c.
/
Jaarverslag 2011 van de Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch installatieBednjf(OTIB) statutair gevestigd te 's-Gravenhage
kp^G i;;;n;:r'i-:i! '.■:;yd--üi'> ons {c-.pnoft u-\i.
23 MEI 2]] inici'J?! bn'i!i'A\m iu-i-i!, r^HSfi' ViK|r/:';i"i,ilic;;n;;!i;^t:li;in:!i:n: KHMG /I':c;Miiiiti!n!S N.V, OTtB 12-0452/EvB/CiH/definilief 24.4.2012
1
Inhoudsopgave Pagina 1.
Rechtspersoon
3
2.
Statutaire doelstellingen
3
3.
Missie en visie
4
4.
OTIB bestuurlijk
5
5.
Opleidingen en instroom
9
6.
Vakkennis
16
7.
Loopbaan
18
8.
Samenwerking met andere branches en strategische partners
22
9.
Regiostructuur
23
10. Onderzoek, gegevensanalyse en monitoring
25
■11. Communicatie
28
12, Kwaliteit en processen
30
13. Financieel
35
kPMG
i
2 3 MEI m
OTID12-0452
1. Rechtspersoon De Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB) is statutair gevestigd in 's-Gravenhage. De feitelijke activiteiten worden uitgevoerd in Woerden aan de Korenmolenlaan nummer 4.
2. Statutaire doelstellingen De stichting heeft ten doel: a. het (doen) verrichten van scholingsactiviteiten, ontwikkelen van lesmateriaal, vormings- en ontwikkelingswerk, en het informeren hierover, ten behoeve van Werkgevers en Werknemers, teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in het Technisch Installatiebedrijf te bewerkstelligen en de inzetbaarheid van de Werknemers te verbeteren; b. het (doen) bevorderen en stimuleren van de opleiding van jeugdigen en anderen in het (beroeps)onderwijs ten behoeve van het Technisch Installatiebedrijf, alsmede het voorlichten hierover; c. het (doen) waarborgen, bevorderen, ontwikkelen en verzorgen van bij-, her-, na- en opscholing van werkgevers en werknemers die in het Technisch Installatiebedrijf werkzaam zijn, alsmede het voorlichten hierover, om op deze wijze de vakbekwaamheid van werkgevers en werknemers in de bedrijfstak te bewerkstelligen respectievelijk te verhogen en het (doen) verbeteren van de arbeidsmarktposities van de Werknemers; d. het (doen) verzorgen van werkgelegenheidstrajecten voor arbeidsgehandicapten, mensen zonder werk of met werkloosheid bedreigde werknemers door middel van het aanbieden van een (vak) opleiding ter vervulling van vacatures in het Technisch installatiebedrijf; e. het (doen) bevorderen van de arbeidsdeelname van vooral vrouwen in de bedrijfstak en blijvende arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen in de bedrijfstak; f. het doen van onderzoek naar en vertalen van het belang voor het Technisch Installatiebedrijf van (nieuwe) technologische ontwikkelingen; g. het (doen) verrichten van en informeren over onderzoek verband houdend met de hierboven genoemde terreinen met als doel het ontwikkelen van beleid op bedrijfs- en sectorniveau in het Technisch Installatiebedrijf; h. zonodig de inzet van deskundigheid, die het bestuur ondersteunt bij zijn activiteiten en die tevens voorlichting en informatie met name op gebied van scholing, vorming, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarktbeleid aan ondernemingen in het Technisch Installatiebedrijf kan verstrekken.
/- im n fi'i'-^
li\lj S ' J . ^ KPr.''G Audit
23 MEI
OTIB12-0452
^'y^.J,.;^ ;V:i;;;wnl;inU^ ^:3^
3. Missie en visie Missie De missie van OTIB "Bijdragen aan een aantrekkelijke technische installatiebranche, met voldoende en goed gekwalificeerde mensen". Visie Kennis ontwikkelen, managen en delen OTIB wil bedrijven en werknemers ondersteunen bij het ontwikkelen, managen en delen van de kennis die nodig is om innovaties op te pakken en aan eisen uit de omgeving te laten voldoen. Dit is zovvei van belang voor de continuïteit van de bedrijven, als voor de ontwikkeling van de individuele werknemers als vakman, en voor de arbeidsmarktpositie van de werknemers. Borgen van de kennisinfrastructuur OTIB zet zich in om de branche te ondersteunen bij het scheppen en beheren van de kennisinfrastructuur. Onder kennis verstaan we hier alle informatie die relevant is voor het uitoefenen van beroepen, die ontwikkeld wordt in de branche. Het organiseren van de kennisvraag vanuit de bedrijven is een taak van de werkgeversorganisaties. OTIB faciiiteert het formuleren van de vraag. Tevens ondersteunt OTIB het opstellen en actualiseren van kwalificatie-eisen. Met name daar waarde innovatiesnelheid hoog is, is regelmatig actualisatie nodig. Daarnaast ontwikkelt OTIB nieuwe opleidingen in die gevallen waar de markt dit niet doet en draagt deze vervolgens over aan de markt. Ook maakt OTIB andere relevante kennis transparant en toegankelijk, in samenwerking met bedrijven en kennisinstituten in de branche. Goed en aantrekkelijk beroepsonderwijs OTIB ziet een taak in het verbeteren van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het beroepsonderwijs. OTIB stelt vast dat de bestaande samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijven op dit punt onvoldoende resultaten oplevert en zal hierin meer initiatief naar zich toetrekken. Instroom bevorderen en borging voldoende praktijkleerplaatsen Het bevorderen van instroom is een taak voor OTIB. Daarbij dient de aandacht zowel uit te gaan naar het regulier beroepsonderwijs als naar zij-instromers. Centrale elementen van deze taak zijn het onder de aandacht brengen van de beroepsmogelijkheden, het vergroten van de aantrekkelijkheid van de opleidingen en het faciiiteren bij de instroom. De instroomproblematiek speelt ook in andere technische branches en kan voor een deel het meest effectief worden aangepakt in samenwerking met deze technische branches. Werknemers binden aan de branche Gezien de situatie op de arbeidmarkt heeft OTIB een taak te vervullen in het binden van de werknemers aan de branche, De individuele werknemer dient te worden ondersteund in zijn ontwikkeling als vakman en in het formuleren en realiseren van zijn toopbaanwensen. Dat bindt hem aan het bedrijf. De werknemer die het bedrijf wil veriaten, omdat hij 'iets anders' zoekt, dient te worden voorgelicht over de beroepsmogelijkheden binnen de Technische Installatiebranche, zodat hij in ieder geval voor de branche behouden blijft. Aan de kant van de bedrijven heeft OTIB de taak werkgevers te ondersteuneri'bijjief bewerkstelligen van een goed personeelsklimaat, waarin werknemers worden gestimuleér'dlin hun loopbaanontwikkeling. ^.I^I^l^L^f w^aL^^^^ ^^i=Po. d...
23 OTIB12-0452
PniH^if \'.>iiid;M';!ifi.-:;!:ii:üc^^r:::i:iiM.
4. OTIB Bestuurlijk Branche-Informatie De aantallen werkgevers en werknemers muteren in de tijd door onder andere: • De oprichting van nieuwe bedrijven • Fusies/overnames o Faillissementen « De wisseling van kernactiviteiten van bedrijven • Beëindigingen van geregistreerde dienstverbanden • Wijzigingen in de aanlevering van werknemers / werkgevers gegevens vanuit MN Services In verband met juridische consequenties vanuit MN Services Per 31-12-2011 Opmerking; Het gepresenteerde aantal werkgevers en werknemers betreft de stand van zaken per einde halfjaar. Door mutaties met terugwerkende kracht en het hoge aantal oproepkrachten kunnen deze aantallen na 2011 nog (substantieel) wijzigen. • 10.199 werkgevers " 134.972 werknemers Werknemers Datumtraject 0101 t/m 3006 3006 t/m 3112
2008 +0,8% +3,1%
2009 +0,4% -0,6%
2010 -3,3% -0,9%
2011 -1,0% -0,40%
' V a n 311210 t/m 311211 een afname van 1.892 werknemers. Werkgevers Datumtraject 0101 t/m 3006 3006 t/m 3112
2008 2009 2010 2011 +3,2% +1,4% 1,1% 0,4% +1,0% +0,1% 1,3% 1,0%
•Van 311210 t/m 311211 een afname van 144 werkgevers. Aantal faillissementen
2009 Metaal en techniek breed Technische installatiebranche Procentueel deel
681 155 23%
2010 605 169 28%
2011 483 176 36%
Collectieve arbeidsovereenkomst Op 6 april 2011 werd een principe akkoord bereikt voor de arbeidsvoorwaarden C AO, De looptijd van de nieuwe overeenkomst is 25 maanden, van 1 april 2011 tot 30 april 2013. Hoofdpunten; • De partijen hechten verder waarde aan het voorzetten van de 58+ regeling. • Een speciale commissie gaat zorgen voor meer kennis over optimale inzetbaarheid voor werknemers in alle levensfasen. Preventie en, reintegratie wordt ook onderdeel van het takenpakket. • Werkgevers en werknemers gaan daarnaast op zoek naar mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) meer wó'rdt'töëgepiast in de sector. De basisheffing voor OTIB blijft 0,5% en de egalisatieheffing blijft eveneens'0,5%Vzó^dat^e^^^,^^^ ^ ^^ totale premie uitkomt op 1% van de loonsom. LU;^.J,.I...V, \ , . , i ^ ^ ^ . '.i,
23 MEI / r l^;ei>iiii^■ï)li;^hi■lï■irid!■n
Bestuurssamenstelling Werk nemerszij de De heer H.T.M. Wijninga FNV Bondgenoten Mevrouw A.M. Zwezerijnen FNV Bondgenoten De heer M.H. Hietkamp C NV Vakmensen De heer J.G. Kruithof De Unie Werkgeversïijde De heer P. Eijkelenboom, voorzitter De heer M. de Ruijsscher, penningmeester De heer P.C .J.M. Ewalds De heer N.C . Weiboren
UnetoVNl UnetoVNl UnetoVNl UnetoVNl
Bestuursvergaderingen 16 maart 2011 Onderwerpen • Resultaten (voorlopige) 2010 ten behoeve van afstemming fiscus • Eerste versie rapportage 2010 • Voortgang geoormerkte budgetten • Voortgang Techniek Talent • Voortgang Kennishuis • Beleidsvraag HBO en moeilijk vervulbare vacatures • Borging praktijkleerpiaatsen 20 april 2011 Beleidsdag Onderwerpen • Verkenningen, analyses en discussie omtrent recente ontwikkelingen in de Technische Installatie Branche aan de hand van onderzoeksresultaten • Onderzoek zijinstroom • Vaststellen van de hoofdlijnen in: Wat moet OTIB de Technische Installatie Branche bieden? • Verkenningen en koersbepaling op basis van wensen en mogelijkheden in de ondersteuning • en kwaliteitsverbetering van praktijkscholing In brede zin, OTIB
25 mei 2011 Onderwerpen « Bespreken en vaststellen jaarrekening, jaarverslag en jaarrapportage 2010 o Voortgang afwikkeling VPB kwestie • Eindverslag extra bestedingsplan « Voortgang Techniek Talent 14 september 2011 Ondeiwerpen • Halfjaarrapportage o C oncept beleidsplan 20122014 o H oofdlijnen Operationeel plan 2012 • C oncept begroting 2012 • Techniekbrede loopbaanvoorziening opzet pilot • Scenario's Arbo activiteiten • Voorstel vergaderdata 2012 • Voorstel bestuursagenda 2012
L|J^|^| hy'"-ÉVilT\^.^_^ ?.!!'l^,^''":''" ■"■■. s ■■"••''"p;;^:iipi;(;f; ^j (, 7 o j^rt '■■<)*• " '' ,,,^^^j_^j ^ ^^, '''■'''^■^^■^^^"^•'-
:.^^f.;iüirujr.v
9 november 2011 Onderwerpen • Vaststellen Beleidsplan 2012-2014 • Vaststellen Operationeel plan 2012 p Forecast 2011 • Plan van aanpak Arbocatalogus • Ontwikkeling EVC • Praktijkscholing • Brancheaanpak voor het HBO 2012-2014 • Voortgang Techniek Talent 14 december 2011 Onderwerpen Beleidsplan 2012-2014: definitieve versie Operationeel plan 2012: uitvoeringsbesluiten Begroting 2012 Forecast en ontwikkelingen fiscus Beleggingsstatuut Bestuur in control en checklist Rooster van aftreden en voorstel aanpassing statuten Arboactiviteiten 2ZP Voortgang Techniek Talent Sktllsmanager Afsluiting Extra Bestedingsplan De looptijd van het Extra bestedingsplan eindigde eind 2010. Hiertoe is het afsiuitingsdocument opgesteld aan de hand van gemaakt bestuursafspraken. Op 25 mei 2011 is het document door het bestuur vastgesteld waarmee het Extra bestedingsplan formeel is beëindigd. Vennootschapsbelasting In 2003 is door de belastingdienst een onderzoek gestart naar de belastingplicht van OFE-installatie, de rechtsvoorganger van OTIB, Na intensief overieg heeft de inspectie zich akkoord verklaard met de volgende afspraken: • de opgelegde aanslagen worden vernietigd; • OTIB bouwt het eigen vermogen af tot max. €35,7 miljoen uiterlijk op 31 december 2010; • in 2011 reikt de belastingdienst een aangifte uit om de vermogenspositie te toetsen. Overeenkomstig bovenstaande grafiek is het Eigen Vermogen eind 2010 minder dan de opbrengst van één jaar heffing. Na verschillende verkenningen met de fiscus is een document door PWC opgesteld dat in 2012 de verdere gesprekken die tot afronding moeten leiden, kan ondersteunen. Cruciale punten • Het verieden wordt zonder enige belastingplicht afgesloten; ...„_„_,, • Een evenwichtig en voor de fiscus controleerbaar systeem zaLin.de toekomst inzake belastingplicht worden gehanteerd; er mag geen ongelijke siluatie'ontstaan.ten opzichte van fiscale behandeling van reserve bij andere fondsen; DLn-)a"'*-'i^y!^t^''^ fsomw ^i 'i • Externe ontwikkelingen die de reserves tijdelijk doen toenemen leiden niet meteen belastingplicht; 2 3 M£f^012 • Geoormerkte / bestemmingsreserves vallen niet onder de algemene reserve. OTIB12-0452
P-...^/(.:,ici:;:i-,h.nl,yi(:riin:nJan:
Geldmiddelen De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. Het voor de werkgevers bestemde en ten behoeve van de werkgevers en de werknemers in de boeken van de stichting afgezonderde bedrag; b. De bijdragen van de werkgevers ingevolge de desbetreffende bepalingen van de C AO voor het Technische Installatiebedrijf; c. De inkomsten uit het vermogen van de stichting; d. Andere inkomsten en incidentele baten. De stichting heeft geen andere bijdragen dan die, welke zijn vastgesteld bij of krachtens de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf. Algemene uitgangspunten die van kracht waren voor 2011 • In 2011 voegt OTIB geen extra middelen aan de reserve toe. De geprognosticeerde heffingsinkomsten worden gehee! in uitgaven begroot. •
In 2011 treedt de begrenzing van de OSR in werking. Vanaf dit jaar zullen geleidelijk aan meer middelen vrijkomen voor kwalitatief beleid.
•
Het fonds blijft de uitgaven aan de regelingen scherp monitoren, We blijven nadenken over de inzet van de BPVregeling, die nog steeds een open einde kent en gevoelig is voor ongewenst gebruik.
•
De algemene lijn voor 2011 is de OTl Binspanningen met name te richten op: > optimale inzet van de bestaande instrumenten en lopende projecten; > optimaliseren van de beleidsuitvoering en aansturing in de regio.
•
De gevolgen van de economische ontwikkelingen doen zich voelen op de arbeidsmarkt. Het aantal werknemers daalt. Tot op dit moment heeft nog geen substantiële daling plaatsgevondenvan het aantal BBLieeriingwerknemers in onze branche. Wel heeft OTIB in 2010 via de Maatregel Borging Praktijkleerpiaatsen 800 BBLBPVplekken veiliggesteld. Ondanksde meevallende ontwikkeling op de BPVmarkt, verwachten deskundigen in de loop van 2010/2011 toch een daling. OTIB blijft daarom ook in 2011 de Maatregel Borging inzetten en de stand van zaken op de BPVmarkt monitoren, OTIB zet ook externe middelen (ESF) waar mogelijk in om de instroom en arbeidsmarktpositie van jongeren in onze branche tebevorderen. Met betrekking tot het inzetten van externe middelen voor ESF wordt ook gezocht naar cofinanciering, al dan niet in gezamenlijk verband.
•
De regiostructuur is in 2010 geëvalueerd. Op basis van de resultaten hiervan passen we de regionale platformstructuur en de inrichting van de regionale structuur van OTIB functionarissen waar nodig in 2011 en volgende jaren aan.
•
Participatie in het samenwerkingsverband Techniek Talent wordt voortgezet en krijgt een structureel karakter in de uitvoering van vastomlijnde thema's tot 2016.
« Voor projecten en activiteiten wordt actief gezocht naar cofinancieringsmogelijkheden.
KPvlG A;jdit
12 Hwmi OTiB120452
/
■■,
« . , ,
5. Opleidingen en instroom Bij het bevorderen van instroom gaat de aandacht van OTIB zowel uit naar het regulier beroepsonden/vijs als naar zij-instromers. Centrale elementen van deze taak zijn het onder de aandacht brengen van de beroepsmogelijkheden, het vergroten van de aantrekkelijkheid van de opleidingen en hel faciiiteren van de instroom. De instroomproblematiek speelt ook in andere technische branches en kan vooreen deel het meest effectief worden aangepakt in samenwerking met deze technische branches. In 2010 is reeds een deel van de instroomactiviteiten van OTIB opgepakt binnen het samenwerkingsverband Techniek Talent, Instroom bevorderen via het regulier ondenwijs. Basisonderwijs en VWIBO-onderbouw In 2011 zet OTIB voor basisondenwijs en onderbouw VMBO in op verder integratie van beleid en activiteiten in TechniekTalent. Met een goed geslaagde stand van Techniek Talent op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) van 25 tot en met 29 januari is in 2011 de gezamenlijke aanpak voor basisonderwijs gestart. In juni is de projectleider voor Basisonderwijs gestart met de uitwerking van een projectplan, dat in het najaar Is voorgelegd aan het bestuur van Techniek Talent. In afwachting van goedkeuring hiervan konden vanuit Techlab nog geen ontwikkelactiviteiten starten. Wel zijn de eerste Technetjunior kringen gestart en is het contact gelegd met Platform BetaTechniek om af te stemmen met het Masterplan Ruimte voor Talent. Dit is erop gericht dat in 2016 techniek een vaste plaats heeft op alle 7.000 basisscholen. Omdat de overheid hierbij vooral inzet op scholing voor de leerkrachten, wil Techniek Talent hierop complementair werken en scholen voorzien van laagdrempelig materiaal en support bij de eerste start met technieklessen. Bovendien is een voorstel uitgewerkt om in 2013 opnieuw deel te nemen aan de NOT. Op basis van het rapport 'Samen Slimmer Schakelen' is Techniek Talent begonnen bestaande producten van de partners te restylen voor het gezamenlijk aanbod van Techniek Talent. Hierbij horen voor onze branche de boekjes uit de OTIB- themareeks en het hamsterspel Tech~Ed. In januari werd het aanbod gepresenteerd op de NOT 2011. Daarnaast worden in Techniek Talent aanvullende materialen ontwikkeld. OTIB speelt hierbij een actieve en innovatieve rol. Doel is meer samenhang te brengen in het verbrokkelde aanbod en meer draagvlak te krijgen bij de partners voor de gezamenlijke aanpak. VWIBO-bovenbouw Gemotiveerde en enthousiaste docenten zijn belangrijk voor de instroom. Om het enthousiasme en de motivatie te stimuleren heeft OTIB het docentenplatform opgericht. Dit geeft blijk van aandacht van de branche en geeft status aan de docenten in het platform. Ook Uneto-VNl wordt daarom uitgenodigd voor de vergaderingen van het platform. Daainaast gebruikt OTIB het docentenplatform als instrument om contact te houden met het VMBO. Zo blijven we op de hoogte van de ontwikkelingen en van de mening van de VMBO docenten over de producten van OTIB, En van de behoeften van de docenten. De totale ureninvestering is volgens plan en heeft ertoe geleid dat OTIB een krachtig imago behoudt als bondgenoot van de VMBO-docenten. Samen met het Platform heeft OTIB de aanpak met bordessen en bedrijfssimulaties algemene bekendheid onder de docenten. kunnen geven. In 2011 zorgt OTIB landelijk en regionaal voor een brede verspreiding.van.de Professionalsgames. De vooriichtingsreeks van de Professionals^g'amesliS'eind 2010 voltooid met Saving Scrap City. In 2011 wordt het marketingpiainV^pSavirng^Scrap City en voor de twee eerste games uit de reeks naar doelgroepen en intermediairs y!tge.yoer:d.','.., ..^^.. samen met Kenteq en de opleidingsbedrijven,
.port iLü
2 3 M£!/ül2 OTIB12-0452
y
9
KP'AC) A;:;;i,!.;n!;i;i|., ;■: V
Daarnaast heeft OTIB ingezet op het bevorderen van: • De ingebruikname van bedrijfssimulaties op locaties van elk van de volgende VMBO-varianten: de gemengde leerweg, de theoretische leerweg, de Vakcolleges en de VM2-experimenten. • Het verhogen van het percentage scholen waar leeriingen kennismaken met technische installaties via (mini)bordessen en bedrijfssimulaties, • Actieve participatie aan de conferentie van VedoTech en minimaal twee bijeenkomsten vandeNVONin2011. • Ingebruikname in 2011 van de bedrijfssimulatie (zorg)domotica voor HAVO op minimaal vijf HAVO-locaties. • Deelname van minimaal twee VMBO-scholen in 2011 aan de uitbreiding van OTIB Skillsmanager voor het regulier onderwijs, • Deelname van een TechMavo-school in 2011 aan de ontwikkeling van digitale bedrijfssimulaties. • Participatie in elke CGO-pilot van minimaal één VMBO-school in 2011. MBO en HBO De vernieuwingen die OTIB ambieert in het beroepsonderwijs vereisen een meer intensieve relatie met de MBO-Raad en de HBO-Raad. Hiermee zal zowel de instroombevordering als de kwaliteit van het regulier onden/vijs zijn gebaat. OTIB investeert in 2011 in een brede aanpak van de vernieuwing van de MBO- en HBO opleidingen op basis van het BètaMentality-model. Dit moet resulteren in een nieuwe positionering en zo nodig herstructurering van opleidingen, deelopleidingen, minoren en AD's ten behoeve van inhoudelijke en marktgerichte specialisaties. Daarbij hoort ook de modernisering van de leeromgeving tot een inspirerende 'showroom'. In deze aanpak worden voor het MBO ook de uitwerkingen van kwalificatiedossiers in de CGO-pilots meegenomen en nieuwe deeltrajecten zoals de Minor Coachen en begeleiden. Hierbij werken we samen met de BTG MEI en het Cluster Engineering. OTIB zet de uitbreiding van OTIB-Skillsmanager met modulen voor het regulier onden/vijs en de koppeling naar andere systemen voort. Een interface wordt gerealiseerd voor uitwisseling van competentiegegevens tussen OTIB-Skillsmanager, Mentorteq, leeriingvolgsystemen en andere systemen. Ook worden gebruikersmoduten rond OTIB-Skillsmanager voor het beroepsonderwijs opgeleverd. Om de doorstroom van VMBO naar MBO aantrekkelijker te maken, werkt OTIB in 2011 verder aan de ontwikkeling van een digitale omgeving voor bedrijfssimulaties voor het MBO, in aansluiting op de bedrijfssimulaties in het VMBO. Het betreft een praktijkhulpmiddel voor het uitvoeren van bedrijfssimulaties. ROC's hebben hier om gevraagd. Vanwege de kosten en de uitstraling is een digitale leeromgeving voor OTIB efficiënter dan een werkbordes voor ieder ROC. Ook de augmented reality instrumenten voor een gerichte inzet van E-Learning content leveren een bijdrage aan de instroombevorderirig. Dit wordt in een marketingaanpak verwerkt, waarbij ook de marketing rond Sharkworld wordt vernieuwd. De didactische mogelijkheden en de gebruikersgroep van Sharkworid worden vergroot. Ondenwijsinstellingen in het reguliere MBO en HBO mogen zelf bepalen welke opleidingen zij aanbieden en hoe ze deze inrichten. Om te zorgen dat onze branche voldoende bediend wordt met actuele beroepsopleidingen van hoge kwaliteit is het bejaTigrijk'Clat OTIB hechte relaties onderhoudt met het onderwijsveld en de koepelorganisatiës^yéjMBO-Raad en de HBO-Raad. ^^''-^^ Aiidii
2 3 Hünm OTI012-0452
/
10
OTIB participeert daarom in allertei vormen van overleg, zoals de BTG MEI voor het MBO en de Raad van Advies voor het cluster Engineering voor het HBO. In 2011 nam OTIB deel aan zes bijeenkomsten van deze overlegstructuren, waarbij voor het HBO de bijeenkomsten deels in het teken stonden van de herziening van het bachelorprofiel. Daarnaast vond samen met andere branches vanuit Techniek Talent een achttal bijeenkomsten plaats met de secretaris van het HBO-cluster Engineering over de ontwikkeling van HBO-beroepsbeelden. Ook is met individuele hogescholen in 2011 regelmatig overieg geweest. Het meest intensief was dit met de Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Utrecht, waarbij in beide gevallen kon worden voorkomen dat een opleiding voor onze branche voortijdig werd gestopt. Na deze interventies is met succes alsnog een constructieve relatie ontstaan waarin OTIB wordt betrokken bij het vernieuwingsproces. Daarbij worden de opleidingen breder, aantrekkelijker en actueler ingericht. Ook de ontwikkeling van de MBO-regioprofielen en de herziening van de bachelor laten zien dal de versterkte inbreng van de branche (zowel bestuuriijk als inhoudelijk) een goed initiatief was. Verder blijkt bij contacten met ROC's en Hogescholen dat de betrokkenheid van OTIB bij de landelijke overiegstructuren en innovatietrajecten extra status verleent aan de branche, wat een strategisch voordeel oplevert bij kennismaking en contacten met individuele instellingen. Door participatie is inmiddels voldoende input om een specifiek plan HBO 2012-2014 vorm te gaan geven. Oe maatregel borging BPV-plaatsen Door middel van regionale projecten ondersteunt OTIB bedrijven bij het ontwikkelen van plannen en wijst vervolgens middelen toe. De uitgangspunten hierbij zijn dat de activiteiten zijn gericht op instroom en/of behoud van BPV-plaatsen, dat de leeriing-werknemers zonder extra inspanning gevaar lopen hun opleiding niet te kunnen afronden of ontslagen worden en dat er geen verdringing plaatsvindt van reguliere leeriing werknemers. Het RBPI houdt bij deze projecten ook de vinger aan de pols. De maatregel borging is erop gericht dat instroom en opleiding van jeugdigen (tot en met 28 jaar) in de bedrijfstak ondanks de economische malaise niet of nauwelijks terugvalt. De activiteiten inzake deze maatregel verlopen in de vorm van regionale projecten waarin OTIB een leidende rol heeft en afstemt met regionale partijen. Bedrijven zijn per regio en per bedrijf erg verschillend, vandaar dat is gekozen voor een regionale aanpak. Doelstelling van de maatregel borging, die startte in 2009, is het handhaven van het aantal praktijkpiaatsen op het niveau van 11.000. Inmiddels is gebleken dat dit niveau niet kon worden behouden. Hierbij spelen twee factoren een rol, namelijk de economische situatie en het achterblijven van de instroom van nieuwe leeriing-werknemers. De maatregel borging blijft een belangrijke rol spelen in het stimuleren van het behoud en de instroom van leeriingwerknemers. Instroomregeling BPV Het aantal instromers is in 2011 minimaal gestegen met 0,4%. Ten opzichte van 2009 is de daling nog steeds 27,1%. Oorzaken; minder ieerwerkplekken beschikbaar en lager aanbod deelnemers.
KPMG Ai.;dit
23 MEl/012 OTIB12-0152
P;!^^y^oo::n;:;iriii;Wli;3(;rL:irii;-dcn. KPMG hc.v.o.ini.'c.nul i-l.'V.
13000 12000 MOOO 10000 9000 eooo 7000 6000 5000 4000 3000 20OO 1000 O
31 dec. 2006
31 dec. 2007
31 dec. 2006 31 dec 2007 31 dec 2008 31 dec 2009 31 dec 2010 31 dec20n
S.285
31 dec. 2008
31 dec. 2009
31 dec. 2010
3idec.2on
8.889 12.068 11.183
9.950 9.121
In 2011 zijn de volgende toezeggingen gedaan in het kader van Borging BPV-plaatsen: Noord Nederiand 40 praktijkpiaatsen 3 projecten ZeelandAA/est-Brabant 30 praktijkpiaatsen 1 project Noord-Holland 8 praktijkpiaatsen 1 project 53 praktijkpiaatsen Limburg/Brabant 3 projecten 25 praktijkpiaatsen Midden-Nederland 1 project 185 praktijkpiaatsen Gelderland/Overijssel 4 projecten 60 praktijkpiaatsen* Landelijk 5 projecten Totaal 18 projecten 401 praktijkpiaatsen • Betreft 5 projecten van Goflex welke op verschillende locaties zijn uitgevoerd. Zij-instroom In 2011 is een onderzoek naar zij-instromers in de technische installatiebranche afgerond. Onderstaand de conclusies en aanbevelingen uit dit onderzoek: Stimuleren van zij-instroom Mensen die eerst in andere branches hebben gewerkt vormen een belangrijk deel van de zijinstroom in de TI-branche. Aspecten die deze doelgroep aanspreken en daarom in de communicatie aandacht kunnen krijgen, zijn: • de branche biedt interessante tecinniek; • de maatschappelijke relevantie van de installatie- en elektrotechniek; • in de bedrijven heerst een goede sfeer tussen collega's; • de branche biedt afwisselend werk; • de branche biedt kansen om ambities te verwezenlijken; • de branche biedt mogelijkheden om door te groeien/nieuwe uitdagingen; • de professionele kwaliteit en organisatie van de bedrijven is goed. Een grootschalige integrale communicatiecampagne, gericht op baanveranderaars, lijkt niet zinvol. Mensen die 'uit zichzelf geïnteresseerd zijn in de branche, hebben deze stimulans niet nodig, De andere grote groep, 'mensen die toevallig in de branche terecht komen' is hier niet gevoelig voor en is moeilijk te bereiken, ._,^ -^—]\ > Het communiceren van de bovengenoemde aspecten zou met nam^passief kunnen gebeuren, bijvoorbeeld via internet. Actieve communicatie van deze aspêcrén.lijkt|.wél^zinvol als het gaat om mensen die zich nog oriënteren op branches, zoals MBO- enjVMBt)r,^.,,.^,T teertingen en hun ouders, maar ook bij nieuwe doelgroepen als vrouwen en allochtont
i;if)poil d.c!.
23 OTIB 12-0452
p n i a / v o o f i!;;;f-l;iK^nl)f:-!ucb;idf:fi; KI-fvK.i A ' : : i ; f ; w n i ; i f i i ; i ^'-J.V.
Alternatieve doelgroepen aantrekken De branche besteedt reeds uitgebreid aandacht aan het stimuleren van de instroom van vrouwen. Daarnaast wordt op beperkte schaal aandacht besteed aan arbeidsgehandicapten en allochtonen. Getalsmatig gezien vormen allochtone jongeren een relevante doelgroep, met een substantieel volume aan potentiële instromers. De ervaringen van bedrijven en opleidingsbedrijven met allochtone instromers laten zien/dat allochtone jongeren en allochtone volwassenen voor de bedrijven een geschikte groep vormen. Er bestaan veel positieve ervaringen met deze groep. Vanzelfsprekend zijn er ook minder goede ervaringen, maar volgens ervaringsdeskundigen niet meer dan met autochtone jongeren, Hei belangrijkste kneipuni lijkt te bestaan uit vooroordelen onder de bedrijven in de branche en (soms) onder klanten. Uit de onderzoeksresultaten komt een aantal mogelijke acties naar voren: ■ Het tijkt van belang te werken aan het bewustzijn van werkgevers in de TIbranche van de mogelijkheden van de allochtone doelgroep. Dat kan bij voorbeeld gebeuren door het verspreiden van best practices en het werken aan de beeldvorming via publicaties. Ook tijdens regionale bijeenkomsten en projecten met bedrijven zoals de 'ontbijtsessies' kan dit onderwerp bespro)<en worden. • Daarnaast kan geëxperimenteerd worden met projecten waarbij allochtone instromers en hun werkgevers worden gecoacht. Verschillende vormen zijn denkbaar, zoals: Een volwassen medewerker uit de branche, die zelf afkomstig is uit de doelgroep, die jonge werknemers uit dezelfde groep en hun werkgevers begeleidt in de eerste periode van een dienstverband of opleiding. Een dergelijke externe coach kan de werknemer en het bedrijf attenderen op valkuilen, wederzijds begrip scheppen, misverstanden opheffen of voorkomen, et cetera; Binnen grotere bedrijven kan intern een mentor/coach worden aangesteld, die specifiek voor allochtone medewerkers als vraagbaak en mentor fungeert. Specifieke instroomprojecten Specifieke instroomprojecten richten zich op de instroom van speciale doelgroepen. Over het algemeen betreft dit personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Door middel van voorschakeltrajecten wordt getracht zijinstromers een BBLopleiding te laten volgen, waarmee een duurzaam verblijf als werknemer in onze branche wordt beoogd. Deze groep instromers komen voornamelijk op functies op lager niveau's terecht, zij worden monteurs en administratief medewerkers. Het ambitieniveau van deze groep is lager dan bij andere groepen binnen de branche en er wordt weinig geschoold, maar zij behoren wel tot de 'blijvers' binnen de branche. Specifieke instroomprojecten in 2011: Limburg/Brabant In Bedrijf, een leerwerkproject installatiemonteur niveau 2 WegbeÜjners breder geschoold
max. 15 deelnemers max. 13 deelnemers
Midden Nederland Toekomst in de techniek 2011 Leer/werktraject monteurs meterverwisseling
max. 20 deelnemers max. 24 deelnemers
Noord Nederland Reintegratie zijinstroom Voorschakeltraject jongeren zonder startkwalificatie ZuidHolland Voorschakeltraject onderhoud ketels Woonstad In 2011 zijn er voor 85 deelnemers projecten aangevraagd.
OTl BI 20452
max. 3 deelnemers m ax ~4;fdëè I nemers max. 6 deelnemers ■^^'^'^
llü;:i!ment ',v;!a;;ij: on;; rap;) r^üiLfi.
23 MEy5öl2 (f'if;[ ;i'■f>U']:^■^'^,^,
I
Acties inzake moeilijk vervulbare vacatures Uit het jaarlijkse trendrapport is gebleken dat er een categorie vacatures in onze branche is waarvoor altijd moeilijk werknemers te vinden zijn. In 2011 is nader onderzoek naar deze vacatures gedaan en wordt een actieplan opgesteld om tot betere invulling te komen. Overige aanbevelingen Aandacht voor het tekort aan elektromonteurs. In 2010 was er al een tekort aan elektromonteurs en ook voor 2011 hadden de bedrijven die nieuwe mensen aan wilden nemen vooral behoefte aan elektromonteurs. Wellicht kan de branche binnen de regionale contacten met VMBO- en MBO-scholende instroom in de elektrotechnische opleiding specifieke aandacht geven. Stimuleren van zij-instroom, het behouden van zij-instromers en het aantrekken van alternatieve doelgroepen, zijn hoofdlijnen waarlangs activiteiten met betrekking tot zij-instroom plaatsvinden. Vooralsnog verkeren de activiteiten met betrekking tot het aantrekken van alternatieve doelgroepen in een verkennend stadium. Naast vrouwen zijn allochtonen een mogelijke doelgroep. De ervaringen met bedrijven en opleidingsbedrijven met allochtone instromers laten zien dat allochtone jongeren en allochtone volwassenen voor de bedrijven een geschikte groep vormen. Er bestaan veel positieve ervaringen met deze groep. Een belangrijk knelpunt lijkt te bestaan uit de vooroordelen onder de bedrijven en (soms) onder klanten. Het werken aan de beeldvorming in dezen lijkt een belangrijke actie. Best practices, publicaties en mogelijk rolmodellen of voorbeeldbedrijven kunnen hierbij een rol spelen. Daarnaast kan worden geëxperimenteerd met projecten waarbij allochtone instromers en hun werkgevers worden gecoacht. In 2012 gaat OTIB zich verder oriënteren op de (zij-) instroom van allochtone werknemers en waar mogelijk, samen met andere partners acties ondernemen om te komen tot een positionering van techniek bij allochtone Instromers (onder andere binnen Techniek Talent). Kwaliteit ondenwljs OTIB neemt in deze beleidsperiode initiatief om de grip van de branche op duurzame kwaliteit van de beroepsopleidingen te vergroten. Hierbij wil het fonds een omslag bewerkstelligen van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte werkwijze in het beroepsonderwijs. Vanaf het moment dat de leeriing in het bedrijf komt, is de branche verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de leeriing-werknemer. OTIB neemt het initiatief bij het vaststellen van de opleidingsbehoefte in de branche, het formuleren van de opleidingsvraag en het faciiiteren van opleidingstrajecten op maat, toetsings- en examineringsmethoden. OTIB ondersteunt praktijkopleiders door het aanbieden van praktische informatie en inzichten, om de kwaliteit en de status van het praktijkopleiderschap te verhogen. Ten behoeve van de praktijkopleidingscentra wordt materiaal ontwikkeld dat de kwaliteitsborging van de inhoud van de trajecten mogelijk maakt. Met de scholen, de bedrijven en andere relevante partijen in de regio maakt OTIB bindende afspraken over samenwerking met betrekking tot de bovengenoemde speerpunten. OTIB initieert mede de modernisering van de opleidingen. De invoering van CGO krijgt veel aandacht. Tevens is OTIB betrokken bij de beleidsontwikkeling ter verbetering van de examinering en ontplooit OTIB initiatieven ter ondersteuning van het verbeteren van het BPV-protocol.
KPMG Audit
2 3 NEt 2Q12 PniaJii voor itii^;:t/fcöiJ(:vi(H;!eiii;iüii: OTIB12-0452
KV'Mü Ar.cn;/^laniï; N j ^ .
CGO Bij de kwaliteitsbevordering heeft OTIB in 2011 de aanpak met regionale CGO-projecten in een landelijke programmering gecontinueerd: dit ten behoeve van vraagsturing. In deze aanpak is ook gewerkt aan de mogelijkheid om in het ondenwijs gebruik te kunnen maken van OTIB Skillsmanager dóór middel van het online platform Skills@School. De aanpak van de CGO-projecten en de bindende afspraken is in 2011 uitgebreid naar alle regio's, in alle regio's worden plannen ontwikkeld en geïmplementeerd. Daarbij werken we soms al samen met andere fondsen in de regio, OTIB ondersteunt de regiomanagers van Uneto-VNl en de ondenA^ijssecretariaten van Uneto-VNl en NVKL bij het bereiken van voldoende mandaat voor betrokken bedrijven in de regio. Dit houdt ook in dat sessies worden georganiseerd om relevante partijen de noodzakelijke deskundigheid bij te brengen.
OnilltKCKI
Vaststellen opleidingsbehoefte Met de koppeling aan arbeidsmarktgegevens en leeriingvolgsystemen, en dankzij de uitbreiding met een carrièreplanner, kan OTIB-Skillsmanager regionaal worden ingezet bij het kwalificeren van de opleidingsbehoefte vanuit bedrijven enerzijds, en de opleidingsvraag van leeriingen anderzijds. Opleiders en praktijkcentra kunnen afstemmen met OTIB-Skillsmanager om te bepalen aan welke opleidingen in het nieuwe schooljaar het meeste behoefte bestaat en welke nieuwe combinaties levensvatbaar zullen zijn. Hiermee worden vervolgens harde afspraken gemaakt met opleidingsinstellingen over het opleidingenaanbod.
Ki^MG Audit
23 HE OTI BI 2-0452
iüi^Cv! ;:i^i;<:^i'ii'i5'-
6. Vakkennis Vanwege het belang van kennisontwikkeling ondersteunt OTIB bedrijven en werknemers bij het analyseren van de kennisvraag en bij het ontwikkelen, managen en delen van kennis. Hef bevorderen van vakkennis gebeurt via drie doelstellingen; • Analyse van de kennisvraag en het ondersteunen van bedrijven bij het toepassen van innovaties; » Het ontwikkelen van bijscholing voor de innovatieve activiteiten; • Het ondersteunen van de kennisinfrastructuur voor ontwikkelde bijscholing. Het goed omgaan met innovaties is een voorwaarde voor het voortbestaan van bedrijven. Hierin zijn activiteiten en ontwikkeling op het gebied van kennisontwikkeling en overdracht met betrekking tot integrale duurzaamheidprogramma's een speerpunt voor OTIB. Ontwikkeld cursusaanbod met betrekking tot duurzame energietechnologie in 2011: • Warmtepompen Lucht/Water • Groene daken cursus • PV panelen • Zonneboilers • Betonkernactivering • Bijdrage aan congres Warmtepompen In het kennisontwikkelings traject met betrekking tot duurzaamheidsprogramma's werkte OTIB in 2011 samen met de volgende vakgroepen: Lichtreclame Verhuur en service van energietoestellen Elektromechanisch onderhoud Bliksembeveieliging Klimaat en Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Infratechniek Riooltechniek Sanitair en Techniek VPSI Hiernaast is er afstemming met de NVKL over projecten om invulling te geven aan kennisvragen in hun domein. Ook op andere terreinen ontwikkelt OTIB het noodzakelijke cursusaanbod Uitgevoerde activiteiten: 1. Instructiewerkboek Frequentieregelaars, deel zes van EMO instructie, afgerond eind 2011 2. Instructiewerkboek Pompen, deel zeven van EMO instructie, afgerond eind 2011 3. Cursus projectleider met communicatieve vaardigheden, ontwikkeld en in uitvoering in regio Rotterdam 4. Cursus leidinggevend monteur met communicatieve vaardigheden, ontwikkeld en in uitvoering in regio Oost 5. Update van de cursus Praktisch Personeelsmanagement per maart 2011 {Deze cursus wordt uitgevoerd als ondersteuningsinstrument voor werkgevers). I!
il
Kt-'MG Audil
!"
iJiiciiniiT'I wi^ainp üj>^_rii;ii)tir'i iT.o.
j
2 3 MEI OTI812-0452
(™'-*^' b - U M \ v h.oyi!. ^g KPMG A / c o M i i k i n i ' . N.V.
i
Transparant en toegankelijk maken van kenniseisen, beroepenprofielen en cursus informatie via het Kennishuis. Voor elk vakgebied wordt basisinformatie aangeboden, bestaand uit beroepenprofielen, kenniseisen en informatie over leerstof. Daarnaast wordt extra informatie aangeboden uit regulieren particulier ondenwijs, indien beschikbaar. Naast het overzicht van branchekennis wordt ook informatie aangeboden over het aanbod van opleidingen, via een koppeling aan de Etalage. OTIB Skillsmanager De testbedrijven zijn over het algemeen zeer positief over de praktische ondersteuning die het product kan bieden. Het communicatie traject over de invoering van de nieuwe versie, de splitsing van taken tussen OTIB en SkillsKompas en de mogelijkheden van gebruik en ondersteuning na zomer 2011 is breed uitgerold in de branche. De gehele TIB is middels een brief geïnformeerd over de wijzigingen. De gebruikers en potentiële gebruikers zijn daarnaast ook geïnformeerd door persoonlijk (telefonisch of op locatie) contact door de OTIB Skillsmanageradviseur. Om bedrijven nog ondersteuning te bieden bij het inrichten van het instrument zijn in november 2011 6 workshops georganiseerd. Tijdens deze workshops hebben de bedrijven uitleg gekregen over het inrichten en implementeren van OTIB SkiJlsmanager binnen hun organisatie. De workshops zijn bezocht door 33 personen van 26 bedrijven.
KPl'vlG Audil
2 3 MEI 2Ö12 (■^Ofitd VOO! :dnr:iJfcnliad!:ii:!f:i;idi;n: OTIB120452
KPMG Aoccy^^in,;!.
r^^.
7.Loopbaan
De sleutel tot het beperken van uitstroom ligt voor een belangrijk deel in het personeelsklimaat binnen de branche. Om de uitstroom in te perken zijn verbeteringen nodig in de opleidings- en doorgroeimogelijkheden, beoordelingsgesprekken, sfeer, leidinggevende kwaliteiten in alle lagen van de bedrijven, bedrijfscultuur en werkomstandigheden. Dat vergt een ander personeelskiimaat binnen de bedrijven, namelijk een klimaat dat werknemers, bindt en stimuleert, door aantrekkelijk werk, een aantrekkelijke loopbaan en een responsief personeelsbeleid. Goed loopbaanbeleid en opleidingsbeleid horen daarbij, maar bevinden zich bij de meerderheid van de bedrijven nog op een laag niveau. Daarom ondersteunt OTIB de bedrijven bij het structureel verbeteren van loopbaan- en opleidingsbeleid. OTIB stelt zich op dit gebied de volgende doelen: « stimuleren van het gebruik van opleidingen en loopbaanondersteuning voor werknemers; • gerichte ondersteuning bieden aan werknemers; • intensiveren van ondersteuning van werkgevers bij opleidings- en loopbaanbeleid. Waar mogelijk stelt OTIB hierbij plaats- en tijdonafhankelijke instrumenten beschikbaar. De Qntwikkelingsstimuleringsregeling (OSR) Via de OSR stimuleert OTIB de dialoog tussen werkgevers en werknemers, het maken van bedrijfsopleidingsplannen en het volgen van cursussen door werknemers. De OSR is herzien op basis van de vooraf begrote daling van de heffingsopbrengsten en de geconstateerde groei in benutting. Om die reden is het OSR recht veriaagd van € 120 naar €100. Benutting Collectief recht; Individueel recht
2010 (tot 31-12) 54,6% 2,9%
2011 (tot 31-12) 58,9% 3,1%
De OSR benutting wordt continue gemonitord. ESF-J ESF-J is een maatregel uit het Europees Sociaal Fonds die tot doe! heeft de jeugdwerkloosheid te bestrijden door bijdragen te verstrekken aan scholing voor jongeren tot en met 27 jaar. Met name wordt deze Europese subsidie ingezet voor BBL-opleidingen en voorschakeltrajecten. In sommige gevallen kan extra scholing doordat er te weinig werk is, ook uit de ESF-J subsidie worden bekostigd. OTIB heeft uit twee aanvragen de beschikking gekregen over ESF-J subsidie, namelijk: voor de periode 30 december 2009 tot 29 augustus 2011 € 2.794.480,In 2010 is € 2.794.480,- ESF-J subsidie aan OTIB toegekend. De projecten zijn allemaal geëindigd op 31 mei 2011, de einddeclaratie is voor 1 september 2011 bij het Agentschap SZW ingediend. De totale realisatie aan kosten bedraagt € 4.298.649,-, waardoor er € 1.719.640,- aan ESF subsidie is gerealiseerd. Dit is 62% van de gevraagde subsidie. Het betreft 2427 BBL leeriingen tot en met 27 jaar. De lagere benutting wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat de beschikking pas een halfjaar na de formele startdatum is verstrekt. Daarnaast blijkt, in het bijzonder voor het kleinbedrijf, dat de administratieve last nog steeds te groot is. Eindcontroles moeten nog plaatsvinden. Het risico voor OTIB is zeer beperkt gezien de intensieve controle door OTIB voordat tot uitkeringywóTdroyergegaan. KPMG Audiï
23 OTIB12-0452
.„,„,.,, .
, /
Farag.' i - o ; , / ( , ; , ; . KPMG .Hi
18
voor de periode 29 oktober 2010 tot 29 april 2012 € 999.996,Voor 2011 is € 1.000.000, ESFJ subsidie beschikt dat wordt ingezet als onderdeel van een eenmalige BPVuitkering van € 300, per BBLleeriing. Dit is gebaseerd op een apart bestuursbesluit, waarin ESF wordt gecombineerd met BPV middelen. Daar er sprake is van ESF, wordt het ESFdeel voorgefinancierd door OTIB, De eindafrekening hiervan vindt plaats medio 2013. ESF-D In 2010 is totaal voor € 2.999.966, ESF subsidie aan OTIB toegekend. Alle projecten zijn geëindigdop 31 juli 2011 en voor 1 november 2011 zijn alle einddeclaraties bij het Agentschap SZW ingediend. Er is in dit jaar ESF subsidie voor € 14.207.847, aan scholingskosten gevraagd. ESF vergoedt normaal 40% van de scholingskosten maar aangezien het budget dat aan OTIB wordt toegewezen is gelimiteerd, zal gemiddeld over deze projectperiode 2 1 % ESF subsidie op de aangevraagde kosten worden uitgekeerd. De aanvragen betroffen de scholingskosten van 11.678 medewerkers. Er zijn uiteindelijk 7.279 medewerkers geschoold met een bijdrage van ESF waarvan 1.163 medewerkers in het MKB. Het is opvallend dat er vooral een grote toename van het aantal deelnemers binnen het MKB zit. Het feitelijk aantal deelnemers binnen het MKB ligt een stuk hoger doordat een groot aantal naar de volgende projectperiode is doorgeschoven. De loopbaanprojecten zijn in grote lijnen te verdelen in drie groepen: 1. Algemene grote loop baan projecten EVC EVC vindt als instrument steeds meer zijn weg naar bedrijven en werknemers. De ondersteuning die OTIB biedt in het proces, is nuttig en wordt door bedrijven en werknemers hoog gewaardeerd. De verwachting was dat in 2011 binnen de branche nog steeds behoefte is aan EVC . Realisatie is, zoals bekend, sterk achter gebleven bij de ambitie. In het najaar van 2011 is een aanzet gemaakt om voor 2012 specifieke acties voor te bereiden. Er komt een speciaal project voor de koudetechniek met relevante partners. Daarnaast start het project EVC 500 waarin onder andere financiële drempels voor bedrijven en werknemers worden weggenomen. Noord Nederland 27 Gelderiand/Overijssel 4 Midden Nederiand 11 Noord Holland 7 Zuid Holland 18 Zeeland/West Brabant O Brabant L imburg 8 Totaal 75 trajecten De maximum OTIB bijdrage is in 2011 bijgesteld naar € 500. In verband met ervaring is een beperking opgelegd van 20% van de werknemers per jaar. Zo kan beantwoord worden aan de CAO bepaling dat werknemers 1 maal per 5 jaar recht hebben op een EVC traject. Voor OTIB gelden de kwalitatieve hoogwaardige EVC trajecten. De EVCregeling is aangepast en gecommuniceerd in de branche. Tevens is een werkgroep ingesteld om te onderzoeken of de EVC /Intakescan voor de branche(niveaus) of voor diplomering qp'eenieffectievére manier kan worden ingezet. /f/^/W|ji KPMG Ai,jfiit
0116120452
(rniüie) fcrj/;i,kino hpfilp J' '^'■::'iii;:(;;i[i:;0;f| .,tÓQrv •"IliuitU.i . ^ . \
45+ In 2010 is de mailing naar werknemers van 45 jaar en ouder succesvol veriopen. Er zijn veel aanmeldingen voor de 45+ workshops binnengekomen. Ook de incompany aanvragen liepen goed. Per 2 jaar voeren we een werknemersmailing uit. Dat betekent dat we in 2011 de incompany op aanvraag uitvoerden, en pas in 2012 de weri
7 uitgevoerd, 248 deelnemers 5 uitgevoerd, 38 werknemers, 5 werkgevers 7 workshops, 45 werkgevers 9 workshops bij 9 bedrijven 5 workshops bij 5 bedrijven 2 uitgevoerd, 10 werkgevers
3. Individuele ondersteuning Werknemers krijgen de mogelijkheid om gebruik te maken van een individueel traject met een loopbaanadviseur. Op basis van de vastgestelde loopbaanvraag krijgt de werknemer hulp bij de stappen die hij zet bij de beantwoording van zijn loopbaanvraag. Het traject bestaat uit 1 of 2 gesprekken, eventueel ondersteund met vragenlijsten of tests. Werknemers uit alle regio's kunnen zich hiervoor inschrijven totdat het maximale aantal is bereikt. Deze klus is voor mij
39 trajecten uitgevoerd met 39 werknemers
Invulling en gebruik loopbaanprojecten in 2011 Een regio kon voor het jaar 2011 een keuze maken uit de verschillende onderdelen en vulde daarmee de loopbaanparagraaf van zijn regioplan in, naast de landelijke projecten. In overieg met de regio zijn deze wensen geïnventariseerd en is door de projectmanagers per project een begroting gemaakt. Er was ruimte voorzien voor eventueel extra aanvragen vanuit de bedrijven gedurende het kalenderjaar 2011, zodat flexibel kon worden gereageerd. TopStarters 1 In het seizoen 20102011 hebben in totaal 7 TopStartersdagen plaatsgevonden op 7 verschillende locaties in Nederiand (in elk van de 7 RBPt's). De producer is eind 2010 vervangen. De overdracht heeft tot verscherping van de uitvoering geleid en uiteindelijk wederom tot een kostenbesparing. De lastige marktsituatie leek begin 2011 enigszins te zijn verbeterd. Dit heeft vanzelfsprekend effect gehad op het aantal aanmeldingen voor TS. Voor elke locatie bleek ruim voldoende interesse voor deelname te zijn. Zo was het mogelijk om op vrijwel elke locatie de maximale capaciteit te benutten. L j L i ■■, 1 KPMG Audit
23 MEf 2ö OTIB120452
"■''^''■■' !"'!'O^V^r/i ,',..■,;,
20
KPMG .'>/
Datum 18012011 21012011 25012011 31012011 02022011 07022011 09022011 Totaal
Locatie Alkmaar Eindhoven Breda Rotterdam Utrecht Arnhem Hee ren veen
Inschrijvingen 186 166 108 223 200 203 120 1.206
Bezetting 90% 72% 92% 7% 76% 81% 86% 68%
Topstarters II In 2011 is er één TopStarters 11 dag georganiseerd, onder de naam TopStarters Jubileum Event. Deze dag vond plaats in de Amsterdam Arena op 17 juni 2011. In de Arena is het mogelijk een grote groep jongeren deel te laten nemen aan TopStarters, door dat gebruik kan worden gemaakt van het veld. Ook de techniek stond tot de beschikking van TopStarters, en is het mogelijk een rondleiding te verzorgen langs duurzame technieken en innovaties die rechtstreeks betrekking hebben op het werk van installateurs. Overwogen wordt nog om TopStarters II ook komende seizoenen in de Arena te organiseren. Tijdens deze TS 11 dag is eenmalig een TopStartersBon van € 250 uitgereikt aan alie deelnemers. Tijdens de vervolgdagen wordt dieper ingegaan om thema's als persoonlijke ontwikkeling, communicatieve en sociale vaardigheden. Datum L ocatie 17062011 Amsterdam
Inschrijvingen 518
Bezetting 64%
Ondersteuning van bedrijven door bezoek regio-adviseurs en support servicedesk In 2011 is er gestart met de veranderende rol tussen de regiomedewerkers en de Servicedeskmedewerkers. Hiertoe is een werkgroep gestart die een nieuwe procedure uitwerkt rekeninghoudend met de verschillende functies van de regionale medewerkers en de werkwijze van de Servicedesk. De uitvoering is gericht op de doelen zoals vastgelegd zijn in het operationeel plan waarbij de Servicedesk de eerste lijnscontacten gaat beheren. Voor de Servicedeskmedewerkers zijn in het najaar extra scholingsactiviteiten uitgevoerd. Intensivering van dit scholingstraject vindt verder plaats in 2012. Bijeenkomsten waar regioadviseurs aanwezig zijn: • Monteursbijeenkomsten • TopStartersdagen • UnetoVNl afdelingsvergaderingen • Werknemersbijeenkomsten vakbonden • Themadagen
■i-^H 'f.,
Ü KPMG Audi! fiPPOf! d.d.
23 MEI 2 0 ^ OTl B I 20452
8. Samenwerking met andere branches en strategische partners De knelpunten en uitdagingen waarmee onze branche te maken heeft zijn niet uniek voor onze branche. Ook andere technische branches kennen uitdagingen op het gebied van instroom, imago, uitstroombeperking, loopbaanbeleid en bevorderen van het vakmanschap van werknemers. OTIB werkt binnen Techniek Talent Nu samen met andere technische branches om een aantal doelen te bereiken; • het onder de aandacht brengen van Techniek' in het basisondenwijs en het voorgezet onden/vijs teneinde de instroom te vergroten; • het verbeteren van het imago van de techniek in het algemeen; • verkennen van mogelijkheden om loopbaanswitches van werknemers naar, binnen en tussen de technische branches te ondersteunen; • het verbeteren van de regionale samenwerking; • het in verbinding brengen van school en bedrijf in de regio. • het zo veel en zo goed mogelijk gezamenlijk communiceren met de samenwerkende branches naar bedrijven, werknemers en andere relevante partijen. Monitoring van de voortgang Vanaf de start van deze volgende fase van wordt een eenduidige systematiek van monitoring (met focus op resultaat en rendement en regio specifiek) gehanteerd, waarbij voortgang meetbaar is. De monitoring heeft als doel het tussentijds kunnen sturen en bijsturen en legt het fundament voor het verantwoording afleggen door zowel bestuur als directie van TechniekTalent.nu. De monitoring heeft daarnaast tot doe! het kunnen identificeren van bewezen good practices in bepaalde regio's, zodat deze ook elders kunnen worden toegepast.
kpjyy
KPMG Audit
2 3 MEi
9. Regiostructuur De regiostructuur is in de lopende periode geëvalueerd. De regiostructuur van OTIB werkt met zeven Regionale Beleidsplatforms Installatietechniek (RBPl's) en in iedere regio een aantal Lokale Platforms Installatietechniek (LPl's). Alsmede 6 regionale employabilitywerkgroepen. Vanuit de OTlB-organisatie wordt de uitvoering van beleid in de regio gerealiseerd door: • regiomanagers; • regionaal projectmanagers; • regioadviseurs. De regiostructuur heeft tot doel: • De activiteiten, mogelijkheden en prestaties van OTIB helder te maken voor de individuele werkgevers en werknemers in de regio; • De uitvoering van het landelijke OTIB beleid in de regio vorm te geven, onder andere via regionale arrangementen; • Het landelijk OTIB beleid te voeden met visie, ideeën en praktijkervaringen uit de regio. Acties ten behoeve van regionale rolversterking Een landelijke regiegroep regio/ondenA/ijs heeft: • Afstemming met Uneto-VNl, bespreken van knelpunten in de uitvoering, hoe de organisaties van Uneto-VNl en OTIB elkaar kunnen ondersteunen; • Afstemming van de communicatie; • Afstemming van de activiteiten van de regioteams van Uneto-VNl en OTIB; IVIet de NVKL is een apart overleg opgestart en de NVKl neemt ook twee keer per jaar deel aan de regiegroep, •
De regiegroep bestaat uit: twee personen van Uneto-VNl beleidsafdeling onderwijs; de OTIB medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het beleid rond inhoud van onderwijs, kwaliteit van beroepspraktijkvorming en examinering, en het hoofd regiozaken van OTIB. Deze groep is in 2011 zeven maal bij elkaar geweest. Daarnaast is de regio betrokken geweest bij het organiseren en uitvoeren van twee overieggen met regiomanagers en projectleiders CGO. In 2012 moet met Uneto-VNl overiegd worden op welke manier het hoofd regio/verenigingszaken van Uneto-VNl betrokken kan worden bij dit overieg.
•
Naar aanleiding van discussie in de stuurgroep over betrokkenheid van de bedrijven, wordt door Uneto-VNl gewerkt aan twee zaken: onderlinge afstemming van de communicatie naar de bedrijven met als doel bedrijven eenvoudiger en gerichter te informeren over de onderwijsontwikkelingen en hun betrokkenheid te vergroten; verhogen van de interne aandacht binnen Uneto-VNl voor onderwijsontwikkelingen in relatie met de BACO.
•
Binnen de Uneto-VNl afdelingen klein zijn in het portefeuillehouderoverieg de veranderingen voorgelegd en met instemming aangenomen. Nadien heeft Uneto-VNl besloten ten behoeve van een bredere draagkracht, het mandaat ook nog apart bij de besturen te agenderen. Medio januari 2012 Is deze fase geheel afgerond en wordt het mandaat schriftelijk bevestigd.
•
Ook binnen de Uneto-VNl afdelingsvergadering van de groeplMiddënis^het mandaat aan de orde geweest en geaccordeerd in 2011. s\i^-êWiU'
23 m 0TtB12-0452
/
23
• Voor de groep Groot is in juni een presentatie gehouden rondom het benodigde mandaat in de P&Ogroep Groot. Het resultaat hiervan is intern besproken bij de groep Directeur/eigenaren van de groep Groot. Deze bekijken op dit moment de lijst van huidige vertegenwoordigers van grote bedrijven in de RBPl's. Voor het functioneren van de RBPl's in de toekomst is het noodzakelijk dat het proces van de mandatering van de groep Groot goed wordt afgehandeld. • Door deze keuzes van UnetoVNl om de uitrol van het mandaat op de aangepaste manier uit te voeren en te laten bekrachtigen in 2011, is een langer tijdpad benodigd dan in het Operationeel Plan van OTIB was voorzien. • In het afgelopen jaar zijn twee professionaiiseringsdagen uitgevoerd voor de regiomanagers van UnetoVNl en OTIB. Hierbij zijn sluitende afspraken gemaakt over de inzet van beide partijen rond het betrekken van bedrijven bij het RBPI en de gezamenlijke aanpak. Tevens is aandacht besteed aan de directe communicatie richting de bedrijven. Binnen deze twee dagen hebben we ook geconstateerd dat er een verschil bestaat in mogelijkheden tb.v, inzet in tijd en prioriteit op hel gebied van onderwijsinitiatieven. Verder is er voor de begeleiding van het proces in overieg met UnetoVni een map gemaakt waarin alle afspraken en benodigde begeleidende stukken zijn opgenomen. 9 In 2011 zijn zowel landelijk als in alle regio's gesprekken gevoerd met de vertegenwoordigers van de Vakbonden over de regionale rolversterking. We hebben daarbij geconcludeerd dat de rolversterking voor de vertegenwoordiging en afvaardiging van de vakbonden minder veranderingen vereist dan voor de werkgeversvertegenwoordigers. • In het afgelopen jaar is verder gewerkt aan de samenwerkingsstructuur met andere fondsen, onder andere via het Technisch overleg fondsen (TOF) in de regio en het hoofden buitendienst overieg (OBO). Binnen deze overieggen wordt structureel bekeken welke zaken gezamenlijk kunnen worden aangepakt. Het regiouitvoeringsbeleid is nauw verweven met het beleid van OTIB. De meeste operationele doelen op het gebied van instroom, kwaliteitsverbetering in het onderwijs en loopbaanontwikkeling worden uitgevoerd via projecten, initiatieven en het samenbrengen van partijen op regionaal niveau. Ook de samenwerking met andere branches wordt voor een belangrijk deel uitgevoerd door de regiomedewerkers. C ommunicatieactiviteiten worden eveneens gedeeltelijk uitgevoerd via regionale evenementen, acties en regionale vakbeurzen.
Regiomanagers
Regioadviseurs
a 8PV behoud Loopbaanontwi (Niet vrijblijvende afspr. Onderwijs d Loopbaanontwiklï;eling f' '?""^"^^" ■>
nSamenwerking fondsen ni Instroom
ikkeling
[
Samenwerking fondsen
^PM^i
■■ "■■'■■'1 '■■iiidlt '■■Prona.o
2 3 M£| 2 e é OTIB 12-0452
Umüii] b ^juM,-,, f,,^,..
24
Si/fc-::;;;-.
K
10. Onderzoek, gegevensanalyse en monitoring Onderzoek levert de basis voor het formuleren van het OTIB beleid en voor het bijstellen van het beleid en de in te zetten instrumenten. OTIB doet onderzoek voor verschillende doeleinden: • relevante trends en ontwikkelingen in de branche in beeld brengen, zodat de branche kan anticiperen op deze ontwikkelingen; • basisdocumentatie leveren over de branche, het regulier onderwijs en scholing van werknemers, om de landelijke en regionale activiteiten van OTIB te ondersteunen en de branche, de landelijke en regionale partners te informeren over de branche; • monitoring en evaluatie van beleidsmaatregelen. Onderzoek op het terrein van innovatieve ontwikkelingen • De website www.innovaties.otib.nl za\ worden onderhouden. Naast het actualiseren van de site zal aandacht worden besteed aan een interactieontwerp. Dit zal worden gebaseerd op een verkenning naar behoeften van gebruikersdoelgroepen. De site zal op een aantal punten gebruiksvriendelijker ingericht worden. •
OTIB voert ook in 2011 onderzoek uit naar technologische ontwikkelingen. Dit onderzoek levert inzicht in alle innovatieve ontwikkelingen en geeft richting aan te ontwikkelen opleidingen en cursussen. Ten tweede levert dit onderzoek input voor de Radar van Uneto-VNl, in combinatie met het onderzoek dat door de Radar werkgroep van Uneto-VNl is uitgezet. Ten derde wordt op basis van dit onderzoek de website www.innovaties.otib.nl actueel gehouden,
•
Met betrekking tot bovengenoemd innovatieonderzoek voert MarktMonitor in 2011 onderzoek uit naar de betekenis van innovatieve ontwikkelingen in andere branches voor de Tl. Bekeken zal worden of er mogelijkheden zijn om deze 'overlappende' ontwikkelingen in verwante sectoren te integreren in de website. Te denken valt aan ontwikkelingen op het terrein van de zorg en de impact die dat heeft op het werkterrein van Tl- bedrijven.
• Met betrekking tot de communicatie van de uitkomsten van het Radar onderzoek vindt
overleg plaats tussen de communicatieafdelingen van OTIB en Uneto-VNl. Er zal een communicatieplan ontwikkeld moeten worden met betrekking tot het onder de aandacht brengen van innovaties en ontwikkelingen.
De volgende rapporten op het gebied van innovatieve ontwikkelingen zijn opgeleverd: • Eindrapport "Innovaties over sectorgrenzen" • Actualisaties en herontwerp website innovaties in de Tl Onderzoek op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt Het arbeidsmarktonderzoek zal zich in 2011 wederom richten op gebruikelijke thema's {onder andere prognoses, in- en externe mobiliteit, aansluiting onderwijs arbeidsmarkt, vacatures, bedrijfsbinding). De oplevering van een 'eindrapport' wordt gepland eind 2011, Tot die tijd zullen nieuwe ondenwerpen worden uitgediept. Deze zullen deels worden gerapporteerd, en deels worden opgenomen in het totaalrapport eind 2011. Onderwerpen die in 2011 in het lopende onderzoek zullen worden meegenomen zijn:
• Vrouwen In technische functies • • • •
|" Y~l[~r"'
Doorstroom binnen de onden/vijskolom op basis van nieuwe databestanden (Zelfstandig) ondernemerschap in de Tl en de werkgelegenheid in deze bedrijyenj^jj^ Allochtoon ondernemerschap en personeel DotLimen! wa?](cp on.s ramon Ó Opleidings-en personeelsbeleid 2010-2015 -^^^^
2 3 MEi 20i? 0TIB12-0-152
--^'"iïJ";:;
r,.
• • • • • •
Uitbreiden en detailleren prognoses Pilotonderzoek vakgroep Projectmatige Sanitaire Installaties (PSI) Arbeidsmarkt van specifieke monteursfuncties Pilot loopbaanonderzoek en mobiliteit met betrekking tot specifieke groepen Effecten van de recessie op de bedrijven en werk Ontwikkelingen rondom HBOinstroom
De volgende arbeidsmarktrapporten zijn opgeleverd: • Arbeidsmarktrapport 20112016 • 7 regionale arbeidsmarktrapporten 2011 • Pilot arbeidsmarktonderzoek vakgroep PSI • Oplevering onderxoek wervings en personeelsbeleid in de Tl • Oplevering onderzoek Ondernemerschap in de Tl • Oplevering actueel document met onderzoeksresultaten, relevante uitkomsten voor de • branche en betekenis van de resultaten voor de taken van OTIB Naast deze onderzoeken op het gebied van innovaties en arbeidsmarkt zijn tevens opgeleverd: • Het rapport Trends en ontwikkelingen in de Technische Installatiebranche' wordt opgeleverd in februari 2012, • Voor KMR (Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam) is een arbeidsmarktprognose opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van gegevens die in het jaariijkse arbeidsmarktonderzoek worden verzameld. Zo is voorkomen dat meerdere partijen vergelijkbaar onderzoek doen en is tevens geborgd dat de bevindingen aansluiten bij het landelijke onderzoek. Dit maakt samenwerking in de toekomst eenvoudiger. • In de eerste helft 2011 is een uitgebreide verkenning verricht naar vrouwelijke werknemers in technische functies in de branche. Dit rapport is een basis voor de beleidsontwikkeling op dit terrein en zal worden geactualiseerd en uitgebreid in 2012 • De regiorapporten zijn opgeleverd in november 2011 • Het pilot onderzoek in de vakgroep Projectmatig Sanitaire Installaties (PSI), 'werkgelegenheid, mobiliteit en personeelsvoorziening' is opgeleverd in februari 2011. Een belangrijk doel van deze verkenning was na te gaan of het mogelijk is om via de vakgroepen beter inzicht te krijgen in specialistische functies. Het beeld in de PSI komt echter in grote lijnen overeen met het beeld in de branche als geheel, • Het onderzoek 'Van opleiding naar werk in de Tl. Instroom, werving, opleiding en doorstroming van nieuwe werknemers in de Tl' is in augustus 2011 opgeleverd, Vooriopige resultaten van dit onderzoek zijn gepresenteerd tijdens de beleidsdag in april 2011. • Het onderzoek 'Zelfstandigen zonder Personeel (ZZP) in de Technische Installatiebranche' is opgeleverd in mei 2011, Hierbij zijn ZZP'ers, exZZP'ers en bedrijven die ZZP'ers inzetten, betrokken. Het onderzoek geeft een duidelijk beeld van de rol van ZZP'ers in de branche en de ontwikkeling hiervan. Het biedt een basis voor zowel OTIB als de sociale partners om beleidsontwikkeling op dit terrein op te baseren. • Het onderzoek naar de betekenis en de positie van de vakopleidingen in de Tl is in augustus 2011 opgeleverd. Een deel van de resultaten is gepresenteerd tijdens de beleidsdag in april 2011. Gediplomeerden van Tl opleidingen komen vaak in functies buiten de Tl terecht. Tl bedrijven trekken voor technische functies ook vaak nietTl gediplomeerden aan. Er is dus niet alleen sprake van directe.één;0f5|één relaties tussen opleidingen en functies in de Tl, maar er is ruimte voor flexib'iliVeit'^Hoe die speelruimte wordt benut hangt mede samen met het arbeidsmarktbeleid van de Tl^bêcli^ijvenla PP'f! d (1
2 3 Mfl 2012 OTiB120452
'^'''^■i'f '^'^^' ',./;.i.r.:;^^ .,,26. .„ KPÏV'G/..:,■/ '
Samenwerking andere fondsen Een aantal jaren geleden is op initiatief van de beleidsmedewerkers een aanzet gemaakt voor samenwerking op het terrein van onderzoek door OTIB, A&O en OOM. In dat traject is ervaring opgedaan met de mogelijkheden van gezamenlijk onderzoek. Duidelijk is geworden dat de partijen zich afzonderlijk op dit terrein in een andere ontwikkelingsfases bevinden. Begin 2012 is opnieuw overleg over samenwerking tussen deze fondsen.
KPhAG Ai;dit
23 MEi im OTIB12-0452
(f!^n!r.! hctyvvin:; .nGof27
,
11. Communicatie De communicatieactiviteiten van OTIB kunnen worden ingezet op de onderstaande drie hoofddoelen: • bureaucommunicatie; «» communicatie als middel bij het uitvoeren van beleid; • promotie van het vakmanschap binnen en builen de branche. De activiteiten zijn ingedeeld in drie segmenten: 'informeren', 'vooriichting en promotie', en 'vakmanschap, beroepstrots, imago en mediaproducten'. Informeren De activiteiten die vallen onder 'informeren' hebben de volgende doelstellingen: Het bevorderen van de bekendheid en het draagvlak onder individuele werkgevers en werknemers; Duidelijk maken dat de activiteiten van OTIB deel uitmaken van de collectieve belangenbehartiging van de werkgeversorganisaties en de vakbonden; Bekendheid geven aan de resultaten van OTIB, zowel landelijk als regionaal; Afstemming tussen inhoudelijke opdrachtgevers (werkgevers en werknemers) en de uitvoering binnen OTIB; Kosteneffectief werken en duidelijke profilering van de toegevoegde waarde van OTIB; Implementatie van regelingen en instrumenten van OTIB onder werkgevers en werknemers; De bereikbaarheid van OTIB voor werknemers en werkgevers vergroten; Activiteiten Onderhoud en actualisatie intranet ten behoeve van de informatievoorziening van de medewerkers. Uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek en het opstellen van een verbeterplan. Evalueren van de promodoetraiier, techniekstand en technobiel, opstellen van een verbeterplan en acties ondernemen aan de hand hiervan. Uitbrengen van de OTIB uitgaven, zoals "Wat heeft u aan OTIB in 2011", de Opleidingen en cursuscatalogus, 8 digitale nieuwsbrieven, etc. Bewaking huisstijl Stimuleren van het gebruik van OTIB online een daaraan gekoppeld een stijging in het gebruik en een hogere tevredenheid. Optimaliseren, implementeren en verbeteren van OTl BV. Actualisatie en onderhoud van www.otib.nl en de webshop als onderdeel van OTIB. Werkgevers en werknemers uitgebreider en veelzijdiger informeren over de mogelijkheden van diverse OTIB producten en projecten. • Aanpassing loopbaanplanner. Voorlichting en promotie OTIB voert vooriichting en promotie uit met een aantal doelen: • De mogelijkheid veri<ennen tot altiantievorming met andere partijen in het werkveld van OTIB; . • Duidelijk maken dat OTlBdiensten deel uitmaken van collectieve belangenbehartiging van de werkgeversorganisaties en bonden; • Promotie van het vakmanschap binnen en buiten de branche; • Imagobevordering ondersteunen; i~u—\\—u—i
. i i i
OTIB Wil een aanzienlijke bijdrage leveren aan het imago van het techniscfiïJ/istalJatiebedrjjf. De effectiviteit van een positief imago van de branche moet een weerslag hebben,qp^de^ y^,, andere doelstellingen van OTIB. zoals bevordering instroom en beperking uitstroom.
23 MEI OTIB120452
/
28
j ■
Uitgaande van deze visie en doelstellingen kunnen de volgende doelgroepen worden benoemd: 1. Scholieren (basisonderwijs, onderbouw voortgezet ondenwijs, VMBO. HAVOAAWO, MBO, HBO, WO); 2. Werkzoekenden; 3. Werknemers andere branches; 4. Werknemers technische installatiebranche; 5. Werkgevers technische installatiebranche; 6. Speciale doelgroepen. De eerste drie doelgroepen kunnen worden gezien als het potentieel voor de branche en de laatste drie als het kapitaal van de branche, (interne doelgroepen) Activiteiten: • Inzet promodoetraiier, is 95 dagen ingezet, • Inzet techniekstand bevorderen, is 33 maal ingezet. • Minimale inzet technobiel behouden, is 90 dagen ingezet, • Inzet van promotiematerialen, OTIB stand en banieren, 9206 promotiepakketten verspreid, • Vooriichting en inzetten van materiaal voor beroepskeuze,ruim 26.000 voorlichtingsbrochures en 5.000 vooriichtingsflyers verspreid, • Uitvoeren van activiteiten op beurzen. • Mediabeleid gericht op vakbladen. • Specifieke informatie zoals projectvoorlichting vanuit OTIB en branche informatie via digitale wegen toegankelijk maken voor de werkgevers in de branche en het scholenveld. Vakmanschap, beroepstrots, imago en mediaproducties De activiteiten ten behoeve van Vakmanschap, Beroepstrots, Imago en Mediaproducties hebben de volgende doelen: 1 Promoten van vakmanschap in de branche en het uitdragen van het aanwezige vakmanschap naar buiten; 2 Verbetering van het imago van de branche. Activiteiten • Bezoekersaantallen in 2011 5% hoger dan in 2010, rekening houden met de maximale capaciteit van de locatie; Skills Masters en Skills Best Men, 22.687 bezoekers; Worldskills, 200.000 bezoekers en 1.000 kandidaten uit 57 landen. • Evaluatie en analyse van het bereik, het nut en de toekomst van beroepenwedstrijden, sectoraal en intersectoraal. •• Deelname aan seizoen 4 van Cluebie, 229.600 kijkers bekeken gemiddeld een aflevering.
KPMG Aüdir
2 3 MEi 2\}^ OTIB12-0452
(üii.vjr:! \y---y,/,-.^. ^„..?, ^^
12. Kwaliteit en processen Operationele doelstellingen • Rapporteren en zichtbaar maken van de prestaties op de afzonderiijke beleidsdoelstellingen. • Het aantonen en analyseren van verschillende hiertoe geselecteerde activiteiten. « Het zorgdragen voor adequate kwaliteit van de bureaumedewerkers, (waaronder servicegraad, kennis van de branche). • Het participeren in en medeverantwoording dragen voor Techniek Talent. - directeurenoverleg - realisatie (regionale) projecten • Het realiseren van de directie- en secretariaatsvoering van OFED (opleidingsfonds voor de Elektrotechnische Detailhandel). • Organiseren van cursusuitvoering indien gewenst. • Opstellen en uitvoeren verbeterplan naar aanleiding van klanttevredenheidsonderzoek.
ORGANOGRAM OTIB 2010 - 2011
Directeur
Hoofd Regiozaken
Regioteam
Beleidsontwikkelinguitvoering en Projectmanagement
Financiële Administratie
ServiceDesk
Planning & Control
^i=Vi,f&! '^'>-i;;rie;H waarop oi>^pori ff,,
23 MEI 0TIB12-0452
Halfjaarlijkse "thermometerrapportage"status uitvering en resultaten Operationeel plan Op maart 2012 wordt de eerste versie van de jaarrapportage 2011 besproken in het bestuur. Maken en hanteren van de lijst van activiteiten die In 2011 aan rendementsbepaling toe zijn Er is een lijst ontwikkeld waarop alle projecten en activiteiten waarop rendementsbepaling en/of effectmeting wordt toegepast in de tweede helft van 2011. Inmiddels is aan de hand van deze lijst een uitvoeringsplan opgesteld. Afronden van de rendementsbepaling voor 1 januari 2012 Voor onder andere de volgende projecten is de rendementsbepaling doorgeschoven naar 2012/c.q. heeft een doorioop in 2012 • EVC trajecten • Technobiel • Educatieve games Check en beoordeling van een servicegraad via het klanttevredenheidsonderzoek Check van de servicegraad is uitgevoerd binnen het twee jaariijkse klanttevredenheids onderzoek. Onder servicegraad verstaan wij in hoeverre OTIB aan het belang van de aangesloten werkgevers/branche kan voldoen. • Vrijwel alle contactpersonen (93%) van OTIB erkennen het belang van een opleidings en ontwikkelingsfonds in de branche. De over grote meerderheid (60%) vindt dit fonds zelfs 'zeer belangrijk". • De contactpersonen van de grote bedrijven vinden een opleidings en ontwikkelingsfonds vaker 'zeer belangrijk' dan de contactpersonen van de kleine bedrijven (77% vs. 60%). • In vergelijking tot 2009 noemen minder klanten spontaan dat het verzorgen van subsidieregelingen de enige taak is die door OTIB wordt uitgevoerd. • Nog altijd denkt twee op de vijf contactpersonen ten onrechte dat OTIB zelf op grote schaal opleidingen of cursussen verzorgt, "» Ten behoeve van de analyse van de reactie van kleine bedrijven is een aanvullend onderzoek gestart. Interne check op de kennis en vaardigheiden van de branche bij afzonderlijke medewerkers Inmiddels is een maandelijkse interne email voor het communiceren van actuele branchekennis ontwikkeld. De volgende onderwerpen horen daar in ieder geval in thuis; • Aantal werknemers • Aantal werkgevers • Aantal BOP's lopend jaar • Aantal actieve BPV's • Aantal leerbedrijven • OSR benutting collectief en individueel • Top 10 cursussen die gedeclareerd zijn • Top 10 declarerende bedrijven • Opvallende persberichten en artikelen over de branche In het eerste halfjaar van 2012 wordt een querykalender ontwikkeld.-peze bevat een overzicht van alle structureel te genereren analyses. kf''^éi,^'^^ '■MG Aiidii
":am!i ü,o.
Tevens wordt tijdens de afdelingsoverleggen en de diverse werkgroepen waar OTIB werknemers in deelnemen de branche ook uitvoerig besproken. Geprognosticeerde overcapaciteit bij de ServiceDesk en het Secretariaat wordt parallel aan het ontstaan ervan ingezet op nieuwe projecten en tijdelijke vacatures, bijvoorbeeld Technologie Thuis Nu! . Via quick scan check op verbeterpunten naar aanleiding van klanttevredenheidsonderzoek Verbeterpunt Om de band met de kleine bedrijven te versterken dient OTIB te achterhalen waar deze klanten behoefte aan hebben en wat zij van OTIB venrt/achten, Actie 'Wat kan OTIB betekenen voor de kleinere installateur' Doelstellingen onderzoek: • Inzicht verkrijgen in de behoeften van kleine bedrijven; • Inzicht verkrijgen in de motieven al dan niet gebruik te maken van de huidige diensten van OTIB; • Inzicht verkrijgen in de wijze waarop de dienstverlening van OTIB voor deze specifieke doelgroep geoptimaliseerd kan worden. Resultaten van dit onderzoek volgen in februari 2012. Controle regelingen Sinds eind 2008 worden er onder de bij OTIB aangesloten bedrijven steekproeven genomen met betrekking tot de BPV/APS en de OSR. De werkgevers worden geselecteerd op de volgende manieren: • Steekproefsgewijze selectie door de automatiseringssystemen, « Naar aanleiding van de check op de uitkeringsrun BPV/APS en OSR door directie en financiën. • Opvallende declaraties die binnenkomen bij de servicedesk. Streven is om maandelijks tussen de 10 en 15 bedrijven te bezoeken voor een controle. Dit aantal is In 2011 behaald. Opvallende zaken tijdens de controle Algemeen • Goede wijze van ontvangst en behandeling van de controleur. • Wijze van archivering is bij veel bedrijven een aandachtspunt. • Afstandverklaring OSR recht wordt in sommige gevallen niet opgemaakt of weggegooid. • Veel vraag naar informatie omtrent het opstellen van een BOP en het gebruik van de diversiteit in regelingen. • ORA bezoek gewenst omtrent het gebruik van regelingen/projecten, OSR « Bij feitelijke onjuistheden betreft dit in 90% van de gevallen het declareren inclusief omzetbelasting,terwijl de OSR regeling de omzetbelasting uitsluit van declaratie. Deze kan de werkgever immers terugvorderen bij de fiscus. • Er worden cursussen gedeclareerd die achteraf niet gevolgd zijn. • Afronden van de cursuskosten in het voordeel van de werkgever,.,... , _. • Cursussen worden gedeclareerd in het verkeerde OSR jaar. p.r/'-^:^_,f;i^ • Dubbel declareren van cursussen voor dezelfde werknemer. '^^ ^ " ^ .KPiViGAMt
OTIB 12-04 52
2 3 MEi
KPMG Ar,:...;-,.,..:
• • • •
Interne doorbelastingen opvoeren als cursuskosten. Het niet verrekenen van gekregen kortingen van het cursusinstituut. Doorbelasten van studiekosten bij overstap van werknemer naar andere OTIB werkgever. Verkeerd gebruik van OTIB Online zodat declaraties verkeerd worden ingediend.
BPV • Er wordt gedeclareerd voor een BOL opleiding waarvan de werknemer bekend is met een dienstverband van 38 uur. • Niet alle handtekeningen staan vermeld op de BPV overeenkomst Naar aanleiding van de uitgevoerde controles worden regelmatig aanvullende vervolgcontroles verricht vanuit het OTIB bureau. Hierbij wordt gevraagd naar kopiefacturen, offertes, presentielijsten, BPV overeenkomsten en APS presentielijsten. Acties naar aanleiding van bevindingen • Terugvorderen/verrekenen met openstaand OSR recht. • Hercontrole, o Binnen een vaste termijn een verbeterd dossier, • Snelle vervolgcontrole. • Declaratie bijstellen naar beneden. • ORA inschakelen voor ondersteuning. • Verfijning definities in BPV regeling. Feitelijke terugbetaling is in één geval opgelopen tot een totaalbedrag van € 39,899,99. In 2011 is na hercontrole bij een werkgever € 7.525 teruggevorderd welke onterecht is gedeclareerd. Daarnaast zijn er ook geregeld kleinere terugvorderingen welke worden verrekend in de nog openstaande OSR rechten of eveneens terugbetaald. Werkgevers gecontroleerd in 2011 verdeeld naar bedrijfsgrootte: Bedrijfsgrootte Aantal bedrijven % <25 19 11% 25-100 101 60% >100 49 29% Totaal 169 100,00% Geconstateerde werkgevers met onvolledigheden verdeeld naar bedrijfsgrootte: Bedrijfsgrootte Aantal bedrijven % <25 1 6% 25-100 7 44% >100 8 29% Totaa! 16 100,00% Geconstateerde onvolledigheden verdeeld naar regeling/probleem: Regeling Aantal bedrijven % OSR 13 81% BPV 3 19% APS O 0% Totaal 16 100,00% Daarnaast vroegen 24 bedrijven extra informatie ten behoeve v^'jdejOTlB regelingen, de BOP, afstandverklaring en de bewijsovereenkomst die ter plekkCverstrektlis. KPMG Audit DcciJiiic-nr wriarr^n ons ijjn^ri
2 3 MEI 20!2 OTtBl 2-0452
/
33
KF,V]G A.-::;,'/;i,^n;:s f.
De volgende wijzen van controleren worden gehanteerd. • Aanvullende informatie controle en opvragen bij binnenkomst van declaratie. • Controle bij het opmaken van de betalingsrun door de servicedesk. • Steekproef door financiële administratie en directie. • Fysieke controle bij het bedrijf. Interne fraudepreventie In het accountantsverslag 2010 is door de externe accountant bevestigd dat er sprake is van formeel beleid ten aanzien van het ontdekken van fraude in het gebruik van de OSR-en BPV regeling. In 2011 is aan het systeem een extra check toegevoegd, namelijk de procedure bij het wijzigen van bankrekeningnummers. Procedure • De werkgever/werknemer kan op schriftelijk verzoek een wijziging van een bankrekening indienen. • De wijziging wordt doorgevoerd in het systeem door de personen die hiertoe zijn bevoegd binnen de interne systemen. • Een tweede check is ingebracht zodat te alle tijden twee personen de wijziging hebben gecontroleerd en hebben geaccordeerd. Zo lang de tweede check niet is verricht, wordt het bankrekeningnummer niet aangepast. Binnen de organisatie zijn, afhankelijk van de geld- en materiaalstromen, personen belast met preventiemaatregelen. Het betreft 1 persoon voor activiteiten uitkering tegemoetkomingen aan werkgevers en/of werknemers, 1 persoon voor betalingen en geautomatiseerde systemen en 2 personen gezamenlijk voor hardware en kantoorinventaris. Alle transacties kunnen alleen worden uitgevoerd na controle en afzonderiijke fiattering door 2 personen. Punten ten aanzien van 2012 1. In de brede samenwerking binnen Techniek Talent worden beroepenwedstrijden in nationaal en internationaal verband zo veel mogelijk gezamenlijk opgezet. Dit vraagt mogelijk op korte termijn een wijziging in de OTIB opzet. 2. Opvang van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt en de kwaliteit van samenwerking van diverse betrokken organisaties. 3. Kwaliteit van de samenwerking gericht op de realisatie van de gezamenlijke ambities binnen Techniek Talent. 4. Het benutten van het project Technologie Thuis Nu! voor bijscholing. 5. Sterk vergroten van de betrokkenheid van bedrijven bij projecten in de regio met name die in samenwerking met de scholen plaatsvinden. 6. Verstevigen van het reaüsatieplan Skills@school. 7. Verhelderen input mogelijkheden OTIB Skillsmanager in andere activiteitgebieden. 8. Realiseren niet vrijblijvende afspraken met (enkele) HBO instellingen. 9. Vergroten klanttevredenheid bij kleine bedrijven. 10. Herzien opzet Operationeel plan regulier ondenwijs: meer transparantie en opname nog niet gerealiseerde ambities en projecten. 11. Uitvoeren kwalitatieve monitoring maatregel borging praktijkleerplaatsen, 12. Bijeenkomsten opzetten voor de niet gerealiseerde vakgroepbijeenkomsten in 2011. 13. Verkennen en analyseren van mogelijk bruikbare systemen voor structurele effectmetingen,
rinri'i
KT^MG Aiidit
23 HE! 2012 OTIB12-0452
fmcdn] \iV.-^^^
^'•^'l _
13. Financieel Kredietrisico Het kredietrisico van het hebben van effecten is afgedekt door deze aan te houden bij instellingen met een minimale rating van AA+. Vermogenrisico De effecten worden belegd in vastrentende waarden waarbij de intentie is om deze aan te houden tot het einde van de looptijd. Eigen vermogen en resultaat:
Verhouding kwalitatieve en kwantitatieve uitgaven: 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00%
■Uitgaven kwantiteit Uitgaven kwaliteit
2010
2009
Begroting 2011
2011
Begroting 2012
Stand eigen vermogen per eind jaar: €60.000.000.00 1.1
g, o E o > O)
€50.000.000,00 €40.000.000,00 €30.000.000,00
O) 0)
^ o ^
■^'
- ^
^ , ^ [ ^
—'X ■
i"i
n
Eigen Vermogen
L,i
II
•Heffing
€20.000.000,00 €10.000.000,00 €
nr 1
vfi r~
1 „■■;-., .1
KPMG Audit 2 0 0 6 2 0 0 7 2 0 0 8 2 0 0 9 2 0 1 0 2 0 1 1 2 0 1 2 20,13nGni wnaroo ons t ^ o n d.c
2 3 MEI 2012 OTIB 12-0452
Resultaten 2011 (Bedragen x€ 1000,-) Baten Heffing Rente Overige baten Totaal baten Lasten Regulier ondenwijs Interventies Bordessen Competentie Gericht Ondenwijs Vraagsturing CG.O. Examinering Praktij l<scholing TechniekTalent Eenmalige uitkering ESF Uitkering omscholing Uitkering beroepspraktijkvorming Eenmalige instroomregeling Uitk. BPV eenmalig Uitloop APS Uitkering Scholing van werknemers Innovatieve ontwik, en scholing Duurzaam Kennishuls OTIB-Skillsmanager/Etalage Arbo en preventie Veilig werken op hoogte Innovatieve scholing en practica Uitkering ontwik.stimulering Employability/loopbaanpr. Piusprojecten Doelgroepen (Zij) Instroomprojecten Vrouwen in de branche Beleidsondersteuning Regio Onderzoek en monitoring Communicatie Bureau Algemeen Bestuur en beleldsonderst. Mn-services
Werkelijk 2010
Begroting 2011
Werkelijk 2011
Begroting 2012
43.642 1.174 381 45.197
38.000 900 38.900
43.025 1.350 3 44.378
43.000 800 43.800
1.144 ■ 161 451 _ _ 142 _ 10.317 _
1.000 300 450 _ 500 1,400 _ 11.100 _
1.200 500 500 500 500 1.400 1.250 1.350 9.775 1.125
433 12.648
50 14.800
847 294 ~ ~ 552 9 .. 6.913 ~ 4.222 18 12,855
949 _ _ _ _ 422 10.675 445 798 13.289
1.150 250 250 200 400 8.900 900 1.250 13.300
997 25 243 187 440 9.036 333 1.063 12.324
1.200 350 400 500 500 250 500 8.700 900 1.250 14.550
238 _ 238
500 100 600
76 84 160
500 200 700
1.121 652 2.392 4.165
1.200 750 2:600 4.550
1.212 481 2.782 4.475
1.200 900 2.600 4.700
4.372 281 699 5.352
4.200 350 700 5.250
" 4.173 289 642 5.104--
4.300 350 700 5.350
i—V,'
i^r-
il
18.100
l|
KPMG Audit
23 H EI 2012 0TIB12-0452
'36 sfiLA""
Overige lasten/Mn-deblteuren Extra Bestedingsplan Totaal lasten
292
400
468
400
4.255
-
-
-
40.239
38.900
35.386
43.800
Resultaat uit reg. Begroting
4.958
-
8.992
Resultaat uit geoormerkt budget
-
-
931
-
8.061
Totaal resultaat
4.958
Oormerkingen vanaf 1 januari 2011 1. Technologie Thuis Nu! 2. Arbocatalogus 3. Praktijkscholing nieuwe stijl 4. Kwaliteit praktijkscholing 5. Specifieke (zij)instroomprojecten/vrouwen in de techniek Totale oormerking oorspronkelijk
€ 1.300.000 €600,000 € 1.600.000 € 611.820 € 500.000 € 4.611.820
2. Eind jaar 2010 reeds aangevangen Totale oormerking/bestemd deel algemene reserve
€ 232.563€ 4.379.257
Besteed aan oormerkingen periode 1 januari t/m 31 december 2011 1. Technologie Thuis Nu! €466.261 2. Arbocatalogus € 209.605 3. Praktijkscholing nieuwe stijl € 10.710 4. Kwaliteit Praktijkscholing € 196.334 5. Spec.{zij)instroom/vrouwen in de techniek € 47.634 Totaal besteed deel algemene reserve
€ 930.544
Oormerkingen vanaf 1 januari 2012 1. Technologie Thuis Nu! 2. Arbocatalogus 3. Praktijkscholing nieuwe stijl 4. Kwaliteit Praktijkscholing 5. Spec.(zij)Jnstroom/vrouwen in de techniek 6. OSR additioneel recht 7. BPV vergroting vergoeding
€ 833.739 €157.832 € 1.589.290 € 415.486 € 452.366 € 2.361.000 € 4.090.000
Totale oormerking/bestemd deel algemene reserve
€ 9.899.713
Overige projecten gedurende het jaar 2011 Bijdrage Stichting Werkgeiegenheidsfonds Metaal & Techniek (SWN) Employability/loopbaan toekenning jaar 2009 € 1.152.000 Uitgegeven 2009 €433.147 Uitgegeven 2010 € 458.339 Uitgegeven 2011 I € 1j60340.6 Resterend per 3 M 2 - 2 0 1 1
€ 100.108-ï'MG Audit Uficufnüfil wüiirijp ons rapport Ei.ö.
OTIB12-0452
J.r,L''ehiu.,r;.
Bijdrage Stichting Werkgeiegenheidsfonds Metaal & Techniek (SWN) Employability/sklllsmanager toekenning jaar 2009 € 3,050.000 Uitgegeven 2009 € 1.081,147 Uitgegeven 2010 €1.119,977 Uitgegeven 2011 €712.667 Resterend per 31-12-2011 € 136.209 Bijdrage Stichting Werkgeiegenheidsfonds Metaal & Techniek (SWN) Borging praktijkleerplaatsen toekenning jaar 2009 € 3.176.000 Borging praktijkleerplaatsen toekenning jaar 2010 €2,804.878 Uitgegeven 2009 €71.231 Uitgegeven 2010 € 510.604 Uitgegeven 2011 € 923.440 Resterend per 31-12-2011
€4.475,603
Bijdrage Stichting Vervroegd Uittreden Metaal & Techniek (SVUM) Arbeidsmarktbeleid toekenning jaar 2011 € 883.055 Uitgegeven 2011 €185.590 Resterend per 31-12-2011
€ 697.465
Opmerkingen 1) Het heffingspercentage over 2011: 1,00%. 2) De opbrengsten uit rente zijn hoger door meer (heffings-)opbrengsten, die vastgezet konden worden, een iets hogere rente en hogere invorderingsrente op te ontvangen premieheffingen. 3) Betreft het resultaat uit de verkoop van 9.241 stuks participaties BNP Paribas L2 Euro Government Bond. 4) Interventies op regulier onderwijs blijven achter omdat verschillende voorgenomen activiteiten nog niet In 2011 zijn gerealiseerd. Enerzijds is een prioriteit gegeven aan inspanningen voor CGO ontwikkeling en anderzijds vroeg technische ontwikkeling meer tijd (Skills@school). 5) Voor vraagsturing CGO is het benodigde bedrag nog bekostigt geweest uit het eerder vastgestelde budget ad. € 1.050.000. Inspanningen betroffen voor het grootste deel personele Inzet en (nog) geen productontwikkeling. 6) Voor kwaliteitsverbetering praktijkscholing is in 2011 geen beroep gedaan op de basisbegroting. De huidige activiteiten worden bekostigd uit de hiertoe geoormerkte resei-ve. 7) Door de langere aanlooptijd van enkele grote projecten zijn niet alle middelen in 2011 benut. 8) Per deelnemer aan de ESF éénmalige uitkering is een bedrag toegekend ad € 300. Dit Is opgebouwd uit € 177 BPV tegemoetkoming en € 123 ESF gelden. Vanwege een extra administratieve verplichting welke is opgelegd in het 4e kwartaaLzijn.tot nu toe maar 48 dossiers compleet. De verwachting is dat dit aantal in 2012|.veie,malen groter is. KPMG Audit
2 3 MEI 2Ö12 OTIB12-0452
KPMG .
9) De lagere uitgaven worden veroorzaakt door; • De lagere instroom 2011 ten opzichte van de instroom 2010. De instroom 2010 was al laag en dit zet door in 2011. • Het sneller behalen of beëindigen van een opleiding is ook zichtbaar in 2011, waardoor één of meerdere basistegemoetkomingen niet betaalbaar worden gesteld, • De lengte van een BPV overeenkomst bepaalt het aantal tegemoetkomingen in plaats van, voorheen, de nominale duur conform het CREBO of CROHO. • De gewijzigde bepaling van de opbouw van de BPV verplichting is in hel 4e kwartaal door de accountant goedgekeurd. 10) Volgens bestuursbesluit van 9 november 2011 is aan het eind van het jaar aan alle leerbedrijven een uitkering van € 450,00 per leerlingwerknemer verricht. Dit kwam neer op 9.121 uitkeringen.In januari 2012 zijn vervolgens nog 262 aanmeldingen van BPV overeenkomsten gedaan welke hoorden bij 2011. Totaal derhalve 9.383 uitkeringen. 11) Een aantal projecten lopen langer door, naar 2012, dan vooraf was ingeschat. 12) Voorbereidende activiteiten gaven lagere kosten. In 2011 heeft een behoefteonderzoek, plaatsgevonden. Op basis van de bevindingen wordt begin 2012 aan de begeleidingscommissie een uitvoeringsvoorstel gepresenteerd. 13) De verhoging komt door een hogere benutting van de kraamkamercursussen onder andere 'Goed Werkgeverschap'. 14) Hogere benutting van het collectief recht geeft een lichte overschrijding, 15) De employablllty uitgaven in de reguliere begroting zijn lager doordat er nog middelen beschikbaar zijn uit het werkgeiegenheidsfonds. Daarnaast is in 2011 een toezegging ontvangen voor anticyclisch arbeidsmarktbeleid van € 883.055, 16) Er is In 2011 minder uitgegeven vanwege het feit dat er onvoldoende werkervaringsplaatsen zijn. Er lopen 7 instroomprojecten. 17) Minder uitgaven In 2011 door het niet uitvoeren van voorgenomen Radar activiteiten samen met UnetoVNl. Tevens zijn diverse specifieke onderzoekskosten toegerekend aan de projecten. 18) Als gevolg van de NOT en de ontwikkelingen binnen stichting TechniekTalent.nu hebben we tien keer zoveel materialen voor basisondei"wijs uitgegeven. Dit blijven nog steeds kosten voor OTIB. Daarnaast was er het succes van de trailer Technobiel. 19) De aanvulling nodig voor de dubieuze debiteuren valt hoger uit (MnServices).
!r~^if
Gpm& KPMG
Audit
ïJücuncnt '.v2(iii3P Orifi müport d.d.
23 MEI 2012 OTIB12-0452
,, I lilij.'
/L--.--,',^,?^Ji-MvS
■ /
Kt-Tv'lG /■':•■/-:.■ -I ■■'- f"'J-V
stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
Jaarrekening 2011
'i \ i ^ ' " ' k i' - ■■■i-'
stichting Opleidings- en onhviVkelingslonds voor het Technisch InsOllatiebadnjf
1.
Balans per 31 december 2011 {voor resultaatbestemming) 31.12.2010 in Euro
31.12.2011 in Euro Activa 1.1 1,1.1 11.2
Vaste activa Materiële vasle activa Financiële vaste activa
145.111 6.921.437
153.159 7.125.763
7.066.548
7.278.922
1.2 1,2,1 1.2.2 1.2.3
1.3
Vlottende activa Te vorderen bijdragen v/erkgevei^ Gelden werltgelegenheidsfonds Overige vorderingen
880.939 O 1.996.939
704848 814.183 2.657.857
Liquide middelen
4.176.888
2.877.878
48.526,259
41.020.315
59.982.069
50.964.741
Passiva 1.4 1.4.1 1,4.2 1,4.3 1.4.4
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserve Onverdeeld resultaat
182 18.642.652 5.328.705 4.958.094
162 23.833,309 5.096.142 8.061.421
28,929.633
36,991.054
1.5 1.5,1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1,5.6
Schulden op lange termijn Projecten Gelden werkgeiegenheidsfonds Gelden jeugdwerkloosheid Gelden looptjaancoach Gelden Dutch Build Up Skills Reservering uitkering BPV
534.146 58.868 3.903.823 1.133.334 O 7.869.392
220.963 0 0 895.834 336.042 7,054.939
13.499.583
8.507,778
1.6 1.6.1 1,6,2 1.63 1.6.4 1.6.5 1,6.6
Schulden op korte termijn Gelden jeugdwerkloosheid Gelden anticyclisch arbeidsmarktbeleid Reservering uitkering OSR Crediteuren Lonen en sociale lasten Overige schulden
O O 3.123.782 3.677.099 254,225 1.480.419
2.980.383 476,701 2.640.681 6.725.193 295,399 1.364.880 14.483.237
8.535.525
59.982,069
50,964.741
Toelichting op de balans: biz. 11 en volgende
Stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch Inslalla lie bedrijf '■i'-, ;---
2.
Staat van baten en lasten over 2011
2011 in Euro
Begroot 2011 in Euro
43.025.310 1.349.993 2.957 44.378.260
38.000.000 900.000 0_ 38.900.000
873.073 923,440 237.500 476,701 336.042 354.658 3-201,414
0 0 0 0 0 0 0
1,578,318 510.604 54.166 O O 564.983 2.708,071
47,579.674
38.900.000
47.905.559
847.024 294.226 552.378 0 0 0 8.496 4.222.350 6.912,719 18.248 12.855.441
1.000.000 300-000 1.400.000 0 450.000 500.000 0 0 11.100.000 50.000 14,800.000
1.143,981 160.607 142.080 451.000 0 0 0 0 '10.317.237 433,320 12.648.225
996.827 25,530 243.369 186.921 439.594 9.036.112 332.984 ■ 1,062.753 12.324.140
1.150.000 250.000 250.000 200.000 400.000 8,900,000 900.000 1.250.000 13.300.000
948.664 0 0 0 422,400 10.675.212 444,809 798.215 13.289.300
76.523 83.683 160,206
500.000 100.000 600.000
238.260 0 236.260
1.212.308 460.913 2.781.872 4.475.093
1.200.000 750.000 2.600.000 4.550.000
1.120.918 652,487 2.391,826 4.165,231
5.103.599
5,250.000
6,352,101
467.816
400.000
291.983
0
0
4.254,294
930:544 ; . — . - .
0
0
38,900.000
40-239.394
Werkelijk
Werkelijk 2010 in Euro
Baten Safen uit reguliere 2.1 2.2 2.3
gelden:
Heffing Rente Overige baten
43.642,117 1,174.529 380.842 45,197.488
Baten uit derden gelden: 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
G G G G G G
elden werkgeiegenheidsfonds elden jeugdwerkloosheid elden loopbaancoach elden anticyclisch arbeidsmarktbeleid elden Dutch Build Up Skills elden project De Uilvinders
Totale baten Lasten Lasten uit reguliere gelden: 2.10 2.10.1 2,10.2 2.10.3 2.10.4 2,10,5 2.10.6 2.10.7 2.10,8 2.10.9 2.10.10
Egalisatie Regulier onderwijs Minibondessen Techniek Talent Competentie G ericht Onderwijs Vraagsturing Competentie G ericht Ondenwijs Praktijkscholing Éénmalige uitkering ESF Uitkering beroepspraktijkvorming éénmalig Uitkering beroepspraktijkvorming Bovenmatige A P S uitkering
2.11 2.11.1 2.11.2 2,11.3 2.11.4 2.11.5 2.11.6 2.11.7 2.11.8
Bijscholing Innovatie en cursusontwikkeling Kennishuis Sktllsmanager Veilig vrerken op hoogte Innovatieve scholing e n practica Uitkering ontwikkelingsstimulering Employability Plusprojecten
2.12 2.12.1 2.12.2
Instroom 1 nst room proj e d e n Vrouwen in de branche
2,13 2.13,1 2,13,2 2,13.3
Beleidsondersteuning Regio Onderzoek en monitoring Communicatie
2.14
Bureau
2-15
Overige lasten
2.16
Extra bestedingsplan
2.17
Projecten len laste van bestemmingsreserve
36.3|6.839"'XL-'^|-
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsIonOs voor het Technisch In sla Natie be drijf
.-,: !
Lasten uit derden gelden 2-18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23
Werkgeiegenheidsfonds Jeugdwerltloosheid Metaal & Techniek Loopbaancoach Metaal & Techniek Anticyclisch artieidsmarklbeleid Dutch Build üp Skills Project De Uitvinders
Totale lasten Saldo baten sn lasten
Toelichting op de staat v^n baten en lasten: bIz. 20 en volgende
Stichting Opleidings- en onlwikkelingsfodds voor hel Technisch inslalialiebedriif
873-073 923.440 237.500 476,701 336.042 354.658 3.201.414
0 0 0 0 0 0 0
1.578.318 510.604 54,166 0 0 564.983 2.706.071
39.518.253
38.900.000
42,947.465
8.061.421
0
4,958,094
3.
Staatvan lasten 2011 naar statutaire doelstelling conform artikel 3 van de statuten Begroot 2011 In Euro
Werkelijk 2011 In Euro 3.621.922
3.805.000
Stimuleren van de opleiding van jeugdigen en en anderen in het beroepsondenrtïjs en voorlichting.
14.536.765
15.112.500
c.
Verhogen vakbekwaamheid door om- her- en bijscholing en voorlichting.
14.317,186
13.182,500
d.
Verzorgen van werkgelegenheidstrajecten voor art)eidsgehandicapten en mensen zonder werk.
838,678
460.000
e.
Het doen bevorderen van de arbeidsdeelname van vooral vrouwen in de bedrijfstak.
494,517
450.000
f.
Het doen van onderzoek naar nieuwe technologische ontwikkelingen,
1,577.991
1.585.000
g.
Verrichten van, informeren over, onderzoek met als doel beleidsontvirtkkeling t,b.v. de branche.
1.600.318
1,790.000
h.
Inzet van deskundigheid die het bestuur ondersteunt bij haar activiteit en hierover informatie verstrekt aan ondernemingen.
2.530-876
2.515.000
a.
Verrichten van scholingsactiviteiten, ontwikkelen van lesmateriaal en voorlichting,
b.
38.900.000
39.518.253 (')
{*) Inclusief de éénmalige uitkeringen voor ESF en iDeroepspraktijkvorming plus de uitgaven aan goedgekeurde activiteiten voor het werkgeiegenheidsfonds, de jeugdwerkloosheid, de loopbaancoach , het anticyclisch arbeidsmarktbeleid, het Dutch Build Up Skills en het project De Uitvinders.
Toelichting: Uitvoering van de activiteiten is vastgesteld in het operationeel plan 2011. In relatie hiermede zijn de bedragen gealloceerd aan de statutaire doelstellingen.
I
i^
n
I;
I i ' r.r.-.r- A - i ,
Slicht!r>g Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Inslallaliebedrijf
4.
Kasstroomoverzicht over 2011: 2011
2010
in Euro
in Euro
8.061.421
4.958,094
Afschrijvingen Boekwinst verkoop financiële activa Afwaardering financiële activa Mutatie voorzieningen Mutatie werkkapitaal (")
104.490 -2.957 79.022 0 -340.147
223.400 -380,842 0 -230.797 -3.419.826
Kasstroom uit operationele activiteiien
7,901,829
1,150,029
- Investering in financiële activa - Opbrengst verkopen financiële activa - Aflossing lening
-2,048.442 1.765.095 0 -112-538
-53.030 6.526,200 22.689 -21.991
-395.885
6-473.868
7,505.944
7,623.897
Resultaat Gecorrigeerd voor: -
- Investering in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
(*) Mutatie werkkapitaal bestaat uit de mutatie vlottende activa, de mutatie schulden op lange termijn en de mutatie schulden op korte termijn.
stichting Opleidings- en ontwkkeDngsfonds voor hef Technisch Installatiebedrijf
Algemeen 5.1
Rapporterende rechtspersoon De jaarrekening is opgesteld door stichting Opleidingsfonds- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf. De stichting is statutair gevestigd in 's-Gravenhage. De feitelijke activiteiten worden uitgevoerd in Woerden aan de Korenmolenlaan nummer 4,
5.2
Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens RicJitlijn voor de jaarverslaggeving voor grote rechtspersonen 640 Organisatie-zonder-wnnststreven. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
5.3
Aard van de activiteiten De stichting heeft ten doel het stimuleren van werkgelegenheid en het doen opleiden van werknemers in de Technische Installatiebranche, waarbij kwaliteit en kwantiteit dient te worden bevorderd. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door het geven van vergoedingen aan weriïgevers voor de kosten in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg van de in opleiding zijnde werknemers in de Metaal & Techniek en in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van bijschding,
5.4
Financiering van de activiteiten De financiering van de activiteiten bestaat uit een percentage van de jaarloonsom van de aangesloten bedrijven in de bedrijfstak (de heffing) en overige bijdragen (waaronder gelden werkgeiegenheidsfonds. jeugdwerkloosheid en samenwerkingsverbanden).
5.5
Uitvoering van de activiteiten De heffing en incasso van de bijdragen van wert
5.6
Doelstelling OTIB heeft als doelstelling 'het aantrekkelijk maken en houden van de installatiebranche met voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers'. Een drietal primaire doelstellingen die als gevolg hiervan worden nagestreefd: - het stimuleren van medewekers in de installatiebranche om {beroeps)opleidingen te volgen om 2odoende het kwalificatieniveau van de medewerkers te vergroten waardoor blijvende inzetbaarheid binnen de branche gewaarborgd wontt. - het verzorgen van een juiste aansluiting tussen onden^js (basisonderwijs, het vmbo, hel htxi, het wo, de roc's) en het bedrijfsleven waardoor tevens een grotere instroom kan worden bevorderd, - het stimuleren van loopbaanbeleid en individuele loopbaanontwikkeling.
.1
stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor liet Technisch Inslallaliebiedrijf
\
6.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de
resultaatbepaling
Algemeen 6.1
Vergelijkende cijfers Als vergelijkende cijfers zijn de cijfers van de begroting 2011 vastgesteld door het bestuur d,d. 10 novemtier 2010. alsmede de cijfers van vorig boekjaar opgenomen. De vergelijkerxte cijfers zijn, waar daar voor vergelijking noodzakelijk of wenselijk is, aangepast aan de opzet van het huidige Doekjaar,
6.2
Activa en passiva Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zat gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
6.3
Baten, l^ten en resultaat De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betiekking hebben. De baten worden verantwoord zodra zij gerealiseerd zijn, de lasten zodra deze voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen ener2ijds de tsaten, uit heffingen, interest en overige bijdragen, en anderzijds de lasten over het jaar.
6.4
Presentatie jaarrekening De jaarrekening worctt gepteser^teevd in euro's. Alle financiële informatie in euiös is afgerond op een geheel getal.
6.5
Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waan/oor de herziening gevolgen heeft.
6.6
Bestuursbesiuiten met financiële impact Bestuursbesluiten met financiële impact worden in het jaar van besluitvorming ten laste van het resultaat gebracht, indien deze besluiten mede aan derden rijn gecommuniceerd, Grondslaqen voor financiële
6.7
Instrumenten
Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten verstrekte leningen, investeringen in bankbrieven en obligaties, vorderingen op werkgevers, overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten Deze worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd: Gekoctjte effecten Gekochte effecten vraarvan de stichting de intentie heeft deze tot het einde van de looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Verstrekte leningen, vorderingen op werkgevers, overige vorderingen, crediteuren en overige te bepalen posten Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Voor vorderingen en verplichtingen waar geen expliciete rente wordt berekend, is de nominale waarde gehanteerd als als invulling van de grondslag geamortiseerde kostprijs.
1 !■ ■?,;? ;-:■"■,,::■ / j ;-'M
Stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Inslallstiet'edrijf
6.8
Waardering materiële vaste activa De materiële vasle activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: inventaris : 20 computers en software : 33 1/3
6.9
Waardering financiële vaste activa De grondslagen voor (overige) financiële vaste activa zijn opgenomen onder het hoofd financiële instrumenten.
6.10 Bijzondere waardeverminderingen: Vaste activa met een lange levensduur vrorden tieoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet tenjgverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte conlante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoonj voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief, 6.11
Vorderingen en effecten De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn opgenomen onder het hoofd financiële inslrumenten,
6.12 Eigen vermogen Algemene reserve De algemene reserve is het gedeelte van het eigen vermogen waarover de slichting zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen kan beschikken voor hel doel waarvoor de stichting is opgericht. Bestemmingsreserve Een bestemmingsreserve is het gedeelte van het eigen vermogen waaraan een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven dan gezien de doelstelling van de stichting is toegestaan en deze beperking door het bestuur is aangebracht. De benutting van de bestemmingsreserve is afzonderlijk in de staat van baten en lasten opgenomen (projectuitgaven ten laste van bestemmingsreserve). 6.13 Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden: en waarvan een betrouwbare schatting kan wonfen gemaakt; en het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. 6.14 Langlopende scfiulden De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten, 6.15 Kortlopende schulden De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten, 6.16
Batef7 Algemeen De stichting ontvangt heffingsbijdragen van werkgevers, rente, overige baten en baten uit derden gelden. Onder baten in de toelichting op de staat van baten en lasten zijn de voor het jaar van toepassing zijnde heffingspercentages, de subsidievoorwaarden en de status van de afrekenirig van de subsidie en de aard van eventuele overige opbrengsten nader toegelicht.
Jaariijks stelt de slichting de voor het boekjaar geldende heffingspercentages vast. Deze heffingspefcentages vermenigvuldigd met de voor het boekjaar geldende loonsom van alle werknemers in dé.brancliV.J'rardt opgenomen als baten uit heff inaen in de staat van baten en lasten. ' '"■ '^ ^ '"'" '"'' i,- ■■> - - -•
Stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch inslallatiebedrijf
Baten uit derden gelden Baten uit derden gelden betreffen baten uit hoofde van subsidies. Deze taten worden opgenomen in de staat van tiaten en lasten zodra er zekerheid toestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting voldoet aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies worden systematisch als baten in de staat van Ijaten en lasten opgenomen in dezelfde periode als die waarin de lasten worden gemaakt. Ontvangen subsidievoorschotten worden aanvankelijk in de balans opgenomen als voonjitontvangen bedragen. Grondslagen voor personeelsbeloninaen/oensioenen 6.17 Pensioenregeling Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB) is net als de overige weri
Kasstroomoveriicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Reële waarde
6.19
Bepaling reële waarde Een aantal grtMidslagen en toelichtingen in de jaarrekening van OTIB vereisen de bepaling van de reële waarde van zowel financiële waarde als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatie verschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methode bepaald: Vestrekte leningen en (overige) vorderingen De reële waarde van handels- en overige vorderingen wordt tegen de contante waarde van de toekomstige kasstromen geschatf""" li "jf"""!,!""":
!IPML
stichting Opleidings- en ontwIMcclingsfands voor het Technisch Instsllaiiebedrijf
.a
Toelichting op de balans per 31 december 2011
1.1
Vaste activa
1.1.1 Materiële vaste activa 1.1,1,1 Inventaris
€
7.278.922
€
153159
€
116.268
De specificatie is als volgt:
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
231.338 148.773 82.565
213.139 127,606 65,533
67,805 1.778 32.324 33,703
21.991 3792 21,167 2.968
297.365 181.097 116,268
231.338 148,773 82,565
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 In Euro
262,816 233.302 29.514
276,802 186.593 90,209
44.733 12.550 27.667 4,516
0 13,966 46.709 60.695
294,999 260.969 34,030
262.816 233.302 29.514
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
545.455 612.423 33.032
548.694 377.916 170,778
0 0 '30,171 30.171
0 3.239 134.507 137,746
545,455 542,594 ■ 2.861
545.455 512.423 33,032
Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen boekjaar Saldo
'
Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 decemtjer Het afschrijvingspercentage bedraagt 20%. 1.1.1.2 Computers
€
34.030
De specificatie is als volgt:
Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Mutaties in de tx>ekwaarde: Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen boekjaar Saldo Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijwngen per 31 december Boekwaarde per 31 december Het afschrijvingspercentage bedraagt 33 1/3%. 1.1.1.3 Software
€
2.861
De specificatie is als volgt:
Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Des investeringen Afschrijvingen boekjaar Saldo Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december Het afschrijvingspercentage bedraagt 33 1/3%.
Slichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatietsedrijf
\ f Gl
ij
1.1.2 Financiële vaste activa
7.125.763 45.378
1.1.2.1 Leningen
De specificatie is als volgt:
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
45.378 45.378
45.378 45.378
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
5,088.000 0 1,992,385 0 7.0S0.385
11.190,250 0 0 6,102.250 5,089,000
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
1.788,059 56.058 1.765,095 79.022 0
1.778.137 53.030 0 43.108 1,788,059
Vereniging Orka (SKO)
Dit betreft een achtergestelde lening, waarop in 2011 niet is afgelost. Er is geen rente en geen einddatum vastgesteld.
1,1.2.2 Effecten
7.080,385
Samenstelling effectendepot: Bankbrieven:
7.080,385
De specificatie is als volgt:
Stand per 1 januari verkrijgingsprijs Mutatie beginstand per 1 januari Aankopen gedurende het boekjaar Verkopen gedurende het boekjaar Stand per 31 decemt)er verkrijgingsprijs
De niari
€
De specificatie is als volgt:
Stand per 1 januari verkrijgingsprijs Aankopen gedurende het boekjaar Veritopen gedurende het boekjaar Afwaardering einde boekjaar (") Stand per 31 december verkrijgingsprijs
(*) Daarnaast hebben de staatsobligaties BNP Paribas. aangeschaft op 8 oktober 2003, aan inkomsten tot en met 2011 een bedrag van € 295.559 opgeleverd. De effecten hebben de intentie te worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Er wordt belegd in vastrentende waarden. Het kredietrisico van het heblaen van effecten is afgedekt door deze aan te houden bij instellingen met een minimale rating van AA+.
;'-■ f^".^■"'A i," ■/ %.^7 '
'5 ■'} MT'?
Stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor tiet Technisch Inslallaliebeclrijf
1.2
Vlottende activa
1.2.1 Te vorderen bijdragen van werkgevers
€
4.176.888
€
704.848
De specificatie is als volgt:
Bijdragen tot en rtiet 2011 resp. 2010 Voorziening voor mogelijk oninbare debiteuren
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
1.711.645 -1.006.797 704-848
1.868.059 -987.120 880.939
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
987.120 -369.117 618,003
1,005.715 -310.578 695.137
388.794 1.006,797
291.983 987.120
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
314.183 814.183
0 0
Het verioop van de voorziening voor mogelijk oninbare debiteuren:
De specificatie is als volgt:
Voorziening per 1 januari Aftxieking wegens oninbaarheid
Dotatie Voorziening per 31 december
Voor de vaststelling van de voorziening worden de volgende criteria gehanteerd: - Vorderingen inzake ambtshalve opleggingen worden voor 100% voorzien. - Vorderingen vÉin 1 jaar en ouder worden voor 100% voorzien. - Vorderingen uil het boekjaar worden voor 15% voorzien.
1.2.2 Gelden werkgeiegenheidsfonds
€
814,183
De specificatie iS als volgt:
Werkgeiegenheidsfonds Metaal & Techniek (jaar 2009) (*)
(*) Dit betreft een tweetal door hel Werkgeiegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employatiilily activiteiten. Totaal is door het Werkgeiegenheidsfonds € 4.202,000 maximaal toegezegd, In hel jaar 2009 is aan voorschotten €3,151.500 ontvangen, voor prcijectactiviteiten is een bedrag van € 1.514.292 verstrekt. In hel jaar 2010 is voor projectactiviteiten een bedrag van € 1.578.318 verstrekt. In het jaar 2011 is voor projectactiviteiten een bedrag van € 873.073 verstrekt. Zie voor vergelijkende cijfers 1.5.2 en voor toelichting punt 2,4. 1,2,3 Overige vorderingen
2.657.857
De specificatie iö als volgt:
Nog te ontvangen heffingen MN-Services Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde portikosten Nog te ontvangen ESF-gelden (') Nog te ontvangen rente Waarborgsom huur Rekening-courant OFED Project De Uilvinders (*')
Geen van de vorderingen heeft, naar verwachting, een looptijd langer dan eenjaar.
Slichling Opleidings- en ontwiKkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
319.562 670,104 19-915 653.257 404.806 39.910 25.676 519.627 2.657.857
126.317 347.513 19.915 428.321 225.619 39.910 0 309,344 1.996.939
(*) ESF 3: Het agentschap van SZW heeft OTIB aangewezen als uitvoerder voor de branche van de ESF 3 subsidieregeling. ('*) Betreft een samenwerkingsovereenkomst met stichting De Uitvinders in het kader van het Doelstelling2 programma Operationeel Programma voor ZuidNederland, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 20072013 (OPZuid). De doelstellingen zijn; het profileren van de technische sector in het onderwijs, het bevorderen van een betere aansluiting van het arbeidsaanbod op de arbetdsvraag binnen de tedinologiesectoren en het zorgen van een kruisbestuiving tussen de technische en maakindusirie en het onderwijs. OTIB treedt op als penvoerder en eindverantwoordelijke voor het beheer van het projectiDudgei. De einddatum van hel project is 31 december 2012.
1.3
Liquide middelen
48.526.259
De spedficatie is als volgt:
Deposito ABNAMRO (') ABNAmro rekeningcourant (**) INGbank rekeningcourant ("*) Kas
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 In Euro
5,000.000 43.206.689 319.409 161 48,526.259
0 40.674.359 345.085 871 41,020,315
(*) Betreft een deposito met een rentepercentage van 2,0%. De looptijd is 11 maanden. Op 15 augustus 2012 loopt de deposito af. Gedurende de looplijd kan geen geld vnorden opgenomen. (**) Betreft de samenvoeging van een negental rekeningen bij de ABNAmro. De rente op deze rekeningen ligt tussen de 0,7% en 2,4%, afhankelijk van de hoogte van het bedrag en het type bankrekening. ("") Betreft de samenvoeging van een tweetal rekeningen bij de INGbank. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de slichting.
'^i-MM-f^^-i KPi;/:-'- ,.',,...■
stichting Opleidings en onlwiXkelmgsfonös voor het Technisch in sta Na tie tse drijf
1.4
Eigen vermogen
€
36.991.054
1.4.1 Stichtingskapitaal
€
182
1.4.2 Algemene reserve
€
23.833.309
De specificatie is als volgt:
Saldo lopend boekjaar Resultaatbestemming voorgaande txiekjaren Bestemmingsreserve lopend txjekjaar
1.4.3 Bestemmingsreserve
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
18.642.652 5,190.657 0 23.833,309
32,251.316 -8.996,844 •4.611.820 18.642.652
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
5,328,705 -232.563 0 5.096.142
575.535 141,350 4.611.820 5.328.705
5.096.142
De specificatie is als volgt:
Saldo lopend boekjaar Resultaattiesiemming voorgaand boekjaar Toevoeging lopend boekjaar
Dit betreft een door het bestuur geoormerkte reserve voor de doorloop van uitvoering van activiteiten. Alle geoormeri^te bedragen zijn door middel van een bindend bestem mingsbesluit van het bestuur vastgesteld. ProjectclusterS:
1.4.4
I.
Ëmployabilitv: Het restant van het bestuursbesluit van 31 decemtjer 2003 voor projecten met loopbaanactiviteiten. Bedrag per 31 december 2011: € 716.8B5 (201Q: € 716.885).
II.
Technologie Thuis Mul: Bestuursbesluit van 10 november 2010 vooreen bedrag van € 1.300,000. Project met demonstratiewoningen om door middel van installatietechniek langer thuis te kunnen wonen. Programma's voor VMBO-, MBO- en HBO-scholen, medewerkers uit de branche en derden zoals woningtKiuwverenigingen.
III.
Arbocatalogus: Bestuursbesluit van 15 september 2010 voor een bedrag van € 600.000. Het ontwikkelen van diverse onderdelen van de catalogus met tevens de implementatie daarvan. Bedrag per 31 december 2011: € 367.437 (2010: € 600.000).
IV.
Praktijkscholinq nieuwe stijl: Bestuursbesluit van 17 maart 2010 voor een bedrag van € 1.600.000. Een serie experimenten om intensieve en kwalitatief hoogwaardige praktijkscholing onafhankelijk van detachering te kunnen uitvoeren.
V.
Kwaliteit praktijkscholinq: Bestuursbesluit van 10 november 2010 voor een bedrag van € 611.820. Het ondersteunen en verspreiden van best practices bij individuele bedrijven en het ontwikkelen van instrumenten ter ondersteuning en tiorging.
VI.
Specifieke (zü-IJnstroomproieclen ƒ vrouwen in de techniek: Bestuursbesluit van 10 november 2010 vooreen bedrag van €500.000. Door middel van verkenning en analyses ontwikkelen van instroomslimulering voor spedale doelgroepen. Samenwerking met andere technische branches op dit terrein.
Onverdeeld resultaat
De specificatie is als volgt:
Saldo lopend boekjaar Resultaalt)estemming voorgaand boekjaar Resultaalbestemming lopend boekjaar
8.061,421 31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
K ., % "■?>"" 4'.958;094
-8.855,494 ,, 8.855.494 '"u '^J4:"958;094 ... , .. ^ 6.061.421 ' :.^i-.^ .'■■' '■•-■i 4,958.094 8,061.421o::i;!::!;;:t > L:i2i,-,4^^;094-
w/ Slichting Opteidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
1.5
Schuklen op lange termijn
1,5,1 Projecten
€
8.507.778
€
220.963
De specificatie is ais volgt:
Competenliegeridit Onderwijs (*)
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
220.963 220.963
534.146 534.146
(*) Bi] bestuursbesluit van 10 september 2008 is € 1,050.000 beschikbaar gesteld, Van dil bestuursbesluit is tot en met 2010 €515.854 aan kosten geboekt. In 2011 is €313.183 aan kosten geboekt. Eind 2D11 staan er nog aan verplichtingen een tiedrag van € 220.963. 1.5.2 Gelder» werkgeiegenheidsfonds
€
De specificatie is als volgt:
Werkgeiegenheidsfonds Me\aa\ & Techniek {jaar 2009) (*)
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
0 0
58.888 56.888
(') Dit betreft een tweetal door het Werkgeiegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employability activiteiten. Zie voor vergelijkende cijfers 1.2.2 en voor toelichting punt 2,4. 1.5.3 Gelder! jeugdwerkloosheid
€
De specificatie is als volgt:
Jeugdwerkloosheid Metaal & Techniek (jaar 2009) (*)
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 In Euro
0 0
3.903.823 3.903.823
(*) Dit betreft een tweetal door de Metaal S Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid. Zie voor vergelijkende cijfers 16.1 en voor toelichting punt 2.5. 1.5.4 Gelden loopbaancoach
€
De specificatie is als volgt:
Loopbaancoach Metaal & Techniek (jaar 2010) (')
395.834 31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
895.834 895,834
1.133.334 1,133.334
(') Dit betreft een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het inzetten van loopbaancoaches. Totaal is door de Metaal & Techniek € 1,583.334 maximaal toegezegd. In het jaar 2010 is aan voorschotten € 1.187.500 ontvangen, vow projectactiviteiten is een tiedrag van € 54.166 verstrekt. In het jaar 2011 is voor projectactiviteiten een bedrag van €237.500 verstrekt. Zie voor toelichting punt 2.6.
^:^SG' ■'■- A- ■''"''
stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor het Technisch installatie tie drijf
1.5.5
G elden Dutch Build Up Skills (DuBuS)
€
336.042
De specificatie is als volgt;
Gelden Dutch Build Up Skills (DuBuS) (*)
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
336,042 336.042
0 0
(*) Dit betreft een door de EACI (onderdeel EU) goedgekeurde aanvraag voor het inzetten op duurzame projecten in het kader van het lEE-programma (Intelligent Energy Europe). Totaal is hiervoor € 673.632 maximaal toegezegd. In hel jaar 2011 is aan voorschotten € 336.816 ontvangen, waarvan reeds € 774 is tiesteed aan projectactiviteilen. Zie voor toelichting punt 2,8. 1.5-6 Reservering uitkering BPV
€
7,054.939
Reservering verplichtingen egalisatie 31 december 2011 in Euro
De specificatie is als volgt:
BPV-uitkering
7.054.939 7.054.939
Mutatie 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
-814.454 -814.454
7,869.392 7.869.392
In het jaar boekjaar 2011 is een resen/ering voor BPV-uitkenngen getroffen van € 7.054-939 voor de rechten uit toekomstige uitkeringen over actieve BPV-overeenkomsten die per 31 december 2011 staan geregistreerd. Tol 1 juli 2010 is uitgegaan van een reservering met een benutting van 47% (2010: 57%) van de BPV-regeling volgens de oude toerekenmelhode. Vanaf 1 juli 2010 bedraagt het percentage 84% volgens de nieuwe toerekenmethode. Zie voor mutatieverklaring punt 2.10.9. 1.6
Schulden op korte termijn
1.6-1 G elden jeugdwerkloosheid
14.483.237 2,980.383
De specificatie is als volgt:
Jeugdwerkloosheid Metaal & Techniek (jaar 2009) (')
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
2-980.383 2.980.383
0 0
(') Dit betrefl een tweetal door de Metaal & Techniek goedgekeunde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid. Totaal is door de Metaal & Techniek € 5.980-878 maximaal toegezegd. In het jaar 2009 is aan voorschotten €2,382.000 ontvangen, aan projecten borging praktijk leerplaatsen is €71.231 verstrekt. In het jaar 2010 is aan voorschotten € 2-103.658 ontvangen, aan projecten borging praktijk leerplaatsen is € 510.604 verstrekt. In het jaar 2011 is aan projecten borging praktijk leerplaatsen € 923,440 verstrekt. Zie voor vergelijkende cijfers 1.5.3 en votx toelichting punt 2.5.
}:■-■■•:::■} ; v . - ; i - ;
Stichting Of^eidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatietiedriff
1,6.2 Gelden anticyclisch arbeidsmarktbeleid
€
476.701
De specificatie is als volgt:
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
476,701 476.701
0 0
Gelden anticyclisch arbeidsmarktbeleid (")
(') Dit betreft een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het inzetten op projecten om de krapte op de arbeidsmarkt van de Technische Installatiebranche te beperken c.q. voorkomen. Totaal is door de Melaal & Techniek € 683.055 maximaal toegezegd. In hel jaar 2011 is aan voorschotten € 662.291 ontvangen, waarvan reeds € 185.590 is besleed aan projectactiviteiten. Zie voor toelichting punt 2.7. J.6,3 Reservering uitkering OSR
€
2.640.681
Reservering verplichtingen bijscholing Mutatie 2011 in Euro
31 december 2011 In Euro
De specificatie is als volgt:
-483,101 -483.101
2.640.661 2.640,681
OSR-uitkering
31 december 2010 in Euro 3.123.782 3,123.782
Aan de reserve voor verplichtingen onder de nieuvi/e OSR regeling is € 483,101 vrijgevallen in verband met minder mutaties inde benutting van rechten in het jaar 2011 t.o.v. het jaar 2010. De reservering OSR is opgenomen voor de nog uit te keren gelden in verband met aanvragen die na 31 december 2011 zijn binnengekCMTien en die tol 1 april 2012 in tiehandeling worden genomen. Zie voor mutatieverklaring punt 2.11,6. 1.6.4
Crediteuren
1.6.5
Lonen en sociale lasten
6.725-193 295.399
De specificatie is als volgt:
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 fn Euro
58.732 17.924 76.932 11.532 129.004 1.275 295,399
46.138 15.858 75,013 11.252 106.649 -686 254.225
31 december 2011 in Euro
31 december 2010 in Euro
Nog te betalen loonheffing Nog Ie betalen sociale lasten UWV Reservering vakantietoeslag Reservering sociale lasten vakantietoeslag Reservering vakantiedagen Nog te betalen lonen, pensioenen e.d.
1.6.6 Overige schulden
1.364.860
De specificatie is als volgt:
1.166.157 121.822 76.901 1364.880
Nog te belalen kosten Nog te betalen bijdrage project Werknemersorganisaties (") Vooruitonlvangen bedragen
(') Conform hel bestuursbesluit van 3 december 2003 is een oorspronkelijk bedrag opgenomen van € 500.000 (waarop de bestedingen in mindering zijn gebracht).
■■\
StJchliJig Op'i&ióiDQS^- en ontw/Kkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf
I;
1.322.358 158.061 O 1.480.419
1.7
Toelichting financiële instrumenten Algemeen OTIB maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instnjmenten die OTIB blootstellen aan markt en/of kredielrisico's. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. OTIB handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredielrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij hel nielnakomen door een tegenpartij van aan OTIB verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de dest>elreffende insü^umenten Kredjetrisico OTIB loopt kredielrisico uit hoofde van transacties. Dil risico heeft betrekking op hel verlies dat kan ontstaan wanneer een een wederpartij in gebreke blijft Dil risico is beperkt door de veelheid en diversiteit van partijen waarop OTIB vorderingen heeft. Een concentratie van kredietrisico is alteen aanwezig met tretrekking tot de geografische spreiding van de uitstaande vorderingen, die in Nederland is geconcentreerd Ma/1
De marittwaarde van de meeste in de balans verantvmorde financiële instrumenten, waaronder (overige) vorderingen, financiële vasle activa, liquide middelen en crediteuren en overige te betalen posten, benadert de boekwaarde ervan. 1.8
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Aangegane verplichting inzake de huur van het pand Intechnium te Woerden - kantoorruimte 2e + 3e verdieping Ten aanzien van de huur van hel pand Inlechniumgebouw Ie Woerden heeft OTIB een contract afgesloten met Van der Heijden Beheer BV, De overeenkomst is aangegaan voor de duur van vijfjaar, ingaande op 21 december 2010 en lopende tot en met 20 december 2015. De huurprijs in hel jaar 2011 bedraagt op jaarbasis € 166,933 (2010: € 162.343). Aangegane verplichting inzake de huur van het pand Intechnium te Woerden - project/archiefruimte begane grond Ten aanzien van de huur van hel pand Inlechniumgebouw te Woerden heeft OTIB een mondelinge afspraak met Kenteq Holding B.V. Deze mondelinge afspraak is nog niet omgezet In een schriftelijke overeenkomst. OTIB gaat deze aan voor de duur van twee jaar, ingaande met terugwerkende kracht, van 21 december 2010 tot 20 december 2012. De huurprijs in het jaar 2011 bedraagt op jaarbasis € 139.733(2010: € 139.738). Aangegane verplichting inzake leasing van aulo's. Het aantal leasecontracten per 31 december 2011 is 16 (2010:16). De verplichting inzake de leasekosten van auto's in hel jaar 2011 is € 143.500 (2010: € 146.000). De gemiddelde resterende looptijd van de bestaande contracten in het jaar 2011 is 25 maanden (2010: 20 maanden). De verplichting voor hel jaar 2012 bedraagt € 104.200 en voor het jaar 2013 e,v. € 88,300. Aangegane verplichtingen inzake administratieve werkzaamheden uitgevoerd door Mn-Services MNServices verzorgt het heffen, innen en afdragen van de premie over de jaarloonsom van de bedrijfstak. Vanaf 1 januari 2009 bestaat er tussen beide partijen een nieuw contract tot 1 januari 2013. De jaan/erplichüng voor 2011 voortvloeiend uit deze overeenkomst bedraagt € 645.080 (2010: € 644.497). ESF Voor de aangesloten werkgevers verricht OTIB ESFaanvragen die niet voor haar rekening en risico komen. OTIB heeft daarvoor individuele overeenkomsten met de werkgevers, die aan ESF meedoen, afgesloten om het risico af te wentelen. Vennootschapsbelasting De belastingdienst heeft de opgelegde aanslagen vennootschapsbelasting van de jaren 19982002 vernietigd. De belastingdienst heeft op 1 maart 2011 een aangiftebiljet vennootschapsbelasting uitgereikt over het jaar 2010. Indien het eigen vennogen per 31 december 2010 hoger was dan €35,7 miljoen dan zou het meerdere worden belast. Aangezien het eigen vermogen per 31 december 2010 € 28,9 miljoen bedroeg, zou de aanslag naar verwachting nihil zijn. Er vinden in het eerste halfjaar van 2012 gesprekken plaats melde belastingdienst over hel jaar 2010 en verdere jaren.
il ^'
stichting Opleidings en ontwikltelingsfonas voor het Technisch I nst si laiie tie drijf
K »/ ./ 4Ï
f ."/ f A'
■■. ,'.'
\GGGG A d i t
Toelichting op de staat van baten en lasten 2.1
Heffing (bijdrage weritgevers)
43025.310 Werkelijk 2011 in Euro
Heffing egalisatie Heffing bijscholing
21.512.655 21,512,655 43.025.310
0,50% 0,50%
Begroot 2011 In Euro
Werkelijk 2010 in Euro
19000.000 19.000.000 38,000.000
21.821.059 21.821.058 43,642.117
Hel heffingspercentage bedraagt in het jaar 2011 1,00% (2010: l ,00%) van de loonsom De werkelijke heffingen in het jaar 2011 zijn 1,4% lager dan het jaar 2010. Het aantal werknemers in de branche is in hel jaar 2011 gedaald met 1,2%, de loonsom is gedaald met 0.2% l,o,v. het jaar 2010, De begroting inzake de heffingen is in 2011 bij bestuursbesluit lager vastgesteld dan op basis van de prognose kon worden verwacht. Grond hiervoor vormde de otuekere ontwikkelingen in de sector.
2.2
Rente
1.349.993 Werkelijk 2011 in Euro 29-427 312-054 1,008.512
Rente deposito's Rente obligaties en bankbrieven Rente overig
Werkelijk 2010 in Euro
Begroot 2011 in Euro O 300,000 600.000 900,000
1.349.993
O 419,815 754.714 1.174.529
De werkelijke cijfers van 2010 zijn uitgesplitst wn vergelijking met 2011 mogelijk te maken, In 2011 is meer rente ontvangen dan begroot omdat er hogere heffingsbaten waren die uitgezet konden worden tegen rente. Daarnaast is er meer rente ontvangen uit invorderingen vanwege heffingsbaten. Voor toelichting zie punt 1.3.
2.3
Overige balen
€
2,957 (begroot € ; 2010 € 380,842)
Betreft het resultaat uil de verkoop van 9.241 stuks participaties BNP Paribas L2 Euro Government Bond. Zie tevens punt 1.1.2.2.
2.4
Gelden inzakevrerkgelegenheldsfonds
€
873.073 (begroot € ; 2010€1.578.318)
Dit betreft de ontvangsten uit een tweetal door het Werkgeiegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employability activiteiten Totaal is door het Weritgelegenheidsfonds € 4.202.000 maximaal toegezegd De einddatum van deze activiteiten is 31 december 2012. Jaarlijks dient een aparte rapportage te worden ingestuurd. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake werkgeiegenheidsfonds (2.19).
2.5
Gelden inzake jeugdwerkloosheid
923.440 (begroot€:2O10€510.6O4)
Dit betreft de ontvangsten uil een tweetal door de Metaal S Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid. Totaal is door de Metaal & Techniek € 5.980,878 maximaal toegezegd. De einddatum van deze activiteiien is 31 december 2012. Jaariijks dient een aparte rapportage te worden ingestuurd. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake jeugdwerkloosheid (2,19),
2,6
Gelden inzake loopbaancoach
237,500 (begroot€; 2010€54.166)
Dil tjetreft de ontvangsten uit een door de Metaal S Techniek goedgekeurde aanvraag voor hel weerbaar maken van werknemers op de arbeidsmarkt, die van techniek in het bijzonder. Totaal is door de Metaal & Techniek € 1.583.334 maximaal toegezegd. _ De einddatum van deze activileiten is 31 december 2013. Jaarlijks dienleen aparte rapportage te worden ingestuurd. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake loopbaancoach (2.20),
Stichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor hot Technisch lnslallatietiedri;f
' ■ ' ■ » '* '^ ■■ '' ' ^ '
,,. .... ,. ^
2.7
Gelden inzake anticyclisch arbeidsmarktbeleid
476.701
(begroot€;2010€)
Dit betreft de ontvangsten uil een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor hel beperken c.q. voorkomen van krapte op de art)eidsmarkt voor de technische installatiebranche. Totaal is door de Metaal & Tediniek € 883.055 maximaal toegezegd. De einddatum van deze activiteiten is 31 decemtjer 2012, Jaarlijks dient een aparte rapportage te worden ingesluurd. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake loopbaancoach (2.21).
2.8
Gelden inzake Dutch Build Up Skills € 336,042 (begroot € ■; 2010 € ) Dit ttetreft een door de EACl (twiderdeel EU) goedgekeurde aanvraag voor hel inzetten op duurzame projecten in hel kader van hel lEEprogramma (Intelligent Energy Europe), Totaal is hiervoor € 673.632 maximaal toegezegd. De einddatum van deze activiteiien is 31 december 2013. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake Dutch Build Up Skills (2.22).
29
Gelden project De Uitvinders
354.658
(begroot€;2010€564983)
Betreft een samenwerkingsovereenkomst met slichting De Uilvinders in het kader van het Doelstelling2 programma Operafioneel Programma voor ZuidNederiand, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 20072013 (OPZuid). OTIB treedt op als penvoerder en eindverantwoordelijke voor het beheer van het projeclbudgel. De opbrengsten voor hel jaar 2011 zijn € 354,658 Deze komen uit de EFRObijdragen en de cofinanciering van andere partners in het project o,a. het ministerie van Economische Zaken, de provincie NoordBrabanl, de gemeente Tilburg, de gemeente Eindhoven en de Ideale Connectie. Zie voor vergelijkende cijfers de uitgaven inzake project De Uitvinders (2.23),
2.10
Egalisatie
12.855.441
2,10.1 Regulier onderwijs
847.024 Werkelijk 2011 in Euro 1.372 133.669 365.950 34.067 7402 304,564 847.024
Project BasisondePMjs (Praktische Techniek) Project MBOexaminering Projecten (V)MBO Projecten HBOAA/VO Onderzoek effectiviteit projecten Overige bijdragen en kosten
Begroot 2011 in Euro 7000 147,000 435.000 30.000 50.000 281 000 1.000,000
294.226 (be groot € 300.000 ; 2010 € 160.607)
2.10.2 Minibordessen
De minibordessen zijn opgezet om op de VMBOscholen het brede technieklokaal cq lokalen van de specifiek benodigde apparatuur/materialen voor de lednnische inslallaliebranche te voorzien. 2.10.3 TechniekTalent
€
552,378 (begrootC I.400,000; 2010€ 142,080)
Door de langere aanlooptijd van enkele grote projecten zijn de uitgaven lager dan begroot nl. € 847.622. De sfichling Techniek Talent.nu is opgezet met het doel om meer instroom en het behoud van mensen voor de technische branches in brede zin te realiseren. Nadrukkelijk worden de volgende punten nagestreefd: werken aan beeldvorming en instroom werken aan talentbehoud het verbeteren van de samenwerking tussen hel ondenAijs en hel bedrijfsleven OTIB participeert in dil samenvrerkingsverband d.m.v. personele inzet gecombineerd mei financiële middelen.
■' •'' }:''^fJ : ^ i , ' ' ' '
Slichting Opleidings en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatietiedrijf
Werkelijk 2010 in Euro 210.669 160.691 533994 55.808 17.824 164.995 1143.981
2,10.4 C ompetentie Gericht Onderwijs
■ (begroo1€;2010€451000)
Hel verkrijgen van medewerking, in de diverse regio's van het land, bij de ROC's (regionale opleidingscentra) en de aangesloten bedrijven bij OTIB voor de invoering van hel plan CGO met het doel om meer vakmensen af te leveren voor de branche en samenwerking onderwijs/bedrijfsleven te verbeteren. (begroot €450.000; 2010 €)
210.5 Vraagsturing Competentie Gericht Onderwijs
Het bevorderen van de vraagsturing en de regie van hel bedrijfsleven op het regulier ondenMjs via regionale projecten op het gebied van CGO. Uitgaven vinden plaats in 2012 iv.m. uitgestelde uilvoering 2.10.6 Praktijksctioling
(begroot €500.000; 2010 € )
Het verhogen van het kwaliteitsniveau onder de praktijkopleiderscenlra. De praktijkopleiderscentra krijgen maatwerkondersleuning bij de professionalisering en de begeleiding van de praktijk instructeurs en de leerlingbegeleiders. Uitgaven vinden plaats in 2012 iv.m. uitgestelde uitvoering. 2.10.7 Éénmalige uitkering ESF
8496 (begrool€;2010€)
Dit betreft de kosten die gemaakt zijn aan éénmalige ESFuitkeringen volgens het bestuurstjesluit van 14 september 2011. Per deelnemers is een bedrag van € 123 uitgekeerd. 210.8 Uitkering beroepspraktijkvorming éénmalig
4.222.360 (be grool€-;2010€-)
Oil betreft de kosten die gemaakt zijn aan éénmalige beroeps praktijkvomiingsuitkeringen volgens het bestuurst)esluit van 9 november 2011. Aan alle leertjedrijven is een uitkering van € 450 per leertingwerknemer verricht. 2.10.9 Uilkeringen beroepspraktijkvorming
€
6,912.719 Werkelijk 2011 in Euro
Uitkeringen oude regelingen Uilkeringen beroepspraktijkvorming (BPV)
.
Begroot 2011 in Euro
3,405 6.909.314 6.912,719
0 11.100.000 11,100.000
Werkelijk 2010 in Euro 8.175 10,309.062 10.317.237
Het verschil in de uitgaven t.o.v de begroting is het gevolg van de afname van hel aantal instromende leeriingen in het kader van de BPVregeling voornamelijk door de economische omstandigheden. 210.10 Bovenmatige APS uitkering
18.248 Werkelijk 2011 in Euro
Bovenmatige APS uilkering (*)
Begroot 2011 in Euro 50.000 50.000
18.248 18248
Werkelijk 2010 in Euro 433.320 433320
(') APS uitkering staal voor aanvullende praktijkscholing en is gekoppeld aan de uilkeringen voor beroepspraktijkvorming. Punt 2.1010 geeft de extra kosten aan van de tijdelijke verhoging met € 16 per schoüngsdag (van € 24 naar € 40). 2,11
Bijscholing
2.11.1 Innovafie en cursusontwikkeling
€
12.324.140
€
996827 Werkelijk 2011 in Euro
Ontwikkelen lesstof Projecten overig
2.11,2 Kennishuis
Begroot 2011 In Euro 600.000 550.000 1.150,000
554.013 442.814 996,827 €
Begroot 2011 In Euro
25.580 25.580
(') Dit is voor een behoefteonderzoek, de eerste uitgaven voor een digita il kennishuis.
Sticnting OpleiiJings en ontwikkelingsfonds voor hel Technist:h Inslallaliebedrijf
511.229 437.435 948.664
25.580 Werkelijk 2011 in Euro
Kennishuis (')
Werkelijk 2010 in Euro
250,000 250.000 |
,;■
ipjri
Werkelijk 2010 in Euro 0 0
2.11.3 OTIB-Skillsmanager
243.369 Werkelijk 2011 in Euro
OTIB-Skillsmanager (')
Begroot 2011 in Euro
243.369 243,369
Werkelijk 2010 in Euro
250.000 250.000
0 0
(*) Betreft de ontwikkeling en implementatie van een digitaal competenliesysteem gekoppeld aan functies en scholing. 2.11.4 Veilig werken op hoogte
186,921 Begroot 2011 in Euro
Werkelijk 2011 in Euro Veilig v/erken op hoogte
0 0
200,000 200.000
186,921 186.921
2.11-5 Innovatieve scholing en practica
Werkelijk 2010 in Euro
439-594 Werkelijk 2011 in Euro
Trailers en cursussen
Begroot 2011 in Euro
439.594 439.594
2.11,6 Uitkeringen ontvwkkelingsslimulering
Werkelijk 2010 in Euro 422.400 422.400
400.000 400-000
9.036.112 Werkelijk 2011 in Euro
Cursusorganisatie (') Uitkering ontwikkelingsstimulering (OSR) (") Uitkering 45+ Uitkering ESF spoor 2 Topstartersbon
Begroot 2011 in Euro
65-142 8,683.306 69.953 0 217.711 9-036.112
500,000 8,300.000 50.000 0 50,000 8,900.000
Werkelijk 2010 in Euro 683.257 9.712.728 45.049 0 234.17B 10,675.212
(•) Andere wijze van invulling technische automatiseringsopleidingen. ('*) Er is een hoger gebruik van de rechten geweest. 2.11.7 Employability
€
332.964 Begroot 2011 in Euro
Werkelijk 2011 in Euro 332.984 332.984
Employability activiteiten (")
Werkelijk 2010 in Euro 444.309 444.809
900.000 900.000
(*) In totaal is in 2011 een bedrag van € 1-206.831 aan employability activiteiten uitgegeven. Hiervan is € 873.073 ten laste gekomen van punl 2,18 werkgeiegenheidsfonds, € 774 ten laste van punt 2,22 Dutch Build Up Skills en het restant € 332.984 ten laste van punt 2.11.7, 2.11.8 Plusprojecten
€
1.062.753 Begroot 2011 in Euro
Werkelijk 2011 in Euro Topstarters (')
1250.000 1.250.000
1062,753 1.062.753
n ingesteld. Bij deze adivileilen wordt steec^ een deel van het werknemersbesland specifiek ondersteund.
stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch In si all at ie be drijf
1 ^ i;
y^^Ah^
Werkelijk 2010 in Euro 798.215 798.215
2.12
Instroom
2,12,1 Instroomprojecten (*)
€
160.206
€
76.523
Instroomprojecten
Werkelijk 2011 in Euro 76,523 76.523
Begroot 2011 in Euro 500.000 500.000
Werkelijk 2010 in Euro 238.260 238.260
(') Bevat de projecten voor specifieke doelgroepen en zij-instromers. Minder werkervaringsplaatsen zorgen voor het (grote) verschil tussen de begroting en de werkelijke uitgaven in 2011.
2.12.2 Vrouwen in de branche
63.683 Werkelijk 2011 ■ in Euro 83,683 83,683
Vrouwen in de branche(')
Begroot 2011 in Euro
Werkelijk 2010 in Euro 0 0
100.000 100,000
(*) Bevat de projecten om vrouwen voor de branche enthousiast te maken.
2.13
Beleidsondersteuning
2.13.1 Regiokoslen
4.475.093 1212.308 Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2011 in Euro
2011 in Euro
2010 in Euro
1212.308 1212.308
Kosten en bijdragen van de regio's
1200.000 1200.000
1120.918 1120.913
Via de regionale infrastructuur worden operationele doelstellingen op de gebieden: instroom, loopbaanbegeleiding, kwaliteit en interactie onderwijs-bedrijfsleven gerealiseerd voor de 7-regio's.
2,13-2 Onderzoek en monitoring
480.913 Werkelijk 2011 in Euro
Monitoring en analyse Radaronderzoek innovatiegroepen Onderzoek overig
2.13.3 Communicatie
432,405 6.694 41.814 480.913
Slidiling Opleidings- en oniwikkslingsfonds voor hel Technisch inslalialiebedrijf
600.000 100.000 50.000 750.000
Werkelijk 2010 in Euro 540.379 82.110 29,998 652,487
2.781872 Werkelijk 2011 in Euro
Informatie ondersleuning Informeren - faciiliteren Voorlichting Manifestaties
Begroot 2011 in Euro
50.330 375.991 1076.026 779.625 2.781872
Begroot 2011 JVI Euro 0 805.000 784.000 1011000 2,600.000
Werkelijk 2010 in Euro 5,240 732.838 810.393 843,355 2.301826
2,14 Kosten bureau
€
5.103.599 Werkelijk 2011 in Euro
a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Personeelskosten Huisvestingskosten Bureaukosten Bestuurskosten Beleidsondersteuning bestuur Diensten derden Afschrijvingen Aulomatiseringskoslen Overige kosten
2.873.316 332.603 168.083 43.528 245,222 820.654 104,490 513.665 2.037 5.103.599
Begroot 2011 in Euro 2-883.000 360.000 267.000
ro.oDo
280.000 844.000 85,000 478.000 3.000 5.250.000
Werkelijk 2010 in Euro 2.957.633 340.638 236.781 41.771 239-363 784-996 223-399 523.105 2.415 5.352.101
Ad a. Personeelskosten: Personeelsaantallen (*)
FTE 31,12,2010 1,0 3,0 1,3 1,9 10 3.7 9,4 1,3 3,5 31,1
FTE 3112.2011 1,0 3,0 1.3 1,9 1,0 3,7 9,3 1,7 8,4 31,3
Directie Secretariaat PZ/Bestuurssecretariaat Communicatie Facilitair Beleid/Projectmanagement Regio Projecten Administratie en Servicedesk
ng OFE-D te Woerden De bruto personeelskosten bedragen: Doorberekend aan projecten: Totale personeelskosten Hierin zit aan pensioenkosten:
3,108,066 (2010: 3.049.306) 234.750 (2010: 91,6731 2.873.316 (2010:2.957.633) 169-547 (2010: 161.656}
Ad a. Personeelskosten; De afname van de kosten van €84.317 t.o.v. het jaar 2010 komt voornamelijk door het toerekenen van kosten aan de projecten. Ad c. Bureaukosten: De afname van de kosten van € 70.698 t.o.v. het jaar 2010 komt voornamelijk door lagere drukwerkkosten en telefoonkosten. Ad f. Diensten derden: De kosten t,0-V. het jaar 2010 zijn gestegen met €35.658. Dit voornamelijk door extra kosten aan fiscale adviseurs vanwege de afwikkeling vennootschapsbelasting. Ad g. Afschrijvingen: De afschrijvingskosten zijn mei € 118.908 gedaald t,o,v. hetjaar 2010en betreffen voornamelijk de afname op de afschrijvingen van software (er zijn meer 100% afschrijvingen). 2.15
Overige lasten
467.816 Werkelijk 2011 iVi Euro
Mutatie dubieuze debiteuren MN Services (* Verkoop obligaties
388.794 79.022 467.816
Begroot 2011 in Euro 400.000 0 400,000
(') Mutatie dubieuze debiteuren: Het saldo ambtshalve opleggingen was per 31 december 2011 werkelijk lager dan begrootDeze wonden volledig voorzien.
Slicliting Opleidings- en onhvikkelingsfonds voor het Technisch Inslalialiebedrijf
Werkelijk 2010 in Euro 291983 0 291,983
2.16
Extra bestedingsplan
€
(begroot€;2010€4.254.294)
Het extra bestedingsplan is afgerond in het jaar 2010.
2.17
Projecten t.l.v. van bestemmingsreserve
€
930.544 (begroot€; 2010€)
Dit zijn de gelden die uitgegeven zijn voor de projectclusters uit de bestemmingsreserve. Werkelijk 2011 in Euro
Technologie Thuis Nu! ArtMcatalogus Praktijkscholing nieuwe stijl Kwaliteit praktijkscholing Specifieke zijinstnDom
Werkelijk 2010 in Euro
Begroot 2011 in Euro 0 0 0 0 0 0
466.261 209.605 10.710 196-334 47.634 930.544
0 0 0 0 0 0
Voor toelichting zie 1.4.3.
2.18
873.073 (begrootë; 2010€1578.318)
Werkgeiegenheidsfonds
Dit betreft de uitgaven in het kader van een tvieetal door het Werkgeiegenheidsfonds goedgekeurde aanvragen voor employabiiity activiteiten. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake werkgeiegenheidsfonds (2.4).
2.19
923.440 (begroete; 2010€510.604)
Jeugdwerkloosheid
Dit betreft de uitgaven in het kader van een tweetal door de Metaal S Techniek goedgekeurde aanvragen voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake jeugdwerkloosheid (2.5).
237.500
2,20 L oopbaancoach
(begroot€;2D10€54,166)
Dit betreft de uitgaven van een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het weerbaar maken van werknemers op de arbeidsmarkt, die van techniek in het bijzonder. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake loopbaancoach (2,6).
476.701
2.21 Anticyclisch arbeidsmarktbeleid
(begroot€;2010€)
Dit betreft de uitgaven uit een door de Metaal & Techniek goedgekeurde aanvraag voor het beperken cq voorkomen van krapte op de arbeidsmarkt voor de technische installatiebranche. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake anticyclisch arbeidsmarktbeleid (2.7).
2.22
Dutch Build Up Skills
336.042 (begroot € ; 2010 € )
Dit betreft de uitgaven van een door de EACl (onderdeel EU) goedgekeurde aanvraag voor het inzetten op duurzame projecten in het kader van het lEEprogramma (Intelligent Energy Europe). Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake Dutch Build Up Skills (2.8).
2.23
Project De Uitvinders
€
354.658 (begroot € ; 2010€ 564.983)
Betreft de uitgaven in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met stichting De Uitvinders. Zie voor vergelijkende cijfers de ontvangen gelden inzake project De Uitvinders (2.9).
L Stichling Opleidings en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebecttiif
"-■ ■ '
Vaststellen jaarrekening De jaarrekening 2011 van OTIB is in de bestuursvergadering d,d. 23 mei 2012 vastgesteld.
Woerden, 23 mei 2012
De heer P. Eijkelenboom Voorzitter
De heer M. de Ruijsscher Penningmeester /.--
Deheer J,G. Kruithof (Plv.) Penningmeester
Slichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch lnslalialiEbedri|f
Overige gegevens
Resultaatbestemming over het boekjaar 2011 Het positief saldo van het boekjaar 2011 ad € 8,061421 wordt als volgt bestemd: in Euro: Ten Ten Ten Ten Ten
laste van de t)estemmingsresen/e laste van de bestemmingsreserve laste van de bestemmingsresen/e laste van de bestemmingsresen/e laste van de bestemmingsreserve
(onderdeel II, Technologie Thuis Nu!) (onderdeel lil, Artxxratalogus) (onderdeel IV, Praktijkscholing nieuwe stijl) (onderdeel V. Kwaliteit praktijkscholing) (onderdeel VI- Specifieke zij-instroom)
466.261 209.605 10-710
196.334 47.634
Ten gunste van de bestemmingsreserve (onderdeel VII. OSR additioneel recht) Ten gunste van de tjestemmingsreserve (onderdeel VIII. BPV vergroting vergoeding)
2.361.000 4.090.000
Ten gunste van de algemene reserve
2.540.965
Resultaat
8.061421
^•.\-Ci
Stichting Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor hel Technisch Installatiebedrijf
',-.
■.'',.-■'
'i '■■