Wisselwerk, startpunt van een sterke stad Sprong naar nieuw…..
© Wisselwerk 2005
Inleiding: Dit compacte document geeft in een notendop onze visie en strategie voor de komende jaren weer. Een sterke stad wordt gekenmerkt door stevige verbanden. Levendige buurten en wijken, mensen die betrokken zijn met elkaar en met de omgeving. Apeldoorn heeft alles in zich om nog verder uit te groeien tot een grote stad met de beleving van kleinschalige betrokkenheid. Dat is een onmiskenbare kracht die wij als Wisselwerk verder willen uitbouwen. Óók in een tijd van bedreigingen willen we met flair en een positieve grondhouding onze kennis en vaardigheden toevoegen, en daarmee inwoners van de stad activeren en stimuleren om hun talenten in te zetten. In de verwachting dat dit bijdraagt aan trotse inwoners van een sterke stad, Liesbeth Keppel
© Wisselwerk 2005
Wisselwerk; startpunt voor een sterke stad (Wisslwerk WMO proof) DE SPRONG NAAR NIEUW 1. Wat is er sinds anderhalf jaar gaande? De op komst zijnde WMO (1 juli 2006) met een doorgaande lijn vermaatschappelijking / extramuralisering, vraagt om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Onze zorgvuldig opgebouwde verzorgingsstaat, gebaseerd op vier verschillende typen solidariteit (verwantschaps- territoriale- , identificatie- en georganiseerde solidariteit) laat grote verschuivingen zien als de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning wordt ingevoerd. De reactie van velen op het huidige kabinetsbeleid luidt dat er sprake is van afbraakbeleid. Het kabinet echter formuleert het als volgt: de burger moet zijn / haar eigen verantwoordelijkheid weer nemen. Om dit te bereiken is een grote omslag in het denken en handelen nodig. 2. Dilemma’s Door de economische groei en de daarmee gepaard gaande sociale mobiliteit leven ouders, kinderen en andere familieleden al lang niet meer in elkaars nabijheid. De gewenste deelname aan het economische proces (en het credo: werk, werk, werk) staat haaks op plichten in het kader van mantelzorg. Buurtgemeenschappen zijn verdwenen, zeker in de steden, en de buren zijn anoniem geworden. Een wij-gevoel heeft plaats gemaakt voor het gevoel van ‘ieder voor zich’ en in plaats van sociale cohesie en sociale structuren is er een ver doorgevoerd individualisme. Waar zijn de netwerken waar de burger met eigen verantwoordelijkheid straks zijn / haar steun kan geven en weg moet halen? De werking van een op handen zijnde wet en de huidige praktijk liggen mijlen ver uit elkaar. 3. Een breder kader voor de WMO In plaats van een vangnetvoorziening voor de individuele kwetsbare burger kan de WMO ook in een breder perspectief worden geplaatst. De wet als hefboom voor (nieuwe) gemeenschapszin. Naast het opvangen van de kwetsbaren zou de wet eveneens gericht moeten zijn op het faciliteren en stimuleren van informele netwerken, van informele ondersteunende relaties tussen kwetsbare en weerbare burgers. De wet zou, naast uitvoerend, ook voorwaarden scheppend moeten zijn voor het terugbrengen van sociale structuren, van netwerken, waarbinnen elke burger zijn / haar eigen verantwoordelijkheid kan nemen, maar waaraan de (nog) weerbare burger ook kan bijdragen. Bijdragen aan een versterking van de solidariteit langs andere kanalen dan tot nu toe gebruikelijk waren in de verzorgingsstaat. Niet alleen: ‘de staat zorgt voor mij,’ maar ‘wij zorgen voor onszelf en mede voor elkaar.’ 4. De opdracht De opdracht begint met bevordering van participatie, zodat het individu zich opnieuw kan verbinden met het collectief. Dat zal in ieder geval de centrale opdracht zijn van ónze uitleg van de WMO, wil deze wet inderdaad de verantwoordelijkheid van de burger voor zichzelf en voor elkaar versterken. In het kader van de kernopdracht van onze organisatie, vertalen wij de opdracht als volgt: Het maken van verbinding en het zoeken naar samenhang van de professionele arrangementen met de (informele) netwerken en daarmee het individu verbinden met het collectief. Wij veroorzaken zelforganisatie. 5. De vragen van klanten © Wisselwerk 2005
Vanuit het concept ‘een aangenaam leven voor de (steun zoekende) burger’ moeten we brede profielen opstellen. In die profielen kijken we niet alleen naar de opties voor wat vraagt de burger, maar ook naar de versterking van het oplossend vermogen, zijn bijdrage aan het collectief en het gebruik van netwerken hierbij. Een versterking van het collectief is om meerdere redenen een waardevolle insteek en levert op termijn een besparing op de individuele hulp, is onze stelling! Welzijn komt in veel gevallen voor zorg en is een goedkopere en effectievere oplossing. Vanuit de individuele zorg naar het collectieve netwerk en vanuit het collectief naar aanvullende individuele zorg is pas echt ‘zorg op maat.’ Concreet betekent het dat wij ons verbinden met veel verschillende zorgaanbieders om aanvullend- óf vooruitlopend op zorg, welzijnsdiensten aan te bieden en de schakel- / wisselfunctie in de diverse netwerken te realiseren. 6. De informele netwerken We onderscheiden drie soorten informele netwerken die we (kunnen) versterken: 1 Mantelzorg Vrijwilligers, vaak familieleden, verwanten zijn ondersteunend t.b.v. mensen met zorg. Voor de versterking van het netwerk mantelzorg zijn in de stad reeds meerdere ingangen. Voorbeelden zijn De Kap, het LOT, maatjesprojecten in de psychiatrie etc. 2 Het territoriale netwerk De straat, de buurt, de wijk (buurtnetwerken, projecten van buurtpreventie en bemiddeling, de Brede School, de servicezone’s, wijksteunpunten, de bibliotheek op loopafstand, het buurthuis). 3 Categorale netwerken Het wijdvertakte verenigingsleven en de vele actieve vrijwilligers die samen maken dat sport, muziek, natuur, cultuur, gezondheidszorg als faciliteit, als hobby, kansrijk blijven bestaan; toegankelijk en levendig elk met een eigen dynamiek. Sinds oktober 2004 in Apeldoorn professioneel ondersteunt door het Verenigingsburo.nl (hét knooppunt voor informatie, ondersteuning, kenniscentrum op het gebied van vrijwilligerswerk en het verenigingsleven, maar ook de activiteiten van de vrijetijdsmakelaar t.b.v. verstandelijk gehandicapten) 7. Naar 40 knooppunten in de stad Om diensten op het terrein van individuele en collectieve vragen goed in beeld te krijgen en te vernieuwen op basis van klantvragen zijn er knooppunten nodig. Wisselwerk is een netwerkorganisatie die werkzaam is in de haarvaten van Apeldoorn.
© Wisselwerk 2005
Altijd met vaste ketenpartners; de politie, het onderwijs, de wooncorporaties, sportverenigingen, thuiszorg, hulpverlenings- en zorginstellingen op diverse terreinen. Het samenwerken met partners is voor ons een absolute must en zullen wij in onze visie ook steeds uitdragen. Immers de omgekeerde beweging vindt thans ook plaats. De nieuwe tijd vraagt om instellingsoverstijgende samenwerking. De kernopdracht voor Wisselwerk is: het bevorderen van participatie van burgers/inwoners en het stimuleren van gemeenschapszin. Of anders gezegd; wij veroorzaken zelforganisatie. Deze kernopdracht wordt gerealiseerd op velerlei manieren en volgens veel verschillende methodieken, voor inwoners van alle leeftijden. De basismethodiek is dat er altijd met inwoners wordt samengewerkt, zodat er coproducties ontstaan. De onmiskenbare kracht van het welzijnswerk is dat (informele) netwerken worden geïnitieerd, gefaciliteerd, gecontinueerd, versterkt en verbonden. De werking van specie. De specifieke functie van de ouderenadviseur kan in al deze netwerken gezien worden als schakelfunctie en frontoffice. Steeds meer ontwikkelt deze functie, op het snijvlak van wonen – welzijn - zorg, zich als intercedent functie (vraagwijzer!) voor een brede groep kwetsbare burgers die om verschillende redenen op een ander spoor gezet dienen te worden. 8. Randvoorwaarden Om deze beweging effectief in gang te zetten dienen de volgende randvoorwaarden te worden uitgewerkt: • Het op lokaal niveau in samenwerking met partners, ontwikkelen van een voldragen visie op “nieuwe” gemeenschapszin, waarbij het uitgangspunt is; iedereen doet mee!! Een samenleving veronderstelt dat er ook sámen geleefd wordt en dat laatste moeten we opnieuw leren. Aandacht dus voor een lokale vitale samenleving als contramal van individuele autonomie en verantwoordelijkheid. • Het ontwikkelen van stimulerend instrumentarium om dit te bereiken. Ketenregie op verschillende niveaus verder vormgeven. We kunnen immers niet bouwen als een stevig fundament ontbreekt. (Tweeledig: instrumentarium dat gericht is op het verstreken en aanspreken van lokale, sociale verbanden. Én instrumentarium dat gericht is op het leggen van relaties tussen informele steun en professionele steun.) • Inclusief denken wordt onze tweede natuur, dat op alle niveau’s verder ontwikkeld wordt. Wij durven onze tanden te zetten in complexe samenlevingsvraagstukken. Wij zijn in staat om samen met partners lastige problemen op te lossen. • Wij zijn dáár waar mensen van de stad ons nodig hebben.
© Wisselwerk 2005
9. Concreet binnen Wisselwerk en zichtbaar in de stad: • Veel aandacht voor de kracht van de professional. Ruimte binnen vastgestelde kaders. Ook de samenwerking met diverse partners opti-maliseren en vastleggen in samenwerkingsovereenkomsten. • Een actieve en voortvarende houding naar de ontwikkeling van de meer dan 30 geplande servicezone’s, zorgsteunpunten, Brede Scholen en vleugelscholen. Deze plaatsen zien wij als territoriale knooppunten in de stad, waarbij ons document van 4 naar 40, met de gedetecteerde kansgebieden leading wordt. Ook hierbij de locaties van GGZ/VG en LG niet uit het oog verliezen. Het gaat bij het binden en verbinden om de magische mix. Bovendien willen we dat dure gebouwen (scholen etc.) beter benut worden. • De inbreng van onze expertise in de verschillende fases van ontwerp tot uitvoering bij gebiedsgericht werken. Sociaal heeft fysiek heel wat te vertellen en dat weten ze. Maar zijn we er zelf ook genoeg van doordrongen en gedragen we ons ernaar? • Het aanstellen van kwartiermakers (opbouwwerkers en andere functionarissen) die het plan van aanpak om tot realisatie van de knooppunten, handen en voeten weten te geven. • Het inbrengen van sociaal culturele activiteiten gericht op het verbinden van het individu met het collectief, maar ook vice versa. En gericht op intergenerationele activiteiten. Bovendien, het in contact brengen van weerbare mensen met kwetsbare mensen. Er zijn, dáár waar mensen gemarginaliseerd worden. • De functie van vraagwijzer/schakelfunctionaris (ouderenadviseur plus) uitwerken in relatie tot onze visie. • Transformeren van huidige activiteitencentra naar gevarieerde ontmoetingsplaatsen voor verschillende doelgroepen en daarbij de inzet van buurthuizen optimaal benutten. • Integratievraagstukken in straten, buurten en wijken worden met verve en oplossingsgericht opgepakt. • Vernieuwend vrijwilligerswerk: In de eerste plaats dient onze ondersteuning zichtbaar en herkenbaar te zijn. Wij weten mensen te boeien en te binden. Met als nevendoel: vele Apeldoornse inwoners mobiliseren: (inspirerende voorbeelden: maatschappelijke stages in overleg met onderwijs, “Wat doe jij voor de stad?” Amsterdam, De Vergeet Mij Niet dag). Maar ook het ondersteunen van vrijwilligers van de zorgcentra. Dit als nieuw product gaan ontwikkelen en aanbieden. • Buurtbemiddeling als methodiek nader onderzoeken en een driejarig project starten in samenwerking met de Stedendriehoek. Deventer en Zutphen hebben erg goed lopende projecten waar we graag bij willen aansluiten. • Het initiëren, coördineren en afstemmen van diverse activiteiten in de stad vraagt nieuwe vaardigheden / competenties van de organisatie en van onze medewerkers. De twee kerncompetenties voor onze organisatie zijn: samenwerken en resultaatgerichtheid. Deze worden vertaald in gedragstermen. Voor een groots opgezette activiteitenkalender onderzoeken we samenwerking met Accres, Markant en Gigant. • Het maken van een nieuwe productencatalogus en het benutten van vrije ruimte om een hit en run beleid te kunnen voeren. • Het verder doorontwikkelen van kwaliteitsbeleid en integreren in de matrixorganisatie. (Teams / clusters) © Wisselwerk 2005
• • •
Een strategisch personeelsplan in ontwikkeling maakt duidelijk hoe wij flexibiliteit de komende jaren realiseren. Accommodatiebeleid maakt zichtbaar dat het primaire proces optimaal wordt ondersteund met als bijkomend doel dat we minder in stenen en meer in mensen kunnen investeren. Een goed doortimmert PR- en communicatieplan.
10. Bronnen: • Swot analyse Wisselwerk • Strategic research: Wisselwerk en WMO Analyse.svp (quickscan) • Onderzoeksrapport: sociaal isolement in Nederland. SCP • Essay: Het belang van de Wet maatschappelijke ondersteuning Dr. R.P. Hortulanus • Tijd van onbehagen. Essays. Ad Verbrugge Sun • Voordracht; meer dan een dak juni 2004. Hans Wolf • Kadernotitie Wisselwerk 2006-2010 • Klein pleidooi tegen grote distantiering in de zorg. Andries Baart • WRR rapport: bewijzen van goede dienstverlening • WRR rapport: vertrouwen in de buurt 11. Uitwerking van de visie in beleid: • Kader notitie 2006-2010 Gemeente Apeldoorn in samenwerking met Wisselwerk • PR- en communicatieplan • Strategisch personeelsbeleid i.o. • Talentmanagement • Kwaliteitsmanagement i.o. • Prestatieafspraken met de Gemeente Apeldoorn in programmalijnen en productkaarten i.o. • Vrijwilligersbeleid: De ‘V’ van.vrijwilligers • De kunst van werken • Positionering Verenigingsburo • ICT beleid i.o. 12. Checks en balances Interne en externe instanties en instrumenten bewaken de kernopdracht, de kwaliteit en de behaalde resultaten. Er vindt jaarlijks verantwoording plaats met betrekking tot de resultaten van productieafspraken en de financiële vertaling ervan, naar Gemeente Apeldoorn en klanten. Klanttevredenheidsonderzoek, klantenpanels, kwaliteitsmanagement staan eveneens borg voor het feedback mechanisme in de bedrijfscyclus.
© Wisselwerk 2005