Stichting OSG Hengelo
Scholen:
Bataafs Lyceum
‘t Genseler
Glide College Montessori College Twente
Jaarverslag 2011
Voor dentificatedoe!einden Behorende bij c n oleverkiaring d.d
Inhoud
Pagina
Inhoudsopgave
2
1 Ten geleide
3
2. De Stichting OSG Hengelo 2.1. Doel van de Stichting 2.2. De bestuursfiosofie 2.3. Functonarssen
4 4 4 5
3. De missie en visie van de OSG 3.1.Hetkader 3.2. De pedagogische identiteit 3.3. De lokale positie
6 6 6 6
4. De scholen 4.1. Bataafs Lyceum 4.2. t Genseer 4.3. Gde College 4.4. Montessori College Twente
8 8 12 16 20
5. De OSG en de getallen 5.1. Leerlingen 5.1 .1. De aantallen leerlingen 5.1.2. Aanmeldingen 5.1.3. De doorstroomgegevens 5.1.4. De examenresultaten
25 25 25 25 26 28
5.2. Medewerkers 5.2.1. Deformafie 5.2.2, Ziekteverzuim
31 31 34
5.3. De financiën 5.3.1. Algemeen 5.3.2. Financiele positie op baiansdatum 5.3.3. Gang van zaken gedurende het verslagjaar 5.3.4. Ontwikkelingen m.b.t. financien 5.3.5. Treasury management
35 35 36 41 43 45
6. Verstag van de Raad van Toezicht
46
Voor Identificatiedoejejnden Behor@n hj tverk!aring
2
1. Ten geleide
De Stichting OSG Hengelo (OSG) legt met dit jaarverslag verantwoording af over de resultaten, het gevoerde beleid en de kwaliteitszorg in hetjaar 2011. In het versiag wordt aandacht besteed aan de OSG in het algemeen en ten aanzien van de aparte scholen wordt een overzicht gegeven van onderwijskundige ontwikkelingen en buitenschoolse en culturele activiteiten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan concrete getallen over aanmeldingen, doorstroomgegevens, examenresuitaten en de financiële situatie.
Algemeen is te constateren dat 2011 voor de OSG een jaar was met een tweeslachtig gevoel. Enerzijds waren er in algemene zin goede resultaten voor het Bataafs Lyceum, het Gilde College en ‘t Genseler. Anderzijds gaf het Montesson College Twente een wisselend beeld met goede resultaten in de leerjaren en het examen, maar met een tegenvallende aanmelding voor het eerste leerjaar. Bij het opstellen van dit jaarverslag is gebleken dat deze tegenvaller een incident was omdat inmiddels herstel heeft plaatsgevonden. In de scholen is door de docenten veel tijd en energie besteed aan ontwikkelingen binnen de verschillende vakgebieden en didactische vernieuwingen, om zo de leerlingen optimaal te ondersteunen bij hun opleiding. Hierbij hebben de medewerkers van het onderwijsondersteunend personeel een waardevolle bijdrage geleverd.
Naast dit jaarverslag is er een jaarrekening, met de rapportage over het gevoerde financléle beleid.
Drs. A. van der Werf algemeen directeur/bestuurder
Voor dertIfcatiedceeinden ehorende bi c t oleverkaring I d.d..,
Z1
2. De Stichting OSG Hengelo 2.1. Het doel van de stichting De stichting heeft de volgende doelstellingen: • Het geven van openbaar onderwijs, overeenkomstig artikel 42b van de Wet op het voortgezet onderwijs, met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. • Het bieden van een breed onderwijsaanbod, met eerbiediging van ieders godsdienst of Ievensbeschouwing. Voor de scholen zijn de volgende uitgangspunten leidend: • algemene toegankelijkheid; • pluriformiteit wordt actief nagestreefd; • openbaarheid over doelstellingen, organisatie, verdeling van verantwoordelijkheden, algemene informatie en algemene rapportages; • het vormgeven van de voorbeeldfunctie door te laten zien dat een openbare school een gemeenschapsvoorziening is. 2.2. De bestuursfilosofie Het bestuur is in handen van de algemeen directeur/bestuurder, met de Raad van Toezicht (rv.t.) als toezichthoudend orgaan. Door het bestuur is de code “goed bestuur” gevolgd. Op deze wijze zijn de verschillende bestuurlijke rollen en verantwoordelijkheden functioneel gescheiden en wel als volgt: a. De raad van toezicht De r.v.t. heeft de toezichthoudende rol, d.w.z.: • houdt integraal toezicht op het functioneren van de organisatie en de directeur/bestuurder; • bekijkt alle aspecten toekomstgericht in onderlinge samenhang; • houdt toezicht op de feitelijke gang van zaken, op de strategie en het beleid; • heeft diverse goedkeurende bevoegdheden; • vervult een klankbordfunctie voor de directeur/bestuurder; • adviseert de directeur/bestuurder in geval van complexe vraagstukken; • legt het accent niet op het bereiken van minimale niveaus, maar op het zoveel mogelijk realiseren van de potentie van de organisatie. b. De algemeen directeur/bestuurder De algemeen directeur/bestuurder heeft de bestuurlijke rol, d.w.z.: • fungeert als bevoegd gezag; • organiseert in lijn met de statuten en het Handboek Governance de interne bestuurlijke processen, zodat sprake is van goed onderwijsbestuur; • structureert, ontwikkelt en bestuurt de organisatie op een wijze dat de wettelijke en statutaire doelstellingen van de organisatie worden gerealiseerd; • bepaalt het strategisch beleid en de daarop gebaseerde concrete doelstellingen voor de scholen; • geeft leiding aan de directeuren van de scholen en de directeur van het bestuursbureau; • stelt de kaders vast waarbinnen de directeuren hun werk kunnen doen; • mandateert een aantal bestuurlijke bevoegdheden aan de directeuren; • representeert en positioneert intern en extern de stichting, gericht op het creêren van draagvlak in de samenleving en bij belanghebbende groepen en instanties;
‘Voor identificatiedoeeinden Beliorende bij
dd .2.7.
0
troievetklaring
[2iZ
• • •
Iegt integraal (verticale) verantwoording af aan de r.v.t., zoals beschreven in de statuten en het Handboek Governance; vraagt aan de r.v.t. goedkeuring op de daarvoor in aanmerking komende besluiten en documenten; brengt op stichtingsniveau een dialoog tot stand met de samenleving en Iegt (horizontale) verantwoording af aan interne en externe stakeholders.
2.3. Functionarissen De Raad van Toezicht wordt gevormd door: • Dhr. H. Kraaienhof, ondernemer (voorzitter) • Mw. drs. J. Dijkstra, psychologe (vice-voorzitter) • Mw. drs. G.T.M. ten Dam, onderwijsmanager • Dhr. mr. J.M. Dunhof, advocaat • Dhr. drs. H.B.A. Grootelaar, bestuurskundig organisatieadviseur Algemeen directeur/bestuurder is drs. A van der Werf.
Voor dent fcatedoeinden horende hij cn:
27...j
3. De missie en visie van de OSG 3.1. Het kader Voor de strategische agenda van de OSG is het uitgangspunt dat maatschappelijk gezien het accent zal komen te liggen op het vormgeven van een samenleving waarin sociale cohesie, volwaardige maatschappelijke participatie en een optimale ontwikkeling van talenten nodig zijn om te kunnen concurreren in de wereldeconomie. Hierbij zullen het opnieuw verankeren van waarden en normen en een heroriëntatie op de multiculturele samenleving een rot spelen. Onderwijsinstituten worden steeds meer aangesproken op hun rol in het tot stand komen van een algemene verhoging van het onderwijspeil. Voor het schoolbeleid betekent dit, dat in het onderwijsaanbod de nadruk komt te iggen op kennis en vaardigheden, die de leerlingen voorbereiden op deelname aan die veranderende samenleving. Daarbij gaat het concreet o.a. om: • • • • • •
algemene studievaardigheid; vaardigheden op het terrein van informatie en communicatietechnologie; creativiteit om problemen op te kunnen lossen; cognitieve kennis; praktische toepassing van opgedane kennis; integratie van vakken.
3.2. De pedagogische identiteit De OSG is een netwerkorganisatie met vier scholen met elk een eigen pedagogisch didactisch profiel en werkwijze. Zo kan de OSG aan leerlingen die opleiding en die werkwijze bieden die het beste passen bij het niveau en de manier van leren van de desbetreffende leerlingen. De scholen concretiseren op een eigen wijze de eigen pedagogische identiteit, zie hiervoor paragraaf 4. De scholen zijn: o Bataafs Lyceum o ‘t Genseler o Gilde College o Montessori College Twente 3.3 De lokale en regionale positie De OSG is primair verankerd in Hengelo en de direct omliggende regio. In dit gebied heeft de organisatie samenwerkingsverbanden en contacten met o.a. de volgende partners: a. het basisonderwijs van alle denominaties; b. de scholen voor voortgezet onderwijs van alle denominaties; c. het middelbaar beroepsonderwijs,; d. het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs; e. verschillende netwerken, met name voor kinderen die extra zorg nodig hebben. f. maatschappelijke ondernemers en bedrijven Deze samenwerking levert o.a. de volgende activiteiten op: Ad.a. met het basisonderwijs • De commissie openbaar primair onderwijs OSG, waarin de aansluiting tussen beide niveaus wordt afgestemd. • Projecten voor specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld voor hoogbegaafde leerlingen. —
Ad.b. met het voortgezet onderwijs • Het samenwerkingsverband 7.01. Dit verband regelt voor Enschede, Hengelo, Holten en Oldenzaal de verdeling van de gelden voor die leerlingen die in
Voor dentfcatiedoeIenden Benorande bii car ía ‘verkIarna
6
•
• •
aanmerking komen voor extra zorg. Per stad functioneert een zgn. “Kamer”, die zorgt voor een concrete invulling van het zorg plan. De “Stedenbandrectoren”, het overleg met de elf scholen/organisaties voor voortgezet onderwijs in de regio. In dit overleg worden afspraken gemaakt over organisatorische aspecten voor het voortgezet onderwijs, samenwerkingsafspraken met het ROC Van Twente, Saxion Hogescholen Hogeschool Edith Stein en de Universiteit Twente. De VO-raad, de landelijke werkgeversorganisatie voor het voortgezet onderwijs. Samenwerking met de andere scholen voor voortgezet onderwijs in Hengelo ten aanzien van voorlichtingsactiviteiten, aansluiting primair onderwijs voortgezet onderwijs en de lokale educatieve doelstellingen. Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). Via het Montessori College Twente is de OSG lid van de sectie voortgezet onderwijs van de NMV. Binnen de NMV werken de scholen voor voortgezet Montessori onderwijs samen. In het kader van kwaliteitsbewaking nemen de scholen eens per vijf jaar deel aan een visitatietraject. Aan de hand van een zelfevaluatie worden de scholen tijdens een twee-daagse visitatie beoordeeld op hun Montessori-kwaliteiten. —
•
Ad.c met het middelbaar beroepsonderwijs • Het zgn. “Twenteplafform”, dat activiteiten ontwikkelt voor de aansluiting vmbo middelbaar beroepsonderwijs.
—
Ad.d met het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs • Het platform “Linx”, dat activiteiten ontwikkelt voor de aansluiting voortgezet onderwijs hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs. —
Ade netwerken Verschillende overlegplatforms met de lokale overheid, waarbij het o.a. gaat om: de educatieve agenda voor de leeftijd 12- 23 jaar; de onderwijshuisvesting; projecten op het terrein van voortijdig schoolverlaten; > maatschappelijke stages; > handhaving van de leerplicht; > zorgadvies teams. Ad.f maatschappelijk verantwoord ondernemen De OSG Hengelo is lid van het gemeentelijke “Pact-MVO”. Daarnaast neemt ‘t Genseler deel aan dit pact (zie blz. 14) Op deze wijze zijn er veel contacten met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. De OSG Hengelo spant zich in om via gesubsidieerde arbeid mensen in een kwetsbare positie werk aan te bieden. Daarnaast leveren een aantal vrijwilligers een bijdrage en kunnen op deze wijze werkervaring opdoen.
‘Vcor det:fie.atiedoeIendefl Behorende bj c
d.d
2.J.
ieverkIaring
7
4. De scholen 4.1. Bataafs Lyceum a. Aanbod De school biedt vanaf het schooljaar 2009-2010 de volgende opleidingen: havo, atheneum, gymnasium, atheneum masterclass en gymnasium masterclass. In het leerjaar 2009-2010 werd gestart met een masterclass. De masterclass is een vwo opleiding voor meer begaafde en hoogbegaafde leerlingen. Schema met overzicht van niveaus en leeriaren: atheneum
gymnasium
havo
atheneum
gymnasium
5
havo
atheneurn
gmnasium atheneum masterclass gymnasium
4
havo
atheneum
havo/ath
‘‘um
IIteILId
atheneum havo/a
gymnasium masterclass gymnasium yymnasium masterclass gymnasium innasi.
3 2 I
Bataafs Lyceum
b. Bijzondere kenmerken Het Bataafs Lyceum is een kleinschalige school die een traditionele aanpak biedt. Er zijn uitstekende faciliteiten zoals een mediatheek, studie- en practicumruimtes, een collegezaal en sportzalen. De school streeft naar een brede culturele en intellectuele vorming van haar leerlingen. Tijdens de schoolcarriere krijgen de leerlingen een steeds grotere mate van vrijheid en verantwoordelijkheid, waarmee de zelfstandigheid en het gevoel voor verantwoording worden gestimuleerd en ontwikkeld. De school heeft bewezen de leerlingen een uitstekende aansluiting te bieden voor Hoger Beroeps Onderwijs en Wetenschappelijk
o nderwijs.
Stromenland In de eerste en tweede kiassen zijn er twee lesuren per week gereserveerd voor Stromenland. In Stromenland ligt de nadruk op verdieping of verbreding van kennis en vaardigheden in vakoverstijgende projecten. Met Stromenland stimuleren en motiveren wij de leerlingen am kennis en vaardigheden, opgedaan in en buiten school, toe te passen. De opzet van Stromenland biedt oak een eerste stap in de richting van vakkenpakketkeuze en beroepskeuze Er kan uit vier stromen gekozen warden: • maatschappijstroom • exacte stroom • sportstroom • creatieve stroom
Filosofie Als enige school in Hengelo biedt het Bataafs Lyceum het yak filosofie aan. Alle brugklassers kunnen zich inschrijven voor een cursus filosofie en op deze manier worden leerlingen in een vroeg stadium duidelijk wat zij van dit yak kunnen verwachten. Bij het afronden van deze cursus in de onderbouw ontvangt elke deelnemer een certificaat.
‘VcO Beornin bj car
8
niarkkrng
a.d..2Z..,,,, .DL..
Universumschool Het Bataafs Lyceum is sinds 2006 een Universumschool. Op een Universumschool wordt veel aandacht besteed aan de exacte vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie. De school werkt samen met een reeks instellingen en bedrijven uit de regio. Deze instellingen en bedrijven participeren in het onderwijs en dragen daarmee bij aan een moderne en spannende leeromgeving. c. Onderwijsinnovatie Het Bataafs Lyceum heeft de afgelopen jaren ingezet op vernieuwing van het onderwijsaanbod. Met als de leidraad de motto’s ‘faciliterend en vol vertrouwen” en “ambitleus en uitdagend’ zijn een reeks nieuwe projecten gestart. Het bevorcieren van excellentie en ambitie is een kerndoel van het Bataafs Lyceum. Het Bataafs Lyceum wil dit doel bereiken door de start van een aparte leerlijn voor hoogbegaafde leerlingen (de Masterclass) en een breed aanbod van activiteiten tijdens en naast de reguliere lessen. Om het niveau van ambitie en motivate op de HAVO te verbeteren is in 2011 gestart met het project Havisten Competent. Masterc lass Hoogbegaafde leerlingen hebben specifieke onderwijs-, leer- en begeleidingbehoeften. Het is daarom van groot belang om (hoog)begaafde leerlingen een onderwijsaanbod te bieden dat is afgestemd op hun specifieke (pedagogische en didactische) behoeften en mogelijkheden. Het Bataafs Lyceum is in 2009 gestart met een aparte leerlijn voor hoogbegaafde leerlingen in de vorm van een Masterclass waar is gekozen voor de methode ‘compacten’ en ‘differentiatie’, ‘Compacten’ geeft de mogelijkheid het leerproces te versnellen door de leerstof te comprimeren of de leertijd in te korten. ‘Differentiatie’ betekent dat hoogbegaafde eerlingen andere opdrachten en activiteiten mogen uitvoeren dan hun klasgenoten en taken krijgen waarvan zij jets kunnen leren. Leerlingen die voldoen aan de criteria voor atheneum of gymnasium en blijk geven van een hoger niveau van ambitie, creativiteit en motivatie kunnen in principe instromen in de Masterclass. Met de start van een brugklas Masterciass in 2009 zal het programma voortdurend worden aangepast en uitgebreid om zo in 2015 een volwaardige opleiding atheneum Masterclass of gymnasium Masterclass aan te bieden. Voor de lopende aanpassing en uitbreiding van het curriculum voor de Masterclass zijn er een masterclasscoOrdinator en een werkgroep actief. Havisten Competent Uit onderzoek van VA (2008) blijkt onder meer dat HAVO-leerlingen qua leerstijl, motivatie en belangstelling verschillen van VWO-leerlingen. Uitval onder HAVO-leerlingen blijkt vooral te worden veroorzaakt door gebrek aan motivatie en vanwege de studiehouding. Dit heeft onder andere consequenties voor gebruik van didactische werkvormen, de structuur die aan leerlingen wordt geboden, maar ook voor de wijze waarop docenten met leerlingen communiceren. In 2011 is het Bataafs Lyceum in de derde klas HAVO begonnen met deelname aan het landelijke Havisten Competent (HaCo). HaCo is een samenwerkingsverband tussen meerdere havoscholen die dezelfde visie hebben op hoe HAVO-leerlingen zich beter kunnen voorbereiden op de overgang naar het HBO. Dit wordt gedaan door leerlingen aan competenties te laten werken die ze nodig hebben in de tweede fase en het HBO. Het HaCo-programma bestaat uit meerdere programmalijnen die ten doel hebben de HAVO leerling op maat te bedienen en zijn talenten maximaal tot ontwikkeling te laten komen. In de derde kias wordt begonnen met programmalijn 1 een betere voorbereiding op de profielkeuze. Dat heeft geresulteerd in een bewustere keuze voor één van de profielen in de vierde klas. De tweede programmalijn, die parallel loopt aan programmalijn 1, richt zich op
Vcor identifcaedce!einden E3ehorende b corrIeverI1arng d.d 27.ai2.
9
de wijze waarop de HAVO-leerling zich de competenties eigen maakt. Belangrijk is dat HaCo in alle lessen zichtbaar is, dat lessen meer afwisseling kennen, dat meerdere vaardigheden binnen een es aan bod komen, dat de leerling zijn eigen leerproces beter kan sturen en dat leerlingen leren probleemoplossend te werken samen met andere leerlingen. Het doe! is de motivatie van de HAVO-leerling te verbeteren en een betere aansluiting op het HBO. Om vast te kunnen stellen in hoeverre de geboden onderwijsomgeving aansluit bij de specifieke behoeften van HAVO-leerlingen is door het CPS een instrumentarium ontwikkeld waarmee een beeld kan worden gekregen van de kwaliteit van de bestaande pedagogisch didactisch leeromgeving voor HAVO-leerlingen en ontwikkelpunten. Dit instrumentarium kan worden ingezet voor het maken van een zogenaamde ‘schoolfoto’. De bestaande onderwijsomgeving wordt getoetst aan essentiële kenmerken van een onderwijsomgeving voor HAVO-leerlingen. Op deze wijze worden ontwikkelpunten zichtbaar gemaakt. Op grond hiervan kunnen verbeterplannen worden geformuleerd die leiden tot verbetering van de pedagogisch didactische onderwijsomgeving voor de HAVO-leerlingen in de school. In het schooljaar 201 1-2012 is er door het CPS een schoolfoto genomen van de havo van het Bataafs Lyceum. Het resultaat van dit onderzoek zal de leidraad zijn voor verdere implementatie van HaCo in de komende jaren. Breed aanbod van activiteiten tijdens en naast de reguliere lessen Tijdens alle leerjaren worden de leerlingen gestimuleerd dee! te nemen aan extra activiteiten.
Hieronder staan een aantal voorbeelden: Peer support en peer leader Om invulling te geven aan het bevorcieren van het verantwoordelijkheidsbesef, het leren samenwerken van leerlingen en het begeleiden van leerlingen in het proces van zelfstandig leren is het Bataafs Lyceum in 2011 begonnen met peer-support. Bij peer support gaat het erom dat leerlingen elkaar leren helpen. Peer support zorgt ervoor dat bijvoorbeeld de tutor zijn kennis deelt met zijn medeleerlingen. Dat is goed voor de school, voor degene die heipt (de tutor) en voor de leerlingen die geholpen wordt (de tutee). Peer support draagt bij aan de sociale opbrengst van de school, aan positieve sociale netwerken van de leerlingen, aan onderling respect en wederzijdse huip. Peer support ondersteunt de zwakkere leerlingen en verbetert de prestaties op vervolgopleidingen van zowel tutor als tutee. Peer support sluit aan bij het pedagogisch/didactisch profiel van het Bataafs Lyceum om de leerlingen faciliterend en vol vertrouwen te benaderen. De school is als enige in de regio aangesloten bij Peer Assisted Learning (PAL) Nederland en heeft voor het eerst in 2012 officiële certificaten uitgereikt aan deelnemende leerlingen. In de komende jaren zal peer support worden uitgebreid door implementeren van de verschillende rollen. Certificaten voor moderne vreemde talen De secties Frans, Duits en Engels zijn alle drie bezig met het aanbieden of ontwikkelen van een lesaanbod waarmee internationale certificaten behaald kunnen worden. DELF (Diplôme d’études en langue francaise), het Duits examen van het Goethe instituut en Cambridge Engels geven leerlingen een extra uitdaging en de mogelijkheid om een studie te volgen op een universiteit in het buitenland. Debateren Het Bataafs Lyceum neemt actief dee! aan debatwedstrijden op nationaal en internationaal niveau. Onlang behaalde het Bataafs Lyceum voor de vijfde keer de eerste plaats in een debatwedstrijd met andere scholen in Hengelo, onder leiding van de burgemeester. Tijdens de Overijsselse voorronde van het Lagerhuis debat in het Provinciehuis in Zwolle is hét team van het Bataafs Lyceum tweede geworden. Het Bataafs Lyceum nam ook dit jaar weer deel aan de debatten met scholen uit andere Europese landen tijdens een bezoek aan het Europese Parlement in Straatsburg.
‘Voor denLc1edoe!e.nden Behorende bj contr9eerkaring d.d
10
Olympiadeschool Sinds september 2010 kunnen scholen, die in het kader van talentontwikkeling veel waarde hechten aan het bevorderen van deelname aan olympiades, “Olympiadeschool” worden. Om in aanmerking te komen voor het keurmerk “Olympiadeschool” moet deelname aan olympiades in de school breed gedragen worden. De school vertaalt dit aantoonbaar in randvoorwaarden voor de coOrdinatie en organisatie van de olympiades. Ook bevordert de school het opnemen van (deelname aan) olympiades in het curriculum. Het Bataafs Lyceum heeft sinds 2011 het keurmerk Olympiadeschool. De school neemt structureel deel aan de olympiades en de olympiades zijn opgenomen in de programma’s van toetsing en afsluiting (PTA’s). Externe projecten De school genereert in toenemende mate financiele middelen door deelname aan gesubsidieerde projecten. Een aantal projecten wordt hieronder beschreven: SLOA project Creatieve technieken Dit project richt zich op het verbeteren van de creatieve technieken van leerlingen en daarmee de prestaties van leerlingen in de exacte vakken. Via dit project wordt niet alleen het onderwijs binnen onze school verbeterd, de leerling beter voorbereid op zijn/haar toekomst, maar vindt ook professionalisering van docenten en schoolleiding plaats op het gebied van opbrengstgericht werken. Op basis van de uitkomsten van het datateam wordt bepaald of de datateam-procedure geschikt is voor onze school. Hierbij wordt gekeken of het werken in een datateam heeft geleid tot betere prestaties bij de exacte vakken, maar vooral wordt gelet op de eftecten van de procedure op docenten. Mocht uit het onderzoek blijken dat het datateam niet alleen tot betere leerprestaties heeft geleid, maar vooral tot professionalisering van docenten, dan wordt deze ontwikkeling doorgezet binnen de school en worden meerdere datateams gaan geimplementeerd. I nnovatielm puls Onderwijs (110) Videolessen Regionaal Dit innovatieconcept richt zich op het oplossen van knelpunten in het onderwijs, zoals tekort aan docenten en aanbod van een breed en betaalbaar vakkenpakket. Hiervoor worden online “live” videolessen ingezet, waardoor de docent voor een deel van een onderwijsprogramma grotere groepen leerlingen (van verschillende scholen) kan bereiken bij gelijke inzet van de docent. Doelstelling van dit “video live docent” model (VLD concept) is te komen tot meer rendabele leerarrangementen (onderwijsprogramma’s), in zowel economische zin (uitvoerbaar en betaalbaar) als onderwijskundige zin (behoud of verbetering van de kwaliteit van onderwijs). Docentenontwikkel ingsteam (DOT) De Universiteit Twente (UT) is in het schooljaar 2010-2011 van start gegaan met Docentenontwikkelteams (DOTs) op de bèta-vakgebieden. Docenten van diverse scholen werken samen met UT-docenten en vakdidactici aan de ontwikkeling van hun yak. Concrete aanleidingen zijn de landelijke vakvernieuwingen voor wiskunde, natuur- en scheikunde. Docenten die werk maken van de eigen vakontwikkeling dragen bij aan hun eigen professionalisering. Er zijn 8 DOTs van start gegaan, waarin 60 docenten uit de regio Twente en omstreken participeren. Voor het schooljaar 2011-2012 is het aantal DOTs uitgebreid met: maatschappijwetenschappen, economie en biologie, het thema ‘Samenwerken in Bedrijf”, technisch onderwijs assistenten (TOA’s) en Talentontwikkeling & Excellentie. De deelname groeit naar ruim 100 docenten. Het Bataafs Lyceum neemt sinds de introductie van het concept DOT deel met docenten natuurkunde, wiskunde, ICT, talentontwikkeling & excellentie en TOA’s.
Voor dentificatiedoekinden Behorende bj contr d.d .27
verktarng
i2
...
11
42.
‘t Genseler
a. Het aanbod Deze school verzorgt in de regio het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs is geen diploma gericht onderwijs. Over het algemeen worden de leerlingen opgeleid voor de arbeidsmarkt. In het praktijkonderwijs is het mogelijk branche erkende certificaten te behalen. Voor toelating is indicatiestelling noodzakelijk. ‘t Genseler in schema: Ver k/sage/utst oon Praktijk/ werk / aqe Fr :k/ vverk / stq e theorie/ paktjk
6 5 4 3
praktijkonderwijs
2 I
.
t Genseler b. Kenmerken ‘t Genseler rkht zich op de individuele leerling door: • per leerlingen de kwaliteiten en mogelijkheden in kaart te brengen en daarbij aan te sluiten • het onderwijs af te stemmen op de kansen en mogelijkheden van elke leerling op weg naar werk in een veranderende maatschappij; • prioriteit geeft aan de individuele begeleiding van de leerling vanuit een gedefinieerde teamverantwoordelijkheid; • de ouders met hun deskundigheid als opvoeder intensief bij het onderwijsleerproces van hun kind te betrekken; a in de school te zorgen voor een positief leef- en werkklimaat. ‘t Genseler verzorgt onderwjs dat: • rekening houdt met maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt; • jongeren uitdaagt initiatief te nemen en zelfstandig te opereren; • gericht is op de societe, emotionele, creatieve en verstandelijke ontwikkeling: • sarnenhang biedt tussen theorie en praktijk, alsook tussen zorg, arbeidsvoorbereiding en begeleiding naar arbeid. —
\/oor cleri 4 [cU
Behorende bij
dd,,...2J
12
c. Onderwijsinnovatie Personeel: Het aantal medewerkers van 1 Genseler is vrij constant. Dat komt omdat het aantal leerlingen elk jaar constant is. De afgelopen jaren worden de open dagen drukker bezocht door potentiele ouders en leerlingen. Qok wordt er steeds mee gebruik gemaakt van de aanmeldingsdagen. Dit jaar heeft ongeveer 65 % van de ouders hiervan gebruik gemaakt ten opzichte van by. 2008, waarin 30 % van de potentiele ouders hun kind op de aanmeldingsdagen kwam aanmelden. Het ziekteverzuim was laag. Diverse collega’s hebben gebruik gemaakt van scholing. Twaalf coflega’s hebben de cursus oplossingsgericht werken gevolgd; de methode die door aWe docenten wordt gebruikt. Een aantal team laden hebben de BHV herhalingscursus gevolgd en de cursus EHBO.
Aanpassing en toerusting gebouw: In ditjaar is het okaal voor de opvang en time-out van leerlingen opnieuw vorm gegeven. In dii jaar zijn tevens plan nen gemaakt voor de renovatie van de kantine, met het oog op het muitifunctioneel gebruik, bijvoorbeeld voor vergaderingen, ouderavonden en andere bijeenkomsten. In 2011 is ook gestart met hat Plan van Eisen voor 120 vierkante meter uitbreiden van hat gebouw. Onderwijs en projecten Rekenen en taal Dit schooljaar is gewerkt aan een eantal projecten op onderwijskundig gebied. Binnen de Regaling kwaliteit voortgezet Onderwijs’ wordt er op ‘t Genseler gewerkt aan het rekenonderwijs. Voor taal zijn we in 2011 gestart met de uitvoering van de methode “Maatwerk”. Daarnaast is in de AVO-commissie een lessenreeks ontwikkeld voor “Nieuwsbegrip”, met het accent op woordkennis en taalbegrip.
lOP lOP: in 2011 hebben aWe leerlingen een lndividueel Ontwikkelingsplan, waarin de opbrengsten’ van leading worden bijgehouden. Dit was hat laatste jaar van de invoering die in totaal 3 jaar in bes lag heeft genomen. In het lop worden doelstellingen beschreven die door de leading, de ouder en de school samen worden vastgesteld.
“Voor denUtkatiedoeeiflc1efl 2chorende bij co4cverkIarng d.d
13
Parallel aan de invoering van het lop is de begeleidingsstructuur aangepast. De overlegstructuur tussen medewerkers en met de ouders(nu IOP-gesprekken) is veranderd en de versiaglegging is anders georganiseerd.
Leerlingbem iddeling Een aantal collega’s heeft de cursus gevolgd voor leerling-bemiddeling. Samen met leerlingen zijn ze opgeleid in het bespreken van conflicten tussen leerlingen onderling. Wanneer zich flu een probleem voordoet tussen leerlingen wordi, waar mogelijk. door een andere leerling bemiddeld. Start veilig (op basis van ESF-gelden) De pilot Start veilig’ loopt. Het is een initiatief vanuit TNO. In schooljaar 2010 —2011 waren er studiedagen voor de praktijkleerkrachten. Deze cursus moet alle sectoren in staat stellen een opleidingstraject voor de elgen leerlingen binnen de branche te gaan verzorgen. Woonhuip (op basis van ESF-gelden) Het project loopt sinds augustus 2009. Het is een gezamenlijk project van Calibris, Asito Medical, Trivium Meulenbeld, Carint, MEE, UWV en ‘t Genseler. We hebben gewerkt aen de branche erkenning en project wordt landelijk uitgerold. Dertig scholen maken gebruik van het lesrnateriaal, uitgegeven door Calibris.
Op het gebied van cultuur zijfl er per eerjaar diverse activiteiten georganiseerd. Leerlingen hebben kennis kunnen maken met meerdere kunstuitingen en hebben zich verdiept in diverse wereldculturen. Daarnaast is ook de bank uit het kunstproject van 2010 afgemaakt. Een project waar vele leerlingen aan hebben deelgenomen. Een bank voor en van ons allemaa op het plein van de school. De samerieving: Sinds enige tijd is ‘t Genseler lid van Pact MVO, de Slinger en het Sociaal Café. Van uit het stageteam zijn de contacten gelegd richting bedrijfsleven. Op deze wijze wordt de mogelijkheden voor het werven van stage plekken voor onze leerlingen uitbreiden. Dit Ieidt tot een voor ons uniek stukje samenwerking. Ook voor de praktijklessen leidt dit tot opdrachten binnen en buiten de school. Voor de leerlingen is dit een extra mogelijkheid om ervaring op te doen. Er zijn op dit moment meerdere iflitiatieven. Zo heeft de afdeliflg bouw de bankjes gemaakt voor het plein van het Montessori College. De afdeling zorg & welzijn heeft voor allerlei bijeenkomst de hapjes verzorgd en uitgeserveerd.
Voor denc:atiodoeeinden e :arg Schorende bi cor d.d
2.7. .,..2üi2...
14
‘t Genseler participeert ook in de projecten van ‘Scoren in de Wijk”. De leerlingen van de onderbouw hebben met succes het project Scoren in de Wijk van FC Twente afgerond.
Voor dentifioatiedceIenden Behorende bj coreverl1arng dd 27
15
43 Gilde College: a. Aanbod Het Gilde College is een volledige vmbo-school. Alle teerwegen worden aangeboden: BBL, KBL en TL. In de basisberoepsgerichte leerweg biedt de school bovendien Ieerwerktrajecten aan De onderbouw is thuiswerkvrij. Er wordt gewerkt met strakke weekplanningen. De boeken en de schriften blijven op school. Dagelijks is er een keuzeles waarin de Ieerhng onder deskundige begeleiding van de mentor werkt aan zijn weektaak. Is aan het einde van de week de taak nog niet naar behoren uitgevoerd, dan is op de vrijdagmiddag gelegenheid er (verplicht) nog extra aandacht aan te besteden. Elke leerling krijgt elke week een weekrapport mee naar huis. Er is (daardoor) veel contact met de ouders. Bovendien zijn er enkele perioderapporten. In het rooster van de eerste kiassen is er een extra uur licharnelijke opvoeding. Dc bovenbouw is thuiswerkarm. Dc leerllngen maken hun werk grotendeels in de lessen, onder begeleiding van de vakdocent. Maar op weg naar het examen is huiswerk noodzakelijk. In het vierde leerjaar is stage een verplicht onderdeel van het schoolexamen, Het GlIde College heeft veel aandacht voor sport en cultuur. Regelmatig zijn er sportactiviteiten zoals mountainbiken, zwemmen, schaatsen, langlaufen, boslopen. Er zijn film- en theatervoorstellingen in het lesprogramma opgenomen en ook workshops van kunstenaars (in het Rijksmuseum Twente), Excursies en gastlessen verrijken het onderwijsaanbod. Grote-steden-trips naar Parijs en Praag staan jaarlijks op het programma. Glide College in schema:
b. Kenmerken Het Glide College biedt onderwijs dat gericht is op beroepsvoorbereiding door: • de beroepsvoorbereidende component per leerjaar duidelijk herkenbaar vorm te geven in zowel het curriculum als de lessentabel; • kennis, vaardigheden, houding en persoonhijkheidsontwikkeling in samenhang aan te leren en deze competenties at te stemmen op de verwachte competenties in het middelbaar beroepsonderwijs en/of de arbeidsmarkt; • sectorbrede programma’s (bouwbreed, handel en administratie, zorg en welzijn) en één specifiek programma (elektrotechniek) aan te bieden, waarbij de beroepsondersteunende vakken zoveel mogeiijk zijn geIntegreerd in de beroepsvoorbereidende vakken en de algemeen vormende vakken zijn afgestemd zijn op de beroepsvoorbereiding; • eke Ieerling individueel te begeleiden en dit te zien als een teamverantwoordelijkheid; • in de omgang met elkaar uit te gaan van de begrippen respect, veiligheid; • gericht aansluiting met het middelbaar beroepsonderwijs te zoeken
“Vocr Bohorende bj ocr’ oL erkIarig
dci,,,,.,.,,.,2,,L,. i2,,,P,
16
De collectieve ambitie Gilde College(2011) • De omgeving Het Glide College is een kleinschalige school, die uitnodigt tot binnenkomen; een school waarin ledereen eikaar kent en ziet. Het is een school met een elgen gezicht, een rijke geschiedenis en een kansrijke toekomst. Het is een school met een heldere structuur en een open communicatie. De Gildestijl is er o.a. op gericht de leerlingen vooral praktisch voor te bereiden op de vervolgstudie. Het is een school die verankerd is in de maatschappij, opgenomen in netwerken waarin ook bedrijven participeren. In de actieve school wordt volop ruimte geboden aan buitenschoofs leren, creatieve ontwikkeling en sportactivlteiten. • Het team Respect voor elkaar en voor onze omgeving staan hoog in ons vaandel en maken deel ult van de gedragscodes voor medewerkers. Actief en planmatig wordt gewerkt aan de teamgeest, om samen aan de begeleiding en de toekomst van de leerlingen te werken. • De IeerNng Voor de leerling is er een vertrouwde leeromgeving, waar ze zich thuis voelen. Aspecten als veiligheid, aandacht, structuur en kleinschaligheid spelen hierbij een grote rol. Elke leerling heeft een mentor die de schakel is tussen thuis en school en bij wie de leerling terecht kan, Met regelmaat wordt leerlingen gevraagd, via “Gildekwaliteit.nl”, enquetes in te vullen over hun welbevinden, de gang van zaken op school en hat lesgeven. Hat grootste deal van het actieve leren gebeurt in de school en buiten de school in de vorm van bedrijfsstages. • De ouders Het Glide College neemt de ouders serieus en biedt veal ruimte voor de betrokkenheid van de ouders door participatie in de ouderraad, in onderwijsprojecten en enquetes. Ouders hebben inzage in de voortgang van de (onderwijs)ontwikkeling van hun kind. Hat leerlingvolgsysteem Magister en korte lijnen tussen ouders en GlIde College spelen hierb een essentiële rol, • De onderwijskundige uitgangspunten Het GlIde College biedt uitdagend en inspirerend onderwijs met een diversiteit in didactische werkvormen, waardoor het actieve leren gestimuleerd wordt en het blikveld verruimd. De school vindt planmatig werken belangrijk. Dat krijgt vorm in weekplanners (waardoor thuiswerkvrij onderwijs mogelijk is), een jaarplan in de bovenbouw, een helder plan van toetsing en afsluiting en een digitale agenda, waarin alle toetsen van de bovenbouw zijn opgenomen. In de onderbouw wordt de beroepskeuze begeleid door de leerlingen zich breed te laten oriënteren tijdens de praktische sectororiëntatie. In de bovenbouw wordt gewerkt aan kwaiiteiten, afgestemd op de beroepskeuzes en de sociale ontwikkeling van elke Ieerling.
c. Onderwijsinnovatie Algemeen 201 us een jaar waarin het GlIde College gegroeid is naar 279 leerlingen. Dit is een kleine stijging. De extra instroom betrof vooral leerjaar 3, maar ook voor leerjaar 2. 2011 is ook het jaar geweest van een 90% slagingspercentage voor de exarnens.
‘Voor der[i1icatedoelenden Behorende bj corr ‘.‘ierMang
do
17
Huisvesting In mei 2011 is door de gemeente, de Stichting Carmelcollege en de OSG het convenant getekend waarin is vastgelegd dat een nieuw vmbo-schoolgebouw wordt gerealiseerd.
Personeel Door toenarne van het aantal leerlingen en natuurlijk verloop waren er vacatures. Twaalf nieuwe coHega’s zijn benoemd. Het team heeft als geheel dit jaar gewerkt aan de missie en visie van het Gilde College en is de basis gelegd voor een eigen pedagogisch en didactische aanpak: de Gildestiji. SchoNng POZlE Enkele collega’s hebben zich verdiept in de poezie. Dit met als doel de taal ook op een andere wijze in de klas aan de Ieerlingen te laten zien en hen te enthousiasmeren voor de cultuur, -
SOCIAL MEDIA Werken met blogs, twitter en facebook. Hoe doe je dat? Hoe kun je het gebruiken in je les, in je vakgroep en in je contacten met ouders en je netwerk? In twee teams hebben collega’s gebruik gemaakt van daze cursus en zich verdiept in hat sociale netwerk. -
Ondersteuni rig Het Gilde College heeft een eigen format voor de begeleiding van de leerlingen ontwikkeld, waarin het ontwikkelperspectief wordt geschetst, inclusief het beschrijven van de benodigde ondersteuning
Onderwijskundige uitgangspunten: de actieve scho& De discussie over de missie en visie is hat onderwijsconcept bijgesteld, met als motto “De actieve school” Daartoe zijn verschillende instrumenten ingezet: • een activerende didactiek en pedagogiek; • thuiswerkvrij onderwijs in de onderbouw: aWe Ieeractiviteiten op school: • actieve Ieerlingbegeleiding; • actieve keuzebegeleiding; • sport; • bedrijfsdagen: • kennismakingsdagen; • vakexcursies; • actieve aandacht voor cultuur:
“Voor Bchorende bij 2.7 d.d
18
2.O12
• • • •
activiteiten gericht op de professionalisering van het personeel (Gildestijl); actief monitoren van de effecten van bovenstaande activiteiten; actief gebruik van ICT door leerkrachten en leerlingen w.o. Sociale Media; maatschappelijke stage.
De actieve school Meer dan voorheen wordt planmatig gewerkt aan het imago dat door dit motto wordt opgeroepen. Het Gilde College stelt zich minder afhankelijk op van externe factoren en minder afwachtend. Er wordt actief deelgenomen aan de samenleving door proactief gedrag, een ondernemende houding en participatie. Een actieve school is gericht op het gewenste eindprofiel van de leaning. Een actieve school levert actieve leenlingen af. Daze hebben een diploma, zijn maatschappelijk georienteerd en kunnen omgaan met talent. Een deel van de schoolweek wordt ingeruimd voor keuzeactiviteiten van leerlingen die niet direct gericht zijn op het behalen van een diploma. Het curriculum, het eindexamenprogramma staat hier niet centraal, wel de ontwikkeling van de leenling tot jong volwassene, die zelf zijn weg moet zoeken in een wereld die snel verandert De culturele en sportieve keuzeactiviteiten richten zich op: muziek, drama en dans,fotografie en film, sport, beeldende kunst, poezie en multimedia Alle activiteiten worden aangeboden in maatschappelijke context. Dat betekent ook genietén van kunst en muziek, door anderen gemaakt, bijvoorbeeld het bezoeken van voorstetlingen en musea, maar ook zelf vormgeven en organiseren op plekken in de maatschappij. —I
•
••
‘Voor identicatdoeenden Behorende bij coiji4c;iei.g d.d
2.1
19
4.4. Montessori College Twente
a. Aanbod De school biedt onderwjs op mayo-, havo- en atheneumniveau. Daarnaast is er de mogelijkheid in de onderbouw van de havo en het atheneum tweetalig onderwijs te volgen. De vakken aardrijkskunde, biologie, geschiedens, natuur-scheikunde, wiskunde. muziek en drama worden in het Engels gegeven. Wat betreft het TTO (tweetalig onderwijs) is het ons geiukt het juniorcertificaat van het Europees Plafform te verwerven: binnen de kortst mogelijke tijd is het ons geiukt aan de eisen te voldoen. in juni 2011 heeft de eerste groep TTO-Ieeriingen gediplomeerd en met mooie resultaten de school verlaten; een zestal TTO leerlingen deed bovendien met goed gevoig het International Baccalaureat examen (IB). Het Montessori College Twente in schema: leerjaar 6 ieerjaar 5 leerjaar 4 ieerjaar 3 leerjaar 2 leerjaar 1
Havo Havo mayo? havo mayo! havo
Atheneum*) atheneum*) atheneum*)
havo havo havo Athenaeum havo I atheneum havo / athenaeum
HO atheneum TTO atheneum TTO atheneum
TTO havo/ath TTO havo/ath
*) atheneum met versterkt Engels
b. Kenmerken Binnen de school is het onderwijs gebaseerd op de ideeën van Maria Montessori. De leerling staat centraal, onderwijs en opvoeding zijn nauw met elkaar verweven. Naast het geven van goed onderwijs wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van onze leerlingen op sociaal-emotioneei, maatschappelijk en creatief gebied. Maria Montessori noemt het “de aandacht voor hoofd, hart en handen”. De aandacht voor die drie gebieden dient in evenwicht te zijn. De leerlingen worden begeleid in hun ontwikkeling tot kritische jong- voiwassenen die in staat zijn verantwoordelijkheid te dragen, zelfstandig een bijdrage te leveren aan de maatschappij en zich in die maatschappij te handhaven. De leerlingen wordt de gelegenheid geboden eigen zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid te leren ontwikkelen volgens het principe van vrijheid in gebondenheid. Waarbij leerlingen leren gebruik te maken van de eigen zelfstandigheid volgens eigen verlangens en mogelijkheden. Voorwaarde voor het geven van die relatieve vrijheid vormt een goede begeleiding en een goed leerlingvolgsysteem. Docenten en mentoren spelen hierbij een cruciale rol. Bovendien kan een dergelijke ontwikkeling slechts plaatsvinden in een klimaat van openheid en respect. Daarbij wordt van alle betrokkenen (medewerkers, leerlingen en ouders) een open (Ieer)houding verwacht. c. Onderwijsinnovatie Uitgangspunt bij de onderwijsontwikkeling vormen de zes karakteristieken die richtinggevend zijn voor Montessorischolen voor voortgezet onderwijs (vmo-scholen): 1. Hoofd. hart en handen: Montessori-onderwijs biedt een bredere vorming aan dan alleen gericht op cognitieve doelen en streeft naar verdieping van leren door integratie van hoofd, hart en handen. 2. Leren kiezen: het is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid dat leerlingen leren om keuzes te maken. 3. Reflecteren: reflectie op leren vormt voor de ieerkracht en de leerlingen de basis om vast te stellen waar een leerling staat in zijn ontwikkeling en daar naar te handelen. 20
‘Voor cDrende
bij coit
d.d
2.7
.
4. Sociaal leren: leerlingen zijn in de leeftijdsfase van het voortgezet onderwijs erg gericht op het sociaal functioneren met leeftijdsgenoten. Het van en met elkaar leren is een belangrijke karakteristiek van vmo-scholen. 5. Samenhang in leerstof: via het onderzoeken van werkelijkheidsgebieden worden de grenzen tussen de traditionele vakken overschreden, 6. Binnen en buiten school leren: het leren van bekwaamheden en het verwerven van een maatschappelijke rot vindt zowel binnen als buiten school plaats. Daar wordt in het lesprogramma aandacht aan besteed. Ook in 201 1 is flier aan verder gewerkt en in het jaarverslag van 2010 zijn voorbeelden van de concrete invulling van de zes karakteristieken uitgewerkt. De daar genoemde voorbeelden zij ook in 2011 nog actueel. Wet is het goed het kader waarbinnen we hebben moeten werken kort te beschrijven, aangezien de situatie in 2011 duidelijk afwijkend is geweest van de situatie in de voorgaande jaren. Teneinde dat kader goed te schetsen is een vooruitblik op 2012 noodzakelijk, en wet een vooruitblik op de aanmelding van maart 2012. Het aantal nieuwe leerlingen dat in maart is aangemeld voor schooljaar 2012-2013 is 240. Dat is een toename met 100 leerlingen ten opzichte van de aanmelding voor het schooljaar 2011-2012. Waar in 2010 voorat sprake was van het beheersen van de groei, was het in 2011 vooral belangrijk te streven naar stabilisering van het leerlingenaantat. In schooljaar 2011-2012 bedroeg het totaal aantal leerlingen 1320. Vanaf maart 2011 heeft de ontwikkeling binnen de school in het teken gestaan van het handhaven van dat aantal leerlingen en het weer op peil brengen van de aanmelding. Met het mooie resultaat van de aanmelding in 2012 is de verwachting dat het aantal leerlingen rond de 1300 zal blijven en dat we dus wat dat betreft een stabiele situatie bereiken. Voor het hele team was de aanmelding van maart 2011 een schok; waar we de afgelopen 15 jaar ‘als vanzelf’ konden rekenen op een grote belangstelling voor ons onderwijs, was dat ineens niet meer zo. Dat heeft in eerste instantie veel vragen, emotie en twijfel opgeleverd. Een zekerheid waarop we jaren hebben kunnen bouwen leek plotseling verdwenen. We zijn onmiddellijk tot actie overgegaan en hebben het ‘omkeringsproces’ voortvarend aangepakt. De activiteiten die in 2011 in bovenstaand kader zijn ondernomen worden hieronder beschreven. Allereerst is een breed onderzoek gedaan onder medewerkers, leerlingen, ouders en externe contacten. Doel was te achterhalen wat de oorzaken voor de afwijkende aanmelding in maart 2011 zouden kunnen zijn. Dat onderzoek bestond uit raadpleging van bovenstaande betrokkenen. De directie heeft gesprekken gevoerd met: • • • • • • • • •
Groepen medewerkers per unit Directieleden van andere OSG-schoten Klankbordgroepen van leerlingen per leerjaar Ouderplatforms, per unit Ouderbestuur Klankbordgroep ouders Vertegenwoordigers van basisscholen Deskundigen op het gebied van PR en marketing De lokale pers CdCfl
21
De gesprekken leverden onder meer op dat wij onze school actiever ‘in de markt’ moesten zetten. Duidelijk maken waar het Montessori College Twente voor staat, wat ons onderwijs concreet inhoudt en wat de meerwaarde van onze school is. Dat kan alleen als alle medewerkers en de leerlingen zich ambassadeur van de school voelen en zich ook zo manifesteren. Op advies van diverse externe deskundigen hebben we er toen voor gekozen met het hele team onze kernwaarden opnieuw te bepalen, samen bedenken wat wij belangrijk vinden en waar wij voor staan. Eind juni hebben we daar in een bijeenkomst buiten school aan gewerkt en daar is een nieuwe set kernwaarden alsmede een nieuwe pay-off uit ontstaan.
Montessori College Twente ‘mijn school * jouw school* onze school’ is: • • • • •
Ambitieus Betrokken Creatief Dynamisch Eigen-wijs
In het nieuwe schooljaar heeft een breed samengestelde projectgroep de kernwaarden in concrete beleidsadviezen vertaald. Daar zijn werkgroepen uit ontstaan die opdrachten hebben uitgevoerd (en daar nog mee bezig zijn) in de volgende aandachtsvelden, geformuleerd in het ontwikkelplan: PR & Communicatie In het kader van PR & communicatie wordt een totaalplan geschreven met als basis onze visie, onze kernwaarden en onze pay-off. In de periode juni tot september 2011 hebben we onze kernwaarden bepaald en daar concreet vorm aan gegeven: het begin van ons PR & communicatieplan. Een breed samengestelde werkgroep is betrokken bij het schrijven van het plan. Onderdeel van dat plan is ook een activiteitenkalender, met daaraan gekoppeld wie wat wanneer met wie en op welke manier communiceert. Van elk onderdeel wordt een draaiboek gemaakt. Begeleiding Het document ‘visie op en uitvoering van zorg’ wordt geactualiseerd. In dit document staat onze visie op zorg. Het mentoraat vormt de basis van onze zorg en geldt voor alle leerlingen. Daarnaast bieden we aanvullende zorg op een aantal terreinen. Op welke terreinen we die zorg aanbieden en hoe die zorg concreet wordt vorm gegeven is beschreven in dit document. Doel is dat dit document bekend is bij alle collega’s en dat de zorg wordt aangeboden zoals beschreven. In overleg tussen schoolleiding en zorgcoOrdinator wordt de bijbehorende scholing geInventariseerd en systematisch aangeboden. Herijking van de invulling en uitvoering van het mentoraat in alle Ieerjaren is een speerpunt. De taakomschrijving mentoraat wordt in de werkgroep mentoraat besproken. De werkgroep komt met een voorstel voor een definitieve taakomschrijving. Doel is dat elke mentor op de hoogte is van die taakomschrijving en handelt volgens die taakomschrijving. Elke mentor reflecteert op zijn taak, weet aan de hand daarvan voor welke aspecten hij/zij nog scholing nodig heeft en bespreekt dit met de teamleider
‘Voor idnt tidcc;cn Schorende bij con ovoMahng
dd,2ZiZ.’
22
Onderwijsontwikkeling Elke sectie maakt een sectieontwikkelplan met daarin opgenomen de doorlopende Ieerlijn van leerjaar 1 tot en met leerjaar 6. Doel is de aansluiting van onderbouw naar bovenbouw te verbeteren. Ook is er in het sectieplan aandacht voor de Montessori-karakeristieken in het programma van elk leerjaar. Vakoverstijgend werken hoort daar ook bij. De sectieleden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het invullen en uitvoeren van het sectieplan, de sectievoorzitter leidt dit werkproces. Twee keer per jaar doen de sectievoorzitters in een gesprek verslag aan de directie over de voortgang. Het ontwikkelen van een soepele doorstroming mayo -> havo is van belang flu steeds meer leerlingen (bijna 40%) na het behalen van hun mayo-diploma bij ons op school doorstromen naar havo 4. Dit jaar vindt een pilot plaats met daarin een aafltal verbeterpunten. Doel is dit schooljaar in dat kader te onderzoeken of op termijn een 6-jarige havo (programmatische koppeling 4-jarig mayo en havo 4/5) mogelijk is. We willen onderzoeken of we het gebruik van digitaal lesmateriaal kunnen bevorderen. Daartoe nemen klas 3Ha en 3Hb deel aan de i-Pad pilot. Daarnaast is er een ‘denktank onderwijsontwikkeling’ die deelnemers gevraagd en ongevraagd kan adviseren over onderwijsontwikkeling. Op dit moment houdt de denktank zich bezig met de rol van toetsen: wat willen en kunnen we daarmee. De denktank onderwijsontwikkeling is een nieuw fenomeen, over werkwijze en status moeten we nog afspraken maken, De uitkomsten van deze denktank zullen als basis dienen voor het formuleren van een helder toetsbeleid. Het spreekt voor zich dat de units en de secties hierbij betrokken worden. Elke unit maakt een unitplan met daarin de concrete vertaling van de afgesproken onderwijsontwikkelingen, dit gekoppeld aan het sectieontwikkelplan. In het kader van de masteropleiding doen twee docenten die een masteropleiding educatief onderzoeker doen, dit schooljaar ieder afzonderlijk een afstudeeronderzoek. Het onderzoek wordt in de periode van januari tot maart 2012 uitgevoerd. Eén onderzoek richt zich op de autonomie van de leerling en de invloed van de docent daarop. Het andere onderzoek gaat over de bijdrage van het yak muziek op de leesvaardigheid en op het wiskundig en ruimtelijk inzicht van de leerling. De aanbevelingen die uit de onderzoeken naar voren komen zullen een rol spelen bij de verdere onderwijsontwikkeling. In overleg met de schoolleiding zal daar een vervolg aan gegeven worden. ,
Evaluatie Dit schooljaar werken we als onderdeel van personeelszorg en personeelsontwikkeling systematisch volgens een vastgestelde gesprekscyclus. EIke teamleider voert dit schooljaar met al zijn teamleden een aantal gesprekken. Een lesbezoek en leerling-enquetes zijn daar onderdeel van. Het is de bedoeling dat de gesprekcyclus een vast onderdeel wordt. Aan het eind van dit schooljaar vindt evaluatie plaats. Elke unit heeft een klankbordgroep leerlingen. Eens per periode vraagt elke teamleider deze representatieve selectie van leerlingen uit zijn unit naar de ervaringen: wat ging er goed en zijn er nog verbeterpunten? De opbrengst wordt teruggekoppeld naar de schoolleiding, de unit en waar nodig naar individuele collega’s. Naar aanleiding van onderstaand citaat uit de opbrengstendiscussie kernwaarden van september 2011 zal er een klankbordgroep medewerkers worden opgericht. “De schoolleiding moet open staan voor kritische geluiden en die ook waarderen. We moeten ons realiseren dat kritiek pas zinvol is als het geen gemopper in de wandelgangen is, maar gecommuniceerd wordt met degene die er iets mee/aan kan doen. Niet mopperen, maar
Vcor denfiicafiedoeejnden Behorende bij car 4eier Ierhq
dd
23
opperen”. Analoog aan de klankbordgroepen van leerlingen zal er een klankbordgroep van medewerkers worden samengesteld, twee personen uit elke unit. De bedoeling is elke periode met deze groep te praten over wat er goed gaat en wat er verbeterd kan worden. We kennen per unit een ouderplatform. Een platform bestaat uit 15 tot 20 ouders en ouders praten samen met de teamleider over onderwijsbeleid en actuele zaken. De platforms komen drie keer per jaar bijeen. Van de ‘opbrengst’ per platformbijeenkomst vindtterugkoppeling plaats naar schoolleiding en ouderbestuur. Het beleid is in september 2011 geactualiseerd Voor de TTO-stroom is er met ingang van dit schooljaar een klankbordgroep ouders samengesteld. Deze klankbordgroep TTO wordt betrokken bij de inhoudelijke ontwikkeling van het TTO en heeft ten minste twee keer per jaar overleg. Aan dat overleg nemen de TTO coOrdinatoren deel en de teamleiders van uit B en unit E.
Organisatie Alle actuele documenten, evaluaties en afspraken worden op een overzichtelijke manier in de ELO geplaatst. Er is een onderscheid in algemene documenten en documenten per unit. Voor alle leerjaren is het leerlingvolgsysteem Magister adequaat ingericht. Voor docenten, mentoren, teamleiders, ouders en leerlingen moet het als up to date volgsysteem fungeren.
\Joor 1uenuiIc1Le
Ofl
Behorende bij contr rkahng
d.d ,......,.,...2.i
24
5.
De OSG en de getallen
5.1.
Leerlingen
5.1.1. De aantallen leerlingen Aantal leerlingen AVO-leerlingen VMBO-leerlingen tGenseler VAVO Arcade totaal
I-I 0-2008 1799 576 226 20 18 2639
1-10-2009 1796 539 234 10 21 2600
1-10-2010 1772 536 221 30 24 2583
1-10-2011 1607 548 226 28 19 2438
Opmerkingen: • De leerlingen in leerjaar 1 en 2 vmbo-tl, havo en vwo (basisvoming) worden aangemerkt als “AVO-leerlingen”. . De leerlingen in Ieerjaar 3 en 4 mayo van het Montessori College Twente, in Ieerjaar 3 en 4 vmbo- tI van het Bataafs Lyceum en in alle leerjaren van het GlIde College worden aangemerkt als vmbo-leerlingen. . Van het totaal aantal leerlingen hebben in 2011 171 leerlingen een zogenaamde “lwoo-indicatie”. In 2010 waren dat er 142 en in 2009 gold dat voor 124 leerlingen . In 201 1 hebben op 1 oktober 60 van aIle leerlingen van de OSG een Igf beschikking, het zogenaamde rugzakje. 5.1.2. Aanmeldingen Aanmeldingen voor het schooljaar 2010-2011 en de prognoses_voor de komende jaren Jaar naarBL naarMCT naarGC naar De Arcade TotaaIOSG *
2009 66 321 39 4 429
2010 84 313 39 8 444
2011 131 141 43 1 317
2012* 210 224 42 4 480
2013 218 232 47 4 501
2014 223 245 47 4 518
2015 240 269 50 4 562
2016 249 271 49 4 572
Op basis van de inschrijving voor 2012.
Na de enorme terugval in 2011 op het MCT en een sterke toename op het Bataafs Lyceum is er daarna in de prognoses voor alle scholen weer een geleidelijke stijging in Ieerlingenaantallen tot 2016. Daarna treedt een daling in, omdat er vanaf dat moment minder leerlingen zijn.
“Voor denti[icatiedoceind9fl Sehorende bij
corkJerHarg
25
5.1.3. De doorstroomgegevens Voor het Bataafs Lyceum en het Montessori College Twente zien de doorstroomgegevens er als volgt uit: Leerjaar 1
Aantal leerlingen 398
Leerjaar 2
Leerjaar
Aantal leerlingen 388
Aantal leerlingen
% bevorderd
% niet bevorderd
97
0,2
% bevorderd naar
% niet bevorderd
Vmbo-kl: Vmbo-tI: 3 Havo: 3Vwo:
2 31 28 32
% bevorderd naar
3
% niet bevorderd
% Anders 2,8
% Anders 4
% Anders
3 Vmbo-tI
140
Vmbo-4-tI : 88,5 Vmbo-4-kl: 3,5
6
2
Aantal leerlingen
% bevorderd naar
% niet bevorderd
% Anders
Leerjaar 3 havo
110
1,5
3,5
Aantal Ieerhngen
% niet bevorderd
% Anders
Lee rjaar
1,5
0
% niet bevorderd
% Anders
15,5
0
% niet bevorderd
% Anders
9
3
3 vwo
132
Aantal Lee rjaar
leerlingen
4 Havo
167
Leerjaar
Aantal leerlingen
4vwo
103
4 havo 86 4vwo 0 4 Vmbo-tI 9 % bevorderd naar 4vwo 84,5 4havo 14 % bevorderd naar 5 havo
84,5
% bevorderd naar 5vwo 5havo 4havo
88 0 0
26
Leerjaar 5 vwo
Aantal leerlingen 134
% bevorderd naar
91
6 vwo
% niet bevorderd
5 vwo 5havo
% Anders
3 2
4
Het Gilde College heeft de volgende doorstroomresuitaten: Aantal leerlingen
% bevorderd
% niet bevorderd
% Anders
1 Vmbo_klIblitl
39 un
100
0
0 (vertrokken)
Arcade
12 un
83
0
17 (vertrokken)
Aantal leerlingen
% bevorderd naar
% niet bevorderd
% Anders
Leeriaar 2 Vmbo klIbl
44 un
3 Vmbo-tI 25 3 Vmbo-kI 36 3 Vmbo-bl 34
5
0 (vertrokken)
Arcade
7 un
3Vmbokl 30
0
70 (vertrokken)
Aantai leerlincien
% bevorderd Naa r
% niet bevorderd
% Anders
Leerjaar
39 lIn
4 Vmbo-bl 90 4 Vmbo-kl 2,5
2,5
5 (vertrokken)
Aantal leerlingen
% bevorderd Naar
% niet bevorderd
% Anders
48 lln
4 Vmbo-kl 85,5 Vmbo-bI 4,5
10
0
Leerjaar
3 Vm bo-bl
Leerjaar 3 Vmbo-kl
VODI dentifuedoeieiden Bohorende bj cc r )!u/c’anng dd .......2Z. 2812
27
5.1.4. De examenresultaten Aan het eind van het schooljaar 201 0-2011 waren de examenresultaten als volgt:
Opleiding
Kandidaten
Geslaagd
Percentage
Opmerkingen
Vmbo BBL Vmbo KBL Vmbo TL
13 58 142
10 52 139
77% 90% 96%
33% naar havo 4
Havo Vwo
183 131
156 110
85% 84%
Gemiddeld
3% naar vwo 5
86,4%
Genseler: Schoolverlaters: ‘t Genseler, school voor praktijkonderwijs, had 55 schoolverlaters. Deze leerlingen zijn als volgt verder gegaan: • 27 leerlingen zijn bemiddeld naar reguliere arbeid, waarvan 12 met een scholing op het niveau van de basisberoepsgerichte leerweg; • 4 leerHngen zijn verwezen naar een REC school; • 3 leerlingen zijn verwezen naar een scholingstraject van de gemeente; • 9 leerlingen zijn naar vervolgonderwijs (BOL en AKA); • 5 leerlingen zijn verhuisd; • 5 leerlingen hebben geen werk of gaan niet naar school: reden hiervoor is met name de wachtlijst bij de Sociale Werkvoorziening. Deze groep heeft een indicatie voor de WSW en mag met behoud van uitkering 00k werken in de WSW, maar formeel is het nog geen baan; • 2 leerlingen volgen een programma voor dagbesteding. Deze • • • • • • • • • •
leerlingen hebben de volgende certificaten behaald: IVIO examen Nederlands KSE 1 4 lVlO examen Nederlands KSE 2 25 lVlO examen Nederlands KSE 3 1 Schoonmaak groothuishouding 15 Werkenindekeuken 18 Winkelmedewerker 12 Beheren van het magazijn 16 Werken in het groen 5 Werken met de bosmaaier 3 Machinale houtbewerken 3
‘Voor dentictedoenden Behorende bj dd
erkan g
28
• • • • • • •
Opleiding Vorkheftruckchauffeur Basisvaardigheden metaaftechniek Migmag (assen 1 Assistent zorg Assistent huishouding kinderdagverbtijf VCA: veiligheidscertificaat Trekkerrijbewijs
16 7 6 5 10 13 1
De Onderwijs Inspectie publiceert jaarlijks haar opbrengsten oordeel aan de hand van vier indicatoren • rendement onderbouw • rendement bovenbouw • het gemiddeid CE-cijfer • het SE-cijfer minus CE-cijfer Het opbrengsten oordeeI 2011 is verder gebaseerd op de resuitaten die behaald zijn in de drie voorafgaande jaren 2008, 2009 en 2010. Hieronder het opbrengstenoordeei van de OSG Hengelo. Opbrengst oordeei
vmbo b
vmbo k voldoende
vmbo t voldoende
havo voldoende
vwo voidoende
Per onderdeel: Rendement onderbouw
2008
2009 2010 oordeei
pppp 00000 00000
poop p 00000 00000
voldoende
Rendement bovenbouw vmbo b
vmbo k
voldoende
vmbo t
vwo
havo
2008
00P0000o0QO,P0QQ,Q0PPØ,Q
2009 2010 oordeel
00000000000000000 ©O 00000 voldoende
voldoende
voldoende
Gemiddeld cijfer Centraai examen vmbo k vmbo b
vmbo t
2008
2009 2010 oordeei
vQILde
voldoende
havo
vwo
*0©O00G©000O,0QO,PPO000 PPO000PO00OP040PQQ•QQ 0000000000000000000000000 voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
o: 0: iandelijke gemiddelde “Voor
29
Bhorende bij
d.d
,,,,,.,,.,,.:,
cor,
22*.ziz
Cijfer Schoolexamen minus cijfer Centraal examen vmbo b vmbo k vmbo t 2008 0,71 0,34 -0,03 2009 0,03 0,31 -0,06 2010 0,16 0,38 -0,04 Gem: 0,29 0,34 -0,04 oordeel gering gering gering versbhil verschil verschil -
Het gemiddeld cijfer voor het Centraal examen
2008 2009 2010 gem. oordeel
vmbo b 5,9 6,4 6,3 6,24 Boven de norm
vmbo k 6,1 6,2 6,2 6,18 Boven de norm
( absoluut) vmbo t 6,4 6,6 6,5 6,51 Boven de norm
havo 0,03 0,38 0,51 0,35 gering verschil
vwo 0,59 0,56 0,76 0,65 groot verschil
in de afgelopen 3 jaar is: havo 6,4 6.1 5,9 6,08 Boven de norm
‘VODr den Behorende bij a.d
vwo 6,4 6,3 6,1 6,21 Boven de norm
30
5.2
Medewerkers
5.2.1.
De formatie
Voor het jaar 2011 is de situatie als volgt:
BRUTO INZET FTE’S 2011 Dir. (vast)
Dir. (tijd)
OP. (vast)
OP. (tijd)
Q.O.P. (vast)
O.O.P. (tijd.)
Totaal
Bataafs Lyceum
1,0000
0,0000
36,9675
3,8507
7,3722
0,8922
50,0825
Gilde College
0,6420
0,0000
19,5196
3,9473
8,5533
1,5433
34,2054
‘t Genseler Mont.College Twente
2,1092
0,0000
23,0980
2,8828
8,0343
2,3865
38,51 09
2,0000
00000
756078
11,7941
142712
42758
107,9489
Bestuurskantoor 2,6605
0,0000
0,0000
0,0000
10,8411
0,5770
14,0786
0,0000
155,1929
22,4749
49,0720
9,6747
totaal
8,4117
200,0000
::: 2008
2009
l.a.
2010
2011
m 0. 0PtEjd
Het verschil tussen de bruto-inzet en de netto-inzet wordt veroorzaakt door opname I sparen van ADV, BAPO I opname ouderschapsverlof ed.
Voor dntcatie oo1enen Beharende bij contrierMa1ng
d.d
27
i 2fl12
31
200,0000
Inzet netto FTE’s
::::
LL .
2008
2009
250
2010
2011
Aantallen
200 •0,1.
150 100 50 0
I.
— 2008
2009
2010
2011
“Voor dentcatiecenden Behorende bij contrc4ierk!aring ..7 ,J,,ZOiZ,,R d.d
32
Ratio’s:
Management ratio
2008 3,2%
2009 3,4%
2010 3,5%
2011 3,5%
OP-ratio
65,4%
65,7%
63,5%
62,1%
OOP-ratio
3,6%
3,1%
2,5%
5,4%
Gemiddelde aansteflingsomvang
69,5%
69,6%
69,5%
74,9%
80,0% 70,0% 60,0% 50,0% •tlanagernentrat,o
40,0%
—
—-
--
—
•OPrtio . OOP-ratio
30,0% 20,0%
—
Geii*dcIeIc1e aa,steII.,i’soni -
-
—
10,0% 0,0% 2008
2009
2010
2011
Voor d-•’ --c nden Behorende bU cord
dd ..,......2,7 J
2O12.
33
5.2.2. Ziekteverzuim Ziekteverzuim (perc.)
I
Bataafs Lyceum Glide College ‘t Genseler Mont. College Twente Bestuurkantoor
2008 5,7 4,3 3,9 2,5 8.2
2009 8,1 8,9 5,1 2,7 4.1
2010 7,7 5,9 3,6 4,4 1.4
2011 6.7 10,0 2,8 4,8 5,2
4,3
5,9
1,4
5,5
Gemiddeld 12,0
• tafs Lyceum • Gdde ( ollege ,t
Gensete
I Mont, CollegeTwente • Betnnrkantoor GemddeLd
2008
2009
2011
2010
In 2011 is de verdeling van het ziekteverzuim over de directie, het onderwijsondersteunend personeel en het onderwijzend peroneel als volgt: (WTF afwezigheid per maand I (omvang totaal per maand BAPO per maand) * 100%) —
24jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar Overig jaar
Dir
ooP
0,41%
4,29% 3,04% 8,75% 3,27% 1,24%
op 0,38% 3,34% 5,93% 3,17% 6,70% 0,90%
Totaal 0,38% 3,45% 5,46% 4,42% 5,63% 1,00%
0,27%
5,62%
4,59%
4,64%
-
cop -
—J
DIR
op
‘v’OOr
Sehorendc b,
34
Financiën (toelichting behorende bij het financieel jaarverslag 2011 van de Stichting OSG Hengelo).
5.3
5.3.1. Algemeen -
-
-
Doe! van het financieel jaarverslag is algemeen gesteld- inzicht te geven in het vermogen en het financieel resultaat van de rechtspersoon, aismede in zijn solvabiliteit en liquiditeit. Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de Regeiing Jaarverslaggeving Onderwijs en de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 660 Onderwijsinstellingen toegepast. In de jaarrekening 2011 zijn, ingeval van gewijzigde rubricering, de vergelijkende bedragen inzake de balans per 31 december 2010 en de exploitatierekening over 2010 aangepast. Hierdoor is een goede vergelijking mogelijk. -
fr
II\ VU)
Sehorende bij CQ: 2,,LJU.12 d.d
35
5.3.2 Financiële positie op balansdatum
Elgen vermogen Het eigen vermogen per 31 december 2011 bedraagt € 6.498.596,(per3l december2010 €6329221) Er is derhalve in 2011 sprake van een toename van het eigen vermogen van € 169.351 betreffende het resultaat. In de begroting en op de exploitatie is een investering gedaan in het gebouw van het Bataafs Lyceum van € 800.000,- Hiervoor is door de Gemeente Hengelo een subsidie verstrekt van € 308.000,Het eigen vermogen per 31 december 2011 bestaat uit een algemene reserve van € 2.900.010, uit bestemmingsreserves (publiek en privaat) van € 3.262.922 en een herwaarderingsreserve van € 335.663. De bestemmingsreserve privaat bedraagt € 308.331. De reserve herwaardering materiële vaste activa valt jaarlijks vrij naar rato van de afschrijvingen op de activa, op basis van de resterende gebruikstermijnen. Voor 2011 bedraagt deze afschrijving € -41.683. Verplichtingen per 31 december 2011 Inzake de vakantie-uitkering is totaal € 535.754 opgenomen. Het werkkapitaal (= liquide middelen + vorderingen kortlopende schulden) bedraagt € 4.506.599. -
-
-
-
-
-
-
Werkkapitaal € 6.000.000
?
€ 5.000.000 € 4.000.000
_..
€ 3.000.000
..—I
€ 2.000.000 € 1 .000.000 I
2005
I
2006
I
2007
I
2008
I
2009
I
2010
2011
Voorzieningen Voorziening onderhoud De voorziening onderhoud beoogt een egalisatie van de uitgaven voor groot planmatig onderhoud aan de gebouwen. Hiervoor is in 2005 het meerjarenonderhoudsplan 2005-2014 opgesteld voor een deel van de gebouwen. De jaarlijkse dotatie bedraagt € 100.000; er is in 2011 een extra dotatie van € 46.884 daar er meer kosten onderhoud zijn geweest dan begroot. In het boekjaar 2011 is € 156.034 aan groot onderhoud uitgegeven ten laste van deze voorziening. Voorziening jubileumgratificaties De voorziening jubileumgratificaties is gevormd per 01-01-2008. Voorziening ADV spaarverlof De hoogte van de voorziening ADV-spaarverlof ultimo 2011 is bepaald door het saldo per einde jaar 2011 van de gespaarde ADV-uren te delen door 1659 uur (normbetrekking) en te vermenigvuldigen met de School-GPL-bedragen van de betreffende personeelscategorie.
36
Behorende bij d.1 27.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Weerstandsvermogen, liquiditeit en solvabiliteit en andere kengetallen. De financiële positie van een instelling kan aan een aantal indicatoren worden afgemeten. Onder andere worden hiervoor de begrippen solvabiliteit, liquiditeit en weerstandsvermogen gehanteerd. -
Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen is het totale eigen vermogen dat kan worden aangewend om onvoorzien bare tegenslagen eq. risico’s op te vangen. Het omvat alle vrij besteedbare reserves (dus exciusief de eventuele herwaarderingsreserve), uitgedrukt in verhouding tot de totale baten (inclusief financièle baten).
Weerstandsvermogen (in %)
2011 30,9 %
2010 30,2 %
Volgens de norm van het Ministerie van CC en W dient dit kengetal zich tussen de signaleringsgrenzen 10% (minimum) en 40% (maximum) te bewegen. Het weerstandvermogen van de Stichting OSG Hengelo past binnen deze grenzen.
-
Exploitatie Het exploitatieresultaat ( = resultaat I resultaat pers. lasten overige instellingslasten) bedraagt 0,93 %. Dit is een stijging t.o.v. 2010 met 5,28 %. Het percentage materiële lasten ( ov. Instellingslasten/ (resultaat + pers. lasten +ov. instellingslasten) bedraagt 12,18 % (2010: 12,53 %). —
-
‘Voor dentiicatdceenden hcrflc
co D
2Z..J
,,2Di2
Liquiditeit Onder liquiditeit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. De Jiquiditeit wordt berekend door de viottende activa (vorderingen, liquide middelen en voorraden) te delen door de kortlopende schulden: current ratio. Liquiditeit (current ratio)
2011 3,13
2010 2,88
De gewenste waarde voor de current ratio Hgt tussen I en 1 5. Bij een waarde die hoger is dan 1,5 bezit de school teveel liquide middelen. De OSG zou in dit geval moeten kiezen voor beleggen, hetgeen echter niet mogelijk is als openbare scholengemeenschap.
‘\!oor denti1icatedoeknden Bohorende bij d.d 27.
38
Liquiditeit 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00
i• 2005
-
current ratio
—
—
_
_
—
2006
2007
2008
2009
2010
.i 2011
Solvabiliteit Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan al haar verplichtingen op korte en lange termijn te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het garantievermogen te delen door het totale vermogen. Onder garantievermogen wordt verstaan het elgen vermogen inclusief de egalisatierekeningen en exciusief de voorzieningen. 2011 70,5 %
Solvabiliteit
2010 68,5%
Als gevoig van het gevoerde beleid gedurende de laatste jaren is een financiee gezonde organisatie ontstaan. Het toekomstig financiele beleid is er op gericht dat de onderwijskundige doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Met name de toename van het aantal leerlingen vraagt aandacht om te voorkomen dat de gezonde financiële positie wordt aangetast. De signaalwaarde bedraagt 20% De gemiddelde solvabiliteit voor het VO was in 2008: 42 %
Solvabiliteit 72,00% 70,00%
68,00% 66.00% 64,00%
62.00% 60.00% 58.00%
—
—
EIEIE _ i•
2005
_
_
2006
2007
•
. 2008
2009
2010
2011
‘Voor dentiicatiedoe11ider, Boharende hj CO d.d 2.7...
C
I.iViflg ..
012
39
Kapitalisatiefactor Onder de kapitalisatiefactor wordt verstaan of een onderwijsinstelHng zijn kapitaal al dan niet efficient benut. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het totale kapitaal (=totale vermogen gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten. 2011 2010 43,8% Kapitalisatiefactor 44,1% -
Als gevoig van het gevoerde beleid gedurende de Iaatste jaren is een financieel gezonde organisatie ontsteen. Het toekomstig financiële beleid is er op gericht dat de onderwijskundige doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast vragen de toename van het ICT-gebruik en de huisvesting aandacht.
Kapitalisatiefactor (KF=TK-G&T) 60,00/o
°‘°I ill in 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Transactiefunctie (TF= TK; in procenten t.o.v. de totae baten) Onder de transactiefunctie wordt verstaan het totaal aan kortlopende schulden t.o.v. het totaal aan baten.
Transactiefunctie De signaleringsgrens is 11 .7 %
2011 10,0 %
2010 10,8 %
Transactiefunctie (TF=TKS) 14% 12%
1111111
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
‘oor cie: Bhorende bj cQ.
40 •
1
2O12
-
5.3.3
Ouderbijdrage De ouderbijdrage is in 2011 verminderd met een bedrag van € -198.772 Deze afname wordt veroorzaakt door het kleiner aantal eerlingen. Daarnaast is de ouderbijdrage flu vrijwillig en het bedrag per ouder is verminderd.
Gang van zaken gedurende het vers(agjaar
Rekening 2011
Begroting 2011
€ € € € €
19.41 0.667 626.639
€
18.929.489
€
19.507.659
€
437.300
€
174.612
€
Samenstelling baten gewone bedrijfsvoering Rijksbijdragen OC&W Ov. Overheidsbijdragefl Examengelden Baten werk joy. derden Overige baten Totaal
Rekening 2010
919.579
€ € €
1.107.844
€ € €
20.956.886
€
20.494.633
€
-
-
-
20.000
-
1. 188134
20.870.456
Samenstelling lasten gewone bedrijfsvoering Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
Rekening 2011 15.943.050 € € 728.238 € 2.028.238 € 2.188.542
Begroting 2011 15.873.459 € 775.961 € 1.915.441 € 1.861.575 €
€
€
Rekening 2010 16.435.579 € € 770.106 € 2.103.752 € 2.466.351
Totaal 20.888.068
20.42L436
€
21.775.787
Financiële baten
€
100.534
€
108.000
€
117.409
Totaal resultaat
€
169.352
€
176.197
€
-787.923
ii I
,4f;_.—’
v(,Or 00 chcrende bij ccr
.:fl
2J,O12...’
41
Analyse resultaat op hoofdlijnen Vergelijking van de rekening 2011 t.o.v. de begroting 2011 Het voordelig exploitatieresultaat over 2011 bedraagt € En is t.o.v. het exploitatiesaldo van de begroting 2011 ad € € 6.845 lager dan begroot.
169.352 176.197
Afwijking rekening 2011 t.o.v. de begroting 2011 Rijksbijdrage normatief Overige rijksbijdragen Baten werk i.o.v. derden Overige overheidsbijdragen en overige baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instelingslasten
€ 481.179 189.338 20.000 -188.265 -
€
€ 462.253
voordelig
€461 .633 -7.466 € 6.846
nadelig
69.591 -47.723 112.797 326.967
Financ. baten en lasten Per saldo
-
nadelig
De Rijkssubsidies zijn in juli 2011 met terugwerkende kracht verhoogd om de verhoging van de premies op te vangen. Verder is er een groot verschil bij de overige instellingslasten. De posten uitgaven aula, projecten en dagexcursies zijn fors overschreden.
Vergelijking van de rekening 2011 t.o.v. de rekening 2010 Het voordelig exploitatieresultaat over 2011 bedraagt € 169.352 tegen een nadelig exploitatieresultaat over 2010 van € -787.923 De stijging van het resultaat met € 957.275 wordt als volgt veroorzaakt: Verschil in: Rijksbijdrage normatief € -96.992 Overige rijksbijdragen 452.026 Baten werk joy. derden 0 Overige overheidsbijdragen en 268.605 overige baten €86430 voordelig lasten Personele € -492.528 Afschrijvingen -41.868 Huisvestingslasten -75.513 Overige instellingslasten -277.809 € -887.719 voordelig Financ. baten en lasten -16.874 € Per saldo 957.274 voordelig € -
\Joor identt -doetE.incen Behorende bij
d.d
CC C.JC Hanng
42
-
De verschillen worden veroorzaakt door een stijging van de inkomsten en uitgaven. De extra hogere uitgaven in 2010 zijn veroorzaakt door de stijging van de huisvestingslasten (extra investeringen).
Analyse kasstromen Voor een gedetaifleerde analyse, uitgesplitst naar operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financiële activiteiten wordt verwezen naar onderdeel A.1.3 kasstroomoverzicht
-
-.
5.34 Ontwikkelingen m.bt de financiën M.i.v. 1 januari 2008 wordt de personele administratie door de Stichting OSG zeif verzorgd met behuip van het pakket Merces@work. De kantineopbrengsten worden sinds 1 januari 2008 beter in kaart gebracht. De kantinebeheerder maakt maandelijkse overzichten per school van de opbrengsten van de kantine, die verbruikt worden door de vestigingen. Hierdoor komt er een beter inzicht in de kantineopbrengsten. In augustus 2011 is een betaalsysteem in gebruik genomen, waardoor de contante geldstroom nagenoeg geheel uit de school verdwenen is. Vanaf 1 januari 2008 wordt de financiele administratie gevoerd door het Bestuursbureau van de Stichting OSG Hengelo. Voordien werd de financiele administratie gevoerd door de Gemeente Hengelo. M.i.v. van deze datum wordt gewerkt met een eigen financieel administratiepakket (AFAS). Het financiële pakket is inmiddels geheel ingericht. Doordat we gebruik maken van een elgen financieel pakket is het mogelijk de vestigingen online inzicht te geven in de (openstaande) crediteuren, in de exploitatierekening 2011 per school, met daarnaast het budget 2011 en de verwachte uitputting van het budget voor de rest van het kalenderjaar. Vanaf april 2011 krijgt de Raad van Toezicht ieder kwartaal inzicht in de financiële situatie van de Stichting OSG Hengelo door middel van een proef-saldi-balans en de exploitatierekening, met daarbij het budget en de verwachte uitputting van het budget voor de rest van het jaar. -
-
-
-
-
-
-
Europese aanbestedingen Er is een Europese aanbesteding geweest voor het schoonmaakcontract ingaande 24 augustus 2011 voor een periode van 3 jaar met daarnaast twee keer een optie op een verlenging van een jaar. Dit schoonmaakcontact geldt voor alle vestigingen. Het bureau ‘Masterkey” heeft de aanbesteding begeleid. De aanbesteding van de leermiddelen, die begeleid is door “Loyali&’ is in april 2009 afgerond. Er is een contract afgesloten met “Van Dijk Educatie” met een Iooptijd van 2 jaar, met een verlenging van 2 jaar.
‘Voor Bhorende bij
d.d
2.7....
c:rarig
43
B3
STAAT VAN BATEN EN LASTEN Stichting OSG Hengelo 2011 20 CS
23 EJ
Totaal
€
€
€
3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Ov.overheidsbijdragen en subsidies 3.3 CoHege-, cursus-, les- en examengelden 3.4 Baten werk in opdracht van derden
16.408.699
3.001.969
19.410.667
605.920
20.719
626.639
0
0
0
0
0
0
875.901
43.679
919.579
17.890.519
3.066.367
20.956.886
13.476.475
2.466.575
15.943.050
643.172
85.066
728.238
4.3 Huisvestingslasten
1.908.792
119.446
2.028.238
4.4 Overige lasten
1.870.651
317.891
2.188.542
17.899.090
2.988.979
20.888.068
-8.571
77.388
68.817
100.502
32
100.534
91.931
77.420
169.351
3.5 Overige baten
Totaalbaten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten
Resultaat
‘Voor deritiIicat dcenden Bharnde bij co.L c.rkarnr
21.20.12..
,,.
Begroting 2012 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.3
20 CS €
23 EJ €
Totaal €
15.289.400
2.637.200
17.926.600
94.200
46.700
140.900
College-, cursus-, les- en examengelden
0
0
0
3.4
Baten werk in opdracht van derden
0
20.000
20.000
3.5
Overige baten
54.600
741.400
16.179.600
2.649.300
18.828.900
13.146.400
2.93.200
15.439.600
Totaalbaten
796.000
-
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
795.500
103.600
899.100
4.3
Huisvestingslasten
921.600
141.200
1.062.800
4.4
Overige lasten
1.400.500
254.800
1.655.300
Totaal lasten
16.264.000
2.792.800
19.056.300
-84.400
-143.500
-227.900
53.146
51 .500
104.646
-31 .254
-92.000
-123.254
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat 5.3.5
Treasury management De OSG Hengelo is een openbare scholengemeenschap. Om die reden wordt er niet belegd. Evenmin is er sprake van leningen.
‘Voor identiiren Behorende bij corcveriarng d.d .2.7 2O1.2
6. Verslag van de Raad van Toezicht Inleiding n deze paragraaf Iegt de Raad van Toezicht (RvT) verantwoording af over de uitvoering van haar taken en verantwoordelljkheden als toezichthouder. De Raad, evenals het bestuur, volgt in beginsel de bepalingen van de Governance Code van de OSG. De Governance-s tructuur De OSG is een stichting. Het bestuur van deze stichting wordt ingevuld door de algemeen directeur/bestuurder. De zeifstandige bevoegdheden van de algemeen directeur/bestuurder staan vermeld in de statuten van de OSG. De algemeen directeur/bestuurder heeft voor het nemen van een aantal. in de statuten benoemde, besuiten de voorafgaande goedkeuring van de RvT nodig. De statuten vermelden ook de taken en bevoegdheden van de RvT, de uitwerking daarvan is vastgelegd in de Governance Code OSG. De RvT ziet toe op het werk van de directeur/bestuurder. De Raad bestaat uit vijf leden, inclusief de voorzitter. Ais toetsingskader voor het uitoefenen van haar taken hanteert de RvT: beieidspian, jaarpian/begroting, directiestatuut. prestatieafspraken en portefeuillestrategie. Voornameiijk dient dit toetsingskader voor het beoordeien van en de besluitvorming rond strategiebepaling, het bepalen en realiseren van de onderwijsdoelen en het zeker stellen van de financiëie continulteit. Daarnaast maakt de RvT gebruik van rapportages en vastieggingen zoals bepaaid is in de Governance Code, waaronder de financiëie kwartaairapportage. Ook zijn er regelmatig gesprekken tussen de RvT en de directeur/bestuurder in het kader van haar adviesfunctie. De RvT heeft jaarlijks een beoordelingsgesprek met de directeur/bestuurder. in dit gesprek worden ook de gemaakte prestatieafspraken getoetst. De RvT evaiueert haar eigen functioneren in het jaarlijkse zeifevaluatiegesprek. SamenstellIng van de Raad van Toezicht De samenstelling van de RvT over het versiagjaar is ais voigt: • Dhr. H. Kraaijenhof, ondernemer (voorzitter) • Mw. drs. J. Dijkstra, psychologe (vicevoorzitter) • Mw. drs. G.T.M. ten Dam, onderwijskundige • Dhr. mr. J.M. Dunhof, advocaat • Dhr. drs. H.B.A. Grootelaar MMC CMC, bestuurskundig organisatieadviseur Over het verslagjaar 2011 hebben zich in de samenstelling van de RvT geen mutaties voorgedaan Vergaderingen van de Raad van ToezIcht In het versiagjaar heeft de RvT 7 keer op reguliere wijze vergaderd. Deze vergaderingen vonden piaats met de directeur/bestuurder. Jaarlijks wordt een vergaderschema voor het voigende jaar vastgesteld met data en onderwerpen. Ruim vOOr eike vergadering wordt de agenda samengesteld door de voorzitter van de RvT en de algemeen directeur/bestuurder. De bij de agendapunten behorende documenten kunnen zowel intern gemaakt zijn als ook het resuitaat zijn van extern advies of extern onderzoek, zoals bijvoorbeeid het Treasurystatuut. De betreffende stukken worden tijdens de vergadering desgewenst toegeiicht door de aigemeen directeur/bestuurder.
‘Voor !L.: 2horøndo h co
2,7,
46
arinc
In een aparte vergadering zonder de algemeen directeur/bestuurder heeft de RvT haar elgen functioneren over 2011 geevalueerd. Verder waren in specifieke gevaflen bij de vergaderingen van de RvT aanwezig: • de accountant voor de bespreking van de jaarverslagen van de OSG en de managementletter en de daaruit voortvloeiende adviezen; • de schooldirecteuren, om zo de betrokkenheid van de RvT bij de interne organisatie te vergroten; • de directeur van het bestuursbureau voor het toelichten van de begroting en de meerjarenraming, in relatie tot de voorgenomen plannen. Ondewerpen en besluiten De RvT vergadert met de algemeen directeur/bestuurder op basis van in de Governance Code vastgestelde planning- en controlcyclus. In dat raamwerk worden alle agendapunten vooraf gepland zodat besluiten tijdig en adequaat genomen kunnen worden, De RvT heeft in 2011 de volgende zaken besproken en goedgekeurd: • Jaarrekening 2010 • Jaarverslag 2010 • Jaarplanning RvT • Definitief formatieplan schooljaar 2011-2012 • Begroting kalenderjaar 2012 • Formatiebeleid en functiemix. In 2011 heeft de RvT een aantal voor de OSG belangrijke oncierwerpen besproken met de algemeen directeurlbestuurder zoals bijvoorbeeld de meerjarenbegroting 2012 en verder, de huisvesting van het Gilde College, nieuwbouw van het Vmbo, leerlingenprognoses Montessori College, de uitkomsten van de Versnellingskamer en de visie en missie van de OSG Hengelo. Qok in 2011 heeft de RvT de nod ige aandacht besteed aan de financiele continulteit van de Stichting OSG in relatie tot het aantal leerlingen dat de basis vormt voor financiering van de OSG. Evaluatie van het fun ctIoneren van de Raad van Toezicht De RvT van de OSG Hengelo is van mening dat bij een professionele onderwijsorganisatie ook professioneel toezichthouden hoort. Om dat professionahseringsproces vorm te geven evalueert de RvT jaarlijks haar eigen functioneren. Deze evaluatie heeft de volgende acties opgeleverd: • een actieve en nadrukkelijke toezichthoudende rol van de RvT binnen de OSG: • om de deskundigheid van de Ieden van de RvT te bevorderen, hebben enkele Ieden een opleiding of workshop gevolgd van de VTOI (Vereniging van Toezichthouder in het Onderwijs); • professionalisering van toezicht houden. Het voortgezet onderwijs is een complexe branche met veel verschillende stakeholders en belangen. Scholing van de RvT is essentieel om de toezichthoudende functie uit te kunnen voeren. Besloten is de RvT komende jaren gefaseerd te scholen in specifieke toezichthoudende taken bij de Governance University; • de uitnodiging aan schooldirecteuren om jaarlijks, per school, in een RvT-vergadering plannen toe te lichten, bijzonderheden aan te geven, trends te duiden, enz. Dat maakt dat de RvT haar besluiten meer in de context van de dagelijkse praktijk kan stellen, zonder daartoe op de stoel van de algemeen directeur/bestuurder te zitten;
‘Voor Behorøndo bij canLro er1arnc 4
•
voortzetting van het ‘sparren’ met de algemeen directeur/bestuurder. Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats tussen de algemeen directeur/bestuurder en de voorzitter van de RvT.
De RvT ontwikkelt zich in haar expliciete rol als toezichthouder in het onderwijs. De onderlinge rolverdeling in de RvT is in 2011 nadrukkelijker tot uiting gekomen. Verder heeft de RvT in 2011 besloten zeif meer en actief regie te nemen in de agendavoering van haar vergaderingen, de versiaglegging en actiepuntenhijsten. De onderwerpen die in de RvT-vergaderingen zijn besproken en de conclusies en verbeter en/of actiepunten worden vastgelegd in de notulen en actielijst (nieuw) van de vergaderingen van de RvT. De RvT zal het adoptieptan van scholen, elk RvT-lid neemt twee scholen ter adoptie opnieuw oppakken. Zo ontstaat er voor de toezichthouders een goed beeld van de gang van zaken binnen de scholen. De komende jaren zal de RvT aandacht besteden aan de medezeggenschap binnen de OSG Hengelo. Integriteit en de RvT De RvT acht het van groot belang dat de gehele organisatie ervan doordrongen is dat integer handelen de norm dient te zijn. Het gaat binnen de organisatie immers over kinderen in kwetsbare leeftijd en professionele medewerkers. tn het kader hiervan zijn de volgende codes en regelingen opgesteld zoals de bezwaarschriftencommissie in het kader van de wet algemeen bestuursrecht en een klokkenluidersregeling. Het functioneren van de Raad van Toezicht De beschreven governancestructuur en de Governance Code verschaffen de middelen en de procedures die toezicht houden mogelijk en controleerbaar maken. De RvT streeft naar een steeds hogere kwaliteit van het toezicht door met een optimaat gebruik van zijn bevoegdheden. de controlestructuur en een nauwe samenwerking met de algemeen directeur/bestuurder, een situatie te waarborgen waarin de organisatie in control’ is. Desgewenst iaat de RvT zich daartoe adviseren door externe partijen. Onafhankelijkheid De RvT is een zelfstandig, bestuurlijk orgaan binnen de OSG. Onafhankelijkheid van de leden van RvT is van groot belang. In 2011 zijn er geen kwesties aan de orde geweest waarbij de onafhankelijkheid van de RvT ter sprake heeft moeten komen. Verkiaring van de Raad van Toezicht Conform de statuten van de OSG heeft de RvT aan DeloItte Accountants opdracht verstrekt om de jaarrekening 2011 en het jaarverslag 2011 te onderzoeken. Het accountantsrapport is in de vergadering van 27 juni 2012 door de RvT besproken en er is kennisgenomen van de door de accountant afgegeven goedkeurende verklaring. Mede op grond hiervan heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening en het jaarverslag goedgekeurd. Tevens verktaart de Raad van Toezicht dat alle leden volledig onafhankelijk hebben gefunctioneerd.
‘Voor rnde hi co
d.d
2Z..J.o12
48
Hengelo, 26juni 2012 De heer H. Kraaijenhof Voorzitter Raad van Toezicht
Voor
CTt Eti3CiO
Behorende hij controMarinq
49