Resultaatafspraken 2015
Sterk in samenredzaamheid
Resultaatafspraken 2015
Stichting Welzijn Brummen
3
Resultaatafspraken 2015
Voorwoord De meerjarensubsidieovereenkomst tussen SWB en de gemeente Brummen is op 1 januari 2014 beëindigd. In het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2015-2016 van de gemeente is duidelijk zichtbaar hoezeer de decentralisaties in het sociale domein een sleutelrol spelen en hoe ingrijpend het speelveld waarin gemeente, lokale partners en burgers acteren, als gevolg hiervan is gewijzigd. Centraal in de benadering staan zelfredzaamheid en eigen kracht, met gebruikmaking van ondersteuning uit het eigen sociale netwerk. Burgers worden gestimuleerd om actief te participeren op school, in de reguliere arbeidsmarkt en in de samenleving. Dat laatste komt onder meer tot uiting in een hogere vrijwillige inzet ten behoeve van kwetsbare burgers/mensen met beperkingen, het eigen woon- en leefklimaat en het verenigingsleven. Mantelzorgers worden ondersteund en beschermd tegen overbelasting, vrijwillige inzet wordt gefaciliteerd. In de voor u liggende resultaatafspraken wordt zichtbaar dat de transformatie een plek heeft gekregen; ‘oud’ is vervangen door nieuw of ‘op weg naar nieuw’. Zo wordt onder meer een nieuwe functie samenlevingsopbouw geïntroduceerd: het verbinden van mensen met als doel om samen dingen te bereiken op het gebied van ontmoeting en recreatie, informele hulp en de woon- en leefbaarheid van de dorpen. Verder zetten we nadrukkelijk in op informele hulp aan mensen met beperkingen, maar ook op vrijwillige inzet door mensen met een beperking. Motto: iemand is meer dan zijn beperking. Mensen met een beperking hebben ook talenten die ze kunnen inzetten voor hun medemens en de samenleving. Dit kan mede worden gestimuleerd door het creëren van dagactiviteiten als algemene voorziening voor mensen met een beperking. Met de gemeente zijn we in gesprek over arbeidsmatige dagbesteding voor mensen die nu een WSW-dienstverband hebben, maar met het oog op de afbouw van het WSW-bedrijf in Zutphen niet werkzaam zijn in een reguliere arbeidsplaats. Deze vorm van dagbesteding is ook toegankelijk voor mensen die geen toegang krijgen tot beschut werken, maar door hun beperking evenmin aansluiting vinden bij de reguliere arbeidsmarkt. De benadering is integraal en sluit aan bij het zg. Leefringenmodel. Centraal staat de vraag wat de burger op eigen kracht (leefring 1) en met ondersteuning vanuit het eigen sociaal netwerk (leefring 2) zelf kan ondernemen om zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de samenleving. Is het potentieel binnen de eerste twee leefringen ontoereikend, dan kijken we of algemene voorzieningen een oplossing kunnen bieden (leefring 3). Pas wanneer ook dit niet haalbaar blijkt, komen individuele maatwerkvoorzieningen in beeld (leefring 4). Een maatwerkvoorziening is onderdeel van een arrangement waarvan eigen kracht en steun vanuit het netwerk steeds deel uitmaken, en vaak ook algemene voorzieningen.
Stichting Welzijn Brummen
4
Resultaatafspraken 2015
Voorwoord Bij het beoordelen van de dienst- en hulpverlening staan steeds de zelfredzaamheids- en participatiedoelen van cliënten centraal. De kwaliteit wordt getoetst aan de hand van de mate waarin deze doelen zijn gerealiseerd en hoe SWB hieraan heeft bijgedragen. Ondanks de onzekerheid die de veranderingen met zich meebrengen, is er binnen SWB veel motivatie én vertrouwen dat de koers die we inslaan, een goede is. De constructieve samenwerking inzake de totstandkoming van deze resultaatafspraken hebben we als zeer prettig ervaren. Over de actuele ontwikkelingen zullen gemeente en SWB met elkaar in gesprek blijven, onder meer tijdens het maandelijkse bestuurlijk overleg en tijdens de tussentijdse evaluatie, medio 2015. Yvonne ten Holder, directeur Stichting Welzijn Brummen december 2014
Stichting Welzijn Brummen
5
Resultaatafspraken 2015
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Toelichting productinvulling en resultaatafspraken: 1. Samenlevingsopbouw
7
2. Preventief jeugd- en jongerenwerk
11
3. Servicepunt Vrijwillige Inzet
16
4. Servicepunt Mantelzorg
21
5. Hulpverlening
25
6. Ontmoeting
32
7. Dagbesteding, ontmoeting en activering
35
8. Arbeidsmatige dagbesteding
37
Financiële grondslagen en integrale kostprijs 2015
39
Verzamelstaat producten 2015
42
Stichting Welzijn Brummen
6
Resultaatafspraken 2015
1 Samenlevingsopbouw Context Het beginsel van eigen verantwoordelijkheid geldt zowel op individueel niveau (burgers en gezinnen) als collectief (buurt, wijk, dorpskern) en richt zich primair op het faciliteren van bewoners-/burgerinitiatieven. Samenlevingsopbouw krijgt een nieuwe dimensie ten opzichte van het bestaande opbouwwerk. Het is niet meer alleen gericht op leefbaarheid en veiligheid (‘schoon, heel en veilig’) maar ook op het mobiliseren van vrijwillige inzet in de buurt/wijk/dorpskern ten behoeve van mensen met beperkingen. Wat is samenlevingsopbouw? Samenlevingsopbouw is het verbinden van (initiatieven van) zowel zelfredzame als kwetsbare mensen, die beiden zowel een gevende als ontvangende rol kunnen vervullen. Het doel is dat inwoners, al dan niet in samenwerking met of ondersteund door organisaties en verenigingen, iets voor elkaar betekenen in de sfeer van: samen leuke dingen doen, elkaar informele hulp bieden en/of samen werken aan de leefbaarheid van de eigen woonomgeving. Als we recht willen doen aan het uitgangspunt van eigen kracht, dan is het van belang dat we samenlevingsopbouw niet inkaderen, maar vooral vanuit inwoners, buurten en wijken laten ontstaan en opbloeien. Wat we wél doen, is het verbinden en het samen doen bevorderen. Bijvoorbeeld door op de website samengoedvoorelkaar.nl goede voorbeelden te tonen van wat mensen met elkaar tot stand hebben gebracht. Binnen Brummen, maar ook daarbuiten. En door trekkers van goede initiatieven een ambassadeursrol te bieden, om anderen te inspireren; het ‘zwaan kleef aan’ principe. Eenzelfde trekkersrol kan vervuld worden door buurtverbinders van de Buurtmarktplaats. Mogelijk zelfs door de Combinatiefunctionarissen Sport en Cultuur. Vanuit het werk met hun primaire doelgroep jeugd ontmoeten ze veel andere inwoners, ontstaan positieve contacten en worden soms verrassende talenten opgemerkt. Zo zijn er verschillende routes en ’gidsen’ waarlangs we buurten en dorpskernen met elkaar kunnen verbinden. De basis van samenlevingsopbouw is inwoners die elkaar (leren) kennen en die vervolgens gestimuleerd worden om samen iets te ondernemen. Ontmoetingsfaciliteiten kunnen hiertoe de eerste stap zetten. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 Binnen samenlevingsopbouw werken verschillende partijen samen, die zich vooral richten op: • De bewustmaking van inwoners van de mogelijkheden om hun eigen woon- en leefsituatie te verbeteren. • Het vergroten van de maatschappelijke vaardigheden van inwoners en groepen inwoners.
Stichting Welzijn Brummen
7
Resultaatafspraken 2015
1 Samenlevingsopbouw • Het versterken van de zelfwerkzaamheid en het eigen initiatief. • Het stimuleren van het debat over tekorten en kansen in de woon- en leefsituatie. • Het ondersteunen van initiatieven van actieve inwoners. • Het bevorderen van medeverantwoordelijkheid van inwoners voor hun eigen leefsituatie. • Het verbeteren van betrekkingen tussen individuele inwoners en buurt- en wijkgenoten. • Het bevorderen van overleg en samenwerking tussen buurt- en wijkgenoten en organisaties en instellingen. Uitgangspunten samenlevingsopbouw Vanuit het leefringenmodel zoekt samenlevingsbouw naar manieren om de eigen kracht van burgers te mobiliseren en om te zetten op mooie initiatieven vanuit en voor de lokale samenleving. Daarbij is het de kunst om als het ware duizend bloemen te laten bloeien en tegelijkertijd ervoor te waken dat de ene bloem de andere niet overschaduwt. Vanuit het verleden weten we dat initiatieven van de ene groep, bijvoorbeeld jongeren, op weerstand van andere groepen kunnen stuiten. Het bespreken en oplossen van tegenstellingen en het vinden van compromissen is de primaire verantwoordelijkheid van de inwoners(groepen) zelf. De samenlevingsopbouwwerker neemt deze verantwoordelijkheid niet over en heeft evenmin een arbitrale rol, maar kan desgewenst wel optreden als gespreksleider of mediator. • Uitgangspunt is dat als een buurt, dorpskern of vereniging voldoende collectief zelfredzaam is (dat wil zeggen: burgers zijn samen in staat om dingen voor elkaar te krijgen), blijven gemeente en samenlevingsopbouw afzijdig. Daar waar dit nog niet (voldoende) het geval is kan de samenlevingsopbouw activerend en stimulerend optreden en ondersteuning bieden onder de volgende voorwaarden:
- Ondersteuning is slechts aan de orde als burgers hier zelf om vragen, dan wel als de gemeente concreet vraagt om ondersteuning van burgerinitiatieven in een specifieke situatie.
- Ondersteuning is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelforganiserend vermogen van de betrokken burgers.
- Ondersteuning is aanvullend op de zelfwerkzaamheid van de betrokken burgers: burgers blijven verantwoordelijk voor hoe zij zichzelf organiseren en een en ander vormgeven (bijv. in de vorm van bewonersgroepen, al dan niet met een rolverdeling van voorzitterschap en secretariaat en vergaderstukken, enzovoort).
Stichting Welzijn Brummen
8
Resultaatafspraken 2015
1 Samenlevingsopbouw
- De ondersteunde groepen dienen zelf zorg te dragen voor overdracht van kennis en vaardigheden aan
- Ondersteuning wordt geleidelijk aan afgebouwd.
- Ondersteuning is in beginsel tijdelijk en is gericht op het aanleren en versterken van competenties totdat
nieuwe actieve burgers.
een burgercollectief voldoende zelfredzaam is en zelfstandig kan opereren. • Digitale instrumenten en sociale media worden ingezet om de interacties tussen burgers te bevorderen en te intensiveren en de dynamiek van samenwerking te versterken. • Presentie/fysieke aanwezigheid is nodig om contacten te leggen, te zien en te horen wat er speelt. Prestatie-indicatoren 2015 1. Het ondersteunen van een digitale Buurtmarktplaats. 2. Aantal ondersteunde bewoners- en vrijwilligersinitiatieven. 3. Aantal geworven, ingewerkte en ondersteunde buurtverbinders. 4. Aantal geworven, ingewerkte en ondersteunde buurtbemiddelaars. 5. Aantal succesvolle door buurtverbinders geïnitieerde bewonersinitiatieven. 6. Aantal succesvolle buurtbemiddelingen. 7. Het organiseren van kleinschalige en laagdrempelige sport- en cultuuractiviteiten. 8. Aard en contacten op straat middels ambulant jongerenwerk. 9. Cliëntregistratie
•
Door bewoners- en vrijwilligersinitiatieven gerealiseerde (samen)redzaamheidsdoelen.
•
Ondersteunde bewoners- en vrijwilligersinitiatieven:
- locatie ondersteunde initiatieven
- aard van de ondersteunde initiatieven
- doelstelling initiatieven
- kenmerken ondersteuning aan initiatieven
- looptijd ondersteuning aan initiatieven
- ingezette uren per initiatief
- mate van zelfstandigheid van initiatieven.
• Buurtverbinders:
- locatie actieve buurtverbinders
- aantal ondersteunde ingezette buurtverbinders
- activiteiten buurtverbinders.
Stichting Welzijn Brummen
9
Resultaatafspraken 2015
1 Samenlevingsopbouw
• Buurtbemiddelingen:
- locatie buurtbemiddelingen
- aantal buurtbemiddelingen
- aantal geslaagde buurtbemiddelingen
- aard problematiek die/conflict dat ten grondslag ligt aan de buurtbemiddeling.
• Ambulant jongerenwerk:
- aantal jongerencontacten
- aantal doorgeleidingen naar vrije tijdsactiviteiten
- aantal verwijzingen naar Talenthouse
- aantal bemiddelingen in overlastsituaties.
10. Tevredenheid buurtverbinders over ondersteuning en begeleiding. 11. Tevredenheid betrokken buurtbewoners over buurtbemiddelingen. 12. Cliënttevredenheid ondersteunde bewoners- en vrijwilligersinitiatieven aan de hand van vooraf gemaakte afspraken.
Stichting Welzijn Brummen
10
Resultaatafspraken 2015
2 Preventief jeugd- en jongerenwerk Context Met de decentralisatie van de jeugdzorg verschuift de focus naar lokale preventie. Met andere woorden: naar meer licht pedagogische dienst- en hulpverlening om het gebruik van dure tweedelijns voorzieningen (gespecialiseerde jeugdzorg) terug te dringen. In het nieuwe jeugdstelsel ligt het accent op het ‘gewone’ opvoeden in de eigen sociale context. Opvoeders (ouders, kinderopvangleidsters, leerkrachten, jeugd- en jongerenwerkers, etc.) moeten waar nodig versterkt worden in hun handelingsrepertoire om de ontwikkeling van jeugdigen met alle ‘gewone strubbelingen’ in goede banen te leiden. Gezinnen hebben een betrokken sociale omgeving nodig met voor kinderen een gunstig opgroeiklimaat en voor alle gezinsleden voldoende stimulans en ondersteuning om de eigen kracht in te zetten en te participeren. Aan de overheid de taak om te zorgen dat er voldoende basisvoorzieningen zijn die de voorwaarden hiertoe kunnen creëren. Concreet vraagt dit om ruimte voor beroepskrachten en professionals die werken in dagelijkse, basale opvoedingssituaties (school, opvang, en consultatiebureaus) om de eigen kracht van gezinnen te peilen en waar wenselijk te versterken. Bij het zoeken naar oplossingen staan de mogelijkheden van de jeugdige en diens ouders of opvoeders centraal en richt de begeleiding zich op de versterking daarvan (en daarmee de zelfredzaamheid). Daarbij wordt de sociale omgeving (andere gezinnen, school, opvang, buurt, familie en vrijetijdsbesteding) actief ingeschakeld. Veel gemeenten gaan bij hun jeugdhulpbeleid uit van de principes van ‘positief opvoeden’. Het accent ligt hierbij op het voorkomen en verminderen van (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen door het versterken van kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen van de ouders. Om zich goed te kunnen ontwikkelen, hebben jeugdigen veiligheid en bescherming nodig die is afgestemd op hun leeftijd. In een veilige omgeving kunnen jeugdigen ongestoord spelen, elkaar ontmoeten en samen recreëren en hoeven ouders ook minder te verbieden. Belangrijk is dat kinderen bezigheden hebben die hen boeien en stimuleren. Dat biedt de mogelijkheid interesses en talenten te ontdekken en te ontplooien en heeft een preventieve werking op ongewenst gedrag. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 De gemeente wil het preventieve jeugdbeleid versterken. • Gemeente en SWB willen het huidige aanbod onder de loep nemen, de goede dingen behouden en daarnaast nieuw aanbod ontwikkelen. We zetten extra in op preventie, vroegsignalering en lichte vormen van ondersteuning en zorg, ter voorkoming van zwaardere vormen van jeugdzorg.
Stichting Welzijn Brummen
11
Resultaatafspraken 2015
2 Preventief jeugd- en jongerenwerk • We willen het opvoedkundig klimaat in wijken, buurten, scholen en voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen versterken. We maken hierbij gebruik van de principes van positief opvoeden en oplossingsgericht werken. • We denken aan het samen met maatschappelijke partners gebruiken van bestaande en eventueel creëren van nieuwe ontmoetingsplekken waar ouders hun vragen over opvoeden en omgaan met kinderen kunnen uitwisselen. • We willen burgers uitnodigen/verleiden tot het nemen van initiatieven die de gemeenschap versterken stimuleren en steunen. • Binnen het sociale beleid zal via sport-, gezondheids- en alcoholmatigingsbeleid worden ingezet op preventie. Jeugd- en jongerenwerk en preventief jeugdbeleid • Het jongerenwerk is een belangrijke vindplaats voor het signaleren van behoeften en vragen van jongeren en het signaleren van problemen rond opgroeien en opvoeden. Jongerenwerkers bouwen met jongeren een vertrouwensband op en kunnen, in aanvulling op hun traditionele werkzaamheden, ondersteuning bieden bij opgroeien en opvoeden. • Volgens het beroepsprofiel ‘Jongerenwerker’ is jongerenwerk ‘een laagdrempelige voorziening voor in principe alle jongeren, die diverse verschijningsvormen kent’. Jongerenwerkers begeleiden jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar in de vrije tijd op een procesmatige wijze, in aansluiting op hun leefwereld en sociale omgeving. Het jongerenwerk richt zich op gedragsbeïnvloeding, het leren aangaan van sociale verbindingen met anderen, het bevorderen van persoonlijke ontwikkeling en het stimuleren van maatschappelijke participatie’. Jongerenwerk is te onderscheiden in: (a) accommodatiegebonden jongerenwerk voor alle jongeren en (b) ambulant jongerenwerk en outreachend jongerenwerk dat zich primair richt op probleemjongeren. Deze laatste groep betreft jongeren die opgroeien in omstandigheden met veel risicofactoren. Ze hebben een vergroot risico op problemen thuis, met politie en in de vrije tijd, met als mogelijke gevolgen sociale uitsluiting, uitval van school, antisociaal gedrag en het plegen van delicten. Het voorstel inzake Talenthouse is door het College geaccordeerd waarbij afgesproken is dat er een werkplan 2015 wordt opgesteld. Samen opvoeden • De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt primair bij de ouders. In de regel nemen ouders die verantwoordelijkheid ook, al dan niet ondersteund door ‘medeopvoeders’ van familie, vrienden, buren en kennissen met wie ze ervaringen op het gebied van opvoeding uitwisselen. Daarnaast maken ze gebruik van informatie en advies van de huisarts, de peuter- of kinderopvangleidster of de leerkracht in het onderwijs.
Stichting Welzijn Brummen
12
Resultaatafspraken 2015
2 Preventief jeugd- en jongerenwerk • Veel ouders hebben (dezelfde) opvoedvragen. Er zijn verscheidene programma’s ontwikkeld waarbij ouders andere ouders ondersteunen bij de opvoeding, zoals Communities that Care, Home start en Family Focus. SWB biedt in Brummen dit laatste programma aan. • Ouders zoeken vaak raad bij elkaar en willen weten welke oplossingen anderen kiezen als ze vragen hebben over opvoeden en opgroeien. Waar ouders zelf hun weg vinden, hoeven lokale organisaties niets toe te voegen. Waar dit niet vanzelfsprekend of onvoldoende gebeurt, wil SWB dit initiëren en faciliteren. Gedacht wordt om in samenwerking met ouders en netwerkpartners een project Samen Opvoeden in te richten, een voorziening voor en door ouders. Hierbij krijgen ouders de gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan over alledaagse opvoedvragen als luisteren en gehoorzamen, loslaten en grenzen stellen, zak- en kleedgeld, enzovoort. SWB stelt ruimte met bijbehorende faciliteiten beschikbaar, agendeert in overleg met ouders gespreksthema’s en levert eventueel een gespreksleider.
Prestatie-indicatoren 2015 Talenthouse 1. Aantal vrijwillige jongeren die het Talenthouse draaiende houden en door een professionele jongerenwerker worden begeleid en ondersteund. 2. Samenwerkingsinitiatieven die met het lokale veld zijn ontwikkeld. 3. Aantal samenwerkingspartners die jongeren ondersteunen en begeleiden. 4. Aantal jongeren dat wordt begeleid en ondersteund. 5. Cliëntregistratie:
-
- kenmerken van deze jongeren (leeftijd, geslacht, woonplaats, gezinssituatie, problematiek op
aantal begeleide en ondersteunde jongeren onderscheiden leefdomeinen)
-
door jongeren behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen.
6. Tevredenheid vrijwilligers. 7. Tevredenheid samenwerkingspartners. 8. Tevredenheid ondersteunde en begeleide jongeren. Beheer JOC’s 1. Aantal uren openstelling Eerbeek en Brummen. 2. Aantal bezoekers van 12-18 jaar in Eerbeek/Hall en Brummen. 3. Totaal bezoekers Eerbeek en Brummen.
Stichting Welzijn Brummen
13
Resultaatafspraken 2015
2 Preventief jeugd- en jongerenwerk Doelgroepgerichte activiteiten Eerbeek, Brummen, Hall 1. Aantal doelgroepgerichte activiteiten voor 12-21 jarigen in Brummen en Eerbeek/Hall. 2. Aantal informatie-/voorlichtingsactiviteiten. 3. Totaal aantal deelnemers. 4. Aantal geworven, begeleide en ondersteunde vrijwilligers. 5. Aantal jongeren informatie-/adviescontacten 6. Aantal jongeren dat andere jongeren adviseert. 7. Resultaten van deze contacten. 8. Tevredenheid bezoekers. 9. Tevredenheid vrijwilligers. Schoolmaatschappelijk werk 1. Aantal bijgewoonde bijeenkomsten ondersteuningsteams basisscholen. 2. Aantal besproken leerlingen. Samen opvoeden 1. Aantal bijeenkomsten. 2. Aantal ouders. 3. Aantal vrijwilligers dat wordt geworven, begeleid en ondersteund. 4. Tevredenheid ouders. 5. Tevredenheid vrijwilligers. Opvoedingsondersteuning Family Focus 1. Aantal ondersteunde gezinnen. 2. Aantal vrijwilligers die zijn geworven, begeleid en ondersteund. 3. Aantal bijeenkomsten. 4. Aantal contacten samenwerkingspartners. 5. Tevredenheid cliënten. 6. Tevredenheid vrijwilligers. Combinatiefunctie Sport 1. Aantal tussen- en naschoolse sport- en bewegingsactiviteiten. 2. Aantal deelnemers tussen- en naschoolse sport- en bewegingsactiviteiten. 3. Aantal gastlessen en clinics van sportverenigingen in het bewegingsonderwijs van het primair onderwijs.
Stichting Welzijn Brummen
14
Resultaatafspraken 2015
2 Preventief jeugd- en jongerenwerk 4. Aantal kinderen en jongeren dat door bovengenoemde activiteiten doorstroomt naar sportverenigingen. 5. Aantal verenigingen dat gebruik heeft gemaakt van ondersteuning van de Combinatiefunctionaris Sport. 6. Tevredenheid kinderen en jongeren. 7. Tevredenheid scholen. 8. Tevredenheid sportverenigingen. Combinatiefunctie Cultuur 1. Aantal scholen dat gebruik maakt van het aanbod. 2. Aantal culturele activiteiten. 3. Aantal contactmomenten van kinderen met professionele kunstenaars. 4. Aantal kinderen dat aan de activiteiten heeft deelgenomen. 5. Aantal cultuureducatieve aanbieders waarmee is samengewerkt: - lokaal - regionaal - landelijk. 6. Tevredenheid muziekverenigingen en andere participerende cultuureducatieve aanbieders. 7. Tevredenheid kinderen. 8. Tevredenheid scholen.
Stichting Welzijn Brummen
15
Resultaatafspraken 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Context Er is sprake van een verschuiving van professionele naar vrijwillige inzet (bijvoorbeeld bij dagbesteding, ondersteuning mensen met budgetbeheer- of schuldproblemen). De kwaliteit en kwantiteit van vrijwillige inzet wordt in de komende jaren van cruciaal belang om de lokale ambities te kunnen verwezenlijken. De grootste behoefte is er aan vrijwilligers die, al dan niet in georganiseerd verband, activiteiten ontplooien voor en met mensen met beperkingen. Bij de ondersteuning van vrijwillige inzet wordt aangesloten bij het Leefringenmodel. Het principe van eigen kracht maakt de vrijwilliger primair zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van diens vrijwillige werkzaamheden. Dit veronderstelt echter wel dat hij daartoe voldoende is toegerust. Waar dit niet of minder het geval is, is ondersteuning geboden vanuit het netwerk. In dit geval verstaan we hieronder: de organisaties die vrijwillige inzet organiseren; professionele organisaties en organisaties die aangestuurd worden door vrijwilligers. Met betrekking tot de ondersteuning spelen vragen die moeten worden beantwoord. Soms wordt een bepaalde inzet van vrijwilligers verlangd die de vraag oproept of deze wel verantwoord kan worden geleverd. Denk aan een verzoek aan het Schakelproject om te gaan zwemmen met iemand met een visuele beperking. Welke contraindicaties gelden bij het overwegen of een vrijwilliger wordt ingezet? Uiteraard spelen hier ook de wensen en mogelijkheden van de vrijwilliger zelf mee, die zijn inzet afbakent naar tijdsinvestering, tijdstippen, frequentie, taken, doelgroepen. De toenemende beperkte inzetbaarheid heeft gevolgen voor de continuïteit. De oplossing zit dan niet altijd in het werven van meer vrijwilligers. Bij bijvoorbeeld respijtzorg is continuïteit een kwaliteitsaspect voor de zorgbehoevende. Komen er steeds verschillende gezichten over de vloer, dan kan dit aanleiding zijn om geen gebruik (meer) te maken van vrijwillige inzet. Bij de vormgeving van de vrijwillige inzet dienen zowel voorwaarden vanuit het perspectief van de ontvanger als de aanbieder van de inzet worden bekeken. In dit verband moeten we ons realiseren dat informele hulp voor veel vrijwilligers niet bovenaan hun lijst staat. Waar vrijwilligers informele hulp willen bieden, is het van groot belang dat er een klik is met de hulpontvanger. Er zijn ook mensen die hulp willen bieden, maar niet vanuit een georganiseerd verband. Wel vanuit een concept als Buurtmarktplaats. Deze mensen stellen nog meer grenzen dan degenen die vanuit een georganiseerd verband opereren.
Stichting Welzijn Brummen
16
Resultaatafspraken 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Geleid vrijwilligerswerk is in opkomst. Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk als tegenprestatie, door bijstandscliënten die dit ambiëren. Of door mensen met beperkingen die via vrijwilligerswerk contacten opdoen, een dagstructuur krijgen, eigenwaarde opbouwen en nieuwe vaardigheden aanleren of versterken. Bij dit type vrijwilligers zijn een goede matching en een adequate begeleiding van groot belang. Deze specifieke vorm van ondersteuning kan niet altijd worden gegarandeerd door organisaties die geheel op vrijwilligers draaien. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 Er wordt in het beleidsplan MO een groot beroep gedaan op vrijwilligers: • Buurtmarktplaats. • Buurtklus. • Vrijwillige inzet in het kader van samenlevingsopbouw. • Inzet vrijwilligers bij ontmoetingsactiviteiten. • Maatjesproject weduwen en weduwnaars. • Uitbreiding activerend huisbezoek. • Studiekringen van en voor ouderen. • Inzet vrijwilligers bij dagbesteding. • (impliciet) informele hulp aan buren, kennissen, vrienden (Schakel). Betrokkenheid SWB bij (versterken van) vrijwillige inzet SWB is op verschillende wijze betrokken bij de organisatie van vrijwillige inzet in Brummen: • SWB organiseert intern inzet van vrijwilligers:
- Buurtmarktplaats (hierbij samenwerking zoeken met vrijwilligersorganisaties die informele hulp bieden,
om draagvlak voor de Buurtmarktplaats te creëren).
Huisbezoek aan oudere ouderen.
-
- Opvoedondersteuning.
-
Budgetbeheer en administratie.
• SWB organiseert in samenwerking met anderen vrijwillige inzet in gezamenlijke projecten:
-
Buurtklus (SWB, RIWIS, Philadelphia en anderen).
-
Arbeidsmatige dagbesteding (SWB, RIWIS, Philadelphia en anderen).
• SWB ondersteunt desgevraagd andere organisaties bij het organiseren van vrijwillige inzet:
-
Studiekring voor en door ouderen (ANBO benaderen).
-
Maatjesprojecten algemeen.
- Maatjesproject weduwen en weduwnaars (kan eventueel worden ontwikkeld door de vrijwilligers die vanuit SWB ondersteuning bij verlies van een partner verzorgen).
Stichting Welzijn Brummen
17
Resultaatafspraken 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Prioriteiten SWB versterking Servicepunt Vrijwillige Inzet SWB wil prioriteit geven aan vrijwilligerswerk ten behoeve van mensen met beperkingen, in plaats van vrijwilligerswerk in algemene zin. Dit omdat verenigingen en dergelijke veelal zelf in staat zijn de benodigde vrijwilligers te werven en hun vrijwilligersbeleid vaak wel op orde hebben. SWB wil concreet prioriteit leggen bij: • Vrijwillige inzet in de sfeer van informele hulp. • Vrijwillige inzet met betrekking tot budgetbeheer en administratie (hulpverlening biedt inhoudelijke ondersteuning tijdens zg. ‘bijspijkerbijeenkomsten’ die door de Vrijwilligerscentrale worden georganiseerd). • Huisbezoek door vrijwilligers aan ouderen (waarbij eventueel een selectie plaatsvindt op basis van zorgsignalen zoals in de gemeente Nijmegen gebeurt, waar huisartsen, thuiszorg en welzijnswerk op dit terrein samenwerken). • Vrijwillige hulp bij opvoeden. Bemiddeling en ondersteuning Twee belangrijke taken van het Servicepunt Vrijwillige Inzet zijn werving/bemiddeling en begeleiding/ondersteuning. Werving/bemiddeling kent meerdere vormen: 1. Rol Servicepunt Vrijwillige Inzet: verenigingen en dergelijke benutten eigen kanalen en instrumenten om vrijwilligers te werven; een en ander wordt gefaciliteerd in de digitale vacaturebank. 2. Buurtmarktplaats en dergelijke: hier gaat het om een website waar mensen hulp kunnen aanbieden en vragen en waar matches tot stand worden gebracht tussen vragers en aanbieders. 3. Buurtmarktplaats Plus: buurtverbinders: door het Servicepunt Vrijwillige Inzet opgeleide vrijwilligers verbinden zowel online als ‘op straat’ buurtbewoners met elkaar en ondersteunen buurtbewoners bij het gebruiken van het online dorpsplein. Ze zorgen ervoor dat vragen van bewoners bij de juiste persoon of organisatie terecht komen en boren nieuwe bronnen van buurtinformatie aan. 4. Lichte bemiddeling: vrijwilligersorganisaties plaatsen vacatures en het Servicepunt Vrijwillige Inzet helpt aspirant vrijwilligers bij het zoeken van een vacature die zijzelf geschikt achten. 5. Intensieve bemiddeling. Dit is aan de orde bij vrijwillige inzet ten behoeve van mensen met beperkingen, waarbij de aard van de ondersteuning vraagt om specifieke kennis, vaardigheden en attitude. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij dagbestedingactiviteiten of bij hulp bij budgetbeheer en/of aanzienlijke schulden. Ook geleid vrijwilligerswerk vraagt vaak om extra bagage van de vrijwilliger. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij ondersteuning van mensen met een bijstandsuitkering die door de gemeente verleid worden om vrijwilligerswerk te gaan verrichten. Het effect in termen van werven en behouden is hier het grootst als het
Stichting Welzijn Brummen
18
Resultaatafspraken 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet vrijwilligerswerk aansluit bij de vaardigheden, interesses en ambities van de bijstandsgerechtigde. Van intensieve bemiddeling is ook sprake als mensen met een beperking, in het kader van dagstructurering, vrijwillige inzet gaan bieden. Voor hen is van belang dat het vrijwilligerswerk aansluit bij hun vaardigheden, interesses en ambities. Overigens geldt bij intensieve bemiddeling bovendien dat gekeken moet worden naar de organisatie bij wie de vrijwilligers hun werkzaamheden gaan verrichten. Deze moeten in staat en bereid zijn om de vrijwilligers adequaat te begeleiden en te ondersteunen, en hen in staat te stellen de benodigde kwaliteit te leveren. Uit onderzoek is bekend dat vrijwilligers behoefte hebben aan aandacht en waardering. In een tijdsgewricht waarin de ‘flitsvrijwilliger’ zich steeds vaker manifesteert en tegelijkertijd de vraag naar vrijwillige inzet toeneemt, wordt het belang hiervan alleen maar groter. Begeleiding en ondersteuning zijn manieren waarop die aandacht en waardering gestalte kunnen krijgen. Daarbij valt te denken aan inwerken, trainingen, functionerings-/ voortgangsgesprekken, intervisie en werkbegeleiding. We gaan er vanuit dat vrijwilligersorganisaties (inclusief SWB) en andere organisaties de benodigde begeleiding en ondersteuning zelf bieden. Wel kan het Servicepunt Vrijwillige Inzet deze organisaties hierbij in algemene zin adviseren en ondersteunen. Het Servicepunt biedt geen intensieve bemiddeling wanneer de ontvangende vrijwilligersorganisatie niet in staat of bereid is om zelf de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning te verzorgen.
Stichting Welzijn Brummen
19
Resultaatafspraken 2015
3 Servicepunt Vrijwillige Inzet Prestatie-indicatoren 2015 1. Aantal eenvoudige bemiddelingen. 2. Aantal intensieve bemiddelingen. 3. Aantal cliënten intensieve ondersteuning. 4. Aantal activiteiten training/deskundigheid. 5. Evenement waardering vrijwilligers. 6. Ondersteuning ouderen(organisaties) bij opzetten Maatjesproject weduwen en weduwnaars. 7. Ondersteuning ouderen(organisaties) bij opzetten studiekringen voor en door ouderen. 8. Werven vrijwilligers informele hulp voor:
- dagbesteding als algemene voorziening
- uitbreiding activerend huisbezoek
- Buurtklus
- budgetbeheer en administratie
- derden-organisaties die hiertoe een verzoek hebben ingediend.
9. Cliëntregistratie. 10. Tevredenheid bemiddelde vrijwilligers en organisaties naar wie bemiddeld is. 11. Tevredenheid ondersteunde ouderen(organisaties) Maatjesproject weduwen en weduwnaars. 12. Tevredenheid ouderen(organisaties) studiekringen voor en door ouderen.
Stichting Welzijn Brummen
20
Resultaatafspraken 2015
4 Servicepunt Mantelzorg Context Mantelzorg staat onder druk door onder meer een toenemend aantal alleenstaanden, gezinsverdunning, geografische mobiliteit en meer en langer werken cq. tweeverdienerschap. Het aantal mensen dat een beroep doet op mantelzorg wordt bovendien groter als gevolg van vergrijzing, extramuralisering van en bezuinigingen op de langdurige zorg. Hierdoor neemt het aantal overbelaste mantelzorgers toe, zowel in absolute als relatieve zin. Overbelasting van mantelzorgers kan het beste worden voorkomen door de zorg te delen met andere mantelzorgers. Van belang is om in zg. ‘keukentafelgesprekken’ het netwerk in beeld te brengen: wie doet wat, wie kan meer doen, wie kan er ook bij worden betrokken vanuit het netwerk van de zorgbehoevenden en/of de mantelzorger? De mantelzorger wordt bij deze gesprekken betrokken, met twee doelen: om de belasting van de mantelzorger in beeld te brengen én om te vragen wat hij of zij nodig heeft om zijn mantelzorgtaak vol te houden. Daarnaast is het aan te bevelen de mantelzorger ook afzonderlijk te spreken, omdat hij/zij in aanwezigheid van de zorgbehoevende vaak geen openheid van zaken wil geven. De praktijk laat zien dat professionals die te maken hebben met zorgbehoevenden die zeer waarschijnlijk een of meer mantelzorgers hebben, signalen van overbelasting onvoldoende opmerken. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste herkennen mensen zich vaak niet als mantelzorger en maken ze om die reden weinig gebruik van mantelzorgondersteuning. Bovendien zijn zij eerder geneigd ondersteuning, zorg of hulp te zoeken voor degene aan wie zij mantelzorg bieden in plaats van iets voor zichzelf te vragen. Overbelasting kan zo eenvoudig en onopgemerkt ontstaan. Is er eenmaal sprake van daadwerkelijke overbelasting, dan is het effect van mantelzorgondersteuning gering; het is dus zaak die situatie vóór te zijn. Ten aanzien van ondersteuning hebben mantelzorgers hebben vooral behoefte aan informatie en advies, met name over psycho-educatie bij dementie en andere chronische aandoeningen. De aandacht voor mantelzorgers richt zich in het algemeen vooral op mantelzorgers van ouderen en minder op die van andere groepen zorgbehoevenden, zoals mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, een chronische somatische aandoening/ziekte of een psychiatrische stoornis. Ook is er nog weinig aandacht voor jonge mantelzorgers: kinderen en jongeren tot 24 jaar. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 • Actieplan mantelzorg Brummen met bijzondere aandacht voor jonge mantelzorgers. • Versterking Steunpunt Mantelzorg. • Brochure mantelzorg (is al gereed).
Stichting Welzijn Brummen
21
Resultaatafspraken 2015
4 Servicepunt Mantelzorg • Scholing, training en deskundigheidsbevordering mantelzorg. • Onderzoek mantelzorgondersteuning: hoe ervaren en waarderen mantelzorgers beleid, uitvoering en aanbod van mantelzorgondersteuning en vrijwilligerszorg? • Organiseren respijtzorg (in eerste aanleg door vrijwilligers). • Taken voor het Steunpunt Mantelzorg zijn:
-
verstrekken gerichte informatie, advies en ondersteuning, praktische hulp en ondersteuning
-
stimuleren bewustwording en kennisdeling rondom mantelzorg
-
uitvoering geven aan de waardering van mantelzorgers.
Jonge mantelzorgers Wij willen in samenwerking met de gemeente en relevante organisaties een ‘Aanvalsplan ondersteunen jonge mantelzorgers’ ontwikkelen. Basisfuncties mantelzorgondersteuning Steunpunt Mantelzorg In het kader van de versterking van het Steunpunt Mantelzorg wijst SWB erop dat zij de volgende basisfuncties mantelzorgondersteuning verzorgt: 1. informatie (SWB hulpverlening) 2. advies en begeleiding (idem) 3. emotionele steun (idem) 4. educatie (SWB in samenwerking met de bibliotheek) 5. praktische steun (te ontwikkelen Klussendienst, mede ter ontlasting van de mantelzorgers). 6. respijtzorg (dagbesteding en Schakel). 7. financiële tegemoetkoming (niet). 8. materiële hulp (BAC, budgetbeheer en administratie door vrijwilligers, mede ter ontlasting van mantelzorgers). Signaleren en bereiken van zwaar belaste mantelzorgers SWB ervaart als belangrijkste knelpunt bij mantelzorgondersteuning het geringe beroep op mantelzorgondersteuning, omdat mantelzorgers zich niet als zodanig herkennen en eerder steun zoeken voor de hulpvrager dan voor zichzelf. Het begint derhalve bij het signaleren van mantelzorgers die zwaar belast zijn of voor wie overbelasting dreigt. SWB pleit ervoor om dit tot speerpunt van het mantelzorgondersteuningsbeleid te maken en in samenspraak met gemeente en zorgaanbieders (o.a. huisartsen) een aanpak te ontwikkelen die het mogelijk maakt zwaar belaste mantelzorgers tijdig in beeld te krijgen zodat met hen contact kan worden gemaakt om ze te bevragen naar hun
Stichting Welzijn Brummen
22
Resultaatafspraken 2015
4 Servicepunt Mantelzorg ondersteuningsbehoeften. Daarbij wil SWB aansluiten bij afspraken die de gemeente wil maken over samenwerking tussen huisartsen en gemeente in het sociaal domein en de signaleringstaak die de gemeente contractueel heeft gesloten met de thuiszorg bij het bieden van hulp bij het huishouden. Delen van mantelzorgtaken Zoals hiervoor al is aangegeven, zit het probleem niet in de bereidheid tot het bieden van mantelzorg. Die is de afgelopen decennia onveranderd groot gebleven. Echter door veranderingen in gezinssamenstelling, geografische mobiliteit, de arbeidsmarkt, vergrijzing, bezuinigingen en extramuralisering van langdurige zorg, staan mantelzorgers meer dan ooit onder grote druk. De nieuwe visie wijst in de richting van de oplossing: het delen van mantelzorg. Van belang is dat we enerzijds de netwerken van zorgbehoevenden analyseren en versterken en anderzijds meer (zorg)vrijwilligers inzetten (klussendienst, maatjesprojecten, respijtzorg, maaltijdendienst). Hiermee kunnen de taken en verantwoordelijkheden beter worden gespreid en krijgen mantelzorgers lucht. Wie kunnen hierbij een rol vervullen? - Het Steunpunt Mantelzorg. - Het team Voor Elkaar dat via keukentafelgesprekken inzichtelijk maakt wat de omvang, samenstelling en inzet van het sociaal netwerk van de zorgvrager (aanvrager maatwerkvoorziening) is. - tal van organisaties die vrijwillige inzet organiseren voor mensen met beperkingen. SWB pleit dan ook voor het tot stand brengen van een samenwerkingsverband tussen SWB/Steunpunt Mantelzorg, de gemeente en vrijwilligersorganisaties. Doel: er samen voor zorgen dat zwaar belaste mantelzorgers optimaal gebruik kunnen maken van de inzet van (zorg)vrijwilligers. De eerste stap is in kaart brengen welke organisaties actief zijn, wat ze precies doen voor welke doelgroepen en hoeveel vrijwillige inzet ze beschikbaar hebben. Stap 2 is het bevorderen van afstemming en samenwerking (bijvoorbeeld in de vorm van een federatief werkverband Brummense Bondgenoten). Dit biedt mantelzorgers de kans om gecoördineerd gebruik te maken van verschillende vormen van ondersteuning die geleverd worden door uiteenlopende organisaties. Respijtzorg Bij respijtzorg denken wij aan het organiseren van dagbesteding als algemene voorziening voor mensen met beperkingen (maximaal vier dagdelen per week). Zie hiervoor onderdeel 7: Dagbesteding, ontmoeting en activering.
Stichting Welzijn Brummen
23
Resultaatafspraken 2015
4 Servicepunt Mantelzorg Prestatie-indicatoren 2015 1. Meewerken aan een door de gemeente Brummen te realiseren signaleringsnetwerk van professionele zorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties die informele hulp bieden aan mensen met beperkingen, met als doel vroegsignalering van (potentieel) zwaar belaste mantelzorgers en hen in contact brengen met het Steunpunt Mantelzorg. 2. De gemeente brengt het aanbod in kaart van organisaties die informele zorg bieden. SWB denkt en werkt hier graag in mee om te bezien of een samenwerkingsverband tot stand kan komen dat mantelzorgers in staat stelt gecoördineerd gebruik te maken van een gevarieerd lokaal ondersteuningsaanbod. 3. Ontwikkelen, implementeren en uitvoeren van een aanpak gericht op het signaleren en ondersteunen van zwaar belaste jonge mantelzorgers. 4. Samenwerking realiseren met zorgaanbieders die (psycho)educatieve activiteiten voor mantelzorgers aanbieden. 5. Aantal vrijwilligers dat wordt begeleid en ondersteund door Schakel. 6. Aantal aangemelde cliënten Schakel, onderverdeeld in beperking en soort aanvraag (sociaal isolement, mobiel isolement, ontlasting mantelzorger). 7. Aantal bemiddelde cliënten Schakel (koppels). 8. Tevredenheid vrijwilligers Schakel over ondersteuning en begeleiding 9. Aantal verwijzingen naar andere organisaties met een specifiek mantelzorgondersteuningsaanbod. 10. Verzorgen van een activiteit om uiting te geven aan de waardering van de Brummense mantelzorgers. 11. Vrijwilligersregistratie:
• Vrijwilligers onderscheiden naar:
- reguliere vrijwilligers - vrijwilligers met een beperking - typen van organisaties (zoals sportverenigingen en zorgorganisaties) voor wie het Servicepunt de bemiddeling tot stand heeft gebracht.
• Typen van vrijwilligerswerk/informele hulp die bemiddelde vrijwilligers bieden.
Stichting Welzijn Brummen
24
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening Context In het werkveld is een tendens waarneembaar om deze vorm van maatschappelijke ondersteuning meer integraal te organiseren. Het onderscheid tussen bijvoorbeeld AMW en ouderenadvisering komt daarmee te vervallen. SWB sluit hier bij aan doordat onze professionals integrale dienstverlening bieden die bestaat uit: Algemeen Maatschappelijk Werk, Budget Advies Centrum, Steunpunt Mantelzorg, ouderenadvisering, nazorg exgedetineerden, begeleiding nieuwkomers en coördinatie huiselijk geweld. Binnen de hulpverlening van SWB wordt een continuüm van de volgende functies aangeboden: informatie, advies, cliëntondersteuning/vraagverheldering, procesmatige en interactieve hulpverlening en huisbezoek aan mensen met beperkingen/kwetsbare mensen (door zowel professionals als vrijwilligers). De complexiteit van de vraagstelling bepaalt welk(e) onderde(e)l(en) de vraag van de burger oppakken. Binnen de oude Wmo is sprake van een ‘waterscheiding’ tussen individuele voorzieningen en algemene voorzieningen. De Wmo 2015 wordt gekenmerkt door een vergrote reikwijdte van maatschappelijke ondersteuning, in samenhang met de Jeugdwet en de Participatiewet. Als gevolg daarvan zullen veel vaker arrangementen te zien zijn waar maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen zoals SWB hulpverlening bijeenkomen. Bijvoorbeeld in de vorm van een arrangement van intensieve jeugdhulp in combinatie met schuldhulpverlening. Dit veronderstelt een goede afstemming en samenwerking tussen het team Voor Elkaar en SWB hulpverlening, waarbij de klant centraal staat en de regie heeft. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 Het huidige Algemeen Maatschappelijk Werk wordt gezien als kortdurende algemene maatschappelijke ondersteuning. Centraal staat het sturen op zelfredzaamheids- en participatiedoelen van cliënten Cliënten die maatschappelijke ondersteuning ontvangen, ervaren beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. De ondersteuning is: - vraaggericht: de vraag van de cliënt is leidend, niet het aanbod of de interpretatie van de situatie door de professional). - Resultaatgericht: niet de ingezette uren en activiteiten tellen, maar wat het de cliënt heeft opgeleverd.
Centraal staat de vraag: wat wilt u opgelost hebben, wat wilt u bereiken?
Stichting Welzijn Brummen
25
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening Om de opbrengsten zichtbaar te maken, wil SWB gebruik maken van een resultaatmetingsinstrument waarbij zelfredzaamheids- en participatiedoelen van cliënten worden gekoppeld aan het Participatiewiel van Movisie (zie hierna) Aan het begin van een ondersteuningstraject brengt SWB samen met de cliënt in beeld welke zelfredzaamheids- en participatiedoelen hij wil bereiken. Deze worden in het cliëntdossier als doelen geregistreerd. Aan het eind van het traject wordt met de cliënt bezien in welke mate de doelen zijn bereikt. Dit is tevens standaardonderdeel van een tevredenheidmeting bij de cliënt. Participatiewiel In het Participatiewiel van Movisie worden zes participatiedomeinen onderscheiden: 1. Eigen inkomen. 2. Zelfstandig functioneren. 3. Opdoen van vaardigheden. 4. Sociale contacten. 5. Maatschappelijk bijdragen. 6. Maatschappelijk deelnemen. Aan elk van deze domeinen kunnen zelfredzaamheids- en participatiedoelen van cliënten worden gekoppeld. Hieronder volgt per domein een aantal voorbeelden. Let wel, het gaat om niet meer dan voorbeelden, want uiteindelijk is het de cliënt die zijn eigen doelen formuleert. 1. Eigen inkomen • Een spijbelende jongere neemt weer volledig deel aan het onderwijs. • Een jongere die voortijdig de school heeft verlaten, is weer toegeleid naar onderwijsactiviteiten die gericht zijn op het behalen van een startkwalificatie. • Een burger met een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft met succes een educatief traject doorlopen dat gericht is op toeleiding naar de arbeidsmarkt. 2. Zelfstandig functioneren • Een burger heeft praktische woonvaardigheden geleerd die hem in staat stellen een eigen huishouding te voeren. • Een burger kan zelf gezonde en gevarieerde maaltijden bereiden. • Een burger kan zijn eigen inkomen beheren. • Een burger kan zijn privéadministratie voeren. • Een burger kan formulieren van overheden en instanties invullen. • Een burger is in staat om kleine onderhoudswerkzaamheden en reparaties in en om het huis te verrichten.
Stichting Welzijn Brummen
26
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening • Een burger is in een staat een zinvolle invulling te geven aan zijn dagbesteding. • Een burger heeft keuzes gemaakt voor de inrichting van zijn leven. • Een burger is in staat om informatie op te zoeken en deze te beoordelen op betrouwbaarheid zodat hij in staat is vragen te beantwoorden, keuzes te maken of de weg te vinden in het aanbod van voorzieningen. 3. Opdoen van vaardigheden • De taal-, emotionele, cognitieve en sociale vaardigheden van een peuter zijn verder ontwikkeld. • Op de peuterspeelzaal is bij een peuter een ontwikkelingsachterstand geconstateerd, waarop peuter en ouders zijn verwezen naar een passend aanbod (al dan niet binnen de peuterspeelzaal). • Een ouder is in staat om eigen opvoedingsdoelen te realiseren, als grenzen stellen. • Een burger is in staat zijn relatie-, emotionele of psychosociale problemen op te lossen, dan wel te hanteren. 4. Sociale contacten • Een burger heeft sociale vaardigheden opgedaan die hem in staat stellen contacten en relaties aan te gaan
en te onderhouden.
• Een burger heeft zijn persoonlijke informele netwerk versterkt waaraan hij voldoende steun ontleent. • Een burger heeft een maatje of buddy gekregen. • Op de schaal van De Jong Gierveld is de eenzaamheidsproblematiek van een burger gereduceerd. 5. Maatschappelijk bijdragen • Een burger biedt burenhulp/buurtzorg/informele zorg/is actief lid van een maatschappelijk steunsysteem. • Een burger verricht vrijwilligerswerk. • Een burger biedt mantelzorg. • Een burger komt actief op voor de leefbaarheid van de eigen woon- en leefomgeving. • Een burger zet zich actief in voor de behartiging van een maatschappelijk of politiek belang, of draagt actief ethische en morele opvattingen uit. • Een burger is actief als bestuurslid of kaderlid van een vereniging of een anderszins georganiseerd verband. 6. Maatschappelijk deelnemen • Een burger neemt deel aan een ontmoetingsactiviteit. • Een burger neemt deel aan een recreatieve of creatieve activiteit. • Een burger neemt deel aan een sportactiviteit. • Een burger neemt deel aan een culturele activiteit. • Een burger neemt deel aan een dagbestedingactiviteit. • Een intensieve mantelzorger kan door respijtzorg blijven deelnemen aan maatschappelijke activiteiten.
Stichting Welzijn Brummen
27
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening Uitgangspunten SWB Hulpverlening SWB Hulpverlening gaat uit van de volgende uitgangspunten; • Versterken eigen kracht, zodat cliënten zelf een antwoord op vragen of een oplossing voor problemen kunnen bedenken. • Daar waar eigen kracht niet toereikend is, kijken we met de cliënt of leden van het sociaal netwerk ondersteuning kunnen bieden. • Zo kortdurend als mogelijk is, maar ook zo langdurend als nodig is. Bij het laatste valt te denken aan:
- Zware/complexe problematiek in combinatie met beperkte en niet of nauwelijks te versterken eigen kracht en/of geen inzicht in de eigen problematiek.
- Multigezinsproblematiek. - Lichte, maar in de tijd niet begrensde hulpverlening (korte leun- en steuncontacten, twee- tot viermaal per jaar).
-
Intensieve schuldhulpverlening.
-
Complexe Huiselijk Geweldproblematiek.
- Koppeling van hulpverlening aan een langdurige maatwerkvoorziening (uiteraard alleen als in samenhang met de maatwerkvoorziening langdurige hulpverlening ook noodzakelijk is).
Prestatie-indicatoren 2015 Opmerking: bij de uitwerking hierna sluiten we nog aan bij de bekende werkonderdelen, maar is de dienstverlening integraal. Algemeen Maatschappelijk Werk/Ouderenadvisering 1. Aantal cliënten informatie en advies. 2. Aantal cliënten vraagverheldering. 3. Aantal mensen/gezinnen voor wie de toelatingstoets voor de Voedselbank is verricht. 4. Aantal door cliënten behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen. 5. Cliëntregistratie:
•
door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheids- en participatiedoelen
•
trajecten in begeleiding
Stichting Welzijn Brummen
28
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening
aantal afgesloten trajecten:
•
binnen 3 maanden
•
binnen 6 maanden
•
langer dan 6 maanden
•
nieuw aangemelde trajecten
•
cliënten met een beperking
• ouderen • multiprobleemgezinnen. 6. Tevredenheid cliënten. Budget Advies Centrum 1. Aantal BAC cliënten:
•
aangemeld via WGS (Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening)
•
outreachende hulp via signalen (woningstichtingen, nutsbedrijven, etc).
2. Aantal door cliënten behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen. 3. Actieve trajecten (AMW) versus monitoringtrajecten. 4. Aantal cursussen en cursisten ‘Omgaan met geld’. 5. Aantal acties in het kader van voorlichting en preventie. 6. Ondersteuning BAC-vrijwilligers. 7. Cliëntregistratie:
•
door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheids- en participatiedoelen
•
aantal huishoudens met problematische schulden
•
aantal cliënten dat uitvalt
•
aantal opgeloste crisissituaties
•
gemiddelde doorlooptijd
•
aantal succesvolle afsluitingen.
8. Tevredenheid cliënten. 9. Tevredenheid vrijwilligers over ondersteuning en begeleiding. Preventief huisbezoek ouderen 1. Aantal bezochte ouderen. 2. Aantal vrijwilligers dat ingewerkt, begeleid en ondersteund wordt.
Stichting Welzijn Brummen
29
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening 3. Cliëntregistratie:
•
leeftijd bezochte ouderen
• samenlevingsvorm
•
kenmerken sociale netwerk
•
beperkingen zelfredzaamheid
• participatie • mantelzorgsituatie • zorggebruik. 4. Tevredenheid cliënten. 5. Tevredenheid vrijwilligers over ondersteuning en begeleiding. Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers 1. Aantal begeleide nieuwkomers (personen en gezinnen). 2. Aantal door cliënten behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen. 3. Ondersteuning van SWB-vrijwilligers. 4. Cliëntregistratie:
•
door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheids- en participatiedoelen
•
woonweigering/annulering gezinnen
•
plaatsing nieuwe alleenstaanden
•
afgesloten trajecten woonbegeleiding
•
taakstelling aantal gehuisveste personen.
5. Tevredenheid cliënten 6. Tevredenheid vrijwilligers over ondersteuning en begeleiding. Taalcoach 1. Aantal cliënten. 2. Aantal vrijwilligers dat wordt begeleid en ondersteund. 3. Tevredenheid cliënten. 4. Tevredenheid vrijwilligers over ondersteuning en begeleiding. Coördinatie nazorg ex-gedetineerden 1. Aantal coördinatiecontacten nazorg. 2. Aantal door cliënten behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen.
Stichting Welzijn Brummen
30
Resultaatafspraken 2015
5 Hulpverlening 3. Cliëntregistratie:
•
door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheids- en participatiedoelen.
•
persoonlijke omstandigheden
•
ID bewijs
• inkomen/werk/dagbesteding • schulden • huisvesting/onderdak • zorg. 4. Tevredenheid cliënten. Zorgcoördinatie Huiselijk geweld • Aantal casussen:
-
tijdelijk Huisverbod
-
huiselijk Geweld.
• Aantal door cliënten behaalde zelfredzaamheids- en participatiedoelen. • Cliëntregistratie:
-
door cliënten gerealiseerde zelfredzaamheids- en participatiedoelen
-
aard van het huiselijk geweld
-
relatie tussen dader en slachtoffer(s)
-
leeftijd dader
-
geslacht dader
-
leeftijd(en) slachtoffer(s)
-` geslacht slachtoffer(s)
-
soort interventie.
• Tevredenheid cliënten huiselijk geweld. • Tevredenheid samenwerkingspartners.
Stichting Welzijn Brummen
31
Resultaatafspraken 2015
6 Ontmoeting Context Ontmoeten is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Mensen ontmoeten elkaar op school, op het werk, op straat, in de supermarkt, bij de voetbalclub. En er is ontmoeting in de privésfeer: met buren of vrienden koffie drinken, bij elkaar op visite gaan, verjaardagsfeestjes, enzovoort. Er zijn dus heel veel mogelijkheden om elkaar te ontmoeten en mensen maken daar gebruik van. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat de lokale overheid ontmoetingsactiviteiten subsidieert. Toch zijn er omstandigheden die rechtvaardigen om het in een aantal gevallen wel te doen. In de eerste plaats als het gaat om kwetsbare groepen zoals ouderen, mensen met een verstandelijke beperking of met een psychiatrische aandoening. Voor hen is ontmoeten minder vanzelfsprekend en daarmee het risico op eenzaamheid of een sociaal isolement groter. Ontmoeting biedt dan kansen: zinvolle daginvulling, contact maken, ervaringen uitwisselen, van elkaar leren. In de tweede plaats bij kinderen en jongeren die behoefte hebben aan (een lichte vorm van) ondersteuning bij hun ontwikkeling. Ontmoeting bevordert hun sociale en emotionele ontwikkeling. Bovendien bieden de activiteiten die plaatsvinden mogelijkheden om ambities en talenten te ontdekken en kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Mensen met een beperking, zoals een psychiatrische aandoening, zijn niet altijd in voor deelname aan algemene ontmoetingsactiviteiten. Men ontmoet elkaar graag in eigen kring. Voor mensen met een verstandelijke beperking kan dit anders zijn, bijvoorbeeld omdat ze regulier onderwijs bezoeken of lid zijn van algemene verenigingen, zoals een sportvereniging. In den lande (vooral in de grote steden) is een tendens waarneembaar om de middelen voor ontmoeting te beperken. Dit wordt zichtbaar in het sluiten van accommodaties, of door de organisatie van ontmoetingsactiviteiten in handen te leggen van vrijwilligers, waarbij een professionele organisatie verantwoordelijk is voor het beheer van ruimten en faciliteiten, en zo nodig kortstondige agogische ondersteuning. Dit sluit aan bij wat in Brummen al jaren praktijk is. Met subsidie van de gemeente stelt SWB accommodaties beschikbaar, met beheerders die de gebouwen onderhouden en gebruiksklaar maken voor bezoekers. De bezoekers organiseren zelf hun activiteiten. Agogische ondersteuning is alleen aan de orde bij kinderen en jongeren, omdat zij nog niet in staat zijn geheel zelfstandig activiteiten te organiseren. Van jongeren wordt wel verwacht dat ze medeverantwoordelijkheid nemen voor het organiseren van de activiteiten. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 Onder ontmoeting verstaat de gemeente Brummen de mogelijkheden voor Brummense inwoners om op laagdrempelige wijze samen te komen met als doelen: het vergroten van het sociale netwerk, participatie en het
Stichting Welzijn Brummen
32
Resultaatafspraken 2015
6 Ontmoeting ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Hiertoe horen onder andere de volgende mogelijkheden: • Inloop met activiteiten: ontmoetingsplek met laagdrempelige sociale/culturele/recreatieve activiteiten. • Ontmoeten met collectief steunsysteem: ontmoetingsplek waar collectieve activiteiten geboden worden die tot doel hebben om vaardigheden te ontwikkelen. Bijvoorbeeld samen koken en eten, of hulp bij de administratie. Uitgangspunten voor de sociale infrastructuur van ontmoetingsplekken • Het activiteitenaanbod en de openingstijden zijn afgestemd op de behoeften van dorpsbewoners. • Activiteiten en diensten zijn, conform de inclusief-gedachte, zoveel mogelijk voor alle bewoners uitnodigend en beschikbaar. • Voor inwoners in onze dorpen functioneren de ontmoetingsplekken als een collectief steunsysteem, gedragen door de samenwerkende (zorg)instellingen. • Nieuwe initiatieven/activiteiten sluiten aan op en maken gebruik van de bestaande infrastructuur van gebouwen, mensen, activiteiten en diensten. • Het streven is om iedereen naar vermogen een stapje verder te brengen, naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid. • Voor de kwetsbare groepen moet de ontmoetingsplek ook een betekenisvolle plek zijn met de veiligheid van een vangnet wanneer het even niet lukt. • Door een efficiënte samenwerking van professionals en vrijwilligers wordt een ruime openstelling gerealiseerd. • De samenwerking tussen partners wordt daar waar mogelijk met gesloten beurzen vormgegeven. • Partijen in Brummen zijn gelijkwaardige partners op het gebied van ontmoetingsactiviteiten en ondersteuning, vanuit specifieke expertise. • Partijen in Brummen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor het tot stand brengen van structurele activiteiten en diensten in de ontmoetingsplek. Zij maken duidelijke afspraken over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze worden georganiseerd. • Er wordt gestreefd naar een goede afstemming van het vrijwilligersbeleid. • De ontmoetingsplekken maken hun activiteiten en ondersteuning vindbaar op de website www.samengoedvoorelkaar.nl • De ontmoetingsplekken stemmen hun activiteiten op elkaar af.
Stichting Welzijn Brummen
33
Resultaatafspraken 2015
6 Ontmoeting Prestatie-indicatoren 2015 Sociaal Culturele Activiteiten 1. Aantal cursussen. 2. Aantal cursusdeelnemers. 3. Aantal (re)creatieve activiteiten en wijkkamer-/huiskameractiviteiten. 4. Aantal ingeschreven deelnemers/groepen (re)creatieve activiteiten (aantal maandelijkse open activiteiten, gemiddeld aantal bezoekers open activiteiten). 5. Openstellingsuren Tjark Riks Centrum per week. 6. Opstellingsuren Plein Vijf per week. 7. Tevredenheid van organisaties die activiteiten hebben georganiseerd in SWB-accommodaties.
Stichting Welzijn Brummen
34
Resultaatafspraken 2015
7 Dagbesteding, ontmoeting en activering Context Binnen de AWBZ bestonden vele vormen van professionele begeleiding en dagbesteding. Gezocht wordt naar een alternatief waarbij mensen die begeleiding in groepsverband nodig hebben, samengebracht worden met mensen die geholpen zijn met een vorm van dagbesteding. Er is een landelijke tendens om dagbesteding in groepsverband aan te bieden aan een mix van mensen met uiteenlopende beperkingen. Dit uit oogpunt van maximale bezetting (kosteneffectiviteit). Op zich begrijpelijk, het is echter de vraag of groepen zich altijd laten mixen. Een andere tendens is om kostenbesparingen te realiseren door dagbesteding waar mogelijk te koppelen aan arbeid, waardoor er inkomsten worden gegenereerd. Aansluiten bij het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Brummen 2015-2016 • Arbeidsmatige dagbesteding gericht op het aanbrengen van ritme en structuur in de dag voor mensen met beperkingen. • Het onderhouden van zelfregie, het verminderen van sociaal isolement en zo mogelijk respijt voor de mantelzorger. • Maximaal vier dagdelen per persoon per week. • De gemeente regelt geen vervoer. Deelnemers of hun netwerk moeten hier zelf zorg voor dragen. SWB biedt op dit moment dagbesteding aan (dementerende) ouderen en andere geïndiceerde volwassenen (GGZ) die door de zorgverzekeraar gefinancierd wordt. Er is geen limiet gesteld aan het aantal dagdelen dat iemand van de voorziening gebruik mag maken. Wel worden er inhoudelijke grenzen gesteld. Zo krijgen mensen met ernstige dementie geen toegang, omdat de mogelijkheden (personele bezetting en ruimten) ontoereikend zijn om deze mensen adequaat opvang en begeleiding te bieden. Ook voor de toekomst zien wij vanuit SWB niet de mogelijkheid om deze specifieke doelgroep te gaan bedienen. We streven ernaar om het aanbod voor de huidige doelgroep als maatwerkvoorziening (licht en medium) te continueren. De ambities van SWB met betrekking tot dagbesteding vallen binnen de kaders van een algemene voorziening zoals de gemeente Brummen die voorstaat. Onze ambitie is activiteiten te organiseren in een aantal groepen en voor uiteenlopende doelgroepen. Hierbij kan gedacht worden aan een start met een of meerdere inloopactiviteiten van twee dagdelen per week in zowel Brummen als Eerbeek. Nadat blijkt hoe de behoeften en ambities liggen, kunnen ze omgebouwd kunnen worden tot een vorm van dagbesteding. Wij denken aan ouderen (80-plus/mensen met dementie, chronische somatische aandoeningen/lichamelijke beperkingen (waaronder ook mensen met NAH) en verstandelijke beperkingen en mensen met GGZ problematiek. In hoeverre hierbij een mix van doelgroepen realiseerbaar is, zullen we in de praktijk ondervinden.
Stichting Welzijn Brummen
35
Resultaatafspraken 2015
7 Dagbesteding, ontmoeting en activering Bij het samenstellen van groepen voor dagbesteding staan we voor de uitdaging om zeer uiteenlopende tot tegengestelde behoeften een plek te geven: 1. Mensen voor wie dagbesteding een algemene voorziening is versus mensen met behoefte aan dagbesteding op maat. 2. Groepen met uiteenlopende beperkingen. 3. Mensen die rust nodig hebben en weinig prikkels kunnen verdragen versus mensen die juist behoefte hebben aan een dynamische omgeving met veel interacties in groepsverband. Met inachtneming van bovengenoemde dimensies ontwikkelt SWB een aantal scenario’s en de randvoorwaarden die daarbij passen: • De verhouding professionals en vrijwilligers per groep. • De groepsgrootte. • Eisen aan de ruimte. • Faciliteiten, materialen en bergruimte. • Het programma dat aansluit bij de behoeften/voorkeuren en mogelijkheden van deelnemers.
Prestatie-indicatoren 2015 1. Aantal mensen dat deelneemt aan de dagbesteding. 2. Aantal dagdelen dat het totaal aantal deelnemers op jaarbasis gebruik maakt van de dagbesteding. 3. Aantal vrijwilligers dat wordt ondersteund en begeleid. 4. Cliëntregistratie:
-
aantal cliënten
-
aantal cliënten, onderscheiden naar de aard van de beperkingen
- aantal cliënten dat deelneemt aan de dagbesteding, onderscheiden naar maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
- aantal gerealiseerde dagdelen op cliëntniveau op jaarbasis, onderscheiden naar maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen.
5. Tevredenheid cliënten. 6. Tevredenheid vrijwilligers.
Stichting Welzijn Brummen
36
Resultaatafspraken 2015
8 Arbeidsmatige dagbesteding Context Het beschut werken binnen Delta wordt afgebouwd. Cliënten uit Brummen zijn zoveel mogelijk herplaatst. Op dit moment komen 21 WSW’ers in aanmerking voor beschut werken. In het Koersdocument 2012 heeft SWB aangegeven voor hen een alternatief te zullen ontwikkelen. We zijn hierover met de gemeente in gesprek. De afspraak is dat betrokkenen hun WSW-rechtspositie met daaraan gekoppeld een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week behouden, en dat zij rechtstreeks worden gesalarieerd door de gemeente. Voor de begeleiding, huisvesting en activiteitenkosten van deze doelgroep moeten SWB en gemeente afspraken maken. Deze kosten worden volledig door de subsidie gedekt. Er staan nog 20 mensen op de WSW-wachtlijst; mogelijk moet ook voor hen een alternatief gezocht worden. Aansluiten bij het gemeentelijk beleidsvoornemen Buurtklus In 2015 start SWB met Buurtklus, een project in Brummen en Eerbeek dat wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Zij verrichten klusjes in en om het huis voor mensen met beperkingen. Een deel van deze vrijwilligers heeft een WSW-dienstverband. Naast een zinvolle dagbesteding biedt Buurtklus voor hen de mogelijkheid hun talenten te ontwikkelen en in te zetten ten behoeve van anderen. In de toekomst zullen er ook mensen zijn die geen toegang krijgen tot beschut werken, maar zodanige beperkingen hebben dat ze er niet in slagen op de reguliere arbeidsmarkt een plaats te verwerven. Ook voor hen biedt Buurtklus een zinvolle dagbesteding.
Stichting Welzijn Brummen
37
Resultaatafspraken 2015
8 Arbeidsmatige dagbesteding Prestatie-indicatoren 2015 Buurtklus 1. Ontwikkelen en implementeren van Buurtklus van vrijwilligers (waaronder mensen met een beperking en/of arbeidshandicap). 2. Aantal vrijwilligers Buurtklus dat ondersteund en begeleid wordt. 3. Aantal mensen dat gebruik maakt van Buurtklus. 4. Tevredenheid vrijwilligers Buurtklus:
•
80% van de vrijwilligers van Buurtklus geeft aan dankzij Buurtklus een zinvolle dagbesteding te hebben
•
80% van de vrijwilligers van Buurtklus geeft aan dat Buurtklus bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling
•
80% van de vrijwilligers is tevreden over de ondersteuning en begeleiding
•
Sociale activeringstrajecten: PM
•
Beschut werken: PM.
Stichting Welzijn Brummen
38
Resultaatafspraken 2015
Financiële grondslagen en integrale kostprijs Integrale kostprijs Voor het berekenen van de prijzen is gewerkt met het bestaande model van onze integrale kostprijs waarin alle kosten (inclusief huisvesting) volledig zijn toegerekend. Hierbij is gebruik gemaakt van het gangbare model voor de welzijnssector dat ontwikkeld is door het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn 2006). Er is allereerst een onderscheid gemaakt in hoofd- en hulpkostenplaatsen. De hoofdkostenplaatsen zijn de productieclusters. De hulpkostenplaatsen leveren een indirecte bijdrage aan de productie. De directe kosten en inkomsten zijn rechtstreeks toegerekend aan de hoofdkostenplaatsen. De kosten van de hulpkostenplaatsen zijn versleuteld. Productieve uren Voor het bepalen van het aantal beschikbare productieve uren is eerst gekeken naar de landelijke normen. Productieve uren zijn al die uren die direct gerelateerd zijn aan een opdracht of activiteit. Het blijkt dat landelijk binnen het welzijnswerk een norm gehanteerd wordt van 1200 productieve uren per Fte. SWB hanteert sinds 2001 een model waarbij gerekend wordt met 1250 productieve uren per Fte. Berekening productieve uren 52 weken à 36 uur
1872 uur
vakantiedagen 25 feestdagen 10
----
35
overleg/administratie/bijscholing ziek/betaald verlof (5%)
252 (35 dagen à 7,2 uur per dag)
280 uur 90 uur
------------
1250 uur
Stichting Welzijn Brummen
39
Resultaatafspraken 2015
Financiële grondslagen en integrale kostprijs Vaststelling integrale kostprijs De integrale kostprijs is opgebouwd uit: a. de salariskosten (incl. sociale lasten en overige personeelskosten) per productief uur b. een toeslag per productief uur voor huisvesting, organisatiekosten en overhead c. de activiteitenlasten ad a. vaststelling integrale kostprijs Bij het berekenen van de integrale kostprijs per productief uur – voor het onderdeel salariskosten inclusief sociale lasten en overige personeelskosten – worden drie tariefgroepen gehanteerd. De indeling van deze tariefgroepen correspondeert met het gemiddelde salarisniveau van de ingezette medewerkers. Voor 2015 gelden de navolgende tarieven per productief uur: Salaristarief 1 (LBO)
€ 35,10 (LBO)
Salaristarief 2 (MBO)
€ 45,50 (MBO)
Salaristarief 3 (HBO)
€ 59,30 (HBO)
Een kanttekening bij het toepassen van een integrale kostprijs is dat bij een vermindering van het aantal productieve uren er een hogere kostprijs per productief uur resulteert (tenzij de overige kosten kunnen worden verlaagd). ad b. De kosten voor huisvesting, organisatie en overhead worden toegerekend met een toeslag per productief uur. ad c. Per deelopdracht zijn er zogenaamde activiteitenlasten. Dit zijn kosten die specifiek worden gemaakt voor een bepaalde deelopdracht of activiteit (huur van ruimte, aanschaf van materialen, enzovoort). De activiteitenlasten kunnen sterk verschillen per deelopdracht. Bij het vaststellen van de integrale kostprijs worden de activiteitenlasten rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. In dit verband zij opgemerkt dat opbrengsten (zoals deelnemersbijdragen en subsidies van derden) op de betreffende deelopdracht of activiteit in mindering zijn gebracht.
Stichting Welzijn Brummen
40
Resultaatafspraken 2015
Financiële grondslagen en integrale kostprijs Prijspeil en integrale kostprijs Om tot een actuele integrale kostprijs te komen zijn alle kosten- en opbrengstcomponenten geïndexeerd op de manier zoals is vastgelegd in de raamovereenkomst met de Gemeente Brummen. Voor wat betreft de loonkostencomponenten is voor het jaar 2015 gerekend met een loonkostenstijging van 3%. Omdat eind 2014 nog geen nieuwe CAO voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is afgesloten, is dit percentage een inschatting. Voor de overige kostencomponenten is gerekend met een toename van 1,75% (stijging van de CBS index voor consumentenprijzen (CPI). Op basis van deze gegevens, alsmede op basis van de verhouding bij SWB tussen de loon- en de overige kostencomponenten, wordt een gewogen gemiddeld indexcijfer berekend. Voor het jaar 2015 is dat 2,5%. De gemiddelde stijging over 4 jaar is 2%. De integrale kostprijs voor het jaar 2015 komt hiermee op € 72,65. Gemeentelijk budget Het basisbedrag voor de financiële ruimte voor 2015 bedraagt € 927.020 (inclusief 1,7% indexering gemeente). Productafspraken 2015 In de hierna volgende paragraaf zijn de kostprijzen per product weergegeven. Zowel de ureninzet als de kostprijzen zijn aangepast op het niveau van 2015. Het totaal van alle producten bedraagt € 927.235 bij een ureninzet van 12.763 productieve uren. Per uur is dit € 72,65.
Stichting Welzijn Brummen
41
Resultaatafspraken 2015
Verzamelstaat producten Totaal uren
kostprijs
1.1 Buurtmarktplaats (informele netwerken)
270
19.616
1.2 Ondersteuning burgerinitiatieven
287
20.851
1.3 Sociale veiligheid en leefbaarheid
226
16.419
1.4 Ambulant (jongeren)opbouwwerk
280
20.342
I Samenlevingsopbouw
1.5 Maaltijdendienst
Kostendekkend
II Preventief Jeugd- en Jongerenwerk 2.1 Talenthouse
748
54.342
1.115
81.005
2.3 Doelgroepgerichte activiteiten Eerbeek, Brummen, Hall
748
54.342
2.4 Schoolmaatschappelijk werk (tot 01-07-2015)
135
9.808
2.5 Samen opvoeden
72
5.231
2.6 Family Focus
60
4.359
2.7 Activiteiten Combinatiefunctionaris Sport
pm
2.8 Activiteiten Combinatiefunctionaris Cultuur
pm
2.2 JOC Eerbeek en Brummen
III Servicepunt Vrijwillige Inzet
800
58.120
IV Servicepunt Mantelzorg
755
54.851
Stichting Welzijn Brummen
42
Resultaatafspraken 2015
Verzamelstaat producten Totaal uren
kostprijs
5.1 Dagelijks inloopspreekuren
1.375
99.894
5.2 AMW
2.075
150.749
5.3 BAC
180
13.077
5.4 Ouderenadvisering
150
10.898
5.5 Maatschappelijke begeleiding nieuwkomers
pm
V Hulpverlening
5.6 Taalcoach
zie 5.2
5.7 Coördinatie ex-gedetineerden
97
7.047
5.8 Zorgcoördinatie huiselijk geweld
345
25.064
6.1 Ontmoeting Tjark Riks
1.115
81.005
6.2 Ontmoeting Plein Vijf
1.115
81.005
VI Ontmoeting
VII Dagbesteding, ontmoeting en activering 7.1 Maatwerk Tjark Riks, ombuigen naar algemene voorziening
pm (van AWBZ gelden)
7.2 Algemene voorziening ontwikkelen eerste start inloop GGZ Tjark Riks (vml. SCW middelen)
450
32.693
8.1 Buurtklus (vml. SCW)
365
26.517
8.2 Sociale activeringstrajecten
pm
8.3 Beschut werken
pm
VIII Arbeidsmatige dagbesteding
Totaal
Stichting Welzijn Brummen
12.763
43
927.235
Resultaatafspraken 2015
Stichting Welzijn Brummen
44
Resultaatafspraken 2015
Stichting Welzijn Brummen
45
Resultaatafspraken 2015
Stichting Welzijn Brummen
46
Resultaatafspraken 2015
De twee locaties van de Stichting Welzijn Brummen: Plein 5 Graaf van Limburg Stirumplein 5 6971 CE Brummen (0575) 561988 Tjark Riks Centrum Derickxkamp 2a 6961 DL Eerbeek (0575) 561988
www.welzijnbrummen.nl