Bestuursverslag 2011
Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe Postbus 2279 7801 CG Emmen
31-12-2011
31-12-2011
V OORWOORD De Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe (SKOD) is ten gevolge van de schaalvergrotingspolitiek in 1997 ontstaan. De bundeling van zelfstandige scholen binnen één stichting was een reactie om het voortbestaan van de zelfstandige, doorgaans kleine, katholieke scholen te kunnen waarborgen. De SKOD is een financieel gezonde stichting die met 12 scholen, 230 personeelsleden (vast en tijdelijk) katholiek onderwijs verzorgt aan zo’n 2200 kinderen in de provincie Drenthe. In de huidige uitgangspunten klinkt dat ook nadrukkelijk door: • De stichting wil tenminste de risico’s afdekken die door veranderingen in wet- en regelgeving bij de besturen c.q. scholen zijn neergelegd. • De stichting gaat uit van de zelfstandigheid (relatieve autonomie) van elke school, waarin schoolontwikkeling centraal staat. • De stichting wil een kader bieden voor het noodzakelijk bovenschools/ gemeenschappelijk beleid, waarbij het de zelfstandigheid van elke school respecteert; zo nodig stimuleert. Sinds augustus 2006, mede als gevolg van de invoering van lumpsum, heeft het een nieuwe bestuurlijke structuur waarbij het uitgangspunt is een platte organisatie met een duidelijke scheiding van toezicht en bestuur. Met de invoering van de wet Goed onderwijs goed bestuur per 1 augustus 2010 is de stap mogelijk gemaakt tot invoering van een volledig Raad van Toezicht model, hetgeen bij onze Stichting bij statutenwijziging d.d. 18 november 2011 geëffectueerd is. Er is gekozen voor een model met een Raad van Toezicht (RvT) en een College van Bestuur (CvB). Het CvB wordt gevormd door professionals. De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen. De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) adviseert over het beleid van de Stichting en heeft op een aantal beleidsterreinen instemmingbevoegdheid. Als maatschappelijke organisatie die opereert met publieke gelden, wil de stichting transparant zijn. Daarom zullen wij jaarlijks met een inzichtelijke verslaglegging, in de vorm van het onderhavige jaarverslag, verantwoording afleggen over de wijze waarop onze plannen zijn gerealiseerd en welke resultaten er zijn bereikt. Het handelen van de stichting wordt gekenmerkt door betrouwbaarheid zodat kan worden gerekend op gedane toezeggingen. Dit jaarverslag bestaat uit een bestuursverslag en een jaarrekening en gaat over het kalenderjaar 2011. Aldus vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 9 maart 2012.
De heer John A.C.H. van Meekeren, Voorzitter College van Bestuur.
1
31-12-2011
Inhoudsopgave Deel I: Voorwoord
pag.
1
Inhoudsopgave
pag.
2
Inleiding
pag.
3
1. Organisatie
pag.
4
2. Identiteit
pag. 12
3. Onderwijs
pag. 14
4. Personeel (Sociaal Jaarverslag)
pag. 20
5. Huisvesting en materiële zaken
pag. 26
6. Kwaliteitszorg
pag. 29
7. ICT
pag. 30
Deel II: 8. Financiën
pag. 31
9. Vooruitblik
pag. 39
Lijst met afkortingen
pag. 40
Colofon
pag. 41
Bijlage(n): Jaarrekening 2011, inclusief accountantscontrole
2
31-12-2011
Inleiding
Met dit jaarverslag van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe (in het vervolg SKOD) informeren wij betrokkenen over de onderwerpen die ons in het jaar 2011 hebben bezig gehouden. Het jaarverslag is tevens een belangrijk verantwoordingsdocument naar diverse gebruikers, in het bijzonder het Ministerie van OC en W. In financiële zin is 2011 een positief jaar te noemen. Het jaar 2011 is in tegenstelling tot de eerdere prognose afgesloten met een positief resultaat. Om dit te bereiken zijn er ingrijpende maatregelen genomen en dankzij de inzet van velen is de stichting op de goede weg. Ook komende jaren zal het noodzakelijk blijven alert te zijn op de kosten. Dit doen wij door keuzes te maken: investeren daar waar het moet en nalaten daar waar het niet noodzakelijk is. Het jaar 2011 stond in het teken van het verder professionaliseren van leerkrachten, interne begeleiders, scholen en de bestuurlijke organisatie. Door stevig in te zetten op het scholen van leerkrachten, het verder uitbouwen en versterken van de kwaliteit van de zorgstructuur en het aanbieden van coachingstrajecten aan directeuren heeft de kwaliteit van het onderwijs binnen de stichting een duidelijke stap in de goede richting gemaakt. De Onderwijs Inspectie was in 2011 dan ook beduidend positief over de goede resultaten van de bezochte scholen. Alle bezochte scholen scoorden voldoende op de indicatoren (opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg. In 2011 is de samenwerking met de Mgr. Niënhausstichting verder versterkt en uitgebreid. Als bestuur zien wij in de nauwe samenwerking met de Mgr. Niënhausstichting kansen om de kwaliteit van het bijzonder onderwijs ook naar de toekomst toe te garanderen. Als Raad van Toezicht onderkennen wij het belang van een heldere visie op identiteit, de katholieke identiteit van de stichting. De katholieke identiteit van de stichting komt met name tot uitdrukking in het onderwijsprogramma van de scholen waar godsdienst en levensbeschouwing een vast onderdeel van uitmaken. 2011 kan ook gezien worden als een jaar waarin het overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) als positief en constructief is ervaren. Als Raad van Toezicht spreken wij hiervoor onze waardering uit. In 2011 is er extra aandacht geweest voor het verder terugdringen van het ziekteverzuim. De eerste resultaten zijn positief te noemen. Toch zal ook voor 2012 de noodzaak om het ziekteverzuim terug te dringen aanwezig blijven. Bovenstaande is slechts een fractie van alle zaken die in 2011 gespeeld hebben binnen de stichting. Het merendeel vindt u terug in dit jaarverslag. Daarbij zal ook een doorkijk worden gemaakt naar het komend jaar. Dit bestuursverslag is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe van 7 mei 2012. Mevrouw M.G. Sterkenburgh Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe
3
31-12-2011
1. Organisatie 1.1
Missie en visie
Onze missie vormt de basis voor alle activiteiten van de SKOD. In de missie geven wij aan wat wij willen bereiken en op welke manier wij dat denken te gaan doen. Een missie is niet tijdsgebonden. De missie van de SKOD is als volgt geformuleerd: “Eigentijds onderwijs op basis van de katholieke identiteit waarin school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid kinderen vormen in de volle breedte van het mens-zijn”. De visie van de SKOD omvat een duidelijke ambitie. Het geeft aan wat wij willen bereiken, wat doorslaggevend is voor ons succes en welke kritische succesfactoren ons uniek maken. Ook normen en waarden, en principes maken hiervan deel uit. De visie van de SKOD is als volgt geformuleerd: Het vanuit een eigen katholieke identiteit, op basis van solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid, streven naar het in stand houden en verbeteren van het katholiek onderwijs door optimaal te profiteren van de samenwerking binnen de SKOD. Kernaspecten van de visie: 1. Katholiciteit De stichting geeft aan wat zij waardevol en belangrijk vindt voor de opvoeding en vorming van de kinderen op haar scholen en hoe dat binnen haar scholen gestalte krijgt. 2. Zorg De stichting kenmerkt zich door een zodanige organisatie, dat scholen maximaal in staat worden gesteld om kwalitatief goed onderwijs te geven aan kinderen in diverse onderwijskundige richtingen en stromingen, afgestemd op de diverse behoeften, talenten en mogelijkheden. 3. Kwaliteit / deskundigheid In alle geledingen van de stichting zijn gekwalificeerde mensen aanwezig die vanuit hun taken en verantwoordelijkheden de organisatie goed vorm geven. 4. Vrijheid in gebondenheid De stichting streeft naar eenheid, samenhang en daadkracht. 5. Participatie Binnen de stichting ondersteunen school en ouders elkaar om de ontwikkeling van de school en de kinderen te bevorderen. De gedeelde opvoeding- en vormingsdoelen zijn daarbij het uitgangspunt. Deze vorm van participatie noemen we educatief partnerschap en heeft betrekking op de ouderbetrokkenheid. Daarnaast hecht de stichting veel waarde aan het betrekken van de kinderen bij de ontwikkeling van de school. 6. Transparantie Transparantie, zowel in- als extern, is kenmerkend voor de organisatie. 7. Eigentijds De stichting heeft zicht op de ontwikkelingen in de samenleving en zet vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op actieve wijze (onderwijskundige) vernieuwingen in gang, waarbij samenwerking met andere partijen niet wordt uitgesloten. 8. Integrale benadering Door de gehele organisatie wordt integraal beleid ontwikkeld. Afstemming tussen de diverse organisatielagen, waarbij taken en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd, vanuit het principe "decentraal wat kan, centraal wat moet" is hierbij een voorwaarde. 9. Slagvaardigheid De stichting heeft een structuur waarin beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering maximaal geëffectueerd worden. De besluitvorming is doelmatig en slagvaardig.
4
31-12-2011
1.2
Kerngegevens
Kernactiviteiten en nadere typering De SKOD staat voor eigentijds onderwijs en opvoeding op basis van de katholieke identiteit. De SKOD stelt zich tot taak om kwalitatief hoogstaand onderwijs en opvoeding te geven aan alle aan haar zorg toevertrouwde kinderen in de ruimste zin van het woord. De uitgangspunten die we hierbij hanteren zijn vastgelegd in bovenstaande visie.
Werkgebied Het werkgebied van de SKOD omvat de zuidoosthoek van de provincie Drenthe.
Belanghebbenden De SKOD beschouwt de kinderen en hun ouders als de belangrijkste belanghebbenden. Zij vormen het bestaansrecht van de organisatie. Andere belanghebbenden zijn het Ministerie van OCenW, de Inspectie voor het Onderwijs, de ouderverenigingen van de scholen, de diverse Pabo’s, de lokale en provinciale overheid in ons werkgebied. De SKOD heeft een eigen website, waar informatie over de stichting en de scholen vermeld staat, www.skod.nl.
1.3
Het bestuur 1.3.1. Code Goed Bestuur
In de code goed bestuur zijn basisprincipes vastgelegd die een appèl doen op de professionaliteit van bestuurders en managers in het primair onderwijs. De principes zeggen iets over de waarden die aan het gedrag en de cultuur ten grondslag liggen en de kenmerken van de houding van waaruit betrokkenen handelen, zoals wederzijds respect, transparantie, dialoog, gezamenlijkheid en verantwoording. De principes nodigen uit om in dialoog met alle belanghebbenden te reflecteren op de bestuurlijke inrichting en het handelen van bestuurders en managers. De code is uitdrukkelijk niet alleen bedoeld voor bestuurders en managers, maar ook voor belanghebbenden binnen en buiten de school zoals leerlingen en hun ouders, personeel werkzaam op de school, bestuurders en ambtenaren van de gemeente of bijvoorbeeld collega-scholen binnen een bovenschools samenwerkingsverband. ‘Goed bestuur’ betekent het verkrijgen en behouden van vertrouwen van ouders, de gemeenschap, de overheid en politiek, zowel lokaal als landelijk. De stichting voldoet aan de bepalingen en volgt de code goed bestuur. Hoe de interne en horizontale verantwoording wordt gedaan staat in dit hoofdstuk. Hier wordt ook aangegeven, wie hier deel uitmaakt van de betreffende organen, wie welke taken heeft en wat de werkwijze is. Eveneens worden hier ook de functies van het bestuur en het intern toezicht beschreven. De behaalde resultaten op organisatie en schoolniveau ten aanzien van strategisch beleid, gestelde doelen en leerresultaten zijn beschreven onder de hoofdstukken Identiteit, Onderwijs, Personeel, Huisvesting, Kwaliteitszorg en Financiën. 1.3.2.
Raad van Toezicht
Inleiding Op grond van de statuten van de SKOD is de Raad van Toezicht belast met het houden van toezicht. Het doel van het toezicht is: a. b.
toetsen en bevorderen dat het College van Bestuur het doel van de Stichting doelgericht en effectief, doelmatig en efficiënt realiseert; realiseren van maatschappelijke doelen, die door de Stichting zijn vastgesteld dan wel door de overheid in wet en regelgeving zijn vastgelegd en voorgeschreven
Concrete bevoegdheden bestaan uit vaststellen van de statuten, w.o. het managementstatuut, het goedkeuren van het meerjaren strategisch en financieel beleid, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag.
5
31-12-2011
De leden van de Raad van Toezicht dienen de grondslag van de Stichting te onderschrijven en in hun verdere maatschappelijk handelen zich bewust te zijn van hun voorbeeldfunctie voor de gehele Stichting.
Samenstelling van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. Naam Mevrouw M.G. Sterkenburgh De heer W.H. Bussink De heer E. Fuhler De heer W.J. Renkema
Functie Voorzitter Lid (personele zaken) Lid (financiële zaken) Lid (algemene zaken)
Werkbezoeken Raad van Toezicht In 2011 heeft de Raad van Toezicht op 27 mei en 18 november werkbezoeken aan een viertal scholen van de Stichting gebracht. Op 27 mei zijn de St. Fransschool en SBO Toermalijn (beiden te Emmen) bezocht en op 18 november de St. Gerardusschool te Emmen en de St. Theresiaschool te BargerCompascuum. Naast informatie over de betreffende schoolorganisatie en een rondleiding door de school wordt er ruimschoots aandacht geschonken aan de kennismaking met de teams.
Vergaderingen 2011 De Raad van Toezicht is in 2011 6 maal plenair bijeen geweest, in aanwezigheid van de voorzitter van het College van Bestuur. Vaststelling In de bijeenkomst van de Raad van mei 2011 zijn de statuten, het management statuut en het bestuursreglement opnieuw vastgesteld. Het betrof wijzigingen in verband met de veranderde rol van de Raad van Toezicht; de Raad was “op papier” nog de verantwoordelijk bestuurder, thans is dit conform het wettelijk kader vastgelegd. Goedkeuring Conform de jaarcyclus zijn de kaderbrief, het jaarplan, de (meer)jarenbegroting, de jaarrekening en het (externe) jaarverslag besproken en goedgekeurd. Overige onderwerpen Gedurende het jaar is de intensivering van de samenwerking tussen de Colleges van Bestuur van de Mgr. Nienhausstichting en de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe intensief besproken. Gevoerd overleg 2011 Voorzitter RvT en voorzitter CvB. Er is in voorkomend geval overleg geweest tussen de beide voorzitters. GMR-overleg Eén keer per jaar overlegt de Raad van Toezicht met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Dit overleg was op 18 november 2011 in Emmen. Met elkaar is ieders rol in de organisatie van de SKOD besproken. 1.3.3.
College van Bestuur
Het College van Bestuur heeft de volgende samenstelling: Naam De heer B.J. Platzer De heer J.A.C.H. van Meekeren
Functie Voorzitter (tot 01.10.2011) Voorzitter a.i.
De loonkosten voor bestuur en management (inclusief de ondersteuning voor het College van Bestuur), uitgedrukt in verhouding tot de totale loonkosten binnen de organisatie, bedragen 2,19%. Het gemiddelde van de besturen aangesloten bij ons administratiekantoor, 't Onderwijsbureau te Meppel, ligt op ongeveer 2,5%.
6
31-12-2011
Vanaf 27 oktober 2009 is dhr. Platzer langdurig met ziekteverlof. Hij wordt vervangen door de heer J.A.C.H. van Meekeren. De heer Van Meekeren is aangesteld als voorzitter College van Bestuur ad interim zolang dhr. Platzer afwezig is. Het College van Bestuur wordt ondersteund door een personeelsfunctionaris, een management assistente en een administratief medewerker.
Schoolbezoeken door de Voorzitter van het College van Bestuur Twee keer per jaar bezoekt de Voorzitter van het College van Bestuur de scholen ressorterend onder onze Stichting. Naast de vaste agendapunten zoals rondje personeel, uitputting exploitatie, schoolplan, schooljaarverslag, schooljaarplan, schoolgids, Cito-resultaten, identiteit en werken volgens het vastgestelde beleid, is er het afgelopen jaar ook aandacht geschonken aan: Inrichting en functioneren ParnasSys & Bron; COO7; Functioneren en samenwerking geledingen; Organisatie en samenwerking ouderbetrokkenheid. De voorzitter CvB voert periodiek met de directies van de scholen gesprekken over de ontwikkelingen in de desbetreffende school. Dit betreft alle deelgebieden of een specifiek (begroting, formatie) terrein. Deze gesprekken vinden gedurende het gehele jaar plaats. Tevens heeft de voorzitter CvB de gesprekken verder gecontinueerd met de directeuren afzonderlijk. De voorzitter CvB draagt ook zorg voor de communicatie naar alle geledingen. Dit gebeurt op de volgende wijze: Aanwezigheid bij vergaderingen: directieberaad (voorbereiding en voorzitterschap); RvTvergaderingen; vergaderingen van de GMR (deel van een aantal vergaderingen). Digitale nieuwsbrieven: een nieuwsbulletin (2x in 2011) om de medewerkers van de SKOD te informeren over de zaken en de ontwikkelingen die zich afspelen binnen de periode waarin de heer Van Meekeren interim voorzitter College van Bestuur is. In goede samenwerking met de directeuren en de GMR zijn een groot aantal zaken uitgevoerd en nieuwe zaken opgepakt. 1.3.4.
Staf en administratieve ondersteuning
Voor de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden en contacten zijn aangesteld: Naam Mevrouw G. Mulder Mevrouw A. Spangemacher Mevrouw Y. Hadderingh-de Bruin
Functie Management Assistent Administratief medewerkster (tot 01.08.2011) Personeelsfunctionaris
De algehele administratieve en financiële administratie wordt verzorgd door het Onderwijsbureau te Meppel (zie ook 1.6 ´t Onderwijsbureau Meppel). Op bovenschools niveau zijn twee ICT-coördinatoren werkzaam (zie ook 7.1 van dit verslag): Naam De heer G. Breider De heer G.H. Heijnen
1.4
Functie ICT-Coördinator ICT-Coördinator
Directieberaad
Gestart werd met elf directeuren. Twee scholen (St. Theresia & De Hoeksteen) worden geleid door één directeur. De St. Gerardusschool heeft per 1 augustus 2011 een directiewisseling gehad. Mevrouw Sijmons-de Winter heeft het directeurschap van de heer Veldhuis overgenomen. Het directieberaad is in het verslagjaar minstens 1x per maand bijeen geweest. De vaste vergaderlocatie is een lokaal in de school SBaO Toermalijn te Emmen.
7
31-12-2011
1.4.1.
Training de ondernemende basisschooldirecteur De directeuren hebben in het schooljaar 2010-2011 het schoolplan voor de komende 4 jaar ontwikkeld. Ook het Stichtingsplan voor de komende 4 jaar dient is weer ontwikkeld.
In samenwerking met Saxion-hogescholen zijn we de richting ingeslagen van de ondernemende (basisschool)directeur omdat de tijd dat de kinderen als vanzelfsprekend naar onze scholen kwamen, voorbij is. Wij zullen ons product op actieve wijze moeten verkopen, en met trots datgene laten zien waar we goed in zijn en waar we voor staan. Hierbij zal voor onze katholieke scholen de merkwaarde “Katholiek” een grote rol gaan spelen! De training voor de directeuren vindt in 12 bijeenkomsten plaats en beslaat het schooljaar 2010 – 2011. De directeur heeft het team op actieve wijze betrokken bij dit traject en in dit jaar in gezamenlijkheid gewerkt aan het schoolondernemingsplan. Wat is ondernemerschap? Wie ondernemend is, heeft het overal naar zijn zin. Wie ondernemend is, ziet altijd en overal kansen. Is ondernemen en ondernemend zijn alleen iets voor het bedrijfsleven? Natuurlijk niet! Op de school waar je werkt, wemelt het van de uitdagingen. Elke dag weer. Maar je moet ze wel zien en willen zien. En daar hebben we het in de cursus met de directeuren over gehad. We hebben samen een aantal terreinen verkend, zoals: groeien, dienst verlenen, wat klanten willen, innoveren, concurreren, trends, samenwerken, communicatie en positionering. En steeds draait het daarbij om jouw kansen als onderwijsprofessional.
Een cruciaal kenmerk van ondernemerschap is gedrevenheid. Deze gedrevenheid uit zich in de ambitie om dromen te realiseren, nieuwe dingen te creëren, doelen te bereiken en succes te hebben. De gedrevenheid kan van binnenuit komen of door externe prikkels worden gestimuleerd: intrinsieke gedrevenheid versus extrinsieke gedrevenheid. Een ondernemende houding is DE basis voor ontwikkeling en groei (kennis / vaardigheden / houding). Een ondernemende houding; helpt werknemers zich bewust te worden van hun arbeidsomgeving en hun kansen te grijpen. Waar het dus om gaat, is dat mensen wakker worden, hun talenten inzetten, doen wat hun hart ingeeft, risico’s durven nemen, grenzen verleggen.
1.5
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
1.5.1. Missie en Visie GMR
Missie Wie zijn wij: Wij zijn een GMR, die verantwoordelijkheid draagt voor de belangen van kinderen, personeel en ouders van de SKOD. Wat doen wij: Wij toetsen het beleid van de SKOD aan de hand van wet- en regelgeving. Hoe doen wij dat: Wij zijn een GMR die gericht met diverse betrokkenen respectvol wil samenwerken door middel van heldere regels en open communicatie.
Visie Wij streven er naar herkenbaar te zijn voor onze achterban en bevoegde gezag door: doelgerichtheid, kundigheid en betrokkenheid kwaliteit te waarborgen transparante communicatie positief kritisch en pro-actief te zijn
8
31-12-2011
Om dit waar te maken zullen wij onze aandachten richten op: het werven van kennis rond wet en regelgeving van onderwijs en zorg en innovaties in het onderwijs zorgen dat wij een open en benaderbare GMR zijn, waar de communicatie lijnen kort en doeltreffend zijn. het voortzetten van een constructief kritische relatie met het College van Bestuur het planmatig aanpakken van taken en verantwoordelijkheden Hierdoor willen we vertrouwen en respect creëren bij alle betrokken partijen. De GMR van de stichting heeft zichzelf tot doel gesteld zich te professionaliseren om zodoende een goede gesprekspartner te kunnen zijn voor het College van Bestuur, de MR-en, de schoolteams en natuurlijk de ouders. Hierbij wordt ingezet op opleiding en communicatie. De GMR is dit jaar zeven maal bijeen geweest, waarbij de voorzitter CvB een deel van de vergadering aanwezig was. Ook zijn er gesprekken geweest tussen de voorzitter RvT en de voorzitter en secretaris van de GMR. Verschillende concept beleidsstukken hebben de vergadering gepasseerd. Dit
resulteerde dit jaar in: Instemming aangaande: • • • • •
Stichtingsondernemingsplan Veiligheidsbeleid, up-date Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen Werkgelegenheidsbeleid Instemming m.b.t. de overdracht c.q. fusie van de Tondel naar Kristalla van de SKOD
Daarnaast werd positief geadviseerd aangaande: • • • •
Begroting 2011 Projectplan 40999 (ziekteverzuimpercentage reduceren) Lief en leed beleid Begroting 2012
De samenwerking, op bestuurlijk niveau, met de Mgr. Niënhausstichting is op 1 januari 2011 van kracht geworden. Tijdens het afgelopen jaar zijn er enkele gesprekken geweest tussen beide RvT van de Mgr. Niënhausstichting en de SKOD. Deze gesprekken worden gevoerd in het belang van beide stichtingen. Op welk gebied kunnen we samenwerken en wat levert het de beide stichtingen op (niet alleen op financieel gebied). Momenteel is er ook al overleg tussen de ICT-ers van beide stichtingen. De GMR SKOD zal het komend jaar ook contact gaan leggen met de GMR van de Mgr. Niënhausstichting. Eén keer per jaar overlegt de voorzitter van de Raad van Toezicht met de voorzitter & secretaris van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Met elkaar is ieders rol in de organisatie van de SKOD besproken. 1.5.2.
Samenstelling GMR per 01-12-2011
School St. Gerardusschool St. Gerardusschool Kristalla De Brummelbos Past. Middelkoopschool St. Fransschool St. Henricusschool De Diedeldoorn De Banier Kardinaal Alfrinkschool
Personeel Hilde Bouwland
Ouder
Functie Voorzitter
Rene Gerdes Nienke Tiben Mariëlle van Alebeek
Vice-voorzitter Geertje Blaauwbroek
Marlies Snuverink Lida Peters Mariëlle Bos Anne-Marie Dobbe Gerrit Posthuma
Bennie Bos Esther Ket Secretaris/ Notulist
Daarnaast heeft iedere afzonderlijke basisschool een MR, bestaande uit vertegenwoordigers van het personeel en ouders.
9
31-12-2011
1.5.3.
Doelstellingen van de GMR voor het jaar 2012
In het komende jaar zullen er verkiezingen worden gehouden. Er zijn een aantal leden niet herkiesbaar dus er zal naar nieuwe leden moeten worden gezocht. De communicatie via de website moet verder worden uitgewerkt. De professionalisering zal worden voortgezet door ook voor het komende jaar eventueel cursussen te organiseren in samenwerking met alle MR-en. Tijdens deze cursussen zal tijd worden ingeruimd om ook van gedachten te wisselen over de verschillende werkwijzen van de MR-en zodat ook van elkaar kan worden geleerd. In de vergaderstructuur zal worden gekozen voor meer meningvormend overleg met de GMR, het CvB zal niet bij alle vergaderingen zijn of alleen deels aanwezig zijn.
• • •
•
1.6
’t Onderwijsbureau Meppel
De algehele administratieve en financiële administratie van de SKOD wordt verzorgd door het Onderwijsbureau te Meppel.
In 1988 is door de katholieke schoolbesturen in Noord Nederland een eigen ondersteunend en adviserend bureau opgezet: het Onderwijsbureau Meppel. Het is dus een bureau VAN en VOOR de besturen. De voorzitter van het College van Bestuur van de SKOD heeft tevens zitting in het bestuur van het Onderwijsbureau Meppel. Het Onderwijsbureau Meppel is met zijn jarenlange ervaring specialist op het gebied van onderwijsdienstverlening. Zo’n 50 medewerkers ondersteunen op deskundige wijze 300 scholen en schoolbesturen bij de dagelijkse uitvoering van de financiële administratie, de personeels- en salarisadministratie, beleidsontwikkeling, bestuurlijke aangelegenheden en het beheer van schoolgebouwen. Door hun professionele, pro-actieve en klantgerichte houding is het Onderwijsbureau Meppel uitgegroeid tot een gerespecteerd bureau in het onderwijsveld. Hun dienstverlening is integraal, innovatief, efficiënt en betaalbaar ingericht en geeft scholen/besturen de ruimte om te investeren in hun eigen verantwoordelijkheid. 1.6.1
Managementinformatiesysteem
Het Onderwijsbureau Meppel heeft, in samenwerking met de bestuurders, een managementinformatiesysteem laten ontwikkelen dat voldoet aan hoge eisen. Men heeft dit Tobias genoemd. Schoolbesturen beschikken met Tobias over een, voor Nederlandse begrippen, uniek systeem waarin sprake is van een totale integratie van personele, financiële, materiële en onderwijskundige gegevens. Er zijn uitvoerige mogelijkheden voor managementrapportages, dashboards, benchmark en workflowprocessen. Het managementinformatiesysteem biedt mogelijkheden om in de toekomst nieuwe wensen toe te voegen. Alle informatie is in overzichtelijke en compacte rapportages beschikbaar. Daar waar men verdieping zoekt kan men gebruik maken van de analysemogelijkheden waarmee men nagenoeg elke rapportage zelf kan samenstellen. OSS staat voor Onderwijsbureau Self Service. OSS is een digitaal systeem waarin wij aanstellingen, uitbreidingen, ziekmeldingen, herstelmeldingen en vervangingen, verlofmeldingen en ontslagmeldingen web-based kunnen doorgeven aan 't Onderwijsbureau Meppel. De gegevens worden op deze wijze rechtstreeks verwerkt in de personeelsadministratie. Het gebruik van OSS betekent een aanzienlijke vermindering van de papierstroom.
10
31-12-2011
1.7
Ontwikkelingen intensievere samenwerking met de Mgr. Niënhausstichting
De veranderde visie en de maatschappelijke opvatting over de functie van het onderwijs vragen om regelmatige heroverweging van de profilering van een schoolbestuur. Ook worden er van overheidswege steeds meer en verdergaande eisen gesteld aan het onderwijs. De verantwoordelijkheid voor schoolbesturen wordt hierdoor aanzienlijk vergroot. Denk hierbij aan onderwerpen als passend onderwijs, code goed bestuur (w.o. de scheiding van bestuur en toezicht) en de verantwoording aan inspectie, ouders en (maatschappelijke) omgeving (de meervoudige publieke verantwoording). Deze profilering en deze eisen richten zich op het gehele palet van onderwijs en zorg voor het kind. Het onderwijs van de toekomst richt zich dan ook niet meer alleen op het kind, maar ook op de ouders. De traditionele manier van onderwijs zal verdwijnen en schoolbesturen zullen andere keuzes maken voor de inrichting en aansturing van de organisatie. Naast de veranderde visie en maatschappelijke opvatting op onderwijs, heeft de invoering van de lumpsum schoolbesturen genoodzaakt te kijken naar intensievere vormen van samenwerking. Schoolbesturen worden, meer dan voorheen, verantwoordelijk gesteld voor een verantwoorde wijze van de besteding van de publieke middelen. De kans om hierin succesvol te zijn wordt vergroot wanneer er sprake is van een bundeling van kennis en expertise. Daarnaast is katholiek onderwijs tegenwoordig een kwaliteitscriterium en mogen we er vanuit gaan dat een krachtige katholieke onderwijsorganisatie een aantrekkelijke partij is voor excellente leerkrachten en jonge talenten. De besturen van de Mgr. Niënhausstichting en de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe (SKOD) hebben een historie als het gaat om samenwerking. Vanaf de start van Weer Samen Naar School hebben beide schoolbesturen regelmatig contact inzake de inrichting van de zorg en de positie van de SBaO Toermalijn in dezen. Ook binnen het bestuur van het Onderwijsbureau Meppel werken beide schoolbesturen samen. Daarnaast werd op het niveau van het bovenschools management (College van Bestuur) al sinds enige jaren op diverse dossiers samengewerkt, en sinds eind 2009 wordt zelfs het College van Bestuur ingevuld door een en dezelfde persoon, de heer John A.C.H. van Meekeren (tot november 2011 als interim voorzitter College van Bestuur van de SKOD). Ook op andere niveaus worden activiteiten gezamenlijk opgepakt, te denken valt aan scholing, bestuurskantoor etc. Het bovenstaande beziend is de samenwerkingsovereenkomst getekend op 22 december 2011, een "logisch" gevolg van de contacten die reeds jaren bestaan en steeds meer geïntensiveerd zijn. Met ingang van 1 augustus 2011 is het stafbureau van beide organisaties fysiek samengevoegd in het kantoor te Oude Pekela. Met deze samenvoeging is een dagelijkse bereikbaarheid van 08.00 - 17.00 uur gegarandeerd. Tevens zijn we bezig met het maken van een efficiencyslag door herverdeling van de werkzaamheden op basis van de kwaliteiten van de medewerkers.
11
31-12-2011
2.
Identiteit
De SKOD gaat uit van de katholieke identiteit, gebaseerd op het Evangelie van Jezus Christus. Dit houdt voor de scholen in, dat godsdienst/levensbeschouwing onderdeel uitmaakt van het onderwijsprogramma en dat elke school een vorm zoekt om ook breder in de school het christelijke/katholieke gedachtegoed en de onderliggende waarden in praktijk te brengen. Om het gesprek in de scholen te voeren en levend te houden zijn er vaste afspraken gemaakt met het Onderwijsbureau Meppel over de inzet van een identiteitsbegeleider op de 12 scholen en op stichtingsniveau. In het schooljaar 2010-2011 is op alle scholen dit gesprek ingezet vanuit een conceptnotitie Identiteit. De specifieke levensbeschouwelijke activiteiten zijn verzameld en geordend in de vierslag “Vieren”, “Leren”, “Zorgen” en “Gemeenschapsvorming”. Rond deze vierslag heeft elke school haar visie geformuleerd en onderbouwd vanuit centrale waarden en vanuit het mens- en godsbeeld van de school. De scholen verbeelden deze visie in een schilderij dat uitdrukt waar de school voor staat (visie) en wat de school doet (praktijk). De school bedenkt zelf welke plaats dat schilderij binnen de school zal krijgen. Zo kiezen sommige scholen ervoor om het schilderij een prominente plaats in de school te geven en zo een rol te laten spelen in de presentatie van de school richting ouders. De visiestukken van de scholen zijn meegenomen in de nieuwe versie van de notitie Identiteit, welke eind 2011 is vastgesteld als beleidsstuk voor de periode 2011-2015. Dit werk is op stichtingsniveau uitgevoerd door de werkgroep identiteit van SKOD, bestaande uit directeuren, ouders en identiteitsbegeleider. Het proces is in 2010 ingezet met de samenstelling van de werkgroep en de ontwikkeling van een conceptnotitie, van waaruit de scholen in 2010-2011 ieder hun eigen visie expliciet maakten. Gedurende dat proces heeft de werkgroep een brief gestuurd naar de parochies en de pastores om hen te vertellen over de ontwikkelingen in de scholen met het oog op goede contacten tussen school en parochie. Elke school zoekt zelf het passende contact met de eigen parochie. Bij de inventarisatie van de visies van de scholen heeft de werkgroep het plan gemaakt om op een stichtingsdag in 2012 de visies van de scholen en de schilderijen bij elkaar te brengen en deze beleidsnotitie identiteit te presenteren. Dit plan is in dat jaar door de werkgroep uitgewerkt. Dit wordt één van de laatste taken van de huidige werkgroep, want in 2011 is binnen SKOD het cluster onderwijs/identiteit opgericht dat in de toekomst voor de uitwerking van het aandachtspunt identiteit zal zorgdragen. De identiteitsbegeleiding op de 12 scholen bestond eruit dat er op elke school in principe vijf keer per jaar met het team of een werkgroep gewerkt is en dat er op het eind van het schooljaar een plannings- en evaluatiegesprek met de directeur plaatsvond. Deze afspraak is aangepast richting vier contacten met een team (naast het gesprek met de directeur) om ruimte te maken voor taken op stichtingsniveau, zoals een nieuw initiatief – i.s.m. de Mgr. Niënhausstichting - om het gesprek met ouders en educatief partnerschap vorm te geven.
12
31-12-2011
In de evaluatie met de directeuren door de identiteitsbegeleider en in het directieoverleg is gebleken dat de scholen en het College van Bestuur heel tevreden zijn over de inzet en vormgeving van de identiteitsbegeleiding. Met alle scholen zijn er voor schooljaar 2011-2012 specifieke afspraken gemaakt – vanuit de inventarisatie in 2010-2011 – over wat de school rond vieren, leren, zorgen en gemeenschapsvorming wil uitwerken en bespreken. Aan het bestuur van SKOD is in september 2011 vanuit de identiteitsbegeleiding van het Onderwijsbureau Meppel een jaarverslag aangereikt waarin duidelijk wordt hoe de inzet op de scholen en in het bestuur van SKOD is geweest in verhouding tot de identiteitsbegeleiding op alle scholen rond het Onderwijsbureau Meppel. Dit jaarverslag is doorgesproken met het College van Bestuur. Identiteitsbegeleiding kan op heel verschillende manieren ingezet worden vanuit de vragen van de scholen en zo blijkt dat binnen SKOD de inzet vooral is geweest om in het kader van visieontwikkeling de identiteit in het algemeen duidelijk te krijgen. Op sommige scholen is er specifieker gewerkt aan de advents- en kerstviering of aan de spiritualiteit van de leerkracht; op een andere school is een ouderavond geweest over de katholieke identiteit en twee scholen hebben nagedacht over een nieuwe methode godsdienst/levensbeschouwing. Tom Knippers - Identiteitsbegeleider Afdeling Identiteit & Onderwijs - 't Onderwijsbureau Meppel
13
31-12-2011
3. Onderwijs 3.1.
Inspectiebezoek
De Inspectie van het Onderwijs heeft voor de onderstaande scholen op 4 oktober 2011 het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Tabel 1. scholen met een basisarrangement BRIN 01BO 03RY 04SK 06QH 06SI 06YD 08VC 11CB 11MD 21PU
Schoolnaam SBO Toermalijn St. Gerardusschool St. Fransschool De Banier St. Theresiaschool De Hoeksteen De Brummelbos Kristalla, locatie Kinholt Pastoor Middelkoopschool De Diedeldoorn
Zoals beschreven in het Toezichtkader po/vo 2011 (www.onderwijsinspectie.nl) richt de inspectie haar toezicht vanaf 1 augustus 2011 meer preventief in. Besturen van scholen waarvan de eindopbrengsten in het laatste schooljaar onder de ondergrens liggen die de inspectie hanteert, worden hierop door de inspectie geattendeerd. Voorts worden besturen met scholen waarvan de eindopbrengsten voor een tweede achtereenvolgend schooljaar onder de ondergrens liggen, door de inspectie gewaarschuwd, en geadviseerd een plan van aanpak op te stellen. Op deze manier wil de inspectie besturen tijdig in de gelegenheid stellen maatregelen te nemen om te voorkomen dat scholen na drie jaar als risicoschool (rood) uit de risicoanalyse van de inspectie naar voren komen. De inspectie attendeert ons erop dat, op basis van de bij haar bekende gegevens, de opbrengsten van de onderstaande scholen het laatste schooljaar onder de ondergrens liggen die de inspectie hanteert. De inspectie adviseert het bestuur om maatregelen te nemen om de opbrengsten van deze scholen weer boven de ondergrens te brengen. Tabel 2. scholen met een basisarrangement met attendering BRIN 09OB 10YR
Schoolnaam Kardinaal Alfrinkschool St. Henricusschool
14
31-12-2011
3.2
Taalplan Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe
Dit is het derde jaar waarin de Meerschools Intern Begeleiders worden ingezet (zie ook 3.4 Zorgstructuur). In het eerste jaar is er een start gemaakt met betrekking tot kwaliteitzorg en opbrengst gericht werken en Taal als middel tot communicatie hetgeen in het tweede jaar verder is verdiept. In dit derde jaar gaan de meerschools Intern Begeleiders verder op de ingeslagen weg. In het cyclische proces van opbrengstgericht werken zullen resultaten regelmatig worden geëvalueerd. Er zal gekeken worden naar de expertise binnen de scholen en de knelpunten. Vier keer per jaar zal er binnen elk cluster een clusteroverleg plaatsvinden.
3.3
“Vanzelfsprekend” en “Duurzaam leren in de Veenkoloniën”
De stichting neemt deel in de volgende taalprojecten: Via de pilot Vanzelfsprekend willen de gemeenten Aa & Hunze, BorgerOdoorn, Coevorden en Emmen samen met de provincie Drenthe bereiken dat de taalachterstand van alle kinderen in de leeftijd 0 - 6 jaar fors afneemt.
Scholen werken in het project Duurzaam leren in de Veenkoloniën samen aan het bereiken van hoge leerresultaten van alle kinderen en afname van het aantal kinderen met (taal)achterstanden.
15
31-12-2011
3.4
Zorgstructuur SKOD
Om de continuïteit en kwaliteit van zorgstructuur in de scholen te borgen, kiest de SKOD voor een aanpassing in de structuur van haar organisatie: de functie van intern begeleider (zoals al eerder opgenomen in het functiehuis) wordt ingevuld in een meerschools perspectief. De indeling in 2 categorieën intern begeleiders vervalt. De intern begeleider van de SKOD ondersteunt een vast aantal scholen. Het uitgangspunt is dat op elke school een intern begeleider is. De intern begeleider heeft geen lesgevende taak maar is voor de volledige benoemingsomvang intern begeleider. De intern begeleider kan op meerdere scholen werken. De taakinvulling zal zich met name richten op de ondersteuning van de leerkracht. De intern begeleiders werken in teamverband en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een cluster scholen, waarbij gewerkt wordt vanuit ‘vaste’ scholen (de intern begeleider is dus in principe een vast ‘gezicht’ op de school). Op basis van expertises kunnen ook andere intern begeleiders werkzaamheden voor en op de school uitvoeren. Er kan dus optimaal gebruik gemaakt worden van elkaars kwaliteiten en als door bijv. ziekte iemand uitvalt, kan dit (deels) worden ingevuld door de andere teamleden. Als er een nieuw lid in het team komt, kan deze worden gecoacht door een ervaren collega. De taken van de intern begeleider staan beschreven in het functieprofiel. De intern begeleider coördineert en voert het zorgbeleid uit, levert een bijdrage aan de voorbereiding van het (bovenschools) zorgbeleid, begeleidt en coacht leerkrachten en draagt zorg voor de eigen ontwikkeling. Wij verwachten van de intern begeleiders dat zij in opleiding en praktijk invulling kunnen geven aan de 5 ontwikkelingsniveaus volgens Drs. Luc F. Greven, zoals beschreven in het plan van aanpak reorganisatie interne begeleiding binnen de SKOD. Drs. Luc F. Greven is werkzaam bij Sardes als coördinator van de unit Onderwijszorg. Hij houdt zich daar vooral met de operatie Passend Onderwijs en het Speciaal Onderwijs bezit. Eerder was hij onder andere directeur van het Seminarium voor Orthopedagogiek en leraar en directeur in het Speciaal Onderwijs.
16
31-12-2011
3.5
Leerlingen
Op de teldatum 1 oktober 2011 telden de scholen 2.163 leerlingen. Dit aantal was 81 minder dan de teldatum 1 oktober 2010. In een overzicht:
School
SBaO Toermalijn St. Gerardusschool St. Fransschool De Banier De Hoeksteen St. Theresiaschool De Brummelbos Kardinaal Alfrinkschool St. Henricusschool Kristalla (Mgr. Bekkersschool/de Tondel) Pastoor Middelkoopschool De Diedeldoorn Totaal SKOD
Leerlingen 01.10.2009 werkelijk 143 249 99 188 135 149 286 295 186 94
Leerlingen 01.10.2010 werkelijk 157 254 106 177 131 142 299 302 189 84
Leerlingen 01.10.2011 werkelijk 156 243 104 171 120 135 273 304 197 85
Leerlingen 01.10.2012 Prognose 135 245 116 170
131 133 294 296 170 98
176 246
174 229
167 208
169 235
2.246
2.244
2.163
2.192
3.6 Samenwerkingsverband WSNS (SWV WSNS) Het samenwerkingsverband 4.09 (SWV) voor katholiek basisonderwijs in Drenthe werkt vanuit de visie dat elk kind recht heeft op een optimale en ononderbroken ontwikkelingsgang waarbij hij zich goed voelt en met respect en waardering behandeld wordt. Wij geloven in de eigen kracht, talenten en capaciteiten van leerkrachten, kinderen en ouders om dit te realiseren. Het werk in de klas en in de school staat daarbij centraal. Op dit moment zijn de ontwikkelingen m.b.t. Passend onderwijs in volle gang. De wet Passend onderwijs is in de kern een herziening van het stelsel speciale onderwijszorg. De minister heeft geografisch bepaalde samenwerkingsverbanden vastgesteld waarin ook cluster 3 en 4 (speciaal onderwijs) deelnemen. Regionale expertisecentra worden afgeschaft en ook de samenwerkingsverbanden WSNS verdwijnen. In het schooljaar 2012-2013 zullen de voorbereidingen getroffen moeten worden: de bestuurlijke samenstelling van het nieuwe samenwerkingsverband moet op 1 november 2012 gerealiseerd zijn, op 1 mei 2013 moet het nieuwe zorgplan bij de inspectie liggen. M.i.v. 1 augustus 2013 krijgen schoolbesturen een zorgplicht om alle kinderen het meest passende onderwijs aan te bieden (op de eigen school of op een andere). De inzet van het bestuur in de uitwerking van het nieuwe samenwerkingsverband blijft dezelfde. Passend onderwijs slaagt alleen wanneer het primaat ligt bij de ontwikkeling van het kind. Het kan alleen goed worden vormgegeven als de scholen goed gekwalificeerde en toegewijde leerkrachten inzetten in het primaire proces. Leerkrachten die houden van hun werk en van hun kinderen. Leerkrachten die de tijd krijgen om zich te professionaliseren en die leren van en met elkaar. Onze focus blijft daar dus op gericht om passend onderwijs tot een succes te maken.
17
31-12-2011
Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid Resultaten m.b.t. professionalisering leerkrachten: -
-
Het afgelopen schooljaar was er te weinig belangstelling om in augustus 2011 een nieuwe studiegroep op locatie te kunnen starten. De lerarenbeurs kan een extra impuls gegeven aan het professionaliseringstraject. De lerarenbeurs maakt het voor iedere docent in het primair onderwijs mogelijk om eenmaal in zijn carrière een stevige bijscholing te volgen. Met het geld uit de beurs worden studiekosten betaald en in de meeste gevallen ook de vervanging op school. Op elke school binnen het samenwerkingsverband is sprake van teamscholing, waaraan de leerkrachten deelnemen.
Resultaten m.b.t. professionalisering (meerschools) intern begeleiders: -
-
-
-
-
Alle scholen beschikken over een (meerschools) intern begeleider (MIB) en werken met een interne begeleidingsstructuur. Om de continuïteit en kwaliteit van zorgstructuur in de scholen te borgen en uit te bouwen is de structuur van de organisatie aangepast. De MIB heeft geen lesgevende taak maar is voor de volledige benoemingsomvang MIB. Zij of hij kan op meerdere scholen werken. De MIB'ers werken in teamverband. Op basis van expertise kunnen ook andere MIB'ers werkzaamheden voor en op de school uitvoeren. Het zwaartepunt van de invulling van de taken van de MIB ligt in de begeleiding en coaching van leerkrachten. Leerkrachten spelen een sleutelrol in passend onderwijs. Door de professionaliteit van leraren te vergroten, kan aan de onderwijsbehoefte van meer kinderen tegemoet gekomen worden. De afgelopen jaren zijn MIB'ers geschoold in dyslexie, dyscalculie, individuele leerlijnen gedragsproblemen en de wijze waarop groepsplannen worden opgesteld. Werkwijzen worden uitgewisseld en afgestemd, om in de structuur meer uniformiteit krijgen (waarbij er ruimte is voor eigen inkleuring op de school). ParnasSys speelt hierin een belangrijke rol. Eén intern begeleider volgt de masteropleiding IB. Alle MIB'ers volgen een training van 4 dagen van Kuijpers & Van Gennip, gericht op de invulling van hun –veranderende- rol als intern begeleider in relatie met de begeleiding van leerkrachten. Op de site van de SKOD is een afgeschermd gedeelte voor MIB'ers. Hierdoor zijn alle informatie, formulieren, jaarroosters e.d. op een centraal punt onder handbereik. Ook de informatie uit netwerkbijeenkomsten is hier digitaal beschikbaar. De orthopedagogen geven een ‘verdiepende’ bijdrage aan de netwerkbijeenkomsten, bijv. op het gebied van ontwikkelingsperspectief, het dyslexieprotocol enz. De orthopedagogen komen 4 keer per jaar voor een preventieve consultatie op de scholen. 4 keer in het jaar is er een afstemmingsoverleg tussen de coördinatoren van de MIB'ers, Kompas en de coördinator van het samenwerkingsverband om inhoud en praktijk op elkaar af te stemmen.
Resultaten m.b.t. professionalisering in de school -
-
Enkele (aspirant)directeuren hebben de schoolleidersopleiding gevolgd of volgen deze. Er wordt een ontwikkeling in gang gezet dat nieuwe directeuren worden gecoacht. Het resultaat is dat directeuren in staat zijn vanuit hun visie op goed onderwijs aansturing te geven aan de kwaliteit van hun school. Alle scholen werken op schoolniveau aan hun ontwikkeling en volgen teamgerichte professionalisering, vastgelegd in het schoolplan. De cursus ‘gedragskenmerken van leerlingen groep 7 en 8’ is in het najaar van 2011 door de orthopedagogen gegeven. De cursus is gevolgd door 24 leerkrachten.
Resultaten m.b.t. professionalisering in bestuurlijke organisatie: -
-
Visie op passend onderwijs: het bestuur van de SKOD heeft haar visie op passend onderwijs vastgelegd. Deze visie is leidend in het gesprek met nieuwe partners in het kader van Passend onderwijs. Daar waar mogelijk wordt scholing en voorlichting gecombineerd. Voorbeelden zijn scholing in Parnassys, Levelwerk en de voorlichting van de inspectie aan MIB'ers. Er zijn afspraken gemaakt over het gebruik van Brin, ParnasSys en de inzet en begeleiding van (meerschools) intern begeleiders.
18
31-12-2011
De studiedag voor directeuren en IB-ers binnen het samenwerkingsverband had als thema ‘Hoe houd je de vinger aan de pols?’. Deze dag was gericht op de mensen, niet op de cijfers. Communicatie was daarbij het sleutelwoord. -
-
Samenwerkingsverbanden 103 en 409 werken nauw samen in één stuurgroep, één zorgteam en één PCL. De samenwerking leidt tot een efficiënte, sterke organisatie met korte lijnen en een heldere aansturing. Uitgangspunt blijft dat de middelen zoveel mogelijk naar het primaire proces moeten gaan. Jaarlijks is een bespreking van het ontwikkelingsplan met de GMR, MIB'ers en directeuren. Actoren worden zo meegenomen in de ontwikkeling. Er is een website ontwikkeld (www.ons-samenwerkingsverband.nl) om op een laagdrempelige manier informatie beschikbaar te stellen aan ouders en leerkrachten.
Alle bovengenoemde ontwikkelingen leiden tot schoolontwikkeling. Dat wil zeggen: goed onderwijs geven vanuit een gezamenlijk gedragen visie. En vervolgens dat de leerkrachten dit onderwijs geven zodat kinderen graag naar school gaan en tot ontwikkeling komen om later zelfstandig een plek in de samenleving te verwerven en de verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven.
3.7 Overblijfregeling in scholen Iedere school blijft de overblijfregeling zelf vormgeven, maar wel met inachtneming van een vastgesteld kader.
Scholing overblijfkrachten Zoals in de Wet Primair Onderwijs (artikel 45, lid 1) staat vermeld, moet met ingang van 1 augustus 2011 ten minste de helft van degenen die met het toezicht op de leerlingen worden belast, een scholing hebben gevolgd op het gebied van overblijven. Daarom hebben wij een gecertificeerde scholing voor overblijfkrachten georganiseerd, welke werd verzorgd door Driestar Educatief, de heer Cor John van Beek. Tijdens deze scholing werden de volgende onderwerpen behandeld: privacy, juridische aspecten, groepsaanpak en communicatie, gedrag en regels, specifieke aanpak onder-/bovenbouw, gedragsproblemen en (spel)activiteiten tijdens het overblijven. Volgend schooljaar wordt geïnventariseerd of deze scholing nogmaals georganiseerd moet worden.
3.8 Voor- en naschoolse opvang Alle scholen in de dorpen en wijken hebben de mogelijkheid om ouders door te verwijzen naar Partou, Allio, De Veldwachter, Catalpa of Het Koekoeksnest. Deze zullen via gastouders of centra voor BSO de opvang verzorgen. De scholen hebben hierbij een ‘makelaarsrol’ en verwijzen de ouders door.
19
31-12-2011
4. Personeel (dit hoofdstuk is tevens het Sociaal Jaarverslag 2011) 4.1
Personeel en formatie
Het personeelsbeleid personeelsbeleidsplan.
op
bovenschools-
en
schoolniveau
is
beschreven
in
het
Integraal
In het meerjaren-formatiebeleidsplan is een mogelijke uitstroom van personeel dat met prepensioen (FPU) kan gaan in beeld gebracht. Bij een gelijkblijvend aantal leerlingen in de komende jaren betekent dit dat vacatures ingevuld moeten worden. In het bestuursformatieplan wordt beschreven welke functies in de scholen opgenomen kunnen worden. 4.1.1
Functiecategorieën
In 2011 kenden we binnen de SKOD de volgende functiecategorieën (zie ook functiebouwwerk): Directie Onderwijsgevend personeel Onderwijsondersteunend personeel Leraar in opleiding 4.1.2
Bovenschools management
Bij de voorzitter CvB berust de dagelijkse leiding van de SKOD. Taken en bevoegdheden tussen de RvT, CvB en de directies van de scholen zijn beschreven in de diverse reglementen van de SKOD. De voorzitter CvB wordt ondersteund door drie stafmedewerkers (beleidszaken, algemene en secretariële ondersteuning en administratieve zaken) en een beleidsadviseur. Op bovenschools niveau zijn ook twee ICT-coördinatoren (Gerard Heynen en Gert Breider –beiden 2 dagen per week-) werkzaam. 4.1.3
Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (Schoolbudget)
Het bestuur ontvangt van het ministerie van OC & W middelen voor personele doeleinden (totaalbedrag ongeveer € 962.217). In beginsel is het budget vrij besteedbaar voor personele doelen. Deze gelden worden grotendeels bovenschools ingezet voor o.a. betaald ouderschapsverlof, kosten bovenschools management, personeelsbeleid, kosten bedrijfsgezondheidszorg, BAPO en het beloningsbeleid. 4.1.4
Integraal personeelsbeleid
Jaarlijks voert de directeur met elk teamlid een functioneringsgesprek. Tevens hebben de directeuren beoordelingsgesprekken gevoerd. In deze gesprekken komen ook aspecten van leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de orde. Met tijdelijk benoemden wordt ook een beoordelingsgesprek gevoerd. De directeur zal eens in de drie jaar een beoordelingsgesprek met alle teamleden hebben (dit kan ook verdeeld worden over de drie jaren). De voorzitter CvB functioneringsgesprek. 4.1.5
voert
met
alle
directeuren
en
bovenschoolse
medewerkers
een
Deskundigheidsbevordering algemeen
Voor de nascholing is door onze scholen gebruik gemaakt van o.a. Cédin / Bureau Meesterschap / Hogeschool Drenthe / Timpaan. Meerdere leerkrachten maken gebruik van de opleiding Master SEN, een aantal hebben deze opleiding inmiddels afgerond.
20
31-12-2011
4.1.6
Deskundigheidsbevordering leidinggevenden
8 Leerkrachten van de stichting nemen deel aan de schoolleidersacademie@Caskonie (een samenwerking tussen M & O Groep, Catent, Mgr. Niënhausstichting en de SKOD). In 2012 zullen zij hun meesterstuk presenteren.
4.2
Instroom
In het verslagjaar 2011 hebben we een leerkracht benoemd voor het nieuwe schooljaar 2011/2012. 4.2.1
Opleidingstrajecten
Onze basisscholen betrekken de Pabostagiaires voornamelijk van CHN / Hogeschool Drenthe / incidenteel via Windesheim, Zwolle (RK). 4.2.2
Werving en selectie leidinggevend personeel
Bij de werving en selectieprocedure van leidinggevenden ervaren we dat het moeilijk is om voldoende kandidaten te vinden voor de functie van directeur. Dit beeld is eveneens een landelijk verschijnsel. Dat vraagt van onze organisatie ook het nemen van die initiatieven, waardoor meer personeelsleden met leidinggevende kwaliteiten worden gestimuleerd om in interne vacatures te kunnen voorzien (zie 4.1.6.). 4.2.3
Werving en selectie onderwijsgevend personeel
Na de teldatum van 1 oktober 2010 bleek sprake van een lichte daling van het leerlingenaantal op stichtingsniveau. Er is op bovenschools niveau eerst onderzocht of er verplichtingen zijn aan personeel en of personeel van de ene school in een vacature op een andere school geplaatst moet worden. Dit is bij in ieder geval 3 scholen voorgekomen. 4.2.4
Werving en selectie onderwijsondersteunend personeel
Er zijn in dit verslagjaar geen vacatures geweest voor onderwijsondersteunend personeel.
4.3
Doorstroom
Onze scholen liggen verdeeld over de dorpen van de gemeente Emmen. Dat maakt het simpel om bijvoorbeeld een doorstroming van de ene school naar de andere te bevorderen. We vinden het als SKOD belangrijk om initiatieven te ontplooien waardoor dit mogelijk is en bevorderd wordt. Naast deze vorm van doorstroming kan die ook vorm krijgen binnen de eigen school (binnen bouwen, taken of functies). 4.3.1
Mobiliteit
Binnen de scholen vinden we het belangrijk dat personeelsleden breed inzetbaar zijn. Dat kan door hen te laten ‘switchen’ van onder- naar bovenbouw en naar een eventuele andere locatie. Ook de toekenning van andere taken of het stimuleren om een andere functie te gaan vervullen hoort hiertoe. In het jaarlijks functioneringsgesprek komen deze zaken ook aan de orde. Op bovenschools niveau inventariseren we jaarlijks welke personeelsleden de behoefte hebben om van functie, school of anderszins (werk buiten het onderwijs) te willen veranderen. In het voorjaar van 2011 hebben alle personeelsleden een formulier ontvangen m.b.t. wensen t.a.v. betrekkingsomvang, mobiliteit en/of deskundigheidsheidsbevordering. In totaal werden 42 formulieren geretourneerd.
21
31-12-2011
4.3.2
Uitbreiding van benoemingsomvang
Diverse personeelsleden hebben dit schooljaar aangegeven meer te willen gaan werken. Helaas is het niet mogelijk gebleken deze verzoeken te honoreren. 4.3.3
Vermindering van benoemingsomvang / BAPO
Een aantal personeelsleden hebben, veelal na afloop van het ouderschapsverlof, vermindering van de betrekkingsomvang gevraagd en gekregen. Naast de mogelijkheid om vrijwillig uren in te leveren is er dit jaar ook weer gebruik gemaakt van de BAPO-regeling. Hierbij krijgt men een aantal vrije uren (maximum aantal) per jaar en levert men 35% betaling in op ieder uur. 4.3.4
Functieboek en functiemix
In 2010 is gestart met het maken van beleid inzake de functiemix. Het functieboek is voor een ieder via het beveiligde gedeelte van de website beschikbaar.
4.4
Uitstroom
Naast instroom en doorstroom hebben we dit verslagjaar ook met uitstroom van personeel te maken gehad. In de meeste gevallen ging het om personeel dat vrijwillig onze stichting heeft verlaten. Bijzondere aandacht willen we hier vragen voor het overlijden van 1 van onze personeelsleden: Mw. Cilia Hidding-Doevelaar, leerkracht van de Brummelbos. 4.4.1
Ontslag van personeel
In dit verslagjaar hebben een aantal personeelsleden onze stichting verlaten. 4 Personeelsleden hebben afscheid genomen in verband met het bereiken van de FPU-leeftijd. 9 Personeelsleden hebben i.v.m. het aanvaarden van werkzaamheden elders onze stichting verlaten. In een enkel geval hebben we gedwongen afscheid van personeelsleden moeten nemen. 4.4.2
Arbeidsongeschiktheid
In de loop van dit verslagjaar zijn we geconfronteerd met een aantal langdurig zieken. Voor deze zieke personeelsleden is in overleg met de bedrijfsarts een ‘plan van aanpak’ opgesteld, dat ertoe moet leiden dat betrokkenen op termijn weer terug kunnen keren in hun functie. In één geval is dit helaas niet gelukt, we hebben gedwongen afscheid moeten nemen van één van onze leerkrachten.
4.5
Verzuimbeleid en overige Arbo-zaken
22
31-12-2011
4.5.1
Kortdurend verzuim
Om het kortdurend verzuim verder terug te dringen wordt door de leidinggevende direct en veelvuldig contact onderhouden met de zieke. Preventie van ziekteverzuim is beschreven in het “arbo & verzuimbeleid” van de SKOD. Deze beleidslijn is inmiddels vastgesteld en voor een ieder in te zien via het beveiligde gedeelte van de website. 4.5.2
Langdurig verzuim
In de meeste gevallen gaat het bij langdurig verzuim om ernstige en zuiver medische klachten. Daar waar het gerelateerd is aan persoonlijke omstandigheden zijn in overleg met de directie en Arbo-arts zodanige voorwaarden gecreëerd waardoor terugkeer in de functie eventueel gerealiseerd kan worden. 4.5.3
Functieongeschiktheidsadvies
Er is in het verslagjaar voor één persoon van de SKOD een FOA aangevraagd (zie 4.4.2). 4.5.4
Verzuim
Fidomé legt vooral de nadruk op verzuimpreventie. Op het moment dat iemand verzuimt wegens arbeidsproblematiek is de werkgever veelal te laat. Het is goed om van deze verzuimpreventie gebruik te maken. De verzuimmanager van ’t Onderwijsbureau Meppel zal directeuren ondersteunen bij alle stappen die genomen moeten worden inzake ziekte en/of verzuim van de medewerker. 4.5.5
Inzet extra middelen Vervangingsfonds
Op een aantal scholen is dit verslagjaar gebruik gemaakt van extra middelen die via het ‘aanvullend pakket’ door het Vervangingsfonds beschikbaar zijn gesteld. De middelen zijn ingezet om organisatorische knelpunten op school en problemen in de onderlinge communicatie aan te pakken. Daarbij is dit verslagjaar gebruik gemaakt van o.a. Cédin, Bureau Meesterschap. 4.5.6
Scholing Bedrijfshulpverleners (BHV)
Om de bedrijfshulpverlening van onze scholen goed te laten verlopen, zijn gedurende het verslagjaar cursussen bedrijfshulpverlening georganiseerd voor personeelsleden die deze taak op schoolniveau uitoefenen: 3 personen hebben in 2011 deelgenomen aan de beginnerscursus BHV-NL 81 personen hebben de herhalingscursus BHV-NL gevolgd in 2011. 4.5.7
Training contactpersonen
Aan iedere school is een contactpersoon verbonden. Bij klachten van personeel en/of ouders verwijst deze naar de juiste instantie of persoon. Dit kan bijvoorbeeld de Klachtencommissie zijn, maar ook de vertrouwenspersoon (externe deskundige). 4.5.8
Gebruiksvergunningen
Iedere school moet over een gebruiksvergunning beschikken. De afdeling materiële zaken van ’t Onderwijsbureau Meppel heeft hierin de eindregie en zorgt voor de afhandeling noodzakelijke aanpassingen. Ook de speeltoestellen op de schoolpleinen worden regelmatig steekproefsgewijs gecontroleerd. 4.5.9
Veiligheidsplan
In het veiligheidsplan staat beschreven op welke wijze en met inzet van welke instrumenten gewerkt wordt aan de veiligheid en het welzijn van de personeelsleden, leerlingen en ouders in de school. Dit document is op schoolniveau verder schoolspecifiek uitgewerkt. Verschillende aspecten als ‘pesten’, ‘regels en afspraken’, ‘medicijngebruik’, ‘ontruimingsplan’, ‘ongevallenregistratie’ en RI & E maken deel uit van dit document.
23
31-12-2011
4.6
Verlof 4.6.1
Betaald ouderschapsverlof
In de verslagperiode hebben een aantal personeelsleden betaald ouderschapsverlof opgenomen. De middelen worden uit het bovenschools budget betaald. 4.6.2
Imperatief verlof
Onder dit verlof worden die omstandigheden verstaan waarbij het bestuur verplicht is betrokkene verlof te verlenen (huwelijk, ernstig zieke familie, overlijden familie, e.d.). Het verlof wordt op schoolniveau toegekend; de directeur richt zijn verlofverzoek tot de voorzitter CvB. Naast imperatief verlof zijn er nog andere vormen van verlof die het bestuur moet/kan toestaan. Een voorbeeld is het volgen van een cursus of studie onder schooltijd. In goed overleg is met de directies op schoolniveau gezocht naar mogelijkheden om de afwezige leraren te vervangen. De beoordelingen voor de verlofaanvragen worden getoetst aan de actuele CAO-PO. 4.6.3
Compensatieverlof
Recht op compensatieverlof ontstaat wanneer er meer dan 930 lesuren gegeven worden (en voor onderwijsondersteunend personeel en directie: wanneer de lesuren bovenbouw de reguliere werktijden zijn). Aan alle personeelsleden is de juiste regeling uitgereikt, conform CAO-PO.
4.7
Personele activiteiten
Namens het bovenschools management wordt in bijzondere, persoonlijke situaties (indien het bovenschools management hiervan op de hoogte wordt gebracht) een felicitatie gestuurd of een andere passende reactie gedaan en is bij afscheidsrecepties van personeelsleden indien mogelijk iemand van het bovenschools management aanwezig om namens het bestuur afscheid te nemen van betrokkene. 4.7.1
Huwelijk / geboorte / overlijden
We hebben gedurende dit verslagjaar regelmatig kaartjes ontvangen met een verheugende mededeling, zoals een geboorte of een huwelijksaankondiging van een personeelslid. Namens het bestuur zijn dan door het bovenschools management de felicitaties overgebracht. Bij een sterfgeval plaatst het bovenschools management eventueel een rouwadvertentie in de plaatselijke media en worden de condoleances overgebracht middels een kaart, bloemen of een eventuele aanwezigheid bij de plechtigheid. 4.7.2
Stichtingsfeest / Personeelsdag / kerstpakketten
In december 2011 is de jaarlijkse kerstattentie weer uitgereikt aan alle personeelsleden. Dit werd bijzonder gewaardeerd. 4.7.3
Nieuwsbulletin SKOD
Vanuit het College van Bestuur is een nieuwsbulletin verstrekt aan alle medewerkers van de stichting. Dit nieuwsbulletin bevat specifieke informatie omtrent de voortgang van de stichting gedurende de interim periode van de voorzitter College van Bestuur. 4.8
Vertrouwenspersoon 4.8.1
Klachtenrecht
Voor het Klachtenrecht zijn wij aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs van de Bond KBO. Onze vertrouwenspersonen zijn mevrouw H. Schleijpen-Caris en de heer L.J.M. Mulder. Jaarlijks ontvangt het bestuur een kort verslag van de vertrouwenspersonen.
24
31-12-2011
4.9
COO7
"Te midden van de moeilijkheid ligt de mogelijkheid" De Wet op de Beroepen in het onderwijs is per 1 augustus 2006 in werking getreden. Een belangrijk onderdeel van deze wet zijn de bekwaamheidseisen oftewel welke competenties heb je als groepsleerkracht nodig? Om onze leerkrachten het antwoord te geven op hun competentievragen heeft de SKOD in 2011 COO7 ingeschakeld die, in samenwerking met een (test- en toetsontwikkeling)psycholoog en een onderwijskundige, een laagdrempelig en positief gericht Competentie Onderwijs Onderwijs heeft ontwikkeld. In dit onderzoek worden niet alleen de 7 Competenties gescoord, maar ook de 53 deelgebieden die voortvloeien uit voornoemde Competenties. Kortom, wat COO7 doet is vanuit een helder en open onderzoek de medewerker inzicht geven in zijn/haar competenties. Een onderzoek dat de kernkwaliteiten in beeld brengt en professioneel gezien voedt en stuurt. Bovendien laat het onderzoek zien waar mogelijkheden en kansen liggen om de medewerker zich als professioneel leerkracht te blijven ontwikkelen. Oftewel: het goede naar voren brengen en ontwikkelpunten benoemen en zien als een kans en ervaren als een persoonlijke en professionele verrijking! Een handwijzer waarmee de medewerker zichzelf in beweging zet en gemotiveerd houdt en daarmee huidige kwaliteiten scherpt en aanscherpt.
25
31-12-2011
5. Huisvesting & materiële zaken 5.1
Dienstverlening door ’t OB
De heer Henk Buursema van ’t Onderwijsbureau Meppel houdt regelmatig besprekingen met de voorzitter van het CvB en/of betreffende directeuren inzake de stand van zaken in en rondom de scholen van de SKOD. Daarnaast onderhoudt hij contacten met de gemeente Emmen en andere externen om de belangen van de SKOD te behartigen.
5.2
Materiële zaken
In dit afgelopen jaar zijn op het gebied van huisvesting een aantal onderwerpen te benoemen: • Afronding EBA maatregelen. • Ontwikkelingen rondom de scholen. • Cluster schilderwerk. • Gebruiksvergunningen. • Inventarisatie en planning toiletrenovaties. 5.2.1
EBA maatregelen
In het kader van de EBA maatregelen (energie en binnenmilieu) zijn er werkzaamheden uitgevoerd bij twee scholen van de SKOD, te weten: R.K.B.S. de Diedeldoorn en R.K.B.S. de Brummelbos. Zo is bij de Diedeldoorn de dakisolatie verbeterd, terwijl bij de Brummelbos naast het verbeteren van de dakisolatie ook dubbele beglazing is aangebracht, deels in combinatie met vervanging kozijnen vanuit het doorgedecentraliseerd onderhoud. De maatregel was bedoeld om het bedrijfsleven een impuls te geven in het kader van de kredietcrisis. 60% van de bekostiging komt van de Rijksoverheid, de rest moet gedragen worden door de school of de gemeente, al naar gelang wie verantwoordelijk is voor het desbetreffende onderhoud. In beide gevallen was dit de gemeente. Met de maatregel kon slechts een beperkt gedeelte van de scholen worden bediend, we hopen dan ook nog eens op een vervolg, zodat ook andere scholen hiervan kunnen meeprofiteren. 5.2.2
Ontwikkelingen rondom de scholen
De SKOD telt 12 scholen, die allen binnen de gemeentegrens van de gemeente Emmen liggen. Een summiere opsomming van de activiteiten en actualiteiten rondom de scholen: • Kristalla, Emmen (Emmerhout) − De besprekingen rondom de MFA zijn weer opgestart en de wethouder heeft een externe projectleider ingehuurd met de opdracht, dat de deuren van de nieuwe MFA in december 2013 geopend moeten worden. Een ambitieus streven, dat wij toejuichen, maar een en ander mag uiteraard evenwichtige planvorming niet in de weg staan. Er wordt intensief vergaderd en er zit toch wel enige vooruitgang in, dus zijn we positief gestemd over de kansen. − De school is inmiddels samengevoegd en gehuisvest in de voormalige Mgr. Bekkersschool. Hiertoe zijn beide gebouwen gescand om te zien, welke gebouw het meest geschikt was voordat de nieuwe MFA zijn deuren opent. Naast de gebouwen zijn ook zo veel mogelijk andere voor- en nadelen in kaart gebracht om te komen tot een evenwichtige keuze. Uiteindelijk bleek de locatie aan de Laan van het Kinholt de meest geschikte. Het gebouw heeft voor de resterende periode nog een upgrading gehad en het verpauperde noodlokaal is verwijderd. •
R.K.B.S. de Banier, Zwartemeer − De tijdelijke huisvesting is geplaatst en in gebruik genomen. − De nieuwbouw is aanbesteed en aanvankelijk zat de bouwsom boven het door de gemeente beschikbaar gestelde budget. Een bezuinigingsronde met de aannemer en een deel aanvullend budget van de gemeente hebben ervoor gezorgd, dat de opdracht verleend kon worden. De aannemer is inmiddels begonnen. We hopen ergens in de tweede helft van 2012 het nieuwe schoolgebouw in gebruik te kunnen nemen.
26
31-12-2011
•
R.K.B.S. de Brummelbos, Erica − EBA maatregelen zijn uitgevoerd.
•
St. Theresia, Barger-Compascuum − Op basis van het aantal leerlingen was een uitbreiding aangevraagd, hetgeen toegekend is als bekostiging voor tijdelijke huisvesting. In overleg met de gemeente is gekozen om deze gelden te gebruiken voor permanente uitbreiding. Er is een plan gemaakt om de bestaande directiekamer en IB/RT-ruimte naar buiten toe te verplaatsen, waardoor het lesplein wordt vergroot en de verkeersbewegingen alhier worden beperkt. We hopen deze werkzaamheden binnenkort aan te besteden.
•
R.K.B.S. de Diedeldoorn, Emmen (Rietlanden) − EBA maatregelen uitgevoerd in combinatie met de verbouw / uitbreiding. − De uitbreiding is gerealiseerd, waarbij twee lokalen zijn toegevoegd, waarvoor de personeelsruimte naar buiten toe is verplaatst. Rondom het centrale gedeelte van de school (speellokaal, magazijn, toiletten, IB-ruimte e.d. is nu een doorgaande gang met lokalen rondom. Beide nieuwe lokalen kunnen middels een panelenwand aan elkaar gekoppeld worden. Het geheel geeft een compleet en afgewerkt totaalbeeld. Dit samen met de rondgaande gang, was voor de school reden om een steen in de gevel te laten opnemen met de tekst: “De cirkel is rond”. − Na de uitbreiding konden ook de laatste noodlokalen worden verwijderd, is het plein opnieuw aangelegd en is er rondom de school een hekwerk geplaatst. − Als laatste is er nog overleg met de gemeente gevoerd over het aanpassen van bosschages, zodat met name onderbouw kinderen vroegtijdig zichtbaar worden, voordat zij het fietspad op gaan. Dit zal in het voorjaar van 2012 opgepakt worden.
•
Kardinaal Alfrinkschool, Emmen (Bargeres) − Op basis van het aantal leerlingen was een uitbreiding aangevraagd, hetgeen is toegekend. In overleg met de school is gekeken, hoe we deze gelden op een juiste wiijze kunnen besteden. Hierbij is ook gekeken naar een van de knelpunten rondom de school, namelijk de verkeersproblematiek bij het ingaan en uitgaan van de school. − In overleg met een architect is een plan ontwikkeld, waarbij aan de achterzijde van de school een entree wordt gecreëerd, zodat de verkeersdruk aan de voorzijde van het gebouw zal afnemen. Hiervoor wordt één lokaal opgeofferd, maar zullen er twee nieuwe worden bijgebouwd. Voor het plan is bouwvergunning aangevraagd bij de gemeente, waarna het zal worden aanbesteed.
•
St. Gerardusschool, Emmen (Barger-Oosterveld) − Geen bijzonderheden.
•
St.Fransschool, Emmen (Emmermeer) − Het binnenschilderwerk is uitgevoerd. − Er zijn nog wat rioleringsproblemen, waar aan wordt gewerkt. − Verder is er een aanpassing gedaan aan de fietsenstalling.
•
SBO Toermalijn, Emmen − De gymzaal, de douches en de kleedruimten hebben een opknapbeurt gehad, waardoor je nu weer kunt laten zien waar de kinderen sporten, douchen en verkleden. − Als provinciaal monument zit de school vast aan zijn huidige indeling. Dit was reden om een aanvraag voor vervangende nieuwbouw in te dienen. Deze is voorlopig afgewezen om budgettaire redenen, maar we zijn wel in gesprek met de gemeente om dit wel op enig moment op het programma te krijgen.
•
R.K.B.S. de Hoeksteen, Emmer-Compascuum − Er zijn noodlokalen geplaatst, waardoor er binnen in de school ruimte ontstond tot herinrichting. − In één lokaal is een personeelsruimte, een keuken en een IB/RT-ruimte gecreëerd. De centrale hal is vergroot als lesplein en de directiekamer is vergroot. Door het vergroten van het centrale lesplein heeft de school een meer open karakter gekregen en vormt de onderbouw nu ook fysiek één geheel met de rest van het gebouw. − Onze hoop blijft gevestigd op de realisatie van een Brede School in EmmerCompascuum, maar als een beslissing daarover uitblijft, zullen wij ook hier aansturen op vervangende nieuwbouw.
27
31-12-2011
•
Pastoor Middelkoopschool, Klazienaveen − Er lopen contacten om hier een kinderdagverblijf annex BSO op te starten. Hiervoor zijn plannen ontwikkeld, die nu op hun financiële haalbaarheid worden getoetst.
•
St. Henricusschool, Klazienaveen − De toiletvloeren, die veel stankoverlast veroorzaakten, zijn gecoat.
5.2.3
Clusterschilderwerk
Het schilderwerk is in clusters aanbesteed en in 2011 grotendeels uitgevoerd, de rest zal in 2012 worden gedaan. 5.2.4
Gebruiksvergunningen
Op dit moment wordt er hard aan gewerkt om de gebruiksvergunningen weer up to date te krijgen. Hier wordt al langere tijd aan gewerkt, alleen is het vervelend, dat er nogal wat wisselingen zitten in het ambtelijk apparaat, waardoor afspraken, in het verleden gemaakt, hun kracht soms verliezen. Wij hopen een en ander in het voorjaar van 2012 desondanks afgerond te hebben. 5.2.5
Toiletrenovaties
In overleg met het CvB van de stichting wordt een inventarisatie gemaakt van de toiletten en de behoefte aan renovaties. De kosten zullen worden geraamd, waarna ze in een tijdspad zullen worden gezet. Henk Buursema - Adviseur Onderwijshuisvesting Afdeling materiële zaken - ‘t Onderwijsbureau Meppel
28
31-12-2011
6. Kwaliteitszorg 6.1 Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs
Om de kwaliteitszorg goed vorm te kunnen geven wordt met ingang van het jaar 2011 gebruik gemaakt van Scholen met Succes. Van scholen wordt steeds meer verwacht dat ze hun resultaten in beeld hebben en verantwoording af kunnen leggen tegenover de onderwijsinspectie, het schoolbestuur, klanten (ouders) en partners. Ook daarom is het belangrijk om te laten zien welke doelen de school nastreeft, wat wordt gedaan om de doelen te realiseren en hoe succesvol de school daarin is. Een kwaliteitssysteem is daarbij van groot belang. Het biedt scholen de mogelijkheid om periodiek het onderwijs onder de loep te nemen en gestructureerd aan organisatieontwikkeling te werken. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat een kwaliteitssysteem een belangrijk middel is om een sterke school te worden. Sterke scholen hebben een betere kwaliteitszorg, evalueren systematischer de opbrengsten en investeren in het borgen van kwaliteit. Scholen met Succes is een onderzoeks- en communicatiebureau, speciaal gericht op het onderwijs. De basis van het bedrijf zijn de Tevredenheidspeilingen. Met deze peilingen kunnen wij op efficiënte wijze de kwaliteitsbeleving van ouders, leerlingen en personeel meten. De peilingen bieden directe input voor organisatie- en marktontwikkeling. De Tevredenheidspeilingen worden afgenomen met standaard vragenlijsten. Bij het samenstellen van die vragenlijsten is rekening gehouden met de interpretatie en toepasbaarheid in de gangbare kwaliteitssystemen voor het onderwijs.
6.2 Inspectiebezoek In het kader van de kwaliteitszorg verricht de Inspectie van het Onderwijs jaarlijks onderzoek en/of periodiek kwaliteitsonderzoek (zie hoofdstuk 3.1. van dit bestuursverslag).
6.3 Schoolplan, jaarplan en jaarverslag Iedere school van de SKOD werkt jaarlijks een schoolplan uit. De jaarlijks te bereiken resultaten worden in het jaarplan beschreven en de evaluatie in het jaarverslag.
6.4 Zelfevaluatie De voorzitter CvB heeft in het verslagjaar alle scholen van de SKOD 2x bezocht. Een verslag van dit bezoek is aan de directeuren toegestuurd.
29
31-12-2011
7. ICT
7.1.
Bovenschoolse inzet ICT-er
In dit verslagjaar zijn op bovenschools niveau twee medewerkers met ICT-taken werkzaam geweest, ten dienste van de scholen. De werkzaamheden hebben betrekking op: ondersteuning bij scholen met ICT- en/of websiteproblemen, contacten met Heutink en Compromise. Daarnaast zijn er de werkzaamheden die voortvloeien uit de bijeenkomsten van de ICT-commissie, o.a. het ICTscholingsplan. De ICT-commissie bestaat uit twee medewerkers die 2 dagen per week met ICT-taken werkzaam zijn geweest, ten dienste van de scholen (2x wtf. 0,46 – totaal 0,92 wtf.).
7.2
Websites
In het verslagjaar is de website van de SKOD 8.337 maal bezocht (unieke bezoekers), met een gemiddelde van 39,77 bezoeken per dag. Op de website staan verschillende beleidsdocumenten die te downloaden zijn. Ook verslagen, statuten, reglementen en personeelsgerichte zaken zijn via de beveiligde omgeving van de website toegankelijk. De opzet van de website van de SKOD is ook beschikbaar voor de scholen van de SKOD. Alle scholen hebben inmiddels hiervoor gekozen en zijn omgebouwd en opgeleverd.
7.3
ICT-beleidsplannen
Op basis van het Meerjarenbeleidsplan ICT worden op bovenschools niveau zaken bekostigd als: contracten met Compromise en Heutink. Aan de scholen worden middelen toegekend voor vervanging van hardware en software, aanschaf van ICT-zaken en onderhoud. In de begroting voor 2010 is ruimte opgenomen om alle klassen te voorzien van digitale schoolborden. Dit is in de jaren 2010 & 2011 geheel gerealiseerd. Het zorgeloos functioneren van het netwerk en in het bijzonder de gebruiksvriendelijkheid van de werkplekken op de scholen is het uitgangspunt geweest bij de investeringen in ICT. Uitdagingen zullen er altijd zijn als het gaat om IT, het gaat echter om de adequate afhandeling van deze uitdagingen zodat het verwachtingspatroon van de eindgebruiker (de leerkracht en het kind) positief blijft. Op basis van deze uitgangspunten zijn voornamelijk de helpdesk van Heutink (deKlas.nu) en de externe specialisten (Compromise) voor het onderhoud en beheer van belang. Kinderen hebben digitale vaardigheden nodig om te kunnen functioneren in een maatschappij waarin de digitale communicatie en werkomgeving een cruciale plaats zal innemen. Het werken op onze basisscholen dient derhalve toekomstgericht digitaal ingericht te zijn. Ook uit collegiale c.q. concurrerende motieven moeten wij als SKOD onze scholen zo optimaal mogelijk inrichten met computers, digitale schoolborden etc. om de ouders van nu die niet bij voorbaat op basis van identiteit kiezen voor een basisschool een hedendaags onderwijsaanbod te kunnen bieden.
30
31-12-2011
8. Financiële zaken
8.1
Begroting 2012
De scholen hebben hun afzonderlijke schoolbegroting voor het kalenderjaar 2012 in 2011 opgesteld, waarna deze is voorgelegd aan de MR (advies). Bij de begroting van de scholen is uitgegaan van de T-systematiek. Dit houdt in dat bij de verdeling van de budgetten is uitgegaan van het aantal leerlingen in het betreffende schooljaar. Het ministerie vergoedt op basis van het aantal leerlingen op T-1.
8.2
Algemene Ontwikkeling
Teldatum
Aantal leerlingen
Perc. onderbouw
Personele Bekostiging
01-10-2005
2369
48,7%
Schooljaar 2006-2007
01-10-2006
2368
50,2%
Schooljaar 2007-2008
01-10-2007
2356
45,5%
Schooljaar 2008-2009
01-10-2008
2281
47,6%
Schooljaar 2009-2010
01-10-2009
2245
43,1%
Schooljaar 2010-2011
01-10-2010
2246
42,4%
Schooljaar 2011-2012
01-10-2011
2164
42,1%
Schooljaar 2012-2013
Prognose 01-10-2012
2139
42,8%
Schooljaar 2013-2014
Prognose 01-10-2013
2052
43,4%
Schooljaar 2014-2015
Prognose 01-10-2014
2001
42,2%
Schooljaar 2015-2016
Prognose 01-10-2015
1946
43%
Schooljaar 2016-2017
De personele bekostiging vanuit het ministerie is gebaseerd op de teldatum per 1 oktober en geldt voor het daarop volgende schooljaar. Verder geldt dat vergoeding voor de leerlingen in de onderbouw hoger ligt dan die voor de leerlingen in de bovenbouw. Wat betreft de personele inzet heeft de stichting met ingang van kalenderjaar 2009 er voor gekozen om de zogenaamde T systematiek te hanteren. Dit houdt in dat de personele inzet wordt gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het betreffende schooljaar. Deze systematiek wijkt af van de bekostiging van het ministerie, welke gebaseerd is op de T-1 systematiek. Hierbij wordt de personele bekostiging (van het ministerie) gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar.
31
31-12-2011
Er is binnen de stichting gekozen voor de T systematiek om de inzet van personeel te baseren op basis van het aantal leerlingen, dat daadwerkelijk in het betreffende kalenderjaar op school aanwezig is. Dit om de kwaliteit van het onderwijs op peil te kunnen houden. Uit de gegevens van het aantal leerlingen blijkt dat er sprake is van een daling van het totaal aantal leerlingen voor de komende jaren. Vanaf 01-10-2007 is er sprake van een grote daling.
8.3
Vermogenspositie
2007
2008
2009
2010
2011
Liquiditeit
3,54
2,27
1,68
2,07
2,08
Solvabiliteit
64,9%
58,6%
62,7%
65,9%
69,3%
Kapitalisatiefactor
41,3%
36,7%
39,1%
40,2%
Kapitalisatiefactor exclusief privaat
30,3%
25,9%
28,3%
29,3%
De kengetallen die iets zeggen over de financiële positie van de Stichting zijn: liquiditeit, solvabiliteit en weerstandsvermogen. Een nieuw kengetal dat gebruikt zal worden is de kapitalisatiefactor. De liquiditeit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is om op tijd haar schulden te kunnen betalen en de solvabiliteit geeft aan dat in hoeverre de stichting in staat is om in geval van liquidatie aan haar verplichtingen kan voldoen. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen het geïnvesteerde vermogen ten opzichte van de totale baten. Dit kengetal signaleert of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Hierbij wordt een bovengrens gehanteerd van 35% voor grote instellingen en 60% voor kleine instellingen. De SKOD valt onder de grote instellingen. Ten aanzien van de beoordeling van de financiële positie van de stichting is het volgende van belang: De onderneming is liquide bij een ratio van 1 of meer en de onderneming is solvabel wanneer het percentage hoger dan of gelijk is aan 25%. Verder heeft de stichting heeft in haar financieel beleidsplan het weerstandvermogen vastgesteld op minimaal 10% en maximaal 15%. De kengetallen worden enerzijds beïnvloed door het exploitatieresultaat en anderzijds door de gerealiseerde investeringen. De stichting heeft tot kalenderjaar 2009 een negatief resultaat behaald en is nadien in geslaagd om een positief resultaat te behalen. In 2011 is het resultaat ongeveer € 257.432 positief. Mede door dit resultaat is de financiële positie van de stichting ten opzichte van 2010 verder verbeterd.
Samenvatting vermogenspositie Zoals eerder is aangegeven is het resultaat over kalenderjaar 2011, net zo als in 2009, positief. Hierbij is rekening gehouden met de personeelsvoorziening Jubilea. Aangezien het kalenderjaar met een positief resultaat van € 257.432 is afgesloten, is de financiële positie van de stichting wederom verbeterd. Wel blijft het van belang, dat het beleid de komende jaren gericht is op het realiseren van een positief resultaat, waardoor toekomstige tegenvallers opgevangen kunnen worden. Dit mede in verband met de terugloop van het aantal leerlingen de komende jaren. De opbouw van het rapport betreffende de jaarrekening van de SKOD spreekt voor zich: het omvat onder andere de balans per 31 december 2011, de exploitatierekening 2011 en het kasstroomoverzicht van 2011.
32
31-12-2011
8.4
Totaaloverzicht baten en lasten en exploitatieresultaat
Eind mei 2011 is het Financieel jaarverslag 2010, voorzien van de accountantsverklaring, ingeleverd bij het ministerie van OCW. De managementletter 2010 met aanbevelingen en opmerkingen is op het bestuurskantoor van de accountant ontvangen. De opmerkingen zullen worden meegenomen bij het opstellen van de jaarrekening 2011.
8.5
Analyse exploitatierekening 2011 Begroting 2011
Realisatie 2011
Realisatie 2010
3. Baten 3.1 Rijksbijdrage OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten Totaal 3. Baten
€ 10.833.451
€ 11.222.339
€ 11.077.292
€ 38.791
€ 126.707
€ 65.590
€ 447.590
€ 633.020
€ 756.757
€ 11.319.832
€ 11.982.066
€ 11.899.639
€ 9.539.066
€ 9.606.902
€ 9.553.900
4.2 Afschrijvingslasten
€ 424.450
€ 386.365
€ 370.766
4.3 Huisvestingslasten
€ 571.706
€ 543.660
€ 581.044
4.4 Overige lasten
€ 939.342
€ 1.192.490
€ 1.019.239
Totaal 4. Lasten
€ 11.474.564
€ 11.729.417
€ 11.524.950
€ 7.500
€ 4.784
€ 4.056
€ 7.500
€ 4.784
€ 4.056
€ -147.231
€ 257.433
€ 378.745
4. Lasten 4.1 Personele lasten
5. Financiële baten en lasten 5.0 Financiële baten en lasten Totaal 5. Financiële baten en lasten Resultaat
Het exploitatieresultaat bedraagt € 257.433 positief en dit is beter dan was begroot. Dat het resultaat beter is dan begroot, wordt o.a. veroorzaakt door de hogere realisatie van de rugzakgelden, de realisatie van de niet begrote groeitelling, de normaanpassingen van het ministerie en de hogere realisatie van de lerarenbeurs (IBG en ministerie). Verder is de leerlingenadministratie van RKBS de Banier gecorrigeerd, wat een fors positief effect heeft gehad op de Impulsvergoeding 2011-2012. Daarnaast vallen de afschrijvingslasten per saldo lager uit en is in 2011 een restitutie verstrekt door het Onderwijsbureau over 2010.
33
31-12-2011
8.6
Baten
De baten zijn ten opzichte van de begroting zijn deze ongeveer 5,9% 5, % hoger uitgevallen en ongeveer 0,7% hoger dan de realisatie van kalenderjaar 2010.
Verdeling Baten 1% 5% V&W 3. Baten 3.1 Rijksbijdrage OCW V&W 3. Baten 3.2 Overige overheidsbijdragen
94%
V&W 3. Baten 3.5 Overige baten
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de stichting in belangrijke mate afhankelijk is van de overheid (ministerie en gemeente), te weten 95% en in mindere mate van de andere inkomsten. Bij inkomsten van het OCW (94%) speelt het aantal leerlingen een belangrijke belangr rol. De hogere realisatie ten opzichte van de begroting wordt vooral veroorzaakt door de hogere vergoeding voor rugzakleerlingen, de gerealiseerde groeitelling, een hogere realisatie van de impulsgelden, lerarenbeurs, hogere vergoeding van het Samenwerkingsverband. Samenw Andere oorzaken die hier genoemd kunnen worden zijn de normaanpassingen van het ministerie, de bestemmingsbox taal en rekenen, rekenen, subsidie Taal en Rekenen van de Provincie en een teruggave van te veel betaalde loonheffing.
8.7.
Lasten
De realisatie ealisatie van de totale lasten is ongeveer 2,2% hoger dan de begroting 2011 en is ongeveer 1,8% hoger dan in het kalenderjaar 2010. Door de afhankelijkheid van het aantal leerlingen, gelet op de opbrengsten, en doordat de kosten op korte termijn voor een groot deel niet zijn te beïnvloeden, is het belangrijk de ontwikkeling van het aantal leerlingen te volgen, zodat tijdig de noodzakelijke maatregelen genomen kunnen worden. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt bestaan de kosten in belangrijke mate uit personele per lasten, te weten ongeveer 82%. Andere belangrijke kosten zijn de Huisvestinglasten met een aandeel van 5% en de overige lasten met een aandeel van 10%.
Verdeling Lasten 3%
5%
10% V&W 4. Lasten 4.1 Personele lasten 82%
V&W 4. Lasten 4.2 Afschrijvingslasten V&W 4. Lasten 4.3 Huisvestingslasten
34
31-12-2011
De personele lasten over 2011 zijn ongeveer 0,7% hoger dan was begroot en ongeveer 0,6% hoger dan kalenderjaar 2011. Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door de hogere kosten van inhuur en de hogere kosten van scholing en opleiding. De hogere kosten van inhuur hebben te maken met detacheringskosten, welke niet waren begroot. Daarnaast is er ook sprake van inhuur van MF-uitzendburo en zijn de kosten van inhuur vanuit Buurtsupport ook hoger dan begroot. De hogere kosten van scholing worden hebben te maken met de niet begrote kosten van bijeenkomsten/conferenties. Het verschil met de realisatie van kalenderjaar 2010 wordt vooral veroorzaakt door de hogere kosten van scholing. De salariskosten, rekening houdend met de uitkeringen, zijn ten opzichte van kaderjaar 2010 nagenoeg gelijk aan elkaar. Dit ondanks de lagere inzet van personeel. In 2010 werd ongeveer 157,16 fte ingezet en in 2011 ongeveer 151,46 fte. Daarentegen is de gemiddelde personeelslast ten opzichte van kalenderjaar 2010 ongeveer 3,07% gestegen. Deze stijging heeft te maken met de stijging van brutoloonlast als gevolg van de jaarlijkse periodieken volgens de CAO en de personele mutaties (waaronder de functiemix). Daarnaast is er ook sprake van een stijging van de werkgeverslasten. Deze laatste hebben o.a. betrekking op de aanpassingen in de premies en franchise van het ABP, de WGArekenpremie, Zorgverzekeringswet, premiedagloon en premie WAO. Vanaf 2009 is een voorziening opgenomen voor de kosten van jubilea van het personeel in geval van 25 jarig of 40 jarig dienstverband binnen het onderwijs. De voorziening wordt opgebouwd voor het personeel dat langer dan 10 jaar in dienst is. Daarnaast wordt rekening gehouden met een blijfkans van het personeel van ongeveer 70%. De mutatie in 2011 bedraagt € 3.233. De afschrijvingskosten zijn conform de verwachting ten opzichte van 2010 toegenomen, maar zijn lager uitgevallen dan was begroot. De gerealiseerde afschrijvingskosten zijn ongeveer 9% lager dan was begroot en ongeveer 4,2% hoger dan kalenderjaar 2010. Het verschil met de begroting wordt veroorzaakt doordat in 2011 minder is geïnvesteerd dan was gepland, te weten ongeveer € 73.129. Vooral in ICT is minder geïnvesteerd en omdat deze afschrijvingstermijnen korter zijn dan de overige afschrijvingstermijnen heeft dit een positief effect gehad op de exploitatie.
Verdeling Afschrijvingslasten 5% V&W 4. Lasten 4.2 Afschrijvingslasten 4.2.2.1 Gebouwen
16%
V&W 4. Lasten 4.2 Afschrijvingslasten 4.2.2.2 Inventaris en apparatuur 79%
V&W 4. Lasten 4.2 Afschrijvingslasten 4.2.2.4 Leermiddelen
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt hebben de afschrijvingskosten vooral betrekking op kosten van inventaris en apparatuur. Deze hebben voornamelijk betrekking op de afschrijvingskosten voor ICT. Net zo als in 2010 is ook in 2011 geïnvesteerd in ICT.
35
31-12-2011
De investeringen in ICT hebben te maken met het ingezette ICT beleid. Hierbij is het beleid van de stichting gericht op de school van de toekomst met als uitgangspunt dat ICT een hulpmiddel is om de onderwijskwaliteit te verhogen. Deze ontwikkeling is ook zichtbaar bij andere scholen in het Primair Onderwijs. Vanaf 2010 is besloten om de investeringen ICT op bovenschools niveau te regelen met het doel om de ICT-middelen effectief binnen de organisatie in te kunnen zetten, aangezien de onderlinge verschillen tussen de scholen op gebied van ICT te groot waren. De verwachting is dat afschrijvingskosten de komende jaren geleidelijk verder zullen stijgen en dit effect wordt deels veroorzaakt door de verandering van de systematiek in 2006, waarbij tot dan een voorziening werd getroffen en sindsdien moet worden afgeschreven op de investeringen. De huisvestingskosten zijn ten opzichte van het kalenderjaar 2010 ongeveer 6,4% lager en zijn ongeveer 4,9% lager dan de begroting 2011.
Verdeling Huisvestingslasten 2%
0%
0%
0%
3% V&W 4. Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 26%
29%
V&W 4. Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud V&W 4. Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.4 Water en energie
40%
V&W 4. Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.5 Schoonmaakkosten
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, bestaan de huisvestingslasten voornamelijk schoonmaakkosten (29%); uit energiekosten (40%) en uit onderhoudskosten (26%).
uit
Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten van huur. Deze zijn nl. lager doordat de huurkosten van de noodlokalen niet via de exploitatie maar via de balans lopen. Hierdoor zijn zowel de kosten als de opbrengsten lager dan begroot. Indien hier geen rekening mee wordt gehouden, zijn de huisvestingslasten nagenoeg gelijk aan de begroting. Opvallende kosten zijn de schoonmaakkosten. Deze kosten zijn namelijk hoger dan begroot en worden, naast de prijsstijgingen, veroorzaakt door de kosten van het in de was zetten van de vloeren en het wassen van de ramen. Deze hogere kosten worden volledig gecompenseerd door de lagere kosten van energie, beveiliging en heffingen. Het verschil met kalenderjaar 2010 wordt veroorzaakt door de lagere kosten van huur, water en energie en tuinonderhoud. Deze lagere kosten compenseren de hogere kosten van Onderhoud. Deze laatste zijn hoger dan kalenderjaar 2010 aangezien de dotatie is verhoogd in verband met de planning van het onderhoud op lange termijn. De overige lasten hebben betrekking op de kosten van administratie en beheer; de kosten van inventaris en apparatuur; leermiddelen en de overige kosten.
36
31-12-2011
Verdeling Overige Lasten V&W 4. Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheer 27%
V&W 4. Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.2.1 Inventaris en apparatuur 53%
19%
1%
V&W 4. Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.2.2 Leermiddelen V&W 4. Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.4 Overige
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de overige lasten voornamelijk bestaan uit de kosten van administratie en beheer (53%); uit de kosten van leermiddelen (19%) en uit overige kosten (27%). Per saldo zijn de overige lasten ongeveer 26,9% hoger dan de begroting en ongeveer 17% hoger dan de realisatie van 2010. Dat de overige lasten hoger zijn dan was begroot, wordt vooral veroorzaakt door de kosten van administratie en beheer en de overige lasten overige lasten. De hogere kosten van administratie en beheer hebben te maken met de advieskosten, licentiekosten en de juridische kosten. De juridische- en advieskosten hebben o.a. te maken met de advieskosten organisatietrajecten, inkoopadvisering en kosten in verband met de problematiek van de bovenschoolsmanager. Een deel van deze kosten waren niet begroot en zijn daarnaast ook hoger uitgevallen. De licentiekosten zijn hoger uitgevallen doordat in de begroting rekening is gehouden met een bedrag per leerling, welke te laag is vastgesteld. In verband met de toename van ICT in het primair onderwijs, zullen deze kosten de komende jaren nog wel verder stijgen. Dat de overige lasten hoger zijn uitgevallen door vooral de kosten van het samenwerkingsverband en de abonnementen. Andere posten dien genoemd kunnen worden zijn de kosten van activiteiten, huishoudelijke uitgaven, representatiekosten en diverse lasten. Dat de kosten van abonnementen hoger zijn, wordt o.a. veroorzaakt doordat onvoldoende opzeggingen zijn gerealiseerd. De kosten van het SWV waren ten onrechte niet begroot.
37
31-12-2011
8.8
Treasury statuut
In dit statuut wordt beschreven welke treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn binnen het bestuur. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financiering- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Het treasurybeleid van het bestuur is primair gericht op het beheren van de financiële risico’s en secundair op het reduceren van financieringskosten. De primaire doelstelling van het bestuur is vastgelegd in de statuten. Als gevolg hiervan is het financieren en beleggen ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelstellingen en voorwaarden gesplitst: Liquiditeit op korte en lange termijn Lage financieringskosten Liquideerbare en risicomijdende beleggingen Kosteneffectief betalingsverkeer Inzet rente-instrumenten Het gemiddeld gerealiseerd rendement bedraagt 0,32 % in 2011.
8.9
Contracten en subsidies
Met Rietplas Consultancy zijn afspraken gemaakt betreffende de voorgestelde besparingen op commercieel inkoopgebied. In het afgelopen schooljaar zijn vanuit het bovenschools- en schoolniveau verschillende subsidies aangevraagd en grotendeels toegekend. Het betrof subsidies voor begeleiding van startende directeuren, projecten voor cultuureducatie, gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, voorkoming uitval personeel en brede schoolvorming.
38
31-12-2011
9. Vooruitblik Begroting 2012 3. Baten 3.1 Rijksbijdrage OCW
€ 10.959.436
3.2 Overige overheidsbijdragen
€ 103.500
3.5 Overige baten
€ 345.461
Totaal 3. Baten
€ 11.408.397
4. Lasten 4.1 Personele lasten
€ 9.379.860
4.2 Afschrijvingslasten
€ 401.907
4.3 Huisvestingslasten
€ 579.741
4.4 Overige lasten
€ 1.013.021
Totaal 4. Lasten
€ 11.374.528
Resultaat
€ 33.869
39
31-12-2011
Lijst met afkortingen
ARBO AVS BHV BSO CAO PO Cfi CvB FPU GMR ICT JO KBO MR OCNV OB PKO POP RI&E ROC RvT SBO SWV TSO WMS WSNS
Arbeidsomstandigheden Algemene vereniging van schoolleiders in het primair onderwijs Bedrijfshulpverlening Buitenschoolse Opvang Collectieve arbeidsovereenkomst primair onderwijs Centraal financiële instelling College van Bestuur Flexibele pensionering en uittreding Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Informatie en communicatie technologie Jaarlijks onderzoek (Bond) Katholiek basisonderwijs (wordt VKO) Medezeggenschapsraad Onderwijsbond CNV ’t Onderwijsbureau Meppel Periodiek kwaliteitsonderzoek Persoonlijk ontwikkelingsplan Risico inventarisatie en evaluatie Regionale opleidingscentra Raad van Toezicht Speciale school voor basisonderwijs Samenwerkingsverband Tussenschoolse Opvang Wet medezeggenschap op scholen Weer Samen Naar School
40
31-12-2011
Samenstelling bestuur: Raad van Toezicht: Mw. M.G. Sterkenburgh, voorzitter Dhr. W.H. Bussink, lid Dhr. G.H. Fuhler, lid Dhr. W.J. Renkema, lid De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een vergoeding op basis van de maximaal toegestane vrijwilligersvrijwilligers vergoeding voor 2011. Wat betreft de Wet Openbaarmaking uit Publiekee middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) kan gemeld worden dat de SKOD geen personeel in loondienst heeft dat bezoldigd wordt boven het gemiddeld belastbaar loon van ministers.
Organogram SKOD:
Colofon Dit jaarverslag is een uitgave van: Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe Waanderweg 64j 7812 HZ Emmen Postbus 2279 7801 CG Emmen Tel: 0591 667 010 E-mail:
[email protected] Website: www.skod.nl KvK nummer: 4102070 01 Brinnummer: 40999
Adresgegevens scholen per 1 januari 2011: SBaO Toermalijn Sparrenlaan 4-5 / Postbus 62 7800 AB Emmen
- brinnr. 01BO
St. Gerardusschool Splitting 145 7826 CT Emmen
- brinnr. 03RY
St. Fransschool H. Tiesingstraat 2 7815 JJ Emmen
- brinnr. 04SK
R.K. basisschool De Banier De Blokken 16 7894 CL Zwartemeer
- brinnr. 06QH
St. Theresiaschool Postweg 131 7884 PJ Barger-Compascuum
- brinnr. 06SI
R.K. basisschool De Hoeksteen Hoofdkanaal o.z. 86 7881 CN Emmer-Compascuum
- brinnr. 06YD
R.K. basisschool De Brummelbos Omhaal 33 7887 CD Erica
- brinnr. 08VC
Kardinaal Alfrinkschool Geuzingerbrink 74 7812 NX Emmen
- brinnr. 09OB
St. Henricusschool Jhr. De Jongestraat 26 7891 KN Klazienaveen
- brinnr. 10YR
Kristalla Laan v/h Kinholt 576 7823 HP Emmen
- brinnr. 11CB
Pastoor Middelkoopschool Meridiaan 154 / Postbus 51 7890 AB Klazienaveen
- brinnr. 11MD
R.K. basisschool De Diedeldoorn Boskraai 76 7827 JV Emmen
- brinnr. 21PU
41