2005-2006
Status: Goedgekeurd Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni 2004. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven van het kenniscentrum ECABO. Het bestuur van het kenniscentrum ECABO heeft op 1 juli 2005 de goedkeuring van het ministerie van OCW ontvangen. De delen 1 en 2 (blz. 1 t/m 53) geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument, waarin de keuzes van de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 (vanaf blz. 54) zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
Inhoudsopgave DEEL 1
DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL .............................................................................................................. 1
1
ALGEMENE INFORMATIE ............................................................................................................ 1
2
SPECIFIEKE INFORMATIE ........................................................................................................... 2
3
KERNTAKEN ..................................................................................................................................... 4
4
KERNOPGAVEN ............................................................................................................................... 5
5
COMPETENTIEMATRIX ................................................................................................................ 6
DEEL 2
DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING .............................................................................................. 7
6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL ....................... 7
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE12
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA............................................... 13
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL ......................................................................................... 23
9.1 9.2
Kern............................................................................................................................. 23 Uitstroomdifferentiaties .............................................................................................. 23
10
CERTIFICEERBARE EENHEDEN............................................................................................... 24
11
COMPETENTIEMATRIX .............................................................................................................. 25
12
VERANTWOORDINGSDOCUMENT........................................................................................... 26
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7
De onderliggende beroepscompetentieprofielen ......................................................... 27 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel ............................................................ 29 Van beroepscompetentieprofiel(en) naar kwalificatieprofiel...................................... 31 Leer- en burgerschapscompetenties ............................................................................ 32 Borging van de kwaliteit van examinering.................................................................. 34 Doorstroomrechten...................................................................................................... 35 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier ....................................... 36
BIJLAGEN .......................................................................................................................................................... 38 DEEL 3
BRONDOCUMENTEN .................................................................................................................... 54
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid (crebo-code: 90560) 1
ALGEMENE INFORMATIE
datum: 1 juli 2005
versie: 1
Onder regie van
Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO
Ontwikkeld door
ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie in samenwerking met vertegenwoordigers van de branche en het middelbaar beroepsonderwijs
Bron- en referentiedocumenten Beroepscompetentieprofielen: - Medewerker stadstoezicht (9 juni 2004) - Doorstroom politie (4 oktober 2004) Het door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocument Leren en Burgerschap (juni 2004) Raamwerk moderne vreemde talen in het secundair beroepsonderwijs, gebaseerd op de standaard voor Europese taalniveaus (Common European Framework of Reference of Languages; Learning, teaching, assessment, council of Europe, 2001) Verantwoording door/op
Bestuur ECABO d.d. 15 december 2004
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
1
2
SPECIFIEKE INFORMATIE
Korte typering van het kwalificatieprofiel
De beginnende medewerker toezicht en veiligheid houdt toezicht op een juist gebruik van de (semi-) openbare ruimte en is hierbij de eerste professionele schakel in de keten van publieke veiligheid. De werkzaamheden, die vooral op straat plaatsvinden, zijn een combinatie van preventief toezicht houden en service verlenen. De essentie van het beroep bestaat uit het toezien op orde en veiligheid, het informeren en verwijzen van publiek, het optreden bij incidenten, het handhaven van specifieke verordeningen en het ondersteunen bij projecten en evenementen. De medewerker toezicht en veiligheid kan in verschillende contexten (beroepssituaties) opgeleid worden. Bijvoorbeeld binnen de stadswachtorganisaties of bij de politie. Het gaat hierbij altijd om beroepssituaties waarbij toezicht gehouden wordt in de publieke ruimte. Houders van het diploma ‘Medewerker toezicht en veiligheid’ kunnen dus bij diverse toezichthoudende organisaties aan het werk. Als zij solliciteren bij de politie, kunnen via een EVC-procedure bij de initiële politieopleiding vrijstellingen verleend worden. De loopbaanmogelijkheden van de medewerker toezicht en veiligheid: Een medewerker toezicht en veiligheid kan doorgroeien naar de functie van teamleider, reinigingsagent, parkeercontroleur Mulderfeiten etc. Ook is de medewerker goed voorbereid op een studie bij het LSOP voor de volgende kwalificatieniveaus: 2: assistent politiemedewerker 3: politiemedewerker 4: allround politiemedewerker. Afhankelijk van de vooropleiding van de leerling stroomt hij na het goed doorlopen van het selectietraject door naar één van de bovengenoemde niveaus. De verworven competenties bieden voorts een basis om bij andere overheidsinstanties of in de particuliere sector opgeleid te worden in beveiligingsberoepen.
Kwalificatiestructuur
ECABO, zie bijlage 1
Typering en niveau van de kwalificatie
0 assistent z vakman/vakvrouw
Uitstroomdifferentiaties
Geen
Vrije ruimte
De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling.
0 z 0 0 0 middenkaderfunctionaris 0
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveau 4
2
Examinering
De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroepen (BTG’s) van de Bve Raad de Paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De Paritaire commissie kan hierover haar mening geven, maar heeft geen bevoegdheden inzake examinering.
Diploma
Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen uit dit kwalificatieprofiel wordt het diploma Medewerker toezicht en veiligheid toegekend, indien de examinering met een voldoende resultaat is afgerond.
Certificeerbare eenheden
Niet van toepassing
Wettelijke beroepsvereisten
Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
3
3
KERNTAKEN
De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: 1. Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein 2. Informeert en verwijst publiek 3. Treedt op bij incidenten 4. Handhaaft specifieke gemeentelijke verordeningen
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
4
4
KERNOPGAVEN
De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: Kernopgave 1: Toezichthouden versus dienstverlenen De medewerker toezicht en veiligheid staat voor de opgave om bij de uitvoering van zijn taken te bepalen welke houding het meest geschikt is, de dienstverlenende of de toezichthoudende. Indien hij niet de juiste houding inneemt in een bepaalde situatie, zullen betrokkenen zijn optreden mogelijk als inadequaat ervaren. Hierdoor bereikt de medewerker niet het gewenste resultaat. Kernopgave 2: Prioriteiten stellen De medewerker toezicht en veiligheid staat voor de opgave om tijdens het uitvoeren van een taak te beslissen of hij een andere taak meer prioriteit wil geven dan die waarmee hij bezig is. Bepalen van de prioriteit doet hij door de gevolgen van wel of niet handelen in te schatten. Het risico van het verkeerd stellen van prioriteiten is dat de veiligheid van personen of zaken in gevaar komt. Kernopgave 3: Handelen naar bevoegdheid versus handelen buiten bevoegdheid De medewerker toezicht en veiligheid staat voor de opgave om bij tijdsdruk en/of situaties waarbij de gezondheid en veiligheid worden bedreigd te blijven handelen naar zijn bevoegdheid. Hij moet alleen die handelingen verrichten waartoe hij bevoegd is en tijdig assistentie inroepen van de juiste instantie/functionaris. Wanneer hij buiten bevoegdheid handelt kan de beroepsethiek en het imago van het beroep worden aangetast en kan hij strafbaar zijn. Kernopgave 4: Wel of niet ingrijpen bij ongeoorloofd gedrag De medewerker toezicht en veiligheid staat voor de opgave om een juiste inschatting te maken van het gedrag van het publiek, met andere woorden hij moet kunnen inschatten of dit gedrag geoorloofd of ongeoorloofd is. Indien er sprake is van ongeoorloofd gedrag moet hij bepalen of hij dit gedrag toestaat of niet. Een verkeerde keuze kan als gevolg hebben dat de situatie escaleert en/of dat het imago van het beroep wordt geschaad.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
5
5
COMPETENTIEMATRIX
In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kerntaak 1: Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein 2: Informeert en verwijst publiek 3: Treedt op bij incidenten 4: Handhaaft specifieke gemeentelijke verordeningen
Kernopgave 1: Toezichthouden versus dienstverlenen 2: Prioriteiten stellen 3: Handelen naar bevoegdheid versus handelen buiten bevoegdheid 4: Wel of niet ingrijpen bij ongeoorloofd gedrag
Competenties De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze 1. een algemene surveillance uit te voeren 2. gericht toezicht te houden 3. op te treden bij incidenten/calamiteiten 4. verdachten aan te houden 5. conflicten te hanteren 6. eerste hulp te verlenen 7. voorlichting te geven over veel voorkomende criminaliteit 8. publiek te informeren en te verwijzen 9. receptionele/ondersteunende werkzaamheden uit te voeren 10. wet- en regelgeving toe te passen 11. meldingen af te handelen 12. zorg te dragen voor kwaliteit 13. om te gaan met problemen 14. eigen werkzaamheden voor te bereiden 15. veilig en milieubewust te werken 16. te rapporteren over werkzaamheden 17. te communiceren 18. samen te werken 19. om te gaan met agressief/non-coöperatief gedrag 20. beroepscompetenties te ontwikkelen
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
Kerntaak 1
2
3
X X
4
Kernopgave 1
2
3
4
X X X X X X X
X X X
X
X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
X X X X
X X X X X X X
6
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING 6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL
Kerntaak 1: Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein Proces De taak is voornamelijk preventief van aard, maar soms is repressief handelen noodzakelijk. De medewerker toezicht en veiligheid ontvangt instructies en zorgt voor de benodigde hulpmiddelen. Hij houdt toezicht op het juiste gebruik van de openbare weg en openbare ruimten. Hij voert controlerende werkzaamheden uit en ziet toe op het naleven van de algemene en specifieke regelgeving zoals het correct aanbieden van huisvuil en bedrijfsafval en het naleven van milieuvoorschriften en hij streeft hierdoor naar een schone en veilige woon-, werk- en leefomgeving. Hij ziet toe op de onderhoudsstaat van straatmeubilair en andere publieke eigendommen en monitort reparaties. Door preventief toezicht te houden probeert de medewerker (kleine) criminaliteit, kleine ergernissen en vandalisme te voorkomen dan wel terug te dringen Hij signaleert onveilige, ongezonde en afwijkende situaties en treedt indien nodig handelend op. Op basis van zijn bevoegdheden en de prioriteitstelling binnen het team gaat hij over tot het op heterdaad aanhouden van verdachte(n) van een strafbaar feit. De medewerker voert behalve algemene surveillances ook gericht toezicht uit; het toezicht houden gedurende langere tijd op één plek en/of met een specifiek doel, bijvoorbeeld bij evenementen zonder dreigende escalatie. Hij is bekend met en gebruikt dienstuitdrukkingen en stelt algemene en specifieke rapporten op. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker toezicht en veiligheid heeft een uitvoerende rol. Hij werkt uitsluitend in teamverband en is medeverantwoordelijk voor het teamresultaat. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen en de medewerker handelt daarnaar. Complexiteit De medewerker toezicht en veiligheid voert taken uit volgens vastgestelde procedures. Naast de basistaak wordt hij steeds vaker ingezet voor een meer gerichte vorm van toezicht en controle. Deze specifieke controletaken maken het werk complexer. Dit uit zich vooral in het grotere beroep dat wordt gedaan op sociaal communicatieve vaardigheden. Verder wordt bij de uitvoering van deze taken steeds meer creativiteit en zelfstandigheid verwacht. Betrokkenen Leidinggevende(n), collega’s, publiek, medewerkers van overheidsafdelingen/-diensten en hulpdiensten. Hulpmiddelen Schriftelijke instructies, communicatiemiddelen, registratiemiddelen, vervoermiddelen, etc. Kwaliteit van proces en De medewerker toezicht en veiligheid voert op de voorgeschreven resultaat wijze toezicht uit op de openbare weg en in openbare ruimten en kan adequaat handelen, door zelf actie te ondernemen of door hulp in te roepen.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
7
Keuzes en dilemma’s
Strikt uitvoeren van procedures versus tolerantie De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen of hij strikt alle regels handhaaft of dat hij een zekere tolerantie toont ten aanzien van bepaalde regels ten gunste van de leefbaarheid/werkbaarheid. Verkeerde keuzes kunnen de organisatie, het individu en/of derden schade toebrengen. Prioriteiten stellen De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een nog belangrijker activiteit. Overzicht houden De medewerker toezicht en veiligheid moet bepalen welke handelingen hij in welke volgorde uitvoert en mag zich bijvoorbeeld niet verliezen in details.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
8
Kerntaak 2: Informeert en verwijst publiek Proces De medewerker toezicht en veiligheid staat het publiek en bezoekers te woord; hij verstrekt informatie en treedt op als gastheer. Dit doet hij zowel op straat als achter een balie, eventueel in een moderne vreemde taal. Als mensen vragen hebben die hij niet kan beantwoorden verwijst hij ze naar andere personen of instanties of zoekt hij zelf het antwoord op. Hij handelt binnenkomende en uitgaande telefoontjes af, beheert de hem toevertrouwde sleutels en andere materialen, ontvangt en registreert bezoekers en voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit. Hij maakt hierbij gebruik van de beschikbare (ICT-)hulpmiddelen. Hij heeft een servicegerichte houding, en is altijd alert op onregelmatigheden. De medewerker beantwoordt hulpvragen en verwijst mensen door naar de bevoegde instanties. Hij onderhoudt tijdens zijn werk de noodzakelijke contacten met particuliere en overheidsinstellingen. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker toezicht en veiligheid voert de activiteit in teamverband uit en is medeverantwoordelijk voor het teamresultaat. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen en de medewerker toezicht en veiligheid handelt daarnaar. Complexiteit De medewerker toezicht en veiligheid voert eenvoudige procedures uit. Hij heeft echter vaak te maken met onverwachte situaties waarin hij snel en adequaat dient te handelen. Verder is, in geval van een gebrek aan materialen of hulpmiddelen, een improviserend vermogen vereist. Betrokkenen Collega’s, directe begeleiders/teamleiders, leidinggevenden, publiek, medewerkers van overheidsafdelingen/-diensten en hulpdiensten. Hulpmiddelen Schriftelijke instructies, communicatieapparatuur, (stads)plattegronden, ICT-hulpmiddelen, schriftelijke regelgeving, vervoermiddelen, etc. Kwaliteit van proces en De medewerker toezicht en veiligheid voert procedures consequent resultaat uit en weet in situaties waar geen procedures voor zijn adequaat te handelen, door zelf actie te ondernemen of door hulp in te roepen. Keuzes en dilemma’s Afwerken taken versus pro-activiteit De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen of hij bepaalde (extra) dienstverlening biedt of niet.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
9
Kerntaak 3: Treedt op bij incidenten Proces De medewerker toezicht en veiligheid ontvangt meldingen via een centraal meldpunt of constateert zelf een incident. Hij streeft ernaar de materiële en immateriële schade te beperken. Het kan hierbij nodig om de omgeving af te zetten, hulpdiensten op te roepen en te informeren, levensreddende handelingen te verrichten, en (binnen zijn bevoegdheden) personen op heterdaad aan te houden die verdacht worden van een strafbaar feit.Vaak kan de medewerker toezicht en veiligheid gebruik maken van de zogenaamde specifieke instructies. Die zijn er echter niet voor elke situatie en dan moet de medewerker toezicht en veiligheid zelf bedenken wat hij het beste kan doen, rekening houdend met de belangen van de verschillende partijen. De medewerker toezicht en veiligheid beschikt over kennis van de voor zijn werkzaamheden relevante wet- en regelgeving. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker toezicht en veiligheid voert de (specifieke) instructies uit, voor zover aanwezig, voor een bepaald incident. Hij voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt in teamverband en is medeverantwoordelijk voor teamresultaat. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen en de medewerker toezicht en veiligheid handelt daarnaar. Complexiteit De medewerker toezicht en veiligheid kan te maken krijgen met hectische situaties waarin hij rustig moet blijven en daadkrachtig moet optreden. Hij moet ondanks de hectiek gegevens kunnen aanleveren die nodig zijn voor een proces-verbaal of voor de eigen verslaglegging binnen de organisatie. Sociaal-communicatieve vaardigheden zijn van groot belang bij het omgaan met agressie. Betrokkenen Leidinggevende(n), collega’s, publiek, medewerkers van overheidsafdelingen/-diensten en hulpdiensten. Hulpmiddelen Schriftelijke instructies, communicatieapparatuur, vervoermiddelen, etc. Kwaliteit van proces en De medewerker toezicht en veiligheid voert procedures en instructies resultaat consequent uit en weet in situaties waar geen procedures voor zijn adequaat te handelen, dan wel door zelf actie te ondernemen dan wel door hulp in te roepen. Keuzes en dilemma’s Afwerken taken versus pro-activiteit De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen of hij bepaalde (extra) dienstverlening biedt of niet. Strikt uitvoeren van procedures versus tolerantie De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen of hij strikt alle regels handhaaft of dat hij een zekere tolerantie toont ten aanzien van bepaalde regels ten gunste van de leefbaarheid/werkbaarheid. Verkeerde keuzes kunnen de organisatie, het individu en/of derden schade toebrengen. Prioriteiten stellen De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een nog belangrijker activiteit.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
10
Kerntaak 4: Handhaaft specifieke gemeentelijke verordeningen Proces De taak is repressief van aard en betreft het ondernemen van actie bij constatering van een overtreding van specifieke (gemeentelijke) verordeningen. De medewerker toezicht en veiligheid ontvangt meldingen via een centraal meldpunt of stelt de overtreding zelf vast. Hij is er verantwoordelijk voor dat vervolgacties juist worden ingezet; hij is een schakel in de handhavingsketen. Vaak kan de medewerker toezicht en veiligheid gebruik maken van de zogenaamde specifieke instructies. Die zijn er echter niet voor alle situaties en dan moet de medewerker toezicht en veiligheid zelf bedenken wat hij het beste kan doen, rekening houdend met de belangen van de verschillende partijen. De medewerker toezicht en veiligheid beschikt over kennis van relevante verordeningen etc. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker toezicht en veiligheid voert de (specifieke) instructies uit voor een bepaalde overtreding van een APV. Hij voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt in teamverband en is daarbij medeverantwoordelijk voor het teamresultaat. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen waarnaar de medewerker toezicht en veiligheid handelt. Complexiteit De medewerker toezicht en veiligheid moet overzicht bewaren en rustig en voortvarend handelen. Hij mag zich niet te veel op details richten maar moet snel overzicht krijgen over de situatie, bepalen wat er moet gebeuren en die activiteiten in de meest doeltreffende volgorde afwerken. Als regels niet duidelijk zijn dan moet de medewerker bepalen of hij naar de geest of naar de letter van de regels handelt. Hij moet achteraf in staat zijn te reproduceren/rapporteren wat hij gedaan heeft en waarom. Deze gegevens kunnen nodig zijn voor een proces-verbaal of voor de eigen verslaglegging binnen de organisatie. Betrokkenen Leidinggevende(n), collega’s, medewerkers basispolitiezorg, publiek, medewerkers van overheidsafdelingen/-diensten, medewerkers hulpdiensten. Hulpmiddelen Schriftelijke instructies, communicatiemiddelen, registratiemiddelen, pc, APV. Kwaliteit van proces en De medewerker toezicht en veiligheid voert procedures en instructies resultaat consequent uit en weet in situaties waar geen procedures voor zijn adequaat te handelen, dan wel door zelf actie te ondernemen dan wel door hulp in te roepen. Keuzes en dilemma’s Strikt uitvoeren van procedures versus tolerantie De medewerker toezicht en veiligheid moet afwegen of hij strikt alle regels handhaaft of dat hij een zekere tolerantie toont ten aanzien van bepaalde regels ten gunste van de leefbaarheid/werkbaarheid. Verkeerde keuzes kunnen de organisatie schade toebrengen. Handelend optreden versus eigen veiligheid Bij incidenten moet de medewerker toezicht en veiligheid bepalen wanneer hij ingrijpt en wanneer niet, rekening houdend met de veiligheid. Overzicht houden De medewerker toezicht en veiligheid moet bepalen welke handelingen hij in welke volgorde uitvoert en hij mag zich bijvoorbeeld niet verliezen in details.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
11
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE
Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
12
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA
Verklaring van de gebruikte coderingen: L E N S C O P
leercompetentie economische burgerschapscompetentie normatieve burgerschapscompetentie sociale burgerschapscompetentie culturele burgerschapscompetentie organisatorische burgerschapscompetentie politieke burgerschapscompetentie
Beroepscompetentie 1 (VM)
Uitvoeren van algemene surveillance De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze een algemene surveillance uit te voeren ter bevordering van de orde en veiligheid in het publiek domein.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 2 (VM)
Woont briefings bij Stelt zich op de hoogte van ontwikkelingen in zijn zorggebied Verzamelt benodigde hulpmiddelen en controleert deze Signaleert op alerte wijze onregelmatigheden en overtredingen Spreekt personen aan op ongewenst gedrag en corrigeert overtreders Voert acties uit ter voorkoming van onregelmatigheden en overtredingen Verleent hulp en schakelt andere instanties in Onderhoudt via verbindingsmiddelen contact met de centrale meldkamer Handelt servicegericht en hulpvaardig Een correct uitgevoerde surveillance waarbij adequaat is gereageerd op (mogelijke) onregelmatigheden en overtredingen Houden van gericht toezicht De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze toezicht uit te oefenen ter realisatie van een vooraf bepaalde doelstelling.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Stelt zich op de hoogte van de doelstelling en ontvangt instructies Leest de relevante wet- en/of regelgeving die hem wordt aangereikt Voert de instructies uit Signaleert en meldt ook onregelmatigheden die buiten de doelstelling van de gerichte surveillance vallen Een correct uitgevoerde surveillance waarbij de doelstelling wordt gehaald
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
13
Beroepscompetentie 3 (VM)
Optreden bij incidenten en calamiteiten De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze op te treden bij incidenten/calamiteiten die de openbare orde en veiligheid (dreigen te) verstoren, ter bevordering van de orde en veiligheid in het publiek domein.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 4 (VM)
Neemt maatregelen om de schade te beperken rekening houdend met eigen veiligheid (zoals plaatsen en bemensen van afzettingen, omleiden verkeer) Waarborgt de veiligheid van het publiek bv. door (gedeeltelijke) ontruiming Waarschuwt indien nodig hulpdiensten, houdt de weg vrij en vangt de hulpdiensten op Communiceert met meldkamer, collega’s, hulpdiensten, betrokkenen Rapporteert mondeling/schriftelijk in correct Nederlands volgens instructies Heeft een bijdrage geleverd aan het beperken van de materiële en immateriële schade en de veiligheid van het publiek Betrouwbare rapportages en ingevulde standaardformulieren, ten dienste van de eigen organisatie en van derden De juiste hulp is op tijd geboden Aanhouden van verdachten De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze verdachte(n) aan te houden of te doen aanhouden ter bevordering van de orde en veiligheid in het publiek domein.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Stelt vast of er juridisch grond is om aan te houden Informeert back-up Zorgt voor veiligheid van zichzelf, de aangehoudene(n) en anderen Kiest een goed moment om aan te houden Houdt verdachte(n) aan, neemt eventueel goederen in beslag en draagt verdachte(n) en in beslag genomen goederen over volgens voorschrift Reageert adequaat op agressief gedrag Rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies Heeft een bijdrage geleverd aan de veiligheid van zichzelf, de aangehoudene(n) en anderen De aanhouding is rechtmatig, er komen geen gegronde claims binnen Betrouwbare rapportages en ingevulde standaardformulieren, ten dienste van de eigen organisatie en van derden
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
14
Beroepscompetentie 5 (VM)
Hanteren van conflicten De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze conflicten te hanteren en om te gaan met agressie, ter bevordering van de orde en veiligheid in het publiek domein.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 6 (VM)
Signaleert ongewenst gedrag of wordt erop geattendeerd Analyseert de ernst van de situatie Verzoekt indien nodig om assistentie Verleent assistentie aan collega’s op verzoek of op eigen initiatief Bepaalt de juiste procedure en past deze toe Herkent het wanneer een persoon onder invloed is van stimulerende of verdovende middelen zoals alcohol Het conflict is rustig en adequaat behandeld; er is niet meer onrust ontstaan dan nodig Verlenen van eerste hulp De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze hulp te verlenen bij ongevallen en zo nodig levensreddende handelingen te verrichten.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat Beroepscompetentie 7 (VM)
Controleert de situatie op gevaar voor zichzelf en anderen en zorgt ervoor dat er niet meer slachtoffers vallen Biedt adequaat hulp volgens procedures Houdt toezicht op de situatie en roept zo nodig hulp in Informeert relevante personen Rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies De juiste hulp is op tijd geboden Geven van voorlichting over veel voorkomende criminaliteit De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze voorlichting te geven over veelvoorkomende criminaliteit.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Verzamelt informatie via relevante informatiebronnen Informeert zich over voorgeschreven procedures Geeft voorlichting aan publiek/betrokkenen, gebruikmakend van bestaand voorlichtingsmateriaal Doelmatig verstrekte voorlichting over veelvoorkomende criminaliteit
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
15
Beroepscompetentie 8 (VM)
Informeren en verwijzen van publiek De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze publiek in het publiek domein te informeren en indien nodig te verwijzen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat Beroepscompetentie 9 (VM)
Staat mensen met vragen te woord en stelt zich dienstverlenend op Beantwoordt vragen en verwijst indien nodig naar publicaties of personen Raadpleegt relevante informatiebronnen Hoort klachten aan en verwijst indien nodig door Spreekt correct Nederlands en tenminste één moderne vreemde taal Wijst de weg met behulp van plattegronden of andere hulpmiddelen Een juist geïnformeerd of doorverwezen publiek Uitvoeren van receptionele/ondersteunende werkzaamheden De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze receptionele werkzaamheden uit te voeren ter ondersteuning van de toezichthoudende taken.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 10 (VM)
Handelt binnenkomende en uitgaande telefoontjes correct af Beheert materialen volgens vastgestelde procedures Ontvangt en registreert bezoekers en wijst bezoekers de weg Handelt verzoeken van mensen die zich bij de receptie vervoegen op correcte en representatieve wijze af Maakt doeltreffend gebruik van de beschikbare (ICT-)hulpmiddelen Hanteert de juiste gesprekstechnieken Spreekt correct Nederlands en tenminste één moderne vreemde taal Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit Signaleert onregelmatigheden en meldt deze volgens instructies Klantvriendelijke telefoonbeantwoording en ontvangst van bezoekers conform bedrijfsregels en etiquette Een kloppende administratie Toepassen van wet- en regelgeving De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze relevante wet- en regelgeving toe te passen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Herkent verdachte situaties en houdt wanneer hij optreedt rekening met zijn wettelijke bevoegdheden Stelt vast of er een huisregel of wettelijk voorschrift wordt overtreden en zo ja, welk(e) Hanteert de juiste delictsomschrijving De medewerker toezicht en veiligheid heeft voor de uitvoering van de taak relevante wet- en regelgeving correct toegepast
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
16
Beroepscompetentie 11 (VM)
Afhandelen van meldingen De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze ontvangen meldingen af te handelen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 12 (BOS)
Noteert de melding op een daarvoor bestemd formulier en controleert deze inhoudelijk en taalkundig Onderzoekt de melding Handelt de melding zelf af of schakelt een andere instantie in Rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies Koppelt informatie terug aan de melder Gebruikt de juiste ICT-toepassingen Een afgehandelde melding conform de geldende procedures De melder ervaart de verkregen informatie als correct en volledig Zorgdragen voor kwaliteit De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een goede werkuitvoering en een goede kwaliteit van het af te leveren werk.
Beheersingscriteria gericht op het proces N Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever Komt gemaakte afspraken na N Gaat efficiënt en kostenbewust om met materialen, tijd en energie N Doet voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van het werk N Signaleert fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werkproces en dat van anderen en informeert leidinggevende daarover Signaleert onvolkomenheden in de instructies N Spreekt anderen aan op fouten, verstoringen en afwijkingen O Plant en regelt de eigen activiteiten binnen de gestelde kaders Gaat correct met vertrouwelijk informatie om Reageert assertief en discreet op vragen en verzoeken die de belangen van de organisatie en de privacy van personen kunnen bedreigen Vertrouwelijke informatie is volgens de geldende regels en Resultaat procedures behandeld, waarbij geen informatie aan personen of organisaties is verstrekt die de belangen van de organisatie en de privacy van personen schaadt Een goede kwaliteit van het afgeleverde werk
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
17
Beroepscompetentie 13 (BOS)
Omgaan met problemen De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze met problemen om te gaan, zodat deze verholpen worden en indien mogelijk in de toekomst voorkomen worden.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N O O N Resultaat Beroepscompetentie 14 (BOS)
Signaleert het probleem Brengt het probleem in kaart Onderzoekt mogelijke oorzaken Raadpleegt zo nodig collega’s of leidinggevende Gebruikt protocollen en/of handboek kwaliteitszorg Meldt problemen bij de leidinggevende Brengt samen met de leidinggevende oplossingen in kaart Plant en regelt binnen de gestelde kaders eigen activiteiten Situeert samen met de leidinggevende het eigen handelen in het grotere geheel Weegt mogelijke oplossingen af rekening houdend met belangen en normen van anderen en kiest de meest geschikte oplossing Verhelpt indien mogelijk het probleem m.b.v. de gekozen oplossing Het probleem is verminderd, beheersbaar gemaakt of verholpen Voorbereiden eigen werkzaamheden De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt kan worden uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces
N O N N N Resultaat
Stelt zich op de hoogte van de opdracht Verzamelt alle relevante informatie Beoordeelt de werksituatie Houdt rekening met mogelijke knelpunten Verdeelt zo nodig de werkzaamheden en let daarbij op de kwaliteiten van de medewerker Toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid en verantwoordelijkheid Stemt de aanpak van werkzaamheden zo nodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen Gaat efficiënt en zorgzaam om met materialen Handelt binnen het raamwerk van de wet- en regelgeving rondom veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Een goed voorbereide werkopdracht
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
18
Beroepscompetentie 15 (BOS/SC)
Veilig en milieubewust werken De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden te werken zodat het werk verantwoord wordt uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties Meldt onveilige situaties Meldt/doet suggesties bij niet-milieubewust handelen Het werk is conform de richtlijnen/voorschriften voor veiligheid, Resultaat milieu en arbeidsomstandigheden uitgevoerd Beroepscompetentie 16 (SC)
Rapporteren over werkzaamheden De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze mondeling en schriftelijk te rapporteren, zodat alle belanghebbenden doelmatig worden geïnformeerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N
Resultaat
Bepaalt welke informatie wel en welke niet van belang is om vast te leggen Bepaalt welke informatie relevant is voor degene aan wie hij rapporteert en stemt taalgebruik daarop af Geeft duidelijke en complete informatie, die ook fraude voorkomt Gebruikt de gebruikelijke vaktermen Verzamelt informatie en controleert gegevens op juistheid Verwerkt informatie c.q. stelt rapporten, verslagen en dergelijke op met gebruikmaking van rapportageformats Communiceert in correct Nederlands en in tenminste één moderne vreemde taal, zowel formeel als informeel Rapporteert/geeft informatie in correct Nederlands Gebruikt zo nodig de juiste ICT-toepassingen, communicatiemiddelen en/of andere middelen Informatieverstrekking volgens de geldende regels en procedures en in correct Nederlands/een moderne vreemde taal Alle belanghebbenden zijn adequaat geïnformeerd
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
19
Beroepscompetentie 17 (SC)
Effectief communiceren De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze te communiceren bij de uitvoering van controlerende en toezichthoudende taken.
Beheersingscriteria gericht op het proces
N/C N C N C N O O Resultaat
Schat een situatie in Handelt op een manier die past bij de situatie Hanteert een passende gesprekstechniek Gebruikt argumenten en geeft informatie om mensen tot gedragsverandering te motiveren Blijft respectvol, straalt overwicht uit en blijft assertief Herkent normafwijkend gedrag en reageert hierop adequaat Hanteert correcte omgangsvormen Stemt de communicatiestijl af op de ander en op de situatie Spreekt helder en duidelijk (Nederlands en een moderne vreemde taal) Let op non-verbale communicatie (intercultureel) Toont respect voor andere gewoonten Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende Probeert beheerst om te gaan met eigen gevoelens Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen De mensen reageren volgens de aanwijzingen van de medewerker toezicht en veiligheid Adequaat geïnformeerde betrokkenen Mensen zijn op respectvolle wijze benaderd
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
20
Beroepscompetentie 18 (SC)
Samenwerken De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze samen te werken zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N Past zich aan de bedrijfscultuur aan Maakt werkafspraken met collega’s S Komt gemaakte werkafspraken na Neemt deel aan (werk)overleg, briefings of werkoverdracht Stemt gedrag en presentatie af op de relaties Stelt zich coöperatief, flexibel en dienstverlenend op S/O Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen S/O Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken O/N Geeft feedback aan collega’s O/N Vraagt om feedback van collega’s O Geeft aan wanneer werkdruk te hoog is N Stelt het gemeenschappelijke resultaat van het team centraal N Spreekt anderen aan op hun handelen C/N Gaat respectvol om met mensen van andere disciplines, houdt rekening met de werkzaamheden van derden en overlegt bij eventuele problemen Ondersteunt zo nodig collega’s bij het uitvoeren van het werk en is tegelijk voldoende assertief Vraagt op het juiste moment hulp of advies van anderen of de leidinggevende Stelt de leidinggevende op tijd op de hoogte van vorderingen/ resultaten Draagt werkzaamheden waarvoor hij niet bevoegd is over aan anderen of aan leidinggevende De medewerker toezicht en veiligheid heeft een bijdrage geleverd aan Resultaat het doelmatig uitvoeren van de opdracht, en heeft rekening gehouden met ieders bevoegdheden en deskundigheden De medewerker toezicht en veiligheid functioneert effectief en efficiënt binnen een team
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
21
Beroepscompetentie 19 (SC)
Omgaan met agressief en/of non-coöperatief gedrag De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze om te gaan met personen die agressief en/of non-coöperatief gedrag vertonen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 20 (ON)
Beoordeelt de situatie en schat in wat de oorzaak is van het storende gedrag Treedt deëscalerend op Past conflicthanterende maatregelen toe Stelt grenzen aan verbaal geweld Treedt zelfverzekerd op en voorkomt extra spanning Handelt volgens de geldende regels en procedures Houdt rekening met eigen veiligheid Een gedeëscaleerde situatie, waarbij adequaat is omgegaan met agressief en/of non-coöperatief gedrag Ontwikkelen van beroepscompetenties De medewerker toezicht en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende de loopbaan te ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep.
Beheersingscriteria gericht op het proces
N L O O Resultaat
Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en nog niet goed gaat Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen Vraagt op eigen initiatief en gericht naar de kwaliteit van uitgevoerde werkprocessen en geleverde prestaties Gaat in geval van kritische opmerkingen niet direct in de verdediging Staat open voor de mening van anderen Volgt cursussen en trainingen op gemotiveerde wijze Leest door de werkgever verschafte informatie Volgt in de media ontwikkelingen op het eigen vakgebied Formuleert mening over eigen beroep Toont motivatie om te leren Toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid en verantwoordelijkheid Deelt kennis en ervaring met anderen Heldere verbeterpunten voor het eigen functioneren Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties Uitgezette leeractiviteiten onder leiding van de leidinggevende passend bij situatie en leeromgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
22
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL
9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid is de volgende inhoud van de kern vastgesteld. Kern De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern: 1, 2, 3, 4 Kerntaken Kernopgaven
1, 2, 3, 4
Competenties
1 t/m 20
9.2 UITSTROOMDIFFERENTIATIES Geen
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
23
10 CERTIFICEERBARE EENHEDEN Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
24
11 COMPETENTIEMATRIX Zie competentiematrix, hoofdstuk 5
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
25
12 VERANTWOORDINGSDOCUMENT De verantwoording bij het kwalificatieprofiel heeft tot doel de opbouw van het kwalificatieprofiel en de wijze van totstandkoming toe te lichten en te verantwoorden. Het Verantwoordingsdocument heeft twee functies: - het is een verantwoording van de stappen die zijn gezet bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat een toetsing door derden mogelijk is; - het is een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat voor gebruikers inzichtelijk wordt wat er wel en niet in het kwalificatieprofiel is opgenomen en waarom die keuzes zijn gemaakt. In de verantwoording worden zeven onderdelen behandeld: 12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen 12.2 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel 12.3 Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel 12.4 Leer- en burgerschapscompetenties 12.5 Borging van de kwaliteit van examinering 12.6 Doorstroomrechten 12.7 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier. De zeven onderdelen worden in de navolgende paragrafen verder uitgewerkt.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
26
12.1
DE ONDERLIGGENDE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
Namen van de gebruikte beroepscompetentieprofielen De verwantschap tussen de gebruikte beroepscompetentieprofielen Afbakening ten opzichte van andere beroepscompetentieprofielen Consequenties verwantverklaring voor de beroepspraktijkvorming Beschikbaarheid BPV-plaatsen
Namen van de gebruikte beroepscompetentieprofielen Voor het opstellen van het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid is gebruik gemaakt van de beroepscompetentieprofielen (BCP’s) Medewerker stadstoezicht en Doorstroom politie. In 2004 heeft de Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht het beroepscompetentieprofiel Medewerker stadstoezicht gelegitimeerd en de Politieacademie het beroepscompetentieprofiel Doorstroom Politie. De verwantschap tussen de gebruikte beroepscompetentieprofielen Uit de vergelijking blijkt dat de BCP’s Medewerker stadstoezicht en Doorstroom politie zich richten op het houden van toezicht in het publieke domein. Het beroepscompetentieprofiel Assistent toezichthouder richt zich hier ook op, alleen op een lager niveau. De assistent stadstoezicht assisteert bij het toezicht houden in het publieke domein. Het BCP is opgenomen in een apart kwalificatieprofiel omdat het KP twee functies heeft. Enerzijds is er arbeidsmarktrelevantie voor een assistentenfunctie bij stadstoezicht, anderzijds heeft het KP een maatschappelijke functie; de assistent oriënteert zich op een toezichthoudend/beveiligend beroep. Dit tweede aspect is er de reden van dat het BCP niet is verwerkt tot één KP Toezicht en veiligheid. Dat zou namelijk de indruk wekken dat voor de assistent alleen doorstroming binnen het publieke domein gewenst zou zijn. De beide onderliggende BCP’s vertonen grote verwantschap op het niveau van de kerntaken. Binnen de twee kerntaken uit het BCP Doorstroom politie ‘Optreden in publiek domein’ en ‘Informeren en communiceren met externe relaties’ zijn de werkzaamheden gelijk aan de eerste drie kerntaken (toezien op orde en veiligheid, informeren en verwijzen van publiek en optreden bij incidenten) van het BCP Medewerker stadstoezicht. In het BCP Medewerker stadstoezicht zijn de processen echter gedetailleerder en meer op het beroep toegeschreven. Kerntaak 4 en 5 (resp. handhaven van specifieke gemeentelijke verordeningen en ondersteunen bij projecten en evenementen) van het BCP Medewerker stadstoezicht zijn niet in het BCP van Doorstroom politie opgenomen, maar kunnen door de politie wel uitgevoerd worden en zijn daarom opgenomen in het kwalificatieprofiel. Kerntaak 5 is verwerkt in kerntaak 1. Ook op competentieniveau is er veel overlap. Bijlage 2 bevat een overzicht van de vergelijking tussen de BCP’s Medewerker stadstoezicht en Doorstroom politie. In dit kwalificatieprofiel is het BCP Medewerker stadstoezicht als basis gebruikt omdat dit BCP arbeidsmarktrelevant is, dit in tegenstelling tot het BCP Doorstroom politie dat maatschappelijk relevant is. Afbakening ten opzichte van andere beroepscompetentieprofielen Binnen de sector Orde en veiligheid zijn er meerdere BCP’s die qua inhoud overlap vertonen met de BCP’s Medewerker stadstoezicht en Doorstroom politie zoals bijvoorbeeld Beveiliger. Bij het BCP Beveiliger staan ook de taken surveilleren, controleren, optreden bij incidenten en calamiteiten en het service verlenen centraal. De reden waarom beveiliging en stadstoezicht en doorstroom politie niet in één KP zijn verwerkt is dat er voor de Beveiligingsopleidingen aanvullende eisen1 gelden, zoals de kwaliteit bevorderende dienstverlening (KBD), legitimatiebewijzen en het SVPB-examen. Het verenigen van deze BCP’s in één KP is om deze redenen niet wenselijk. 1
Deze eisen zijn beschreven in de Wet en de Regelgeving particuliere beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (WPBR, RPBR).
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
27
Consequenties verwantverklaring voor de beroepspraktijkvorming Het samenvoegen van de twee BCP’s tot één KP zal geen negatieve gevolgen hebben voor de beroepspraktijkvorming. De medewerker toezicht en veiligheid kan in verschillende contexten (beroepssituaties) opgeleid worden. Bijvoorbeeld binnen de stadswachtorganisaties of bij de politie. Het gaat hierbij altijd om beroepssituaties waarbij toezicht gehouden wordt in de publieke ruimte. Beschikbaarheid BVP-plaatsen De beschikbaarheid van BPV-plaatsen heeft betrekking op zowel de kwantiteit als de kwaliteit. Sinds de invoering van de WEB zijn de activiteiten er vooral op gericht te zorgen voor voldoende BPV-plaatsen. In het bedrijvenregister zijn bedrijven opgenomen voor toezichthoudende beroepen. Er zal nader moeten worden bepaald welke bedrijven als leerbedrijf voor Medewerker toezicht en veiligheid kunnen fungeren. Het bedrijvenregister is te raadplegen via www.ecabo.nl. Volgens het laatste arbeidsmarktonderzoek, Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2004 - 2005 van 1 oktober 2004 zijn er in kwantitatieve zin voldoende bedrijven beschikbaar. Door de invoering van competentiegericht onderwijs zal in kwalitatieve zin meer van het bedrijfsleven verwacht worden. In de examenpraktijk zal de betrokkenheid van het bedrijfsleven toenemen bij de beoordeling van de deelnemer. Voor ECABO zal dan ook de komende jaren de kwaliteit centraal staan in de accreditatie en beoordeling van leerbedrijven.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
28
12.2
NAAM EN STRUCTUUR VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Korte omschrijving van het kwalificatieprofiel, naam van het diploma, typering en niveau van de kwalificatie Relatie tussen de competenties, de kerntaken, kernopgaven en beroepscontext Eventuele uitstroomdifferentiaties Eventuele certificeerbare eenheden
Korte omschrijving van het kwalificatieprofiel, naam van het diploma, typering en niveau van de kwalificatie De beginnende medewerker toezicht en veiligheid houdt toezicht op een juist gebruik van de (semi-) openbare ruimte en is hierbij de eerste professionele schakel in de keten van publieke veiligheid. De werkzaamheden, die vooral op straat plaatsvinden, zijn een combinatie van preventief toezicht houden en service verlenen. De essentie van het beroep bestaat uit het toezien op orde en veiligheid, het informeren en verwijzen van publiek, het optreden bij incidenten en het handhaven van specifieke verordeningen. De medewerker toezicht en veiligheid kan in verschillende contexten (beroepssituaties) opgeleid worden. Bijvoorbeeld binnen de stadswachtorganisaties of bij de politie. Het gaat hierbij altijd om beroepssituaties waarbij toezicht gehouden wordt in de publieke ruimte. Houders van het diploma ‘Medewerker toezicht en veiligheid’ kunnen dus bij diverse toezichthoudende organisaties aan het werk. Het niveau van het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid is niveau 2. Deze vakman/vakvrouw voert taken uit in teamverband en is medeverantwoordelijk voor het teamresultaat. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen die de medewerker toezicht en veiligheid moet waarmaken. De medewerker toezicht en veiligheid voert taken uit volgens vastgestelde procedures. Onverwachte situaties waarbij een beroep wordt gedaan op bijvoorbeeld sociaal communicatieve vaardigheden maken het werk complexer. Wat betreft het vereiste instroomniveau en de duur van de opleiding verwijzen wij naar dat wat hierover is vastgelegd in de WEB en in de wettelijke doorstroomregeling vmbo-beroepsonderwijs. Indien een deelnemer over relevante werkervaring beschikt of een hogere vooropleiding heeft, zal hij de opleiding versneld kunnen doorlopen. Op basis van de inhoudelijke bespreking (en conclusies daarover) van de verschillende onderdelen van het kwalificatieprofiel in de expertmeetings, is de Paritaire commissie van mening dat het kwalificatieprofiel binnen de voor het betreffende diplomaniveau nominale studieduur van 2 leerjaren in een onderwijsprogramma kan worden uitgevoerd. Relatie tussen de competenties, de kerntaken, kernopgaven en beroepscontext Het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid bestaat uit vier kerntaken en vier kernopgaven. De kerntaken zijn: - Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein - Informeert en verwijst publiek - Treedt op bij incidenten - Handhaaft specifieke gemeentelijke verordeningen De kernopgaven zijn: - Toezichthouden versus dienstverlenen - Prioriteiten stellen - Handelen naar bevoegdheid versus handelen buiten bevoegdheid - Wel of niet ingrijpen bij ongeoorloofd gedrag Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
29
De kerntaken, kernopgaven en competenties zijn grotendeels overgenomen uit de onderliggende beroepscompetentieprofielen. Uitstroomdifferentiaties Voor het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid zijn geen uitstroomdifferentiaties vastgesteld. De overlap tussen de beide onderliggende BCP’s is zo groot dat een uitstroomdifferentiatie geen toegevoegde waarde heeft voor de arbeidsmarkt. Certificeerbare eenheden Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
30
12.3
VAN BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL(EN) NAAR KWALIFICATIEPROFIEL
Toelichting op de vertaling van de beroepsbeschrijving, (verrijkte) kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties Toelichting op de vertaling van de succescriteria
Toelichting op de vertaling van de beroepsbeschrijving, kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties De kerntaken, competenties en beheersingscriteria uit de beroepscompetentieprofielen zijn grotendeels overgenomen in het kwalificatieprofiel. Wijzigingen in kerntaken en competenties zijn voortgekomen uit de expertmeetings van 16 juni en 29 juni 2004. De deelnemers aan de expertmeetings vonden het kwalificatieprofiel herkenbaar voor niveau 2. Aanvullend hierop werd aangegeven dat dit niveau nu nog niet altijd gehaald wordt maar dat dit wel het niveau is waar opdrachtgevers in de toekomst naar toe willen werken. De opdrachtgevers vragen dit niveau van de beginnende beroepsbeoefenaren. Inhoudelijk zijn een aantal wijzigingen op competentieniveau voorgesteld. Deze wijzigingen lagen vooral op het vlak van verantwoordelijkheid: zelf alles afhandelen of inzetten van juiste vervolgacties. De experts zijn van mening dat de medewerker toezicht en veiligheid moet worden gezien als schakel in de handhavingsketen. De experts gaven aan dat er behoefte is om de relevante wet- en regelgeving, waaraan op competentieniveau gerefereerd wordt, nader uit te werken in ondersteunende documenten. Toelichting op de vertaling van de succescriteria Er heeft een vertaalslag plaatsgevonden van succescriteria naar beheersingscriteria (van vakvolwassen naar beginnend beroepsbeoefenaar). De succescriteria uit de beroepscompetentie-profielen zijn grotendeels overgenomen, maar op een aantal punten zijn de criteria na raadpleging van de experts (expertmeeting d.d. 16 en 29 juni 2004) aangepast aan de eisen die aan een beginnend beroepsbeoefenaar worden gesteld.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
31
12.4
LEER- EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIES
De leer- en burgerschapscompetenties uit het brondocument Leren en Burgerschap zijn geïntegreerd in de beroepscompetenties van dit kwalificatieprofiel. Bij het integreren van leer- en burgerschapscompetenties in beroepscompetenties zijn de volgende stappen genomen: - Voor zover mogelijk is gebruik gemaakt van de landelijke set van niet vakmatige beroepscompetenties (Sets van beroepscompetenties, 2 juni 2004) waarin middels de methodiek van schering en inslag de leer- en burgerschapscompetenties zijn opgenomen. De leer- en burgerschapscompetenties zijn hierbij reeds vertaald naar beroepssituaties. In een schema wordt duidelijk gemaakt hoe deze vertaalde criteria gerelateerd zijn aan de succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap. Zo wordt optimaal voldaan aan het integreren van het brondocument in de kwalificatieprofielen. Een bijkomend voordeel is dat op deze wijze de transparantie van de ECABO-kwalificatieprofielen wordt vergroot aangezien de niet vakmatige competenties; daar waar ze dezelfde strekking hebben, overeenkomstig geformuleerd zijn. Wel kunnen beroepsspecifieke verschillen bestaan die zich uiten in de beheersingscriteria. - De succescriteria die ten behoeve van de leer- en burgerschapscompetenties zijn ontwikkeld, zijn vergeleken met de beheersingscriteria van de beroepscompetenties. - Het beroepshandelen vormt het uitgangspunt om te bepalen of de succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap de beroepscompetenties kunnen verrijken. Proces en resultaat van een beroepscompetentie vormen een samenhangend geheel. Integratie van succescriteria uit het brondocument in de beroepscompetentie is gewenst wanneer het past in de samenhang van proces en resultaat en daar waar mogelijk een versterking van is. Elk kwalificatieprofiel is hierop gescreend. - Vervolgens is vastgesteld welke succescriteria uit het brondocument niet geïntegreerd kunnen worden in de beroepscompetenties. - De succescriteria uit het brondocument die niet volgens de methodiek van schering en inslag kunnen worden geïntegreerd in de beroepscompetenties zijn apart benoemd en in categorieën ondergebracht. Een overzicht hiervan is als bijlage in dit kwalificatiedossier opgenomen. De beheersingscriteria van de burgerschapscompetenties zijn niet altijd inpasbaar in de beroepscompetenties. De waarde van de niet inpasbare leer- en burgerschapscompetenties is echter evident en deze competenties zullen derhalve op een andere wijze vorm moeten krijgen in het onderwijs. Het brondocument Leren en Burgerschap is onderdeel van dit kwalificatiedossier. In juni 2005 heeft het Colo coördinatiepunt te kennen gegeven eraan te hechten dat alle succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap in de kwalificatiedossiers worden opgenomen. ECABO zal deze wens van het coördinatiepunt voor 15 december 2005 uitvoeren en daarbij inzichtelijk maken hoe de competenties uit Leren en Burgerschap verweven zijn met de competenties in de kwalificatiedossiers en tevens voor het coördinatiepunt controleerbaar en transparant maken dat alle succescriteria zijn verwerkt. Taalcompetenties Voor wat betreft het benoemen van de taalcompetenties is ook gekozen voor een beroepsmatige invalshoek. Beoordeeld is hoe taalvaardigheden, zoals beschreven in de beroepscompetenties, zich verhouden tot de niveaubeschrijvingen in het ‘Raamwerk moderne vreemde talen in het secundair beroepsonderwijs’ gebaseerd op de standaard voor Europese taalniveaus (‘Common European Framework of Reference of Languages; Learning, teaching, assessment, Council of Europe, 2001’). De medewerker toezicht en veiligheid is, met betrekking de eerste moderne vreemde taal, in staat gesprekken te voeren op niveau A2 (Raamwerk MVT). Dit heeft betrekking op de competenties 16 en
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
32
17. Gekozen is voor één moderne vreemde taal omdat de beroepspraktijk niet meer talenkennis vereist en om de doorstroom vanuit lagere niveaus van het mbo niet te blokkeren. De vertegenwoordigers van onderwijs en beroepenveld hebben tijdens de expertmeetings aangegeven dat voor dit kwalificatieprofiel één moderne vreemde taal volstaat. Ook het bestuur van de Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht en het College van Bestuur van de Politieacademie zijn deze mening toegedaan.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
33
12.5
BORGING VAN DE KWALITEIT VAN EXAMINERING
Wanneer de samenhang tussen kerntaak (beschrijving van werkprocessen), kernopgave (kritische beroepssituatie) en competentie (in het werkproces doelbewust en resultaatgericht handelen) in het kwalificatieprofiel juist is weergegeven, kan op basis daarvan competentiegericht getoetst worden. Competentiegericht opleiden vraagt een wijze van toetsen waarbij de deelnemer de benodigde vaardigheden, attitudes, kennis en inzicht combineert. Om van competenties en beheersingscriteria te komen tot praktijkgerichte contextrijke toetsen zullen nieuwe instrumenten voor toetsing en examinering ontwikkeld moeten worden. Essentieel is de integrale beoordeling van competenties waarbij de deelnemer kan aantonen dat hij in staat is beroepscompetenties geïntegreerd in te zetten bij het adequaat uitvoeren van de (deel)taak. Tijdens de expertmeetings hebben de vertegenwoordigers van het onderwijsveld en toetsontwikkelaars op die wijze de concept kwalificatieprofielen beoordeeld en toetsbaar bevonden.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
34
12.6
DOORSTROOMRECHTEN
Doorstroming binnen het KP Doorstroming binnen het mbo Doorstroming naar het hbo Doorstroming op basis van een niet volledig verworven kwalificatieprofiel
Doorstroming binnen het mbo Een gediplomeerde op een bepaald niveau heeft toegang tot een opleiding op het naast hoger gelegen niveau. De opleiding tot medewerker toezicht en veiligheid geeft toegang tot andere opleidingen op niveau 2 en 3. De onderwijsinstelling kan per individu bepalen of en op welke manier vrijstellingen verleend kunnen worden. Via een EVC-procedure kunnen bij de initiële politieopleiding vrijstellingen worden verleend.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
35
12.7
HET PROCES VAN TOTSTANDKOMING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER
Wie het kwalificatieprofiel hebben ontwikkeld Met wie overleg is gepleegd De wijze van besluitvorming Het beheer van het kwalificatiedossier
Inleiding Het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid is ontwikkeld door en onder verantwoordelijkheid van het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO. Bij het ontwikkelen van het kwalificatieprofiel zijn deskundigen uit het beroepenveld en het onderwijsveld betrokken. Gehanteerde overlegstructuur Dit kwalificatieprofiel is achtereenvolgens besproken in: - expertmeetings met werkvelddeskundigen (zowel uit het bedrijfsleven/werkveld als het scholenveld) - het bestuur van de Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht en het College van Bestuur van de Politieacademie - de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO (een permanent adviesorgaan van ECABO). Besproken onderwerpen Met de werkvelddeskundigen en de deskundigen vanuit het onderwijs zijn naast de sector- en kwalificatieprofielspecifieke onderwerpen, de duurzaamheid en betekenisvolheid van het kwalificatieprofiel en de ruimte voor innovatieve ontwikkelingen en daarmee flexibiliteit besproken. Laatstgenoemde aspecten hebben ook de volle aandacht van de Paritaire commissie gehad. Proces Het proces van totstandkoming verliep in detail als volgt: - vergelijking verwantschap beroepscompetentieprofielen wat onder andere leidde tot een voorlopig kwalificatieprofiel Toezichthouder publiek domein - voorleggen van het voorlopige kwalificatieprofiel aan expertmeetings. Deze hebben plaatsgevonden op 16 en 29 juni 2004. De deelnemers van de expertmeetings zijn officieel voorgedragen door de Politieacademie, de Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht, het Kennisplatform ESB en de leden van het sectiebestuur Beveiliging die daar namens het bekostigd onderwijs zitting in hebben. Er is voor gezorgd dat twee leden van de Stuurgroep Brugjaar politie deelnamen aan de expertmeeting. Belangrijke punten betroffen de vraag of men het eens was met de manier waarop de vertaling van BCP naar KP had plaatsgevonden, of men het niveau herkende, of de naam van het KP goed gekozen was en of men certificeerbare eenheden wilde toewijzen. Conclusies waren dat het niveau goed was, behoudens enkele inhoudelijke wijzigingen, en dat er geen certificeerbare eenheden herkend werden. De naam van het KP is veranderd van Toezichthouder publiek domein in Medewerker toezicht en veiligheid. Inhoudelijke discussiepunten betroffen de benaming van eerste hulp bieden en de manier waarop het verschil kon worden beschreven tussen niveau 1 en 2 wat betreft zelfstandigheid. In de discussie is nadrukkelijk gekeken naar de aansluiting op het politieonderwijs zowel wat betreft inhoud als niveau. Tussen beide expertmeetings in en erna heeft schriftelijke raadpleging van de deelnemers plaatsgevonden. Verslagen, correspondentie e.d. zijn bewaard in het projectarchief - spiegeling van de conceptversie aan de algemene set van de leer- en burgerschapscompetenties, door ECABO, augustus 2004
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
36
-
validering van het KP door de Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht en de Politieonderwijsraad. Beide organisaties kunnen zich vinden in het KP voorlegging KP aan de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO, november 2004 de Paritaire commissie heeft het kwalificatiedossier en het daarin gehanteerde detailleringniveau van de verrijkte kerntaken, kernopgaven en competenties met beheersingscriteria op 13 december 2004 akkoord bevonden. De Paritaire commissie van ECABO verwacht dat onderwijsinstellingen op basis van dit kwalificatieprofiel een competentiegericht leertraject met bijbehorend examen kunnen organiseren en het diplomaniveau in het onderwijsprogramma kunnen realiseren. Op basis van ervaringen met dit kwalificatieprofiel zullen deze verwachtingen worden geverifieerd. De Paritaire commissie van ECABO is van mening dat het kerndeel zodanig is geformuleerd dat nieuwe, relatief beperkte ontwikkelingen verwerkt kunnen worden in verrijkte kerntaken en omschrijvingen van competenties zonder dat de essentie van de kerntaken en competenties opnieuw vastgesteld moet worden door OCW/LNV. De kerntaken, kernopgaven en competenties zijn op een juist aggregatieniveau beschreven waardoor het kwalificatieprofiel duurzaam is en flexibiliteit en herkenbaarheid in evenwicht zijn. Nieuwe ontwikkelingen in het beroepenveld kunnen vorm krijgen in het onderwijs zonder dat de teksten van het kwalificatieprofiel gewijzigd hoeven te worden. Om de snelle veroudering van de kwalificatieprofielen verder tegen te gaan is vermeden om aan demodage onderhevige termen te gebruiken zoals specifieke hulpmiddelen, methoden, etc. Softwarespecifieke termen bijvoorbeeld zijn veralgemeniseerd zodat bij innovaties in de informatietechnologie de gehanteerde termen bruikbaar blijven.
Het algemeen bestuur ECABO heeft op 15 december 2004 het positieve advies van de Paritaire commissie overgenomen en het kwalificatiedossier ter beoordeling voorgelegd aan het Colo Coördinatiepunt en ACOA. Naar aanleiding van de toetsing door het Colo Coördinatiepunt is het kwalificatiedossier in het voorjaar van 2005 op diverse punten aangepast. Daar de wijzigingen met name betrekking hebben op tekst, redactie en aanscherping van de verantwoording en niet op de inhoud van het kwalificatieprofiel, heeft de Paritaire commissie in haar bijeenkomst van 3 maart 2005 besloten het kwalificatiedossier niet opnieuw te beoordelen. Het kwalificatiedossier is 13 mei 2005 ter beoordeling voorgelegd aan het Colo Coördinatiepunt en ACOA. Na goedkeuring is het kwalificatiedossier aan het ministerie van OCW aangeboden. Overzicht documenten In de onderstaande stukken is gedetailleerde informatie te vinden over o.a. de totstandkoming van het kwalificatieprofiel. Deze stukken zijn op te vragen bij het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO: - Verslag expertmeeting ECABO 16-06-04 - Verslag expertmeeting ECABO 29-06-04 - Akkoordverklaring Landelijke Vereniging Belangengroep Stadstoezicht 13 september 2004 - Akkoordverklaring college van bestuur Politieacademie, 25 november 2004. Verslagen, correspondentie e.d. worden bewaard volgens het archiefplan kwalificatieontwikkeling. De notulen van de vergaderingen van de Paritaire commissie en het algemeen bestuur ECABO zijn opvraagbaar bij het directiesecretariaat van ECABO. Het beheer van het kwalificatiedossier Het kwalificatiedossier wordt beheerd door het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO conform het archiefplan kwalificatieontwikkeling.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
37
BIJLAGEN Bijlage 1 Overzicht kwalificatieprofielen ECABO Niv.
Kwalificatieprofielen
Intersectoraal Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent 1 (Alle sectoren) 2 Administratief medewerker (Sector Secretarieel en Bedrijfsadministratie) Secretarieel 3 Secretaresse 4
Managementassistent
Bedrijfsadministratie 3 Boekhoudkundig medewerker 4 Administrateur Commercieel 3 Commercieel medewerker 4
Medewerker marketing en communicatie
Uitstroomdifferentiaties
Beroepscompetentieprofielen
Economie en handel
Administratief assistent
Telefonist/receptionist Secretarieel medewerker Bedrijfsadministratief medewerker
Telefoniste/receptioniste Secretarieel medewerker Bedrijfsadministratief medewerker
Algemeen secretaresse Juridisch secretaresse Medisch secretaresse Directiesecretaresse Projectsecretaresse
Secretaresse Juridisch secretaresse Medisch secretaresse Directiesecretaresse/managementassistent Projectsecretaresse
Bedrijfsadministrateur Assistent accountant Salarisadministrateur
Boekhoudkundig medewerker Administrateur Assistent accountant Salarisadministrateur
Commercieel medewerker binnendienst Contactcenter medewerker Marketing medewerker Assistent communicatiemedewerker Organisatorisch publicitair medewerker kunst, cultuur en media
Bank- en verzekeringswezen 4 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen ICT 2 Medewerker ICT 3 Medewerker beheer ICT 4
ICT-beheerder
4
Applicatieontwikkelaar
4
Netwerkbeheerder
4 Digitaal rechercheur (In ontwikkeling) Juridisch 4 Juridisch medewerker
Orde en veiligheid 1 Assistent toezicht en veiligheid 1 en 2 Vrede en veiligheid 2 en 3
Beveiliger
2
Medewerker toezicht en veiligheid
Contactcenter medewerker Marketing medewerker Assistent communicatiemedewerker Organisatorisch publicitair medewerker kunst, cultuur en media Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
Real-time systemen Servicedesk
Arbeidsvoorziening en personeelswerk Openbaar bestuur Sociale zekerheid Zakelijke dienstverlening
Informatiedienstverlening 4 Medewerker informatiedienstverlening
Commercieel medewerker binnendienst
Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Bibliotheekmedewerker Informatieverzorger
Assistent vrede en veiligheid (=kern) Medewerker vrede en veiligheid Beveiliger (=kern) Evenementenbeveiliger Mobiel surveillant Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
ICT-medewerker ICT-medewerker Medewerker telecom ICT-beheerder Applicatiebeheerder Telecom/ICT engineer Embedded systems engineer Applicatieontwikkelaar Media-IT’er Netwerkbeheerder Telecom/ICT engineer Digitaal rechercheur Intercedent Sociaal juridisch medewerker personeelswerk Administratief juridisch medewerker openbaar bestuur Juridisch medewerker sociale zekerheid Administratief juridisch medewerker zakelijke dienstverlening Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Bibliotheekmedewerker Informatieverzorger Assistent toezichthouder Assistent vrede en veiligheid Medewerker vrede en veiligheid Beveiliger Evenementenbeveiliger Mobiel beveiliger Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging Medewerker stadstoezicht Doorstroom politie
38
Kunst 4
Artiest
Drama Musical Muziek Sounddesign Dans
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
Acteur Musicalartiest Muzikant/Sounddesigner Danser
39
Bijlage 2 BCP Kerntaak 1 2 3 4 5 Competenties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13
Vergelijking BCP’s Medewerker stadstoezicht en Doorstroom politie Medewerker stadstoezicht
Doorstroom politie
KP
Toezien op orde en veiligheid Informeren en verwijzen van publiek
Optreden in publiek domein
Toezien op orde en veiligheid Informeren en verwijzen van publiek
Optreden bij incidenten Handhaven specifieke verordeningen Ondersteunen bij projecten en evenementen (politie en gemeentelijke org.) Algemene surveillance uitvoeren Gericht toezicht houden Verdachten aanhouden Conflicten hanteren Eerste hulp verlenen Informeren en verwijzen publiek Wet- en regelgeving toepassen Receptionele/ondersteunen de werkzaamheden uitvoeren Optreden bij incidenten/calamiteiten Optreden als verkeersregelaar
Informeren en communiceren met externe relaties Optreden in publiek domein
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Baliegesprekken voeren
Evt. opnemen in BCP
Voorlichting geven over veelvoorkomende criminaliteit Meldingen afhandelen Informatie verzamelen, verwerken en uitwisselen
Optreden bij incidenten Handhaven specifieke verordeningen
Algemene surveillance uitvoeren Gericht toezicht houden Verdachten aanhouden Conflicten hanteren Eerste hulp verlenen Informeren en verwijzen publiek Wet- en regelgeving toepassen Receptionele/ondersteunen de werkzaamheden uitvoeren Optreden bij incidenten/calamiteiten Optreden als verkeersregelaar NB Is niet opgenomen na bespreking in expertmeeting Voorlichting geven over veelvoorkomende criminaliteit Meldingen afhandelen Informatie verzamelen, verwerken en uitwisselen
Bij de kerntaken optreden in publiek domein en informeren en communiceren met externe relaties van het BCP Doorstroom politie zijn de werkzaamheden gelijk aan de eerste drie kerntaken van het BCP Medewerker stadstoezicht. In het BCP Medewerker stadstoezicht zijn echter de processen wat gedetailleerder en meer op het beroep toegeschreven. Kerntaak 4 en 5 van het BCP Medewerker stadstoezicht zijn niet in het BCP van Doorstroom politie opgenomen, maar kunnen daar wel uitgevoerd worden. Kerntaak 5 is niet opgenomen in het KP. Het ondersteunen bij projecten en evenementen is een vorm van gericht toezicht houden. Gericht toezicht houden komt bij kerntaak 1 aan de orde.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
40
Bij de competenties hebben we ook veel overlap geconstateerd (zie compt. 1 t/m 7). Competentie 8 van Doorstroom politie is geïntegreerd met competentie 8 van medewerker stadstoezicht. Competentie 9, 10 en 11 van medewerker stadstoezicht worden in het KP opgenomen omdat deze ook bij de politie uitgevoerd kunnen worden. Dit geldt andersom ook voor competentie 12 en 13 van Doorstroom politie. Kortom het BCP Doorstroom politie bevatte zo veel overlap dat deze in het BCP van medewerker stadstoezicht is opgegaan. We hebben medewerker stadstoezicht als ‘leading’ genomen omdat het hier om een arbeidsmarktrelevante opleiding gaat en niet zoals bij Doorstroom politie om een maatschappelijk relevante opleiding.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
41
Bijlage 3
Verwerking landelijke set van beroepscompetenties
Van brondocument L&B naar kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid Geïntegreerd in competentie
Leren Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Niet inpasbaar
De leerling is in staat om op adequate wijze leeractiviteiten uit te voeren. -
is gemotiveerd heeft vertrouwen in eigen kunnen creëert mogelijkheden tot leren kiest leeractiviteiten weet wanneer externe sturing/zelfsturing noodzakelijk/mogelijk is hanteert cognitieve leeractiviteiten hanteert affectieve leeractiviteiten hanteert regulatieve leeractiviteiten combineert cognitieve leeractiviteiten met affectieve en regulatieve leeractiviteiten doorloopt de volledige leercyclus stuurt in toenemende mate het leerproces zelf beschikt over een repertoire aan leeractiviteiten zet leeractiviteiten in passend bij de situatie in de leeromgeving en bij zichzelf
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
20 x x x x x x x x x x
42
Economische burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze: - zijn/haar employability te ontwikkelen, - als burger te participeren in beroeps- en bedrijfscontexten, - te handelen als kritisch consument. Employability: - zelfreflectie (beschouwing van capaciteiten en motivaties die van belang zijn voor de loopbaan) - werkexploratie (onderzoek van werk en mobiliteit in de loopbaan; inschatting eigen mogelijkheden in relatie tot eisen en mogelijkheden van bepaald werk); raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten - loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van leer- en werkproces. Gebruikt zoekstrategieën om werk te vinden. Zoekt ondersteuning indien nodig - zelfprofilering (presentatie op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaanontwikkeling) - solliciteren - netwerken en mobiliseren hulp Werknemersrechten: - arbeidscontract afsluiten en beëindigen - verwoordt de eigen situatie; kent rechten en plichten - respecteert regels en uitvoerders - behartigt eigen belangen - zoekt ondersteuning indien nodig Participatie: - respecteert meningen van anderen - handelt integer Beroepsethische keuzen: - reflecteert op ethische aspecten van eigen (beroeps)handelen - respecteert meningen van anderen Kritisch consument: - formuleert en beargumenteert overwegingen en criteria
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
x x x x x x x x x x x x x x x x
43
Resultaat
- raadpleegt bronnen - zoekt ondersteuning indien nodig Employability: - heeft duidelijk zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden; kan loopbaankoers voor zichzelf uitzetten - heeft inzicht in de mogelijkheden en ontwikkelingen in de markt - bepaalt welke witte vlekken er zijn/welke competenties verder moeten worden ontwikkeld met het oog op de eigen loopbaan - onderneemt passende activiteiten om werk te vinden - hanteert wet- en regelgeving Werknemersrechten: - maakt gebruik van rechten - hanteert wet- en regelgeving Participatie: - onderbouwt keuzen - brengt eigen mening naar voren - hanteert wet- en regelgeving Beroepsethische keuzen: - onderbouwt keuzen - houdt zich aan bestaande regels - hanteert wet- en regelgeving Kritisch consument: - onderbouwt keuzen - onderneemt actie bij klachten
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
x x
44
Sociale burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze te functioneren op het publiek/private raakvlak: - in de eigen woon- en leefomgeving om te gaan (samen te leven) met anderen (in buurt, verkeer, uitgaansleven, op school, werk) - bij de organisatie van zorg (publiek-private arrangementen, instellingen) Centraal staat het vermogen bij te dragen aan een gewenste ontwikkeling vanuit het perspectief van kwaliteit, persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, en maatschappelijke waarden, normen en verantwoordelijkheden. Samenleven/omgaan: - neemt eigen verantwoordelijkheid - respecteert anderen - houdt zich aan regels Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: - houdt zich aan regels van voorzieningen en activiteiten - plant en regelt zelf activiteiten m.b.t. gebruik van de zorginstelling of schakelt hulp in om deze activiteiten te regelen (informatie inwinnen, afspraken maken, deskundige raadplegen e.d.) - neemt initiatieven om vereiste procedures te doorlopen; houdt eventuele termijnen in acht - coördineren, organiseren, overtuigen, besluiten, belangen afwegen, respectvol kritiek geven en ontvangen, plannen Levensterreinen afstemmen: - onderzoekt alternatieven - is in staat ethische vragen en dilemma’s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de afstemming Samenleven/omgaan: - levert een positieve bijdrage aan sociale klimaat in diverse levenssituaties - hanteert wet- en regelgeving Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: - maakt gebruik van voor eigen situatie passende voorzieningen en activiteiten - stelt de juiste vragen, vraagt door, luistert goed, vat gesprek samen en koppelt terug;
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
x 18 18 x x x x x x
45
evalueert achteraf hoe het ging en wat er van te leren valt - hanteert wet- en regelgeving Levensterreinen afstemmen: - geeft overwegingen voor keuzen - hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
46
Culturele burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze te participeren in de pluriforme en multiculturele samenleving op nationaal en Europees niveau. -
reflecteert op eigen maatschappelijk-culturele identiteit (belangrijke kenmerken; overwegingen, normen, waarden) toont respect voor andere gewoonten reflecteert op interactieprocessen acceptatie van verschillen respect voor eigenheid van culturele verbanden normen en waarden delen of beheerst van mening verschillen over de normen en waarden, dan wel de juiste uitleg ervan dan wel de adequate toepassing in het werkelijke leven. receptief (lezen en luisteren) en productief (spreken en schrijven) gebruik van Nederlands op adequaat niveau voor de eigen situatie gebruikt twee vreemde talen in voorkomende situaties op adequate wijze kennis van belangrijke aspecten van de eigen en andere culturen kennis en inzicht in ontwikkelingen in de multiculturele samenleving (‘Nederland immigratieland’); mening geven over multiculturele vraagstukken succesvolle interactie tussen burgers met andere culturele achtergrond succesvolle interactie met burgers van andere landen houdt zich aan algemeen aanvaarde normen en waarden m.b.t. vrijheid, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid in de omgang met anderen hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
17 17, 18 x
47
Politieke burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze effectief om te gaan met de opgaven van het politieke domein: - zich een mening vormen over politiek relevante issues en daarmee actief of passief deel te nemen aan verkiezingen - te participeren op formele en informele wijze in politieke besluitvorming en beleidsbeïnvloeding om te gaan met instanties en regelingen en deze te benutten. Deelnemen aan verkiezingen: - raadpleegt uiteenlopende bronnen - verwoordt eigen standpunt Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: - inventariseert en respecteert meningen - verwoordt eigen standpunt Omgaan met instanties en regelingen: - verwoordt de eigen situatie/vraag/behoefte - respecteert anderen - schakelt indien nodig derden in Deelnemen aan verkiezingen: - onderbouwt keuze - hanteert wet- en regelgeving Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: - onderbouwt keuze tot participatie - brengt eigen mening in - hanteert wet- en regelgeving Omgaan met instanties en regelingen: - benut regels en instanties - verkrijgt gevraagde ondersteuning - hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
x x x x x x x
48
Normatieve burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze zelfstandig, sociaal betrokken en verantwoordelijk te handelen op basis van maatschappelijk geaccepteerde basiswaarden. -
stemt eigen handelen af op handelen van anderen respecteert andere meningen (binnen basisnormen en -waarden) accepteert ander gedrag (binnen basisnormen en -waarden) hanteert breed geaccepteerde sociale omgangsvormen hanteert milieunormen gaat kritisch om met eigen normen (cultuur, subgroep) oriënteert zich op verschillende opvattingen en vormt zich daarover een mening wordt gerespecteerd voor zijn/haar mening en handelen in de samenleving handelt sociaal betrokken spreekt anderen aan op handelen ontwikkelt eigen normen met betrekking tot duurzaamheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, geweld, solidariteit, tolerantie, veiligheid, verantwoordelijkheid, zorg. handelt van uit overwegingen rond normatieve aspecten van het beroep (ethiek, fraude, milieu) hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
14, 16, 17, 18 18 18 17, 18 12, 13, 14, 15 13, 14, 17, 18
49
Organisatorische burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze om te gaan met publieke organisatorische context(en) en daarbij behorende problemen binnen de relevante maatschappelijke domeinen en situaties. -
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
-
plant en regelt de eigen activiteiten in de context van een maatschappelijk verband. Kan het eigen handelen situeren in het grotere geheel kan samenwerken, coördineren en organiseren toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, leidinggevend vermogen hanteert eigen gevoelens respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen doorloopt keuzeprocessen brengt eigen inzichten overtuigend in komt afspraken na deelt kennis en ervaring levert een bijdrage aan relevante maatschappelijke verbanden lost problemen op plant en organiseert activiteiten past zich op een zakelijke manier aan veranderingen aan maakt keuzen hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
12, 13 x 14, 20 17 17, 18 x x x 18, 20
50
Zoals vermeld in de procedure rondom de legitimering van het kwalificatieprofiel heeft ECABO de niet-vakmatige competenties (nr. 12 t/m 20) aangevuld met de set van algemene competenties en leeren burgerschapscompetenties. Deze laatstgenoemde zijn landelijk vastgesteld en deels verplicht. In de onderstaande tabel kunt u lezen welke wijzigingen zijn doorgevoerd voor het kwalificatieprofiel Medewerker toezicht en veiligheid. Set van beroepscompetenties Colo
Manier van verwerken in KP Medewerker toezicht en veiligheid
Verwijderde/gewijzigde verplichte (delen uit) beheersingscriteria
1.1
Nr. 17 Communiceren
Gewijzigd: N - Formuleert eigen mening m.b.t. normatieve aspecten van het beroep is veranderd in: Formuleert mening over eigen beroep Gewijzigd: O - Plant en regelt binnen de gestelde kaders eigen activiteiten O - Situeert samen met leidinggevende het eigen handelen in het grotere geheel Verwijderd: O - Organiseert en coördineert activiteiten Verwijderd: N - Zorgt dat voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden bekend zijn bij medewerkers N - Doet voorstellen voor het op- en bijstellen van richtlijnen/voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden N - Spreekt anderen aan op racistisch, seksistisch of tendentieus taalgebruik
Communiceren
1.2 Omgaan met problemen
Nr. 13 Omgaan met problemen
1.3 Samenwerken
Nr. 18 Samenwerken
1.4 Veilig en milieubewust werken
Nr. 15 Veilig en milieubewust werken
Gewijzigd: N - Ziet toe dat gewerkt wordt volgens voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden veranderd in: werkt volgens etc. De beheersingscriteria zijn niet letterlijk overgenomen
1.5 Klantgericht werken
1.6 Beroepscompetenties ontwikkelen
Nr. 20 Ontwikkelen van beroepscompetenties
Verwijderd: E - Toont inzicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden N/E - Verwoordt de eigen situatie en mening E - Behartigt eigen belangen P/E - Raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten E - Respecteert de mening van anderen
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
Reden
- oorspronkelijke omschrijving te ingewikkeld
Inperking t.b.v. het niveau
- niet inpasbaar in de competenties Deze criteria zijn te moeilijk voor niveau 2 of niet inpasbaar in de competenties
- aanpassing aan het niveau
Er is bij deze functie niet echt sprake van een klant. Je zou bezoekers/mensen op straat als klant kunnen zien en dan dekken de competenties 9 (informeren en verwijzen) en 10 (receptionele werkzaamheden) de lading wel. Deze criteria zijn te moeilijk voor niveau 2 en/of niet inpasbaar in de competenties
51
1.7 Voorbereiden eigen werkzaamheden
Nr. 14 Voorbereiden eigen werkzaamheden
1.8 Zorgdragen voor kwaliteit
Nr. 12 Zorgdragen voor kwaliteit
E/L - Zoekt ondersteuning indien nodig L - Creëert mogelijkheden tot het uitvoeren van leeractiviteiten L - Stuurt eigen leerproces E - Sluit en beëindigt (desgewenst) arbeidscontract E - Gebruikt zoekstrategieën om werk te vinden en zoekt ondersteuning E - Onderneemt passende activiteiten om werk te vinden E - Toont inzicht in de ontwikkelingen in en mogelijkheden op de arbeidsmarkt E - Is in staat om te solliciteren E - Maakt gebruik van rechten en plichten S - Maakt gebruik van personeelsvoorzieningen S - Neemt initiatieven m.b.t. personeelsvoorzieningen S - Onderzoekt alternatieven in de balans tussen werk en privé S - Geeft overwegingen voor keuzen m.b.t. balans werk en privé O - Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen N - Handelt uit normatieve aspecten van het beroep E/S - Houdt ontwikkelingen bij m.b.t. wet- en regelgeving en handelt binnen dit raamwerk P -Participeert in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding P - Onderbouwt keuze tot participatie P - Neemt deel aan verkiezingen van de Ondernemingsraad L - Zet leeractiviteit in passend bij situatie en leeromgeving Gewijzigd: N - Gaat zorgvuldig om met materialen, gereedschap/instrumenten: wordt: gaat zorgvuldig om met materialen en hulpmiddelen Verwijderd: N - Stelt richtlijnen op voor verbetering van de kwaliteit van het werk O - Situeert het eigen handelen in het grotere geheel Gewijzigd: N - Gaat efficiënt en kostenbewust om met materialen, gereedschappen, materieel, tijd en energie. Gereedschappen en energie zijn verwijderd. N - Signaleert fouten in eigen werk- of productieproces etc..: productieproces verwijderd en ‘ondernemen van actie’ verwijderd en gecombineerd met: N - Rapporteert fouten etc. aan leidinggevende O - Plant en regelt eigen activiteiten binnen de gestelde kaders
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
- beter passend bij het beroep
- niet inpasbaar in de competenties
- niet inpasbaar in de competenties
- niet inpasbaar in de competenties, daarom aangepast aan het niveau en de bevoegdheden
- aangepast aan het niveau en de bevoegdheden
52
Niet opgenomen competenties uit de set van Colo Weggelaten Colocompetenties 1.10 Voorlichting geven 1.11 Adviseren 1.12 Nieuwe medewerkers en/of lerenden begeleiden 1.13 Relaties beheren 2.1 Aansturen van het werkproces 2.2 Presenteren van informatie 2.3 Organiseren en uitvoeren van overleg
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
N.v.t. N.v.t. N.v.t.
N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
53
DEEL 3 BRONDOCUMENTEN De op pagina 1 genoemde bron- en referentiedocumenten zijn te downloaden van de website www.ecabo.nl.
Kwalificatiedossier Medewerker toezicht en veiligheid
54