Sterke Stad, Sterke Wijken Verkiezingsprogramma CDA Leiden 2014-‐2018
2
Sterke Stad door… 1. Ondernemerschap & Economie 2. Kennis & Onderwijs 3. Aantrekkelijke en levendige binnenstad 4. Betere Bereikbaarheid 5. Betrokken bestuur en solide financiën
3 6 10 13 16
20 25 29 31 37
39
Inleiding Sterke Stad, Sterke Wijken
Sterke Wijken door… 6. Goede voorzieningen voor jong en oud 7. Sociale Samenhang 8. Ruimte om te wonen 9. Leiden schoon, heel en veilig 10.Een groen Leiden Lijstrekker Jan Jaap de Haan lanceert 7 principes voor Leiden
1
Leiden: Sterke Stad, Sterke Wijken
Leiden: Sterke stad …. De kracht van Leiden ligt in onze mooie oude binnenstad met alle monumenten, musea en theaters die we hebben. De restaurants, de kroegen en de winkels. Alles mooi compact bij elkaar rondom de Burcht, de Pieterskerk en de Hooglandse kerk. De kracht van Leiden ligt in de universiteit die we hebben, de hogeschool, de ROC’s en alle andere onderwijsinstellingen. Ze bieden de kennis aan grote ondernemers, zoals in het Bio Science Park, en aan kleine ondernemers om nieuwe producten te ontwikkelen. Ze bieden onderwijs aan onze Leidse jongeren en aan jongeren van buiten onze stad. Goed onderwijs is essentieel voor hun vorming en voor de ontwikkeling van veel bedrijven en maatschappelijke instellingen in onze stad. De kracht van Leiden ligt in het plezier van 3 oktober en de andere feesten die we hebben! In het wandelen over de markt op zaterdag en de verrassende evenementen iedere maand weer. Het geeft de stad het elan dat hij nodig heeft! Al deze krachten leiden tot een geheel met een sterke economie en veel werkgelegenheid voor de Leidenaren en mensen vanuit de regio. Maar dit is geen vanzelfsprekendheid! De kwaliteit en bereikbaarheid van de binnenstad kan en moet beter. Meer ruimte is nodig voor onze MKB’ers om te ondernemen. We kunnen meer gebruik maken van de denkkracht en creatieve kracht die bij onze ondernemers en inwoners aanwezig is. Ook in de komende jaren wil het CDA Leiden dus aan de slag om Leiden te laten zijn wat hij is en moet zijn: een Sterke Stad. Leiden: …. Sterke wijken De kracht van Leiden zit in de Leidenaren zelf. Ze zijn goed in staat hun eigen leven te organiseren en voor elkaar te zorgen. Veel Leidenaren helpen direct bij het leefbaar maken van hun wijk, hun flatgebouw, hun buurt. Veel initiatieven en een hoop energie! De stad Leiden kan deze kracht en creativiteit nog veel beter benutten. Te vaak praat de overheid over maar zonder de Leidenaren. Dienstverlening is dan afstandelijk en bureaucratisch. Het CDA staat voor de menselijke maat. Leidenaren en Leidse organisaties bepalen in onze visie samen de leefbaarheid in de wijken. Vrijwilligers, sportverenigingen en initiatieven als Stadslab en Singelpark. De gemeente, gemeentelijke diensten, welzijnsorganisaties en woningbouwcorporaties ondersteunen de uitvoering. Het verder benutten van deze kracht is noodzakelijk om de uitdagingen van onze Leidse wijken goed aan te pakken. Er is veel groen en water en dat moet zo blijven. De wijken moeten veilig zijn en blijven, waar kinderen zonder zorgen kunnen spelen en ouderen goed kunnen blijven wonen. Scholen, zorgvoorzieningen, sportmogelijkheden en buurtwinkels zijn daarvoor nodig en moeten behouden blijven. De komende jaren wil het CDA aan de slag om Leiden te laten zijn wat hij is en moet zijn: een Sterke Stad met Sterke Wijken!
2
1. Sterke Stad: Ondernemerschap en Economie Leiden heeft een fantastische, levendige binnenstad met vele culturele instellingen waar veel mensen van binnen en buiten Leiden gebruik van maken. De combinatie van een mooie oude stad met bijpassende winkels en de musea maken Leiden tot een aantrekkelijke stad, ook voor toeristen. Het CDA kiest voor de kracht van de binnenstad door het steunen van de middenstand en te investeren in een aantrekkelijke stad. Een aantrekkelijke stad biedt kansen en werk voor haar burgers, onafhankelijk van hun opleiding. Het CDA versterkt daarom de economie van Leiden in al haar breedte door te blijven investeren in het Bio Science Park. Daarnaast biedt het CDA ambachtelijke of arbeidsintensieve ondernemingen kansen om in Leiden te ondernemen. Bestaande bedrijventerreinen worden heringericht en blijven voor deze activiteiten beschikbaar. Jonge en nieuwe ondernemers krijgen de ruimte om te ondernemen. Een sterke Leidse economie en een bereikbare stad houden de sociale voorzieningen en de leefbaarheid van de stad in stand. Het ondernemerschap. De economie wordt gemaakt door ondernemers. Ondernemers zijn creatief en leggen de basis voor (nieuwe) bedrijvigheid in Leiden. Bedrijven geven werkgelegenheid en brengen welvaart. Zij verdienen daarom ondersteuning vanuit de Leidse politiek. Het CDA ondersteunt maatschappelijk betrokken en innovatieve ondernemers die bijdragen aan het concurrentievermogen van de stad. Het CDA zoekt hierbij de samenwerking met organisaties als BV Leiden. De bewoners van Leiden behoren tot de best opgeleide burgers van Nederland. Dit biedt veel kansen voor het bedrijfsleven, van MKB tot de topsectoren. Met name daar waar het MKB scherp inzet op kwalitatief goede en hoogwaardige producten en dienstverlening ziet het CDA mogelijkheden. Een groot aantal bewoners richt zich als ZZP’er op de markt in Leiden en omgeving ook deze ondernemers verdienen het gesteund te worden. Het CDA doet dit door: • •
De lokale lasten voor ondernemers zo laag mogelijk houden.
•
Een actieve houding van de gemeente om bestemmingsplannen en regelgeving flexibel te maken, zodat combinaties van wonen en werken worden uitgebreid.
•
Speciale ondersteunende programma’s voor startende ondernemers, zoals voldoende geschikte vestigingsruimte, incubators en faciliteiten voor bedrijf aan huis.
•
ZZP’ers met een klein inkomen tijdelijk in aanmerking laten komen voor een uitkering.
•
Om ondernemers en kleine winkeliers te steunen blijft kort parkeren in de binnenstad mogelijk. Daarom handhaaft het CDA de zogenaamde ‘rode kap meters’.
Aanbestedingen mogelijk maken voor kleine bedrijven.
3
Kantoren en bedrijventerreinen Leiden kan door haar ligging niet uitbreiden op eigen grondgebied en moet zuinig zijn met de groene ruimte die het heeft. Het CDA hecht er aan dat er maak-‐bedrijven in Leiden zijn en vindt het daarom belangrijk dat de bedrijventerreinen die Leiden nu heeft bestemd blijven voor bedrijven die een belangrijke (dienstverlenende) functie hebben voor de stad. Het CDA vindt dat we deze bedrijven in Leiden moeten huisvesten en werkt aan: • •
Het verbeteren van kwaliteit van de bestaande terreinen door samen met de ondernemers de terreinen veiliger, schoner, beter bereikbaar en mooier te maken. De bestaande terreinen blijven in gebruik als bedrijventerrein en de bestemming wordt niet omgezet naar kantoren (zakelijke dienstverlening) of woningbouw.
•
Vasthouden aan vastgelegde bestemmingen op bedrijventerreinen betekent niet-‐passende activiteiten weren, bijvoorbeeld omdat dit de kracht van de Leidse binnenstad uitholt. Daarom: geen bakker op een meubelboulevard!
•
Brede regionale samenwerking met het doel werkgelegenheid naar de regio te trekken.
•
Kantorenleegstand moet worden beperkt, bijvoorbeeld door transformatie (bv. Kanaalpark). De bouw van nieuwe kantoren zal regionaal moeten worden afgestemd.
•
Actief benaderen van passende bedrijven door organisaties als Leiden Marketing en Kantorenloods om zich te vestigen in Leiden. Gezien de ligging ten opzichte van Den Haag kan Leiden ook als vestigingsplaats voor kantoren worden geprofileerd.
•
Ondernemers de ruimte geven voor het maken van eigen plannen voor Leiden.
Wijkwinkelcentra Steeds meer kleine winkels verdwijnen uit de wijken en daarmee verdwijnt de mogelijkheid voor oudere of minder valide mensen om hun boodschappen in hun eigen buurt te kunnen doen. Buurtwinkels dragen bij aan sociale veiligheid en zijn een plek van ontmoeting. Het CDA zet zich in voor: • •
Het behoud van de wijkwinkelcentra en buurtwinkels. De gemeente moet investeren in goede parkeervoorzieningen. Goede toegang tot pinautomaten en postagentschappen voor iedereen.
•
In samenwerking met de winkeliers en vastgoedbeheerders bestaande winkelcentra opknappen en deze aangenamer en toegankelijker maken (zoals de Kopermolen, Stevenshof, Meerburg, Zuid-‐West). De gemeente faciliteert o.a. door herinrichting van de openbare ruimte en voldoende parkeerplaatsen.
4
Toeristen, Evenementen en de Koopzondag Leiden heeft vele aantrekkelijke musea en andere culturele instellingen die veel bezoekers naar Leiden trekken. Deze bezoekers zijn van groot belang voor de middenstand van Leiden: vooral de winkels en horeca in de binnenstad maken hierdoor meer omzet. Het CDA heeft met succes gewerkt aan de realisatie van poppodium de Nobel en het cultuurkwartier. Het CDA pleit verder voor: • •
Een opvolger voor de Groenoordhal in Leiden als evenementenlocatie Meer congressen en gevarieerde evenementen in Leiden mogelijk maken
Bezoekers komen ook in het weekeinde naar Leiden en willen ook dan graag een levendige gezellige binnenstad beleven. Om dit mogelijk te maken en tegelijkertijd de middenstand te ondersteunen, wil het CDA maximaal 14 koopzondagen per jaar. Deze koopzondagen zullen duidelijk vooraf worden aangekondigd en een combinatie van activiteiten bieden (verrassend winkelen). Daarmee worden het aantrekkelijke dagen om Leiden te bezoeken. Het CDA vindt dat deze koopzondagen pas vanaf 12.00 uur mogen beginnen. Zo ontstaat er rust in de binnenstad, is er ruimte voor kerkgang en wordt de kleine ondernemer beschermd. Ruimte en Regels Het CDA vindt dat regels geen doel op zich zijn. Regels moeten zorgen voor een leefbare en bewoonbare stad, maar moeten bewoners en ondernemers niet onnodig belemmeren. Het CDA is voorstander van duidelijke regels die eenvoudig kunnen worden nageleefd en gecontroleerd. Het CDA zet in op samenwerking met de ondernemers met als doel: •
Consequent toepassen van de bestaande regels. Als regels niet worden gehandhaafd, schaft de gemeente ze af.
•
Eenvoudige vergunningstelsels met zo laag mogelijke kosten.
•
Direct aanspreekbare ambtenaren: één vaste contactpersoon voor ondernemers
•
Prioriteit te geven aan regels die kwaliteit en aantrekkelijkheid van stad en ondernemen bevorderen. De inzet van de handhavingscapaciteit wordt hierop afgestemd, bijvoorbeeld door het fietsen in voetgangersgebieden tegen te gaan.
5
2. Sterke Stad: Kennis & Onderwijs De economische kracht van Leiden staat of valt met goed onderzoek, goede toepassing van vergaarde kennis en goed onderwijs voor iedereen en op alle niveaus. Leiden heeft als Kennisstad belangrijke spelers als de Universiteit Leiden, het LUMC, de Webster University, de Hogeschool Leiden, het ROC Leiden en vele scholen voor basis-‐ en voortgezet onderwijs binnen haar gemeentegrenzen. Op het Bio Science Park werken bedrijven nauw samen met onderwijsinstellingen. De vele onderwijsinstellingen onderwijs in de stad leveren veel op: • • • • •
innovatiekracht voor de bedrijven door toepassing van nieuwe kennis, veel goed opgeleide jongeren, goed geschoold personeel voor bedrijven en andere werkgevers, veel werkgelegenheid zowel direct als indirect, en door de vele jongeren, een levendige stad.
Deze unieke positie wil het CDA als kennis-‐ en onderwijspartij de komende jaren verder versterken. Universiteit en HBO • De Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden en de stad Leiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het CDA wil dat de stad Leiden waar nodig en mogelijk de universiteit en hogeschool ondersteunt bij het uitvoeren van hun strategische plannen. Zo steunt het CDA de realisatie van een gespecialiseerd centrum voor opleiding op het gebied van talen, geesteswetenschappen en geschiedenis: de Humanities Campus. Uitbreiding van de universiteit via specifieke masteropleidingen in Den Haag mag niet ten koste gaan van bachelor-‐opleidingen in Leiden! •
Om een sterke stad met sterke wijken goed vorm te geven is expertise en denkkracht nodig, ook van de Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden. Het CDA wil dat de gemeente met hen afspraken maakt om onderzoeksprogramma’s en afstudeerscriptie van studenten meer te richten op vraagstukken vanuit de stad Leiden en haar wijken.
•
De universiteit en de hogeschool binden talentvolle onderzoekers, hoogleraren, lectoren en docenten aan Leiden. Zij willen goede en betaalbare huisvesting, goede scholen voor hun kinderen en goede voorzieningen. De gemeente helpt deze voorzieningen te verwezenlijken en is partner van de universiteit en hogeschool bij het aantrekken en behouden van nieuwe instituten.
•
Het CDA is voor het behoud van de basisbeurs.
•
Buitenlandse studenten en onderzoekers die tijdelijk in Leiden studeren en werken zijn voor de stad de ambassadeurs van de toekomst. De toenemende internationalisering van de studenten zal de internationale bekendheid van Leiden als stad verder vergroten en een impuls geven aan het toerisme.
•
Het CDA wil een deel van het zgn. NUON geld beschikbaar stellen voor een cofinancieringsfonds voor de verdere ontwikkeling van Leiden als kennisstad. 6
•
Het CDA wil in het volgend college van B&W een wethouder kenniseconomie.
•
Het CDA wil dat universiteit en stad samenwerken op het gebied van sport, zodat beter gebruik kan worden gemaakt van elkaars sportfaciliteiten.
•
Wat doet het CDA voor studentenhuisvesting? Lees verder in hoofdstuk 8.
Bio Science Park • Het Bio Science Park is een schakel tussen universiteit, hogeschool Leiden, ROC Leiden, de stad Leiden en werkgelegenheid. Van cruciaal belang is een strenge selectie: de bedrijven moeten elkaar versterken. Op het Bio Science Park moet alleen ruimte zijn voor Life Science en Health bedrijven. De bereikbaarheid wordt, mede dankzij het CDA, sterk verbeterd dankzij regionale en landelijke investeringen, denk aan de Rijnlandroute en de aanpassing van de kruising Plesmanlaan. •
Een punt van zorg voor meerdere bedrijven in het Bio Science Park is voldoende goed opgeleid personeel op alle niveaus. Nodig is een betere afstemming in de regio van de behoeften aan goed opgeleid personeel enerzijds en het opleidingsaanbod anderzijds. Dat geldt ook voor de andere economische sectoren in de stad. Het CDA wil voor Leiden en de Leidse regio op dit punt een structurele meerjaren aanpak: een Leidse Human Capital Agenda. De gemeente faciliteert dit overleg tussen bedrijven, onderwijs-‐ en kennisinstellingen.
•
Leiden herbergt een groot aantal ondernemingen die binnen de zorg actief zijn, denk aan het LUMC, het Diaconessenziekenhuis, de hoofdkantoren van Achmea en Zorg en Zekerheid. De gemeente bouwt dit verder uit en bevordert met deze instellingen een goede aansluiting tussen zorgopleidingen en werk door meer stage-‐ en werkervaringsplaatsen.
MBO •
•
•
Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke partner voor de gemeente. De ROC’s leiden professionals op voor bedrijven en instellingen. Er moeten structurele afspraken komen tussen bedrijven en ROC’s over inrichting van de opleidingen en stages. De gemeente faciliteert dit overleg. Ook vervullen de ROC’s een belangrijke rol bij de ontwikkeling van jongeren met minder perspectieven op een goede plaats op de arbeidsmarkt. Het CDA wil structurele afspraken tussen de gemeente Leiden en de ROC’s en ondernemers over de aanpak van deze doelgroep, de jeugdwerkloosheid en de inzet van stagiaires, gericht op het creëren van kansen voor deze jongeren. Het CDA wil sluitende afspraken tussen gemeenten en onderwijs over schooluitval waardoor jongeren of leren of werken. Thuiszitten is geen optie. Schoolverzuim wordt actief tegengegaan.
7
•
Voor een goede ontwikkeling van jongeren zijn stages in het MBO van essentieel belang. Het CDA wil dat de gemeente Leiden de afspraken nakomt in het kader van gesloten Stage-‐ Convenant. Dit betekent een verplicht gebruik van MBO-‐stagiaires door de gemeente Leiden, gemeentelijke afdelingen en instanties die van de gemeente een subsidie ontvangen.
•
Het belang van het Bio Science Park is groot voor Leiden. Goed ontwikkeld MBO-‐ vakmanschap zoals bij de Leidse Instrumentenmakers School, is daarbij essentieel. Het CDA streeft er naar om samen met het ROC Leiden en andere partners te komen tot een Centrum voor Innovatief Vakmanschap Life Science. Ook is het CDA voorstander van een Leids Techniekpact waarin vmbo’s, mbo’s en bedrijven afspraken maken over hoe de aansluiting tussen scholen onderling en onderwijs en bedrijven kan worden verbeterd.
Studenten Studenten en studentenverenigingen van universiteit en HBO maken Leiden tot ‘universiteitsstad’. Het CDA wil concreet de volgende punten voor studenten realiseren: •
De stad biedt ruimte voor een forse groei in het aantal studentenkamers. Het CDA steunt de plannen om bij het Lammenschanspark een studentencampus te bouwen. Ook het zgn. Wernink-‐terrein (tussen Rijn en spoor) komt hiervoor in aanmerking. Het creëren van studentenkamers boven winkels wordt gestimuleerd.
•
Het CDA wil harde aanpak van uitbuiting van studenten op de Leidse woningmarkt door huisjesmelkers die woekerhuren vragen.
•
De gemeente zorgt voor een veilig en aantrekkelijk uitgaansgebied voor studenten in het centrum. Het nieuwe poppodium 'De Nobel' is een versterking van Leiden als uitgaansstad.
•
Het CDA wil draadloos internet in de hele stad.
•
Het CDA is trots op de Leidse studentenverenigingen. Zij dragen op een bijzondere manier bij aan Leiden studentenstad. Verenigingen die deelnemen aan evenementen (bijv. Jazzweek, Museumnacht en Koninginnedag) of vrijwilligerswerk (bijv. Happietaria) krijgen daarvoor de ruimte.
•
De gemeente steunt de EL CID week en treedt regelmatig in overleg met de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV).
Het basis-‐ en voortgezet onderwijs • Leidenaren van morgen moeten vandaag al de kansen krijgen die ze straks nodig hebben. Goed onderwijs is essentieel. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor voldoende ruimte voor onderwijsvoorzieningen. Scholen en hun leraren, ouders en leerlingen maken vervolgens zélf het onderwijs in de stad. Scholen spelen een belangrijke rol bij de vorming van jongeren. Zij kunnen deze rol pas echt goed vervullen als de ouders betrokken zijn bij het beleid van de school. •
Het CDA wil diversiteit in het schoolaanbod. Het CDA is positief over de brede scholen. Naschoolse activiteiten zijn belangrijk voor kinderen in een brede school. Deze naschoolse 8
activiteiten worden opgezet in samenwerking tussen scholen, tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Sportclubs, speeltuinen en scouting kunnen daarbij voorzieningen beschikbaar stellen. Als een school te groot wordt, hebben we een voorkeur om een tweede locatie op te zetten in plaats van met alle kinderen in een groter gebouw te gaan zitten. •
Ouders hebben een vrije schoolkeuze. Het CDA wil niet dat de gemeente ouders verbiedt om hun kinderen naar een school in een andere wijk te brengen. Goed onderwijs en evenwichtige investeringen in álle wijken is de beste garantie om achterstandsscholen te voorkomen. Alleen bij wachtlijsten mogen kinderen uit de eigen wijk voorrang krijgen.
•
School is meer dan rekenen en taal. Gezond bewegen hoort daar bij. Per wijk moeten er voldoende gymzalen zijn voor het onderwijs, liefst op loopafstand van de (basis)school. Speelplaatsen moeten ruim, schoon en zonnig zijn. Aansluiting van schoolsport bij activiteiten van sportverenigingen is gewenst.
•
Om de verkeersveiligheid rond scholen te garanderen bevordert de gemeente een situatie waarin ouders hun kinderen lopend of op de fiets naar school kunnen brengen. Meer parkeergelegenheden bij de scholen die voorzien in de kort parkeerbehoefte dragen ook bij aan meer veiligheid bij de scholen;
•
Schoolverzuim pakken we stevig aan; leerplichtambtenaren handhaven de regels consequent. Zorgadviesteams zorgen voor een sluitend plan van aanpak voor individuele leerlingen. OCL De Poort vervult een belangrijke rol bij tijdelijke opvang en terugkeer naar school.
•
Het CDA is voorstander van maatschappelijke stages om scholieren kennis te laten maken met de praktijk, onbekende beroepen en zorg voor elkaar. De gemeente brengt, als dat nodig is, scholen, bedrijven, maatschappelijke organisaties bij elkaar om die stages te organiseren. Verder steunen we scholen die hun onderwijs willen vernieuwen en verrijken, bijvoorbeeld voor heel goede leerlingen of leerlingen met een bijzondere belangstelling voor sport (Leonardo College) of techniek (Technasium).
9
3. Sterke Stad: Kansen voor de binnenstad Leiden heeft een prachtige historische binnenstad, vol cultuur met schitterende grachten en singels, zo’n 3000 monumenten en een gevarieerd aanbod aan winkels en horeca. Het is een binnenstad om trots op te zijn en om met verve uit te dragen. Het CDA kiest ervoor om, naast de wijken, ook te blijven investeren in de binnenstad. De binnenstad moet kwaliteit uitstralen. Culturele Binnenstad Het CDA pleit ervoor dat Leiden zich nog meer presenteert als cultuurstad. Leiden is de derde monumentenstad en de derde museumstad van Nederland. Dat biedt grote kansen voor de bezoekerseconomie. De gemeente bevordert de samenwerking tussen de musea en ondersteunt waar mogelijk restauraties en herstel van het historisch stadsbeeld. Toerisme, vooral ook meerdaagse toerisme en de organisatie van congressen en evenementen met een bijzondere kwaliteit en bereik, moeten actief worden gestimuleerd. •
Investeringen in het Cultuurkwartier (tussen Molen de Valk en het Vrouwenkerkhof) zijn essentieel voor Leiden als cultuurstad. Met de realisatie van Muziekcentrum de Nobel en de uitbreiding van de Lakenhal worden de grootschalige cultuurinvesteringen in dit gebied voltooid. Hierna ontstaat ruimte voor verdere optimalisering van het gebied (o.a. Beestenmarkt/Lammermarkt), met als doel het versterken van de aantrekkingskracht voor de stad en de regio, in het bijzonder voor jongeren.
•
Het CDA koestert de musea in de binnenstad van Leiden. Met een op handen zijnde fusie van museum Volkenkunde en het Tropenmuseum maakt het CDA zich sterk –indien nodig-‐ voor het behoud van dit museum in Leiden.
•
Het CDA is voorstander van goede bioscoopvoorzieningen in de binnenstad. Investeringen zijn nodig en welkom, mits de bijzondere positie van het Kijkhuis en arthouse films-‐aanbod verzekerd is.
•
Het CDA vindt een duidelijke visie op het horecabeleid van de gemeente Leiden essentieel. Verschillende horeca sfeergebieden, met verschillende doelgroepen en verschillende soorten horeca gelegenheden vragen om een passende aanpak van bijvoorbeeld de openingstijden, kwaliteitsnormen en handhaving. Waar mogelijk wordt horeca geclusterd.
•
Het CDA stimuleert evenementen zoals de ijsbaan op de Nieuwe Rijn, Werfpop, de Lakenfeesten, de 3 Octoberfeesten,de open monumentendagen, jazzweken, de hofjesconcerten en cultuurweken.
•
Deze evenementen, en eenmalige evenementen zoals in het verleden Serious Request, zijn van belang voor de stad en het CDA wil dat de gemeente organisaties ruimte geeft om bijzondere evenementen naar Leiden te halen en te organiseren.
•
Om de leefbaarheid te garanderen, worden evenementen gespreid over de stad en wordt actief gehandhaafd op geluidsovertredingen.
10
•
Het CDA moedigt culturele instellingen aan om specifieke programma’s voor kinderen aan te bieden.
Ontwikkeling van de binnenstad De Leidse binnenstad is een levendige binnenstad waar goede horeca, mooie winkels en prachtige cultuur elkaar vinden en de bezoeker een geweldige ervaring geven. Met name in deze tijd van internetwinkels waar het zoeken naar de beste prijs eenvoudig is geworden, is het van groot belang dat de binnenstad van Leiden kwaliteit biedt en attractief is; een binnenstad die de bezoeker sfeervol ontvangt, goed bereikbaar is, waar het goed vertoeven is en waar iets te beleven is. Het CDA maakt zich hard voor: •
De herontwikkeling van de entree van de stad vanaf Leiden Centraal moet doorgezet worden. Het Stationsplein moet de reiziger verleiden om de binnenstad van Leiden te gaan ontdekken, door middel van kleinschalige horeca en winkels die de nieuwsgierigheid naar de binnenstad van Leiden prikkelen. Het CDA is tegen megalomane ontwikkelingen die het effect hebben dat de binnenstad wordt ondermijnd. De wandelroute vanaf het station naar het centrum moet worden verduidelijkt.
•
Het Cultuurkwartier wordt een aantrekkelijk en veilig uitgaansgebied voor jongeren uit de stad en de regio.
•
Met de komst van De Volharding is aangetoond dat de Haven een unieke plek met potentie is. Het CDA pleit voor de herinrichting van dit gebied, waarbij er onder andere meer ruimte komt voor terrassen van hoogwaardige horeca (met name op het stuk tussen DOK 2 en De Volharding) en extra ligplaatsen voor passanten. Voor passanten komen er betere voorzieningen, het gebied wordt autoluw ingericht en de coffeeshop moet verdwijnen. Het Ankerpark en het Blekerspark worden in het kader van het Groene Singelpark met elkaar verbonden door een extra brug. Het Singelpark is een mooi initiatief vanuit de samenleving. De Meelfabriek kan door het park betrokken worden bij de binnenstad.
•
•
Een schone, hele en veilige binnenstad vraagt om een oplossing voor de vervuiling: Het CDA wil af van straatvuil, fietswrakken, graffiti en onkruid. Gebruik van gele zakken en meer ondergrondse containers kan een belangrijke bijdrage aan leveren aan de vermindering van straatvuil.
•
Het aantal fietsenstallingen moet worden uitgebreid in de binnenstad. De Morsstraat en de Haven zijn er het bewijs van dat een prachtige omgeving verrommelt door te weinig fietsparkeerplekken.
•
Het CDA is tegen uitbreiding van het aantal vierkante meters winkeloppervlakte in Leiden en omgeving. De economische crisis en de internetaankopen hebben ervoor gezorgd dat het aantal vierkante meters te groot is. Dat is duidelijk te zien aan de leegstand in de verschillende winkelgebieden. Het CDA zet in op verkleining van het kernwinkelgebied, zodat een aantrekkelijk en compact winkelgebied overblijft. Delen van de Breestraat en de
11
Haarlemmerstraat kunnen worden getransformeerd naar gebieden met een ruimere bestemming. •
De belangrijkste winkelstraat van Leiden heeft al decennia lang geen opknapbeurt meer gekregen. Het resultaat: een sfeerloze winkelstraat, die de historische binnenstad geen eer aan doet. Het CDA zet zich daarom in voor de herontwikkeling van de Haarlemmerstraat als aantrekkelijk, historisch winkelgebied.
•
Het CDA ondersteunt de toekomstvisie van Breestraat 2022, zodat de Breestraat kan worden omgebouwd tot een aantrekkelijk verblijfs-‐ en winkelgebied.
•
Door het afnemen van het aantal winkels, dat in de toekomst nog door zal zetten, zien we een toename van de leegstand in de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied. Het CDA zou graag de mogelijkheden onderzoeken voor ruimere bestemmingen van de panden in de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied, zodat een transformatie mogelijk wordt.
•
Het CDA steunt de ambities van het Programma Binnenstad.
•
Wat doet het CDA aan de bereikbaarheid van de binnenstad? Lees verder in hoofdstuk 4!
Monumentale stad • De herontwikkeling van de Meelfabriek is geen gemeentelijk project, maar dat neemt niet weg dat de Meelfabriek snel ontwikkeld moet worden. De herontwikkeling moet goed aansluiten bij de andere plannen in de omgeving, zoals het Singelpark, de Haven en industrieterrein de Waard. De gemeente kan dit doen door bijvoorbeeld een financiële garantstelling of andere randvoorwaarden voor het project te faciliteren. • Het CDA wil onderzoek naar de mogelijkheden om Leidse monumenten op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst te krijgen. Het CDA denkt dan bijvoorbeeld aan de Hortus Botanicus, vanwege de band met Linnaeus, Limes (met park Matilo) en natuurlijk 3 October. • Het CDA zet zich in voor het behoud en herontwikkeling van de ruim 3000 Rijks-‐ en gemeentelijke monumenten in de stad, zoals de mooie kerkgebouwen. • Het succesvolle project voor de reconstructie van historische winkelpuien wordt voortgezet. • De gemeente faciliteert de komst van een bezoekerscentrum over Rembrandt van Rijn.
12
4. Sterke Stad: Betere Bereikbaarheid Een sterke stad is een bereikbare stad. Een stad waar u als inwoner of ondernemer snel en veilig uw bestemming bereikt, ook in de spits. Een stad waar in het centrum, maar ook in de wijken voldoende parkeergelegenheid is. Dankzij de inzet van het CDA Leiden is een stap in de goede richting gezet voor een bereikbaarder Leiden. Maar we zijn er nog lang niet! Om te voorkomen dat de matige bereikbaarheid het vestigingsklimaat van Leiden verslechtert, is nog meer actie nodig. Het CDA gaat voor een bereikbaar Leiden! Het CDA Leiden heeft zich met succes ingezet voor: • De aanleg van de Rijnlandroute tussen Katwijk en de A4, inclusief een afslag naar de Stevenshof en verdiepte ligging. Zo wordt de Churchilllaan flink ontlast. • Aanleg van fors meer parkeerplaatsen in de binnenstad o.a. door twee garages. • Speciale parkeervergunning voor mantelzorgers. • Een veilige, ongelijkvloerse kruising Kanaalweg – Julius Caesarbrug. Doorstroming: sneller van A naar B • Wie naar de plattegrond van Leiden kijkt, snapt dat Leiden een aantal cruciale doorgaande wegen mist. Hierdoor hebben veel wijken en de binnenstad last van doorgaand verkeer, bijvoorbeeld door opstoppingen. Het CDA Leiden kiest voor een betere doorstroming door de aanleg van nieuwe infrastructuur, maar ziet gezien beperktere financiële middelen ook veel kansen voor een beter gebruik van de bestaande infrastructuur. De bereikbaarheid van de binnenstad blijft een aandachtspunt. Het meer verkeersluw maken van de binnenstad kan pas worden bereikt als er voor het doorgaande verkeer een goed alternatief is en er voldoende parkeerplekken zijn gerealiseerd aan de rand van het centrum. • Het CDA maakt zich sterk voor snelle realisatie van een goed ingepaste Rijnlandroute. Met name bij de Stevenshof en de Oostvlietpolder dienen de afgesproken verbeteringen zo goed mogelijk te worden gerealiseerd. • Aan de oostkant van de stad blijft het CDA voorstander van een oostelijke ringweg. Het CDA zet daarbij in op afspraken met Leiderdorp en niet op een weg door de Kooi. • Het Lammenschansplein is één van de grootste bottlenecks van Leiden. Het CDA is daarom voorstander van snelle verbreding van de Lammebrug en herinrichting van het plein. Het CDA wil afspraken met de provincie maken dat de Lammebrug en de Wilhelminabrug in de spits dicht blijven. 13
• •
Het CDA is fel gekant tegen een verlenging van de N11 door park Cronesteyn. Het CDA is tegen het opknippen van doorgaande routes (bv. de Hooigracht). Om de leefbaarheid te bevorderen is eenrichtingsverkeer bespreekbaar.
•
Het CDA pleit voor betere signalering langs de Leidse wegen, zodat gebruikers real-‐time advies krijgen over te verwachten reistijden en alternatieve routes bij verkeershinder. Hierdoor wordt de bestaande infrastructuur beter gebruikt en de doorstroming verbeterd. Ook beschikbare parkeervoorzieningen kunnen met deze signalering worden gemeld.
•
Het CDA wil een aantal groene golven op doorgaande wegen in Leiden, zoals de Churchilllaan en de Plesmanlaan.
Openbaar Vervoer: veilig en betrouwbaar Veel Leidenaren maken dagelijks gebruik van het openbaar vervoer, binnen de wijk, naar de binnenstad of naar plaatsen buiten Leiden. Snelheid en betrouwbaarheid van de dienstverlening zijn cruciaal voor een frequent gebruik van het openbaar vervoer. Het CDA hecht waarde aan een veilig en betrouwbaar openbaar vervoer om zo alle Leidse wijken te kunnen ontsluiten. Het CDA heeft bijzonder oog voor de aansluiting van verzorgingshuizen op het openbaar vervoer. • •
De binnenstad dient vanuit elke wijk rechtstreeks met het openbaar vervoer ontsloten te blijven. Het CDA is voorstander van minder bussen in de Breestraat, op voorwaarde dat de oostelijke ringweg is gerealiseerd. De Hooigracht kan het huidige busvervoer van de Breestraat onmogelijk opvangen. Verkeersveiligheid van de Breestraat blijft een aandachtspunt.
•
In aanbestedingen voor het openbaar vervoer dient de toegankelijkheid voor ouderen en gehandicapten als voorwaarde te worden opgenomen.
•
Het CDA is voorstander van verbetering van de spoorverbinding tussen Leiden en Utrecht door een volledige verdubbeling vanaf station Lammenschans.
Parkeren: meer parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen Een aantrekkelijke stad biedt aan bewoners, bezoekers en bedrijven de mogelijkheid om de auto op een eenvoudige manier te parkeren, zo dicht mogelijk bij de bestemming. Leiden kampt al jaren met een groot tekort aan parkeerplaatsen rondom de binnenstad. Ook in wijken is het op sommige momenten voor bewoners lang zoeken naar een vrij plekje. Mede dankzij het CDA is de (tijdelijke) Morspoortgarage inmiddels aangelegd, maar meer is nodig. •
Het CDA zorgt voor snelle realisatie van de nieuwe, ondergrondse parkeergarages onder de Garenmarkt en Lammermarkt. Met deze garages en de Morspoortgarage zal voor de komende jaren veel nieuwe parkeercapaciteit beschikbaar komen. Sluiting van bestaande terreinen (Haagweg) is niet aan de orde, ook als deze nieuwe garages gereed zijn. Wel kan na 14
•
realisatie van deze parkeergarages worden bezien of bij mooie locaties enkele parkeerplaatsen verwijderd zouden kunnen worden. De auto is geen melkkoe. Daarom wil het CDA dat elke euro die de gemeente met parkeren verdient, weer wordt uitgegeven aan nieuwe parkeervoorzieningen. Verhoging van parkeertarieven is niet aan de orde. Het CDA wil dat parkeerders per minuut moeten kunnen betalen.
•
Het CDA is tegen invoering van betaald parkeren in de wijken rondom het centrum.
•
Invoering of uitbreiding van blauwe zones is alleen effectief en bespreekbaar: a) Als hiermee overlast van lang-‐ en vreemdparkeerders kan worden voorkomen. (een tekort aan parkeerplaatsen voor bewoners wordt alleen opgelost door meer plekken). b) Na uitbreiding van de parkeercapaciteit in of dichtbij de betreffende wijk. c) Als de blauwe zone maximaal enkele uren per dag duurt. Dat is voldoende om langparkeerders te weren en helpt handhavingskosten te beperken. d) Als gebruik wordt gemaakt van logische grenzen zodat overlast in aanliggende wijken zonder blauwe zone wordt voorkomen. e) Ontheffingen voor mantelzorgers in stand blijven en worden uitgebreid. f) De ontheffing en kraskaarten goedkoop blijven. De gemeente faciliteert de komst van meer elektrische oplaadplaatsen in Leiden.
• •
Mede dankzij het CDA zijn gelukkig meer fietsparkeerplaatsen gerealiseerd. Het CDA pleit voor verdere uitbreiding van deze voorzieningen – bijvoorbeeld bij de herinrichting van het Stationsplein-‐ op voorwaarde dat strak wordt gehandhaafd op een maximale stallingsduur van 2-‐4 weken. Nieuwe systemen bieden hiervoor mogelijkheden, zonder de fietser op kosten te jagen.
15
5. Sterke Stad: Betrokken bestuur en solide financiën Betrokken bestuur De overheid is steeds meer gaan regelen en voorschrijven. Vaak met de beste bedoelingen. Als er dan iets fout gaat, is de eerste reactie vaak ‘Daar moet de overheid wat aan doen!’ Het CDA Leiden vindt dat de gemeente deze trend moet keren en de Leidenaren hun eigen verantwoordelijkheid moet laten nemen. Dat vraagt om bestuurlijke moed. Inwoners en de ondernemers en hun organisaties zullen zo goed mogelijk betrokken worden bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. •
Het CDA Leiden staat voor een bestuur dat weet wat er leeft in Leiden. Daarvoor zijn korte lijnen met Leidenaren, verenigingen en bedrijven in Leiden nodig. Regulier overleg, interactieve beleidsvorming en goede inspraak zijn belangrijk. Wij geloven niet in publieksparticipatie op papier, maar via betrokken buurtverenigingen, wijkmanagers en andere organisaties. Besluiten worden uiteindelijk genomen door de Gemeenteraad. Die is bij uitstek in staat de belangen van alle partijen af te wegen.
•
Als aan deze voorwaarden is voldaan zijn referenda onnodig. Zolang Leiden nog referenda kent, blijft bij de afweging van eventuele verzoeken voor het CDA dit verkiezingsprogramma leidend.
•
Het CDA Leiden is trots op de initiatieven door Leidenaren zoals Stadslab en het Singelpark. Het CDA Leiden is van mening dat de kracht van Leiden bij de Leidenaren zit. De Leidenaren zijn mondige, betrokken en actieve burgers, die het beste weten wat in hun wijk, buurt of straat leeft. Daarom stimuleert het CDA initiatieven van bewoners. De gemeente heeft hierin een ondersteunende rol. Hierdoor wordt het draagvlak en uitvoeringskracht van initiatieven beleid vergroot en wordt Leiden een stad voor en door bewoners.
•
Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van het rapport ‘Er bovenop’ pleit het CDA voor een strakkere financiële huishouding van de gemeente.
•
Het CDA is voor een klein, kwalitatief goed gemeentelijk apparaat. Daarbij wordt goed gekeken naar het aantal ambtenaren dat hiervoor nodig is. Korte lijnen en heldere structuren vormen het devies voor een effectieve gemeentelijke organisatie, met een gerichte inzet van digitale informatievoorziening en digitale dienstverlening.
•
Het CDA is tegen de komst van een nieuw ambtenarenpaleis. Het stadhuis blijft het stadhuis en is centrum van het bestuur.
•
Het CDA is van mening dat het beleid gericht moet zijn op het stellen van haalbare doelen en het bestuur gericht moet zijn op daadkrachtig handelen waardoor de geformuleerde doelen ook worden gerealiseerd. Het CDA zal in de komende periode alleen voorstellen steunen waarvoor een deugdelijke financiële dekking aanwezig is.
•
De gemeente is verantwoordelijk voor heldere aanspreekpunten voor de partijen in en rond de stad. Het verbeteren van de dienstverlening en service aan burgers, bedrijven en verenigingen heeft prioriteit. De digitale dienstverlening van de gemeente moet verder worden uitgebreid. Dit betekent niet alleen een goede interactieve website, maar ook goed 16
daarop aangesloten back office-‐processen. Digitale informatie en dienstverlening van gemeenten moet makkelijk en vindbaar zijn, ook voor mensen met een beperking. Daarom voldoet de gemeentelijke website aan het waarmerk drempelvrij. Uiteraard zal voor degene die geen toegang tot de digitale weg heeft, de beschikbaarheid van een loket behouden blijven. •
Aansluitend op de dienstverlening van de gemeente is een transparant bestuur van belang. Het streven is om een ombudsman als aanspreekpunt voor klachten van inwoners in te stellen. Deze ombudsman bemiddelt ook waar nodig.
•
Het CDA hecht zeer aan integriteit. In de politiek houdt het CDA daarom scherp oog op mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling.
•
Het CDA Leiden staat positief tegenover nauwere samenwerking met Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. De steeds hechtere samenwerking kan een bijdrage leveren aan de bestuurskracht van de gemeenten in de regio Leiden en het realiseren van ambities op de terreinen van kennis, economie en bereikbaarheid. Zeker in een tijd waarin steeds meer taken van de nationale overheid naar de gemeente komen.
•
Het CDA is tegen gedwongen herindeling. Als bijv. Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude zelf met een voorstel tot herindeling komen, staat het CDA Leiden hier positief tegenover.
Solide financiën Het CDA staat voor een deugdelijk financieel beleid. Het gaat immers om belastinggeld van ons allemaal. Het CDA zorgt er voor dat de gemeentefinanciën op orde blijven. Voor de komende jaren is er een aantal uitdagingen: een daling van de gemeentefinanciën, een gebrek aan noodzakelijke investeringen en een (vergeleken met andere steden) soms wel erg genereus subsidiebeleid. •
De grootste bedreiging voor het op orde houden van de gemeentefinanciën is een daling van de uitkering uit het Gemeentefonds. Dat is onder meer het gevolg van een dalend inwoneraantal in Leiden en groeiende gemeenten in de regio. Het CDA zet in op het vasthouden van jonge gezinnen in de stad en ondersteunt corporaties en ontwikkelaars daarbij.
•
Er moet voortdurend geïnvesteerd worden in de stad. Daarvoor is geld nodig dat er maar in beperkte mate is. Keuzes zijn daarom onvermijdelijk. Het CDA kiest waar mogelijk voor investeringen, zodat Leiden ook op de lange termijn hiervan kan profiteren. Dit geldt zeker ook voor de opbrengst van de verkoop van de NUON-‐aandelen. Die worden uitsluitend in duurzaam economisch renderende zaken geïnvesteerd, bijvoorbeeld in de versterking van Leiden als kennis-‐ en bezoekersstad.
•
De gemeente verstrekt op dit moment subsidies aan tal van organisaties en instellingen in de stad. Het CDA hecht aan wederkerigheid en maatschappelijke relevantie van het gesubsidieerde initiatief. Subsidies moeten aanvullend zijn. Om nieuwe initiatieven niet te afhankelijk te maken van overheidsgeld worden subsidies voor een eindige periode verstrekt. Als een initiatief daarna niet zelfstandig levensvatbaar blijkt, eindigt in beginsel ook de bijdrage van de gemeente. 17
•
Het CDA hecht aan liever eerst proefdraaien met een nieuwe aanpak in samenspraak met de mensen om wie het gaat, dan een dikke nota schrijven. Laat alle betrokkenen leren van de praktijk voordat de personen die van de dienstverlening gebruik maken met nieuwe regels te maken krijgen.
•
In de realisatie van plannen worden marktpartijen nadrukkelijk betrokken, bijvoorbeeld via Publiek Private Samenwerking. Door rekening te houden met de wensen en mogelijkheden in de markt kunnen risico's gespreid worden en plannen beter gerealiseerd worden. Bij het afgeven van garantiestellingen houdt de gemeente scherp overzicht van de afgegeven garanties en hun consequenties.
•
De nadruk moet minder komen te liggen op beleidsvorming en meer op beleidsuitvoering. In de Leidse situatie wordt relatief veel geld uitgegeven aan het ontwikkelen van plannen, ook plannen die niet tot uitvoering worden gebracht.
•
De control-‐functie binnen de gemeente moeten worden verbeterd en dient dicht op de gemeentelijke organisatie worden georganiseerd. Hierdoor kunnen financiële risico's voor de gemeente worden verkleind.
Belangrijke begrotingsprincipes en financieringsbronnen Het is altijd lastig om een sluitende begroting te realiseren, zeker in economisch en financieel onzekere tijden. Daarom formuleert het CDA hier een aantal begrotingsprincipes die leidend zijn voor een goed begrotingsbeleid. Dit draagt bij aan een degelijk financieel gemeentelijk beleid. Die begrotingsprincipes zijn: •
een integrale afweging van verschillende beleidsvoorstellen;
•
tekorten worden hoofdzakelijk opgevangen binnen hetzelfde programmaonderdeel van de begroting
•
meevallers komen ten gunste van de hele begroting;
•
geen geld zonder plan en geen plan zonder geld.
Aanvullende financieringsbronnen zijn: •
het beter benutten van Europese en landelijke subsidies voor de stad;
•
gebruik of verkoop van onroerend goed dat de gemeente in eigendom heeft;
•
een kostendekkende dienstverlening door de gemeente;
•
minder inhuur van externen en interim-‐krachten;
•
subsidies worden in principe op tijdelijke basis toegekend.
18
Lokale lasten • Een aantrekkelijke stad heeft een gunstig fiscaal klimaat. De al hoge OZB wordt niet verhoogd. Alleen de verbruiksbelastingen mogen stijgen, totdat ze kostendekkend zijn. Als het niet meer mogelijk is om rioolrechten te heffen, kiest het CDA bij een nieuwe financieringsvorm voor het uitgangspunt ‘de vervuiler betaalt’. Dit geldt ook voor mogelijke verdere differentiatie van de afvalstoffenheffing.
19
6. Sterke Wijken: Voorzieningen Sterke wijken worden gekenmerkt door een combinatie van betrokken bewoners, goede (winkel)voorzieningen, scholen, verenigingen en welzijn-‐ en zorgorganisaties. Allemaal zijn ze nodig: bewoners kunnen het niet zonder officiële dienstverleners en officiële dienstverleners kunnen niet zonder bewoners. Het CDA vindt dat in de komende jaren de stem en het initiatief van bewoners veel meer op de voorgrond moet komen te staan. Bij het CDA staat voorop dat mensen voor elkaar zorgen, initiatieven nemen en samen dingen ondernemen. De gemeente en de organisaties die in de buurt actief zijn, zoals woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen en zorgverleners, ondersteunen dat. Voorzieningen Goede voorzieningen maken een wijk aantrekkelijk en veiliger. Goede voorzieningen dichtbij zijn noodzakelijk voor mensen die nauwelijks hun wijk uit kunnen. Daarom moeten zaken als winkels en zorg in elke wijk aanwezig zijn, aantrekkelijk en makkelijk toegankelijk. Het CDA kiest daarom voor kleinschalige voorzieningen in de wijk in plaats van gecentraliseerde grootschalige voorzieningen op één plek in de stad. Denk bijvoorbeeld aan meer kleinere dierenweides in plaats van één duurzaamheidscentrum. Juist door de kleinschaligheid kunnen bewoners uit de wijk meer betrokken worden, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. Deze gedachte trekt het CDA door bij al onze standpunten en beslissingen over voorzieningen in de wijken. Zorg en welzijn Voor de gezondheidszorg, de thuiszorg, en de jeugdzorg geldt dat de gemeente er in de komende jaren veel verantwoordelijkheden en taken bij krijgt door het beleid van de regering, met een forse Rijksbezuiniging. Daarom moeten er in de komende jaren ingrijpende keuzes worden gemaakt hoe de zorg zo wordt georganiseerd dat de mensen die het echt nodig hebben erop aan kunnen. Het CDA maakt daarbij een scherp onderscheid tussen aan de ene kant lijfgebonden zorg en aan de andere kant hulp in en rond het huis (zoals boodschappen doen en schoonmaken). • Lijfgebonden zorg is een recht waarop mensen altijd een beroep moeten kunnen doen. • Als het gaat om hulp in en rond het huis moet de professionele zorg goed aansluiten op de ondersteuning die mensen zelf kunnen regelen. Voorop staat dat families, vrienden en buren of vrijwilligers elkaar helpen en ondersteunen. • Als er een groter beroep wordt gedaan op de mensen rond iemand die zorg nodig heeft, moet mantelzorgers het zo makkelijk mogelijk worden gemaakt. Het CDA vindt daarom dat de gemeente mantelzorgers goed moet ondersteunen, bijvoorbeeld door een parkeervergunning te regelen.
20
•
Het CDA wil dat zorgorganisaties gaan werken volgens het model van buurtzorg. Dat houdt in dat er kleine teams zijn die zelf kunnen beslissen hoe ze hun werk doen en die de zorgontvangers goed kennen. Mensen moeten niet te maken krijgen met steeds wisselende verzorgers. Daarop gaat de gemeente letten bij het bepalen welke organisaties thuiszorg mogen verlenen in Leiden.
•
Wie welke zorg nodig heeft wordt bepaald door professionals in nauw overleg met degene die de zorg krijgt. Daarvoor moet een heldere procedure bestaan die voor de zorgontvanger en haar of zijn familie goed is te volgen. Een onderdeel daarvan is een bezwaarprocedure.
•
Bij hulp in en rond het huis is voor het CDA het netwerk waarop iemand kan terugvallen een belangrijk criterium om te bepalen in welke mate professionele zorg en ondersteuning nodig is.
•
Omdat de zorg erg ingewikkeld is, zorgt de gemeente voor één plek (loket of wijkteam) waar alle informatie over zorg en welzijn voor alle inwoners makkelijk bereikbaar is.
Wijkvoorzieningen • Wijkcentra met buurtwinkels en zorgvoorzieningen zijn van belang voor sterke woonwijken. Deze worden (verder) opgeknapt de komende jaren. Denk hierbij aan de Stevensbloem (Stevenshof) en Diamantplein (Mors). Ook de andere wijkwinkelcentra (o.a. de Kopermolen in de Merenwijk, het Kooiplein, de Luifelbaan in Zuid-‐West, de Herenstraat in de Tuinstadwijk) zijn van belang voor de leefbaarheid in de wijk en moeten worden beschermd. • In en rond de wijkwinkelcentra worden ook voorzieningen voor de wijk zoveel mogelijk behouden. Denk aan pinautomaten, bushaltes, zorgvoorzieningen en afvalinzamelpunten. • Het CDA is voorstander van het Buurthuis van de Toekomst, waarbij wijkverenigingen, scholen, welzijnsorganisaties, sportverenigingen, de scouting, verzorgingshuizen, vrijwilligersorganisaties samen voorzieningen delen. Ouderen • Oudere Leidenaren wonen als ze dat willen zo lang mogelijk in hun eigen woning en buurt. Zelfredzaamheid voor alle Leidse bewoners staat voor het CDA hoog in het vaandel. Waar dat niet lukt moet de gemeente helpen. Het CDA steunt van harte (vrijwilligers)projecten die de eenzaamheid van ouderen voorkomen. • Het CDA wil voor ouderen in Leiden winkelen, welzijn, wonen en zorg goed met elkaar verbinden. • Het CDA wil veilige oversteekplaatsen. In winkelgebieden moeten deze altijd rollatorvriendelijk zijn.
21
Mensen met een beperking • Het CDA bevordert de ontwikkeling van projecten voor begeleid zelfstandig wonen van licht verstandelijk gehandicapten en voor mensen met een psychiatrische stoornis die dat aankunnen. • Algemene voorzieningen, waaronder ook sportgelegenheden en culturele instellingen, horen goed toegankelijk te zijn. Obstakels worden verwijderd en de blindegeleidestroken worden vrijgehouden. Invalidenparkeerplaatsen zijn ruim en goed bereikbaar. • Het CDA wil dat het platform gehandicapten betrokken wordt bij nieuwbouw-‐ en herinrichtingsplannen. Gezinnen en jeugd Leiden moet een aantrekkelijke stad zijn om in op te groeien. Kinderen kunnen er fijn spelen. Jongeren kunnen er sporten, actief zijn en uitgaan. • Door middel van de GGD houdt de gemeente toezicht op de kinderopvang zodat onze kinderen veilig en gezond worden verzorgd en begeleid. Kinderen die het nodig hebben, krijgen de mogelijkheid om speels taal te leren en sociale vaardigheden te ontwikkelen. • Het CDA hecht veel waarde aan speelgelegenheden (speeltoestellen, trapveldjes) in de wijk. Deze worden beschermd en zoveel mogelijk samen met de buurt en maatschappelijke organisaties verbeterd en onderhouden. • De gemeente zorgt voor een goed aanbod van opvoedcursussen voor de ouders die dat nodig hebben. • De gemeente wordt verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dat is een grote verantwoordelijkheid, waar de gemeente geen steken mag laten vallen. Volgens het CDA werkt het beter als de jeugdzorg niet een individuele jongere als uitgangspunt neemt maar de familie. • Het CDA steunt het initiatief van verenigingen die activiteiten voor jongeren organiseren, zo nodig ondersteund door professionele jeugdwerkers. Jongerencentra worden door jongeren zelf gerund. Ze krijgen daar bovendien de mogelijkheid om allerlei dingen te leren. In elke wijk zijn goede jeugdvoorzieningen, het CDA is tegen één centraal stedelijk jongerencentrum. Sport brengt wijken in beweging. Sport is een belangrijk onderdeel van samenleven in de stad en in de wijken. Allereerst zorgt sport voor plezier en ontspanning. Daarnaast garandeert het voldoende beweging voor jong en oud en daarmee een goede gezondheid. Sporten voor kinderen draagt ook bij een goede opvoeding: het leert kinderen om te gaan met (spel)regels en Fair Play en leert ze in teamverband te werken. Het CDA Leiden wil daarom sport en buitenspelen verder stimuleren in álle Leidse wijken.
22
•
Het CDA wil voldoende gymzalen in elke wijk zodat kinderen veilig kunnen gymmen vlak bij hun school.
•
Het CDA wil schoolzwemmen mogelijk houden voor alle basisscholen.
•
Het jeugdsportfonds blijft behouden zodat ook kinderen van ouders met een minimuminkomen kunnen sporten.
•
Het Zwembad de Vliet en de IJshal moeten blijven. Zwembad de Vliet houdt een 50 meterbuitenbad.
•
Overgewicht onder kinderen blijft een belangrijk aandachtspunt van preventie. Dit wordt onder andere bestreden met het JOGG-‐programma (Jongeren op Gezond Gewicht).
•
Programma’s die ouderen in beweging houden, bijvoorbeeld in verzorgingshuizen, worden door de gemeente verwelkomd en waar nodig ondersteund.
•
Het succesvolle Schoolsport programma blijft gehandhaafd maar wordt meer ingericht op daadwerkelijk lidmaatschap bij sportverenigingen.
Het CDA Leiden is trots op de Leidse sportwereld. Leiden heeft een mooie mix van sporten binnen haar stadsgrenzen. Roeien, tennis, schaatsen, voetbal, hockey, tafeltennis, wielrennen, basketbal en nog vele andere sporten: alles is mogelijk in onze stad! Het zijn al die vrijwilligers bij al deze sportverenigingen die een onmisbare bijdrage leveren aan de Leidse samenleving. Het CDA wil ruim baan geven aan deze verenigingen. Nu is het vaak zo dat de gemeente de sportaccommodaties in eigendom heeft en beheert via het Sportbedrijf. Hierdoor ontstaan er onzinnige situaties: voetbalverenigingen die hun velden niet mogen sproeien of tennisverenigingen die hun netten niet op mogen hangen. Dit moet veranderen. Het CDA Leiden wil daarom de verenigingen veel meer ruimte geven om hun eigen accommodaties te beheren en te onderhouden. Immers, wie kan er nu beter een voetbalveld onderhouden dan de voetballer zelf? •
Het huidige Sportbedrijf wordt zodanig omgevormd dat de zeggenschap over de velden en gebouwen verschuift van de gemeente naar de verenigingen zelf. Verenigingen krijgen de mogelijkheid om het beheer van velden, zalen, kleedkamers en kantine zoveel mogelijk zelf uit te voeren. Waar mogelijk geeft de gemeente deze voorzieningen in eigendom of erfpacht van de verenigingen. Een deel van de besparingen geeft de gemeente terug aan de verenigingen.
•
Uiteindelijk wil het CDA dat het Sportbedrijf specialiseert naar een zelfstandig onderhoudsbedrijf sportvoorzieningen voor Leiden en de hele regio.
•
Sportverenigingen in Leiden die op dit moment een wachtlijst hebben om lid te worden (bijvoorbeeld Tennis of Hockey) krijgen prioriteit bij plannen voor nieuwe of uitbreiding van sportvoorzieningen.
23
7. Sterke Wijken: Sociale samenhang Mensen willen graag ergens bij horen en zich thuis voelen. Dat bereik je door ergens actief aan mee te doen. Of doordat er andere mensen naar je omkijken als je hulp of zorg nodig hebt. Daarom streeft het CDA naar een stad van actieve mensen. Dat is niet alleen goed voor mensen zelf maar ook hard nodig voor de samenleving. Voor mensen die niet mee kunnen komen, biedt het CDA hulp en ondersteuning. Regulier werk staat voorop. In economisch zware tijden moet de gemeente alles op alles zetten om (langdurige) werkloosheid te voorkomen. Daarnaast is vrijwilligerswerk een belangrijke manier om bij de samenleving betrokken te zijn. Gelukkig heeft Leiden een rijk verenigingsleven en een heleboel actieve vrijwilligers. En zijn er genoeg mensen die zich willen inzetten voor bepaalde dingen die spelen in hun omgeving of in de stad. Het is aan de gemeente en aan publieke organisaties om daar open voor te staan en hun eigen activiteiten daarop aan te sluiten. Werken staat voorop Voor het CDA is sociaal beleid, de bijstand en re-‐integratie, zoveel mogelijk erop gericht om mensen weer aan het werk te krijgen. De inzet van de gemeente voor meer werk gaat boven het bieden van inkomensondersteuning. • Iedereen in de bijstand doet als regel mee aan een re-‐integratietraject; dat wil zeggen dat je een opleiding volgt, training krijgt of begeleiding ontvangt om weer aan het werk te kunnen. Ook werk met behoud van uitkering (zgn. participatieplaatsen) helpt om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. • Mensen met een bijstandsuitkering die niet deelnemen aan een opleiding of training, zetten zich naar vermogen actief in om de stad en de wijken leefbaar te houden, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen. Wie zich bewust inactief opstelt, wordt gekort op de uitkering. • Aanvullende inkomensondersteuning is gericht op maatschappelijke participatie (sport, cultuur en educatie). Ook voor bijzondere incidentele kosten kan een beroep gedaan worden op de gemeente, voor kinderen (bijv. Jeugdsportfonds) en voor bijzondere kosten, die niet bij regulier levensonderhoud horen. Het minimabeleid dient zich zo te beperken, dat werken loont en er geen armoedeval ontstaat. • Voor behoud van draagvlak van voorzieningen is stevige fraudebestrijding-‐ en preventie hard nodig. Huisbezoeken maken hier deel van uit. In de komende jaren zullen door het beleid van de regering (nieuwe Participatiewet) veel nieuwe mensen door de gemeente moeten worden begeleid naar de arbeidsmarkt, die anders in de bijstand terecht komen.
24
•
•
•
Overheid, ondernemers en onderwijs (3 O’s) werken nauw samen in regionale werktafels, waardoor voldoende mensen worden opgeleid in de juiste richtingen. Ook worden afspraken gemaakt over mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Re-‐integratie wordt uitgevoerd door een breed ‘mensontwikkelbedrijf’. De ontwikkeling die de Zijl Bedrijven hiertoe maakt, wordt, samen met regiogemeenten, doorgezet. Bij mensen zonder afstand tot de arbeidsmarkt wordt een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Dit mag niet leiden tot toename van misbruik van voorzieningen.
•
De overheid blijft een (kleinere) ‘beschutte’ voorziening houden voor mensen die door een beperking weinig productiviteit hebben. Prioriteit ligt echter bij het creëren van werkplekken in of bij reguliere bedrijven (o.a. door gebruik van extra ‘Wientjes-‐banen’). Sociaal aanbesteden hoort hierbij.
•
Het CDA waardeert maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties die Leidenaren ondersteunen die grote moeite hebben om in hun levensonderhoud te voorzien of een plekje in de samenleving te vinden, zoals de Voedselbank, Schuldhulpmaatje, Exodus en diaconaal centrum ‘De Bakkerij’. De gemeente geeft aan dit soort organisaties ruimte en stimuleert ze om vooral daar actief te zijn waar de overheid geen hulp kan bieden.
Vrijwilligers ruim baan! Leiden mag zich gelukkig prijzen met veel actieve vrijwilligers en betrokken buurtbewoners. Zonder hen zijn tal van maatschappelijke initiatieven niet mogelijk. De gemeente ondersteunt vrijwilligers en laat zijn waardering voor hun werk blijken, zonder het werk van vrijwilligers over te nemen. De gemeente ondersteunt het vrijwilligerswerk met kennis, voorlichting, mankracht en materiaal. Soms kan een financiële bijdrage nodig zijn. Het CDA vindt dat die bij voorkeur niet permanent zou moeten zijn of de enige financieringsbron, omdat het initiatief dan te afhankelijk wordt van de gemeente. Financiële bijdrages van de gemeente zijn daarom ondersteunend, aanvullend of incidenteel en zo min mogelijk kostendekkend of permanent. • De gemeente stimuleert en beloont vrijwillige inzet van mensen in bijvoorbeeld de buurt en bij verenigingen. Met een buurtvoucher vult de gemeente het budget aan voor buurten en verenigingen die mensen en middelen inzetten. Denk aan het onderhoud van clubgebouwen of aan extra onderhoud van de buurt. • Vrijwilligerswerk gaat niet vanzelf. De gemeente steunt daarom organisaties die bemiddelen tussen vrijwilligers en hulpvragers. Dat geldt zeker voor zorg en welzijn waar de komende jaren veel handen nodig zijn. De gemeente stimuleert initiatieven die informele en formele zorg bij elkaar brengen.
25
•
De gemeente voert de buurtbonus in: een kleine beloning voor een al uitgevoerd maatschappelijk project van vrijwilligers. Voorwaarde is dat de cheque wordt gebruikt om het project uit te breiden of om een nieuw project te beginnen.
•
Bewoners krijgen via internet alle informatie over het beheer in hun buurt. Dat helpt om tot eigen, uitvoerbare ideeën te komen. Vrijwilligers worden door de gemeente jaarlijks in het zonnetje gezet, bijvoorbeeld met de “Meer dan Handen awards” of de Co Verhoogprijs of een jaarlijkse lunch als bedankje.
• •
Vrijwilligerswerk krijgt veel aandacht in de stadskrant en op de website van de gemeente en in andere communicatiemiddelen die de gemeente gebruikt.
•
Mensen zijn meer betrokken als ze invloed kunnen uitoefenen op besluiten die voor hun wijk of buurt worden genomen. Het CDA is er daarom voorstander van dat wijkbewoners met officiële instanties kunnen bepalen wat de prioriteiten in hun wijk zijn, bijvoorbeeld als het gaat om veiligheid (met de politie en de gemeente) of de woningen en de woonomgeving (met de corporaties en de gemeente). De gemeente houdt in de gaten en brengt elk jaar in kaart of het vooruit gaat met de prioriteiten die bewoners hebben aangegeven.
•
Het CDA vindt dat officiële instanties open moeten staan voor de ideeën en initiatieven van wijkbewoners. Dat kan door de medewerkers die actief zijn in de wijk en die in direct contact staan met de bewoners veel ruimte en beslissingsbevoegdheid te geven om snel te kunnen reageren op de behoeften van een wijk.
Integratie Leiden is al eeuwen een stad van vluchtelingen en van immigranten die hier kwamen om te werken. Mede daardoor is Leiden tot bloei gekomen. Ook de huidige nieuwkomers willen we kansen bieden en uitdagen om zich in te zetten voor de samenleving, door werk, onderwijs, sport, cultuur en vrijwilligerswerk. Integratie is een opdracht zowel voor de mensen die hier al lang wonen als voor de nieuwkomers. • Nieuwkomers moeten leren om een weg te vinden in de samenleving. Inburgering is een belangrijke verantwoordelijkheid van de nieuwkomers zelf. Vooral het leren van Nederlands is belangrijk. Weigering van verbetering van de taal kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de uitkering. • Sommige groepen nieuwkomers (o.a. onder Marokkanen, Antillianen en Turken) hebben helaas een oververtegenwoordiging in schooluitval, werkloosheid of criminaliteit. Hier moet, samen met ouders, migrantenorganisaties en andere betrokken hard aan gewerkt worden. • Het CDA wil daarbij uitgaan van talent en eigen verantwoordelijkheid van migranten. Wij zijn wars van zieligheidsdenken, maar ook van zondebok-‐zoeken.
26
•
Ieder kind met een taalachterstand krijgt Nederlandse les, vanaf tweejarige leeftijd via de peuterspeelzaal of kinderopvang.
•
Ondernemerschap is voor veel migranten een succesvolle weg om deel te nemen aan de samenleving. Geslaagde ondernemers kunnen rolmodel zijn voor mensen met ambitie. De gemeente, in samenwerking met maatschappelijke organisaties als de Kamer van Koophandel, stimuleert aankomende ondernemers, bijvoorbeeld door gericht informatie te geven.
•
Het CDA hecht veel waarde aan de Nederlandse cultuur, die pluriform van aard is. Daarom communiceert de gemeente in het Nederlands en verdedigen wij de godsdienstvrijheid.
•
Voor het meedoen aan de samenleving is het belangrijk dat de eigen groep (zoals familie, vereniging of club, moskee of kerkelijke gemeenschap) daaraan bijdraagt. Het CDA wil daarom opinieleiders uitnodigen om actief mee te doen aan het debat over de Leidse samenleving. Met het initiatief “Kleurrijk Leiden” steunt het CDA de interreligieuze dialoog. Het CDA waardeert het zeer dat moskeeën zich openstellen voor de wijk waarin ze staan en actief contact zoeken met de bewoners.
27
8. Sterke Wijken: Ruimte om te wonen/Wonen doe je met elkaar Wonen is een basisbehoefte van ieder mens. Het CDA Leiden vindt dat een betaalbare c.q. geschikte woning voor Leidenaren essentieel is. De financiële crisis zorgt er voor dat de bouw van nieuwe woningen voor een belangrijk deel stagneert. Het CDA zoekt nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeente, corporaties, ontwikkelaars en zorg-‐ en welzijnsaanbieders om zo de verschillende doelgroepen te helpen aan een voor hun passende woning. Ook wil het CDA dat het aantrekken van kapitaal van private investeerders zoals verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen wordt onderzocht. •
De doorstroming op de woningmarkt moet worden gestimuleerd, zodat iedereen een geschikte en betaalbare woning kan vinden. De woningbouw moet daarom worden gestimuleerd, met name in het midden en hogere segment. De gemeente voert met woningcorporaties en projectontwikkelaars de afgesloten ’prestatieafspraken’ uit. Ook is afgesproken dat bij herstructurering 20% sociale huurwoningen gebouwd wordt. Deze norm van 20% geldt voor de totale nieuwbouw. Het CDA is van mening dat in overleg met de regio de gemeente van deze norm mag afwijken.
•
Het CDA zet in op nieuwe woningen voor gezinnen. Daardoor kunnen starterswoningen vrijkomen. Datzelfde geldt voor senioren: door aan te sluiten op hun woonwensen, kunnen zij verhuizen naar huizen die op hun behoeften zijn afgestemd.
•
Daarnaast is het ook van belang dat de huurmarkt voldoet aan de vraag. Momenteel is de sociale huurmarkt en de private huurmarkt nog niet goed op elkaar afgestemd. Een goede aansluiting is nodig om doorstroming te bevorderen, waardoor er bijvoorbeeld voldoende huurwoningen zijn voor studenten en starters. Daarnaast kan deze markt ondersteunen in de huidige behoefte van flexibiliteit op de woningmarkt, vanwege een flexibele arbeidsmarkt.
•
De stad kent veel sociale woningbouw. Instroom stagneert doordat een belangrijk deel van onze sociale woningbouw wordt bewoond door mensen met een relatief hoog inkomen. Deze mensen wonen vaak vele jaren in Leiden en hebben in de loop der jaren hun inkomen weten te vergroten. Het CDA onderkent de noodzaak van een goede doorstroming, maar is zich ook bewust van het feit dat deze bewoners de wijk sterker maken. Samen met de woningbouwcorporaties is er een actief beleid gericht op doorstroming en behoud van doorstromers voor de wijk en de stad Leiden.
•
Het CDA is voorstander van de verkoop van woningen door woningcorporaties aan bewoners. Bewoners krijgen zo hun huis in eigendom en corporaties krijgen financiële ruimte voor investeringen in de stad.
•
Leiden kent te lange wachttijden voor starters. Constructies waarbij een starter een huis een tijd huurt van de woningbouwcorporatie wat resulteert in uiteindelijke koop van de woning, wil het CDA bevorderen. Daarnaast is op lange termijn voor de te lange wachttijden de woningbouwlocatie Valkenburg van belang. Het CDA Leiden heeft daarom geen bezwaar tegen de bouw van 6000 à 7000 woningen in plaats van de huidige geplande 5000 op die locatie. Uitgangspunt is dat de infrastructuur voorafgaand op orde moet zijn. 28
•
•
Als we kijken naar de bouw van nieuwe woningen is het CDA van mening dat er een goede mix moet zijn van woningen voor starters, gezinnen en senioren. Generatiewoningen kunnen daarbij helpen. Denk bijvoorbeeld aan een huis met mogelijkheden voor het bouwen van een toekomstige tweede of eventueel derde bouwlaag als er gezinsuitbreiding komt of anderszins de behoefte aan ruimte toeneemt. Bewoners moeten meer zelf kunnen bepalen, bijvoorbeeld door ‘achter de gevel bouwen’, waarbij de gemeente flexibele bestemmingsplannen hanteert. Het aanpassen van het huis op de zorgbehoeften is hierbij van belang zoals het creëren van een badkamer op de begane grond. Ook kan gedacht worden aan mantelzorgwonen en woningen voor drie generaties.
•
Veel woningen boven winkels staan leeg. Het CDA wil een krachtig beleid om daarin verandering te brengen, bijvoorbeeld via financiële tegemoetkomingen aan winkeliers bij het realiseren van vrij gelegen toegangen naar de boven de winkels gelegen woningen. Dit heeft ook een positief effect op de binnenstad. De stad ziet er ‘s avonds niet meer uitgestorven uit, terwijl de sociale controle toeneemt.
•
Leiden bevordert – met haar partners in de stad (zoals woningbouwcorporaties) – een actief beleid gericht op duurzaam bouwen en energiebesparing. Tevens stelt de gemeente op regionaal niveau een energiebeleidsplan op.
•
Als de afname van stadswarmte door sluiting van de E.ON centrale in de toekomst niet langer mogelijk is, zal de gemeente de energiemaatschappijen namens de bewoners actief wijzen op hun verantwoordelijkheden.
•
Bij herstructurering wordt rekening gehouden met karakter en structuur van de wijk. Renoveren als het kan, slopen als het moet. Hiervoor worden prestatieafspraken gemaakt met corporaties. In het bijzonder geldt dit ook voor de Kooi en de Zeeheldenbuurt. Renovatie en vernieuwing moeten hier samengaan met behoud van het erfgoed (arbeiderswoningen van Jesse).
•
Het CDA stimuleert de inzet van alternatieven voor leegstaande panden als ook een alternatief voor kraken in samenwerking met de eigenaren van de panden.
•
Voor leefbare woonwijken zijn wijkcentra met winkels en zorgvoorzieningen van groot belang. Daarom moeten Diamantplein , Kopermolen en Stevensbloem worden gerevitaliseerd en verbouwd.
•
Het CDA kiest voor de Leidse Maat: geen hoogbouw van meer dan circa zes verdiepingen hoog, behalve langs stadsassen en bij knooppunten zoals stations.
•
Het Wernink-‐terrein (de betonfabriek tussen het spoor en de Rijn) biedt alle mogelijkheden voor de bouw van studentenwoningen.
29
9. Sterke Wijken: Leiden schoon, heel en veilig Je voelt je beter in een schone, hele en veilige stad. Het CDA ziet graag dat overheid en inwoners zich samen inspannen om dit te bereiken. De overheid heeft een onmiskenbare verantwoordelijkheid om de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden. Echter, het CDA wil ook de initiatieven van inwoners nadrukkelijk de ruimte geven op dit gebied. Denk aan wijkbewoners die samen de wijk schoonmaken van zwerfafval of inwoners die elkaar rustig aanspreken op ongewenst of vervuilend gedrag. In de visie van het CDA stelt de overheid daarom duidelijke regels en voert zij haar taken waar nodig uit, maar faciliteert zij tegelijk initiatieven van burgers en maatschappelijke organisaties die de stad schoner, netter en veiliger maken. Het CDA Leiden heeft zich met succes ingezet voor: • Het op orde brengen van onderhoudsplannen voor wegen, groen en water •
De introductie van de gele vuilniszak en de komst van ondergrondse afvalcontainers
•
Start realisatie eerste fase Singelpark
•
Het behoud van dierenweides in de wijk
•
Introductie Groene Buurtvouchers
•
Behoud van het Veiligheidshuis
•
Meer aandacht voor aanpak huiselijk geweld
Leiden Schoon Een leefbare stad is een schone stad. Een schone stad is de verantwoordelijkheid van de inwoners en de overheid samen. De gemeente heeft een duidelijke taak om de openbare ruimte schoon te houden maar doet dit wel zoveel mogelijk in samenwerking en samenspraak met de inwoners van Leiden. Het CDA wil lik op stuk beleid voor: o Straatvuil. Vervuilers worden aangesproken en bij herhaaldelijke overtredingen beboet. De gemeente zorgt voor een efficiënte vuilophaaldienst. De Milieustraat verruimt haar openingstijden naar de avonden. o Fietswrakken (in het bijzonder rond het station). Het “Fiets fout = Fiets weg”-‐beleid wordt streng gehandhaafd, ook voor scooters en bromfietsen. Fietswrakken in de stad worden geruimd. Helers worden aangepakt. o Graffiti. Graffiti wordt snel gereinigd. Als graffiti-‐spuiters gepakt worden bestaat hun straf onder andere uit zelf de graffiti verwijderen. o Wildplassen wordt niet getolereerd. De boetes gaan omhoog. o Hondenpoep. Van hondenbezitters wordt verwacht dat zij zelf de poep opruimen. De gemeente faciliteert met uitlaatveldjes, plastic zakjes en prullenbakken. Overtredingen worden bestraft. 30
•
•
Het CDA wil meer en slimmere inzet van controleurs (GOA’s) op bovenstaande zaken om overtreders te pakken. De gemeente maakt gebruik van meldingen van burgers van vervuiling van de stad. Naar deze meldingen wordt geluisterd: de burger ontvangt binnen een week een reactie waarin vermeld wordt wat de gemeente kan doen om de vervuiling tegen te gaan.
•
De meeuwenoverlast blijft een groot probleem in de stad. De dieren zijn agressief, maken veel lawaai en vervuilen de stad door vuilniszakken open te scheuren. Het CDA wil dat de bestrijding hiervan onverminderd doorgaat, het liefst met een combinatie van maatregelen. Meer ondergrondse containers en aandringen op gebruik van gele zakken horen hier in ieder geval bij. Maar het CDA wil ook nadrukkelijk kijken naar andere, vernieuwende en desnoods onorthodoxe maatregelen om het probleem terug te dringen. Samen met inwoners van de wijken waar de meeuwenoverlast het grootst is wordt er gezocht naar nieuwe oplossingen.
•
De gemeente stimuleert, faciliteert en ondersteunt initiatieven vanuit de wijken om de wijk schoon te houden.
•
Het CDA is voorstander van de verzelfstandiging van de reiniging en afvalinzameling van Stedelijk Beheer.
Leiden Heel Een stad moet schoon zijn maar ook ‘heel’. Hiermee bedoelen we dat kapotte zaken in de openbare ruimte moeten worden gerepareerd, en verwaarlozing van gebouwen en infrastructuur wordt voorkomen. •
•
•
Goed onderhoud van bestrating, voorzieningen en gebouwen en een snelle verbetering bij schade is cruciaal. De overheid stelt zich op als een verantwoordelijk rentmeester van de openbare ruimte. Investeringen zijn gericht op de lange termijn: de goedkoopste keuze is niet altijd de beste keuze. Het kwaliteitsniveau dient op een hoger niveau te komen, bijvoorbeeld bij de rondweg in de Merenwijk. Het CDA wil tot een efficiënter geautomatiseerd systeem komen om onderhoud van de openbare ruimte (wegen, bomen, paaltjes, lantaarnpalen e.d.) te organiseren. Bij het ontwerpen van nieuwe gebouwen en voorzieningen en herstructurering van een wijk wordt er goed gekeken of het ontwerp goed past in de wijk of in de stad. In het bijzonder geldt dit voor de Kooi en de Zeeheldenbuurt.
•
Het CDA wil dat de “verbeterdebuurt-‐app” beter functioneert. Als er met een grote hoeveelheid meldingen niets gedaan wordt, wekt dit alleen maar ergernis. Meldingen worden serieus behandeld en er wordt altijd een terugkoppeling naar de melder gegeven. Als de app desondanks niet werkt moet er ander online meldsysteem komen.
31
•
•
Naast de overheid hebben ook eigenaren van huizen en winkels een verantwoordelijkheid om de stad net te houden. De gemeente spreekt particulieren en bedrijven aan die hun gebouwen verwaarlozen, en grijpt in waar nodig. Dit geldt in het bijzonder voor monumentale panden. Leegstand is een probleem, maar kraken is zeker niet de oplossing. Kraken is bij wet verboden. Het CDA wil dat dit verbod streng wordt gehandhaafd.
Leiden Veilig Een veilige stad is een prettige stad om in te wonen. Ouderen moeten met een gerust hart van huis kunnen gaan, kinderen moeten veilig over straat kunnen, en studenten en scholieren moeten veilig kunnen uitgaan. In de visie van het CDA is veiligheid een belangrijke verantwoordelijkheid van de overheid, echter, zij doet dit niet allen. Gemeente, politie, justitie, horecaondernemers, Leidenaren en hun maatschappelijke organisaties geven gezamenlijk vorm aan een veilige stad. Normaal met elkaar omgaan Veiligheid begint bij de manier hoe we met elkaar omgaan. Van goede omgangsvormen wordt iedereen beter: variërend van afval in de prullenbak, niet door rood rijden, letterlijk je stoepje schoonvegen (ook in de winter), elkaar rustig kunnen aanspreken op ongewenst gedrag zonder meteen tegen elkaar uit te vallen. Dít moeten burgers zelf doen; het gemeentebestuur kan dat niet van hen overnemen. De gemeente kan zich wel op beperkte schaal inzetten om discussie hierover op gang te brengen door mensen die het goede voorbeeld geven in het zonnetje te zetten. •
•
Het CDA ziet een stad voor zich waar burgers elkaar rustig en veilig kunnen aanspreken op gedrag. De gemeente grijpt in als hufterigheid de grens van het (wettelijk) toelaatbare overschrijdt. Het CDA maakt zich sterk voor het opstellen van de ‘Leidse Stadsetiquette’. Dat is een project dat beoogt de discussie over waarden en normen op gang te brengen en op gang te houden.
•
Dergelijke discussies over de omgang met elkaar en elkaar aanspreken op ongewenst gedrag kunnen ook op kleinere schaal in de wijken gevoerd worden. De gemeente kan hiervoor als aanjager functioneren.
Een veilige stad Het CDA wil een veiligere stad bereiken door criminaliteit hard aan te pakken, de overlast van hangjongeren terug te dringen en de politie meer bevoegdheden en mogelijkheden te geven. Meer cameratoezicht is hierbij een serieuze optie. •
Het CDA wil dat het Veiligheidshuis kern blijft van het integrale beleid om overlast en criminaliteit terug te dringen. Bindende afspraken tussen politie, justitie, jeugdzorg en andere hulpinstanties moeten leiden tot een meer sluitende aanpak van overlastgevers, ook preventief. Wie in beeld komt bij het Veiligheidshuis is daar pas van verlost als het gedrag aantoonbaar is verbeterd. 32
•
Jeugdcriminaliteit en overlast van hangjongeren vraagt dringend om voorkomen en bestrijden. Gemeente, jeugdhulpverlening, politie, justitie en Bureau Halt moeten vanaf de eerste signalen samen met de ouders actie ondernemen om jongeren weer op het rechte pad te krijgen. Om jeugdige overlastgevers met hun gedrag te confronteren wil het CDA dat zij als onderdeel van hun straf mee gaan lopen met de politie.
•
Hangjongeren worden geweerd bij speelplaatsen, parken en in de omgeving van scholen: een speelplek is geen hangplek. Voorbeelden van plekken waar het CDA de overlast van hangjongeren wil terugdringen zijn de Burcht, het van der Werffpark, het parkje aan de Zoeterwoudsesingel, het Kooipark en in Roomburg/Meerburg.
•
Bij vernielingen wordt de schade op de daders verhaald. Ouders worden bij de aanpak van overlast van hang-‐ en probleemjongeren betrokken.
•
Het CDA wil dat bij bekende overlastgevers en veelplegers snelrecht, een meldplicht en wijkverbod structureel worden ingezet.
•
Het terugdringen van (gewelddadige) overvallen op winkels krijgt de hoogste prioriteit bij politie en openbaar ministerie.
•
In de APV wordt het bij je dragen van zogenaamde ‘preptassen’ (tassen bedoeld om te gebruiken bij winkeldiefstal ) verboden in Leiden. De politie kan dan al ingrijpen voordat de diefstal is gepleegd.
•
De politie is zichtbaar aanwezig in de stad. Dit betekent meer blauw op straat.
•
Het CDA wil respect voor de politie. (Verbale) agressiviteit en geweld tegen politie, hulpverleners of andere overheidsfunctionarissen is nooit acceptabel en wordt hard aangepakt. Als hulpverleners slachtoffer worden van geweld helpt de gemeente waar nodig, bijvoorbeeld door aangifte te doen.
•
Het CDA wil geen gokhallen in Leiden. Ze leiden tot verslaving en voegen niets toe aan de kwaliteiten van de stad.
•
Loverboys worden hard aangepakt. In de APV wordt de minimumleeftijd voor prostitutie verhoogd. Bij overtreding wordt het bordeel gesloten en wordt geen nieuwe vergunning afgegeven.
De hulp van alle Leidenaren is onmisbaar voor een veilige stad. Het CDA vindt dat burgers kunnen helpen door onveilige plaatsen te melden bij de gemeente en kunnen zelf in actie komen om de veiligheid in hun wijk te verbeteren. De gemeente neemt deze initiatieven en meldingen serieus. •
De gemeente stimuleert initiatieven van buurtbewoners om de veiligheid in hun buurt te verbeteren.
33
•
Onveilige plekken worden samen met maatschappelijke organisaties (bijvoorbeeld wijkverenigingen) in kaart gebracht en door de gemeente en politie aangepakt.
•
Het CDA is voorstander van het continueren en waar mogelijk uitbreiding van “Burgernet”, waarbij de politie de hulp kan inroepen van burgers bij o.a. incidenten en vermissingen.
Cameratoezicht is een effectieve mogelijkheid om de veiligheid te verbeteren. Cameratoezicht speelt een grote rol bij het oplossen van misdaden, vaak komen daders aanvankelijk ongezien weg. Beelden van camera´s zijn dan vaak het enige wat de politie in handen heeft om ze op het spoor te komen en te straffen. Het CDA wil deze mogelijkheid dan ook waar mogelijk gebruiken om de veiligheid te vergroten. • •
Het CDA is voorstander van cameratoezicht en preventief fouilleren in onveilige gebieden.
•
Cameratoezicht kan in het bijzonder worden ingezet: o op bedrijventerreinen. Deze terreinen zijn ’s avonds vaak verlaten en dan doelwit van criminaliteit. o In winkelgebieden en risicogebieden voor gewelddadige overvallen.
Het cameratoezicht bij het Centraal Station moet blijven.
Drugs-‐ en daklozenoverlast Het CDA wil álle drugsgebruik terugdringen, dus van hard-‐ en softdrugs. Het gebruik van softdrugs is niet onschuldig: het is verslavend, verwoest levens en is bovendien slecht voor de gezondheid. Uitgangspunt voor het CDA is dan ook dat beleid erop gericht moet zijn (soft)drugsgebruik zoveel mogelijk te ontmoedigen, met name onder jongeren. Een laks gedoogbeleid past niet in dit verhaal. •
•
Het CDA wil een verdere vermindering van het aantal Leidse coffeeshops. Coffeeshops worden geweerd in de buurt van scholen; het CDA wil herinvoering van het afstandscriterium van coffeeshops rondom scholen en voorzieningen waar kinderen verblijven. Overlast van coffeeshops wordt nergens in de stad getolereerd. Het CDA wil duidelijke regels en handhaving hiervan. Bij overtreding gaat de coffeeshop dicht.
•
De oplossing van de criminele ‘achterdeur-‐problematiek’ (de aanlevering) bij coffeeshops, kan alleen en moet (inter-‐)nationaal bepaald worden. Lokale experimenten met wietteelt wijst het CDA daarom af. Growshops, waar spullen voor thuisteelt worden gepromoot, worden niet toegestaan.
•
Het CDA maakt zich zorgen over het sterk gestegen harddrugs gebruik in het uitgaansleven. Met uitgaansgelegenheden en studentenverenigingen wordt, in samenwerking met politie en GGD, een aanpak ontwikkeld.
•
Drugsdealers rondom (basis)scholen zijn volstrekt ontoelaatbaar; hier wordt hard tegen opgetreden.
34
•
Voorlichting over de schadelijke gevolgen van (soft)drugs en alcohol begint zo jong mogelijk. De gemeente stimuleert voorlichting hierover op scholen en in het uitgaansleven. Ex-‐ verslaafden en slachtoffers van slechte partydrugs kunnen hier een grote rol in spelen.
•
•
Hulp en opvang voor verslaafden en daklozen is zoveel mogelijk gericht op afkicken en re-‐ integratie in de maatschappij. Het CDA wil verslaafden niet definitief afschrijven. Daarom blijft het CDA tegenstander van experimenten met verstrekking van heroïne. Bedelarij worden nergens in de stad getolereerd.
Verkeersveiligheid Leiden is een drukbevolkte stad met daarom ook erg drukke wegen. Bussen, auto’s, voetgangers en natuurlijk vele fietsers bevolken in grote getale de Leidse wegen en zorgen vaak voor onveilige situaties. Bijzondere aandacht heeft het CDA voor kinderen in het verkeer: kinderen moeten ten allen tijden veilig van en naar school kunnen fietsen. Verkeersveiligheid rondom scholen heeft dan ook hoge prioriteit. •
•
Het nieuwe college van Burgemeesters en Wethouders brengt binnen een half jaar na aantreden de 10 meest onveilige verkeerssituaties van de stad in kaart, samen met burgers, wijkverenigingen en maatschappelijke organisaties. Voorbeeld is de Leidse Hout/Dieperhout waar veel scholieren dagelijks door de wijk fietsen. Het bestuur van de stad presenteert vervolgens een plan van aanpak per onveilige plek. Meldingen van verkeersonveilige situaties van burgers, wijkverenigingen en andere maatschappelijke organisaties (bijv. via de “verbeterdebuurt-‐app”) worden door de gemeente serieus genomen en de melders krijgen altijd een terugkoppeling.
•
Het CDA blijft zich inzetten om de verkeersveiligheid voor fietsers bij de Julius-‐Caesarbrug (tussen de Kanaalweg en Roomburg) te verbeteren door een ongelijkvloerse kruising aan te leggen. Ook zet het CDA zich in voor een en veilige oversteek van de Churchilllaan.
•
Verkeersveiligheid rond scholen heeft prioriteit. De gemeente verbetert de verkeerssituatie rond scholen en stimuleert o.a. door verkeersregulerende maatregelen en voorzieningen-‐ dat ouders hun kinderen met de fiets of lopend naar school brengen. Bij de Jozefschool en de Arcade worden zo snel mogelijk maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren.
•
De verkeersveiligheid in het centrum kan worden vergroot door het aantal auto’s die niet in de binnenstad hoeven te zijn terug te brengen. Dit doet het CDA door zowel de Rijnlandroute als een oostelijke ringweg aan te leggen: hiermee hoeven deze auto’s niet meer over de Hooigracht en de singels te rijden om aan de andere kant van de stad te komen.
35
10.
Sterke Wijken: Leiden Groen
Het groen van de stad is misschien wel één van de belangrijkste factoren voor een leefbare stad. Het zijn de longen van de stad, maakt ontspanning mogelijk en geeft de stad een mooiere aanblik. Mensen functioneren beter met meer groen om hun heen. In de visie van het CDA bestaat groen uit meer dan de grote groene parken in onze stad. Juist ook het “kleine groen” in de wijken, voor ieders deur, zorgt voor een leefbaar klimaat. Het CDA Leiden heeft zich met succes ingezet voor: •
Behoud van dierenweides in de wijken
•
Realisatie Park Matilo
•
Behoud groene Oostvlietpolder
•
Het tegenhouden van doorsteek N11 door polderpark Cronesteyn
•
Introductie van groene buurtvouchers
•
Start aanleg eerste fase Singelpark
Stadsparken • De bestaande stadsparken moeten worden beschermd, zoals o.a. het Plantsoen, het Van der Werffpark, de Tuin van Noord, het Cronesteyn park, voormalig Begraafplaats Groenesteeg, Hoogkamerpark, Roomburgerpark, Bos van Bosman, het Archeologisch Park Matilo en de Leidse Hout. • De Oostvlietpolder blijft groen. Het CDA blijft tegen een bedrijventerrein in de Oostvlietpolder. Noodzakelijke inpassingen van de Rijnlandroute of een oostelijke ringweg worden zo uitgevoerd dat het groene karakter van de polder maximaal behouden blijft. • Dankzij de inzet van vele Leidenaren worden de groene stroken langs de Singels verbonden tot één lang ononderbroken stadspark, het zogenaamde Singelpark. De inrichting van het park geschiedt zoveel mogelijk in overleg met omwonenden, maatschappelijke organisaties en fondsen/bedrijven. Groen in de wijk • Bij het realiseren van groen in de wijk verdienen ideeën uit de wijk zelf de voorkeur boven ideeën vanuit de gemeente. • Dergelijke burgerinitiatieven, zoals het Korte Vlietpark van de wijkvereniging Zuid West, om groen in de wijk te realiseren en daarna te onderhouden worden door de gemeente zoveel mogelijk ondersteund met advies, materiaal en als noodzakelijk met een financiële bijdrage. De financiële bijdrage gaat via de “buurtvoucher”. 36
•
•
•
De dierenweides blijven open. Er wordt gestreefd deze vaker open te stellen voor de bewoners. Waar mogelijk worden de wijkbewoners betrokken bij de verzorging, onderhoud en openstelling van de dierenweides. Het CDA houdt vast aan het principe van het bomenfonds: voor elke gekapte boom wordt geld gereserveerd om (zo snel mogelijk) een nieuwe te planten elders in de stad. Deze worden waar mogelijk in de wijken geplant en niet alleen in de grote stadsparken. Bij vernieuwing en onderhoud van het groen in de stad zet de gemeente in op Publiek-‐ Private Samenwerking: overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen waar mogelijk samenwerken om groen te onderhouden op een manier dat alle partijen er voordeel van hebben. Een voorbeeld van een dergelijke samenwerking zijn het inrichten en onderhouden van rotondes door ondernemersverenigingen in ruil voor reclame-‐uitingen op deze rotondes.
•
Trapveldjes worden goed onderhouden, zodat wijkbewoners, jong en oud, erop kunnen blijven voetballen
Leiden Waterstad Leiden is de tweede stad van Nederland (na Amsterdam) wat betreft bevaarbaar water binnen de stad. Dit biedt een unieke kans, die we volgens het CDA tot nu toe nog niet genoeg hebben benut. •
•
•
Er komt een overkoepelende lange termijn visie op het benutten van onze grachten en singels voor waterrecreatie en –toerisme. Waar mogelijk sluit deze aan bij het Programma Binnenstad. De mogelijkheden voor het watertoerisme krijgen een prominentere plek bij Leiden Marketing. Aan het Singelpark worden verschillende aanlegplaatsen voor sloepen aangelegd vanwaar mensen vanaf het water de stad in kunnen en andersom.
•
•
In de binnenstad worden de stremmingen in het water weggenomen zodat er op meer plekken doorgaande vaarroutes ontstaan. Concreet gaat het hierbij om: o Wegnemen van de E.ON-‐dam in de Maresingel o Een doorgang van de Korte Mare naar de Maresingel (door bijvoorbeeld een brug in de Langegracht) o Een doorgang onder het Kort Rapenburg door naar het Galgewater/Beestenmarkt. De gemeente zorgt voor duidelijke regels voor het verkeer op het water én strenge handhaving hiervan, inclusief boetes bij overtredingen.
37
•
•
De gemeente gaat in gesprek en maakt bindende afspraken met de verschillende gebruikers van de Leidse grachten (waaronder de Leidse reders) over de regels, omgangsvormen en verbeteringen van de doorstroming op het water. De Leidse Haven krijgt uitbreiding van het aantal ligplaatsen en betere faciliteiten, zoals een vuilwaterbrengstation.
•
De gemeente blijft zich inzetten voor verbeteringen van het Havengebied: de buurt wordt opgeknapt en er wordt ingezet op meer hoogwaardige horeca. De Haven kan één groot terras worden!
•
De gemeente voert een actief beleid ten opzichte van gezonken en verwaarloosde schepen langs de grachten en singels. De eigenaars worden opgespoord en op hun verantwoordelijkheid aangesproken, als dit niet de gewenste verbetering oplevert wordt de ligplaatsvergunning ingetrokken.
•
Er komt een simpelere procedure voor het verkrijgen van een ligplaats voor een sloep of bootje. Iedere Leidenaar heeft evenveel recht op een plekje, maar er moet wel een mogelijkheid komen om een sloep dichterbij je huis te kunnen neerleggen, of voor je deur als je aan een gracht woont. Een mogelijkheid om dit te kunnen realiseren is dat inwoners hun plekken onderling kunnen ruilen.
38
Lijsttrekker Jan Jaap de Haan lanceert 7 principes voor Leiden
1. De mensen, niet de gemeente Leidenaren pakken problemen met elkaar aan en krijgen hiervoor de ruimte van de gemeente. Wij staan voor de Leidse verenigingen en steunen maatschappelijke initiatieven zoals Dress for Success, de voedselbank en natuurlijk Stadslab en Singelpark. De gemeente kan dit ondersteunen, maar moet vooral maatschappelijke initiatieven vaker de ruimte geven en deze niet overnemen. 2. Elke Leidenaar telt mee en doet mee Leidenaren werken, zitten op school of doen vrijwilligerswerk. Werk heeft daarbij topprioriteit. Wie hier echt niet toe in staat is, is niet zielig, maar een volwaardig lid van onze samenleving. Leiden heeft de laagste jeugdwerkloosheid van Nederland. Laten we dit zo houden. Vrijwilligerswerk wordt gestimuleerd door de maatschappelijke stages op scholen te behouden. Misbruik van uitkeringen wordt stevig aangepakt. Leiden is een veelkleurige stad, waar iedereen die zijn steentje bijdraagt welkom is. 3. Gebruik de kracht van de stad Leiden kan alleen een sterke stad blijven, als we kiezen voor wat Leiden uniek maakt: onze kenniseconomie en de bruisende binnenstad. Die stad kenmerkt zich door internationale top-‐kennis, maar ook door historie, cultuur en kleinschaligheid. Daarin moet, net als in de bereikbaarheid van dat moois, geïnvesteerd worden. Geen megalomane nieuwe plannen, maar renovatie en hergebruik is dus het motto. De Leidse kleine ondernemer is de ruggengraat van de economie. Daarom kiezen we voor minder regels, meer parkeerplaatsen en voor één, leuke koopzondag per maand. 4. De wijk is je thuis Of je nu jong bent of oud, dichtbij huis moet je vinden wat je nodig hebt om het leven in Leiden goed te maken: school, sport, een buurtwinkel of goede zorg. Wij zorgen daarom voor extra gymzalen in wijken. Ook steunen we het opknappen van wijkwinkelcentra. Sportverenigingen krijgen uitbreiding of nieuwe accommodaties. Het openlucht zwembad De Vliet blijft open. Parken zijn parels in de stad en hebben bijzondere aandacht. Het onderwijs en de zorg zijn kleinschalig en vertrouwd. 5. Samen staan we sterker Familie en vrienden vormen een vertrouwd netwerk dat onvervangbaar is. Eenzaamheid en uitsluiting zijn verschrikkelijk. Laat mensen elkaar ontmoeten en met elkaar de handen uit de mouwen steken. Ook ouderen moeten zich deel blijven voelen van de Leidse samenleving. Om zorg te behouden, wordt ook een beroep op het netwerk van mensen gedaan. Voor zorg aan het lichaam blijft altijd professionele hulp beschikbaar. 39
6. Fatsoen moet je doen We gaan fatsoenlijk met elkaar om in Leiden. Hufterig gedrag wordt aangepakt. Geweld is onacceptabel. Wij maken ons grote zorgen over drankmisbruik en harddrugs. We zijn tegen coffeeshops vlakbij scholen en willen ook dat de regels rond coffeeshops streng gehandhaafd worden. Vervuiling, waaronder overlast door meeuwen, wordt aangepakt. De stad en de wijken zijn schoon en mede daardoor veilig. 7. Eerst verdienen, dan pas uitgeven Niet meer geld uitgeven dan je binnen krijgt. De financiën op orde. Geen extra lastenverhogingen, geen uitbreiding van betaald parkeren. Bij tegenvallende inkomsten moeten de uitgaven terug door structurele bezuinigingen en hervormingen. Sommige taken hoeft de gemeente niet per se zelf uit te voeren, zoals vuilophaal of onderhoud van kleedkamers. Het bedrijfs-‐ of verenigingsleven is hier soms beter (en goedkoper) toe in staat.
40