Voortgangsrapportage 2015
Sterk in samenredzaamheid
Voortgangsrapportage 2015
Stichting Welzijn Brummen
3
Voortgangsrapportage 2015
Voorwoord Onder het motto ‘nieuw voor oud’ werken we vanuit de verschillende onderdelen, in samenwerking met burgers, vrijwilligers en lokale samenwerkingspartners, aan de beoogde kanteling. Als basis voor de verantwoording dienen de resultaatafspraken 2015 en de daarin vermelde nieuwe opdrachten en prestatie indicatoren, hier en daar aangepast of aangescherpt door voortschrijdend inzicht. Het veranderingsproces waar we samen voor staan, vereist onder meer creativiteit, geduld, doorzettingsvermogen en ondernemerschap. Bovenal vereisen de opgaven die we moeten volbrengen dat we groeien in veerkracht. In die zin werkt het voor ons helemaal niet zo anders dan voor de mensen met en voor wie we werken. Het is een zoektocht naar verbreding en versterking van eigen kracht die vraagt om anders denken en anders doen, veelal zonder dat er methodische voorbeelden voorhanden zijn, of vastomlijnde einddoelen. Ondanks de onzekerheid die dit soms met zich meebrengt, wordt er op alle niveaus optimistisch en keihard aan gewerkt. Zonder andere werkonderdelen tekort te willen doen, noemen we de introductie van de digitale buurtmarktplaats Buurtkanaal, de transformatie van het reguliere opbouwwerk naar de bredere functie Samenlevingsopbouw, het jongerenwerk nieuwe stijl onder de noemer Talenthouse, de ambitieuze kanteling van Vrijwilligerscentrale naar Servicepunt Vrijwillige Inzet, de verandering van de functie van de inloopspreekuren en het nieuwe project Buurtklus. Met als overeenkomst een benadering van doelgroepen en vrijwilligers waarin de focus ligt op het (her)ontdekken versterken van de eigen en elkaars talenten. Geen onderdeel staat hierbij op zichzelf; diensten en voorzieningen staan in verbinding met elkaar en met activiteiten van andere organisaties, en vullen elkaar aan. Juist door die verbinding worden burgers in staat gesteld stapsgewijs hun zelfredzaamheid en participatie te vergroten. In de prestatieafspraken is vastgelegd dat wij onze Maatwerk Dagbesteding ombuigen naar Dagbesteding Algemene Voorzieningen in beide dorpskernen. Daarnaast wordt de GGZ-inloop die we reeds enkele jaren uitvoeren, uitgebreid naar een dienstverlening in beide dorpen binnen de Algemene Voorzieningen. De bijbehorende productomschrijvingen en offertes treft u separaat aan bij deze voortgangsrapportage. Met dit voortgangsverslag geven we u een indruk van hoever we in het kantelingsproces staan, van de wijze waarop we bezig zijn en van de eerste resultaten. Aangevuld met trends, signalen en aandachtspunten kan het geheel worden gebruikt als onderlegger voor de evaluatie met de gemeentelijke opdrachtgever. In dat gesprek delen we graag onze verdere bevindingen en expertise, om samen tot verdieping te komen.
Stichting Welzijn Brummen
4
Voortgangsrapportage 2015
Voorwoord Ter voorbereiding op de evaluatie heeft het college van B & W ons in het laatste bestuurlijke overleg verzocht een paragraaf op te nemen over hoe we onze eigen toekomst zien. Deze notitie is als bijlage toegevoegd aan deze rapportage. We zijn zeer verheugd te vernemen dat er, na een aantal overgangsjaren, in het najaar besluiten worden genomen over onze taakstelling voor de komende jaren. Uiteindelijk hopen we de palen te slaan voor een koers waarin we met een gezonde mix van eigen en gebundelde kracht de uitdagingen waar we voor staan, kunnen realiseren. Yvonne ten Holder, directeur Stichting Welzijn Brummen juni 2015
Stichting Welzijn Brummen
5
Voortgangsrapportage 2015
Inhoudsopgave
Voorwoord
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Digitale Buurtmarktplaats Ondersteuning burgerinitiatieven en zelforganisaties Sociale Veiligheid en leefbaarheid Ambulant (jongeren) opbouwwerk Maaltijdendienst
8 12 16 19 24
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Talenthouse Beheer JOC’s Doelgroepgerichte activiteiten jeugd en jongeren 12-21 jaar Schoolmaatschappelijk Werk Samen opvoeden Family Focus Combinatiefunctionaris Sport Combinatiefunctionaris Cultuur
26 31 34 37 38 39 41 45
3
Servicepunt Vrijwillige Inzet
48
4
Servicepunt Mantelzorg
52
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Dagelijkse inloopspreekuren sociaal maatschappelijke ondersteuning en hulpverlening Algemeen Maatschappelijk Werk Budget Advies Centrum Ouderenadvisering Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers Taalcoach Coördinatie ex-gedetineerden Zorgcoördinatie huiselijk geweld
56 59 63 67 69 73 75 77
6.1 6.2
Ontmoeting Plein Vijf Ontmoeting Tjark Riks Centrum
79 79
7.1 7.2
Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen Ontwikkelen GGZ inloop binnen Algemene Voorzieningen
83 90
8.1 8.2 8.3
Buurtklus Sociale Activering Beschut Werken
93 95 98
Stichting Welzijn Brummen
4
7
Voortgangsrapportage 2015
1.1 Digitale Buurtmarktplaats 1. Opdracht Vergroot de onderlinge betrokkenheid tussen burgers en versterk de informele netwerken in de buurt door realisatie van een digitale buurtmarktplaats.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1.
Aantal geworven buurtverbinders
7
2.
Aantal ondersteunde ingezette buurtverbinders per buurt
-
3.
Activiteiten/trainingen buurtverbinders
3
4.
Tevredenheid buurtverbinders over ondersteuning en begeleiding (steekproefsgewijs)
5.
Aantal ondersteunde bewoners- en vrijwilligersinitiatieven per kern/buurt
-
6.
Aantal inwoners dat gebruik maakt van de site
-
7.
Aantal hulpvragen
-
8.
Aantal hulpaanbiedingen
-
Prestatie eenheid
Stichting Welzijn Brummen
Gerealiseerd 31-12-2015
209 uren
8
Voortgangsrapportage 2015
1.1 Digitale Buurtmarktplaats 2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal geworven buurtverbinders We hebben er voor gekozen om in de voorbereiding van de lancering van de site niet meteen in alle buurten de vertegenwoordiging van een buurtverbinder te zoeken. Eerst willen we met een klein groepje buurtverbinders een concrete opstart maken, om vervolgens ‘de olievlek’ te verspreiden. Na de lancering in september verwachten we dan ook nieuwe buurtverbinders aan te kunnen trekken voor buurten die nog niet vertegenwoordigd zijn. Prestatie indicator 2: Aantal ondersteunde ingezette buurtverbinders per buurt Na de inspiratieavond in februari jl. zijn we in vijf buurten van start gegaan. Buurtverbinders zijn in hun buurt allerlei relevante informatie aan het verzamelen en digitaal aan het ordenen op de website, zodat bewoners bij de lancering een helder beeld hebben van de mogelijkheden en zo snel mogelijk onmiddellijk aan de slag kunnen. Al gauw is de naam “Buurtkanaal” gekozen. Eén vrijwilliger van Buurtkanaal is IT ondersteuner en in Leuvenheim zijn er twee buurtverbinders. Prestatie indicator 3: Activiteiten/trainingen buurtverbinders Buurtkanaal moet een laagdrempelig en informeel karakter krijgen; dat neemt niet weg dat de voorbereiding professioneel is. We hebben drie eendaagse trainingen voor de vrijwilligers georganiseerd die alle betrokkenen als zeer inspirerend hebben ervaren. Dit waren de thema’s: 1. Aan de slag als buurtverbinder, wat betekent dat? Hoe werk je op het platform? 2. Het platform inrichten, de menustructuur ontwerpen. Hoe kom je aan de content, hoe schrijf, plaats en verspreid je deze en hoe zorg je dat mensen erop reageren? Hoe ga je om met negatieve reacties (webcare)? 3. Uitwerken stappenplan mijnbuurtje. Hoe luister je online en offline naar de buurt; hoe kun je monitoringstools hierbij inzetten? Hoe benut je presentatie- en gesprekstechnieken om de buurt te betrekken? Hoe verdeel je de taken? Prestatie indicator 4: Tevredenheid buurtverbinders over ondersteuning en begeleiding De tevredenheid in de eerste fase is prima. Aan het eind van het jaar, nadat de website een kwartaal in de lucht is, doen we opnieuw een meting. Prestatie indicator 5: Aantal ondersteunde bewoners- en vrijwilligersinitiatieven per kern/buurt In deze periode nog niet van toepassing. Prestatie indicator 6: Aantal inwoners dat gebruik maakt van de site Dit kunnen we medio juni 2016 goed in kaart brengen. Prestatie indicator 7 en 8: Aantal hulpvragen en aantal hulpaanbiedingen Negen maanden na de lancering (juni 2016) is hier een reëel beeld van te zien. Eerst zullen veel mensen toeschouwer zijn, vervolgens worden ze deelnemer en vanaf dat moment zullen ze de eerste hulpvragen plaatsen. Ditzelfde geldt voor de hulpaanbiedingen.
Stichting Welzijn Brummen
9
Voortgangsrapportage 2015
1.1 Digitale Buurtmarktplaats 3. Signalen en prioriteiten komende periode Buurtkanaal: samenlevingsopbouw in optima forma! Het concept Buurtkanaal (afgeleid van de landelijke, gecertificeerde aanpak ‘Mijn buurtje’) vinden wij in één woord fantastisch. Het nodigt alle burgers, jong en oud, uit om te participeren en kan daarmee uitgroeien tot samenlevingsopbouw in optima forma. Diversiteit aan vragen en interactie De interactie tussen burgers zal veelal kort en dynamisch zijn. Lichte vraagstukken binnen het sociale domein kunnen vlot en min of meer vanuit zichzelf opgepakt en opgelost worden. Voor de langdurige en/of meer complexe vragen hopen we een geheel nieuw segment vrijwilligers aan te boren. Hier is dringend behoefte aan; bij het project Schakel zien we momenteel een wachtlijst van cliënten die dringend behoefte hebben aan een zogenaamde ‘zorgvrijwilliger’. Verbinding op vele manieren en niveaus De eerste maanden van dit jaar hebben in het teken gestaan van voorbereiding, deels zichtbaar, deels achter de schermen. Na de lancering van Buurtkanaal zal het begrip ‘verbinding’ dat de rode draad vormt in dit concept, op allerlei manieren gestalte krijgen. De website vormt de digitale brug tussen burgers onderling; buurtverbinders zijn actief op de achtergrond én als levende en zichtbare schakels binnen buurten. Daarnaast zijn er de ondersteunende netwerkdiensten, waaronder onze inloopspreekuren. Hier worden burgers die komen met een zorg- of hulpvraag bekend gemaakt met de mogelijkheden van Buurtkanaal. Het inloopspreekuur vormt een belangrijke rol bij het filteren van vragen en behoeften. Is professionele hulp daadwerkelijk nodig, dan wordt het door ons opgepakt of doorverwezen naar Team voor Elkaar; kan een lichtere vorm worden ingezet, dan wordt met de burger gekeken naar de mogelijkheden binnen onder andere Buurtkanaal. Aandacht voor ‘digibeten’ Speciale aandacht is er voor burgers die iets willen vragen of aanbieden, maar niet vertrouwd zijn met digitale communicatie. Dit mag geen beletsel zijn om gebruik te maken van de mogelijkheden van Buurtkanaal. Tegelijkertijd pakken we dit signaal op om te kijken hoe groot de groep is die een digitale achterstand heeft en wat we kunnen doen om deze achterstand in te lopen. Na de lancering zal nog intensiever gewerkt worden aan vergroting van de bekendheid, verbreding van het draagvlak, stimulering en ondersteuning van het gebruik van Buurtkanaal. Het doel is vragen, behoeften en talenten van burgers zichtbaar te maken en in te zetten ten behoeve van elkaar. We geloven sterk in die eigen kracht en de bereidheid binnen onze gemeente – de buurtverbinders zijn er een mooi voorbeeld van – maar we moeten ook reëel zijn en beseffen dat de beoogde kanteling zeker in de eerste periode een duwtje in de rug nodig heeft. Zowel organisaties als burgers moeten een omslag in denken en handelen maken die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd is. De professional vervult dan ook een faciliterende en stimulerende rol en houdt de helikopterview.
Stichting Welzijn Brummen
10
Voortgangsrapportage 2015
1.1 Digitale Buurtmarktplaats Pionieren ja! Maar niet blind Hoezeer we ook geloven in de kracht van real life samenzijn en face to face contact, de digitale samenleving is een olievlek die zich razendsnel verspreid en vergroot. Voor een toenemend deel van de burgers is dit de eerste stap – en soms de enige – om verbinding te maken met anderen. Blikken we terug, dan vragen we ons weleens af of we hier als lokale brede welzijnsorganisatie snel genoeg op in zijn gesprongen. Veel werkers zijn er niet voor opgeleid en bovendien past het niet in de cultuur van ons werk om vanachter het beeldscherm contact te leggen met mensen, en via korte berichten en smileys te ontrafelen hoe ‘de vlag er bij hangt’. We zijn gewend te focussen op gezichtsuitdrukking, lichaamshouding, toon, kortom: het hele scala aan non verbale signalen dat de mens tot zijn beschikking heeft, en vervolgens hierop in te spelen. En we geloven sterk in de kracht van de nabijheid, het persoonlijke contact. Deze manier van werken is nieuw en dus pionierswerk. Bovendien is het inschakelen van niet-professionals in de informele zorg geen vanzelfsprekendheid. Het is niet alleen in Brummen, maar in geheel Nederland een ongekende opgave waarvan we nog niet weten of en hoe het gaat werken. Kijken we naar de digitale buurtmarktplaats, dan kunnen vraag en aanbod zonder tussenkomst van de buurtverbinder of de professional van SWB tot stand komen. Burgers zijn zelf verantwoordelijk. Die basisgedachte is fantastisch en juichen we van harte toe. Echter, wie borgt de veiligheid (denk bijvoorbeeld aan grensoverschrijdend gedrag) en wie is verantwoordelijk als het mis gaat? Die vragen zullen we nog goed gaan uitwerken.
Stichting Welzijn Brummen
11
Voortgangsrapportage 2015
1.2 Ondersteuning burgerinitiatieven en zelforganisaties 1. Opdracht Bevorder de medeverantwoordelijkheid van inwoners voor hun eigen leefsituatie en bied tijdelijk ondersteuning aan initiatieven van actieve burgers en zelforganisaties.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1.
Aantal ondersteunende bewonersen vrijwilligersinitiatieven
9
2.
Aantal studiekringen voor en door ouderen
-
3.
Locatie ondersteunde initiatieven: - Gehele gemeente - Eerbeek - Brummen - Buitengebied
3 5 1
4.
Tevredenheid burgers over ondersteuning/ begeleiding
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
-
172 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal ondersteunende bewoners- en vrijwilligersinitiatieven In deze periode zijn 9 initiatieven ondersteund.
Stichting Welzijn Brummen
12
Voortgangsrapportage 2015
1.2 Ondersteuning burgerinitiatieven en zelforganisaties Prestatie indicator 2: Aantal studiekringen voor en door ouderen De werker die deze nieuwe opdracht in haar portefeuille heeft, heeft de eerste maanden contacten gelegd met ouderenbonden en samenwerkingspartners. Er is geïnvesteerd in relatieopbouw en in het inventariseren en onderzoeken van vragen en behoeften. De uitkomsten worden momenteel in kaart gebracht. Prestatie indicator 3: Locatie ondersteunde initiatieven In de verdeling per locatie valt op dat: - de meeste initiatieven (5) plaatsvinden in Eerbeek: Buurtkamer (actie sociale cohesie), Vrouwenwerkgroep Islamitische stichting, Centro Italiano, Diaconale Raad en Zonnebloem - 3 initiatieven zijn gericht op de gehele gemeente: Hartveilig wonen, Samenwerkende Ouderenbonden Gemeente Brummen (SOGB) en Brummense Bikkel - in Brummen op dit moment 1 initiatief wordt ontwikkeld en ondersteund, van de Zonnebloem. Prestatie indicator 4: Tevredenheid burgers over ondersteuning/begeleiding Tot nu toe zijn de reacties positief.
3. Signalen en prioriteiten komende periode De samenlevingsopbouwwerker legt dwarsverbanden tussen buurtbewoners, zelforganisaties, vrijwilligers en waar wenselijk of noodzakelijk met lokale organisaties en gemeente: horizontaal, verticaal en diagonaal! De uitdaging is om steeds nieuwe mensen te vinden die taken uitvoeren en verantwoordelijkheid willen nemen. Samenlevingsopbouw heeft in eerste instantie vaak een verbindende en coachende rol, om vervolgens geleidelijk aan naar de achtergrond te schuiven en op te treden en een klankbordfunctie te vervullen. Samenwerken in week tegen de eenzaamheid In samenspraak met de Protestantse Gemeente Eerbeek, de Bibliotheek, Woningstichting Sprengenland, Dorpsraad Eerbeek-Hall, vrijwilligers van de Buurtkamer en SWB wordt een plan uitgewerkt om in de week tegen de eenzaamheid organisaties/verenigingen in Eerbeek uit te nodigen om inloop- en open huisactiviteiten te organiseren. Vergezeld van een uitnodigende advertentie in de krant en flyers met een overzicht van de meewerkende organisatie/verenigingen. Ouderenbonden: nieuwe impuls nodig In de gesprekken met de ouderenbonden ANBO, KBO, PCOB en Stichting Ouderenwerk Hall valt op dat men behoefte heeft aan nieuwe bestuursleden. De mogelijkheden om lokaal activiteiten te ontwikkelen, worden kleiner. Het feit dat de aansturing nu meer regionaal plaatsvindt, brengt lokaal onrust met zich mee. Een aantal activiteiten stopt wegens te weinig deelname; veel leden zijn passief lid. Mogelijk kan een onderzoek onder leden worden gehouden om behoeften te peilen en te kijken wat nodig is om mensen zelf actief te laten bijdragen. Een studiegroep zou hierin het voortouw kunnen nemen.
Stichting Welzijn Brummen
13
Voortgangsrapportage 2015
1.2 Ondersteuning burgerinitiatieven en zelforganisaties Zonnebloem: nieuwe doelgroep en aanpak Deze organisatie gaat zich naast ouderen ook richten op jongere deelnemers met een beperking. Dit heeft gevolgen voor de vrijwilligers die bij hen actief zijn. Ook bij de Zonnebloem gaat de aansturing meer centraal geregeld worden. Waar de organisatie zich eerder toelegde op het organiseren van reisjes, gaat zij nu activiteiten van dagdelen regelen, zoals rolstoelwandelen. Een kanteling waar ook het netwerk op moet inspelen. Signaal diaconie: hulpvragen stijgen, behoefte aan noodopvang Eerbeek In mei is de diaconale raad Eerbeek bezocht, samen met een collega maatschappelijk werker. Doel: hernieuwd kennismaken (aan beide zijden zijn er nieuwe gezichten) en de ontwikkelingen naar aanleiding van de drie decentralisaties bespreken. De diaconie signaleert dat hulpvragen in de gemeente toenemen. Zij verzorgt de eerste opvang, noodhulp, regelt leefgeld en de toeleiding naar meer professionele hulpverlening. De diaconie is op zoek naar mogelijkheden voor noodopvang binnen Eerbeek, voor bijvoorbeeld een paar dagen tot maximaal een week. Dit is nu niet voorhanden. Overige kerken: diverse vragen De RK kerk in Loenen-Eerbeek heeft ruim 400 leden in Eerbeek en geeft aan het lastig te vinden om vrijwilligers te krijgen voor het organiseren van activiteiten. De RK Sint Andreaskerk in Brummen heeft een actiegroep opgericht voor behoud van het kerkgebouw. Leden die nu in de regio Brummen, Leuvenheim, Oeken, Hall, Empe en Tonden wonen, zullen, als de kerk hier verdwijnt, naar Arnhem, Zutphen of Apeldoorn moeten. Er wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingsvormen die bijvoorbeeld kunnen uitmonden in arbeidsmatige dagbesteding waarmee het achterstallige onderhoud van het clubgebouw aangepakt kan worden. Daarnaast wordt gezocht naar mogelijkheden om de activiteiten ten behoeve van de gemeente te vergroten. De Protestantse Pancratius Kerk Brummen die actief is op allerlei gebieden bezig met het opzetten van een Kledingbank en zoekt hiervoor ruimte. Hierover is contact met de Tineke Hut Stichting en de Cromhout stichting voor armoedebestrijding. Islamitische stichting: signaal isolement oudere dames De Vrouwenwerkgroep Islamitische stichting geeft aan dat er behoefte is aan activiteiten voor oudere dames in de periode oktober-april. Het blijkt dat veel Turkse gepensioneerden gedurende de zomer in Turkije verblijven, maar in de winterperiode naar Nederland terugkeren, omdat de huizen hier beter verwarmd zijn. Ze komen echter de deur nauwelijks uit.
Stichting Welzijn Brummen
14
Voortgangsrapportage 2015
1.2 Ondersteuning burgerinitiatieven en zelforganisaties We hebben afgesproken om een interesse inventarisatie te doen onder de oudere dames. Daarnaast peilen we bij jongere vrouwen of zij interesse hebben om activiteiten te helpen organiseren. Bijvoorbeeld om de oudere dames op te halen en thuis te brengen, of om zelf activiteiten te bedenken en/of uit te voeren. Verder onderzoeken we de mogelijkheid om een paar Turkse jongedames bij de Bibliotheek de Klik & Tik cursus te laten volgen, om deze vervolgens aan meer Turkse dames te kunnen geven. Als dit lukt, dan wordt hiermee de drempel naar het digitale dorpsplein verlaagd en de kans dat zij dit actief gaan gebruiken, als vrager of aanbieder, vergroot. Centro Italiano interesse in Bloemen van Toen Het Centro Italiano is geïnteresseerd in Bloemen van Toen. De Italiaanse heren zijn 30 tot 50 jaar geleden naar Nederland gekomen, allen met Nederlandse vrouwen getrouwd en goed ingeburgerd. Ze vinden het leuk en nuttig om te vertellen over de ervaringen van hun komst naar Nederland en hun verdere inburgering en verblijf hier. Meedenken over toekomst Buurthuis Tonden Buurthuis de Sterre in Tonden ziet de activiteiten teruglopen doordat het leerlingenaantal in de omgeving terugloopt. Ze zijn op zoek nieuwe mogelijkheden; de samenlevingsopbouwwerker heeft meegedacht en een aantal suggesties gedaan.
Stichting Welzijn Brummen
15
Voortgangsrapportage 2015
1.3 Sociale Veiligheid en leefbaarheid 1. Opdracht Organiseer in overleg met wijkraden activiteiten waardoor burgers zich kunnen identificeren met hun wijk en op een vreedzame manier kunnen samenleven. Samenwerking met relevante partijen is hierbij van belang.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal geworven, ingewerkte en ondersteunde buurtbemiddelaars
6
2. Aantal aangemelde buurtbemiddelingen - Brummen - Eerbeek - Buitengebied
11 3 8 0
3. Aantal afgesloten buurtbemiddelingen
8
4. Aantal geslaagde buurtbemiddelingen
7
5. Tevredenheid betrokken buurtbewoners over buurtbemiddelingen
-
6. Aantal bijeenkomsten sociaal overleg
4
7. Aantal nieuw ingebrachte besproken casussen - Brummen - Eerbeek - Buitengebied
10 8 2 0
8. Contacten dorps- en wijkraden
8
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
189 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal geworven, ingewerkte en ondersteunde buurtbemiddelaars Momenteel zijn er 6 actieve buurtbemiddelaars; 1 bemiddelaar heeft afscheid genomen.
Stichting Welzijn Brummen
16
Voortgangsrapportage 2015
1.3 Sociale Veiligheid en leefbaarheid Tijdens twee trainingsbijeenkomsten, georganiseerd in samenwerking met het buurbemiddelingsproject Enschede om de kosten te drukken, hebben de buurtbemiddelaars ervaringen uitgewisseld en gewerkt aan diverse thema’s: inzicht in eigen rol, de-escalatie conflicten, maximaal herstel communicatie en het maken van werkbare afspraken. Prestatie indicator 2, 3 en 4: Aantal aangemelde, afgesloten en geslaagde buurtbemiddelingen In de eerste 5 maanden zijn er 11 aanmeldingen voor buurtbemiddeling geweest; 8 uit Eerbeek en 3 uit Brummen. 1 Persoon heeft zichzelf gemeld, 6 kwamen via de woningstichting en 4 via de politie. - In één situatie hebben we informatie verstrekt en de aanmeldster geadviseerd eerst zelf met steun van iemand anders contact met de buurman op te nemen, omdat ze dit nog niet had gedaan. Mocht dit geen resultaat opleveren, dan zou SWB weer in beeld komen. - Twee aanmeldingen leidden niet tot een bemiddelingsgesprek, omdat ofwel de aanmeldende partij ofwel de tweede partij niet wilde deelnemen. - Drie bemiddelingen zijn succesvol afgerond, naar tevredenheid van beide partijen. - Bij één aanmelding was buurtbemiddeling niet meer nodig, omdat het probleem niet langer aanwezig was. - Een andere aanmelding is opgelost na een adviesgesprek met partij A nadat een bemiddeling niet tot stand was gekomen. - Een aanmelding loopt nog, een andere aanmelding is doorverwezen naar het maatschappelijk werk en een derde aanmelding is recent uitgezet bij twee bemiddelaars. Prestatie indicator 5: Tevredenheid betrokken buurtbewoners over buurtbemiddelingen We onderzoeken of hiervoor bruikbare instrumenten beschikbaar zijn. Prestatie indicator 6 en 7: Aantal bijeenkomsten Sociaal Overleg, nieuw ingebrachte besproken casussen Er hebben vier bijeenkomsten Sociaal Overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van GGNet, verslavingszorg en de gemeente. Het aantal nieuw ingebrachte casussen is in Brummen 8 en daarmee beduidend hoger dan in Eerbeek (2). De doelgroep zijn zeer kwetsbare mensen die kampen met problemen op meerdere leefgebieden: zorg (geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid en zelfverzorging), wonen, dagbesteding, financiën, sociaal netwerk en/of veiligheid. Gemeenschappelijk kenmerk is dat deze mensen zichzelf niet goed kunnen redden en soms overlast veroorzaken, maar geen duidelijke hulpvraag hebben, dan wel geen hulp aanvaarden. Deze groep wordt ook wel ‘zorgwekkende zorgmijders’ genoemd. De besprekingen binnen het Sociaal Overleg leidden regelmatig tot outreachende huisbezoeken.
Stichting Welzijn Brummen
17
Voortgangsrapportage 2015
1.3 Sociale Veiligheid en leefbaarheid Prestatie indicator 8: Contacten dorps- en wijkraden De negen dorps- en wijkraden zijn belangrijke samenwerkingspartners die uiteenlopende activiteiten organiseren waarbij SWB regelmatig ondersteunt, onder meer met PR, voorbereiding van activiteiten en de onderlinge informatie-uitwisseling. Omgekeerd faciliteren de dorps- en wijkraden veel activiteiten, bijvoorbeeld het creëren van draagvlak voor een initiatief als het Cruijff Court. De samenlevingsopbouwwerker legt en onderhoudt contacten en koppelt bijvoorbeeld buurtverbinders en buurtsupporters van het digitale dorpsplein Buurtkanaal om activiteiten te versterken.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Minder nadruk op de problematiek, meer op het potentieel In voorgaande rapportages werd het aantal buurtbemiddelaars niet vermeld in de prestatie indicatoren. Met ‘het aantal aangemelde buurtbemiddelingen’ werd gedoeld op probleemsituaties tussen bewoners in buurten. Daar lag onze focus, en die van partners plus bewoners zelf, ook voornamelijk op. De probleemgerichte benadering is al die jaren vanzelfsprekend geweest. Nu er zo expliciet van overheidswege op eigen kracht en zelf- en samenredzaamheid wordt gestuurd, hebben we het gehele werk en de aanpak onder de loep genomen en ervoor gekozen om de buurtbemiddelaars op te nemen in de criteria. Bewust, om daarmee aan te geven hoe belangrijk het is dat je binnen een gemeente mensen vindt die bereid én in staat zijn iets te betekenen voor hun buurt en medemens. Buurtbinding en -kracht versterken De nadruk moet dan ook veel meer komen te liggen op het in kaart brengen van het potentieel in buurten en wijken, het mobiliseren van talent, van buurtkracht en kracht van buurtbewoners. Wordt deze zichtbaar, dan gaat er een positieve werking van uit die ook een preventieve uitwerking kan hebben. Conflicten lopen dan minder snel op, omdat buren minder anoniem zijn, elkaar gemakkelijker aan (durven) spreken en zich gesteund voelen door mensen om zich heen. Idealiter kan dan op den duur de functie buurtbemiddeling verdwijnen, omdat het zelfoplossend vermogen van een buurt dermate groot is geworden dat er geen externe hulp of ondersteuning meer nodig is. En waar een bemiddeling niet leidt tot een oplossing, wordt het feit dat de onderlinge betrokkenheid binnen een buurt vergroot is, van belang om individuele en gezamenlijke draagkracht te vergroten. Bij dit laatste speelt de buurtbemiddelaar een indirecte, bescheiden rol en komen de samenlevingsopbouwwerker en buurtverbinders nadrukkelijker in beeld.
Stichting Welzijn Brummen
18
Voortgangsrapportage 2015
1.4 Ambulant (jongeren) opbouwwerk 1. Opdracht Investeer in relatieopbouw met jongeren op hun ambulante ontmoetingsplekken in de wijken. Zorg in samenwerking met het gemeentelijke Analyseteam voor het voorkomen van allerlei vormen van overlast in de wijk.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal outreachende contacten via ambulant jongerenwerk
71
2. Aantal en aard overlastsituaties
4
3. Aantal bemiddelingen in overlastsituaties
4
4. Aantal bijeenkomsten Analyseteam Veiligheid en Jeugd
5
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
103 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal outreachende contacten via ambulant jongerenwerk De ambulante jongerenwerker heeft in de afgelopen periode 71 contacten met jongeren gehad op verschillende plekken in de gemeente. Prestatie indicator 2 en 3: Aantal, aard en bemiddeling overlastsituaties Er was sprake van 4 situaties waarbij meldingen van overlast binnen zijn gekomen. Het gaat om de volgende plekken: Marten Putstraat Brummen, JOP Wasacker, Parallelweg en de bibliotheek Brummen. Marten Putstraat Brummen Hier kwamen klachten van bewoners over het gebruik van een speelveldje. Vanuit de samenlevingsopbouw en het ambulant jongerenwerk zijn huisbezoeken afgelegd en is een bewonersbijeenkomst georganiseerd. Jongeren van de Base hebben hiervoor de uitnodiging rondgebracht. Na het overleg is het verslag teruggekoppeld, zijn maatregelen genomen en hebben we afgesproken begin juli een evaluerende bijeenkomst te houden.
Stichting Welzijn Brummen
19
Voortgangsrapportage 2015
1.4 Ambulant (jongeren) opbouwwerk JOP Wasacker De hangplek op de Wasacker wordt goed gebruikt. Overlastmeldingen van buurtbewoners zijn op minder dan één hand te tellen. Wijkagent en jongerenwerker hebben contacten met de buurtbewoners en worden ook direct benaderd. Na een gift van een papierfabriek is er de gelegenheid om deze hangplek op te knappen. Jongeren, buurtbewoners, buurtklus en gemeente werken samen aan de voorbereiding. Het feitelijke opknappen start in de derde week van juni. Oranje Nassauplein Na overlastmeldingen rond het Oranje Nassauplein heeft de samenlevingsopbouwwerker huisbezoeken afgelegd en contact gezocht met omliggende ondernemers, om hun ervaringen ook mee te nemen. De klachten betroffen geluids- en speel(over)last en het achterlaten van zwerfvuil. Over de eerste twee onderwerpen zijn de meningen verdeeld (“spelen en skaten van kinderen mag en hoort zelfs bij een marktplein”), maar aan zwerfvuil ergert iedereen zich. Bij het Analyseteam komen overigens geen meldingen binnen. De ambulant jongerenwerker monitort de contacten met de jeugd. Hangplekken worden in bepaalde periodes met pieken bezocht, vaak in een wisselende samenstelling van jongeren. De laatste maanden zie je deze groep op een andere plek in Eerbeek. Ze zijn nu incidenteel op het plein aan het skaten. Parallelweg Na een signaal van de woningstichting over overlastmeldingen aan de Parallelweg heeft de jongerenwerker deze plek regelmatig en op verschillende tijdstippen bezocht; de wijkagent heeft hetzelfde gedaan. Na gesproken te hebben met verschillende bewoners en jongeren blijkt de overlast incidenteel. Dit is teruggekoppeld naar de woningstichting. Daarbij is afgesproken dat we regelmatig vinger aan de pols houden om structurele overlast te voorkomen. Bibliotheek Vanuit de bibliotheek kwamen meldingen over jongeren die hangen in de fietsenstalling. In overleg met directie van de bibliotheek zijn er afspraken gemaakt met de jongeren. Gebruik van de fietsenstalling is toegestaan buiten openingstijden van de bibliotheek en op voorwaarde dat er geen rommel wordt achtergelaten en niets wordt vernield. Zowel de jongeren als de directie van de bibliotheek zijn blij met de gemaakte afspraken. Half juli evalueren we. Prestatie indicator 4: Aantal bijeenkomsten Analyseteam Veiligheid en Jeugd Aangezien het aantal overlastmeldingen minimaal is en de aard van de overlast goed hanteerbaar, wordt er op dit moment bekeken of het overleg nog wel in deze vorm moet worden doorgezet. De gedachte is om het accent te verleggen naar preventie. Wordt hiervoor gekozen, dan vergt dit ook een andere bezetting van het team.
Stichting Welzijn Brummen
20
Voortgangsrapportage 2015
1.4 Ambulant (jongeren) opbouwwerk 3. Signalen en prioriteiten komende periode Samenwerking met preventieteam Middelengebruik In het preventieteam Middelengebruik werken de gemeente Brummen, wijkagenten van politie, preventiewerkers van Tactus en de functies samenlevingsopbouw en ambulant jongerenwerk van SWB samen om een structurele preventieve aanpak te bewerkstelligen. In samenwerking met de jeugdgezondheidsdienst en Tactus is in de Base een aantal informatieavonden voor ouders van jongeren georganiseerd. Good practice Park ’t Goor! Park ’t Goor is onderwerp van gesprek: basisschool de Dobbelsteen wil er meer speelplek voor kinderen en jongeren willen er een ontmoetingsplek. In plaats van te strijden voor het eigen belang en tegen elkaar, hebben beide partijen de handen ineen geslagen om samen een initiatiefplan te ontwikkelen. Naast het te bereiken doel, bevat de weg ernaartoe interessante leermomenten voor de betrokken jongeren. Ze krijgen een podium om hun ideeën te uiten, zitten met de directie van een school om tafel en voelen zich hierdoor een serieuze gesprekspartner. Na de eerste bijeenkomst hebben ze de wensen over de ontmoetingsplek van De Dobbelsteen en de jongeren gevisualiseerd in een tekening. De tekening is gepresenteerd in de Base en na wat bijschaafwerk voorgelegd aan de schooldirectie die positief reageerde. Ook de wijkraad Oliemolen ondersteunt de plannen die in vier vervolgbijeenkomsten verder zijn uitgewerkt. Jongeren en de school hebben vervolgens een globale begroting ingediend bij de gemeente. Op dit moment zijn jongeren en school gezamenlijk bezig met de voorbereiding van een inloopavond voor omwonenden, die halverwege juni plaatsvindt. Kenmerkend in dit verhaal is dat de school veel last had van overlast, rommel en vandalisme. Sinds de school en de jongeren deze samenwerking zijn aangegaan, is dit compleet veranderd. Jongeren geven aan dat ze eindelijk serieus genomen worden en dat er naar ze geluisterd wordt. Ze verblijven nog wel in het park, maar gaan beduidend respectvoller met de omgeving om omdat, zoals zij zeggen, de omgeving ook respectvol met hun omgaat. De sleutel tot dit succes is de positieve houding van de schooldirectie (geen repressieve middelen inzetten, maar de dialoog aangaan en een alternatief bieden). Hierdoor is het ijs gebroken en gezorgd dat een schijnbaar onmogelijke situatie uitgroeide tot een vruchtbare samenwerking waar meerdere partijen baat bij hebben. Is de overlast daarmee definitief van de baan en zijn jongeren daarmee voorbeeldburgers geworden? Natuurlijk niet; jongeren blijven jongeren en zullen (net als thuis) de ene keer gemakkelijker aanspreekbaar en gevoeliger voor wensen van anderen dan de andere keer. Het verschil is dat, als er eenmaal goed contact is, de tolerantie van weerskanten hoger wordt, het aanspreken eenvoudiger en de omgang met elkaar constructiever.
Stichting Welzijn Brummen
21
Voortgangsrapportage 2015
1.4 Ambulant (jongeren) opbouwwerk Nieuw: jongeren inzetten bij preventie overlast Ten opzichte van een aantal jaren geleden is de overlast binnen onze gemeente op dit moment minimaal. (Deze trend zien we in meer gemeenten.) Dat betekent dat we de energie in veel minder mate hoeven steken in brandjes blussen ‘aan de achterkant’, maar dat we ons kunnen richten op de voorkant. Wat kunnen we doen om jongeren positief te betrekken bij wat er in onze gemeente gebeurt en ze daar een rol in geven? Hangjongeren verplaatsen zich naar de virtuele wereld Hangjongeren zijn een uitstervend fenomeen in onze gemeente en datzelfde geldt voor de hangplekken. Ze zijn er nog wel, maar in veel mindere mate dan twee of drie jaar geleden. In Eerbeek zijn nog een paar plekken zoals het Oranje Nassauplein, de JOP aan de Wasacker en de muziekkoepel. Op andere plekken zien we jongeren slechts incidenteel. In Brummen zijn het park, de bibliotheek en een speelveldje aan de Adelaarsstraat vaste plekken. Uitdaging: jongeren blijven volgen Een belangrijke uitdaging voor de toekomst is het ambulante jongeren opbouwwerk te transformeren en te verbreden naar de digitale wereld van jongeren. Hoe geef je vorm aan presentie- en vindplaatsgericht werken in de virtuele jongerenwereld? Bel een jongere en je krijgt geen reactie, app hem en je krijgt binnen 10 seconden bericht. De invloed van technologische ontwikkelingen is in de jongerencultuur sterker aanwezig dan waar dan ook de samenleving. Jongeren zijn er niet alleen meer mee bezig, ze zijn er ook veel eerder mee bezig dan volwassenen weten of kunnen bijhouden. Social media als Twitter, Facebook, Whatsapp en Instagram zijn de ‘straten’ waar jongeren elkaar ontmoeten, in een razend tempo. Dit is waar jongeren zich verplaatsen zonder op te staan, waar ze vanaf één plek overal tegelijkertijd aanwezig zijn, waar ze een enorme dynamiek kunnen ervaren terwijl ze fysiek niet meer dan een paar vingers bewegen. Waar ze communiceren met bekenden en onbekenden en waar ze zich manifesteren. Je wordt gereplied, geliked, geretweet, je hebt talloze volgers en verschillende profielen, en daar kun je van maken wat jij wilt. Je virtuele identiteit kan heel anders zijn dan je real life identity. Wij kunnen op deze podia niet anders dan volgen en hopen dat ons niet al te veel ontgaat. Staat het haaks op wat wij beogen met jongeren? Nee, je zou het zeer positief kunnen labelen en stellen dat jongeren zelf het stuur in handen nemen en officiële instanties, scholen en ouders het nakijken geven. Nieuwe mogelijkheden, nieuwe risico’s De nieuwe leefwereld van jongeren biedt talloze nieuwe mogelijkheden, maar roept ook nieuwe problemen op. Bijvoorbeeld internet- of social mediapesten (of alleen al in of uit een Whatsapp groep gezet worden), risicovolle contacten of ontmoetingen met onbekenden en verslavingsgedrag. Een van de paradoxen is dat de mogelijkheden om je met alles en iedereen te verbinden onbegrensd zijn, maar dat de kwaliteit van de
Stichting Welzijn Brummen
22
Voortgangsrapportage 2015
1.4 Ambulant (jongeren) opbouwwerk verbinding soms dunner is dan een glasvezelkabel. Het lijkt alsof alles wat in jongeren opkomt op social media wordt gedeeld, deels weloverwogen en vanuit vrije keus, voor een ander deel impulsief, ongenuanceerd, vluchtig, oppervlakkig… en gedwongen, want wie niet online is, is disconnected. Het is onder meer de taak van het jongerenwerk om jongeren ervan bewust te maken dat ze het juiste podium moeten kiezen, de juiste weg moeten bewandelen om in gesprek te komen, en voor je eigen belangen op te komen. Tegelijkertijd is het onze taak om zelf de jongeren op te zoeken en ook lokale organisaties inclusief de gemeente, uit te nodigen om interesse te tonen en signalen bij jongeren zelf op te halen. Kortom, van beide kanten een en-en benadering. Ook real life competenties blijven trainen We leggen nu erg de nadruk op de virtuele wereld; ook de fysieke face-to-face ontmoeting blijft van belang. Jongeren zoeken elkaar op, op plekken die ze ervaren als van zichzelf, zoals het JOC Eerbeek, de Base en de hangplekken die nog over zijn. Het leren aangaan van sociale verbindingen met anderen wordt een grotere uitdaging, nu die digitale verbinding zoveel aantrekkingskracht uitoefent. Een werkgever behoort tot een andere generatie… die wil geen appje krijgen, maar gebeld worden… daar moet je je fysiek laten zien om te bewijzen dat je gemotiveerd bent. Dit type bewustzijn en de benodigde vaardigheden worden onder meer wakker gemaakt en getraind binnen Talenthouse (zie 2.1).
Stichting Welzijn Brummen
23
Voortgangsrapportage 2015
1.5 Maaltijdendienst 1. Opdracht Het aanbieden van maaltijden aan huis tegen een kostendekkend tarief.
2a. Resultaten
Prestatie indicator 1.
Gerealiseerd 31-05-2015 56 28 21 7
Aantal gebruikers 65+ - Brummen - Eerbeek - Buitengebied
2. Aantal maaltijden
4548
3. Aantal vrijwilligers
22
4. Tevredenheid gebruikers
Gerealiseerd 31-12-2015
-
Prestatie eenheid
kostendekkend
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal gebruikers 65+ In totaal 56 mensen maakten in deze periode gebruik van de Maaltijdendienst. Hiervan wonen er 28 in Brummen, 21 in Eerbeek en 87 in het buitengebied. Prestatie indicator 2: Aantal maaltijden Vrijwilligers bezorgden 4548 maaltijden aan huis. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers Het aantal vrijwilligers is op dit moment 22. Prestatie indicator 4: Tevredenheid gebruikers Is gedurende deze rapportageperiode niet gemeten.
Stichting Welzijn Brummen
24
Voortgangsrapportage 2015
1.5 Maaltijdendienst 3. Signalen en prioriteiten komende periode Zorgen dat mensen eten en - vooral - dat ze niet worden vergeten Hoewel je het door het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen mogelijk wel zou verwachten, groeit deze kostendekkende dienstverlening van SWB niet. De verklaring is eenvoudig: er is in de afgelopen jaren zoveel aanbod op de markt gekomen dat er legio keuzemogelijkheden zijn in leveranciers van warme, koelverse en diepvriesmaaltijden. Desalniettemin vinden wij het als organisatie belangrijk om deze dienstverlening te blijven uitvoeren. Onze vrijwilligers leveren meer dan alleen de maaltijden. Zij signaleren het als mensen achteruitgaan, of als de situatie rondom een woning verslechtert. Daarnaast is er de niet te onderschatten sociale component; mensen vinden het gezellig en vertrouwd als de vrijwilliger langskomt en even tijd neemt voor een praatje.
Stichting Welzijn Brummen
25
Voortgangsrapportage 2015
2.1 Talenthouse 1. Opdracht Bied een veilige en stimulerende plek voor talentontwikkeling en participatie van jongeren en vergroot de onderlinge verbondenheid en samenwerking tussen verschillende leeftijdsgroepen in de wijk.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal werkgroepleden in de organisatie van Talenthouse
8
2. Aantal vrijwilligers en stagiaires
15
3. Aantal jongeren dat andere jongeren ondersteunt, begeleidt, adviseert
5
4. Aantal jongerencontacten door AMW via jongerenspreekuur
0 (buiten spreekuur toegeleid: 2)
5. Aantal samenwerkingsinitiatieven met lokale veld
11
6. Aantal bijeenkomsten Zorg Overleg Risicojongeren
5
7. Aantal trajecten: - participatie - taakstraf - motivatie/dagbesteding - bemiddeling school/werk/vaste dagbesteding
15 5 4 2 4
8. Tevredenheid jongeren, vrijwilligers, samenwerkingspartners
Gerealiseerd 31-12-2015
-
Prestatie eenheid
701 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal werkgroepleden in de organisatie van Talenthouse In deze periode kon Talenthouse beschikken over 8 werkgroepleden. Op dit moment heeft de werkgroep een informeel karakter en voorlopig laten we dit zo; op termijn zullen we kijken of een formeel jongerenbestuur toegevoegde waarde kan hebben.
Stichting Welzijn Brummen
26
Voortgangsrapportage 2015
2.1 Talenthouse Prestatie indicator 2: Aantal vrijwilligers en stagiaires Het aantal vrijwilligers en stagiaires bedraagt 15. (Op dit moment zijn er 6 stagiaires actief in het Talenthouse; voor het komende schooljaar zijn er 5 aanvragen binnen.) We zijn hier bewust naar op zoek gegaan, omdat er in korte tijd veel moet gebeuren en omdat alleen met intensieve begeleiding succes bereikt kan worden met deze complexe doelgroep. Hun taak is nieuwe verbindingen en enthousiasme te creëren onder jongeren, maatschappelijke organisaties, wijkraden, scholen, sportverenigingen, ondernemers, inwoners, met het doel Talenthouse tot een succes te maken. Prestatie indicator 3: Aantal jongeren dat andere jongeren ondersteunt, begeleidt, adviseert Vijf jongeren zijn actief in de begeleiding, ondersteuning en advisering van andere jongeren. Prestatie indicator 4: Aantal jongerencontacten door AMW via jongerenspreekuur Vanaf maart is een jongerenspreekuur gestart. Op vrijdag is tussen 15.30 en 16.30 uur een maatschappelijk werker aanwezig in Talenthouse Base voor laagdrempelige hulpverlenings- / of ondersteuningsgesprekken. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot toeleiding naar het AMW; wel zijn 2 jongeren via contacten in een traject AMW gekomen. Prestatie indicator 5: Aantal samenwerkingsinitiatieven met lokale veld In deze periode zijn 11 samenwerkingsinitiatieven met lokale partijen ondernomen. Deze zijn terug te vinden in de separate rapportage Talenthouse. Een goede communicatie (PR) is voorwaardelijk om betrokkenheid van partners in de gemeente te creëren. Prestatie indicator 6: Aantal bijeenkomsten Zorg Overleg Risicojongeren Het ZOR is vijf keer bijeengekomen. Prestatie indicator 7: Aantal trajecten In totaal lopen er eind mei 16 trajecten met jongeren. Bij 5 ervan gaat het om begeleiding naar participatie, bij 4 om de invulling van een taakstraf, 2 zijn gericht op het vinden van motivatie/dagbesteding en 5 trajecten staan in het teken van bemiddeling bij het vinden van een opleiding, werk of vaste dagbesteding. Prestatie indicator 8: Tevredenheid jongeren, vrijwilligers, samenwerkingspartners De tevredenheid van alle betrokkenen is goed te noemen.
Stichting Welzijn Brummen
27
Voortgangsrapportage 2015
2.1 Talenthouse 3. Signalen en prioriteiten komende periode BURGERSCHAPSVAARDIGHEDEN Ambassadeurs wijkraden Om jongeren actief te laten meedenken en -praten over wijkactiviteiten, willen we ze structureel betrekken bij wijk- en dorpsraden. Omgekeerd kunnen jongeren de ondersteuning van de wijkraad inroepen bij initiatieven gericht op talentontwikkeling. Dat is het idee, we zijn op zoek naar ambassadeurs binnen de wijkraden die de visie van Talenthouse een warm hart toedragen en deze breed binnen de gemeente willen promoten. Inmiddels hebben drie wijk- en dorpsraden positief gereageerd en zien we dat de samenwerkingsverbanden worden opgebouwd of geïntensiveerd. Zo wordt met de dorpsraad Eerbeek/Hall samengewerkt binnen het Cruijff Court traject en de programmering van het JOC. Met wijkraad Oliemolen is er samenwerking rondom de herinrichting van het park en met Brummen Centraal is er goede afstemming over de Base in relatie met de buurt. Samenwerking met partners De jongerenwerker betrekt waar nodig alle personen (waaronder ouders en buurtbewoners) en organisaties (bijvoorbeeld scholen, werkplein Activerium) die van belang zijn in het leven van de jongeren. Want school, werk, voldoende beweging, een goede relatie met mensen in je omgeving: het is allemaal nodig om te groeien tot een volwaardige inwoner. De werkwijze is vraaggericht, talentverkennend en activerend. Jongeren komen zelf met ideeën voor activiteiten, acties, workshops, enzovoort én gaan op zoek naar manieren om hier vorm en inhoud aan te geven. Je inzetten op sociaal maatschappelijk gebied Organisatorische en sociale vaardigheden Talenthouse jongeren hebben: - een feest voorbereid en uitgevoerd voor kinderen met een beperking die naar het speciaal onderwijs gaan. Jongeren leerden samen te werken met externe partijen en zetten zich in voor andere doelgroepen. - in samenwerking met ‘t Kromhout, Dutch PC en de Spar gewerkt aan een inzamelactie voor de Voedselbank. Jongeren hebben twee weken lang in Brummen huis aan huis lege flessen verzameld en van de opbrengst een volle kar boodschappen gekocht. De overhandiging aan de Voedselbank was live te zien op TV Gelderland - in samenwerking met de wijkraad Brummen Centraal de Nationale Opschoondag in Brummen voorbereid; een vrijwilligersactie tegen zwerfvuil in de gemeente. - in samenwerking met JOC Eerbeek en Buurtklus 200 bankjes in de openbare ruimte schoongemaakt. In totaal 24 jongeren hebben zelf een werkplanning gemaakt, inkopen gedaan en alle andere werkzaamheden uitgevoerd. Met het verdiende geld wordt een paintball activiteit georganiseerd.
Stichting Welzijn Brummen
28
Voortgangsrapportage 2015
2.1 Talenthouse MEDIA EN KUNST Radio en film maken Organisatorische, sociale vaardigheden en mediatechnieken Leren radio maken bij RTV Veluwezoom Een geheel zelfsturend team van jongeren dat radio maakt en zelf de techniek, presentatie en interviews verzorgt, onder begeleiding van ervaren radiomakers. Het idee was om in april te starten met een wekelijks nieuwsitem door jongeren in wisselende samenstelling, in het radioprogramma de X vibe. In verkennende gesprekken bleek dat er meer voorbereidingstijd nodig is dan in eerste instantie gedacht werd om het plan te doen slagen. Die tijd nemen we, omdat de ambitie om van RTV Veluwezoom een soort opleidingsplek voor jongeren te maken, meer dan de moeite waarde is. Bloemen van Toen Binnen het project Bloemen van Toen delen ouderen hun verhalen met jongeren. Het uiteindelijke doel is te komen tot een voorstelling door oud en jong. Jongeren en jongerenwerker hebben positieve gesprekken gevoerd met de initiatiefneemster en hebben inmiddels vier jongeren gevonden die de gesprekken tussen ouderen en basisschoolkinderen willen filmen en ze verwerken in een soort documentaire. Bedoeling is de film aan een breed publiek te vertonen, ondersteund met acteurs van toneelvereniging Bravo uit Brummen. Het streven is eind juni te starten met het filmen. Kunst/creativiteit Uiting geven aan emoties, creativiteit ontwikkelen Bezoekers van de Base kwamen met het idee van graffitikunst op twee muren. Daarop hebben we een graffitiartiest benaderd die een workshop heeft gegeven aan 12 jongeren over de basisbeginselen van het graffitispuiten en hen heeft begeleid bij het maken van hun eigen afbeeldingen.
WERK, DAGBESTEDING Workshop solliciteren Kennismaken met je talent is mooi, maar hoe zorg je dat je je talent ‘verkoopt’ en kunt inzetten in een werksetting? Anders gezegd: hoe voer je een succesvol sollicitatiegesprek? Hierbij is een combinatie benut van burgerkracht en -betrokkenheid en eigen kracht van jongeren om andere jongeren verder te helpen. Twee jongeren hebben een scholing gekregen van een inwoner uit het dorp Brummen over hoe ze zelf een sollicitatietraining kunnen geven aan andere jongeren. Daarna hebben ze mensen gezocht en gevonden om hen te helpen bij de uitvoering van de cursus: een maatschappelijk werkster en de eigenaar van de Spar supermarkt uit
Stichting Welzijn Brummen
29
Voortgangsrapportage 2015
2.1 Talenthouse Brummen. Die uitvoering vond plaats op twee avonden. Er deden drie jongeren mee die de training als zeer zinvol en nuttig hebben ervaren en aangaven dat ze graag een vervolg willen. Dat vindt plaats in oktober en dan zullen ook andere jongeren aanschuiven die geïnteresseerd zijn geraakt na de enthousiaste verhalen van de deelnemers. Naast de resultaten voor de jongeren is dit een mooi voorbeeld dat laat zien hoe groot de bereidheid is van gemeentebewoners om hun steentje – en talent! – bij te dragen ten behoeve van de ontwikkeling van jongeren. Dagbesteding In een veilige omgeving kleine stappen maken Uit overleg met jongeren en externe partners, zoals Halt en de leerplichtambtenaar, blijkt dat er behoefte is aan een tijdelijke vorm van ondersteuning naar dagbesteding. Er zijn jongeren die van hele dagen niets doen ineens de stap naar (bijna) volledige dagbesteding moeten maken en dan struikelen. Talenthouse begeleidt 15 jongeren maximaal 8 weken 3 dagdelen van 11.00 t/m 16.00 uur. Enerzijds in het bieden van structuur, het samenwerken met collega’s en het oefenen van sociale vaardigheden. Anderzijds sluit de jongere aan bij activiteiten van bijvoorbeeld de sportfunctionaris, het team beheer, of het filmproject. Daardoor kan hij/zij op verschillende gebieden interesses verkennen en ervaring opdoen. Desgewenst wordt de begeleiding aangevuld met ondersteuning of hulpverlening. In deze periode van 8 weken gaan we ook met de jongere op zoek naar mogelijkheden voor een volledige dagbesteding. Aansluiten bij Buurtklus Het project Buurtklus biedt goede mogelijkheden om de doelstellingen van Talenthouse te realiseren. In een klus kan een jongere vaardigheden ontwikkelen en tegelijkertijd iets betekenen voor lokale bewoners of een buurt of wijk. Om die reden is er nauwe afstemming. Inmiddels hebben de eerste samenwerkingsprojecten plaatsgevonden: jongeren hebben de catering verzorgd bij de officiële opening van Buurtklus en hebben zich ingezet bij een schoonmaakactie van bankjes in de gemeente. Eind juni gaan jongeren in samenwerking met Buurtklus het JOP in Eerbeek opknappen. Begeleiding Taakstraf Traject Elke negatieve situatie biedt ook altijd een kans! Dat is onder andere de insteek die we kiezen als het gaat om taakstraf trajecten. Door een taakstraf opgelegd door bureau Halt binnen de gemeente te laten uitvoeren, slaan we twee vliegen in één klap: de jongere kan iets terugdoen voor de lokale gemeenschap én maakt kennis met Talenthouse, van waaruit hij zich verder kan ontwikkelen. De formule werkt. Tot nu toe zijn er 4 jongeren begeleid. In alle gevallen zijn de trajecten door zowel Halt als de betrokken jongere positief beoordeeld; bovendien zijn twee jongeren vrijwilliger geworden bij Talenthouse. Een derde jongere heeft na beëindiging van de taakstraf vrijwillig gekozen voor een begeleidingstraject. Hij komt iedere vrijdagmiddag na school voor allerlei klusjes bij Plein Vijf en in vakanties zelfs 5 dagen per week. Hier voelt hij zich opgenomen door de groep, ontvangt hij positieve aandacht en ligt de focus op wat er goed gaat: je ziet hem groeien!
Stichting Welzijn Brummen
30
Voortgangsrapportage 2015
2.2 Beheer JOC’s 1. Opdracht Realiseren voorzieningen die aansluiten bij de behoefte van de jeugd en realiseren activiteiten voor en door jongeren.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal uren openstelling - Eerbeek - Brummen
360 233
2. Aantal bezoekers 12-18 jaar - Eerbeek - Brummen
500 978
3. Totaal bezoekers - Eerbeek - Brummen
1.665 1.397
4. Tevredenheid bezoekers
Gerealiseerd 31-12-2015
-
Prestatie eenheid
464 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Openstellingsuren Eerbeek en Brummen Het JOC Eerbeek was in deze periode in totaal 360 uur open, Base Brummen 233 uur. Prestatie indicator 2 en 3: Aantal bezoekers, percentage 12-18 jaar Het aantal bezoekers in de leeftijd van 12-18 jaar in Eerbeek is 500 (30% van in totaal 1665 bezoekers), in Brummen ligt het aantal binnen die leeftijdsgroep op 978 (en daarmee 70% van in totaal 1379 bezoekers). Prestatie indicator 4: Tevredenheid bezoekers Is gedurende deze rapportageperiode niet gemeten.
Stichting Welzijn Brummen
31
Voortgangsrapportage 2015
2.2 Beheer JOC’s 3. Signalen en prioriteiten komende periode Brummen: van Blitz naar Base Waar we over de Blitz Brummen de laatste jaarrapportage nog meldden dat er veel rust en onvrede speelde bij zowel de jeugd als ouders over het voortbestaan van het jongerencentrum, kunnen we nu melden dat de rust is teruggekeerd. Het concept Talenthouse heeft een nieuwe impuls gegeven, en het jongerencentrum heeft een nieuwe naam gekregen. Vanaf de opening is gekozen voor een goede verbinding met de buurt. Dat lukt alleen als je elkaar kent en weet te vinden. Om dit te stimuleren hebben we, in samenwerking met de wijkraad Brummen Centraal, een brief verzonden aan buurtbewoners. Hierin geven we uitleg over de Talenthouse ontwikkeling en de gemaakte afspraken over hoe jongeren en omwonenden met elkaar omgaan, mocht er sprake zijn van overlast. Buurtbewoners hoeven in zo’n situatie geen melding te doen bij de politie, maar kunnen rechtstreeks naar de Base bellen. De jongerenwerker of vrijwilligers gaan dan meteen het gesprek aan met de vermeende overlastgever(s) om tot een oplossing te komen. De melder krijgt hiervan per omgaande bericht. Plek maken voor jezelf, in verbinding met de omgeving De make-over van het voormalige jongerencentrum De Blitz en de omdoping tot Base, was een succeservaring. Datzelfde geldt voor de opening. Om vanaf het begin duidelijk te maken dat de positieve verbinding met de omgeving wordt gezocht én om met trots het eerste resultaat van gebundeld jong talent te laten zien, zijn bewust volwassenen uitgenodigd voor een open avond. Deze vonden het leuk om Base van binnen te zien en te horen met welke omslag de jongeren bezig zijn. De nadruk in het jongerenwerk ligt in toenemende mate op het verbinden van jongeren met de Brummense samenleving. Er is veel energie ingezet op het creëren van draagvlak en betrokkenheid van het dorp en haar inwoners bij de jongeren. De jongeren vervullen hierin zelf een actieve rol. Bezoek preventie medewerker Tactus aan Base Hoe maak je jongeren warm om in gesprek te gaan over middelengebruik? Er is een afspraak gemaakt met een preventiemedewerker van Tactus om de Base tijdens een openingsavond te bezoeken. Niet met een officiële presentatie of onder de noemer van voorlichting, maar zo laagdrempelig en informeel mogelijk. Dus: jongeren in hun vertrouwde omgeving opzoeken en vanuit interesse het gesprek aangaan. Dit werkte zeer goed. Alle ruim 20 aanwezige jongeren hebben contact gehad en de meeste hebben ook verschillende testjes ingevuld en samen met de preventiewerker websites bezocht over middelengebruik. Er komt zeker een vervolg!
Stichting Welzijn Brummen
32
Voortgangsrapportage 2015
2.2 Beheer JOC’s JOC Eerbeek Bij het JOC Eerbeek kunnen we spreken van een stabiele situatie. Door de opknapbeurt heeft het jongerencentrum een zeer aansprekende uitstraling en voelen jongeren met heel verschillende achtergronden zich uitgenodigd om elkaar daar te blijven opzoeken. De gemiddelde leeftijd van bezoekers ligt al jaren hoger dan die in Brummen. We vinden het mooi dat een groep zich van jongs af aan zo verbonden voelt met het JOC dat ze elkaar ook op de leeftijd van ‘oudere jongere’ blijven ontmoeten. Daarnaast merken we dat er bij die groep behoefte is om een plek te hebben waar je met mensen die je vertrouwt, terecht kunt met vragen of problemen, of het nu de beheerder, een vrijwilliger of een andere jongere is. Tegelijkertijd is het van belang dat er geleidelijk aan een jongere groep instroomt. Daar wordt aan gewerkt, onder andere door jongere jeugd tijdens activiteiten kennis te laten maken met het JOC. Daarnaast fungeren de oudere jongeren als ambassadeurs om te zorgen dat kinderen en tieners ook de weg naar een leuke en veilige plek vinden om elkaar te ontmoeten.
Stichting Welzijn Brummen
33
Voortgangsrapportage 2015
2.3 Doelgroepgerichte activiteiten jeugd en jongeren 12-21 jaar Eerbeek, Brummen, Hall 1. Opdracht Initieer in aansluiting op de leefwereld en sociale omgeving van jeugd en jongeren, doelgroepgerichte activiteiten voor en door hen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal activiteiten per leeftijdsgroep:
14
2. Aard van de activiteiten: - recreatief - sportief - cultureel - informatief - overig
5 1 3 3 3
3. Aantal vrijwilligers en deelnemers
165 en 39
Prestatie eenheid
320 uren
Gerealiseerd 31-12-2015
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal activiteiten per leeftijdsgroep In totaal zijn in deze periode 14 activiteiten georganiseerd en uitgevoerd; 1 voor de leeftijdsgroep 12 t/m 15 jaar, 13 voor jongeren in de leeftijd van 16 t/m 21 jaar. Prestatie indicator 2: Aard van de activiteiten In deze periode is de verdeling als volgt: - 5 activiteiten hadden een recreatief karakter: FIFA toernooi, filmavond, dropping, kinderdisco en meidenavond - 1 sportief: voetballen op parkeerplaats Plein Vijf - 2 cultureel; workshop graffiti en ontwerpen T-shirts - 3 informatief; sollicitatietraining, gesprek over middelengebruik, open dag Talenthouse/Base - 3 overige; deze drie activiteiten hadden een sociaal-maatschappelijk karakter: omgeving schoonmaken (2x) en collecteren voor de Hartstichting.
Stichting Welzijn Brummen
34
Voortgangsrapportage 2015
2.3 Doelgroepgerichte activiteiten jeugd en jongeren 12-21 jaar Eerbeek, Brummen, Hall Tweederde van de activiteiten komt rechtstreeks voort uit behoeften van deelnemers. Enkele andere zijn tot stand gekomen aan de hand van gesprekken waarbij jongeren het belang inzagen van iets zichtbaars bijdragen aan de omgeving. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers en deelnemers In totaal namen 165 kinderen, tieners en jongeren deel aan de activiteiten. Bij de activiteiten zijn in totaal 39 vrijwilligers ingezet.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Bij de geplande activiteiten in het tweede half jaar speelt beweging een belangrijke rol. Bewust, onder meer omdat we zien dat de aantrekkingskracht van gamen en social media groot is en bij een aantal jeugdigen ten koste gaat van het buiten zijn, ontmoeting en fysiek gezond bewegen. - Basisschoolleeftijd De tweejaarlijkse Roefeldag is in voorbereiding en staat dit jaar in het teken van sport en bewegen. ‘Roefel je Fit!’ is de titel; de dag wordt georganiseerd in samenwerking met de Combinatiefunctionaris Sport. - Momenteel wordt de Straatspeeldag voorbereid, die plaatsvindt in juni in zowel Brummen als Eerbeek. Naar verwachting nemen hier 150 tot 200 kinderen aan deel. - In samenwerking met een werkgroep van 6 vrijwilligers worden de Kindervakantiespelen (KVS) voorbereid, die gedurende een week plaatsvinden in augustus op het terrein van de Hazenberg in Brummen. In Eerbeek worden de KVS gehouden op het terrein van Restaurant de Korenmolen en bij het Tjark Riks Centrum. - Basisschoolleeftijd en pubers In de zomermaanden gaat de Combinatiefunctionaris Sport onder de noemer Sport on Wheels ambulant de wijken in met sportmateriaal in een bakfiets. Naast basisschoolkinderen komen er regelmatig wat oudere kinderen van 14, 15 jaar op af. Die nemen we graag mee. - Sport voor jeugd 13-18 jaar Samen met de ambulant jongerenwerker/jongerenopbouwwerker werkt de Combinatiefunctionaris Sport aan een plan om een tiental jongeren sportactiviteiten aan te bieden in samenwerking met verenigingen. Enerzijds als recreatieve activiteit, anderzijds om jongeren proberen (terug) te leiden naar sport, al dan niet in verenigingsverband, om sociale- en gezondheidsredenen. We proberen het braakliggende veld voor Plein Vijf in dit plan te betrekken, temeer omdat de zomer voor de deur staat en dit kansen biedt om buitenactiviteiten te doen.
Stichting Welzijn Brummen
35
Voortgangsrapportage 2015
2.3 Doelgroepgerichte activiteiten jeugd en jongeren 12-21 jaar Eerbeek, Brummen, Hall Doelgroepgerichte activiteiten: veel verschillende doelen Laagdrempelig, aansluitend en aansprekend, dat zijn de trefwoorden bij doelgroepgerichte activiteiten. Voor de binding van jeugd en jongeren met de eigen omgeving/ gemeente is het van belang dat er wat voor hen te doen is. Het doel van veel activiteiten is ontmoeting en ontspanning (recreatie), een aantal heeft een sportief, cultureel of informatief karakter. Soms gaat het verder. Zo kun je bij het lopen van een collecte of schoonmaken van bankjes in de gemeente je betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor omgeving en medemens tonen. De open dag biedt de mogelijkheid om ‘te netwerken’. Wie zijn de gezichten in wijkraden en politiek? Na een persoonlijk contact wordt het gemakkelijker om de stap naar zo’n ‘instantie’ te maken. Voor werkers bieden activiteiten de gelegenheid om op een informele manier met jongeren in contact en in gesprek te komen. Wat houdt ze bezig, hoe zitten ze in hun vel of in de thuissituatie? Hoe gaat het op school of op het werk, welke vragen, behoeften of ambities hebben ze? Dit levert input op voor nieuwe activiteiten, een klik die misschien in een latere fase van belang kan zijn (als een jongere ergens tegen aanloopt), of kan – als het gaat om jongeren met problemen, een eerste opstap (voorliggende voorziening) naar Talenthouse zijn, of naar een andere vorm van hulp- of dienstverlening. Voor basisschoolkinderen is het doel ook ontspanning, ontmoeting en – bijvoorbeeld bij een disco activiteit – een eerste kennismaking met het jongerencentrum en de jongerenwerkers waar je later misschien vaker naar toe gaat. Omgekeerd is het voor werkers een goede kans om te leren kennen en gekend te worden. De drempel om in een latere fase een tiener of jongere aan te spreken, wordt verlaagd en dit geldt voor de jeugd natuurlijk ook.
Stichting Welzijn Brummen
36
Voortgangsrapportage 2015
2.4 Schoolmaatschappelijk Werk 1. Opdracht Zorgdragen voor de overdracht van het schoolmaatschappelijk werk aan het Team voor Elkaar.
2. Toelichting De aankondiging van de overdracht van het Schoolmaatschappelijk Werk kwam in november 2014. In januari werden we verrast door de mededeling dat het Team voor Elkaar dit op 1 februari ging overnemen.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Aangezien het Team voor Elkaar geen cliëntondersteuning/hulpverlening uitvoert, is afgesproken dat zij alleen de taak overneemt die het schoolmaatschappelijk werk tot voor kort in alle ondersteuningsteams op de basisscholen heeft uitgevoerd. Het schoolmaatschappelijk werk van SWB participeert hier vanaf 1 februari jl. niet meer in. Er is afgesproken dat het Team voor Elkaar het schoolmaatschappelijk werk inzet daar waar nodig is. Het schoolmaatschappelijk werk ondersteunt in de opvoeding en helpt ouders en de school om problemen rondom kinderen op te lossen. Het gaat hierbij veelal om vragen op het sociaal-emotionele vlak en de hulp is in principe kortdurend. Naast hulp aan ouders en kinderen biedt het schoolmaatschappelijk werk ook consultatie aan leerkrachten. De verbinding buurt-school-gezin wordt hiermee tot stand gebracht. Deze rol is van grote waarde, vooral in onze uitvoeringstaak op het gebied van vroegsignalering en preventie.
Stichting Welzijn Brummen
37
Voortgangsrapportage 2015
2.5 Samen opvoeden 1. Opdracht Faciliteer een voorziening voor en door ouders waarbij men met elkaar in gesprek kan gaan over alledaagse opvoedvragen als luisteren en gehoorzamen, loslaten en grenzen stellen, zak- of kleedgeld, enzovoort.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal vrijwilligers / ouders die werden geworven, begeleid en ondersteund
-
2. Aantal bijeenkomsten
-
3. Aantal ouders
-
4. Tevredenheid ouders
-
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
15 uren
2b. Toelichting De nieuwe werker die deze nieuwe opdracht in haar portefeuille heeft gekregen, is gestart met oriëntatie en kennismaking. Samen Opvoeden is in ontwikkeling in samenwerking met de GGD, Vérian en de projectgroep CJG. We hopen in de tweede helft van het jaar met de uitvoering te kunnen starten, temeer omdat dit een project is in het hart van de gewenste kanteling! Het biedt geweldige mogelijkheden om de eigen kracht van ouders in de praktijk te mobiliseren en hun vragen, ervaringen en kwaliteiten ten volle te benutten, ten dienste van elkaar. Daarnaast is het een uitgelezen kans om vorm en inhoud te geven aan preventie en vroegsignalering.
Stichting Welzijn Brummen
38
Voortgangsrapportage 2015
2.6 Family Focus 1. Opdracht Indien ouders en kinderen er niet in slagen opvoedingsproblemen zelf op te lossen, kunnen voorzieningen voor opvoedondersteuning hulp bieden. Aan SWB wordt gevraagd een lichte vorm van ondersteuning te bieden met behulp van inzet van vrijwilligers.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal ondersteunde gezinnen
2
2. Aantal nieuw aangemelde gezinnen door TvE en overige samenwerkingspartners
2
3. Aantal geworven, begeleide en ondersteunde vrijwilligers
Gerealiseerd 31-12-2015
Geworven: 1 Ondersteund: 3
4. Aantal contacten TvE en samenwerkingspartners
10
5. Aantal bijeenkomsten / scholing en training voor vrijwilligers
1 (georganiseerd)
6. Tevredenheid gezinnen en vrijwilligers
Niet gemeten, geen klachten
Prestatie eenheid
25 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal ondersteunde gezinnen In deze periode zijn twee gezinnen ondersteund door een vrijwilliger van Family Focus. Deze gezinnen waren al gestart in 2014; de trajecten liepen door in 2015 en een ervan is inmiddels afgesloten.
Stichting Welzijn Brummen
39
Voortgangsrapportage 2015
2.6 Family Focus Prestatie indicator 2: Aantal nieuw aangemelde gezinnen Er zijn twee nieuwe aanmeldingen binnengekomen. In juni vindt het ‘klikgesprek’ plaats tussen het eerste gezin en een vrijwilliger. Bij het tweede gezin wordt op dit moment onderzocht of de lichte vorm van opvoedingsondersteuning van Family Focus voldoende kan beantwoorden aan de specifieke vraagstelling. Prestatie indicator 3: Aantal geworven, begeleide en ondersteunde vrijwilligers In deze periode kon Family Focus beschikken over 6 vrijwilligers, van wie er 1 nieuw geworven is. 3 Vrijwilligers zijn ondersteund bij hun werk in gezinnen. Prestatie indicator 4: Aantal contacten TvE en samenwerkingspartners Met samenwerkingspartners is 10 keer contact geweest. Zie toelichting hierna. Prestatie indicator 5: Aantal bijeenkomsten / scholing en training voor vrijwilligers In deze periode zijn geen groepsbijeenkomsten of trainingen georganiseerd. Prestatie indicator 6: Tevredenheid gezinnen en vrijwilligers In deze rapportageperiode is geen meting gedaan.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Inwerken en netwerk opbouwen Vanaf medio januari is een nieuwe medewerker verantwoordelijk voor dit project. Te weinig aanmeldingen In de eerste vijf maanden van 2015 viel vooral op dat er weinig tot geen aanmeldingen binnenkwamen vanuit de netwerkpartners. Hierop hebben we contact gelegd met het Team voor Elkaar en onze overige samenwerkingspartners. Daarnaast is er een informatief artikel geplaatst in de nieuwsbrief en zullen in het tweede halfjaar nog intensievere acties volgen. Vroegsignalering moet beter Het systeem van vroegsignalering werkt kennelijk binnen onze gemeente onvoldoende. Al voor de decentralisatie van de jeugdzorg signaleerden en rapporteerden wij regelmatig dat voor jeugdzorg geïndiceerde gezinnen niet bekend waren bij het AMW en Family Focus, terwijl dit voorliggende voorzieningen zijn. Kennelijk wordt er snel opgeschaald en vervolgens niet meer afgeschaald. Als er een moment is om dit patroon te doorbreken en de bewezen kwaliteit van dit product en het AMW voor meerdere gezinnen in te zetten, dan is het wel nu. We hebben met elkaar de maatschappelijke opgave om preventiever te gaan werken en dit waar te maken!
Stichting Welzijn Brummen
40
Voortgangsrapportage 2015
2.7 Combinatiefunctionaris Sport 1. Opdracht Stimuleer sport en bewegen bij kinderen en jongeren door tussen- en naschoolse activiteiten aan te bieden, door bewegingsonderwijs te verbeteren (o.a. door gastlessen en clinics van sportverenigingen) en door de makelaarsfunctie voor sportverenigingen te vervullen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal tussen- en naschoolse sport- en bewegingsactiviteiten
56
2. Aantal deelnemers tussen- en naschoolse sport en bewegingsactiviteiten
984
3. Aantal gastlessen Combinatiefunctionaris in het bewegingsonderwijs van het primair onderwijs
119
4. Aantal clinics van sportverenigingen in het bewegingsonderwijs van het primair onderwijs
67
5. Aantal kinderen en jongeren dat door bovengenoemde activiteiten doorstroomt naar sportverenigingen.
-
6. Aantal verenigingen dat contact heeft gehad met de Combinatiefunctionaris Sport
40
7. Aantal verenigingen dat ondersteuning heeft gehad van de Combinatiefunctionaris Sport
5
8. Tevredenheid kinderen en jongeren
Iedereen
9. Tevredenheid scholen
12
10. Tevredenheid sportverenigingen
15
Stichting Welzijn Brummen
Gerealiseerd 31-12-2015
41
Voortgangsrapportage 2015
2.7 Combinatiefunctionaris Sport 2b. Toelichting Prestatie indicator 1 en 2: Aantal tussen- en naschoolse sport- en bewegingsactiviteiten en aantal deelnemers In deze periode zijn 56 sport- en bewegingsactiviteiten georganiseerd in het kader van de tussen- en naschoolse opvang. De TSO-activiteiten vinden wekelijks plaats op donderdag en telkens op een andere school. Hieraan hebben in totaal 984 kinderen deelgenomen. Prestatie indicator 3: Aantal gastlessen Combinatiefunctionaris in het bewegingsonderwijs van het primair onderwijs De Combinatiefunctionaris geeft wekelijks gastlessen op alle gemeentelijke basisscholen, met als doel het bewegingsonderwijs bij verschillende spel- en turnonderdelen te ondersteunen en te verbeteren. In deze rapportageperiode zijn er 119 gastlessen gegeven. Prestatie indicator 4: Aantal clinics sportverenigingen in het bewegingsonderwijs van het primair onderwijs Verenigingen hebben steeds meer behoefte om gastlessen aan te bieden aan scholen. In overleg met de Combinatiefunctionaris Sport komt een vereniging in de gymzaal om kinderen kennis te laten maken met de betreffende sport. Voor kinderen biedt het meer variatie in de gymles; daarnaast is de kennismaking met de sport regelmatig aanleiding om lid te worden van de vereniging. In totaal 15 sportverenigingen hebben 67 gastlessen gegeven op gemeentelijke basisscholen. Prestatie indicator 5: Aantal kinderen en jongeren dat door bovengenoemde activiteiten doorstroomt naar een sportvereniging Dat er sprake is van doorstroom is zeker, het exacte aantal is niet bekend; de focus ligt ook niet hierop, maar op het kennismaken met sporten en het plezier die je eraan kunt beleven. Prestatie indicator 6: Aantal verenigingen dat ondersteuning heeft gehad van de Combinatiefunctionaris Sport In deze periode hebben 40 verenigingen contact gehad met de Combinatiefunctionaris. Hiervan hebben er 5 actief gebruik gemaakt van ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van een samenwerkingsactiviteit als een clinic. Prestatie indicator 7: Tevredenheid kinderen en jongeren Het enthousiasme onder de betrokken kinderen en jongeren is unaniem groot. Prestatie indicator 8 en 9: Tevredenheid scholen en sportverenigingen De 12 betrokken scholen en 15 sportverenigingen worden betrokken in de gemeentelijke evaluatie.
Stichting Welzijn Brummen
42
Voortgangsrapportage 2015
2.7 Combinatiefunctionaris Sport 3. Signalen en prioriteiten komende periode Het hele jaar door: Sport on Wheels De Combinatiefunctionaris trekt wekelijks op dinsdag, woensdag en donderdag op vaste locaties en tijdstippen door de gehele gemeente met Sport on Wheels. Kinderen komen hierdoor in aanraking met allerlei en leuke sporten of spelonderdelen. Clinics en activiteiten in de vakantieperiode In de zomervakantieperiode organiseren we verschillende soorten activiteiten voor de jeugd van 4 tot 20 jaar. Vooral pannakooi en voetbalboarding zijn populair. Met de BSO’s en verenigingen is contact over het geven van clinics, vergelijkbaar met het idee van gastlessen. Schoolsportdag en Nationale Sportweek In Eerbeek ondersteunt de Combinatiefunctionaris het Sportdagcomité en onderhoudt zij de contacten met de verenigingen. Tijdens de Nationale Sportweek zorgen beide Combinatiefunctionarissen Sport ervoor dat de activiteitenladder goed gevuld wordt met verschillende activiteiten in de gemeente Brummen. Contacten verenigingen en Sportcafé In samenwerking met Rhienderoord bezoekt de sportmakelaar dit jaar elke lokale vereniging. Doelen zijn: kennis maken, weten wat leeft binnen de verenigingen en aangeven cq. polsen wat de sportmakelaar kan bieden. Drie tot vier keer per jaar wordt het Sportcafé georganiseerd. Dit is voor, door en met verenigingen. Verenigingen gaan hierbij in gesprek met elkaar over onderwerpen die zij zelf belangrijk vinden. Het laatste Sportcafé had een nieuw jasje gekregen wat erg positief gevallen is. Nieuws Flits Maandelijks versturen de Combinatiefunctionarissen een Nieuws Flits: een A4tje met een kort overzicht van alle activiteiten voor de komende periode en een samenvatting van activiteiten die geweest zijn. Toekomst? Wij pleiten voor behoud van deze functie! Op 31 december loopt de pilot Combinatiefunctionaris officieel af. We zien de functie Combinatiefunctionaris Sport echt als een pedagogisch middel gericht op preventie en vinden dat zo’n functie, gecombineerd in een organisatie met werkers die ook in het lokale sociale domein werkzaam zijn, het beste resultaat oplevert. De werkwijze is vraaggericht, zonder specifiek belang en kan daardoor onafhankelijk uitgevoerd worden op basis van behoeften en interesses van de jeugd. De Combinatiefunctionaris biedt ook mogelijkheden voor jongeren van Talenthouse om leer- en werkervaring op te doen.
Stichting Welzijn Brummen
43
Voortgangsrapportage 2015
2.7 Combinatiefunctionaris Sport Door het laagdrempelig aanwezig zijn op allerlei plekken in de gemeente, leert de Combinatiefunctionaris veel kinderen en oudere jeugd kennen. Het vertrekpunt is ontspanning en bewegen, maar je ziet ook hoe kinderen in de groep liggen (of niet), welke kinderen bepaald gedrag vertonen en komt met ouders en buurtbewoners in contact. Daarmee is er veel raakvlak met samenlevingsopbouw en het professionele jeugd- en jongerenwerk. Voordeel is dat de Combinatiefunctionaris op alle vindplaatsen actief is; ook op de scholen, waar kinderen de helft van de dag verblijven.
Stichting Welzijn Brummen
44
Voortgangsrapportage 2015
2.8 Combinatiefunctionaris Cultuur 1. Opdracht Stimuleren van het cultuuronderwijs voor kinderen en jongeren door invulling te geven aan de rol van verenigingsondersteuner, cultuurmakelaar en mede uitvoeren/faciliteren van de culturele vorming op de basisscholen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal scholen dat gebruikt maakt van het aanbod
12
2. Aantal culturele activiteiten
8
3. Aantal contactmomenten van kinderen met professionele kunstenaars
2
4. Aantal kinderen dat aan de activiteiten heeft deelgenomen
Gerealiseerd 31-12-2015
1728 25
5. Aantal cultuureducatieve aanbieders waarmee is samengewerkt: - Lokaal - Regionaal - Landelijk 6. Tevredenheid muziekverenigingen en andere participerende cultuureducatieve aanbieders
8
7. Tevredenheid kinderen
8
8. Tevredenheid scholen
8
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal scholen dat gebruik maakt van het aanbod In deze periode hebben 12 scholen gebruik gemaakt van het aanbod. De scholen zijn verenigd in Cuvoba. In het schooljaar 2014-2015 waren er 3 vergaderingen waarin van elke school een afgevaardigde ICC’er deelnam. Hier werden o.a. de culturele activiteiten bepaald, toegelicht en geëvalueerd.
Stichting Welzijn Brummen
45
Voortgangsrapportage 2015
2.8 Combinatiefunctionaris Cultuur Prestatie indicator 2: Aantal culturele activiteiten Er zijn 8 culturele activiteiten georganiseerd, te weten het Cuvoba Kunstmenu, Kunst & Kidz, Kunstproject n.a.v. Jonge Helden, Onze Eigen…, DES in de les, Rapproject (in ontwikkeling), NPO (in ontwikkeling), Alles op snaren (in ontwikkeling). Prestatie indicator 3 en 4: Aantal deelnemende kinderen en hun contactmomenten met professionele kunstenaars In totaal hebben 1728 kinderen deelgenomen aan de culturele activiteiten en gemiddeld heeft elk kind 2 contactmomenten met een professionele kunstenaar gehad. Prestatie indicator 5: Aantal cultuureducatieve aanbieders met wie is samengewerkt De Combinatiefunctionaris Cultuur heeft samengewerkt met 25 cultuureducatieve aanbieders, onder wie muziekverenigingen, musici, een filmmaker, zang- en muziekdocenten, het Gelders orkest en het Stedelijk Museum Zutphen. Prestatie indicator 6: Tevredenheid muziekverenigingen en andere participerende cultuureducatieve aanbieders Op basis van reacties, evaluaties en gesprekken zou je de tevredenheid kunnen uitdrukken met het rapportcijfer 8. Prestatie indicator 7 en 8: Tevredenheid kinderen en scholen Op basis van reacties, evaluaties en gesprekken zou je de tevredenheid kunnen uitdrukken met het rapportcijfer 8.
3. Signalen en prioriteiten komende periode De pilot Combinatiefunctionaris Cultuur eindigt in december 2015; in september wil de gemeente een besluit nemen over of en hoe deze functie voort te zetten. Als wij kijken naar wat er in de afgelopen paar jaar is voortgebracht en wat er nog verder mogelijk is, is er maar één mogelijkheid: met volle kracht doorgaan. Onbevangenheid en nieuwsgierigheid voeden Elk kind wordt geboren met onbevangenheid en nieuwsgierigheid naar de wereld om zich heen. Die natuurlijke fascinatie wordt binnen de muziek- en cultuurprojecten gevoed. Kinderen worden geprikkeld om het plezier van muziek maken te beleven, daarin hun talenten te verkennen en zich te ontwikkelen op het gebied van samenspelen en samenwerken. Tegelijkertijd wortelt cultuur zich in de school doordat niet alleen de kinderen zich ontplooien, maar ook leerkrachten geïnspireerd raken. Tot slot raken kinderen en hun ouders bekend met het aanbod van verenigingen, kunstenaars en culturele instellingen in de gemeente.
Stichting Welzijn Brummen
46
Voortgangsrapportage 2015
2.8 Combinatiefunctionaris Cultuur Toekomst: cultuurbeleid verbonden met welzijn Minister Jet Bussemaker formuleert in haar brief ‘Ruimte in Cultuur’ de uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2017-2020. Daarin zegt ze dit: “Kwaliteit heeft niet alleen betrekking op oorspronkelijkheid, vakmanschap en vernieuwing, maar is ook op de samenleving gericht, participerend, educatief en gericht op ontwikkeling van talent.” Hierbij worden instellingen en kunstenaars aangemoedigd in te zetten op innovatie, profilering en eigen identiteit én om samen te werken met maatschappelijk organisaties. Een compliment aan de gemeente is op zijn plek, want de wijze waarop de Combinatiefunctie Cultuur in de afgelopen jaren is vormgegeven, sluit hier naadloos op aan en mag gezien worden als voorbeeld voor de toekomst. Zoals de Combinatiefunctionaris Cultuur het zelf verwoordt: “Ik zie als cultuurpunt in een welzijnsorganisatie een mooie toekomst met groeikansen!” Net als bij de Combinatiefunctionaris Sport is deze cultuurfunctie nauw verbonden met functies als samenlevingsopbouw, Talenthouse en het jeugd- en jongerenwerk. In de verbinding en samenhang ontstaat de meerwaarde. De beweging die is ingezet voortzetten en versterken Scholen zijn meer in beweging dan een paar jaar geleden. De focus lag toen erg op ‘de broek ophouden’, taal- en rekendoelen halen en werken volgens een min of meer gestandaardiseerd programma. Cultuureducatie stond daarbij los van het onderwijs, de leerdoelen en activiteiten. Inmiddels is er beduidend meer bewustzijn van het belang van een eigen identiteit en wordt er gevraagd om programma’s te ontwikkelen die de verbinding zoeken met het onderwijsprogramma en meer recht doen aan de eigenheid van een school. Voor de toekomst is het idee om elke school een bepaalde discipline en kunstenaar te laten adopteren waar de school de grootste klik mee voelt en projecten uit te voeren die op elk vlak inspireren. Daarnaast gaan we verder op het gebied van de doorlopende leerlijnen, in samenwerking met lokale muziekverenigingen, zoals in Eerbeek gebeurt met het KIEMM project waar groepen van het basisonderwijs elk jaar verder bouwen aan hun muzikale en culturele ontwikkeling.
Stichting Welzijn Brummen
47
Voortgangsrapportage 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet 1. Opdracht SWB wordt gevraagd om de vrijwillige inzet kwalitatief en kwantitatief te versterken. Twee taken zijn hierbij belangrijk: de werving en bemiddeling van vrijwilligers en de begeleiding en ondersteuning.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal bemiddelingen: - eenvoudig / digitaal: - intensief / via intake
53
2. - Aantal onbemiddelbare cliënten: doorverwezen / terugverwezen
12
3. Aantal activiteiten deskundigheid / voorlichting - BAC Training - Taalcoachbijeenkomsten - Voorlichting nieuwkomers - Voorlichting vrijwilligers SWB
3
4. - werving vrijwilligers diverse sociale projecten - aantal vrijwilligers BAC - aantal vrijwilligers Activerend huisbezoek - aantal vrijwilligers Buurtklus - aantal vrijwilligers Schakel - aantal vrijwilligers Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers - aantal vrijwilligers Taalcoach - aantal vrijwilligers Dagbesteding als Algemene Voorzieningen - aantal vrijwilligers Buurtkanaal - aantal vrijwilligers beheer/bar - aantal vrijwilligers informele zorg externe organisaties
55 6 5 8 4 14 6 2 10
5. Aantal evenementen waardering vrijwilligers
Gerealiseerd 31-12-2015
-
6. Tevredenheid bemiddelde organisaties 7. Tevredenheid bemiddelde vrijwilligers
Prestatie eenheid
Stichting Welzijn Brummen
324 uren
48
Voortgangsrapportage 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet 2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal bemiddelingen In deze periode heeft het Servicepunt 53 mensen bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Prestatie indicator 2: Aantal onbemiddelbare cliënten Voor 12 kandidaten is het niet gelukt een plek voor vrijwilligerswerk te vinden. Het gaat hier bijvoorbeeld om iemand met een psychische beperking, iemand die bezig is af te kicken van zijn verslaving of iemand die de Nederlandse taal onvoldoende beheerst. Een deel van deze mensen krijgt hulp of wordt behandeld bij een instelling, maar heeft ook een dagelijkse vorm van ondersteuning nodig. Deze groep konden we voorheen iets bieden vanuit ‘Kom uit je huis’ en zou nu bij het project Talent op zijn plaats zijn. Prestatie indicator 3: Aantal activiteiten deskundigheid / voorlichting In het eerste kwartaal is voorlichting gegeven over vluchtelingenwerk in de gemeente Brummen. In het tweede kwartaal is er een bijeenkomst georganiseerd om alle SWB-vrijwilligers te informeren over de nieuwe werkwijze die van hen vraagt nog zelfstandiger te werken. Vooralsnog geven de vrijwilligers aan dit zonder problemen aan te kunnen. Over een half jaar evalueren we en bespreken we eventuele knelpunten. Prestatie indicator 4: Werving vrijwilligers diverse sociale projecten Als we kijken naar de aard van het vrijwilligerswerk, dan valt op dat de meeste vrijwilligers gevonden worden voor Taalcoach (14) en Informele zorg externe organisaties (10). Daarna volgen Schakel (8), BAC (6), Buurtkanaal (6), Buurtklus (5), Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers (4) en beheer/bar (2). Prestatie indicator 5: Aantal evenementen waardering vrijwilligers Er hebben nog geen evenementen plaatsgevonden die bedoeld zijn om de waardering voor vrijwillige inzet uit te spreken. Wel is de Brummense Bikkel uitgereikt. Zie toelichting hierna. Prestatie indicator 6: Tevredenheid bemiddelde organisaties en vrijwilligers Een tevredenheidmeting vindt eens per twee jaar plaats.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Nieuwe naam, nieuwe doelgroep, nieuwe problemen De naamsverandering van Vrijwilligerscentrale in Servicepunt Vrijwillige Inzet is de start van een nieuwe doelstelling en nieuwe werkwijze. Mensen die op eigen kracht vrijwilligerswerk kunnen vinden, maken gebruik van de digitale vacaturebank. Servicepunt Vrijwillige Inzet richt zich vanaf dit jaar meer op mensen die moeite hebben om vrijwilligerswerk te vinden, onder meer vanwege een beperking (psychiatrisch, psychisch of verslaving), een ‘lastig verleden’ of een taalprobleem (inburgeraars).
Stichting Welzijn Brummen
49
Voortgangsrapportage 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Op dit moment kunnen we te weinig voor deze groepen betekenen. Dat is tegenstrijdig met onze doelstelling. Immers, juist deze mensen die niet goed in staat zijn om zelfstandig vrijwilligerswerk te vinden en uit te voeren, vormen onze primaire doelgroep. Etiketten weg, deuren openmaken Die beperking, het niet-kunnen, staat haaks op wat er van mensen wordt gevraagd op de arbeidsmarkt en breder in de samenleving. Nu na de decentralisaties bij gemeenten en instellingen overal het woord ‘zelfredzaamheid’ klinkt, lijkt deze groep nog sterker te worden geconfronteerd met waar ze al lange tijd mee worstelen: “een etiket”. Kortom, de druk op juist deze groep die al verminderd bestand is tegen druk, neemt alleen maar toe. Iemand die vervolgens binnenkomt bij een organisatie die bemiddelt in vrijwilligerswerk en ook daar ervaart dat hij of zij niet of moeilijk bemiddelbaar is, krijgt opnieuw een dichte deur. Dat moeten we als lokale samenleving niet willen! Het project Talent zal hierop ook antwoord bieden. Bij het Talenthouse zien we vergelijkbare vraagstukken op ons af komen met jongeren die om allerlei verschillende redenen nu al moeite vinden om hun draai in de samenleving te vinden. Daar is het mogelijk om met een grote inspanning van werkers, stagiaires, vrijwilligers en de bereidheid van andere SWB onderdelen en externe partijen, nieuwe kansen te creëren en het niet willen of niet kunnen om te zetten in: ‘Ik weet steeds beter wat ik wil, leer mijn talenten kennen en ga ervoor’. Binnen een veilige setting, met goede begeleiding kunnen jongeren kennismaken met verschillende werksoorten en oefenen met zowel de vereiste werkinhoudelijke als sociaal-communicatieve vaardigheden. Proeftuinen creëren Een dergelijke proeftuin, of leerwerklaboratorium zou ook passen bij de kwetsbare groep vrijwilligers die we op dit moment te weinig kunnen bieden. Vooralsnog ontbreekt het echter aan tijd en middelen om hier een adequaat antwoord op te geven. Dit lukt alleen als we met lokale partijen de krachten bundelen. Uiteraard hoort ook de gemeente hierbij. Als voorbeeld denken we, naast het project Talent, aan het dagbestedingsproject “De Kruidentuin”in Twello. Hierin kunnen alle doelgroepen uit de Wmo-Participatie Jeugd uitgaande van hun participatiebehoefte aan de slag in hun eigen gemeente. Zie ook 8.1, 8.2 en 8.3. Geen motivatie? Contra indicatie Naast de hiervoor genoemde groepen heeft het Servicepunt Vrijwillige Inzet te maken met cliënten die verplicht zijn om vrijwilligerswerk te zoeken vanuit het UWV of een re-integratiebureau. Bij een deel hiervan ontbreekt de motivatie volledig. In dat geval verwijzen we de cliënt terug naar de betreffende instelling.
Stichting Welzijn Brummen
50
Voortgangsrapportage 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Werving vrijwilligers informele zorg Zowel vanuit externe organisaties als vanuit SWB is er een toenemende behoefte aan vrijwilligers voor diverse projecten, zowel nieuwe als bestaande. Het is belangrijk dat vrijwilligers zo goed mogelijk gescreend worden en een VOG bezitten, voordat ze aan een-op-een vrijwilligerswerk beginnen. - In samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk Werk zijn we bezig om een cursus op te zetten voor de BAC-vrijwilligers. - De komende periode gaan we het Servicepunt Vrijwillige Inzet verder transformeren. We willen toegroeien naar een nog betere aanpak op het gebied van werving, selectie en scholing/training van vrijwilligers. Deze zal gestalte krijgen binnen de Vrijwilligersacademie. Vervolgens zijn organisaties die een vrijwilliger inschakelen zelf verantwoordelijk voor de reguliere begeleiding op de werkplek. - In de werving komt de prioriteit te liggen bij de zogenaamde zorgvrijwilliger. Hieraan is in onze gemeente een groot tekort.
Stichting Welzijn Brummen
51
Voortgangsrapportage 2015
4 Servicepunt Mantelzorg 1. Opdracht SWB wordt gevraagd om de basisfunctie van het steunpunt Mantelzorg te versterken (informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische steun en respijtzorg). Daarnaast is de opdracht verstrekt om een aanpak te ontwikkelen voor het signaleren en ondersteunen van jonge mantelzorgers.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Meewerken tot stand brengen signaleringsnetwerk
-
2. Meewerken aanbod informele zorg en waarderingsactiviteit Mantelzorgers
-
3. Samenwerkingspartners inzake psycho-educatie
5
4. Signaleren jonge mantelzorgers
-
5.
Nieuwe aanmeldingen Schakel naar beperking: - Dementie - Sociaal Isolement - Verstandelijke beperking - Autisme - Lichamelijke beperking
17 5 5 2 1 4
6.
Nieuwe hulpvragen, naar soort hulpvraag: - Sociaal isolement - Mobiel isolement - Ontlasting mantelzorger
17 9 3 5
7. Aantal doorverwijzingen
4
8. Aantal lopende Schakel buddy’s/maatjes
42
9. Aantal vrijwilligers in begeleiding
40
10. Tevredenheid vrijwilligers en cliënten
-
Prestatie eenheid
Stichting Welzijn Brummen
Gerealiseerd 31-12-2015
279 uren
52
Voortgangsrapportage 2015
4 Servicepunt Mantelzorg 2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Meewerken tot stand brengen signaleringsnetwerk Het Servicepunt werkt mee aan een door de gemeente Brummen te realiseren signaleringsnetwerk van professionele zorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties die informele hulp bieden aan mensen met een beperking, met als doel vroegsignalering van (potentieel) zwaar belaste mantelzorgers en hen in contact brengen met het Steunpunt Mantelzorg. De betrokken ambtenaar heeft reeds enkele oriënterende gesprekken met ons gevoerd. Prestatie indicator 2: Meewerken aanbod informele zorg en waarderingsactiviteit Mantelzorgers De gemeente brengt het aanbod in kaart van organisaties die informele zorg bieden. SWB denkt en werkt hier graag in mee. Uit het ambtelijk overleg dat wij twee keer hebben gevoerd, zijn nog geen concrete stappen voortgekomen. De waarderingsactiviteit staat in het najaar gepland. Prestatie indicator 3: Samenwerking met zorgaanbieders die (psycho)educatieve activiteiten voor mantelzorgers aanbieden SWB werkt samen met Riwis, Alzheimer Nederland, Vérian, de casemanager dementie en de protestantse kerken aan het opzetten van een geheugensteunpunt. In deze periode zijn gezamenlijk twee bijeenkomsten georganiseerd over dementie, een keer in Brummen en een keer in Eerbeek. Beide keren was de deelname groot (gemiddeld 40 personen). Prestatie indicator 4: Ontwikkelen aanpak signalering jonge mantelzorgers Er heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden met de gemeente, maar de gemeente heeft nog geen beleid op dit gebied ontwikkeld. Uit gesprekken met AMW, jongerenwerk, Team voor Elkaar en collega instellingen blijkt dat signalen over zwaar belaste jonge mantelzorgers niet of nauwelijks zichtbaar worden. Desalniettemin blijft dit onze aandacht houden en gaan we in de komende periode de samenwerking aantrekken met meer partners, waaronder MEE. Prestatie indicator 5: Aantal vrijwilligers De hoofdreden voor een mantelzorger om een maatje aan te vragen, is het dreigen van een sociaal isolement; daarnaast worden maatjes gevraagd ter ontlasting van de mantelzorger. In alle gevallen is sprake van een (dreigende) overbelasting van de mantelzorger. Vaak gaat het om een mantelzorger met een dementerende partner. Voor deze specifieke doelgroep is begin 2015 speciale aandacht geweest. Er zijn vrijwilligers geworven en ingezet met affiniteit en ervaring op het gebied van dementie, maar we hebben op dit moment nog onvoldoende vrijwilligers om te kunnen beantwoorden aan alle aanvragen.
Stichting Welzijn Brummen
53
Voortgangsrapportage 2015
4 Servicepunt Mantelzorg Doorverwijzers weten ons goed te vinden, met als koplopers de casemanager dementie en thuiszorg. Van het Team voor Elkaar zijn nog geen aanvragen binnengekomen. Prestatie indicator 6: Aantal koppelingen Het aantal lopende koppelingen bedraagt 42. Prestatie indicator 7: Aantal doorverwijzingen In het begin van het jaar zijn twee aanvragen doorverwezen naar Handsaam en twee naar Buurtklus. Prestatie indicator 8 en 9: Aanmelding vrijwilligers In 2015 zijn 7 nieuwe vrijwilligers gestart die allemaal zijn voorgesteld aan een hulpvrager. Van deze vrijwilligers hebben er 3 gereageerd op een oproep voor maatjes voor mensen met dementie. We blijven een tekort houden aan “stevige” vrijwilligers die ingezet kunnen worden op de complexere aanvragen. Prestatie indicator 10: Tevredenheid vrijwilligers en cliënten Schakel In de tweede helft van het jaar vindt een meting plaats.
3. Signalen en prioriteiten komende periode
Integrale (keten)benadering jonge mantelzorgers Er bereiken ons geen signalen van overbelaste jonge mantelzorgers. Wij denken dat kinderen/jongeren, net als volwassenen, als vanzelfsprekend taken op zich nemen. Zie het voorbeeld van de Brummense Bikkel, hierna toegelicht. We pleiten ervoor om dit beleidsonderdeel vooral integraal te benaderen, dat wil zeggen: de nadruk leggen op signalering en inzet (indicering/zorg) vanuit de keten. Vroegsignalering is van belang om het risico van overbelasting te minimaliseren. Brummense Bikkel voor jonge mantelzorger Veerle Vrijdag 24 april 2015 heeft burgemeester Alex van Hedel de Brummense Bikkel uitgereikt aan de 11-jarige Veerle Kettelerij uit Brummen. Deze waardering is bedoeld om kinderen en jongeren die een bijzondere prestatie hebben verricht in het zonnetje te zetten. Veerle krijgt de Bikkel omdat zij met name het afgelopen jaar haar dementerende oma heeft geholpen met de persoonlijke verzorging, soms wel 6 dagen per week! Op enig moment liet oma haar kleindochter alleen nog maar toe in deze verzorging. Toen oma bijvoorbeeld niet naar de dagopvang wilde, gaven ook de hulpverleners aan dat als het hun niet zou lukken, ze Veerle zouden vragen om te helpen. Het feit dat Veerle op zo’n jonge leeftijd deze belangrijke persoonlijke mantelzorg gaf, maakt haar een echte Brummense Bikkel!
Stichting Welzijn Brummen
54
Voortgangsrapportage 2015
4 Servicepunt Mantelzorg Website Op de SWB website is een apart menu opgenomen dat aandacht vraagt voor jonge mantelzorgers. De site wordt de komende periode uitgebreid met onder andere videomateriaal waarin jonge mantelzorgers vertellen wat ze tegenkomen en hoe ze ermee omgaan. Dat biedt mogelijkheden voor de doelgroep om zichzelf - of leeftijdsgenoten die in een verzorgende zitten - te herkennen. Dit kan de eerste stap naar hulp zijn.
Stichting Welzijn Brummen
55
Voortgangsrapportage 2015
5.1 Dagelijkse inloopspreekuren sociaal maatschappelijke ondersteuning en hulpverlening 1. Opdracht SWB wordt gevraagd dagelijkse inloopspreekuren uit te voeren in Eerbeek en Brummen. De inwoners uit de gehele gemeente kunnen hier zonder afspraak vooraf terecht voor al hun vragen op het gebied van de sociale en maatschappelijke ondersteuning van SWB.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1.
Aantal contacten - Brummen - Eerbeek - Hall - Empe - Leuvenheim - Overig
620 303 275 5 2 2 33
2.
Aard/categorie vragen - BAC/administratie - Opvoeding - Mobiliteit - (Mantel)zorg - Welzijn/Huisvesting
69 % 1% 3% 7% 20 %
3. Aantal toelatingstoetsen Voedselbank
28
4. Aantal contacten Nieuwkomers spreekuur
135
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
540 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal contacten Het totaal aantal contacten tijdens de inloopspreekuren bedraagt 620. Hiervan waren er 303 met inwoners uit Brummen, 275 met inwoners uit Eerbeek en 5, 2 en 2 met inwoners van respectievelijk Hall, Empe en Leuvenheim. Het aantal overige contacten waarvan de woonlocatie niet is vermeld, is 33.
Stichting Welzijn Brummen
56
Voortgangsrapportage 2015
5.1 Dagelijkse inloopspreekuren sociaal maatschappelijke ondersteuning en hulpverlening Prestatie indicator 2: Aard/categorie hulpvraag Kijken we naar de aard van de hulpvraag, dan zien we de volgende verdeling. Het overgrote deel van vragen (69%, 427 contacten) betreft problemen met geld en administratie; op nummer 2 staan vragen op het gebied van welzijn en wonen (20%, 124 contacten); mantelzorg (7%, 43 contacten) komt daarna en tenslotte is er een geringer aantal vragen op het gebied van mobiliteit (7%, 19 contacten) en opvoeding (1%, 6 contacten). (De optelsom van contacten is 619, 1 minder dan in de tabel. Dit verschil wordt veroorzaakt door de afronding in procenten.) Prestatie indicator 3: Aantal toelatingstoetsen Voedselbank Bij 28 mensen/gezinnen is de toelatingstoets voor de Voedselbank verricht. Ten opzichte van vorig jaar zien we een toename van het aantal aanmeldingen. Opvallend is een verdubbeling in Brummen; in Eerbeek is het aantal gelijk gebleven. De toename in Brummen is ook terug te zien in het aantal aanmeldingen voor het BAC. Prestatie indicator 4: Contacten Nieuwkomers spreekuur Na de individuele begeleiding in het eerste half jaar worden nieuwkomers verwezen naar het inloopspreekuur. Dat dit van belang is, blijkt uit het feit dat alle nieuwkomers het spreekuur bezoeken en er in totaal al 135 contactmomenten geweest zijn.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Per 1 januari 2015 heeft het Team voor Elkaar de gemeentelijke informatie- en adviesfunctie overgenomen van het ene loket Wegwijs. Hierdoor is de functie van de inloopspreekuren van SWB veranderd. Bij aanvang was voor de burger niet duidelijk waarvoor hij bij welk loket moest zijn; inmiddels heeft afstemming plaatsgevonden met het Team voor Elkaar en de taakverdeling is nu helder. Tijdens de inloopspreekuren kunnen inwoners van de gemeente vanaf 18 jaar gratis en zonder verwijzing terecht voor al hun vragen op het gebied van de maatschappelijke en sociale ondersteuning en hulpverlening van SWB. De maatschappelijk werkers helpen bij het omgaan met instanties of met bemiddeling. Zij ondersteunen bij het oplossen van schulden of het op orde krijgen van administratie. Ze informeren burgers over vrijwilligerswerk of burenhulp en helpen/adviseren met verliesverwerking, conflict- of geweldsituaties of gevoelens van somberheid of eenzaamheid. De inloopspreekuren zijn ook het inloopspreekuur voor het Servicepunt Mantelzorg en het informatiepunt voor de diverse maatjesprojecten en het Servicepunt Vrijwillige Inzet. Cliënten zijn tevreden en ervaren het als prettig dat er echt aandacht voor hen is.
Stichting Welzijn Brummen
57
Voortgangsrapportage 2015
5.1 Dagelijkse inloopspreekuren sociaal maatschappelijke ondersteuning en hulpverlening Aansluiten bij dagelijkse inloopspreekuren De transformatie binnen het sociale domein is in volle gang. Bestaande voorzieningen en dienstverlening moeten zichzelf, zo lijkt het wel, opnieuw uitvinden. Belangrijk hierin blijkt onder andere de casusregierol van het Team voor Elkaar. Een recent voorbeeld is dat van een jongere die hulp krijgt van twee hulpverlenende instanties (maatwerk), maar toch meer nodig heeft om zijn dag door te komen en hier enige structuur aan te geven. Dit ‘meer’ biedt de Algemene Voorzieningen dagelijkse inloopspreekuren. Zijn vraag luidt: ‘Ik heb een plek nodig waar ik me dagelijks even kan melden, in de eerste plaats omdat ik dan iets heb waardoor ik mijn bed uitkom, ten tweede om de dag door te spreken, samen te kijken wat goed liep en wat beter kan.’ Uiteindelijk blijkt deze jongere het best op zijn plek bij de dagelijkse inloopspreekuren van SWB, die hij elke dag een kwartiertje bezoekt. Dat kwartier is precies genoeg om te zorgen dat hij zijn motivatie vasthoudt en ook met zijn andere doelen aan de slag kan blijven. Een lichte, laagdrempelige vorm van ondersteuning zorgt hierdoor dat de andere vormen van hulp ook hun effect kunnen bereiken.
Stichting Welzijn Brummen
58
Voortgangsrapportage 2015
5.2 Algemeen Maatschappelijk Werk 1. Opdracht SWB biedt maatschappelijke hulpverlening/cliëntondersteuning en, indien nodig, begeleiding die onafhankelijk is en waarmee mensen meer grip krijgen op hun situatie. Deze hulp wordt op een laagdrempelige manier en in een overzichtelijke structuur aangeboden. Uitgangspunt is dat mensen in zo’n kort mogelijke tijd weer op eigen kracht verder kunnen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Trajecten in begeleiding
114
2. Aantal afgesloten trajecten: - Binnen 3 maanden - 3 maanden en langer
31 16 15
3. Nieuw aangemelde trajecten
63
4. Leeftijdscategorie: - 0 – 21 jaar - 21 – 55 jaar - 55+ - Geen antwoord
10,5 % 52,6 % 29,8 % 7,1 %
5.
12,3 % 7,9 % 1,8 % 10,5 % 60 %
Doorverwijzingen van: - Team voor Elkaar - Huisarts - Zorginstellingen - Woningstichting - Overig - Zelf aangemeld
Stichting Welzijn Brummen
59
Gerealiseerd 31-12-2015
Voortgangsrapportage 2015
5.2 Algemeen Maatschappelijk Werk 6. Aard/problematiek: - Financiële bestedingen - Steun en Leun - Relaties/Verwerking - Opvoeding - Huisvesting - Psychisch sociale problematiek - Huiselijk geweld - Crisis
20,1 % 12,3 % 22,8 % 4,4 % 7,9 % 26,3 % 5,3 % 0,9 %
7. Tevredenheid cliënten
Prestatie eenheid
1.106 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1, 2 en 3: Trajecten in begeleiding, afgesloten en nieuw Vorig jaar was het aantal AMW trajecten in begeleiding in deze periode 131, dit jaar tellen we er 113. De verklaring hiervoor is dat er vorig jaar nog 91 trajecten in begeleiding meekwamen uit 2013. Dit jaar ligt dat aantal (uit 2014) beduidend lager, op 51. Met andere woorden: we zien veel minder lopende, langdurige trajecten en een flinke toename van nieuwe trajecten. Prestatie indicator 4: Leeftijdscategorie cliënten Uit de tabel blijkt dat ruim de helft van de cliënten (52,6%) hoort tot de categorie 21-55 jaar. Bijna 30% is 55 jaar of ouder, iets meer dan 10% is jonger dan 21 jaar. Prestatie indicator 5: Doorverwijzingen We krijgen regelmatig doorverwijzingen van het Team voor Elkaar, maar het precieze aantal kunnen wij nog niet uit de huidige gegevens halen. Het registratiesysteem wordt daarop aangepast en is per 1 juli a.s. operationeel. Prestatie indicator 6: Aard problematiek Kijken we naar de aard van de problematiek, dan staat psychische sociale problematiek bovenaan, gevolgd door relaties/verwerking en problemen rond de financiële situatie.
3. Signalen en prioriteiten komende periode We zijn bezig met de invoering van het Participatiewiel als methodisch instrument. Van oudsher verlenen we hulpverlening op materieel en immaterieel gebied binnen de context van het cliënt- of gezinssysteem. Daarbij sluiten we aan op persoonlijke vragen en spreken we de taal van de cliënt. Vaak gaat het om het omgaan met ingrijpende situaties, tegenslagen en/of veranderingen.
Stichting Welzijn Brummen
60
Voortgangsrapportage 2015
5.2 Algemeen Maatschappelijk Werk Binnen de hulpverleningstrajecten werken we toe naar zelfredzaamheid en versteviging van de steunstructuur. Daarin kunnen in grote lijn drie pijlers worden benoemd: 1. vertragen en verduren; hierbij staat het in kaart brengen van belemmerende en helpende overtuigingen centraal 2. verlichten en verstevigen: opruimen, aanvaarden, loslaten en construeren van nieuw perspectief op waardevolle ervaringen, kwaliteiten en talenten 3. voorwaarts leren: aan de slag; het mag met vallen en opstaan, maar houd je voortgang op het netvlies. Toename vragen op meer levensgebieden In het algemeen zien wij bij het AMW een toename van het aantal cliënten/gezinnen die kampen met vragen/ problemen op verschillende levensgebieden. Het vermoeden is dat er een relatie is met de aanhoudende economische crisis. Deze zet vaak niet alleen de financiële situatie van mensen onder druk, maar leidt naarmate de situatie langer duurt, ook tot spanningen die zich op allerlei manieren kunnen openbaren bij alle gezinsleden. Preventieprogramma’s kinderen inbedden Wij zijn extra alert op de aanwezigheid van jonge kinderen in gezinnen die hulp krijgen van het AMW. We zouden graag zien dat hiervoor preventieprogramma’s uitgevoerd worden. Landelijk zijn hiervoor vele evidencebased programma’s ontwikkeld. Als experiment hebben we de afgelopen maanden samen met MEE een KIEStraining (Kinderen in Echtscheidingssituaties) uitgevoerd. Deze groepstraining is net als “Piep zei de muis” zeer effectief. We zien hier goede mogelijkheden om ons preventieve werk nog steviger in te bedden in de lokale infrastructuur. Grootstedelijke problematiek: samenwerking Apeldoorn In de gemeente Brummen zien wij ook, al is het op kleine schaal, grootstedelijke problematiek terug als eerwraak, dubbel diagnose (psychiatrie/verslaving) en huisuitzettingen/thuisloosheid. De lokale voorzieningen zijn niet altijd toereikend. Waar nodig wordt een beroep gedaan op Apeldoorn als centrumgemeente waarmee de gemeente Brummen samenwerkingsafspraken heeft. Problematiek rondom wonen/sociale urgentie Sinds enige tijd zijn wij niet meer verantwoordelijk voor het opstellen en adviseren van een sociale urgentie voor een woningzoekende. De woningstichtingen in Eerbeek en Brummen kennen een samenwerking op dit gebied met woningstichtingen binnen de Stedendriehoek. In de praktijk blijkt echter dat we vaker ‘nee’ moeten verkopen aan cliënten met een hulpvraag op het gebied van huisvesting. Daar komt nog eens bij dat het aanbod voor tijdelijke huisvesting beperkt is en dat cliënten met kinderen hier bovendien niet voor in aanmerking komen. Voor jongeren onder de 23 zijn de woonmogelijkheden binnen de gemeente Brummen minimaal. Zij hebben nog geen recht op huurtoeslag, waardoor zij geen gebruik kunnen maken van de reguliere huurwoningen (te weinig inkomen) en dus afhankelijk zijn van het kameraanbod.
Stichting Welzijn Brummen
61
Voortgangsrapportage 2015
5.2 Algemeen Maatschappelijk Werk Huiselijk geweld De afgelopen vijf maanden zijn wij bij meer complex huiselijk geweld zaken betrokken geweest dan vorig jaar in dezelfde periode. Zaken zijn bovendien complexer en hierdoor intensiever. Het geweld binnen de gezinnen is vaak structureel van aard en daarmee ook minder makkelijk te doorbreken. Soms zien we een tijdelijke verbetering, bijvoorbeeld doordat mensen hulp accepteren voor hun verslaving. Maar na enige tijd komt het geweld weer terug. Zie voor meer informatie het verslag van de zorgcoördinatie huiselijk geweld. De zorgcoördinatie dragen we per 1 juli a.s. over aan Veilig Thuis te Apeldoorn; de hulpverlening aan deze gezinnen blijven wij uitvoeren binnen het AMW. Toename steun- en leuncontacten Er is een toename van het aantal steun- en leuncontacten. Veel eenzame ouderen (met name dames) hebben behoefte aan aandacht en een luisterend oor. Vaak start zo’n traject met een andere vraag, bijvoorbeeld praktische ondersteuning bij het invullen van papieren of verwerking van een ziekte. Bij doorvragen blijkt eenzaamheid het grootste obstakel. Doordeweeks kunnen ze zich vaak nog wel vermaken met een boodschap, een bezoek van buren of een aangeboden activiteit, maar vooral in het weekend en speciaal de zondag tellen de dames de uren af. Activiteiten zijn er dan nauwelijks. Soms lukt het om een maatje te vinden, maar er blijft een behoefte bestaan aan advies en ondersteuning. Daar waar mogelijk (mobiliteit), gaan we dit voor deze groep in het tweede half jaar aanbieden tijdens onze dagelijkse inloopspreekuren.
Stichting Welzijn Brummen
62
Voortgangsrapportage 2015
5.3 Budget Advies Centrum 1. Opdracht Het in beeld brengen van alle schuldhulpverleningsvragen binnen de gemeente Brummen. Na inventarisatie van de financiële situatie zorgdragen voor adequate overdracht naar schuldhulpverlening en Algemeen Maatschappelijk Werk voor verdere begeleiding.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1.
Aantal aanmeldingen: - Eerbeek - Brummen - Buitengebied
40 17 23 0
2.
Doorverwijzingen van: - Team voor Elkaar - Woningstichting - Nutsbedrijven - Zorginstellingen - Huisarts - Werkgevers - Overig
0,0 % 22,5 % 7,5 % 25,0 % 5,0 % 0,0 % 40,0 %
3.
Ingezette trajecten vanuit BAC: - Budgetbegeleiding - Voorbereiding schuldhulpverlening - Ondersteuning bij WSNP - Ondersteuning bij aanmelding bewind voeren
39,1 % 57,9 % 2,9 % 0,0 %
4. Aantal cursussen en voorlichtingsactiviteiten
1
5. Afgesloten trajecten
29
6. Mogelijk terugkerende cliënten
3
7. Monitoring trajecten
105
8. Aantal vrijwilligers
14
9. Trainingen en bijeenkomsten met vrijwilligers
1
Gerealiseerd 31-12-2015
10. Tevredenheid cliënten en vrijwilligers
Prestatie eenheid
Stichting Welzijn Brummen
270 uren
63
Voortgangsrapportage 2015
5.3 Budget Advies Centrum 2b. Toelichting Prestatie indicator 1, 2: Verdeling aanmeldingen Eerbeek/Brummen Het totaal aantal aanmeldingen in deze periode is 40. Bij de verdeling valt verder op dat het aantal aanmeldingen in Brummen (23) hoger is dan in Eerbeek (17). Een oorzaak is het hoge aantal aanmeldingen via de woningstichting Brummen, die ons ook preventief goed weet te vinden. Er zijn geen aanmeldingen van cliënten woonachtig in het buitengebied. Betekent dit dat mensen in het buitengebied ons minder goed kunnen vinden? Of hebben zij hun financiële zaken beter op orde? Of vragen zij minder snel om hulp? Prestatie indicator 2: Verwezen door Woningstichtingen en zorginstellingen zijn belangrijke verwijzers. Het totaalbeeld is echter wat vertekend, doordat het aantal verwijzingen van het Team voor Elkaar nog niet zichtbaar is in het registratiesysteem. Datzelfde geldt voor verwijzingen door werkgevers. Vandaar dat bij beiden geen aantal vermeld staat. Deze punten zijn vanaf 1 juli a.s. wel in de registratie opgenomen. Overige aanmeldingen komen in beeld via werkgevers, banken, gemeente, huisarts, RIWIS, Team voor Elkaar. Prestatie indicator 3: Aantal ingezette trajecten In deze periode zijn 68 trajecten ingezet. Het gaat hier om zeer problematische situaties waar cliënten zonder hulp niet uitkomen. Het accent ligt op voorbereiding schuldhulpverlening en budgetbegeleiding. ‘Ondersteuning bij aanmelding bewind voeren’ is op dit moment nog niet opgenomen in het registratiesysteem, maar wel in het tweede halfjaar. Prestatie indicator 4: Aantal cursussen en voorlichtingsactiviteiten In deze periode is 1 voorlichtingsactiviteit uitgevoerd, in samenwerking met de beleidsambtenaar van de gemeente. Dit is gebeurd op verzoek van het BAC, met het doel gezinnen met een laag besteedbaar inkomen gebruik te laten maken van het minimabeleid. Prestatie indicator 5 en 6: Afgesloten BAC trajecten, mogelijk terugkerende cliënten In de registratieperiode zijn er 29 trajecten afgesloten. Hierbij verwachten we van 3 cliënten een mogelijke terugval en terugkeer in het hulpverleningstraject. Prestatie indicator 7: Monitoring trajecten BAC Het totale aantal trajecten dat door het BAC wordt gemonitord, is 105. Dit is een momentopname. Deze trajecten worden op dat moment gevolgd.
Stichting Welzijn Brummen
64
Voortgangsrapportage 2015
5.3 Budget Advies Centrum Prestatie indicator 8: Aantal vrijwilligers In deze periode kon het BAC beschikken over 14 vrijwilligers. Prestatie indicator 9: Trainingen en bijeenkomsten met vrijwilligers De BAC-vrijwilligers worden dit jaar geschoold, in samenwerking met het AMW en het Servicepunt Vrijwillige Inzet om de kwaliteit van hun werk te waarborgen. Ze blijven op deze manier op de hoogte van nieuwe regels en veranderingen in wetgeving én we houden ze gemotiveerd voor de grote inzet die van hen wordt gevraagd. Prestatie indicator 10: Tevredenheid cliënten en vrijwilligers Deze meting wordt in het tweede half jaar uitgevoerd.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Teugval in problemen; terugkeer in BAC Cliënten komen soms na enkele maanden of jaren weer terug met een hulpvraag voor het BAC. Dit kan om verschillende redenen gebeuren: - op verzoek van de Stadsbank, omdat er meer nodig is dan in eerste instantie is ingeschat en ingezet. Het BAC doet in zo’n situatie het voorwerk voor de Stadsbank - omdat cliënten zich destijds niet aan gemaakte afspraken houden en de hulpverlening daarom is stopgezet. Zij kunnen zich echter altijd opnieuw aanmelden. Outreachend huisbezoek Het BAC krijgt regelmatig vanuit beide woningstichtingen (dit jaar vooral van Brummen) het verzoek om op outreachend huisbezoek te gaan in het kader van een preventieve aanpak. We gaan dan bij de mensen langs om ze te informeren over de mogelijkheden van ondersteuning op financieel gebied. Deze huisbezoeken leiden zelden tot een aanmelding voor het BAC. Benadering: integraal en waar mogelijk preventief In de gemeente Brummen ligt de verantwoordelijkheid voor het BAC ook bij de maatschappelijk werkers. Hierdoor kijkt de BAC-medewerker bij een intake automatisch verder dan alleen naar de financiële hulpvraag. Spelen er andere vragen of problemen, dan worden deze sneller gesignaleerd en opgepakt. Gemeentelijk beleid Het BAC is heel positief over de mogelijkheid voor mensen met een laag besteedbaar inkomen om gebruik te maken van het minimabeleid.
Stichting Welzijn Brummen
65
Voortgangsrapportage 2015
5.3 Budget Advies Centrum Er is meer nodig om BAC goed uit te blijven voeren! De beschikbare uren zijn ontoereikend. Nadat het BAC niet langer kon beschikken over extra middelen, hebben we gedacht dit te ondervangen met een grotere vrijwillige inzet. Echter, met de groei van het aantal mensen dat kampt met problematische schulden en de complexiteit van de vraagstukken, groeien ook de taken en verantwoordelijkheden van de vrijwilligers. Een verbeterde structuur is nodig om te zorgen dat zij hiertoe voldoende toegerust zijn voor hun belangrijke taak en waar wenselijk kunnen rekenen op ondersteuning van de professional. We gaan hierover op korte termijn in gesprek met de gemeentelijke opdrachtgever.
Stichting Welzijn Brummen
66
Voortgangsrapportage 2015
5.4 Ouderenadvisering 1. Opdracht SWB zet vrijwillige seniorenvoorlichters in het project in die daar waar wenselijk getraind en gecoacht worden door agogisch medewerkers.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal 80+ aangeschreven door de gemeente
91
2. Aantal bezochte ouderen
18
3. Aantal vrijwilligers
9
4. Aantal bijeenkomsten met vrijwilligers
1
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
46 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1 en 2: Aantal aangeschreven en bezochte ouderen 80+ In deze periode zijn 91 ouderen (80+) door de gemeente aangeschreven. Hiervan hebben er in eerste instantie 59 aangegeven een huisbezoek op prijs te stellen. Als we ze benaderen voor een afspraak, blijkt dat een deel toch afhaakt. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers We kunnen beschikken over 9 vrijwilligers; vorig jaar waren er 11. Twee vrijwilligers moesten stoppen vanwege gezondheidsredenen. Er is gekozen nu niet te werven, omdat we verwachten de huisbezoeken met de bestaande capaciteit te kunnen uitvoeren. Prestatie indicator 4: Aantal begeleidingsbijeenkomsten met vrijwilligers Voorafgaand aan de huisbezoeken is 1 ondersteuningsbijeenkomst georganiseerd. Hierin zijn vrijwilligers geïnformeerd over veranderingen die voor de te bezoeken ouderen aan de orde zijn, zoals de nieuwe dienst Buurtklus en het Team voor Elkaar.
Stichting Welzijn Brummen
67
Voortgangsrapportage 2015
5.4 Ouderenadvisering 3. Signalen en prioriteiten komende periode Vrijwilligers steeds beter toegerust, ouderen tevreden Het huisbezoekproject heeft dit jaar wat minder doorverwijzingen naar de inloopspreekuren van SWB. Een belangrijke reden hiervoor is dat de vrijwilligers beter toegerust zijn om zelf de informatie aan de bezochte ouderen te geven. Het huisbezoek wordt zeer gewaardeerd door de ouderen; vrijwel iedereen geeft aan blij te zijn met het initiatief. Men voelt zich gehoord en vindt het plezierig om een update te krijgen over de verschillende mogelijkheden die er zijn rondom zorg- hulp- en dienstverlening en waar je met welke vraag terecht kunt. Veel afzeggingen Het is opvallend hoeveel mensen na een aanvankelijke aanmelding voor het huisbezoek, hebben afgezegd. De redenen variëren van: geen interesse, hulp van familie, hulp van vrienden en hulp van instanties bij wie ze al betrokken zijn. Sommige ouderen zijn benaderd door Team voor Elkaar voor een keukentafelgesprek. Van 91 aangeschreven mensen worden 59 ouderen bezocht; 18 van hen hebben inmiddels een gesprek gehad in deze rapportageperiode. Er is één vraag voor een aanvullend huisbezoek binnengekomen. Dit zal in juli plaatsvinden. Alertheid geboden Uit het voorgaande kan de indruk ontstaan dat veel ouderen behoorlijk op de hoogte zijn en/of voldoende omringd zijn door mensen die hen wegwijs maken. Bezoek lijkt vooral zinvol voor de oudste doelgroep. Toch past hier enige voorzichtigheid en nuancering. Wanneer ouderen sterk vertrouwen cq. leunen op mantelzorgers komt mogelijk de ‘last’ (informatie- en signaleringstaak) terecht op schouders die al genoeg of zelfs teveel moeten dragen. Daarnaast kan een afzegging ook voortkomen uit een gevoel van schaamte of een al vergevorderd isolement waarin een oudere geen perspectief meer ziet. Een dergelijke situatie kan opgemerkt worden als iemand onverhoopt aan de deur verschijnt. Dan is het goed om te weten dat er ook andere organisaties hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kennen en nemen, zoals de woningstichtingen Brummen en Sprengenland. Zij geven aan dat ze een toename signaleren van problemen achter de voordeur. Signalerend en preventief Huisbezoek heeft naast een informatieve ook een belangrijke signalerende functie. Op een laagdrempelige manier komt er toch iemand bij de oudere binnen die een eventueel ‘niet pluis gevoel’ door kan geven aan hulpverleners. Tot slot heeft het bezoek van de vrijwilliger regelmatig een preventief effect, bijvoorbeeld wanneer ouderen attent gemaakt worden op (voorliggende) voorzieningen.
Stichting Welzijn Brummen
68
Voortgangsrapportage 2015
5.5 Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers 1. Opdracht Het uitvoeren van de coördinatie van werkzaamheden bij de eerste huisvesting van nieuwkomers. Nieuwkomers (of familieleden die hier komen in het kader van gezinshereniging) leren zelfstandig om te gaan met de regelgeving van instanties en met aanvraagformulieren voor voorzieningen en hen hierbij begeleiden gedurende het eerste jaar. Na 1 jaar zorgdragen voor een goede overdracht naar reguliere sociaal maatschappelijke voorzieningen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Plaatsing nieuwe gezinnen
1 gezin (4 personen)
2. Woningweigering / Annulering gezinnen
0
3. Plaatsing nieuwe alleenstaanden
5
4. Woningweigering / annulering alleenstaanden
1
5. Plaatsing aantal personen in het kader van gezinshereniging
1
6. Afgesloten trajecten begeleiding (vanuit 2014)
13
7. Inzet en begeleiding vrijwilligers
4
Taakstelling aantal gehuisveste personen (40 personen)
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
10 personen 183 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1 t/m 5: Plaatsing nieuwe gezinnen, woningweigering/annulering gezinnen, plaatsing nieuwe alleenstaanden, woningweigering/annulering alleenstaanden, plaatsing aantal personen gezinshereniging In deze periode is huisvesting gerealiseerd voor een gezin met 4 personen, 5 alleenstaanden en 1 persoon in het kader van gezinshereniging.
Stichting Welzijn Brummen
69
Voortgangsrapportage 2015
5.5 Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers Prestatie indicator 6: Afgesloten trajecten begeleiding Er zijn in deze periode 3 trajecten woonbegeleiding afgesloten. Prestatie indicator 7: Inzet en begeleiding vrijwilligers In 2013 waren twee vaste vrijwilligers actief. Daarnaast werken we met vrijwilligers uit het eigen netwerk van de statushouder. Dit kunnen, landgenoten, familie of buren zijn. Ook hier hebben we een proces in gang gezet in onze methodische aanpak om de zelf- en samenredzaamheid te vergroten. Forse Taakstelling De taakstelling is (te) fors dit jaar. De opdracht is om in totaal 40 statushouders te huisvesten: 18 in het eerste halfjaar en 19 in het tweede halfjaar. Daar komen er nog 3 bij, vanuit de taakstelling 2014. Op dit moment is het gelukt een kwart van deze personen (10) te huisvesten. Wat houdt de Huisvesting en maatschappelijke begeleiding in? Vanaf het moment dat een inburgeraar in de gemeente komt wonen, maken we 5 individuele face-to-face afspraken binnen zes maanden. In deze periode wordt ‘geregeld wat geregeld moet worden om te wonen en te participeren in Brummen of Eerbeek’. Globaal zijn dit de onderwerpen per gesprek: - Gesprek 1: Woningbezichtiging, ondertekenen huurcontract, inschrijven GBA, ondersteuning aanvraag WWB/ Bijzondere bijstand. - Gesprek 2: Aanvragen huur- en zorgtoeslag, Zorgverzekering, WA Verzekering, gas, water en licht en aansluiting televisie, enzovoort. - Gesprek 3: Uitschrijving COA, Aanmelden inburgeringscursus/scholing. Regelen vervoerskosten / OV chipcard / aanmelden huisarts. - Gesprek 4: Netwerk / sociale activiteiten bespreken / stimuleren deelname aan activiteiten buiten de inburgering om. - Gesprek 5: Bespreken minimabeleid / financieel plan opstellen om duidelijk te maken van inkomsten en uitgaven zijn. Na deze individuele gesprekken kunnen mensen met vragen over ‘van-alles-en-nog-wat’ terecht bij het Vluchtelingenspreekuur. Onderwerpen die vaak aan de orde komen, zijn: het niet begrijpen van brieven/ formulieren, betalingsregelingen treffen voor aanmaningen, contacten met Vluchtelingenwerk, de verschillende scholen/inburgeringstrajecten. Wanneer statushouders een jaar lang in de gemeente wonen, wordt de persoonlijke begeleiding afgerond. Vanaf dat moment kunnen zij met hun vragen terecht bij de dagelijkse inloopspreekuren van SWB. De ervaring leert dat hier veel gebruik van wordt gemaakt, een teken dat ondersteuning na dat eerste jaar nog steeds noodzakelijk is.
Stichting Welzijn Brummen
70
Voortgangsrapportage 2015
5.5 Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers 3. Signalen en prioriteiten komende periode Samenwerking Er is een nauwe samenwerking met de gemeente, woningstichting Brummen en Sprengeland Wonen te Eerbeek. Deze wordt gekenmerkt door een grote motivatie en zeer korte lijnen. Tegelijkertijd zijn de organisaties zich ervan bewust dat de taakstelling zeer fors is en plaatsen we vraagtekens bij de haalbaarheid. De samenwerking met Activerium verloopt minder gemakkelijk. We staan lang in de wacht bij de poging telefonisch contact te zoeken, medewerkers zijn vaak afwezig of ‘zitten niet op hun plek’, zijn dus niet bereikbaar. Ook de samenwerking met Menzis verloopt niet altijd soepel; regelmatig worden we niet teruggebeld, of kan men niet duidelijk uitleggen welke kosten waarom betaald moeten worden. Dit belemmert ons in het hanteren van de efficiënte aanpak die we nastreven gelet op de beperkt beschikbare uren. Het zou voor de uitvoering van onze werkzaamheden instellingsbreed heel efficiënt werken als de klantmanagers Werk en Inkomen voor burgers van de gemeente Brummen toegevoegd worden aan het gemeentelijke Team voor Elkaar. Scholing en vervoer In deze periode speelden er met name vragen rondom scholing en vervoer van statushouders: - reiskosten van huis naar een school buiten het dorp worden niet automatisch vergoed. Dit is een terugkerend probleem waarover steeds opnieuw gecommuniceerd moet worden en dat tijd vraagt. - de internationale schakelklas (ISK) in Apeldoorn zat vol, waardoor kinderen moesten uitwijken naar een andere school. We hebben de leerplichtambtenaar hiervoor benaderd. Ook hier ontstonden vragen over reiskostenvergoedingen. - een aantal kinderen van vluchtelingen in de basisschoolleeftijd die het eerste jaar naar de speciale taalklas gaan op de Waaier in Zutphen, kreeg van de school het advies om nog een jaar langer op deze school te blijven. De reiskostenvergoeding stopt echter na een jaar. Na veel overleg is besloten dat deze kinderen naar het reguliere basisonderwijs gaan, omdat reiskosten te hoog zijn. Juridische dienstverlening De sociaal werker ‘Huisvesting en maatschappelijke begeleiding nieuwkomers’ houdt zich niet bezig met de juridische dienstverlening rondom gezinsherenigingen. Dit is een intensieve taak die zeer nauw luistert. Deze juridische begeleiding is de afgelopen jaren meermalen onderwerp van gesprek geweest met de gemeente. Steeds hebben we gehoord dat hierin niet voorzien wordt omdat het geen wettelijke taak van de gemeente is. Vanuit de hiaten in de praktijk hebben we gedacht om deze ondersteuning op afroep dan maar zélf in te kopen bij Stichting Vluchtelingenwerk Oost Nederland. Financiële doorrekening wijst echter uit dat binnen de middelen die we beschikbaar gesteld krijgen per nieuwkomer voor woonbegeleiding en maatschappelijke begeleiding, onvoldoende ruimte is om dit knelpunt op te lossen.
Stichting Welzijn Brummen
71
Voortgangsrapportage 2015
5.5 Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers Opnieuw keren we met een verzoek terug naar de gemeente. Voor eind juni dienen we een schriftelijk verzoek in, omdat er nieuwe inhoudelijke argumenten zijn die ons inziens een heroverweging rechtvaardigen. Enerzijds worden de inburgering en onze professionele inzet belemmerd, omdat de nieuwkomer geen ondersteuning geboden wordt op zijn grootste zorgen: hoe kan ik herenigd worden met mijn gezin? Anderzijds is de taakstelling die de gemeente opgelegd krijgt, gezien de woningschaarste in onze gemeente niet te realiseren. Indien de gemeente in gebreke blijft loopt zij het risico dat de Provincie het zelf gaat regelen en de (hogere) kosten in rekening brengt bij de gemeente. Dit risico kunnen we ondervangen. Met goede juridische begeleiding van de gezinshereniging van mensen die al gehuisvest zijn in onze gemeente is de taakstelling met minder huizen en mogelijk minder kosten in een vlotter tempo te realiseren.
Stichting Welzijn Brummen
72
Voortgangsrapportage 2015
5.6 Taalcoach 1. Opdracht Het vergroten van de eigen kracht van de nieuwkomer/oudkomer, door de Nederlandse taal te kunnen spreken en verstaan. SWB heeft de opdracht om taalkoppels te formeren: een vrijwilliger die mensen begeleidt in het leren en spreken van de Nederlandse taal als tweede taal. De vrijwilligers worden getraind en gecoacht. Ook worden er laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten/koffiebijeenkomsten georganiseerd om voortgang en motivatie te bevorderen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal koppels in begeleiding
17
2. Aantal bijeenkomsten
1
Gerealiseerd 31-12-2015
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal koppels in begeleiding In deze periode zijn 17 koppels actief in het project Taalcoach. Prestatie indicator 2: Aantal bijeenkomsten Bij het ROC Dieren hebben taalcoaches zelf een inburgeringscursus gehad, in aanwezigheid van de inburgeraars. Het heeft geleid tot een vergroot begrip van de taalcoach voor de inburgeraar en vice versa. Inburgeraars vonden het bovendien erg leuk om te zien dat ook Nederlanders lang niet alle antwoorden op vragen goed konden beantwoorden. De inloopactiviteiten (koffieochtenden) worden zeer goed bezocht, zie 6.1. en 6.2. Zeer succesvol, maar middelen ontoereikend In 2008 heeft de gemeente Brummen SWB de opdracht gegeven om het project Taalcoach neer te zetten. Toen was er landelijke financiering voor drie jaar; in 2012 werd dit verlengd met nog eens twee jaar, omdat het project zo succesvol was. En dat is het nog steeds; voor SWB reden om Taalcoach vanaf 2014 uit te voeren vanuit ‘de bestaande middelen’.
Stichting Welzijn Brummen
73
Voortgangsrapportage 2015
5.6 Taalcoach De coördinatie is noodgedwongen ondergebracht bij het Servicepunt Vrijwillige Inzet en niet bij het AMW zoals we in de prestatieafspraken zijn overeengekomen. Binnen het AMW lagen hiervoor geen mogelijkheden door de werkdruk in verband met de tijdelijke uitleen van meer dan helft van de formatie aan het Team voor Elkaar en het daardoor inwerken van nieuwe collega’s. We hopen dat er alsnog financiering mogelijk blijkt voor dit belangrijke educatieve werk dat we als een kerntaak zien. Op naar het 100-ste taalkoppel! In mei 2015 is het 83-ste taalkoppel tot stand gebracht. Een resultaat waar we trots op zijn. Dat het werkt, blijkt niet alleen uit het aantal inburgeraars, vluchtelingen en anderstaligen dat inmiddels geholpen is, maar ook het feit dat er nieuwe mensen staan te wachten om in juli te starten met een traject van een jaar. Het project is inmiddels uitgebreid. Behalve het educatieve aspect worden vrijwilligers getraind om ook maatschappelijke begeleiding te geven. Ze worden hierin ondersteund door een professional. Ook in dit werk proberen we de kanteling te maken naar meer samenredzaamheid en daarmee ook een efficiencyslag naar professionele inzet te maken. Samenwerking met andere organisaties Binnen Taalcoach werken we samen met tal van andere organisaties: Stichting Vluchtelingenwerk, Rijn IJssel College Dieren, ROC Aventus Deventer en Apeldoorn, Maatschappelijk Werk, Team voor Elkaar, COA en diverse basisscholen in de gemeente. Door de korte lijnen verloopt de samenwerking prima. De medewerker maatschappelijke begeleiding nieuwkomers fungeert als vangnet.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Met taallessen participatiekans oudkomers vergroten Er bereiken ons veel signalen dat er bij oudkomers een grote behoefte is aan Nederlandse taallessen. Zij merken dat zij geen kansen hebben op de arbeidsmarkt zolang zij het Nederlands niet goed beheersen.
Stichting Welzijn Brummen
74
Voortgangsrapportage 2015
5.7 Coördinatie ex-gedetineerden 1. Opdracht Kern van de opdracht is het uitvoeren van trajectafstemming op basis van het persoonsgebonden plan van alle leefgebieden van een ex-gedetineerde (ID kaart, huisvesting, inkomen, schulden, werk/dagbesteding).
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal cliënten
8
2. Aantal coördinerende contacten nazorg
43
3. Aantal contacten regionaal overleg
2
4.
Aard van ondersteuning cliënten - Door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheidsen participatiedoelen - Persoonlijke omstandigheden - ID bewijs - Inkomen/werk/dagbesteding - Schulden - Huisvesting/onderdak - Zorg
Prestatie eenheid
Gerealiseerd 31-12-2015
1 1 1 1 1 1 35 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal cliënten In deze periode hebben we de coördinatie verzorgd voor 8 cliënten. Prestatie indicator 2: Aantal coördinerende contacten nazorg Er is 1 traject nazorg ingezet, horend bij het subsidiebeleidskader begeleiden van ex-gedetineerden voor wonen en werken voor 2014. Prestatie indicator 3: Aantal contacten regionaal overleg Over de inzet van hulp voor 1 cliënt hebben we afgestemd met de gemeente Brummen.
Stichting Welzijn Brummen
75
Voortgangsrapportage 2015
5.7 Coördinatie ex-gedetineerden De inzet van hulp voor 2 andere cliënten is afgestemd met organisaties die al betrokken waren bij de hulpverlening en ondersteuning na afloop van detentie. Over alle nieuw aangemelde trajecten is overlegd met de betrokken Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD) in de penitentiaire inrichting. Daarnaast is twee keer deelgenomen aan een overleg in de Veiligheidskamer. Prestatie indicator 4: Aard van ondersteuning cliënten Zie prestatie indicator 2. Aan deze cliënt is op alle genoemde onderdelen (zie tabel) ondersteuning geboden, behalve ID bewijs.
Stichting Welzijn Brummen
76
Voortgangsrapportage 2015
5.8 Zorgcoördinatie huiselijk geweld 1. Opdracht Kern van de opdracht is het uitvoeren van de functie Zorgcoördinatie huisverboden en complexe huiselijk geweldzaken tot 1 juli 2015. Na deze datum heeft de gemeente deze opdracht gegund aan onze collega instelling Stimenz in Apeldoorn en wordt het werk door hen overgenomen.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal casussen
2 THV 5 complex
2. Doorlooptijd van binnenkomst melding tot afsluiting
Nog niet van toepassing
3. Betrokken hulpverleningsinstanties per casus
5
4. Mate van tevredenheid over de hulpverlening van cliënten
Gerealiseerd 31-12-2015
Toetsing door SHG
Prestatie eenheid
120 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal casussen Deze periode er 2 Tijdelijke Huisverboden (THV’s) afgegeven en hebben we te maken met 5 complexe zaken. Prestatie indicator 2: Doorlooptijd van binnenkomst melding tot afsluiting Een THV zit nog in de verlenging, het andere is net gestart. Voor beiden zijn de definitieve uren op dit moment dus nog niet te geven. Prestatie indicator 3: Betrokken hulpverleningsinstanties per casus Bij de eerste THV werken we samen met drie hulpverleningsorganisaties (Veilig Thuis; voormalig AMK, AMW en Tactus; bij de tweede zijn Veilig Thuis en AMW betrokken. Prestatie indicator 4: Mate van tevredenheid cliënten De tevredenheid wordt getoetst door het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG).
Stichting Welzijn Brummen
77
Voortgangsrapportage 2015
5.8 Zorgcoördinatie huiselijk geweld 3. Signalen en prioriteiten komende periode Allochtone gezinnen, problemen op meer leefgebieden Opvallend binnen deze 7 zaken is dat het in 6 situaties gaat om geweld binnen allochtone gezinnen. Vaak spelen er problemen op diverse levensgebieden (financiën, ontbreken van werk, opvoeding) en ontladen de spanningen die dit met zich meebrengt zich in geweld. Daarnaast valt op dat het huiselijk geweld binnen een aantal gezinnen bijna een structureel karakter lijkt te hebben. Deze spiraal is nauwelijks te doorbreken. Woonruimte Aansluitend op dit laatste, is er opnieuw een toename van ouder-jongere problematiek. Zoals in eerdere rapportages aangegeven, zien wij een verband met het gebrek aan zelfstandige woonruimte voor jongeren. Hierdoor blijven zij noodgedwongen en langer dan wenselijk bij hun ouders inwonen. Samenwerking De samenwerking met de verschillende instanties (HovJ’s, Veilig Thuis, AMW) is heel goed verlopen. De korte lijntjes die de zorgcoördinatie lokaal met het AMW heeft, bevorderen de snelheid en slagvaardigheid van handelen. We zijn benieuwd hoe dit vanaf 1 juli gaat lopen nu de zorgcoördinatie bij onze collega instelling Stimenz (Veilig Thuis) in Apeldoorn komt te liggen. Vooralsnog betreuren wij het dat de lokale expertise niet meer benut wordt; de AMW’ers voelen het als een uitholling van hun vak dat de zorgcoördinatie nu niet meer lokaal door hen wordt uitgevoerd. Dit laat onverlet dat Veilig Thuis als regionaal expertisecentrum ook haar taken heeft in onze gemeente.
Stichting Welzijn Brummen
78
Voortgangsrapportage 2015
6.1 en 6.2 Ontmoeting Plein Vijf en Tjark Riks 1. Opdracht SWB ontwikkelt activiteiten die aansluiten bij de inwoners van de gemeente Brummen. Inwoners die gerekend kunnen worden tot de kwetsbare groepen, zoals gehandicapten, licht chronisch psychiatrische patiënten, mensen met licht psychische of psychosociale problemen en ouderen. De activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers: inwoners die bereid zijn zich in te zetten voor hun buurt- en dorpsgenoten.
2a. Resultaten
6. Ontmoeting Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal cursussen
8
2. Aantal cursusdeelnemers
124
3. Aantal (re)creatieve activiteiten en wijkkamer-/huiskameractiviteiten - aantal bijeenkomsten - aantal bezoekers - gemiddeld aantal bezoekers
51 93 7/8
4. Aantal ingeschreven deelnemers/groepen (re)creatieve activiteiten
282
21 290 14
Aantal open activiteiten - aantal open activiteiten - aantal bezoekers - gemiddeld aantal bezoekers
5. Tjark Riks Centrum openstellingsuren per week
60
6. Plein Vijf openstellingsuren per week
60
7. Aantal bezoekers Tjark Riks per week
854
8. Aantal bezoekers Plein Vijf per week
670
9. Aantal vrijwilligers
173
10. Programma PR digitaal en huis aan huis
2 nieuwsbrieven
Prestatie eenheid
Stichting Welzijn Brummen
Gerealiseerd 31-12-2015
1.087 uren
79
Voortgangsrapportage 2015
6.1 en 6.2 Ontmoeting Plein Vijf en Tjark Riks 2b. Toelichting Prestatie indicator 1 en 2: Aantal cursussen en deelnemers In deze periode zijn 8 cursussen uitgevoerd op het gebied van preventie, ontspanning en ontmoeting. In totaal namen hieraan 124 mensen deel. Prestatie indicator 3: Aantal (re)creatieve activiteiten en wijkkamer-/huiskameractiviteiten In totaal hebben in deze periode 390 bezoekers deelgenomen aan 51 activiteiten, gemiddeld 7 à 8 bezoekers per activiteit. Prestatie indicator 4: Aantal ingeschreven deelnemers/groepen creatieve activiteiten In totaal hebben in deze periode 290 bezoekers deelgenomen aan 21 activiteiten, gemiddeld 14 bezoekers per activiteit. Prestatie indicator 5: Openstellinguren Tjark Riks Centrum per week Het Tjark Riks Centrum was gemiddeld 60 uur per week toegankelijk voor deze activiteiten. Prestatie indicator 6: Aantal bezoekers Tjark Riks Centrum per week Het aantal bezoekers van het Tjark Riks Centrum was gemiddeld 854 per week. Prestatie indicator 8: Openstellinguren Plein Vijf per week Plein Vijf was gemiddeld 60 uur per week toegankelijk voor deze activiteiten. Prestatie indicator 8: Aantal bezoekers Plein Vijf per week Het aantal bezoekers van Plein Vijf was gemiddeld 670 per week. Prestatie indicator 9 en 10: Aantal vrijwilligers In totaal zijn 173 vrijwilligers actief in het ontvangen van bezoekers en het begeleiden van activiteiten. Prestatie indicator 10: Programma PR digitaal en huis aan huis Deze periode zijn twee nieuwsbrieven verspreid om deelnemers attent te maken op het aanbod. In september valt het jaarlijkse programmaboekje met een overzicht van het gehele informatie- en activiteitenaanbod gemeentebreed op de deurmat. Op dit moment wordt er aan gewerkt om de inhoud en het aanbod (dat dit jaar meer in beweging is dan in andere jaren) te actualiseren.
Stichting Welzijn Brummen
80
Voortgangsrapportage 2015
6.1 en 6.2 Ontmoeting Plein Vijf en Tjark Riks 3. Signalen en prioriteiten komende periode Koerswijziging en gevolgen In de prestatieafspraken voor 2015 heeft de gemeente géén financiering opgenomen voor ondersteuning van vrijwilligers door sociaal-agogische medewerkers bij ontmoetingsactiviteiten. (Activiteiten die hieronder vallen, zijn onder andere koersbal voor ouderen, klaverjassen, kaarten maken, houtsnijden, enzovoort.) Dit betekent dat deze vorm van ontmoeting voortaan alleen nog wordt gefaciliteerd in de vorm van het beschikbaar stellen van accommodaties en facilitaire ondersteuning door de beheerders. De uitdaging die deze flinke omslag oplevert, pakken we professioneel en gemotiveerd op. Daar hoort echter bij dat we kritisch en zorgvuldig proberen in te schatten – en monitoren – wat de gevolgen zijn van deze veranderingen voor de deelnemers aan de activiteiten en de vrijwilligers. Deze activiteiten zijn als collectieve voorziening een kernactiviteit in de transformatieprocessen die nu spelen. Vrijwilligers willen een professionele back-up Het wijzigen van koers is een proces dat om een zorgvuldige afstemming vraagt met alle betrokken partijen én een doordacht plan van aanpak om deze belangrijke nuldelijnsvoorziening voort te kunnen zetten. Mogen we bijvoorbeeld van vrijwilligers, van wie een aantal zich al 30 jaar elke week inzet, vragen om zomaar mee te gaan in een nieuwe koers, waarbij ze hun werk voortzetten zonder vaste agogische ondersteuning? Hebben ze het gevoel voldoende toegerust te zijn om hun taak met een grotere mate van zelfstandigheid uit te voeren? Blijven ze zich in de nieuwe situatie voldoende verbonden, gemotiveerd en gewaardeerd voelen? Agogen en beheerders zijn met elkaar in gesprek gegaan over deze vragen, met het doel tot een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden te komen. De ervaring leert dat de faciliterende organisatie meer moet bieden dan een ruimte en de aanwezigheid van faciliteiten. Vrijwilligers hebben behoefte aan een ‘gezicht’, een aanspreekpunt. Iemand die vertrouwd is met het werk en de doelgroep, die af en toe binnen komt lopen, hen ondersteunt bij moeilijke situaties en een luisterend oor biedt. Duidelijk aanspreekpunt en extra tools voor vrijwilligers Uit het overleg is voortgekomen dat beheerders, receptie en administratie primair zullen fungeren als aanspreekpunten voor de facilitaire dienstverlening. Vrijwilligers en deelnemers worden aangesproken op hun zelfredzaamheid op het moment dat er vragen liggen met betrekking tot groepsdynamica en inhoudelijke kwesties. Daarbij is het van belang dat vrijwilligers de ‘tools’ hebben om hun nieuwe rol vorm en inhoud te kunnen geven. Hierbij valt te denken aan deskundigheidsbevordering of coaching. Met het oog hierop is afgesproken om twee keer per jaar een bijeenkomst te organiseren waarbij de beroepskracht van het Servicepunt Vrijwillige Inzet ondersteuning biedt aan de vrijwilligers. De thema’s van deze bijeenkomsten worden afgestemd op de behoeften en vragen van vrijwilligers en van signalen die binnen komen. Zo kan de ene keer het accent liggen op deskundigheidsbevordering, terwijl een andere keer het
Stichting Welzijn Brummen
81
Voortgangsrapportage 2015
6.1 en 6.2 Ontmoeting Plein Vijf en Tjark Riks uitwisselen van ervaringen en reflecteren op/samen leren van praktijksituaties centraal staat. Daarnaast zullen de dagelijkse inloopspreekuren als vangnet/achterwacht fungeren voor onverwachte crisissituaties. Vinger aan de pols Of dit voldoende is om vrijwilligers en deelnemers te binden en om goed te kunnen signaleren, zal zich de komende anderhalf jaar uitwijzen. Blijkt dat veel vrijwilligers afhaken en/of activiteiten stoppen, dan zullen maatregelen genomen moeten worden om deze nuldelijnsvoorziening op een verantwoorde wijze voort te zetten. Inloop nieuwkomers De inloopochtend voor vrouwelijke nieuwkomers wordt zowel in Brummen (15 deelnemers) als in Eerbeek (10) goed bezocht. De ochtenden worden begeleid door – we zeggen het gewoon maar eens – twee fantastische vrijwilligers die precies aanvoelen hoe ze de vrouwen het best kunnen benaderen. De deelnemers vinden het heel leuk en belangrijk om buitenshuis anderen te ontmoeten en spelenderwijs te oefenen met de taal. Op zich is dat voldoende om de activiteit te legitimeren. Echter, een extra effect van deze laagdrempelige voorziening is dat er een vertrouwensrelatie wordt opgebouwd en dat ons daardoor ook regelmatig signalen bereiken die anders achter de voordeur bleven. In deze periode zijn verschillende keren hulp- en zorgvragen doorgespeeld en opgepakt door het AMW. Daarmee wordt het belang van een dergelijke voorziening nog eens onderstreept!
Stichting Welzijn Brummen
82
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen 1. Opdracht Het bieden van ondersteunende begeleiding/opvang van daartoe geïndiceerde mensen. Deze voorziening voor mensen met een toegang Maatwerk licht en medium in Eerbeek ombuigen naar Algemene Voorzieningen en zowel in Eerbeek als in Brummen uitvoeren met 1 professional en vrijwilligers, maximaal 4 dagdelen per deelnemer.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal dagdelen dat het totaal aantal deelnemers op jaarbasis gebruik maakt van de dagbesteding Verrichtingen in dagdelen - via gemeente - in onderaanbesteding Verrichtingen vervoer: - via gemeente - in onderaanbesteding
1056 788 455 291
2. Aantal mensen dat deelneemt aan de dagbesteding
27
3. Aantal vrijwilligers dat wordt ondersteund en begeleid
13
4. Aantal cliënten, onderscheiden naar de aard van de beperking(en) - somatisch - lichamelijk - psychogeriatrisch - NAH - pschychiatrisch/psychisch - verstandelijk Aantal cliënten dat deelneemt aan de dagbesteding, onderscheiden naar: - Maatwerkvoorzieningen - Algemene Voorzieningen
4 3 10 2 7 1 27 -
5. Aantal uitgestroomde cliënten en reden uitstroom
Stichting Welzijn Brummen
Gerealiseerd 31-12-2015
9
83
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen 2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal verrichtingen in dagdelen dagbesteding In deze periode is sprake van 1844 verrichtingen dagbesteding, waarvan 1056 via de contractering met de gemeente en 788 in onderaanbesteding (Riwis). Vanaf het moment dat de functie ‘begeleiding’ (dagverzorging) overging van AWBZ naar Wmo is het aantal verrichtingen in onderaannemerschap toegenomen, terwijl het aantal verrichtingen voor Wmo-cliënten waarvoor wij als SWB gecontracteerd zijn, is afgenomen*. Dit heeft te maken met het feit dat een aantal cliënten dat het Dag Activiteiten Centrum bezoekt vanaf 1 januari 2015 zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg krijgt toegewezen. Zorgaanbieders van deze cliënten moeten een contract hebben met het Zorgkantoor; SWB heeft dit vanaf 1 januari 2015 niet meer. De dagverzorging voor deze cliënten voeren wij in onderaannemerschap uit. Prestatie indicator 2 en 3: Aantal deelnemers en vrijwilligers In totaal waren er in deze periode 27 deelnemers en 13 vrijwilligers. Prestatie indicator 4: Aard beperking cliënten en type voorziening Als we kijken naar de aard van de beperking, dan komen we tot de volgende onderverdeling: somatisch: 4, lichamelijk: 3, psychogeriatrisch: 10, NAH: 2, psychiatrisch/psychisch: 7 en verstandelijk: 1. Voor alle cliënten geldt dat een Algemene Voorzieningen ontoereikend is; de dagbesteding is dus maatwerk. Prestatie indicator 5: Aantal uitgestroomde cliënten en reden uitstroom In totaal zijn 9 cliënten uitgestroomd: - 2 cliënten moesten uitstromen vanwege eisen vanuit de Wlz* - 2 cliënten vertrokken naar een andere voorziening in verband met het verergeren van de problematiek - 2 konden niet langer deelnemen in verband met hun gezondheid - 1 cliënt is overleden - voor 1 cliënt was de eigen bijdrage van het CAK te hoog - 1 voelde zich niet thuis in groep. * In 2015 zijn veel zorgtaken vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. Enkele cliënten van het DAC kregen vanaf 01-01-2015 geen indicatie vanuit de Wmo, maar vanuit de Wlz. Deze cliënten zijn naar een andere voorziening gegaan omdat de hoofdaannemer de opdracht niet wilde laten uitvoeren door een onderaannemer die geen contract heeft met het Zorgkantoor.
Stichting Welzijn Brummen
84
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen 3. Signalen en prioriteiten komende periode Het is voor SWB nog onduidelijk wat er gaat gebeuren met het DAC als maatwerkvoorziening vanaf 1 januari 2016. Wat de reden hiervoor is, wordt hieronder toegelicht. Categorieën maatwerkvoorziening De declaraties die bij de gemeente Brummen worden ingediend voor cliënten die momenteel het Dag Activiteiten Centrum bezoeken worden, vallen onder de categorie ‘Dagbesteding Licht’. Een toelichting over de verschillende categorieën is terug te vinden bij ‘Richtlijnen Raamovereenkomst Dag Activiteiten Centrum’. Richtlijnen Raamovereenkomst Dag Activiteiten Centrum* Licht
basis, psychogeriatrisch licht (beginnende dementie), somatisch licht, verstandelijk beperkt licht.
Medium psychogeriatrisch medium (dementerend), verstandelijk beperkt midden, lichamelijk gehandicapt zwaar, combinatie met persoonlijke verzorging. Complex Psychiatrisch, verslavingszorg, psychogeriatrisch zwaar (sterk dementerend), verstandelijk beperkt zwaar, NAH, combinatie met persoonlijke verzorging. (Gemeenten Brummen, Apeldoorn, Deventer, Epe, Heerde, Olst, Wijhe, Voorst, 2014). * In de richtlijnen staat niet vermeld onder welke categorie mensen met een psychische problematiek vallen. Cliënten die momenteel gebruik maken van dagbesteding- maatwerkvoorziening en onder de categorie ‘licht’ zijn ingedeeld, moeten in 2015 overstappen naar Algemene Voorzieningen (Gemeenten Brummen, Apeldoorn, Deventer, Epe, Heerde, Olst, Wijhe, Voorst, 2014). Keukentafelgesprekken tussen cliënten DAC en teamleden Team voor Elkaar moeten uitwijzen of cliënten die nu zijn ingedeeld onder ‘licht’ tot deze categorie blijven behoren. Hoewel in de’ Raamovereenkomst Maatwerkvoorziening Wmo 2015’ richtlijnen per categorie zijn opgenomen, heeft Team voor Elkaar in een overleg aangegeven dat deze niet bepalend zijn. Ieder teamlid handelt naar eigen inzicht en er wordt naar meer factoren gekeken dan alleen de beperking van de cliënt. Anders gezegd: er wordt uitgegaan van individueel maatwerk.
Stichting Welzijn Brummen
85
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen Prognose op basis van richtlijnen Raamovereenkomst Maatwerkvoorzieningen 2015
26 %
30 %
18 % 26 %
1e Percentage huidige bezoekers dat 4 of minder dagdelen het DAC bezoekt en dat in 2015 moet overstappen van maatwerkvoorziening naar Algemene Voorzieningen. 2e Percentage huidige bezoekers dat meer dan 4 dagdelen het DAC bezoekt en dat in 2015 moet overstappen van maatwerkvoorziening naar Algemene Voorzieningen. 3e Percentage bezoekers dat na 2015 gebruik mag maken van maatwerkvoorziening Dagbesteding Medium.
1 2 3 4
4e Percentage bezoekers met psychiatrische aandoening/psychische stoornis. Deze aandoening worden in de raamovereenkomst Maatwerkvoorzieningen niet vermeld onder Dagbesteding Licht of Medium. Van deze bezoekers is niet bekend of ze in 2016 gebruik moeten gaan maken van een maatwerkvoorziening of Algemene Voorzieningen.
Bovenstaande figuur maakt onderscheid in het aantal dagdelen dat een cliënt het DAC bezoekt. De reden hiervoor is dat cliënten die van een Algemene Voorzieningen gebruik moeten gaan maken, maximaal 4 dagdelen per week gebruik mogen maken van deze voorziening, volgens de richtlijnen van het ‘Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning Gemeente Brummen’ (Gemeente Brummen, 2014). In de figuur is af te lezen dat dit voor 26% van de huidige bezoekers betekent dat zij moeten gaan inleveren op het aantal dagdelen dagbesteding. Dit zal grote consequenties hebben voor de betrokken mensen en hun mantelzorgers. Wij pleiten dan ook voor aanpassing van de richtlijn.
Stichting Welzijn Brummen
86
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen Beperking zijn divers, maar onze nadruk ligt op de mogelijkheden In de huidige bezoekersgroep van het Dag Activiteiten Centrum is een diversiteit van beperkingen terug te vinden; psychische problematiek, psychiatrische problematiek, somatische problematiek, lichamelijke beperking, NAH, psychogeriatrische problematiek, visuele beperking. Het DAC wordt ook bezocht door cliënten die vanuit de Wet Langdurige Zorg bekostigd worden. De begeleidingsvraag lijkt bij deze cliënten echter niet anders te zijn dan bij cliënten die vanuit de Wmo bekostigd worden. Zonder de beperkingen te bagatelliseren, streeft SWB er naar bij cliënten niet te kijken naar de beperkingen, maar naar de mogelijkheden. De gebouwen en de inrichting van de organisatie zorgen ervoor dat elke cliënten de zorg krijgt die hij/zij nodig heeft, maar ook dat elke zich cliënt zich kan ontwikkelen naar zijn/haar mogelijkheden en wensen. Deze visie en werkwijze zorgen er voor dat een mix van doelgroepen binnen één voorziening goed werkt voor zowel cliënten, mantelzorgers, vrijwilligers als begeleiders. Redenen uitstroom De belangrijkste redenen voor uitstroom uit het DAC zijn verzwaring van de problematiek of overlijden. Dit is inherent aan de doelgroep die het DAC bezoekt. Bij verzwaring van problematiek valt te denken aan het verergeren van psychogeriatrische problematiek. Het kan hierdoor voor een cliënt te belastend zijn om het DAC te blijven bezoeken. Daarnaast kan het gebeuren dat een cliënt dermate veel individuele begeleiding vraagt dat het DAC geen passende voorziening meer is. Begeleiding De groep cliënten wordt per dagdeel begeleid door 1 beroepskracht, met ondersteuning van 2 á 3 vrijwilligers. Samenwerking Het DAC werkt samen met verschillende partners, zowel intern als extern. Intern wordt afgestemd met collega’s van het AMW voor advies over financiële vragen van de cliënt of bij mantelzorgondersteuning. Hetzelfde gebeurt met de Combinatiefunctionarissen Sport en Cultuur als het gaat om het zoeken naar de beste (nieuwe) manieren om deelnemers te activeren. Collega’s van het maatjesproject Schakel worden regelmatig ingeschakeld voor het vinden van een maatje voor de cliënt of diens mantelzorger. Tot slot is er overleg met de vrijwilligers van ontmoetingsactiviteiten of een DAC-cliënt een uurtje deel kan nemen aan een activiteit. Extern heeft het DAC een goede samenwerking met Vérian, Riwis, Sutphene, GGNet, de casemanagers Dementie en huisartsen. Waar nodig vindt afstemming plaats en een warme overdracht. Bij de tweejaarlijkse individuele cliëntevaluaties worden regelmatig met instemming van cliënt ketenpartners uitgenodigd, zodat we gezamenlijk kunnen bespreken wat de beste manier is om maatwerk voor de cliënt te realiseren.
Stichting Welzijn Brummen
87
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen Toekomst DAC Uit tevredenheidmetingen en gesprekken is gebleken dat cliënten, mantelzorgers, zorginstellingen en doorverwijzers tevreden zijn over het huidige Dag Activiteiten Centrum als maatwerkvoorziening. Dat is natuurlijk mooi, maar allerminst reden om achterover te gaan leunen; het DAC moet zich blijven ontwikkelen. De gemeente Brummen heeft in het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning aangegeven een Dag Activiteiten Centrum als Algemene Voorzieningen gerealiseerd te willen zien in zowel Brummen als Eerbeek. De uitvoering hiervan wil zij zoveel mogelijk beleggen bij SWB. De gemeente hanteert hiervoor de volgende richtlijnen. Richtlijnen DAC als Algemene Voorzieningen 1. Zoveel mogelijk een mix van cliënten met verschillende zorgvragen. 2. Maximaal 4 dagdelen per week per cliënt. 3. Zo dicht mogelijk bij huis van de cliënt. 4. Uitvoering door inzet van 1 beroepskracht met ondersteuning van vrijwilligers. 5. Doelen: dagstructurering, onderhouden van zelfregie/zelfredzaamheid, verminderen sociaal isolement, verlichting bieden aan mantelzorger. We lopen de richtlijnen een voor een door. 1. Zoveel mogelijk een mix van cliënten met verschillende zorgvragen. Deze richtlijn komt overeen met de huidige manier van werken van het Dag Activiteiten Centrum. 2. Maximaal 4 dagdelen per week per cliënt. Deze richtlijn sluit niet aan bij hoe DAC nu functioneert. Zowel SWB als het Team voor Elkaar kan niet achterhalen wat de reden is voor deze keuze van de gemeente Brummen. Voor cliënten die gebruik willen maken van de Algemene Voorzieningen, maar behoefte hebben aan een vaste structuur in de week (lees: meer dan 4 dagdelen) zou het kunnen betekenen dat zij van een maatwerkvoorziening gebruik gaan moeten maken, terwijl dit niet aansluit bij hun behoefte. Een voor de hand liggende gedachte is dat deze cliënten dan waarschijnlijk toch beter bij een maatwerkvoorziening passen; onze ervaring is echter dat dit niet per definitie het geval is. Afgezien daarvan brengt maatwerk hogere kosten met zich mee. Wij stellen dan ook voor dat de gemeente deze richtlijn bijstelt. 3. Zo dicht mogelijk bij huis van de cliënt Het DAC is momenteel alleen in Eerbeek beschikbaar. Om alle cliënten in de gemeente de mogelijkheid te bieden zo dicht mogelijk bij huis van deze voorziening gebruik te maken, moet ook een DAC–Algemene Voorzieningen in Brummen worden opgezet. Plein Vijf is gezien de laagdrempelige uitstraling en ligging een zeer geschikte locatie. We zijn hiervoor, gezien onze opdracht, binnen het gebouw reeds de nodige voorzieningen aan het treffen, zodat we bij voldoende deelname vanaf september ook in Brummen kunnen starten.
Stichting Welzijn Brummen
88
Voortgangsrapportage 2015
7.1 Maatwerk dagbesteding naar dagbesteding Algemene Voorzieningen 4. Uitvoering geschiedt door inzet van 1 beroepskracht met ondersteuning van vrijwilligers. Deze werkwijze komt overeen met de huidige werkwijze. Kijkend naar richtlijn 3, moet er in de toekomst op twee locaties een beroepskracht worden ingezet. Hiervoor zijn extra middelen nodig. 5. Doelen: dagstructurering, onderhouden van zelfregie/zelfredzaamheid, verminderen sociaal isolement, verlichting bieden aan mantelzorger. Deze doelen komen overeen met het doel van het DAC als maatwerkvoorziening. Visie DAC-Algemene Voorzieningen Voor wie globaal kijkt, lijkt het verschil tussen de richtlijnen van de gemeente en de huidige werkwijze van het DAC-maatwerkvoorziening wellicht helemaal niet zo groot. Toch is het verschil er wel degelijk. Waar je bij een Algemene Voorzieningen het accent meer op sturing legt, ligt dit bij een maatwerkvoorziening meer op begeleiding. Daarnaast is er een verschil in groepsgrootte en in de werkwijze van beroepskrachten. SWB denkt met het DAC als Algemene Voorzieningen iets unieks te kunnen aanbieden in de gemeente Brummen. Namelijk een voorziening waar: - mensen zonder indicatie terecht kunnen - wordt gekeken naar wat je kunt en waar je wordt gestimuleerd om uit te zoeken wat je kunt - door vrijwilligers op een andere manier in te zetten de beroepskracht meer ruimte krijgt om te signaleren op overbelasting van mantelzorgers - de beroepskracht niet alleen afstemt met de mantelzorger, maar ook met hem of haar samenwerkt (in die zin dus wel op maat!) - cliënten maatwerkvoorziening tijdelijk, maar per direct gebruik van kunnen maken op het moment dat de situatie dit vraagt, omdat men nog niet bij een maatwerkvoorziening terecht kan - cliënten vanuit het DAC op een eenvoudige manier gebruik kunnen maken van ontmoetingsactiviteiten - een grotere groepsgrootte realiseerbaar is dan bij maatwerkvoorzieningen (o.a. door het op een andere manier inzetten van vrijwilligers en het veranderen van administratieve taken). We sturen bij deze rapportage separaat een productomschrijving/offerte Dagactiviteitencentrum binnen de Algemene Voorzieningen volgens de visie van SWB. Zoals uit de productomschrijving/offerte blijkt dat wij, wanneer de gemeente overgaat tot subsidiering van de Algemene Voorzieningen DAC, bij een groepsgrootte van 14 deelnemers aanzienlijk goedkoper kunnen werken. Ter informatie hebben we ook een productomschrijving Maatwerkvoorziening DAC toegevoegd.
Stichting Welzijn Brummen
89
Voortgangsrapportage 2015
7.2 Ontwikkelen GGZ inloop binnen Algemene Voorzieningen 1. Opdracht Het uitvoeren van drempelloze inloopactiviteiten binnen ons dagbestedingsaanbod voor mensen met diverse psychische problematiek door transformatie van reguliere uren sociaal cultureel werk.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal inloopmomenten per week per dorpskern - Brummen - Eerbeek
1 1
2. Gemiddeld aantal mensen dat gebruik maakt van de inloop - Brummen - Eerbeek
6 6
3. Aantal vrijwilligers dat wordt ondersteund en begeleid - Brummen - Eerbeek
3 1
4. Cliëntregistratie: - aantal nieuwe cliënten Brummen - aantal nieuwe cliënten Eerbeek
7 9
Aantal cliënten, onderscheiden naar de aard van de beperkingen - psychiatrie - eenzaamheid - visuele beperking - NAH - licht verstandelijke beperking - overige/onbekend
6 2 1 2 2 3
Aantal uitgestroomde cliënten en reden uitstroom - aard in- en uitstroom
-
Stichting Welzijn Brummen
90
Gerealiseerd 31-12-2015
Voortgangsrapportage 2015
7.2 Ontwikkelen GGZ inloop binnen Algemene Voorzieningen 2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal inloopmomenten per week per dorpskern In beide dorpskernen Eerbeek en Brummen is wekelijks 1 inloopmoment. Prestatie indicator 2: Gemiddeld aantal mensen dat gebruik maakt van de inloop In deze periode maken zowel in Brummen als in Eerbeek 6 mensen gebruik van de inloop. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers dat wordt ondersteund en begeleid In Brummen zijn 3 vrijwilligers actief, in Eerbeek 1. Prestatie indicator 4: Aard beperking cliënten, aantal uitgestroomde cliënten en reden uitstroom Gelet op de aard van de beperking, komen we tot de volgende onderverdeling: psychiatrie: 6, eenzaamheid: 2, visuele beperking: 1, NAH: 2, licht verstandelijke beperking: 2, overig/onbekend: 3 (deze mensen hebben hun beperking niet aangegeven).
3. Signalen en prioriteiten komende periode Creatief Actief als GGZ-Inloop is een laagdrempelige voorziening voor volwassenen en ouderen met verslavingsproblematiek, diverse psychische problematiek en dak- en thuislozen. De voorziening biedt gelegenheid tot ontmoeting, brengt structuur aan in het leven van de bezoeker en kan toeleiden naar andere Algemene Voorzieningen (Servicepunt Vrijwilliger Inzet, Buurtklus, AMW). GGZ-Inloop algemeen De gemeente wil naar een Algemene Voorzieningen GGZ-Inloop. Om dit te realiseren, is uitbreiding nodig van het aantal dagdelen, zowel in Brummen als in Eerbeek en professionele begeleiding van een beroepskracht met ondersteuning van vrijwilligers. De ervaring leert dat deze groep goed aangevuld kan worden met mensen die niet direct tot de doelgroep behoren, maar wel behoefte hebben aan een gelijksoortige dagbesteding/activiteit. De basis is gelegd. Zodra de financiering geregeld is, kan deze dienstverlening doorontwikkeld worden en kan daarmee een goed continuüm van dienstverlening binnen de Algemene Voorzieningen worden gewaarborgd. Samen met onze ketenpartners Tactus, GGNet, de wijkverpleegkundige en MEE zijn we op dit moment de potentiële doelgroep aan het inventariseren.
Stichting Welzijn Brummen
91
Voortgangsrapportage 2015
7.2 Ontwikkelen GGZ inloop binnen Algemene Voorzieningen GGZ-inloop (Creatief Actief Eerbeek) Creatief Actief heeft een vaste groep bezoekers van wie er gemiddeld 6 per dagdeel komen. Alle deelnemers geven aan graag uitbreiding te willen. Dit kan gerealiseerd worden als er middelen voor professionele inzet en goede vrijwilligers beschikbaar komen. Creatief Actief Brummen Steeds meer mensen vinden de weg naar Creatief Actief in Brummen. De vaste groep is iets kleiner dan in Eerbeek, maar wel regelmatiger aanwezig. Net als in Eerbeek zien we ook hier een mix van bezoekers en achtergronden/beperkingen. Deze activiteit is binnen de bestaande middelen geïnitieerd om te onderzoeken of er vraag naar en behoefte aan is. Momenteel wordt de activiteit begeleid door twee vrijwilligers; de beroepskracht is op afstand aanwezig. Deze situatie is onwenselijk. De vrijwilligers geven aan dat zij onvoldoende toegerust zijn om een dergelijke verantwoordelijkheid te dragen. Er is een aantal incidenten geweest die door een beroepskracht anders waren opgepakt, omdat deze meer kennis van zaken heeft van groepsdynamica en de diverse problematieken. Kortom, de vrijwilligers functioneren prima als assistent, maar voor een goede begeleiding van deze inloop is duidelijke leiding en begeleiding van een beroepskracht onontbeerlijk. Dit aanbod sluit bijzonder goed aan bij de behoefte van de doelgroep. Mensen hechten er zeer aan dat deze activiteit dicht bij huis te vinden is. Daarnaast zien we als neveneffect dat de gezamenlijke deelname aan de activiteit een opstap is naar samenredzaamheid buiten de activiteiten om. Men doet nieuwe contacten op en gaat met elkaar naar de supermarkt of onderneemt iets anders. Daarmee wordt het netwerk/de sociale steunstructuur versterkt. Lunchproject Drie vaste vrijwilligers begeleiden de lunchactiviteit met veel plezier en enthousiasme. De activiteit draagt ook bij aan de (dag)structuur van deze vrijwilligers. Ondanks PR om deze activiteit te promoten (kabelkrant, flyeren, persbericht, Facebook) lukt het niet om de lunchgroep uit te breiden. Naast twee vaste deelnemers komen er af en toe een paar deelnemers uit de Steun bij verlies groep of de activiteit Meer bewegen voor ouderen. Mogelijk kunnen in de nabije toekomst vrijwilligers van Buurtklus of deelnemers van het project Talent aansluiten. Uitbreiding GGZ inloop Separaat bij deze voortgangsrapportage is een productbeschrijving GGZ-inloop toegevoegd. Hierin hebben we een voorstel geformuleerd conform onze prestatieopdracht over hoe de bestaande voorziening doorontwikkeld en versterkt kan worden als een vorm van dienstverlening binnen de Algemene Voorzieningen. Het fundament is de afgelopen jaren gelegd; wanneer middelen beschikbaar komen, is dit te realiseren.
Stichting Welzijn Brummen
92
Voortgangsrapportage 2015
8.1 Buurtklus 1. Opdracht Vanuit de reguliere sociale culturele activiteiten middelen omzetten naar de coördinatie van het project Buurtklus waarin Riwis en Philadelphia ook participeren. Buurtklus biedt zinvolle dagbesteding aan mensen met beperkingen die er niet in slagen op de reguliere arbeidsmarkt een plek te verwerven.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-5-2015
Gerealiseerd 31-12-2015
1. Ontwikkelen en implementeren van Buurtklus van vrijwilligers (waaronder mensen met een beperking en/of arbeidshandicap) 2. Aantal mensen dat gebruik maakt van Buurtklus
47
3. Aantal vrijwilligers Buurtklus dat ondersteund en begeleid wordt Aantal vrijwilligers
9 15
4. Tevredenheid vrijwilligers Buurtklus: - 80% van de vrijwilligers van Buurtklus geeft aan dankzij Buurtklus een zinvolle dagbesteding te hebben
- 80% van de vrijwilligers van Buurtklus geeft aan dat Buurtklus bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling
- 80% van de vrijwilligers van Buurtklus is tevreden over de ondersteuning en begeleiding
Prestatie eenheid
72% tevreden 25% niet ingevuld. 3% niet tevreden
185 uren
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Ontwikkelen en implementeren Buurtklus Buurtklus is een initiatief van Riwis, Philadelphia en SWB. Al in december 2013 zijn de koppen bij elkaar gestoken, omdat we de overtuiging hadden en hebben dat een aantal vragen die we in de praktijk tegenkomen alleen goed kunnen worden opgepakt als we de krachten bundelen en gebruik maken van elkaars expertise. Daarnaast werd duidelijk dat in de gezamenlijke visie ‘inclusie’ het sleutelwoord is.
Stichting Welzijn Brummen
93
Voortgangsrapportage 2015
8.1 Buurtklus Vanuit deze overtuiging is besloten om gezamenlijk de uitdaging van ‘participatie van zoveel mogelijke burgers’ (gemeente Brummen) aan te gaan. Hieruit is de pilot Buurtklus voortgekomen. Vanaf februari 2015 zijn we actief gestart met het wekelijks uitvoeren van klussen voor mensen in de gemeente Brummen. Prestatie indicator 2: Aantal mensen dat gebruik maakt van Buurtklus Inmiddels hebben 57 personen Buurtklus weten te vinden en zijn er bij 47 personen 1 of meerdere klussen uitgevoerd. Prestatie indicator 3: Aantal vrijwilligers Buurtklus dat ondersteund en begeleid wordt en aantal vrijwilligers 9 Vrijwilligers zijn in deze periode ondersteund en begeleid. Dit zijn mensen die intensieve begeleiding nodig hebben voor hun arbeidsmatige dagbesteding. De overige vrijwilligers werken zelfstandig. Vrijwilligers en beroepskrachten komen eens per week bij elkaar om opdrachten te bespreken, te verdelen en ervaringen uit te wisselen. Dit wekelijkse ‘uurtje’ heeft naast een nuttige functie inmiddels ook een sociale functie gekregen. Prestatie indicator 4: Tevredenheid vrijwilligers Buurtklus Bijna driekwart (72%) van de vrijwilligers is tevreden en geeft daarmee aan in Buurtklus een zinvolle dagbesteding te vinden die bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling en die goed wordt begeleid. Eén persoon is niet tevreden en een kwart heeft niet meegedaan aan de meting.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Prima start, voortbouwen Veel klanten vragen inmiddels om structurele inzet van Buurtklus. Hieruit blijkt dat de voorziening duidelijk voorziet in een behoefte. Vrijwilligers valt in dit verband op dat veel mensen die gebruikmaken van Buurtklus niet beschikken over een netwerk en, naast een klusvraag, ook behoefte hebben aan sociaal contact. Een kop koffie afslaan is dan ook geen optie bij de meeste ’opdrachtgevers’. Dit transformatieproces is geslaagd te noemen en vraagt om goede ondersteuning en begeleiding voor de komende jaren. Het mes snijdt hier echt aan twee kanten: kwetsbare burgers kunnen op de hand- en spandiensten rekenen en een groep mensen kan maatschappelijk nuttige activiteiten uitvoeren als dagbesteding. Kortom, dit project kent een sociale- en een activeringsfunctie en is hiermee essentieel in de lokale infrastructuur. Het is dan ook zeer wenselijk dat per 1 januari 2016 naast de oude, te beperkte middelen vanuit het sociaal cultureel werk, extra middelen beschikbaar worden gesteld.
Stichting Welzijn Brummen
94
Voortgangsrapportage 2015
8.2 Sociale Activering 1. Opdracht Het uitvoeren van trajecten Sociale Activering in opdracht van de consulent Werk en Inkomen van het Activerium in Apeldoorn middels een vooraf opgesteld persoonlijk trajectplan.
2a. Resultaten
Prestatie indicator
Gerealiseerd 31-05-2015
1. Aantal nieuw aangemelde trajecten
5
2. Gestart
6
3. Aantal trajecten in begeleiding
25
4. Aantal afgeronde trajecten
15
5. Aantal voortijdig beëindigde trajecten
1
Gerealiseerd 31-12-2015
2b. Toelichting Prestatie indicator 1: Aantal nieuw aangemelde trajecten In deze periode heeft de consulent Werk en Inkomen van het Activerium 5 nieuwe trajecten Sociale activering aangemeld. Prestatie indicator 2: Aantal trajecten in begeleiding Er zijn 25 trajecten in begeleiding. Daarvan zijn er 6 gestart in 2015, de overige 19 trajecten lopen door vanuit 2014. Prestatie indicator 3: Aantal afgeronde trajecten Deze periode zijn 15 trajecten afgerond. - Er zijn 5 cliënten uitgestroomd naar structureel vrijwilligerswerk. Van deze cliënten verwachten wij dat zij het vrijwilligerswerk daadwerkelijk voortzetten nadat hun traject is beëindigd. Zij zijn intrinsiek gemotiveerd en zien in dat vrijwilligerswerk voor hen een toegevoegde waarde heeft. - Van 4 andere cliënten die zijn uitgestroomd naar vrijwilligerswerk is de verwachting dat zij structurele begeleiding nodig hebben om dit vol te houden. Zij zijn niet intrinsiek gemotiveerd, maar zien vrijwilligerswerk als een verplichting. Zodra de sociaal werker niet meer stimuleert, verwachten we dat zij stoppen en terugvallen in hun oude patroon. Dat zou jammer zijn van de investering die van weerskanten gedaan is. Ons advies is deze cliënten langere tijd te laten monitoren door de sociaal werker, waardoor de activering die is ingezet, wordt gecontinueerd.
Stichting Welzijn Brummen
95
Voortgangsrapportage 2015
8.2 Sociale Activering - 2 Cliënten hebben via een traject sociale activering hun scholing kunnen verlengen. Via de korte lijnen met de klantmanager van Activerium, konden deze cliënten extra lessen krijgen, die noodzakelijk waren om een kans te maken op de arbeidsmarkt. 3 Cliënten bezoeken wekelijks de koffieochtend en blijven dit ook doen. De basis is tijdens het traject gelegd en zij zien de meerwaarde van deze activiteit. Daarnaast zijn zij gekoppeld aan een taalcoach, die hen individudeel ondersteunt. -
ij 1 cliënt die het traject heeft afgerond, adviseren wij om de ondersteuning met een extra jaar te verlengen, B om haar te motiveren deel te nemen aan een activiteit. We hopen hiertoe op korte termijn opdracht te krijgen.
Prestatie indicator 4: Aantal voortijdig beëindigde trajecten Er is 1 traject voortijdig beëindigd.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Meer tijd nodig voor motivatie en verandering dagritme Een aantal cliënten stopt met het vrijwilligerswerk wanneer de begeleiding vanuit Sociale Activering stopt. Deze groep heeft langer de tijd nodig om het dagelijkse patroon te doorbreken en in te zien wat vrijwilligerswerk oplevert. Als je jarenlang ‘niets gedaan hebt’ is het lastig om in een traject van 27 uur de innerlijke motivatie terug te vinden en een nieuw dagritme op te bouwen. Allochtone cliënten: diverse obstakels Met name allochtone cliënten dreigen te stoppen met vrijwilligerswerk omdat zij er de meerwaarde niet van inzien. Bij het afsluiten van het traject sociale activering, vragen zij tot wanneer zij het vrijwilligerswerk moeten doen en wanneer zij er mee mogen stoppen. Deze doelgroep ziet het als een verplichting van bovenaf. Zij hebben nooit vrijwilligerswerk hoeven doen, en begrijpen ook niet waarom het nu wel zou moeten. Daarnaast beroept een deel zich op de zorgtaak voor de kinderen: “Ik heb kinderen, dus ik kan geen vrijwilligerswerk doen”. Vrijwilligerswerk leidt voor deze groep zelden tot een betaalde baan, omdat taalproblemen in de weg staan. Zij zouden meer gebaat zijn om vrijwilligerswerk te doen waarmee zij in contact komen met andere mensen en een sociaal netwerk kunnen opbouwen. Daar proberen we op in te haken. Dit wordt echter bemoeilijkt door het feit dat veel organisaties onvoldoende zijn toegerust om allochtone inwoners uit de gemeente vrijwilligerswerk te bieden. Vaak zien ze ‘beren op de weg’. Rust terugbrengen, daarna gaat het vanzelf Voor een aantal cliënten is sociale activering een lage drempel om problemen kenbaar te maken. Wanneer deze relatief eenvoudig op te lossen zijn, ontstaat er interesse in een vorm van activering. Met de presentiemethode pakken we dat op. Vaak hebben mensen niet zozeer heel grote problemen, maar zien ze er geen lijn in. Door de
Stichting Welzijn Brummen
96
Voortgangsrapportage 2015
8.2 Sociale Activering problemen op te schrijven en stapsgewijs op te lossen, zie je innerlijke rust ontstaan bij de cliënt en van daaruit (bijna) als vanzelf de motivatie om actief te worden. Sociale Activering en Talent Het project Talent dat de gemeente initieert en dat we momenteel samen met onze ketenpartners ontwikkelen, zal op onze genoemde signalen gedeeltelijk een antwoord moeten geven, naast de arbeidsmatige dagbesteding en het beschut werken. Ook daarmee bouwen we aan een continuüm van collectieve voorzieningen die als voorliggende voorzieningen ingezet kunnen worden.
Stichting Welzijn Brummen
97
Voortgangsrapportage 2015
8.3 Beschut Werken 1. Opdracht Samen met de gemeente meewerken aan een oplossing voor mensen die voorheen aan het werk konden in de Sociale Werkvoorziening Delta.
2. Toelichting Wij hebben hierover een ambtelijk overleg gevoerd en zijn in afwachting welke vervolgstappen we kunnen zetten. Deze zijn afhankelijk van de middelen die de gemeente hiervoor beschikbaar gaat stellen. Ideeën zijn er volop. Juist binnen onze gemeente zijn goede mogelijkheden als we uitgaan van een integrale voorziening dagbesteding, arbeidsmatige dagbesteding en beschut werken, gesitueerd per hoofddorpskern. Binnen een zorgvuldig gekozen schaalgrootte met een efficiënte inzet van professionele begeleiding, is het mogelijk om de participatiebehoefte van iedere deelnemer als vertrekpunt te nemen en zijn of haar talent en burgerschap tot bloei te laten komen. We zijn zeer gecharmeerd van de manier waarop onze collega instelling samen met ketenpartners in de Gemeente Voorst de Kruidentuin uitvoert. We zouden deze good practice dan ook graag als inspiratiebron gebruiken voor het ontwikkelen van een passende voorziening in de dorpskernen van Eerbeek en Brummen.
3. Signalen en prioriteiten komende periode Deze zijn nog niet te benoemen.
Stichting Welzijn Brummen
98
Voortgangsrapportage 2015
De twee locaties van de Stichting Welzijn Brummen: Plein 5 Graaf van Limburg Stirumplein 5 6971 CE Brummen (0575) 561988 Tjark Riks Centrum Derickxkamp 2a 6961 DL Eerbeek (0575) 561988
www.welzijnbrummen.nl