een plan maken om binnen 3 jaar weer voldoende geld te hebben om het pensioen uit te kunnen keren. Als het echt niet anders kan moet het pensioenfonds alle pensioenen verlagen. Ons pensioenfonds heeft op 26 maart 2009 een kortetermijnherstelplan bij de Nederlandsche Bank ingediend.
7-3-2011
16
20
Hoe vraag ik mijn ouderdomspensioen aan?
Als u wilt stoppen met werken, meldt u dit tijdig aan uw werkgever. Het is verstandig om bovendien een jaar voor de gewenste datum te informeren naar de hoogte van uw pensioen. U kunt daarvoor terecht bij uw pensioenfonds (Zie vraag 25). Uiterlijk drie maanden voordat u met pensioen gaat, krijgt u van het pensioenfonds informatie over uw uitkering vanaf uw pensioenleeftijd.
21
Kan ik mijn pensioen afkopen?
U pensioen wordt afgekocht als u twee jaar na uw uitdiensttreding geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot waardeoverdracht en het pensioenbedrag € 421,- (bedrag 2010) of minder is. Bij afkoop keert het pensioenfonds de waarde van het pensioen in één keer uit. De overheid past dit bedrag jaarlijks aan.
22
Wat moet ik zelf doen?
Het is belangrijk dat u aan het pensioenfonds alle gegevens doorgeeft die het pensioenfonds nodig heeft voor een goede uitvoering van het pensioenreglement. Denkt u aan: • • • •
• •
23
u bent getrouwd of bent een geregistreerd partnerschap aangegaan U gaat samenwonen en laat een samenlevingscontract opstellen u en uw partner zijn uit elkaar gegaan; het overlijden van uw partner; uw arbeidsongeschiktheidspercentage en wijzigingen daarin; emigratie.
Wie verzorgt mijn pensioen?
Pensioenfonds Uw pensioenregeling is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg. Het bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het pensioenfonds. In het bestuur zitten vertegenwoordigers van de gepensioneerden, de werkgever en de werknemers. Belegging pensioengelden Het pensioenfonds zorgt ervoor dat de pensioengelden veilig worden belegd. Het fonds is een stichting en maakt geen winst. Voordelen, zoals beleggingswinsten, blijven daardoor in het pensioenfonds en komen uiteindelijk toe aan de deelnemers.
24
Waar kan ik terecht met klachten?
7-3-2011
17
Als u het niet eens bent met de manier waarop de statuten of het pensioenreglement worden toegepast, kunt u een klacht indienen bij het bestuur van het pensioenfonds. In het klachtenreglement staat beschreven hoe deze klachtenprocedure werkt. U kunt het klachtenreglement opvragen bij het pensioenfonds.
7-3-2011
18
25
Waar kan ik terecht voor meer informatie?
In deze brochure kunt u veel algemene informatie vinden over de pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg. Als deelnemer ontvangt u bovendien jaarlijks een opgave van het pensioen dat u heeft opgebouwd en het pensioen dat u zult bereiken bij 65 jaar. Het pensioenfonds verstrekt u op verzoek: - het pensioenreglement; - informatie over de toeslagverlening; - het jaarverslag; - de jaarrekening; - de uitvoeringsovereenkomst; - informatie die specifiek voor u relevant is; - een opgave van de hoogte van uw opgebouwde pensioenaanspraken; - een opgave van de waardeaangroei van uw pensioenaanspraken (factor A); - een berekening van de effecten van de onder 12 genoemde keuzes; - relevante informatie over beleggingen; - de verklaring inzake beleggingsbeginselen; - informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds; - het klachtenreglement; - informatie over het functioneren van het fonds. - informatie over het eventueel van toepassing zijn van een aanwijzing van de toezichthouder aan het pensioenfonds. Dat betekent dat de toezichthouder vindt dat ons pensioenfonds iets niet goed doet en aangeeft wat er wel moet gebeuren; - informatie over de eventuele aanstelling van een bewindvoerder. Ook verstrekt het pensioenfonds u op verzoek het geldende klachtenreglement en informeert het pensioenfonds u over een korte- of lange termijn herstelplan bij het fonds, als dat van kracht is. In dat geval verstrekt het pensioenfonds op verzoek het korte- of lange termijn herstelplan. Voor het verstrekken van sommige informatie mag ons pensioenfonds een kostenvergoeding vragen. Als u de informatie opvraagt deelt ons pensioenfonds u mee of en welke kosten u daarvoor in rekening worden gebracht.
Mocht u nog vragen hebben over de pensioenregeling of over uw eigen pensioensituatie, dan kunt u hiermee terecht bij het pensioenfondsbureau : maandag t/m donderdag van 8:00 uur tot 12:00 uur en van 13:00 uur tot 15:00 uur telefoon: 070-4138691 e-mail :
[email protected] website :
Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg Postbus 7015 2280 KA RIJSWIJK
7-3-2011
19
Deze brochure is bijgewerkt in januari 2010
7-3-2011
20
Begrippenlijst AOW
Algemene Ouderdomswet. Op grond van deze wet ontvangt u vanaf uw 65e jaar een ouderdomspensioen van de overheid, de AOW-uitkering. De hoogte van het bedrag hangt af van of u alleenstaand of gehuwd bent.
bijzonder nabestaandenpensioen
Pensioen dat uw ex-partner ontvangt na uw overlijden. Dit wordt berekend over de periode dat u deelnemer was, tot het moment van scheiding van uw partner.
CAO
Collectieve Arbeids Overeenkomst (in dit geval van de detailhandel). Hierin liggen de arbeidsvoorwaarden voor deze onderneming vast.
DNB
De Nederlandsche Bank
franchise
Omdat u vanaf uw 65e jaar een AOW-uitkering ontvangt, hoeft u over een deel van uw inkomen geen pensioen op te bouwen. Dit gedeelte heet de franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt voor 2008 € 10.097.
marktrente
De door DNB gepubliceerde marktrente.
middelloonregeling
Bij deze soort pensioenregeling bouwt u elk jaar een stukje pensioen op over het salaris van dat betreffende jaar. Dit betekent dat uw te bereiken pensioen dan gebaseerd is op uw gemiddelde salaris.
nabestaandenpensioen
Pensioenuitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. Ook is er een uitkering voor kinderen, zie 'Wezenpensioen'.
ouderdomspensioen
Pensioen dat u ontvangt vanaf 65 jaar.
pensioenfonds
Stichting Pensioenfonds Peek & Cloppenburg.
pensioengrondslag
Het pensioensalaris verminderd met de franchise. Over dit bedrag wordt uw pensioen berekend en betaalt u pensioenpremie.
pensioensalaris
Uw vaste brutojaarsalaris inclusief vakantietoeslag en dertiende maand.
wezenpensioen
Pensioenuitkering die uw kinderen ontvangen na uw overlijden. In principe hebben alleen kinderen tot 24 jaar recht op wezenpensioen. Er is ook een uitkering voor partners, zie 'nabestaandenpensioen' en 'bijzonder nabestaandenpensioen’.
WIA
Wanneer u door ziekte of invaliditeit niet (meer) kunt werken, ontvangt u een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is ook mogelijk. In dat geval ontvangt u een gedeeltelijke WIA-uitkering.
7-3-2011
21