Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
Jaarrekening 2010
^'^"'"^•^•^'^'••'KPMGAiKiit
Stichting Opleidings- en aniwjkkelingstonds voor hiet TecTinisch InslailalJebedrijt
Balans per 31 december 2010 (voor resultaatbestemming) 31.12.2009 In Euro
31.12.2010 in Buro Activa 1.1 1.1.1 1.1.2
Vaste activa Materiele vaste activa Financiële vaste activa
_
346.520 13.036.454
145,111 6.921.437
13.382.974
7.066.548
1.2 1.2.1 1,2.2
1.3
Vlottende activa Te vorderen bijdragen werkgevers Overige vorderingen
_
491.268 1.194.094
880,939 1.996,939
Liquide middelen
2.877.878
1.685.362
41,020.315
33.396,418
50.964.741
48,464,754
Passiva 1.4 1.4.1 1,4.2 1.4,3 1.4.4
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserve Onvendeeld resultaat
1.5
Voorzieningen
1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.6,5
Schulden op lange termijn Projecten Gelden werkgelegenlieidsfonds Gelden jeugdv/erkloostieid Geiden loopbaancoach Reservering uitkeringen
182 32.251316 575.535 -8.855,494
182 18.642.652 5.328.705 4.958.094 28.929.633
23,971.539
0
230.797
893,205 1.637,206 2.310.769 O 14.276,842
534,146 58.888 3.903,823 1.133.334 10.993.174
19.118.022
16.623.365
1.7 1,7.1 1,7,2 1.7.3
Schulden op korte termijn Crediteuren Lonen en sociale lasten Overige schulden •
2,559.377 247.527 2.337.492
3.677.099 254.225 1.480.419 5.411.743
5.144,396
50,964.741
48.464,754
Toelichting op de balans: blz, 10 en volgende
K^••^,••1^,•,; Al.lCJli
Slichling Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstaltaUe bed rijf
2.
Staat van baten en lasten over 2010 Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2009 in Euro
43,642.117 1.174.529 380,642 45.197.488
38.000.000 1.100.000 0 39.100.000
42.746,729 1.841.310 416.885 45.004.924
1.578.318 510.604 54.166 564.983 2.708.071
0 0 0 0 0
1,514294 71,231 0 291.329 1,876.854
47,905.559
39.100,000
46,881.778
1.143.981 160.607 142.080 451,000 10,317,237 433.320 12,648.225
1.200.000 200.000 500.000 0 13.500.000 600,000 16,000.000
1.214,780 296,447 0 510,812 12,585.277 1.410.544 16.017,860
948,664 422.400 10.675.212 444.809 798.215 13,289.300
1,100.000 500,000 11.000,000 400.000 800.000 13.800.000
1.276,322 498,338 14.731,696 672.530 1.037.410 18,216.296
238,260 238,260
400.000 400.000
484.835 484,835
1.120.918 652.487 2.391.826 4.165.231
1.200.000 600.000 2.500,000 4.300.000
1.157.770 515.033 2.613,521 4.291.324
5,352.101
5,400.000
5,446.195
291,983
0
339.135
4.254.294
4,900.000
9.064.773
40,239,394
44.800,000
53,860.418
0 0 0 0
1.514294 71.231 0 291.329 1.876.854
Werkelijk 2010 In Euro Baten Baten uit reguliere gelden 2.1 2.2 2.3
Heffing Rente Overige baten
Baten uit derden gelden: 2.4 2.5 2.6 2.7
Gelden werkgelegenheidsfonds Gelden jeugdwerkloosheid Gelden loopbaancoach Gelden project De Uitvinders
Totale balen Lasten Lasten ui reguliere gelden: 2.8 2,8,1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6
Egalisatie Regulier ondenwijs IVlinibordessen Techniek Talent Competentie Gericht Onderwijs Uitkering beroepspraktijkvorming Bovenmatige APS uitkering
2.9 2.9.1 2.9-2 2,9,3 2,9.4 2.9,5
Bijscholing Innovatie en cursusontwikkeling Innovatieve scholing en practica Uilkering onWikkelingsstimulering Employability PlusfM-ojecten
2.10 2.10,1
Iristroom Instroomprojecten
2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3
Beleidsondersteuning Regio Onderzoek en monitoring Communicatie
2.12
Bureau
2.13
Overige lasten
2.14
Extra bestedingsplan
Lasten uit derden gelden 2.15 2.16 2.17 2.18
Werkgelegenheidsfonds Jeugdwerkloosheid Metaal 8i Techniek Loopbaancoach Metaal S Techniek Project De Uitvinders
Totale lasten Saldo baten en lasten
1.578.318 510.604 54.166 564.983 2,70a,p71,--.--;
42,947.^6é. X ; : ; ^j/^;048OO.OOO
55.737.272
^.
^ n s x&,BB9.'4g4.
4.958.094
^ Toelichting op de staat van baten en lasten: blz. 19 en volgende (rncilol noi;e>"\in^; i . . : ; v stichting Opleidings- en ontwMeiingsfonds voor hel Technisch Installaliebedrijf
Piiisr^i voor >(':'-.-''l' .^\-i'-i\
:-:.'J.
3.
Staat van lasten 2010 naar statutaire doelstelling conform artikel el 3 van de statuten Begroot 2010 in Euro
Weilcelijk 2010 in Euro
a.
Verrichten van scholingsactiviteiten, ontwikkelen van lesmateriaal en voorlichting.
b.
5.687.055
4,418,000
Stimuleren van de opleiding van jeugdigen en en anderen in het bercrepsonderwijs en voorlichting.
14.552.816
17.698.000
c.
Verhogen vakbekwaamheid door om- her- en bijscholing en voorlichting.
15.614,238
15.448.000
d.
Verzorgen van werkgelegenheidstrajecten voor artieidsgehandicapten en mensen zonder werk.
920.536
980.000
e.
Het doen bevorderen van de arbeidsdeelname van vooral vrouwen in de bedrijfstak.
204,921
240.000
f.
Het doen van onderzoek naar nieuwe technologische ontwikkelingen.
1,505,909
1.408.000
g.
Verrichten van, infonneren over, onderzoek met als doel beleidsontwikkeling t.b.v. de branche.
1.840.986
1903,000
h.
Inzet van deskundigheid die het bestuur ondersteunt bij haar activiteit en hierover informatie verstrekt aan ondernemingen.
2.621.004
2.700.000
42,947.465 (')
44.800.000
(*) Inclusief de uitgaven aan goedgekeurde activiteiten voor het werttgelegenheldsfonds, de jeugdwerkloosheid, de loopbaancoach en hel project De Uitvinders, ToelichtinQ: Uitvoering van de aclivrteilen is vastgesteld in het operationeel plan 2010 en het extra bestedingsplan. In relatie hiermede zijn de bedragen gealloceerd aan de statutaire doelstellingen.
/ V-:-r-i; ^-::r-;:5-
K ü;
1 V [.:J
CUITJ:
i) U hriecle)
,A,
J'-ji
njs,
épl üV.k T".n
f' ;rrjBf v ' J v IL:'. t,^ ("•MG A ; ( . : : ; Stichtit>g Opleidings- en ontwikkelingsfonds vt>or het Technisch InslaDaliebedrijf
;
'It rV.!;- 'C^.'
.:'.' .-.1 • : : • , : ; • .
4.
Kasstroomoverzicht ovar 2010: 2010 in Euro Resultaat
2009 in Euro
4,958,094
-8.855,494
-Afschrijvingen' - Boekwinst verkoopfinanciëleactiva - Mutalie voorzieningen - Mutatie wed^kapitaai
223.400 -380.842 -230.797 -925.169
289.907 0 -203.103 31.827.788
Kasstroom uit operationele activiteiten
3.644,686
23.059,098
- Investering infinanciëleactiva - Opbrengst verkopenfinanciëleactiva - Aflossing lening
-53,030 6,526,200 22,689 -21.991
-64.319 0 0 -133.232
6.473.868
-197.551
-2.494.657
592.792
-2,494.657
592.792
7.623.897
23.454.339
Gecorrigeerd voor:
- Investering in materiele vaste activa KasstnDom uit investeringsactiviteiten - Aflossing langlopende sdiulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
KPMG Audit
stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch inslailatiebedrijf
Algemeen 5.1
Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens Richtlijn voor de jaarverslaggeving voor grote- en middelgrote rechtspersonen 540 Organisatie-zonder-winstslreven. De grondslagen dia worden toegepast voor de vraarderir^g van ac^va en passiva en de resuitaatbepating z\\n gebaseerd op historische kosten.
5.2 Aard van de activiteiten De stichting heeft ten doel het stimuleren van werkgelegenheid en het doen opleiden van weri
Financiering van de activiteiten Definancieringvan de activiteiten bestaai uit een percenlage van de jaarloonsom van de aangesloten bedrijven in de tiedrijfstak (de heffing) en overige bijdragen (waaronder gelden weritgelegenheidsfonds, jeugdwerkloosheid en samenwerkingsverbanden),
5.4
Uitvoering van de activiteiten De heffing en incasso van de bijdragen van werkgevers is opgedragen aan 'Stichting Mn-Sen/ices",
5.5
Doelstelling OTIB heeft als doelstelling 'het aantrekkelijk maken en houden van de installatiebranche mel voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers'. Een drietal primaire doelstellingen die als gevoSg hiervan worden nagestieefd', - het stimuleren van medewekers in de installatiebranche om (beroeps)opleidingen te volgen om zodoende het kwalificatieniveau van de medewerkers te vergnaten waardoor blijvende inzetbaarheid binnen de branche gewaarborgd wordt. - het verzorgen van een juiste aansluiting tussen ondenwijs (basisondewKijs, het vmbo, het hbo, het VWD, de nDC's) en het bedrijfsleven waardoor tevens een grotere insti^oom kan worden bevorderd. - het stimuleren van loopbaanbeleid.
Stchling Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch installatiebedrijf
6.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen
6.1 Activa en passiva Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waanderingsgrondslag is vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de ondememing zullen toevloeien en de waande daarvan betrouwbaar kan wonden vastgesteld. Een verplichting wordl in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daan/an gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan vrarden vastgesteld. 6.2
Opbrengsten, kosten en resultaat De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De opbrengsten wonden verantwoord zodra zij gerealiseerd zijn. de kosten zodra deze voorzienbaar zijn. Hel resultaat wordt bepaald als het verschil tussen enerzijds de opbrengsten, uit heffingen, interest en overige bijdragen, en anderzijds de kosten over het jaar.
6.3
Presentatie jaarrekening De jaanekening wordt gepresenteerd in euro's. Alle financiële informatie in euro's is afgerond op een geheel getal.
6.4
Schattingen De opstelling van de jaanekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadweri<elijke uitkomsten kunnen afvnjken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen wonden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordl herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
6.5
Bestuursbesluiten met financiéie impact Bestuursbesluiten met finandële impact worden in het jaar van besluitvorming ten laste van het resultaat gebracht, indien deze besluiten mede aan derden zijn gecommuniceerd. Grondslagen voor financiële instrumenten
6.6
Financiële instmmenten f=inanciële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te tjetalen posten. Deze worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instoimenlen op de hiema beschreven manier gewaardeerd: Gekochte effecten Gekochte effecten waarvan de stichting de intentie heeft deze tot het einde van de looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden gewaardeerd legen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieveTentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsveriiezen. Verstrekte leningen, (overige) vorderingen, crediteuren en overige te bepalen posten Dezefinanciëleinstrumenten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Voor kortlopende vorderingen en verplichtingen waar geen expliciete rente wordt berekend en sprake is van korte looptijden, is het effect van het disconteren in het algemeen gering. Voor deze posten is de nominale waarde gehanteerd als invulling van de grondslag geamortiseende kostprijs. Bij verstrekte leningen en (overige) vorderingen wordt indien noodzakelijk de waardering aangepast voor bijzondere waardevermindering veriiezen.
6.7
Waardering materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs v^rmi,^derd met de cumulatieve afschrijvingen. l, ,Jj,.^ .!.j ...iL-.^ 1 De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanscha^rijs volgens de lineaire m^thölle.öp ^3agigjy|in de economische levensduur. r- ..,,,v.,..' .•,rN..f>n ••:^'^ ."--.•..•,,' •; ,-; De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: -inventaris : 20 - computers en software : 33 1/3
*1 •^' * .; •'-• ^- '"' H t i
p^ojDi" voor ideritiiiCj'ic:; Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds woor hst Technisch Installatiebedrijf
6.8
Waardering financiële vaste activa De gnandslagen voor (overige)financiëlevaste activa zijn opgenomen onder het hooWfinanciëleinstnjmenten.
6.9
Bijzondere waardeverminderingen: Vaste activa met een lange levensduur worden lïeoondeeid op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dal de tjoekwaarde van een actief niet temgverdiend zal wonden. De terugverdienmogetijkheid van activa die in gebruik zijn, wordl bepaald door de boekwaarde van een actief le vergelijken met de geschafte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar venwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, wronden bijzondere waardevenminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief.
6.10 Vorderingen en effecten De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn opgenomen onder het hoofdfinanciëleinstrumenten. 6.11 Eigen vermogen Financiële instrumenlen die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstnjmenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. 6.12 Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: - een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden: en - waarvan een betrouwbare schatting kan wonden gemaakt; en - het waarschijnlijk is dat voor aliftflkkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Grondslagen voor oersoneelsbeloningen/oensioenen 6.13 Pensioenregeling Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstaltatieBedrijf (OTIB) is net als de overige werkgevers in de branche vanwege CAO-verbindendverklaring aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). De voor deze toegezegde-pensioenregeling in aanmeri
P^fHtif vocr IÜ;;;^;':;-"::;'!-,,-: Slichting opleidings-en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Inslallatieliedrijf
k ' ' - V i ^ ürcci\i:i':'>'•'•''•'•
Gronrfs/aq voor kasstroomoverzictit 6.14
KasstroofPOverzicht Hel kasstiT3omoyerzichl is opgesteld op basis van de indirekte metiiode. Reë/e waarde
6.15
Bepaling feële v/aarde Een aantd' grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening van OTIB vereisen de bepaling van de reële waarde van zowel financiële waarde als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waanderings- en informatie verschaffingsdoeleinden is de reële vraarde op basis van de volgende methode bepaald: Vestrekle leningen en (overige) vorderingen De reële vvaarde van handels- en overige vonderingen wondt tegen de contante waarde van de toekomstige kasstromen gesdiat.
Düi;i:ir.i;i'it '-'/nïïvotj^ ' sppnri; d.d
Stichting Opieitfings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installaliebedrirf
Toelichting op de balans per 31 december 2010
1.1
Vasts activa
1,1,1 Materiële vaste activa 1,1.1.1 Inventaris
€
7.066.548
e
145,111
€
82.565 31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
213.139 -127.606 85.533
124.729 -108,915 15,814
21.991 -3.792 -21,167 -2.968
88.410 0 -18.691 69.719
231.338 -148.773 82.565
213.139 -127.606 85.533
31 december 2010 m Euro
31 december 2009 tn Euro
276,802 -186.593 90.209
284.629 -138.126 146.503
0 -13.986 -46.709 -60.695
14,399 -22,226 -48.467 -56.294
262.816 -233,302 29.514
276.802 -186,593 90.209
31 december 2010 in Euro
31 december 200S i n Euro
Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari
548,694 -377.916 170,778
563.475 -245.234 318,241
Mutaties in de boekwaarde; Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen boekjaar Saldo
O -3.239 -134.507 -137.746
30,423 -45,204 -132,682 -147,463
De specificatie is als vcAgt •
Aanschafwaande per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen t>Dekjaar Saldo Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december Het afschrijvingspercentage bedraagt 20%, 1.1.1.2 Computers
€
29.514
-if
De specificatie is als volgt:
Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Mutaties in de tioekwaarde: Investeringen Oesinvesteringen Afschrijvingen boekjaar Saldo Aanschaf«aardeper31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 decembier Hel afschrijvingspercentage bedraagt 33 1/3%, 1.1.1.3 Software
€
De specificatie is als volgl:
33.032
'•':'
Aanscdiafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 decemtier
!
••-"54^.455
^512.42a • 33f03"2''''
Au;::it
u c c i i i i u - n i V,,
:?innn[: a.d.
Het afschrijvingspercentage bedraagt 33 1/3%,
^ '-' i'-'iXü
stichiing Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch installaöebetJrijf
10
1.1.2 Financiète vaste activa 1.1,2,1 Leningen
€
6.921.437
e
45.378
De specificatie is als volgt: Vereniging Orka (SKO)
31 december 2010 i n Euro
31 december 2009 i n Euro
45,378 45,378
68.067 68.067
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 i n Euro
11.190.250 0 0 -6.102.250 5.088.000
11.190,250 0 0 0 11.190,250
31 december 2010 In Euro
31 december 2009 in Euro
1.778.137 53.030 0 -43.108 1,788.059
1.736.455 64.319 0 -22.637 1.778,137
Dit beti^ft een achtergestelde lening, waarop in 2010 is afgelost 6 22.689. Er is geen rente en geen einddatum vastgesteld. 1.1.2.2 Effecten
€
6.876,059
€
5,088.000
Samenstelling effectendepot: Bankbrieven: De specificatie is als volgl: Stand per 1 januari verkrijgingsprijs Mutatie beginstand per 1 januari Aankopen gedurende het boekjaar Verkopen gedurende hel boekjaar Stand per 31 december veri
De beurswaarde per 31 december 2010 bedraagt € 5.156.000. Staatsobligaties:
€
1.788,059
De speaficatie is als volgt: Stand per 1 januari verkrijgingsprijs Aankopen gedurende het boekjaar Verkopen gedurende het boekjaar Afwaardering einde boekjaar Stand per 31 december verkrijgingsprijs
De beurswaarde per 31 decemt>er 2010 bedraagt € 1.788.059 en de verkrijgingsprijs € 1.831.167.
K?\\\G Au^;;
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Tet^nlst^ inslallatiet>edrijf
ICPi'v^G /V:>:o::n\::•'.:•:: :M.V.
^^
1.2
Vlottende activa
1,2.1 Te vorderen bijdragen van werkgevers
€
2.877,878
€
880,939
De specificatie is aJs volgt: Bijdragen tol en met 2010 resp, 2009 Voorziening voor mogelijk oninbare debiteuren
31 decembar 2010 i n Euro
31 december 2009 in Euro
1.868.059 -987.120 880.939
1.496,983 -1.005.715 491.268
31 december 2010 itj Euro
31 december 2009 i n Euro
1.005.715 -310.578 695.137
1,145.241 -478,661 666.580
291.983 987.120
339.135 1,005.715
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
126.317 847.513 19.915 428.321 225.619 39.910 309,344 1.996.939
0 421.674 19.915 267.476 337.587 39.910 107.532 1.194.094
Het verioop van de voorziening voor mogelijk oninbare debiteuren:
De specificatie is als volgt: Voorziening per 1 januari Aflxseking wegens oninbaartieid Dotatie Voorziening per 31 december Voor da vaststelling van de voorziening worden de volgervde criteria gehanteerd: - Vonderingen inzake ambtshaive qDleggingen worden voor 100% voorzien. - Vorderingen van 1 jaar en ouder worden voor 100% voorzien. - Vonderingen uit het boekjaar worden voor 15% voorzien. 1,2.2 Overige vonderingen
1.996.939
De specificatie is als volgt: Nog te ontvangen heffingen MN-Services {*) Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde portikosten Nog te ontvangen ESF-gelden ("*) Nog te onh/angen rente WaarlDorgsom huur Project De Uitvinders (*")
(") Zie voor vergelijkende djfers de overige schulden (1.7.3), (**) ESF 3: Het agentschap van SZW heeft OTIB aangewezen als uitvoerder voor de branche van de ESF 3 subsidieregeling. (*'*) Betreft een samenwerkingsovereenkomst met stichting De Uilvinders in het kader van het Doelstelling-2 programma Operationeel Programma voor Zuid-Nederlarvd, Europees Fonds voor Regionale Ontwkkeling 2007-2013 (OP-Zuid). De doelsfeKingen zijn: het profileren van de lechnische sector in het onderwijs, het bevorderen van een betere aansiuiöng van het arbeidsaanbod op de arbeidsvragg binnen de technologiesectoren en het zorgen van een kruistiestuiving tussen de technische - en maakindustrie en het onderwijs. OTIB treedt op als penvoerder en eindverantwoordelijke voor het beheer van het projectbudget. De einddatum van het project is 31 december 2011,
•v--'s'r..-i/'^^\'Ii^V*^''' t-JPP"''!- '••'"'
stichiing Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor fiet Technisch Installatiebedrijf
1.3
Liquide middelen
€
41.020.315
De specificatie is als volgt: ABN-Amro rekening-courant (•) ING-bank rekening-courant (') Kas
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
40.674.359 345.085 871 41.020.315
33.132,957 263.400 61 33.396,418
(*) Belreft da samenvoeging van een negental rekeningen bij de ABN-Amro. De rente op deze rekeningen ligt tussen de 0,7% en 2,1%, aftiankelijk van de hoogte van het bedrag en het type bankrekening. (*) Betreft de samenvoeging van een tweetal rekeningen bij de ING-bank. De liquide middelen zijn toegenomen door de vericoop van de 4 1/4% staatlening Nedertand 2013 nominaal € 6,000.000. De liquide middelen staan ler vrije beschikking van de stichting. .J
[••r\2'',?j bo'r[:KS^i^''^j ^ c o T i .
Stichting Opleidinga. en ontwikkelingsfonds voor het Technisch instalialiebedrijf
13
1.4
Eigen vermogen
€
28.929.633
1.4.1 StichtingsKapHtaal
€
182
1.4.2 Algemene resen/e
€
18.642.652
De specificatie is ais volgt:
Saldo lopend boekjaar Resultaatbestemming voorgaande boekjaren Beslemmingsreserve lopend boekjaar
1,4.3
Bestemmingsreserve
31 december 2010 In Euro
31 december 2009 In Euro
32.251.316 -8.996.844 -4.611.820 18.642.652
52.846.901 -20.595.585 0 32.251,316
31 december 2010 In Euro
31 december 2009 ln Euro
575.535 141,350 4,611,820 5.328,705
965.535 -390,000 0 575.535
5,328.705
De specificatie is als volgt:
Saldo lopend boekjaar ResultaaÜjestemming voorgaand boekjaar Toevoeging lopend boekjaar
Dil betreft een door het bestuur geoormerkte reserve voor de doorioop van uitvoering van activiteiten. Alle geoormerkte bedragen zijn door middel van bestuursbesluiten vastgelegd. Proiectclusters: 1-
Emplovabilitv: Het restant van het tiestuursbesluit van 31 december 2003 voor projecten met loopbaanactiviteiten. Bedrag per 31 december 2010: € 716.885.
1.4,4
II.
Technologie Thuis Nul: Bestuursbesluit van 10 november 2010 voor een bedrag van € 1.300.000. Project mel demonslratiewoningen om door middel van installatietechniek langer tiiuis te kunnen wonen. Programma's voor VMBO-, MBO- en HBO-scholen, medeweriters uil de branche en derden zoals woningtxïuwverenigingen.
III.
Artjocataloqus: Bestuursbesluit van 15 september 2010 voor een bedrag van € 600.000, Het ontvirikkelen van diverse onderdelen van de catalogus met levens de implementatie daarvan,
IV.
Praktiikscholinq nieuvre stiil: Bestuursbesluit van 17 maart 2010 voor een bedrag van € 1,600,000, Een serie experimenten om intensieve en kwalitatief hoogwaardige praktijkschoting onafhankelijk van detachering te kunnen uitvoeren.
V.
Kwaliteit praktiikscholinq: Bestuursbesluit van 10 november 2O10 voor een bedrag van € 611.820. Het ondersteunen en verspreiden van best practices bij individuele bedrijven en het ontwikkelen van instrumenten ter ondersteuning en borging,
VI.
Specifieke fzii-linstroomonjiecten I vrouwen in de techniek: Bestuursbesluit van 10 november 2010 voor een bedrag van € 500,000. Door middel van veri<enning en analyses ontwikkelen van Instroomstimulering voor speciale doelgroepen. Samenwerking met andere technische branches op dit terrein.
Onverdeeld resultaat
4,958,094
De specificatie is als volgt:
Saldo lopend boekjaar Resultaattiestemming voorgaand boekjaar Resultaatbestemming lopend boekjaar
Stichting C^leidlngs- en ontwikkelingsfonds voor Het Technlsc:h lnstallatiet>ed[ijf
31 december 2009
31 december 2010 ';':" f n E u r o iii-:)'-Vi'^'-^855.^94- ' 8.8^5.49'4 4.9^:0ft4:ïi:r 4.95.8.094
in Euro r-
-20.985.585 20,985,585 on.B.^S;ug4 :"i,ij.
lf•p^./:^ A r - r r ; ; r : : c n ; s N . V .
1"
1.5
Voorzieningen Voorziening voor leegstand getwuw
De specificatie is als volgt
Gebouw te Woerden, Korenmolenlaan 4
31 december 2010 In Euro
31 december 2009 in Euro
0 0
230.797 230.797
Toelichting: DoorOTIBwasgedurendevijf jaar, vanaf 21 december 2005, een huurgarantie afgegeven van €1,900.000 (inclusief BTW). In combinatie met Kenteq bedraagt da totale huurgarantie € 2.900.000 (inclusief BTW). Dit bedrag van € 2.900.000 (inclusief BTW) was afgegeven omdat het niet zeker was dat de totaal gehuurde oppen/lakte van 5.738 m2 over deze periode volledig verhuurd zou zijn. De huuriasten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben. De garantieverplichting is ultimo 2010 geheel afgewikkeld. 1.6
Schulden op lange termijn
16.623.365
1,6.1 Projecten
534.146
De specificatie is als volgt: Project Veilige Leidingwaterinstallaties (*) Techniek Talent (*') Competentiegericht Onderwijs (***)
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
0 0 534.146 534146
127,499 350.000 415.706 893.205
{•) Dit bestuursbesluit van 19 september 2007 is uitgevoend en het project is opgeleverd. (") Dit bestijursbesluit van 21 mei 2008 is geheel uitgevoerd nadat de laatste gelden ten laste van 2010 zijn gekomen. (***) Bij bestuursbesluit van I0septemt)er2008 is € 1.050.000 beschikbaar gesteld. Van dit laatste bestuursbesluit is € 88.188 in 2008, € 95.106 in 2009 en € 332.560 in 2010 aan kosten geboekt. Eind 2010 staan er nog aan verplichtingen een tiedrag van € 534.146, 1.6.2 Gelden weritgelegenheidsfiands
58.888
De specificatie is als volgt Werkgelegenheidsfonds Metaal & Techniek (jaar 2009) {')
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
58.888 58.888
1.637,206 1.637.206
(*) Dit betreft een tweetal door het Werkgelegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employability activiteiten. Totaal is door het Werkgelegenheidsfonds € 4.202,000 maximaal toegezegd, In hetjaar 2009 is aan voorschotten € 3.151,500 ontvangen, voor projectactiviteiten iseen bedrag van € 1.514,294 gebruikt ln hel jaar 2010 is voor projectactiviteiten een bedrag van € 1.578.318 gebnjikt Zie voor toelichting punt 2,4.
il ; / - V f-, .' ' ' •
Slichting Opleiding»- en ontwikkelingsfonds vtwr het Technisch inalailatiebedrijf
A , , , -i
15
1,6.3 Gelden jeugdwerkloosheid
€
3.903.823
De specificatie is als volgt: • Jeugdwerkloosheid Metaal & Techniek (jaar 2009) (*)
1
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
3.903,823 3.903,823
2.310,769 2.310.769
(*) Dit Isetreft een tweetal door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdweritloosheid. Totaal is door de Metaal & Techniek € 5.980.878 maximaal toegezegd, tn het jaar 2009 is aan voorschotten € 2.382.000 ontvangen, aan projecten borging praktijk leerplaatsen is € 71-231 versti^kt. In het jaar 2010 is aan voorsctiotten € 2.103.658 ontvangen, aan projecten borging praktijk leerplaatsen is € 510.604 verstrekt Zie voor toelichting punt 2.5. 1.6,4 Gelden loopbaancoach
€
1.133.334 31 december 2010 In Euro
De specificatie is als volgt; Loopbaancoach Metaal & Techniek (jaar 2010) (')
31 december 2009 in Euro
1.133.334 1,133,334
(*) Dit betreft een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het inzetten van loopbaancoaches. Totaal is door de Metaal & Techniek € 1.583.334 maximaal toegezegd. In het jaar 2010 is aan voorschoti:en € 1.187.500 onti/angen, voor projectactiviteiten is een bedrag van € 54.166 gebruikt Zie voor toelichting punt 2.6. 1.6.5 Reservering uitkeringen 1.6,5,1 Reservering verplichtingen egalisatie
e
10,993.174
e
7.869.392 31 december 2010 In Euro
De specificatie is ais volgt: BPV-uitkering
7.869.392 7,869.392
31 december 2009 in Euro
Mutatie 2010 in Euro -1,157,451 -1.157.451
9,026.842 9.026.842
In het jaar boekjaar 2010 is een reservering voor BPV-uilkeringen getroften van €7,869,392 voor de rechten uit toekomstige uitkeringen over actieve BPV-overeenkomsten die per 31 december 2010 staan geregistreerd. Zie voor rnutalieverttlaring punt 2,8.5. 1.6.5.2 Reservering verplichtingen bijscholing
'
3.123,782
De specificatie is als volgt: OSR-uitkering
31 december 2010 in Euro 3.123.782 3.123.782
31 december 2009 in Euro
Mutatie 2010 in Euro -2.126.218 -2,126.218
5.250.000 5.250.000
Uit de resen/e voor verplichtingen onderde nieuwe OSR regeling Is € 2,126,218 vrijgevallen in verband met minder optxjuw v3n rechten in het jaar 2010 to.v. hel jaar 2009, De reservering OSR is opgenomen voor de nog uit te keren gelden in verband met aanvragen die na 31 december 2010 zijn binnengekomen en die tot 1 april 2011 in behandeling worden genomen. Zie vtxir niutatieverklaring punt 2.9,3,
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch Installatiebedrijf
KP'vïi? fi-.cc^.i.ir.iiU-U: N.V.
1.7
Schulden op korte termijn
€
5.411.743
1.7.1 Crediteuren
€
3.677.099
1.7.2 Lonen en sociale lasten
e
254-225
De specificatie is als volgt Nog te betalen loonheffing Nog te betalen sociaie lasten UWV Reservering vakantietoeslag Reservering sodale lasten vakantietoeslag Reservering vakantiedagen Nog te betalen lonen, pensioenen e.d. 1.7,3 Overige schulden
e
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
46.138 15.858 75.013 11.252 106.649 -686
47.873 16.005 77,096 11,565 94.953 35
254.225
247,527
31 december 2010 in Euro
31 december 2009 in Euro
1.480.419
De specificatie is ats volgt Nog te betalen Hosten Nog le betalen bijdrage project Werknemersorganisaties (") Project B2Leam ("} Teveel ontvangen heffingen Mn-Services (*""")
1.322.358 158.061 O O 1.480,419
1.947.844 285.258 47.124 57.266 2.337,492
(') Conform hel bestuursbesluit van 3 december 2003 is een oorspronkelijk bedrag opgenomen van € 500.000 (waarop de bestedingen in mindering zijn gebracht), (") Dit bestuursbesluit van 17 september 2008 is uitgevoerd en het project is opgeleverd. (**") Zie voor vergelijkende cijfers de overige vorderingen (1,2.2),
Söchüng Opleidings- en ontwiKhöingsIonds voor het Technisch Installatiebedrijf
17
1.8
Toelichting financiële instrumenten Algemeen OTIB maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopendefinanciëleinstrumenten die OTIB blootstellen aan markt- en/of kredietrisico's. Het betreftfinanciëleinstaimenten die in de balans zijn opgenomen. OTIB handelt niel in dezefinanciëlederivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietiisico bij elke tegenpartij of markt te beperi^en. Bij het niet-nakomen door een tegenpartij van aan OTIB verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende veriiezen beperitt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten.
"1
Kredietrisico OTIB loopt kredietrisico uit hoofde van transacties. Ditrisicoheeft betrekking op het veriies dat kan ontstaan wanneer een een wederpartij in gebreke blijft. Oitrisicois beperkt door de veelheid en diversiteit van partijen waarop OTIB vorderingen heeft. Een concentratie van kredietrisico is alleen aanwezig met betrekking tot de geografische spreiding van de uitstaande vorderingen, die in Nederland is geconcenlreerd. Marktwaarde De marktwaande van de rneeste in de balans verantwoordefinanciëleinstnjmenten. waaronder (overige) vorderingen, financiële vaste activa, liciuide middelen en crediteuren en overige te betalen posten, benadert de boekwaarde en/an. 1.9
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Aangegane verpUchting inzake de huur van het pand Intechnium te Woerden - kantoormimte 2e + 3e verdieping Ten aanzien van de huur van het pand Intechnium-gebouw te Woerden heeft OTIB een contract afgesloten met Van der Heijden Beheer B.V. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van vijfjaar, ingaande op 21 december 2010 en lopende tol en met 20 december 2015, De huurprijs in het jaar 2011 bedraagt op jaarbasis € 166.933 (2010: € 162.343), Aangegane verplichting inzake de huur van het pand Intechnium te Woenien - project/archiefruimte begane grond Ten aanzien van de huur van het pand Intechnium-gebouw te Woerden heeft OTIB een mondelinge afspraak met Kenteq Holding B.V. Deze mondelinge afspraak is nog niet omgezet in een schriftelijke overeenkomst. OTIB gaat deze aan voor de duur van twee jaar, ingaande met terugwerkende kracht, van 21 december 2010 tol 20 december 2012. De huurprijs in het jaar 2011 bedraagt op jaarbasis €139.738(2010: € 139,738). Aangegane verplichting inzake leasing van auto's. Het aantal leasecontracten per 31 december 2010 is 16 (2009:16), De verplichting inzake de leasekosten van auto's in het jaar 2010 is € 146.000(2009: € 116.000). De gemiddelde resterende looptijd van de bestaande conti^cten in het jaar 2010 is 20 maanden (2009: 23 maanden). De verplichting voor hel jaar 2011 bedraagt € 86.000 en voor het jaar 2012 e.v, €45000. Aangegane verplichtingen inzake administratieve werkzaamheden uitgevoerd door Mn-Services MN-Services verzorgt het heffen, innen en afdragen van de premie over de jaarioonsom van de bedrijfstak. Vanaf 1 januari 2009 bestaat er tussen beide partijen een nieuw contract tot 1 januari 2013. De jaan/erplichling voor 2011 voortvloeiend uit deze overeenkomst bedraagt € 645.080 (2010: € 644,497). ESF Voor de aangesloten werkgevers verricht OTIB ESF-aanvragen die niet voor haar rekening enrisic»komen. Vennootschapsbelasting De belastingdienst heeft de opgelegde aanslagen vennootschapsbelasting van de jaren 1998-2002 vernietigd. De belastingdienst heeft op 1 maart 2011 een aangiftebiljet vennootschapsbelasting uitgereikt over het jaar 2010, Indien het eigen vermogen per 31 december 2010 hoger is dan € 35,7 miljoen wordt het meerdere belast Aangezien het eigen vermogen per 31 december 2010 € 28,9 miljoen bedraagt zal de aanslag naar verwachting nihil zijn.
KPMG A',iC::"ï 3 ":i;;i;c'i L -J
Stichting Opleidings- en ontwikkeBngsfOnds voor hel Technisch Installatiebedrijf
i-t-i
18
Toelichting op de staat van baten en lasten 2.1
Heffing (bijdrage vrerkgevers)
43.642.117 Werkelijk 2010 t/l Euro
Heffing egalisatie Heffing bijscholing
0,50% 0,50%_
21.821.059 21.821.058 43.642.117
Begroot 2010 In Euro
Werkelijk 2009 In Euro
19,000,000 19.000.000 38.000.000
21.373.365 21,373,364 42,746,729
Hst heffingspercientage bedraagt in het jaar 2010 1,00% (2009:1,00%) van de loonsom. De heffingen in het jaar 2010 zijn 14,8% hoger dan begroot De werkelijke heffingen in het jaar 2010 zijn 2,1% hoger dan het jaar 2009. De reden hientoor is de gestegen loonsom. Hel aantal werknemers in de branche is in het jaar 2010 gedaald mel 2,0% , de loonsom is gestegen mel 4,2% to.v. hel jaar 2009. 2.2
Rente
1.174.529 Werkelijk 2010 in Euro
Rente deposito's Rente overig
-
0 1.174.529 1.174.529
Begroot 2010 ln Euro 0 1.100.000 1.100.000
Werkelijk 2009 in Euro 67.839 1.773.471 1.841.310
Voor toelichting zie punt 1.3 2.3
Overige baten
€
380,842 (begroot € - ; 2009€416.885)
Betreft het resultaat uit de vertcoop van de 4 1/4% staatslening Nederland 2013. Zie tevens punll.1,2.2
.! ';jpr;'lil (;,G.
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
19
2,4
Gelden inzake werkgelegenheidsfonds
€
1.578.318 (begroal€-; 2009€ 1.514,294)
Dit t>etreft de ontvangsten uit een tweetal door het Werkgelegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employability activiteiten. Totaal is door hel Weri
Gelden inzake jeugdvt/eridoosheid
510.604 (begfoot€-; 2009€71.231)
Dit beti-eft de ontvangsten uil een tweetal door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerifloosheid. Tolaal is door de Metaal & Techniek € 5,980,878 maximaal toegezegd. De einddatum van deze activiteiten bedraagl 31 december 2011. Jaarlijks dient een aparte rapportage le worden ingestuurd. Zie vtxir vergelijkende cijfers de uitgaven inzake jeugdwa-kloosheid (2.16). 2,6
Gelden inzake loopbaancoach
54,166 (begroot € -; 2009 € -)
Dit beti^ft de ontvangsten uit een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het weeriaaar maken van werknemers op de arbeidsmartct, die van techniek in het bijzonder. Totaal is door de Metaal & Techniek € 1.583.334 maximaal toegezegd. De einddatum van deze activiteiten bedraagt 31 december 2013. Jaariijks dient een aparte rapportage te worden ingestuund. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake loopbaancoach (2.17). 2.7
Gelden project De Uitvinders
564.983 (begroot € -; 2009 € 291,329)
Betreft een samenwerkingsovemenkomst met stichting De Uitvinders in het kader van het Doelstelling-2 ppDgramma Operationeel Programma voor Zuid-Nedertand, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013 (OP-Zuid). OTIB b-eedt op als penvoerder en eindverantwoordelijke voor het beheer van het projectbudget. Da opbrengsten voor het jaar 2010 zijn € 564.983, Deze komen uit de EFRO-bijdragen en de cofinanciering van andere partners in het project o.a. hel ministerie van Economische Zaken, de provincie Noord-Brabant, de gemeente Tilburg, de gemeenie Eindhoven en de Ideale Connectie. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake project De Uitvinders (2.18).
2 5 [iEilJ.i (;rii:d':- büiü/ki.. ^yh-^:i, l-;iL;:i';| V-}..;; [;;;; [;;;(;:
Slichting Opleidings- en ontwiklteHngsfotwls •joor hel Technisch Inslallatietiedtp
Kp;\.;;:- A c r . . . :-!::.•.;:: N . V . m
2.8
Egalisatie
€
2.8,1 Regulier ondenvijs
e
12.648.225 1.143.981
Projecl Basisondenwijs (Praktische Techniek) Project IWBO-examinering Projecten (V)MBO Projecten HBOA/WO Onderzoek effectiviteit projecten Overige bijdragen en kosten
Werkelijk 2010 in Euro
Begroot 2010 i n Euro
Werkelijk 2009 I n Euro
210.669 160.691 533.994 55.808 17.624 164.995
230,000 115.000 430.000 140.000 50.000 235.000
284.640 190.845 452.184 10.277 52.724 224.110
1.143.981
1.200.000
1,214,780
160,607 (begreiot e 200,000; 2009 €296.447)
2.8.2 Minibondessen
De minibordessen zijn opgezet om op de VMBO-scholen het brede technieklokaal cq. -lokalen van de specifiek benodigde apparatuur/materialen voor de technische installatiebranche te voorzien. 142,080 (begroot €500.000; 2009 €-)
2,8,3 Techniek Talent
De stichting Techniek Talentnu is opgezet met het doel om meer instroom en het behoud van mensen voor de technische branches in brede zin te realiseren. Nadrukkelijk worden de volgende punten nagestreefd: - werken aan beeldvomning en inslnjom - weriten aan talenlbehoud - het verbeteren van de samenwerking tussen het onderwijs en hel bedrijfsleven 2.8.4 Competentie Gericht Onderwijs
451.000 (begroete-;2009€ 510-812)
Dit betreft de kosten die gemaakt zijn cq, worden in de diverse regio's van het land om medewerking te verkrijgen bij de ROC's (regionale opleidingscentra) en de aangesloten bedrijven bij OTIB voor de invoering van het plan CGO mel het doel om meer vakmensen af te leveren voor de branche en samenwerking ondenwjs/bedrijfsleven te verbeteren, 2.8.5 Uitkeringen beroepspraktijkvomiing
10,317.237 Werkelijk 2010 in Euro 8.175 0 10.309.062 10,317-237
UiUteringen oude regelingen OtC Uitkeringen oude regelingen OFE Uitkeringen beroepspraktijkvorming (BPV)
Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2009 in Euro
0 0 13,500.000 13,500,000
49.885 O 12.535,392 12.585.277
In het jaar 2010 is uitgegaan van een reservering met een benutting van 57% (2009: 61%) van de BPV-regeling. Het verschil in de uitgaven to.v de begroting is het gevolg van de afname van het aantal actieve leeriingen in het kader van de BPV-regeling voomamelijk door de economische omstandigheden (pim. 2000 minder BPV-overeenkomsten). 2.8.6 Bovenmatige APS uitkering
433,320 Werkelijk 2010 in Euro
Bovenmatige APS uitkering (*)
433.320 433,320
Begroot 2010 in Euro 600,000 600,000
(*) APS uitkering slaat voor aginvullende praktijkscholing en is gekoppeld aan de uitkeringen voor beroepspraktijkvorming. Punt2,8.6geeftdeextrakostenaan van de tijdelijke veriioging met€ 16 per scholingsdag (van €24 naar €40).
SBchting Opladings- en ontwikkelingsfonds voOr hel Technisch insta lla tietjedrijf
Werkelijk 2009 in Euro 1,410,544 1,410,544
2.9
Bijscholing
2,9,1 Innovatie en ijursusontwikkeling
€
13.289.300
e
948,664 Begroot 2010 In Euro
Werkelijk 2010 In Euro Opleidingen matrix Projecten SKO Ontwikkelen lesstof Projecten overig
-
2.9,2 Innovatieve scholing en practica
Werkelijk 2009 in Euro
0 0 600.000 500.000 1.100.000
0 0 511,229 437.435 948.664
228.100 17.520 588.013 442.689 1.276.322
422,400 Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2010 in Euro
Trailers (•)
Werkelijk 2009 in Euro 498.338 498.338
500.000 500.000
422.400 422,400
(*) Beperking van inzet trailers in 2010 vanvrege minder gegeven cursussen in deze ti'ailers. 2.9.3 Uitkeringen oritwikkelingsstimulering
10.675.212 Werkelijk 2010 In Euro
Cursusorganisatie (*) Uitkering ontv-'ikkelingsstimulering (OSR) (") Uitkering 45+ Uitkering ESF spoor 2 Topstartersbon
683.257 9.712.728 45.049 0 234.178 10,675.212
Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2009 In Euro
550.000 10.140,000 100,000 10.000 200.000 11.000.000
885,046 13,544,839 75.181 800 225.830 14.731.696
(') Extra uitgaven to.v. de begroting door incidentele technische automatiserings- en (bliksem)beveiligingsopleidingen. (*') Er is een lager gebruik van de collectieve- en individuele rectiten geweest 2.9.4 Employability
€
444,809 Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2010 in Euro
Employability activiteiten (*)
Werkelijk 2009 in Euro
400.000 400.000
444,809 444.809
672,530 672,530
(') ln totaal is in 2010 een bedrag van € 765,053 aan employability activiteiten uitgegeven. Hiervan is € 320,244 ten laste gekomen van punt 2.13 vi^ri^gelegenheidsfonds, het restant € 444,809 ten laste van punt 2.9,4. Er was een sterke vraag naar 45+-cursussen i,v,m, de economische omstandigheden. 2,9,5
Plusprojecten
€
798,215 Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2010 in Euro
Topstarters (*) Onhvikketen programma's metalen dakdekken Ontwikkelen programma's koudetechniek
Werkelijk 2009 in Euro
800.000 0 0 800.000
798.215 0 0 798,215 i"
'•
ii
ii
703,060 84,350 250,000 1.037,410
;
(*) In het kader van stimulering van scholing zijn plusprojecten ingesteld. Bij deze activiteiten Wordt'st^,ed,? fep d^el van het werknemersbestand specifiek ondersteund, f'. r'i-.;'.;i .-lUvJii,
Stichöng Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch installatiebedrijf
KI'iViG Accoij|-:i;-;r;t';; ^J,V-
2.10 Instroom 2,10.1 Insti-oomprojecten (•)
€
238.260
€
238,260
Instroomprojecten
Werkelijk 2010 fn Euro 238.260 238.260
Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2009 in Euro
400,000 400.000
484,835 484.835
(*) Bevat de projecten voor specifieke doelgroepen, zij-instromers en EVC. 2.11 Beleidsondersteuning 2.11.1 Regiokosien
4.165.231 1.120.918
Kosten en bijdragen van de regio's
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2010 in Euro
2010 In Euro
2009 In Euro
1,120.918 1.120.918
1.200.000 1.200.000
1.157,770 1.157.770
Wa de regionale infrastiuctuur worden operationele doelsletlingen op de gebieden: insti"Oom, loopbaanbegeleiding en interactie onderYrtjs-bedrijsleven gerealiseeref vcxir de 7-regio's. De regiomanagers hebben veel werkzaamheden venicht in het kader van TechniekTalentnu, tjorging ptaktijkleerplaatsen en voor competentiegericht ondenvijs. 2.11.2 Onderzoek en monitoring
652,487 Werkelijk 201O in Euro
Monitoring en analyse Radaronderzoek innovatiegroepen Onderzoek overig
2,11,3 Communicatie
540.379 82.110 29.998 652.487
Begroot 2010 /n Euro 450,000 100,000 50.000 600,000
Werkelijk 2009 in Euro 480.670 0 34.363 515.033
2.391.826 Werkelijk 2010 tn Euro
Informatie ondersleuning Informeren - faciliteren Vooriichting Manifestaties
Stichiing Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch Instalialiebedrijf
5.240 732.838 810.393 843.355 2,391,826
Begroot 2010 in Euro 0 950,000 740,000 810,000 2.500,000
Werkelijk 2009 i n Euro 33.281 818.520 1,165.115 601,605 2.618,521
2.12 Kosten bureau
5.352.101 Werkelijk 2010 in Euro
a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Personeelskosten Huisvestingskosten Bureaukosten Bestuurskosten Beleidsondersteuning bestuur Diensten denden Afschrijvingen Automatiseringskosten Overige kosten
2.957,633 340.638 238.781 41.771 239.363 784,996 223.399 523.105 2.415 5.352.101
Werkelijk 2009 in Euro
Begroot 2D10 in Euro 2.810.000 340.000 240.000 60.000 240,000 785,000 260,000 660.000 5.000 5.400.000
2.878.658 338.048 231.960 44.014 242.321 830.507 267.270 610.043 3.374 5.446.195
Ad a. Personeelskosten: Personeelsaantallen (*)
FTE 31,12.2009 1,0 3,0 1.2 1,9 1,0 3,7 10,2 2.3 8.5 32.8
FTE 31.12.2010 1,0 3.0 1,3 1.9 1,0 3,7 9,4 1,3 8,5 31,1
Directie Seaelariaal PZ/Bestuurssecretariaat Communicatie Facilitair Beleid/Projectmanagement Regio Projecten Administratie en Servicedesk
(*) Inclusief de inzet van personeel voor de Stichting OFE-D te Woerden Da bruto personeelskosten tjedragen: Dooriaerekend aan projecten: Totale personeelskosten
3.049,306 (2009: 3.051.179) 91.673 [2009: 172.5211 2.957.633 (2009: 2.878.658)
Hierin zit aan pensioenkosten
181.656 (2009: 169.802)
Ad a. Personeelskosten: De toename van de kosten van € 78.975 lo.v. het jaar 2009 komt voornamelijk door hogere pensioenlasten en hogere opleidingskosten voor het eigen personeel inclusief collec^tieve aulomatiseringsti^iningen. Ad c Bureaukosten: De toename van de kosten van € 6.821 to.v. het jaar 2009 komt voornamelijk door hogere drukwerkkosten. Ad f. Diensten derden: De kosten to.v, het jaar 2009 zijn gedaald met €45.511. Dit voomamelijk door lagere kosien aan Mn-Sen/ices, (Minder opdrachten aan Mn-Servicss ten behoeve van het inteme decJaratiesysteem voor werkgevers). Ad g. Afschrijvingen: De afschrijvingskosten zijn met €43.871 gedaald to.v, het jaar 2009 en betreffen voornamelijk de afname op de afschrijvingen van software, Ad h. Automatiseringskosten: De automatiseringskosten zijn met € 86.938 gedaató to.v, h ^ jaar 2009 en betreffen voomameiijk de afname van de kosten voor aanpassingen voor ons automatiseringssysteem tb.v. werttnemers en weri
291.933 Werkelijk 2010 iVi Euro
Mutatie dubieuze debiteuren MN Sen/ices
291.983 291.983
Begroot 2010 in Euro
Werkelijk 2009 in Euro 0 0
339.135 339.135
Mutatie dubieuze debiteuren: Het saldo ambtshalve opleggingen was per 31 dec^niber.2Ö11p Htigel' dan begroot. Deze wonden volledig voorzien, ,f'.'•i-::-,/!;''^:-/' -J-'
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijr
KPiViG Ace-
24
4.254.294
2.14 Extra bestedingsplan
Werkelijk 2010 in Euro n) 01, Werkgevers-en weritnemersorganisaties (activiteiten) 02, OSR (uitkeringen) 03, TDpstarters/45+ (activiteiten) 04, E-bedrijven (uitkeringen) 05, Scholingsbonus (uitkeringen) 06, APS (uitkeringen) 07, Zij-instroom (activiteiten) 08, Arbo-scholing (activiteiten) 09, Technologie Thuis Nu (activiteiten) 10, Toolkit personeelsbeleid (activiteiten) 11, Skillsmanager (activiteiten) 12, Beraepenwedstrijden (activiteiten) 13, Praktijksc^oling (activileilen) 14, Programma's massamedia (activiteiten) 15, Loopbaanplanner (activiteiten)
1.155,798 0 385,778 4515 0 0 213,953 815,266 550,036 283.040 993 220,199 495,595 70.210 58,911 4,254,294
Werkelijk 2009 in Euro
Begroot 2010 in Euro 1,050.000 0 850.000 0 0 0 700.000 0 500.000 400.000 0 300.000 700.000 400.000 0 4.900.000
1.010.000 4.533.446 803.442 123.856 0 0 131.652 822.166 402.640 171.597 7.805 237,876 586,402 227.475 6,416 9.064,773
Deze extra impuls aan de basisactiviteiten van OTIB, op 15 onderdelen, loopt tot en met het jaar 2010. De middelen hiervoor komen uit de resen/es en zijn voor de totale periode vastgesteld. Door de verspreiding van de projecten over een langere tijd zijn de werkelijke uitgaven lager dan de begrote uitgaven in het jaar 2010. Het extra bestedingsplan is afgerond in het jaar 2010. 1.578.318 (begrDQt€-; 2009€1,514.294)
2.15 Werkgelegenheidsfonds
Dit betreft de uitgaven in het kader van een tweetal door het Werkgelegenheidsfonds goedgekeunde aanvragen voor empïoyability acüviteiten. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake werkgelegenheidsfonds (2.4). 510.604 (be9rool€-;2009€71.231)
2.16 JeugdwerKlooshefd
Dit betreft de uitgaven in het kader van een tweetal door de Metaal S Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake jeugdwerkloosheid (2,5), 54.166 (begnDat€-;2009€-)
2.17 Loopbaancoach
Dil betreft de uitgaven van een door de Metaal & Techniek goedgekeunde aanvraag voor het weerbaar maken van werknemers op de arbeidsmarkt die van techniek in het bijzonder. Zie vtxjr vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake loopbaancoach (2.6), 2.18 Project De Uitvinders
€
564.983 (begroot € -; 2009 € 291.329)
Betreft de uitgaven in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met stichting De Uilvinders, Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake projec:! De Uitvinders (2,7).
25 m stichiing Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch Instalialiebedrijf
:..:i:\.'.:::.25
Vaststellen jaarrekening De jaan-ekening 2010 van OTIB is in de bestuursvergadering d,d, 25 met 2011 vastgesteld. Woerden, 25 mei 2011
De heer P, Eijkelenboom Voorzitter
De heer M, de Ruij Penningmeester
Deheer J,G. Kruithij; (Plv,) Penningmeester
Slichting OplekJings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch installatiebedrijf
26
Overige gegevens
Resultaatbestemming over het boekjaar 2010 Hel positief saldo van het boekjaar 2010 ad € 4.958,094 wordt als volgt bestemd: in Euro: Ten laste van de bestemmingsresen/e (onderdeel III. Arbocatalogus)
232.563
Ten gunste van de algemene reserve
5.190.657
Resultaat
4.958.094
Slichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Inslallatiebedrijf
27
Jaarverslag 2010 van de Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB) statutair gevestigd te Den Haag
'f-
ï i. •'.•Vi>:
'mom
Inhoudsopgave Pagina
1. Missie en visie
3
2. OTIB Bestuurliil<
4
3. Opleidingen en instroom
9
4. Val
14
5. Techniek Talent
20
6. Regiostructuur
20
7. Onderzoek en monitoring
22
8. Communicatie
25
9. Kwaliteiten processen
27
10. Financiën en resultaat 2010
31
0TIB11 -0378/ËVB/CH/2.5.2011
1. Missie en visie Missie De missie van OTIB 'Bijdragen aan een aantrel
De instroom van MBO- en HBO-schoolverlaters maakt 15% uit van de nieuwe werknemers die instromen in onze branche. De meerderheid van de instromers in onze branche zijn werkenden uit andere branches en andere zij-instromers. De Technische Installatiebranche kent ook uitstroom naar andere branches, maar het aantal instromers uit andere branches is groter dan het aantal uitstromers naar andere branches. In economisch mindere tijden wordt door middel van projecten de instroom voor de toekomst behouden. Werknemers binden aan de branche OTIB ondersteunt werkgevers bij het realiseren van een goed personeelsklimaat waarin werknemers worden gestimuleerd in hun loopbaanontwikkeling. Ruimte bieden om zich te ontwikkelen en aan hun loopbaan te werken zijn belangrijke elementen die werknemers aan het bedrijf binden. Werknemers die toch een bedrijf willen verlaten, krijgen voorlichting over andere beroepsmogelijkheden binnen de Technische Installatiebranche. Zo blijven zij behouden voor de branche. Elk jaar stroomt een aanzienlijk aantal werknemers die over de vereiste ervaring beschikken uit de branche uit, vaak na betrekkelijk korte tijd. Van de uitstromende werknemers vertrekt circa 40% op eigen Initiatief. Hierbij is een veel voorkomend argument, dat men 'iets anders' zoekt. Om de uitstroom 'op eigen initiatief in te perken, en om dergelijke uitstromers weer terug te laten keren zijn verbeteringen nodig in de opleidings- en doorgroeimogelijkheden, beoordelingsgesprekken, sfeer, bedrijfscultuur, leidinggevende kwaliteiten en werkomstandigheden.
2. OTIB Bestuurlijk Brancheinformatie De aantallen werkgevers en werknemers muteren in de tijd door onder andere: • De oprichting van nieuwe bedrijven • Fusies/overnames • Faillissementen • De wisseling van kernactiviteiten van bedrijven • Beëindigingen dienstverbanden door OTIB en MN Services Per 31-12-2010 • 10.343 werkgevers • 136.864 werknemers Werknemers Datumtraject 01-01 t/m 30-06 30-06 t/m 31-12
2008 +0,8% +3,1%
2009 +0,4% -0,6%
2010 -3,3% -0,9%
Van 31-12-09 l/m 31-12-10 een afname van 2.557 werknemers. Werkgevers Datumtraject 01-01 t/m 30-06 30-06t/m3M2
2008 +3,2% +1,0%
2009 +1,4% +0,1%
2010 \•,^%::•0:h..l - i , 3 % " ^ ^ " K-MG Ai.:an:
Aantal faillissementen
Metaal en techniek breed Technische installatiebranche
2009 681 155
2010 605 169
Procentuele mutatie
2009 22,8% 2010 27,9% Bestuurssamenstelling Bestuurswisseling Per 15 september 2010 heeft mevrouw Tulner (CNV Vakmensen) het OTIB-bestuur verlaten. Zij is opgevolgd door de heer M.H. Hietkamp. FNV Bondgenoten heeft in november 2010 aangegeven dat de heer Derijck zich per 31 december2010 terug zal trekken als bestuurslid van OTIB. Zijn opvolger wordt mevrouw L. Zwezerijnen. Samenstelling bestuur Werknemerszijde De heer J.G.A.M. Derijck (plv. voorzitter) De heer M.H. Hietkamp (secretaris, tot en met 15/9/2010 Mw. Tulner) De heer J.G. Kruithof (plv. penningmeester) De heer H.T.M. Wijninga Werkgeverszijde De heer P. Eijkelenboom (voorzitter) De heer P.C.J.M. Ewalds (plv. secretaris) De heer M. de Ruijsscher (penningmeester) De heer N.C. Welboren
FNV Bondgenoten CNV Vakmensen De Unie FNV Bondgenoten
UNETO-VNI UNETO-VNI UNETO-VNI UNETO-VNI
Conform de statuten vindt per twee jaar een wisseling van de functies plaats tussen vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeverszijde. Collectieve arbeidsovereenkomst Op 29 oktober 2009 werd een principe akkoord bereikt voor de arbeidsvoorwaarden CAO, ingaande 1 december 2009. Doorde bijzondere economische situatie en de onzekerheid over herstel in 2010, is voor een aanpak gekozen die het werkgevers en werknemers mogelijk maakt adequaat in te spelen op de omstandigheden. De basisheffing voor OTIB is 0,5% en de egalisatieheffing is eveneens 0,5%, zodat de totale premie uitkomt op 1%. In verband met expiratie van de CAO voor het O&O fonds per 1 januari 2010, is een verzoek door de Vakraad bij het Ministerie van SZW ingediend voor een algemeen verbindendverklaring voor een hernieuwde periode van 5 jaar. De algemeen verbindendverklaring is verleend op 10 februari 2010.
Bestuursvergaderingen 17 maart 2010 Onderwerpen • Status extra bestedingsplan • Resultaten (voorlopige) 2009 • Eerste versie rapportage 2009 • Beëindiging 'open eind subsidieregelingen' Betreft: besluitvorming inzake beperking uitgaven aan kwantitatief georiënteerde regelingen tot maximaal 50% van de heffingsopbrengsten. Geen inhoudelijke wijzigingen in verband met de geAWde scholingscao, alleen maximering bedragen. • Borging praktijkleerplaatsen • Nieuwe stijl leerbedrijf; voorstel van Maas Leerfabrieken voor een detacheringsonafhankelijke constructie. • Kennishuis • Voortgang Techniek Talent 21 april 2010 Beieidsdag Onderwerpen • Prototype praktijkleercentrum onder leiding van de heren Maas en Thomassen van Maas Leerfabrieken • Presentatie door en gedachtewisseling over in- en externe communicatie van allianties als samenwerkingsverband Techniek Talent onder leiding van Maarten Königs, Holland Branding Group • Besluitvorming OSR en BPV voor 2011/2012 • Onderzoek 'Trends en ontwikkelingen in onze branche' onder leiding van Harry van den Tillaard, ITS en Joep Hendriks, OTIB • Regio als instrument voor beleidsuitvoering onder leiding van Bram de Klerck, a-advies bv en Marcel Zegers, OTIB 2 juni 2010 Onderwerpen • Bespreken en vaststellen jaarrekening, jaarverslag en jaarrapportage • Interview Techniek Talent over de visie op techniekbreed samenwerken • Presentatie strategisch plan bestuur Techniek Talent • Status extra bestedingsplan 15 september 2010 Onderwerpen Halfjaarrapportage 2010 Status extra bestedingsplan Hoofdlijnen 2011, begroting 2011 eerste aanzet en prognose 2010 Aanscherping regelingen ten behoeve van communicatie over 2011 Verzoek projectteam Arbocatalogus tot voortzetting tot medio 2011 Kennishuis Vergaderdata 2011 Bestuursagenda 2011 Voortgang Techniek Talent • i Ifi •np;:c:rt ïLu.
10 november 2010 Onderwerpen Prognose resultaten 2010 Operationeel plan en vaststellen begroting 2011 Besluitvorming participatie OTIB in Techniek Talent 2011-2016 Presentatie 'Regiostructuur na 2010' Status extra bestedingsplan Kennishuis 15 december 2010 Onderwerpen Operationeel plan 2011 + geleidelijst, bespreken definitieve versie en vaststellen Afsluiting extra bestedingsplan, vaststellen oormerking reserve Praktijkscholing Overzicht actuele beleidsvragen Positie Arbo activiteiten vanaf juli 2011 Forecast 2010 en prognose premieheffing 2010/2011 Recente branchecijfers Voortgang Techniek Talent B2Learn Voortgang ontwikkeling Kennishuis Samenwerkingsovereenkomst OTIB met Kenteq Holding BV Inzake de huurgarantie van 21 december 2005 tot 21 december 2010 is met Kenteq Holding BV een exploitatieovereenkomst gesloten. OTIB stelt zich garant voor een gelimiteerde betaling van exploitatieverliezen. Het nadelig exploitatieresultaat wordt in de jaarrekening 2010 verantwoord. Vennootschapsbelasting In 2003 Is door de belastingdienst een onderzoek gestart naar de belastingplicht van OFE-installatie, de rechtsvoorganger van OTIB. Na intensief overleg heeft de inspectie zich akkoord verklaard met de volgende afspraken: • de opgelegde aanslagen worden vernietigd; • OTIB bouwt het eigen vermogen af tot max. € 35,7 miljoen uiterlijk op 31 december 2010; • In 2011 reikt de belastingdienst een aangifte uit om de vermogenspositie te toetsen; • indien een overschot boven € 35,7 resteert wordt het meerdere belast. Reeds in voorgaande jaren is het door de fiscus aangegeven bedrag gerealiseerd. Geldmiddelen De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. Het voor de werkgevers bestemde en ten behoeve van de werkgevers en de werknemers in de boeken van de stichting afgezonderde bedrag; b. De bijdragen van de werkgevers ingevolge de desbetreffende bepalingen van de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf; c. De inkomsten uit het vermogen van de stichting; d. Andere inkomsten en incidentele baten. • - : De stichting heeft geen andere bijdragen dan die, welke zijh vastgesteld^bij.of krachtens de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf. noc^;^^.o:;! vp.;r!iu/'n':. rapport
Algemene uitgangspunten die van krachtwaren in 2010 • In 2010 werd geen prioriteit gegeven aan het opbouwen van reserve, maar aan inkomsten en uitgaven in evenwicht houden zodat geen extra beroep op de reserve is gedaan. • De uitgaven aan de regelingen zijn scherp in beeld gebracht met als doel een limitering c.q. wijziging van de regelingen uitwerken, die in 2011 Is ingevoerd. • Een doorbraak realiseren in de samenwerking met de andere technische fondsen binnen Techniek Talent Nu, op de gebieden instroom, mobiliteit en uitstroombestrijding, zowel op landelijk niveau als op regionaal niveau en zowel op beleidsniveau als op uitvoerend niveau. Dit betekende onder andere, dat OTIB waar mogelijk voor haar activiteiten samenwerking zocht om een sector overstijgende aanpak te realiseren. • De economische recessie heeft gevolgen voorde ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de BPV-markt. Arbeidsplaatsen, praklijkleerplaatsen en de instroom van nieuwe mensen in onze branche staan onder druk. In 2010 heeft OTIB daarom de aandacht voor deze items verder geïntensiveerd door middel van inzet van mensen en middelen. • Op basis van de ervaringen concludeert OTIB dat het ondenwerp 'vraagsturing in het regulier onderwijs' meer intensieve aandacht vereist, om werkelijk vorderingen te kunnen maken op dit gebied. Dit vergt onder andere een krachtiger samenwerking en committment bij bedrijven en scholen in de regio's. OTIB maakt regionale uitvoeringsplannen en afspraken, waarbij de actieve deelname van bedrijven in de regio met mandaat van hun achterban cruciaal is gebleken. De intensivering van de activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt, borging van praktijkleerplaatsen en vraagsturing veroorzaakte ook beperking van nieuwe activiteiten op andere gebieden. Op het terrein van instroombevordering, regulier ondenwijs en loopbaanondersteuning werden de activiteiten van OTIB geconsolideerd. Dit betekent dat geen nieuwe activiteiten werden geïnitieerd. Projecten en instrumenten waarvan de ontwikkeling of de implementatie reeds was ingezet, zijn in 2010 gecontinueerd. Tevens vond de nadere evaluatie plaats van effectiviteit van ontwikkelde instrumenten en activiteiten.
3. Opleidingen en instroom Beleid instroombevordering via het regulier ondenwijs kent de volgende doelen: Onderwijslaag
Beleidsdoelen OTIB
p^".'-'-:^:^" F^^-a^^
ft^^^ tBasisschöolfVlyl61BOlIjfehf^'' |V^ r;^v.; ••:ï|f^Av.0/M0tonderbodw»^^?:• m^m^j^M^"^^
WMï?mmm2MSmiysM'
Basisonderwijs In het basisondenwijs is de doelstelling van OTIB kinderen te interesseren voor techniek. Hierbij is het met name van belang de optie "Techniek" onder de aandacht te brengen via "ontdek- en uitvind activiteiten". De produclenreeks voor het basisondenwijs is ondergebracht in een techniekbreed aanbod van alle middelen en materialen voor het basisondenwijs onder TechniekTalenLnu. Voor voortgaande verspreiding van deze producten en het "erfgoed" van Technica 10" wordt samenwerking gezocht met andere branches in een gezamenlijke presentatie van middelen, materialen en "best practices van derden". Als gevolg van deze activiteiten is de participatie in TechniekTalent.nu in 2010 uitgebreid met 20%, uitgedrukt in geïnvesteerde uren ten aanzien van 2009. VMBO In het beroeps- en studiekeuzetraject blijken de voorlichtingsmiddelen van OTIB zeer effectief. Om het bereik te vergroten is meer en betere afstemming nodig mel andere technische branches over de inzet van voorlichtingsmiddelen. Ook voor docenten, mentoren en decanen zijn de beschikbare middelen en mogelijke inzet hiervan beter in beeld gebracht. Bij de voltooiing van de Professionals-reeks wordt deze benadering eveneens gehanteerd. Door de verschuiving naar (sector) brede programma's is het belangrijk de vakinhouden uit het technisch installatiebedrijf hierin onder te brengen. Goede instrumenten hiervoor zijn de bedrijfssimulalies. in 2010 is dit opgezet samen met LPI's, kaderdocenten en praktijkopleidingscentra. Hiernaast is onderzoek verricht naar de weerstanden bij docenten tegen de brede inzet van de bedrijfssimulalies. "Bouwplan Leren met Bedrijfssimulaties" maakt deel uit van een|gémèërischappelijke aanpak voor competentiegericht onderwijs in VMBO, MBO, HBO en/de technische lerarenopleidingen. 'M.;r;ii
:= -sficoft ;:;,r1. '.?
f-.
Om te zorgen dat landelijk de strategische doelpercentages inzake groeiende belangstelling bereikt worden heeft OTIB de strategie vertaald naar enkele gerichte activiteiten waarvan vaststaat dat ze een voorkeur opleveren voor de technische installatiebranche. Deze zijn; • leedingen laten kennismaken met installatietechniek in verrassende voorlichtingsactiviteiten (de vmbo-trailer en de Professionals games); • leerlingen laten ervaren wat voor werkopdrachten horen bij installatietechniek (de bedrijfssimulaties en de bordessen); • leedingen laten proeven van de bedrijfscultuur en de beroepspraktijk in de installatiebedrijven (regionale sponsoring van bedrijfsbezoeken en open dagen). Op elk van deze activiteiten voert OTIB effectmetingen uit. De mix van activiteiten wordt bijgesteld als de effectmetingen daartoe aanleiding geven. Uit onderzoeken in 2010 blijkt dat de trailer en de games hoog scoren, maar dat bij de implementatie van de bedrijfssimulaties en de bedrijfsbezoeken/open dagen verbelering mogelijk Is. MBO en HBO In het MBO en het HBO is het met name van belang de leerlingen die instromen in de opleidingen voor de branche te behouden. Dit doet OTIB vla het stimuleren van de beschikbaarheid en aantrekkelijkheid van opleidingen en het communiceren van de grote variatie aan kansen en mogelijkheden binnen de branche. In 2010 was de noodzaak van samenhangende investeringsplannen een vast aandachtspunt bij het overleg met de doelgroepen: • In de contacten met de BTG MEI, Kenteq en Installatiewerk Nederland is gewezen op het probleem van ad hoc afspraken en investeringen op het gebied van instroombevordering en kwaliteitsverbetering. Alle partijen onderschrijven dat voor de veranderingen in het MBO een samenhangende aanpak nodig is met betrokkenheid van alle stakeholders. • In het landelijk overleg met de projectleiders van de regionale CGO-pilots werd ook vastgesteld dat de programmatische aanpak die daarbij is gevolgd moet worden doorgetrokken naar de diverse ' losse' initiatieven die zich her en der voordoen. • ln het contact met collegafondsen bleek dat ook bij hen behoefte bestaat aan afstemming en programmering van de verschillende initiatieven en investeringen. Dit heeft geleid tol de conclusie dat de analyse voor een meerjarig investeringsplan MBO breed moet worden opgezet en tot stand moet komen met inbreng van zowel het veld als de collegafondsen uit Metalektro en Metaalnijverheid. Voor het meerjarig investeringsplan HBO geldt bovendien dat de opbrengsten van het project Weri^veldsecretaris Engineering niet aan de verwachtingen beantwoorden en daarmee geen basis kunnen vormen voor een investeringsplan. Met het cluster Engineering is daarom afgesproken dal de hogescholen zich samen mel de drie betrokken branches buigen over de beroepsprofielen, het bètamentalitymodel en de ervaringen mel minoren en Associate degrees. Deze vormen de input voor een analyse welke vorm en inhoud de HBO-opleidingen de komendejaren moeten krijgen. Op basis daarvan wordt dan net als voor het MBO samen met de collegafondsen een breed samenhangend investeringsplan uitgewerkt.^. . , ;
;.;;'Ci:i"ür:; v-^x:ii\)i)y{\s roppcrf; d,c!.
10
Instroomregeling BPV
14000 -I
2006 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december
2007 2006: 2007; 2008: 2009; 2010:
2003
2009
2010
5.285 8.889 12.068 11.183 9.950
Werkgevers met leerlingen Jaar Aantal werkgevers 31 december 2008 2101 31 december 2009 2082 31 december 2010 1889 Zij instroom Uitvoeringsaspecten na analyse voor 2011 en verder Met betrekking tot mensen die afkomstig zijn uit een andere bedrijfstak, lijkt het relevant twee groepen te onderscheiden. Groep 1. Mensen die 'iets hebben' met de branche Een kwart tol een derde van de mensen die de TI-branche binnenkomen vanuit een baan in een andere bedrijfstak, 'had al iets' met de branche of het vak. Men heeft eerder een opleiding gevolgd voor een TI-beroep, of heeft affiniteit met de TI-techniek. Men is, werkend in een andere bedrijfstak, tot de conclusie gekomen dat men toch in de Tl wil werken, en is vaak gericht op zoek naar een baan in deze branche. Groep 2. Mensen die 'toevallig* in de branche terecht komen Circa 40% van de baanveranderaars was niet specifiek op zoek naar een baan in de TI-branche. Men komt, vaak informeel, in contact met hel bedrijf, of wordt door het bedrijf benaderd. Men vindt de techniek interessant, de afwisseling in het werk, de bedrijfscultuur, de mogelijkheden om door le groeien en de organisatie/kwaliteit van het bedrijf staan hen aan. Voor een deel van deze mensen spelen pok een gunstige reisafstand en gunstige werktijden een rol. Men vergelijkt,deze';ppientiële baan met de baan die men op dat moment heeft, en besluit over te stappen:*Öm de:instroom:.yan deze groepen te bevorderen, wordt het voor de branche en het individueleVbèdrijf^ relevant in de communicatie en het beleid op het gebied van personeelsontwi rekening te houden met de volgende zaken. ^5 ^ Mïi
P;ifn;;! >oo; ;ii:;n -^nl-:i i-J.V. 11
Ondersteuning van werknemers, na instroom Hoewel een meerderheid van de baanveranderaars tevreden is over de aandacht die het bedrijf besteedt aan de ontwikkeling van de werknemer, bestaat er op dit punt ruimte voor verbetering. Een deel van de baanveranderaars ervaart te weinig aandacht in het bedrijf voor opleidingen en loopbaanontwikkeling. Op brancheniveau komen extra ondersteuningsmogelijkheden voor individuele werknemers op het gebied van opleidingen en loopbaanondersteuning. Zij-instroom kan dus hel meest effectief worden ondersteund door: • passieve informatie over de TI-branche (het werk en de bedrijven); • servicepunten die een intermediaire rol spelen tussen de aspirant-baanveranderaar en TI-bedrijven zodat de werknemer die wil overstappen naar de TI-branche gemakkelijker toegang krijgt tot bedrijven; • een goed bedrijfsbeleid op het gebied van personeelsontwikkeling, loopbaanontwikkeling en opleidingen. In 2010 was het instroombeleid gericht op de volgende speerpunten; • Specifieke instroomprojecten • Samenwerking met andere branches om een branchebrede aanpak te realiseren • Samenwerking met UVW WERKbedrijf en gemeenten intensiveren • Deelnemen aan Servicepunten Techniek De categorie specifieke zij-instroom tracht door middel van voorschakeltrajecten speciale doelgroepen toe te leiden tot een arbeidsplaats en een BBL-trajecL OTIB investeert in aanvullende scholing, dus scholing die niet wordt bekostigd vanuit het reguliere onderwijs. Deelnemers aan de specifieke zij-instroomprojecten behoren over het algemeen tot de categorie mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De specifieke zij-instroomprojecten hebben lot doel deze groep deelnemers een voorschakellraject te bieden, waarna zij middels een BBLtraject een opleiding volgen om een startkwalificatie te behalen. Inmiddels is als gevolg van de economische crisis de siluatie dusdanig gewijzigd dat bedrijven hun uiterste best moeten doen om BBL-leerlingen aan heiwerk te houden. Hiernaast is de focus, óók vanuit de overheid, sterk komen te liggen op de bestrijding van jeugdwerkeloosheid en behoud van talent. Hierdoor blijkt het bijna onhaalbaar stageplaatsen en werkgevers te vinden voor de deelnemers uit de specifieke zij-instroomprojecten. Activiteiten ter bevordering Instroom van vrouwen in de branche Om zicht te krijgen op de aspecten van deze specifieke instroombevordering Is een serie projecten gestart met vrouwen die al in onze branche werken. Wal bindt hen aan de branche en wal heeft hen destijds bewogen expliciet voor de technische installatiebranche te kiezen. Hieruit valt al veel te leren voor de opzet van nieuwe instroomprojecten en de begeleidingsbehoeften van de deelneemsters. Diverse projecten worden uitgevoerd met andere branches/O&O fondsen samen,deels binnen TechniekTalenl. Bestrijding jeugdwerkloosheid OTIB kende in 2010 twee maatregelen ter bestrijding van'jeugdwerkloosheid, namelijk de maatregel Borging Praktijkplaatsen en de maatregel ÉSF-J. ':,ri,:G ,Ai.;da
12
De maatregel ESF-J Uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) heeft OTIB voor de periode 30 december 2Ó09 tot 29 augustus 2011 een subsidiebedrag van € 2.390.000,- beschikbaar gekregen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid in de Technische installatiebranche. Deze subsidie werd ingezet voor: • Bijdrage in de scholingskosten BBL leerlingen lot en met 27 jaar. Tevens bijdrage in de kosten eventuele extra cursussen die hieraan gekoppeld zijn. • Bijdrage in de scholingskosten indien een BBL leerling geen werk heeft en fulltime wordl geschoold. • Bijdrage in de kosten indien door te weinig werk 1 dag in de week extra wordt geschoold. • Voorschakeltrajecten en instroom werkzoekende jongeren met afsland tot de arbeidsmarkt. Medio 2010 zijn alle bij OTIB aangesloten bedrijven op de hoogte gesteld van de mogelijkheid gebruik le maken van ESF-J. Hiervan hebben 55 bedrijven le kennen gegeven gebruik te zullen maken van de subsidie, waarvan 8 praktijkcentra. Het betreft in totaal 1912 deelnemers. KWALITEIT ONDERWIJS OTIB initieert mede de modernisering van de opleidingen. De invoering van CGO krijgt veel aandacht. Tevens is OTIB betrokken bij de beleidsontwikkeling ter verbetering van de examinering en ontplooit OTIB initiatieven ter ondersteuning van het verbeteren van het BPV-protocol. Het verbeterde BPV protocol speelt een belangrijke rol bij het kwaliteitstraject van de praktijkcentra. In de CGO-pilots worden gebruikersmodulen voor hel regulier ondenwijs ontwikkeld rond Skills-Manager, waarmee leerlingen en mentoren leerloopbanen en individuele opleidingen kunnen ontwerpen. Daarmee komen maatwerktrajecten binnen bereik, en de mogelijkheid om de kwalitatieve voortgang te bewaken in de beroepspraktijkvorming en op school. De gebruikersmodules zorgen dat leerloopbanen en maalwerktrajecten kunnen worden ontworpen die behalve individuele leerdoelen en opleidingsinhouden ook leermiddelen en praktijkonderdelen in kaart brengen en een overzicht bieden van hel proces van toetsen, voortgangsbewaking en examinering op school en tijdens de beroepspraktijkvorming in het leerbedrijf.
y::>\\Ar:'
f:...-<
Modernisering van opleidingen in het MBO en HBO SdwfltaCGO
Tliema OT% regio
^ZiJidNederta^ci'^
j BedrtjvejïkriTigen"
i i Toetsvormen, . " •" ii'ÊOBtExcellBnt -' i | CGO-vmbb; l l drièhoeksgeipr^k• ir C^deidingsBedTif) \\ Eegelwdtng
; Uitwerking regio profielen
11 Ohtwftlkelif^sgericht beoordelen
| i Good practices, :: minor coacher!
\ ] Opteidtngsw/ijaer
\ \ Cursus beoorde I (en en begeleiden
i.RegiopitofieSen. JBossdiemodel
;, Examenpföftel ij
i i B^eleidmgs i\ profiel
ïi Good practises :;•
!; l>PH-innw3lie M -
[! ËKamenprollel
; j 8PV-protocol
li Koppeiir^ ji Leerstofnet
\ \ Tfair^ing
l i Menlo!Teq,roi j i begeleider
U BPV-orotoco!.2e |: pfoef fcOB
11 Meniorteq, r d i I begeleider
\l Brochure, t u t sus ,i
:
! 1 Voortrajeclen in \\ VMBO
; i n,ii,b, ii
Uitrol t:üB
•• Training
j
Coach Online Met Coach Online wil OTIB de leermeester/stagebegeleider helpen zijn/haar werk nog beter te doen. Coach Online is hét kennisplatform voor de leermeester. De leermeester kan zichzelf (e-learning) verdiepen in het (coachings-)vak en zijn vragen stellen aan collega's. Ook de OTIB adviseurs zijn ingezet om vragen te beantwoorden. In 2010 is de inhoud van de site uitgebreid met het begeleiden van volwassenen. Daartoe zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld op het gebied van werving en selectie, functioneringsgesprekken en inrichting van de organisatie. In mei 2010 is een onderzoek gedaan naar de naamsbekendheid van Coach Online. Uit het onderzoek volgt, dat 24 % van de ondervraagde praktijkopleiders gehoord heeft van Coach Online. De ambitie van 2009 (bereiken van 20% van de doelgroep) is daarmee bereikt. De beschrijving die men geeft van de inhoud van de site komt echter niel altijd overeen met de werkelijke inhoud. Om dit te verbeteren starten we, nadat de site is uitgebreid, met een aanvullende campagne. De • • •
site is uitgebreid met een aantal oefenmodules zoals: Hoe zal ik hel zeggen? Begeleiden doe je zo Aannemen of afwijzen?
4. Vakkennis en loopbaan bevorderen Vanwege het belang van kennisontwikkeling ondersteunt OTIB bedrijven en werknemers bij het analyseren van de kennisvraag en bij het ontwikkelen, managen en delen van kennis. Het bevorderen van vakkennis gebeurt via drie doelslellingen: J •
Analyse van de kennisvraag en het ondersteunen vah"bedrjjve.n:bij,hetitoepassen van innovaties; u^-:,:>iiii:)\ w:;,r-io • ,^ 'a^i^n;
• •
Het ontwikkelen van bijscholing voor de innovatieve activiteiten; Het ondersteunen van de kennisinfrastructuur voor ontwikkelde bijschl
14
Het goed omgaan met innovaties is een voorwaarde voor het voortbestaan van bedrijven. Onder 'innovatie' zet OTIB drie hoofdlijnen in: 1. De toekomst van de branche en de werknemer in beeld brengen; 2. De branche helpen grip le krijgen op nieuwe technologie en diensten; 3. De branche helpen om binnen het eigen bedrijf te innoveren. Ontwikkeld op basis van behoefte analyse: 1. Haalbaarheid duurzaam gebouwniveau (eco-install) Door de stagnerende nieuwbouw zal de beslaande gebouwvoorraad langer in stand moeten worden gehouden (Cofinanciering) 2. Kleintje meetmethoden licht Het correct uitvoeren van lichtmetingen binnen en buiten gebouwen volgens aanbevelingen van de Nederlandse norm NEN 1891 en aansluitend op de Europese lichtnorm NEN-EN 12464 de delen 1 (binnen) en 2 (buiten) (Cofinanciering). 3. Publicatie veilige bekabeling De publicatie maakt inzichtelijk aan welke eisen de elektriciteitsleidingen met betrekking tot functiebehoud moeten voldoen en hoe functiebehoud gerealiseerd kan worden (Cofinanciering). 4. Kleintje Koellast Berekenen koelvermogen voor gebouwen. 5. Centrale Gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugwinning in woningen en woongebouwen Onderdeel van publicatiereeks voor ventilatie. 6. Kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen in woning- en utiliteitsbouw Onderdeel van publicatiereeks voor ventilatie. 7. Herziening Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstailaties Onderdeel van leergang noodverlichting. 8. Regeltechniek voor klimaatinstallaties en warmtapwaterbereiding Onderdeel van klimaat en duurzaam publicaties. Ontwikkeld in het kader van benodigd cursusaanbod; • Kennisoverdracht beheer koeltorens • Beheer en onderhoud stoom- en heetwater installaties • Opleiding Sanitair Verkoper • Praktisch Personeelsmanagement Update • Update instructieboek Noodverlichting • Instructieboek Eleklromechanisch Onderhoud (deel 3) • Instructieboek Eleklromechanisch Onderhoud (deel 4) • Leergang betonkernactivering • Leergang Duurzaam beheer en onderhoud • Cursus Groene daken • Invoering van de Skillsmanager Li, Eind 2010 draaien er Iwee OTlB-skillsmanagers. Dat zijn twee Yerschijlend^ejnterfaces d.i voor hetzelfde product. Dit zijn de OTIB-skillsmanager (voor bedrijven) en "" OTlB-skillsmanager voor werknemers en heel kleine bedrijfjes. '•; ^ UF;
15
In het traject TechniekTalent wordt een variant gemaakt die leerlingen inzicht helpt geven in de Techniekseclor, werktitel Loopbaankompas. Deze variant maakt dus ook gebruik van de skillsmanager maar heeft weer een heel eigen TechniekSector-gezicht. www.etalage.otib.nl is operationeel en werkt goed. Inmiddels Is er een aanbod van een kleine 5000 cursussen bekend, onderverdeeld in zo'n 1000 hoofdonderwerpen. Koppeling met OTIB-skillsmanager en de output voor de catalogus zijn gerealiseerd. Koppeling met interne uitkeringssystemen en feedbackloop voor cursusaanbod wordt momenteel gerealiseerd. De opleidingen- en cursuscatalogus 2010 is begin 2010 verzonden aan ruim 9000 bedrijven en wordt ook via de webshop en door het regioleam verspreid. Ontwikkeling plan Kennishuisborging Het bureau is op verzoek van het bestuur bezig een model op te zetten voor het Kennishuis (kennisstructuur). Een kennisstructuur is een virtueel systeem voor het borgen van de vakkennis die nodig is voor het functioneren en voor de toekomstige ontwikkeling van de technische installatiebranche. De kennis dient toegankelijk en transparant te worden gemaakt. Functies van het Kennishuis: • De vereiste kennis vastleggen en actualiseren • Nieuwe kennis voor de branche beschikbaar maken • Structuur scheppen in vereiste en beschikbare kennis • Kennis beschikbaar stellen Kwaliteitscontrole op scholing is geen funclie van het kennishuis. Duurzame Technologieën De hoofddoelstellingen; • Inzichtelijk maken van het op de markt aanwezige cursusaanbod op het gebied van • Duurzame Energie Technologieën (compleet portfolio). Tevens expliciet onderdeel van de 'Kennishuis'-lijn. • Ontwikkelen en laten ontwikkelen van cursussen en examens die nodig zijn ter bevordering van de implementatie van duurzame energie technologieën.' • Het op een goede wijze onder de aandacht brengen van beschikbare cursussen en examens. • Verhogen en borgen van de kwaliteit en continuïteit van cursussen en examens door deze up-to-date te houden (ook van cursussen en examens die een klein specialistisch marktaandeel bedienen). • Uitwisseling van kennis met aanpalende branches in het kader van integraal werken. De Ontwikkelingsstimuleringsregeling (OSR) Via de OntwikkelingsStimuleringsRegeling (OSR) stimuleert OTIB de dialoog tussen werkgevers en werknemers, het maken van bedrijfsopleidingsplannen en het volgen van cursussen door werknemers. Het uitgangspunt is dal de branche verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van bedrijven en werknemers. Het opleidingsfonds heeft de taak werkgevers en werknemers daarbij le faciliteren. • . -:r--In 2010 is de OSR voortgezet, het besluur heeft Èèslüiteh^genorrien joyer de toekomst van de OSR. Hierbij is gestreefd naar maximering van de uitgaven^^vanaf ;20preri/of'.de invoering van een eventuele andere wijze van stimulering.
16
Resultaat Per 31-12-2010 OSR inciusief reservering: TS/45+ EVC Cursusuitvoering: E-Spaar Totaal:
€ 9.228.764 € 279.227 € 474.832 € 683.257 € 9.133 €10.675.213
Samenvattend
OSR 2008 OSR 2009 OSR 2010
Uitkering OSR €12.478.109 €14.731.696 €10.675.213
Oorzaken daling - Terugbrengen OSR recht in 2010 naar € 120; - Benutting individueel rechl is met 5% gedaald, collectieve benutting is vrijwel constant gebleven; - Toepassing van de maximale vergoeding van € 50 voor gevolgde cursussen EHBO, Rijvaardigheid, BHV en VCA. Ontwikkelde loopbaanworkshops/1 op 1 ondersteuning • 'Kijk mi] Nou', loopbaanworkshop voor werknemers in de leeftijd van 25-45 jaar. Het idee is dit laagdrempelig aan te bieden en vooral 'actief te zijn. Het doel is het bewustmaken en activeren van ontwikkelmogelijkheden. • 'Stilstaan bij je eigen functie', loopbaanworkshop voor werknemers. Werknemers een POP laten maken nadat is gesproken over loopbaan, huidige functie, verwachtingen en dromen. • 'POP-workshops Sterk in je Werk', Het aanbieden en begeleiden van in totaal 100 POP'S voor 100 individuele werknemers. • Loopbaanproject Noord Holland 'Deze klus is voor mij', 1 op 1 ondersteuning door middel van het aanbieden van een gratis loopbaantraject om hun ontwikkeling en scholing te stimuleren. Loopbaanworkshops in 2010: 1. Worksiiops voor werknemers Sterk in je Werk 83 deelnemers (regio Zuid-Westnederland en Oosl-Brabant/LImburg) Functioneren InstalLeren 20 cfee//?emers (Zuid-Holland) Samenwerken 85 deelnemers (Noord-Holland en Zuid-Holland) Kijk mij nou! 28 deelnemers (Noord-Nederland en Gelderland/Overijssel) 45+ workshops Het doel van de 45+ workshop is om samen met een ervaren trainer/coach stil te staan bij hel ouder worden als werknemer in deze branche. Orn te inspireren en bewust te worden van keuzemogelijkheden in de eigen ontwikkeling;'Daarbij wordt een eerste aanzei gemaakt om te komen tot een eigen plan waarbij de OTIB waardebon in overleg met de werkgever ingezet kan worden. Oc- (iT-r.i
17
In 2010 zijn er in totaal 414 werknemers naar 43 workshops geweest. 224 werknemers naar 22 reguliere workshops en 190 werknemers in 21 incompany workshops. In de eerste drie maanden van 2011 zijn er nog extra workshops als uitloop georganiseerd om alle aangemelde deelnemers aan bod te laten komen. 2. Workshops voor werkgever samen met zijn werknemers Bij deze workshop over loopbaan staat de communicatie tussen werkgever en zijn werknemers centraal. Spelen met Talenten 45 deelnemers bij 4 bedrijven (Noord-Nederland en Gelderland/ Overijssel). 3. Workshops voor werkgevers Bij deze workshops staan thema's op het gebied van P&O en opleiding en ontwikkeling op de agenda. Uitwisseling onder elkaar en kennisoverdracht vormen de meenwaarde voor de deelnemende werkgevers. Ontbijtsessies 50 werkgevers van kleine bedrijven (Noord-Nederland en Gelderland/Overijssel. Slimmer Opleiden workshops 36 werkgevers (regio Zuid-Westnederland, Oost-Brabant/Limburg en Noord-Holland). EVC Werknemers en leerlingen die de branche dreigen te verlaten, dienen binnen de branche te worden herplaatst. OTIB ontwikkelt hiervoor maatregelen en samenwerkingsvormen, die werknemers in staal stellen zelf na te denken over hun potentieel en loopbaan. In 2010 zijn 421 EVC trajecten gerealiseerd. Deze zijn op 2 manieren ontstaan: 1. Zelfstandig, zonder onze projectbegeleiding, heefl een bedrijf bij OTIB de EVC tegemoetkoming gedeclareerd: 179 EVC trajecten. 2. Via onze EVC begeleiders hebben werknemers van bedrijven hun EVC traject doorlopen: 242 EVC trajecten. Topstarters De TopStartersdagen zijn nadrukkelijk gericht op het realiseren van de volgende doelstellingen: • Jonge werknemers bewust maken van eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden met betrekking tot persoonlijke ontwikkeling; Werknemers motiveren zich te ontwikkelen tot vakman/vakvrouw; Bevorderen dat werknemers cursussen en trainingen volgen; Behoud van personeel door informeren en ondersteunen; Bijdragen aan de dialoog tussen werknemer en werkgever; Neerzetten van positief branche imago (investeren in personeel, gericht op jongeren); Bevorderen van vaktrots; Aantrekkelijk maken van de branche voor nieuwe instromers; Vergroten van bekendheid met OTIB en de rol van de sociale partners. De website www.topstarters.otib.ni is vernieuwd. Hetli'shu'mogélijk om de site interactiever te gebruiken. Foto en filmmateriaal wordfVerspreidVia de websites YouTube en Flickr, om een grotere doelgroep te bereiken. Dit zijn websites-die door jongeren veelvuldig worden bezocht. Tevens wordt filmmateriaal oök bp'lnst?'''^^''' '•' ••^"'' •• '• geplaatst. ^ .- ,.,r.-
l;PMG /-.cc:;un;-.ni:. N,V.
18
Er wordt opnieuw kritisch gekeken naar de totale uitgaven. Door bezuinigingen (zonder in te leveren op kwaliteit) is het mogelijk gebleken prijsstijgingen te compenseren. Bezuinigingen zijn met name geboekt in de opbouwkosten en in de onderhandelingen met participerende partijen (locaties, trainers en acteurs, enzovoorts). Er wordt gewerkt aan eenTopStarters evenement specifiek voor vrouwen in onze branche. Topstarters I De resultaten van de 9 TopStartersdagen zijn als volgt; Aantal inschrijvingen 1.121 Aantal deelnemers 854 Opkomst 76% Rapportcijfer deelnemers 7,7 Topstarters II Resultaten: Aantal inschrijvingen Aantal deelnemers Opkomst Rapportcijfer deelnemers
405 307 74% 7,9
Ondersteuning van bedrijven door bezoek regio-adviseurs De regio-adviseurs bezoeken de bedrijven en verstrekken informatie overde ondersteuningsmogelijkheden die OTIB biedt Tevens helpen zi] de bedrijven op weg met het maken van BOP's en POP's. Het aantal individuele bedrijfsbezoeken in 2010: 1.005. Bijeenkomsten waar regio-adviseurs aanwezig zijn: • Monteursbijeenkomsten • TopStartersdagen • UNETO-VNI afdelingsvergaderingen • Werknemersbijeenkomsten vakbonden • Themadagen Via • • •
verschillende instrumenten ondersteunt OTIB bedrijven bi] het maken van een BOP; Via BOP-workshops 'oude stijl' en nieuwe workshopvormen; Via BOP instrument op internet; Via persoonlijk bezoek.
Jaar 2007 2008 2009 2010
Aantal BOP's
795 1051 1170 1312
' ::(^h.
19
5. Techniek Talent De samenwerking binhen Techniek Talent Nü vordert. Vanzelfsprekend vergt een dergelijke samenwerking een groeiproces. Vorig jaar werd in de Hoofdlijnen 2010 geconstateerd dat de samenwerking binnen TechniekTalent onvoldoende resultaten opleverde en dat de samenwerking geïntensiveerd diende te worden. Op dit moment constateert OTIB dat hier vooruitgang in zit. Er wordt landelijk en regionaal goed samengewerkt. Veel activiteiten van TechniekTalent zitten nog in het stadium 'ontwikkelen, implementeren en bijstellen'. De snelheid en doelmatigheid van het 'TechniekTalent-circuit' is nog niet hoog genoeg. Dat is verklaarbaar. Een dergelijke brede samenwerking vereist per definitie veel overleg, terugkoppeling en ook afstemming met andere organisaties. In de volgende fase van de samenwerking kan slagvaardiger worden gewerkt, enerzijds met gecombineerde inzet van reeds bestaande middelen, anderzijds met de gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe producten en activiteiten. De ambities van TechniekTalent.nu • Het technisch bedrijfsleven zichtbaar voor het publiek; • Zichtbaar samenwerken in de regio, zoals de overheid, van bedrijven, scholen en andere 'stakeholders'; • Een duidelijke beeldvorming over techniek en technische beroepen (of werken in de techniek) bij relevante doelgroepen die aansluit bij de werkelijkheid zoals die aanwezig is in opleidingen en bedrijven. En daarmee is techniek 'structureel verankerd' in het onderwijs; • Er intersectorale samenwerking is ontstaan voor talentbehoud, eerst in de eigen branche of sector en dan techniek breed; met specifieke aandacht voor behoud van nieuwkomers, i.e. jonge mensen, allochtonen, vrouwen en zij-instromers; • Er voortdurend wordt gewerkt aan een praktisch en dynamisch HRMinstrumentarlum voor het MKB. Een instrumentarium dat door eigen professionals van werkgevers- en werknemersorganisaties in de regio kan worden toegepast voor ondersteuning van loopbaanontwikkeling en scholing van leerlingen en werknemers, met oog op behoud van technici voor technische branches en techniek.
6. Regiostructuur De regiostructuur heeft tot doel: • De activiteiten, mogelijkheden en prestaties van OTIB helder te maken voor de individuele werkgevers en werknemers in de regio; • De uitvoering van het landelijke OTIB beleid in de regio vorm te geven, onder andere via afgestemde regionale arrangementen met de werknemersvertegenwoordigers en UNETO-VNI, naar het regionale scholen- en opleidingsveld, de regionale overheden en intermediairen; • Het OTIB beleid omzetten in afgestemde initiatieven om te komen tot regionale en plaatselijke projecten en activiteiten; • Het landelijk OTIB beleid te voeden met visie, ideeën en praktijkervaringen uit de regio.
20
Vanuit de regio is in 2010 gewerkt met een nieuw ingevoerd meetsysteem om de tijdsbesteding aan de diverse onderdelen te meten met daaruit de volgende resultaten: Regiomanagers
RegiomanagerZ-adviseurs
Regioadviseurs (mdusief extem ingehuurde ORA krachten) 2%
Intersectoraal projectmanager
Regionaal projectmanagers 3%
Tijdsbesteding aan: I
' i BPV behoud
^ ^ ^ ^
Niet vrijblijvende afsprai<en mer bet onderwijs
\ ^ i Ê \ t.oopbcianontwikkeling SamenwGrl
_] Bedrijf bezoeken
De regiostructuur vormt hel platform om ondersteuning te bieden aan de vorming van partnerschap bij regionale arrangementen. Hierin speelt het RBPI een rol van betekenis, afstemming en afspraken worden immers binnen deze structuur gemaakt. In 2010 is een integrale evaluatie met betrekking tol het functioneren van de regiostructuur uitgevoerd. De volgende conclusies komen hieruit naar voren: 1. Kracht in beperktheid (niet alles kan, niet alles willen). 2. \\n discussie veel aandacht voor instroom (regulier ondenwijs); in eindconclusie: gebrek sturingsmechanismes en confrontaties met veel verschillende opvattingen binnen de branche. 3. Noodzaak om te komen tot samenwerking is duidelijk; op de 'werkvloer' staat het vaak wel ver weg van de individuele werkgevers . Bij verscheidene RBPI en LPI's een goede start gemaakt met kwaliteitsprojecten en activiteiten. In de regio is in een centraal punt gericht op de kwaliteit een blijvende behoefte om zicht te houden op het activiteitenveld van de regionale spelers. De focus van de RBPI ligt op ontwikkeling - binden en boeien; vraag blijft hoe? Op meerdere onderdelen zoals PR, werving, doelgroepen en stimuleren technische instroom wordt brancheoverstijgend werken In toenemend mate belangrijk. Het stimuleren van de samenwerking binnen de branche met 'eigen instituten' wordt steeds belangrijker om de gewenste doelen terbehaleri,:G Meer sturen op prioriteiten in het RBPI in de toèkohistis noodzakelijk. 10. Mandaat van de branche naar de RBPI is niet overal voldoende gerealiseerd,,p,^;t ^^ ,11. De kwaliteit van het RBPI kan verhoogd worden door bij de bezettinf^^^njf sturen op kwaliteit voor kwantiteit en het mandaat mel de achterban: vërder^t^^yei^vigén.
21
12. De Communicatie met achterban kan worden verbeterd door deze gericht te voeden met (gezamenlijke landelijke) uitgangspunten. 13. Een aanlal RBPl's heeft succesvol gewerkt met het instellen van expertgroepen om thematische activiteiten voor de regio voor te bereiden 14. Samenstelling van de RBPI met de sociale partners verloopt prima en zou als kern behouden moeten blijven. Op basis van de resultaten van de evaluatie, is aan het bestuur een toekomstig model voorgelegd voor de structurering van hel bestuur, de wijze van beleidsvorming en de uilvoering in de regio. Deze is op 10 november 2010 aan het OTIB-bestuur gepresenteerd. Het bestuur heeft het voorstel geaccordeerd. Vervolgens is de nieuwe opzet gepresenteerd aan de RBPI-voorzitters. Ook de RBPI-voorzitters stonden achter het nieuwe model, in 2011 zal het nieuwe model voor de regiostructuur worden geïmplementeerd. OTIB en UNETO-VNI trekken hierin nadrukkelijk samen op, omdat het cruciaal is voldoende draagvlak te genereren bij de bedrijven verenigd in de regionale afdelingen van de grootlegroepen van UNETO-VNI.
7. Onderzoek en Monitoring In februari 2010 is hel onderzoek 'Praktijkopleidingscentra in de Technische Installatiebranche' opgeleverd. Dit onderzoek betreft een verkenning van de positie van de praktijkopleidingscentra in de branche. Centraal stonden hierbij de vragen wat het marktaandeel van de POC's is, en de positie van de POC's bij de Tl bedrijven. In mei 2010 is het jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek opgeleverd. Dit rapport, tevens uitgebracht in 7 regionale rapporten, biedt informatie over scholing, bedrijvigheid, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de mobilileit van personeel. De oplevering is enkele maanden vertraagd vanwege problemen rondom de levering van MN bronbestanden. Op het terrein van Radar (Uneto-VNI) zijn nieuwe afspraken gemaakt lussen OTIB en UNETOVNI. De werkgroep Radar heeft eind 2009 besloten nieuw innovatie onderzoek te laten uitvoeren. De afspraken tussen OTIB en UNETO-VNI zijn er vooral op gericht dubbelingen in het onderzoek te voorkomen, en ten tweede om ervoor te zorgen dal resultaten in lijn met lopende publicaties zullen worden opgeleverd. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan de website www.innovaties.otib.nl. Binnen en buiten de branche is hel van belang dat eenduidigheid blijft bestaan over de innovatieve ontwikkelingen die actueel zijn. In opdracht van UNETO-VNI hebben TNO, EIM en MarktMonitor in september 2010 hun onderzoek ra pport opgeleverd aan de Innovatiegroep van UNETO-VNI. In de eerste helft 2010 heeft OTIB geparticipeerd in de Landelijke BeroepsKeuze (LBK) Monitor. De aanpak is, gezien de ontwikkelingen in het ondenwijs naar techniekbrede opleidingen, grondig aangepast. Definitieve uitkomsten zijn opgeleverd in augustus 2010. Opgeleverd per 31 december 2010: i " " 1. Praktijkopleidingscentra in de Technische InstallatiébraricheJ^ 2. Website innovaties in de Technische Installatiebranche KF iGG Ayiö^t 3. Jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek, levens uitgebracht in 7 regióhaléTappö^ 4. Onderzoeksrapport innovatiegroep UNETO-VNI ^ ^ ^ ,„, 5. Landelijke BeroepsKeuze monitor ï '^ * •-
22
• Praktijkopleidingscentra in de Technische Installatiebranche a. Belangrijkste resultaten De poc's hebben de afgelopen jaren een stevige positie weten te verwerven in de TI-branche. Tussen 1999 en 2009 is het aantal (leerling-)werknemers bij de poc's in de Tl bijna verdrievoudigd, van 1.800 naar 4.700. De poc's nemen een flink deel van de BPV's voor hun rekening; in 2008/9 een derde deel van het totaal van 15.656 BPV's in de Tl. Van degenen die hun BPV-periode succesvol afsluiten bij een poe blijft het grootste deel werkzaam binnen de Tl. Twee maanden na het behalen van een diploma had bijna 90% van de BPV'ers uit 2006/7 een baan binnen de Tl. Een behoorlijk deel van de aangesloten TI-bedrijven, vooral de grote bedrijven, maakl gebruik van de diensten van een poe en zijn tevreden met de male waarin de opleidingen aansluiten bij de eigen praktijk. Maar toch blijft er een zekere voorkeur bestaan om de BPV'ers op te leiden in eigen bedrijf. b. Betekenis van de resultaten voor de branche De poc's leiden vooral leerlingen op tot assistent-monteur en monteur (68%). In mindere mate scholen zij ook voor eerste monteur. Scholing voor hogere functies (niveau 3 en 4) komt veel minder voor. De poc's blijken nogal conjunctuurgevoelig te zijn. In de loop van 2009 hebben de poc's duidelijk last gekregen van de economische recessie en zagen zij hun leerlingenaantallen teruglopen, doordat er niet voldoende leerlingenplaatsen bij de bedrijven beschikbaar kwamen. c. Acties van OTIB OTIB vraagt in de regio's ook de aandacht van de kleinere bedrijven voor de mogelijkheden van de poc's. • Website innovaties in de Technische Installatiebranche In maart 2010 is de website www.innovaties.otib.nl geactualiseerd opgeleverd. Deze website is een vertaling van het jaarlijkse onderzoek Ontwikkelingen in de technische installatiebranche. De website biedt een uitgebreid overzicht van alle relevante technologische ontwikkelingen en innovaties in de Tl en aangrenzende branches. Nieuw is de aanvulling met relevante scholingsmogelijkheden per innovatieve ontwikkeling. • Jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek, tevens uitgebracht in 7 regionale rapporten. a. Belangrijkste resultaten Begin 2010 is de impact van de recessie voor de branche duidelijk geworden. De toename van de werkgelegenheid in de Tl in 2006, 2007 en 2008 is voor een belangrijk deel in de flexibele schil gerealiseerd en niet in de vaste kern van het werknemersbestand. Als gevolg van de recessie die sinds de tweede helft van 2008 is ingetreden, is het aantal werknemers in loondienst tussen 2008 en 2010 met ruim 1 procent afgenomen. In feite is de personele capaciteit van de TI-bedrijven in 2009 méér afgenomen dan de genoemde 1 procent, omdat de gevolgen van de recessie eerst en vooral worden opgevangen in de flexibele schil; dus minder overuren, minder uitzendkrachten en minder zzp'ers en het niet verlengen van tijdelijke arbeidscontracten. De mate waarin en hel tempo waarmee de recessie zich in diverse RBPl's manifesteert varieert nogal.. •- • ^' • G. i Ondanks de recessie zijn vacatures in de gespecialiseerde ;Staffuncties planner/werkvoorbereider en engineer) en vacatures in leidinggeyende^functieSp^.j.;, (projectleider en bedrijfsleider) nog steeds moeilijk te ven/uilen. De ont^panrflng op de arbeidsmarkt heeft wel betrekking op de monteursfuncties.'",Het;_ziet\e^^ërigens naar uit dat die ontspanning op de arbeidsmarkt maar tijdelijk zal zijn,'Qbl< door structurele veranderingen op de arbeidsmarkt en in de TI-branche,. ,.,...^, _,,.
23
Vrouwen en parttimers blijven weinig voorkomen in de TI-branche en dan nog vrijwel alleen iri administratieve beroepen. Ook niet-westerse allochtonen treft men relatief weinig in de branche. Het aandeel van de schoolverlaters in de jaarlijkse instroom in de TI-branche is redelijk constant en schommelt om de 17% van de totale instroom. Veruit de meeste dynamiek op de Tt-arbeidsmarkt - tweederde tol driekwart van alle bewegingen - is afkomstig van werkenden. In hoofdzaak gaat het daarbij om werknemers die van de Ti-branche overstappen naar een andere branche of omgekeerd. Het gaat daarbij vooral om de bouw, de metaal, het transport, de handel en de branche van informatie & ontwerp. De uitstromers die veranderen van branche, veranderen meestal niet of in beperkte mate van werkzaamheden. b. Betekenis van de resultaten voor de branche Het aantal gediplomeerden in de VMBO-TI is ten opzichte van 5 jaar geleden met een derde gedaald. Dit komt met name door de krimp (-41%) in het aantal gediplomeerden elektrotechniek. Het praktijkgerichte Vakcollege is in het vmbo een succes. Het Vakcollege is dan ook een perspectiefvolle mogelijkheid om leerlingen aan de Tl te binden door ze kennis le laten maken de werkpraktijk in de branche. Van de gediplomeerden in de techniekbrede opleidingen in het vmbo gaan maar heel weinig naar het mbo Tl. De recessie lijkt ook negatieve gevolgen te hebben voor hel beschikbaar stellen van stageplaatsen en leerarbeidsplaatsen. Het aantal gediplomeerden hbo-TI daalt in 5 jaar tijd met ruim 20%, maar het aantal gediplomeerden in de TI-gerelateerde opleidingen blijft tot 20134/14 redelijk stabiel. Een derde deel van de instromers, ook van de jonge instromers, is binnen een jaar al weer weg uit de branche. De oorzaak ligt eerder in het gevoerde (personeels)beleid dan in het aard van het werk in de Tl. Geringe branchestandvastigheid betekent een verlies aan investeringen Bij vacatures hebben de werkgevers vaker een voorkeur voor werknemers met ervaring. Afgestudeerde hbo'ers zoeken vooral banen met carrièremogelijkheden. c. Acties van OTIB OTIB richt haar opleidingsbeleid (nog) meer op voor de Tl-bedhjven perspectief biedende doelgroepen: vrouwen en niet-weslers allochtone jongeren (vooral Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen) en uitvallers van het reguliere ondenwijs. OTIB maakt de bedrijven bewust van het feit dat een goed opleidings- en ontwikkelingsbeleid ertoe bijdraagt dat er grotere belangstelling van schoolverlaters en afgestudeerde HBO'ers en dat de vrijwillige uitstroom, met name van recent ingestroomden, wordt beperkL OTIB maakt bedrijven er meer bewust van dat het hebben van een goed personeelsbeleid (met personeelsontwikkelingsplannen en functioneringsgesprekken) bijdraagt aan hel vasthouden van medewerkers. OTIB draagt ertoe bij dat het imago van de branche wordt verbeterd. OTIB stimuleert dat in de LPI's wordt gesproken over de wijze waarop de bedrijven een actieve rol kunnen spelen richting ondenwijs. In de LPI's moet worden nagedacht over de mogelijkheden om het technisch onderwijs en vooral ook het TI-onderwijs in de regio aantrekkelijker te maken:.baai"bij;:zuilen de LPI's de experimenten met de oprichting van Vakcolleges nauwkëurigvolgen en nagaan of de bedrijven een bijdrage kunnen en moeten geven ter stimulering vans;}ez^ experimenten. OTIB bevordert dat in de LPI's en RBPl's de mogelijkhedenjvanfstag^pla&'tsen en leerarbeidsplaatsen worden gestimuleerd.
24
OTIB heeft in 2010 onderzoek verricht naar; • de arbeidsmarkt en opleiding in de verschillende monleursfuncties • loopbaanpaden van verschillende personeelscategorieën (jongeren, Topstartersgroep, vrouwen, allochtonen) • de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt (hoeveel uitstromers uit het onderwijs komen • daadwerkelijk in de TI-arbeidsmarkt terecht) • instroom van werknemers uit andere branches naar bedrijfsgrootteklassen • omvang van de vervangingsbehoefte van de TI-branche
8. Communicatie OTIB communiceert via een veelheid aan middelen en activiteiten. Hoofddoelen van de communicatie zijn bureaucommunicatie, communicatie als middel bij het uitvoeren van beleid en het promoten van vakmanschap binnen en buiten de branche. Daarbij wordt ook ingezet op hel bevorderen van de beroepstrots en verbetering van hel Imago van de branche. Publicaties 2010 • Wat heefl u aan OTIB in 2010 • De opleidingen- en cursuscatalogus 2010 • Jaarlijkse papieren nieuwsbrief • Periodieke digitale nieuwsbrieven • Nieuwsbrief over regionale projecten In de 2e helft van 2010 is een quick scan uitgevoerd in opvolging van hel KTO 2009. Hierin is onder andere de tevredenheid over OTIB Online gemeten. De meerderheid van de bedrijven is tevreden over OTIB Online: 74% is tevreden en 19% is zeer tevreden, 3% geeft aan ontevreden te zijn en 4% antwoordt neutraal. In 2010 hebben 28.892 unieke bezoekers www.otib.nl bezocht Dit is een stijging van 1% ten opzichte van 2009. In totaal zijn 194.648 pagina's bezocht. De tabbladen Cursus/ Opleiding en Regelingen zijn het meest bezochl. Op 31 december 2010 zijn er 1090 webshopaccounts (72,7%). Hiervan zijn 970 webshopaccounts (97%) actief. Technoblel Door de doelgroepen te observeren bij bestaande ontdek en experimenteercentra voor wetenschap en techniek zoals Technopolis in Mechelen, Continium in Kerkrade en Nemo in Amsterdam, is gezien welke experimenten het meest aanspreken. De reacties van de doelgroepen daar waren een belangrijke factor in de keuze van de experimenten voor In de Technoblel. Hierdoor is gekozen voor een met licht aan te sturen opstelling met vliegtuigen die kunnen worden bestuurd. Ook is een elektronische puzzel waarbij technische vraagstukken moeten worden verbonden op een scherm gerealiseerd. Als laatste is er een experimenteer ruimte op de 2e verdieping gebouwd, waar een wisselend aanbod van Technische puzzels en natuurkundige proefjes kunnen worden gedaan. \ '" ,.;,,,'
25
Daarnaast is er gekozen voor een opstelling met een miniatuur transportband, die succesvol is ingezet op een beroepskeuze evenement Way to Work in Amsterdam op een stand in samenwerking met andere technische branches. De transportband is in te stellen om een juiste sortering van blokjes met verschillende groottes en materiaalsoorten te krijgen. Vervolgens is op basis van de intersectorale samenwerking binnen Techniek Talent een beproefde beroepskeuze test van YouTech toegevoegd als activiteit in de Technoblel. Vooralsnog heeft hel concept Technoblel geen ondersteuning gekregen voor brede implementatie in TechniekTalent. De Promodoetrailer is 134 dagen ingezet in 2010, in 2009 was dit 133 dagen. Door onderhoud en aanpassingen kon de trailer niet maximaal worden ingezet. De VSK 2010 heeft dit jaar 12,9% minder bezoekers ten opzichte van 2008. De OTIB stand op de VSK is zowel onder de bezoekers als de standbemanning met minimale kosten digitaal en laagdrempelig geëvalueerd met het online meetinstrument 'surveymonkey'. In 2010 hebben we 5.032 promotiepakketten verspreid. In 2009 waren dit 4850 pakketten dit is een stijging van 3,8%. De pakketten bestonden o.a. uit materiaal voor het regulier ondenwijs, Tl-trolley's, specifieke projecten en informatie voor op de monteursdagen georganiseerd door UNETO-VNI. De regioleamleden hebben een grote rol gespeeld in de verspreiding van de promoliepakketlen. Er zijn ruim 17000 voorlichtingsbrochures en ruim 13000 voodichtingsfolders verspreid. De voorlichtingsfilm wordt ook nog steeds verspreid en er is een nieuwe interactieve film ontwikkeld voor in de Promodoetrailer. In de film worden kijkers uitgedaagd de goede oplossing te geven voor een technisch probleem. Deze antwoorden zijn online in te vullen. Er zijn 48 advertenties redactionele stukken en columns geplaatst in Intech, Inslallateurzaken, Freego, Technical Insights, Werkwijzer en IRIS. OTIB organiseert jaarlijks de vakwedstrijden Skills Best Men. Dit zijn de vakwedstrijden voor vierdejaars VMBO-leerlingen Elektrotechniek, Installatietechniek en Instalektro. De wedstrijden bestaan uit regionale voorronden en een finale. De winnaars van de regionale voorronden nemen deel aan de finale die plaatsvindt tijdens Skills Masters in Ahoy. SkillsMaslers is de jaarlijke beroepenmanifestatie waar de MBO- vakwedstrijden plaatsvinden, voor de Tl georganiseerd en gecoördineerd door OTIB. Op Skills Masters hebben we bijna 500 jongeren gevraagd een online vragenlijst in te vullen, ruim 60 hebben dit gedaan. Hierin hebben we vragen gesteld om de effecten van de beurs en de activiteiten van OTIB op de stand te melen. Er zijn 25.838 bezoekers zijn naar Skills Masters geweest. Dit is 2% meer dan in 2009. Euroskills2010 heeft ruim 62.000 bezoekers gehad. Dit is een stijging van 113,7% ten opzichte van EuroSkills in 2008. In 2010 hebben vier jonge vaktalenten uit de Tl twee bronzen en één gouden medaille in de wacht gesleept tijdens EuroSkills 2010, de Europese variant van SkillsMaslers. Cluebie •••-^^- •^./^ Na het hele goede resultaat van het eerste seizoen heeft OTIB gesponsord. De 20 uitzendingen hebben in seizoen 2, 924.000 stijging van 2,3 procent ten opzichte van seizoen 1.
KiGGG Ai.d^t ookihet kijkers g ^5 n |4L'
K'^v-AC /\:. u.•!••••:,:•::,:: : < . \ ' .
26
9. Kwaliteit en processen Fraude preventiebeleid Binnen de organisatie zijn, afhankelijk van de geld- en materiaalstromen, personen belast met preventiemaatregelen. Het betreft 1 persoon voor activiteiten uitkering tegemoetkomingen aan werkgevers en/of werknemers, 1 persoon voor betalingen en geautomatiseerde systemen en 2 personen gezamenlijk voor hardware en kantoorinventaris. Alle transacties kunnen alleen worden uitgevoerd na controle en afzonderlijke fiattering door 2 personen. In de organisatie is een verbelerslag gemaakt in de wijze van rapporteren en zichtbaar maken van de prestaties op de afzonderlijke beleidsdoelstellingen. Een eerste ontwerp van een systeem om het rendement van de verschillende activiteiten te melen is uitgeprobeerd en kan worden ingevoerd. De servicegraad van de organisatie is verder verhoogd en gemeten via het klanttevredenheidsonderzoek.
ORGANOGRAM OTIB 2010-2011
' • . ; . .
\\
•^
'•,;
•-.•
27
Controle op gebruik regelingen Sinds eind 2008 worden er onder de bij OTIB aangesloten bedrijven steekproeven genomen met betrekking tot de BPV/APS en de OSR. De werkgevers worden geselecteerd op de volgende manieren: • Steekproefsgewijze selectie door de automatiseringssystemen; • Naar aanleiding van de check op de uitkeringsrun BPV/APS en OSR door directie en financiën; • Opvallende declaraties die binnenkomen bij de servicedesk. Streven is om maandelijks tussen de 10 en 15 bedrijven te bezoeken voor een controle. Dil streven Is in 2010 behaald. Opvallende zaken tijdens de controle Algemeen • Goede wijze van ontvangst en behandeling van de controleur; • Wijze van archivering is bij veel bedrijven een aandachtspunt; • Afstandverklaring OSR recht wordt in sommige gevallen niet opgemaakt of weggegooid; • Veel vraag naar informatie omtrent het opstellen van een BOP; • ORA bezoek gewenst omtrent het gebruik van regelingen / projecten. OSR • Bij feitelijke onjuistheden betreft dit in 90% van de gevallen het declareren inclusief omzetbelasting, tenwijl de OSR regeling de omzetbelasting uitsluit van declaratie. Deze kan de werkgever immers terugvorderen bij de fiscus; • Er worden cursussen gedeclareerd die achteraf niet gevolgd zijn; • Afronden van de cursuskosten in het voordeel van de werkgever; • Cursussen worden gedeclareerd in het verkeerde OSR jaar; • Dubbel declareren van cursussen voor dezelfde werknemer; • Interne doorbelastingen opvoeren als cursuskosten; • Doorbelasten van studiekosten bij overstap van werknemer naar andere OTIB werkgever. BPV • Er wordt gedeclareerd voor een BOL opleiding waarvan de werknemer bekend is met een dienstverband van 38 uur; • Niet alle handtekeningen staan vermeld op de BPV overeenkomst. Naar aanleiding van de uitgevoerde controles worden regelmatig aanvullende vervolgcontroles verricht vanuit het OTIB bureau. Hierbij wordt gevraagd naar kopiefactureh, presentielijsten en BPV overeenkomsten. Acties naar aanleiding van bevindingen • Terugvorderen/verrekenen met openstaand OSR recht; • Hercontrole; • Binnen een vaste termijn een verbeterd dossier; • Snelle vervolgcontrole; ---.. • Declaratie bijstellen naar beneden; ;: ^ ., :, ".;•;: i • ORA inschakelen voor ondersteuning; '''" ' " • Verfijning definities in BPV regeling.
•' ''^'"''
28
Feitelijke terugbetaling is in één geval opgelopen tot een totaalbedrag van € 39.899,99. Het merendeel van de terugvorderingen wordt verrekend in de nog openstaande OSR rechten. Werkgevers gecontroleerd in 2010 verdeeld naar bedrijfsgrootte: Bedrijfsgrootte Aantal bedrijven % <25 19 12,60% 25-100 79 52,30% >100 53 35,10% Totaal 151 100,0% Geconstateerde werkgevers met onvolledigheden verdeeld naar bedrijfsgrootte: Bedrijfsgrootte Aantal bedrijven % <25 2 6,30 %
25-100
15
>100 Totaal
15
46,85% 32
46,85% 100,0%
Geconstateerde onvolledigheden verdeeld naar regeling/probleem: Regeling Aantal bedrijven % OSR 24 75,00% BPV 3 9,40% APS 5 15.60% Totaal 32 100,0% Daarnaast vroegen 14 bedrijven extra informatie ten behoeve van de OTIB regelingen, de BOP, afstandverklaring en de bewijsovereenkomst die ter plekke verstrekt is. De volgende wijzen van controleren worden gehanteerd: • Aanvullende informatie controle en opvragen bij binnenkomst van declaratie; • Controle bij het opmaken van de betalingsrun door de servicedesk; • Steekproef door financiële administratie en direclie; • Fysieke controle bij het bedrijf. Afgewikkeld uit de halfjaarrapportage Aandacht voor dubbelingen in de meetpunten bij het operationeel plan 2011 ln de uitwerking van het operationeel plan 2011 is hier specifiek op gecontroleerd met name in het kader van CGO projecten. Heldere koppeling activiteiten en resultaten regio en landelijk ten aanzien van regulier onderwijs De opzet van de uitvoering valt onder het landelijk deel en de kwalitatieve uitvoering onder de regio, waarna resultaten van die uitvoering weer in de landelijke analyse worden meegenomen. Zorgvuldige inbedding van de toekomstige TechniekTalent thema's in operationeel plan en begroting 2011 ( en verder) teneinde voldoende inzet te plegen en onnodige dubbelingen te voorkomen. Voor zover invulling al bekend was, is dil verwerkt. Extra aandacht voor de vraagstelling in het tevredenheidondèrzoek en de items in het onderzoek naar trends en ontwikkelingen, mede gezien de aanvullende^/ragen, geformuleerd tijdens de beieidsdag. ï)^o:iy\—\ De verkregen reacties van bedrijven zijn inmiddels meegenomen in de' onderzoeksrapportages. Tevens vormen ze weer input op de beleidsda^^^gpl 1.
Stagebeleid in het HBO ontwikkelen Behalve het deel dat in de samenwerking binnen Techniek Talent is meegenomen, is er nog geen specifieke beleidslijn ontwikkeld. Voorbereiden beleid inzake de flexibele schil in de branche Diverse onderzoeken en verkenningen zijn in gang gezet als voorbereiding op een mogelijk vast te stellen lijn in de loop van 2011. Analyse van nieuwe, toekomstige supportmogelijkheden voor bedrijven In overleg met bedrijvenpanels wordl hier input voor verzameld. In 2010 stonden echter de oplossingen voor de gevolgen van de economische omstandigheden meer in de belangstelling. Inzicht verkrijgen in de juridische consequenties van grote ingrepen in de regelingen, mede als gevolg van ongewenst gebruik. Inzicht is verkregen en is van invloed geweest op de vaststelling voor 2011 en 2012. Punten ten aanzien van 2011 1. Discussie en koersbepaling internationale beroepenwedstrijden; 2. Gebruikersanalyse website; 3. Evaluatie samenwerking en service punten techniek; 4. Bredere uitrol en communicatie nadat de verbeterde versie van Skillsmanager gereed is; 5. Duurzame effecten analyseren van loopbaanprojecten; 6. Gebruikers- en effectenanalyse van de 3 professional games; 7. Opstellen lijst van uil le voeren effectmetingen; 8. Adequate koppeling etalage met interne systemen; 9. Verdere benutting netwerkstructuur binnen Techniek Talent; 10. Bevorderen en borgen van de kennis over de branche bij individuele medewerkers van het OTIB bureau tijdens de verschillende afdelingsoverleggen. 11. Gedetailleerde analyse van de groeimogelijkheden in de relatie MBO en TechnologieThuis Nu! 12. Extra inzet mede aan de hand van metingen bij de hoofddoelstelling Bevorderen Kwaliteit van het Regulier Onderwijs. 13. Adequate monitoring van de implementatie Skillsmanager. 14. Tevredenheid onder de gebruikers van de Skillsmanager in beeld brengen.
^.^GGG Au;Gr
30
10.
Financiën en resultaat 2010 Heffingsopbrengst € 42.747 € 43.642 € 38.000
2009 2010 Begroting 2011
Uitgaven kwantiteit € 28.728 67,20% € 21.425 49,09% € 20.050 52,76%
Uitgaven kwaliteit € 14.019 32,80% € 22.217 50,91% € 17.950 47,24%
Verhouding kwalitatieve-en kwantitatieve uitgaven: 80,00% n 70,00% 60,00% 50,00%. 40,00% 30,00% 20.00% 10,00% 0,00%
Uitgaven kwantiteit Uitgaven kwaliteit
2009
2010
Begroting 2011
Stand eigen vermogen per eind jaar: €60.000.000,00 n S
€50.000.000,00
O)
o É
€40.000.000,00
O)
> g
€ 30.000.000,00
^
€20.000.000,00
Eigen vermogen Heffingsopbrengst
O)
o -g
€10.000.000.00 €2006
2007
2008
2009. /2010.;._ K^-n;:-:;;: c.ö
31
Definitieve cijfers 2010 Bedragen x € 1000,Resultaat 2009
Begroting 2010
Resultaat 2010
Begroting 2011
Baten 4.1 4.2 4.3
Heffing Rente Overige baten
Totaal baten
€ e €
42.747 1.841 417
€ €
€
45.005
€
€ € €
1.215 296 511
e
-
€ € € €
€ € €
43.642 1.174 381
€ € €
38.000 900
39.100
€
45.197
€
38.900
1,200 200
€ € € €
1.144 161 451
€ € € € € € € € €
1.000 300 450 500 1.400 11.100 50 14.800
1.100 250 250 250 400 8.900 900 1.250 13.300
38.000 1.100
e
-
Lasten 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7 3.4.8
Regulier onderwijs Interventies Bordessen Competentie gericht Ondenwijs Vraagsturing CGO Praktijkscholing TechniekTalent Uitkering BPV Bovenmatige APS Uitkering
3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8
Scholing werknemers Innovatieve ontwikkeling en scholing KennishiDS Sklllsmanager/Etalage Veilig werken op hoogte Innovatieve scholing en practica Uitkering oniwikl^ejingsstimulering Empbyability/loopbaanpr. Plusprojecten
3.6 3.6.1 3.6.2
Doelgroepen (Zij) Instroomprojecten Vrouwen in de branche
€ € € € €
€ € € € € € € € €
12.585 1.411 16.018
1.276
498 14.732 673 1.037 18.216
e
-
142 10.317 433 12.648
e
949
€ € €
-
500 11.000 400 800 13.800
e
422 10.675 445 798 13.289
€ € € € € € € € €
400
238
e
400
€ € €
238
€ €
500 100 600
500 13.500 600 16.000
€ € € € € € €
1.100
€
-
€ € € €
€ € € €
e
e
-
-
€ € € €
€ € €
485 485
€ € €
€ € € €
1,158 515 2.618 4.291
€ € € €
1.200 600 2.500 4.300
€ € € €
1.121 652 2.392 4.165
€ € € €
1.200 750 2.600 4.550
€ € € €
4.426 286 734 5.446
€ € € €
4.400 300 700 5.400
€ € € €
4.372 281 699 5.352
€ € € €
4.200 350 700 5.250
-
-
-
3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3
Beleidsondersteuning Regio Onderzoek en monitoring Communicatie
3.8 3.8.1 3.8.2 3.8.3
Bureau Algemeen Bestuur en beleidsondersteuning Mn-Services
3.9
Overige lasten
€
339
€
-
€
292
€
400
3.10
Extra bestedingsplan
€
9.065
€
4.900
€
4.255
€
-
Totaal lasten
€
53.860
€
44.800
€
40.239
€
Resultaat
€
€
4.958
€
8.855-
€
5.700-
38.900
-
32