SKOD Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen
BESTUURSVERSLAG BEHORENDE BIJ FINANCIEEL JAARVERSLAG 2012 1
Inhoudsopgave Pag. 3
Aanbieding 1. Algemene informatie 1.1. Historie 1.2. Samenstelling bestuur 1.3. Waar kunt u ons vinden 1.4. De bestuursfilosofie 1.5. Onze missie en kernwaarden 1.6. De organisatie 1.7. De scholen 1.8. Beleidsontwikkeling 1.9. Belangrijkste kenmerken van het gevoerde financiële beleid
3 3 3 3 4 4 6 6 7 8
2. Onderwijsbeleid, beheer en organisatie 2.1. Personeel 2.2. Onderwijs 2.2.1. onderwijsresultaten 2.2.2. afhandeling klachten 2.2.3. horizontale verantwoording 2.3. Kwaliteit 2.4. Toegankelijkheid 2.5. Huisvesting
9 9 9 9 11 11 12 12 12
3. Financiën 3.1. Staat van baten en lasten 3.2. Balans 3.3. Kengetallen 3.4. Treasuryverslag 3.5. Risico-inventarisering 3.6. Risicobeheersing en controle 3.7. Begroting 2013
13 13 15 18 19 19 20 21
4. Personele bezetting
22
5. Leerlingenaantallen
22
6. Toekomstige ontwikkelingen 6.1. Bestuursstructuur 6.2. Huisvesting 6.3. onderwijs 6.4. personeel 6.5. kwaliteit 6.6. Samenwerking kinderopvang 6.7. Overleg gemeente 6.8. Samenwerking met andere instellingen voor onderwijs en educatie
25 25 25 25 27 27 27 28 28
Bijlage A: begroting 2013
30
2
Aanbieding. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen biedt u hierbij het rapport inzake de jaarrekening over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 aan. Het rapport bestaat uit een balans per 31 december 2012 en een exploitatierekening over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012, welke beide zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen. Het rapport inzake de jaarrekening maakt deel uit van het jaarverslag. 1. Algemene informatie. 1.1. Historie. De Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen bestaat sinds 1 augustus 1997. Zij is ontstaan uit een fusie van drie schoolbesturen die na de gemeentelijke herindeling van westelijk Noord-Brabant met elkaar zijn gaan samenwerken t.w.: De Stichting Katholiek Onderwijs Terheijden. De Stichting Rooms Katholiek Onderwijs Wagenberg. De Stichting Katholiek Onderwijs Made. Bij de stichting werken momenteel ongeveer 155 medewerkers (105 fte) die de zorg dragen voor het primair onderwijs van 1646 leerlingen (teldatum 1 okt. 2012). Alle medewerkers zijn in dienst van de stichting en zijn dus inzetbaar op alle scholen die onder onze stichting vallen. 1.2. Samenstelling van het bestuur. Het bestuur van de stichting bestaat uit een oneven aantal personen en heeft een omvang van ten minste 5 bestuursleden. Sommige bestuursleden hebben zitting in het bestuur op basis van een specifieke expertise of behartigen de belangen van ouders. In het verslagjaar was het bestuur als volgt samengesteld: Dhr. Ben Dirven Mevr. Caroline Bello Dhr. Henri Peters Mw. Sylvana Coumans Dhr. Paul van Schijndel Dhr. Co Beulens Mevr. Ineke Mol
voorzitter secretaris penningmeester bestuurslid (ouderafgevaardigde) bestuurslid bestuurslid bestuurslid (ouderafgevaardigde)
Tijdens het verslagjaar hebben zich de volgende wijzigingen voor gedaan: Mevr. I. Mol waren tijdens het verslagjaar aftredend en niet herkiesbaar. Het bestuur is aangevuld met mw. S. Coumans. Zij is voorgedragen door het ouderdeel van de GMR en als zodanig één van de twee ouderafgevaardigden in het bestuur. Daarnaast is het bestuur aangevuld met dhr. H. Peters, dhr. P. van Schijndel en dhr. C. Beulens. 1.3. Waar kunt u ons vinden? Het kantoor van De Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen kunt u vinden op het navolgende adres: Bezoekadres: Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen. Lignestraat 60, 4921 EV Made. Postadres : Postbus 23, 4920 AA Made. Telefoon : 0162 – 684990 e-mail :
[email protected] www.skod.org
3
1.4. De bestuursfilosofie. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen wil als “betrokken bestuur op hoofdlijnen" functioneren. Het is een toezichthoudend bestuur. Het bestuur heeft daarbij gekozen voor de stichtingsvorm als rechtspersoon. Uitgangspunten zijn: - alle activiteiten vinden plaats met inachtneming van geldende wettelijke kaders; - het doel en de grondslagformulering die zijn vastgelegd in de stichtingsstatuten zijn kaderstellend; - het stichtingsbeleidsplan voor de periode 2012 - 2016 is richtinggevend; - op alle niveaus, klas, school, bestuur wordt resultaatgericht gewerkt in de brede zin van het woord en is resultaatgericht management de gevolgde werkwijze ; - verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie; autonomie voor leerling, leerkracht, directeur en algemeen directeur is daarbij van belang. Scholen hebben daardoor een zo groot mogelijke eigen beleidsruimte. Dat betekent dat het bestuur zich toelegt op: Het uitzetten van de hoofdlijnen van het beleid en de beleidstoetsing. De beleidsvoorbereiding en uitvoering laat het bestuur over aan de algemeen directeur in samenwerking met het collegiaal directieoverleg. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van bestuur, algemeen directeur en schooldirecteur zijn vastgelegd in het managementstatuut. Het bestuur stelt de kaders vast, beoordeelt op de effecten van de beleidsuitvoering en houdt toezicht en controle op de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur. De kaders die het bestuur uitzet hebben betrekking op: - Het ontwikkelen en bewaken van de identiteit en de pedagogische en didactische opdracht binnen de gegeven maatschappelijke context. Daaronder valt het vaststellen van de missie van de organisatie en de kernwaarden. Bij SKOD staan de kernwaarden verwoord in het bestuursbeleidsplan. Bij SKOD is in ieder geval op alle niveaus en in alle geledingen van de organisatie sprake van leren. In het beleidsplan wordt aangegeven welke doelen de organisatie zich voor een periode van 4 jaar stelt. - Het verdelen van de middelen. Het vaststellen van begrotingsuitgangspunten. - Het in stand houden van katholiek primair onderwijs in de afzonderlijke kernen van de gemeente Drimmelen. - Het scheppen van voorwaarden. Hiermee wordt o.a. bedoeld dat het bestuur duidelijke beslissingen neemt zodat algemeen directeur en schooldirecteuren weten wat er op het punt van beleidsuitvoering van hen wordt verwacht. Tevens informeert het bestuur over de argumenten die aan de besluiten ten grondslag liggen. - Het vastleggen van mandaten en delegaties naar algemeen directeur en schooldirecteuren. - Het toetsen van het beleid op grond van gestructureerde managementrapportages. Door middel van gerichte managementrapportages beoogt het bestuur zicht te houden op het realiseren van de doelstellingen en de middelen die daarvoor worden ingezet. Tevens wordt een doelmatige evaluatie nagestreefd. Daarin staan ten minste gegevens over de outcome van het onderwijs beschreven en worden kengetallen gehanteerd over o.a. in en uitstroom van leerlingen, eindtoetsscores, verwijzingspercentages sbo/so, inspectierapportages, financiële kengetallen m.b.t. liquiditeit, solvabiliteit, weerbaarheid etc. , ziekteverzuim en personeelsverloop, klachtenregistratie e.d. - Het verantwoorden en legitimeren van het beleid en activiteiten ten opzichte van de eigen achterban en derden. - Het vaststellen van begroting, jaarverslag en jaarrekening. 1.5. Onze missie en kernwaarden. Onze missie: Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen stelt zich ten doel organisatorisch en inhoudelijk, kwalitatief goed en financieel gezond, katholiek primair onderwijs te waarborgen op de scholen die onder haar bestuur vallen. Zij rekent het tot haar specifieke taak om in elke kern katholiek primair onderwijs in stand te houden en te bevorderen in een zekere mate van diversiteit. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten van belang: 4
- Het onderwijs op de onder ons bestuur staande scholen voldoet qua inhoud aan hetgeen de wet primair onderwijs daarin voorschrijft. - De school heeft een grote eigen verantwoordelijkheid en autonomie om eigen inhoudelijke onderwijskundige keuzes te maken. - De kwaliteit van het primair proces bepaalt in hoge mate de kwaliteit van het onderwijs op de school. - De inspanning van alle medewerkers van het bestuur zal zich vooral moeten richten op het proces aan de basis, in de groep. Drie elementen zijn daarbij van groot belang. 1. De wijze waarop de leerkracht invulling geeft aan zijn instructie. 2. De manier waarop de leerkracht zijn klas organiseert. 3. De wijze waarop hij de interactie naar leerlingen, ouders en collegae gestalte geeft. Kernwaarden: Aan ons professioneel handelen verbinden wij een viertal kernwaarden te weten: - Verbindend Wij zien de school als een verbindende factor in buurt en wijken die bijdraagt aan de ontwikkeling van en in standhouding van het sociaal kapitaal in die gemeenschappen. Bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn daarom van belang. In het bijzonder speelt die verbondenheid met de Christelijke waarden. Onze scholen trachten op een eigentijdse wijze gestalte te geven aan hun christelijke identiteit binnen het vormings- en opvoedingsproces. Meer specifiek hebben wij een bijzondere verbondenheid met de kinderen en hun ouders die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Verbondenheid met hun groei, hun leren en ontwikkelen. Ouders willen we zien als partners in de opvoeding. Medewerkers voelen zich vanuit hun persoonlijke identiteit en levensvisie verbonden met de waarden waar de stichting voor staat. - Verantwoordelijk vakmanschap. Van alle geledingen wordt verwacht dat zij werken aan vakmanschap en persoonlijk meesterschap. Ieder vanuit zijn eigen taak binnen de organisatie. De samenwerking binnen SKOD wordt gekenmerkt door een structurele en open communicatie binnen alle geledingen op basis van gelijkwaardigheid. Dat samenwerken getuigt van warme relatie en een hoge mate van deskundigheid. Personeel, medezeggenschapsraden en directies worden betrokken bij de ontwikkeling van beleid. Gezien de grote waarde die gehecht wordt aan de autonomie van de scholen dienen ook de scholen, directeuren en teams, naar hun belanghebbenden, ouders, kerkgemeenschap, cultureelmaatschappelijke organisaties, e.d. open en eerlijk te communiceren. - Lerend Ondernemen Het “leren” is plaats en tijd onafhankelijk geworden. De school heeft daar zeker geen alleenrecht. Het kind anno 2012 staat op een eigen wijze in de wereld. Het “nieuwe leren” zal zich steeds verder ontwikkelen van programmatisch aanbod naar vraag gestuurd. Dat betekent een passend onderwijsarrangement bieden, rekeninghoudend met de behoefte van ouders en kinderen. SKOD probeert organisatie breed antwoorden te vinden op maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Deze samenhangende aanpak vraagt een heldere kijk op onderwijs, leren en ondernemerschap. Daarbij leiden kennis, kunde en zelfkennis tot opbrengsten en inzicht daarin. Leren gebeurt voorts op alle sectoren van het menselijk bestaan. Cognitief, fysiek motorisch, metafysiek, sociaal emotioneel, muzisch cultureel en intra persoonlijk. - Vertrouwen Betrokkenheid wordt gegenereerd door mensen verantwoordelijkheid te geven. Het is daarom in onze visie van belang om besluitvorming zo laag als mogelijk in de organisatie te laten plaatsvinden. Dat brengt een grote mate van autonomie met zich mee voor de scholen, voor de leerkracht en voor de kinderen en hun ouders die aan onze zorgen zijn toevertrouwd. Aan de directies wordt op schoolniveau veel beleidsruimte toegekend. Bovenschools geldt dat voor de algemeen directeur. Dat betekent dat de kaders helder, eenduidig en ruim dienen te zijn en de beleidsdoelen smart geformuleerd. Elke school zal haar eigen identiteit vorm 5
en inhoud moeten geven op het gebied van onderwijs. Vertrouwen is daarbij het sleutelwoord. Vertrouwen in de ontwikkeling en mogelijkheden van kinderen, vertrouwen in leerkrachten, hun integriteit, hun vakmanschap en de ontwikkeling van hun professionaliteit. Vertrouwen in de oprechte beweegredenen en het moreelbesef van bestuur en management. Vertrouwen in ouders en hun oprechte bedoelingen het beste te willen voor hun kinderen. 1.6. De organisatie. De organisatie heeft zes scholen ieder met zijn eigen directeur die integraal verantwoordelijk is. Onze organisatie kent een aantal functies t.w. directiefuncties, groepsleerkrachtfuncties LA en LB en onderwijs ondersteunende functies. De scholen worden bezocht door 1646 leerlingen (teldatum 1 okt 2012). De organisatie wordt aangestuurd door een algemeen directeur. De algemeen directeur is integraal verantwoordelijk voor de gehele organisatie. Hij bereidt in overleg met het interscholair directeurenoverleg, het IDO, het beleid voor en voert het uit. Het bestuur neemt de beleidsbeslissing en houdt toezicht op de kwaliteit en kwantiteit van de uitvoering. De algemeen directeur onderhoudt, namens het bestuur, de communicatie naar GMR en andere externe partners en maakt afspraken over en ondersteunt de directeuren bij de onderwijsontwikkeling op de scholen. Het bestuur streeft naar levensvatbare scholen. Dit zijn scholen die, als eenheid, goed zelfstandig kunnen bestaan op basis van de bekostiging van de overheid. Een dergelijke school wordt aangestuurd door een directeur die integraal verantwoordelijk is. Hij/zij doet dat met een kwalitatief sterk middenkader. 1.7. De scholen. In de kern Made: Bs Den Duin 07 NK Mevr. N. Oenema(directeur) Fazantenlaan 42, 4921 VC Made Tel: 0162 670135 Fax: 0162 670136 Email:
[email protected] www.denduin.nl
In de kern Wagenberg: Bs De Elsenhof 03 VX Mw. H. van Groezen (directeur) v.d. Elsenplein 17, 4845 EB Wagenberg. Tel: 076 5938130 Fax: 076 5938132 Email:
[email protected] www.elsenhof.nl
Bs de lage weide 08 WR Dhr. R. van Kuipers (directeur) Julianastraat 1 (Postbus 79) 4921 KM Made (4920 AB) Tel: 0162 683466 Fax: 0162 683555 Email:
[email protected] www.delageweide.nl
In de kern Terheijden: Bs De Zeggewijzer 08 LH Dhr. L. Ligthart (directeur) Biezelaar 59, 4844 RD Terheijden Tel: 076 5938135 Fax: 076 5938136 Email:
[email protected] www.zeggewijzer.nl
Bs De Stuifhoek 04 UF Mevr. A. Mayers (directeur) Norbartstraat 55, 4921 EB Made. Tel: 0162 670145 Fax: 0162670146 Email:
[email protected] www.stuifhoek.nl
Bs Zonzeel 06 IE Dhr. J van der Sande (directeur) Oranjeplein 7, 4844 CV Terheijden. Tel: 076 5938126 Fax: 076 5938127 Email:
[email protected] www.zonzeel.nl
6
1.8. Beleidsontwikkeling. Op bestuur- en schoolniveau wordt gewerkt met een beleidsplan voor vier jaar. Jaarlijks wordt op bestuursniveau en op schoolniveau een operationeel beleidsplan opgesteld overeenkomstig het model Plan Do Check Act. Het operationeel beleidsplan is op bestuursniveau gekoppeld aan het strategisch beleidsplan van het bestuur en op schoolniveau aan het schoolplan van de onderscheiden scholen. In 2012 zijn ontwikkelingen rondom de volgende zaken aan de orde geweest: Functie en beloningsbeleid. Het convenant "Leerkracht van Nederland" met daarin de regelgeving voor het tot stand brengen van de functiemix in een tijdsbestek van een aantal jaren is aanleiding geweest om overeenkomstig de vastgestelde procedures de derde fase uit te voeren. Naar aanleiding van ervaringen in de eerste en tweede fase is de procedure uitgebreid en verfijnd. Zo is met name de beroepsprocedure aan de wettelijke kaders aangepast. Het bestuur is er ten dele in geslaagd om het wettelijk percentage te realiseren. De samenwerking op met name onderwijskundig vlak met Eskadee (Stichting Kinderopvang Drimmelen) is geintensiveerd. Dit krijgt vorm middels bestuurlijk overleg tussen beide organisaties naast werkoverleg rondom inhoudelijke thema's. Daarnaast streven beide organisaties ernaar om BSO (buitenschoolse opvang) op alle scholen vorm te geven om op deze wijze het brede school concept meer vorm te geven. Samenwerking met voortgezet onderwijs. De in 2011 gevormde stuurgroep, bestaande uit drie vertegenwoordigers van het Dongemondcollege en drie vertegenwoordigers van SKOD heeft in het verslagjaar input gevraagd aan de Gremia van beide organisaties om draagvlak te meten. De uitkomst daarvan heeft geresulteerd in het uitwerken van een onderwijskundige samenwerking na het stopzetten van een traject naar een bestuurlijke fusie. De stuurgroep is daarna ontbonden en een projectgroep " onderwijskundige samenwerking" is opgezet. In deze projectgroep participeren naast SKOD (algemeen directeur) en het Dongemondcollege (rector/bestuurder) ook de Elisabeth Stichting (algemeen directeur/bestuurder). Deze projectgroep zal een aantal onderwijskundige projecten formuleren om de doorgaande lijn tussen PO en VO in de Dongemond regio verder vorm te geven. Samenwerking met de Hogeschool Avans pedagogisch onderwijs. In 2012 heeft deze samenwerking verder vorm gekregen. Binnen SKOD zijn twee stagecoaches werkzaam om in nauw overleg met de Pabo studenten te begeleiden en kennisdeling vorm te geven. Daarnaast participeert de algemeen directeur in de WAR (Werkveld Advies Raad). In deze raad, bestaande uit vertegenwoordigers van besturen uit de regio en de Pabo, worden ontwikkelingen rondom " samen opleiden" uitgewisseld en tevens gesproken over nieuw te vormen beleid op de Pabo. Bestuurlijk zijn de ontwikkelingen afgerond om te komen tot de scheiding van bestuur en toezicht. Het bevoegd gezag heeft gekozen voor: "toezichthoudend bestuur op afstand met mandaten en delegaties voor een algemeen directeur". Statuten zijn besproken in de GMR en medio 2013 zullen de stukken passeren bij de notaris. Daarnaast zal het bestuur samen met de algemeen directeur een training volgen om ook inhoudelijk verder vorm te geven aan de scheiding van besturen en toezicht houden. Benoeming nieuwe algemeen directeur. Per 1 augustus 2012 is een nieuwe algemeen directeur benoemd. Het bestuur heeft zich bij het werving en selectieproces extern laten begeleiden. De maand augustus is een overgangsmaand geweest waarin ook de oud algemeen directeur nog werkzaam was om te voorzien in een warme overdracht. Onderwijskwaliteit. Begin 2012 heeft de inspectie voor het primair onderwijs op twee scholen een regulier toezicht uitgevoerd. Hoewel er op onderdelen verbeterpunten zijn benoemd zijn de verschillende bekeken onderdelen kwaliteitszorg, resultaten en zorg voor leerlingen positief gewaardeerd zodanig dat beide scholen onder regulier toezicht blijven. Op 5 scholen is door de inspectie het basisarrangement toegekend. Op één school was de opbrengst van de eindtoets aanleiding om een basisarrangement toe te kennen mét attendering. Op deze school is in 2012 een nulmeting afgenomen op basis waarvan een plan van aanpak is geschreven. Kwaliteitszorg. In 2012 is het huidige kwaliteitszorg systeem geëvalueerd. Begin 2013 zal een werkgroep (bestaande uit de algemeen directeur en 2 directeuren) nieuw kwaliteitsbeleid vorm gaan geven en uitwerken. In 2012 is er met de directeuren verder gewerkt aan opbrengstgericht werken. De trendanalyses zijn overeenkomstig een vastgesteld format met elkaar gedeeld en vormen de input voor acties die worden omschreven in de jaarplannen. 7
-
-
Financiële planning en control: Het bestuur heeft zich georiënteerd op een nieuw systeem voor salarisadministratie en HRM. Vanaf 1 januari 2013 laat het bestuur haar financiële en personele administratie door OSG met behulp van Afas uitvoeren. Daarnaast zal het administratiekantoor OSG kwartaalrapportages gaan opleveren. Deze worden door de algemeen directeur met het bestuur en de directies besproken. Ter ondersteuning van een nadere risicoanalyse is een start gemaakt met het opstellen van een meerjarenbegroting naast het herzien van de financiële kaderafspraken. Beiden worden begin 2013 opgeleverd. In het voorjaar van 2012 is de nieuwbouw van basisschool Zonzeel opgeleverd. Ook de interne verbouwing van basisschool De Stuifhoek is in het najaar van 2012 opgeleverd. Tevens zijn er voor drie scholen nog kleine bouwkundige aanpassingen ingepland. Deze zullen in 2013 worden uitgevoerd. Daarna zijn alle scholen in een nieuw dan wel aangepast jasje gestoken en zowel bouwkundig als functioneel toegerust voor onderwijs van deze tijd.
1.9. Belangrijkste kenmerken van het gevoerde financiële beleid en financiële ontwikkelingen tijdens het boekjaar. Het afgelopen jaar heeft het bestuur in het kader van financieel beleid maatregelen genomen die bijdragen aan het handelen vanuit een meerjarig financieel perspectief. Dit werd vooral ingegeven door de krimp, een landelijke tendens die ook op de scholen van de SKOD doorzet. De leerlingenaantallen vertonen op de korte en op de lange termijn een dalende tendens. Het leerlingenaantal op de teldatum van 2012 bedroeg 1646 leerlingen. Dat zijn er 5 minder dan op de teldatum van het jaar daarvoor. De prognose laat een verdergaande daling zien, ook op de middellange termijn. Vooral op BS De Stuifhoek laat de krimp zijn sporen na. In de toekomst zal dat ook op BS De Elsenhof het geval zijn. Op school- en bestuursniveau zijn of worden mede daarom de vierjarige investeringsplannen, de onderbouwing groot onderhoud, de financiële kaders en de meerjarenbegrotingen voor de komende vier jaar geactualiseerd. Het blijft voor het bevoegd gezag van belang om de personele uitgaven helder in beeld te houden en het natuurlijk verloop binnen de formatie te benutten voor een passende reactie op de dalende leerlingenaantallen. Begin 2013 zal een nieuw financiëel beleidskader worden opgeleverd dat nog beter inspeelt op de dalende leerlingaantallen, een juiste verhouding moet garanderen tussen materiële en personele baten en lasten en bijdraagt aan onderlinge solidariteit. Op dit moment heeft SKOD een gezonde financiële uitgangspositie en is de kapitalisatiefactor zelfs erg hoog. Die komt vooral voort uit een, met eerdere fusies samenhangende overdracht van vermogensposities. Deze vermogens leiden tot rente- en beleggingsbaten die worden ingezet om het gemeenschappelijke, schooloverstijgende beleid en het bestuurskantoor voor een belangrijk deel te kunnen bekostigen. De indicatieve meerjarenbegroting maakt echter duidelijk dat die rente- en beleggingsbaten (ook na aanvulling van een bescheiden afdracht vanuit de scholen) niet voldoende zijn om het gemeenschappelijke beleid duurzaam te financieren. Op termijn is dus aanpassing van die financiering noodzakelijk en dient het gemeenschappelijk beleid te worden aangepast. Ook op schoolniveau is de vermogenspositie soms meer dan toereikend. Scholen gebruiken in dat geval hun reserves soms en na goedkeuring van het bestuur als dekking voor tijdelijke exploitatieverliezen. De combinatie van leerlingendaling, de noodzakelijke aanpassing van interne afdrachten en noodzakelijke extra uitgaven in ICT en kwaliteitszorg zullen maken dat de reserves op gemeenschappelijk en op schoolniveau in een verantwoord tempo zullen dalen naar een meer gebruikelijk niveau. SKOD zal zich naar de Inspectie van het Onderwijs verantwoorden voor wat betreft de omvang van de reserves en de kapitalisatiefactor. Middels een meerjarenbegroting, waarin risico's zijn aangegeven en een verantwoord beleid wordt uiteengezet, komt SKOD zo tegemoet aan de maatschappelijke behoefte aan toelichting over vermogens en hun noodzakelijke rol binnen een onderwijsinstelling. Oplevering van dit beleidsstuk zal plaatsvinden begin 2013.
8
2 Onderwijsbeleid, beheer en organisatie. In het kalenderjaar 2012 zijn bij de stichting de volgende beleidsterreinen aan de orde geweest: personeel, onderwijs, kwaliteit, toegankelijkheid en huisvesting. 2.1. Personeel. Door de krimp van leerlingen opereert de stichting zeer prudent met vacatures. De posities van de verschillende scholen variëren sterk. De ene school heeft meer te maken met de daling van leerlingen aantallen dan de andere. De bereidheid tot mobiliteit is in de stichting nog niet groot. Toch is, om ontslag te vermijden, mobiliteit een vereiste. Ook dit verslagjaar heeft het bestuur niet hoeven over te gaan tot RDDF plaatsing van leerkrachten. Dat heeft te maken met het feit dat het bestuur juist vanwege de goede financiële positie een korte periode wat extra personeel voor haar rekening kan nemen. Voorts waren op personeelsgebied de volgende zaken aan de orde: Verdere implementatie van competentiebeleid, gesprekken cyclus en beoordelingsgesprekken. Invoering derde fase functiemix. Verdere implementatie beleid resultaatgericht werken. In 2012 is een start gemaakt met de uitbreiding van expert groepen (kwaliteitszorg en PR) De stichting nam in 2012 afscheid van 5 medewerkers. Deze vacatures zijn deels intern ingevuld dan wel middels een payrol constructie. De stichting benoemde een nieuwe algemeen directeur. Screening door ARBO dienst in kader preventie ziekteverzuim. Het ziekteverzuimcijfer van de stichting bleef binnen acceptabele normen. 2.2. Onderwijs. In het verslag jaar is er door de scholen en het bestuur hard gewerkt aan integrale beleidsontwikkeling. Vanuit de strategische beleidsplannen (schoolplannen) zijn beleids rijke jaarplannen opgesteld. Op onderwijskundig terrein hebben scholen een grote autonomie in het vaststellen van hun eigen onderwijskundige ontwikkelplannen. Op stichtingsniveau is vooral geïnvesteerd in: Opbrengst gericht werken. Het delen en evalueren van de opbrengsten per school. (Opbrengstenanalyses) Het gezamenlijk maken van trendanalyses, die vergelijken en de ratio erachter delen. Alle scholen werken vanuit de systematiek " handelingsgericht werken" met groepsoverzichten en groepsplannen. Vanuit de prestatiebox zijn middelen ingezet om de professionaliteit van de scholen en het handelen van de leerkrachten hierin te vergroten. Het bestuur neemt actief deel aan initiatieven om te komen tot een bestuurlijke werkgroep "passend onderwijs" in de regio 30.03. Een werkgroep samengesteld uit voortgezet onderwijs en basisonderwijs heeft zich gebogen over intensivering van onderwijskundige samenwerking (in de vorm van projecten) tussen het Dongemondcollege, Elisabeth Stichting en Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen. De samenwerking op met name onderwijskundig vlak met Eskadee (Stichting Kinderopvang Drimmelen) is geintensiveerd. Dit krijgt vorm middels bestuurlijk overleg tussen beide organisaties naast werkoverleg rondom inhoudelijke thema's. De stichting heeft al langer stichtingsbreed een meer en hoogbegaafdheidsgroep gecreëerd voor de groepen 6 en 7. Eenzelfde groep voor de groepen 4 en 5 is in 2012 van start gegaan. De 8+ klas samen met het voortgezet onderwijs is als vaste waarde in de regio geïmplementeerd. Er is een visiedocument opgesteld om ICT meer vorm te geven binnen de scholen. Hiervoor zal de huidige beheersstructuur worden gewijzigd. Alle scholen hebben een investeringsplan gemaakt om te kunnen werken vanaf 2013 met nieuwe hardware (PC en/of tablets). Tevens is de toekomstige rol van ICT (op stichtingsniveau) omschreven. In 2013 krijgt dit verder vorm in schoolspecifieke ICT beleidsplannen. 2.2.1. Onderwijsresultaten. In 2012 namen alle 6 de scholen deel aan de eindtoets van het cito. Het bestuur is van oordeel dat alle scholen op de eindtoets van het cito een score dienen te behalen tussen de 535 en 540. De score van 2 scholen bevindt zich onder deze norm. Op deze scholen wordt een nog actiever beleid gevoerd om resultaat gericht(er) te werken.
9
De scores op de eindtoets 2012 waren als volgt: school gecorr. sc.
03VX 530,8
04UF 531,7
06IE 538,6
07NK 536,3
08LH 536,1
08WR 536,4
De uitstroomcijfers naar het speciaal basisonderwijs worden bestuurlijk genormeerd op de bekostigingsgrens voor het sbo t.w. 2%. Op stichtingsniveau slagen we er in om beneden dat percentage te blijven.
uitstroom naar rec / sbo (aantal leerlingen) Den Duin
2
De Elsenhof
0
de lage weide
3
De Stuifhoek
1
De Zeggewijzer
0
Zonzeel
0
Totaal
6
De doorstroomcijfers naar het voortgezet onderwijs per categorie gaf in 2012 het volgende beeld te zien:
Doorstroomcijfers in werkelijke aantallen: vso
lwoo
vmbo ba/ka /gem
vmbo
vmbo th
th.
/havo
havo
havo/
vwo
totaal
vwo
Den Duin
0
1
9
1
3
1
5
4
24
De Elsenhof.
0
0
10
8
0
6
0
1
25
de lage weide
0
4
9
16
11
0
13
6
59
De Stuifhoek
1
7
22
13
7
3
5
5
63
De Zeggewijzer
0
0
14
0
7
0
8
5
34
Zonzeel
0
0
3
7
3
0
3
6
22
Totaal
1
12
67
45
31
10
34
27
227
10
Doorstroomcijfers in percentages: vso
lwoo
vmbo ba/
vmbo
vmbo th
ka/gem
th.
/havo
havo
havo/
vwo
vwo
Den Duin
0,0 %
4,17 %
37,50 %
4,17%
12,50 %
4,17 %
20,83 %
16,66%
De Elsenhof
0,0 %
0,0 %
40,00 %
32,00 %
0,0 %
24,00%
0,0%
4,0 %
de lage weide
0,0 %
6,78 %
15,26%
27,10 %
18,65 %
0,0 %
22,04 %
10,17 %
De Stuifhoek
1,59 %
11,12 %
34,92%
20,64 %
11,12 %
4,77 %
7,92 %
7,92 %
De Zeggewijzer
0,0 %
0,0 %
41,18%
0,0 %
20,59 %
0,0 %
23,53 %
14,7 %
Zonzeel
0,0 %
0.0 %
13,64%
31,82 %
13,64 %
0,0 %
13,64 %
27,26 %
Totaal
0,44 %
5,29%
29,5%
19,82%
13,66 %
4,41%
14,98 %
11,9 %
2.2.2. afhandeling klachten. Het doel van de klachtenregeling is de leerlingen, de ouders en de personeelsleden een laagdrempelige voorziening te bieden voor klachten t.a.v. school en bevoegd gezag. Door de klachtenregeling ontvangt de school, het bevoegd gezag signalen die haar kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en van de goede gang van zaken op school. Schoolcontactpersonen: Iedere school heeft een of meer contactpersonen bij wie men in eerste instantie terecht kan met een klacht. Zij zorgen voor de eerste opvang en verwijzen u door naar een vertrouwenspersoon van het bestuur. De onafhankelijke vertrouwenspersoon: De onafhankelijke vertrouwenspersoon is de adviseur van de schoolcontactpersonen. Zij onderzoekt de klacht en bekijkt of er door bemiddeling een oplossing kan worden gevonden. Indien nodig of gewenst verwijst de vertrouwenspersoon door naar de klachtencommissie en naar hulpverlenende instanties. De vertrouwenspersoon zorgt desgewenst ook voor de begeleiding bij de verdere procedure. Klachtencommissie SKOD is aangesloten bij de Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs. Het adres is: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070 – 392 55 08 In de periode van het boekjaar 2012 hebben zich geen klachten voorgedaan op het gebied van geweldpleging, of sexueel misbruik. Ook zijn er geen klachten ingediend bij de klachtencommissie of zijn er klachten uit voorgaande jaren voor de commissie behandeld. Er hebben zich in 2012 wel klachten voorgedaan die bij het bestuur zijn binnen gekomen. In alle gevallen konden de klachten in onderling overleg met positief gevolg worden afgehandeld. 2.2.3. Horizontale verantwoording. In het kader van de horizontale verantwoording heeft het bestuur over het schooljaar 2011 - 2012 een jaarverslag samengesteld. Dat jaarverslag voorziet in de activiteiten die het bestuur en de scholen hebben ondernomen. De resultaten die daarbij zijn behaald. De personele en materiële inzet die daarbij is gepleegd. Dit jaarverslag wordt telkens op de derde donderdag van oktober aan de 11
ouders/verzorgers van de leerlingen op de scholen van SKOD gepresenteerd. SKOD stelt dit jaarverslag integraal ter beschikking aan de MR-en en de GMR. Tevens worden dan de strategische keuzes met de ouders besproken en toegelicht. Dit inhoudelijke jaarverslag wordt op de site van SKOD gepubliceerd. Het bevoegd gezag stelt het financieel jaarverslag integraal ter beschikking van de GMR ter verantwoording van het financieel beleid. Het financieel verslag van de scholen wordt integraal ter beschikking gesteld aan de MR-en van de betreffende scholen. In de schoolgidsen worden de resultaten van de eindtoets van het cito, de doorstroom gegevens van de leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs en de onderwijskundige ontwikkelingen gepubliceerd. Met enige regelmaat worden op bestuur en schoolniveau nieuwsbrieven uitgegeven waarin ouders en medewerkers geïnformeerd worden over de voortgang van ontwikkelingen op onderwijskundig, personeel of financieel gebied. Daarnaast is in 2012 een werkgroep samengesteld die zich gaat buigen over de PR van de stichting met name waar het de communicatie naar de (aspirant) ouders betreft. Dit zal o.a. resulteren in een nieuwe stichtingswebsite en nieuwe websites van 4 scholen. Inspectierapporten worden integraal ter beschikking gesteld van de MR-en van de school. Deze worden ook in samenvatting opgenomen in de schoolgids. Het bestuur van SKOD handelt in voorkomende gevallen overeenkomstig de code goed bestuur zoals die is geformuleerd door de PO-raad. 2.3. Kwaliteit. -In 2012 is de huidige werkwijze van kwaliteitszorg geëvalueerd. Hoewel kwaliteitszorg al een wezenlijk onderdeel is van de huidige beleidscyclus is ze soms nog te fragmentarisch van aard is. Er is een werkgroep samengesteld die het huidige beleid gaat bijstellen. Doel is om een integrale vorm van kwaliteitszorg binnen de stichting te realiseren. 2.4. Toegankelijkheid. De instroom van leerlingen blijft achter bij de voorafgaande jaren. Dat wordt vooral veroorzaakt door een afname van het aantal geboortes. Dat heeft op zijn beurt weer te maken met de beschikbaarheid van woningen op de woningmarkt voor starters. De gemeente Drimmelen doet de laatste jaren investering in de verschillende kernen om het met name voor starters weer aantrekkelijk te maken zich in de kernen van de gemeente te vestigen. Het onaantrekkelijke financiële tij draagt er echter niet aan bij dat deze investeringen ook op korte termijn vruchten zal afwerpen. Het bestuur streeft naar de vorming van brede scholen waarin opvang en educatie hand in hand kunnen gaan. In 2012 waren er twee scholen van SKOD waar BSO en onderwijs waren gehuisvest onder één dak. Het streven is om meer scholen van een BSO te voorzien. In 2013 zal op basisschool Den Duin een BSO worden opgestart. 2.5. Huisvesting. Alle scholen van onze stichting zijn goed gehuisvest of hebben uitzicht op een goede huisvesting in de naaste toekomst. Onlangs hebben de scholen noodzakelijke bouwkundige en functionele aanpassingen kunnen doen in het kader van onderwijskundige vernieuwing en optimalisering van de functionaliteit. Er is groot onderhoud uitgevoerd gericht op duurzaamheid dat tot uiting moet komen in onderhoudsreductie en energiezuinigheid. Daarbij heeft het bestuur steeds geprobeerd om de nieuwste inzichten met betrekking tot het binnenklimaat te realiseren. Eenmaal per jaar wordt er voorzien in een rondgang groot onderhoud. Het vigerende meerjarenplan wordt dan aangevuld en/of bijgesteld en in de meerjarenraming meegenomen. In 2012 is de nieuwbouw van basisschool Zonzeel opgeleverd. Tevens heeft er een (interne) verbouwing plaatsgevonden op basisschool De Stuifhoek. Gedeeltelijk bestond de bouwkundige aanpassing uit arbo technische zaken gedeeltelijk uit onderwijskundige vernieuwing. In de bekostiging werd daarom voor 60% door de gemeente Drimmelen en voor 40% door de SKOD voorzien. Er zijn plannen gemaakt voor een kleine inpandige verbouwing op 3 scholen. Deze zullen in 2013 worden uitgevoerd. 12
3. Financiën. In dit hoofdstuk zijn de staat van baten en lasten en de balans opgenomen. 3.1. Staat van baten en lasten. Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen- en subsidies Overige baten Totaal baten
Realisatie 2012 7.187.000 39.000 209.000 7.435.000
Begroting 2012 6.969.000 30.000 172.000 7.171.000
Realisatie 2011 7.155.000 57.000 276.000 7.487.000
Lasten Personeelslasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
6.391.000 150.000 324.000 710.000 7.575.000
6.090.000 148.000 344.000 634.000 7.216.000
6.432.000 156.000 310.000 623.000 7.522.000
-140.000
-45.000
- 35.000
182.000 9.000 173.000
106.000 4.000 101.000
234.000 50.000 184.000
Saldo buitengewone bedrijfsvoering
33.000
57.000
148.000
Nettoresultaat
33.000
57.000
148.000
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten
Nettoresultaat Het jaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van € 33.000. Er werd een positief resultaat begroot van € 57.000. Een negatieve afwijking van afgerond € 24.000. Er zal een toelichting worden gegeven op het resultaat en wat daartoe heeft bijdragen en er wordt een analyse gemaakt van de verschillen tussen de realisatie 2012 en de begroting 2012. Baten Rijksbijdragen OCW De rijksbijdragen bedragen € 7.187.000, de begroting is € 6.969.000. Het leerlingenaantal is gedaald met 5 van 1651 in 2011 naar 1646 in 2012. De bijbehorende daling van de rijksbijdrage wordt gecompenseerd door de ontvangen subsidie Prestatiebox (€ 112.000) en de indexatie van de rijksbijdrage met terugwerkende kracht over de schooljaren 2011-2012 en 2012-2013. Per saldo is er sprake van een positief verschil ten opzichte van de begroting van € 218.000. Overige overheidsbijdragen- en subsidies De overige overheidsbijdragen- en subsidies bedragen € 39.000. Dit is een stijging ten opzichte van de begroting met € 9.000. De ontvangen premierestitutie van het vervangingsfonds van € 8.000 was niet begroot. Dit geeft een positieve afwijking. Ook zijn de ontvangen bedragen van de gemeente met betrekking tot Cultuurspot € 4.000 hoger dan begroot. De subsidie BVL is echter € 3.000 lager dan begroot. Overige baten De overige baten bedragen € 209.000 en wijken hiermee € 37.000 postitief af van de begroting. De baten van het samenwerkingsverband zijn € 23.000 hoger dan begroot. Er zijn € 5.000 meer 13
verhuuropbrengsten dan begroot ontvangen. De bijdragen van derden zijn € 3.000 lager dan begroot. In deze post is een bedrag van € 10.000 opgenomen van de Stichting Kennisnet. Maar de overige baten zijn weer hoger dan begroot (€ 9.000). Met name de opbrengsten voor oud papier zijn hier oorzaak van (€ 9.500), maar ook een ontvangen bedrag van de belastingdienst uit voorgaande jaren (€ 8.000). Lasten Personeelslasten De personeelslasten bedragen € 6.391.000 en zijn daarmee € 301.000 hoger dan de begroting. De lonen en salarissen, inclusief de sociale lasten en pensioenlasten bedragen 6.299.000, in de begroting is rekening gehouden met € 5.980.000. Een negatieve afwijking van € 319.000. De salariskosten wijken 2% af van de begroting, gezien de grootte van de bedragen is dit een negatieve afwijking van € 104.000. Daarnaast ging de begroting er vanuit dat 15% van de totale loonkosten aan sociale lasten betaald moet worden en 7% aan pensioenlasten. In de realisatie is dit respectievelijk 15,5% en 10,2%, wat zorgt voor een negatieve afwijking van € 181.000. De laatste verklaring van de afwijking in de post lonen en salarissen ligt in de betaalde salarissen via payrolling van € 35.000. De overige personele lasten bedragen € 302.000 en zijn daarmee € 14.000,- hoger dan begroot. Hiervoor ligt de oorzaak in de werving- en selectiekosten voor de nieuwe algemeen directeur. Aan uitkeringen is € 33.000 meer ontvangen dan begroot. Afschrijvingslasten De afschrijvingslasten bedragen € 150.000. Deze kosten zijn 2.000 hoger dan begroot was, een geringe afwijking. De toegepaste afschrijvingsmethode is afschrijven vanaf het jaar na aanschaf (t+1). De investeringen gedaan in 2012 hebben daarmee geen invloed op de afschrijvingslasten in het verslagjaar. Huisvestingslasten De huisvestingslasten bedragen € 325.000 ten opzichte van een budget van € 344.000. Dit betekent een positieve afwijking van € 19.000. De kosten voor energie, gas en water zijn met € 26.000 substantieel lager dan begroot. Ook de schoonmaakkosten zijn € 5.000 lager dan begroot. De kosten voor onderhoud en heffingen wijken echter respectievelijk € 6.000 en € 5.000 in negatieve zin af ten opzichte van de begroting. De overschrijding op de kosten van heffingen is het gevolg van de kosten voor asbestinventarisatie. Overige lasten De overige lasten bedragen € 710.000 en overschrijden de begroting met € 76.000. Een onderverdeling kan gemaakt worden naar administratie- en beheerslasten (-/- € 11.000), inventaris , en apparatuur (-/- € 18.000) en overige lasten (-/- € 47.000). De verklaring voor de overschrijding van administratie- en beheerslasten ligt vooral in hogere telefoon- en portokosten (€ 7.000) en overige kosten voor administratie en beheer (€ 3.000). De overschrijding op inventaris en apparatuur is het gevolg van verschillende zaken. De grotere afwijkingen worden hier genoemd. Reproductiekosten zijn € 12.000 hoger dan begroot en de kosten voor overige inventaris, apparatuur en leermiddelen € 10.000. Evenals vorig jaar zijn de kosten voor ICT hoger dan begroot. De post ICT software heeft een overschrijding van € 9.000. Leer- en hulpmiddelen zijn echter € 15.000 minder dan begroot. De overige lasten laten een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting zien van € 47.000. De overschrijding is voornamelijk het gevolg van de gemaakte kosten voor reisjes en excursies (€ 14.000) medezeggenschap / OR (€ 8.000) en overige lasten (€ 26.000). In deze overige lasten zijn onder andere de kosten voor overige onderwijskosten (€ 49.000), culturele vorming (€ 29.000), testen en toetsen (€ 18.000) en projecten (€ 12.000) opgenomen.
14
Financiële baten en lasten Financiële baten Onder de financiële baten zijn verantwoord de rentebaten (€ 42.000) en de overige financiële baten (€ 140.000). Hierin zijn onder andere de beleggingsresultaten opgenomen. De realisatie overstijgt de begroting met € 76.000. Financiële lasten Onder de financiële lasten zijn de bankkosten en rentelasten verantwoord. Ten opzichte van de begroting is dit een negatief resultaat van € 5.000. Het saldo financiële baten en lasten voor 2012 is met € 173.000 licht minder dan het resultaat van 2011 (€ 184.000). Het financiële resultaat is echter nog altijd voldoende om het negatieve saldo van reguliere baten en lasten te compenseren. 3.2. Balans In onderstaande tabel is de balans per 31-12-2012 en 31-12-2011 opgenomen.
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Meubilair Leermiddelen Digiborden Financiële vaste activa Obligaties
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Ministerie OCW Overlopende activa Liquide middelen
31-122012
31-122011
149.000
56.000
750.000 199.000 237.000 1.335.000
631.000 196.00 228.000 1.111.000
1.468.000 1.468.000
1.398.000 1.398.000
0 363.000 202.000 565.000
4.000 358.000 153.000 514.000
1.604.000
1.887.000
4.972.000
4.911.000
Passiva Eigen vermogen Bestuursvermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende Schulden Overlopende passiva
31-122012
31-122011
86.000
86.000
3.227.000
3.209.000
647.000 3.960.000
633.000 3.927.000
105.000 142.000
185.000 134.000
247.000
319.000
152.000 232.000
34.000 241.000
85.000
83.000
2.000
0
294.000 765.000
306.000 664.000
4.972.000
4.911.000
Activa Materiele vaste activa Gedurende 2012 is er aanzienlijk geïnvesteerd voor in totaal € 373.000 (het saldo van investeringen € 443.000 en desinvesteringen € 70.000), met name in inventaris en apparatuur en in meubilair. Onder de post meubilair is voor een bedrag van € 146.000 geïnvesteerd in tafels en dergelijke. Voor het overige is vooral geïnvesteerd in ICT. De afschrijvingen bedragen € 149.000. De gehanteerde afschrijvingsmethode is dat de afschrijvingen aanvangen in het jaar volgend op het jaar na aanschaf 15
van het actief. Investeringen onder de € 1.000 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. De balanswaarde van de materiële vaste activa is per balansdatum toegenomen met € 224.000. Financiële vaste activa De financiële vaste activa bestaan uit obligaties welke worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde op balansdatum. De marktwaarde is een representatie van de geamortiseerde kostprijs. De waarde van de portefeuille is per balansdatum gestegen met € 70.000 naar € 1.468.000. Deze stijging wordt niet als baten beschouwd omdat deze stijging pas bij verkoop van de portefeuille daadwerkelijk gerealiseerd wordt. De balanswaarde is, evenals de beurswaarde, een momentopname, van in dit geval 31 december 2012. Het saldo is afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille. De samenstelling van de portefeuille, looptijd en interestpercentages van de obligaties is opgenomen in het navolgende overzicht.
ING 11/16 4% Aegon perpet.capital flr. 4,088% Rabo MTN 07/17 4,25% Rabo Nederland 09/19 5,875% Rabo Rente Clicker II 10/20 0% Rabo var Lange Rente 10/20 0% EIB MTN 04/20 4,625% GE Capital Euro Funding 09/20 5,375 % Ned Watersch Bank 11/21 1,8810% BNG 11/21 1,9% EIB ISIN 05/25 1,939% Totaal
Nominale waarde
Aankoop waarde
0 150.000 0 0 200.000 250.000 150.000 238.000 168.000 200.000 200.000 1.556.000
0 150.000 0 0 200.000 250.000 156.525 244.402 167.155 198.296 182.000 1.548.378
Balanswaarde 2011 105.666 67.500 147.975 256.250 196.200 223.825 156.525 244.402 0 0 0 1.398.343
Balanswaarde 2012 0 80.475 0 0 200.000 239.425 156.525 244.402 167.155 198.296 182.000 1.468.278
Beurswaarde 2012 0 80.475 0 0 213.600 239.425 184.620 291.788 170.402 202.520 198.000 1.580.830
In 2012 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden: Effecten verkocht: de ING 11/16 4%; de Rabo MTN 07/17 4,25%; de Rabo Nederland 09/19 5,875%. Effecten aangekocht: Ned Watersch Bank 11/21 1,8810%; BNG 11/21 1,9%; EIB ISIN 05/25 1,939%. Vlottende activa De vlottende activa bedragen € 564.000 en bestaan uit een vordering op het Ministerie van OCW van € 363.000 (afwijking betaalritme) en overlopende activa van € 202.000. Onder de overlopende activa is een vordering op de gemeente inzake huisvesting de grootste post (€ 136.000). Overige posten onder deze noemer zijn nog te ontvangen rente (€ 48.000), vooruitbetaalde kosten (€ 8.000), nog te ontvangen bedragen (€ 8.000) en de afwikkeling salarissen (€ 1.000). De vorderingen zijn per balansdatum toegenomen met € 50.000. Liquide middelen De liquide middelen zijn per balansdatum afgenomen met € 283.000. De liquide middelen zijn opgebouwd uit de saldo’s van de betaalrekening, de schoolbanken, de beleggersrekening, de kasmiddelen welke op de scholen aanwezig zijn en een nieuwe bedrijfstelerekening. Deze laatste rekening is geopend in plaats van de afgesloten vaste termijn rekening. De afname van de liquide middelen kent zijn oorzaak in de kasstroom uit operationele activiteiten (+ € 173.000 en de kasstroom uit investeringsactiviteiten (-/- € 443.000). Met name de investering in de materiële vaste activa draagt bij aan de afname van de liquide middelen. 16
Passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen is opgebouwd uit het vermogen bestuur, de algemene reserve, bestemmingsreserves publiek en bestemmingsreserves privaat. Het bestuursvermogen betreft privaatrechtelijk vermogen en is opgebouwd uit de verkoop van eigen gronden. Per balansdatum bedraagt het bestuursvermogen € 86.000. Aan de algemene reserve is in 2012 middels resultaatbestemming € 18.000 toegevoegd en deze reserve bedraagt per balansdatum € 3.227.000. De bestemmingsreserves publiek bestaan uit de bestemmingsreserve BAPO en de overige publieke bestemmingsreserves. De bestemmingsreserve BAPO betreft de vrijgevallen voorziening BAPO welke bestemd is om de kosten van niet opgenomen BAPO-rechten uit het verleden te betalen. De reserve BAPO betreft uitsluitend nog niet opgenomen BAPO rechten uit de afgelopen jaren. De gehanteerde uitgangspunten bij het berekenen van deze reserve zijn een personeelslast van € 53.735, een deelnamepercentage van 70% en een bijdrage van het bestuur van 65%. In 2012 is € 9.000 aan de bestemmingsreserve BAPO toegevoegd. Deze BAPO bestemmingsreserve bedraagt per balansdatum € 388.000. De overige publieke bestemmingsreserves bestaan uit techniekgelden, samenwerkingsverband, sponsoring en oud papiergelden. In 2012 is er € 15.000 toegevoegd en de overige bestemmingsreserves bedragen derhalve per balansdatum € 206.000. De overige private bestemmingsreserves bestaan uit middelen voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, diverse medezeggenschapsraden en de tussenschoolse opvang. In 2012 is € 9.000 onttrokken uit de reserve, zodat deze per balansdatum € 53.000 bedraagt. Het totale eigen vermogen is toegenomen met € 33.000 en bedraagt per balansdatum € 3.960.000. Voorzieningen Aan de voorziening onderhoud is conform begroting € 55.000 gedoteerd. Aan de voorziening is € 135.000 onttrokken. De voorziening bedraagt op stichtingsniveau € 105.000. Eenmaal per jaar wordt de stand van zaken groot onderhoud bekeken. Het meerjarenplan wordt vervolgens aangevuld en/of bijgesteld en wordt in de meerjarenraming meegenomen. De voorziening spaarverlof is opgebouwd om de kosten van vervangers te betalen wanneer personeelsleden het gespaarde verlof opnemen. In 2012 is niet langer toegevoegd, maar wel -/- € 1.000 onttrokken aan de voorziening spaarverlof. Deze voorziening bedraagt per balansdatum € 76.000. De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties. Er is rekening gehouden met de datum indiensttreding van de personeelsleden, een blijfkanspercentage en een uitkering bij 25 en 40-jarig jubileum conform de CAO. Er zijn in 2012 voor € 8.000 gratificaties uitgekeerd is er gedoteerd voor € 15.000. De voorziening jubilea bedraagt per balansdatum € 65.000. Kortlopende schulden De kortlopende schulden bedragen € 759.000 en zijn opgebouwd uit crediteuren (€ 152.000), belastingen en premies sociale verzekeringen (€ 232.000), schulden terzake van pensioenen (€ 85.000), overige kortlopende schulden (€ 2.000) en de overlopende passiva (€ 294.000). In de overlopende passiva is het bedrag voor nog te betalen vakantie-uitkering (€ 206.000) de grootste post. Ook nog te besteden projectsubsidies (€ 76.000), af te dragen gelden aan het vervangingsfonds (€ 7.000) en facturen over 2012 betaald in 2013 (€ 5.000) maken deel uit van deze post. Ten opzichte van 31 december 2011 zijn de kortlopende schulden met € 95.000 gestegen. De oorzaak zit hem met name in de crediteuren (+ € 117.000).
17
3.3. Kengetallen per balansdatum Vanuit bovenstaande staat van baten en lasten en balans kunnen een aantal kengetallen worden gehaald. De kengetallen over het kalenderjaar 2011 zijn opgenomen in onderstaande tabel. Kengetallen per balansdatum
Financiële positie Liquiditeit Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
Kengetallen 31-122012
Kengetallen 31-122011
Kengetallen 31-122010
Streefnorm SKOD
Landelijke kengetallen 2011 (PO4)*
2.83 79.64 84.61 0.43 65.27 34.46
3.62 79.97 86.48 1.92 63.61 36.47
2.03 72.69 80.72 -0.20 67.83 34.56
>1.20 40-60 40-60 >-3 - <3
2.35 59 70 -1.23 44.83 16.26
Staat van baten en lasten Personele lasten van 84.26 84.95 84.90 totaal Materiële lasten van totaal 15.74 15.05 15.10 *kengetallen 2011 van website DUO Kengetallen 2007-2011.
25-40 80-83
82.84
17-20
17.16
Liquiditeit De liquiditeit drukt de verhouding uit tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden. Het geeft aan in hoeverre de organisatie aan zijn betalingsverplichtingen op korte termijn kan voldoen. Voor een goede liquiditeit moet dit kengetal boven de 0.5. Op grond van dit uitgangspunt is sprake van voldoende liquiditeit. SKOD heeft als streefnorm een minimale liquiditeit van 1.20 vastgesteld. Op grond van dit uitgangspunt is eveneens sprake van voldoende liquiditeit. De liquiditeitspositie geeft de toestand per 31 december weer. Er is sprake van een momentopname. Solvabiliteit (1)(eigen vermogen excl. voorzieningen/totale passiva) Solvabiliteit (2)(eigen vermogen incl. voorzieningen/totale passiva) De solvabiliteit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de toestand op 31 december weer. Er is sprake van een momentopname. De solvabiliteit 1 is gedaald ten opzichte van 31 december 2011 met 0.33. De solvabiliteit 2 is gedaald ten opzichte van 31 december 2011 met 1.87. De minimumnorm van het bevoegd gezag is om de solvabiliteit van de stichting boven de 25% te houden. Gestreefd wordt naar een percentage tussen de 40 en 60. Beide kengetallen liggen boven de streefnorm. Rentabiliteit De rentabiliteit drukt de verhouding uit tussen het resultaat en de baten. Er wordt hierbij gekeken hoe efficiënt er met de opbrengsten wordt omgegaan. De stichting is van mening dat - mede gelet op de gezonde vermogenspositie - een klein negatief kengetal aanvaardbaar is, immers het primair onderwijs is geen sector die een hoge rentabiliteit nastreeft. De streefnorm is echter wel tussen de -3 en 3 te blijven en niet langdurig verliesgevend te zijn. De rentabiliteit is 0.43 en voldoet aan deze streefnorm. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor drukt de verhouding uit tussen het balanstotaal en de opbrengsten (inclusief de financiële baten) en dient ter beoordeling van het vermogensbeheer. Een te hoge kapitalisatiefactor zou er op kunnen duiden dat een deel van het kapitaal niet of niet efficiënt wordt benut voor het vervullen van de taken. Er wordt rekening gehouden met de grootte van de instelling. Voor scholen in het PO zonder gebouwen en terreinen op de balans, adviseert de commissie Don een bovengrens van 35% voor de grote instellingen (jaarlijkse baten vanaf 12 miljoen) en 60% voor kleine instellingen (jaarlijkse baten tot 6 miljoen). De baten van SKOD liggen op 7.5 miljoen wat een bovengrens van 60% betekent. De kapitalisatiefactor van 65.27% ligt iets boven deze grens. 18
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen dient ter dekking van bedrijfsrisico’s. Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de onderwijsinstelling in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder het gehele beleid om te hoeven gooien. Voor onderwijsinstellingen is het van belang een inventarisatie te maken van de specifieke risico’s voor de instelling, de kans dat deze risico’s zich voordoen en de financiële impact ervan. Met behulp van deze gekwantificeerde risico’s kan vervolgens een vertaling worden gemaakt naar het benodigde weerstandsvermogen. Het bestuur van de stichting is van oordeel dat het weerstandsvermogen zo veel mogelijk dient aan te sluiten bij de uitgangspunten van de overheid voor een organisatie met de omvang van SKOD zijnde 10 tot 15%. Het weerstandsvermogen is 34.46% hetgeen boven deze landelijke streefnorm is. Personele lasten De personele lasten leggen een groot beslag op de totale lasten, te weten 84.26%. Het beleid van SKOD is erop gericht om de personele lasten wat terug te brengen. Dit is gelukt gezien de afname met 0,69%. Het bevoegd gezag probeert in vier jaar toe te groeien naar een verhouding personele lasten totale lasten die tussen de 80 en 83% ligt. Naast de kengetallen op stichtingsniveau, genereert het bevoegd gezag kengetallen op schoolniveau. Scholen kunnen op deze wijze vergeleken worden in hun uitgavenpatroon. Er is behoefte om deze gegevens te kunnen vergelijken met landelijke cijfers zodat het management van de scholen instrumenten in handen krijgen voor sturing. Informatie vanuit DUO maakt dit mogelijk. 3.4. Treasuryverslag. De regeling beleggen en belenen door instelling voor onderwijs en onderzoek 2010 is van toepassing. Het bevoegd gezag heeft in 2010 besloten om het treasurystatuut d.d. 20 juni 2005 aan te passen aan deze nieuwe wet en regelgeving. Vervolgens is het treasurystatuut opnieuw vastgesteld in de bestuursvergadering van 2 april 2012. In het statuut zijn de volgende aspecten opgenomen: √ de uitgangspunten √ de verdeling van taken en bevoegdheden √ de administratieve voorwaarden (onderscheid publieke en overige middelen) √ de toegestane beleggingscategorieën (soort en omvang) De samenstelling, looptijd en interestpercentages van de effecten zijn opgenomen in paragraaf 3.2. financiële vaste activa. De penningmeester is met de directeur of een tweede bestuurslid verantwoordelijk voor het uitvoeren van het in het statuut opgenomen beleid. Minimaal twee keer per jaar vindt overleg plaats met de beleggingsportefeuillebeheerder. De daaruit voortkomende voorstellen en acties worden aan het Algemeen Bestuur voorgelegd ter goedkeuring en getoetst aan het statuut. Jaarlijks vindt door middel van het treasuryverslag verantwoording plaats over het gevoerde beleid. In 2010 is naar aanleiding van intern onderzoek op grond van onze eigen afspraken in het treasurystatuut en opmerkingen van de beleggingsportefeuillebeheerder RABO bank Amerstreek duidelijk geworden dat de rating voor een aantal obligaties niet meer voldoet aan de vereiste dubbel A rating. Overeenkomstig ons statuut zijn deze derhalve niet meer toegestaan. De portefeuille is op basis van deze inzichten aangepast. Onder de post Financiële vaste activa zijn de wijzigingen in de portefeuille opgenomen. 3.5. Risico inventarisatie. Het belangrijkste risico voor SKOD is de dalende tendens van de leerlingenaantallen die vooral wordt veroorzaakt door de terugloop van het potentieel. Daardoor is de instroom de komende jaren lager dan de uitstroom. Het aantal leerlingen in de onderbouw gaat dus afnemen. Daarnaast heeft SKOD een relatief oud medewerkersbestand. En dat, ondanks de aanwezigheid van veel jonge potentie op de onderwijsmarkt, de komende jaren de vergrijzing alleen maar zal toenemen. Het onderwijs zal dus bevolkt worden met relatief dure medewerkers. Het overheidsbeleid is er op gericht om langer 19
doorwerken te stimuleren. De conclusie is dat de inkomsten dus zullen dalen en de uitgaven zullen stijgen. Doordat de gemiddelde leeftijd oploopt is het risico aanwezig dat uitval door ziekte toeneemt en de ziekteverzuimpercentages oplopen. Om dat te voorkomen dient een zorgvuldig uitgebalanceerd leeftijdsfasebewust personeelsbeleid gevoerd te worden dat ook niet zonder kosten is. De terugloop van leerlingen zal ook met zich meebrengen dat klaslokalen leeg komen te staan. Scholen zullen geconfronteerd worden met leegstand door minder leerlingen en daarop gekort worden terwijl zij wel kosten moeten maken voor energie, onderhoud en dergelijk. Een kans daarin biedt de verhuur van ruimte t.b.v. BSO op meer scholen dan nu het geval is. Onduidelijk is wat er gaat gebeuren met de middelen van Weer Samen Naar School. De stichting ontvangt van het samenwerkingsverband jaarlijks € 93.000 voor facilitering van het proces in het kader van zorgleerlingen. Intussen is ook duidelijk dat de "rugzakken" in de stelselwijziging Passend Onderwijs gaan verdwijnen. De regio Passend Onderwijs "OOK" (Optimale Onderwijskansen 30.03) zal in de verevening naar 2019 ongeveer € 1.200.000 moeten bezuinigen op de leerlingenzorg. Momenteel ontvangt SKOD € 120.000 aan ondersteuning voor rugzakken. Duidelijk is dat die in de periode 2014 gaan verdwijnen. Onduidelijk is wat daar voor in de plaats komt. Daarover zullen in een grote en qua structuur ingewikkelde regio 30.03 nog afspraken gemaakt moeten worden. Datzelfde geldt voor lokale subsidies op gebied van cultuur, sport en beweging en ondersteuning van projecten. Ten aanzien van I.C.T. willen de scholen omvangrijke investeringen doen. Dat zal de komende jaren de afschrijvingslasten opdrijven. Vandaar dat besloten is om voor de periode 20132017 een meerjarenbegroting op te stellen waarin bovenstaande extra uitgaven en risico's zijn omschreven en doorgerekend. 3.6. Risicobeheersing en controlesystemen. Het bevoegd gezag heeft geen middelen om de instroom van leerlingen te verhogen. De scholen staan in kernen waar nauwelijks sprake is van concurrentie. Nagenoeg de gehele populatie maakt gebruik van de scholen van SKOD. Het bevoegd gezag zal daarom zorgvuldig de prognoses en de leerlingenaantallen volgen en er bij de gemeente op aandringen dat zij blijft investeren in aanwas van jonge gezinnen door het treffen van voorzieningen voor starters op de woningmarkt. Elke twee jaar wordt de prognose geactualiseerd en jaarlijks wordt doorgerekend wat dat voor de inkomsten gaat betekenen in een vierjarenperspectief. Anderzijds wordt de populatie leerkrachten in beeld gehouden. Ook daar worden prognoses doorgerekend waarbij uitgegaan wordt van een pensioenleeftijd van 65 jaar. In die zin zal het bestuur een zeer terughoudend wervingsbeleid voeren. De leegstand die door de terugloop van leerlingen ontstaat op de verschillende locaties geeft ook kansen. Het zoeken naar partners die deze leegstand kunnen vullen is al in volle gang. Vooral peuterspeelzaalwerk en kinderopvang zijn partners waarmee veel affiniteit is en die kansen bieden tot brede school ontwikkeling en vermindering van de financiële problemen van leegstand. Het risico van stijgend ziekteverzuim wordt enerzijds bestreden door met regelmaat, minimaal driemaandelijks, het verzuimcijfer te bespreken met directeuren en gerichte maatregelen te nemen om snelle re-integratie te bewerkstelligen. In preventieve zin lopen er inmiddels contacten met de arbodienst om preventieve gezondheidsonderzoeken periodiek aan te bieden. Daarnaast worden tijdens SMO (Sociaal Medisch Overleg) risico's besproken. Tot slot zal periodiek een medewerkerstevredenheidsonderzoek worden gehouden om risicogroepen op te sporen en daar actie op te zetten. Wat betreft de investeringen en daarmee gepaard gaande toename van de afschrijvingen zijn we op zoek naar kengetallen die een goede verhouding aangeven tussen het totaal van de materiële baten en de maximale hoogte van de afschrijvingen. Op die manier hebben directeuren een maat waarop zij hun investeringen kunnen baseren zonder in ernstige financiële problemen te verzeilen. Wat betreft de bezuinigingen van de lokale overheden zullen we bekijken hoe we expertise kunnen bundelen. Gezien de omvang van onze organisatie is daarbij samenwerking met andere besturen noodzakelijk. De onderwijskundige samenwerking met de stichting katholiek voortgezet onderwijs Dongemond kan als zodanig ook bezien worden. Ook de hoogbegaafdheidklas en nog te ontwikkelen doe-klas op skod niveau is een dergelijk initiatief. Ook bundeling van krachten op bovenschoolsniveau door het inrichten van expertise kringen waar we bestuurlijk al op verschillende gebieden aan het ontwikkelen zijn kan een antwoord zijn op die vraag. In het maandelijks overleg dat de algemeen directeur voert met elke directeur individueel staat financiën als vast punt geagendeerd. 20
Daarnaast wordt driemaandelijks een financiële managementrapportages gegenereerd m.b.t. de stand van zaken van exploitatie en verloop van personele kosten. Dat zijn belangrijke informatiebronnen om tijdig te kunnen reageren op probleemsituaties. Op bestuursniveau en op schoolniveau hebben directeuren dagelijks digitaal inzage in financiële rapportagesystemen waarin zij met de actuele stand van zaken kunnen opvragen en analyseren. Tot slot wijs ik op de buffervorming als afdekking van de financiële risico's. Hoewel het voorzieningen niveau is teruggelopen en dat de komende jaren ook nog verder zal doen heeft de stichting een aantal risico's al beperkt in voorzieningen en bestemmingsreserves die in voldoende mate dekkend zijn. Daarbij is het eigen vermogen van de stichting van een omvang dat negatieve resultaten van enige betekenis gedurende meerdere jaren ondervangen kunnen worden. De al eerder genoemde meerjarenbegroting geeft tevens inzicht in de verhouding vermogen-risico's. 3.7. Begroting 2013. Op het bovenstaande is in de begroting 2013 geanticipeerd. De scheiding tussen personeel en materieel blijft gehandhaafd. De 0-lijn wordt tijdelijk losgelaten en directeuren hebben (incidenteel) toestemming om hun begroting met maximaal 3% te overschrijden. Voor 06IE mag het negatief resultaat liggen tussen 0 en 10% van de totale baten. Het budget personeel en arbeid mag maar voor 35% ingezet worden voor reguliere personele lasten. Directeuren dienen een maximaal plafond aan te geven voor hun afschrijvingskosten in relatie tot de totale materiële lasten. Met de directeuren is een traject ingezet om nog sterker een koppeling te maken tussen activiteiten en inzet van middelen. Zo kan de begroting een beleidsrijker document worden. De begroting 2013 is als bijlage toegevoegd aan dit bestuursverslag.
21
4. Personele bezetting in FTE's
Directie Onderwijzend personeel LA Onderwijzend personeel LB Onderwijsondersteunend personeel Totaal
1/102008 8,5 92,9
1/10 2009 8,2 103
12,8
8,9
114,2
119,1
1/10 2010 8,2 81,6 5,7 12,2
1/10 2011 7,2 81,4 6,3 11,6
107,6
106,5
1/10 2012 7,2 66,3 14,7 10,9 99,1
Conclusies Het beleid van het bestuur is er op gericht om op elke school één fulltime directeur integraal verantwoordelijk te laten zijn. Hij/zij werkt daarbij samen met bouwcoördinatoren. Bovenschools is één algemeen directeur in fulltime dienstverband werkzaam en integraal verantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag. Het beleid is er op gericht om in de loop van de tijd de directiefuncties terug te brengen naar 7 fte. In 2012 was er één parttime adjunct- directeur in de organisatie met een gezamenlijke betrekkingsomvang van 0,2000. Het aantal fte is t.o.v. 2011 afgenomen met 7.4 fte. Deze daling deed zich vooral voor bij het onderwijzend personeel. Het bevoegd gezag wil het percentage personele kosten van de totale baten terugbrengen naar 81,5%. Met deze daling bewegen we een goed deel in die richting. De uitstroom van FPU - gerechtigden blijft achter bij de verwachting. Veel oudere medewerkers die de leeftijd hebben bereikt om van de FPU gebruik te maken blijven langer in functie. Daarbij loopt deze regeling per 1 januari 2013 af. Vanaf die datum is het overzicht van uittreders i.v.m. leeftijd meer diffuus. Het bovenstaande beleid is er op gericht om zeer terughoudend om te gaan met het aanstellen van nieuwe medewerkers. Het personeelsbestand kent een piek in de hogere leeftijden. De verwachting is dat binnen nu en 10 jaar ongeveer 40% van het personeelsbestand zal uitstromen.
5. Leerlingaantallen. De werkelijke aantallen over de afgelopen jaren kende het volgende verloop:
Leerlingaantal op teldatum
1 okt 2007
1 okt 2008
1 okt
1 okt
1 okt
1 okt
2009
2010
2011
2012
1803
1739
1739
1685
1651
1646
22
De prognose voor de leerlingenontwikkelingen voor de komende drie jaren. (Bij deze prognose is gebruik gemaakt van de werkelijke aantallen voor de teldata 1-10-2011 en 1-102012. Voor de jaren daarna hebben we gebruik gemaakt van een prognose die is uitgevoerd in 2009 door Planning Verband Groningen BV in opdracht van de gemeente Drimmelen).
scholen
De lage weide
De Stuifhoek
Den Duin
De Zeggewijzer
Zonzeel
De Elsenhof
Totaal
Aantal lln.
Aantal lln.
Aantal lln
Aantal lln
Aantal lln
1-10-11
1-10-12
1-10-13
1-10-14
1-10-15
12 - 13
13 - 14
14 - 15
15 - 16
16 - 17
Feitelijke/
Feitelijk/
prognose
prognose
prognose
prognose
prognose
445/416
340/366
239/242
282/299
154/150
191/188
1651/1661
459/402
317/349
243/251
287/299
157/143
183/185
1646/1629
23
369
346
333
t/m 7 jaar: 170
t/m 7 jaar: 170
t/m 7 jaar: 170
v.a. 8 jaar: 199
v.a. 8 jaar: 176
v.a. 8 jaar: 163
346
324
312
t/m 7 jaar: 172
t/m 7 jaar: 164
t/m 7 jaar:160
v.a. 8 jaar: 174
v.a. 8 jaar: 160
v.a. 8 jaar: 152
253
237
229
t/m 7 jaar: 102
t/m 7 jaar: 98
t/m 7 jaar: 98
v.a. 8 jaar: 151
v.a. 8 jaar: 139
v.a. 8 jaar: 131
301
297
288
t/m 7 jaar: 125
t/m 7 jaar: 125
t/m 7 jaar: 126
v.a. 8 jaar: 176
v.a. 8 jaar: 172
v.a. 8 jaar: 162
138
136
132
t/m 7 jaar: 68
t/m 7 jaar: 67
t/m 7 jaar: 66
v.a. 8 jaar: 70
v.a. 8 jaar:69
v.a. 8 jaar: 66
186
177
166
t/m 7 jaar: 83
t/m 7 jaar: 77
t/m 7 jaar: 71
v.a. 8 jaar: 103
v.a. 8 jaar: 100
v.a. 8 jaar: 95
1593
1517
1460
Conclusies. Het leerlingaantal ontwikkelt zich negatief. De daling is gestaag vanaf 2009. De daling van het aantal leerlingen blijft zich voordoen en zal binnen nu en drie jaar leiden tot een daling van nog eens 130 leerlingen. De daling doet zich in alle kernen voor en is dus op alle scholen voelbaar. Het hevigst zal zich dat doen gevoelen in de kern Wagenberg. Opvallend is verder dat de daling in de kern Made in zijn geheel voor rekening komt van BS De Stuifhoek. De beide andere scholen blijven tamelijk stabiel. In Terheyden valt een lichte daling te bespeuren bij BS De Zeggewijzer. Bs Zonzeel blijft redelijk stabiel. Er zijn verschillende bouwlocaties in ontwikkeling, maar het duurt nog zeker vier jaren voor die zover zijn dat deze leerlingen opleveren. Overigens zijn die bouwlocaties opgenomen in de prognosecijfers. Door terughoudend benoemingsbeleid is het aantal leerlingen en het aantal fte redelijk in balans. Gezien tegen de achtergrond van het natuurlijk verloop van de komende jaren dekt het natuurlijk verloop van medewerkers de daling van leerlingen in die mate af dat verwacht mag worden dat gedwongen ontslagen voorkomen kunnen worden. Het bevoegd gezag acht een wat hogere kapitalisatiefactor daarom noodzakelijk. Naar de toekomst toe kan er gewerkt worden met een beperkte negatieve rentabiliteit. Op die manier kunnen wellicht gedwongen ontslagen voorkomen worden. De combinatie van langer doorwerken van oudere medewerkers en dalende leerlingenaantallen zorgt enerzijds voor vergrijzing en anderzijds voor ontgroening van de populatie van medewerkers. Een ontwikkeling die door het bevoegd gezag als ongewenst wordt beschouwd maar die we niet kunnen keren. Nieuwe prognosecijfers vanuit de gemeente, waarin onder andere de invloed van het negatieve economische tij is opgenomen, moeten een scherper beeld geven op te verwachten terugloop van leerlingen.
24
6. Toekomstige ontwikkelingen. In de voorgaande paragrafen zijn al een aantal zaken genoemd waarop wij ons op korte termijn willen gaan richten. In deze paragraaf worden deze zaken nog eens kort en bondig bij elkaar gezet. Voor zover mogelijk zullen de beleidsplannen concrete meetbare doelstellingen bevatten, zodat de verantwoording erover op eenduidige wijze kan gaan plaatsvinden. In 2012 zijn de strategische beleidsplannen van de scholen en het bestuur in een vierjaren strategisch beleid geïntegreerd. Dit plan is op bestuursniveau voorzien van een financiële paragraaf. De meerjarenbegroting vormt aldus een financiële vertaling van alle in het meerjarenbeleidplan opgenomen speerpunten van beleid. In dit beleid zijn de afspraken die gemaakt zijn in het bestuursakkoord PO-raad – OCW 2012 – 2015 meegenomen. 6.1. Bestuursstructuur. Het bevoegd gezag heeft zich in 2012 op haar taak als bestuurder van de organisatie beraden. Zij heeft gekozen voor het model van toeziend bestuur. Dienaangaande heeft zij het bestuursstatuut en het management statuut gewijzigd. Het bestuur gaat bij haar bestuurlijke activiteit uit van de code goed bestuur zoals die is ontwikkeld en voorgelegd door de PO-raad. Het bestuur heeft in 2012 extern geworven en het aantal bestuurders op sterkte gebracht. 6.2. Huisvesting. - Nieuwbouw Zonzeel. Deze is in het voorjaar van 2012 opgeleverd. Het gebouw huisvest de school annex bibliotheek, een kunstuitleen en appartementen. Bij deze nieuwbouw is uitgegaan van het concept brede school. - In 2012 is de bouwkundige aanpassing van basisschool De Stuifhoek afgerond. Het gebouw is beter toegankelijk en functioneler. Zo is het gebouw voorzien van nieuwe ruimtes t.b.v. directie en onderwijsondersteunend personeel. Ook is een goede ruimte gecreëerd t.b.v. interne begeleiding en leerlingzorg. - Intensief overleg is gevoerd over de gymnastiekvoorziening van BS De Stuifhoek. Deze is bouwkundig en hygiënisch niet meer in een deugdelijke staat. De gemeente zal voorzien in een deugdelijke voorziening middels nieuwbouw. Deze zal in 2014 gerealiseerd zijn. Deze voorziening zal echter niet gebouwd worden op de huidige locatie maar elders in de kern Made. - Het bestuur zal investeren in een drietal verbouwingen. Op basisschool De Elsenhof zal een interne verbouwing van de hal, waardoor deze beter voor onderwijsdoeleinden kan worden gebruikt, modern onderwijs verder mogelijk maken. Op basisschool De Zeggewijzer zal de toegankelijkheid worden verbeterd van de onderbouwingang door een kleine uitbreiding van de hal. Op basisschool Den Duin zal de centrale ruimte bij de bovenbouwlokalen worden verbouwd en praktischer worden ingericht om modern onderwijs te optimaliseren. 6.3. Onderwijs. - In 2012 heeft het bevoegd gezag een structureel aanbod gerealiseerd voor meer en hoogbegaafdheid. Het aanbod is uitgebreid met een 4-5 plusklas naast de bestaande 6-7 plusklas en 8 plusklas. - Het bestuur streeft er naar om alle scholen binnen inspectie primair onderwijs. Op twee scholen heeft onderzoek uitgevoerd. Alle twee de scholen blijven in zullen weer twee scholen van de stichting in het kader worden bezocht.
het regulier toezichtskader te houden van de de inspectie in 2012 het regulier periodiek het reguliere toezicht. In het najaar van 2013 van een periodiek onderzoek door de inspectie
- resultaatgericht werken De resultaatgerichte cultuur binnen SKOD zal voor alle scholen van SKOD een punt van ontwikkeling zijn. Hoewel beleid op dat gebied op papier is gewaarborgd, is het nog geen vanzelfsprekendheid dat de cultuur bij elke medewerker tot zijn/haar automatismen behoort. Op alle niveaus in de stichting wordt in de planperiode gewerkt aan het formuleren van doelen. Op het niveau van de stichting, de school, de klas en het individu. Bij het formuleren van die doelen wordt gewerkt volgens de think, plan do check act methode. De doelen op alle niveaus worden ook op papier smart verantwoord in jaarlijkse bestuursplannen, persoonlijke ontwikkelplannen, schoolactiviteitenplannen, 25
nascholingsplannen groepsplannen, handelingsplannen, lesdoelen etc. Elke school maakt jaarlijks tweemaal een trendanalyse n.a.v. de toetsen van het leerlingvolgsysteem in de maand februari en september. In de planperiode wordt de nieuwe centrale eindtoets basisonderwijs geïmplementeerd. In 2012 hebben de directieleden zich verder georiënteerd op de referentieniveaus voor het primair onderwijs. In het verdere verloop van de planperiode worden deze referentieniveaus geïmplementeerd zodanig dat aan het eind van het schooljaar 2014 – 2015 alle SKOD scholen voldoen aan de referentieniveaus. - passend onderwijs Door de komst van de stelselwijziging “passend onderwijs” zal het onderwijs op de scholen nog meer tegemoet moeten komen aan de onderwijsbehoeften van kinderen. Passend onderwijs is een majeure stelselwijziging die in een zeer korte tijd, met krimpende middelen en een vergrijzend personeel bestand moet worden uitgevoerd. Op school en op SKOD niveau zal alles in het werk gesteld dienen te worden om de leerkrachten op deze stelselwijziging voor te bereiden. De verwachting is dat de populatie van de scholen een grotere mate van diversiteit zal krijgen. Met name het aantal leerlingen dat speciale hulp behoeft zal toenemen. De stichting participeert in het samenwerkingsverband “OOK” regio Breda en in het samenwerkingsverband wsns 44.01. In de planperiode formuleren onze scholen hun finale zorgprofiel gebaseerd op het ondersteuningsprofiel van het samenwerkingsverband en benoemen zij de discrepantie tussen de feitelijke situatie en de gewenste situatie en stellen een ontwikkelplan op. In de planperiode wordt t.g.v. de gemeentelijke bezuinigingen de infrastructuur van de zorg op schoolniveau (zorgadviesteam), specifieke specialistische ondersteuning, jeugdzorg en de zorg van het centrum jeugd en gezin geherdefinieerd. - Aandacht voor excellentie, techniek en wetenschap. In de voorbije periode heeft de SKOD met de 8 plus klas en de 4-5 plusklas en 6-7 plusklas aangegeven dat zij excellentie van belang acht. Nagenoeg alle scholen hebben in het verleden deelgenomen aan de VTB trajecten. De rijksoverheid komt nu met een nieuwe impuls in het kader van excellentie, techniek en wetenschap. De scholen van de SKOD sluiten zich collectief bij deze innovatie aan in de verwachting dat het zal leiden tot anders kijken, denken en doen in primair onderwijs. In de planperiode nemen directeuren en leerkrachten deel aan gerichte opleidingen. In augustus 2015 zijn er op alle scholen ontwikkelingen geïmplementeerd op het gebied van excellentie, techniek en wetenschap. - ICT en de betekenis van de sociale media. De stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen heeft de ambitie om een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van ICT. Om die voortrekkersrol ook daadwerkelijk te kunnen waarmaken wordt er ook in de periode 2013-2015 gewerkt aan een aantal aspecten:
De attitude en bewustwording bij leerlingen en leerkrachten versterken voor het belang van ICT en de mogelijkheden daarvan in het onderwijs. Aandacht voor sociale media. In 2012 is al verkennend onderzocht hoe deze sociale media een plek kunnen krijgen in het onderwijs. Van 2013 tot 2015 gaan we vastleggen hoe we sociale media willen inzetten en de eerste elementen daarvan implementeren in het onderwijs. Inzetten op snelle internetverbinding. SKOD lift daarin mee op het initiatief van schoolnetbrabant om te komen tot glasvezel aansluiting tegen een redelijke prijs voor alle scholen in Noord-Brabant. Alle in gebruikzijnde lokalen op de scholen zijn per augustus 2013 uitgerust met digitale schoolborden. Op alle scholen wordt in de periode van 2013 – 2015 de omslag gemaakt van werkstations naar tabletcomputers. SKOD heeft deze investeringen opgenomen in de meerjaren begroting 2013-2017. ICT wordt vast onderdeel van iedere teamvergadering en het IDO Eenmaal per jaar worden “good practice” voorbeelden in workshops door de digicoaches van elke school gepresenteerd. 26
SKOD zal in het najaar van 2013 een bovenschools beleidsplan ICT vastgestellen. De scholen sluiten daarop aan door het formuleren van hun doelen op schoolniveau. Deze worden vastgelegd in een schoolspecifiek ICT beleidsplan die de periode 2014-2017 beschrijft. De huidige beheersstructuur zal worden geprofessionaliseerd. Daartoe is een werkgroep samengesteld die het huidige beheer zal inventariseren (0-meting). Daarna worden keuzes gemaakt voor een nieuwe structuur. Deze zal in het najaar van 2013 worden geïmplementeerd.
- Investeren in brede scholen Het zoeken van verbinding met organisaties voor opvoeding en onderwijs en organisaties die daar synergie mee hebben, is een belangrijke ontwikkeling voor de scholen onder het bestuur in de komende planperiode. Spontane samenwerking is op verschillende scholen al tot stand gekomen. In de komende strategische periode wil het betuur die samenwerking in brede scholen intensiveren en verder uitbreiden. Aan het eind van de planperiode hebben alle scholen van de stichting bredere samenwerkingsrelaties aangegaan met partners uit hun directie omgeving. Die samenwerking kan schoolspecifiek worden uitgewerkt. 6.4. Personeel. - in 2013 wordt de vierde fase functiemix overeenkomstig het wettelijk kader zoals vermeld staat in het convenant “Leerkracht van Nederland” geëffectueerd. Het is de bedoeling dat het bevoegd gezag de fases zoals bedoeld in het convenant ook voor het jaar 2014 effectueert. - In verband met het dalen van de leerlingenaantallen zal de stichting terughoudend zijn met het aanstellen van nieuw personeel. Ook de komende jaren zal de krimp nog aanhouden. De verwachting is dat de inzet van nieuw personeel in ieder geval tot 2015 een tijdelijk karakter zal hebben. (payroll en uitwisseling met collega stichtingen op basis van detachering) - In 2013 wordt de gesprekkencyclus verder geïmplementeerd met als doel alle medewerkers gestructureerd in de gesprekscyclus in te bedden. Elke medewerker heeft dan een 360 graden feedback op haar/zijn competenties, een persoonlijk ontwikkelplan, een minimaal jaarlijks terugkerend R & O gesprek en een regelmatig terugkerend beoordelingsgesprek. Het bekwaamheidsdossier zal verder worden ingericht. Daarnaast zal in deskundigheid van directies worden geïnvesteerd. Om de professionele cultuur in de SKOD organisatie te bevorderen en de mobiliteitsbereidheid te vergroten zal vanaf 2013 werk gemaakt worden van regelmatige gestructureerde uitwisselingsbezoeken tussen scholen en (externe) audits. 6.5. Kwaliteit. In het kader van de algehele zelfevaluatie wordt er elke twee jaar een tevredenheidsonderzoek afgenomen voor ouders, personeel en leerlingen (bovenbouw). Daarnaast zal de bestaande kwaliteitszorg cyclus worden verbeterd en uitgebreid. De opbrengstenanalyses krijgen binnen de kwaliteitszorg een prominentere rol en worden gekoppeld aan de jaar plannen. 6.6 Financiën. Het bestuur heeft een grote financiële weerbaarheid. In 2012 is er een onderzoek gedaan door de inspectie naar de financiële buffer. In de rapportage is aangegeven dat de financiële buffer te groot is voor de omvang van de stichting. De financiële baten die deze buffer oplevert worden echter door de stichting op een doordachte wijze aangewend om de bovenschoolse lasten van de stichting te bekostigen. Door deze buffer is de stichting ook in staat om flexibel te anticiperen op personele ontwikkelingen in de organisatie en dalingen in het leerlingenaantal. De meerjarenbegroting laat zien dat de buffers geleidelijk in omvang afnemen en hun rol spelen in de dekking van risico’s.
27
In 2012 heeft de stichting het treasury statuut aangepast. De accountant heeft in zijn notitie bij de jaarrekening 2010 opmerkingen gemaakt over beleggingen die het bestuur in bezit heeft, en die niet meer voldoen aan het eigen beleggingsstatuut dan wel aan de regelgeving m.b.t. beleggen en belenen. De stichting heeft dienaangaande maatregelen genomen en een aantal van de door de accountant bedoelde beleggingen in 2012 van de hand gedaan. In het nieuwe beleggingsstatuut heeft het bestuur aangegeven hoe zij in geval van daling van de rating omgaat met die waardepapieren. De daling van de leerlingenaantallen blijft de stichting zorgen baren. Bij gelijkblijvend beleid zal de stichting binnen nu en een aantal jaren aanlopen tegen een negatief resultaat behalen van enkele tonnen. Het blijft daarom nodig de vinger aan de pols te houden bij de personele bezetting en herbezetting. Het optimaal benutten van natuurlijk verloop in de formatie, de inzet van detachering en de beperkte en tijdelijke inzet van aanwezige buffers moeten maken dat de effecten van leerlingendaling adequaat worden opgevangen In 2013 zal een nieuw beleidsstuk rondom financiële kaders door het bestuur worden vastgesteld. Daarnaast zal ook in 2013 een meerjarenbegroting 2013-2017 worden opgeleverd om te voorzien in verantwoording van vermogen en risico’s. Kaders en meerjarenbegroting zorgen ervoor dat we ons bij het financieel handelen nog meer laten leiden door een meerjarenperspectief. 6.7. Overleg gemeente. Onze stichting heeft wel te maken met drie kernen maar slechts met één gemeente, de gemeente Drimmelen. Dat maakt het overleg overzichtelijk. Overigens participeren er in die gemeente drie schoolbesturen. Meerdere keren per jaar vinden er verschillende vormen van overleg plaats. De lokaal educatieve agenda heeft structuur gekregen. Er is vorm gegeven aan schoolmaatschappelijk werk in het primair onderwijs en het begrip “brede school” is nader gedefinieerd. In de nabije toekomst zijn issues aan de orde zoals het inrichten van het centrum voor jeugd en gezin, het vorm geven van zorg advies teams en de realisering van een goed integraal huisvestingsplan. Evenals afstemming van de wet maatschappelijke ondersteuning en de ontwikkelingen met betrekking tot passend onderwijs, jeugdzorg en de gemeentelijke grensoverschrijdende issues daarvan. De zorgen daarbij zijn wel dat met name in de onderwijsondersteuning scholen worden geconfronteerd met ernstige bezuinigingen. De zorgvuldig opgebouwde ondersteunende infrastructuur, consultatie met psycholoog en orthopedagoog komt daardoor sterk in het gedrang. 6.8. Samenwerking andere instellingen voor onderwijs en educatie. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen participeert in verschillende samenwerkingsverbanden met andere besturen. De verwachting is dat door uitwisseling en samenwerking voordelen behaald kunnen worden. - Al enige jaren werkt het bestuur van de stichting samen met een groot aantal andere besturen in het samenwerkingsverband ISOMODE. ISOMODE gaat participeren in een groter verband van Samen Deskundiger in West Brabant (SDIWB). - Het bestuur participeert in een netwerk van middelgrote schoolbesturen in West Brabant en participeert in het regionaal platform onderwijs. - Het bestuur neemt deel aan het samenwerkingsverband van “Weer Samen Naar School” regio 44.01. Dit samenwerkingsverband is er vooral op gericht de leerlingenzorg op de scholen in de regio te ontwikkelen en te verbeteren. In het kader van passend onderwijs zal het samenwerkingsverband WSNS ophouden te bestaan. Het nieuw te vormen samenwerkingsverband 30.03 zal in het najaar van 2013 zijn bestuurlijke vorm krijgen en vanaf augustus 2015 operationeel worden. - Het bevoegd gezag van de stichting werkt intensief samen met de Stichting Kinderopvang Drimmelen. Samen participeren ze ook in de LEA en werkgroep VVE. Het werkoverleg zal worden geïntensiveerd op onderwijskundige thema’s. - SKOD zal de onderwijskundige samenwerking met het Dongemond College in onderwijskundige projecten samen met de Elisabeth Stichting verder vorm geven.
28
-
Het bevoegd gezag heeft een samenwerkingsconvenant met de Hogeschool Avans pedagogisch onderwijs over samen opleiden en kennisdeling. Het bevoegd gezag werkt met een aantal schoolbesturen in de regio West – Brabant samen in een onderwijspersoneelscentrum om vervangingsknelpunten op te lossen. Tevens is men op zoek naar mogelijkheden om gezamenlijk personeelsbeleid vorm te geven.
Made, 30 mei 2013.
R.J.A. Koevoets Algemeen directeur SKOD Lignetsraat 60 4921 EV Made 0162 684990 Postadres: Postbus 23 4920 AA Made
29
Bijlage A
Begroting 2013
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen- en subsidies Overige baten Totaal baten
Realisatie 2012 7.186.736 38.764 209.040 7.434.540
Begroting 2012 6.968.951 30.000 172.278 7.171.229
Begroting 2013 7.113.827 132.093 42.200 7.288.120
Lasten Personeelslasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
6.390.654 149.447 324.548 710.235 7.574.884
6.089.900 148.183 343.950 633.718 7.215.751
6.199.255 161.639 325.700 644.985 7.331.579
Saldo baten en lasten
- 140.344
-44.522
-43.459
182.162 9.303 172.859
105.600 4.310 101.290
105.600 8.800 96.800
Saldo buitengewone bedrijfsvoering
32.515
56.768
53.341
Nettoresultaat
32.515
56.768
53.341
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten
30