STATUS QUO
WONDEREN DER MENSHEID
STATUS QUO
WONDEREN DER MENSHEID LAURA KARSMAKERS
Laura Karsmakers
2014 DEN BOSCH
1
Voorwoord
Dit onderzoek kun je lezen als een veldonderzoek over mijn gevecht, verbazing, nieuwsgierigheid en verwondering over de alledaagsheid, de ontmoetingen en de verhalen die ik om me heen tegenkom. Ik creeër geen nieuwe waarheid, beweer ook niet dat er een conclusie uitkomt; het zijn analyses en verslagen van wat ik ervaar en hoe ik me vorm als kunstenaar. Het bevragen van mijn vragen en stellingen. Het verliezen van een standpunt en de “struggle” van het kunstenaarschap in deze tijd. De tijd waar geen waarheid waar lijkt te zijn, waar zwart wit ook als kleur wordt gezien en alles waar ik dacht zeker over te zijn toch weer wankelt. Een tijd waarin alles kan, en niks niet bestaat. Een tijd waarin je alles kunt checken, waar toeval geen toeval is. En alles leuk, snel en goed moet zijn. Volgens Florette Dijkstra* zou Marcel Broodthaers** mijn grootvader kunnen zijn. Waarom? Omdat mijn werk conceptueel is? Ben ik een conceptueel kunstenaar? Ja, ik denk het wel...
Mijn ambivalente houding: tegen en voor de kunst *Florette Dijkstra, Kunstenaar en docente op akv st.joost. **Marcel Broodthaers, Belgisch dichter en kunstenaar, grootvader van de conceptuele kunst. Het idee is belangrijker dan het kunstwerk als object. Hij geeft een kritische reflectie op de rol van kunst en de kunstenaar in de maatschappij.
2
3
Toestand,
waarin
STATUS QUO
iets
is;
Stand;
Toestand.
Inhoudsopgave: VOORWOORD 1 letterlijk NEMEN 4 kunstmatig 9 ODE AAN DE ONVOLWASSENHEID 12 RIZOOMS het verlangen laten stromen 16 IS HET NU GEEN POP ART? 18 generatie Y; mensen van nu 24 DIGITALE VERNIEUWING 28 NOTES 34 TEGENSTELLINGEN 37 ELK MUSEUM MOET EEN ERIK VAN LIESHOUTHOEKJE HEBBEN! 40 LIVING SCULPTURE 42 NIEMAND WEET WIE WAT BEDACHT HEEFT 49 BORDOM IS A GOOD CREATIVE SPACE 50 BURGER VS. BURGER 57 IDENTITEIT 58 OBSERVEREN 68 CONCLUSIE 93 BIBLIOTHEEK 95
4
LETTERLIJK NEMEN LETTERLIJK. NEMEN.
Het gegeven mensen te laten lachen. De grap (flauwekul) is voor mij heel belangrijk, vooral in deze serieuze wereld, waar alles snel en goed moet zijn en zin moet hebben, is het heel fijn om de onzin juist naar boven te brengen, op zo’n manier dat het niet plat wordt. Bron; mijn statement geschreven in BK 3.
5
Letterlijk. Nemen. In mijn onderzoek vraag ik mezelf af hoe er wordt gecommuniceerd, wat is identiteit en hoe verhouden we ons hiertoe. Wat is status? Wat zijn normen en waarden? Deze onderwerpen bevraag ik en geef er reacties op. Het zijn vaak heel banale alledaagse dingen, maar doordat ik ze bevraag, communiceren ze op een andere manier dan dat ze bedoeld zijn en daardoor wordt de status ook weer anders. Neem bijvoorbeeld de Boeddha samen met de Legokrokodil. Beide figuren hebben een duidelijke eigen status, en iedereen herkent de afbeelding, maar ik plaats ze samen en zo gebeurt er iets. Status is een belangrijk gegeven, iedereen en alles heeft status, ik bevraag de status van dingen in mijn atelierstudie en werk. Dingen, die me opvallen in het alledaagse gebruik ik en verander de status. Dit doe ik doormiddel van het plaatsen in de kunstcontext of doormiddel van mijn materiaalkeuze, daarbij bevraag ik ook weer de status van kunst. Vanuit de werkelijke wereld observeer ik vanuit de online wereld en vanuit de kunstwereld. Wat zijn de verschillen tussen deze werelden? Wie is de toeschouwer? Hoe gedragen we ons in deze werelden en is er een wezenlijk verschil tussen? Ik zoek naar de tegenstrijdigheden van de onderwerpen waar de communicatie wringt met de identiteit. De afbeelding van de zwerver die ik presenteer als een reclamemiddel. Klopt het vraag ik me af en is het wel relevant of het klopt. Wat is waar en wat verzinnen we? Wat willen we zien en wat willen we geloven? Wat willen we communiceren? We zijn allemaal aan het communiceren, bewust en onbewust. We communiceren met elkaar door gesprekken (face to face), we communiceren door middel van hoe we ons kleden. We communiceren op afstand door de telefoon of via het internet. Zo zijn er ook overal objecten, reclames en andere dingen die met ons communiceren. Wat er wordt gezegd, bijvoorbeeld in een reclame, bevat vaak tegenspraken. Ik pak de verschillende onderdelen, vat ze letterlijk op, en kom dan uit op iets dat heel veelzeggend blijkt te zijn over de aard of de (on) logica van het verschijnsel.
9
kunst matig cultuurbarbaar vs kunstenaar Waarom heb ik zo’n haatliefdeverhouding met kunst? Wat is het, wat is kunst in deze tijd? Kunst kan alles zijn, kunst kan niks zijn. Kunst is leuk en kunst is moeilijk. “De kunstacademie is de moeilijkste HBO-opleiding en vooral de richting Autonome beeldende kunst”,aldus Rob Leijdekkers* “Jij gaat zeker beeldende kunst doen?!” riep Herman Lamers** Ik wist niet wat het was, beeldende kunst, maar ik zag er een uitdaging in, wat het zeker ook is. Gewoon even je HBO halen zit er niet in. Het is alles voor de kunst of stoppen. Ik was een cultuurbarbaar, haalde Vincent van Gogh en Rembrandt van Rijn door elkaar, zei Rembrandt van Gogh. Ik had niet eens door waarom iedereen lachte. Kunst is een bloedserieuze wereld met veel intellectuele slimme mensen die leven voor kunst, kunst is hun alles. En ik, ik ben de cultuurbarbaar. Ik ging musea af, galeries in en deed pogingen te lezen over kunst maar ik snapte er geen klap van. Ik moest het hebben van de mislukkingen zeiden docenten tegen mij. Nu ik steeds meer weet over kunst, komt de cultuurbarbaar toch telkens weer terug. Dat is frustrerend, dat maakt soms wanhopig en dan begin ik te twijfelen. Zijn de kunst en de kunstwereld wel aan mij besteed? JA! Kunst is zeker aan mij besteed. Kutkunst. Ik hou van kunst, alles wat ik doe is kunst, ik slaap met kunst ik sta op met kunst, ik douche met kunst en ik eet met kunst. Kunst laat me niet met rust, kunst is alles of niets. Nu snap ik waarom dit de ‘moeilijkste’ HBO-opleiding is. Je kunt niet doen alsof. Het is geen 9 tot 5 baan, je legt het niet naast je neer als je thuis komt; als je op vakantie gaat dan gaat de kunst ook mee. Ook al probeer ik kunst te negeren, het blijft me in de greep houden. Kunst geeft mij niet op. Dus nu ga ik voor de kunst en ga achter mijn werk staan. Kunst gelooft in mij en ik geloof in kunst, dat ik een kunstenaar ben. Mijn kracht zit in het alledaagse, de verveling van de mensheid. En ik weet dat ik iets te melden heb aan de ‘wereld’ maar ik ben bang. Bang om net zo uitgelachen te worden als om mijn blunder van Rembrandt van Gogh. Kunstacademie, vallen en opstaan, jezelf tegen komen, wegduwen en terugtrekken; maar gegroeid ben ik zeker. Bij deze alles voor de kunst! getekend 19-12-2013 Laura Karsmakers
*Rob Leijdekkers, kunstenaar en docent op het akv St.Joost. **Herman Lamers, kunstenaar en docent op het akv St.Joost
10
11
12
ODE AAN DE ONVOLWASSENHEID, Esthetiek van nieuwsgierigheid INSTRUCTIES VOOR HET VASTHOUDEN VAN DE (KINDERLIJKE GEEST) FANTASIE :
Kunst is een vorm van visuele nieuwsgierigheid, wat betekent dat het altijd in zekere zin gaat over hoe we onszelf en anderen in de wereld bekijken. Het is deze ‘esthetiek van nieuwsgierigheid’ die veel van de ideeën bezighoudt en onderbouwt. Kunst is een spiegel van de werkelijkheid. Ik ben aan het dwalen: van verveling naar sociaal asociaal gedrag, naar verlangen in de kindertijd, naar forensische onderzoeken, het alledaagse leven. De strijd tussen humor, plezier en spelen versus theoretisch serieus verantwoord zijn. Ik weet dat ik humor heb en die is niet altijd verantwoord. Ik durf om dingen te lachen of de spot met dingen te drijven waar anderen het niet durven. Dat is een kracht. Ook zelfspot is een kracht. In het beschrijven van mijn proces kwam ik erachter dat ik al doende opzoek ben naar wat identiteit is. En hoe we ons verhouden tot die identiteit. Mijn inspiratie komt voornamelijk uit het alledaagse, uit de mens. Hoe de mens zich gedraagt en verhoudt tot anderen, hoe de mens is in een omgeving vertrouwd of niet vertrouwd. De ongemakkelijke situaties en de egocentrisch manifesterende. Het onderweg zijn en het dwalen, het observeren en het spotten van gekkigheden, alles kan en niet bestaat niet. Het is een bundeling van mijn dwalingen, opzoek naar wat identiteit is. En hoe we ons verhouden tot identiteit. Zoals een ontdekkingsreiziger de wereld ontdekt. Omdat ik telkens nieuwe dingen ontdek en er nieuwe werelden open gaan.
13
“ V e r s t i k k e n d e i n g e w i k k e l d h e i d . ” De mens is een moeilijk wezen, hij/zij wil alles verklaren en analyseren. De mens wil alles weten. Wil alles verantwoorden. Is het nodig om overal bewijs van te hebben, het ophangen van een verhaal dat kant en klare klets is, maar waar de mens wel in gelooft. Het vertellen van een verhaal dat een fantasie is in mijn hoofd en dan de ander wijsmaken dat het zo is. Dat vind ik leuk. Belachelijk is, dat hoe ouder en dus hoe wijzer we worden, we minder plezier maken, dat onze fantasie sterft. We zoeken het plezier, hoe ouder we worden, in pretparken, op kerstmarkten, op vakanties maar niet meer in het dagelijkse leven. Terwijl we als kind juist overal plezier hadden, onder de tafel, dat werd dan jouw omgeving. Tijdens het onderweg zijn was ik constant op zoek naar schatten. Als ik achterin de auto zat, was ik op zoek naar hertjes, beren, eekhoorns en andere beesten die zich verscholen in de berm. Waarom verliezen de ouder wordende mensen hun fantasie in het dagelijks leven en krijgen ze dat alleen soms een beetje terug als ze naar die stomme hysterische fantasiewerelden gaan? Waarom hebben ze geen glijbaan in huis? Waarom dragen ze allemaal zwartig gekleurde, sombere kleren? Waarom wordt overal zo over nagedacht? Overdacht. Waarom worden we als we ouder zijn bang? Of angstig? Waarom hebben we alcohol nodig om te ontspannen? En waarom hebben we drugs nodig om gek te doen? Omdat je dan een reden kunt geven voor die gekkigheden? Waar gaan die onschuldige kindergedachten heen tijdens het volwassen worden? Wil ik dit wel weten? Nee, ik wil dit niet weten, ik wil zo niet zijn. Ik wil niet serieus oud worden.
14
15
INSTRUCTIES VOOR HET VASTHOUDEN VAN DE (KINDERLIJKE GEEST) FANTASIE : -De Koffie, Van melk met suiker en een druppel koffie naar zwarte koffie (zwarte koffie wordt gedronken door de echte volwassenen). Dat is een teken van volwassenheid. De fase laat zien, in etappes, hoe het leven zwart wordt. Door zwarte koffie. -De Halve UI,
Een halve ui wekt tranen op, volwassenen mogen niet in het openbaar huilen, alleen als er iets heel ergs is gebeurd. Zoals een sterfgeval. Als je het gevoel hebt dat je moet huilen zonder heftige erge gebeurtenis, loop dan rond met een halve ui. In het geval van een proposal in klassikale omgeving, geef dan iedereen een halve ui, voor het geval dat je moet huilen.
16
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 179
17
Het verlangen laten stromen. “Mijn onderzoek is een onkruid met opzichzelf staande mooie plantjes; door al die documenten bij elkaar, zie ik door de bomen het bos niet meer”. Margriet Kemper* zegt; “wat een mooi gegeven, dat je onderzoek een onkruid is, dit doet me heel erg aan rizoom denken”. Mijn onderzoek is rizomatisch. Een rizoom verbindt een willekeurig punt met een ander willekeurig punt; het kan zelfs gebeuren dat een rizoom met wortels vergroeid raakt, maar belangrijk is dat er steeds weer vluchtlijnen ontstaan.
“Een rizoom is een niet-hiërarchisch en niet-betekenisdragend systeem dat uitsluitend bepaald wordt door een circulatie van toestanden, zonder Generaal, zonder een organiserend geheugen of centrale automaat”. Deleuze** “Dan kan het verlangen niet meer stromen. Want het verlangen is alleen beweeglijk en productief in een rizoom. Iedere keer als het verlangen een boom volgt, stort het ineen en komt het uit op de dood”. Deleuze** Het Dwalen, wat ook gezien wordt als rizoom, het onkruid en de gestructureerde chaos is heel productief. Dit zie je terug in mijn atelier, waar alles wat ik tegenkom bij elkaar is en het zicht steeds verder en weidser uitspreid. Toevalligheden, die ontstaan die veelzeggend zijn, ze ontmoeten elkaar in mijn atelier, rizomatisch denken is samenhangend aan een ontmoeting. Rizoom gelooft in de meerwaarde van toevallige ontmoetingen en ziet hier ruimte voor ontwikkeling. Op elk punt groeit iets bijzonders.
“We hebben gras in ons hoofd, zonder lineaire logica. Het gaat erom, dat je gebruik maakt van vele bronnen en gegevens en daar op je eigen manier structuur aan geeft. Allemaal heterogene elementen op steeds verschillende punten laten samenkomen”. Deleuze**
*Margriet Kemper, kunstenaar en docent op het akv St.Joost. **Deleuze, Franse filosoof heeft het rizomatisch denken geïntroduceerd.
18
Is het nu geen pop art?
Het gegeven is dat ik in de alledaagse dingen kunst zie. Het zijn dingen, objecten, gebeurtenissen of samenkomsten die ik zie en die ik bevraag. Meestal valt het een ander niet op. Maar doordat ik de dingen zo realistisch mogelijk plaats in de kunstcontext, vind ik al dat het een verhaal vertelt, het vergt alleen een oog en zet in mijn ogen aan tot nadenken. De verbeelding van het alledaagse tot een kunstwerk. Communicatie tussen de werken en de toeschouwer, hoe krijg ik die optimaal? De communicatie die ik had tussen de werken die ik vond op een bepaald moment en de vertaalslag naar kunst? Als ik het zo realistisch mogelijk naschilder, krijg ik te maken met de vragen: Waarom is het geschilderd en niet geprint? Het is een lelijk schilderij, is het nu geen Pop art? Dat zijn terechte vragen en ja het doet denken aan Pop art. (Wat ik geen negatief iets vind.) Maar het moet dan vernieuwend zijn en Pop art zou dan te makkelijk zijn. Maar als je eens kijkt naar de Pop art zoals we die kennen, in de jaren 60. Toen ging het over de opkomst van merken en de hilariteit dat een koning Cola dronk en de zwerver op de hoek ook Cola dronk. De opkomst van de massaproductie, die stond toen nog in de kinderschoenen. Toen was er een welvarende economie, terwijl we nu te maken hebben met de economische crisis die op een einde lijkt te lopen. De economische crisis, wat me vooralop valt is hoe de mens geobsedeerd is door geld. Geld verdienen en meer geld verdienen. Ze laten hun leven bepalen door geld, ze kopen zichzelf een identiteit. De burgers die zichzelf een identiteit kopen, zijn nu vaak depressief, in dikke schulden en springen voor de trein bijwijze van spreken. Ze zijn vergeten wie ze daadwerkelijk zijn door het zich anders voor doen dan wie ze eigenlijk zijn. Dat is een droevige situatie. De economische crisis is in mijn ogen omgeslagen in een identiteitscrisis. Men weet niet meer met geld om te gaan en zodra iets stuk gaat wordt het weggegooid en niet gekeken of het nog gemaakt kan worden. We zijn lui geworden en er is een tijd geweest dat je ongeoorloofd lui kon doen, maar nu de geldbron opdroogt en je dus niet meer geoorloofd lui kan doen, slaat de paniek toe, slaat de depressie toe en zijn we boos dat we niks kunnen, behalve geld uitgeven en ons anders voor doen dan we zijn. Jaren ‘60 was opkomst van de“material world”, nu is de opkomst van de nieuwe media, van alles snel, tijd is geld, de samenleving van status. Terugkomend op het woord lui, ik bedoel afhankelijk geworden zijn. Afhankelijk, door de overvloed van spullen en de commercie, die ons “brainwasht”. Mijn werk is een bewustwording, van de communicatie om ons heen. Van de beeldenveelheid die ons verhalen vertelt, en ons wil laten geloven in. Het is geen populaire kunst, wel toegankelijk, omdat het uit het alledaagse komt.
19
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 142
20
21
The idea of paradise is unique to everybody, but you know, when anybody d e s c r i b e s their vision of paradise, or the perfect place… there are always palm trees. Resistance is pointless. “Jouw werk bestaat toch uit clichés!”
22
24
Vooroordelen, normen en waarden, opvoeding, clichés, naïviteiten, hoe het je zwakte is maar tegelijkertijd ook een kracht kan zijn. Waar ik steeds vaker achter kom is dat ik volzit met vooroordelen, dit komt deels door hoe ik ben opgevoed, deels door het kijken van tv en het aannemen van wat ik daar zie. Een voorbeeld hiervan is hoe ik dacht dat kunst hoorde te zijn, de gedachte dat iedereen op de kunstacademie goed hoort te kunnen tekenen. Dit blijkt helemaal niet zo te zijn. Ik heb mezelf misschien wel verkeerde dingen wijsgemaakt, maar deze naïviteiten hebben ook zo zijn kracht, ik zet ze in in mijn werk. In twee documentaires over mijn generatie, ook wel generatie Y genoemd, kwam ik herkenbare ondewerpen tegen, waar ik ook tegenaanloop en wat aansluit bij mijn werk. De documentaires zijn: Tegenlicht, mensen van nu. (Een portret van een generatie die volwassen wordt in de onzekerheid van een crisis. Hoe belangrijk is geld en bezit nog voor hen?) en In: VPRO Thema: de BV IK (de ‘echte’ wereld van de twintigers achter de zelfverzekerde profielen op Facebook.)
25
Het is fascinerend om te zien dat er zoveel onderzoek gedaan wordt naar mijn generatie. De onderwerpen die ik aansnijd en die ook besproken worden in de docu’s zijn heel erg van deze tijd en daar kan ik me mee identificeren. Interessante citaten/ quotes komende uit de 2 documentaires:
“De definitie van mijn jeugd is: steeds meer smaken chips” “We zijn heel bewust belevenissen aan het samen stellen”. “De sfeer van nu is als een Instagramfoto, overal gaat een mooi laagje overheen”. “Steeds meer uitzonderingen, mensen die juist liever bij de openhaard zitten”. “Onze generatie, snel verveeld, steeds sneller, steeds meer, steeds beter. Alles kun je doen”. “Volwassen verstaan wij als, huisje-boompje-beestje en een gezin” “We vinden het heel belangrijk wat anderen van ons vinden”. (We hechten daar ook onze identiteit aan.) “We zijn opgevoed door de media” (verkeerde rolmodellen, het constant geconfronteerd worden met leeftijdsgenoten die succes hebben...) “De 21e eeuw wordt de eeuw van de bezieling”. “De drang naar iets kleins, schattiger, persoonlijk iets zelf doen, iets zelf verbouwen, is meer een soort reactie op de anonimiteit van het leven in een vrijemarktkapitalisme dan nostalgie naar; “O, wat was het gezellig in de jaren 50”. “Beleving die zo belangrijk is”. “Do it yourself mentaliteit, zorgen voor jezelf op een ander niveau, niet afhankelijk hoeven te zijn van winkels en producten”. “Je kunt ook zeggen dat we in plaats van met de tijd meegaan, we tegen de tijd ingaan”. “Niet één utopisch idee van zo moet het zijn, maar kleinere overkoepelende ideeën”. “We zijn niet ideologisch maar gewoon praktisch, we willen gewoon oplossingen maar het systeem is toch meer zo van: daar zijn de politici en die gaan het voor ons oplossen terwijl in de nieuwe tijd iets is van: wij gaan dit oplossen, het postpolitiektijdperk”.
26
“beroemdheid is onze godsdienst en fantasie onze praktijk”
27
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 124,125
28
Het is te makkelijk om te mopperen op al de digitale vernieuwingen. Je kunt er voor kiezen en aan meedoen. Je kunt er ook voor kiezen om er niet aan mee te doen. Tegenlicht, Techmens. (Nieuwe technologie geeft ons de mogelijkheid om ons leven in elk detail vast te leggen, waardoor het virtuele en reële door elkaar heen gaan lopen. Wordt de mens steeds meer een machine?) Deze documentaire gaat over de nieuwe technologie en hoe we ons daartoe verhouden. Het schetst een mooi beeld van onze tijd en de verandering. Ik begin deze bladzijde met een quote waar ik het mee eens ben. In tegenstelling tot wat ik vorig jaar was, toen kon ik nog niet aan het idee wennen, maar mopperen is te makkelijk en de nieuwe technologie heeft ook heel veel mooie handige kanten, ik denk dat we een goede balans moeten vinden tussen deze twee werelden en dat we er dan heel veel profijt van kunnen hebben. Het is ook een mooi gegeven dat we ons daar nu al bewust van worden, van het donkere randje van de nieuwe technoligie, zoals in dit stuk dat ik heb gekopieerd uit het boek De Cirkel, Dave Eggers , blz 126,127
Twintig jaar geleden was een horloge met rekenmachine niet cool, he? En iemand die de hele dag binnen met zijn horloge zat te spelen, was duidelijk iemand die sociaal niet goed scoorde. Waardeoordelen als ‘likes’ en ‘dislikes’ en ‘smiles’ en ‘frowns’ bleven beperkt tot de onderbouw. Daar werden briefjes geschreven: ‘hou je van eenhoorns en stickers?’ En dan schreef je terug: “Ja!” Met een hartje
29
en een smiley erbij. Maar nu zijn het niet meer alleen de brugklassers die dat doen: iedereen doet het, en ik krijg soms het gevoel dat ik in een omgekeerde wereld ben terechtgekomen, een spiegelland waar de meest stompzinnige shit ter wereld de overhand heeft gekregen. De wereld heeft zichzelf verstompzinnigd.’ ‘Vind je het dan niet belangrijk om cool te zijn?.’ ‘Krijg je de indruk dat ik dat belangrijk vind?’ Hij wreef met zijn hand over zijn opbollende buik, over zijn versleten werkkleren. ‘Cool zijn is duidelijk niet mijn grootste obsessie. Maar ik weet nog goed dat je bij John Wayne of Steve McQueen dacht: die zijn stoer. Die rijden op hun paard of hun motor de hele wereld over om misstanden recht te zetten.’ Mae moest lachen. Ze zag op haar telefoon hoe laat het was. ‘Die drie minuten zijn al voorbij.’Mercer modderde verder. ‘Tegenwoordig smeken filmsterren hun fans om hun Tings te volgen. Ze sturen iedereen smeekbedes om smiles. En God, die mailinglijsten. Iedereen verstuurt junkmail. Weet je waar ik elke dag een uur mee kwijt ben? Met manieren bedenken om me af te melden voor mailinglijsten zonder iemand te kwetsen. Er ontstaat een nieuwe soort behoeftigheid- die dringt zich overal op.’ Hij zuchtte alsof hij een belangrijk punt had gemaakt. ‘De wereld is totaal veranderd’. ‘Op een goede manier,’ zei Mae. ‘Op wel duizend goede manieren, en die kan ik allemaal opnoemen. Maar ik kan er niks aan doen dat jij niet sociaal bent. Ik bedoel, jouw sociale behoeften zijn zo minimaal….’ ‘Het is niet zo dat ik niet sociaal ben. Ik ben sociaal zat. Maar de tools die jullie creëren. Scheppen in feite onnatuurlijk doorgeschoten sociale behoeften. Niemand heeft zoveel contact nodig als jullie aanbieden. Daar wordt niemand beter van. Het heeft geen toegevoegde waarde. Het is net fastfood. Weet je hoe ze dat eten manipuleren? Met wetenschappelijke methoden bepalen ze precies hoeveel zout en vet erin moet om jou aan het eten te houden. Je hebt geen trek, je hebt dat eten niet nodig, het heeft geen voedingswaarde, maar toch blijf je die lege calorieën eten. Dat is wat jullie de mensen door hun strot douwen. Precies het zelfde. Eindeloos veel lege calorieën, maar dan het digitaal-sociale equivalent. En jullie stemmen het zo af dat het net zo verslavend is.’ ‘Jezus.’ ‘Je weet toch hoe je van jezelf walgt als je net een hele zak chips hebt leeggegeten? Je beseft dat je jezelf geen dienst hebt bewezen. Datzelfde gevoel heb je ook na een digitale vreetbui, dat weet je best. Je voelt je beroerd, leeg en minderwaardig.’ Een andere voorbeeld van de bewustwording is de serie: Black mirror. Deze serie snijdt relevante punten aan, zoals de naam al zegt laat het de zwarte kanten zien van de nieuwe media.
30
Dat we te maken hebben met de digitale vernieuwing en dat de wereld totaal aan het veranderen is, is een feit. Het heeft mooie kanten en ook minder mooie kanten. Het is waar dat je verslaafd kunt raken aan socialnetwerken en dat mensen daar heel veel waarde aan hechten, bijvoorbeeld door de hoeveelheid likes die je krijgt. Ook een gegeven is, dat er daardoor veel depressies zijn. Het etaleren van jezelf op facebook en je daartoe verhouden in het echte leven is iets waar we nog mee leren omgaan. Ik vind het een fascinerend iets, de verandering waar we nu al even mee te maken hebben en het soms uit balans raken door de invloed van deze digitale vernieuwing. Ik ben er zelf tegen aangelopen dat ik verslaafd was aan facebook en dat ik van mezelf baalde als ik niet om de haverklap vette foto’s vanmezelf op facebook zette. Dat ik niks te melden had en dat al mijn vrienden dat wel hadden. Maar het is natuurlijk een platform waar je alleen maar leuke dingen opzet, want niemand zit te wachten op saaie, niet leuke dingen. Maar hoe ga je er mee om? Ik zelf heb facebook een tijd lang verwijderd, nu speelt het geen rol meer in mijn leven. Ik heb nu een goede balans gevonden. In mijn werk komt het gegeven facebook en het gegeven digitale vernieuwing terug. Ik probeer een spiegel of een bewustwording te creëren. Ik begon met de onderzoeksvraag: Heeft een werk bewijs nodig om te bestaan of kan het ook bestaan alleen als een verhaal of herinnering? Deze vraag kwam voort uit mijn verbazing dat je alles kunt checken op het internet, zo denken wij en zodra iets op internet terecht komt, dat het dan ook gezien wordt als een waarheid. Terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo is. Ik had al vrij snel antwoord op mijn vraag, ja een werk kan bestaan uit puur een verhaal, kijk maar naar Tino Sehgal* in Kassel Documenta 13. Maar dat wil zeggen dat ik verhalen moet vertellen en mezelf in moet zetten als werk, en dus uitkom op een performance. Dat is niet wat ik wil. Daarbij vind ik het maken een belangrijk onderdeel. Het antwoord op de vraag luidt: Ja, werk kan bestaan uit puur een verhaal, maar voor mijn kunstenaarschap kan dat niet. Ik heb bewijs nodig, en vind dat het beeld een verhaal moet vertellen.
31
* Tino Sehgal, Documenta 13 Tino Sehgal, wat hij deed in Documenta 13 was een ervaring maken, waar lang over nagepraat werd en nog wordt. Tino Sehgal’s werk was in een donkere ruimte waar je binnen stapt, het contrast met buiten is groot. Eerst moet je wennen aan de duisternis en langzaam maar zeker zag je iets. De dingen bewogen en blijken mensen te zijn. Je weet in eerste instantie niet of het toeschouwers zijn, net als jij, totdat er een stel mensen begint te dansen. Stukje bij beetje zie je steeds meer en neem je het schouwspel in je op. Het is een blijvend veranderend iets, zonder einde, je kunt er zolang naar kijken als je wilt, waardoor voor iedereen de beleving anders is. Ik vind het een mooi gegeven wat Tino in Documenta 13 deed. Zijn naam werd wel vermeld in de inhoudsopgave van de publicatie maar de bladzijde bestond niet. Hij wilde duidelijk een herinnering maken die voort blijft bestaan uit een verhaal. Dat vind ik een mooi gegeven. Het heeft ook iets romantisch en is ook een reactie op de nieuwe media waar je van “alles” bewijs kunt vinden.
32
33
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 78,79
35
BEA
C
ON
,
“Volgens de gangbare analyse is het beeld na het object: het is er het vervolg van; wij zien eerst en dan vervormen wij ons een beeld. Na het object zou het beeld komen. Maar dat dingen als verwijdering, het in zijn afwezigheid aanwezige, het, omdat het ongrijpbaar is, bevattelijke. Zien betekent dat die scheiding niettemin ontmoeting is geworden. Wat ons door een contact op afstand wordt gegeven, is het beeld, en fascinatie is de hartstocht voor het beeld. Dat wat het mogelijk maakt, is de grens waar het ophoudt. Vandaar zijn dramatische kant. Fascinatie is de blik van de eenzaamheid, de blik van het onophoudelijke en oneindige, waarin verblinding nog zicht is, zicht dat niet meer mogelijkheid om te zien is, maar onmogelijkheid niet te zien, de onmogelijkheid die zichzelf doet zien, die volhardt – altijd en immer - in een zicht waaraan geen einde komt: dode blik, blik die spookverschijning is geworden van een eeuwig visioen. Fascinatie is fundamenteel verbonden met de neutrale, onpersoonlijke tegenwoordigheid, het onbepaalde Men, de immens gezichtsloze “Iemand”. Het geluk dat het beeld schenkt, bestaat erin dat het een grens nabij het onbestemde is. De omkering die maakt dat we in de afwezigheid van tijd voortdurend worden teruggewezen naar de aanwezigheid van de afwezigheid, maar naar die aanwezigheid als afwezigheid, naar de afwezigheid als beaming van zichzelf, beaming waarin niets zich doet gelden, in het ononderbroken offensief van het onbestemde, die beweging is niet dialectisch. Tegenstrijdigheden sluiten elkaar daarin niet uit. Het is niet maar komt terug, het komt als reeds en altijd verleden, zodat ik het niet ken maar herken en die herkenning ruïneert in mij het vermogen te kennen, het recht om te vatten, van het ongrijpbare maakt ze ook dat waarvan ik geen afstand kan doen, het ontoegankelijke dat ik niet kan aflaten te bereiken, datgene wat ik niet kan nemen maar alleen hernemen, - en nimmer laten varen. Een onmogelijkheid die tegenwoordig is. Daar waar ik alleen ben, ben ik er niet, is niemand er, maar het onpersoonlijke is daar. Niemand maakt deel uit van Men. Transformeert in het anonieme, onpersoonlijk wezen, het Niet-ware. Daar waar ik alleen ben, is de dag slechts nog het verlies van het verblijf, de intimiteit met het buiten zonder plaats en zonder rust. Dan heerst de fascinatie”.
Gary Hill: Beacon (two Versions of the Imaginary) Het Nederlandse is vertaald uit de Franse editie Maurice Blanchot, L’Espace litteraire, Paris, Gallimard, 1995
36
37
T E G E N ST E LL I N G E N Tegenstellingen worden gebruikt om onze aandacht vast te houden. Antithese. Contrast. Controverse. Disjunctie. De andere mening oftewel Paradox. Strijd en opvatting. Tegenbeeld. Verschil. Paradox (logica). Een paradox is een ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie, die lijkt in te gaan tegen ons gevoel voor logica, onze verwachting of onze intuïtie. Ogenschijnlijk, omdat de vermeende tegenstrijdigheid veelal berust op een denkfout of een verkeerde redenering. Het is ook mogelijk dat de paradox een uitspraak is die verschillende semantische niveaus bevat.
38
KONING KEIZER AD M IRAAL
39
POEPEN DOENZE ALLE M AAL
40
elk museum moet een Erik van L i e s h o u t hoekje hebben! Erik van Lieshout (Deurne, 1968) heeft in de Nederlandse hedendaagse kunst de naam een enfant terrible te zijn, een rebel die alle regels van goede smaak en goed gedrag aan zijn laars lapt. Zijn werk zit vol geladen visuele energie, geschreeuw, gescheld en gehuil. Veelheid, openheid, het directe, het snelle, brutaliteit en vunzigheid zijn woorden die je op zijn werk kunt plakken. Hij schildert, tekent en maakt collages, hij bouwt installaties waarin hij zijn films toont waarin hij dan ook nog eens een performance opvoert. (Bron: Ons Erfdeel - cultureel tijdschrift, David Stroband 17-03-2014 De onontkoombare wereld van Erik van Lieshout)
Waarom?! Dan kun je even ontluchten van de serieuze kunsten. Dit heb ik geconstateerd toen ik in het Stedelijk museum in Amsterdam was, tentoonstelling Aernout Mik: Communitas 4 mei - 25 aug 2013. Het was fijn om na het bezichtigen van voor mij wat serieuzere kunst het zaaltje van Erik van Lieshout te ontdekken. Het was in felle kleuren ingericht en er draaide de film van zijn project in Rotterdam-Zuid. Op de wand stond de tekst Echte luxe is niets kopen. De humor en zelfspot van Erik, het pijnlijke en gênante dat hij durft te laten zien. Daarbij het plezier in het maken dat er vanaf druipt. Dat staat haaks op de serieuze kunsten, terwijl Eriks werk ook zeker serieus is. In contrast met Aernout Mik is het werk van Erik toegankelijk. Bij Aernout Mik’s video’s kijk ik geconcentreerder en eist het mijn aandacht. Wat goed werkt. Feit is wel dat hij meer vraagt van de toeschouwer, meer concentratie. Daar is niks mis mee. Erik van Lieshout is na het kijken van Aernout Mik een welverdiend biertje.
41
EGO DRESS
REAL
LESS
LUXERY
IS
TO
BUYING
IMPRESS
NOTHING
Chaos, willen provoceren maar daar ook weer te beschaamd voor zijn, toch alles geven om duidelijk te krijgen wie je bent. “Dan kan ik snel even naar de WC”, zei Van Lieshout terwijl de microfoon nog open stond en een fragment met daarin Jörg Immendorf zich aandiende. (Bron: Uitzending van zomergasten Erik van Lieshout 2011) “De mislukking, kunst kun je niet pakken en als ik het goed vind is het niet goed, maar zodra het mislukt is het goed”. Erik van Lieshout moet het ook hebben van zijn mislukkingen net als ik. Crisis is goed, Erik haalt veel inspiratie uit het troosteloze. Rotterdam-zuid, LA, Atlanta, heel troosteloos Crackheads gone wild, aapjes kijken. “Ja dat is kunst, je wordt niet serieus genomen, je blijft altijd de hofnar” aldus Erik van Lieshout tijdens het gesprek in Zomergasten. Erik van Lieshout, zijn werk heeft humor maar ook politieke lading in zich, ook het rauwe en snelle van zijn werk spreekt me aan. Ik herken mezelf in zijn werk, niet door de onderwerpen maar door de manier van maken, de snelheid, de humor en zijn zelfspot. Het lef dat hij heeft en daarbij het sociale stukje van zijn kunst. Hij moet ook onder de mensen zijn om zijn werk te maken of tot iets te komen, en dan vertel hij in Zomergasten dat het dan ook heel fijn is om teruggetrokken op zijn atelier te werken omdat hij dan even te veel heeft van mensen. Dat merk ik ook heel erg, niet dat mijn werk nu heel sociaal is, maar ik ben wel veel onderweg onder de mensen en zoek de ontmoetingen op. Waar ik me ook in herken is dat hij zelf het onderwerp is, zijn eigen problemen zet hij in om werk te maken. Je zou kunnen zeggen dat het dus een soort zelfportretten zijn, maar dat zou te makkelijk zijn. Ik zet mijn problemen zelf ook in om tot werk te komen. Bij zowel Erik als bij mezelf gaat kunst en leven altijd samen. Alles voor de kunst!
42
ZOU HET ZO ZIJN DAT IK OOK EEN LEVENDE SCULPTUUR BEN NET ZO ALS GILBERT EN GEORGE? Toeval bestaat niet picknicktafel Living sculpture ontmoeting Project: Picknicktafels, na een zomervakantie vol toevalligheden en mooie ontmoetingen breekt de eerste academiedag aan. Op de academie aangekomen is tot mijn verbazing het achterterrein, tevens ook parkeerplaats van de academie, vernieuwd. Het ziet er nu heel erg klinisch en proper uit, in tegenstelling tot hoe het er eerst uitzag. Ons buitenterrein was voorheen rauw en doorleefd, het was een hele fijne plek, waar we tijdens mooi weer buiten werkten en genoten van de zon. Ik schrok dus van de verandering van de ruimte en vind het niet bij de academie passen. Hierin was ik niet de enige, overal om me heen hoorde ik de verbazing. Nog een verandering was dat er overal degelijke picknicktafels stonden. Op deze eerste academiedag in het vierde jaar werd er aan onze klas gevraagd om een tentoonstelling te maken ter introductie van wie wij zijn als klas en als kunstenaars. Vrijdag was onze tentoonstelling. Die begon met het openen van de picknicktafels. Dit was een grapje van mij. Een reactie op de belachelijkheid van die picknicktafels. Wat ik er zo belachelijk aan vind, is dat tegen ons als studenten gezegd wordt dat er geen geld is voor gastdocenten en andere ideeën waar wij als student mee aankomen. Waar wij nooit om hebben gevraagd zijn picknicktafels en in onze ogen is het een gekke uitgave van geld dat er zogezegd niet is. Zowieso is er een verandering gaande in de academie, als je een spijker in de muur wilt slaan om daar vervolgens een werk aan op te hangen moet je toestemming vragen. De vrijheid die wij hadden in de begintijd, wordt steeds beperkter en dat was juist iets heel moois aan de academie, de vrijheid die we als studenten hadden. Vandaar mijn tegenreactie. Wat heb ik gedaan; de picknicktafels versierd doormiddel van rode linten. Die werden om 11uur vrijdag door geknipt, door eregasten die ik had uitgenodigd. Ook had ik aan mijn klas gevraagd of ze in galakleding wilden komen, ben bij verschillende cateringbedrijven langsgegaan
43
voor hapjes en drankjes. (nul budget) scoorde 4 flessen Prosecco , 2 flessen prik, bitterballen en mergpijpjes.Ook had ik de nieuwe lantarenpalen versierd, hier had ik toestemming voor van de directie. Waar ik niet aan had gedacht waren de conciërges die niet op de hoogte waren en die vervolgens mijn versiering met lomp geweld weer hadden verwijderd. Ik heb gevraagd of er iemand van de pers langs wilde komen voor de officiële opening. Wat ik dus heb gedaan is een officiële opening georganiseerd met een grote knipoog, de mensen die ik daarvoor heb benaderd hadden mijn sarcasme niet door waardoor ik veel dingen voor elkaar kreeg. Tijdens de officiële opening van de picknicktafels heb ik gespeecht, het startshot gegeven voor de knippers en geproost. De picknicktafels zijn geopend. Het was een mooi moment en beleving voor de toeschouwers. Bij het bekijken van de documentatie, die nooit het moment kunnen terug brengen, vroeg ik me af, of het nodig is om bewijs te hebben van zo’n beleving? Zoals ik eerder stelde in mijn onderzoek. (pag 30,31) Performen, is dat iets wat ik wil in mijn kunstenaarspraktijk? NEE. Was ik een levende sculptuur zoals Gilbert en George dat zijn? Eerder een levende sculptuur dan een performer. Gilbert en George, door de vraag “Levende sculptuur,” heb ik hun boeken er eens bijgepakt. In het boek DARK SHADOW Gilbert and George uit 1974, vond ik een telefoon nummer + adres. (toevallig dat ik van de zomer een kennis heb opgedaan in London, met in het vooruitzicht een bezoek aan London.) Vol enthousiasme belde ik het nummer, en het werkt ik kreeg de voicemail van Gilbert en George, ik was door het dolle heen. Ik wist zeker dat ik hen ging ontmoeten en vertelde tegen iedereen dat ik op de koffie zou gaan bij Gilbert en George.
44
Nog toevalliger is dat mijn kennis in London om de hoek woont van Gilbert en George. Ik was zo enthousiast en vol vertrouwen dat ik bij hen op de koffie zou gaan en dat ik ze vertelde dat ik hun kleindochter was en ze vroeg of ze niet op academie bezoek zouden willen komen. Ik was aan het dromen en geloofde er helemaal in. Daarbij de mensen, aan wie ik het vertelde, ook. Iedereen ging mee in mijn fantasie en enthousiasme. London, ik was op 5 min afstand van Gilbert en George’s, ik ben er langs gelopen en daar is het bij gebleven, ik zag er niet op mijn zondags best uit, dus waarom zou ik dan bij hen langs gaan, als ik er op dat moment niet zo bij loop? Alles in mij zei dat het gewoon niet het juiste moment was om op de koffie te gaan. Misschien, nee eigenlijk weet ik dat zeker, is dat precies hetzelfde wat Gilbert en George ook doen. Doen wat je zelf wilt en niet iets doen voor een ander, of niet iets doen omdat een ander dat zo zou doen of omdat dat hoort. Ja, dat is denk ik waar mee hun kunstenaarschap werkt, doen wat jij wilt doen, maar wel in volle overtuiging. Gilbert en George, kunst en leven is bij hen onlosmakelijk verbonden met elkaar, de onderwerpen in hun werk zijn onderwerpen waar ze persoonlijk mee van doen hebben. De onderwerpen zijn vaak heel actueel en in reactie op wat zich er op dat moment afspeelt in de samenleving. Ze doorbreken taboes, of doen pogingen. daartoe Het beeld of het werk is toegankelijk voor de toeschouwer omdat er herkenbare alledaagse dingen in zitten waarmee G&G hun verhaal vertellen. De filosofie van Gilbert en George: “Waste of time to read the menu” de tijd die je daar aan besteedt kun je beter aan je kunst besteden. Ze zijn heel bewust van wat er in de wereld gaande is en vinden het een kwalijke zaak dat er veel mensen lijden, dat er veel mensen zich misdragen. Waarom zouden we daar aan mee doen? “Alone we would be lost, we create our own world we don’t need anybody to be happy” Ze hebben het altijd over anti-shocking. Oorlog is choqerend, onze kunst niet. “The life of the living sculpture is nothing if not routine” De maatschappij wil iedereen het zelfde, maar Gilbert en George zijn anders. “We got away with it” altijd netjes en beleefd en je kunt veel maken, je komt er mee weg. “We are the artist that the mother wouldn’t be ashamed off” “Always look Sunday best” Zo kom je goed voor de dag en verkoop je jezelf. Ze dragen altijd pakken, “very anonymous, to where a suit. Its normal all over the world.”Je kunt jezelf overal tussen voegen, mensen verdenken je niet. Doe altijd je best om geloofwaardig over te komen. Laat je niet kennen en blijf beleefd. Respect en kalm blijven daar kom je het verste mee. Houd alle deuren open ook al vind je ze kut. “All we’ve ever wanted is to be loved”.
45
BOARDINGKAART
RYANAIR
U wordt verzocht deze te bewaren zodat u deze kunt overleggen bij uw vertrek of op de luchthaven van bestemming.
EU/EER
ANDERE RIJ
LAURA KARSMAKERS NATIONALITEIT NETHERLANDS
FR 9272 STN 07 SEP 2013
EINDHOVEN LONDONSTANSTED REFERENTIENUMMER UHWVUZ SEQ NO. GATE SLUIT OM 08:35 VERTREKT OM 09:05
92
WAARSCHUWING
SLECHTS 1 STUK CABINEBAGAGE 55 X 40 X 20 CM (MAX 10 KG) UW HANDTAS, AKTETAS, LAPTOP, WINKELAANKOPEN, CAMERA, ENZ,. MOETEN IN DIT ENE TOEGESTANE ITEM CABINEBAGAGE ZITTEN.
Extra/te grootte cabinebagage wordt geweigerd bij de boardinggate of als het mogelijk is geplaatst in het ruim van het vliegtuig voor een extra toeslag van £/€60. Bent u hier niet zeker over, dan kunt u dit bij de balie voor het inleveren van tassen laten controleren. Er is geen (cabine of ingecheckte) bagage toegestaan als er een extra stoel wordt aangeschaft.
48
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 169
49
De woorden van de kunstenaar komen altijd ergens vandaan. Er kan dus niks nieuws gemaakt worden want het komt altijd ergens vandaan. Niemand weet wie wat bedacht heeft. Maurice Blanchot Maurice Blanchot, was een Frans romancier, essayist en filosoof. “Volgens Blanchot kun je als beeldend kunstenaar nooit iets nieuws maken, alles wat je maakt is al ergens in de wereld aanwezig. Kunstenaars kunnen dat bestaande alleen maar aan het licht brengen en dat doen ze door af te dalen in de herinnering en daarmee in de diepte van de geschiedenis. Daarom is de herinnering een muze, een bron waaruit je put. Maar voorbij de herinnering staat het vergeten: het meeste dat wij mensen hebben meegemaakt zijn we vergeten. De schrijver en de beeldend kunstenaar hebben als taak op te halen wat we vergeten zijn.” (Bron, Florette Dijkstra, Kunstenaar en docente op akv st.joost. )
50
Dat verveling een relatie heeft met creativiteit, is niet moeilijk na te voelen. Wie zich nooit heeft verveeld met wat er is, met wat er al bestaat, heeft ook niet veel reden om verder te kijken dan zijn neus lang is. Zo bezien velt iemand met de uitspraak ‘Ik verveel me nooit’, een tamelijk dodelijk oordeel over zichzelf. De verveling is natuurlijk ook geen garantie voor een creatieve sprong. Maar er is ook geen reden om op de verveling neer te kijken. Om de verveling filosofisch respectabel te maken zal een deel van dat existentiële drama, om niet te zeggen de glamour van grote gevoelens zoals verlangen of angst, op de verveling moeten worden overgedragen. Dat kan bijvoorbeeld door de verveling uit te roepen tot het kenmerkende fenomeen van de moderne tijd, of nog alarmerender: onze tijd. Martin Heidegger* beschouwde de cultuurkritiek niet als de diagnose, maar als een symptoom van verveling. We vervelen ons zó dat we ons daarom een profetische rol aanmeten in de wereldgeschiedenis, om onszelf ‘weer interessant te maken voor onszelf’. Maar het werkt niet; het blijft een placebo. Om de verveling werkelijk onder ogen te zien is volgens Heidegger een heel andere houding nodig. Allereerst door de verveling te erkennen, en in zijn volle omvang tot ons door te laten dringen – zonder ervoor weg te vluchten in oppervlakkig amusement en verstrooiing. Alleen vanuit zo’n ‘moedige’ houding is wellicht de sprong vanuit de verveling naar ‘iets anders’ mogelijk. De koppeling tussen verveling en kunst is dus niets nieuws, ik merk dat zodra ik mezelf verveel ik vaak tot dingen kom, ik word dan geprikkeld door iets en zo groeit het naar een werk, neem bijvoorbeeld mijn werk waarbij ik een prent uit een geschiedenisboek heb gebruikt als kleurplaat. Dit werk kwam voort uit het bladeren door het boek zonder enig nut maar puur uit ik heb niks anders te doen. Deze momenten zijn voor mij heel vruchtbaar, daardoor ga ik dwalen en kom ik dingen tegen die ik anders niet zou zien. Mijn definitie van verveling is ook niet *Jeremy Deller, Engelse Kunstenaar * Martin Heidegger was een Duitse filosoof. Hij wordt algemeen beschouwd als een van de grootste en invloedrijkste filosofen van de twintigste eeuw.
52
De grootste verworvenheid van de westerse cultuur is vrije tijd en we weten ons er geen raad mee!’ Niet angst maar verveling is de grondstemming van onze tijd meent filosoof en ervaringsdeskundige Awee Prins. Hij bepleit een ‘lof der alledaagsheid’. negatief, natuurlijk zijn er momenten dat ik me echt stierlijk verveel en me niet uit mijn verveling kan losmaken maar dat is een ander soort verveling. In het boek van Awee Prins ‘Uit verveling’, wordt er uitgebreid over verveling gefilosofeerd. Ik raakte verdwaald door al de verschillende kanten die hij heeft onderzocht over verveling. Het is een goed boek om meer te weten te komen over verveling vanuit een filosofisch oogpunt en ook hoe verveling al een eeuwenoud iets is. De Dinosaurussen zouden zijn uitgestorven van verveling. Maar ook hoe verveling heel erg van deze tijd is. Je natje en je droogje, een beetje drugs, niet te veel. Aan het einde een pijnloze, zachte dood. Gewoon genieten, wat is daar verkeerd aan? Maar toch. Dan neem je je leven niet ter hand. Neem zo’n programma als MTV Cribs. Dat gaat grof gezegd over rijk geworden hiphoppers die je door hun huis rondleiden. Dan zie ik alleen maar pracht en praal, geen plek waar geleefd wordt. Het grote probleem met mensen die alles hebben, is dat ze zich gaan vervelen. Wij zijn de homo zappens geworden. Dat geldt ook voor die vermeende angst. We springen van de ene terreuraanslag naar de andere. Denk aan al dat breaking news. De hele dag door maar de indruk wekken dat er overal in de wereld wat gebeurt. We zijn verslaafd aan hectische ervaringen, bungeejumpen of nemen drugs als cocaïne, speed of xtc. Onder dat alles zit verveling.’ Zoals John Lennon het samenvatte: ‘There’s always something happening, but nothing going on.’ De centrale these van Prins is dan ook dat niet de angst, maar de verveling de grondstemming van onze tijd is. Dat is zeker na 9/11 een opmerkelijke stelling. Door haar krampachtig te verdrijven met lange reizen, spannende sporten of drugs
zouden we de verveling alleen maar bevestigen. Zulk groots en meeslepend leven eindigt volgens Prins enkel in spektakelzucht. De oplossing ligt daarom niet in het wegvluchten voor de verveling, maar in het doorstaan hiervan. De filosoof pleit voor een ‘lof der alledaagsheid’. Ter onderbouwing leunt hij zwaar op het werk van Martin Heidegger, al zegt Prins in zijn voorwoord niet uitsluitend te willen ‘heideggeren’: ‘Niet alleen maar na-wauwelend rond te banjeren in de afgedragen pakken van de meester.’ Het westerse denken bevindt zich volgens Heidegger in een ‘tussentijd’. We komen ‘te laat voor de goden en te vroeg voor het zijn’. Van de filosofie tot de meest alledaagse bezigheden: wij mensen zijn ons werkelijke, sterfelijke ‘zijn’ vergeten. Het gevolg: ‘Na de afschaffing van het Hiernamaals zijn wij beland in een eindeloos “Hiernogmaals”. Die periode wordt gekenmerkt door een intens gevoel van zinloosheid, van verveling, van nihilisme.’ Het punt, dat wordt aangesneden over onze tijd en dat we in een “tussentijd” zijn beland, sluit aan op mijn fascinatie voor het alledaagse en het menselijk gedrag van nu. Het legt goed uit wat ik zie: verveling. * Uit verveling verdedigt Awee Prins de tegendraadse stelling dat de diepe verveling de verborgen grondstemming is van onze tijd. Dat lijkt tegen vele intuïties in te gaan. Nog nooit hebben we het zo druk gehad. Of proberen wij met onze rusteloze bedrijvigheid de diepe verveling voortdurend te verdrijven? Tegen de achtergrond van een autobiografische ‘Kroniek van een verveeld leven’ schetst de auteur een literaire geschiedenis van de verveling, die wordt gevolgd door een exploratie in wetenschappelijke pogingen tot opheldering van het fenomeen *Awee Prins, schrijver en filosoof Bron(http://vorige.nrc.nl/kunst/article1782676.ece) Bron (http://www.groene.nl/artikel/vast-in-het-hiernogmaals) Bron Uit verveling, Awee Prins
56
57
Burger
vs
Burger
In staatsrechtelijke zin is een burger een lid van de bevolking van een staat of bijvoorbeeld een gemeente; meer specifiek gaat het over zijn of haar rechtsverhouding tot een overheidsorganisatie. Andere aanduidingen die als synoniem voor burger worden gebruikt zijn: landgenoot, inwoner, bewoner en wijkbewoner. (Bron Wikipedia)
H a m b u r g e r Begin with a warmed sesame seed bun. Halve it, and prepare yourself. First add a layer of cool lettuce, gorgeous tomato and a dash of relish. Now, hunt the finest ground beef and provide the master stroke. Add two slices of oozing, creamy, cheese and seal the deal with extra relish, more tomatoes, a double layer of beef, maybe some bacon. Maybe more cheese. Maybe…. Sorry, where was i....
58
IDENTITEIT
Wat is identiteit, hoe verhoud je jezelf tot een identiteit? Wat is het verschil tussen status en identiteit? Waarom is een identiteit zo belangrijk. Misvattingen over identiteit. Het willen zijn zoals een ander, de identiteit aannemen van de ander omdat je naar diegene opkijkt, bewondert, ook zo wil zijn. Of simpelweg omdat je erbij wilt horen. Waar wil je dan bij horen en wat is de meerwaarde van ergens bijhoren? Het aannemen van een identiteit omdat het veilig is. Het valt me op dat mensen kleding aan hebben omdat het in het modebeeld terug komt, wat natuurlijk al heel lang gebeurt maar sommigen merken staan ergens voor en hebben een sterke identiteit, als toevallig een bepaalde “somebody” dat dan draagt gaan mensen het kopiëren en ook dragen zonder het besef wat ze aan hebben. Zo ook met teksten op kleding en prints waarvan ik me soms afvraag weet diegene wel wat ze nu dragen? Het besef van wat we aan hebben en wie je bent lijkt soms weg te zijn en origineel zijn in je kleding is ook een illusie. Ik gebruik het voorbeeld van de CoolCat, deze kleding winkel was recentelijk in het nieuws omdat ze truien verkochten met de woorden CRAP DILDO FUCK HOAR SEKS KUNT. Het tijdschrift VICE heeft een interview met de CoolCat. VICE: Hoe komen de teksten op jullie kleding tot stand? Inkoper van CoolCat: Door goed te luisteren naar welke woorden onze klant gebruikt. Het is een combinatie van woorden die veel gebruikt worden op straat en woorden die door iconen uit de muziekwereld worden gebruikt. Onze grafisch vormgevers maken daar dan een artwork van en vervolgens maken de inkopers een selectie van de artikelen die in productie worden genomen. Hoe neemt een inkoper die beslissing? Die is gebaseerd op ons gevoel voor commercie. Bij deze trui was het zo dat de combinatie zwart-wit tegenwoordig populair is, en teksten zie je ook veel in de markt. Jullie gaan dus altijd af op wat de klant wil? Ja. We werken met trendpanels om daar achter te komen, daarin vragen we vaste klanten om hun mening. We willen de klant geven wat hij wil en niet wat wij willen. Welke mensen willen deze trui? We richten ons op tieners. Deze trui is voor de jongen die de stoerste jongen op het schoolplein wil zijn. De teksten op deze trui zijn inderdaad vrij grof, maar we zoeken vaak het randje op, of gaan er net overheen. Deze trui is bovengemiddeld vaak verkocht, dus je kunt zeggen dat het een succes was. Sommige woorden op de trui zijn verkeerd gespeld. “Hoar”, bijvoorbeeld. En “Kunt”. Waarom is dat? Heeft het te maken met regelgeving over wat er wel en niet mag op kleding?
59
Het heeft geen reden. Bij dit specifieke artikel is een spelfout gemaakt door onze grafisch vormgever. Het is niet opgevallen tijdens de ontwikkeling van het product. Hier moeten we intern scherper op zijn. Is deze trui een goede manier om je af te zetten tegen de beknellende burgerlijkheid van de Nederlandse maatschappij? Dat is niet het uitgangspunt van CoolCat. We inspireren de klant om zichzelf te zijn en sporen onze klanten aan om zich te laten zien. Dit is niet per definitie een artikel dat je draagt om je af te zetten tegen de Nederlandse burgerlijkheid. Het is de keuze van de klant om deze trui daarvoor te gebruiken. (Janneke: je kunt je ook afvragen waarom we überhaupt kleding dragen. Kleding is nou eenmaal onderhevig aan mode. Ik geloof ook dat veel mensen niet bewust mode volgen, maar gewoon ‘meegaan’ omdat het ze simpelweg niet veel interesseert. We dragen bijna allemaal kleding waarvan we niet weten waar die vandaan komt, hoeveel water en energie ermee verspild is. bedoel je dat? Zou je dan bijvoorbeeld willen dat mensen meer gaan onderzoeken waar hun producten vandaan komen? Ik denk dat origineel zijn in je kleding zich vooral uit als je ook origineel bent in wie je bent en hoe je doet. Denk je niet? Ik: Ja en nee, bedoel meer het dragen van kleding om ergens bij te horen. Waar producten vandaan komen is een interessant gegeven, maar niet wat ik bedoel met “weten diegenen wel wat ze dragen”. Ik bedoel het meer zoals je vroeger de truien van Lonsdale had die heel erg beladen werd door een groep. Maar ook merken zoals Obey of Jordan’s die worden gedragen door modepoppetjes en niet weten wat ze aan hebben. Dit meeloopgedrag daar had ik het over... Maar ik ben het zeker eens dat origineel zijn niet in je kleding zit, maar in het gegeven wie je bent en wat je doet. )
60
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 186
61
De invloed van de media om ons heen, we worden, waar we ook zijn, overspoeld met beelden en identiteiten die ons proberen over te halen om het aan te schaffen of er in te geloven. Reclame is niet meer weg te denken in onze maatschappij, we geloven in het verhaal wat er verteld wordt. Zo is het ook met voedsel en met producten. Het wordt gekocht, aangeschaft omdat het in de media gezien wordt, er wordt over gepraat en geschreven dus zal het wel goed zijn als ik het ook aanschaf. Groene verantwoorde biologische appels kopen en wel met de auto naar je werk rijden wat je in 10 min ook zou kunnen fietsen? Ik stel me dan de vraag: koop je die biologische appel dan echt omdat je om het milieu geeft en om je eigen gezondheid of om mee te doen met de hype? (Janneke: Of omdat je nieuwsgierig bent en zo’n biologische appel wel eens wil proberen. Ik:Ja dat kan ook inderdaad. )
Het stoort me dus dat mensen niet meer weten waar voor ze staan, en geen standpunt innemen, iedereen volgt ‘n ander klakkeloos op en doet zoals verwacht wordt volgens een bepaald beeld. Maar voor hoelang nog? Ergens zou er toch een omkeer moeten komen, een rebelsheid tegen het mee lopen, tegen het misbruiken van identiteit, wie ben je nu eigenlijk echt? Wie zou je willen zijn en waarom doe je wat je doet? Het simpelweg etaleren van jezelf op social media en jezelf in de echte wereld? Wat zou er gebeuren als we na gaan of het ook echt waar is wat er allemaal gepost wordt? Hoeveel mensen zullen er niet zwetsen? En stiekem ongelukkig zijn? Is het de wil om ergens in te geloven, is het de drive om ergens bij te horen. Durven we niet meer alleen te zijn? Moet alles leuk gevonden worden? Mag je niet meer jezelf zijn? (Janneke: Ik denk dat je veel rake dingen zegt. Ik denk ook dat wat je aankaart nu heel erg speelt. Duurzamer, gezonder, energiebesparend blablabla. Ik vind het allemaal wel een positief iets en ik denk dat het goed is dat het ‘hip’ is, zo wordt het tenminste gepromoot. De wereld om ons heen beïnvloedt ons als een malle, ik vraag me ook wel eens af wat en wie ik eigenlijk ben/zou zijn zonder alles om je heen/zonder alle aan mode onderhevige dingen. Hier heb je niet veel aan behalve als je besluit in een hutje op de hei te gaan wonen. Kleding en bepaalde dingen zijn nou eenmaal aan mode onderhevig denk ik. Het is altijd belangrijk te proberen zoveel mogelijk jezelf te zijn, daar pleit je eigenlijk voor toch? Ik: Daar pleit ik zeker voor ja, maar mijn frustratie zit hem in het gegeven dat het moeilijk is om jezelf te zijn, hoe kom je daar achter, vooral als er overal zo veel invloeden zijn die van alles beweren om een beter mens te zijn. Of de producten die beweren dat als je het gebruikt blabla of zus of zo. Snapje. De biologische trend vind ik ook een goed gegeven, we worden ons er steeds bewuster van en dat is een goed iets. )
We leven in een visuele cultuur, maar waarom kan niemand meer kijken/ waarnemen?
62
ennui Art is there to train people how to deal with disorientation, that’s its primary social function. My impression: farmers have just about rid the art world of pirates
Does the title of your new book, Pagan America, come from the idea that once art is divested of its religious content then it becomes pagan? Does that also mean secular Don’t bore us, get to the chorus the crisis of criticism arises from the basic fact that we get bored. When you’re bored with it, it’s over. That’s what drives the machine: ennui. What survives and still eludes ennui, survives — the live pattern and adaptability of a painting over time. The mistake people who try to follow Andy make is to assume that Andy’s exploitation of popular culture was what his work was all about, when actually his painting was really closer to mimicking 18th-century portraiture. Art is there to train people how to deal with disorientation, that’s its primary social function. My impression: farmers have just about rid the art world of pirates
-ennui
INTERVIEW BY BILL POWERS ON NEW RELIGIONS PORTRAIT BY ALEXIS DAHAN http://purple.fr/magazine/f-w-2012-issue-18,f-w-2012-issue-18/132
63
“IK BEN EEN TOPPER” Column van Thomas Hogeling, die 9 jaar geleden begon met studeren bespreekt de invloed van sociale media op zijn studententijd. Dit stukje vond ik in de Spits STUDENT= (derde editie) Hij schrijft in zijn column over de invloed van de sociale media op ons en waarom het zo’n succes is. Hij schrijft dat het een succes is omdat wij een onuitputtelijke verlangen hebben naar bevestigingen. Hij schrijft dat het pure ijdelheid is. Likes, shares en retweets bevestigen wat je eigenlijk zelf al wist: je bent een enorme topper. Ook schrijft hij over het feit dat hij te veel in de online wereld leefde en binnen zijn studie niet socialiseerde. Dit artikel las ik in de trein, ik kan me er in verplaatsen waar hij hier op doelt en toch vind ik het een zielig geval, ja ik was ook een zielig geval, en daarom heb ik toch ook een hele tijd geen facebook meer gehad, omdat ik er niet mee om kon gaan. Tegenwoordig is dat anders, ik zit niet meer als een bezetene op facebook en trek me ook niet meer veel aan van wat er gepost wordt. Gelukkig, maar.
64
Wat is identiteit tegenwoordig? Is identiteit het hebben van een iphone? Wat is echt en wat is nep? De scheidingslijn is steeds vager aan het worden, echte dingen kunnen we namaken. De kabouter met middelvinger die ik per ongeluk heb laten kapot vallen, vervolgens weer ik elkaar lijm, en dus maak. Nu ik over deze situatie na denk, vind ik de kabouter nu beter. Namelijk, eerst had hij een rol in mijn werk, ik had deze kabouter gekocht en geplaatst in mijn werk, nu de kabouter kapot is gevallen en vervolgens door mij gemaakt is vind ik het beter, nu heb ik ook daadwerkelijk iets met de kabouter gedaan, ik heb hem gemaakt. Ik heb dus de kabouter gekocht, laten vallen, gemaakt. De identiteit is veranderd door een aanpassing van mezelf. Is de kabouter nu daadwerkelijk gemaakt door mij? Nee, ik heb hem gekocht en een andere kunstenaar heeft hem gemaakt. Namelijk: Ottmar Hörl. Voor mij is het belangrijk dat ik objecten die bestaan gebruik in mijn werk, soms doe ik er een aanpassing aan, of kopieer ik ze. Waarom is dit belangrijk voor mijn werk? En waarom doe ik dit, waarom gebruik ik objecten die ik vind in mijn werk, ik gebruik deze objecten, en vaak geef ik doormiddel van deze objecten een commentaar, een kleine schop of een hint. (Janneke: Gaaf voorbeeld. Wat je zegt over de kabouter sijpelt wel vaker door in je werk (naar mijn mening) Zo wil je het liefst alles zelf maken. De laatste tijd heb je het vaker over dingen naschilderen. Je hecht waarde aan ambacht. Ik weet niet of dit iets is dat je denkt dat een werk goed maakt, of dat je ambacht gewoon een belangrijk gegeven vind. Vind je het belangrijk dat je een beeld helemaal zelf gemaakt hebt? Of is het idee belangrijker? Ik: Hmm, het idee is belangrijker, maar daar in tegen vind ik het ook belangrijk als je het dan zo uitwerkt dat het goed is voor het idee, als ik daar dingen voor nodig heb die ik niet zelf heb gemaakt is dat niet erg. Wel vond ik het een leuk gegeven en een beetje een grapje om doordat de kabouter stuk gevallen is en ik hem weer heb gemaakt.)
De omgeving waar je in bent opgegroeid speelt een grote rol in je identiteit. De cultuur waar je vandaan komt maakt je tot wie je bent, althans voor een groot deel. Zo staan we op voor oudere mensen in de bus want dat is ons aangeleerd, eten we met mes en vork omdat dat beschaafd is. Zo zijn er verschillende culturen en deze botsen nog wel eens met elkaar, omdat iedereen anders is opgevoed of uit een andere cultuur komt. Door het onderzoek ‘De waarde van cultuur, het meetbare en onmeetbare’ door Patrick De Rynck Wordt in mijn ogen goed uitgelegd wat cultuur is en hoe we ons verhouden met cultuur. Hieronder zijn vraag en uitleg over cultuur en de identiteit daarvan;“Hoe krijgt een mensenleven zin en waarde? Doordat we kunnen delen. Met een aantal mensen. We hebben met z’n allen iets gemeen. Zonder dat ‘gemene’ was het geen leven. Dan was elke handeling loos. Zinloos, want ongedeeld. Niet mee te delen. Geen verbinding. Cultuur leert mensen dat gemene aan. Ze brengt hen de gangbare betekenissen bij: van manieren van doen, objecten, verbanden. Zo krijgt een mensenleven in zijn – let op het volgende woord – samenleving zin. Daarom is cultuur sociaal integrerend. Cultuur socialiseert.
65
Art theory for beginners, Richard Osborne, Natalie Turner pag. 155
66
Die culturen, noem het deelidentiteiten – leven samen. Ze haken in elkaar, schuren tegen elkaar, komen in conflict met elkaar, raken in elkaar verweven, kruisen elkaar, bevruchten elkaar. Dat levert complexiteit, spanning, dynamiek op. Maar altijd weer kom je pas tot communicatie en tot een bindmiddel als er gedeeld wordt. Als er letterlijk zin gegeven wordt. Veel van deze dagelijkse betekenissen blijven onder de radar van ons bewustzijn. Ze zijn ingesleten, gewend: ‘ze behoren tot onze cultuur’. We kunnen er ons ook bewust van worden. Alsof we buiten onszelf treden en naar onszelf kijken. Dat gebeurt nogal eens in een confrontatie: met andere ‘culturen’ of sociale ordes, van hier of ginder. Met ons eigen verleden, ver of dichtbij. Met kunst, die graag ongewoon doet. De culturele sector lokt dat ‘naar onszelf kijken’ uit. Betekenissen bespreekbaar maken, ze blootleggen, doen botsen, veranderen, overbruggen...: het is een van de fundamentele bezigheden en bedoelingen van de sector. Zo werkt die aan een samenleving met meer waarde, betekenis en zin. Meer waarden, betekenissen en zinnen. Een rijkere samenleving.” Het woord Cultuur wordt ook vaak misplaatst of verkeerd begrepen, of bewust verkeerd ingezet, zie in het volgende artikel dat ik tegen kwam over de cultuur sector en kunst. Ik gebruik dit artikel omdat het interessant is, maar het snijdt ook een kwestie aan van de kunst en de “identiteit” van kunst. Ik heb het artikel samengevat in de voor mij interessante kwesties; Artikel NRC woensdag 11 dec 2013. opinie Begint Daamen ook zelf een toneelfusie? Hij wil vervolgens bepalen ‘wat typisch Nederlands is en wat beter internationaal kan’. Maar bestaat dat eigenlijk wel, typisch Nederlandse kunst? En is goede kunst niet juist altijd internationaal geïnspireerd? Of bedoelt hij dat Nederland moet kiezen in welke sectoren we goed willen zijn en in welke we minder of geen genoegen nemen? -Er is te veel kunst in Nederland, daar is helemaal geen behoefte aan en al evenmin aan al die jonge kunstenaars die beweren dat ze hun talent moeten ontwikkelen omdat ze die kunst eens flink gaan vernieuwen. - Om te beginnen zijn consequente gebruik van het woord ‘kunst’ in plaats van het laffe containerbegrip ‘cultuur’. Cultuur? Dat is de manier waarop wij met elkaar omgaan. Dus zo’n beetje alles: van het gebruik van mes en vork tot de mores in de Tweede Kamer. -Kunst daarentegen veronderstelt juist een oordeel over die kwaliteit, een oordeel dat nooit gegarandeerd maar altijd aanvechtbaar is. Je moet maar durven, om iets ‘kunst’ te noemen.- Ze maken industriepolitiek van kunstbeleid. - Alleen de titel doet de moed in de schoenen zinken van eenieder die beseft dat Cultuur beweegt
67
- De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving.’ Dat de cultuur en de samenleving tot stilstand zijn gekomen- dat zou pas nieuws zijn geweest!- Gekortwiekte kunstensector nu ook nog opgeroepen om eindelijk eens duidelijk te maken wat voor nut zij eigenlijk heeft. Dat is niet alleen neerbuigend, het is onterecht. Goede kunst mag er zijn om zichzelf. Er kan uitleg bij nodig zijn, en er is altijd kritiek op mogelijk, maar ze heeft geen rechtvaardiging nodig om te bestaan. Zo uitzonderlijk is dat overigens niet. - Het antwoord moet in de eerste plaats door de kunstenaar worden gegeven, niet door technocraten. Identiteit Cultuur status, we hebben er allemaal mee te maken. Je komt er niet onderuit. Wat ik interessant vind is hoe wij als burger hiermee omgaan. Hoe ik zelf dingen met een herkenbare identiteit kan doen veranderen. De communicatie, het verhaal dat er wordt verteld en het geloven in. Het inzetten van deze vaak herkenbare identiteiten.
68
O b s e r v e r e n , A a n s c h o u w e n B e k i j k e n B e s c h o u w e n B e s p i e d e n B e w a n d e l e n B i j h o u d e n E e r b i e d i g e n Gewaarworden G e h o o r z a m e n G a d e s l a a n Horen In acht nemen K i j k e n M e r k e n Nakomen Naleven Opmerkzaam gadeslaan
Opvolgen Respecteren Signaleren Voelen Waarnemen Wat we zien O
b
s
e
r
v
e
r
e
n
,
Door observeren kom ik vaak tot een idee. Observeren is voor mij een groot deel van mijn praktijk, ik observeer overal. Ik ga op weg zonder een bestemming of ik neem bewust een andere route om dingen tegen te komen die ik anders niet zou tegen komen. Dit vind ik belangrijk en houd me scherp in het observeren.
Werken die door het observeren tot stand zijn gekomen zijn bijvoorbeeld; de campagne van de Mc Donalds “. Dat geeft de burger moed”. Ik zag deze reclame campagne in een bus hokje. De context van deze reclame in een bushokje op een sombere plek met grauw weer. De leus DAT GEEFT DE BURGER MOED was voor mij een kunstwerk. Vervolgens ben ik de campagne nergens meer tegen gekomen. Ook op het internet kon ik het niet terug vinden er was enkel een foto en die was niet goed genomen. Ik kon het niet laten om de poster te vereeuwigen in een werk, het is in mijn ogen namelijk een geweldig grappige poster, die de spijker goed op de kop slaat. Dat geeft de burger moed, nu in deze tijden van een slechte economie, veel “burgers” die het zwaar hebben en dan komt de Mc Donalds met die campagne. Hetzelfde voor de reclame van Johnny Walker, Keep Walking. Deze campagne is groter en veel ouder, deze is ook goed vertegenwoordigd op het internet, daardoor meer cliché maar toch wilde ik deze ook naschilderen en samen met de campagne van de Mc Donalds laten zien. Voor mij zijn het beelden met humor die wel een serieuze kwestie aansnijden. Niet in eerste instantie bedoeld, de makers van deze reclames maken het vooral om hun product te verkopen en naamsbekendheid te krijgen. Toen ik mijn twee werken bij elkaar had zag ik nog een link, namelijk dat het allebei producten zijn waar mensen een verslaving aan kunnen hebben, fastfood en alcohol. Een ander gegeven is dat het allebei ook statussymbolen zijn, voor welvaart en rijkdom. In mijn archief van afbeeldingen documenteer ik mijn observaties. Ik heb dit archief nooit gezien als een werk maar nu ik zo bezig ben met beelden die ik niet heb gemaakt maar wel inzet in mijn werk, hier bedoel ik de reclame campanges van Mc Donalds en Jack, ben ik anders naar mijn archief gaan kijken. Het is opvallend dat ik dingen zie en ontdek waar de ander misschien zo aan voorbij loopt, door het
69
71
hebben van dit archief en het altijd observeren koppel ik dingen aan elkaar, die niet in het zelfde tijdsbestek zijn gemaakt maar wel een verhaal samen vertellen. Ik koppel vaak letterlijk dingen aan elkaar die voor mij logisch zijn. Doordat ik de koppeling maak, gebeurt er iets in het beeld, het gaat een verhaal vertellen. Bij de campagne van de Mc Donalds “ Dat geeft de burger moed” heb ik twee graf kaarsen geplaats met een afbeelding van Jezus en Maria. Dit geeft het alles een dubbele lading en zet aan tot na denken. Mc Donalds “ Dat geeft de burger moed” Jezus en Maria, het geloof, het geloven in, relegie oftewel geloof fungeert als een baken van hoop. Hoop en moed. Grafkaarsen in het tijdsbeeld van nu, nu het geloof uitsterft. Je zou kunnen stellen dat ik wil zeggen dat Mc Donalds het nieuwe “ geloof “ is , daarbij het gegeven van obesitas oftewel dikke mensen. Maar ik heb geen houding tegen over de keten Mc Donalds, ik kom het tegen en maak een koppeling. Ik leg een zenuwtje open, maar laat vooral de humor en dubbelzinnigheid zien van. Het bewust verkeerd plaatsen van. Om zo de aard te laten zien.
Foto gemaakt tijdens expo that’s not the shape of my art, in kunst hal Boschveld. foto’s door Anne van Beers.
72
Een groot ‘Mens Erger Je Niet’ doek siert de gevel van bioscoop Rivoli, in Heerlen om begrip te kweken voor de ingrijpende werkzaamheden daar in de omgeving. Ik heb geprobeerd te achterhalen wie de maker is van dit werk, helaas is er op het internet niks te vinden hierover. Bij de gemeente Heerlen heb ik ook geprobeerd te achterhalen wie de maker is, ze wisten het niet.
73
Dit gebeurt overal, altijd en houdt nooit op. Het levert vaak binnenpretjes op, omdat ik iets zie waar ik dus een ander, (voor mij logisch iets), aan koppel.
86
87
Opzoek naar de misplaatsing in de omgeving met verassingseffect. Maar tegenwoordig vind je dat niet meer veel, omdat we overspoeld worden door visuele prikkelingen en beelden. Het samenkomen van twee uitersten. Die niet bij elkaar horen maar bij elkaar wel iets doen. Zoals ik tijdens het rijden op weg naar Düsseldorf de reclame voorbij zag komen van BurgerKing met daaronder een campagne van fit for free. Die twee tegenstellingen vind ik grappig. Het bizarre is dat ze door iemand bij elkaar worden geplaatst om ons te lokken. Of het doel van waar reclame voor dient. De tegenstrijdigheid. De miscommunicatie. BurgerKing (fastfood) niet gezond, niet goed voor jezelf, dik makend. Fit for Free, sporten, zorgen voor je lichaam, zorgen voor jezelf. Die twee bij elkaar op de zelfde reclame toren. Letterlijk boven elkaar geplaatst en dus lees ik ze samen, dat klopt niet. Maar ik lees dit samen en zie die miscommunicatie, het niet nadenken over het plaatsen van deze reclames. Dat vind ik een bizarriteit en zou ik nooit zo doen als ik degene was die de verantwoordelijkheid had; dit is een heel mooi voorbeeld van wat ik om me heen zie. En dat wil ik ook met mijn werken laten zien, het vloeken van verschillende dingen samen. Zoals sommige kleuren vloeken. Zo moet mijn kunst met zichzelf vloeken.
89
Mijn werk verkent ideeën over het bewust verkeerd begrijpen van de dingen om zo hun ware aard te tonen. Bijvoorbeeld; “De zwerver“ geprint op glossy papier gemonteerd op foamboard en gepresenteerd als een promotie of reclame item. Waarom werkt het? Ik ben bezig met het uitlichten van tegenstellingen die ik tegen kom in het dagelijkse leven. Door deze in de kunstcontext te plaatsen ontstaat er een paradox. Mijn werk gaat over dingen die ik zie waarin ik duidelijk een miscommunicatie zie en deze wil ik overbrengen in het werk. De miscommunicatie bestaat uit het feit dat de dingen met elkaar gaan communiceren. Ik neem geen stelling in over de consumptiemaatschappij, maar zie er de lol van in. Het gaat in zekere zin over identiteit, miscommunicatie, tegenstellingen, status, waarde. Ik neem ook geen stelling in tegen over de kunstwereld, maar onderzoek deze uit nieuwsgierigheid en onwetendheid.
Houding
“Constructieve Nonchalance”*
*Constructieve Nonchalance is een term van Gijs van Lith, Kunstenaar 2013 Stedelijk Museum s’Hertogenbosch
90
91
STOP
C ONTA C T
92
Christopher Wool, Untitled (2000), © Christopher Wool, Courtesy The Guggenheim Museum
93
Ben ik een conceptueel kunstenaar? Ja ik ben een conceptueel kunstenaar. Nee ik ben geen conceptueel kunstenaar. In onze huidige maatschappij waar kwantiteit en bekendheid de boventoon voeren lijkt de naïviteit voorgoed verloren. Hier is sprake van ‘’extreme transparantie’’, verruwing en vergaande commercialisering. Het is een spel met beeldmerken, overbekende logo’s, beeldelementen en het gebruik van clichés. Het is meer dan een symbool van de tijd waarin wij leven. Het is een voortdurend onderzoek naar en een ondermijning van de onderliggende machtsstructuur die de massacultuur en het alledaagse kenmerken. De machtsrelatie tussen de burger / individu en de maatschappij. Ik geef met mijn werk een kijk op de maatschappij, de massaconsumptie, de identiteitscrisis, het bizarre van het nu en mijn verwondering. Dit doe ik door middel van de herkenbare symbolen, iconen en logo’s. Als er iets prikkelt zijn het wel de afbeeldingen die iedereen kent en herkent, ik gebruik deze overbekende beelden als uitgangspunt voor mijn kunst en geef er mijn eigen draai aan. Ik speel hierbij met de status en het aanzien van deze iconen. Zonder mijn centrale thematiek te verlaten, lijk ik me enigszins af te keren van het clichématige en romantische beeld van de rebel en anti-kunstenaar. Met dit gezegde schuift mijn aandacht toch meer naar de kunstgeschiedenis. Een vraag en wellicht een uitdaging, die hier uit voortvloeit is: hoe behoud ik mijn oprechte verwondering en naïviteit, maar verwerf ik ook diepgang. Mijn werk verkent ideeën over het bewust verkeerd begrijpen van de dingen om zo hun ware aard te tonen. Ik vervorm beelden uit de media, de kunst en het alledaagse leven zodanig, dat een onderzoek naar de macht en status van deze maatschappelijke iconen startpunt is. Hoewel ik aanvankelijk als doel had om via mijn kunst machtsstructuren aan het licht te brengen, bracht ik onbedoeld ook de macht van kunst aan het licht. Ik laat zien dat mijn tegenstellingen die ik in de maatschappij ondervind ook deel uitmaken van mezelf. Mijn werk ontbloot de fijne scheidslijn tussen oppervlakkigheid en diepzinnigheid. Snapshots van mijn gedachten.
94
95
Bibliografie Anywhere, Anywhere out of the world 2014 Philippe Parreno Alles is gekleurd 2011 Joost Zwagerman Artificial hells: participatory art 2006 Claire Bishop Art& Agenda political art and activism 2011 Joseph Heath, Andrew Potter Art theory for beginners 2006 Richard Osborne, Natalie Turner Avant-Garde and Kitsch 1939 Clement Greenberg 100 Artists’ Manifestos. 2011 Alex Danchev DARK SHADOW 1974 Gilbert and George De Circel 2013 Dave Eggers De hybride kunstenaar 2012 Camiel van Winkel Dialogen 1991 Gilles Deleuze Ethiek voor dummies 2010 Christopher Panza Eigenzinnige werelden over de wereld Kunstbeeld nr05 2005 Thomas Hirschhorn Friends & family, wallpaintings and drawings,1983-2003 Lily van der Stokker Het Broodthaers-kabinet van het Groeningemuseum Marcel Broodthaers, te Brugge 1989 Goldwater Jeremy Deller : Joy in people 2012 Ralph Rugoff Laat het lekker los. De invloed van een kunstenaar op zijn eigen werk 2010 Marcel Brosen Magic England 2013 Jeremy Deller Mike Kelley 1999 John Welchman Poepie en Floepie 1997 Lily van der Stokker Paul McCarthy’s lowlife slowlife: tidebox tidebook 2008 Jens Hoffmann Relational aesthetics 2002 Nicolas Bourriaud TRACK : a contemporary city 2012 S.M.A.K. Claire Bishop Thomas Hirschhorn 2004 Benjamin H.D.Buchloh This can’t go on (stay with me) 2007 Erik van Lieshout Tegen de keer Kunstbeeld nr05 2005 Erik Hagoort Uit verveling 2007 Awee Prins
DASHING AND DARING/ C O U R A G E O U S A N D C A R I N G FAITHFUL AND FRIENDLY / WITH STORIES TO SHARE. ALL THROUGH THE FOREST / THEY SING OUT IN CHORUS, MARCHING ALONG, / AS THEIR SONG FILLS THE AIR. G U M M Y B E A R S BOUNCING HERE AND THERE AND
E V E R Y W H E R E .